Lees voor de eerste inbedrijfname deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en neem alle veiligheidsvoorschriften in acht!
Gebruiksaanwijzing zorgvuldig bewaren!
http://www.dolmar.com
PB-500 R
1
Page 2
2
Hartelijk bedankt voor uw vertrouwen!
Wij feliciteren u met uw nieuwe DOLMAR-bladblazer. De PB-500
R is een bijzonder krachtig apparaat om loof, gemaaid gras,
heggensnoeisel, papier enz. bijeen te vegen door middel van
een krachtige luchtstroom. Dankzij zijn groot vermogen is de
PB-500 R ideaal voor de bewerking van grote oppervlakken.
Door het lage gewicht en dik gevoerde draagsysteem is dit
apparaat aangenaam gemakkelijk te transporteren.
De PB-500 R heeft een benzinepomp (primer), die als starthulp
dient, en een elektronische ontsteking. Grote rubberen dempers
zorgen voor weinig trillingen en maken zo een langer, niet-ver
moeiend werken mogelijk.
Een hoge luchtsnelheid en grote luchtvolumestroom garanderen
een hoog rendement. Het grote tankvolume van de PB-500 R
zorgt voor een lange gebruiksduur zonder bijtanken.
Om te garanderen dat uw apparaat altijd optimaal functioneel
en operatief is, en om uw persoonlijke veiligheid te garanderen,
verzoeken wij u nog het volgende:
Lees a.u.b. voor de eerste ingebruikname deze Gebruiksaanwijzing aandachtig door en volg vooral ook de veiligheidsvoorschriften! Niet-nakoming kan tot levensgevaarlijke
verwondingen leiden!
Zoeken en verhelpen van storingen ................................16
Klantenservice, reserveonderdelen en garantie .............17
Uittreksel uit de reserveonderdelenlijst/toebehoren ......18
Ruimte voor aantekeningen .............................................19
4
4
5
5-6
6
7
7
9
EU-conformiteitsverklaring
De ondertekenaars, Shigeharu Kominami en Rainer Bergfeld,
gemachtigd door de DOLMAR GmbH, verklaren dat de bladblazers van het merk DOLMAR,
type: PB-500 R
vervaardigd door DOLMAR GmbH, Jenfelder Str. 38, D22045 Hamburg, aan de fundamentele veiligheids- en gezondheidseisen van de desbetreffende, EU-richtlijnen voldoen:
EU-machinerichtlijn 98/37/ EG,
EU-EMV-richtlijn 89/336/ EEG (gewijzigd door 91/263 EWG,
92/31 EEG en 93/68 EEG),
Geluidsemissie 2000/14/EG.
Het conformiteitsbeoordelingsprocédé 2000/14/EG is volgens
appendix V doorgevoerd. Het gemeten peil van geluidsvermo
gen (Lwa) bedraagt 106 dB(A). Het gegarandeerde peil van
geluidsvermogen (Ld) is 110 dB(A).
Hamburg, 18.11. 2003
Voor DOLMAR GmbH
Verpakking
Uw DOLMAR-bladblazer bevindt zich in een doos als bescherming tegen transportschade.
Kartonnages zijn grondstoffen en kunnen dus meermaals wor
den gebruikt of voor recycling naar het milieupark (oud papier)
worden gebracht.
Op het apparaat en bij het lezen van de Gebruiksaanwijzing zult u de volgende symbolen aantreffen:
Bijzondere voorzichtigheid en aandacht!
6
Mocht een van de hier vermelde onderdelen in de leve
ringsomvang ontbreken, neem dan a.u.b. contact op met uw
verkoper!
Brandstofmengsel
2
-
Gebruiksaanwijzing lezen, waarschuwingen en veiligheidsinstructies volgen!
Verboden!
Roken verboden!
Geen open vuur!
Veiligheidshandschoenen dragen!
Personen en dieren uit het werkbereik van het apparaat houden!
Motor starten
Motor uitschakelen!
Start/stop-schakelaar (I/O)
Chokehendel
Eerste hulp
Recycling
Oog- en gehoorbescherming dragen!
CE-markering
3
Page 4
4
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Algemene instructies
- Om de veilige bediening te garanderen, dient de gebruiker
deze gebruiksaanwijzing absoluut helemaal te lezen, om
zich met de bediening van de bladblazer vertrouwd te maken
(1). Onvoldoende geïnformeerde gebruikers kunnen zichzelf en
andere personen door een onvakkundige bediening in gevaar
brengen.
- Leen bladblazers alleen uit aan personen die reeds ervaring met
een bladblazer hebben. De gebruiksaanwijzing dient daarbij te
worden meegegeven.
- Personen die voor het eerst een bladblazer gebruiken, dienen zich
te laten instrueren door de verkoper of een ervaren gebruiker.
- Kinderen en jongeren beneden de 18 jaar mogen de bladblazer
niet bedienen. Een uitzondering op dit verbod zijn jongeren
boven de 16 jaar, als ze in het kader van hun opleiding onder
toezicht van een vakkundige staan.
- Het werken met de bladblazer vraagt grote oplettendheid.
- Werk alleen in een goede lichamelijke conditie. Voer alle werk
zaamheden rustig en omzichtig uit. De bediener is verantwoordelijk tegenover derden.
- Werk nooit onder invloed van medicijnen, alcohol of drugs (2).
- Werk nooit als u vermoeid bent.
- Bewaar de gebruiksaanwijzing zorgvuldig, zodat ze ook
later nog kan worden geraadpleegd.
1
-
2
Persoonlijke veiligheidsuitrusting
- De kleding moet praktisch zijn, d.w.z nauwsluitend, maar niet
hinderlijk. Sieraden, kleding of haren die in de luchtinlaat zouden kunnen terechtkomen, moeten worden uitgedaan resp.
opgebonden.
Om bij het werken oog-, hand-, voetletsels of gehoorschade
-
te voorkomen, moeten tijdens het gebruik van de bladblazer
de hierna beschreven veiligheidsuitrustingen en beschermingen worden gedragen.
Vooral het volgende dient in acht te worden genomen:
- De kleding moet stevig en nauwsluitend zijn, maar mag de
bewegingsvrijheid niet beperken. Vermijd wijde vesten en
broeken, sjaals, los lang haar of alles wat in de luchtinlaat kan
terechtkomen. Als beenbescherming dient altijd een lange broek
te worden gedragen. Werk nooit in korte broek (3).
- Om gehoorschade te voorkomen, moeten adequate persoonlijke
geluidsisolerende middelen worden gedragen (gehoorbeschermers, oorplugjes, wassen oordopjes enz.) (3). Octaafbandanalyse op aanvraag.
mondmasker worden gedragen. Het werken zonder mondmasker kan aandoeningen van de luchtwegen en longziekten
tot gevolg hebben (3).
- Een
Gebruik alleen veiligheidsbrillen die aan alle zijden
-
veiligheidsbril beschermt tegen opstuivend vuil. Om oog-
letsels te voorkomen, moet tijdens het werk met de bladblazer
altijd een oogbescherming worden gedragen (3).
beschermen!
Werkhandschoenen en stevige schoenen met zolen met
goede grip behoren tot de voorgeschreven uitrusting en dienen
bij het werk met de bladblazer altijd te worden gedragen (4).
3
4
Page 5
Tanken
- Bij het vullen van de tank van de bladblazer moet de motor
worden uitgeschakeld. Roken en open vuur zijn verboden (5).
- Laat voor het bijtanken de bladblazer afkoelen.
- Vermijd dat minerale olieproducten in contact komen met huid
of ogen. Adem geen brandstofdampen in. Het inademen van
brandstofdampen kan lichamelijke letsels veroorzaken. Draag
bij het tanken veiligheidshandschoenen. Vervang en reinig uw
veiligheidskleding regelmatig.
- Let erop dat er brandstof noch olie in de bodem terechtkomt
(milieubescherming). Als er brandstof werd gemorst, moet de
bladblazer onmiddellijk worden gereinigd. Kleding goed drogen
en tot de reiniging bewaren in een gesloten doos.
- Laat brandstof niet met uw kleren in contact komen. Indien er brand
stof op uw kleren komt, moet u deze onmiddellijk vervangen.
- Controleer de afsluitdop van de brandstoftank regelmatig op
eventuele lekken.
- Sluit de afsluitdop altijd goed. Verander de bladblazer van plaats,
alvorens deze te starten (ten minste 3 meter van de tankplaats
verwijderd) (6).
- Tank nooit in een gesloten ruimte. Brandstofdampen verzamelen
zich tegen de bodem (explosiegevaar).
- Transporteer en bewaar brandstoffen alleen in goedgekeurde
en gemarkeerde jerrycans. Houd brandstoffen buiten het bereik
van kinderen.
- Bij een warme of lopende motor mag de tank van de bladblazer
niet worden bijgevuld.
5
-
3 meter
6
Ingebruikname
- Vergewis u ervan dat zich binnen het werkbereik van 15 meter
(7) geen kinderen of andere personen bevinden. Let tevens op
dieren.
- Neem de plaatselijke geluidsvoorschriften in acht, met name
ook de rusttijden in de weekends.
De bladblazer mag niet worden gebruikt in de buurt van
-
brandbare materialen of explosieve gassen.
Alvorens het werk te beginnen, dient u te controleren of de
-
bladblazer zich in een betrouwbare toestand bevindt:
beweegt de gashendel soepel en keert hij automatisch naar de
nulstand terug als hij wordt losgelaten; werking van de vastzet
knop; schone en droge handen en bedieningsgreep; werking
van de start/stop-schakelaar.
- Stel de schouderriem voor het begin van het werk op uw li
chaamsgrootte in.
- Vermijd dat brandstof of olie in contact komen met de handen.
- Start de bladblazer uitsluitend zoals in de gebruiksaanwijzing
beschreven is (zie hoofdstuk “Motor starten”).
Andere starttechnieken zijn niet toegestaan (8).
-
- Gebruik de bladblazer uitsluitend voor de doeleinden die in deze
gebruiksaanwijzing zijn beschreven. Andere toepassingen zijn
niet toegestaan.
Start de bladblazer pas na de complete montage en controle.
-
Het apparaat mag principieel alleen in compleet gemonteerde toestand worden gebruikt!
- Draag de bladblazer tijdens het werk alleen op de rug en leid
het apparaat met één hand (rechterhand aan de bedienings
greep).
- Schakel het apparaat onmiddellijk uit bij elke duidelijke veran
dering in het gedrag ervan.
- Bij het werken met de bladblazer moet de bedieningsgreep
altijd stevig met de duim omvat worden, om het apparaat te
kunnen controleren. Vergewis u ervan dat de bedieningsgreep
onbeschadigd, schoon en droog is.
nodige stabiliteit.
Zorg doorlopend voor de
°
360
15 meter
7
-
8
-
-
5
Page 6
6
- De bladblazer dient zo te worden gehanteerd, dat de uitlaatgassen niet kunnen worden ingeademd.
- Werk niet in gesloten ruimten (verstikkings- en vergiftigings-
gevaar). Koolmonoxide is een reukloos gas en verzamelt
zich tegen de bodem. Zorg voor voldoende ventilatie op de
werkplaats.
- Tijdens werkonderbrekingen en voor de werkplaats wordt ver
laten, moet de bladblazer worden uitgeschakeld en zo worden
neergezet, dat niemand in gevaar kan worden gebracht.
- Zet de bladblazer niet in droog gras of naast licht ontvlambare
stoffen.
- De uitrusting en gebruiksinstructies die tot de leveringsomvang
van de bladblazer behoren, moeten worden gebruikt resp.
gevolgd.
- Gebruik de bladblazer nooit met een defecte geluiddemper.
- Gebruik de bladblazer met een zo laag mogelijk toerental.
- Tijdens het transport of bij een verandering van plaats tijdens
het werk moet de motor worden uitgeschakeld (9).
- Bij het transport in een personenauto moet voor een veilige
positie van het apparaat worden gezorgd. De brandstoftank
moet volledig leeg zijn.
- Bij verzending van het apparaat moet de brandstoftank volledig
leeg zijn en moet de carburateur leeggelopen zijn.
-
• Werkonderbreking
• Transport
• Tanken
9
• Onderhoud
Werkgedrag en -techniek
- De bladblazer mag alleen in openlucht worden gebruikt.
Gebruik de bladblazer uitsluitend voor het keren va loof,
gras, snoeisel of papier.
- Voorwerpen zoals glas, stenen, hout of aarde mogen niet
worden weggeblazen.
- Werk alleen bij goede zicht- en lichtomstandigheden. Let tijdens
de winter ook op gladheid, vocht, ijs en sneeuw (gevaar voor
uitglijden). Draag altijd slipvaste schoenen.
- Werk nooit op instabiele ondergronden of steile terreinen.
- Richt de bladblazer nooit op andere personen of dieren (10)!
De uitgestoten lucht staat onder hoge druk en kan vuildeeltjes
bevatten, die verwondingen kunnen veroorzaken.
- Richt de uitgestoten luchtstroom niet in hoeken of tegen vaste
voorwerpen (risico van de “terugslag” van de weggeblazen
voorwerpen!).
- Steek nooit vreemde voorwerpen in de zuigopening van het
ventilatorhuis. Dit leidt tot beschadigingen aan de ventila
torwaaier en vormt een groot gevaar voor de gebruiker en
andere personen. Eventueel afgebroken delen worden met
hoge snelheid uit het apparaat geslingerd en kunnen ernstige
letsels veroorzaken.
- Controleer het werkterrein en kijk of weggeblazen voorwerpen
geen schade kunnen veroorzaken (geopende deuren, vensters,
auto’s enz.).
tigd te worden alvorens het werk te beginnen. Het inademen
van stof is gevaarlijk en het stof kan belastend zijn voor de
werkomgeving.
- Houd rekening met de windrichting! Werk niet tegen de wind
in.
- Om te voorkomen dat u struikelt, mag u bij het werken met de
bladblazer niet achteruitgaan.
- Voor de reiniging en het onderhoud van het apparaat
de motor uitgeschakeld en de bougiekabel uitgetrokken
zijn.
moet
10
-
-
Page 7
Onderhoud
- Bij alle onderhoudswerkzaamheden moet de bladblazer
uitgeschakeld (start/stop-schakelaar op “O”) en de bougiekabel uitgetrokken worden!
- De bladblazer geluids- en emissiearm worden gebruikt. Hierbij
dient op een correcte instelling van het stationair toerental te
worden gelet.
- Reinig de bladblazer regelmatig en controleer of alle schroeven
en moeren nog goed vastzitten.
- De bladblazer niet in de buurt van open vuur onderhouden of
bewaren (11)!
- De bladblazer mag alleen met lege tank en leeggelopen car
burateur in afgesloten en goed geventileerde ruimten worden
bewaard.
Neem de ongevalspreventievoorschriften van de bevoegde
bedrijfsvereniging en verzekering in acht. Voer in geen geval
constructieve veranderingen aan de bladblazer uit! U brengt
hierdoor uw veiligheid in gevaar!
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden mogen alleen worden
uitgevoerd voorzover ze in de gebruiksaanwijzing beschreven zijn.
Alle andere werkzaamheden moeten door de DOLMAR-service
worden uitgevoerd.
Gebruik alleen originele onderdelen en accessoires van DOLMAR.
Bij gebruik van niet-originele DOLMAR-onderdelen en -acces
soires dient men rekening te houden met een verhoogd risico op
ongelukken. Bij ongelukken of schade met niet door DOLMAR
goedgekeurde onderdelen of accessoires vervalt elke aansprakelijkheid.
-
11
-
SERVICE
Eerste hulp
Voor een eventueel ongeluk dient altijd een verbandtrommel op de
werkplaats aanwezig te zijn. Gebruikt materiaal moet onmiddellijk
weer worden bijgevuld.
Als u hulp inroept, geef dan de volgende informatie:
- waar het ongeluk gebeurde,
- wat gebeurd is,
- hoeveel gewonden er zijn,
- wat de aard van de verwondingen is,
- wie meldt!
Opmerking
Als personen met circulatiestoornissen te vaak aan trillingen worden
blootgesteld, kan dit tot een beschadiging van de bloedvaten of
het zenuwstelsel leiden. De volgende symptomen kunnen door
trillingen aan de vingers, handen of polsen optreden: slapende
lichaamsdelen, kriebelen, pijn, steken, verandering van de huids
kleur of van de huid.
Als deze symptomen worden vastgesteld, raadpleeg dan
een arts.
12
13
-
7
Page 8
8
Technische gegevens
Slagvolume cm
Boring mm 44
Slaglengte mm 32
Vermogen kW 1,9
Stationair toerental t/min 2.600
Max. toerental t/min 6.800
Luchtvolume zonder plat mondstuk m
Luchtvolume met plat mondstuk m
Carburateur (membraancarburateur) type ZAMA C1M
Ontstekingsinrichting type electronisch
Bougie type NGK BPMR 7A
Elektrodeafstand mm 0,6 - 0,7
Geluidsniveau L
Geluidsniveau L
Trillingsversnelling a
Inhoud brandstoftank l 1,8
Mengverhouding (brandstof/tweetaktolie)
- bij gebruik van DOLMAR-olie 50:1
- bij gebruik van andere olie 25:1
Afmetingen (zonder blaaspijp) lengte x breedte x hoogte mm 310 x 460 x 435
Gewicht (lege tank, met blaaspijp en plat mondstuk) kg 8,7
op de werkplaats volgens ISO 6081
pA av
volgens ISO 3744
WA av
aan de bedieningsgreep volgens ISO 8662
h,w av
1)
dB (A) 106
1)
dB (A) 96
1)
3
3
/h 1030
3
/h 760
m/s2 2,5
PB-500 R
48,6
1)
Deze gegevens houden in gelijke mate rekening met de operationele toestanden vrijloop en maximaal toerental.
Bij alle werkzaamheden aan de bladblazer moet absoluut
de motor uitgeschakeld en de bougiekabel uitgetrokken
(zie pagina 15)
gedragen te worden!
worden. Er dienen veiligheidshandschoenen
LET OP!
De bladblazer mag pas worden gestart nadat hij volledig
gemonteerd en gecontroleerd is!
A
Schuif de pijpklem (1, ø78mm)overdeexibelebuis(2) en
schuif de blaaspijp er met het draaistuk (3) in de richting van
de pijl in.
Draai de schroef van de pijpklem (
Opmerking: De bedieningsgreep is door de bowdenkabel vast
met de motor verbonden. De bowdenkabel niet knikken!
Draai de schroef (5) van de bedieningsgreep los.
Schuif de bedieningsgreep (
blaaspijp en draai de schroef (5) weer aan.
1) aan.
4) in de richting van de pijl op de
2
13
Draaistuk
B
4
5
C
Schuif de pijpklem (7, ø91mm)overdeexibelebuis(6) steek
deexibelebuisinderichtingvandepijltotdeaanslagopde
elleboog (8).
Draai de schroef van de pijpklem (
Steek de blaaspijp (9) op het uiteinde van de blaaspijp met draaistuk (10) en vergrendel ze door ze te verdraaien (zie pijl).
Steek het mondstuk (
en vergrendel het door het te verdraaien.
11) op het uiteinde van de blaaspijp (9)
7) aan.
10
8
7
6
D
9
11
E
9
Page 10
10
OIL
50:1
DOLMAR
2
OIL
50:1
DOLMAR
3
Schouderriem bevestigen en instellen
Steek het uiteinde van de schouderriem (1) door de opening (2)
en steek het vervolgens aan de bovenkant door de klem (3).
A
Haak de karabijnhaak (4) in het oog (5).
Neem het apparaat voor de eerste ingebruikname op de rug
en verschuif de riem (
stellen.
Opmerking: Door aan de riem te trekken, zit het apparaat
strakker tegen de rug. Door de gesp (7) licht op te tillen wordt
de riem weer losser.
6) om de voor u geschikte hoogte in te
B
1
4
57
6
Brandstof
50:1
25:1
+
1000 cm3 (1 liter) 20 cm3 40 cm
5000 cm3 (5 liter) 100 cm
10000 cm3 (10 liter) 200 cm
Aanmaken van de juiste mengverhouding:
50:1 Bij gebruik van de DOLMAR-high-performance-
tweetaktolie, d.w.z. 50 delen brandstof met een
deel olie mengen.
25:1 Bij gebruik van een andere tweetaktmotorolie,
d.w.z. 25 delen brandstof met een deel olie
mengen.
Let op: gebruik geen kant-en-klaarmengsel
van tankstations!
3
3
200 cm
400 cm3
Bedrijfsstoffen
LET OP!
Het apparaat werkt met minerale olieproducten (benzine en olie)!
Bij de omgang met benzine is verhoogde oplettendheid
geboden!
Roken en open vuur zijn verboden (explosiegevaar).
Brandstofmengsel
De motor van de bladblazer is een krachtige tweetaktmotor. Deze
werkt op een mengsel van brandstof en tweetaktmotorolie.
3
3
De motor werd gebouwd voor loodvrije normale benzine met een
minimumoctaangetal van 91 ROZ. Mocht dergelijke brandstof
niet beschikbaar zijn, dan is ook het gebruik van brandstof met
een hoger octaangetal mogelijk. De motor ondervindt daar
geen schade van.
Voor een optimale werking van de motor en ter bescherming van de gezondheid en het milieu dient altijd loodvrije
brandstof te worden gebruikt!
Voor de smering van de motor wordt tweetaktmotorolie (kwali
teitsklasse JASO FC of ISO EGD) gebruikt, die aan de brandstof
wordt toegevoegd. Af fabriek werd de motor ingesteld op de
DOLMAR-high-performance-tweetaktolie, met een milieuvriendelijke mengverhouding van 50:1. Hierdoor worden een lange
levensduur en een betrouwbare, rookarme werking van de
motor gegarandeerd.
-
C
Page 11
De DOLMAR-high-performance-tweetaktolie (50:1) is al naargelang het verbruik leverbaar in de volgende verpakkingen:
1 l bestelnr. 980 008 107
100 ml bestelnr. 980 008 106
Mocht geen DOLMAR-high-performance-tweetaktolie voorhan
den zijn, moet bij gebruik van een andere tweetaktolie absoluut
een mengverhouding van 25:1 worden aangehouden, want anders kan de vlekkeloze werking niet worden gegarandeerd.
OPMERKING: Om het juiste brandstof-oliemengsel aan te
maken, moet de voorgeschreven hoeveelheid olie altijd eerst
in de helft van het brandstofvolume worden voorgemengd.
Aansluitend giet u dan de rest van de brandstof erbij. Alvo-
rens het mengsel in het apparaat te gieten, het mengsel goed
schudden.
Het is niet zinvol om, vanuit een overdreven veiligheidsbewustzijn, het oliedeel in het tweetaktmengsel groter te
kiezen dan de opgegeven mengverhouding, want daardoor
ontstaan meer verbrandingsresten, die het milieu belasten
en het uitlaatkanaal in de cilinder en de geluiddemper
verstoppen.
Bovendien stijgt het brandstofverbruik en neemt het
vermogen af.
Opslag van brandstof
Brandstoffen zijn slechts in beperkte mate geschikt voor
opslag. Brandstof en brandstofmengsels verouderen. Te
lang opgeslagen brandstof en brandstofmengsels kunnen daardoor leiden tot startproblemen. Koop niet meer
brandstof in dan in enkele maanden wordt verbruikt.
Brandstof uitsluitend in toegelaten containers droog
en veilig opslaan!
VERMIJD CONTACT MET HUID EN OGEN!
Minerale olieproducten - ook oliën - ontvetten de huid. Bij
herhaaldelijk en langer contact droogt de huid uit. Dit kan
verschillende huidziekten tot gevolg hebben. Bovendien
zijn ook allergische reacties mogelijk. Als olie in de ogen
komt, leidt dit tot irritaties. Bij aanraking met de ogen,
onmiddellijk afspoelen met helder water.
Bij aanhoudende irritatie onmiddellijk een arts raad
plegen!
-
D
Tanken
LET OP:
DE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES STRIKT IN ACHT
NEMEN!
De omgang met brandstoffen vraagt een voorzichtige en
omzichtige werkwijze.
Alleen bij een uitgeschakelde en afgekoelde motor!
Het apparaat rond de vulopening goed schoonmaken, zodat
geen vuil in de brandstoftank kan komen.
Zet het apparaat op een vlakke ondergrond.
Schroef de tankdop af en giet het brandstofmengsel in de tank.
Voorzichtig gieten, om geen brandstofmengsel te morsen.
Schroef de tankdop weer stevig op.
Maak de tankdop en omgeving na het tanken schoon!
Controleer de tankdop regelmatig op dichtheid!
Brandstofmengsel
E
11
Page 12
12
A
B
LET OP:
De bladblazer ten minste 3 meter van de tankplaats verwijderd starten.
Neem de ongevalspreventievoorschriften in acht!
Zet de bladblazer op een vrije plaats op de grond en neem een
stabiele houding in. Start de bladblazer alleen op de grond.
starten van de bladblazer op de rug is niet toegestaan!
Het
1
2
Voorbereiding voor het starten van de motor
Schuif de start/stop-schakelaar (1) in de richting van de pijl
(startpositie).
De vastzetknop (
loopstand staan.
2) moet los zijn, de gashendel (3) in de vrij-
3
C
D
4
5
„gesloten”
„open”
Druk de brandstofpomp (4) meermaals in, tot er brandstof in
de pomp te zien is.
OPMERKING
Het gebruik van de brandstofpomp is in de volgende omstan
digheden noodzakelijk:
a) bij koude motor,
b) als de motor langer dan 5 minuten werd uitgeschakeld,
c) na het voltanken van de brandstoftank.
Draai de chokehendel (
OPMERKING
Gebruik de chokehendel alleen bij een koude motor of als de
motor langer dan 5 minuten werd uitgeschakeld.
Na het bedienen van de gashendel (
automatisch naar de positie “open” terug. Het is niet nodig hem
met de hand terug te zetten.
5) naar boven (“gesloten”).
B/3) keert de chokehendel
-
E
Motorstart
Zet de linkervoet op het onderframe (6) en neem met een hand
het bovenframe (7) goed en stevig vast.
7
6
Trek de startgreep snel en krachtig door, tot de motor loopt.
Laat de startgreep niet terugschieten, maar breng hem langzaam
met de hand terug naar het apparaat.
Na het starten van de motor, moet de gashendel (B/3) meteen
in de richting van de pijl worden gedrukt, om de chokehendel
(D/5) in de stand “open” te laten springen en het apparaat
stationair te laten draaien.
Page 13
Tijdens het werk
Het motortoerental wordt geregeld met behulp van de gashendel
(3) (stationair tot maximaal toerental).
De vastzetknop (
als het gewenste motortoerental bereikt is (de gashendel (3)
wordt vastgezet).
Om het motortoerental te veranderen, de vastzetknop (
lossen (de motor gaat in vrijloop).
Opmerking: Werk altijd met een zo laag mogelijk toerental.
2) kan in de richting van de pijl worden geduwd,
2) weer
Motor uitschakelen
Breng de gashendel (3) in de vrijloopstand (als de gashendel
werd vastgezet, dient eerst de vastzetknop gelost te worden) en
schuif de start/stop-schakelaar in de richting van de pijl.
2
3
F
3
G
Instelling van de carburateur
Stationair toerental
Als de motor in bedrijfswarme toestand in de vrijloop uitsterft,
moet de aanslagschroef voor de smoorklep (6) in kleine stappen met de klok mee worden gedraaid, tot de motor gelijkmatig
en rustig loopt.
Opmerking: De blaaspijpen moeten in elk geval gemonteerd
zijn!
Vermogen en overgang instellen
Let op: De instelling van de carburateur dient om het maximaal vermogen te verkrijgen. Ze dient te gebeuren bij een
bedrijfswarme motor, schone luchtlter en gemonteerde
blaaspijpen, en indien mogelijk, het beste door een vakman.
Een toerenteller is absoluut noodzakelijk!
Bij verschillende luchtdrukomstandigheden (zeespiegel of
gebergte) en bij het inwerken van een nieuw apparaat kan het
nodig zijn om de carburateur wat bij te regelen. Let op: Ook
een kleine verdraaiing van de schroeven H en L verandert het
loopgedrag van de motor al!
De schroef (L) is bepalend voor het overgangsgedrag van
vrijloop naar maximaal toerental. De overgang van vrijloop
naar maximaal toerental moet bij een snelle beweging van de
gashendel snel en gelijkmatig gebeuren. Bij een te trage of ongelijkmatige overgang, moet de schroef (L) ca. 1/8 omwenteling
tegen de klok in worden uitgedraaid. Let op: Voer correcties
aan de regelschroef (H) uitsluitend uit met gebruikmaking
van een toerenteller (1). Een toerenteller is als toebehoren
verkrijgbaar.
Door de schroef (H) in te draaien, wordt het brandstof-luchtmengsel armer aan brandstof (magerder) en verhoogt het
motortoerental. Door de schroef uit te draaien, wordt het
brandstof-luchtmengsel rijker aan brandstof (vetter) en neemt
het motortoerental af.
6
H
1
HL
Let op: Een te mager mengsel kan tot een oververhitting en beschadiging van de motor leiden.
Het maximaal toelaatbare motortoerental van
6.800 t/min mag niet overschreden worden!
Voor de instelling zijn de volgende stappen
nodig:
1. motor warm laten lopen, 2. stationair toerental
instellen (g. H, schroef 6), 3. max. toerental op
6.800 t/min instellen (regelschroef H) 4. stationair
toerental controleren, 5. overgang controleren (regelschroef L), 6. maximaal toerental controleren, 7.
instelproces vanaf punt 2 herhalen, tot het stationair
toerental, maximaal toerental en de overgang correct zijn ingesteld.
I
13
Page 14
14
A
Let op: Voor alle onderhoudswerkzaamheden aan de bladblazer de motor uitschakelen, laten afkoelen en de bougiekabel
aftrekken (zie hoofdstuk “Bougie vervangen”).
Luchtlter reinigen
Zet de chokehendel in de stand “gesloten”, om te verhinderen
dat er vuildeeltjes in de carburateur belanden.
2
1
6
74
1
3
Draai de schroef (1)vanhetluchtlterdeksel(2) uit.
Druk de lip (3)onderhetluchtlterdekselnaarbenedenenneem
hetluchtlterdekselweg.
Neembeideluchtlters(
Let op: Ter voorkoming van oogletsels, vuildeeltjes niet
uitblazen. De luchtlters niet met brandstof reinigen.
Beschadigde luchtlters moeten onmiddellijk worden
vervangen, want grove vuildeeltjes kunnen de motor vernielen.
6) aan het huis in de twee uitsparingen (7) aan het
4) uit het huis (5).
2) licht tegen
-
Let op: Voor alle onderhoudswerkzaamheden aan de bladblazer de motor uitschakelen, laten afkoelen en de bougiekabel
aftrekken (zie hoofdstuk “Bougie vervangen”).
Uitlaat reinigen
Controleer de geluiddemperuitlaat (1) regelmatig op verstopping.
Verwijder afzettingen voorzichtig met een houten krabber.
1
B
Page 15
Let op: Voor alle onderhoudswerkzaamheden aan de bladblazer de motor uitschakelen en laten afkoelen. Bij een
warme motor bestaat gevaar voor verbranding! Draag in
elk geval veiligheidshandschoenen!
Let op: Raak bij een lopende motor nooit de bougiestekker
of bougie aan (hoogspanning, levensgevaar)!
Bougie vervangen
Bij beschadiging van de isolatie, sterk afbranden van de elektroden of sterk vervuilde of met olie besmeurde elektroden, moet
de bougie vervangen worden.
Om de bougie te vervangen, mag alleen de bijgeleverde steek
sleutel worden gebruikt.
Trek de bougiestekker af en draai de bougie met behulp van
de steeksleutel tegen de klok in uit.
Ontstekingsvonken controleren
Druk de uitgedraaide bougie met goed opgestoken bougiestekker
met behulp van een geïsoleerde tang tegen de cilinder (niet
in de buurt van het bougiegat!)
Zet de start/stop-schakelaar in de stand “start” en trek de start
greep snel en krachtig door.
Bij een vlekkeloze werking moet een vonk aan de elektroden
zichtbaar zijn.
Let op: Gebruik voor de bladblazer alleen de bougies NGK
BPMR 7A.
-
0,6 - 0,7 mm
-
C
Onderhoudsintervallen
Voor een lange levensduur, ter voorkoming van schade en om de correcte werking van de veiligheidsmechanismen te garanderen,
moeten de hierna beschreven onderhoudswerkzaamheden regelmatig worden uitgevoerd. Garantieclaims worden alleen aanvaard,
als deze werkzaamheden regelmatig en overeenkomstig de voorschriften werden uitgevoerd. Bij niet-nakoming bestaat een risico
op ongelukken!
De gebruikers van bladblazers mogen alleen de onderhoudswerkzaamheden uitvoeren die in deze gebruiksaanwijzing zijn beschre
ven. Alle andere werkzaamheden mogen uitsluitend door een DOLMAR-klantenservice worden uitgevoerd.
Een lijst met DOLMAR-dealers vindt u onder: www.dolmar.com
Pagina
Algemeen apparaat totaal visuele controle op beschadigingen en lekken
schroeven en moeren op vaste zitting controleren
Na elke tankbeurt gashendel/vastzetknop werking controleren 12, 13
start/stop-schakelaar (
Dagelijks schuimluchtlterreinigen14
koelluchtsleuven controleren, evt. reinigen
stationair toerental controleren, motor loopt rustig en sterft niet uit 13
I/O) werking controleren 12, 13
-
Wekelijks bougie controleren, evt. vervangen 15
geluiddemper uitlaatopening op verstopping controleren, evt. reinigen 14
Eens in de drie zuigkop controleren, evt. vervangen (klantenservice)
maanden brandstoftank reinigen
Opslag brandstoftank legen
carburateur laten leeglopen
15
Page 16
16
Opslag
Voor een langere opslag (wintermaanden) dienen de volgende werkzaamheden aan de bladblazer te worden uitgevoerd:
- De brandstoftank legen, aansluitend de motor starten en laten lopen, tot hij bij gebrek aan brandstof uitsterft.
- De bougie demonteren, enkele druppels motorolie in de cilinder doen en het startkoord meermaals doortrekken. Aansluitend de
bougie weer monteren en aandraaien.
- De bladblazer zorgvuldig reinigen en in een droge, goed geventileerde ruimte bewaren.
- De bladblazer moeten buiten het bereik van kinderen worden bewaard.
DOLMAR PB-500 R
Zoeken en verhelpen van storingen
StoringSysteem ControleOorzaak
Motor start Ontstekings-Ontstekingsvonken Fout in brandstoftoevoer, compressiesysteem,
niet of zeer moeilijksysteemvoorhandenmechanische fout
Geen ontstekingsvonkenStart/stop-schakelaar (I/O) geactiveerd, fout of
kortsluiting in de bekabeling, bougiestekker, bougie, ontstekingsmodule defect
BrandstoftoevoerBrandstoftank is gevuldChoke in verkeerde stand, carburateur defect,
zuigkopvuil,brandstoeidinggekniktof
onderbroken
Compressie- Geen weerstand aan Cilindervoetpakking defect, beschadigdesysteemstartkoordoliekeerringen, cilinder of zuigerringen beschadigd,bougie dicht niet af
Mechanische foutStarter grijpt niet aanVeer in starter gebroken, gebroken onderdeel
binnenin de motor
Problemen bij de
warmstart Brandstof in de tankChoke in verkeerde stand
Ontstekingsvonken
voorhanden
Motor start, maar sterft BrandstoftoevoerBrandstof in de tankInstelling stationair toerental niet correct,
onmiddellijk weer uitzuigkop of carburateur verontreinigd
DOLMAR raadt daarom aan om alle werkzaamheden die niet in deze gebruiksaanwijzing beschreven zijn, te laten uitvoeren door
een DOLMAR-atelier. Onze vakmannen beschikken over de nodige opleiding, ervaring en uitrusting om u de voordeligste oplossing
te kunnen aanbieden. Ze helpen u graag met raad en daad verder.
Raadpleeg voor een DOLMAR-atelier in uw buurt de bijgevoegde lijst met serviceadressen. Daar vindt u het adres van het voor u
dichtstbijzijnde atelier.
Reserveonderdelen
De continu betrouwbare werking en veiligheid van uw apparaat hangt af van de kwaliteit van de gebruikte onderdelen. Gebruik
daarom alleen originele reserveonderdelen.
Alleen de originele onderdelen komen uit de productie van het apparaat en garanderen dus een optimale kwaliteit in materiaal,
maatvastheid, werking en veiligheid.
Originele reserveonderdelen en accessoires vindt u bij uw speciaalzaak. Hij beschikt over de nodige onderdelenlijsten om de be
nodigde onderdeelnummers te bepalen. Bovendien wordt hij doorlopend geïnformeerd over detailverbeteringen en nieuwigheden
in het onderdelenaanbod.
Houd er a.u.b. ook rekening mee dat bij het gebruik van niet-originele DOLMAR-onderdelen een prestatie onder garantie door
DOLMAR niet mogelijk is.
-
Garantie
DOLMAR garandeert een onberispelijke kwaliteit en neemt de kosten op zich voor een correctie door vervanging van defecte onderdelen in het geval van materiaal- of fabricagefouten die binnen de garantieperiode na de koopdatum optreden.
verkoper. Als verkoper van het product is hij verantwoordelijk voor de garantie.
Wij vragen er uw begrip voor, dat wij geen garantie kunnen geven voor schade met de volgende oorzaken:
• niet-nakoming van de gebruiksaanwijzing
• niet uitvoeren van noodzakelijke onderhouds- en reinigingswerkzaamheden,
• schade door een ondeskundige instelling van de carburateur,
• normale slijtage door gebruik,
• duidelijke overbelasting door een aanhoudende overschrijding van het maximumvermogen,
• gebruik van geweld, onvakkundige behandeling, misbruik of bij een ongeluk,
• schade door oververhitting ten gevolge van een verontreiniging van de koelluchtdoorvoer,
• bij ingrepen door onvakkundige personen of onvakkundige reparatiepogingen,
• gebruik van ongeschikte reserveonderdelen of geen originele DOLMAR-onderdelen, voorzover deze oorzaak zijn van de schade,
• gebruik van ongeschikte of te lang bewaarde brandstoffen,
• schade door een val, stoot of vorst,
• schade die het gevolg zijn van de gebruiksomstandigheden bij verhuur.
Reinigings-, onderhouds- en instelwerkzaamheden worden niet als prestaties onder garantie erkend. Alle werkzaamheden onder
garantie dienen door een DOLMAR-specialist te worden uitgevoerd.
Een lijst met DOLMAR-dealers vindt u onder: www.dolmar.com
17
Page 18
18
Uittreksel uit de reserveonderdelenlijst
Gebruik alleen originele DOLMAR-onderdelen. Voor reparaties en de
vervanging van onderdelen is uw DOLMAR-specialist bevoegd.