ELECTROLUX A40110GT User Manual

0 (0)

A 40110 GT

Vrieskist

Congélateur

Gefriertruhe

Chest freezer

Gebruiksaanwijzing en installatie Notice d’ultilisation

Montageund gebrauchsanleitung User Manual

PERFEKT IN FORM UND FUNKTION

ELECTROLUX A40110GT User Manual

1.

2.

3.

FREEZING

CAPACITY

4.

5.

6.

2

 

 

NL

 

 

INHOUD

TECHNISCHE GEGEVENS..................................................................................................................................

3

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN ..........................................................................................................................

4

Adviezen en richtlijnen

....................................................................................................................................

4

Koelmiddelen ................................................................................................................................................

 

4

Afvalverwerking..............................................................................................................................................

 

4

INSTALLATIE .....................................................................................................................................................

 

5

Plaatsing.......................................................................................................................................................

 

5

Elektrische aansluiting ....................................................................................................................................

 

5

De vriezer aanzetten .......................................................................................................................................

 

5

GEBRUIKSAANWIJZING.....................................................................................................................................

 

5

Temperatuurregeling.......................................................................................................................................

 

5

Openen en sluiten van .....................................................................................................................het deksel

5

De temperatuurregelaar ..................................................................................................................en lampjes

6

Invriezen .......................................................................................................................................................

 

6

Verpakking en verdeling ..................................................................................................................................

6

Kapaciteit......................................................................................................................................................

 

6

Manden ........................................................................................................................................................

 

6

NUTTIGE TIPS ...................................................................................................................................................

 

6

Opslaan........................................................................................................................................................

 

6

Invriezen .......................................................................................................................................................

 

6

Ontdooien.....................................................................................................................................................

 

6

ONDERHOUD ....................................................................................................................................................

 

6

Ontdooien.....................................................................................................................................................

 

6

Vriezer reinigen ..............................................................................................................................................

 

7

Niet in gebruik ...............................................................................................................................................

 

7

STORINGEN ......................................................................................................................................................

 

7

Binnenverlichting............................................................................................................................................

 

7

GARANTIEBEPALINGEN ...................................................................................................................& SERVICE

8

TECHNISCHE GEGEVENS

Type

 

A40110 GT

Inhoud (bruto)

liter

105

Inhoud (netto)

liter

102

Hoogte zonder/met rolwiel cm

85

Breedte

cm

55

Diepte

cm

59,3

Gewicht

kg

27

Energieverbruik/24uur

kWh

0,466

Invrieskapaciteit

kg/24h

12

Opvarmtijd

uren

26

Opgenomen vermogen

W

60

Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door voordat u het apparaat installeert en in gebruik neemt. U vindt hierin aanwijzingen m.b.t. de veiligheid, praktische informatie, informatie m.b.t. het milieu en tips. Als u het apparaat volgens de aanwijzingen gebruikt, zal het naar volle tevredenheid werken.

M.b.v. onderstaande symbolen kunt u informatie makkelijk vinden:

Aanwijzingen m.b.t. de veilligheid

Aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw veiligheid of voor het functioneren van het apparaat.

Praktische informatie

Informatie m.b.t. het milieu

NL

VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN

ADVIEZEN EN RICHTLIJNEN

Voor een veiliger gebruik, deze adviezen grondig doorlezen, voordat u uw vriezer installeert en in gebruik neemt.

ATTENTIE!

Het is belangrijk dat u deze voorschriften bij de vriezer bewaart. Indien de vriezer wordt verkocht of door anderen gebruikt wordt, of bij verhuizing wordt achtergelaten, dienen deze voorschriften de vriezer te volgen, zodat de nieuwe eigenaar de vriezer op juiste wijze kan gebruiken en de adviezen kan doorlezen.

Deze vriezer is uitsluitend bedoeld voor het invriezen van levensmiddelen en het bewaren van diepvriesprodukten.

Deze vriezer dient alleen door volwassenen bediend te worden. Kinderen niet met de knoppen of de vriezer laten spelen.

Wijzigingen aan de elektriciteitsvoorziening in verband met het aansluiten van de vriezer, altijd door een goedgekeurde electricien of andere daartoe bevoegde personen laten uitvoeren.

In geen geval zelf trachten de vriezer te repareren. Ondeskundig uitgevoerde reparaties kunnen persoonlijk letsel of schade aan de vriezer tot gevolg hebben.

Servicewerkzaamheden door een goedgekeurd servicebedrijf laten uitvoeren en alleen originele onderdelen gebruiken. Zie “Garantiebepalingen en Service”.

Wijzigingen aan de technische instellingen of de vriezer in z’n geheel kan de veiligheid in gevaar brengen.

Let op dat de vriezer niet bovenop de stroomtoevoerkabel wordt geplaatst.

Ontdooide produkten niet opnieuw invriezen.

De adviezen voor het bewaren van diepvriesprodukten grondig doornemen. Zie “Nuttige tips”.

Onderdelen van deze vriezer worden tijdens werking verwarmd. Een goede ventilatie is dus noodzakelijk. Onvoldoende ventilatie kan bedorven diepvriesprodukten tot gevolg hebben. Zie “installatie”.

In de vriezer zijn buizen aangebracht waardoor een koelmiddel loopt. Wanneer deze buizen worden doorgestoken kan de vriezer worden beschadigd zonder te kunnen worden gerepareerd en de diepvriesprodukten kunnen verloren gaan. Gebruik geen scherpe voorwerpen om ijs en rijp te verwijderen. Rijp kan worden verwijderd met bijgesloten schraper. Het ijs aan de zijwanden van de vriezer niet afsteken, maar door ontdooien verwijderen. Zie “Onderhoud”.

Geen dranken in de vriezer plaatsen. Flessen en blikjes met koolzuurhoudende dranken kunnen exploderen, waardoor de vriezer beschadigd kan worden.

Deze vriezer is zwaar. Let op bij het verplaatsen.

is voorzien van een slot, zodat kinderen deze niet kunnen openen. De sleutel altijd buiten het bereik van kinderen en uit de buurt van de vriezer bewaren.

Het slot onbruikbaar maken voordat u de oude vriezer wegdoet. Dit om ongelukken te voorkomen, kinderen kunnen erin opgesloten raken.

Ijslollies niet direkt uit de vriezer opeten, gevaar voor bevriezing van de mond.

Koelmiddelen

Dit apparaat bevat een milieuvriendelijk gas (R134a) als koelmiddel.

Zorg ervoor dat de stekker niet wordt platgedrukt of beschadigd door de achterkant van het koel/vriesapparaat.

-Een beschadigde stekker kan oververhit raken en brand veroorzaken.

Plaats geen zware voorwerpen of het koel/vriesapparaat zelf op het aansluitsnoer.

-Daardoor bestaat kans op kortsluiting en brand. Trek de stekker niet uit het stopcontact door aan het

snoer te trekken, vooral niet als het koel/vriesapparaat uit de nis wordt getrokken.

-Schade aan het snoer kan kortsluiting, brand en/of een elektrische schok veroorzaken.

-Als het aansluitsnoer beschadigd is, moet het worden vervangen door onze serviceafdeling of door een erkend installateur.

Als het stopcontact los zit, steek de stekker er dan niet in.

-Daardoor bestaat kans op een elektrische schok of brand.

AFVALVERWERKING

Informatie over de toestelverpakking

Alle gebruikte materialen zijn niet milieuonvriendelijk. Ze kunnen zonder gevaar bij het afval worden gezet en in een vuilverbrandingsinstallatie

worden verbrand.

De kunststoffen kunnen hergebruikt worden en hebben de volgende aanduidingen:

>PE< voor polyethyleen, bijv. de buitenste verpakking en de plastic zakjes.

>PS< voor geschuimd polystyreen, bijv. de hoekbeschermers (volkomen cfk-vrij).

Het karton is van oud papier gemaakt en wij adviseren u dit ook weer in een container voor oud papier te deponeren.

Oude apparaten

Uit het oogpunt van milieubescherming moeten afgedankte koelen vriestoestellen op deskundige wijze verwerkt worden. Dit geldt voor uw oude apparaat en later ook voor uw nieuwe apparaat.

Waarschuwing!

Afgedankte apparaten onbruikbaar maken voordat u ze wegdoet. Stekker uit het stopcontact trekken, aansluitsnoer afsnijden, eventuele snapof grendelsloten verwijderen of onbruikbaar maken. U verhindert daardoor, dat spelende kinderen elkaar of zichzelf in het toestel opsluiten (verstikkingsgevaar!) en daardoor in levensgevaar komen.

Afvalverwerking

of gesloopte apparaten weggegooid worden. Zorg ervoor dat het koelcircuit niet beschadigd wordt.

4

Informeer bij de gemeente naar de mogelijkheden voor afvalverwerking in uw woonplaats.

Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behandeld. Het moet echter naar een plaats worden gebracht waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de correcte manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijk voor mens en milieu negatieve gevolgen die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalbehandeling. Voor meer details in verband met het recyclen van dit product, neemt u het best contact op met de gemeentelijke instanties, het bedrijf of de dienst belast met de verwijdering van huishoudafval of de winkel waar u het product hebt

gekocht.

INSTALLATIE

PLAATSING (1)

De vriezer horizontaal, rustend op alle vier plastic voeten op een vlakke ondergrond plaatsen. Bij een ongelijke vloer een houten blokje of dergelijke gebruiken.

In een droge en goed geventileerde ruimte plaatsen.

De omgevingstemperatuur heeft invloed op het energieverbruik van het toestel. Daarom:

Plaats het toestel niet in het zonlicht, naast een radiator of vuurhaard.

Stel het toestel op een plaats waar de omgevingstemperatuur aan de klimaatklasse beantwoordt, waarvoor het toestel ontworpen is.

klimaatklasse

omgevingstemperatuur

SN

vanaf +10

t/m +32°C

N

vanaf +16

t/m +32°C

ST

vanaf +18

t/m +38°C

T

vanaf +18

t/m +43°C

Wanneer de vriezer bij uitzondering op de zijkant is getransporteerd, na plaatsing in horizontale positie 12 uur wachten voor het aanschakelen.

ELEKTRISCHE AANSLUITING

De vriezer aansluiten op 230-240V wisselstroom, 50 Hz. De zekering moet tenminste 10A zijn.

dieses Gerät entspricht den folgenden EGRichtlinien:

-73/23/EWG vom 19. 02. 1973 - Niederspannungsrichtlinie

-89/336/EWG vom 03. 05. 1989 (einschließlich Änderungsrichtlinie 92/31/EWG) - EMV-Richtlinie.

Einige der Geräte sind nicht in allen Ländern erhältlich. Der Gerät wurde getestet nach den ISO 5155Bestimmungen für Gefriervermögen, Energieverbrauch und Lagerzeit bei Störung.

DE VRIEZER AANZETTEN (2)

op de juiste wijze geïnstalleerde bovenkant van de vriezer, dan sluit de machine op bovenvermelde wijze aan op elektriciteit. De elektronische onderdelen binnenin staan dan onder stroom.

NL

Draai de temperatuurregelaar met de klok mee tot de middelste stand. Na een lichte klik en een nauwelijks voelbare vibratie en geluid begint de koelcompressor te werken.

Als de vriezer een paar uur werkt, gaat het rode lampje uit. Dit betekent dat de juiste temperatuur is bereikt voor de bevroren goederen. (zie ook: temperatuurregelaar en lampjes)

GEBRUIKSAANWIJZING

TEMPERATUURREGELING

De temperatuur in de vriezer wordt geregeld en konstant gehouden door middel van de thermostaat. Door de thermostaatknop naar te draaien,

wordt de temperatuur in de vriezer kouder, en door de knop naar te draaien, wordt de temperatuur warmer. De korrekte instelling kunt u vinden door de temperatuur van de bovenste verpakking in het midden van de vriezer te meten. Deze moet normaal gesproken kouder zijn dan –18°C.

OPENEN EN SLUITEN VAN HET DEKSEL

Het deksel is voorzien van een sluitband, waardoor onnodige rijpvorming door het binnendringen van lucht voorkomen wordt.

Zodra het deksel geopend wordt, wordt de koude lucht in de vriezer iets warmer en zet uit. Na het wederom sluiten van het deksel wordt de lucht onmiddellijk weer afgekoeld.

Hierdoor kan een vacuum ontstaan, waardoor de deksel direkt na het sluiten moeilijk opnieuw geopend kan worden. Dit is een natuurlijk verschijnsel. Wacht enkele minuten totdat het vacuum is verdwenen en open het deksel door voorzichtig te trekken. Nooit hard aan de dekselgreep rukken.

De bovenkant kan worden geopend en gesloten. Als de bovenkant geforceerd geopend wordt voorbij 95° dan kan deze afbreken.

DE TEMPERATUURREGELAAR EN LAMPJES (3)

Het groene lampje geeft aan of de machine stroom heeft.

Het gele lampje geeft aan of de vriezer aan staat (zie ook: invriezen van verse goederen).

Het rode lampje slaat aan en uit, afhankelijk van de temperatuur in de vriezer.

Het alarm lampje brandt als de temperatuur in de vriezer hoger is dan die welke is ingesteld op de temperatuurregelaar.

2.Groen lampje

3.Rood lampje

4.Geel lampje

5."SUPER"

Dit kan gebeuren als:

er een grote hoeveelheid verse (niet bevroren) goederen in de vriezer zit, zonder dat de vriezer aanslaat.

stond. In beide gevallen, zal het rode lampje na enige tijd uitgaan, wanneer de temperatuur afgekoeld is tot die welke is ingesteld op de temperatuurregelaar.

5

NL

de rubberen ring niet goed afsluit of als de vriezer niet functioneert (zie ook: Als de machine niet of niet goed werkt).

INVRIEZEN

Het is belangrijk dat verse levensmiddelen zo snel mogelijk ingevroren worden en dat de reeds aanwezige diepvriesprodukten zo min mogelijk warmteinvloed hiervan ondergaan.

Bij het invriezen van meer dan 3-4 kg:

De thermostaatknop op de koudste stand zetten 7. De vriezer werkt nu met extra koeling, zodat er een voldoende koudereserve gevormd wordt.

De thermostaatknop 6-24 uur van te voren indrukken, afhankelijk van de in te vriezen hoeveelheid.

De in te vriezen produkten in de vriezer laden en de thermostaatknop nog 24 uur op 7 stand laten.

De thermostaatknop weer terug draaien. De vriezer schakelt nu weer over op normale koeling tot de ingestelde bewaartemperatuur. Wanneer u vergeet de thermostaatknop weer terug te draaien, zal de vriezer geen schade ondervinden door enige tijd op 7 schakeling te werken - maar er is een onnodig energieverbruik.

VERPAKKING EN PLAATS

Warme produkten vóór het invriezen eerst laten afkoelen (op kamertemperatuur).

De produkten in luchtdichte en vochtbestendige verpakking bewaren, teneinde uitdrogen te voorkomen.

De in te vriezen produkten dicht tegen de vriezende wanden plaatsen, en zo mogelijk zonder in aanraking te komen met de reeds ingevroren produkten.

Zorg ervoor dat er altijd een ruimte van 5 mm tot de bovenkant open blijft.

Zie “Nuttige tips”

INVRIESKAPACITEIT (4)

De invrieskapaciteit van de diepvriezer is aangegeven op het typeplaatje (kg/24 uur). Dit maximum niet overschrijden - de benodigde invriestijd zal anders langer worden. Het typeplaatje is aangebracht aan de binnenkant van het deksel.

ATTENTIE!

De aangegeven invrieskapaciteit kan volledig benut worden wanneer er niet regelmatig grote hoeveelheden verse produkten ingevroren worden. Worden er dagelijks grote hoeveelheden ingevroren, dan is de toegestane invrieskapaciteit éénderde minder dan aangegeven.

MANDEN (5)

De manden zijn bedoeld voor het opslaan van reeds diepgevroren produkten.

NUTTIGE TIPS

OPSLAAN INGEVROREN PRODUKTEN

Diepvriesprodukten kunnen overal in de diepvriezer geplaatst worden, maar altijd 5 mm tot de

bovenkant open laten. De opgegeven houdbaarheid van diepvriesprodukten niet overschrijden. Let bij aankoop van diepvriesprodukten op, of deze op juiste temperatuur zijn bewaard. Geen produkten kopen waarvan de verpakking nat of beschadigd is. Gekochte produkten zo snel mogelijk in de vriezer plaatsen. Gebruik van een geďsoleerde tas voor het transporteren van diepvriesprodukten wordt aanbevolen. Nooit flessen, warme produkten of koolzuurhoudende drank in de vriezer plaatsen.

INVRIEZEN

Gebruik uitsluitend verse produkten van hoge kwaliteit. Warme gerechten zo snel mogelijk tot kamertemperatuur laten afkoelen, alvorens deze in te vriezen. De produkten zorgvuldig in diepvriesfolie, diepvrieszakken of-dozen inpakken. Produkten in aangepaste hoeveelheden verdelen - kleine porties vriezen sneller in, en u ontdooit alleen de hoeveelheid die voor direkt gebruik noodzakelijk is. Let wel, eenmaal ontdooide produkten mogen niet nogmaals ingevroren worden. Gerechten waarbij ontdooide diepvriesprodukten gebruikt zijn kunnen echter wel ingevroren worden. De invriesdatum op de verpakking van de in te vriezen produkten aangeven. Het verdient aanbeveling een overzicht over de inhoud van de vriezer bij te houden. Bij te langzaam invriezen wordt de kwaliteit van de in te vriezen produkten verminderd. Daarom geen grotere hoeveelheden invriezen dan aangegeven op het typeplaatje. Wanneer u meerdere dagen achter elkaar produkten invriest, wordt de maximale invrieskapaciteit per dag met éénderde gereduceerd. Het deksel zo min mogelijk open laten staan. Wanneer u geen grondige kennis van diepvriezen heeft, adviseren wij u een boekje

over “zelf diepvriezen” te kopen.

ONTDOOIEN

Over het algemeen levensmiddelen niet bij kamertemperatuur laten ontdooien, daar hierdoor de kans op bacteriënvorming wordt vergroot. Het is aan

te raden om grote hoeveelheden vlees of gevogelte in de koelkast te laten ontdooien. Dit geldt ook voor produkten die geconsumeerd worden zonder toebereiding (bijv. fruit, boter en gesneden vleeswaren). Kleine hoeveelheden kunnen direkt vanuit de vriezer worden bereid. Een groot aantal kant-en-klare gerechten kunnen ook bereid worden zonder eerst te ontdooien. De aanwijzingen op de verpakking volgen. Brood in een warme oven laten ontdooien. De magnetron kan gebruikt worden voor het snel ontdooien van de meeste diepvriesprodukten. De gebruiksaanwijzing van de magnetron volgen.

ONDERHOUD

ONTDOOIEN

Rijpvorming aan de binnenwanden van de vriezer is niet te voorkomen. Rijp wordt gevormd wanneer het vocht in de lucht in kontakt komt met de koude wand van de vriezer. Daarom het deksel niet onnodig openen en zo kort mogelijk open laten staan.

Een dun laagje rijp heeft geen nadelige invloed op de werking van de vriezer, en kan met bijgeleverde schraper verwijderd worden.

ATTENTIE!

Voor het verwijderen van rijp nooit een mes of andere scherpe voorwerpen gebruiken.

6

NL

Wanneer de rijplaag 10-15 mm dik is, dient te vriezer ontdooid te worden. Wij raden aan te ontdooien wanneer er weinig of geen produkten in de vriezer liggen.

De stroomtoevoer uitschakelen. De inhoud van de vriezer verwijderen, in kranten wikkelen en op een koude plaats zetten.

Het ontdooien kan versneld worden door een of meer schalen met warm water in de vriezer te plaatsen en het deksel te sluiten. Na enige tijd het deksel openen en voorzichtig de rijplaag verwijderen.

nooit op andere wijze dan hier beschreven proberen te laten versnellen. Dat kan schade aan uw diepvriezer tot gevolg hebben. Na het ontdooien de binnenkant van de diepvriezer schoonmaken.

DE BINNENKANT VAN DE VRIEZER REINIGEN

ATTENTIE!

Bij het reinigen van uw vriezer nooit sterke reinigingsmiddelen, schuurmiddelen of sterk ruikende middelen gebruiken. Deze kunnen de binnenkant van de vriezer aantasten of een sterke lucht achterlaten.

DE BUITENKANT VAN DE VRIEZER REINIGEN

De buitenkant reinigen met een vochtige doek een klein beetje reinigingsmiddel, en de sluitband met een zacht reukloos reinigingsmiddel.

NIET IN GEBRUIK

De stekker uit het stopkontakt nemen.

Alle levensmiddelen uit de diepvriezer verwijderen.

De diepvriezer reinigen zoals hierboven beschreven. open laten staan.

De stekker uit het stopkontakt nemen en alle accessoires verwijderen. Het verdient aanbeveling om de vriezer te reinigen na het ontdooien en voordat de stroomtoevoer weer aangeschakeld is. De vriezer reinigen met een vochtige doek en warm water met een zacht reukloos schoonmaakmiddel. Vervolgens de mand/manden reinigen en terugplaatsen.

STORINGEN

ALS DE DIEPVRIEZER NIET NAAR BEHOREN FUNKTIONEERT

Alvorens de servicedienst te bellen het volgende controleren:

Storing

Controleer:

Mogelijke oorzaak:

Oplossing:

 

 

Vriezer

Groene lamp niet aan

Stroomtoevoer niet aangesloten

Stekker en stopkontakt nakijken

niet koud

 

 

 

 

 

 

 

 

Defecte schakelaar of zekering

Zekering

nakijken,

electricien

genoeg

 

 

 

 

 

raadplegen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Stroomuitval

 

Wachten totdat de stroom terug komt

 

 

 

 

 

Groene en rode lamp

Verse produkten in de vriezer

Een aantal uren wachten

 

aan

geplaatst

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deksel te lang open gestaan

Een aantal uren wachten

 

Groene lamp aan, rode

Thermostaat te warm ingesteld

De thermostaat kouder stellen

 

lamp niet aan

 

 

 

 

 

 

 

Te dikke rijplaag

De vriezer ontdooien

 

 

 

 

 

 

 

 

Vriezer te

Gele lamp aan

“Super” knop aangeschakeld

“Super” knop uitschakelen

koud

 

 

 

 

 

 

 

Gele lamp uit

Thermostaat te koud ingesteld

Thermostaat warmer stellen

 

 

 

 

 

 

 

Te veel

Deksel niet volledig

Deksel

in

aanraking met

Produkten goed leggen en controleer

rijp

gesloten

produkten in vriezer

of deksel nu goed sluit.

 

 

Te vochtige ruimte

Vocht

van

wasmachine,

De vriezer in ruimte met minder vocht

 

 

droogtrommel enz.

plaatsen of regelmatig doorluchten.

 

 

 

 

 

 

 

Produkten slecht

Veel vocht van de produkten

Produkten

opnieuw

inpakken, zie

 

ingepakt

 

 

 

“Gebruiksaanwijzing”

 

Wanneer u vervolgens het probleem nog steeds niet kan oplossen, raadpleeg dan de servicedienst.

Zelf geen andere maatregelen nemen. Ondeskundig gebruik kan persoonlijk letsel of ernstigere defecten tot gevolg hebben. Het is gewoon dat de buitenkant van de vriezer af en toe warm aanvoelt, tijdens het koelproces wordt warmte vrijgegeven. Deze warmte voorkomt vorming van condenswater en vervolgens roestvorming. Wanneer de diepvriezer korte tijd is uitgeschakeld, is het mogelijk dat de compressor niet direkt start bij het terugkeren van de stroom. Dit is normaal.

IN HET GEVAL VAN STROOMUITVAL OF STORING

Als de periode van stilstand de in de technische gegevens vermelde "opwarmtijd" niet overschrijdt, bestaat geen gevaar voor de veiligheid van de in de vriezer annwezige diepgevroren levensmiddelen. Open tijdens de stilstandperiode het deksel niet. Als de vriezer slechts gedeeltelijk gevuld is, verkort dat aanzienlijk de duur van de "opwarmtijd".

Kontroleer nadat de stroomlevering of de storing hersteld is de toestand van de levensmiddelen. Voedsel dat een beging van ontdooien vertoont of reeds ontdooid is, moet u direkt konsumeren of opnieuw invriezen nadat u het eerst gekookt of gebraden hebt. Kan dat niet, dan adviseren wij u het betreffende voedsel te vernietigen.

7

NL

GARANTIEBEPALINGEN EN SERVICE

BELANGRIJK ADVIES (6)

De konstruktie van dit apparaat is zodanig dat de veiligheid daarvan gewaarborgd is. Ondeskundige reparaties kunnen echter de veiligheid in gevaar brengen. Terwille van een blijvende veiligheid en ook om mogelijke schade te voorkomen, is het raadzaam dat reparaties uitsluitend verricht worden door personen die daarvoor de vereiste vakbekwaamheid bezitten.

Wij adviseren u herstelen/of kontrolewerkzaamheden door uw vakhandelaar of door ELGROEP SERVICE te laten uitvoeren en uitsluitend originele DISTRIPARTS onderdelen te laten plaatsen.

Nederland

 

ELGROEP SERVICE

 

Vennootsweg 1, postbus 120

 

NL-2400 AC Alphen a/d Rijn

 

Storingsmeldingen:

 

Tel.: (0172) 468 300

 

Fax.: (0172) 468 366

 

Onderdelenverkoop:

 

Tel.: (0172) 468 400

 

Fax.: (0172) 468 376

 

Belgique

 

Téléphone

Téléfax

Electrolux Home

 

Products Belgium

Consumer services

02/363.04.44

02/363.04.00

ELECTROLUX SERVICE

 

02/363.04.60

 

Bergensesteenweg 719

 

1502 Lembeek

 

E-mail: consumer.services@electrolux.be

Pičces détachées, accessoires et produits d'entretien

Pour la Belgique: vous pouvez commander des pičces détachées, accessoires et consommables

online ŕ l'adresse http://www.aeg-home.be/fr

Luxembourg

 

Téléphone

Téléfax

Grand-Duché de

Consumer services

00 352 42 431-1

00 352 42 431-360

Luxembourg

 

ELECTROLUX HOME PRODUCTS

Rue de Bitbourg. 7

L-1273 Luxembourg-Hamm

E-mail: consumer-service.luxembourg@electrolux.lu

WAARBORGVOORWAARDEN

Onze toestellen worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks kan het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze klantendienst zal dit op verzoek herstellen, zowel binnen als buiten de waarborgtermijn. De levensduur van het toestel wordt daardoor niet negatief beďnvloed.

Onderstaande waarborgvoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.

Ook de waarborgverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.

Voor dit toestel verlenen wij waarborg volgens onderstaande voorwaarden:

1.Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebreken aan het toestel die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van levering aan de eindgebruiker. Deze waarborgvoorwaarden zijn niet van toepassing in geval van professioneel of daarmee gelijk te stellen gebruik.

2.De waarborgprestatie houdt in dat het toestel kosteloos wordt teruggebracht in de toestand die het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen worden ons eigendom.

3.Het gebrek moet terstond gemeld worden, om mogelijke verdere schade te voorkomen.

4.Voor een beroep op waarborg dient het aankoopbewijs met aankoopen/of leveringsdatum te worden overlegd.

5.De waarborg heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals (vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik

6.De waarborg heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die voor de waarde en deugdelijkheid van het toestel onbeduidend zijn.

7 De waarborg geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:

-chemische en elektrochemische inwerking van water,

-abnormale milieuomstandigheden in het algemeen

-voor het toestel oneigenlijke bedrijfsomstandigheden

-contact met agressieve stoffen.

8.De waarborg heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze verantwoordelijkheid is ontstaan, niet vakkundige installatie of montage, verkeerd gebruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen van de gebruiksof montageaanwijzingen.

NL

9.Het recht op waarborg vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of ingrepen door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het toestel voorzien werd van toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een defect veroorzaken.

10.Toestellen die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd of gezonden naar onze klantendienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden gevraagd voor grote of ingebouwde toestellen.

11.Indien het toestel zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat de benodigde tijd voor het inen uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt, dan worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht. Schade die ontstaat door abnormale inof uitbouw komt ten laste van de gebruiker.

12.Indien binnen de waarborgperiode de herstelling van hetzelfde gebrek meermaals mislukt of de herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het recht voor om een vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken gebruiksperiode.

13.Herstelling onder waarborg heeft geen verlenging van de waarborgtermijn noch aanvang van een nieuwe waarborgtermijn tot gevolg.

14.Op herstellingen geven wij een waarborg van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde gebrek.

15.Verdere of andere rechten, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten het toestel, zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastgelegd.

In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het toestel niet overtreffen.

Deze waarborgvoorwaarden gelden voor in België gekochte en/of in gebruik zijnde toestellen. Indien een toestel naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het toestel voldoet aan de technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, installatievoorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor in het buitenland aangeschafte toestellen dient de gebruiker zich zelf te vergewissen van de bepalingen in België. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet onder de waarborg, en kunnen niet altijd worden aangebracht.

Ook na afloop van de waarborgtermijn staat onze klantendienst u ter beschikking.

Adres Klantendienst:

ELECTROLUX HOME PRODUCTS BELGIUM

Bergensesteeweg, 719

1502 LEMBEEK

Tél. 02.363.0444

9

FR

 

 

 

SOMMAIRE

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

CARACTERISTIQUES TECHNIQUES ................................................................................................................................................

 

 

 

 

10

INSTRUCTIONS DE SECURITE ...........................................................................................................................................................

 

 

 

 

11

Avertissements et conseils ............................................................................................................................................................

 

 

 

 

11

Frigorigène.........................................................................................................................................................................................

 

 

 

 

 

 

11

Protection de l’environnement.......................................................................................................................................................

 

 

 

 

11

INSTALLATION........................................................................................................................................................................................

 

 

 

 

 

 

12

Emplacement ....................................................................................................................................................................................

 

 

 

 

 

 

12

Branchement électrique .................................................................................................................................................................

 

 

 

 

12

La mise en route de la caisse congelateur

.................................................................................................................................

 

 

 

12

UTILISATION............................................................................................................................................................................................

 

 

 

 

 

 

12

Le thermostat....................................................................................................................................................................................

 

 

 

 

 

 

12

Ouverture/fermeture du couvercle ...............................................................................................................................................

 

 

 

 

12

Conservation.....................................................................................................................................................................................

 

 

 

 

 

 

13

Le régulateur de tempereteure et le système d`affichage .................................................................................................

13

Congélation .......................................................................................................................................................................................

 

 

 

 

 

 

13

Emballage et emplacement des denrées....................................................................................................................................

 

 

 

 

13

Capacité de congélation.................................................................................................................................................................

 

 

 

 

13

Les paniers ........................................................................................................................................................................................

 

 

 

 

 

 

13

NOS CONSEILS ......................................................................................................................................................................................

 

 

 

 

 

 

13

Stockage............................................................................................................................................................................................

 

 

 

 

 

 

13

Congélation .......................................................................................................................................................................................

 

 

 

 

 

 

13

Décongélation...................................................................................................................................................................................

 

 

 

 

 

 

14

ENTRETIEN ..............................................................................................................................................................................................

 

 

 

 

 

 

14

Dégivrage...........................................................................................................................................................................................

 

 

 

 

 

 

14

Nettoyage...........................................................................................................................................................................................

 

 

 

 

 

 

14

En cas de non-utilisation ................................................................................................................................................................

 

 

 

 

14

EN CAS D’ANOMALIE DE FONCTIONNEMENT .............................................................................................................................

15

CONDITIONS DE GARANTIE ET SERVICE ......................................................................................................................................

 

 

 

 

15

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

CARACTERISTIQUES TECHNIQUES

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Références

 

A 40110 GT

 

 

Volume (brut)

litres

 

105

 

 

 

 

Volume (net)

litres

 

102

 

 

 

 

Hauteur sans/avec rouleaux

cm

 

85

 

 

 

 

Largeur

cm

 

55

 

 

 

 

Profondeur

cm

 

59,3

 

 

 

 

Poids

kg

 

27

 

 

 

 

Consommation/24h

kWh

 

0,466

 

 

 

 

Pouvoir de congélation

kg/24h

 

12

 

 

 

 

Temps de remontée *)

heures

 

26

 

 

 

 

Puissance absorbée

W

 

60

 

 

 

 

Avant l`installation et l`utilisation de l`appareil nous vous conseillons de procéder à la lecture complète du mode d`emploi contenant des prescriptions de sécurité, des informations importantes et des conseils. En respectant les prescriptions du mode d`emploi l`appareil fonctionnera convenablement et à votre satisfaction.

Les symboles utilisés:

Prescriptions de sécurité

Les prescriptions et cautions de ce symbole servent à la protection de l`appareil et de votre personne. Importantes instructions et informations

Informations pour la protection de l`environnement

Loading...
+ 22 hidden pages