Lees voor de eerste inbedrijfname deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en neem alle veiligheidsvoorschriften in acht!
Gebruiksaanwijzing zorgvuldig bewaren!
http://www.dolmar.com
PS-460
PS-460 D
PS-500
PS-500 D
1
2
RE Y
Hartelijk dank voor uw vertrouwen!
Wij feliciteren u met uw nieuwe DOLMAR motorzaag en hopen,
dat u met deze moderne machine tevreden zult zijn. DOLMAR
is ’s werelds oudste fabrikant van benzinemotorzagen (sinds
1927) en heeft daardoor de langste ervaring op dit gebied,
ervaring, die ook vandaag de dag iedere DOLMAR motorzaag
tot in het kleinste detail ten goede komt.
De PS-460, PS-500 modellen zijn bijzonder handige en robuuste
motorzagen in een nieuw design.
De automatische kettingsmering met een hoeveelheidsregelbare
oliepomp, een onderhoudsvrije elektronische ontsteking, het
gezondheidsbeschermende antitrilsysteem en de ergonomische
vormgeving van grepen en bedieningselementen zorgen voor
bediencomfort en praktisch onvermoeiend werken met de
zaag.
De veiligheidsuitrusting van de DOLMAR motorzagen PS-460,
PS-500 is op de nieuwste stand van de techniek en vervult alle
nationale en internationale veiligheidsvoorschriften. Zij omvat
handbeschermers aan beide grepen, een gasafsperknop, een
kettingvangbout, een veiligheidszaagketting en een kettingrem,
die niet alleen met de hand in werking kan worden gesteld, maar
die ook d.m.v. zaaggeleidingsterugslag (kickback), automatisch
door een vertragingsmechanisme in werking wordt gesteld.
In het apparaat zijn volgende octrooirechten in de praktijk
gebracht: WO 01/77572, DE 10191359, DE 20219246, DE
20300769, US 2003/0152471, TO 2001 A 000338, TO 2004 A
000015, EP 1428637.
Om uw persoonlijke veiligheid te waarborgen en een optimaal
functioneren en optimale beschikbaarheid van uw nieuwe motorkettingzaag te garanderen, verzoeken wij u het volgende:
Leest u voor de eerste ingebruikname van de motorzaag deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en neem
beslist alle veiligheidsvoorschriften in acht! Nietinachtneming kan levensgevaarlijke verwondingen veroorzaken!
EU-conformiteitsverklaring
De ondergetekenden Shigeharu Kominami en Rainer Bergfeld
gemachtigd door DOLMAR GmbH, verklaren hiermede, dat de
apparaten van het merk DOLMAR,
vervaardigd door DOLMAR GmbH, Jenfelder Str. 38, D22045 Hamburg, aan de fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen van de desbetreffende, EU-richtlijnen voldoen:
EU-machinerichtlijn 98/37/ EG, EU-EMV-richtlijn 89/336/ EEG
(gewijzigd door 91/263 EWG, 92/31 EEG en 93/68 EEG),
Geluidsemissie 2000/14/EG. Vanaf 29/12/2009 wordt richtlijn
2006/42/EG van kracht ter vervanging van richtlijn 98/37/EG.
Het product voldoet dan ook aan de eisen van deze richtlijn.
Ter vakkundige realisering van de in deze EU-richtlijnen vervatte
eisen zijn doorslaggevend de volgende normen als grondslag
genomen: EN 11681-1, EN ISO 14982, CISPR 12.
Het conformiteitsbeoordelingsprocédé 2000/14/EG is volgens
appendix V doorgevoerd. Het gemeten peil van geluidsvermo
gen (Lwa) bedraagt 111 dB(A). Het gegarandeerde peil van
geluidsvermogen (Ld) is 112 dB(A).
De EU-bouwmodelkeuring conform 98/37/EG geschiedde door:
S = apparaat met hoog toerental
D = apparaat met decompressieklep
H = apparaat met handgreepverwarming
1. Motorkettingzaag
2. Zaaggeleider
3. Zaagketting
4. Beschermkap
zaaggeleider
5. Combisleutel
6. Haakse schroevedraaier
7. Schroevedraaier voor het instellen van de carburator
8. Gebruiksaanwijzing (niet afgebeeld)
Indien een van de hier afgebeelde onderdelen bij de levering
ontbreekt, wendt u zich dan tot uw verkoper!
Symbolen
Op de machine en bij het lezen van de gebruiksaanwijzing treft u de volgende symbolen aan:
Gebruiksaanwijzing lezen en de
waarschuwings- en veiligheidsaanwijzingen opvolgen!
Bijzondere attentie!
Verboden!
Veiligheidshelm, ogen- en
gehoorbescherming dragen!
Beschermende
handschoenen!
Roken verboden!
Geen open vuur!
Motor uitzetten!
Attentie, terugslag
(Kickback)!
Kettingrem
Brandstofmengsel
Normaal-/winterbedrijf
Handgreepverwarming
Carburatorafstelling
Zaagkettingolie
Schroef voor het afstellen
Decompressieklep indrukken
Motor starten
Combischakelaar
choke/start/stop (I/O)
van het oliedebiet voor
de zaagketting
Eerste hulp
Recycling
CE-norm
3
4
4
5
6
7
1
2
3
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Beoogd gebruik
Motorzagen
De motorzaag mag uitsluitend worden gebruikt voor het zagen van
hout in openlucht. Al naargelang de motorzaagklasse geschikt voor
volgende toepassingen:
- midden- en professionele klasse: gebruik in dun, middelma
tig dik en dik hout, vellen, onttakken, inkorten, uitdunnen van
bossen.
- hobbyklasse: occassioneel gebruik in dun hout, onderhoud
van fruitbomen, vellen, onttakken, inkorten.
Niet toegestane gebruikers
Personen die niet vertrouwd zijn met de handleiding, kinderen, jon
geren en personen onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen
mogen het apparaat niet bedienen.
Algemene voorschriften
- Om een veilig gebruik te garanderen moet degene die het
apparaat bedient altijd deze gebruiksaanwijzing te lezen,
om zich met de werking ervan vertrouwd te maken. Onvoldoende geïnstrueerde gebruikers kunnen zichzelf en anderen
door ondeskundig gebruik in gevaar brengen.
- De motorkettingzaag alleen uitlenen aan personen met
ervaring in het gebruik van een motorkettingzaag. De gebruiksaanwijzing dient daarbij overhandigd te worden.
- Nieuwe gebruikers moeten zich door de verkoper laten instru
eren, of een wettelijk erkende opleiding volgen, om vertrouwd
teraken met het zagen met een motorkettingzaag.
- Kinderen en jeugdige personen onder 18 jaar mogen de
motorkettingzaag niet gebruiken. Voor jeugdigen boven 16 jaar
geldt dit verbod niet als zij in het kader van hun opleiding onder
toezicht staan van een vakman.
- Het werken met de motorkettingzaag vereist een hoge mate
van concentratie.
- Werk alleen in goede lichamelijke conditie. Ook vermoeidheid
kan onoplettendheid tot gevolg hebben. Van begin tot eind van
werkzaamheden is een zeer goede concentratie vereist. Voer
alle werkzaamheden rustig en zorgvuldig uit. De gebruiker is
verantwoordelijk ten opzichte van derden.
- Nooit onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen werken.
- Bij het werken in gemakkelijk ontbrandbare begroeiing en bij
droogte moet een brandblusser bij de hand zijn.
Persoonlijke beschermingsuitrusting
- Om bij het zagen verwondingen aan hoofd, ogen, handen
of voeten en schade aan het gehoor te vermijden moet de
hierna omschreven beschermende uitrusting en beschermende kleding gedragen worden.
- De kleding moet doelmatig zijn, d.w.z. goed aansluitend,
maar mag niet hinderen. Draag geen sieraden of kleding
waarmee u achter takken of struiken kunt blijven haken. Bij lang
haar een haarnet dragen.
- Bij alle werkzaamheden in het bos dient een
(1) te worden gedragen, voor bescherming tegen vallende
takken. De veiligheidshelm moet regelmatig op beschadigingen
gecontroleerd worden en moet na maximaal 5 jaar vervangen
worden. Alleen goedgekeurde helmen gebruiken.
gezichtsbeschermer (2) van de helm (alternatief: veilig-
- De
heidsbril) beschermt tegen wegspattende zaagspaanders en
houtsplinters. Om verwondingen aan de ogen te voorkomen
moet bij het werken met de motorkettingzaag altijd oogbescherming resp. gezichtsbescherming gedragen worden.
- Om gehoorschade te voorkomen moet geschikte persoonlijke
gehoorbescherming gedragen worden. (Oorbeschermers
(3), oordopjes, oorwatten etc.) Octaafbandanalyse op aanvraag.
- De
passen, is comfortabel in het dragen en gemakkelijk
in onderhoud.
- De
bosbouw-veiligheidsjas (4) heeft signaalrode schouder-
bosbouw-veiligheidsbroek (5) bestaat uit 22 lagen
veiligheidshelm
nylonweefsel en beschermt tegen snijwonden. Het gebruik
ervan wordt dringend aanbevolen.
- Werkhandschoenen (6) van een zware kwaliteit leer be-
-
-
-
horen tot de voorgeschreven uitrusting en moeten bij het
werken met de motorkettingzaag altijd gedragen worden.
- Bij het werken met de motorkettingzaag moeten veiligheids-
schoenen of veiligheidslaarzen(7)metproelzool,stalen
neus en beenbeschermers gedragen worden. Veiligheidsschoeisel met een beschermende inleg biedt bescherming
tegen snijverwondingen en zorgen ervoor dat men stabiel
staat.
1
2
3
4
STOP
ON
Brandstoffen / tanken
- Bij het aftanken van de motorkettingzaag moet de motor worden
uitgezet.
- Roken en iedere vorm van open vuur zijn niet toegestaan (5).
- Laat de motor afkoelen alvorens te tanken.
- Brandstoffen kunnen oplosmiddelachtige substanties bevatten. Huiden oogcontact met mineraalolieprodukten vermijden. Draag bij het
aftanken handschoenen. Vervang en reinig beschermende kleding
regelmatig. Adem de brandstofdampen niet in. Het inademen van
motorbrandstofdampen kan lichamelijk letsel veroorzaken.
- Mors geen brandstof of kettingolie. Als er toch brandstof of olie ge
morst is moet de motorkettingzaag direct schoongemaakt worden.
Zorg dat er geen brandstof op uw kleding terechtkomt. Als dat toch
gebeurt kleedt u dan direct om.
- Let erop dat er geen brandstof of kettingolie in de grond wegloopt (be
scherming van het milieu). Leg iets op de grond ter bescherming.
- Tank niet in afgesloten ruimten. Brandstofdampen verzamelen zich
op de bodem (explosiegevaar).
- Sluit de tankdoppen van brandstof- en olietank goed.
- Start de motorkettingzaag niet op dezelfde plek als waar u getankt
heeft (tenminste 3 meter verwijderd van de tankplaats) (6).
- Brandstof is niet onbeperkt houdbaar. Koop niet meer dan u binnen
een redelijke tijd zult gebruiken.
- Vervoer en bewaar brandstof en kettingolie alleen in goedgekeurde
en gewaarmerkte jerrycans. Sla brandstof en kettingolie zo op dat
kinderen er niet bij kunnen.
Inbedrijfname
-
Werk niet alleen, in noodgevallen moet er iemand in de buurt
zijn (gehoorafstand).
- Verzeker u ervan dat er zich geen kinderen of andere personen
binnen het werkbereik van de motorkettingzaag bevinden. Let
ook op dieren (7).
-
Controleer voor aanvang van de werkzaamheden of de motorkettingzaag goed werkt en volgens voorschrift bedrijfsklaar is
gemaakt.
Let vooral op of de kettingrem werkt, of de zaaggeleider juist gemon
teerd is, of de zaagketting volgens voorschrift geslepen en gespannen
is, of de kettingwielbeschermer vastzit, de gashendel soepel beweegt,
de sperknop werkt, of de handgrepen droog en schoon zijn, en of
Start/Stop schakelaar het doet.
- De motorkettingzaag pas nadat deze volledig in elkaar gezet is in
bedrijf nemen. De motorkettingzaag mag uitsluitend geheel gemon
teerd gebruikt worden!
- Voor het starten moet de bediener van de zaag goed stabiel staan.
- Start de motorkettingzaag uitsluitend volgens de gebruiksaanwijzing
(8). Andere startmethoden zijn niet toegestaan.
- Bij het starten van de motorkettingzaag moet de machine goed
gesteund en stevig vastgehouden worden. De ketting en de zaag
geleider mogen nergens tegenaan komen.
-
Houd tijdens het werken met de motorkettingzaag deze met beide
handen vast, met de rechterhand op de achterste handgreep en
de linker hand op de beugelgreep. De handgrepen met de duimen
eromheen vasthouden.
-
ATTENTIE: Bij het loslaten van de gashendel loopt de ketting
nog enige tijd door (vrijloopeffect).
- Let er voortdurend op dat u stevig staat.
- De motorkettingzaag moet zodanig gehanteerd worden dat er geen
uitlaatgassen ingeademd kunnen worden. Werk niet in gesloten
ruimten (vergiftigingsgevaar).
-
Zet de motorkettingzaag direct af bij merkbaar veranderd
machinegedrag.
- Zet de motorzaag af voor het controleren van de kettingspanning,
het naspannen, het verwisselen van de ketting en het opheffen
van storingen (9).
- Als de zaag met stenen, spijkers of andere harde voorwerpen in
aanraking is gekomen moet de motor direct afgezet worden en moet
de zaaginrichting geïnspecteerd worden.
- Tijdens werkonderbrekingen en voor het verlaten moet de motorzaag
uitgeschakeld worden (9) en zo geparkeerd, dat niemand in gevaar
kan geraken.
- Leg de warme motorkettingzaag niet in droog gras of op brandbare
voorwerpen. De uitlaat geeft een aanzienlijke hitte af (brandge
vaar).
-
ATTENTIE: Na het uitzetten van de motorkettingzaag kan er olie van de
ketting en zaaggeleider in de grond weglopen (bodemverontreiniging)!
Leg iets onder de zaag als bescherming.
-
5
-
3 meter
6
-
-
7
-
8
-
● Onderhoud ● Werkonderbreking
● Tanken ● Transport
● Zaagketting slijpen ● Uitbedrijfname
9
5
6
Terugslag (Kickback)
- Bij het werken met de motorkettingzaag kan gevaarlijke terugslag
optreden.
- Deze terugslag ontstaat als het bovenste kwadrant van de zaag
geleider per ongeluk tegen hout of andere vaste voor-werpen
aankomt (10).
- Daarbij wordt de motorzaag ongecontroleerd en met grote kracht
in de richting van de bedieningspersoon geslingerd, resp. versneld
(gevaar voor letsel!)
Om terugslag te voorkomen moet op het volgende gelet
worden:
- Insteekwerk (direkt met het het uiteinde van de zaaggeleider
in het hout aanzetten) mag uitsluitend door speciaal geschoold
personeel worden uitgevoerd!
- De punt van de zaaggeleider moet altijd in het oog gehouden
worden. Pas op bij het voortzetten van reeds begonnen zaags
neden.
- Begin met lopende zaagketting aan de zaagsnede!
- De zaagketting moet altijd correct geslepen worden. Let daarbij
vooral op de juiste hoogte van de dieptebegrenzing.
- Zaag nooit meerdere takken tegelijkertijd door! Let er bij het
verwijderen van takken op dat geen andere tak geraakt wordt.
- Let bij het afkorten op in de buurt liggende stammen.
Werkomstandigheden en -technieken
- Werk alleen bij goed zicht en goede verlichting. Let in het bijzonder
op gladheid, nattigheid, ijs en sneeuw (uitglijgevaar). Verhoogd
gevaar voor uitglijden bestaat op vers ontbast hout (schors).
- Werk nooit op een onstabiele ondergrond. Let op obstakels op
de werkplek, struikelgevaar. Let er voortdurend op dat u stevig
staat.
- Zaag nooit boven schouderhoogte (11).
- Zaag nooit staande op een ladder (11).
- Klim nooit met de motorkettingzaag in een boom om werkzaamheden uit te voeren.
- Niet te ver voorovergebogen werken!
- Beweeg de motorkettingzaag zodanig dat zich geen lichaamsdelen in het verlengde van het zwenkbereik van de zaagketting
bevinden (12).
- Gebruik de motorkettingzaag uitsluitend voor het zagen van
hout.
- Houd de lopende zaagketting vrij van de grond.
- Gebruik motorkettingzagen nooit voor het wegtillen en verwijderen
van stukken hout en andere voorwerpen.
- Ontdoe het bereik van de zaagsnede van vreemde voorwerpen
zoals zand, stenen, spijkers etc. Vreemde voorwerpen beschadigen de zaag en kunnen gevaarlijke terugslag (kickback) tot
gevolg hebben.
- Gebruik bij het zagen van sprokkelhout en dunne stammen een
stabiele bok (indien mogelijk een zaagbok, 13). Het hout mag
niet met de voet of door een tweede persoon worden vastgehouden.
- Rondhout moet tegen verdraaien tijdens het zagen worden
geborgd.
- Bij afkorten moet de getande beugel (13, Z) tegen het te
zagen hout worden gezet.
- Voor het afkorten moet de getande beugel tegen het te zagen
hout gezet worden en pas daarna met lopende zaagketting het
hout gezaagd worden. De zaag wordt daarbij door middel van
de achterste handgreep omhoog getrokken en met de beugelhandgreep geleid. De getande beugel dient daarbij als draaipunt.
Het volgen gebeurt met een lichte druk op de beugelgreep. De
zaag hierbij iets terugtrekken. Getande beugel lager aanzetten
en opnieuw de achterste handgreep omhoog trekken.
- Steek- en langssneden mogen alleen door speciaal ge-schoold personeel uitgevoerd worden (verhoogd gevaar voor
terugslag).
- Langssneden (14) in een zo klein mogelijke hoek aanzetten.
Hier moet bijzonder voorzichtig te werk worden gegaan, daar
de getande beugel niet kan grijpen.
- Trek de zaag alleen met lopende zaagketting uit het hout.
- Zijn er meerdere zaagsneden nodig dan moet de gashendel
tussendoor losgelaten worden.
-
10
-
11
12
13
14
B
A
B
- Pas op bij het zagen van versplinterd hout. Er kunnen afgezaagde
houtsplinters meegetrokken worden (gevaar voor letsel).
- Bij het zagen met de bovenzijde van de zaaggeleider kan de
motorkettingzaag in de richting van de bedieningspersoon ge
stoten worden als de zaagketting klem komt te zitten. Daarom
moet zoveel mogelijk met de onderzijde van de zaaggeleider
gezaagd worden, daar in dat geval de zaag altijd van het lichaam
weg in de richting van het hout getrokken zal worden (15).
- Hout onder spanning (16) moet altijd eerst aan de drukzijde
(A) ingezaagd worden. Pas daarna kan de scheidingssnede
op de trekzijde (B) gemaakt worden. Zo wordt het ingeklemd
reken van de zaaggeleider voorkomen.
ATTENTIE: Velwerkzaamheden en verwijderen van takken,
alsmede het werken aan omgewaaide bomen mogen alleen
uitgevoerd worden door geschoold personeel! Gevaar voor
letsel!
- Steun bij het verwijderen van takken de motorkettingzaag altijd
zo dicht mogelijk op de stam. Hierbij mag niet met de voorzijde
van de zaaggeleider gezaagd worden (terugslaggevaar).
- Let vooral goed op bij onder spanning staande takken. Zaag
vrijhangende takken niet van onder af door.
- Ga nooit op een stam staan terwijl u takken verwijdert.
- Met het vellen van bomen mag pas worden begonnen nadat
men zich ervan heeft verzekerd dat:
a) alleen personen die bij het vellen betrokken zijn zich op de
werkplek bevinden.
b) ongehinderd uitwijken mogelijk is voor iedereen die betrokken
is bij het vellen (de uitwijkruimte dient schuin naar achteren
telopenondereenhoekvanongeveer45˚).
c) de voet van de stam vrij is van alle vreemde voorwerpen,
struikgewas en takken. Zorg voor een stabiele werkpositie
(struikelgevaar).
d) de dichtsbijgelegen werkplek tenminste twee en een halve
boomlengte verwijderd is (17). Vergewist u zich er vóór
het vellen van dat er zich geen personen of voorwerpen
binnen een afstand van 2 1/2 maal de boomlengte (17)
bevinden.
Beoordeling van de boom:
-
Overhangrichting - losse of dorre takken - hoogte van de boom
- natuurlijke overhang - is de boom rot ?
- Let op de windrichting en windsnelheid. Bij zware windstoten
mogen er geen bomen geveld worden.
Inzagen van de worteluitlopers:
-
Bij de grootste worteluitloper beginnen. Als eerste de zaagsne
de in verticale richting en daarna de zaagsnede in horizontale
richting aanbrengen.
Valkerf (18, A) aanbrengen:
-
De valkerf geeft de boom de juiste valrichting en stuurt deze.
De valkerf wordt haaks op de valrichting aangebracht met een
diepte van 1/3 - 1/5 van de stamdoorsnede. De zaagsnede
indien mogelijk dicht boven de grond aanbrengen.
- Eventuele correcties van de valkerf moeten over de gehele
breedte van de boom aangebracht worden.
De valzaagsnede (19, B) wordt boven de valkerfholte (D)
aangebracht. De valzaagsnede moet loodrecht op de stam
aangebracht worden. Voor de val-kerf moet ongeveer 1/10 van
de stamdoorsnede blijven staan als breukvlak.
- Het breukvlak (C) werkt als scharnier. Dit mag in geen geval
doorgezaagd worden, daar dit het ongecontroleerd vallen van
de boom kan veroorzaken. Breng tijdig spieën aan!
- De valzaagsnede mag alleen gezekerd worden met kunststof of
aluminium spieën. Het gebruik van ijzeren spieën is verboden,
daar een aanraking ernstige beschadigingen of zaagkettingbreuk
tot gevolg kan hebben.
- Bij het vellen van bomen altijd terzijde van de vallende boom
gaan staan.
- Bij het terugkeren naar de valzaagsnede oppassen voor vallende
takken.
- Bij het werken op hellingen moet de bedieningspersoon boven
of terzijde van de te bewerken stam, respectievelijk liggende
boom staan.
- Pas op voor aanrollende boomstammen.
-
15
16
45°
2 1/2
45°
17
-
18
19
= Velbereik
7
8
Transport en opslag
- Bij het veranderen van werkplek tijdens het werken
moet de motorkettingzaag afgezet of de kettingrem
ingeschakeld worden om onbedoeld starten en aanlopen van de zaagketting te voorkomen.
-
Vervoer of draag de motorkettingzaag nooit met lopende
zaagketting.
- Bij vervoer over langere afstanden moet in ieder geval de
meegeleverde beschermkap voor de zaaggeleider aangebracht
worden.
- Draag de motorkettingzaag altijd aan de beugelgreep,
waarbij de zaaggeleider naar achter wijst (20). Zorg ervoor
dat u niet met de uitlaat in aanraking komt (gevaar voor
brandwonden!).
- Tijdens vervoer in personenwagens moet de machine zo
geplaatst worden dat er geen brandstof of kettingolie kan
uitlekken.
- De motorkettingzaag moet veilig in een droge ruimte opgeslagen
worden. De motorkettingzaag mag niet buiten bewaard worden.
Berg de motorkettingzaag ontoegankelijk voor kinderen op.
- Bij opslag gedurende langere tijd en bij het verzenden van
de motorkettingzaag moeten olietank en brandstoftank
volledig geleegd zijn.
Onderhoud
- Bij alle onderhoudswerkzaamheden moet de motorkettingzaag uitgezet (21), en de bougiedop losgetrokken
worden!
- Vóór het begin van de werkzaamheden moet altijd eerst
gecontroleerd worden of de motorkettingzaag goed werkt,
en speciaal de kettingrem. Let er vooral op of de zaagketting
volgens voorschrift geslepen en gespannen is (22).
- De motorkettingzaag moet met zo weinig mogelijk lawaai
en uitlaatgassen gebruikt worden. Let goed op een correcte
afstelling van de carburator.
- Reinig de motorkettingzaag regelmatig.
- Controleer regelmatig of de tankdoppen goed sluiten.
Neem de veiligheidsvoorschriften van de Arbeidsinspektie
enverzekeringsmattschappijen in acht.
Breng in geen geval veranderingen in der constructie van
de motorkettingzaag aan. U brengt daarmee uw veiligheid
in gevaar.
Onderhouds- en montagewerkzaamheden mogen alleen uit-
gevoerd worden voorzover deze in deze gebruiksaanwijzing
beschreven zijn. Alle overige werkzaamheden moeten door
de DOLMAR service uitgevoerd worden.
Gebruik uitsluitend DOLMAR reserve-onderdelen en geauto-
riseerde accessoires.
Bij gebruik van niet-originele DOLMAR reserve onderdelen, niet-
geautoriseerde accessoires of zaaggeleider/kettingcombinaties
en -lengten is er een verhoogd ongevalsrisico. Bij ongelukken
of schade als gevolg van niet-geautoriseerde zaagmechanieken
of accessoires vervalt iedere aansprakelijkheid.
Eerste Hulp (E.H.B.O.)
Voor eventuele ongevallen dient altijd een verbanddoos op de
werkplek aanwezig te zijn. Vul gebruikt materiaal direct weer
aan.
Als u om hulp vraagt, geeft u dan de volgende informa-
tie:
- Waar gebeurde het
- Wat gebeurde er
- Hoeveel gewonden
- Aard van de verwondingen
- Noem uw naam!
Aanwijzing: Bij personen met circulatiestoornissen kunnen vaak
optredende vibraties tot beschadiging van do bloedvaten of van
het zenuwstelsel leiden. Door vibraties aan vingers, handen of
polsen kunnen de volgende symptomen optreden: inslapen van
lichaamsdelen, prikkelen, pijn steken, verandering van de huidkleur
of van de huid. Bij het waarnemen van zulke symptomen moet
u een dokter opzoeken.
20
21
22
SERVICE
23
24
DOLMARPS-500
2005 123456
000.000.001
Typ 179
DOLMAR GmbH, 22045 Hamburg, Germany
2
2526
17
18
19 20
3
4
1
6
7
16
5
8
9
11121314
21222324
1015
Technische specicaties
Cilinderinhoud cm
3
PS-460 PS-500
45,6 49,9
Boring mm 43 45
Slag mm 31,4 31,4
3)
Maximaal vermogen bij toerental
Maximale koppel bij toerental
Stationair toerental / max. motor toerental met zaaggeleider /ketting
kW / 1/min 2,2 / 10.000 2,4 / 10.000
3)
Nm / 1/min 2,7 / 7.000 2,9 / 7.000
1/min 2.500 / 13.500 2.500 / 13.500
Koppel toerental 1/min 3.900 3.900
Geluidsdruk (op de werkplek) L
Geluidsniveau L
Trillingen a
h,w eq
vlgs. ISO/CD 22868 1) dB (A) 108,3 108,8
WA av
vlgs. ISO 22867
- Beugelgreep m/s
- Achterste handgreepm/s
vlgs. ISO/CD 22868 1) dB (A) 102,1 102,4
pA av
1)
2
2
4,1 5,2
3,6 3,7
Carburateur Type Membraan carburateur
Ontsteking Type Condensatorontstekingsinstallatie
Bougie Type NGK BPMR 7A
of bougie Type BOSCH WSR 6F
Elektrodenafstand mm 0,5
3)
Brandstofverbruik bij max. vermogen vlgs. ISO 7293
g/kWh 500 500
Inhoud brandstoftank l 0,47
Inhoud olietank I 0,27
Mengverhouding (brandstof : 2-taktolie)
- bij gebruik van DOLMAR olie 50:1 / 100:1 (HP-100)
- bij gebruik van Aspen Alkalyt (2-taktbrandstof) 50 : 1 (2%)
- bij gebruik van andere olie 40:1 (kwaliteitsklasse
Kettingrem
inwerkingstelling met de hand of door terugslag (kickback)
JASO FC of ISO EGD)
Kettingsnelheid (Bij max. vermogen) m/s .325= 19,3 3/8= 22,2
Kettingwielverdeling inch .325 of 3/8
Aantal tanden Z 7
Kettingtype zie uittreksel uit de reserveonderdelenlijst
Verdeling / Schakeldikte inch .325 / 0,050, 0,058 of 3/8 / 0,058
Zaaggeleider snijlengte cm 33 / 38 / 45 / 53
Zaagggeleidertype zie uittreksel uit de reserveonderdelenlijst
Gewicht motorzaag (lege tank, zonder blad, ketting en toebeh.)
1)
Opgaves houden in gelijke delen rekening met de bedrijfstoestanden stationair, volle belasting en maximum toerental.
(tevens inertieschakelaar voor de kettingrem)
6 Uitlaatdemper
7 Getande beugel (klauwgreep)
8 Instelschroef voor kettingspanner
9 Bevestigingsmoeren
10 Kettingvanger11 Kettingwielbeschermer 12 Decrompressieklep (alleen bij apparaten met modelbenaming “D”)13 Afstelschroef voor oliepomp (onderzijde)
14 Afstelschroef voor de carburator
15 Schakelaar voor handgreepverwarming
(alleen bij apparaten met modelbenaming “H”) 16 Typeplaatje
17 Startergreep18 Combischakelaar (choke/start/stop)19 Gashendel 20 Veiligheids-sperknop
21 Achterste handbeschermer
22 Tankdop brandstoftank
23 Ventilatorhuis met startinrichting
24 Tankdop olietank25 Zaaggeleider
26 Zaagketting (snijwerktuig)
Typeplaatje (16)
Bij bestellen van eserveonderdelen opgeven!
Serienummer
Bouwjaar
9
10
57
654
1
2
3
A
INBEDRIJFNAME
ATTENTIE:
Bij alle werkzaamheden aan zaaggeleider en zaagketting te
allen tijde de motor afzetten, de bougiestekker eraf trekken
(zie Bougie vervangen) en beschermende handschoenen
dragen!
ATTENTIE:
De motorkettingzaag mag pas gestart worden na volledig
te zijn samengebouwd en controle!
Montage van de zaaggeleiding en zaagketting
Gebruik de bijgeleverde combisleutel voor de hierna genoemde werkzaamheden.
Plaats de motorkettingzaag op een stabiele ondergrond en voer
de volgende stappen uit voor de montage van de zaagketting
en de zaaggeleider uit:
Ontkoppel de kettingrem door aan de beschermingshendel (
te trekken, in de richting van de pijl.
Bevestigingsmoeren (
Verwijder de kettingwielbeschermer (
2) eraf draaien.
3).
1)
B
C
De kunststof transportbeschermer (
de afval gooien.
De instelschroef voor de kettingspanner (
(tegen de klok in), tot de tap (5) van de kettingspanner onder
de bout (6) staat.
Het zaagblad (7) monteren. Erop letten dat de tap (5) van de
kettingspanner in het gat van het zaagblad steekt.
*) erafnemen en in
4) naar links draaien
D
Loading...
+ 22 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.