Dolmar PB-500 R User Manual [nl]

Page 1
Gebruiksaanwijzing
Belangrijk:
Lees voor de eerste inbedrijfname deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en neem alle veiligheidsvoorschriften in acht!
Gebruiksaanwijzing zorgvuldig bewaren!
http://www.dolmar.com
PB-500 R
1
Page 2
2
Hartelijk bedankt voor uw vertrouwen!
Wij feliciteren u met uw nieuwe DOLMAR-bladblazer. De PB-500 R is een bijzonder krachtig apparaat om loof, gemaaid gras, heggensnoeisel, papier enz. bijeen te vegen door middel van een krachtige luchtstroom. Dankzij zijn groot vermogen is de PB-500 R ideaal voor de bewerking van grote oppervlakken.
Door het lage gewicht en dik gevoerde draagsysteem is dit apparaat aangenaam gemakkelijk te transporteren.
De PB-500 R heeft een benzinepomp (primer), die als starthulp dient, en een elektronische ontsteking. Grote rubberen dempers zorgen voor weinig trillingen en maken zo een langer, niet-ver moeiend werken mogelijk.
Een hoge luchtsnelheid en grote luchtvolumestroom garanderen een hoog rendement. Het grote tankvolume van de PB-500 R zorgt voor een lange gebruiksduur zonder bijtanken.
Om te garanderen dat uw apparaat altijd optimaal functioneel en operatief is, en om uw persoonlijke veiligheid te garanderen, verzoeken wij u nog het volgende:
Lees a.u.b. voor de eerste ingebruikname deze Gebruiksaan­wijzing aandachtig door en volg vooral ook de veiligheids­voorschriften! Niet-nakoming kan tot levensgevaarlijke verwondingen leiden!
EU-conformiteitsverklaring ................................................2
Verpakking ...........................................................................2
Leveringsomvang ................................................................3
Symbolen .............................................................................3
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Algemene instructies .......................................................
Persoonlijk veiligheidsuitrusting .......................................
-
Tanken .............................................................................
Ingebruikname .............................................................
Werkgedrag en -techniek .................................................
Onderhoud .......................................................................
Eerste hulp .......................................................................
Technische gegevens .........................................................8
Benaming onderdelen .........................................................8
INGEBRUIKNAME
Montage van de blaaspijpen en het mondstuk .................
Schouderriem bevestigen en instellen ............................10
Bedrijfsstoffen/tanken/opslag van brandstof ............10-11
Motor starten/uitschakelen ...............................................12
Stationair toerental instellen ............................................13
Vermogen en overgang instellen .....................................13
ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN
Luchtlterreinigen .........................................................14
Uitlaat reinigen ...............................................................14
Bougie vervangen ..........................................................15
Onderhoudsintervallen .....................................................15
Opslag ................................................................................16
Zoeken en verhelpen van storingen ................................16
Klantenservice, reserveonderdelen en garantie .............17
Uittreksel uit de reserveonderdelenlijst/toebehoren ......18
Ruimte voor aantekeningen .............................................19
4
4
5
5-6
6
7
7
9
EU-conformiteitsverklaring
De ondertekenaars, Shigeharu Kominami en Rainer Bergfeld, gemachtigd door de DOLMAR GmbH, verklaren dat de blad­blazers van het merk DOLMAR,
type: PB-500 R
vervaardigd door DOLMAR GmbH, Jenfelder Str. 38, D­22045 Hamburg, aan de fundamentele veiligheids- en gezo­ndheidseisen van de desbetreffende, EU-richtlijnen voldoen:
EU-machinerichtlijn 98/37/ EG,
EU-EMV-richtlijn 89/336/ EEG (gewijzigd door 91/263 EWG, 92/31 EEG en 93/68 EEG),
Geluidsemissie 2000/14/EG.
Het conformiteitsbeoordelingsprocédé 2000/14/EG is volgens appendix V doorgevoerd. Het gemeten peil van geluidsvermo gen (Lwa) bedraagt 106 dB(A). Het gegarandeerde peil van geluidsvermogen (Ld) is 110 dB(A).
Hamburg, 18.11. 2003 Voor DOLMAR GmbH
Verpakking
Uw DOLMAR-bladblazer bevindt zich in een doos als bescher­ming tegen transportschade.
Kartonnages zijn grondstoffen en kunnen dus meermaals wor den gebruikt of voor recycling naar het milieupark (oud papier) worden gebracht.
-
-
Shigeharu Kominami Rainer Bergfeld Directeur Directeur
Page 3
Leveringsomvang
1
7
4
5
3
1. Bladblazer PB-500 R
2. Plat mondstuk
3. Blaaspijp
4. Bedieningsgreep
5. Flexibele slang
6. Elleboog
7. Montagegereedschap
8. Gebruiksaanwijzing (niet afgebeeld)
Symbolen
Op het apparaat en bij het lezen van de Gebruiksaanwijzing zult u de volgende symbolen aantreffen:
Bijzondere voorzichtig­heid en aandacht!
6
Mocht een van de hier vermelde onderdelen in de leve ringsomvang ontbreken, neem dan a.u.b. contact op met uw verkoper!
Brandstofmengsel
2
-
Gebruiksaanwijzing lezen, waar­schuwingen en veiligheidsinstruc­ties volgen!
Verboden!
Roken verboden!
Geen open vuur!
Veiligheidshandschoenen dragen!
Personen en dieren uit het werkbe­reik van het apparaat houden!
Motor starten
Motor uitschakelen!
Start/stop-schakelaar (I/O)
Chokehendel
Eerste hulp
Recycling
Oog- en gehoorbescherming dragen!
CE-markering
3
Page 4
4
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Algemene instructies
- Om de veilige bediening te garanderen, dient de gebruiker deze gebruiksaanwijzing absoluut helemaal te lezen, om
zich met de bediening van de bladblazer vertrouwd te maken (1). Onvoldoende geïnformeerde gebruikers kunnen zichzelf en andere personen door een onvakkundige bediening in gevaar brengen.
- Leen bladblazers alleen uit aan personen die reeds ervaring met een bladblazer hebben. De gebruiksaanwijzing dient daarbij te worden meegegeven.
- Personen die voor het eerst een bladblazer gebruiken, dienen zich te laten instrueren door de verkoper of een ervaren gebruiker.
- Kinderen en jongeren beneden de 18 jaar mogen de bladblazer niet bedienen. Een uitzondering op dit verbod zijn jongeren boven de 16 jaar, als ze in het kader van hun opleiding onder toezicht van een vakkundige staan.
- Het werken met de bladblazer vraagt grote oplettendheid.
- Werk alleen in een goede lichamelijke conditie. Voer alle werk zaamheden rustig en omzichtig uit. De bediener is verantwoor­delijk tegenover derden.
- Werk nooit onder invloed van medicijnen, alcohol of drugs (2).
- Werk nooit als u vermoeid bent.
- Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig, zodat ze ook
later nog kan worden geraadpleegd.
1
-
2
Persoonlijke veiligheidsuitrusting
- De kleding moet praktisch zijn, d.w.z nauwsluitend, maar niet hinderlijk. Sieraden, kleding of haren die in de luchtinlaat zou­den kunnen terechtkomen, moeten worden uitgedaan resp. opgebonden.
Om bij het werken oog-, hand-, voetletsels of gehoorschade
-
te voorkomen, moeten tijdens het gebruik van de bladblazer de hierna beschreven veiligheidsuitrustingen en bescher­mingen worden gedragen.
Vooral het volgende dient in acht te worden genomen:
- De kleding moet stevig en nauwsluitend zijn, maar mag de bewegingsvrijheid niet beperken. Vermijd wijde vesten en broeken, sjaals, los lang haar of alles wat in de luchtinlaat kan terechtkomen. Als beenbescherming dient altijd een lange broek te worden gedragen. Werk nooit in korte broek (3).
- Om gehoorschade te voorkomen, moeten adequate persoonlijke geluidsisolerende middelen worden gedragen (gehoorbe­schermers, oorplugjes, wassen oordopjes enz.) (3). Octaaf­bandanalyse op aanvraag.
- Bijzeerstofgewerkomstandighedenmoetaltijdeengeschikt
mondmasker worden gedragen. Het werken zonder mond­masker kan aandoeningen van de luchtwegen en longziekten tot gevolg hebben (3).
- Een
Gebruik alleen veiligheidsbrillen die aan alle zijden
-
veiligheidsbril beschermt tegen opstuivend vuil. Om oog-
letsels te voorkomen, moet tijdens het werk met de bladblazer altijd een oogbescherming worden gedragen (3).
beschermen!
Werkhandschoenen en stevige schoenen met zolen met
goede grip behoren tot de voorgeschreven uitrusting en dienen bij het werk met de bladblazer altijd te worden gedragen (4).
3
4
Page 5
Tanken
- Bij het vullen van de tank van de bladblazer moet de motor worden uitgeschakeld. Roken en open vuur zijn verboden (5).
- Laat voor het bijtanken de bladblazer afkoelen.
- Vermijd dat minerale olieproducten in contact komen met huid of ogen. Adem geen brandstofdampen in. Het inademen van brandstofdampen kan lichamelijke letsels veroorzaken. Draag bij het tanken veiligheidshandschoenen. Vervang en reinig uw veiligheidskleding regelmatig.
- Let erop dat er brandstof noch olie in de bodem terechtkomt (milieubescherming). Als er brandstof werd gemorst, moet de bladblazer onmiddellijk worden gereinigd. Kleding goed drogen en tot de reiniging bewaren in een gesloten doos.
- Laat brandstof niet met uw kleren in contact komen. Indien er brand stof op uw kleren komt, moet u deze onmiddellijk vervangen.
- Controleer de afsluitdop van de brandstoftank regelmatig op eventuele lekken.
- Sluit de afsluitdop altijd goed. Verander de bladblazer van plaats, alvorens deze te starten (ten minste 3 meter van de tankplaats verwijderd) (6).
- Tank nooit in een gesloten ruimte. Brandstofdampen verzamelen zich tegen de bodem (explosiegevaar).
- Transporteer en bewaar brandstoffen alleen in goedgekeurde en gemarkeerde jerrycans. Houd brandstoffen buiten het bereik van kinderen.
- Bij een warme of lopende motor mag de tank van de bladblazer niet worden bijgevuld.
5
-
3 meter
6
Ingebruikname
- Vergewis u ervan dat zich binnen het werkbereik van 15 meter (7) geen kinderen of andere personen bevinden. Let tevens op dieren.
- Neem de plaatselijke geluidsvoorschriften in acht, met name ook de rusttijden in de weekends.
De bladblazer mag niet worden gebruikt in de buurt van
-
brandbare materialen of explosieve gassen.
Alvorens het werk te beginnen, dient u te controleren of de
-
bladblazer zich in een betrouwbare toestand bevindt:
beweegt de gashendel soepel en keert hij automatisch naar de
nulstand terug als hij wordt losgelaten; werking van de vastzet knop; schone en droge handen en bedieningsgreep; werking van de start/stop-schakelaar.
- Stel de schouderriem voor het begin van het werk op uw li chaamsgrootte in.
- Vermijd dat brandstof of olie in contact komen met de handen.
- Start de bladblazer uitsluitend zoals in de gebruiksaanwijzing beschreven is (zie hoofdstuk “Motor starten”).
Andere starttechnieken zijn niet toegestaan (8).
-
- Gebruik de bladblazer uitsluitend voor de doeleinden die in deze gebruiksaanwijzing zijn beschreven. Andere toepassingen zijn niet toegestaan.
Start de bladblazer pas na de complete montage en controle.
-
Het apparaat mag principieel alleen in compleet gemon­teerde toestand worden gebruikt!
- Draag de bladblazer tijdens het werk alleen op de rug en leid het apparaat met één hand (rechterhand aan de bedienings greep).
- Schakel het apparaat onmiddellijk uit bij elke duidelijke veran dering in het gedrag ervan.
- Bij het werken met de bladblazer moet de bedieningsgreep altijd stevig met de duim omvat worden, om het apparaat te kunnen controleren. Vergewis u ervan dat de bedieningsgreep onbeschadigd, schoon en droog is.
nodige stabiliteit.
Zorg doorlopend voor de
°
360
15 meter
­7
-
8
-
-
5
Page 6
6
- De bladblazer dient zo te worden gehanteerd, dat de uitlaat­gassen niet kunnen worden ingeademd.
- Werk niet in gesloten ruimten (verstikkings- en vergiftigings- gevaar). Koolmonoxide is een reukloos gas en verzamelt zich tegen de bodem. Zorg voor voldoende ventilatie op de werkplaats.
- Tijdens werkonderbrekingen en voor de werkplaats wordt ver laten, moet de bladblazer worden uitgeschakeld en zo worden neergezet, dat niemand in gevaar kan worden gebracht.
- Zet de bladblazer niet in droog gras of naast licht ontvlambare stoffen.
- De uitrusting en gebruiksinstructies die tot de leveringsomvang van de bladblazer behoren, moeten worden gebruikt resp. gevolgd.
- Gebruik de bladblazer nooit met een defecte geluiddemper.
- Gebruik de bladblazer met een zo laag mogelijk toerental.
- Tijdens het transport of bij een verandering van plaats tijdens het werk moet de motor worden uitgeschakeld (9).
- Bij het transport in een personenauto moet voor een veilige positie van het apparaat worden gezorgd. De brandstoftank moet volledig leeg zijn.
- Bij verzending van het apparaat moet de brandstoftank volledig leeg zijn en moet de carburateur leeggelopen zijn.
-
• Werkonderbreking
• Transport
• Tanken
9
• Onderhoud
Werkgedrag en -techniek
- De bladblazer mag alleen in openlucht worden gebruikt. Gebruik de bladblazer uitsluitend voor het keren va loof, gras, snoeisel of papier.
- Voorwerpen zoals glas, stenen, hout of aarde mogen niet worden weggeblazen.
- Werk alleen bij goede zicht- en lichtomstandigheden. Let tijdens de winter ook op gladheid, vocht, ijs en sneeuw (gevaar voor uitglijden). Draag altijd slipvaste schoenen.
- Werk nooit op instabiele ondergronden of steile terreinen.
- Richt de bladblazer nooit op andere personen of dieren (10)! De uitgestoten lucht staat onder hoge druk en kan vuildeeltjes bevatten, die verwondingen kunnen veroorzaken.
- Richt de uitgestoten luchtstroom niet in hoeken of tegen vaste voorwerpen (risico van de “terugslag” van de weggeblazen voorwerpen!).
- Steek nooit vreemde voorwerpen in de zuigopening van het ventilatorhuis. Dit leidt tot beschadigingen aan de ventila torwaaier en vormt een groot gevaar voor de gebruiker en andere personen. Eventueel afgebroken delen worden met hoge snelheid uit het apparaat geslingerd en kunnen ernstige letsels veroorzaken.
- Controleer het werkterrein en kijk of weggeblazen voorwerpen geen schade kunnen veroorzaken (geopende deuren, vensters, auto’s enz.).
- Leid de luchtstroom dicht over de bodem.
- Bijstofgewerkomstandighedendientdebodemlichtbevoch
tigd te worden alvorens het werk te beginnen. Het inademen van stof is gevaarlijk en het stof kan belastend zijn voor de werkomgeving.
- Houd rekening met de windrichting! Werk niet tegen de wind in.
- Om te voorkomen dat u struikelt, mag u bij het werken met de bladblazer niet achteruitgaan.
- Voor de reiniging en het onderhoud van het apparaat
de motor uitgeschakeld en de bougiekabel uitgetrokken zijn.
moet
10
-
-
Page 7
Onderhoud
- Bij alle onderhoudswerkzaamheden moet de bladblazer uitgeschakeld (start/stop-schakelaar op “O”) en de bougie­kabel uitgetrokken worden!
- De bladblazer geluids- en emissiearm worden gebruikt. Hierbij dient op een correcte instelling van het stationair toerental te worden gelet.
- Reinig de bladblazer regelmatig en controleer of alle schroeven en moeren nog goed vastzitten.
- De bladblazer niet in de buurt van open vuur onderhouden of bewaren (11)!
- De bladblazer mag alleen met lege tank en leeggelopen car burateur in afgesloten en goed geventileerde ruimten worden bewaard.
Neem de ongevalspreventievoorschriften van de bevoegde bedrijfsvereniging en verzekering in acht. Voer in geen geval constructieve veranderingen aan de bladblazer uit! U brengt hierdoor uw veiligheid in gevaar!
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd voorzover ze in de gebruiksaanwijzing beschreven zijn. Alle andere werkzaamheden moeten door de DOLMAR-service worden uitgevoerd.
Gebruik alleen originele onderdelen en accessoires van DOLMAR.
Bij gebruik van niet-originele DOLMAR-onderdelen en -acces soires dient men rekening te houden met een verhoogd risico op ongelukken. Bij ongelukken of schade met niet door DOLMAR goedgekeurde onderdelen of accessoires vervalt elke aanspra­kelijkheid.
-
11
-
SERVICE
Eerste hulp
Voor een eventueel ongeluk dient altijd een verbandtrommel op de werkplaats aanwezig te zijn. Gebruikt materiaal moet onmiddellijk weer worden bijgevuld.
Als u hulp inroept, geef dan de volgende informatie:
- waar het ongeluk gebeurde,
- wat gebeurd is,
- hoeveel gewonden er zijn,
- wat de aard van de verwondingen is,
- wie meldt!
Opmerking
Als personen met circulatiestoornissen te vaak aan trillingen worden blootgesteld, kan dit tot een beschadiging van de bloedvaten of het zenuwstelsel leiden. De volgende symptomen kunnen door trillingen aan de vingers, handen of polsen optreden: slapende lichaamsdelen, kriebelen, pijn, steken, verandering van de huids kleur of van de huid.
Als deze symptomen worden vastgesteld, raadpleeg dan een arts.
12
13
-
7
Page 8
8
Technische gegevens
Slagvolume cm Boring mm 44 Slaglengte mm 32 Vermogen kW 1,9 Stationair toerental t/min 2.600 Max. toerental t/min 6.800 Luchtvolume zonder plat mondstuk m Luchtvolume met plat mondstuk m Carburateur (membraancarburateur) type ZAMA C1M Ontstekingsinrichting type electronisch Bougie type NGK BPMR 7A Elektrodeafstand mm 0,6 - 0,7
Geluidsniveau L
Geluidsniveau L Trillingsversnelling a Inhoud brandstoftank l 1,8 Mengverhouding (brandstof/tweetaktolie)
- bij gebruik van DOLMAR-olie 50:1
- bij gebruik van andere olie 25:1
Afmetingen (zonder blaaspijp) lengte x breedte x hoogte mm 310 x 460 x 435 Gewicht (lege tank, met blaaspijp en plat mondstuk) kg 8,7
op de werkplaats volgens ISO 6081
pA av
volgens ISO 3744
WA av
aan de bedieningsgreep volgens ISO 8662
h,w av
1)
dB (A) 106
1)
dB (A) 96
1)
3
3
/h 1030
3
/h 760
m/s2 2,5
PB-500 R
48,6
1)
Deze gegevens houden in gelijke mate rekening met de operationele toestanden vrijloop en maximaal toerental.
Benaming onderdelen
19
1
2
1 Afsluitdop brandstoftank
Startgreep
2 3 Chokehendel 4 Dekselluchtlter 5 Brandstofpomp (primer)
Geluiddemper
6
Bougiekabel
7 8 Brandstoftank
Schouderriem
9
Start/stop-schakelaar (I/O)
10 11 Bedieningsgreep 12 Vastzetknop voor de gashendel 13 Gashendel 14 Flexibele slang
Blaaspijp
15 16 Plat mondstuk 17 Serienummer 18 Koelluchtsleuven 19 Schouderriembevestigingen
3
4
5
17
6
18
11
12
10
13
7
8
9
16
1415
Page 9
Montage van de blaaspijpen en het mondstuk
LET OP!
Bij alle werkzaamheden aan de bladblazer moet absoluut de motor uitgeschakeld en de bougiekabel uitgetrokken
(zie pagina 15)
gedragen te worden!
worden. Er dienen veiligheidshandschoenen
LET OP!
De bladblazer mag pas worden gestart nadat hij volledig gemonteerd en gecontroleerd is!
A
Schuif de pijpklem (1, ø78mm)overdeexibelebuis(2) en schuif de blaaspijp er met het draaistuk (3) in de richting van de pijl in.
Draai de schroef van de pijpklem (
Opmerking: De bedieningsgreep is door de bowdenkabel vast met de motor verbonden. De bowdenkabel niet knikken!
Draai de schroef (5) van de bedieningsgreep los.
Schuif de bedieningsgreep ( blaaspijp en draai de schroef (5) weer aan.
1) aan.
4) in de richting van de pijl op de
2
1 3
Draaistuk
B
4
5
C
Schuif de pijpklem (7, ø91mm)overdeexibelebuis(6) steek deexibelebuisinderichtingvandepijltotdeaanslagopde
elleboog (8).
Draai de schroef van de pijpklem (
Steek de blaaspijp (9) op het uiteinde van de blaaspijp met draai­stuk (10) en vergrendel ze door ze te verdraaien (zie pijl).
Steek het mondstuk ( en vergrendel het door het te verdraaien.
11) op het uiteinde van de blaaspijp (9)
7) aan.
10
8
7
6
D
9
11
E
9
Page 10
10
OIL
50:1
DOLMAR
2
OIL
50:1
DOLMAR
3
Schouderriem bevestigen en instellen
Steek het uiteinde van de schouderriem (1) door de opening (2) en steek het vervolgens aan de bovenkant door de klem (3).
A
Haak de karabijnhaak (4) in het oog (5).
Neem het apparaat voor de eerste ingebruikname op de rug en verschuif de riem ( stellen.
Opmerking: Door aan de riem te trekken, zit het apparaat strakker tegen de rug. Door de gesp (7) licht op te tillen wordt de riem weer losser.
6) om de voor u geschikte hoogte in te
B
1
4
5 7
6
Brandstof
50:1
25:1
+
1000 cm3 (1 liter) 20 cm3 40 cm
5000 cm3 (5 liter) 100 cm
10000 cm3 (10 liter) 200 cm
Aanmaken van de juiste mengverhouding:
50:1 Bij gebruik van de DOLMAR-high-performance-
tweetaktolie, d.w.z. 50 delen brandstof met een deel olie mengen.
25:1 Bij gebruik van een andere tweetaktmotorolie,
d.w.z. 25 delen brandstof met een deel olie mengen.
Let op: gebruik geen kant-en-klaarmengsel van tankstations!
3
3
200 cm
400 cm3
Bedrijfsstoffen LET OP!
Het apparaat werkt met minerale olieproducten (benzine en olie)!
Bij de omgang met benzine is verhoogde oplettendheid geboden!
Roken en open vuur zijn verboden (explosiegevaar).
Brandstofmengsel
De motor van de bladblazer is een krachtige tweetaktmotor. Deze werkt op een mengsel van brandstof en tweetaktmotorolie.
3
3
De motor werd gebouwd voor loodvrije normale benzine met een minimumoctaangetal van 91 ROZ. Mocht dergelijke brandstof niet beschikbaar zijn, dan is ook het gebruik van brandstof met een hoger octaangetal mogelijk. De motor ondervindt daar geen schade van.
Voor een optimale werking van de motor en ter bescher­ming van de gezondheid en het milieu dient altijd loodvrije brandstof te worden gebruikt!
Voor de smering van de motor wordt tweetaktmotorolie (kwali teitsklasse JASO FC of ISO EGD) gebruikt, die aan de brandstof wordt toegevoegd. Af fabriek werd de motor ingesteld op de DOLMAR-high-performance-tweetaktolie, met een milieuvrien­delijke mengverhouding van 50:1. Hierdoor worden een lange levensduur en een betrouwbare, rookarme werking van de motor gegarandeerd.
-
C
Page 11
De DOLMAR-high-performance-tweetaktolie (50:1) is al naar­gelang het verbruik leverbaar in de volgende verpakkingen:
1 l bestelnr. 980 008 107
100 ml bestelnr. 980 008 106
Mocht geen DOLMAR-high-performance-tweetaktolie voorhan
den zijn, moet bij gebruik van een andere tweetaktolie absoluut een mengverhouding van 25:1 worden aangehouden, want an­ders kan de vlekkeloze werking niet worden gegarandeerd.
OPMERKING: Om het juiste brandstof-oliemengsel aan te maken, moet de voorgeschreven hoeveelheid olie altijd eerst in de helft van het brandstofvolume worden voorgemengd.
Aansluitend giet u dan de rest van de brandstof erbij. Alvo-
rens het mengsel in het apparaat te gieten, het mengsel goed schudden.
Het is niet zinvol om, vanuit een overdreven veiligheids­bewustzijn, het oliedeel in het tweetaktmengsel groter te kiezen dan de opgegeven mengverhouding, want daardoor ontstaan meer verbrandingsresten, die het milieu belasten en het uitlaatkanaal in de cilinder en de geluiddemper verstoppen.
Bovendien stijgt het brandstofverbruik en neemt het vermogen af.
Opslag van brandstof
Brandstoffen zijn slechts in beperkte mate geschikt voor opslag. Brandstof en brandstofmengsels verouderen. Te lang opgeslagen brandstof en brandstofmengsels kun­nen daardoor leiden tot startproblemen. Koop niet meer
­brandstof in dan in enkele maanden wordt verbruikt.
Brandstof uitsluitend in toegelaten containers droog en veilig opslaan!
VERMIJD CONTACT MET HUID EN OGEN!
Minerale olieproducten - ook oliën - ontvetten de huid. Bij herhaaldelijk en langer contact droogt de huid uit. Dit kan verschillende huidziekten tot gevolg hebben. Bovendien zijn ook allergische reacties mogelijk. Als olie in de ogen komt, leidt dit tot irritaties. Bij aanraking met de ogen, onmiddellijk afspoelen met helder water.
Bij aanhoudende irritatie onmiddellijk een arts raad plegen!
-
D
Tanken LET OP:
DE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES STRIKT IN ACHT NEMEN!
De omgang met brandstoffen vraagt een voorzichtige en omzichtige werkwijze.
Alleen bij een uitgeschakelde en afgekoelde motor!
Het apparaat rond de vulopening goed schoonmaken, zodat geen vuil in de brandstoftank kan komen.
Zet het apparaat op een vlakke ondergrond.
Schroef de tankdop af en giet het brandstofmengsel in de tank. Voorzichtig gieten, om geen brandstofmengsel te morsen.
Schroef de tankdop weer stevig op.
Maak de tankdop en omgeving na het tanken schoon!
Controleer de tankdop regelmatig op dichtheid!
Brandstofmengsel
E
11
Page 12
12
A
B
LET OP:
De bladblazer ten minste 3 meter van de tankplaats ver­wijderd starten.
Neem de ongevalspreventievoorschriften in acht!
Zet de bladblazer op een vrije plaats op de grond en neem een stabiele houding in. Start de bladblazer alleen op de grond.
starten van de bladblazer op de rug is niet toegestaan!
Het
1
2
Voorbereiding voor het starten van de motor
Schuif de start/stop-schakelaar (1) in de richting van de pijl (startpositie).
De vastzetknop ( loopstand staan.
2) moet los zijn, de gashendel (3) in de vrij-
3
C
D
4
5
„gesloten”
„open”
Druk de brandstofpomp (4) meermaals in, tot er brandstof in de pomp te zien is.
OPMERKING
Het gebruik van de brandstofpomp is in de volgende omstan digheden noodzakelijk:
a) bij koude motor,
b) als de motor langer dan 5 minuten werd uitgeschakeld,
c) na het voltanken van de brandstoftank.
Draai de chokehendel (
OPMERKING
Gebruik de chokehendel alleen bij een koude motor of als de motor langer dan 5 minuten werd uitgeschakeld.
Na het bedienen van de gashendel ( automatisch naar de positie “open” terug. Het is niet nodig hem met de hand terug te zetten.
5) naar boven (“gesloten”).
B/3) keert de chokehendel
-
E
Motorstart
Zet de linkervoet op het onderframe (6) en neem met een hand het bovenframe (7) goed en stevig vast.
7
6
Trek de startgreep snel en krachtig door, tot de motor loopt.
Laat de startgreep niet terugschieten, maar breng hem langzaam met de hand terug naar het apparaat.
Na het starten van de motor, moet de gashendel (B/3) meteen in de richting van de pijl worden gedrukt, om de chokehendel (D/5) in de stand “open” te laten springen en het apparaat stationair te laten draaien.
Page 13
Tijdens het werk
Het motortoerental wordt geregeld met behulp van de gashendel (3) (stationair tot maximaal toerental).
De vastzetknop ( als het gewenste motortoerental bereikt is (de gashendel (3) wordt vastgezet).
Om het motortoerental te veranderen, de vastzetknop ( lossen (de motor gaat in vrijloop).
Opmerking: Werk altijd met een zo laag mogelijk toerental.
2) kan in de richting van de pijl worden geduwd,
2) weer
Motor uitschakelen
Breng de gashendel (3) in de vrijloopstand (als de gashendel werd vastgezet, dient eerst de vastzetknop gelost te worden) en schuif de start/stop-schakelaar in de richting van de pijl.
2
3
F
3
G
Instelling van de carburateur
Stationair toerental
Als de motor in bedrijfswarme toestand in de vrijloop uitsterft, moet de aanslagschroef voor de smoorklep (6) in kleine stap­pen met de klok mee worden gedraaid, tot de motor gelijkmatig en rustig loopt.
Opmerking: De blaaspijpen moeten in elk geval gemonteerd zijn!
Vermogen en overgang instellen
Let op: De instelling van de carburateur dient om het maxi­maal vermogen te verkrijgen. Ze dient te gebeuren bij een
bedrijfswarme motor, schone luchtlter en gemonteerde
blaaspijpen, en indien mogelijk, het beste door een vakman. Een toerenteller is absoluut noodzakelijk!
Bij verschillende luchtdrukomstandigheden (zeespiegel of gebergte) en bij het inwerken van een nieuw apparaat kan het nodig zijn om de carburateur wat bij te regelen. Let op: Ook een kleine verdraaiing van de schroeven H en L verandert het loopgedrag van de motor al! De schroef (L) is bepalend voor het overgangsgedrag van vrijloop naar maximaal toerental. De overgang van vrijloop naar maximaal toerental moet bij een snelle beweging van de gashendel snel en gelijkmatig gebeuren. Bij een te trage of on­gelijkmatige overgang, moet de schroef (L) ca. 1/8 omwenteling tegen de klok in worden uitgedraaid. Let op: Voer correcties
aan de regelschroef (H) uitsluitend uit met gebruikmaking van een toerenteller (1). Een toerenteller is als toebehoren
verkrijgbaar. Door de schroef (H) in te draaien, wordt het brandstof-lucht­mengsel armer aan brandstof (magerder) en verhoogt het motortoerental. Door de schroef uit te draaien, wordt het brandstof-luchtmengsel rijker aan brandstof (vetter) en neemt het motortoerental af.
6
H
1
H L
Let op: Een te mager mengsel kan tot een over­verhitting en beschadiging van de motor leiden. Het maximaal toelaatbare motortoerental van
6.800 t/min mag niet overschreden worden! Voor de instelling zijn de volgende stappen nodig:
1. motor warm laten lopen, 2. stationair toerental
instellen (g. H, schroef 6), 3. max. toerental op
6.800 t/min instellen (regelschroef H) 4. stationair toerental controleren, 5. overgang controleren (re­gelschroef L), 6. maximaal toerental controleren, 7. instelproces vanaf punt 2 herhalen, tot het stationair toerental, maximaal toerental en de overgang cor­rect zijn ingesteld.
I
13
Page 14
14
A
Let op: Voor alle onderhoudswerkzaamheden aan de bladbla­zer de motor uitschakelen, laten afkoelen en de bougiekabel aftrekken (zie hoofdstuk “Bougie vervangen”).
Luchtlter reinigen
Zet de chokehendel in de stand “gesloten”, om te verhinderen dat er vuildeeltjes in de carburateur belanden.
2
1
6
74
1
3
Draai de schroef (1)vanhetluchtlterdeksel(2) uit.
Druk de lip (3)onderhetluchtlterdekselnaarbenedenenneem
hetluchtlterdekselweg.
Neembeideluchtlters(
Let op: Ter voorkoming van oogletsels, vuildeeltjes niet
uitblazen. De luchtlters niet met brandstof reinigen.
Washetluchtlteruitinlauwwatermeteengewoonafwasmid del.Goedenlatendrogen.Hetluchtlterdekselenhuismeteen
borstel of doek schoonmaken.
Voor de montage controleren of er eventueel vuildeeltjes
in het luchtlter of huis gevallen zijn en deze indien nodig
verwijderen.
Beideluchtltersinhethuiszetten.
Hetluchtlterdekselophethuisplaatseneneroplettendatde
twee lippen (
luchtlterdekselhaken.
Drukhetonderstedeelvanhetluchtlterdeksel(
het huis (5), tot het hoorbaar inklikt.
Draai de schroef (1) weer in.
Opmerking: Reinighetluchtlterregelmatig,wantalleeneen schoon luchtlter garandeerteen maximaal motorvermogen. Eenvuileluchtlterkanstartproblemenveroorzaken.
Beschadigde luchtlters moeten onmiddellijk worden
vervangen, want grove vuildeeltjes kunnen de motor ver­nielen.
6) aan het huis in de twee uitsparingen (7) aan het
4) uit het huis (5).
2) licht tegen
-
Let op: Voor alle onderhoudswerkzaamheden aan de bladbla­zer de motor uitschakelen, laten afkoelen en de bougiekabel aftrekken (zie hoofdstuk “Bougie vervangen”).
Uitlaat reinigen
Controleer de geluiddemperuitlaat (1) regelmatig op verstopping.
Verwijder afzettingen voorzichtig met een houten krabber.
1
B
Page 15
Let op: Voor alle onderhoudswerkzaamheden aan de blad­blazer de motor uitschakelen en laten afkoelen. Bij een warme motor bestaat gevaar voor verbranding! Draag in elk geval veiligheidshandschoenen!
Let op: Raak bij een lopende motor nooit de bougiestekker of bougie aan (hoogspanning, levensgevaar)!
Bougie vervangen
Bij beschadiging van de isolatie, sterk afbranden van de elektro­den of sterk vervuilde of met olie besmeurde elektroden, moet de bougie vervangen worden.
Om de bougie te vervangen, mag alleen de bijgeleverde steek sleutel worden gebruikt.
Trek de bougiestekker af en draai de bougie met behulp van de steeksleutel tegen de klok in uit.
Ontstekingsvonken controleren
Druk de uitgedraaide bougie met goed opgestoken bougiestekker met behulp van een geïsoleerde tang tegen de cilinder (niet in de buurt van het bougiegat!)
Zet de start/stop-schakelaar in de stand “start” en trek de start greep snel en krachtig door.
Bij een vlekkeloze werking moet een vonk aan de elektroden zichtbaar zijn.
Let op: Gebruik voor de bladblazer alleen de bougies NGK BPMR 7A.
-
0,6 - 0,7 mm
-
C
Onderhoudsintervallen
Voor een lange levensduur, ter voorkoming van schade en om de correcte werking van de veiligheidsmechanismen te garanderen, moeten de hierna beschreven onderhoudswerkzaamheden regelmatig worden uitgevoerd. Garantieclaims worden alleen aanvaard, als deze werkzaamheden regelmatig en overeenkomstig de voorschriften werden uitgevoerd. Bij niet-nakoming bestaat een risico op ongelukken!
De gebruikers van bladblazers mogen alleen de onderhoudswerkzaamheden uitvoeren die in deze gebruiksaanwijzing zijn beschre ven. Alle andere werkzaamheden mogen uitsluitend door een DOLMAR-klantenservice worden uitgevoerd.
Een lijst met DOLMAR-dealers vindt u onder: www.dolmar.com
Pagina
Algemeen apparaat totaal visuele controle op beschadigingen en lekken
schroeven en moeren op vaste zitting controleren
Na elke tankbeurt gashendel/vastzetknop werking controleren 12, 13
start/stop-schakelaar (
Dagelijks schuimluchtlter reinigen 14
koelluchtsleuven controleren, evt. reinigen
stationair toerental controleren, motor loopt rustig en sterft niet uit 13
I/O) werking controleren 12, 13
-
Wekelijks bougie controleren, evt. vervangen 15
geluiddemper uitlaatopening op verstopping controleren, evt. reinigen 14
Eens in de drie zuigkop controleren, evt. vervangen (klantenservice)
maanden brandstoftank reinigen
Opslag brandstoftank legen
carburateur laten leeglopen
15
Page 16
16
Opslag
Voor een langere opslag (wintermaanden) dienen de volgende werkzaamheden aan de bladblazer te worden uitgevoerd:
- De brandstoftank legen, aansluitend de motor starten en laten lopen, tot hij bij gebrek aan brandstof uitsterft.
- De bougie demonteren, enkele druppels motorolie in de cilinder doen en het startkoord meermaals doortrekken. Aansluitend de bougie weer monteren en aandraaien.
- De bladblazer zorgvuldig reinigen en in een droge, goed geventileerde ruimte bewaren.
- De bladblazer moeten buiten het bereik van kinderen worden bewaard.
DOLMAR PB-500 R
Zoeken en verhelpen van storingen
Storing Systeem Controle Oorzaak
Motor start Ontstekings- Ontstekingsvonken Fout in brandstoftoevoer, compressiesysteem, niet of zeer moeilijk systeem voorhanden mechanische fout
Geen ontstekingsvonken Start/stop-schakelaar (I/O) geactiveerd, fout of
kortsluiting in de bekabeling, bougiestekker, bougie, ontstekingsmodule defect
Brandstoftoevoer Brandstoftank is gevuld Choke in verkeerde stand, carburateur defect,
zuigkopvuil,brandstoeidinggekniktof
onderbroken
Compressie- Geen weerstand aan Cilindervoetpakking defect, beschadigde systeem startkoord oliekeerringen, cilinder of zuigerringen beschadigd, bougie dicht niet af
Mechanische fout Starter grijpt niet aan Veer in starter gebroken, gebroken onderdeel
binnenin de motor
Problemen bij de warmstart Brandstof in de tank Choke in verkeerde stand
Ontstekingsvonken
voorhanden
Motor start, maar sterft Brandstoftoevoer Brandstof in de tank Instelling stationair toerental niet correct, onmiddellijk weer uit zuigkop of carburateur verontreinigd
Tankontluchtingdefect,brandstoeiding
onderbroken, kabel beschadigd, start/stop- schakelaar (
Te weinig vermogen
systemen kunnen de vrijloop verontreinigd, geluiddemper verstopt, tegelijk getroffen uitlaatkanaal in cilinder verstopt zijn
Meerdere Apparaat loopt in Luchtlterverontreinigd,carburateur
Carburateur verontreinigd
I/O) defect
Page 17
Klantenservice, reserveonderdelen en garantie
Onderhoud en reparaties
Het onderhoud en de reparatie van moderne, met verbrandingsmotoren uitgeruste apparaten en veiligheidsrelevante modules vragen
eengekwaliceerdevakopleidingeneenmetspeciaalgereedschapentestapparatuuruitgerustewerkplaats.
DOLMAR raadt daarom aan om alle werkzaamheden die niet in deze gebruiksaanwijzing beschreven zijn, te laten uitvoeren door een DOLMAR-atelier. Onze vakmannen beschikken over de nodige opleiding, ervaring en uitrusting om u de voordeligste oplossing te kunnen aanbieden. Ze helpen u graag met raad en daad verder.
Raadpleeg voor een DOLMAR-atelier in uw buurt de bijgevoegde lijst met serviceadressen. Daar vindt u het adres van het voor u dichtstbijzijnde atelier.
Reserveonderdelen
De continu betrouwbare werking en veiligheid van uw apparaat hangt af van de kwaliteit van de gebruikte onderdelen. Gebruik daarom alleen originele reserveonderdelen.
Alleen de originele onderdelen komen uit de productie van het apparaat en garanderen dus een optimale kwaliteit in materiaal, maatvastheid, werking en veiligheid.
Originele reserveonderdelen en accessoires vindt u bij uw speciaalzaak. Hij beschikt over de nodige onderdelenlijsten om de be nodigde onderdeelnummers te bepalen. Bovendien wordt hij doorlopend geïnformeerd over detailverbeteringen en nieuwigheden in het onderdelenaanbod.
Houd er a.u.b. ook rekening mee dat bij het gebruik van niet-originele DOLMAR-onderdelen een prestatie onder garantie door DOLMAR niet mogelijk is.
-
Garantie
DOLMAR garandeert een onberispelijke kwaliteit en neemt de kosten op zich voor een correctie door vervanging van defecte onder­delen in het geval van materiaal- of fabricagefouten die binnen de garantieperiode na de koopdatum optreden.
Houdera.u.b. rekening mee dat insommige landenspecieke garantievoorwaardengelden. Raadpleegin gevalvan twijfeluw
verkoper. Als verkoper van het product is hij verantwoordelijk voor de garantie.
Wij vragen er uw begrip voor, dat wij geen garantie kunnen geven voor schade met de volgende oorzaken:
• niet-nakoming van de gebruiksaanwijzing
• niet uitvoeren van noodzakelijke onderhouds- en reinigingswerkzaamheden,
• schade door een ondeskundige instelling van de carburateur,
• normale slijtage door gebruik,
• duidelijke overbelasting door een aanhoudende overschrijding van het maximumvermogen,
• gebruik van geweld, onvakkundige behandeling, misbruik of bij een ongeluk,
• schade door oververhitting ten gevolge van een verontreiniging van de koelluchtdoorvoer,
• bij ingrepen door onvakkundige personen of onvakkundige reparatiepogingen,
• gebruik van ongeschikte reserveonderdelen of geen originele DOLMAR-onderdelen, voorzover deze oorzaak zijn van de schade,
• gebruik van ongeschikte of te lang bewaarde brandstoffen,
• schade door een val, stoot of vorst,
• schade die het gevolg zijn van de gebruiksomstandigheden bij verhuur.
Reinigings-, onderhouds- en instelwerkzaamheden worden niet als prestaties onder garantie erkend. Alle werkzaamheden onder garantie dienen door een DOLMAR-specialist te worden uitgevoerd.
Een lijst met DOLMAR-dealers vindt u onder: www.dolmar.com
17
Page 18
18
Uittreksel uit de reserveonderdelenlijst
Gebruik alleen originele DOLMAR-onderdelen. Voor reparaties en de vervanging van onderdelen is uw DOLMAR-specialist bevoegd.
PB-500 R
Pos. DOLMAR-nr. St. Naam
1 381 014 981 1 bougie
2 388350470 1 schuimluchtlter
1
2
Toebehoren (behoort niet tot de leveringsomvang)
Pos. DOLMAR-nr. St. Naam
3 944 340 001 1 schroevendraaier voor
3
carburateurinstelling 4 950 233 210 1 toerenteller
-- 949 000 035 1 combi-jerrycan (voor 5 l brandstof en 2,5 l olie)
4
Page 19
Ruimte voor aantekeningen
19
Page 20
Een lijst met DOLMAR-dealers vindt u onder: www.dolmar.com
20
DOLMAR GmbH Postfach 70 04 20 D-22004 Hamburg Germany http://www.dolmar.com
Wijzigingen voorbehouden
Form: 995 703 460 (5.07 NL)
Loading...