Dji Mavic 3 User Manual User Manual v2.0 [nl]

Gebruikershandleiding
v2.0
2022.12
Zoeken naar trefwoorden
Naar een onderwerp navigeren
Bekijk de volledige lijst van onderwerpen in de inhoudsopgave. Klik op een onderwerp om naar dat gedeelte te navigeren.
Dit document afdrukken
Dit document ondersteunt afdrukken met hoge resolutie.

Revisie logboek

Versie Datum Herzieningen
v1.2 2021.12 Sectie Intelligent Flight Mode toegevoegd.
v1.4 2022.1 Slimme RTH bijgewerkt, functies voor QuickShots, QuickTransfer en USB-
modus toegevoegd.
v1.6 2022.5 Functies van de telecamera, enz. bijgewerkt.
v1.8 2022.11 Nieuwe functies toegevoegd, zoals cruisecontrole, nachtmodus, enz.
Ondersteuning toegevoegd voor EU C1-certicering en RID in de Verenigde
Staten.
v2.0 2022.12 Waypoint-vlucht toegevoegd.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
2
©

Het gebruik van deze handleiding

Verklaring van de symbolen

Belangrijk Hints en tips Verwijzing

Lees eerst het volgende voordat u aan de slag gaat

Lees de volgende documenten voordat u aan de slag gaat met de DJITM MAVICTM 3:
1. Veiligheidsrichtlijnen
2. Snelstartgids
3. Gebruikershandleiding
Het wordt aanbevolen om ook alle instructievideo's op de officiële DJI-website te bekijken en de
veiligheidsrichtlijnen te lezen voordat u aan de slag gaat. Bereid u voor op uw eerste vlucht door de snelstartgids door te nemen en deze gebruikershandleiding voor meer informatie te raadplegen.

Instructievideo’s

Ga naar het onderstaande adres of scan de QR-code om de instructievideo's over de DJI Mavic 3 te
bekijken, waarin u kunt zien hoe u de Mavic 3 veilig kunt gebruiken:
MAVIC 3
MAVIC 3 CINE
https://s.dji.com/ZGppL5
https://s.dji.com/ZGppL4

Download de DJI Fly-app

Zorg ervoor dat u DJI Fly tijdens de vlucht gebruikt. Scan de QR-code bovenaan om de nieuwste versie
te downloaden.
De DJI Fly-app is al op de DJI RC Pro-afstandsbediening geïnstalleerd. Gebruikers moeten bij
gebruik van de DJI RC-N1-afstandsbediening DJI Fly naar hun mobiele apparaat downloaden.
De Android-versie van DJI Fly is compatibel met Android v6.0 en later. De iOS-versie van DJI Fly is
compatibel met iOS v11.0 en later.
* Voor meer veiligheid is het vliegen beperkt tot een hoogte van 30 meter en een actieradius van 50 meter
wanneer de drone tijdens het vliegen niet gekoppeld is met of aangemeld is bij de app. Dit geldt voor DJI Fly en alle apps die compatibel zijn met de DJI-drone.

Download DJI Assistant 2 (Consumentendrones)

Download DJI Assistant 2 (Consumentendrones) op http://www.dji.com/mavic-3/downloads.
De bedrijfstemperatuur van dit product is -10 °C tot 40 °C. Het voldoet niet aan de standaard
bedrijfstemperatuur voor militaire toepassingen (-55 °C tot 125 °C), die vereist is om een grotere
diversiteit aan omgevingsvariabelen te doorstaan. Gebruik het product op de juiste manier en alleen voor toepassingen die voldoen aan de vereisten die binnen die klasse voor het bereik van de bedrijfstemperatuur gelden.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
2
©
Inhoud
Revisie logboek 2
Het gebruik van deze handleiding 2
Verklaring van de symbolen 2
Lees eerst het volgende voordat u aan de slag gaat 2
Instructievideo’s 2
Download de DJI Fly-app 2
Download DJI Assistant 2 (Consumentendrones) 2
Kenmerken van het product 6
Inleiding 6
Voor de eerste keer gebruiken 7
Schema 9
Drone 14
Vliegstanden 14
Statuslampjes van de drone 15
Terug naar thuisbasis 16
Zichtsystemen en infrarooddetectiesysteem 21
Intelligent Flight Mode 23
Advanced Pilot Assistance Systems (APAS 5.0) 35
Vluchtrecorder 36
QuickTransfer 36
Propellers 37
Intelligent Flight Battery 38
Gimbal en camera 43
Afstandsbediening 46
DJI Fly-app 60
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
3
©
DJI RC Pro 46
RC-N1 54
Koppelen van de afstandsbediening 58
Beginscherm 60
Cameraweergave 61
Vliegen 67
Vereisten ten aanzien van de vliegomgeving 67
De drone op verantwoorde wijze besturen 67
Vliegbeperkingen en GEO-zones 68
Checklist ter voorbereiding van de vlucht 69
Automatisch opstijgen/landen 70
De motoren starten/stoppen 70
Vliegtest 71
Bijlage 73
Technische gegevens 73
Firmware-update 78
Procedures voor probleemoplossing 79
Risico en waarschuwingen 79
Verwijdering 80
C1-certicering 80
Informatie klantenservice 85
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
4
©
Kenmerken van het product
In dit hoofdstuk wordt de DJI Mavic 3 geïntroduceerd en staan de onderdelen van de drone en de afstandsbediening vermeld.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
5
©

Kenmerken van het product

Inleiding

DJI Mavic 3 heeft zowel een infrarooddetectiesysteem als voorwaartse, achterwaartse, zijdelingse en
neerwaartse zichtsystemen. Hierdoor zijn zweven, binnen- en buitenvliegen en automatische terugkeer
naar de thuisbasis mogelijk. De drone heeft een maximale vliegsnelheid van 75,6 km/u en een maximale
vliegtijd van ongeveer 46 minuten.
De DJI RC Pro-afstandsbediening heeft een ingebouwd 5,5 inch scherm met hoge helderheid en
1000 cd/m2 met een resolutie van 1920x1080 pixels. Gebruikers kunnen verbinding maken met het
internet via wi, terwijl het Android-besturingssysteem Bluetooth en GNSS bevat. De DJI RC Pro wordt
geleverd met een breed scala aan drone- en gimbalbedieningen en aanpasbare knoppen en heeft een
maximale bedrijfstijd van 3 uur. De RC-N1-afstandsbediening geeft de videotransmissie van de drone naar DJI Fly op een mobiel apparaat weer. De drone en de camera zijn eenvoudig te bedienen met de
knoppen aan boord en de afstandsbediening heeft een looptijd van 6 uur.
Belangrijkste functies
Gimbal en camera: DJI Mavic 3 maakt gebruik van een 4/3-inch CMOS-sensor Hasselblad L2D-20c-
camera, waarmee u foto's van 20MP en 5,1K 50 bps/DCI 4K 120 bps Apple ProRes 422 HQ* en H.264/ H.265 video's kunt maken. De camera heeft een instelbaar diafragma van f/2.8 tot f/11, een dynamisch bereik van 12,8 stops en ondersteunt 10-bits D-Log-video. De telecamera helpt gebruikers bij het vastleggen met maximaal 28x zoom in de modus Verkennen.
Videotransmissie: Met vier ingebouwde antennes en DJI's langeafstandstransmissie O3+ technologie, biedt DJI Mavic 3 een maximaal transmissiebereik van 15 km en een videokwaliteit tot 1080p 60fps biedt vanaf de drone naar de DJI Fly-app. De afstandsbediening werkt op zowel 2,4 GHz als 5,8 GHz
en kan automatisch het beste transmissiekanaal selecteren.
Intelligente vluchtmodi: De gebruiker kan zich concentreren op het bedienen van de drone, terwijl het Advanced Pilot Assistance System 5.0 (APAS 5.0) de drone in staat stelt obstakels te vermijden.
* Alleen de DJI Mavic 3 Cine-/DJI Mavic 3 Cine V2.0-drone wordt geleverd met een ingebouwde 1TB SSD, die
de opname en opslag van Apple ProRes-video ondersteunt. Er zijn enkele vereisten en beperkingen bij het gebruik van Mavic 3 V2.0 en Mavic 3 Cine V2.0 in de EU, omdat deze voldoen aan de C1-certicering. Anders gelden de functies die in deze handleiding worden beschreven voor zowel de DJI Mavic 3/Mavic 3 V2.0 als de DJI Mavic 3 Cine/Mavic 3 Cine V2.0.
De maximale vliegtijd werd getest in een windvrije omgeving tijdens een vlucht met een constante
snelheid van 32,4 km/u (20,1 mph) en de maximale vliegsnelheid werd getest op zeeniveau zonder wind. De maximale vliegsnelheid is getest op zeeniveau zonder wind. De maximale vliegsnelheid is beperkt tot 68,4 km/u (42 mph) in de Europese Unie (EU). Deze waarden zijn alleen ter referentie.
De afstandsbediening bereikt de maximale overdrachtsafstand (FCC) in een grote open ruimte zonder
elektromagnetische interferentie op een hoogte van circa 120 meter. De maximale transmissieafstand heeft betrekking op de maximale afstand waarop de drone nog kan verzenden en ontvangen. Het verwijst niet naar de maximale afstand die de drone in één enkele vlucht kan vliegen. De maximale
vliegtijd werd getest in een laboratoriumomgeving en zonder het opladen van het mobiele apparaat.
Deze waarde is alleen ter referentie.
5,8 GHz wordt in sommige regio’s niet ondersteund. Houd u aan de lokale wet- en regelgeving.
DJI RC-N1, DJI RC Pro-afstandsbediening en alle typen ND-lters zijn volledig compatibel met Mavic 3.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
6
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3

Voor de eerste keer gebruiken

De DJI Mavic 3 is gevouwen voordat deze wordt verpakt. Volg de onderstaande stappen om de drone
en de afstandsbediening te koppelen.
Voorbereiding van de drone
1. Verwijder het opbergvakdeksel.
1
2
2. Alle Intelligent Flight-accu worden vóór verzending in de slaapstand gezet om de veiligheid te garanderen. Gebruik de meegeleverde lader om de Intelligent Flight Battery voor de eerste keer op te laden en te activeren. Het duurt ongeveer 1 uur en 36 minuten om een Intelligent Flight Battery
volledig op te laden. De oplaadtijd wordt getest bij gebruik van de vaste kabel van de lader. Het
wordt aanbevolen om deze kabel te gebruiken om de Intelligent Flight Battery op te laden.
3. Klap de voorste armen uit, gevolgd door de achterste armen en vervolgens de propellerbladen.
Vouw de voorste armen en propellers uit voordat u de achterste armen uitvouwt.
Zorg dat de gimbalafdekking verwijderd is en dat alle armen en propellers uitgeklapt zijn voordat u de
drone inschakelt. Anders kan dit de zelfdiagnose van de drone beïnvloeden.
Bevestig het opbergvakdeksel wanneer het vliegtuig niet in gebruik is.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
7
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
2
1
Voorbereiding van de afstandsbediening
Volg de onderstaande stappen om u voor te bereiden op het gebruik van de DJI RC Pro-
afstandsbediening.
1. Gebruik de meegeleverde lader om de afstandsbediening op te laden via de USB-C-poort om de accu te activeren.
2. Haal de joysticks uit de opbergsleuven van de afstandsbediening en schroef ze op hun plaats.
3. Vouw de antennes uit.
4. De afstandsbediening moet worden geactiveerd voordat deze voor de eerste keer wordt gebruikt. Ook is er een internetverbinding vereist voor activering. Druk en druk vervolgens opnieuw, en houd de aan-/uitknop ingedrukt om de afstandsbediening in te schakelen. Volg de aanwijzingen op het
scherm om de afstandsbediening te activeren.
Volg de onderstaande stappen om de DJI RC-N1-afstandsbediening voor te bereiden.
1. Verwijder de joysticks uit de opslagsleuven daarvoor op de afstandsbediening en schroef ze op hun
plek.
2. Trek de houder van het mobiele apparaat eruit. Kies een geschikte afstandsbedieningskabel op basis
van het type mobiele apparaat. In de verpakking vindt u een kabel met een Lightning-connector, een Micro-USB-kabel en een USB-C-kabel. Sluit het uiteinde van de kabel met het telefoonlogo aan op uw mobiele apparaat. Zorg ervoor dat het mobiele apparaat is beveiligd.
2
1
2
1
Als er een melding verschijnt met betrekking tot de USB-aansluiting wanneer u een mobiel Android-
apparaat gebruikt, selecteer dan de optie om alleen op te laden. Anders kan het zijn dat er geen verbinding tot stand komt.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
8
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
11
16
17
13
15
14
12
DJI Mavic 3-drone activeren
DJI Mavic 3 moet vóór het eerste gebruik worden geactiveerd. Nadat u de drone en de afstandsbediening hebt ingeschakeld, volgt u de instructies op het scherm om DJI Mavic 3 te activeren met behulp van DJI Fly. Voor het activeren van het product is een internetverbinding vereist.
Verbind de drone en de afstandsbediening
Het wordt aanbevolen om de drone en de afstandsbediening te binden om de best mogelijke
aftersalesservice te garanderen. Volg de aanwijzingen op het scherm na activering om de drone en de
afstandsbediening te binden.
Firmware updaten
Er verschijnt een melding in DJI Fly wanneer er nieuwe firmware beschikbaar is. Het wordt
aanbevolen om de firmware bij te werken wanneer daarom wordt gevraagd, om de best mogelijke gebruikerservaring te garanderen.

Schema

Drone
2
7
8
6
1
A
2
B
3
10
1. Gimbal en camera
A. Telecamera
B. Hasselblad L2D-20c-camera
2. Horizontaal omnidirectioneel zichtsysteem
3. Extra bodemverlichting
4. Neerwaarts zichtsysteem
5. Infrarooddetectiesysteem
6. Ledlampjes voorzijde
7. Motoren
8. Propellers
4
5
9. Statuslampjes van de drone
10. Landingsgestel (ingebouwde antennes)
11. Opwaarts zichtsysteem
12. Intelligent Flight Battery
13. Ledlampjes voor accuniveau
14. Aan-/uitknop
15. Batterij-aansluitingen
16. USB-C-poort
17. micro-SD kaartgleuf
9
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
9
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
DJI RC Pro
1
3
4
2
5
8
6
7
9
10
11
12
13
1. Antennes
Voor het verzenden van het draadloze
besturingssignaal en videosignaal naar de drone.
2. Terug-toets
Druk eenmaal om terug te keren naar het
vorige scherm. Tik hier tweemaal op om naar het startscherm terug te keren.
3. Joysticks
Gebruik de joysticks om de bewegingen
van de drone te besturen. Stel de
vluchtregelingsstand in DJI Fly in. De joysticks
zijn afneembaar en gemakkelijk op te bergen.
4. Knop Return to Home (RTH) (terug naar thuisbasis)
Druk en houd ingedrukt om RTH te starten.
Druk nogmaals om RTH te annuleren.
5. Vliegpauzeknop
Druk eenmaal om de drone te laten remmen en
op zijn plaats te laten stilhangen (alleen wanneer GNNS of zichtsystemen beschikbaar zijn).
6. Vliegstandschakelaar
Schakel tussen Cine, Normaal en Sport-
modus.
7. 5D-knop
Bekijk de functies van de 5D-knop in DJI Fly
door Camera View, Settings en vervolgens
Control te openen.
8. Aan-/uitknop
Druk eenmaal om het huidige accuniveau te
controleren. Druk, druk vervolgens opnieuw, en
houd ingedrukt om de afstandsbediening in of uit te schakelen. Wanneer de afstandsbediening is ingeschakeld, drukt u eenmaal op om het touchscreen in of uit te schakelen.
14 19
15
18
16 17
9. Knop Bevestigen
Druk nogmaals om een selectie te bevestigen.
De knop heeft geen functie bij gebruik van DJI
Fly.
10. Touchscreen
Raak het scherm aan om de afstandsbediening
te bedienen. Merk op dat het touchscreen niet waterdicht is. Ga voorzichtig te werk.
11. micro-SD-kaartgleuf
Gebruik om een microSD-kaart te plaatsen.
12. USB-C-poort
Voor opladen.
13. Mini-HDMI-poort
Voor video-uitgang.
14. Gimbalwiel
Bedient de kantelhoek van de camera.
15. Opnameknop
Druk eenmaal om de opname te starten of te
stoppen.
16. Statusled
Geeft de status van de afstandsbediening
aan.
17. Ledlampjes voor accuniveau
Toont het accuniveau van de
afstandsbediening.
18. Scherpstellings-/sluiterknop
Druk de knop half in om automatisch scherp
te stellen en druk de knop helemaal in om een foto te maken.
19. Keuzeknop voor camerabediening
Voor zoomregeling.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
10
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
20
21
24
23
22
25
20. Ventilatieopening
Gebruikt voor warmteafvoer. Blokkeer de
luchtopening niet tijdens gebruik.
RC-N1
10
9
6
5
2
3
1
4
11
12
8
7
21. Opbergsleuf voor joysticks
Voor het opbergen van de joysticks.
22. Aanpasbare C1-knop
Schakel tussen het recente gebruik van de
gimbal en het naar beneden wijzen van de
gimbal. De functie kan worden ingesteld in DJI Fly.
23. Luidspreker
Geeft geluid af.
24. Aanpasbare C2-knop
Druk eenmaal om het extra bodemlicht in
of uit te schakelen. De functie kan worden ingesteld in DJI Fly.
25. Luchtinlaat
Gebruikt voor warmteafvoer. Dek de
luchtinlaat tijdens gebruik NIET af.
13
14
15
1. Aan-/uitknop
Druk eenmaal om het huidige accuniveau te
controleren. Druk eenmaal, druk vervolgens
opnieuw, en houd ingedrukt om de afstandsbediening in of uit te schakelen.
2. Vliegstandschakelaar
Schakel tussen Sport, Normaal en Cine-modus.
3. Knop voor Vliegpauze/Terug naar thuisbasis (RTH)
Druk eenmaal om de drone te laten remmen
en op zijn plaats te laten stilhangen (alleen
wanneer GNNS of zichtsystemen beschikbaar
zijn). Druk op de knop en houd de knop ingedrukt om RTH te starten. Druk nogmaals
om RTH te annuleren.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
11
©
4. Ledlampjes voor accuniveau
Toont het accuniveau van de afstandsbediening.
5. Joysticks
Gebruik de joysticks om de bewegingen
van de drone te besturen. Stel de
vluchtregelingsstand in DJI Fly in. De joysticks
zijn afneembaar en gemakkelijk op te bergen.
6. Aanpasbare knop
Druk eenmaal om het extra bodemlicht in of
uit te schakelen. Druk tweemaal om de gimbal
opnieuw te centreren of kantel de gimbal naar
beneden (standaardinstellingen). De knop kan worden ingesteld in DJI Fly.
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
7. Wisselen foto/video
Eenmaal indrukken om te schakelen tussen
de foto- en videostand.
8. Kenmerken van de afstandsbedieningskabel
Sluit aan op een mobiel apparaat om
video te koppelen via de kabel van de afstandsbediening. Selecteer de kabel die bij het mobiele apparaat hoort.
9. Houder mobiel apparaat
Dient om het mobiele apparaat stevig vast op
de afstandsbediening te klemmen.
10. Antennes
Voor het verzenden van het draadloze
besturingssignaal en videosignaal naar de drone.
11. USB-C-poort
Voor het opladen en aansluiten van de
afstandsbediening op de computer.
12. Opbergsleuf voor joysticks
Voor het opbergen van de joysticks.
13. Gimbalwiel
Bedient de kantelhoek van de camera.
Houd de aanpasbare knop ingedrukt om het gimbalwieltje te gebruiken om de zoom in de
modus Verkennen af te stellen.
14. Sluiter-/opnameknop
Eenmaal indrukken om foto’s te maken of om
een opname te starten of te stoppen.
15. Sleuf voor mobiel apparaat
Wordt gebruikt om het mobiele apparaat te
beveiligen.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
12
©
Drone
De DJI Mavic 3 bevat een vluchtcontroller, video­downlinksysteem, zichtsystemen, infrarooddetectiesysteem, voortstuwingssysteem en een Intelligent Flight Battery.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
13
©

Drone

De DJI Mavic 3 bevat een vluchtcontroller, video-downlinksysteem, zichtsystemen, infrarooddetectiesysteem,
voortstuwingssysteem en een Intelligent Flight Battery.

Vliegstanden

De DJI Mavic 3 heeft drie vliegmodi, plus een vierde vliegmodus waar het toestel in bepaalde scenario's naar overschakelt. De vliegstanden kunnen worden gewisseld via de vliegstandschakelaar op de
afstandsbediening.
Normale stand: De drone maakt gebruik van GNNS en voorwaartse, achterwaartse, laterale,
omhoogwaartse en neerwaartse zichtsystemen en het infrarooddetectiesysteem om zichzelf te lokaliseren en te stabiliseren. Wanneer het GNNS-signaal sterk is, gebruikt de drone GNSS om zichzelf te lokaliseren en te stabiliseren. Wanneer de GNNS zwak is maar de lichtomstandigheden en andere omgevingsomstandigheden voldoende zijn, gebruikt de drone de zichtsystemen om zichzelf te lokaliseren en te stabiliseren. Wanneer de voorwaartse, achterwaartse en neerwaartse zichtsystemen
zijn ingeschakeld en de lichtomstandigheden voldoende zijn, dan is de maximale vlieghoogtehoek 30° en de maximale vliegsnelheid 15 m/s.
Sportstand: In de Sport-stand gebruikt de drone GNNS voor positionering. De reacties van de drone
zijn geoptimaliseerd voor wendbaarheid en snelheid, waardoor het beter reageert op bewegingen van
de joystick. Obstakeldetectie is uitgeschakeld en de maximale vliegsnelheid is 21 m/s (19 m/s bij het vliegen in de EU).
Cine-modus: De Cine-modus is gebaseerd op de normale modus en de vliegsnelheid is beperkt,
waardoor de drone stabieler is tijdens het fotograferen.
De drone schakelt automatisch naar de Attitude-stand (ATTI) wanneer de zichtsystemen niet
beschikbaar of uitgeschakeld zijn en het GNNS-signaal zwak is of het kompas storing ondervindt.
In de hoogtestand (ATTI) wordt de drone mogelijk gemakkelijker beïnvloed door zijn omgeving.
Omgevingsfactoren, zoals wind, kunnen leiden tot horizontale kanteling, waardoor gevaarlijke situaties kunnen ontstaan, vooral wanneer in krappe ruimtes wordt gevlogen.
De voorwaartse, achterwaartse en naar boven gerichte zichtsystemen zijn in de Sport-stand
uitgeschakeld, wat betekent dat de drone obstakels op zijn route niet automatisch kan detecteren.
De maximale snelheid en de remafstand van de drone zijn aanzienlijk hoger en groter in de Sport-
stand. Onder windloze omstandigheden is een minimale remafstand van 30 meter vereist.
Er is een minimale remafstand van 10 m vereist in windstille omstandigheden tijdens het opstijgen en
dalen van het vliegtuig.
De respons van de drone neemt in de Sport-stand aanzienlijk toe, wat betekent dat een kleine
beweging van de joystick op de afstandsbediening zich vertaalt in een grote reisafstand van de drone. Zorg ervoor dat u toereikende manoeuvreerruimte houdt tijdens het vliegen.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
14
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3

Statuslampjes van de drone

DJI Mavic 3 heeft ledlampjes aan de voorkant en statuslampjes voor de drone.
Ledlampje voorzijde
Ledlampje voorzijde
Statuslampje van de drone
Statuslampje van de drone
Wanneer het vliegtuig is ingeschakeld, maar de motoren niet draaien, branden de voorste leds continu groen om de oriëntatie van het vliegtuig aan te geven.
Wanneer het vliegtuig is ingeschakeld maar de motoren niet draaien, geven de vliegtuigstatusindicatoren de status van het vluchtregelsysteem weer. Raadpleeg de onderstaande tabel voor meer informatie over de statuslampjes van de drone.
Statusaanduidingen van de drone
Normale statussen
Afwisselend rood, groen
×4
×2
en geel
Geel Knippert vier keer Opwarmen
Groen Knippert langzaam GNSS ingeschakeld
Groen
Geel Knippert langzaam GEEN GNSS- of zichtsystemen
Knippert
Knippert regelmatig
tweemaal
Waarschuwingsstatussen
——
Geel Knippert snel
Rood Knippert langzaam Laag accuniveau
Rood Knippert snel Batterij bijna leeg, kritiek
Rood Continu Kritieke fout
Afwisselend rood en geel Knippert snel Kalibratie van kompas vereist
Nadat de motor is gestart, knipperen de voorste leds groen en de vliegtuigstatusindicatoren
afwisselend rood en groen. De groene lichten geven aan dat de drone een UAV is en de rode lichten
geven de koers en positie van de drone aan.
Zelfdiagnosetests inschakelen en uitvoeren
Zichtsystemen ingeschakeld
Signaal met afstandsbediening verloren
Om betere beelden te verkrijgen, worden de voorste LED's automatisch uitgeschakeld tijdens het
fotograferen als de voorste LED's in DJI Fly op automatisch zijn ingesteld. Verlichtingsvereisten
variëren afhankelijk van de regio. Houd rekening met de plaatselijke wet- en regelgeving.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
15
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3

Terug naar thuisbasis

Return to Home (RTH) brengt het vliegtuig terug naar de laatst geregistreerde thuisbasis wanneer het
positioneringssysteem normaal functioneert. Er zijn drie soorten RTH: Smart RTH, RTH bij laag accuniveau,
en uitvalbeveiligde RTH. De drone vliegt automatisch terug naar de thuisbasis en landt wanneer Smart RTH
wordt gestart, de drone op Low Battery RTH komt, of het video link signaal tijdens de vlucht verloren gaat.
GNSS Omschrijving
De standaard thuisbasis is de eerste locatie waar de drone sterke of matig sterke GNNS-signalen heeft ontvangen en het pictogram wit is. De thuisbasis
Thuisbasis
Smart RTH
Als het GNNS-signaal voldoende is, kan Smart RTH worden gebruikt om de drone naar de thuisbasis te laten terugkeren. U activeert Smart RTH door in DJI Fly op te tikken of door de RTH-knop op de
afstandsbediening ingedrukt te houden tot u een piepsignaal hoort. U verlaat Smart RTH door te tikken op in DJI Fly of door de RTH-knop op de afstandsbediening in te drukken.
Geavanceerde RTH
Geavanceerde RTH is ingeschakeld als de verlichting voldoende is en de omgeving geschikt is voor
zichtsystemen wanneer Smart RTH wordt geactiveerd. De drone plant automatisch het beste RTH-pad, dat wordt weergegeven in DJI Fly en wordt aangepast aan de omgeving.
RTH-instellingen
RTH-instellingen zijn beschikbaar voor Advanced RTH. Ga naar de cameraweergave in DJI Fly, tik op Systeem, Veiligheid en vervolgens op RTH.
1. Optimaal: Ongeacht de RTH-hoogte-instellingen, plant de drone automatisch het optimale RTH-pad en past hij de hoogte aan op basis van omgevingsfactoren zoals obstakels en transmissiesignalen. Het optimale RTH-pad betekent dat de drone de kortst mogelijke afstand aflegt, waardoor de gebruikte hoeveelheid accuvermogen wordt verminderd en de vliegtijd wordt verlengd.
2. Voorinstelling: Wanneer de drone zich verder dan 50 m van de thuisbasis bevindt wanneer RTH
begint, zal de drone het RTH-pad plannen, naar een open gebied vliegen en obstakels vermijden, naar de RTH-hoogte stijgen en het beste pad volgend naar de thuisbasis terugkeren. Wanneer de drone zich op een afstand van 5 tot 50 m van de thuisbasis bevindt wanneer RTH begint, zal de drone niet naar de RTH-hoogte stijgen en in plaats daarvan op de huidige hoogte het beste pad volgend naar de thuisbasis terugkeren. Wanneer de drone zich in de buurt van de thuisbasis bevindt en de huidige hoogte hoger is dan de RTH-hoogte, daalt de drone tijdens het voorwaarts vliegen.
10
kan voor het opstijgen worden geactualiseerd, zolang het vliegtuig een sterk tot matig sterk GNSS ontvangt. Als het GNSS-signaal zwak is, kan de thuisbasis niet worden geactualiseerd.
Geavanceerde RTH-procedure
1. De thuisbasis wordt geregistreerd.
2. Geavanceerde RTH wordt geactiveerd.
3. De drone remt en hangt stil op zijn plaats.
a. De drone landt onmiddellijk wanneer hij minder dan 5 m van de thuisbasis is verwijderd wanneer
RTH begint.
b. Als de drone zich meer dan 5 m van de thuisbasis bevindt wanneer RTH begint, plant de drone
het beste RTH-pad en vliegt hij naar de thuisbasis terwijl hij obstakels en GEO-zones vermijdt. De
voorkant van de drone wijst altijd in dezelfde richting als de vliegrichting.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
16
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
4. De drone vliegt automatisch volgens de RTH-instellingen, de omgeving en het zendsignaal tijdens RTH.
5. De drone landt en de motoren stoppen na het bereiken van de thuisbasis.
Rechte lijn RTH
De drone gaat rechtlijnige RTH binnen wanneer de verlichting niet voldoende is en de omgeving niet
geschikt is voor de Advanced RTH.
Rechte lijn RTH-procedure:
1. De thuisbasis wordt geregistreerd.
2. Rechte lijn RTH wordt geactiveerd.
3. De drone remt en hangt stil op zijn plaats.
a. Als de drone zich verder dan 50 m van de thuisbasis bevindt wanneer RTH begint, past de drone
zijn oriëntatie aan, stijgt naar de vooraf ingestelde RTH-hoogte en vliegt vervolgens naar de thuisbasis. Als de huidige hoogte hoger is dan de RTH-hoogte, vliegt de drone op de huidige hoogte naar de thuisbasis.
b. Als de drone zich op een afstand van 5 m tot 50 m van de thuisbasis bevindt wanneer RTH
begint, past de drone zijn oriëntatie aan en vliegt hij op de huidige hoogte naar de thuisbasis. Als de huidige hoogte lager is dan 2 m wanneer RTH begint, stijgt de drone tot 2 m en slaat deze op naar de thuisbasis.
c. De drone landt onmiddellijk wanneer hij minder dan 5 m van de thuisbasis is verwijderd wanneer
RTH begint.
4. De drone landt en de motoren stoppen na het bereiken van de thuisbasis.
Tijdens Advanced RTH past de drone de vliegsnelheid automatisch aan de omgevingsfactoren als
windsnelheid en obstakels aan.
De drone kan geen kleine of jne objecten zoals boomtakken of hoogspanningsleidingen vermijden.
Vlieg met de drone naar een open gebied voordat je Smart RTH gebruikt.
Stel Advanced RTH in als Preset als er stroomkabels of torens zijn die de drone niet kan vermijden
op het RTH-pad en zorg ervoor dat de RTH-hoogte hoger is ingesteld dan alle obstakels.
Als de RTH-instellingen tijdens RTH worden gewijzigd remt de drone en keert hij terug naar de
thuisbasis volgens de laatste instellingen.
Als de maximale hoogte is ingesteld onder de huidige hoogte tijdens RTH, daalt de drone naar de
maximale hoogte en keert terug naar de thuisbasis.
De RTH-hoogte kan tijdens RTH niet worden gewijzigd.
Als er een groot verschil is tussen de huidige hoogte en de RTH-hoogte, kan de gebruikte
hoeveelheid accuvermogen niet nauwkeurig worden berekend vanwege windsnelheden op
verschillende hoogten. Besteed extra aandacht aan de batterijvoeding en waarschuwingsmeldingen in DJI Fly.
Geavanceerde RTH is niet beschikbaar als de lichtomstandigheden en de omgeving niet geschikt
waren voor zichtsystemen tijdens het opstijgen of RTH.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
17
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Tijdens Advanced RTH gaat de drone over op Straight Line RTH, als de lichtomstandigheden en
de omgeving niet geschikt waren voor zichtsystemen en de drone geen obstakels kan vermijden. Er moet een geschikte RTH-hoogte worden ingesteld voordat de RTH wordt ingevoerd.
Wanneer het signaal van de afstandsbediening tijdens Advanced RTH normaal is, kan de pitchstick
worden gebruikt om de vliegsnelheid te regelen. De oriëntatie en hoogte kunnen echter niet worden
geregeld en de drone kan niet naar links of rechts worden gevlogen. Acceleratie gebruikt meer
kracht. De drone kan geen obstakels vermijden als de vliegsnelheid de eectieve detectiesnelheid
overschrijdt. Wanneer u voorwaarts vliegt in RTH, remt de drone, blijft hij op zijn plaats zweven en
verlaat hij RTH als de pitchstick helemaal naar beneden wordt getrokken. De drone kan worden
bestuurd nadat de pitchstick is losgelaten.
Bij het opstijgen in RTH stopt de drone met opstijgen en verlaat hij RTH als de gasstick helemaal
naar beneden wordt getrokken. De drone kan worden bestuurd nadat de gasstick is losgelaten.
Wanneer u voorwaarts vliegt in RTH, remt de drone, blijft hij op zijn plaats zweven en verlaat RTH
als de pitchstick helemaal naar beneden wordt getrokken. De drone kan worden bestuurd nadat de
pitchstick is losgelaten.
Als de drone tijdens RTH de maximale hoogte bereikt terwijl deze stijgt, stopt de drone en keert deze
terug naar de thuisbasis op de huidige hoogte.
De drone blijft op zijn plaats zweven als deze zijn maximale hoogte bereikt terwijl hij opstijgt, nadat hij
obstakels voor zich heeft gedetecteerd.
Tijdens Rechte Lijn RTH kunnen de snelheid, de hoogte en de richting van de drone worden
bestuurd met de afstandsbediening als het signaal van de afstandsbediening normaal is. De oriëntatie van de drone en de vliegrichting kunnen echter niet worden bediend. De drone kan geen
obstakels vermijden als de pitchstick wordt gebruikt om te versnellen en als de vliegsnelheid hoger is
dan de eectieve detectiesnelheid.
RTH bij laag accuniveau
De RTH bij laag accuniveau wordt geactiveerd wanneer de capaciteit van de Intelligent Flight Battery is
gedaald tot een punt waarbij een veilige terugkeer van de drone in gevaar kan komen. Laat de drone onmiddellijk terugkeren of landen wanneer hierom wordt gevraagd.
Om onnodig gevaar als gevolg van onvoldoende stroom te voorkomen, berekent de drone automatisch of de accuspanning voldoende is om terug te keren naar de thuisbasis op basis van de huidige positie,
omgeving en vliegsnelheid. Er verschijnt een waarschuwingsmelding in DJI Fly wanneer het accuniveau
laag is en de drone alleen RTH bij laag accuniveau kan ondersteunen.
De gebruiker kan RTH afbreken door op de RTH-knop of de vliegpauzeknop op de afstandsbediening
te drukken. Als RTH wordt afgebroken na een waarschuwing voor laag accuniveau, is de Intelligent Flight Battery mogelijk niet voldoende geladen om de drone veilig te laten landen. Hierdoor kan de drone neerstorten of zoekraken.
De drone landt automatisch als het huidige accuniveau de drone alleen lang genoeg kan ondersteunen
om vanaf zijn huidige hoogte te dalen. Automatisch landen kan niet worden geannuleerd, maar de afstandsbediening kan worden gebruikt om de richting en dalingssnelheid van de drone tijdens het
landen te wijzigen. De gashendel kan worden gebruikt om de opstijgsnelheid met 1 m/s te verhogen als er voldoende vermogen is. De gashendel kan niet worden gebruikt om de klimsnelheid te verhogen en
de drone zal landen als er geen vermogen meer is.
Zoek tijdens de automatische landing zo snel mogelijk een geschikte plek om het vliegtuig te laten
landen. De drone valt als er geen vermogen meer is.
Uitvalbeveiligde RTH
Als de thuisbasis met succes is geregistreerd en het kompas normaal functioneert, wordt de uitvalbeveiligde RTH automatisch geactiveerd nadat het signaal vanaf de afstandsbediening langer dan
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
18
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
zes seconden weggevallen is. Houd er rekening mee dat de actie die de drone uitvoert wanneer de
afstandsbediening verloren gaat, moet worden ingesteld op Return to Home in DJI Fly.
Wanneer de verlichting voldoende is en de zichtsystemen normaal werken, geeft DJI Fly het RTH-pad
weer dat door de drone werd gegenereerd voordat het signaal van de afstandsbediening verloren ging
en keert deze met Geavanceerde RTH overeenkomstig de RTH-instellingen terug naar de thuisbasis. De
drone blijft in RTH, zelfs als het signaal van de afstandsbediening is hersteld.
Wanneer de verlichting niet voldoende is en de zichtsystemen niet beschikbaar zijn, gaat de drone naar de oorspronkelijke RTH-route.
Oorspronkelijke RTH-routeprocedure:
1. De drone remt en hangt stil op zijn plaats.
2. a. Als de drone zich verder dan 50 m van de thuisbasis bevindt, past de drone zijn oriëntatie aan en
vliegt 50 m achteruit op de oorspronkelijke vliegroute voordat hij in de Straight Line RTH gaat.
b. Als de drone zich meer dan 5 m maar minder dan 50 m van de thuisbasis bevindt, gaat hij over
op de rechte lijn RTH.
c. De drone landt onmiddellijk wanneer hij minder dan 5 m van de thuisbasis is verwijderd wanneer
RTH begint.
3. De drone landt en de motoren stoppen na het bereiken van de thuisbasis.
De drone blijft in Straight Line RTH, zelfs als het signaal van de afstandsbediening tijdens de RTH van
de oorspronkelijke route wordt hersteld.
Als de RTH wordt geactiveerd via DJI Fly en de drone zich verder dan 5 m van de thuisbasis bevindt,
verschijnt er in de app een melding om een landingsoptie te selecteren.
De drone kan wellicht niet normaal naar de thuisbasis terugkeren wanneer het GNNS-signaal zwak
of niet beschikbaar is. De drone kan in de ATTI-modus terechtkomen als het GNSS-signaal zwak of niet beschikbaar wordt na het activeren van uitvalbeveiligde RTH. De drone zal een tijdje op zijn
plaats blijven zweven voordat hij landt.
Het is belangrijk om vóór elke vlucht een geschikte RTH-hoogte in te stellen. Start DJI Fly en stel
vervolgens de RTH-hoogte in. De standaard RTH-hoogte is 100 m.
De drone kan obstakels tijdens uitvalbeveiligde RTH niet vermijden als de zichtsystemen niet
beschikbaar zijn.
GEO-zones kunnen de RTH beïnvloeden. Vermijd vliegen in de buurt van GEO-zones.
De drone kan mogelijk niet naar een thuisbasis terugkeren wanneer de windsnelheid te hoog is. Vlieg
daarom voorzichtig.
Wees u bewust van kleine of fijne voorwerpen (zoals boomtakken of hoogspanningsleidingen)
of transparante voorwerpen (zoals water of glas) tijdens RTH. Verlaat RTH en bedien de drone
handmatig in geval van nood.
RTH is mogelijk niet beschikbaar in sommige omgevingen, zelfs als de zichtsystemen werken. De
drone verlaat RTH in dergelijke gevallen.
Landingsbescherming
Landingsbescherming wordt geactiveerd tijdens Smart RTH. Wanneer de drone begint te landen, wordt landingsbescherming ingeschakeld.
1. Tijdens landingsbescherming zal de drone automatisch een geschikte landingsplaats detecteren en voorzichtig landen.
2. Als de grond ongeschikt voor de landing wordt bevonden, blijft de drone in de lucht en wacht deze op bevestiging van de piloot.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
19
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
3. Als de landingsbeveiliging niet operationeel is, geeft DJI Fly een landingsmelding weer wanneer de
drone tot onder de 0,5 meter daalt. Trek de gashendel omlaag of gebruik de schuif voor om de drone automatisch te laten landing.
Precisielanding
De drone scant automatisch en probeert tijdens RTH de onderstaande terreinkenmerken te koppelen. De drone landt wanneer het huidige terrein overeenkomt met de thuisbasis. Er verschijnt een melding in DJI Fly als de koppeling van het terrein mislukt.
Tijdens precisielanding wordt landingsbescherming geactiveerd.
De goede werking van de precisielanding is afhankelijk van de volgende voorwaarden:
a. De thuisbasis moet bij het opstijgen worden vastgelegd en mag tijdens de vlucht niet worden
gewijzigd. Anders heeft de drone geen gegevens over de terreinkenmerken van de thuisbasis.
b. Tijdens de start moet de drone verticaal tot ten minste 7 m opstijgen alvorens horizontaal te
bewegen.
c. De terreinkenmerken van de thuisbasis moeten grotendeels ongewijzigd blijven.
d. De terreineigenschappen van de thuisbasis moeten voldoende onderscheidend zijn. Terreinen
zoals besneeuwde gebieden zijn niet geschikt.
e. De lichtomstandigheden mogen niet te licht of te donker zijn.
Tijdens een precisielanding zijn de volgende acties beschikbaar:
a. Druk de gashendel omlaag om de landing te versnellen.
b. Beweeg de joysticks in een willekeurige richting behalve de gashendelrichting, om de
precisielanding te stoppen. Nadat de joysticks zijn losgelaten, landt de drone verticaal.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
20
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
0.5-20 m

Zichtsystemen en infrarooddetectiesysteem

De DJI Mavic 3 is zowel met een infrarooddetectiesysteem als met voorwaartse, achterwaartse,
bovenwaartse en neerwaartse zichtsystemen uitgerust.
De systemen voor opwaarts en neerwaarts zicht bestaan elk uit twee camera's en de systemen voor
voorwaarts, achterwaarts en lateraal zicht bestaan in totaal uit vier camera's.
Het infrarooddetectiesysteem bestaat uit twee 3D-infraroodmodules. Het neerwaarts zichtsysteem en
het infrarooddetectiesysteem helpen de drone om zijn huidige positie te behouden, nauwkeuriger stil te hangen en om binnenshuis of in andere omgevingen waarin geen GNNS-signaal beschikbaar is te vliegen.
Bovendien verbetert het extra bodemlicht aan de onderkant van de drone het zicht voor het neerwaartse
zichtsysteem bij weinig licht.
Horizontaal omnidirectioneel zichtsysteem
Opwaarts zichtsysteem
Infrarooddetectiesysteem
Extra bodemverlichting
Neerwaarts zichtsysteem
Horizontaal omnidirectioneel
zichtsysteem
Detectiebereik
Voorwaarts zichtsysteem
Precisiemeetbereik: 0,5-20 m; FOV: 90° (horizontaal), 103° (verticaal)
Achterwaarts zichtsysteem
Precisiemeetbereik: 0,5-16 m; FOV: 90° (horizontaal), 103° (verticaal)
Systeem voor lateraal zicht
Precisiemeetbereik: 0,5-25 m; FOV: 90° (horizontaal), 85° (verticaal)
Opwaarts zichtsysteem
Precisiemeetbereik: 0,2-10 m; FOV: 100° (voor en achter), 90° (links en rechts)
Neerwaarts zichtsysteem
Precisiemeetbereik: 0,3-18 m; FOV: 130° (voor en achter), 160° (links en rechts). Het neerwaartse
zichtsysteem werkt het best wanneer de drone op een hoogte van 0,5 tot 30 meter vliegt.
90°
0.5-25 m
90° 90°
90°
90° 90°
0.5-16 m
90°
90°
0.5-25 m
103°
100°
0.5-30 m
0.2-10 m
130°130°
103°
85°
90°
90°
85°
160°
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
21
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Het gebruik van de zichtsystemen
Wanneer GNNS niet beschikbaar is, wordt het neerwaartse zichtsysteem ingeschakeld als het oppervlak
een duidelijke textuur heeft en er voldoende licht is.
Als de drone in de Normale stand of de Cine-stand staat en vermijden van obstakels wordt ingesteld op Bypass of Break, worden de voorwaartse, achterwaartse, laterale en bovenwaartse zichtsystemen automatisch geactiveerd wanneer de drone wordt ingeschakeld. Met behulp van de voorwaartse, achterwaartse, laterale en bovenwaartse zichtsystemen kan de drone bij het detecteren van obstakels
actief remmen. De voorwaartse, achterwaartse, laterale en bovenwaartse zichtsystemen werken het best met voldoende verlichting en duidelijk gemarkeerde of gestructureerde obstakels. Vanwege de
traagheid moeten gebruikers de drone remmen binnen een redelijke afstand.
De zichtsystemen hebben een beperkt vermogen om obstakels te detecteren en te vermijden en de
prestaties kunnen door de omgeving worden beïnvloed. Zorg ervoor dat u de drone in zicht houdt en let op de meldingen in DJI Fly.
De neerwaartse zichtsystemen werken het beste wanneer de drone op een hoogte van 0,5 tot
30 meter vliegt. Extra voorzichtigheid is geboden als de hoogte van het vliegtuig meer dan 30 m bedraagt, aangezien de zichtsystemen kunnen worden beïnvloed.
Het hulponderlicht kan in DJI Fly worden ingesteld. Als Auto is ingesteld, wordt het automatisch
ingeschakeld als het omgevingslicht te zwak is. De prestaties van de camera's van het zichtsysteem kunnen worden beïnvloed wanneer het hulponderlicht is ingeschakeld. Vlieg voorzichtig als het
GNSS-signaal zwak is.
De zichtsystemen werken mogelijk niet goed wanneer de drone in de buurt van water of met sneeuw
bedekte gebieden vliegt. Daarom kan de drone het water eronder mogelijk niet actief vermijden bij het landen. Zorg ervoor dat u de drone in zicht houdt en let op de meldingen in DJI Fly.
De zichtsystemen kunnen niet correct werken boven oppervlakken die GEEN duidelijke variaties in
patroon hebben. De zichtsystemen kunnen in de volgende situaties niet goed functioneren. Bestuur
de drone voorzichtig.
a. Bij het vliegen boven oppervlakken die uit één kleur bestaan (bijv. volkomen zwart, volkomen wit,
volkomen groen).
b. Bij het vliegen boven oppervlakken met hoge reectie.
c. Bij het vliegen boven water of transparante oppervlakken. d. Bij het vliegen boven bewegende oppervlakken of objecten. e. Bij het vliegen in een gebied waarin de verlichting vaak of drastisch verandert.
f. Bij het vliegen boven extreem donkere (< 10 lux) of heldere (> 40.000 lux) oppervlakken. g. Bij het vliegen over oppervlakken die infraroodgolven sterk reflecteren of absorberen (bijv.
spiegels). h. Bij het vliegen over oppervlakken zonder duidelijke patronen of textuur. i. Bij het vliegen boven oppervlakken met identiek herhalende patronen of structuren (bijvoorbeeld
tegels met hetzelfde ontwerp). j. Bij het vliegen over obstakels met kleine oppervlakken (bijv. takken van bomen).
Zorg dat de sensoren altijd schoon zijn. Manipuleer de sensoren NIET. Gebruik de drone NIET in
stoge of vochtige omgevingen.
Camera's van het Vision System moeten mogelijk worden gekalibreerd nadat ze voor een langere
periode zijn opgeslagen. Er verschijnt een melding in DJI Fly en de kalibratie wordt automatisch
uitgevoerd.
VLIEG NIET als het regenachtig of mistig is of als er geen helder zicht is.
Controleer vóór elke start het volgende:
a. Zorg dat stickers of andere obstakels de sensoren van de infrarooddetectie en zichtsystemen niet
blokkeren.
b. Verwijder eventueel aanwezig vuil, stof of water op de infrarooddetectie- en zichtsystemen met
een zachte doek. Gebruik geen alcoholhoudende reinigingsmiddelen.
c. Neem contact op met de DJI Support als het glas van de infrarooddetectie- of zichtsystemen
beschadigd zijn.
Blokkeer het infrarooddetectiesysteem NIET.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
22
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3

Intelligent Flight Mode

FocusTrack
FocusTrack bevat Spotlight 2.0, Active Track 5.0 en Point of Interest 3.0.
Spotlight 2.0
Bedien de drone handmatig terwijl de camera op het onderwerp vergrendeld blijft. De modus
ondersteunt zowel statische als bewegende objecten, zoals voertuigen, boten en mensen. Beweeg de joystick voor het rollen om het object te omcirkelen, beweeg de joystick voor het hellen om de afstand tot het object te veranderen, beweeg de gashendel om de hoogte te veranderen en beweeg de joystick voor de richting om het kader aan te passen.
In de Spotlight-modus zweeft de drone op zijn plaats wanneer er een obstakel wordt gedetecteerd en
de zichtsystemen normaal werken, ongeacht of het gedrag in DJI Fly op Bypass of Brake is ingesteld.
Let op: in de Sport-modus zijn de zichtsystemen uitgeschakeld.
Point of Interest 3.0 (POI 3.0)
De drone volgt het object in een cirkel op basis van de ingestelde straal en vliegsnelheid. De modus ondersteunt zowel statische als bewegende objecten, zoals voertuigen, boten en mensen. De maximale vliegsnelheid is
15 m/s en de vliegsnelheid kan op basis van de werkelijke radius dynamisch worden aangepast. Beweeg de joystick om de snelheid te wijzigen, de pitch-joystick om de afstand tot het onderwerp te wijzigen, de gashendel om de hoogte te wijzigen, en de pan-joystick om het kader aan te passen.
Wanneer de zichtsystemen normaal werken omzeilt de drone in deze modus obstakels, ongeacht de
instellingen in DJI Fly.
ActiveTrack 5.0
ActiveTrack 5.0 is onderverdeeld in Trace en Parallel, waarmee zowel stilstaande als bewegende
onderwerpen zoals voertuigen, boten en mensen kunnen worden gevolgd. In de Sport-, Normaal- en
Cine-modus is de maximale vliegsnelheid 12 m/s bij het vooruit en achteruit vliegen en 15 m/s bij het
naar links en rechts vliegen. Beweeg de roll-joystick om het onderwerp te omcirkelen, de pitch-joystick om de afstand tot het onderwerp te veranderen, de gashendel om de hoogte te veranderen, en de pan­joystick om het kader aan te passen.
De drone omzeilt in ActiveTrack 5.0 obstakels, ongeacht de instellingen in DJI Fly.
Volgen: De drone volgt het onderwerp op een constante afstand en hoogte met een constante hoek in de richting van het onderwerp. De drone kan onderwerpen in acht richtingen volgen, waaronder
voor, achter, links, rechts, voor diagonaal links, voor diagonaal rechts, achter diagonaal links en achter
diagonaal rechts. De richting is standaard op terug ingesteld en deze instelling is alleen beschikbaar als het onderwerp in een stabiele richting beweegt. De volgrichting kan tijdens het volgen worden aangepast.
Parallel: De drone volgt het object onder een constante hoek en afstand vanaf de zijkant.
In ActiveTrack houdt de drone bij het volgen van mensen een afstand van 4-20 m aan met een hoogte
van 2-20 m (de optimale afstand is 5-10 m en de hoogte is 2-10 m), en bij het volgen van voertuigen of boten een afstand van 6-100 m met een hoogte van 6-100 m (de optimale afstand is 20-50 m en de hoogte is 10-50 m). De drone vliegt naar het ondersteunde afstands- en hoogtebereik als de afstand en hoogte buiten het bereik vallen wanneer ActiveTrack begint. Vlieg met de drone op de optimale afstand
en hoogte voor de beste prestaties.
FocusTrack gebruiken
1. Opstijgen.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
23
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
4K 30
108 m
108 m
1.6m/s
DD
164.0 m164.0 m
7.9m/s
HH
POI
只能放置在控件右侧。在控件末尾或选中时消失。
Spotline
GO
In Flight
12
26
06:21
4K 30
Storage
EVEVEV
RES&FPS
4K 60
+0.7
108 m
108 m
1.6m/s
DD
164.0 m164.0 m
7.9m/s
HH
20
POI
只能放置在控件右侧。在控件末尾或选中时消失。
Spotline
GO
L
B
F
R
In Flight
06:21
4K 30
Storage
EVEVEV
RES&FPS
4K 60
+0.7
12
26
2. Sleep een vak rond het onderwerp in de cameraweergave of schakel Subject Scanning (Proefpersoon scannen) in onder Control settings (Controle-instellingen) in DJI Fly Control en tik op het herkende onderwerp om FocusTrack in te schakelen. De standaardstand is Spotlight. Tik op het pictogram om tussen Spotlight, ActiveTrack en POI te schakelen. FocusTrack ondersteunt 2x zoom. De
zoomverhouding wordt beperkt als deze te groot is om een onderwerp te herkennen. Tik op GO om FocusTrack te starten.
Mode N
80
12 26
20
3. In Trace of ActiveTrack kan de volgrichting met behulp van het richtingswiel worden gewijzigd. Het richtingswiel wordt geminimaliseerd als deze gedurende langere tijd niet wordt bediend of als er op een
ander gebied van het scherm wordt getikt. Trace of Parallel kunnen worden geselecteerd zodra het richtingswiel is geminimaliseerd. De tracering wordt teruggezet zodra Trace opnieuw is geselecteerd.
Mode N
80
12 26
20
4. Tik op de sluiter-/opnameknop om foto’s te maken of de opname te starten. Bekijk de beelden in
Playback (Afspelen).
FocusTrack verlaten
Tik op Stop in DJI Fly of druk eenmaal op de vliegpauzeknop op de afstandsbediening om FocusTrack
te verlaten.
Gebruik FocusTrack NIET in gebieden waar mensen en dieren lopen of voertuigen in beweging zijn.
Gebruik FocusTrack NIET in gebieden met kleine of fijne objecten (bijv. takken van bomen of
hoogspanningslijnen) of transparante objecten (bijv. water of glas).
24
©
De drone handmatig bedienen. In noodgevallen drukt u op de vliegpauzeknop of tikt u op stop in DJI Fly.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
24
24
17
20
Start
Wees extra voorzichtig wanneer u in een van de volgende situaties FocusTrack gebruikt:
a. Het gevolgde object beweegt niet in een horizontaal vlak. b. Het gevolgde object verandert tijdens het bewegen drastisch van vorm. c. Het gevolgde object is voor langere tijd uit het zicht. d. Het gevolgde object beweegt over een besneeuwd oppervlak.
e. De kleur of patroon van het gevolgde object is vergelijkbaar met die van de omgeving. f. De belichting extreem zwak (< 300 lux) of sterk (> 10.000 lux) is.
Houd u tijdens het gebruik van FocusTrack aan de lokale privacywetgeving en regelgeving.
Het wordt aanbevolen om alleen voertuigen, boten en mensen te volgen (maar geen kinderen). Vlieg
voorzichtig wanneer u andere objecten volgt.
In ondersteunde bewegende onderwerpen verwijzen voertuigen naar auto's en kleine tot middelgrote
jachten.
Volg geen afstandbediende modelauto of boot.
Het gevolgde object kan onbedoeld wisselen naar een ander object als ze elkaar dichtbij passeren.
FocusTrack is uitgeschakeld in de Verkenmodus bij gebruik van een ND-lter, of bij opnamen in 5.1 K
en hoger of 120 fps en hoger, en Apple ProRes 422 HQ/422/422LT.
ActiveTrack is niet beschikbaar wanneer de verlichting onvoldoende is en de zichtsystemen niet
beschikbaar zijn. POI voor statische onderwerpen en Spotlight kan nog steeds worden gebruikt,
maar obstakeldetectie is niet beschikbaar. FocusTrack is niet beschikbaar wanneer de drone op de grond staat. FocusTrack functioneert mogelijk niet goed wanneer het vliegtuig in de buurt van de vluchtlimieten of
in een GEO-zone vliegt.
MasterShots
MasterShots houdt het onderwerp in het midden van het beeld terwijl het verschillende manoeuvres achter elkaar uitvoert om een korte video te maken.
MasterShots gebruiken
1. Stijg op en blijf ten minste 2 meter boven de grond stilhangen.
2 m
2. Tik in DJI Fly op het pictogram opnamestand om MasterShots te selecteren en volg de instructies.
Zorg ervoor dat u begrijpt hoe de opnamestand moet worden gebruikt en dat er geen obstakels in de omgeving zijn.
3. Selecteer uw doelobject in de cameraweergave door op de cirkel op het object te tikken of een
kader rond het object te slepen. Tik op Start om de opname te starten. De drone vliegt terug naar zijn oorspronkelijke positie zodra de opname is voltooid.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
25
©
Mode N
In-Flight
80
17
Photo
Video
Super Shot
Timelapes
20
1x
AF
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
24
24
17
20
4. Tik op om de video te openen.
MasterShots verlaten
Druk eenmaal op de vliegpauze-knop of tik op in DJI Fly om MasterShots te verlaten. De drone
hangt stil op zijn plaats.
Gebruik MasterShots op locaties waar geen gebouwen of andere obstakels aanwezig zijn. Zorg
ervoor dat er zich geen personen, dieren of andere obstakels in de vliegroute bevinden. Wanneer de
verlichting voldoende is en de omgeving geschikt is voor zichtsystemen, remt en zweeft de drone op
zijn plaats als er een obstakel wordt gedetecteerd.
Let op objecten rondom de drone en gebruik de afstandsbediening om botsingen met de drone te
voorkomen.
Gebruik MasterShots NIET in een van de volgende situaties:
a. Wanneer het object langere tijd geblokkeerd wordt of buiten zicht is.
b. Wanneer het object dezelfde kleur of structuur heeft als de omgeving.
c. Wanneer het object zich in de lucht bevindt.
d. Wanneer het object snel beweegt.
e. De belichting extreem zwak (< 300 lux) of sterk (> 10.000 lux) is.
Gebruik MasterShots NIET op locaties in de buurt van gebouwen of waar het GNNS-signaal zwak is.
Anders wordt de vliegroute instabiel.
Houd u tijdens het gebruik van MasterShots aan de lokale privacywetgeving en regelgeving.
Hyperlapse
Hyperlapse-opnamestanden zijn onder meer Vrij, Cirkel, Koersvergrendeling en Waypoint.
Mode N
In-Flight
80
17
Free
Circle
Course
12400:10:20
Photo
Video
Super Shot
Timelapes
20
1x
AF
Vrij
De drone maakt automatisch foto’s en genereert een timelapse-video. De vrije stand kan worden
gebruikt terwijl de drone op de grond staat. Regel na het opstijgen met de afstandsbediening de
bewegingen en de gimbalhoek van de drone. Volg de onderstaande stappen om Vrij te gebruiken:
1. Stel de intervaltijd, videoduur en maximale snelheid in. Het scherm toont het aantal foto’s dat zal
worden gemaakt en de lengte van de opnametijd.
2. Tik op de sluiter-/opnameknop om te beginnen.
Cruisecontrole: Stel de functie van de aanpasbare knop (C1 of C2 voor DJI RC Pro en Fn-knop voor DJI RC-N1-afstandsbediening) in op cruisecontrol en druk de aanpasbare knop en de controlestick
tegelijkertijd in om de cruisecontrol in te schakelen. Het vliegtuig zal met dezelfde snelheid blijven vliegen.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
26
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Cirkel
De drone vliegt rond het geselecteerde doel om een timelapse-video te genereren en maakt daarbij automatisch foto’s. Volg de onderstaande stappen om Cirkel te gebruiken:
1. Stel de intervaltijd, videoduur en maximale snelheid in. Cirkel kan worden ingesteld om met de klok
mee of tegen de klok in te gaan. Het scherm toont het aantal foto’s dat zal worden gemaakt en de lengte van de opnametijd.
2. Selecteer een doel op het scherm. Gebruik het gimbalwiel en de pan-joystick om het kader aan te passen.
3. Tik op de sluiter-/opnameknop om te beginnen.
Koersvergrendeling
Koersvergrendeling kan op twee manieren worden gebruikt. Op de eerste manier is de oriëntatie van
de drone vast, maar kan er geen object worden geselecteerd. Op de tweede manier is de oriëntatie
van de drone vast en vliegt de drone rond een geselecteerd object. Volg de onderstaande stappen om Koersvergrendeling te gebruiken:
1. Stel de intervaltijd, videoduur en maximale snelheid in. Het scherm toont het aantal foto’s dat zal
worden gemaakt en de lengte van de opnametijd.
2. Stel een vliegrichting in.
3. Selecteer indien van toepassing een object. Gebruik het gimbalwiel en de joystick voor de richting om het kader aan te passen.
4. Tik op de sluiter-/opnameknop om te beginnen.
Waypoints
De drone maakt automatisch foto’s op een vliegroute van twee tot vijf waypoints en genereert een timelapse-video. De drone kan in volgorde van waypoint 1 tot 5 of 5 tot 1 vliegen. Volg de onderstaande
stappen om Waypoints te gebruiken.
1. Stel de gewenste waypoints in.
2. Stel de intervaltijd, videoduur en maximale snelheid in. Het scherm toont het aantal foto’s dat zal
worden gemaakt en de lengte van de opnametijd.
3. Tik op de sluiterknop om te beginnen.
De drone genereert automatisch een timelapse-video, die te bekijken is in afspelen. Gebruikers kunnen Uitvoerkwaliteit en Fototype selecteren op de pagina Systeeminstellingen-Camera in DJI Fly. Mavic 3 ondersteunt de snelle samenstellingsfunctie van Hyperlapse. Selecteer "Voorbeeld" in de uitvoerkwaliteit. Mavic 3 voert geen stabilisatie en vereening van helderheid uit, maar synthetiseert alleen de eect­previewlm, waardoor u op samenstellingstijd kunt besparen. Gebruikers kunnen de oorspronkelijke lm later synthetiseren tot een hoogwaardige lm.
Voor optimale prestaties wordt aanbevolen om Hyperlapse te gebruiken op een hoogte boven de
50 m en een verschil van minimaal twee seconden tussen de intervaltijd en de sluiter in te stellen.
Het wordt aanbevolen om op een veilige afstand van de drone (meer dan 15 m) een statisch object
(bijv. hoge gebouwen, bergachtig terrein) te selecteren. Selecteer geen object dat zich te dicht bij de
drone bevindt.
Wanneer de verlichting voldoende is en de omgeving geschikt is voor zichtsystemen, remt en zweeft
de drone op zijn plaats als tijdens een hyperlapse een obstakel wordt gedetecteerd. Als de verlichting onvoldoende wordt of de omgeving niet geschikt is voor zichtsystemen tijdens een hyperlapse, zal
de drone beeld blijven registreren zonder obstakels te vermijden. Vlieg daarom voorzichtig.
De drone genereert alleen een video als deze minimaal 25 foto’s heeft gemaakt, wat het benodigde
aantal is om een video van één seconde te genereren. De video wordt gegenereerd wanneer er vanaf
de afstandsbediening een opdracht wordt gegeven of als de modus onverwacht wordt verlaten, bijvoorbeeld wanneer RTH met lage batterijspanning wordt geactiveerd.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
27
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
QuickShots
De opnamestanden van QuickShot zijn: Raket, Dronie, Cirkel, Spiraal, Boomerang en Asteroid. De Mavic 3 neemt op volgens de geselecteerde opnamestand en maakt automatisch een korte video. De
video kan via afspelen worden bekeken, bewerkt of gedeeld op sociale media.
Dronie: De drone vliegt achteruit en omhoog, met de camera op het object gericht.
Raket: De drone stijgt op met de camera naar beneden gericht.
Cirkel: De drone vliegt rondjes rondom het object.
Spiraal: De drone stijgt en draait rond het object.
Boomerang: De drone vliegt in een ovale route rond het onderwerp, stijgt op terwijl het wegvliegt
van het startpunt en daalt terwijl het terugvliegt. Het startpunt van de drone vormt het ene uiteinde van de lange as van het ovaal, terwijl het andere uiteinde van de lange as zich aan de andere kant van het object vanaf het startpunt bevindt. Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is bij gebruik van Boomerang. Zorg voor een straal van minimaal 30 meter rond de drone en minimaal 10 meter ruimte boven de drone.
Asteroid: De drone vliegt achteruit en omhoog, maakt meerdere foto’s en vliegt vervolgens terug naar het startpunt. De gegenereerde video begint met een panorama vanaf de hoogste positie
en toont vervolgens de daling. Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is bij gebruik van Asteroid. Zorg voor minimaal 40 m achter en 50 m ruimte boven de drone.
Het gebruik van QuickShots
1. Stijg op en blijf ten minste 2 meter boven de grond stilhangen.
2 m
2. Tik in DJI Fly op het pictogram opnamestand om QuickShots te selecteren en volg de instructies.
Zorg ervoor dat u begrijpt hoe de opnamestand moet worden gebruikt en dat er geen obstakels in de omgeving zijn.
3. Selecteer uw doelobject in de cameraweergave door op de cirkel op het object te tikken of een
kader rond het object te slepen. Kies een opnamestand en tik op Start om met opnemen te
beginnen.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
28
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
1014.4m
1.6m/s1.6m/s
DD
126m126m
7.9m/s7.9m/s
HH
Start
24
24
17
20
In-Flight
Mode N
06:21
4K 30
Storage
EVEVEV
RES&FPS
4K 60
+0.7
80
17
Rocket
Dronie
Circle
Photo
Video
QuickShots
Hyperlapse
20
1014.4m
4. Tik op om de video te openen.
QuickShots verlaten
Druk eenmaal op de vliegpauze-/RTH-knop of tik op in DJI Fly om QuickShots te verlaten. De drone
hangt stil op zijn plaats.
Gebruik QuickShots op locaties waar geen gebouwen of andere obstakels aanwezig zijn. Zorg
ervoor dat er zich geen personen, dieren of andere obstakels in de vliegroute bevinden. De drone
remt en hangt stil op zijn plaats als er een obstakel wordt gedetecteerd.
Let op objecten rondom de drone en gebruik de afstandsbediening om botsingen met de drone te
voorkomen.
Gebruik QuickShots NIET in een van de volgende situaties:
a. Wanneer het object langere tijd geblokkeerd wordt of buiten zicht is.
b. Wanneer het object zich meer dan 50 meter van de drone bevindt.
c. Wanneer het object dezelfde kleur of structuur heeft als de omgeving.
d. Wanneer het object zich in de lucht bevindt.
e. Wanneer het object snel beweegt.
f. De belichting extreem zwak (< 300 lux) of sterk (> 10.000 lux) is.
Gebruik QuickShots NIET op locaties in de buurt van gebouwen of waar het GNNS-signaal zwak is.
Anders wordt de vliegroute instabiel.
Houd u aan de lokale privacywetgeving en regelgeving tijdens het gebruik van QuickShots.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
29
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Waypoint-vlucht
Met Waypoint-vlucht kan de drone tijdens een vlucht beelden vastleggen volgens de route van de waypoint-vlucht die door de vooraf ingestelde waypoints wordt gegenereerd. Aan de waypoints kunnen
Points of Interest (POI) gekoppeld worden. De koers zal tijdens de vlucht naar de POI wijzen. Een
waypoint-vluchtroute kan worden opgeslagen en herhaald.
Waypoint-vlucht gebruiken
1. Waypoint-vlucht inschakelen
Tik op het pictogram Waypoint-vlucht links van de cameraweergave in DJI Fly om Waypoint-vlucht
in te schakelen.
2. Waypoint-instellingen
Waypoint vastpinnen
Waypoints kunnen worden vastgepind via de kaart voordat u opstijgt.
Waypoints kunnen worden vastgepind via de afstandsbediening, het bedieningspaneel en de kaart na het opstijgen van de drone, GNSS is vereist.
a. De afstandsbediening gebruiken: Druk eenmaal op de Fn-knop (RC-N1) of C1-knop (DJI RC/DJI
RC Pro) om een waypoint vast te pinnen.
b. Het bedieningspaneel gebruiken: Tik op + op het bedieningspaneel om een waypoint vast te
pinnen.
c. De kaart gebruiken: Ga naar de kaart en tik erop om een waypoint vast te pinnen. De
standaardhoogte van een waypoint via de kaart is ingesteld op 50 m.
Druk op een waypoint en houd deze ingedrukt om de positie op de kaart te verplaatsen.
Bij het instellen van waypoints wordt aanbevolen om naar de locatie te vliegen voor een nauwkeuriger en soepeler beeldresultaat tijdens de waypoint-vlucht.
De horizontale GNSS van de drone, de hoogte vanaf het opstijgpunt, de koers, de brandpuntsafstand
en de gimbalkanteling worden geregistreerd als het waypoint wordt vastgepind via de afstandsbediening en het bedieningspaneel.
Verbind de afstandsbediening met het internet en download de kaart voordat u de kaart gebruikt
om een waypoint vast te pinnen. Wanneer het waypoint via de kaart wordt gepind, kan alleen de horizontale GNSS van de drone worden vastgelegd.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
30
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
De vliegroute buigt tussen de waypoints en de hoogte van de drone kan tijdens de vliegroute
afnemen. Zorg ervoor dat u obstakels hieronder vermijdt bij het instellen van een waypoint.
Instellingen
Tik op het waypoint-nummer voor instellingen zoals camera-actie, hoogte, snelheid, koers, gimbalkanteling, zoom en zweeftijd.
Camera-actie Kies tussen Niet, Foto maken, Opname starten of Opname stoppen.
Hoogte Stel de hoogte in vanaf het startpunt. Zorg ervoor dat u op dezelfde hoogte
opstijgt om betere prestaties te verkrijgen wanneer een Waypoint-vlucht wordt herhaald.
Snelheid De vliegsnelheid kan worden ingesteld op Algemene snelheid of Aangepast.
Wanneer Algemene snelheid wordt gekozen vliegt de drone met dezelfde snelheid tijdens de waypoint-vluchtroute. Wanneer Aangepast wordt gekozen versnelt of vertraagt de drone met een constante snelheid wanneer het tussen
de waypoints vliegt. De vooraf ingestelde snelheid wordt bereikt wanneer de
drone zich op het waypoint bevindt.
Koers Kies tussen Volgkoers, POI, Aangepast en Handmatig.
Aangepast: Versleep de balk om de koers aan te passen. De koers kan worden
bekeken in de kaartweergave.
Handleiding: De koers kan door de gebruiker tijdens een Waypoint-vlucht
worden aangepast.
Gimbalkanteling Kies tussen POI, Aangepast en Handmatig.
POI: Tik op het POI-nummer om de camera naar het specieke POI te richten.
Aangepast: Versleep de balk om de gimbalkanteling aan te passen.
Handleiding: De gimbalkanteling kan door de gebruiker tijdens een Waypoint-
vlucht worden aangepast.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
31
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Zoom Kies tussen Automatisch, Digitaal zoomen en Handmatig.
Automatisch: De zoomverhouding wordt door de drone aangepast wanneer er
tussen twee waypoints wordt gevlogen.
Digitaal: Versleep de balk om de zoomverhouding aan te passen.
Handleiding: De zoomverhouding kan door de gebruiker worden aangepast
tijdens een waypoint-vlucht.
Zweeftijd Stel de duur van de zweeftijd van de drone in op de huidige waypoints.
Alle instellingen behalve de camera-actie kunnen worden toegepast op alle waypoints nadat u Toepassen
op alles hebt geselecteerd. Tik op het pictogram Verwijderen om een waypoint te verwijderen.
3. POI-instellingen
Tik op POI op het bedieningspaneel om over te schakelen naar POI-instellingen. Gebruik dezelfde methode om een POI vast te pinnen als bij een waypoint.
Tik op het nummer van de POI om de hoogte van de POI in te stellen. De POI kan aan een waypoint worden gekoppeld. Er kunnen meerdere waypoints aan hetzelfde POI worden gekoppeld, de camera zal tijdens de Waypoint-vlucht naar het POI wijzen.
4. Een Waypoint-vlucht plannen
Tik op om een Waypoint-vlucht te plannen. Tik op Volgende om Algemene snelheid, het gedrag
van Einde van de vlucht, Bij signaalverlies en Startpunt aan te passen. De instellingen zijn van
toepassing op alle waypoints.
5. Een Waypoint-vlucht uitvoeren
Controleer de instellingen voor Obstakelvermijding in de Veiligheidssectie van DJI Fly voordat u
de Waypoint-vlucht uitvoert. Wanneer de drone is ingesteld op bypass of remmen, remt hij en
beweegt hij op zijn plaats als er een obstakel wordt gedetecteerd tijdens de Waypoint-vlucht. De drone kan geen obstakels vermijden wanneer Vermijden van obstakels is uitgeschakeld. Vlieg
voorzichtig.
Observeer de omgeving en zorg ervoor dat er geen obstakels op de route zijn voordat u een Waypoint-vlucht uitvoert.
Zorg ervoor dat u de visuele zichtlijn (VLOS) met de drone handhaaft. Druk in een noodsituatie op
de vliegpauzeknop.
• Tik op GO om de Waypoint-vluchttaak te uploaden. Tik op de -knop om het uploadproces te
annuleren en terug te keren naar de status van het bewerken van de Waypoint-vlucht.
• De Waypoint-vluchttaak wordt uitgevoerd na het uploaden, de vluchtduur, waypoints en
afstand en wordt weergegeven in de cameraweergave. De invoer van de joystick verandert de
vliegsnelheid tijdens een Waypoint-vlucht.
• Tik op om de Waypoint-vlucht te pauzeren nadat de taak is begonnen. Tik op om de
Waypoint-vlucht te stoppen en terug te keren naar de status van het bewerken van de waypoint­vlucht. Tik op om door te gaan met de Waypoint-vlucht.
Wanneer het signaal tijdens de vlucht verloren gaat, voert de drone de actie uit die is ingesteld in Bij signaalverlies.
Wanneer de Waypoint-vlucht is voltooid, voert de drone de actie uit die is ingesteld in Einde van vlucht.
6. Bibliotheek
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
32
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Bij het plannen van een Waypoint-vlucht wordt de taak automatisch gegenereerd en elke minuut opgeslagen. Tik op het lijstpictogram aan de linkerkant om naar Bibliotheek te gaan en de taak handmatig op te slaan.
• Tik op het lijstpictogram om de opgeslagen taken te controleren en tik om een taak te openen.
• Tik op het pictogram om de naam van de taak te bewerken.
• Schuif naar links om een taak te verwijderen.
• Tik op het pictogram in de rechterbovenhoek om de volgorde van de taken te wijzigen.
:Taken worden opgeslagen op basis van de tijd.
:Taken worden opgeslagen op basis van de afstand tussen het start-waypoint en de huidige
positie van de drone van kortste naar verste.
7. Waypoint-vlucht verlaten
Tik op het pictogram om Waypoint-vlucht te verlaten. Tik op Opslaan en afsluiten om de taak in de bibliotheek op te slaan en af te sluiten.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
33
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Cruisecontrole
Met de cruisecontrolefunctie kan de drone de invoer van de huidige joystick van de afstandsbediening
vergrendelen wanneer de omstandigheden het toelaten. Vlieg met de snelheid die overeenkomt met de
huidige invoer van de bedieningsstick zonder voortdurend gebruik te maken van de bewegingen van de bedieningsstick, en ondersteun ook meer camerabewegingen zoals omhoog draaien door de invoer van de bedieningsstick te verhogen.
Cruisecontrole gebruiken
1. De cruisecontroleknop instellen
Ga naar DJI Fly, selecteer Systeeminstellingen, Bediening en stel vervolgens de C1- of C2-knop van
de DJI RC-afstandsbediening of de Fn-knop van de RC-N1-afstandsbediening in op Cruise Control.
2. Cruisecontrole invoeren
Duw de bedieningsstok in een willekeurige richting en druk tegelijkertijd op de cruisecontroleknop.
Volgens de input van de controlestick vliegt het vliegtuig met de huidige snelheid. De bedieningsstick kan worden losgelaten en keert automatisch terug naar het midden. Voordat de joystick terugkeert
naar het midden, drukt u nogmaals op de cruisecontroleknop en de drone zal de vliegsnelheid
resetten op basis van de huidige invoer van de joystick. Druk op de bedieningsstick nadat deze
naar het midden is teruggekeerd en het vliegtuig vliegt met de verhoogde snelheid op basis van de
vorige snelheid. Druk in dit geval nogmaals op de cruisecontroleknop en de drone vliegt met hogere
snelheid.
3. Cruisecontrole afsluiten
Druk op de cruisecontroleknop zonder invoer van een joystick, de vluchtpauzeknop van de
afstandsbediening of schakel de cruisecontrole uit om de cruisecontrole te verlaten.
Cruisecontrole is beschikbaar in de modus Normaal, Cine en Sport of APAS, Free Hyperlapse en
Spotlight.
Cruisecontrole kan niet worden gestart zonder invoer van een joystick.
De cruisecontrole kan niet worden gestart of wordt automatisch afgesloten in de buurt van de maximale hoogte of maximale afstand.
De cruisecontrole kan niet worden gestart of wordt automatisch afgesloten wanneer de drone de verbinding met de afstandsbediening of DJI Fly verbreekt.
De cruisecontrole kan niet worden gestart of wordt automatisch afgesloten nadat de drone een
obstakel heeft gedetecteerd en zweeft op zijn plaats.
Tijdens RTH of automatische landing kan de drone de cruisecontrole niet betreden of zal deze automatisch verlaten.
Cruisecontrole wordt automatisch afgesloten wanneer van vluchtmodus wordt gewisseld.
Het vermijden van obstakels in cruisecontrole volgt de huidige vluchtmodus. Vlieg voorzichtig.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
34
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3

Advanced Pilot Assistance Systems (APAS 5.0)

De functie Advanced Pilot Assistance Systems 5.0 (APAS 5.0) is beschikbaar in de Normale en Cine­stand. Wanneer APAS is ingeschakeld, blijft de drone reageren op opdrachten en plant hij zijn route op basis van de joystick-opdrachten en de vliegomgeving. APAS maakt het gemakkelijker om obstakels te
vermijden, vloeiender beeldmateriaal te verkrijgen en geeft een betere vliegervaring.
Blijf de joysticks in alle richtingen bewegen. De drone zal de obstakels vermijden door boven, onder, of links of rechts van het obstakel te vliegen. De drone kan ook reageren op de input van de joystick terwijl
hij obstakels vermijdt.
Wanneer APAS is ingeschakeld, kan de drone worden gestopt door op de vliegpauzeknop op de afstandsbediening te drukken of door te tikken op het scherm in DJI Fly. De drone blijft drie seconden
stilhangen en wacht op verdere opdrachten van de piloot.
Om APAS in te schakelen, opent u DJI Fly. U gaat naar ‘System Settings’ (Systeeminstellingen), dan naar Safety (Veiligheid) waarna u APAS inschakelt.
Selecteer de modus Normaal of Nifty wanneer u Bypass gebruikt. Het vliegtuig is uitgerust met de nifty-modus en kan sneller, soepeler en dichter bij obstakels vliegen, waardoor betere beelden worden verkregen en obstakels worden vermeden. Ondertussen neemt het risico op crashen met de obstakels
toe. Vlieg voorzichtig.
Nifty kan niet normaal werken in de volgende situaties:
1. Wanneer de oriëntatie van de drone snel verandert in de buurt van obstakels bij het gebruik van
Bypass.
2. Wanneer u met hoge snelheid door smalle obstakels zoals luifels of struiken vliegt.
3. Wanneer u vliegt in de buurt van obstakels die te klein zijn om te detecteren.
4. Wanneer u met de propellerbescherming vliegt.
Landingsbescherming
De landingsbeveiliging wordt geactiveerd als de hindernissenvermijding is ingesteld op Bypass of Break
en de gebruiker de gashendel naar beneden trekt om de drone te laten landen. Wanneer de drone begint te landen, wordt landingsbescherming ingeschakeld.
1. Tijdens landingsbescherming zal de drone automatisch een geschikte landingsplaats detecteren en voorzichtig landen.
2. Als wordt vastgesteld dat de grond niet geschikt is om te landen, blijft de drone zweven zodra deze onder de 0,8 m daalt. Trek de gashendel langer dan vijf seconden naar beneden en de drone landt zonder obstakels te vermijden.
Zorg ervoor dat u APAS gebruikt wanneer de zichtsystemen beschikbaar zijn. Verzeker u ervan dat er
zich geen mensen, dieren, objecten met een klein of jn oppervlak (bijv. boomtakken) of voorwerpen met transparante oppervlakken (zoals glas of water) bevinden langs de gewenste vliegroute.
Zorg ervoor dat u APAS gebruikt wanneer het neerwaartse zichtsysteem beschikbaar is of het
GNNS-signaal sterk is. APAS werkt mogelijk niet goed als de drone boven water of een besneeuwd
gebied vliegt.
Wees extra voorzichtig bij het vliegen in extreem donkere (< 300 lux) of heldere (> 10.000 lux)
omgevingen.
Houd DJI Fly in de gaten en zorg dat APAS normaal werkt.
APAS functioneert mogelijk niet goed wanneer het vliegtuig in de buurt van de vluchtlimieten of in
een GEO-zone vliegt.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
35
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3

Vluchtrecorder

Vluchtgegevens, waaronder vluchttelemetrie, statusinformatie over de drone en andere parameters worden automatisch opgeslagen op de ingebouwde datarecorder van de drone. De gegevens zijn toegankelijk met behulp van DJI Assistant 2 (Drones voor consumenten).

QuickTransfer

De Mavic 3 kan via wi rechtstreeks verbinding maken met mobiele apparaten, waardoor gebruikers via DJI Fly foto's en video's van de drone naar het mobiele apparaat kunnen downloaden zonder dat ze een
RC-N1-afstandsbediening nodig hebben. Gebruikers kunnen genieten van snellere en gemakkelijkere downloads met een overdrachtssnelheid tot 80 MB/s.
Gebruik
Methode 1: het mobiele apparaat is niet verbonden met de afstandsbediening
1. Zet de drone aan en wacht tot de zelfdiagnosetests van de drone voltooid zijn.
2. Zorg ervoor dat bluetooth en wifi op het mobiele apparaat zijn ingeschakeld. Start DJI Fly en er
verschijnt automatisch een melding om verbinding te maken met de drone.
3. Tik op Verbinden. Eenmaal succesvol verbonden, kunnen de bestanden in de drone met hoge
snelheid worden benaderd en gedownload.
Methode 2: het mobiele apparaat wordt aangesloten op de afstandsbediening
1. Zorg ervoor dat de drone via de afstandsbediening is aangesloten op het mobiele apparaat en dat de motoren niet zijn gestart.
2. Schakel bluetooth en wi in op het mobiele apparaat.
3. Start DJI Fly, voer het afspelen in en tik op in de rechterbovenhoek om de bestanden in de drone te
downloaden op hoge snelheid.
DJI RC Pro kan QuickTransfer niet ondersteunen.
De maximale downloadsnelheid kan alleen worden bereikt in landen en regio's waar de 5,8 GHz-
frequentie door wet- en regelgeving is toegestaan, bij gebruik van apparaten die de 5,8 GHz-
frequentieband en de wi 6-verbinding ondersteunen, en in een omgeving zonder interferentie of obstructie. Als 5,8 GHz niet is toegestaan volgens de lokale regelgeving (zoals in Japan), zal het
mobiele apparaat van de gebruiker de 5,8 GHz-frequentieband niet ondersteunen of zal de omgeving ernstige interferentie vertonen. Onder deze omstandigheden zal QuickTransfer automatisch
overschakelen naar de 2,4 GHz-frequentieband en zal de maximale downloadsnelheid dalen tot
10 MB/s.
Zorg ervoor dat bluetooth, wi en locatieservice op het mobiele apparaat zijn ingeschakeld voordat u
QuickTransfer gebruikt.
Bij gebruik van QuickTransfer is het niet nodig om het wifi-wachtwoord in te voeren op de
instellingenpagina van het mobiele apparaat om verbinding te maken. Start DJI Fly en er verschijnt
een melding om verbinding te maken met de drone.
Gebruik QuickTransfer in een onbelemmerde omgeving zonder interferentie en blijf uit de buurt van
storingsbronnen zoals draadloze routers, bluetooth luidsprekers of hoofdtelefoons.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
36
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
A B

Propellers

Er zijn twee soorten DJI Mavic 3 Low-Noise-propellers met snelkoppeling die ontworpen zijn om in
verschillende richtingen te draaien. Markeringen geven aan welke propellers aan welke motoren moeten worden bevestigd. Zorg ervoor dat de propeller en de motor overeenkomen volgens de instructies.
De propellers bevestigen
Bevestig de propellers met de markeringen op de motoren met markeringen, en de ongemarkeerde
propellers op de motoren zonder markeringen. Druk elke propeller naar beneden op de motor en draai
totdat deze vast zit.
B A
1
2
De propellers verwijderen
Druk de propellers naar beneden op de motoren en draai ze in de ontgrendelstand.
Propellerbladen zijn scherp. Ga voorzichtig te werk.
Gebruik alleen officiële propellers van DJI. Gebruik GEEN verschillende soorten propellers door
elkaar.
Koop indien nodig de propellers afzonderlijk.
Controleer vóór elke vlucht of de propellers en motoren stevig en correct gemonteerd zijn.
Controleer vóór elke vlucht of de propellers in goede staat zijn. Gebruik GEEN verouderde,
beschadigde of gebroken propellers.
Blijf uit de buurt van de roterende propellers en motoren om letsel te voorkomen.
Knijp of verbuig de propellers niet tijdens transport of opslag.
Controleer of de motoren stevig gemonteerd zijn en soepel draaien. Laat de drone onmiddellijk
landen als een motor vastgelopen is en niet meer vrij kan draaien.
Probeer NIET de constructie van de motoren te wijzigen.
Raak NIET de motoren aan en laat uw handen en lichaam niet in contact komen met de motoren na
de vlucht omdat deze heet kunnen zijn.
Blokkeer NIET de ventilatiegaten in de motoren of het chassis van de drone.
Controleer of de ESC’s normaal klinken wanneer deze worden ingeschakeld.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
37
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3

Intelligent Flight Battery

De DJI Mavic 3 Intelligent Flight Battery is een accu van 15,4 V, 5000 mAh met functionaliteit voor slim
opladen/ontladen.
Eigenschappen van de accu
1. Weergave accuniveau: De LED-indicators geven het huidige accuniveau weer.
2. Functie voor automatisch ontladen: Om zwelling te voorkomen, ontlaadt de accu automatisch tot 96% van het accuniveau wanneer deze drie dagen niet wordt gebruikt en tot 60% van het accuniveau wanneer deze negen dagen niet wordt gebruikt. Het is normaal dat u een matige warmte uit de accu voelt komen tijdens het ontladen ervan.
3. Gebalanceerd opladen: Tijdens het opladen worden de voltages van de accucellen automatisch gebalanceerd.
4. Overbelastingsbeveiliging: Het opladen stopt automatisch wanneer de accu volledig is opgeladen.
5. Temperatuurdetectie: Om zichzelf te beschermen, laadt de accu uitsluitend op bij een temperatuur
tussen de 5°C en 40°C.
6. Overstroombeveiliging: De accu stopt met opladen als er een te hoge stroom wordt gedetecteerd.
7. Bescherming tegen te hoge ontlading: Het ontladen stopt automatisch, om te voorkomen dat de accu te ver wordt ontladen wanneer de accu niet wordt gebruikt. De beveiliging tegen overmatige
ontlading is niet ingeschakeld wanneer de accu in gebruik is.
8. Beveiliging tegen kortsluiting: De stroomvoorziening wordt automatisch onderbroken als er
kortsluiting wordt gedetecteerd.
9. Bescherming tegen beschadiging van accucellen: DJI Fly toont een waarschuwing wanneer een
beschadigde accucel wordt gedetecteerd.
10. Slaapstand: Na een inactiviteit van 20 minuten wordt de accu automatisch uitgeschakeld om
energie te besparen. Als het accuniveau minder is dan 5%, schakelt de accu over naar de slaapstand om overmatige ontlading te voorkomen na zes uur inactiviteit. In de slaapstand branden de indicators voor het accuniveau niet. Laad de accu op om het uit de slaapstand te halen.
11. Communicatie: Informatie over de spanning, capaciteit en stroom van de accu wordt naar de drone
verzonden.
Raadpleeg vóór gebruik de veiligheidsrichtlijnen en de DJI Air 2S. Gebruikers zijn volledig
aansprakelijk voor alle handelingen en elk gebruik.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
38
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Het gebruik van de accu
Het accuniveau controleren
Druk één keer op de aan-uitknop om het accuniveau te controleren.
LED1
LED2
Aan-/uitknop
LED3
LED4
Ledlampjes voor accuniveau
: Ledlampje is aan : Ledlampje knippert : Ledlampje is uit
LED1 LED2 LED3 LED4
Batterijniveau ≥ 88%
75% ≤ Batterijniveau < 88%
63% ≤ Batterijniveau < 75%
50% ≤ Batterijniveau < 63%
38% ≤ Batterijniveau < 50%
25% ≤ Batterijniveau < 38%
13% ≤ Batterijniveau < 25%
0% ≤ Batterijniveau < 13%
Accuniveau
Aan- en uitzetten
Druk één keer op de aan-uitknop, druk nogmaals op deze knop en houd de knop twee seconden ingedrukt om de accu in of uit te schakelen. De ledlampjes voor het accuniveau geven het accuniveau
weer wanneer de drone wordt ingeschakeld.
Melding lage temperatuur
1. De accucapaciteit wordt aanzienlijk minder als er in omgevingen met lage temperaturen van -10 °C tot 5 °C wordt gevlogen. Het wordt aanbevolen om de drone een tijdje op zijn plaats te laten zweven
om de accu op te warmen. Zorg vóór het gebruik van de drone dat de accu volledig is opgeladen.
2. Batterijen kunnen niet worden gebruikt in omgevingen met een extreem lage temperatuur, die lager is dan -10 °C.
3. Beëindig de vlucht in omgevingen met lage temperaturen zodra DJI Fly de waarschuwing voor laag
accuniveau weergeeft.
4. Houd de temperatuur van de accu boven de 20 °C om zeker te zijn van optimale prestaties van de accu.
5. De verminderde accucapaciteit in een lage omgevingstemperatuur vermindert de windbestendigheid van de drone. Vlieg daarom voorzichtig.
6. Vlieg extra voorzichtig op grote hoogtes boven zeeniveau.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
39
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
De accu opladen
Laad de Intelligent Flight Battery vóór elke vlucht volledig op met de meegeleverde Mavic 3 accu-
oplaadhub en DJI 65W draagbare oplader.
De Charging Hub gebruiken
Bij gebruik met de DJI 65W draagbare oplader of DJI Mavic 3 accu-oplaadhub kan het tot drie
Intelligent Flight-accu’s in serie opladen, afhankelijk van hun vermogensniveau, van hoog naar laag
vermogensniveau. De oplaadtijd voor een accu is ongeveer 1 uur en 36 minuten.
1 2
3
1. Status LED–indicator
2. Accupoort
3. Voedingspoort
Gebruik
1. Plaats de Intelligent Flight-accu in de accupoort. Sluit de oplaadhub aan op een stopcontact (100-240 V, 50-60 Hz) met behulp van de DJI 65W draagbare oplader.
2. De Intelligent Flight-accu met het hoogste vermogensniveau wordt als eerste opgeladen, daarna
worden ze opgeladen op volgorde van vermogensniveaus. Raadpleeg het gedeelte Beschrijvingen
van status LED-indicatoren voor meer informatie over de knipperpatronen van de status LED­indicator. De Intelligent Flight-accu kan worden losgekoppeld van de oplaadhub wanneer het
opladen is voltooid.
Beschrijving van status LED-indicator
Knipperpatroon Omschrijving
Continu geel Geen accu geplaatst
Knippert groen Opladen
Continu groen Alle accu's zijn volledig opgeladen
Knippert geel De temperatuur van de accu's is te laag of te hoog (geen verdere actie nodig)
Continu rood Voedings- of accufout (koppel de accu's of oplader los en sluit ze opnieuw aan om
het opladen te hervatten)
Het wordt aanbevolen om een DJI 65W draagbare oplader of DJI Mavic 3 accu-oplaadhub te
gebruiken wanneer u de Mavic 3 accu-oplaadhub gebruikt om de Mavic 3 Intelligent Flight-accu's op te laden.
De oplaadhub is alleen compatibel met de BWX170-2000-22.2 Intelligent Flight-accu's. Probeer de
oplaadhub NIET met andere accumodellen te gebruiken.
Plaats de oplaadhub voor gebruik op een vlakke en stabiele ondergrond. Zorg ervoor dat het
apparaat goed geïsoleerd is, om brandgevaar te voorkomen.
Raak de metalen klemmen op het product NIET aan.
Reinig de metalen klemmen met een schone, droge doek als e vuil zichtbaar is.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
40
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
De DJI 65W draagbare oplader gebruiken
1. Sluit de DJI 65W draagbare oplader aan op een AC-voeding (100-240 V, 50/60 Hz).
2. Bevestig de drone aan de lader met behulp van de acculaadkabel met de accu uitgeschakeld.
3. De ledlampjes voor het accuniveau geven tijdens het opladen het huidige accuniveau weer.
4. De Intelligent Flight Battery is volledig opgeladen wanneer alle ledlampjes voor het accuniveau uit zijn. Koppel de lader los wanneer de accu volledig opgeladen is.
Laad een Intelligent Flight Battery NIET direct na het vliegen op, omdat de temperatuur van de accu
te hoog kan zijn. Wacht tot deze is afgekoeld tot kamertemperatuur voordat u de accu opnieuw oplaadt.
De lader stopt met opladen van de accu als de celtemperatuur van de accu niet binnen het
werkbereik van 5 tot 40 °C is. De ideale temperatuur om op te laden is 22 tot 28 °C.
Laad de accu ten minste éénmaal per drie maanden volledig op, om ervoor te zorgen dat de accu in
goede staat blijft.
DJI is niet verantwoordelijk voor schade die wordt veroorzaakt door laders van andere producenten.
Het wordt aanbevolen om de Intelligent Flight Batteries tijdens transport of opslag tot 30% of minder
te ontladen. Dit kan worden gedaan door de drone naar buiten te vliegen totdat er minder dan 30%
accuniveau over is.
De onderstaande tabel toont het accuniveau tijdens het opladen.
LED1 LED2 LED3 LED4
Accuniveau
0% < Batterijniveau ≤ 50%
50% < Batterijniveau ≤ 75%
75% < Batterijniveau < 100%
Volledig opgeladen
Mechanismen voor het beschermen van de accu
De ledlampjes voor de accu kunnen meldingen over accubescherming weergeven die worden
veroorzaakt door abnormale laadomstandigheden.
Mechanismen voor het beschermen van de accu
LED1 LED2 LED3 LED4 Knipperpatroon
LED2 knippert tweemaal per seconde Overstroom gedetecteerd
LED2 knippert driemaal per seconde Kortsluiting gedetecteerd
LED3 knippert tweemaal per seconde Overbelasting gedetecteerd
LED3 knippert driemaal per seconde Overspanning lader gedetecteerd
LED4 knippert tweemaal per seconde De laadtemperatuur is te laag
LED4 knippert driemaal per seconde De laadtemperatuur is te hoog
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
41
©
Status
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Als de beschermingsmechanismen van de accu in werking zijn, moet de accu uit de lader worden gehaald en weer worden aangesloten om het laden te hervatten. Als de laadtemperatuur abnormaal is, wacht u totdat de laadtemperatuur weer normaal is. Hierna wordt het opladen van de accu hervat, zonder dat u de lader hoeft los te koppelen en weer aan te sluiten.
De Intelligent Flight Battery plaatsen
Plaats de Intelligent Flight Battery in het accuvak van de drone. Zorg dat deze goed is bevestigd en dat
de accu op zijn plaats wordt geklikt.
Klik
De Intelligent Flight Battery verwijderen
Druk op het getextureerde gedeelte van de accu-aansluitingen aan de zijkanten van de Intelligent Flight
Battery om deze uit het compartiment te verwijderen.
1
Ontgrendel de accu NIET als de drone aan het opstarten is.
Zorg ervoor dat de accu stevig is gemonteerd.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
42
©
2
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
-90°
35°

Gimbal en camera

Kenmerken van de gimbal
De 3-assige gimbal van de DJI Mavic 3 stabiliseert de camera zodat u heldere, stabiele foto’s en video­opnamen kunt maken. Het regelbare kantelbereik is -90° tot +35°.
Gebruik het gimbalwiel op de afstandsbediening om de kantelbeweging van de camera te bedienen.
U kunt ook overschakelen op de cameraweergave in DJI Fly. Druk op het scherm totdat er een blauwe
cirkel verschijnt. Sleep de cirkel omhoog of omlaag om de kanteling van de camera te bedienen.
Bedieningsstanden voor de gimbal
Er zijn twee bedieningsstanden voor de gimbal beschikbaar. Schakel tussen de verschillende
bedieningsstanden in DJI Fly.
Volgstand: De hoek tussen de richting van de gimbal en de voorkant van de drone blijft altijd constant.
FPV-modus: De gimbal wordt gesynchroniseerd met de beweging van de drone om de vliegervaring te
beleven alsof u zelf in de cockpit zit.
Tik of klop niet op de gimbal wanneer de drone wordt ingeschakeld. Stijg altijd op vanaf een vlak en
open terrein om de gimbal tijdens het opstijgen te beschermen.
Precisie-elementen in de gimbal kunnen beschadigd raken bij een botsing of stoten, waardoor de
gimbal abnormaal zal functioneren.
Zorg dat er geen stof of zand op de gimbal, met name in de motoren, terecht komt.
Een gimbalmotor kan in de volgende situaties in de beschermingsstand gaan:
a. De drone is op een ongelijk oppervlak of de gimbal wordt belemmerd.
b. De gimbal wordt blootgesteld aan buitensporige kracht van buitenaf, zoals tijdens een botsing.
Oefen GEEN externe kracht uit op de gimbal nadat deze is ingeschakeld. Voeg GEEN extra lading
toe aan de gimbal. Hierdoor kan de gimbal abnormaal gaan functioneren en kan dit zelfs leiden tot blijvende motorschade.
Verwijder de gimbalafdekking voordat u de drone inschakelt. Zorg er ook voor dat u de
opslagafdekking aanbrengt wanneer de drone niet in gebruik is.
Bij het vliegen in zware mist of wolken kan de gimbal nat worden, wat tot een tijdelijke storing kan
leiden. De gimbal herstelt zijn volledige functionaliteit als deze eenmaal droog is.
Vergrendeling gimbalassen
Voor een handigere opslag worden de gimbalassen automatisch vergrendeld nadat de drone is
uitgeschakeld en ontgrendeld wanneer deze weer wordt ingeschakeld. Er is geen enkele handeling vereist.
De gimbalvergrendelingsfunctie werkt normaal wanneer de bedrijfstemperatuur -10° tot 40° C (14° tot
104° F) is. Het apparaat kan buiten dit temperatuurbereik defect raken en er verschijnt een melding in DJI Fly als dit gebeurt. Als de gimbalvergrendeling niet goed werkt bij het ontgrendelen van de gimbal,
kunnen gebruikers de gimbalassen handmatig aanpassen om de gimbal te ontgrendelen. Het wordt niet aanbevolen om de gimbalassen handmatig aan te passen, tenzij dit nodig is.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
43
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Als de gimbalvergrendeling niet goed werkt, wordt de normale werking hervat zodra de
bedrijfstemperatuur -10° tot 40° C (14° tot 104° F) is.
Het is normaal dat de gimbal ontgrendelt als deze op een of andere manier wordt beïnvloed. Start de
drone opnieuw om de gimbal opnieuw te vergrendelen.
Het is normaal dat de gimbal iets trilt nadat deze is vergrendeld.
Kenmerken van de camera
DJI Mavic 3 maakt gebruik van een 4/3-inch CMOS-sensor Hasselblad L2D-20c-camera, die foto's van 20MP kan maken en opnames kan maken bij 5,1K 50 bps/DCI 4K 120 bps Apple ProRes 422 HQ- en H.264/H.265-formaat video's. De camera ondersteunt ook 10-bits D-Log-video, heeft een instelbaar
diafragma van f/2.8 tot f/11 en kan opnamen maken van 1 m tot oneindig.
De telecamera beschikt over een 1/2-inch CMOS-sensor, waarmee u foto's van 12MP kunt maken met een diafragma van f/4.4 en opnamen van 3 m tot oneindig. In de modus Verkennen kan de telecamera 28x zoomen.
Alleen de DJI Mavic 3 Cine ondersteunt Apple ProRes-video-opname.
Zorg er tijdens gebruik en opslag voor dat de temperatuur en luchtvochtigheid geschikt zijn voor de camera. Gebruik een lensreiniger om de lens schoon te maken om schade te voorkomen. Blokkeer GEEN ventilatieopeningen op de camera, de opgewekte warmte kan het toestel
beschadigen en letsel veroorzaken aan de gebruiker.
De camera's stellen mogelijk niet correct scherp in de volgende situaties:
a. Opnemen van donkere objecten die ver weg zijn. b. Opnemen van objecten met herhaalde identieke patronen en structuren of zonder duidelijke
patronen en structuren.
c. Opnemen van glimmende of reecterende objecten (zoals straatverlichting en glas).
d. Opnemen van knipperende objecten. d. Opnemen van snel bewegende objecten. f. Wanneer de drone/gimbal snel beweegt. g. Opnemen van objecten met verschillende afstanden in het scherpstelbereik.
Foto’s en video’s opslaan
DJI Mavic 3 heeft 8 GB ingebouwde opslag en ondersteunt het gebruik van een microSD-kaart voor het opslaan van foto's en video's. Er is een SDXC of UHS-I microSD-kaart vereist vanwege de snelle
lees- en schrijfsnelheid die nodig is voor video-opnamen met hoge resolutie. Raadpleeg het gedeelte
‘Technische gegevens’ voor meer informatie over de compatibiliteit van aanbevolen microSD-kaarten.
Daarnaast wordt de DJI Mavic 3 Cine-drone geleverd met een ingebouwde 1TB SSD. De beelden kunnen snel worden uitgevoerd via de DJI 10Gbps Lightspeed Data Cable.
Verwijder de microSD-kaart niet uit de drone terwijl deze is ingeschakeld. Anders kan de microSD-
kaart beschadigd raken.
Om de stabiliteit van het camerasysteem te waarborgen, zijn afzonderlijke video-opnamen beperkt
tot 30 minuten.
Controleer vóór gebruik de camera-instellingen om te controleren of ze naar wens zijn
gecongureerd.
Maak een paar foto's voordat u belangrijke foto's of video's gaat maken, om te testen of de camera
correct werkt.
Als de drone uitgeschakeld is kunnen foto’s of video’s niet vanuit de camera worden verzonden of
gekopieerd.
Zorg ervoor dat u de drone correct uitschakelt. Anders worden uw cameraparameters niet
opgeslagen en kunnen opgenomen video's beschadigd raken. DJI niet verantwoordelijk voor het
mislukken van foto’s of video of voor opnamen die niet door een machine leesbaar zijn.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
44
©
Afstandsbediening
In dit hoofdstuk staan de functies van de afstandsbediening beschreven en staan instructies over de besturing van de drone en de bediening van de camera.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
45
©

Afstandsbediening

DJI RC Pro

De DJI RC Pro-afstandsbediening is uitgerust met O3+, de nieuwste versie van DJI's kenmerkende
OcuSync-beeldtransmissietechnologie, werkt op zowel 2,4 als 5,8 GHz, kan automatisch het beste
transmissiekanaal selecteren en kan een live HD-beeld van de camera van de drone verzenden op een afstand van maximaal 15 km. Het ingebouwde 5,5 inch 1000 cd/m2 cd/m scherm met hoge helderheid heeft een resolutie van 1920×1080 pixels, terwijl de afstandsbediening wordt geleverd met een breed scala aan drone- en gimbalbedieningen en aanpasbare knoppen. De gebruiker kan verbinding maken met het internet via wi en het Android 10-stuursysteem heeft verschillende functies, zoals Bluetooth en GNSS (GPS+GLONASS+Galileo).
Met de ingebouwde luidspreker ondersteunt de afstandsbediening H.264 4K/120fps en H.265 4K/120fps video, die ook video-uitvoer via de Mini HDMI-poort ondersteunt. De interne opslag van de afstandsbediening is 32 GB en ondersteunt ook het gebruik van microSD-kaarten om de foto's en
video's op te slaan.
De accu van 5000 mAh en 36 Wh geeft de RC Pro een maximale bedrijfstijd van 3 uur.
Het gebruik van de afstandsbediening
Aan- en uitzetten
Druk één keer op de aan-/uitknop om het huidige
accuniveau te controleren.
Druk en druk vervolgens opnieuw, en houd
ingedrukt om de afstandsbediening in of uit te schakelen.
De accu opladen
Gebruik een USB-C-kabel om de netstroomadapter aan te sluiten op de USB-C-poort van de afstandsbediening.
De gimbal en camera bedienen
Scherpstellings-/sluiterknop: Druk de knop half
in om de autofocus te activeren en druk de knop helemaal in om een foto te maken.
Opnameknop: Druk eenmaal om de opname
te starten of te stoppen.
Keuzeknop voor camerabediening: Gebruik
om de zoom aan te passen.
Gimbalwiel: Gebruik om de kantelas van de gimbal te regelen.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
46
©
Gimbalwiel
Opnameknop
Keuzeknop voor
camerabediening
Scherpstellings-/ sluiterknop
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
De drone besturen
Er zijn drie voorgeprogrammeerde standen (Modus 1, Modus 2 en Modus 3) beschikbaar en aangepaste standen kunnen worden gedenieerd in de DJI Fly-app. De standaardinstelling is Modus 2.
Modus 1
Forward
Left Stick
Linker joystick
Vooruit
Backward
Achteruit
Rechter joystick
Right Stick
Up
Omhoog
Down
Omlaag
Modus 2
Modus 3
Up
Omhoog
Down
Omlaag
Vooruit
Forward
Achteruit
Backward
Turn RightTurn Left
Rechtsaf
Turn RightTurn Left
Rechtsaf
Rechts
RightLeft
Rechter joystick
Right StickLeft Stick
Rechter joystick
Linksaf
Linker joystick
Linksaf
Linker joystick
Left Stick Right Stick
Links
Vooruit
Forward
Achteruit
Backward
Up
Omhoog
Omlaag
Down
RightLeft
RightLeft
Rechts
Rechtsaf
Turn RightTurn Left
Links Rechts
Links
Linksaf
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
47
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Afstandsbediening
(Stand 2)
Drone
( Geeft de neusrichting
aan)
Opmerkingen
De hoogte van de drone wijzigt u door de
linker joystick omhoog of omlaag te bewegen.
Duw de stick omhoog om te stijgen en
omlaag om te dalen. Hoe verder de stick van de middenpositie wordt weggeduwd, hoe
sneller de drone van hoogte verandert. Duw
altijd voorzichtig tegen de stick om plotselinge en onverwachte veranderingen in hoogte te voorkomen.
Door de linker joystick naar links of rechts
te bewegen, bestuurt u de richting van de
drone. Duw de joystick naar links om de drone
tegen de klok in te draaien en naar rechts om de drone met de klok mee te draaien. Hoe verder de joystick van de middenpositie wordt weggeduwd, hoe sneller de drone zal draaien.
Het hellen van de drone wijzigt u door de rechter joystick omhoog en omlaag te
bewegen. Duw de joystick omhoog om
voorwaarts te vliegen, en naar beneden om achterwaarts te vliegen. Hoe verder de joystick van de middenpositie wordt weggeduwd, hoe sneller de drone zal bewegen.
Het rollen van de drone wijzigt u door de rechter joystick naar links of rechts te
bewegen. Duw de joystick naar links om naar
links te vliegen en naar rechts om naar rechts te vliegen. Hoe verder de joystick van de middenpositie wordt weggeduwd, hoe sneller de drone zal bewegen.
Vliegstandschakelaar
Bedien de schakelaar om de vliegmodus te selecteren.
Positie Vliegstand
S Sportstand
N Normale stand
C Cine-modus
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
48
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
RTH-knop
Druk op de RTH-knop en houd de knop ingedrukt totdat de afstandsbediening piept om RTH te starten. Druk nogmaals op deze knop als u RTH wilt annuleren en de controle wilt terugnemen over de
drone. Raadpleeg het gedeelte Terug naar thuisbasis voor meer informatie over RTH.
Aanpasbare knoppen
Inclusief C1, C2 en de 5D-knop. Ga naar de systeeminstellingen in DJI Fly en selecteer Control (Bediening) om de functie voor deze knop aan te passen.
Combinatieknoppen
Achterzijde + gimbal wijzerplaat: Helderheid aanpassen Achterkant + draaiknop voor camerabediening: Volume aanpassen Terug + Opnameknop: Scherm Opnemen Achterkant + sluiterknop: Schermopname Achterkant + 5D-knop: Omhoog - Home, Omlaag - Snelkoppelingsinstellingen, Links - Recent
Beschrijving status-LED en LED's accuniveau
Statusled
Knipperpatroon Beschrijvingen
Continu rood Niet verbonden met vliegtuig
Knippert rood De temperatuur van de afstandsbediening is te hoog of het accuniveau van de
drone is laag
Continu groen Verbonden met vliegtuig
Knippert blauw De afstandsbediening is gekoppeld aan een drone
Continu geel Firmware-update mislukt
Knippert geel Het accuniveau van de afstandsbediening is laag
Knippert cyaan Besturingssticks niet gecentreerd
Indicatoren accuniveau
Knipperpatroon Accuniveau
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
49
©
75%~100%
50%~75%
25%~50%
0%~25%
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Waarschuwing afstandsbediening
De afstandsbediening trilt of piept als er een fout of waarschuwing is. Let op wanneer er meldingen op het touchscreen of in DJI Fly verschijnen. Schuif van boven naar beneden om Niet storen of Dempen te
selecteren om sommige waarschuwingen uit te schakelen.
Optimaal zendgebied
Het signaal tussen de drone en de afstandsbediening is het meest betrouwbaar wanneer de antennes
zoals hieronder is geïllustreerd ten opzichte van de drone zijn geplaatst.
Het optimale zendbereik is wanneer de antennes naar het vliegtuig zijn gericht en de hoek tussen de
antennes en de achterkant van de afstandsbediening 180° of 270° bedraagt.
Gebruik geen andere draadloze apparaten die met dezelfde frequentie werken als de
afstandsbediening. Anders ondervindt de afstandsbediening interferentie.
Er verschijnt een melding in DJI Fly als het transmissiesignaal tijdens de vlucht zwak is. Pas de
antennes aan zodat de drone binnen het optimale zendbereik is.
Koppelen van de afstandsbediening
De drone en de afstandsbediening moeten vóór gebruik gekoppeld worden. Volg deze stappen om een
nieuwe afstandsbediening te koppelen.
Methode 1:
1. Schakel de afstandsbediening en de drone in.
2. Druk tegelijkertijd op de knop C1, C2 en opnameknop totdat de status-LED blauw knippert en de
afstandsbediening piept.
3. Houd de aan-uitknop van de drone langer dan vier seconden ingedrukt. De drone piept één keer om aan te geven dat deze klaar is om gekoppeld te worden. De drone piept twee keer om aan te geven dat het koppelen succesvol is. De accuniveau-ledlampjes van de afstandsbediening branden
continu.
Methode 2:
1. Schakel de afstandsbediening en de drone in.
2. Start DJI Fly.
3. Tik in cameraweergave op en selecteer Control’ en ‘Pair to Aircraft’ (Koppelen met drone).
4. Houd de aan-uitknop van de drone langer dan vier seconden ingedrukt. De drone piept één keer om aan te geven dat deze klaar is om gekoppeld te worden. De drone piept twee keer om aan te geven dat het koppelen succesvol is. De accuniveau-ledlampjes van de afstandsbediening branden
continu.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
50
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
4:53
DJI Fly
Firefox
Guide
Setting
Gallery
Files
Aanraakschermbewerkingen
Beginscherm
De bovenkant van het touchscreen geeft de tijd, het wifi-signaal en het accuniveau van de afstandsbediening weer. Sommige apps zijn standaard geïnstalleerd, zoals DJI Fly, Galerij, Bestanden, Firefox, Instellingen en Gids. Instellingen omvatten configuraties voor netwerk, weergave, spraak en
Bluetooth. Gebruikers kunnen snel meer te weten komen over de functies onder Gids.
Bediening
Schuif van links naar rechts naar het midden van het scherm om terug te keren naar het vorige scherm.
Schuif schuin omhoog naar rechts vanaf de onderkant van het startscherm om recent geopende apps te openen wanneer u zich op het startscherm bevindt.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
51
©
Schuif omhoog vanaf de onderkant van het scherm om terug te keren naar het startscherm.
Schuif omhoog vanaf de onderkant van het scherm en houd vast om toegang te krijgen tot de recent geopende apps wanneer deze niet op het startscherm staan.
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Sat, Mar 30
10:12
Record Screen
Do not distube
DJI Fly
Expore skypixel.com
One billion colors captured by the 10-bit Dlog-
M color profile.
11m ago
Snelle instellingen
2
3 4
1
Notifications
Wi-Fi
Bluetooth
5
Screenshot
Mobile
Airplane
6
7
1. Meldingen
Tik om systeemmeldingen te controleren.
2. Recent
Tik om recent geopende apps te controleren.
3. Beginscherm
Tik hierop om naar het startscherm terug te keren.
4. Systeeminstellingen
Tik hierop om toegang te krijgen tot de systeeminstellingen.
5. Snelkoppelingen
: Tik hierop om wifi in of uit te schakelen. Houd ingedrukt om instellingen in te voeren en
verbinding te maken met of een winetwerk toe te voegen.
: tik hierop om Bluetooth in of uit te schakelen. Houd ingedrukt om instellingen in te voeren en
verbinding te maken met Bluetooth-apparaten in de buurt.
: Tik hierop om de modus Niet storen in te schakelen. In deze modus worden systeemmeldingen
uitgeschakeld.
: Tik hierop om het opnemen van het scherm te starten. Tijdens het opnemen geeft het scherm
de opnametijd weer. Tik op Stoppen om het opnemen te stoppen.
: Tik hierop om een schermafbeelding te maken.
: Mobiele gegevens.
: Tik hierop om de vliegtuigmodus in te schakelen. Wifi, Bluetooth en mobiele data worden
uitgeschakeld.
6. Bezig met helderheid aanpassen
: Het scherm staat in de automatische helderheidsmodus wanneer het pictogram is gemarkeerd.
Tik op dit pictogram of schuif de balk en het pictogram schakelt over naar de handmatige helderheidsmodus.
7. Aanpassen volume
Verschuif de balk om het volume aan te passen en tik om te dempen.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
52
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Geavanceerde functie
Het kompas kalibreren
Het kompas moet mogelijk worden gekalibreerd nadat de afstandsbediening is gebruikt in gebieden met elektromagnetische interferentie. Er verschijnt een waarschuwingsmelding als het kompas van de afstandsbediening gekalibreerd moet worden. Tik op de waarschuwingsmelding om te beginnen met kalibreren. In andere gevallen volgt u de onderstaande stappen om uw afstandsbediening te kalibreren.
1. Open het startscherm.
2. Selecteer Instellingen, scrol naar beneden en tik op Kompas.
3. Volg het schema op het scherm om uw afstandsbediening te kalibreren.
4. De gebruiker ontvangt een melding wanneer de kalibratie is geslaagd.
HDMI-instellingen
Het touchscreen kan worden gedeeld met een beeldscherm nadat de HDMI-poort van de afstandsbediening is aangesloten. De resolutie kan worden ingesteld door Instellingen, Weergave en vervolgens Geavanceerde HDMI in te voeren.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
53
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3

RC-N1

De langeafstands-transmissie van DJI is geïntegreerd in de afstandsbediening, waardoor deze een maximaal zendbereik van 15 km biedt en video tot 1080p 60fps van de drone in DJI Fly op uw mobiele apparaat weergeeft (afhankelijk van telefoontype). Het vliegtuig en de camera zijn gemakkelijk te
bedienen met de ingebouwde knoppen en dankzij de afneembare joysticks kan de afstandsbediening gemakkelijker worden opgeborgen.
In een open ruimte zonder elektromagnetische interferentie gebruikt het vliegtuig O3+ om soepel videoverbindingen tot 1080p 60fps door te geven, (afhankelijk van het telefoontype). De
afstandsbediening werkt op zowel 2,4 GHz als 5,8 GHz en selecteert automatisch het beste transmissiekanaal.
De ingebouwde accu heeft een capaciteit van 5200 mAh en energie van 18,72 Wh een maximale gebruikstijd van 6 uur. De afstandsbediening laadt het mobiele apparaat op met een oplaadcapaciteit van 500 mA@5 V. De afstandsbediening laadt automatisch Android-apparaten op. Controleer voor iOS­apparaten eerst of opladen is ingeschakeld in DJI Fly. Het opladen van iOS-apparaten is standaard
uitgeschakeld en moet elke keer wanneer de afstandsbediening wordt ingeschakeld opnieuw worden ingeschakeld.
Conformiteitsversie: De afstandsbediening voldoet aan de plaatselijke regelgeving en voorschriften.
Stand van joystick: De functie die elke joystickbeweging uitvoert, wordt bepaald door de
gekozen stand van de joystick. Er zijn drie voorgeprogrammeerde standen (Stand 1, Stand 2 en Stand 3) beschikbaar en aangepaste standen kunnen worden gedenieerd in de DJI Fly-app. De
standaardinstelling is Stand 2.
Het gebruik van de afstandsbediening Aan- en uitzetten
Druk één keer op de aan-/uitknop om het huidige accuniveau te controleren. Druk eenmaal, druk
vervolgens opnieuw, en houd ingedrukt om de afstandsbediening in of uit te schakelen. Als het accuniveau te laag is, laad deze dan vóór gebruik op.
De accu opladen
Gebruik een USB-C-kabel om de geleverde netstroomadapter aan te sluiten op de USB­C-poort van de afstandsbediening. Het duurt ongeveer vier uur om de afstandsbediening volledig op te laden.
De gimbal en camera bedienen
Sluiter-/opnameknop: Eenmaal indrukken om een foto te maken of om een opname te starten of te stoppen.
Wisselen foto/video: Eenmaal indrukken om te schakelen tussen de foto- en videostand.
Gimbalwiel: Wordt gebruikt om de kantelas van de gimbal te regelen.
Houd de aanpasbare knop ingedrukt om het gimbalwieltje te kunnen gebruiken om de zoom in
de modus Verkennen aan te passen.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
54
©
Gimbalwiel
Aanpasbare
knop
Sluiter-/ opnameknop
Wisselen foto/ video
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
De drone besturen
De joysticks regelen de richting (pan), voorwaartse/achterwaartse beweging (hellen), hoogte (gas) en linkse/rechtse beweging (rollen) van de drone. De functie die elke joystickbeweging uitvoert, wordt bepaald door de gekozen stand van de joystick. Er zijn drie voorgeprogrammeerde standen (Stand 1, Stand 2 en Stand 3) beschikbaar en aangepaste standen kunnen worden gedenieerd in de DJI Fly­app. De standaardinstelling is Stand 2.
Modus 1
Forward
Left Stick
Linker joystick
Vooruit
Backward
Achteruit
Rechter joystick
Right Stick
Up
Omhoog
Down
Omlaag
Modus 2
Modus 3
Up
Omhoog
Down
Omlaag
Vooruit
Forward
Achteruit
Backward
Turn RightTurn Left
Rechtsaf
Turn RightTurn Left
Rechtsaf
Rechts
RightLeft
Rechter joystick
Right StickLeft Stick
Rechter joystick
Linksaf
Linker joystick
Linksaf
Linker joystick
Left Stick Right Stick
Links
Vooruit
Forward
Achteruit
Backward
Up
Omhoog
Omlaag
Down
RightLeft
RightLeft
Rechts
Rechtsaf
Turn RightTurn Left
Links Rechts
Links
Linksaf
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
55
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Afstandsbediening
(Stand 2)
Drone
( Geeft de neusrichting
aan)
Opmerkingen
De hoogte van de drone wijzigt u door de
linker joystick omhoog of omlaag te bewegen.
Duw de stick omhoog om te stijgen en
omlaag om te dalen. Hoe verder de stick van de middenpositie wordt weggeduwd, hoe
sneller de drone van hoogte verandert. Duw
altijd voorzichtig tegen de stick om plotselinge en onverwachte veranderingen in hoogte te voorkomen.
Door de linker joystick naar links of rechts te
bewegen, bestuurt u de richting van de drone.
Duw de joystick naar links om de drone
tegen de klok in te draaien en naar rechts om de drone met de klok mee te draaien. Hoe verder de joystick van de middenpositie wordt weggeduwd, hoe sneller de drone zal draaien.
Het hellen van de drone wijzigt u door de rechter joystick omhoog en omlaag te
bewegen. Duw de joystick omhoog om
voorwaarts te vliegen, en naar beneden om achterwaarts te vliegen. Hoe verder de joystick van de middenpositie wordt weggeduwd, hoe sneller de drone zal bewegen.
Het rollen van de drone wijzigt u door de rechter joystick naar links of rechts te
bewegen. Duw de joystick naar links om naar
links te vliegen en naar rechts om naar rechts te vliegen. Hoe verder de joystick van de middenpositie wordt weggeduwd, hoe sneller de drone zal bewegen.
Vliegstandschakelaar
Bedien de schakelaar om de vliegmodus te selecteren.
Positie Vliegstand
S Sportstand
N Normale stand
C Cine-modus
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
56
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Vliegpauzeknop/RTH-knop
Druk eenmaal op deze knop om de drone te laten remmen en op zijn plaats te laten zweven. Als de
drone Smart RTH of automatische landing uitvoert, drukt u eenmaal op deze knop om de procedure te verlaten en vervolgens te remmen.
Druk op de RTH-knop en houd de knop ingedrukt totdat de afstandsbediening piept om RTH te starten. Druk nogmaals op deze knop als u RTH wilt annuleren en de controle wilt terugnemen over de drone.
Raadpleeg het gedeelte Terug naar thuisbasis voor meer informatie over RTH.
Aanpasbare knop
Ga naar de systeeminstellingen in DJI Fly en selecteer Control (Bediening) om de functie voor deze knop
aan te passen. Functies zijn onder meer opnieuw centreren van de gimbal, schakelen van de hulp-led en inschakelen van de cruisecontrole.
Waarschuwing afstandsbediening
De afstandsbediening geeft een waarschuwing tijdens RTH of wanneer het accuniveau laag is (6% tot 15%). Het waarschuwingsniveau voor lage accuspanning kan worden geannuleerd door op de aan­uitknop te drukken. Het waarschuwingsniveau voor een kritiek accuniveau (minder dan 5%) kan echter
niet worden geannuleerd.
Optimaal zendgebied
Het signaal tussen de drone en de afstandsbediening is het betrouwbaarst wanneer de antennes zoals hieronder afgebeeld ten opzichte van de drone staan.
Zwak
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
57
©
Zwak
Sterk
DJI Fly
App
Optimaal zendgebied
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3

Koppelen van de afstandsbediening

De drone en de afstandsbediening moeten voor gebruik gekoppeld worden. Volg deze stappen om een
nieuwe afstandsbediening te koppelen:
1. Schakel de afstandsbediening en de drone in.
2. Start DJI Fly.
3. Tik in cameraweergave op en selecteer Control’ en ‘Pair to Aircraft’ (Koppelen met drone).
4. Houd de aan-uitknop van de drone langer dan vier seconden ingedrukt. De drone piept één keer en geeft dan aan dat deze klaar is om gekoppeld te worden. De drone piept twee keer en geeft dan aan dat het koppelen succesvol is. De accuniveau-ledlampjes van de afstandsbediening branden
continu.
Zorg dat de afstandsbediening tijdens het koppelen niet meer dan 0,5 meter van de drone verwijderd is.
De afstandsbediening zal zelf de koppeling met een drone opheen als er een nieuwe
afstandsbediening met dezelfde drone wordt gekoppeld.
Laad de afstandsbediening vóór elke vlucht volledig op. De afstandsbediening geeft een
waarschuwing wanneer het accuniveau laag is.
Als de afstandsbediening is ingeschakeld en vijf minuten niet wordt gebruikt, klinkt er een
waarschuwing. Na 6 minuten schakelt de afstandsbedieding automatisch uit. Beweeg de joysticks of druk op een willekeurige knop om de waarschuwing te annuleren.
Pas de klem van het mobiele apparaat aan om ervoor te zorgen dat het mobiele apparaat stevig
vastzit.
Laad de accu ten minste éénmaal per drie maanden volledig op, om ervoor te zorgen dat de accu in
goede staat blijft.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
58
©
DJI Fly-app
Dit hoofdstuk introduceert de hoofdfuncties van de DJI Fly-app.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
59
©

DJI Fly-app

Academy
GO FLY
Skypixel
Album

Beginscherm

Start DJI Fly en ga naar het beginscherm.
Altitude Zone (120m)
Fly Spots
Profile
Vliegplekken
Bekijk of deel nabijgelegen geschikte vlieg- en opnamelocaties, meer informatie over GEO-zones en luchtfoto's van verschillende locaties die door andere gebruikers zijn genomen.
Academy
Tik op het pictogram in de rechterbovenhoek om Academy te openen. Producthandleidingen, vliegtips,
vliegveiligheid en handmatige documenten kunnen hier worden bekeken.
Album
Hiermee kunt u foto's en video's van DJI Fly en mobiele apparaten bekijken. Create (creëren) bevat Templates (sjablonen) en Pro. Sjablonen bieden een automatische bewerkingsfunctie voor geïmporteerde beelden. Met Pro kunt u de beelden handmatig bewerken.
SkyPixel
Open SkyPixel om video’s en foto’s te bekijken die door gebruikers worden gedeeld.
Kenmerken
Bekijk de accountinformatie, vluchtgegevens, DJI-forum, online winkel, Find My Drone-functie en andere
instellingen.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
60
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
24
24
17
20
80 m
80 m
4.6m/s4.6m/sDD3m/s
3m/s
HH
150 m
06:21EV4K 60
+0.7
Storage
RES&FPS

Cameraweergave

1 2 3 4 5 6 7
19
N ModeN Mode
In-Flight
80
17
20
8
18
17
7x
1.0x
AF
9
10
11
12 13 14 15 16
1. Vliegmodus
N : Geeft de huidige vliegstand weer.
2. Systeemstatusbalk
Tijdens de vlucht : Dit pictogram geeft de vliegstatus van de drone aan en toont diverse waarschuwingen.
3. Accu-informatie
80
Ongeveer 24'17"
: Geeft het huidige accuniveau en de resterende vliegtijd weer. Tik op om meer
informatie over de accu te bekijken.
4. Signaalsterkte video-downlink
: Toont de sterkte van de video-downlink tussen de drone en de afstandsbediening.
5. Status van de zichtsystemen
: De linkerkant van het pictogram geeft de status aan van het voorwaarts en achterwaarts gerichte
zichtsysteem en de rechterkant van het pictogram geeft de status aan van het opwaarts en neerwaarts gerichte zichtsysteem. Het pictogram is wit wanneer het zichtsysteem normaal werkt en rood wanneer het zichtsysteem niet beschikbaar is.
6. GNSS-status
: Toont de sterkte van het huidige GNSS-signaal. Tik om de status van het GNSS-signaal te
20
controleren. De thuisbasis kan worden bijgewerkt wanneer het pictogram wit is, wat aangeeft dat het GNSS-
signaal sterk is.
7. Systeeminstellingen
: Tik om informatie over veiligheid, bediening en transmissie te bekijken.
Veiligheid
Vlieghulp: Opwaarts, Voorwaarts, Achterwaarts en de laterale zichtsystemen worden ingeschakeld na het instellen van het vermijden van obstakels op Bypass of Rem. De drone kan geen obstakels detecteren wanneer Vermijden van obstakels is uitgeschakeld. Selecteer de modus Normaal of Nifty wanneer u Bypass
gebruikt.
Weergave radarkaart: Indien ingeschakeld, wordt de realtime radarkaart voor obstakeldetectie weergegeven.
Terug naar thuisbasis: Tik om de Advanced RTH, Auto RTH Altitude (standaardhoogte is 100 m) in te stellen,
en de thuisbasis aan te passen.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
61
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Vliegbescherming: Tik om de max. hoogte en max. afstand, hoogte voor automatische RTH (standaardhoogte is 100 m), en de thuisbasis aan te passen.
Sensoren: Tik om de IMU- en kompasstatus te bekijken en begin indien noodzakelijk met kalibreren.
Accu: Tik hierop om de accugegevens te bekijken, zoals de status van de accucel, het serienummer, de oplaadtijden.
Hulpled: Tik hierop om de hulpled in te stellen op automatisch, aan of uit. Schakel de LED voor
hulpapparatuur niet in voordat het apparaat opstijgt.
LED's voorste arm vliegtuig: In de automatische modus worden de LED's aan de voorkant van de drone tijdens de opname uitgeschakeld om ervoor te zorgen dat de kwaliteit niet wordt beïnvloed.
GEO-zone ontgrendelen: Tik hierop om de informatie over het ontgrendelen van GEO-zones weer te geven.
De functie Find My Drone helpt bij het vinden van de locatie van de drone op de grond.
Geavanceerde veiligheidsinstellingen omvatten de gedragsinstellingen van de drone wanneer het signaal van de afstandsbediening wegvalt, wanneer de propellers tijdens de vlucht kunnen worden gestopt en de AirSense-schakelaar.
Het gedrag van de drone wanneer het signaal van de afstandsbediening wegvalt, kan worden ingesteld op
Terug naar thuisbasis, Dalen, en Zweven.
‘Emergency only’ (Alleen noodgeval) geeft aan dat de motoren halverwege de vlucht alleen in een
noodsituatie kunnen worden gestopt, bijvoorbeeld als er een botsing is, een motor is vastgelopen, de drone
in de lucht rolt of de drone onbestuurbaar is en zeer snel stijgt of daalt. ‘Anytime’ (Altijd) geeft aan dat de
motoren op elk gewenst moment halverwege de vlucht kunnen worden gestopt zodra de gebruiker een
gecombineerde joystickopdracht (CSC) uitvoert. Als u de motoren tijdens het vliegen uitschakelt, zal de
drone neerstorten.
Er verschijnt een waarschuwing in DJI Fly wanneer er een bemand vliegtuig wordt gedetecteerd als AirSense is ingeschakeld. Lees de disclaimer in de DJI Fly-melding voordat u AirSense gebruikt.
Bediening
Drone-instellingen
Eenheid Kan worden ingesteld op metrisch of imperiaal.
Scannen van personen Indien ingeschakeld, scant en toont het vliegtuig automatisch
onderwerpen in de cameraweergave (alleen beschikbaar voor foto's met één opname en normale video-opnamen).
Afstemming van versterking en belichting
Ondersteunt de versterkings- en expo-instellingen die in verschillende
vliegmodi op de drone en de cardanische besturing moeten worden
afgestemd, waaronder de maximale horizontale snelheid, maximale stijgsnelheid, maximale afdalingssnelheid, maximale hoeksnelheid, giergladheid, remgevoeligheid en expo en de maximale kantelsnelheid en
kantelgladheid van de cardanische besturing.
Bij het loslaten van de joysticks vermindert een verhoogde remgevoeligheid de remafstand van de
drone, terwijl een verminderde remgevoeligheid de remafstand vergroot. Vlieg voorzichtig.
Instellingen voor de gimbal: Tik hierop om de gimbalmodus in te stellen, geavanceerde instellingen, gimbalhoek, en rotatie van de gimbal.
Instellingen voor de afstandsbediening: Tik hierop om de functie van de aanpasbare knop in te stellen, de afstandsbediening te kalibreren, telefoon opladen voor het verbonden iOS-apparaat in te schakelen en joystick-standen te wisselen. Zorg ervoor dat u de werking van een joystick-stand begrijpt voordat u de joystick-stand wijzigt.
Vlieginstructie voor beginners: Bekijk de vlieginstructie.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
62
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Verbinden met drone: Tik hierop om de koppeling te starten als de drone niet aan de afstandsbediening is
gekoppeld.
Camera
Parameterinstellingen van de camera: Geeft verschillende instellingen weer volgens de opnamemodus.
Algemene instellingen: Tik hierop om histogram, waarschuwing voor overbelichting, rasterlijnen, piekniveau,
witbalans, automatisch synchroniseren van HD-foto’s en cache tijdens het opnemen te bekijken en in te
stellen.
Opslaglocatie: De beelden kunnen worden opgeslagen in de drone of op een microSD-kaart. Interne opslag en microSD-kaarten kunnen worden geformatteerd. De instellingen voor de max. videocachecapaciteit en de
camera-reset kunnen ook worden aangepast.
USB-modus: De Mavic 3 Cine ondersteunt de USB-modus, zodat gebruikers beelden kunnen kopiëren
wanneer het accuniveau van de drone laag is. Schakel de USB-modus in, schakel de drone in en maak verbinding met een computer om de USB-modus te gebruiken. Gedurende deze tijd kan de interne opslag
van de drone worden geopend, maar de SD-kaart niet.
Start de drone opnieuw op en schakel de USB-modus uit in DJI Fly om de USB-modus te verlaten. De USB-modus wordt opnieuw ingeschakeld wanneer de drone opnieuw wordt gestart als deze is uitgeschakeld via DJI Assistant 2.
In de USB-modus wordt de drone losgekoppeld van de afstandsbediening, gaat het lampje van de frame-arm uit en stopt de ventilator in de drone.
Transmissie
Instellingen voor Live Stream Platform, HDMI-output, Frequentie en Kanaalmodus.
Informatie
Bekijk apparaatgegevens, firmwaregegevens, app-versie, accuversie en meer. Tik op “Alle instellingen resetten” om de instellingen, waaronder camera-, cardanische en veiligheidsinstellingen, te resetten naar de standaardinstellingen. Tik op “Alle gegevens wissen” om alle instellingen terug te zetten naar standaard en
alle gegevens te verwijderen die zijn opgeslagen in de interne opslag, op de microSD-kaart en SSD, inclusief vluchtlogboek. Het wordt aanbevolen om een bewijs (vluchtlogboek) te overleggen bij het claimen van compensatie. Neem contact op met DJI-ondersteuning voordat u het vluchtlogboek wist als er tijdens de
vlucht een ongeval plaatsvindt.
8. Opnamemodi
Video: Normaal, Verkennen, Nacht en Slow motion. Ondersteunde digitale zoom voor normale
videomodus. In de modus Verkennen toont het 1x-pictogram de zoomverhouding. Tik erop om de zoomverhouding aan te passen. Hoe groter de zoomverhouding, hoe langzamer de drone draait. De
nachtstand biedt een betere ruisonderdrukking en helderdere beelden en ondersteunt ISO-waarden tot
12.800.
De nachtmodus ondersteunt momenteel 4 K 30 fps.
Het vermijden van obstakels wordt uitgeschakeld in de nachtmodus. Vlieg voorzichtig.
De nachtmodus wordt automatisch afgesloten wanneer RTH of landing wordt gestart.
Tijdens RTH of automatische landing is de nachtmodus niet beschikbaar.
FocusTrack wordt niet ondersteund in de nachtmodus.
Foto: Single, Explore, Burst Shooting, AEB en getimede opname.
MasterShots: Selecteer een onderwerp. De drone neemt op terwijl hij verschillende manoeuvres achter elkaar uitvoert en het onderwerp in het midden van het beeld houdt. Na aoop zal een korte lmische video worden
gemaakt.
QuickShots: Dronie, Raket, Cirkel, Spiraal, Boomerang en Asteroid.
Hyperlapse: Kies uit Vrij, Cirkel, Koersvergrendeling en Waypoints.
Pano: Kies uit bol, 180°, groothoek en verticaal.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
63
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
4
0
RES&FPS
RE
Storage
0
1
4
Stora
9.Telegraschecamera
7
x
Tik op
om over te schakelen naar de telegrasche camera in de modus Foto of Video. De fotomodi Single, AEB, Burst, Time Shot, en de bestandsindelingen JPEG-, RAW- en J+R worden ondersteund, en ISO en sluitertijd kunnen in de fotostand handmatig worden ingesteld. Het formaat 4 K 25/30/50 fps en
1080 p 25/30/50 fps wordt ondersteund en ISO en sluitertijd kunnen in de videomodus handmatig worden
ingesteld. Spotlight en POI kunnen worden gebruikt bij gebruik van een telecamera bij een verhouding van 7x en ondersteunen een statisch onderwerp. Tik op
1.0x
om over te schakelen naar groothoekcamera.
10. Sluiter-/opnameknop
: Tik hierop om een foto te maken, een video op te nemen of te stoppen.
11. Afspelen
: Tik hierop om de weergavepagina te openen om een voorbeeld te bekijken van foto's en video's
zodra deze zijn gemaakt.
12. Schakelaar voor camerastanden
: Kies in fotostand tussen Auto en Pro. In verschillende modi kunnen verschillende parameters worden
ingesteld.
13. Opname-instellingen
: Geeft de huidige opnamestand en -parameters weer. Tik hierop om de parameterinstellingen te
K 6
openen.
14. Opslaggegevens
: Toont het resterende aantal foto's of de video-opnametijd van de huidige opslag. Tik om de
6:2
beschikbare capaciteit van de SSD of microSD-kaart te bekijken.
15. Vliegtelemetrie
D 80m H 150m 4.6m/s 3m/s
: Toont de afstand tussen de drone en de thuisbasis, de hoogte vanaf de
thuisbasis, en de horizontale en verticale snelheid van de drone.
16. Kaart
: Tik om te schakelen naar de gedragsindicator, die informatie weergeeft zoals de oriëntatie- en
kantelhoek van de drone, de positie van de afstandsbediening en de positie van de thuisbasis.
Richting van de drone
Positie afstandsbediening
Thuisbasis
Samenvouwen
Kantelhoek van de
drone
Overschakelen naar minimap
17. Automatisch opstijgen/landen/RTH
/ :
Tik op het pictogram. Wanneer de melding verschijnt, houd dan de knop ingedrukt om
automatisch opstijgen of landen te starten.
Tik om Smart RTH te starten en laat de drone naar de laatst geregistreerde thuisbasis terugkeren.
:
18. Waypoint-vlucht
Tik om Waypoint-vlucht in/uit te schakelen.
:
19. Terug
Tik hierop om terug te keren naar het beginscherm.
:
Druk op het scherm en blijf drukken om de aanpassingsbalk van de gimbal te openen voor aanpassing van
de gimbalhoek.
Tik op het scherm om scherpstelling of spotmeting in te schakelen. Scherpstelling of spotmeting wordt,
afhankelijk van de scherpstelmodus, belichtingsmodus en spotmetermodus, verschillend weergegeven.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
64
©
Schakelen naar gedragsindicator
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Houd na gebruik van spotmeting het scherm ingedrukt om de belichting te vergrendelen. Om de belichting te ontgrendelen, houdt u het scherm opnieuw ingedrukt.
Zorg dat uw apparaat volledig is opgeladen voordat u DJI Fly start.
Voor het gebruik van de DJI Fly-app zijn mobiele data vereist. Neem contact op met u provider van
draadloos internet voor informatie over datakosten.
Als u een telefoon gebruikt als mobiel weergaveapparaat, neem dan GEEN telefoontjes aan en gebruik NIET de sms-functies tijdens de vlucht.
Lees alle veiligheidstips, waarschuwingen en disclaimers aandachtig. Maak uzelf vertrouwd met
de betreende voorschriften in uw regio. Het is uw eigen verantwoordelijkheid dat u op de hoogte
bent van alle relevante regelgevingen en voor het besturen van uw drone op een manier die daaraan voldoet.
a. Lees en begrijp de waarschuwingen voordat u de automatische landings- en opstijgfunctie
gebruikt.
b. Lees en begrijp de waarschuwingen en disclaimer voordat u de hoogte boven de standaardlimiet
instelt.
c. Lees en begrijp de waarschuwingen en disclaimer voordat u tussen vliegstanden schakelt.
d. Lees en begrijp de waarschuwingen en disclaimers in de buurt van of in een GEO-zone.
e. Lees en begrijp de waarschuwingen voordat u de Intelligent Flight Modes (intelligente vliegstanden)
gebruikt.
Laat de drone onmiddellijk op een veilige locatie landen als daarvoor in de app een melding verschijnt.
Bekijk vóór elke vlucht alle waarschuwingen in de checklist die in de app wordt weergegeven.
Gebruik de simulator in de app voor het oefenen van uw vliegvaardigheden als u de drone nog nooit hebt gebruikt of als u niet over voldoende ervaring beschikt om de drone met zekerheid te kunnen bedienen.
Maak vóór elke vlucht verbinding met internet en sla de kaartgegevens op van het gebied waar u met de drone gaat vliegen.
De app is bedoeld om het vliegen met de drone te ondersteunen. Gebruik uw gezonde verstand en vertrouw NIET op de app voor het bedienen van uw drone. Voor het gebruik van de app gelden de gebruiksvoorwaarden voor DJI Fly en het privacybeleid van DJI. Lees ze aandachtig door in de app.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
65
©
Vliegen
In dit hoofdstuk staan veilige vliegmethoden en vliegbeperkingen behandeld.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
66
©

Vliegen

Als de voorbereidingen voor de vlucht zijn voltooid, verdient het aanbeveling om de vluchtsimulator te gebruiken om uw vliegvaardigheden te verbeteren en in het veilig vliegen te oefenen. Zorg ervoor dat alle
vluchten in een open gebied worden uitgevoerd. Raadpleeg de hoofdstukken Afstandsbediening en DJI
Fly voor informatie over het gebruik van de afstandsbediening en de app voor het besturen van de drone.

Vereisten ten aanzien van de vliegomgeving

1. Gebruik de drone niet bij ongunstige weersomstandigheden, zoals regen, sneeuw, mist en bij windsnelheden van meer dan 12 m/s.
2. Gebruik de drone alleen in open gebieden. Hoge en grote metalen constructies kunnen een nadelige invloed uitoefenen op de nauwkeurigheid van het kompas en GNNS-systeem aan boord van de drone. Het wordt aanbevolen om de drone op minstens 5 m afstand van constructies te houden.
3. Vermijd obstakels, menigten, hoogspanningskabels, bomen en waterpartijen. Het wordt aanbevolen
om de drone op minstens 3 m boven het water te houden.
4. Beperk interferentie zo veel mogelijk door gebieden met een hoog niveau van elektromagnetisme te vermijden, zoals locaties in de buurt van hoogspanningsleidingen, basisstations, elektriciteitscentrales en zendmasten.
5. De prestaties van de drone en de accu zijn afhankelijk van omgevingsfactoren, zoals luchtdichtheid
en temperatuur. Wees zeer voorzichtig tijdens het vliegen op 6.000 meter of hoger boven de zeespiegel, omdat de prestaties van de accu en de drone dan kunnen teruglopen.
6. De drone kan in de poolgebieden geen GNNS gebruiken. Gebruik voor het vliegen boven dergelijke
locaties het neerwaartse zichtsysteem.
7. Stijg NIET op vanaf bewegende objecten zoals auto's, schepen en vliegtuigen.
8. Gebruik de drone, afstandbediening, accu en acculader NIET in de buurt van ongevallen,
brand, explosies, overstromingen, tsunami's, lawines, aardverschuivingen, aardbevingen, stof of
zandstormen.
9. Gebruik de acculader bij een temperatuur van 5 tot 40 °C.
10. Gebruik de drone, de accu, de afstandsbediening en de acculader in een droge omgeving.
11. Gebruik de acculader NIET in vochtige omgevingen.

De drone op verantwoorde wijze besturen

Neem de volgende regels in acht om ernstig letsel en materiële schade te voorkomen:
1. Zorg ervoor dat u NIET onder invloed van verdovingsmiddelen, alcohol of drugs bent, of lijdt aan duizeligheid, vermoeidheid, misselijkheid of andere aandoeningen die nadelige gevolgen kunnen hebben voor uw geschiktheid om de drone veilig te besturen.
2. Schakel als de drone geland is eerst de drone zelf uit en schakel vervolgens de afstandsbediening uit.
3. GEEN gevaarlijke ladingen, of ladingen die persoonlijk letsel of materiële schade kunnen veroorzaken, op of bij gebouwen, personen of dieren lanceren, afvuren, laten vallen of anderszins projecteren.
4. Gebruik GEEN drone die is neergestort of per ongeluk beschadigd, of die niet in goede staat verkeert.
5. Zorg ervoor dat u voldoende traint en noodplannen hebt voor noodsituaties of wanneer zich een incident voordoet.
6. Zorg ervoor dat u een vluchtplan hebt. Vlieg NIET roekeloos met de drone.
7. Respecteer de privacy van anderen wanneer u de camera gebruikt. Zorg ervoor dat u voldoet aan
de plaatselijke privacywetgeving, voorschriften en morele normen.
8. Gebruik dit product NIET om andere redenen dan voor algemeen persoonlijk gebruik.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
67
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
9. Gebruik het NIET voor illegale of ongepaste doeleinden (zoals spionage, militaire operaties of ongeoorloofd onderzoek).
10. Gebruik dit product NIET om anderen te belasteren, te misbruiken, lastig te vallen, te belagen
(stalken), te bedreigen of om op enigerlei andere wijze de rechten van anderen te schenden (zoals privacy- en uitgaverechten).
11. Zich NIET op privé-eigendommen van anderen begeven.

Vliegbeperkingen en GEO-zones

Exploitanten van onbemande luchtvaartuigen (UAV) moeten zich houden aan de voorschriften
van zelfregulerende organisaties, zoals de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, de Federale Luchtvaartadministratie en lokale luchtvaartautoriteiten. Om veiligheidsredenen worden vluchten standaard beperkt, wat gebruikers helpt dit luchtvaartuig veilig en legaal te gebruiken. Gebruikers kunnen vluchtlimieten instellen voor hoogte en afstand.
Hoogtelimieten, afstandslimieten en GEO-zones werken samen om de vliegveiligheid te waarborgen wanneer GNNS beschikbaar is. Als GNNS niet beschikbaar is, kan alleen de hoogte worden beperkt.
Limieten voor vlieghoogte en afstand
De limieten voor vlieghoogte en afstand kunnen worden gewijzigd in DJI Fly. Op basis van deze instellingen zal de drone vliegen in een beperkte cilinder die opgebouwd is uit maximale hoogte en
actieradius, zoals hieronder afgebeeld:
Max. vlieghoogte
Max. radius
Hoogte van de drone bij
het opstijgen
Wanneer GNNS beschikbaar is
Vlieglimieten DJI Fly-app
Max. hoogte
Max. radius
De hoogte van de drone mag de opgegeven waarde
niet overschrijden
De vliegafstand moet zich binnen de max. radius
bevinden
Alleen het neerwaartse zichtsysteem is beschikbaar
Vlieglimieten DJI Fly-app
De hoogte is beperkt tot 30 m wanneer het GNNS-signaal
Max. hoogte
zwak is. De hoogte is beperkt tot 3 m wanneer het GNSS-
signaal zwak is en de lichtomstandigheden niet voldoende zijn.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
68
©
Thuisbasis
Waarschuwing: Hoogtelimiet bereikt
Waarschuwing: Afstandslimiet bereikt
Waarschuwing: Hoogtelimiet bereikt.
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Max. radius
De beperkingen van de straal zijn uitgeschakeld en er kunnen in de app geen
waarschuwingsberichten worden ontvangen.
De hoogtelimiet bij een zwak GNSS wordt niet beperkt als er een sterk GNSS-signaal was toen de
drone werd aangezet.
Als de drone een limiet bereikt, kunt u de drone nog steeds besturen. U kunt de drone dan echter
niet nog verder weg laten vliegen. Als de drone buiten de maximale actieradius vliegt, gaat hij
automatisch terug tot hij binnen bereik is wanneer het GNNS-signaal sterk is.
Laat de drone om veiligheidsredenen niet dicht in de buurt van vliegvelden, snelwegen, treinstations, treinsporen, stadscentra of andere gevoelige gebieden vliegen. Laat de drone alleen binnen uw gezichtsveld vliegen.
GEO-zones
Alle GEO-zones staan vermeld op de ociële DJI-website op http://www.dji.com/ysafe. GEO-zones zijn
ingedeeld in verschillende categorieën en omvatten, maar zijn niet beperkt tot vliegvelden, vlieggebieden waar bemande vliegtuigen op lage hoogte vliegen, grenzen tussen landen, gevoelige locaties, zoals
energiecentrales en plaatsen waar grote evenementen plaatsvinden. Er verschijnen instructies in de DJI
Fly-app om in GEO-zones te vliegen.

Checklist ter voorbereiding van de vlucht

1. Zorg dat de afstandsbediening, het mobiele apparaat en de Intelligent Flight Battery volledig zijn opgeladen.
2. Zorg dat de Intelligent Flight Battery en de propellers veilig zijn gemonteerd.
3. Zorg dat de armen van de drone zijn uitgeklapt.
4. Controleer of de gimbal en de camera normaal functioneren.
5. Zorg dat niets de motoren blokkeert en dat de motoren normaal functioneren.
6. Zorg dat DJI Fly verbinding met de drone heeft.
7. Zorg dat de cameralens en de sensoren van de zichtsystemen schoon zijn.
8. Gebruik alleen originele DJI-onderdelen of onderdelen die door DJI zijn gecertificeerd. Niet­goedgekeurde onderdelen of onderdelen van niet door DJI gecertificeerde fabrikanten kunnen
leiden tot storingen in het systeem en de veiligheid in gevaar brengen.
9. Controleer of de Remote ID up-to-date is en werkt.
10. Zorg ervoor dat de maximale vlieghoogte correct is ingesteld volgens de lokale regelgeving.
11. Vlieg NIET over een dichtbevolkt gebied.
12. Zorg ervoor dat de drone en de afstandsbediening normaal werken.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
69
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3

Automatisch opstijgen/landen

Automatisch opstijgen
Automatisch opstijgen gebruiken:
1. Start DJI Fly en open de cameraweergave.
2. Voer alle stappen uit die op de checklist voor vluchtvoorbereiding staan.
3. Tik op . Als de omstandigheden veilig zijn om op te stijgen, houd u de knop ingedrukt om te
bevestigen.
4. De drone stijgt op en blijft 1,2 m boven de grond zweven.
Automatisch landen
Gebruik automatische landing:
1. Tik op . Als de omstandigheden veilig zijn om te landen, houd u de knop ingedrukt om te
bevestigen.
2. Automatisch landen kan worden geannuleerd door op te tikken.
3. Als het zichtsysteem normaal functioneert, wordt de landingsbeveiliging ingeschakeld.
4. De motoren stoppen na het landen.

De motoren starten/stoppen

De motoren starten
Er wordt gebruikgemaakt van een gecombineerde joystickopdracht om de motoren te starten. Duw
beide joysticks naar de onderste binnen- of buitenhoeken om de motoren te starten. Zodra beide motoren zijn gaan draaien, laat u beide joysticks tegelijk los.
OF
De motoren stoppen
U kunt de motoren op twee manieren stoppen.
Methode 1: Duw na het landen van de drone de linker joystick omlaag en houd deze vast. De motoren
zullen na een seconde stoppen.
Methode 2: Als de drone geland is, voert u dezelfde CSC uit die ook gebruikt werd om de motoren
te starten. De motoren zullen na twee seconden stoppen. Laat beide joysticks los als de
motoren eenmaal zijn gestopt.
OF
Methode 1 Methode 2
Als de motor onverwacht wordt gestart, gebruik dan CSC om de motoren onmiddellijk te stoppen.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
70
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
De motoren stoppen tijdens het vliegen
Wanneer u de motoren stopt tijdens het vliegen, zal de drone neerstorten. De motoren mogen tijdens
het vliegen alleen bij een noodsituatie worden gestopt, bijvoorbeeld wanneer er een botsing heeft plaatsgevonden of als de drone niet meer onder controle is en heel snel stijgt of daalt, in de lucht rondtolt of als er een motor is afgeslagen. Gebruik voor het stoppen van de motoren tijdens het vliegen
dezelfde gecombineerde joystickopdracht (CSC) als de opdracht die gebruikt is voor het starten van de motoren. De standaardinstelling kan worden gewijzigd in DJI Fly.

Vliegtest

Procedures voor opstijgen/landen
1. Plaats de drone op een open, vlakke ondergrond met de statusindicator van de drone naar u toe
gericht.
2. Schakel de drone en de afstandsbediening in.
3. Start DJI Fly en open de cameraweergave.
4. Wacht tot de zelfcontrole is voltooid, het is veilig om te vliegen als er geen abnormale waarschuwing
is in DJI Fly.
5. Duw zachtjes tegen de gashendel om de drone te laten opstijgen of gebruik automatisch opstijgen.
6. Trek aan de gashendel of gebruik automatisch landen om de drone te laten landen.
7. Duw na het landen de gashendel naar beneden en houd deze vast. De motoren zullen na een
seconde stoppen.
8. Schakel de drone en de afstandsbediening uit.
Video met suggesties/tips
1. De checklist ter voorbereiding van de vlucht is opgesteld om u te helpen de drone veilig te laten
vliegen en ervoor te zorgen dat u video-opnamen kunt maken tijdens de vlucht. Doorloop vóór elke
vlucht de volledige checklist ter voorbereiding van de vlucht.
2. Selecteer in DJI Fly de gewenste besturingsmodus voor de gimbal.
3. Gebruik de normale of Cine-stand om video op te nemen.
4. Laat de drone NIET in slechte weersomstandigheden vliegen, zoals wanneer het regent of winderig
is.
5. Kies camera-instellingen die zijn afgestemd op uw behoefte.
6. Voer vliegtests uit om vliegroutes vast te stellen en vooraf scènes te bekijken.
Zorg ervoor dat het vliegtuig op een vlakke en stabiele ondergrond staat voordat u opstijgt. Stijg
NIET op vanaf uw handpalm of terwijl u de drone met uw hand vasthoudt.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
71
©
Bijlage
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
72
©

Bijlage

Technische gegevens

Drone
Startgewicht 895 g (Mavic 3)
Afmetingen (l x b x h) Ingeklapt: 221 × 96,3 × 90,3 mm
Diagonale afstand
Max. stijgsnelheid S-stand: 8 m/s
Max. daalsnelheid S-stand: 6 m/s
Max. snelheid (bijna zeeniveau, geen wind)
Max. servicehoogte boven zeeniveau
Max. vliegtijd 46 minuten (gemeten tijdens vliegen met 32,4 km/u in windstille
Max. tijd voor stilhangen (zonder wind)
Max. vliegafstand
Max. windsnelheidsweerstand 12 m/s
Max. kantelhoek S-modus: 35°
Max. hoeksnelheid 200°/s
Bedrijfstemperatuur -10 tot 40 °C
GNSS GPS + Galileo + BeiDou
Nauwkeurigheidsbereik tijdens stilhangen
Interne opslag Mavic 3: 8 GB (7,9 GB aan beschikbare opslag)
Hasselblad-camera
Sensor 4/3 CMOS eectieve pixels: 20 MP
Lens Gezichtsveld: 84°
899 g (Mavic 3 Cine)
Uitgeklapt: 347,5 × 283 × 107,7 mm
380,1 mm
N-stand: 6 m/s C-stand: 1 m/s
N-stand: 6 m/s C-stand: 1 m/s
S-modus: 21 m/s; S-modus (EU): 19 m/s
N-stand: 15 m/s C-stand: 5 m/s
6000 m
omstandigheden)
40 min.
30 km
N-modus: 30° C-modus: 25°
Verticaal: Zichtsysteem voor positionering: ±0.1 m Plaatsing GNSS: ±0,5 m Horizontaal: Zichtsysteem voor positionering:±0.3 m Plaatsing systeem met hoge nauwkeurigheid: ±0,5 m
Mavic 3 Cine: 1TB (934,8 GB aan beschikbare opslag)
Formaat equivalent: 24 mm
Diafragma: f/2,8-f/11 Opnamebereik: 1 m tot ∞ (met autofocus)
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
73
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
ISO-bereik Video
Elektronische sluitertijd 1/8000 - 8 sec.
Maximale beeldgrootte 5280 × 3956
Fotografeerstanden Single: 20 MP
Videoresolutie
Max. videobitrate H.264/H.265: 200Mbps
Ondersteund bestandssysteem exFAT
Bestandsindeling foto JPEG/DNG (RAW)
Bestandsindeling video
Normaal, slow motion; 100-6400 (normaal) 400-1600 (D-Log) 100-1600 (HLG) Nacht: 800-12800 (Normaal)
Foto: 100-6400
Automatische belichtingsondersteuning (AEB): 20 MP, 3/5 frames bij 0,7 EV-stap Getimed: 20 MP 2/3/5/7/10/15/20/30/60 seconden
Apple ProRes 422 HQ / 422 / 422 LT*
5,1 K: 5120 × 2700 bij 24/25/30/48/50 fps DCI 4 K: 4096 × 2160 bij 24/25/30/48/50/60/120** fps 4 K: 3840 × 2160 bij 24/25/30/48/50/60/120** fps
H.264/H.265
5,1 K: 5120 × 2700 bij 24/25/30/48/50 fps DCI 4 K: 4096 × 2160 bij 24/25/30/48/50/60/120** fps 4 K: 3840 × 2160 bij 24/25/30/48/50/60/120** fps FHD: 1920 × 1080 bij 24/25/30/48/50/60/120**/200** fps
* Alleen de DJI Mavic 3 Cine ondersteunt Apple ProRes-video-
opname.
** Opgenomen beeldsnelheid, bijbehorende video wordt afgespeeld
als slow-motion-video
Mavic 3:
MP4/MOV (MPEG-4 AVC/H.264, HEVC/H.265)
Mavic 3 Cine:
MP4/MOV (MPEG-4 AVC/H.264, HEVC/H.265) MOV (Apple ProRes 422 HQ)
Kleurmodus Normaal/HLG/D-Log
Telegraschecamera
Sensor 1/2-in CMOS
Lens Gezichtsveld: 15°
ISO-bereik Video: 100-6400
Elektronische sluitertijd 1/8000 - 2 sec.
Maximale beeldgrootte 4.000 × 3000
Bestandsindeling foto JPEG
Formaat equivalent: 162 mm
Diafragma: f/4,4 Opnamebereik: 3 m tot ∞
Foto: 100-6400
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
74
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Bestandsindeling video MP4/MOV (MPEG-4 AVC/H.264, HEVC/H.265)
Fotografeerstanden Enkelvoudige opname: 12 MP
Videoresolutie H.264/H.265
Digitale zoom 4x
Gimbal
Stabilisatie 3-assig (kantelen, rollen, pannen)
Mechanisch bereik Kantelen: -135° tot +100°
Bestuurbaar bereik Kantelen: -90° tot 35°
Max. besturingssnelheid (kantelen) 100°/s
Bereik hoektrilling ±0,007 cm
Detectiesysteem
Type Omnidirectionele zichtsystemen en infrarooddetectiesysteem
Voorwaarts zichtsysteem Precisie meetbereik: 0,5-20 m
Achterwaarts zichtsysteem Precisie meetbereik: 0,5-16 m
Systeem voor lateraal zicht Precisie meetbereik: 0,5-25 m
Opwaarts zichtsysteem Precisie meetbereik: 0,2-10 m
Neerwaarts zichtsysteem Precisie meetbereik: 0,3-18 m
Gebruiksomgeving Vooruit, lateraal, omhoog, achteruit: Waarneembare oppervlakken,
Transmissie
Videotransmissiesysteem O3+
Kwaliteit rechtstreekse weergave Afstandsbediening: 1080p@30fps/1080p@60fps
Bedieningsfrequentie 2,400 - 2,4835 GHz; 5,725 - 5,850 GHz
Max. zendbereik (vrij van obstakels en interferentie)
Max. downloadsnelheid OPNIEUW INSTELLEN: 5,5 MB/s (met RC-N1)
4 K: 3840 × 2160 bij 25/30/50 fps FHD: 1920 × 1080 bij 25/30/50 fps
Rollen: -45° tot +45° Pannen: -27° tot +27°
Pannen: -5° tot 5°
Detectiebereik: 0,5-200 m Eectieve detectiesnelheid: ≤ 15 m/s Detectiegebied: 90° (horizontaal), 103° (verticaal)
Eectieve detectiesnelheid: ≤ 12 m/s Detectiegebied: 90° (horizontaal), 103° (verticaal)
Eectieve detectiesnelheid: ≤ 15 m/s Detectiegebied: 90° (horizontaal), 85° (verticaal)
Eectieve detectiesnelheid: ≤ 6 m/s Detectiegebied: 100° (voor en achter), 90° (links en rechts)
Eectieve detectiesnelheid: ≤ 6 m/s Detectiegebied: 130° (voor en achter), 160° (links en rechts)
voldoende verlichting van lux >15
Neerwaarts: Niet-reflecterende, waarneembare oppervlakken met
diffuus reflectievermogen van > 20%; Voldoende verlichting van >15 lux Opprlvla met een helder patroon
15 km (FCC), 8 km (CE/SRRC/MIC)
15 MB/s (met DJI RC Pro)
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
75
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Latentie (afhankelijk van
omgevingsomstandigheden en mobiel
apparaat)
Antennes 4 antennes, 2T4R
Zendervermogen (EIRP) 2,4 GHz: <33 dBm (FCC), <20 dBm (CE/SRRC/MIC)
Intelligent Flight Battery
Capaciteit 5000 mAh
Standaardspanning 15,4 V
Max. laadspanning 17,6 V
Type accu LiPo 4S
Vermogen 77 Wh
Gewicht 335,5 g
Laadtemperatuur 5 tot 40 °C
Acculader
Ingangsvermogen 100-240 V AC (47-63 Hz) 2,0 A
Uitgangsvermogen USB-C: 5,0 V 5,0 A/9,0 5,0 A/12,0 V 5,0 A/15,0 V 4,3 A/
Nominaal vermogen 65 W
Charging Hub
Ingangsvermogen USB-C: 5 V-20 V 5,0 A max
Uitgangsvermogen Accupoort: 12 V - 17.6 V 5,0 A max.
Nominaal vermogen 65 W
Oplaadtype Laad drie Intelligent Flight Batteries achter elkaar op
Laadtemperatuur 5 tot 40 °C
Autolader
Ingangsvermogen Autovoedingspoort: 12,7 V-16 V 6.5 A, spanning: 14 V
Uitgangsvermogen USB-C: 5,0 V 5,0 A/9,0 5,0 A/12,0 V 5,0 A/15,0 V 4,3 A/
Nominaal vermogen 65 W
Oplaadtijd Ong. 96 minuten
Laadtemperatuur 5 tot 40 °C
Opslag
Ondersteunde SD-kaarten SDXC, UHS-I Speed Grade 3-classicatie
130 ms (met RC-N1) 120 ms (met DJI RC Pro)
5,8 GHz: <33 dBm (FCC), <30 dBm (CE), <14 dBm (SRRC)
20,0 V 3,25 A/5,0~20,0 V 3,25 A USB-A: 5 V 2 A
GELIJKSTROOM
20,0 V 3,25 A/5,0~20,0 V 3,25 A USB-A: 5 V 2 A
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
76
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Aanbevolen microSD-kaarten Lexar 1066x 64 GB V30 A2 microSDXC
SSD Capaciteit: 1TB
DJI RC-N1 Afstandsbediening
Transmissiesysteem Wanneer DJI RC-N1-afstandsbedieningen met verschillende
Werkingsduur 6 uur (zonder het mobiele apparaat op te laden)
Typen ondersteunde USB-poorten Lightning, micro-USB, USB-C
Max. afmeting ondersteund mobiel apparaat (HxBxD)
Bedrijfstemperatuur 0 tot 40 °C
Zendervermogen (EIRP) 2,4 GHz:
Lexar 1066x 128 GB V30 A2 microSDXC Lexar 1066x 256 GB V30 A2 microSDXC Lexar 1066x 512 GB V30 A2 microSDXC SanDisk High Endurance 64 GB V30 microSDXC SanDisk High Endurance 128 GB V30 microSDXC SanDisk High Endurance 256 GB V30 microSDXC Kingston Canvas Go! Plus 64 GB V30 A2 microSDXC Kingston Canvas Go! Plus 128 GB V30 A2 microSDXC Kingston Canvas Go! Plus 256 GB V30 A2 microSDXC Kingston Canvas Go! Plus 512 GB V30 A2 microSDXC Samsung EVO Plus 512 GB V30 A2 microSDXC Samsung PRO Plus 256 GB V30 A2 microSDXC Samsung PRO Plus 512 GB V30 A2 microSDXC
microSD-kaarten kunnen geen Apple ProRes 422 HQ-codec
opnemen.
Max. leessnelheid: 700MB/s* Max. schrijfsnelheid: 471MB/s*
* Max. lees- of schrijfsnelheid van de drone. De snelheid kan variëren
wanneer deze wordt aangesloten op een computer of ander apparaat.
hardwareconfiguraties voor drones worden gebruikt, wordt automatisch de bijbehorende firmwareversie geselecteerd voor het bijwerken en ondersteunen van de volgende transmissietechnologieën, die mogelijk worden gemaakt door de hardwareprestaties van de gekoppelde dronemodellen:
a. DJI Mini 2 / DJI Mavic Air 2: O2 b. DJI Air 2S: O3 c. DJI Mavic 3: O3+
4 uur (met opladen van het mobiele apparaat)
180 mm × 86 mm × 10 mm
≤26 dBm (FCC), ≤20 dBm (CE/SRRC/MIC)
5,8 GHz:
≤26 dBm (FCC/SRRC), ≤14 dBm (CE)
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
77
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3

Firmware-update

Gebruik DJI Fly of DJI Assistant 2 (consumentendrones) om de rmware van de drone bij te werken.
Het gebruik van DJI Fly
Wanneer u de drone of afstandsbediening met DJI Fly verbindt, krijgt u een melding als er nieuwe
firmware beschikbaar is. Start de update door uw afstandsbediening of het mobiele apparaat te
verbinden met internet en de instructies op het scherm te volgen. U kunt de rmware niet updaten als
de afstandsbediening geen verbinding met de drone heeft. Internet is vereist.
Het gebruik van DJI Assistant 2 (consumentendrones)
Update de rmware van de drone en de afstandsbediening afzonderlijk met behulp van DJI Assistant 2 (consumentendrones).
Volg onderstaande instructies om de firmware van de drone via DJI Assistant 2 te updaten (consumentendrones):
1. Start DJI Assistant 2 (consumentendrones) en log in met uw DJI-account.
2. Schakel de drone in en sluit de drone vervolgens via de USB-C-poort op een computer aan.
3. Selecteer ‘DJI Mavic 3’ en klik op ‘Firmware Updates’ (Firmware-updates) op het linkerpaneel.
4. Selecteer de rmwareversie die u wilt installeren.
5. Wacht tot de rmware is gedownload. De rmware-update start automatisch.
6. De drone start automatisch opnieuw op nadat de rmware-update is voltooid.
Volg onderstaande instructies om de rmware van de afstandsbediening via DJI Assistant 2 te updaten (consumentendrones):
1. Start DJI Assistant 2 (consumentendrones) en log in met uw DJI-account.
2. Schakel de afstandsbediening in en verbind deze met een computer via de USB-C-poort met behulp
van een Micro USB-adapterkabel.
3. Selecteer ‘DJI Mavic 3 Remote Controller’ en klik op Firmware Updates op het linkerpaneel.
4. Selecteer de rmwareversie die u wilt installeren.
5. Wacht tot de rmware is gedownload. De rmware-update start automatisch.
6. Wacht totdat de rmware-update is voltooid.
Zorg dat u alle stappen doorloopt om de rmware te updaten. Anders kan de update mislukken.
Het updaten van de rmware duurt ongeveer 10 minuten. Het is normaal dat de gimbal verstoord
raakt, het statuslampje van de drone knippert en de drone opnieuw wordt gestart. Wacht rustig af totdat de update is voltooid.
Zorg dat de computer verbinding met internet heeft.
Zorg dat de Intelligent Flight Battery voor minstens 40% en de afstandsbediening minstens 30% is opgeladen voordat u de update start.
Verbreek de verbinding tussen de drone en de computer niet tijdens een update.
Gebruik GEEN hardware en software die niet door DJI zijn gespeciceerd. Raadpleeg de Mavic 3 Release Notes voor meer informatie over rmware-updates voor Traceerbaarheid.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
78
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3

Procedures voor probleemoplossing

1. Waarom kan de accu niet worden gebruikt voor de eerste vlucht?
De accu moet eerst worden geactiveerd door hem op te laden voordat deze voor de eerste keer zal
worden gebruikt.
2. Hoe los je het probleem met de gimbal drift op tijdens de vlucht?
Kalibreer IMU en kompas in DJI Fly. Neem contact op met DJI-ondersteuning als het probleem
aanhoudt.
3. Geen functie
Controleer of de Intelligent Flight Battery en de afstandsbediening door opladen worden geactiveerd.
Neem contact op met DJI-ondersteuning als de problemen aanhouden.
4. Problemen bij het inschakelen en opstarten
Controleer of de accu stroom heeft. Zo ja, neem contact op met DJI support als het niet normaal
kan worden gestart.
5. Problemen met SW-updates
Volg de instructies in de handleiding om de update uit te voeren. Als de rmware-update mislukt,
start u alle apparaten opnieuw op en probeert u het opnieuw. Neem contact op met DJI-
ondersteuning als het probleem aanhoudt.
6. Procedures om terug te zetten naar de fabrieksinstellingen of laatst bekende werkconguratie
Gebruik de DJI Fly-app om de fabrieksinstellingen te herstellen.
7. Problemen met uitschakelen
Neem contact op met DJI Support.
8. Hoe onzorgvuldige hantering of opslag onder onveilige omstandigheden te detecteren
Neem contact op met DJI Support.

Risico en waarschuwingen

Wanneer de drone een risico detecteert na het inschakelen, verschijnt er een waarschuwing op DJI Fly.
Let op de onderstaande lijst met situaties.
1. Als de locatie niet geschikt is voor opstijgen.
2. Als er tijdens de vlucht een obstakel wordt gedetecteerd.
3. Als de locatie niet geschikt is om te landen.
4. Als het kompas en de IMU interferentie ondervinden en gekalibreerd moeten worden.
5. Volg de instructies op het scherm wanneer daarom wordt gevraagd.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
79
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3

Verwijdering

Neem de lokale voorschriften met betrekking tot elektronische apparaten in acht bij het afvoeren van de drone en de afstandsbediening.
Weggooien van een accu
Gooi de accu's pas weg na een volledige ontlading in specieke containers voor recycling. Gooi een
accu's NIET weg in een gewone afvalcontainer. Houd u strikt aan de plaatselijke regelgeving inzake de verwijdering en recycling van accu's.
Voer een accu onmiddellijk af indien deze na te ver ontladen niet kan worden ingeschakeld.
Als de aan-/uit-knop van de Intelligent Flight Battery is uitgeschakeld en de accu niet volledig kan worden ontladen, neemt u contact op met een professioneel accu-recyclingbedrijf voor verdere hulp.
C1-certicering
De Mavic 3 V2.0 voldoet aan C1-certicering, er zijn enkele vereisten en beperkingen bij het gebruik van de Mavic 3 V2.0 in de Europese Economische Ruimte (EER, d.w.z. EU plus Noorwegen, IJsland en Liechtenstein).
UAS-klasse C1
Geluidsvermogensniveau 83 dB
Maximale propellersnelheid 7500 tpm
MTOM-verklaring
Het MTOM van Mavic 3 V2.0 (model L2AA), inclusief de SD-kaart, is 895 g om te voldoen aan de C1-
vereisten.
Gebruikers moeten de onderstaande instructies volgen om te voldoen aan de MTOM C1-vereisten.
Anders kan de drone niet worden gebruikt als een C1 UAV:
1. Voeg GEEN lading toe aan de drone, zoals de propellerbeschermers, enz.
2. Gebruik GEEN niet-gekwalificeerde vervangingsonderdelen, zoals Intelligent Flight Batteries of
propellers, enz.
3. De drone NIET achteraf monteren.
De melding "RTH bij laag accuniveau" verschijnt niet als de horizontale afstand tussen de piloot
en de drone minder dan 5 m bedraagt.
FocusTrack sluit automatisch af als de horizontale afstand tussen de persoon en de drone meer
dan 50 m bedraagt (alleen beschikbaar bij gebruik van FocusTrack in de EU).
De hulp-led is ingesteld op automatisch bij gebruik in de EU en kan niet worden gewijzigd. De
leds van de voorarm van de drone zijn altijd aan wanneer ze in de EU worden gebruikt en kunnen niet worden gewijzigd.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
80
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Directe externe ID
1. Transportmethode: Wi-baken
2. Methode voor het uploaden van het UAS-registratienummer naar de drone: Voer DJI Fly > Safety >
UAS Remote Identication in en upload vervolgens het UAS Operator Registration Number.
Lijstmetartikelen,inclusiefgekwaliceerdeaccessoires
1. DJI Mavic 3 V2.0 geluidsarme propellers (model: 9453F, 8,5 g)
2. DJI Mavic 3 V2.0 ND-lterset (ND 4/8/16/32/64/128/256/512) (2,3 g)
3. DJI Mavic 3 V2.0 Intelligent Flight Battery (Model: BWX260-5000-15.4, 335,5 g)
Lijst met reserve- en vervangingsonderdelen
1. DJI Mavic 3 V2.0 geluidsarme propellers (model: 9453F)
2. DJI Mavic 3 V2.0 Intelligent Flight Battery (model: BWX260-5000-15.4)
Waarschuwingen voor de afstandsbediening
De indicator van de afstandsbediening licht rood op nadat de verbinding met de drone langer dan twee
seconden is verbroken.
DJI Fly geeft een waarschuwing nadat de verbinding met de drone langer dan 4,5 seconden is
verbroken.
De afstandsbediening geeft een pieptoon en schakelt automatisch uit na het loskoppelen van de drone
of gedurende lange tijd zonder gebruik.
Voorkom verstoring tussen de afstandsbediening en andere draadloze apparatuur. Zorg ervoor dat u wi op mobiele apparaten in de buurt uitschakelt. Land de drone zo snel mogelijk als er interferentie
is.
Gebruik de drone NIET als de lichtomstandigheden te licht of te donker zijn wanneer u een mobiele telefoon gebruikt om de vlucht te controleren. Gebruikers zijn verantwoordelijk voor het correct aanpassen van de helderheid van het scherm wanneer de monitor tijdens vluchtgebruik in direct zonlicht wordt gebruikt.
Laat de bedieningssticks los of druk op de vluchtpauzeknop als er een onverwachte manoeuvre plaatsvindt.
GEO Bewustzijn
GEO Awareness bevat de onderstaande kenmerken.
UGZ (Unmanned Geographical Zone)-data-update: de gebruiker kan de y safe data via GPS bijwerken
met behulp van de data-update-functie en de data opslaan in de drone.
Tekening van de GEO-bewustzijnskaart: nadat de meest recente UZG-gegevens zijn bijgewerkt,
wordt een vluchtkaart met een beperkte zone weergegeven in de DJI Fly-app. Naam, eectieve tijd,
hoogtelimiet, enz. kunnen worden bekeken door op het gebied te tikken.
GEO Awareness Pre-Warning: de app geeft de gebruiker waarschuwingsinformatie wanneer de drone
zich in de buurt van of in een beperkt gebied bevindt, de horizontale afstand minder dan 160 m is of de verticale afstand minder dan 40 m van de zone is om de gebruiker eraan te herinneren dat hij/zij voorzichtig moet vliegen.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
81
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
AGL-verklaring (boven begane grond)
Het verticale deel van ‘Geo-bewustzijn’ mag de hoogte van de AMSL of de AGL-hoogte gebruiken. De keuze tussen deze twee referenties wordt voor elke UGZ afzonderlijk gespeciceerd. De hoogte van AMSL en de AGL-hoogte worden niet ondersteund door de DJI Mavic 3 V2.0. De hoogte H verschijnt in de cameraweergave van de DJI Fly-app, de hoogte vanaf het opstijgpunt van de drone tot de drone. De hoogte boven het startpunt mag worden gebruikt als benadering, maar kan voor een specieke UGZ min of meer afwijken van de opgegeven hoogte/hoogte. De piloot op afstand blijft verantwoordelijk voor
het niet overschrijden van de verticale grenzen van de UGZ.
H
AGL (niet ondersteund)
Opstijgen
Takeoff
Height error
Hoogtefout
AGL (not supported)
Beperkte zones
Verschijnt rood in de DJI-app. Gebruikers krijgen een waarschuwing en de vlucht is verhinderd. UA kan
niet vliegen of opstijgen in deze zones. Beperkte zones kunnen worden ontgrendeld, neem contact op
met ysafe@dji.com of ga naar Een zone ontgrendelen op dji.com/ysafe.
Grond
Bij het opstijgen:
1.Een waarschuwing ontvangen
2.Kan niet opstijgen
3.De gebruiker kan zich na handmatige
goedkeuringaanmeldenopdeociële
DJI-website
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
82
©
Beperkte zones
Een waarschuwing ontvangen
Bij het naderen:
1. Een waarschuwing ontvangen
2. Kan niet naar binnen vliegen
3. Gebruiker kan zich na handmatige
goedkeuringaanmeldenopdeociële
DJI-website
Maximale snelheid beperken
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Autorisatie zones
Verschijnt blauw in de DJI-app. Gebruikers krijgen een waarschuwing en de vlucht is standaard beperkt.
UA kan niet vliegen of opstijgen in deze zones, tenzij geautoriseerd. Autorisatiezones kunnen worden
ontgrendeld door geautoriseerde gebruikers met behulp van een door DJI geverieerd account.
Een waarschuwing ontvangen
Maximale snelheid beperken
Autorisatie zones
Bij het naderen:
1. Een waarschuwing ontvangen
2. Kan niet naar binnen vliegen
3. Gebruiker kan zich aanmelden op de
Grond
DJI-app met een telefoonnummer
Hoogte zones
Hoogtezones zijn zones met een beperkte hoogte en worden grijs weergegeven op de kaart. Bij het
naderen ontvangen gebruikers waarschuwingen in de DJI-app.
Hoogte zone
Beperkte hoogte
Maximale snelheid beperken
Grond
Een waarschuwing ontvangen
1. UA, kan opstijgen en in deze zones vliegen op
speciekehoogtemeteenwaarschuwingsbericht
2. Gebruiker kan toestemming aanvragen op de
ociëleDJI-websitenahandmatigegoedkeuring
Maximale snelheid beperken
Verbeterde waarschuwingszones
Een waarschuwingsbericht geeft gebruikers een melding wanneer de drone de rand van de zone bereikt.
Verbeterde
waarschuwingszones
1. UA, kan opstijgen en naar deze zones vliegen met een waarschuwingsbericht waarvoor bevestiging door de gebruiker nodig is
Grond
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
83
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Waarschuwingszones
Een waarschuwingsbericht geeft gebruikers een melding wanneer de drone de rand van de zone bereikt.
Waarschuwingszones
1. UA kan opstijgen en naar deze zones vliegen met een waarschuwingsbericht
Grond
Wanneer het vliegtuig en de DJI Fly-app geen GPS-signaal kunnen ontvangen, werkt de GEO-
bewustzijnsfunctie niet. Interferentie van de antenne van het vliegtuig of het uitschakelen van de
GPS-autorisatie in DJI Fly veroorzaakt het GPS-signaal en kan niet worden verkregen.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
84
©
Gebruikershandleiding DJI Mavic 3
Deze handleiding wordt verstrekt door SZ DJI Technology, Inc. en de inhoud kan worden gewijzigd.
Adres: 14th Floor, West Wing,
Skyworth Semiconductor Design Building, nr. 18 Gaoxin South 4th Ave, Nanshan District, Shenzhen, China, 518057.

Informatie klantenservice

Ga naar https://www.dji.com/support voor meer informatie over de klantenservice na aankoop, reparaties en ondersteuning.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
85
©
DJI-ondersteuning http://www.dji.com/support
De inhoud van dit document kan gewijzigd worden.
Download de nieuwste versie vanaf http://www.dji.com/mavic-3
Verstuur voor eventuele vragen over dit document een e-mail naar
DocSupport@dji.com.
DJI is een handelsmerk van DJI.
Copyright © 2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
Loading...