Dji Matrice 30 User Manual v1.4 [nl]

/
Gebruikershandleiding
v1.4 2023.04
Gebruikershandleidingen, instructies en ander materiaal over productfuncties en -specificaties zijn vertrouwelijke DJI-materialen. Gebruikers hebben een licentie om deze materialen alleen te gebruiken voor het bedienen en gebruiken van DJI-producten. Tenzij anderszins toegestaan in deze Voorwaarden komt u niet in aanmerking om de Materialen of enig deel van de Materialen te gebruiken of anderen toe te staan deze te gebruiken door de Materialen te reproduceren, over te dragen of te verkopen. Gebruikers mogen dit document en de inhoud ervan alleen raadplegen als gebruiksaanwijzing voor DJI UAV. Het document mag niet voor andere doeleinden worden gebruikt.
 Zoeken naar trefwoorden
Zoek naar trefwoorden, zoals ‘batterij’ en ‘installeren’, om een onderwerp te vinden. Als u Adobe Acrobat Reader gebruikt om dit document te openen, druk dan op Ctrl+F (Windows) of Command+F (Mac) om een trefwoord in te vullen en een zoekopdracht te starten.
 Naar een onderwerp navigeren
Bekijk de volledige lijst van onderwerpen in de inhoudsopgave. Klik op een onderwerp om naar dat hoofdstuk te navigeren.
Dit document afdrukken
Dit document ondersteunt afdrukken met hoge resolutie.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
2

Het gebruik van deze handleiding

Legenda

Belangrijk Hints en tips Verwijzing

Lezen voor gebruik

DJITM biedt gebruikers instructievideo's en de volgende documenten.
1. In de doos
2. Disclaimer en veiligheidsrichtlijnen
3. Veiligheidsrichtlijnen Intelligent Flight Battery
4. Snelstartgids
5. BS30 Intelligent Battery Station Gebruiksaanwijzing
6. Gebruikershandleiding
Het wordt aanbevolen om ook alle instructievideo's op de officiële DJI-website te bekijken en de disclaimer en veiligheidsrichtlijnen te lezen voordat u voor het eerst aan de slag gaat. Bereid u voor op uw eerste vlucht door de snelstartgids door te nemen en deze handleiding voor meer informatie te raadplegen.

DJI Assistant 2 (Enterprise-serie) downloaden

Download en installeer DJI ASSISTANT TM 2 (Enterprise-serie) via de onderstaande link: https://www.dji.com/matrice-30/downloads

Zelfstudievideo’s

Ga naar het onderstaande adres of scan de QR-code om de instructievideo's over de DJI Matrice 30 te bekijken, waarin u kunt zien hoe u de Matrice 30 veilig kunt gebruiken:
https://www.dji.com/matrice-30/video
De bedrijfstemperatuur van dit product is -20°C tot 50°C. Het voldoet niet aan de standaard bedrijfstemperatuur voor militaire toepassingen (-55°C tot 125°C), die vereist is om een grotere omgevingsvariabiliteit te doorstaan. Gebruik het product op de juiste manier en alleen voor toepassingen die voldoen aan de vereisten die binnen die klasse voor het bereik van de bedrijfstemperatuur gelden.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
3
Inhoud
Het gebruik van deze handleiding 3
Kenmerken van het product 9
Vliegveiligheid 12
Legenda 3
Lezen voor gebruik 3
DJI Assistant 2 (Enterprise-serie) downloaden 3
Zelfstudievideo’s 3
Inleiding 9
Belangrijkste functies 10
Vereisten ten aanzien van de vliegomgeving 12
Vereisten voor draadloze communicatie 12
Zichtsysteem en systeem met infraroodsensor 13
Inleiding 13
Detectiebereik 14
Het zichtsysteem kalibreren 15
Zichtsysteem positioneren 15
Obstakeldetectie 16
Infrarooddetectiesysteem 16
Waarschuwingen 16
Return to Home (RTH) 18
Smart RTH 18
RTH bij laag batterijniveau 18
RTH met uitvalbeveiliging 20
RTH-procedure 20
Veiligheidsmaatregelen RTH 21
Obstakeldetectie tijdens RTH 21
Landingsbescherming 22
Vluchtbeperkingen en ontgrendelen 23
GEO (Geospatial Environment Online)-systeem 23
GEO-zones 23
Vluchtbeperkingen in GEO-zones 23
GEO-zones ontgrendelen 26
Maximale hoogte- en afstandsbeperkingen 27
Het kompas kalibreren 28
Kalibratieprocedure 28
Noodlanding met drie propellers 29
DJI AirSense 30
Checklist ter voorbereiding van de vlucht 31
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
4
Drone 33
De drone activeren 33
Overzicht van de drone 33
FPV-camera 35
Propellers 35
Gebruiken van de propellers 35
De propellers opslaan 36
De propellerbladen vervangen 36
Statuslampjes drone 37
Bakens van de drone 38
Hulplampen van de drone 38
Gimbalcamera’s 39
Bediening 39
Gebruik van de microSD-kaart 40
Gimbal 41
Gimbalslot 42
Gimbalbediening 42
Gimbalmodus 43
RTK-drone 45
Inleiding RTK-module 45
RTK in-/uitschakelen 45
D-RTK 2 GNSS mobiel station met hoge nauwkeurigheid 45
Aangepaste Network RTK 45
IP-classicatie 46
PSDK-poort 47
Afstandsbediening 49
De afstandsbediening starten en activeren 49
Aan- en uitzetten 49
De afstandsbediening inschakelen 49
Overzicht afstandsbediening 50
De WB37 Intelligent Battery plaatsen 53
Montage van de dongle 53
De band- en beugelset monteren 54
De antennes verstellen 55
IP-classicatie 55
Gebruikersinterface 57
Startscherm 57
Schermgebaren 58
Snelkoppelingsinstellingen 58
Videotransmissie 60
Ledlampjesenwaarschuwingafstandsbediening 60
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
5
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
Ledlampjes van de afstandsbediening 60
Waarschuwing afstandsbediening 60
Deafstandsbedieningopladenenhetbatterijniveaucontroleren 61
Opladen van de afstandsbediening 61
Het batterijniveau controleren 62
Deafstandsbedieningendestick-modivandebesturingkoppelen 63
Koppelen van de afstandsbediening 63
Joystickmodus 64
Overzichtknoppen 66
RTH-knop 66
L1/L2/L3/R1/R2/R3-knoppen 66
Knop Aanpassing en combinaties 66
Vliegstandschakelaar(N/S/F) 68
Het kompas kalibreren 70
HDMI-instellingen 70
Geavanceerde Dual Operator Mode 70
Intelligent Battery Station 74
Overzicht batterijstation 74
Waarschuwingen 75
Gebruik van het batterijstation 75
Ledlampjes en waarschuwing batterijstation 77
Beschrijving ledlampjes voor batterijstatus 77
Beschrijving zoemergeluid 77
Intelligent Flight Battery 79
Inleiding 79
Eigenschappen van de batterij 79
Gekoppelde batterijen gebruiken 80
Aan- en uitzetten 80
Het batterijniveau controleren 80
Hete batterij vervangen 81
Batterij opwarmen 81
Opslag van batterijen 82
Batterij-onderhoud 82
Capaciteitskalibratie 82
Batterij-onderhoud 82
DJI Pilot 2-app 85
Startpagina 85
Weergavecheck vóór vlucht 89
Weergave FPV-camera 90
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
6
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
FPV-cameraweergave gebruiken 90
Primaire vluchtweergave (PFD) 91
Navigatieweergave 92
De bovenste balk 95
AR-projectie 96
Weergave gimbalcamera 97
Gimbal-cameraweergave gebruiken 97
Brede cameraweergave 100
Weergave warmtebeeldcamera 100
Laserafstandsmeter (Laser Rangender - RNG) 101
Smart Track 102
Kaartweergave 105
Annotatiebeheerensynchronisatie 106
PinPoint 106
Beheer van lijn- en gebiedsannotatie 109
Annotaties delen 110
Missievlucht 111
Introductie missievlucht 111
Missievlucht - Navigatiepunten bepalen 112
Mission Flight - Live opname van missie 113
In-Flight Editing 114
Health Management System (HMS) 115
Status intelligent batterijstation en logboekbeheer 116
DJIFlightHub2 116
Firmware-update 118
DJI Pilot 2 gebruiken 118
Drone en afstandsbediening 118
Batterijstation en TB30-batterijen 118
Oine bijwerken 119
DJI Assistant 2 (Enterprise-serie) gebruiken 119
Drone en afstandsbediening 119
Bijlage 121
Inleiding tot de draagtas 121
Technische gegevens 122
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
7
Kenmerken van het product
Dit hoofdstuk introduceert de belangrijkste kenmerken van het product.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
8

Kenmerken van het product

Inleiding

De DJITM MATRICETM 30-serie (M30/M30T) is een krachtig industrieel droneplatform met een multi­redundantie vluchtcontrollersysteem, 6-richtingsdetectie- en positioneringssysteem gimbal met drie assen, high-performance multicamerabelasting en een nieuwe FPV-camera met nachtzicht. De DJI Pilot 2-app kan worden gebruikt om in realtime camerabeelden te bekijken en foto's en video's te maken. De drone heeft een vliegtijd van maximaal 41 minuten het geavanceerde energiebeheersysteem en de dubbele batterijen die de stroomvoorziening garanderen en de vliegveiligheid verbeteren.
Het aerodynamische ontwerp geeft het een IP55-classificatie conform de internationale IEC 60529­norm die de vlucht in alle weersomstandigheden effectief garandeert. Dankzij zijn mechanische ontwerp, het landingsgestel met snelkoppeling en de gemonteerde inklapbare armen kan hij gemakkelijk worden vervoerd, opgeslagen en voor de vlucht worden klaargemaakt. De armen kunnen direct na het uitvouwen worden vergrendeld, waardoor de tijd die nodig is om de vlucht voor te bereiden kan worden verminderd. De drone is ook uitgerust met een PSDK-poort, zodat gebruikers de toepassingen kunnen uitbreiden.
Het ingebouwde DJI AirSense-systeem detecteert nabije drones in het omringende luchtruim en geeft waarschuwingen in de DJI Pilot 2-app om de veiligheid te waarborgen. De veiligheid tijdens het opstijgen, vliegen en landen wordt verbeterd met de veiligheidsbakens die helpen bij het identificeren van de drone tijdens de vlucht, met de hulpverlichting kan het visonpositioneringssysteem 's nachts of bij weinig licht nog betere prestaties leveren. De ingebouwde RTK biedt nauwkeurigere navigatiegegevens voor positionering om precieze bedieningsvereisten te bieden en veiligheid te garanderen.
De DJI RC Plus afstandsbediening is voorzien van O3 Enterprise, de nieuwste versie van DJI's kenmerkende OCUSYNC video-overdrachtstechnologie, en kan een live HD-beeld van de camera van een drone verzeden en op het touchscreen vertonen. De afstandsbediening wordt geleverd met een breed scala aan functieknoppen en aanpasbare knoppen waarmee de drone eenvoudig kan worden bestuurd en de camera kan worden bediend.
De afstandsbediening heeft een beschermingsklasse van IP54 (IEC 60529). Het ingebouwde 7,02 inch scherm heeft een hoge helderheid van 1200 cd/m2 en een resolutie van 1920×1200 pixels. Het Android besturingssysteem heeft verschillende functies, zoals GNSS, wifi en bluetooth. De afstandsbediening ondersteunt snel laden met 65W, heeft een maximale gebruikstijd van 3 uur en
[3]
18 min
[1] Het zichtsysteem en infraroodsensorsysteem worden beïnvloed door omgevingsomstandigheden. Zie
[2] De maximale vliegtijd werd getest in een laboratoriumomgeving en geldt alleen als referentie. [3] De maximale bedrijfstijd van de afstandsbediening werd getest in een laboratoriumomgeving bij
[4] De WB37 intelligente batterij moet apart worden aangeschaft. Raadpleeg de WB37-veiligheidsrichtlijnen
met de interne batterij en tot 6 uur bij gebruik met een externe WB37 Intelligent Battery.
de disclaimer en veiligheidsrichtlijnen voor meer informatie.
kamertemperatuur. Het is alleen ter referentie. De werkelijke bedrijfstijd kan per scenario verschillen.
voordat u de batterij in gebruik neemt.
[1]
, nauwkeurige
[2]
dankzij
[4]
Conformiteitsversie: De afstandsbediening voldoet aan de plaatselijke regelgeving en
voorschriften.
Stand van joystick: Er zijn drie modi (modus 1, modus 2 en modus 3) beschikbaar om uit
te kiezen in de DJI Pilot 2-app, waarbij de standaardmodus 2 is. Het wordt aanbevolen voor beginners om modus 2 te gebruiken.
Om interferentie te voorkomen, mag u NIET meer dan drie drones tegelijk besturen in hetzelfde gebied (ongeveer ter grootte van een voetbalveld).
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
9
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Belangrijkste functies

PinPoints: Er kan een PinPoint worden toegevoegd voor een doel om een interessepunt in de
gimbalcameraweergave te selecteren. Naast het genereren van zijn lengte- en breedtegraad, kan een PinPoint worden gebruikt om interessante punten te zoeken en te markeren, zoals reddingen, beveiligingsactiviteiten en bewaking.
Live annotaties: Gebruikers kunnen PinPoints, lijnen en gebieden toevoegen in de kaartweergave van de afstandsbediening en DJI FlightHub 2. Deel annotatiegegevens met de bijbehorende controller in de Dual Control-modus en andere apparaten die zijn aangemeld bij DJI FlightHub
2. Gegevens worden in realtime gedeeld, wat de activiteiten in de lucht en op de grond vergemakkelijkt.
AR-projectie: DJI Pilot 2 ondersteunt de projectie van Home Point-, PinPoint- en Waypoint­locaties in de FPV-cameraweergave of de gimbalcameraweergave, waardoor gebruikers duidelijke vluchtdoelen en een beter situatiebewustzijn krijgen.
Cloud-toewijzing: Wanneer de afstandsbediening is aangemeld bij DJI FlightHub 2, kan de drone een cloud mapping-taak uitvoeren, waarmee tegelijkertijd een kaart op DJI FlightHub 2 kan worden bekeken en gegenereerd.*
* Raadpleeg voor meer informatie de gebruikershandleiding voor DJI FlightHub 2 die u kunt downloaden
van de officiële DJI-website https://www.dji.com/flighthub-2/downloads.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
10
Vliegveiligheid
Dit hoofdstuk geeft informatie over de vereisten voor de vliegomgeving, draadloze communicatievereisten en belangrijke vliegveiligheidsfuncties van de drone.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
11

Vliegveiligheid

Zorg ervoor dat u training en oefening hebt voordat u een echte vlucht uitvoert. Oefen met de simulator in DJI Assistant 2 of vlieg onder begeleiding van ervaren professionals. Kies een geschikt gebied om in te vliegen volgens de volgende vluchtvereisten en -beperkingen. Vlieg met de drone onder 120 m. Elke vluchthoogte die hoger is dan die kan in strijd zijn met de lokale wet- en regelgeving. Zorg ervoor dat u de lokale wet- en regelgeving begrijpt en naleeft voordat u vliegt. Lees de richtlijnen voor disclaimer en veiligheid zorgvuldig door om alle veiligheidsmaatregelen te begrijpen voordat u gaat vliegen.

Vereisten ten aanzien van de vliegomgeving

1. Gebruik de drone NIET bij extreme weersomstandigheden. Deze omvatten sterke winden die snelheden van 12 m/s overschrijden, sneeuw, regen, mist, hagel, bliksem, tornado's, orkanen en ander weer met weinig zicht.
2. Plaats de drone op een open en vlakke ondergrond zonder obstakels om op te stijgen. Zorg ervoor dat de drone op een veilige afstand is van omliggende obstakels, gebouwen, mensen of bomen. Vlieg met de drone binnen de visuele zichtlijn (VLOS) om de vliegveiligheid te garanderen.
3. Als de omgevingsverlichting slecht is, wordt op het navigatiescherm in DJI Pilot 2 weergegeven dat het zicht- of infrarooddetectiesysteem defect is. Dit betekent dat het zichtsysteem of het infrarooddetectiesysteem mogelijk niet goed werkt, en de drone kan dan geen obstakels detecteren. Observeer te allen tijde de omgeving via het livebeeld via de FPV-camera en houd de controle over de drone om de vliegveiligheid te waarborgen.
4. Zorg ervoor dat de bakens en de hulplampen 's avonds en 's nachts zijn ingeschakeld voor de vliegveiligheid.
5. Stijg NIET op vanuit een bewegend voertuig.
6. Ter behoud van de reguliere levensduur van de motor mag u de drone NIET laten opstijgen of landen op zanderige of stoffige plaatsen.

Vereisten voor draadloze communicatie

1. Zorg ervoor dat de antennes aan de voorste frame-armen en de onderkant van de dronebehuizing niet beschadigd zijn of los zitten.
2. Gebruik de drone in open gebieden. Hoge gebouwen of stalen constructies, bergen, rotsen of hoge bomen kunnen de nauwkeurigheid van de GNSS beïnvloeden en het videotransmissiesignaal blokkeren.
3. Om interferentie met de afstandsbediening van andere draadloze apparatuur te voorkomen, moet u wifi- en Bluetooth-apparaten in de buurt uitschakelen wanneer u de drone op afstand bestuurt.
4. Wees zeer alert als u in de buurt vliegt van gebieden met magnetische of radio-interferentie. Let goed op de kwaliteit van de video-overdracht en de signaalsterkte op DJI Pilot 2. Bronnen van elektromagnetische interferentie omvatten, maar zijn niet beperkt tot: hoogspanningslijnen, grote onderstations of mobiele basisstations en zendmasten. De drone kan zich vreemd gedragen of onbestuurbaar worden wanneer deze in gebieden met te veel interferentie vliegt. Keer terug naar het startpunt en land de drone als dit in DJI Pilot 2 wordt gevraagd.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
12
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Zichtsysteem en systeem met infraroodsensor

Inleiding

Achteraanzicht Onderaanzicht
De belangrijkste onderdelen van het zichtsysteem (camera met stereozichtsensoren) bevinden zich aan de voor-, achter-, linker-, rechter-, boven- en onderkant van de drone. Het infrarooddetectiesysteem bestaat uit twee infraroodsensoren aan iedere zijde van de drone (voor-, achter-, linker-, rechter-, boven- en onderkant).
Het zichtsysteem scant voortdurend op obstakels en gebruikt beeldgegevens om de positie van de drone te berekenen, en het infrarooddetectiesysteem gebruikt infraroodsensoren om obstakels te detecteren en de vlieghoogte te bepalen. Beide systemen werken samen om de drone te positioneren en tijdens de vlucht obstakels te detecteren.
Om een constante en veilige vlucht te garanderen, mogen de visuele en infraroodsensoren NIET worden geblokkeerd.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
13
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Detectiebereik

Detectiebereik van het zichtsysteem
Het detectiebereik van het zichtsysteem is hieronder weergegeven. Houd er rekening mee dat de drone geen obstakels kan waarnemen die buiten het detectiebereik liggen. Vlieg daarom voorzichtig.
0.5-33 m
0.5-33 m
65°65°
50°
50°
0.5-33 m
50°50°
0.5-33 m
0.5-33 m
0.5-33 m
50°
50°
65°
0.5-33 m
50°
0.6-38 m
0.5-33 m
0.6-38 m
65°
65°
0.5-33 m
65°
0.5-33 m
65°
65°65°
65°
65°
Het grijze gebied is de dode hoek van het zichtsysteem, waar de drone geen voorwerpen kan detecteren. Vlieg daarom voorzichtig.
Gebruikers kunnen de rem- en de waarschuwingsafstand in de DJI Pilot 2-app instellen. De drone remt automatisch wanneer hij de remafstand nadert. Wanneer de drone zich op de waarschuwingsafstand bevindt, geeft DJI Pilot 2 een oranje waarschuwing weer in obstakelinformatie. Wanneer de drone zich dicht bij de remafstand bevindt, verschijnt er een rode waarschuwing in de obstakelinformatie.
Detectiebereik van het infrarooddetectiesysteem
Het detectiebereik van de infraroodsensoren is 0,1 tot 10 m. Houd rekening met blinde vlekken (grijs gemarkeerd) van de infrarooddetectiesystemen. De drone kan obstakels die buiten het detectiebereik vallen niet detecteren en vermijden.
0.1-10 m
0.1-10 m
30°
0.1-10 m
30°
0.1-10 m
30°
0.1-10 m
30°
30°
30°
0.1-10 m
30°
30°
30°
30°
0.1-10 m
0.1-10 m
30°
30°
0.1-10 m
30°
30°
30°
0.1-10 m
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
14
0.1-10 m
30°
30°
0.1-10 m
30°
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Het zichtsysteem kalibreren

De zichtsystemen die op de drone zijn geïnstalleerd, zijn in de fabriek gekalibreerd. Als de drone een botsing of een significante verandering in de bedrijfstemperatuur ervaart, kan kalibratie vereist zijn. DJI Pilot 2 geeft een melding weer wanneer kalibratie vereist is. Volg deze stappen om het zichtsysteem te kalibreren wanneer daarom wordt gevraagd:
1. Zet de drone aan.
2. Sluit de assistent-poort van de drone aan op de computer.
3. Start DJI Assistant 2 (Enterprise-serie) en log in met een DJI-account.
4. Selecteer de M30-serie en klik vervolgens op de kalibratieknop.
5. Plaats de drone met het zichtsysteem gericht naar het stippelpatroon dat op het computerscherm wordt weergegeven en volg de instructies op het scherm om de zichtsensoren aan elke kant te kalibreren.
Schakel de drone NIET uit en haal de stekker niet uit het stopcontact na de kalibratie. Wacht tot de gegevensberekening is voltooid.

Zichtsysteem positioneren

Het zichtsysteem stelt de drone in staat om binnen of in omgevingen te vliegen waar GNSS niet beschikbaar is. Wanneer het GNSS-signaal beschikbaar is, biedt het zichtsysteem informatie dat de nauwkeurigheid van de positiebepaling van drones verbetert. Het zichtsysteem werkt goed wanneer het binnen 30 m boven de grond en 20 m horizontaal van elk object naar zijn zijkant vliegt, mits het oppervlak van het object duidelijke patronen of textuur heeft en de verlichting voldoende is. Wanneer het zichtsysteem niet werkt, schakelt de vliegmodus over naar de Attitude-modus.
20 m 20 m
30 m
Als het zichtsysteem wordt uitgeschakeld of door andere objecten wordt geblokkeerd, kan de drone niet binnenshuis op lage hoogte zweven en wordt de landingsbeveiligingsfunctie uitgeschakeld. Controleer de landingssnelheid, aangezien snelle landing de drone kan beschadigen.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
15
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Obstakeldetectie

Obstakeldetectie werkt het beste als de verlichting voldoende is en het obstakel duidelijk gestructureerd is. Het werkt niet goed met obstakels die minder dicht zijn, zoals takjes op een boom. De drone moet met een snelheid van minder dan 17 m/s vliegen met een maximale kantelhoek van 25° om een voldoende remafstand te garanderen. De drone kan geen obstakels waarnemen die buiten het detectiebereik liggen.
50°

Infrarooddetectiesysteem

Het infrarooddetectiesysteem kan alleen worden gebruikt om grote of sterk reflecterende obstakels en ruwe oppervlakken te detecteren. De drone kan geen obstakels waarnemen die buiten het detectiebereik liggen. Het neerwaartse infrarooddetectiesysteem wordt gebruikt voor de plaatsbepaling en assistentie bij het berekenen van de hoogte tijdens de start en de landing, terwijl het infrarooddetectiesysteem aan de andere vijf zijden wordt gebruikt voor het detecteren van obstakels.

Waarschuwingen

De meetnauwkeurigheid van het zichtsysteem wordt gemakkelijk beïnvloed door de lichtintensiteit en de oppervlaktestructuur van het object. Het infrarooddetectiesysteem kan alleen worden gebruikt om grote of sterk reflecterende obstakels en ruwe oppervlakken te detecteren. Het zichtsysteem werkt mogelijk NIET goed in de volgende situaties:
a. Bij het vliegen boven oppervlakken met slechts één kleur (bijv. volkomen zwart, wit, rood, groen)
of die geen duidelijke textuur hebben.
b. Vliegen over oppervlakken met sterk gereflecteerd licht of afbeeldingen.
c. Bij het vliegen boven water, ijs of transparante oppervlakken.
d. Bij het vliegen boven bewegende oppervlakken of voorwerpen (bijv. boven bewegende mensen,
wuivend riet, struiken en gras).
e. Vliegen in een gebied waar de verlichting vaak of drastisch verandert, of in een gebied met
directe sterke verlichting.
f. Bijhetvliegenbovenextreemdonkere(<15lux)ofheldere(>10.000lux)oppervlakken.
g. Vliegen met hoge snelheden onder 2 m boven de grond (bijv. sneller dan 14 m/s op een hoogte
van 2 m of 5 m/s op een hoogte van 1 m).
h. Kleine obstakels (bijv. ijzerdraden, kabels, boomtakken of bladeren).
i. De lens is vuil (bijv. van regendruppels of vingerafdrukken, enz.).
j. In slecht zichtbare omgevingen (bijv. zware mist of sneeuw).
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
16
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
Het infrarooddetectiesysteem detecteert in de volgende situaties mogelijk NIET de juiste afstand:
a. Bij het vliegen boven oppervlakken die geluidsgolven kunnen absorberen (bijv.
asfaltwegoppervlakken).
b. Er is een groot gebied met sterke reflectoren bij een afstand van meer dan 15 meter (bijv.
wanneer er meerdere verkeersborden naast elkaar zijn geplaatst).
c. Kleine obstakels (bijv. ijzerdraden, kabels, boomtakken of bladeren).
d. Spiegels of transparante voorwerpen (bijv. water of glas).
e. In slecht zichtbare omgevingen (bijv. zware mist of sneeuw).
 Zorgdatdesensorenaltijdschoonzijn.Vuilofvlekkenkunnenhunfunctiebeïnvloeden.
 Hetzichtsysteem vertrouwtopoppervlaktepatronen of-textuur ombeeldgegevenste
verwerken en positie-informatie te verkrijgen. Zorg ervoor dat de omgeving voldoende verlichting en duidelijk getextureerde grond heeft.
 Hetzichtsysteemkannietgoedfunctionerenindonkereomgevingenenopoppervlakken
zonder duidelijke patronen of textuur zoals water en ijs.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
17
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Return to Home (RTH)

Als het signaal tussen de afstandsbediening en de drone verloren gaat en er een sterk GNSS-signaal is, brengt Return to Home (RTH) de drone terug naar het laatst geregistreerde startpunt en landt. Er zijn drie RTH-modi: Smart RTH, RTH bij laag batterijniveau, en RTH met uitvalbeveiliging.
GNSS
Omschrijving
Het startpunt wordt geregistreerd wanneer het GNSS-pictogram wit is
Startpunt
tijdens het opstijgen. De DJI Pilot 2 geeft een gesproken melding wanneer het startpunt is ingesteld.
 Dedrone kantijdensRTH obstakelswaarnemen enontwijkenwanneer hetvoorwaartse
zichtsysteem is ingeschakeld en de verlichting voldoende is. Nadat een obstakel is vermeden, vliegt de drone op de huidige hoogte naar het startpunt en landt het automatisch.
 DedronekannietdraaienofnaarlinksofrechtsvliegentijdensRTH.

Smart RTH

Houd de RTH-knop op de afstandsbediening ingedrukt om Smart RTH te starten. Regel de snelheid en hoogte van de drone met de afstandsbediening om tijdens het proces botsingen te voorkomen. Druk nogmaals op de RTH-knop om uit Smart-RTH te gaan en de controle over de drone weer over te nemen.

RTH bij laag batterijniveau

Om onnodig gevaar veroorzaakt door onvoldoende stroom te voorkomen, berekent de drone automatisch of het voldoende stroom heeft om vanaf de huidige locatie naar het Home Point te vliegen. Er verschijnt een waarschuwingsmelding in DJI Pilot 2 wanneer het batterijniveau laag is en de drone alleen RTH bij laag batterijniveau kan ondersteunen. De drone keert automatisch terug naar het startpunt als na 10 seconden geen actie wordt ondernomen. Breek RTH af door op de RTH-knop of de vliegpauzeknop op de afstandsbediening te drukken.
Een waarschuwing voor een laag batterijniveau wordt slechts eenmaal tijdens een vlucht weergegeven. Als RTH wordt afgebroken na een waarschuwing, is de Intelligent Flight Battery mogelijk niet voldoende geladen om de drone veilig te laten landen. Hierdoor kan de drone neerstorten of zoekraken.
De drone landt automatisch als het huidige batterijniveau de drone alleen kan ondersteunen om vanaf zijn huidige hoogte te dalen. Automatische landing kan niet worden geannuleerd. Tijdens het geforceerde landingsproces kunnen gebruikers de gashendel, pitch en roll sticks bedienen om de drone naar de veilige landingspositie te vliegen, maar de continue afdaling van de drone kan niet worden geannuleerd.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
18
Waarschuwing kritiek laag batterijniveau
Autolanding (rood)
Voldoende batterij
Laag batterijniveau
-waarschuwing
Batterijcapaciteit nodig om terug te keren naar het startpunt (geel)
niveau (groen)
Resterende vliegtijd
H
Indicator batterijniveau
12:29
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
Waarschuwing voor het batterijniveau
RTH bij laag batterijniveau
Automatisch landen
Geschatte resterende vliegtijd
Waarschuwing voor laag batterijniveau
Waarschuwing kritiek laag batterijniveau
Omschrijving Vlieginstructies
Als RTH wordt geselecteerd, vliegt de drone
automatisch naar het startpunt en wordt de Het resterende batterijniveau is alleen voldoende om de drone veilig naar het Home Point te laten vliegen.
Het resterende batterijniveau is alleen voldoende om de drone van zijn huidige hoogte te laten afdalen.
De geschatte resterende vliegtijd van de drone is gebaseerd op het huidige batterijniveau.
Tik en tik op cameraweergave om de drempelwaarde voor laag batterijniveau in te stellen.*
Tik op en tik op in cameraweergave om de drempelwaarde voor kritiek laag batterijniveau in te stellen.*
landingsbeveiliging geactiveerd. Krijg de controle
over de drone terug en land het handmatig
tijdens RTH.
nadat u ervoor hebt gekozen geen RTH te
gebruiken. Beslis zorgvuldig en zorg voor
vliegveiligheid.
De drone landt automatisch en de
landingsbeveiliging wordt ingeschakeld.
N.v.t
Er klinken lange pieptonen vanaf de
afstandsbediening. De gebruiker kan de drone
nog steeds besturen.
Er klinken korte pieptonen vanaf de
afstandsbediening. De gebruiker kan de drone
nog steeds besturen. Het is onveilig om de
drone te blijven vliegen. Land onmiddellijk.
De waarschuwing verschijnt niet opnieuw
* De drempelwaarde is anders dan die van lage batterij-RTH of automatische landing.
 Tijdensautomatische landingkande gebruikerdegashendel indrukkenom dedrone
op zijn huidige hoogte of opwaarts te laten bewegen, waardoor de drone naar een geschiktere landingslocatie wordt verplaatst.
 Degekleurde zonesende geschatteresterendevliegtijd opde batterijniveau-indicator
worden automatisch aangepast aan de huidige locatie en status van de drone.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
19
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

RTH met uitvalbeveiliging

Failsafe RTH wordt automatisch ingeschakeld wanneer het signaal van de afstandsbediening verloren gaat. RTH is de standaard failsafe-actie in de app. Failsafe RTH omvat twee fasen: Oorspronkelijke route RTH en slimme RTH. Wanneer Failsafe RTH is ingeschakeld, vliegt de drone op zijn oorspronkelijke vliegroute naar het startpunt voor een maximale afstand van 50 m, waarbij het probeert opnieuw verbinding te maken met de afstandsbediening. Als de drone niet binnen 50 m opnieuw verbinding kan maken met de afstandsbediening of obstakels detecteert tijdens RTH, verlaat de drone de oorspronkelijke RTH-route en gaat het de Smart RTH-fase in. De drone blijft in RTH-modus, zelfs als het signaal van de afstandsbediening is hersteld. De gebruiker kan de afstandsbediening gebruiken om de vliegsnelheid en hoogte van de drone te regelen en de RTH te verlaten door op de RTH-knop op de afstandsbediening te drukken.

RTH-procedure

1. Startpunt wordt automatisch geregistreerd.
2. RTH wordt geactiveerd, d.w.z. Smart RTH, RTH voor laag batterijniveau en RTH met uitvalbeveiliging.
3. Het startpunt wordt bevestigd en de drone past zijn richting aan.
4. Return to Home (RTH):
a. De drone landt onmiddellijk wanneer het minder dan 5 m van het startpunt is verwijderd.
b. Als de drone zich op minder dan 5 meter van het startpunt bevindt, en boven de vooraf
ingestelde RTH-hoogte vliegt hij op de huidige hoogte terug naar het startpunt. Indien
hij zich onder de vooraf ingestelde RTH-hoogte bevindt, zal de drone opstijgen naar de
vooraf ingestelde RTH-hoogte alvorens naar het startpunt te vliegen.
5. De drone keert automatisch terug naar het startpunt. Landingsbescherming* wordt geactiveerd zodat de drone onmiddellijk kan landen of zweven. Zie Landingsbeveiligingsfunctie voor details.
* Zorg ervoor dat zichtpositionering naar beneden is ingeschakeld in DJI Pilot 2.
 Degebruikerkande RTHook verlatendoorde bedieningsstickin detegenovergestelde
richting van de vlucht te duwen (bijv. door de gashendel omlaag te duwen wanneer de drone omhoog gaat).
Het proces wordt hieronder geïllustreerd met Smart RTH als voorbeeld.
1. Startpunt registreren 3. Bezig met voorbereiden voor RTH
4. RTH (instelbare hoogte)
Hoogtebovenhetstartpunt>
uitvalbeveiligde hoogte
Hoogte boven het startpunt<= hoogte voor uitvalbeveiliging
Hoogte voor uitvalbeveiliging
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
20
2. Gebruik de RTH-knop om Smart RTH te starten
5. De drone keert automatisch terug naar het startpunt
Stijg naar hoogte voor uitvalbeveiliging
Zweven op 0,7 meter boven het startpunt
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Veiligheidsmaatregelen RTH

De drone kan geen obstakels vermijden tijdens RTH, wanneer het voorwaarts zichtsysteem is uitgeschakeld. De gebruiker kan echter nog steeds de snelheid en de hoogte van de drone regelen met de afstandsbediening als er een signaal beschikbaar is. Daarom is het belangrijk om vóór elke vlucht een geschikte RTH-hoogte in te stellen. Start DJI Pilot 2, ga naar de Preflight Check-weergave of tik en tik
in de cameraweergave om de hoogte van de RTH in te stellen.
De RTH-functie wordt uitgeschakeld wanneer het GNSS-signaalpicto­gram rood of geel is, of wanneer de GNSS niet beschikbaar is.

Obstakeldetectie tijdens RTH

De drone kan tijdens de RTH obstakels waarnemen en vermijden als de verlichting voldoende is voor het waarnemen van obstakels. De procedure om obstakels te vermijden is als volgt:
1. De drone vertraagt wanneer een obstakel wordt gesignaleerd op ca. 20 meter verderop.
2. De drone stopt en zweeft, en gaat dan in verticale richting om het obstakel te ontwijken. Uiteindelijk zal de drone stoppen met klimmen wanneer hij zich ten minste ca. 5 meter boven het gedetecteerde obstakel bevindt.
3. De drone vliegt op de huidige hoogte terug naar het startpunt.
Ongeveer 5 meter
Ongeveer 20 meter
 OmervoortezorgendatdedronenaarhetHomePointvliegt,kandegebruikerdedrone
niet draaien tijdens RTH.
 TijdensRTH kunnenobstakelsaan dezijkantenvandedrone nietwordengedetecteerd
of vermeden.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
21
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Landingsbescherming

1. Landingsbeveiliging wordt geactiveerd tijdens automatische landing en wordt als volgt uitgevoerd:
2. De drone landt direct zodra de landingsbeveiliging bepaalt dat de grond geschikt is voor een landing.
3. Als de grond ongeschikt voor de landing wordt bevonden, blijft de drone in de lucht. Er verschijnt een prompt in DJI Pilot 2 in afwachting van de volgende actie door de gebruiker. De drone zal pas beginnen af te dalen wanneer het batterijniveau tot 0% daalt. Tijdens dit proces kan de gebruiker nog steeds de oriëntatie van de drone regelen.
4. Als de landingsbeveiliging is uitgeschakeld, geeft DJI Pilot 2 een landingsmelding weer wanneer
dedroneonderde0,7meterdaalt.Nadatuervoorhebtgezorgddatdeomgevinggeschiktisom
te landen, tikt u op om te bevestigen of duwt u de gashendel helemaal naar beneden en houdt u deze één seconde vast, waarna de drone landt.
Landingsbeveiliging is niet actief onder de volgende omstandigheden:
a. Wanneer het systeem voor neerwaarts zicht is uitgeschakeld
b. Wanneer de gebruiker de joysticks voor pitch/roll/throttle (helling/kanteling/acceleratie)
bedient (landingsbeveiliging zal opnieuw geactiveerd worden wanneer de joysticks niet in gebruik zijn)
c. Wanneer het positioneringssysteem niet degelijk functioneert (bijv. fout voor afwijkende
positie)
d. Wanneer het zichtsysteem moet worden gekalibreerd Wanneer de verlichting te zwak is
om het zichtsysteem te laten werken.
e. Als een obstakel zich op minder dan 1 m van de drone bevindt, er geen geldige
observatiegegevens worden verkregen en de grondomstandigheden niet kunnen worden gedetecteerd, zal de drone afdalen tot 0,7 m boven de grond en zweven in afwachting van bevestiging door de gebruiker om te landen.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
22
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Vluchtbeperkingen en ontgrendelen

GEO (Geospatial Environment Online)-systeem

Het Geospatial Environment Online (GEO)-systeem van DJI is een wereldwijd informatiesysteem dat realtime informatie biedt over vluchtveiligheids- en beperkingsupdates en voorkomt dat UAV's in beperkte luchtruimen vliegen. Onder uitzonderlijke omstandigheden kunnen beperkte gebieden worden ontgrendeld om vluchten binnen te laten. Daarvoor moet de gebruiker een ontgrendelingsverzoek indienen op basis van het huidige beperkingsniveau in het beoogde vluchtgebied. Het GEO-systeem voldoet mogelijk niet volledig aan de lokale wet- en regelgeving. Gebruikers zijn verantwoordelijk voor hun eigen vliegveiligheid en moeten de lokale autoriteiten raadplegen over de relevante wettelijke en reglementaire vereisten voordat ze verzoeken om een vlucht in een beperkt gebied te ontgrendelen.

GEO-zones

Het GEO-systeem van DJI geeft veilige vluchtlocaties aan, biedt risiconiveaus en veiligheidsmededelingen voor individuele vluchten en biedt informatie over beperkte luchtruimtes. Alle gebieden met beperkte vluchten worden GEO-zones genoemd, die verder zijn onderverdeeld in zones met beperkte toegang, autorisatiezones, waarschuwingszones, verbeterde waarschuwingszones en hoogtezones. Gebruikers kunnen dergelijke informatie in realtime bekijken in DJI Pilot 2. GEO-zones zijn specifieke vluchtgebieden, waaronder maar niet beperkt tot luchthavens, grote evenementenlocaties, locaties waar openbare noodsituaties hebben plaatsgevonden (zoals bosbranden), kerncentrales, gevangenissen, overheidsgebouwen en militaire faciliteiten. Standaard beperkt het GEO-systeem vluchten naar of opstijgen binnen zones die veiligheids- of beveiligingsproblemen kunnen veroorzaken. Een GEO-zonekaart met uitgebreide informatie over GEO-zones over de hele wereld is beschikbaar op de officiële DJI-website: https:// www.dji.com/flysafe/geo-map.

Vluchtbeperkingen in GEO-zones

De volgende sectie beschrijft in detail de vluchtbeperkingen voor de bovengenoemde GEO-zones.
GEO-zone Vliegbeperking Scenario
Opstijgen: De dronemotoren kunnen niet worden gestart in beperkte zones.
Tijdens de vlucht: Wanneer de drone binnen een beperkte zone vliegt, begint een aftelling van 100 seconden in DJI Pilot 2. Als het aftellen voorbij is, landt de drone onmiddellijk in de halfautomatische daalmodus en schakelt hij na de landing zijn motoren uit.
Tijdens de vlucht: Wanneer de drone de grens van de restrictiezone nadert, vertraagt en zweeft de drone automatisch.
Restrictiezones (Rood)
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
23
UAV's mogen niet vliegen in restrictiezones. Als u toestemming heeft gekregen om in een restrictiezone te vliegen, ga dan naar https://www.dji.com/ flysafe of neem contact op met flysafe@dji.com om de zone te ontgrendelen.
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
Autorisatiezones
(Blauw)
Waarschuwingszones
(geel)
Geavanceerde
waarschuwingszones
(oranje)
Hoogtezones (grijs)
De drone kan niet opstijgen in een autorisatiezone, tenzij het toestemming krijgt om in het gebied te vliegen.
Er wordt een waarschuwing weergegeven wanneer de drone binnen een waarschuwingszone vliegt.
Wanneer de drone in een Geavanceerde waarschuwingszone vliegt, wordt een waarschuwing weergegeven waarin de gebruiker wordt gevraagd het vliegpad te bevestigen.
De hoogte van de drone is beperkt wanneer u binnen een hoogtezone vliegt.
Opstijgen: De dronemotoren kunnen niet worden gestart in autorisatiezones. Om in een autorisatiezone te vliegen, moet de gebruiker een ontgrendelingsverzoek indienen dat is geregistreerd met een door DJI geverifieerd telefoonnummer.
Tijdens de vlucht: Wanneer de drone binnen een autorisatiezone vliegt, begint een aftelling van 100 seconden in DJI Pilot 2. Als het aftellen voorbij is, landt de drone onmiddellijk in de halfautomatische daalmodus en schakelt hij na de landing zijn motoren uit.
De drone kan in de zone vliegen, maar de gebruiker moet de waarschuwing begrijpen.
De drone kan blijven vliegen zodra de waarschuwing is bevestigd.
Wanneer het GNSS-signaal sterk is, kan de drone niet boven de gespecificeerde hoogte vliegen. Tijdens de vlucht: Wanneer het GNSS-signaal van zwak naar sterk verandert, begint een aftelling van 100 seconden in DJI Pilot 2 als de drone de hoogtelimiet overschrijdt. Zodra het aftellen voorbij is, zal de drone dalen en onder de hoogtelimiet zweven.
Wanneer de drone de grens van een hoogtezone nadert en het GNSS­signaal sterk is, vertraagt de drone automatisch en zweeft het als de drone boven de hoogtelimiet ligt.
Semiautomatische afdaling: Alle joystickcommando’s zijn beschikbaar, behalve het acceleratiecommando en de RTH-knop tijdens de afdaling en de landing. De motoren van de drone worden na de landing automatisch uitgeschakeld. Het wordt aanbevolen om de drone vóór de halfautomatische afdaling naar een veilige locatie te vliegen.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
24
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
Bufferzone
Bufferzones voor beperkte zones/autorisatiezones: Om te voorkomen dat de drone per ongeluk in een beperkte of autorisatiezone vliegt, creëert het GEO-systeem een bufferzone van ongeveer 20 meter breed buiten elke beperkte en autorisatiezone. Zoals in de onderstaande afbeelding te zien is, kan de drone alleen opstijgen en op zijn plaats landen of naar een tegenovergestelde richting van de beperkte of autorisatiezone vliegen wanneer hij zich binnen de bufferzone bevindt. De drone kan niet naar de beperkte of autorisatiezone vliegen, tenzij er een ontgrendelingsverzoek is goedgekeurd. De drone kan na het verlaten van de bufferzone niet terugvliegen naar de
bufferzone.
Bufferzones voor hoogtezones: Buiten elke hoogtezone wordt een bufferzone van ongeveer 20 meter breed ingesteld. Zoals in de onderstaande afbeelding te zien is, zal de drone bij het naderen van de bufferzone van een hoogtezone in horizontale richting de vliegsnelheid geleidelijk verminderen en buiten de bufferzone zweven. Wanneer de drone de bufferzone van onderen in verticale richting nadert, kan hij in hoogte klimmen en dalen of in tegengestelde richting van de hoogtezone vliegen, maar niet naar de hoogtezone vliegen. De drone kan na het verlaten van de
bufferzone niet in een horizontale richting terugvliegen naar de bufferzone.
20 m
Restricted Zone/
Restrictiezone/
Authorized Zone
Geautoriseerde zone
20 m
Hoogtezone
Altitude Zone
Altitude Limit
Hoogtelimiet
20 m
20 m
Buffer Zone
Bufferzone
Grond
Ground
Grond
Ground
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
25
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

GEO-zones ontgrendelen

Om aan de behoeften van verschillende gebruikers te voldoen, biedt DJI twee ontgrendelingsmodi: Zelf-ontgrendeling en aangepaste ontgrendeling. Gebruikers kunnen een verzoek indienen op de website van DJI Fly Safe of via een mobiel apparaat.
Zelfontgrendelen is bedoeld voor het ontgrendelen van autorisatiezones. Om zelfontgrendelen te voltooien, moet de gebruiker een ontgrendelingsverzoek indienen via de DJI Fly Safe-website op https://www.dji.com/flysafe. Zodra het ontgrendelingsverzoek is goedgekeurd, kan de gebruiker de ontgrendelingslicentie synchroniseren via de DJI Pilot 2-app (Live Self-Unlocking) om de zone te ontgrendelen; als alternatief kan de gebruiker de drone rechtstreeks in de goedgekeurde autorisatiezone starten of vliegen en de aanwijzingen in DJI Pilot 2 volgen om de zone te ontgrendelen (Geplande zelfontgrendeling). Voor Live zelfontgrendeling kan de gebruiker een ontgrendelde periode aanwijzen waarin meerdere vluchten kunnen worden uitgevoerd. Geplande zelfontgrendeling is slechts geldig voor één vlucht. Als de drone opnieuw wordt gestart, moet de gebruiker de zone opnieuw ontgrendelen.
Aangepaste ontgrendeling is afgestemd op gebruikers met speciale vereisten. Het wijst door de gebruiker gedefinieerde aangepaste vluchtgebieden aan en biedt vluchtmachtigingsdocumenten die specifiek zijn voor de behoeften van verschillende gebruikers. Deze ontgrendelingsoptie is beschikbaar in alle landen en regio's en kan worden aangevraagd via de DJI Fly Safe-website op https://www.dji.com/flysafe.
Ontgrendelen op mobiel apparaat: Voer de DJI Pilot 2-app uit en tik op GEO Zone Map op het startscherm. Bekijk de lijst met de ontgrendelingslicenties en tik om details van de ontgrendelingslicentie te bekijken. Er wordt een link naar de ontgrendelingslicentie en een QR­code weergegeven. Gebruik uw mobiele apparaat om de QR-code te scannen en meld u aan om rechtstreeks vanaf het mobiele apparaat te ontgrendelen.
Ga voor meer informatie over ontgrendelen naar https://www.dji.com/flysafe of neem contact op met flysafe@dji.com.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
26
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Maximale hoogte- en afstandsbeperkingen

De maximale vlieghoogte beperkt de vlieghoogte van een drone, terwijl de maximale vliegafstand de vliegradius van een drone rond het startpunt beperkt. Deze limieten kunnen worden ingesteld met behulp van de DJI Pilot 2-app voor verbeterde vliegveiligheid.
Maximale hoogte
Startpunt
Max. afstand
Hoogte van de drone wanneer ingeschakeld
Startpunt niet handmatig bijgewerkt tijdens de vlucht
Sterk GNSS-signaal
Beperking Prompt in DJI Pilot 2
Max. hoogte
De hoogte van de drone mag de ingestelde waarde in DJI Pilot 2 niet overschrijden.
De rechte afstand van de drone tot het
Max. afstand
startpunt mag niet groter zijn dan de max. vliegafstand die is ingesteld in DJI Pilot 2.
Zwak GNSS-signaal
Beperking Prompt in DJI Pilot 2
Wanneer het GNSS-signaal zwak is, namelijk wanneer het GNSS-pictogram geel of rood is en het omgevingslicht te donker is, is
Max. hoogte
de maximale hoogte 3 m. De maximale hoogte is de relatieve hoogte gemeten door de infraroodsensor. Als het GNSS­signaal zwak is, maar het omgevingslicht voldoende is, is de maximale hoogte 30 m.
Max. afstand Geen limiet N.v.t.
Drone nadert maximale vlieghoogte. Vlieg daarom voorzichtig.
Drone nadert maximale vliegafstand. Vlieg daarom voorzichtig.
Drone nadert maximale vlieghoogte. Vlieg daarom voorzichtig.
 Inhet gevaldat eendrone eenbepaaldelimietoverschrijdt,kandepilootdedronenog
steeds besturen, maar niet dichter bij het beperkte gebied vliegen.
 Laatde droneom veiligheidsredenenNIET dichtindebuurtvanvliegvelden,snelwegen,
treinstations, metrostations, stadscentra of andere gevoelige gebieden vliegen. Vlieg de drone alleen in gebieden die binnen uw directe gezichtsveld liggen.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
27
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Het kompas kalibreren

Kalibreer het kompas alleen wanneer de DJI Pilot 2-app of de statusindicator aangeven dat dat nodig is. Neem de volgende regels in acht bij het kalibreren van het kompas:
 Kalibreerhet kompasNIETop locatiesmet sterkemagnetischeinterferentie,zoals
nabij magneten, parkeerplaatsen of bouwplaatsen met ondergrondse gewapende betonconstructies.
 DraagGEENferromagnetischematerialenzoals mobieletelefoonsbij utijdenshet
kalibreren.
 DeDJI Pilot2-appgeeft ueen meldingalshet kompasaan sterkeinterferentiewordt
blootgesteld nadat de kalibratie is voltooid. Volg de weergegeven instructies om het probleem met het kompas op te lossen.

Kalibratieprocedure

Voer de kalibratie uit in een open gebied en volg de onderstaande stappen om de kalibratie te voltooien.
1. Voer de DJI Pilot 2-app uit en voer de cameraweergave op de startpagina in. Tik op en tik op
, ga vervolgens naar Sensorstatus, Kompas en Kalibreer kompas om de kalibratie te starten. De achterste indicatoren van de drone lichten continu geel op, wat aangeeft dat de kalibratie is gestart.
2. Houd de drone horizontaal 1,5 m boven de grond en draai de drone 360 graden. De indicatoren aan de achterkant van de drone branden constant groen.
3. Houd de drone verticaal, met de neus naar beneden, en draai de drone 360 graden rond de middenas.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
28
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
4. Kalibreer de drone opnieuw als de indicatoren aan de achterkant van de drone rood knipperen.
Als de indicatoren aan de achterkant van de drone afwisselend rood en geel knipperen nadat de kalibratie is voltooid, geeft dit aan dat er in de huidige locatie sterke interferentie is. Verplaats de drone naar een andere locatie en probeer het opnieuw.
 Erverschijnt eenmeldingin DJIPilot 2alshet kompasvóór hetopstijgengekalibreerd
moet worden. Er verschijnt een melding in de app nadat de kalibratie is voltooid.
 Alsde kompaskalibratieisvoltooid, plaatstu dedroneopdegrond. Alsde melding
opnieuw verschijnt in DJI Pilot 2, probeer dan de drone naar een andere locatie te verplaatsen voordat u het kompas opnieuw kalibreert.

Noodlanding met drie propellers

Als één motor van de drone tijdens een vlucht stopt met werken als gevolg van een storing in de runtime, schakelt de drone automatisch over naar de noodlandingsmodus met drie propellers. Het vluchtcontrollersysteem zal proberen de stabiliteit en beheersbaarheid van de hoogte en snelheid te behouden en de drone in deze modus automatisch te laten dalen. Dit geeft de gebruiker voldoende tijd om de drone naar een veilig gebied te vliegen dat geschikt is om te landen, een val van de drone en zijn ladingen van grote hoogte te vermijden en verliezen, persoonlijk letsel en materiële schade op de grond te voorkomen.
Wanneer de drone in de noodlandingsmodus met drie propellers komt, zal de afstandsbediening de gebruiker waarschuwen door te trillen. Op hetzelfde moment zal de drone standaard snel draaien en automatisch dalen. De joystick die de voor- en achterwaartse beweging controleert zal worden aangepast om de noord-zuidbeweging te controleren. De joystick die de beweging naar links en rechts controleert, zal worden aangepast om de west-oostbeweging te controleren. Het wordt aanbevolen om de stokken te bedienen en de drone zo snel mogelijk naar een veilige plaats te verplaatsen die geschikt is om te landen. Wanneer de drone de grond nadert, kan de gebruiker de noodstopfunctie van de propeller inschakelen om de drone te landen. Het verminderen van de kans dat de drone crasht of ronddraait en het minimaliseren van eventuele verliezen.
 Noodlandingmetdrieaandrijfsystemenmag alleenwordengebruikt opeen dronemet
eenstartgewichtvan≤3,78kgenopeenvlieghoogtevan≥10m,ineenopenomgeving.
 Alszo’n storingzichvoordoet, verplaatsdedrone danonmiddellijk wegvanmensen en
waardevolle spullen en land op een vlakke en zachte ondergrond (bijv. gras) om schade aan de drone te beperken.
 Alseen propellerbeschadigdis maarde motornogsteedsnormaalwerkt, zalde drone
niet in de noodlandingsmodus met drie propellers komen.
 Denoodlanding metdriepropellers isalleen bedoeldvoornoodsituatieswaarbijhet
aandrijfsysteem defect is. Activeer deze functie NIET wanneer er geen sprake is van een noodgeval.
 Dezefunctie wordtvoortdurendbijgewerkt ommeer scenario'stebehandelen.Zorg
ervoor dat alle firmware up-to-date is.
 Neemna eennoodlandingzo snelmogelijkcontact opmet DJI-supportvoorhet
onderhoud van het aandrijfsysteem.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
29
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

DJI AirSense

Vliegtuigen met een ADS-B-zendontvanger zenden actief vluchtinformatie uit, waaronder locaties, vliegroutes, snelheden en hoogtes. DJI-drones met de DJI AirSense-technologie kunnen vluchtinformatie ontvangen die wordt uitgezonden van ADS-B-transceivers die voldoen aan 1090ES- of UAT-normen binnen een straalbereik van 10 kilometer. Op basis van de ontvangen vluchtinformatie kan DJI AirSense de locatie, hoogte, oriëntatie en snelheid van de omliggende bemande vliegtuigen analyseren en verkrijgen, en dergelijke cijfers vergelijken met de huidige positie, hoogte, oriëntatie en snelheid van de DJI-drone om in realtime het potentiële risico op een botsing met de omliggende bemande vliegtuigen te berekenen. DJI AirSense geeft dan een waarschuwingsbericht weer in DJI Pilot 2 op basis van het risiconiveau.
DJI AirSense geeft alleen waarschuwingsberichten af over benaderingen door specifieke bemande vliegtuigen onder speciale omstandigheden. Vlieg met uw drone altijd binnen een visuele zichtlijn en wees te allen tijde voorzichtig. Houd er rekening mee dat DJI AirSense de volgende beperkingen heeft:
1. DJI AirSense kan alleen berichten ontvangen van bemande vliegtuigen die zijn geïnstalleerd met een ADS-B out-apparaat en conform de normen 1090ES (RTCA DO-260) of UAT (RTCA DO-282). DJI­apparaten kunnen geen uitzendberichten of waarschuwingen weergegeven op drones die niet zijn uitgerust met functionerende ADS-B out-apparaten.
2. Als er een obstakel is tussen een bemand vliegtuig en een DJI-drone, kan DJI AirSense geen ADS­B-berichten ontvangen die door het bemande vliegtuig zijn verzonden of waarschuwingsberichten naar de gebruiker sturen. Let goed op uw omgeving en vlieg voorzichtig.
3. Waarschuwingsberichten kunnen worden verzonden met vertraging als DJI AirSense enige storing van de omgeving ervaart. Let goed op uw omgeving en vlieg voorzichtig.
4. Waarschuwingsberichten worden mogelijk niet ontvangen als de DJI-drone geen informatie kan verkrijgen om zijn locatie te bepalen.
5. DJI AirSense kan geen ADS-B-berichten ontvangen die zijn verzonden door bemande vliegtuigen of waarschuwingsberichten naar de gebruiker sturen, indien uitgeschakeld of verkeerd geconfigureerd.
Wanneer een risico wordt gedetecteerd door het DJI AirSense-systeem, verschijnt het AR­projectiescherm in de huidige weergave in DJI Pilot 2, waarbij intuïtief de afstand tussen de DJI-drone en de het vliegtuig wordt weergegeven en een waarschuwing wordt gegeven. Gebruikers moeten de instructies in DJI Pilot 2 volgen na ontvangst van de waarschuwing.
a. Opmerking: Er verschijnt een blauw vliegtuigpictogram op de kaart.
b. Let op: De app geeft het volgende bericht weer: “Bemande vliegtuigen in de buurt gedetecteerd.
Vlieg daarom voorzichtig.” Er verschijnt een klein oranje vierkant pictogram met de afstandsinformatie in de cameraweergave en een oranje vliegtuigpictogram in de kaartweergave.
c. Waarschuwing: De app geeft het volgende bericht weer: “Collisierisico. Direct dalen of stijgen.” Als
de gebruiker niet werkt, wordt het volgende weergegeven in de app: "Collisierisico. Vlieg daarom voorzichtig.” Er verschijnt een klein rood vierkant pictogram met de afstandsinformatie in de cameraweergave en een rood vliegtuigpictogram in de kaartweergave. De afstandsbediening trilt om te waarschuwen.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
30
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Checklist ter voorbereiding van de vlucht

De checklist ter voorbereiding van de vlucht kan als referentie worden gebruikt ter voorbereiding van de vlucht bij dagelijkse operaties.
1. Zorg ervoor dat de batterijen van de afstandsbediening en de drone volledig zijn opgeladen, dat de TB30-batterijen stevig zijn geïnstalleerd en dat de batterijschakelaars zijn vergrendeld.
2. Zorg ervoor dat de propellers stevig gemonteerd en niet beschadigd of vervormd zijn, dat er geen vreemde voorwerpen in of op de motoren of propellers zitten, dat de propellerbladen en
-armen zijn uitgevouwen en dat de vouwknoppen van de framearmen in de vergrendelde stand zijn staan.
3. Zorg ervoor dat de lenzen van de zichtsystemen, camera's, FPV, het glas van de infraroodsensoren en de hulplampen schoon en op geen enkele manier geblokkeerd zijn.
4. Zorg ervoor dat de gimbal ontgrendeld is en dat de camera naar de voorkant van de drone is gericht.
5. Zorg ervoor dat de afdekkingen van de microSD-kaartsleuf, de PSDK-poort en het donglecompartiment stevig gesloten zijn.
6. Zorg ervoor dat de antennes van de afstandsbediening in de juiste positie staan.
7. Schakel de drone en de afstandsbediening in en zet de vluchtmodusschakelaar in de N-modus. Zorg ervoor dat het ledlampje voor de status en de knop voor dronemachtiging op de afstandsbediening continu groen branden. Dit geeft aan dat de drone en de afstandsbediening zijn gekoppeld en dat de afstandsbediening de drone bestuurt.
8. Plaats de drone op een open en vlakke ondergrond. Zorg ervoor dat er geen obstakels, gebouwen of bomen in de buurt zijn en dat de drone zich op 5 meter afstand van de piloot bevindt. De piloot moet naar de achterkant van de drone gericht zijn.
9. Ga om de vliegveiligheid te garanderen naar de vluchtweergave van DJI Pilot en controleer de parameters op de voorbereidingschecklist, zoals de joystickmodus, RTH-hoogte, obstakelafstand en failsafe-instellingen. Het wordt aanbevolen om de failsafe in te stellen op RTH.
10.Verdeel het luchtruim voor een vlucht wanneer er meerdere drones tegelijkertijd actief zijn,
zodat botsingen in de lucht worden voorkomen.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
31
Drone
Dit hoofdstuk introduceert de belangrijkste kenmerken van de drone.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
32

Drone

21
De drone uit de M30-serie bestaat voornamelijk uit het vluchtregelsysteem, het communicatiesysteem, het zichtsysteem, het beeldverwerkingssysteem, het aandrijfsysteem en het stroom- en batterijsysteem. Dit hoofdstuk geeft een gedetailleerde inleiding tot de onderdelen en functies van de drone.

De drone activeren

Nadat de drone is gekoppeld aan de afstandsbediening (zorg ervoor dat de afstandsbediening is verbonden met het internet), geeft de DJI Pilot 2-app de volgende melding weer: “Er is een DJI­apparaat niet geactiveerd”. Volg de instructies op het scherm om de drone te activeren. Neem contact op met DJI Support als activatie mislukt. Raadpleeg het gedeelte De afstandsbediening koppelen voor meer informatie.

Overzicht van de drone

18
17
15
16
14
4
5
4
3
1
8
7
7
10
9
13
12
11
5
3
2
4
6
4
2
0
19
1. FPV-camera
2. Voorwaarts infrarood
detectiesysteem
3. Voorwaarts zichtsysteem
4. Linker en rechter zichtsystemen
5. Linker- en rechter infrarood
detectiesystemen
6. microSD-kaartsleuf
7. Opwaarts zichtsysteem
8. Opwaarts infraroodsensorsysteem
9. Aan-uitknop/indicatielampje
10. PSDK-poort
11. Omhooggericht baken
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
33
21
M30T
12. Assistant-poort
M30
13. Knoppen Framearm invouwen
14. Frame-armen
15. Motoren
16. Propellers
17. Statuslampjes achterkant drone
18. GNSS-antennes
19. Videotransmissie-antennes
20. Statuslampjes voorkant drone
21. Gimbal en camera
[1] De M30 en M30T zijn met verschillende
camera's uitgerust. Raadpleeg het daadwerkelijk gekochte product.
[1]
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
22 22
24
25
26
2
7
28
23
29 29
30
31 31
32
33
22. Achterwaarts zichtsysteem
23. Achterwaarts infrarooddetectiesysteem
24. Ventilatieopening
25. TB30 Intelligent Flight Battery
26. Ledlampjes voor batterijniveau
27. Knop batterijniveau
28. Batterij vergrendelen/ontgrendelen
Achteraanzicht
29. Neerwaarts zichtsysteem
30. Neerwaarts infraroodsensorsysteem
31. Onderste hulplicht
32. Omlaag gericht baken
33. Donglecompartiment
Onderaanzicht
Demonteer het product NIET zonder hulp van een erkende DJI-dealer (met uitzondering van onderdelen die volgens deze handleiding door gebruikers mogen worden gedemonteerd). U loopt anders het risico dat de garantie vervalt.
34
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

FPV-camera

De drone uit de M30-serie is uitgerust met een FPV-sterlichtcamera, die beelden 's nachts bij slechte lichtomstandigheden kan optimaliseren. Het helpt de piloot om beter zicht te hebben op de vliegomgeving en veilig te vliegen.

Propellers

Gebruiken van de propellers

De drone uit de M30-serie ondersteunt zowel de 1671 Propeller als de 1676 High Altitude Propeller (niet inbegrepen). Raadpleeg het onderstaande diagram om de juiste propellers te kiezen op basis van het startgewicht van de drone en de verwachte maximale vlieghoogte.
Het serviceplafond is de theoretische maximale hoogte waarop de drone normaal kan vliegen, op voorwaarde dat de windsnelheid niet hoger is dan 12 m/s tijdens het vliegen en 12 m/s tijdens het opstijgen of landen. De rem- en acceleratiemogelijkheden van de drone worden verminderd wanneer u vlak bij het serviceplafond vliegt. Gebruik de 1676 High Altitude Propeller wanneer u op hoogten boven zeeniveau vliegt van meer dan 3.000 m.
Serviceplafond M30-serie
8000
7000
6000
5000
4000
Vlieghoogte (m)
3000
2000
1000
0
3.7 3.75 3.8 3.85 3.9 3.95 4 4.05 4.1 4.15 4.2 4.25
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
35
Max. startgewichtStartgewicht
Startgewicht (kg)
1676 Propeller Serviceplafond voor grote hoogte
1671 Propeller Serviceplafond
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
 Langduriggebruik vandehigh altitudepropellerszaldelevensduur vandemotor
verminderen.
 GebruikalleenofficiëlepropellersvanDJI.GebruikGEENverschillendesoortenpropellers
door elkaar.
 Propellerszijnverbruiksgoederen.Koopindiennoodzakelijkextrapropellers.
 Controleervóór elkevluchtof depropellers enmotorenstevigencorrect gemonteerd
zijn.
 Controleervóór elkevluchtof allepropellers ingoedestaatzijn.Gebruik GEEN
verouderde, beschadigde of gebroken propellers.
 Blijfuitdebuurtvanderoterendepropellersenmotorenomletseltevoorkomen.

De propellers opslaan

Volg het schema om de propellers op te vouwen en op te bergen.

De propellerbladen vervangen

Gebruik de H2.0 inbussleutel om de propellers te vervangen.
Het wordt aanbevolen om tijdens het gebruik de propellers alleen te vervangen in geval van een noodsituatie. Neem na afloop van de vlucht zo snel mogelijk contact op met DJI Support of een erkende dealer voor controle en onderhoud van de propeller.
De propellerbladen zijn scherp. Ga voorzichtig te werk.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
36
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Statuslampjes drone

De drone heeft statuslampjes voor- en achterindicatoren. Ze kunnen worden uitgeschakeld in DJI Pilot 2 voor onopvallende veldwerkzaamheden.
1
2
1. Voorste indicatoren: Knipper afwisselend groen en rood om de neus van de drone aan te geven.
2. Achterste indicatoren: Knippert groen om de achterkant van de drone aan te geven tijdens het vliegen. Wanneer de drone aan staat maar niet in de lucht is, geven de achterindicatoren de vliegtuigstatussen weer. Raadpleeg de onderstaande tabel voor de verschillende vliegtuigstatussen.
Normale statussen
Knippert groen*
×2 Knippert tweemaal groen*
Knippert snel groen
Knippert afwisselend rood, geel en groen
Inschakelen en zelfdiagnosetests uitvoeren
Alleen GPS wordt gebruikt voor positionering (RTK wordt niet gebruikt)
Visiesystemen worden gebruikt voor positionering
RTK ingeschakeld en RTK-gegevens worden gebruikt
Knippert langzaam geel Houdingsmodus (GNSS is niet beschikbaar)
Waarschuwingsstatussen
Knippert snel geel Signaal met afstandsbediening verloren
Knippert langzaam rood Laag accuniveau, opstijgen is uitgeschakeld **
Knippert snel rood Batterij bijna leeg, kritiek
Rood knipperend gedurende vijf seconden (bij het uitvoeren van
IMU-fout
CSC)
—— Continu rood Kritieke fout
* Knippert langzaam groen in N-modus en snel in S-modus.
** Als het vliegtuig niet kan opstijgen terwijl de achterste indicator langzaam rood knippert, sluit u deze
aan op de afstandsbediening. Vervolgens voert u DJI Pilot 2 uit en bekijkt u de details.
Knippert afwisselend rood en geel
Knippert afwisselend rood en groen
Kalibratie van kompas vereist
RTK ingeschakeld, maar RTK-gegevens niet beschikbaar
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
37
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Bakens van de drone

Met de opwaartse en neerwaartse zwaailichten in de drone kunt u de drone vinden wanneer u 's nachts vliegt. De bakens kunnen handmatig worden in- of uitgeschakeld in DJI Pilot 2.
Kijk NIET direct in de bakens als ze in gebruik zijn om schade aan uw ogen te voorkomen.

Hulplampen van de drone

De hulplichten aan de onderkant van de drone gaan automatisch aan bij slecht licht om het systeem voor neerwaarts zicht te ondersteunen. De verlichting kan ook handmatig worden in- of uitgeschakeld in DJI Pilot 2.
De hulplichten gaan automatisch aan in omgevingen met weinig licht wanneer de vlieghoogte minder dan 5 m is. Houd er rekening mee dat de positioneringsprestaties van de zichtsystemen kunnen worden beïnvloed. Vlieg voorzichtig als het GNSS-signaal zwak is.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
38
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Gimbalcamera’s

De M30-serie integreert een zoomcamera en een brede camera, waarmee gebruikers snel kunnen overschakelen naar een zeer vergrote zoomweergave voor gedetailleerde observatie na het herkennen van een doel in de groothoekcameraweergave. De M30T is ook uitgerust met een warmtebeeldcamera met lange golf die warmtebeelden kan maken. Zowel de M30 als de M30T hebben een laserafstandsmeter, die de locatie en afstandsinformatie van een doel kan bieden tijdens inspecties of zoek-en-reddingsoperaties. De operator kan snel de locatie van het doel bepalen en de efficiëntie van de bediening verbeteren. De functies en het gebruik met M30T als voorbeeld.
1. Laserafstandsmeter
1
2
4
3

Bediening

De camera bedienen met de afstandsbediening
De volgende knoppen en het scrolwiel op de afstandsbediening kunnen worden gebruikt om de camera op afstand te bedienen.
2
4
De camera bedienen met DJI Pilot 2
Voor informatie over het bedienen van de camera in DJI Pilot 2, raadpleegt u het gedeelte Gimbal Camera View in het hoofdstuk DJI Pilot 2 App.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
39
2. Zoomcamera
3. Warmtebeeldcamera (alleen M30T)
4. Groothoekcamera
1. Scherpstellings-/sluiterknop
Druk de knop half in om de autofocus te
3
1
4 4
activeren en druk de knop helemaal in om een foto te maken. De fotomodus kan worden ingesteld in DJI Pilot 2.
2. Opnameknop
Druk eenmaal om de opname te starten of
te stoppen.
3. Scrolwieltje
Schuif naar links of rechts om de
camerazoom aan te passen wanneer u deze gebruikt met drones uit de M30-serie.
4. C1/C2/C3-knoppen (aanpasbaar)
Open DJI Pilot 2 en ga naar de
cameraweergave. Tik en tik om RC­knoppen aanpassen te selecteren. Stel de functies van de knoppen C1, C2 en C3 in voor snelle en eenvoudige bediening van de camera.
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Gebruik van de microSD-kaart

Een microSD-kaart van 32 GB bevindt zich bij verzending in de microSD-kaartsleuf. De drone ondersteunt microSD-kaarten met een maximumcapaciteit tot 128 GB. Gebruik een microSD-kaart met UHS-snelheidsklasse 3 of hoger en een schrijfsnelheid van meer dan 30 MB/s om ervoor te zorgen dat de camera snel gegevens kan lezen en schrijven voor HD-video-opnamen.
De volgende microSD-kaarten worden aanbevolen:
Lexar 667x U3 A2 Class10 32G/64G/128G
Lexar 1066x U3 A2 V30 32G/64G/128G
SanDisk Extreme PRO U3 A2 V30 32G/64G/128G
SanDisk Extreme U3 A2 V30 32G/64G/128G
 Stopeerst deopnamevoordat ude microSD-kaartverwijdert,om tevoorkomen datde
opgenomen video's verloren gaan.
 Enkelvoudigevideo-opnamen wordenbeperkttoteenlengte van30 minutenomde
stabiliteit van het camerasysteem te waarborgen. Als de opnametijd langer is dan 30 minuten, stopt de video-opname en moet opnieuw worden gestart.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
40
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Gimbal

De 3-assige gimbal stabiliseert de camera zodat u heldere, stabiele foto’s en video-opnamen kunt maken tijdens de vlucht. Raadpleeg de onderstaande afbeelding voor het kantel-, pan- en rolbereik van de gimbal.
Regelbaar roterend bereik
+45°
-120°
Grond
Kantelen Pan Rollen
-90°
+90°
+35°-35°
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
41
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Gimbalslot

Draai de gimbalkanteling omlaag tot 0° om de gimbalkanteling voor gebruik te ontgrendelen.
Het wordt aanbevolen om de gimbalkanteling tot +90° te draaien om de gimbalkanteling na gebruik te vergrendelen.

Gimbalbediening

De gimbal bedienen met de afstandsbediening
1
1. Linkerdraaiknop
De linkerdraaiknop regelt de kanteling van de gimbal. Draai naar links, de gimbal zal naar
beneden kantelen. Draai naar rechts, de gimbal zal naar boven kantelen.
2. Rechterdraaiknop
De rechterdraaiknop bedient de pan (draaiing) van de gimbal. Draai naar links, de gimbalpan
draait naar links. Draai naar rechts, de gimbalpan draait naar rechts.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
42
2
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
De Gimbal bedienen met DJI Pilot 2
Vasthouden en slepen
De gebruiker kan de gimbalweergave in de gimbalcameraweergave in DJI Pilot 2 als volgt bedienen:
1. Start DJI Pilot 2 en ga naar de cameraweergave.
2. Tik ergens op het scherm en houd vast totdat er een blauwe cirkel verschijnt.
3. Sleep de cirkel in een willekeurige richting en de gimbalbalk zal dienovereenkomstig draaien of
kantelen.
Dubbeltik op een doel om het doel te centreren
Dubbeltik op een doel in de gimbalcameraweergave en het doel wordt weergegeven in het midden van de huidige weergave.

Gimbalmodus

De gimbal kan in twee standen werken voor verschillende opnamebehoeften.
Wanneer de drone horizontaal draait, draait het gimbalplatform
Volgstand
Vrije modus
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
43
dienovereenkomstig met de hoek tussen de gimbalbak en de koers van de drone ongewijzigd.
Wanneer de drone horizontaal draait, volgt de gimbaloriëntatie niet de rotatie van de drone.
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
Gebruikers kunnen het pictogram voor de gimbalmodus in de gimbalcameraweergave in DJI Pilot 2 gebruiken om de gimbalweergave snel te bedienen en het volgende te bereiken:
De gimbalpan draait naar het midden zodat deze overeenkomt
Gimbal Recenter
Gimbal omlaag
Recenter Gimbal Pan
Gimbal naar beneden kantelen
Zorg ervoor dat er niets is dat de bewegingen van de gimbal belemmert. Tik of klop NIET op de gimbal nadat de drone is ingeschakeld. Laat de drone opstijgen vanaf een open en vlakke ondergrond om de gimbal tijdens het opstijgen te beschermen.
met de koers van de drone en de gimbalkanteling keert terug naar het midden (0°) vanaf de huidige positie.
De gimbalpan roteert naar het midden zodat deze consistent is met de koers van de drone en de gimbalkanteling verandert in
-90° ten opzichte van de huidige positie.
De gimbalpan draait naar het midden om consistent te zijn met de koers van de drone terwijl de gimbalkanteling ongewijzigd blijft.
De gimbalpan blijft ongewijzigd terwijl de gimbalkanteling verandert in -90° ten opzichte van de huidige positie.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
44
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

RTK-drone

Inleiding RTK-module

De ingebouwde RTK-module van de drone is bestand tegen sterke magnetische interferentie door metalen structuren en hoogspanningsleidingen, waardoor veilige en stabiele vluchten worden gegarandeerd. Bij gebruik met een D-RTK 2 High Precision GNSS Mobile Station* (niet inbegrepen) of een DJI-goedgekeurde Network RTK-service kunnen nauwkeurigere positioneringsgegevens worden verkregen.
* Zowel D-RTK 2 High Precision GNSS Mobile Station als D-RTK 2 High Precision GNSS Mobile Station voor
de Matrice-serie worden ondersteund.

RTK in-/uitschakelen

Zorg er voor elk gebruik voor dat de RTK-functie is ingeschakeld en dat het servicetype RTK correct is ingesteld (D-RTK 2 Mobile Station). Anders kan RTK niet worden gebruikt voor positionering. Ga naar de cameraweergave in DJI Pilot 2-app, druk op en selecteer vervolgens om de instellingen te controleren. Zorg ervoor dat u de RTK-functie uitschakelt als u deze niet gebruikt. Anders kan de drone niet opstijgen als er geen differentiële gegevens zijn.
RTK Positioning kan tijdens de vlucht worden in- en uitgeschakeld. Vergeet niet eerst een
RTK-servicetype te selecteren.
Nadat RTK is ingeschakeld, kan de modus Nauwkeurigheid positiebehoud worden
gebruikt.

D-RTK 2 GNSS mobiel station met hoge nauwkeurigheid

1. Raadpleeg de D-RTK 2 High Precision GNSS Mobile Station User Guide (beschikbaar op https:// www.dji.com/matrice-30/downloads) om het D-RTK 2 Mobile Station in te stellen en de drone en het station te koppelen. Schakel het D-RTK 2 mobiele station in en schakel over naar de uitzendmodus voor de M30-serie.
2. Selecteer op de RTK-instellingenpagina in de app het RTK-servicetype als "D-RTK 2 Mobile Station", sluit het mobiele station aan door de instructies te volgen en wacht totdat het systeem naar satellieten begint te zoeken. Wanneer de status van de drone in de statustabel "FIX" toont, geeft het aan dat de drone de differentiële gegevens van het mobiele station heeft verkregen en gebruikt.
3. D-RTK 2 Mobile Station communicatieafstand: 12 km (NCC/FCC), 6 km (SRRC/CE/MIC).

Aangepaste Network RTK

Om aangepaste Network RTK te gebruiken, moet u ervoor zorgen dat de afstandsbediening een wifi-verbinding heeft. Custom Network RTK kan worden gebruikt om het D-RTK- 2 Mobile Station te vervangen. Verbind het Aangepast netwerk RTK-account met de aangewezen NTRIP-server om differentiële data te verzenden en te ontvangen. Houd de afstandsbediening ingeschakeld en verbonden met internet terwijl u deze functie gebruikt.
1. Zorg ervoor dat de afstandsbediening met de drone is gekoppeld en is verbonden met het internet.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
45
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
2. Ga naar de cameraweergave in DJI Pilot 2-app, druk op en selecteer vervolgens . Selecteer “Aangepaste Network RTK” als het RTK-servicetype en vul de vereiste informatie in. Tik vervolgens op “Opslaan”.
3. Wacht met het maken van een verbinding met de NTRIP-server. In de RTK-instellingenpagina zal de status van de drone in de statustabel "FIX" tonen om aan te geven dat de drone de differentiële gegevens van het Custom Network RTK heeft verkregen en gebruikt.

IP-classificatie

1. Onder stabiele laboratoriumomstandigheden voldoet de M30/M30T aan beschermingsklasse IP55 volgens norm IEC 60529, indien uitgerust met TB30 Intelligent Flight Batteries. De beschermingsgraad is echter niet permanent en kan mettertijd afnemen.
a.VLIEGNIETwanneerdehoeveelheidregenvalgroterisdan100mmin24uur.
b. Vouw de frame-armen NIET in de regen. Zorg ervoor dat de drone droog is door het
zorgvuldig af te vegen voordat u deze in de draagtas opbergt.
c. Zorg ervoor dat de batterij-aansluitingen, batterijcompartimentaansluitingen, batterij-
oppervlakken en batterijcompartimentoppervlakken droog zijn voordat u de batterijen
plaatst.
d. Zorg ervoor dat de batterij-aansluitingen en batterij-oppervlakken vrij zijn van vloeistof
voordat u de batterijen oplaadt.
e. De productgarantie dekt geen waterschade.
2. De drone haalt de beschermingsklasse IP55 niet onder de volgende omstandigheden:
a. Framearmen zijn ingeklapt.
b. Er worden andere batterijen gebruikt dan de M30/M30T TB30 Intelligent Flight
Batteries.
c. De afdekkingen voor de poorten zijn niet correct bevestigd.
d. De weerbestendige dop van de bovenplaat is niet stevig aan de bovenplaat bevestigd.
e. De drone is gebroken in situaties waarin de dronebehuizing gebarsten is of de
waterdichte lijm niet goed vastzit.
3. De carrosserie van de drone gebruikt vlamvertragende materialen om de veiligheidsprestaties te verbeteren, wat ertoe kan leiden dat de kleur van het uiterlijk wordt gewijzigd. Een dergelijke kleurverandering heeft geen invloed op de prestaties en de IP-classificatie van de drone.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
46
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

PSDK-poort

De PSDK-poort aan de bovenkant van de drone stelt ontwikkelaars in staat om PSDK-ladingen te verbinden en meer uitbreidingsfuncties te ontwikkelen. Ga naar https://developer.dji.com/ voor meer informatie over SDK-ontwikkeling.
Ga naar https://www.dji.com/matrice-30/downloads voor meer informatie over de PSDK­montagebeugel.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
47
Afstandsbediening
In dit hoofdstuk staan de functies van de afstandsbediening beschreven en staan instructies over de besturing van de drone.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
48

Afstandsbediening

De afstandsbediening starten en activeren

Aan- en uitzetten

Druk eenmaal, druk vervolgens opnieuw en houd twee seconden ingedrukt om de afstandsbediening in of uit te schakelen.

De afstandsbediening inschakelen

De afstandsbediening moet voor het eerste gebruik worden geactiveerd. Zorg ervoor dat de afstandsbediening tijdens het activeringsproces verbonden is met het internet.
Internet
Volg de onderstaande stappen om de afstandsbediening te activeren:
1. Schakel de afstandsbediening in. Selecteer een taaloptie en tik op Volgende. Lees de gebruiksvoorwaarden en het privacybeleid aandachtig door en tik op Akkoord, en selecteer vervolgens uw land/regio.
2. Maak verbinding met een wifi-netwerk om toegang te krijgen tot het internet. Stel vervolgens de tijdzone, datum en tijd in.
3. Als u een DJI-account hebt, log dan in met uw wachtwoord. Als u een nieuwe gebruiker bent, maak dan een DJI-account aan en log in.
4. Tik na het inloggen op Activeren op de activeringsinterface.
5. Er verschijnt een melding op het scherm die aangeeft dat de afstandsbediening is geactiveerd.
6. Nadat u de afstandsbediening hebt geactiveerd, kiest u of u wilt deelnemen aan het DJI Product Improvement Project. Doe mee aan dit project om DJI te helpen uw behoeften beter te begrijpen.
Controleer de internetverbinding als de activering mislukt. Zorg ervoor dat er internettoegang beschikbaar is en probeer de afstandsbediening opnieuw te activeren. Neem contact op met DJI Support als activatie meermaals mislukt.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
49
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
34
32
4
1
4
1
36
35
33
37
38 39
16
17
18
19
25
26
27
28
3
0
29
21
22
23
24
31 31
31
4
0
2
0
2
0

Overzicht afstandsbediening

1
3
2
4
5 5
6
7
8
9
1. Externe RC-antennes
Verzend regel- en draadloze videosignalen
tussen de afstandsbediening en de drone.
2. Touchscreen
Geeft systeem- en app-weergaven weer en
ondersteunt maximaal 10 aanraakpunten. Zorg ervoor dat het touchscreen schoon en volledig droog is voor gebruik. Anders kunnen de weergave- en aanraakeffecten worden beïnvloed.
3. Knop Dronemachtiging
Bij het vliegen met een drone uit de M30-serie
wordt de knop Dronemachtiging gebruikt om de controle over de drone te nemen en de status van de bediening van de drone aan te geven. Raadpleeg de handleiding op het startscherm voor meer informatie.
4. Joysticks
Stel de vluchtregelingsstand in DJI Pilot 2 in.
5. Interne wifi-antennes
Blokkeer de interne wifi-antennes NIET tijdens
gebruik. Anders kan het signaal worden beïnvloed.
6. Achterkant/functieknop
Druk eenmaal om terug te keren naar het
vorige scherm. Tik hier tweemaal op om naar het startscherm terug te keren. Gebruik de terugknop en een andere knop om de combinatieknoppen te activeren. Raadpleeg het hoofdstuk Toetscombinaties voor meer informatie.
7. L1/L2/L3/R1/R2/R3-knoppen
Ga naar cameraweergave in DJI Pilot 2 om
de specifieke functies van deze knoppen te bekijken.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
50
15
4
10
11
12
8. Knop Return to Home (RTH) (terug naar
Druk en houd ingedrukt om RTH te starten.
9. Microfoon
Blokkeer de microfoons NIET tijdens gebruik.
10. Status-led
Geeft de status van de afstandsbediening
11. Ledlampjes voor batterijniveau
Toont het huidige batterijniveau van de
12. Interne GNSS-antennes
Blokkeer de interne GNSS-antennes NIET
13. Aan-uitknop
Druk eenmaal om het huidige batterijniveau
14. 5D-knop
Bekijk de standaardfuncties van de 5D-knop
7
14
13
9
startpunt)
Druk nogmaals om RTH te annuleren.
aan. Bekijk gedetailleerde beschrijvingen van de status-LED in het gedeelte LED's en waarschuwingen van de afstandsbediening of in de handleiding op het startscherm van de afstandsbediening.
afstandsbediening. Bekijk gedetailleerde beschrijvingen van de LED's voor het batterijniveau in het gedeelte LED's en waarschuwingen van de afstandsbediening.
tijdens gebruik. Anders kunnen het signaal en de positioneringsnauwkeurigheid worden beïnvloed.
te controleren. Druk eenmaal, druk vervolgens opnieuw en houd twee seconden ingedrukt om de afstandsbediening in of uit te schakelen. Wanneer de afstandsbediening is ingeschakeld, drukt u eenmaal op om het touchscreen in of uit te schakelen.
in DJI Pilot 2. Raadpleeg de handleiding op het startscherm voor meer informatie.
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
16
17
18
19
2
0
3
21
22
31 31
29
0
28
27
26
2
0
23
24
25
15. Vliegpauzeknop
Druk eenmaal om de drone te laten remmen
en op zijn plaats te laten stilhangen (alleen wanneer GNNS of zichtsystemen beschikbaar zijn).
16. C3-knop
Functies in DJI Pilot 2 aanpassen.
17. Linkerdraaiknop
Regelt de kantelas van de gimbal.
18. Opnameknop
Druk eenmaal om de opname te starten of te
stoppen.
19. Vliegstandschakelaar
Voor het schakelen tussen drie vliegmodi:
N-modus (normaal), S-modus (sport) en F-modus (functie). De F-modus kan in DJI Pilot 2 worden ingesteld op de A-modus (Attitudemodus) of de T-modus (Trumpmodus).
20. Interne RC-antennes
Voor het verzenden van het besturings- en
de draadloze videosignalen naar de drone. Blokkeer de interne RC-antennes NIET tijdens gebruik. Anders kan het signaal worden beïnvloed.
21. microSD-kaartsleuf
Voor het plaatsen van een microSD-kaart.
22. USB-A-aansluiting
Wanneer gebruikers met een vliegtuig
uit de Matrice-serie vliegen, kunnen ze de afstandsbediening aansluiten op een intelligent BS30-batterijstation voor firmware­updates. Gebruikers kunnen ook apparaten van derden plaatsen, zoals een USB-stick of een geheugenkaart.
23. HDMI-poort
Voor het uitvoeren van een HDMI-signaal naar
een externe monitor.
24. USB-C-aansluiting
Voor opladen van de afstandsbediening.
25. Scherpstellings-/sluiterknop
Druk de knop half in om automatisch scherp
te stellen en druk de knop helemaal in om een foto te maken.
26. Rechterdraaiknop
Bedient de pan (draaiing) van de gimbal.
27. Scrolwieltje
Voor het aanpassen van de camerazoom.
28. Handgreep
29. Luidspreker
30. Ventilatieopening
Voor warmteafvoer. Blokkeer de luchtopening
NIET tijdens gebruik.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
51
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
16
17
18
19
25
26
27
28
3
0
29
21
22
23
24
31 31
2
0
2
0
31
34
33
4
31. Gereserveerde bevestigingsgaten
Voor het monteren van externe apparaten.
32. C1-knop
Functies in DJI Pilot 2 aanpassen.
33. C2-knop
Functies in DJI Pilot 2 aanpassen.
34. Afscherming aan de achterkant
35. Batterij-ontgrendelknop
36. Batterijcompartiment
Voor het installeren van de intelligente WB37-
batterij.
36
4
0
32
35
1
38 39
37
37. Knop voor openen van afscherming aan de
38. Alarm
39. Luchtinlaat
Voor warmteafvoer. Blokkeer de luchtopening
40. Donglecompartiment
Voor het aansluiten van de dongle op de USB-
41. M4 schroefgat
Voor montage van de riembeugel.
achterkant
NIET tijdens gebruik.
C-connector.
4
1
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
52
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

De WB37 Intelligent Battery plaatsen

Een WB37-batterij (niet inbegrepen) kan in de volgende stappen op de afstandsbediening worden gemonteerd.
3
2
1
1. Duw de ontgrendelknop van de achterdeksel naar het uiteinde om het achterdeksel te openen.
2. Plaats de WB37-batterij in het compartiment en duw deze naar boven. Er klinkt een klikgeluid om aan te geven dat de batterij stevig is geïnstalleerd.
3. Sluit het achterdeksel.
Voor het verwijderen van de WB37-batterij houdt u de batterij-ontgrendelknop ingedrukt en drukt u de batterij naar beneden.

Montage van de dongle

De USB-C-connector in het donglecompartiment kan worden gebruikt om een USB-C-dongle (niet inbegrepen) aan te sluiten in de volgende stappen.
7
5
2
3
1
4
6
1. Duw de ontgrendelknop van de achterdeksel naar het uiteinde om het achterdeksel te openen. Verwijder de schroeven om het donglecompartiment te openen.
2. Steek de dongle in de USB-C-connector. Sluit het donglecompartiment.
3. Bevestig het donglecompartiment met de schroeven. Sluit het achterdeksel.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
53
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

De band- en beugelset monteren

Een band- en beugelset (niet inbegrepen) kan in de volgende stappen op de afstandsbediening worden gemonteerd.
1. Monteer de beugel op de afstandsbediening met twee schroeven.
2. Vouw de twee handgrepen uit.
3. Draag de riem en bevestig de riemhaken aan de gaten in de handgreep.
Houd de afstandsbediening na gebruik met de ene hand vast, ontgrendel de riemhaken met de andere hand om de afstandsbediening te verwijderen en verwijder vervolgens de riem.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
54
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

De antennes verstellen

Til de antennes op en stel ze af. De sterkte van het signaal van de afstandsbediening wordt beïnvloed door de positie van de antennes.
Pas de richting van de externe RC-antennes aan en zorg ervoor dat de platte kant naar de drone is gericht, zodat de afstandsbediening en de drone zich binnen de optimale zendzone bevinden.
Strek de antennes NIET te ver uit om schade te voorkomen. Neem contact op met DJI
Support om de afstandsbediening te repareren als de antennes beschadigd zijn. Een beschadigde antenne vermindert de prestaties van de afstandsbediening aanzienlijk en kan de vliegveiligheid beïnvloeden.
Gebruik tijdens de vlucht NIET tegelijkertijd andere 2,4 GHz of 5,8 GHz
communicatieapparatuur in dezelfde frequentieband, om het communicatiesignaal van de afstandsbediening niet te verstoren. Zoals het inschakelen van de wifi van de mobiele telefoon.
Er verschijnt een melding in DJI Pilot 2 als het transmissiesignaal tijdens de vlucht zwak is.
Pas de antennes aan zodat de drone binnen het optimale zendbereik is.

IP-classificatie

1. De DJI RC Plus afstandsbediening is getest in een laboratoriumomgeving en voldoet aan IP54 conform de wereldwijde IEC 60529-norm. De beschermingsgraad is echter niet permanent en kan mettertijd afnemen.
a. Gebruik de afstandsbediening NIET wanneer de neerslag in 24 uur meer dan 50 mm
bedraagt.
b. Open GEEN afdekking in de regen, inclusief de afdekking van de externe poort,
de afdekking van de achterkant van de afstandsbediening, de afdekking van het
donglecompartiment of de ventilatie- en luchtinlaatafdekkingen. Monteer of verwijder
GEEN bedieningssticks of antennes in de regen. Voordat u een afdekking opent of de
bedieningssticks of antennes verwijdert, moet u de afstandsbediening binnenshuis
verplaatsen en ervoor zorgen dat deze schoon en volledig droog is.
c. Wanneer u de afstandsbediening in de regen gebruikt, zorg er dan voor dat alle
afdekkingen stevig zijn bevestigd en dat de bedieningssticks stevig op hun plaats zijn
geschroefd.
d. Het is normaal om watervlekken rond de poort te hebben bij het openen van het
poortdeksel na gebruik. Veeg watervlekken af voordat u de externe poort gebruikt.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
55
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
e. De productgarantie dekt geen waterschade.
2. De afstandsbediening is niet gekwalificeerd voor een IP54-classificatie in de volgende omstandigheden:
a. Het deksel van de externe poort is niet stevig bevestigd.
b. De achterklep van de afstandsbediening is niet stevig bevestigd.
c. De ventilatie- en luchtinlaatdeksels zijn niet stevig gemonteerd.
d. Het deksel van het donglecompartiment is niet stevig bevestigd.
e. De bedieningsstangen zijn niet stevig op hun plaats geschroefd.
f. Antennes zijn niet stevig op hun plaats geschroefd.
g. De afstandsbediening heeft andere schade opgelopen, zoals een gebarsten omhulsel
of aangetaste waterdichte kleeflaag.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
56
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
4:53
DJI Pilot 2
Firefox
Guide
Setting
Gallery
Files

Gebruikersinterface

Startscherm

8 9
1
2 3 4 5 6 7
1. Tijd
Geeft de lokale tijd weer.
2. DJI Pilot 2 
Tik om DJI Pilot 2 te openen.
3. Galerij
Tik om opgeslagen afbeeldingen en video’s te bekijken.
4. Bestanden
Tik om opgeslagen bestanden te bekijken.
5. Browser
Tik om de browser te openen.
6. Instellingen
Tik om de systeeminstellingen te openen.
7. Gids
Tik om de handleiding met beknopte informatie over de knoppen en LED's van de
afstandsbediening te lezen.
8. Wifi-signaal
Geeft de wifi-signaalstatus weer wanneer verbonden met wifi. Wifi kan worden in- of
uitgeschakeld in de sneltoetsinstellingen of in de systeeminstellingen.
9. Batterijniveau
Toont het interne en externe batterijniveau van de afstandsbediening. Het batterijniveau van
de externe WB37 intelligente batterij wordt ook weergegeven wanneer deze is geïnstalleerd. Het pictogram geeft aan dat de batterij wordt opgeladen.
5
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
57
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
Wi-Fi
Bluetooth
Do Not Dis
Record Screen
3:05
PM
Mondy
Apr 18, 2022

Schermgebaren

Schuif van links naar rechts naar het midden van het scherm om terug te keren naar het vorige scherm.
Schuif omhoog vanaf de onderkant van het scherm om terug te keren naar het startscherm.
Schuif omhoog vanaf de onderkant van het scherm en houd vast om toegang te krijgen tot de recentelijk geopende apps.

Snelkoppelingsinstellingen

2 3 4
1
Notifications
Screenshot
Mobile dat Airplane mo
1. Berichten
Tik om systeem- of app-meldingen te bekijken.
2. Recent
Tik op om recent geopende apps te bekijken en ernaar over te schakelen.
3. Startscherm
Tik op om naar het startscherm terug te keren.
4. Systeeminstellingen
Tik op om toegang te krijgen tot de systeeminstellingen.
5
6
7
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
58
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
5. Snelkoppelingen
: tik hierop om wifi in of uit te schakelen. Houd het pictogram ingedrukt om instellingen in te
voeren en verbinding te maken met een wifi-netwerk of deze toe te voegen.
: tik hierop om Bluetooth in of uit te schakelen. Druk op het pictogram en houd het ingedrukt
om de instellingen te openen en verbinding te maken met Bluetooth-apparaten in de buurt.
: Tik hierop om de modus NIET storen in te schakelen. In deze modus worden
systeemmeldingen uitgeschakeld.
: tik hierop om een video-opname van het scherm te starten.
: tik hierop om een screenshot van het scherm te maken.
: Mobiele gegevens. Tik om mobiele gegevens in of uit te schakelen; houd lang ingedrukt om
mobiele gegevens in te stellen en de status van de netwerkverbinding te diagnosticeren.
: Tik hierop om de vliegtuigmodus in te schakelen. Wifi, Bluetooth en mobiele data worden
uitgeschakeld.
6. Helderheid aanpassen
Schuif de balk om de helderheid aan te passen. Tik op het pictogram om de modus voor
automatische helderheid in te schakelen. Tik op het pictogram of verschuif de balk, zodat het pictogram overschakelt naar de handmatige helderheidsmodus.
7. Volume aanpassen
Verschuif de balk om het volume aan te passen en tik om te dempen. Na het dempen
worden alle geluiden van de afstandsbediening volledig uitgeschakeld, inclusief bijbehorende alarmgeluiden. Schakel het geluid voorzichtig in.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
59
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Videotransmissie

Drones uit de M30-serie zijn uitgerust met O3 Enterprise, dat driekanaals 1080p-videotransmissie mogelijk maakt en de modus Enkelvoudige operator of Geavanceerde dubbele operator ondersteunt.
1. In de modus Enkele operator ondersteunt de afstandsbediening tweekanaals 1080p-videotransmissie.
2. In de geavanceerde dubbele operatormodus ondersteunt de afstandsbediening driekanaals 1080p-videotransmissie en maakt het naadloos wisselen tussen invoerfeeds mogelijk.

Ledlampjes en waarschuwing afstandsbediening

Ledlampjes van de afstandsbediening

1 2
1. Status-led
De status-LED geeft de status van de afstandsbediening, de drone en de koppeling tussen de
afstandsbedieningen aan.
Knipperpatronen Beschrijvingen
Continu rood Niet verbonden met drone
Knippert rood Batterijniveau drone laag
Continu groen Verbonden met drone
Knippert blauw De afstandsbediening is gekoppeld aan een drone
Continu geel Firmware-update mislukt
Knippert geel Batterijniveau afstandsbediening laag
Knippert cyaan Besturingssticks niet gecentreerd
2. Ledlampjes voor batterijniveau
De ledlampjes voor het batterijniveau geven het batterijniveau van de afstandsbediening weer.
Indicatoren batterijniveau Batterijniveau
75%~100%
50%~75%
25%~50%
0%~25%

Waarschuwing afstandsbediening

2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
60
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
De afstandsbediening trilt of piept twee keer als er een fout of waarschuwing is. Zie voor gedetailleerde informatie de realtime aanwijzingen op het touchscreen of in DJI Pilot 2. Veeg vanaf de bovenkant van het scherm naar beneden om de snelkoppelingsinstellingen te openen en schakel de stille modus in om alle spraakwaarschuwingen uit te schakelen.
Alle gesproken meldingen en waarschuwingen worden uitgeschakeld in de stille modus, inclusief waarschuwingen tijdens RTH en waarschuwingen voor bijna lege batterijen voor de afstandsbediening of de drone. Wees voorzichtig in het gebruik.

De afstandsbediening opladen en het batterijniveau controleren

Opladen van de afstandsbediening

1. Sluit het BS30 Intelligent Battery-laadstation met de adapterkabel aan op een stopcontact.
2. Sluit het batterijstation met een USB C-kabel aan op de afstandsbediening.
3. De leds van het batterijniveau beginnen te knipperen om aan te geven dat de interne batterij is geactiveerd.
4. Het duurt ongeveer 2 uur om de batterij van de afstandsbediening volledig op te laden.
 Hetwordt aanbevolenomvoor hetopladen hetDJIBS30-batterijstation tegebruiken.
Gebruik anders een gecertificeerde USB-C lader met een maximaal nominaal vermogen van 65 W en een maximale spanning van 20 V, zoals de draagbare DJI 65W-lader.
 Laadde afstandsbedieningelkedrie maandenvolledigop. Debatterij looptleegals het
voor langere tijd wordt opgeborgen.
 AlsereenWB37-batterijindeafstandsbedieningisgeïnstalleerd,wordtdeWB37-batterij
tegelijkertijd opgeladen. De WB37-batterij kan ook worden opgeladen door deze in het BS30-batterijstation te plaatsen.
 Deafstandsbediening kannietworden ingeschakeldvoordat deinternebatterij is
geactiveerd.
 GebruikdemeegeleverdeUSB-C-naarUSB-C-kabelvooroptimaalopladen.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
61
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
Opties voor opladen
A. De interne batterij van de afstandsbediening kan worden opgeladen met een oplaadapparaat of de
geplaatste externe WB37-batterij. Het duurt ongeveer twee uur om de interne batterij volledig op te laden met een oplaadapparaat. De interne batterij kan tot 50% worden opgeladen met de externe batterij. Opladen met de externe batterij is niet mogelijk nadat de afstandsbediening is uitgeschakeld.
B. Duur voor het volledig opladen van een WB37-batterij met 0% vermogen:
a. Wanneer deze op de afstandsbediening is gemonteerd en het niveau van de
ingebouwde batterij 0% is, duurt het ongeveer 2 uur om de ingebouwde batterij
volledig op te laden.
b. Wanneer deze op de afstandsbediening is gemonteerd en het niveau van de
ingebouwde batterij 100% is, duurt het ongeveer 1 uur en 10 minuten
c. Wanneer deze in de BS30-batterijhouder wordt geplaatst, duurt het ongeveer 1 uur en
20 minuten
De oplaadtijd kan variëren afhankelijk van de omgevingstemperatuur.
Laadmechanisme
a. Wanneer de afstandsbediening is aangesloten op zowel een oplaadapparaat als een externe
batterij, wordt de afstandsbediening gevoed door het oplaadapparaat.
b. Wanneer de externe batterij is gemonteerd en de afstandsbediening niet is aangesloten op
een oplaadapparaat, wordt de afstandsbediening gevoed door de externe batterij. Wanneer de externe batterij leeg is, wordt de afstandsbediening gevoed door de interne batterij.

Het batterijniveau controleren

Controle van het niveau van de interne batterij
Druk één keer op de aan-uitknop om het huidige batterijniveau te controleren.
Laag Hoog
Controle van het niveau van de externe batterij
Druk op de aan-uitknop op de externe batterij en de LED's geven het huidige batterijniveau van de externe batterij aan.
Laag
Hoog
U kunt ook naar het startscherm van de afstandsbediening gaan en het batterijniveau van zowel de interne als de externe batterijen op de statusbalk controleren.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
62
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
New database for safty available
Prepare To Fly
Prohibited areas
Limit fly
Fire Rescue
Traffic Police Brigade
Academy
Album
Air Line
Remote Controller Linking

De afstandsbediening en de stick-modi van de besturing koppelen

Koppelen van de afstandsbediening

De afstandsbediening is al aan de drone gekoppeld wanneer deze samen als onderdeel van een combo worden gekocht. Zo niet, volg dan de onderstaande stappen om na activering de afstandsbediening en de drone te koppelen.
Methode 1: Combinatieknoppen gebruiken
1. Schakel de afstandsbediening en de drone in.
2. Druk tegelijkertijd op de knop C1, C2 en opnameknop totdat de status-LED blauw knippert en de afstandsbediening twee keer piept.
3. Houd de aan-uitknop van de drone minstens 5 seconden ingedrukt. Het aan-uitlampje van de drone knippert en zal twee keer piepen om aan te geven dat de koppeling is gestart. Wanneer de koppeling is geslaagd, knipperen de statuslampjes van de drone groen. Ondertussen geeft de afstandsbediening twee pieptonen en branden de statuslampjes van de afstandsbediening continu groen.
Methode 2: DJI Pilot 2 gebruiken
1. Schakel de drone en afstandsbediening in.
2. Voer DJI Pilot 2 uit en tik op Afstandsbediening koppelen om te koppelen. De statusled van de afstandsbediening knippert blauw en de afstandsbediening piept tijdens het koppelen.
3. Houd de aan-uitknop van de drone minstens 5 seconden ingedrukt. Het aan-uitlampje van de drone knippert en zal twee keer piepen om aan te geven dat de koppeling is gestart. Wanneer de koppeling is geslaagd, knipperen de statuslampjes van de drone groen. Ondertussen geeft de afstandsbediening twee pieptonen en branden de statuslampjes van de afstandsbediening continu groen.
 Zorgdat deafstandsbedieningtijdens dekoppeling nietmeerdan 50cm vandedrone
verwijderd is.
 Zorgervoordatdeafstandsbediening isaangeslotenop hetinternetwanneeruinlogt
met een DJI-account.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
63
5 sec
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Joystickmodus

De joystick kunnen worden bediend in modus 1, modus 2 of modus 3, zoals hieronder weergegeven.
Modus 1
Modus 2
Modus 3
Vooruit
Achteruit
Linksaf Rechtsaf
Linker joystick
Linker joystick Rechter joystick
Omhoog
Omlaag
Linksaf Rechtsaf
Vooruit
Rechter joystickLinker joystick
Rechter joystick
Omhoog
Omlaag
Links Rechts
Vooruit
Achteruit
Links Rechts
Omhoog
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
64
Achteruit
Links Rechts
Omlaag
Linksaf Rechtsaf
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
De standaardbesturingsmodus van de afstandsbediening is modus 2. In deze handleiding wordt modus 2 gebruikt als voorbeeld om te illustreren hoe de joysticks moeten worden gebruikt.
Centrale positie: de joysticks zijn gecentreerd.
De joystick bewegen: de joysticks worden vanuit het midden weggeduwd.
Afstandsbediening
(Modus 2)
Linker joystick
Left Stick
Linker joystick
Left Stick
Right Stick
Rechter joystick
Rechter joystick
Right Stick
Drone Opmerkingen
De hoogte van de drone wijzigt u door de linker joystick omhoog of omlaag te bewegen.
UP
Omhoog
Duw de stick omhoog om te stijgen en omlaag om te dalen. Hoe verder de stick van de middenpositie wordt weggeduwd, hoe sneller de drone van hoogte verandert. Duw altijd
Down
Omlaag
voorzichtig tegen de stick om plotselinge en onverwachte veranderingen in hoogte te voorkomen.
Door de linker joystick naar links of rechts te bewegen, bestuurt u de richting van de drone. Duw de joystick naar links om de drone tegen de klok in te draaien en naar rechts om
Linksaf Rechtsaf
Turn RightTurn Left
de drone met de klok mee te draaien. Hoe verder de joystick van de middenpositie wordt weggeduwd, hoe sneller de drone zal draaien.
Forward
Vooruit
Het hellen van de drone wijzigt u door de rechter joystick omhoog en omlaag te bewegen. Duw de joystick omhoog om voorwaarts te vliegen, en naar beneden om achterwaarts te vliegen. Hoe verder de joystick
Backward
Achteruit
van de middenpositie wordt weggeduwd, hoe sneller de drone zal bewegen.
Het rollen van de drone wijzigt u door de rechter joystick naar links of rechts te bewegen. Duw de joystick naar links om naar links te vliegen en naar rechts om naar rechts
Links Rechts
RightLeft
te vliegen. Hoe verder de joystick van de middenpositie wordt weggeduwd, hoe sneller de drone zal bewegen.
Houd de afstandsbediening uit de buurt van magnetische materialen zoals magneten en
luidsprekerkasten om magnetische interferentie te voorkomen.
Om schade aan de bedieningssticks te voorkomen, wordt aanbevolen de
afstandsbediening tijdens het vervoer in de draagtas te bewaren.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
65
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Overzicht knoppen

RTH-knop

Druk op de RTH-knop en houd de knop ingedrukt totdat de afstandsbediening twee keer piept om RTH te starten. De drone vliegt naar het laatst geüpdatete startpunt. Druk nogmaals op de knop om RTH te annuleren en de controle over de drone weer over te nemen.
In de modus Geavanceerde dubbele operator kan de gebruiker de RTH niet starten of annuleren met behulp van de RTH-knop op de afstandsbediening die geen controle over de drone heeft.

L1/L2/L3/R1/R2/R3-knoppen

De afstandsbediening schakelt automatisch over naar de functies van deze knoppen, afhankelijk van het cameratype in de drone. Zoek de beschrijvingen van deze knopfuncties naast de knoppen L1/L2/L3/R1/R2/R3 nadat u DJI Pilot 2 hebt uitgevoerd.

Knop Aanpassing en combinaties

Aanpasbare knoppen
De aanpasbare knoppen zijn de knoppen C1, C2, C3 en D5. Open DJI Pilot 2 en ga naar de cameraweergave. Tik en tik om de functies van deze knoppen te configureren. Bovendien
kunnen combinatieknoppen worden aangepast met de knoppen C1, C2 en C3 met de 5D-knop.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
66
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
Combinatieknoppen
Sommige veelgebruikte functies kunnen geactiveerd worden door combinatieknoppen te gebruiken. Om toetscombinaties te gebruiken, houdt u de Terug-knop ingedrukt en bedient u de andere knop in de combinatie. Bij daadwerkelijk gebruik opent u het startscherm van de afstandsbediening en tikt u op Begeleiden om snel alle beschikbare combinatietoetsen te controleren.
Helderheid aanpassen
Scherm Opnemen
Druk op Terug en de bijbehorende knop voor de sneltoets voor de bediening
Volume aanpassen
Schermopname
Startscherm Snelkoppeling-
sinstellingen Recent
De standaard combinatieknoppen kunnen niet worden gewijzigd. De volgende tabel geeft de functie van elke standaard combinatieknop weer. Gebruik tegelijkertijd de terugknop en de andere knop om een specifieke functie uit te voeren.
Combinatiebediening Functie
Knop Terug + Linkerdraaiknop Helderheid aanpassen
Knop Terug + Rechterdraaiknop Volume aanpassen
Knop Terug + knop Opnemen Scherm Opnemen
Knop Terug + sluiterknop Schermopname
Knop Terug + 5D-knop Omschakelen - Home; Omlaag - Sneltoetsinstellingen; Links
schakelen - Onlangs geopende apps
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
67
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Vliegstandschakelaar (N/S/F)

Selecteer een vliegstand met de schakelaar.
Pictogram Vliegmodus
F F-modus (Functie)
S S-modus (Sport)
N N-modus (Normaal)
Het vluchtregelsysteem van het M30-toestel ondersteunt de volgende vluchtmodi:
N-modus (Normaal)
De drone maakt gebruik van de GNSS en het zichtsysteem dat obstakeldetectie in zes richtingen mogelijk maakt om zichzelf automatisch te stabiliseren. Wanneer het GNNS-signaal sterk is, gebruikt de drone GNSS om zichzelf te lokaliseren en te stabiliseren. Wanneer de GNNS zwak is maar de lichtomstandigheden en andere omgevingsomstandigheden voldoende zijn, gebruikt de drone de zichtsystemen om zichzelf te lokaliseren en te stabiliseren. Wanneer obstakeldetectie is ingeschakeld en de verlichting en andere omgevingsomstandigheden voldoende zijn, is de maximale kantelhoek van de drone 25°. Wanneer het GNSS-signaal zwak is en de verlichting en andere omgevingsomstandigheden onvoldoende zijn, kan de drone niet precies bewegen en kan het alleen zijn hoogte behouden met behulp van de barometer.
S-modus (Sport)
De drone maakt gebruik van het GNSS-systeem en het systeem voor neerwaarts zicht om precies te zweven. Door de gain- en expo-instellingen aan te passen, kan de maximale vliegsnelheid van de drone worden verhoogd tot 23 m/s. In de S-modus wordt de detectie van obstakels in de vier horizontale richtingen uitgeschakeld en kan de drone in deze richtingen geen obstakels detecteren of omzeilen. De opwaartse en neerwaartse zichtsystemen werken normaal in de S-modus.
F-modus (Functie)
De F-modus kan in DJI Pilot 2 worden ingesteld op de T-modus (Driepooot-modus) of de A-modus (Attitudemodus). De T-modus is gebaseerd op de N-modus. De vliegsnelheid is beperkt om de drone gemakkelijker te kunnen besturen. De houdingsmodus moet voorzichtig worden gebruikt.
 Obstakeldetectieis uitgeschakeldinde S-modus,wat betekentdatde droneniet kan
detecteren en remmen om obstakels automatisch te vermijden. Let op de omgeving en obstakels op de route wanneer u in S-modus met de drone vliegt.
 HouderrekeningmeedatwanneeruindeS-modusvliegt,devliegsnelheidvandedrone
sterk zal toenemen in vergelijking met die in de N-modus (normaal). De remafstand zal dan ook aanzienlijk toenemen. Bij vliegen in een winddichte omgeving is een minimale remafstand van 50 m vereist.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
68
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
A-modus (attitude-modus)
1. Schakel NIET van de N-stand op de S-stand of de F-stand over, tenzij u voldoende vertrouwd bent met het gedrag dat de drone in elk van deze twee vliegstanden vertoont. U moet in DJI Pilot 2 de instelling Meerdere vliegstanden inschakelen voordat u van de N-stand naar andere standen wisselt.
2. Vermijd vliegen in gebieden waarin het GNSS-signaal zwak is of in nauwe en besloten ruimtes. Anders wordt de drone gedwongen om in de Attitude-modus* te gaan, wat kan leiden tot mogelijke vluchtgevaren. Land de drone zo snel mogelijk op een veilige plaats.
3. Bij het schakelen van de GNSS naar het BeiDou-satellietpositioneringssysteem in DJI Pilot 2 gebruikt de drone slechts één positioneringssysteem en wordt de satellietzoekfunctie slecht. Vlieg daarom voorzichtig.
* In de Attitude-modus zijn de zichtsystemen en sommige intelligentiefuncties uitgeschakeld. De drone
kan zichzelf in deze stand niet positioneren of automatisch remmen, met als gevolg dat deze gemakkelijk nadelig beïnvloed wordt door zijn omgeving, wat kan resulteren in horizontaal schakelen. Gebruik de afstandsbediening om de drone te bedienen en positioneren.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
69
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Het kompas kalibreren

Het kompas moet mogelijk worden gekalibreerd nadat de afstandsbediening is gebruikt in gebieden met elektromagnetische interferentie. Er verschijnt een waarschuwingsmelding als het kompas van de afstandsbediening gekalibreerd moet worden. Tik op het waarschuwingsbericht om te beginnen met de kalibratie. In andere gevallen moet u de onderstaande stappen volgen om de afstandsbediening te kalibreren.
1. Open het startscherm.
2. Open Instellingen, veeg omhoog en selecteer Kompas.
3. Volg het schema op het scherm om de afstandsbediening te kalibreren.
4. De gebruiker krijgt een melding wanneer de kalibratie succesvol is.
Als het kompas van de afstandsbediening normaal werkt, wordt "Kalibratie geslaagd" getoond nadat de kalibratieweergave is geopend. Het is niet nodig om de kalibratie uit te voeren.

HDMI-instellingen

Het touchscreen kan via een HDMI-kabel worden gedeeld met een beeldscherm. De resolutie kan worden ingesteld in Instellingen, Weergave, Geavanceerde en vervolgens HDMI.

Geavanceerde Dual Operator Mode

Drones uit de M30-serie ondersteunen de Advanced Dual Operator-modus waarmee twee piloten tegelijkertijd een drone kunnen bedienen met afstandsbedieningen A en B. In deze modus hebben beide afstandsbedieningen gelijke controle over de drone. De rollen van beide afstandsbedieningen die de drone besturen, worden niet vooraf toegewezen. In plaats daarvan kan een piloot de controle krijgen over de drone of de gimbalcamera, indien nodig, waardoor meer flexibiliteit tijdens de operatie mogelijk is.
De controle over de drone is onafhankelijk van de controle over de gimbalcamera. Wanneer een afstandsbediening de controle over de drone of de gimbalcamera krijgt, kan de gebruiker de controller gebruiken om de drone te bedienen of de beweging van de gimbalcamera te controleren.
Geavanceerde Dual Operator Modus instellen
Voordat de geavanceerde dubbele operatormodus wordt gebruikt, moet de piloot de drone koppelen aan zowel afstandsbedieningen A als B. Volg de onderstaande stappen om de afstandsbedieningen te koppelen.
1. Voer de DJI Pilot 2-app uit.
2. Voer de startpagina in en tik op A/B van de afstandsbediening om het koppelen te activeren. De statusled van de afstandsbediening knippert blauw en de afstandsbediening piept tijdens het koppelen. Houd de aan-uitknop van de drone minstens 5 seconden ingedrukt. Het aan-uitlampje van de drone knippert en zal twee keer piepen om aan te geven dat de koppeling is gestart. Wanneer de koppeling is geslaagd, knipperen de statuslampjes van de drone groen, piept de afstandsbediening twee keer en branden de statuslampjes van de afstandsbediening continu.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
70
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
3. Daarna wordt de vliegtuigbedieningsknop op de afstandsbediening met bediening van de drone groen en wordt de vliegtuigbedieningsknop van de andere afstandsbediening wit. Tik op in de rechterbovenhoek van de gimbalcameraweergave in DJI Pilot 2 om controle te krijgen over de gimbalcamera.
Koppel de twee afstandsbedieningen een voor een. Zorg ervoor dat u eerst de afstandsbediening A koppelt aan de drone en vervolgens de afstandsbediening B koppelt.
Gebruik van de Advanced Dual Operator Modus
1. Zorg ervoor dat beide afstandsbedieningen zijn gekoppeld en verbonden met de drone
voordat u de modus Geavanceerde dubbele operator gebruikt. Standaard krijgt de eerste afstandsbediening die met de drone is verbonden de controle over zowel de drone als de gimbalcamera, terwijl de tweede afstandsbediening geen controle krijgt.
2. Wanneer een afstandsbediening controle heeft over een apparaat, of het nu gaat om de drone
of de gimbalcamera, kan de piloot het apparaat besturen door op de bedieningssticks te drukken, aan de knop te draaien, op de sneltoetsen te drukken of op de gebruikersinterface van de app te tikken. De bewerking is hetzelfde als in de modus Enkele operator. Als een afstandsbediening echter geen controle heeft over een apparaat, kan de piloot het apparaat niet bedienen. Alleen de afstandsbediening met vliegtuigbesturing kan worden gebruikt om RTH te starten of te annuleren.
3. Elke piloot kan de controle over een apparaat overnemen als dat nodig is. Druk op
de regelknop van de drone om controle te krijgen over de drone. Tik op in de rechterbovenhoek van de gimbalcameraweergave in DJI Pilot 2 om controle te krijgen over de gimbalcamera. Nadat de controle over de drone is verkregen, kan de piloot deze vergrendelen door de vliegtuigautoriteitsknop op de afstandsbediening ingedrukt te houden. De vliegtuigautoriteitknop wordt blauw wanneer de besturing is vergrendeld. De bedieningssticks worden gebruikt voor het bedienen van de gimbal als de afstandsbediening alleen controle heeft over de gimbalcamera. Wanneer de afstandsbediening volledige controle heeft, worden de bedieningssticks gebruikt voor het besturen van de drone en de draaiknoppen voor het aanpassen van de gimbalbeweging.
4. In de modus Geavanceerde dubbele operator wordt een mechanisme voor controleoverdracht
geactiveerd als een van de afstandsbedieningen wordt losgekoppeld van de drone. Wanneer dit gebeurt, schakelt de besturing van de gimbalcamera over van de losgekoppelde afstandsbediening naar de andere afstandsbediening die nog met de drone is verbonden. Als de losgekoppelde afstandsbediening ook vliegtuigbesturing heeft, ontvangt de andere afstandsbediening een melding dat de gebruiker de vliegtuigbesturing handmatig kan overnemen. Als de piloot van de aangesloten afstandsbediening ervoor kiest de controle over de drone niet over te nemen, zal de drone automatisch de failsafe-actie uitvoeren. Als de piloot van de aangesloten afstandsbediening binnen een bepaalde periode geen van beide opties kiest, activeert de drone ook de failsafe-actie.
5. Als de losgekoppelde afstandsbediening tijdens de vlucht opnieuw verbinding maakt met de
drone, wordt de vorige controle niet hervat en heeft deze standaard geen controle over een apparaat. De piloot kan indien nodig weer controle krijgen over de apparaten.
6. Alleen de afstandsbediening met besturing van de gimbalcamera kan worden gebruikt
om de relevante instellingen voor de gimbalcamera en de camera aan te passen en om mediabestanden te downloaden of af te spelen.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
71
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
7. Alleen de afstandsbediening met de besturing over de gimbalcamera kan de download- en
afspeelbewerkingen van de gimbalcamera uitvoeren.
8. Onder normale omstandigheden kunnen de piloten van beide afstandsbedieningen
vluchtgerelateerde instellingen aanpassen, zoals voor het vluchtregelsysteem, zichtsystemen, batterijen en videotransmissie. Als de besturing van de drone echter is vergrendeld, kan alleen de afstandsbediening met besturing van de drone worden gebruikt om deze instellingen aan te passen.
9. Andere niet-vluchtgerelateerde activiteiten kunnen worden uitgevoerd met een van beide
afstandsbedieningen.
10. De pilot van afstandsbediening B kan de instellingen voor Network RTK of aangepaste Network
RTK niet aanpassen.
11. Afstandsbediening A kan worden gebruikt om de firmware van alle modules tegelijk bij te
werken wanneer deze met de drone is verbonden, maar afstandsbediening B kan alleen worden gebruikt om de firmware van afstandsbediening B bij te werken.
12. Logboeken uploaden met DJI Pilot 2: De piloot kan de logboeken van zowel de drone
als de afstandsbediening A uploaden via afstandsbediening A, en kan de logboeken van afstandsbediening B uploaden via afstandsbediening B.
13. Afstandsbediening B kan niet worden gebruikt om de GEO Zone-database bij te werken.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
72
Intelligent Battery Station
In dit hoofdstuk worden de functies van een intelligent batterijstation geïntroduceerd.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
73

Intelligent Battery Station

De BS30 Intelligent Battery Station (batterijhouder) heeft acht TB30-batterij-aansluitingen, twee WB37-batterij-aansluitingen, één USB-C-onderhoudsaansluiting en één USB-A- en één USB-C­aansluiting om op te laden. Hij kan tegelijkertijd twee TB30-batterijen en één WB37-batterij opladen.

Overzicht batterijstation

1. Etui
2. TB30 Batterij-aansluiting
3. Stroomaansluitpunt
4. WB37-batterij-aansluiting
5. TB30 Ledlampjes voor batterijstatus
6. WB37 Ledlampjes voor batterijstatus
7. WB37 Ledlampjes voor batterijniveau
8. Ledlampje voor status van het batterijstation
9. Aan-uitknop/indicatielampje
10. USB-C-aansluiting voor onderhoud
11. USB-C-aansluitpunt voor opladen (aanbevolen voor afstandsbediening)
12. USB-A-aansluiting voor opladen
13 12 11
3
4 5
6 7 8 9 10
1
2
16 17
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
74
14
15
13. Schakelaar voor oplaadmodus
14. Hangslotgaten
15. Klemvergrendeling
16. Handgreep
17. Drukventiel
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Waarschuwingen

1. Houd vloeistoffen weg van de binnenkant van het batterijstation.
2. Sluit het deksel van de batterijhouder NIET tijdens het opladen. Zorg ervoor dat de batterijhouder goed geventileerd wordt en warmte kan afvoeren.
3. Het batterijstation is alleen compatibel met de TB30 Intelligent Flight-batterij en de WB37­batterij. Gebruik de batterijhouder NIET met andere soorten batterijen.
4. Plaats de batterijhouder voor gebruik op een vlakke en stabiele ondergrond. Zorg ervoor dat het apparaat goed geïsoleerd is, om brandgevaar te voorkomen.
5. Raak de metalen klemmen van de batterijhouder NIET aan. Reinig de metalen aansluitpunten met een schone, droge doek als u na het uitschakelen ophoping van vuil constateert.
6. Zorg ervoor dat u uw vingers niet verwondt bij het openen of sluiten van de batterijhouder.

Gebruik van het batterijstation

Opladen
1. Sluit de batterijhouder met de stroomkabel aan op een stopcontact.
2. Druk één keer op de aan-uitknop om de batterijhouder aan te zetten.
3. Om de DJI RC Plus-afstandsbediening op te laden, sluit u de USB-C-aansluitpunten van de batterijhouder en de afstandsbediening aan met een USB-C-naar-USB-C-kabel.
4. Zorg er bij TB30-batterijen voor dat de laadmodus in de vereiste modus is ingesteld. De oplaadtijd wordt in het schema weergegeven.
Opslagmodus: Elk batterijpaar wordt na elkaar tot 50% opgeladen en daarna op 50% gehouden.*
Klaar om te vliegen-modus: Elk batterijpaar wordt na elkaar tot 90% opgeladen en daarna op 90% gehouden.*
Standaardmodus: Elk batterijpaar wordt na elkaar tot 100% opgeladen.
* De batterijhouder moet worden ingeschakeld om het batterijniveau in de opslagmodus en de modus
'Klaar om te vliegen' te handhaven. Schakel de batterijhouder na het opladen uit, behalve in speciale situaties zoals brand. Het handhaven van een hoog batterijniveau in de modus 'Klaar om te vliegen' heeft invloed op de levensduur van de batterij.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
75
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
Klaar om te vliegen-modus
Standaardmodus
30 min
Batterijniveau: 20%
12 min
90% 100%
5. Plaats de batterijen in de batterij-aansluitpunten om het opladen te starten.
A. Voor WB37-batterijen geldt dat de batterijhouder de batterij met de meeste restcapaciteit als
eerst oplaadt.
B. Voor TB30-batterijen staat de volgorde van opladen hieronder weergegeven.
a. Ten aanzien van gekoppelde en enkele batterijen worden de gekoppelde batterijen
eerst opgeladen. (Afbeelding a)
b. Bij meerdere batterijparen (elk paar gevormd door een bovenste en onderste batterij
in de volgorde van A, B, C en D), wordt eerst het paar met het hoogste batterijniveau
opgeladen. (Afbeelding b)
c. Bij alleen enkele batterijen worden het eerst de twee batterijen met het hoogste
batterijniveau opgeladen. (Afbeelding c)
30%
10% 30%
10%
30%
(Afbeelding a) (Afbeelding b) (Afbeelding c)
20% 40%30%10%
Zal als eerste worden opgeladen.
 Wanneerhet batterijniveauvande gekoppeldebatterijenniet gelijkis, laadtde
batterijhouder eerst de batterij met het laagste batterijniveau op.
 Sluitde onderhoudspoortaanop deUSB-A-poortvan deafstandsbediening om
de firmware bij te werken of fouten te diagnosticeren voor het batterijstation en de batterijen.
 DebatterijhouderwarmteenTB30-batterijautomatischoptot18°Cvóórhetopladenals
de temperatuur van de batterij na het plaatsen lager is dan 10°C.
 WanneerdeWB37-batterijentegelijkertijdwordenopgeladen,wordtdeoplaadtijdvande
TB30-batterij iets verlengd.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
76
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
Opwarmen en opladen van de batterij bij een lage temperatuur
Als de temperatuur van de batterij lager is dan 10°C wanneer de batterij wordt aangesloten, zal de batterijhouder de batterij opwarmen zodra het apparaat wordt aangezet.
NIET regelmatig opladen in een omgeving met lage temperaturen. Het kan de oplaadtijd verlengen en de levensduur van de batterij verkorten.

Ledlampjes en waarschuwing batterijstation

Beschrijving ledlampjes voor batterijstatus

LED-indicatielampjes Beschrijvingen
Aan-uitknop
Continu groen Aan
Ledlampjes batterijstatus
Knippert groen Opladen
Continu groen Opladen voltooid
Knippert geel Afkoelen of opwarmen vóór het opladen
Continu geel Wachten op opladen
Knippert rood
Continu rood Batterijfout.*
Ledlampje voor status van het batterijstation 
Knippert geel De firmware van het batterijstation bijwerken
Continu rood Fout batterijstation*
Communicatiefout batterij-aansluiting. Plaats de batterij terug of probeer een andere batterijaansluiting.
* Maak verbinding met de afstandsbediening, voer DJI Pilot 2 uit en tik op HMS om de fout te
diagnosticeren.

Beschrijving zoemergeluid

De zoemer piept om de volgende fouten aan te geven:
a. Wanneer het ledlampje van de batterijstatus rood is en de zoemer piept, betekent dit dat er een
fout is met de batterij.
b. Wanneer het ledlampje van de status van de batterijhouder rood is en de zoemer piept,
betekent dit dat er een fout is met de batterijhouder.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
77
Intelligent Flight Battery
In dit hoofdstuk worden de functies van de intelligente vluchtbatterij geïntroduceerd.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
78

Intelligent Flight Battery

Inleiding

De TB30 intelligente vluchtbatterij is uitgerust met energiezuinige batterijcellen en maakt gebruik van een geavanceerd batterijbeheersysteem om de drone van stroom te voorzien. Gebruik alleen een door DJI goedgekeurd oplaadapparaat om de intelligente vluchtbatterij op te laden. Laad de Intelligent Flight Battery volledig op vóór het eerste gebruik. De firmware voor intelligent flight battery is opgenomen in de firmware van de drone. Zorg ervoor dat de firmware van de batterij is bijgewerkt naar de nieuwste versie.

Eigenschappen van de batterij

De intelligente vluchtbatterij heeft de volgende functies:
1. Weergave batterijniveau: De ledlampjes voor het batterijniveau geven tijdens het opladen het huidige
batterijniveau weer.
2. De zelfontlading van de batterij wordt geactiveerd als het batterijniveau hoger is dan 50%. Het
ontladen van het batterijniveau tot 50% kan de levensduur van de batterij verlengen.
3. Gebalanceerd opladen: Tijdens het opladen worden de voltages van de batterijcellen automatisch
gebalanceerd.
4. Overbelastingsbeveiliging: Het opladen stopt automatisch wanneer de batterij volledig is opgeladen.
5. Temperatuurdetectie: De batterij laadt uitsluitend op bij een temperatuur tussen de -20°C en 40°C.
6. Overstroombeveiliging: De batterij stopt met opladen als er een te hoge stroom wordt gedetecteerd.
7. Bescherming tegen te hoge ontlading: Om de vliegveiligheid te waarborgen en de operator zoveel
mogelijk tijd te geven om noodsituaties aan te pakken, is de beveiliging tegen overmatige ontlading uitgeschakeld om een continue uitgang mogelijk te maken. Let op het resterende batterijniveau tijdens de vlucht en de landing of laat de drone onmiddellijk terugkeren wanneer u hierom wordt gevraagd in de app. Anders kan de batterij gevaarlijk overmatig ontladen zijn. Bij het opladen kan een te veel ontladen batterij brandgevaar opleveren. Om dit te voorkomen, mag de batterij niet meer worden opgeladen of gebruikt.
8. Beveiliging tegen kortsluiting: De stroomvoorziening wordt automatisch onderbroken als er kortsluiting
wordt gedetecteerd.
9. Bescherming tegen beschadiging van batterijcellen: De app toont een waarschuwing wanneer een
beschadigde batterijcel wordt gedetecteerd.
10. Slaapstand: De batterij staat in de slaapstand wanneer deze niet in gebruik is om stroom te besparen.
11. Communicatie: Informatie over de spanning, capaciteit en stroom van de batterij wordt naar de drone
verzonden.
12. Verwarmen: De functie zorgt ervoor dat de batterij normaal werkt bij een lage temperatuur. Raadpleeg
het gedeelte "De batterij verwarmen" voor meer informatie.
13. Water- en stofdicht maken: Na installatie in de drone voldoet de batterij aan de IP55 normen.
Raadpleeg vóór gebruik de gebruikershandleiding, veiligheidsrichtlijnen en batterijlabels.
Gebruikers zijn volledig aansprakelijk voor alle handelingen en elk gebruik.
 Alser nahetopstijgenslechtséén batterijbruikbaar is,laatudedrone onmiddellijklanden en
vervangt u de batterijen.
 PSDK-poortheefteeningebouwdetemperatuursensor.Alshetlaadvermogenvanhetapparaat
te hoog is als gevolg van oververhitting, zal de drone ter bescherming het laadvermogen automatisch uitschakelen.
 GebruikdedoorDJIgeleverdebatterijen.GebruikGEENanderebatterijen.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
79
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Gekoppelde batterijen gebruiken

Label de twee batterijen vóór gebruik met gekoppelde batterijstickers. Laad en ontlaad de twee batterijen samen om de vluchtprestaties te optimaliseren en de levensduur van de batterij te maximaliseren. Nadat de batterijen zijn geplaatst en de drone is ingeschakeld, zal de app, als er een enorm verschil is tussen de levensduur van de batterijen, een prompt weergeven die de gebruiker waarschuwt voor een dergelijke toestand van de batterijen. In dit geval wordt aanbevolen om ze vóór gebruik te vervangen door batterijen met vergelijkbare prestaties.

Aan- en uitzetten

Installeer de batterijen in de drone voordat u ze in- of uitschakelt.
In-/uitgeschakeld: Druk één keer op de aan-uitknop, druk er nogmaals op en houd deze voor twee seconden ingedrukt. Het controlelampje van de aan-uitknop blijft branden nadat het apparaat is ingeschakeld. De aan-uitknop/indicator gaat uit nadat de drone is uitgeschakeld.

Het batterijniveau controleren

Druk op de knop van het batterijniveau om het batterijniveau te controleren wanneer de voeding is uitgeschakeld. Controleer na het inschakelen van de stroom het huidige batterijniveau in de bovenste balk van de app.
De indicators van het batterijniveau tonen ook tijdens het opladen en ontladen het huidige batterijniveau. De indicators worden hieronder beschreven.
:Ledisaan.     :Ledisuit.    : Led knippert.
Batterijniveau
LED1 LED2 LED3 LED4 Batterijniveau
88%~100%
75%~88%
63%~75%
50%~63%
38%~50%
25%~38%
13%~25%
0%~13%
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
80
Hoog
Laag
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Hete batterij vervangen

Na de landing hoeft de drone niet te worden uitgeschakeld om de batterijen te vervangen. Plaats eerst een volledig opgeladen batterij en wacht drie seconden voordat u een andere batterij plaatst.

Batterij opwarmen

De batterij heeft een ingebouwde opwarmfunctie voor gebruik bij lage temperaturen:
1. Wanneer de batterijtemperatuur lager is dan 18°C, begint het opwarmen zodra de batterij in de drone wordt geplaatst en de drone wordt ingeschakeld. Na het opstijgen wordt de opwarmfunctie automatisch uitgeschakeld. Wanneer de batterijtemperatuur lager is dan 10°C, zal de drone niet opstijgen. Wacht tot de batterij is opgewarmd voordat u de drone gebruikt.
2. Als de batterij niet in de drone is geplaatst, houdt u de aan-uitknop 5 seconden ingedrukt om de opwarmfunctie te starten. De batterij blijft gedurende ongeveer 30 minuten warm bij een temperatuur tussen 15°C en 20°C. Houd de aan-uitknop gedurende 5 seconden ingedrukt om de opwarmfunctie te stoppen.
3. Als de temperatuur van de batterij tussen -20°C en 15°C ligt, zal de batterijhouder de batterij opwarmen zodra deze in de batterijhouder geplaatst is.
4. De ledlampjes voor het batterijniveau knipperen als volgt wanneer de batterij wordt opgewarmd en warm wordt gehouden.
Opwarmen
Warming up Keeping warm
Opwarmen Warm houden
Opmerkingen voor gebruik bij lage temperaturen
1. Bij een temperatuur onder 10°C neemt de batterijweerstand toe en neemt de spanning aanzienlijk af, wat op zijn beurt de batterijcapaciteit en -prestaties vermindert. Zorg ervoor dat de batterij voor gebruik volledig is opgeladen en een celspanning van 4,4 V heeft.
2. Wanneer de drone in vlucht is nadat aan de bovenstaande voorwaarden is voldaan en de DJI Pilot 2-app een waarschuwing voor een kritiek laag batterijniveau toont, wordt aanbevolen om onmiddellijk te stoppen met vliegen en de drone op een geschikte plaats te laten landen. Tijdens automatische landing kunnen gebruikers de afstandsbediening nog steeds gebruiken om de oriëntatie van de drone te regelen. Gebruikers kunnen bijvoorbeeld de gashendel indrukken om de drone op te tillen.
3. Bij extreem koude temperaturen kan het voorkomen dat – zelfs na opwarmen – de temperatuur van de batterij niet hoog genoeg is. Verhoog in dergelijke scenario's de isolatie van de batterij.
4. Houddetemperatuurvandebatterijbovende18°Cvooroptimaleprestatiesvandebatterij.
5. Bij lage temperaturen kan de voorverwarmingsperiode langer zijn. Het wordt aanbevolen om de batterijen van tevoren te isoleren om de voorverwarmingsperiode te verkorten.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
81
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Opslag van batterijen

1. De zelfontlading van de batterij wordt geactiveerd als het batterijniveau hoger is dan 50%. Het ontladen van het batterijniveau tot 50% kan de levensduur van de batterij verlengen. De strategie voor zelfontlading van de batterij wordt hieronder weergegeven.
Battery Level
Batterijniveau
100%
80%
60%
40%
0 3 4 5 6 7 8 910.5
2. Het opslaan van stroom op de juiste niveaus kan de levensduur van de batterij verlengen. Gebruik de opslagmodus van de batterijhouder om de stroom op te laden en op te slaan bij 50%. Raadpleeg de onderstaande tabel voor de maximale opslagdagen wanneer het batterijniveau minder dan 50% is.
Batterijniveau Maximale opslagdagen Batterijniveau Maximale opslagdagen
0% 12 20% 110
5% 36 30% 160
10% 60 40% 210
15% 86 50% 260
Can be set as 0 to 9 days in DJI Pilot 2.
Kan in DJI Pilot 2 worden ingesteld op 0 tot 9 dagen.
95%
95%
2
50%
(Dag)
(Day)
(1) De batterij wordt beschadigd zodra deze de maximale opslagperiode overschrijdt. De
batterij mag niet meer worden gebruikt.
(2) De werkelijk maximale opslagperiode varieert enigszins, omdat de batterijen deel
uitmaken van verschillende productiebatches en in verschillende omgevingen worden
opgeslagen.

Batterij-onderhoud

Capaciteitskalibratie

1. Volg de stappen om de capaciteitskalibratie te voltooien wanneer DJI Pilot 2 dit vraagt.
Opladen naar
100%

Batterij-onderhoud

1. De prestaties van de batterij verminderen als de batterij gedurende langere tijd niet wordt gebruikt.
2. Voer om de 50 cycli of 3 maanden of wanneer DJI Pilot 2 dit vraagt, batterij-onderhoud uit in de volgende stappen:
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
82
1 uur rusten Ontladen tot
onder 20%
1 uur rusten
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
Opladen naar
100%
24 uur rusten Ontladen tot
onder 20%
1 uur rusten
Laad de batterij volledig op of tot het juiste batterijniveau voor opslag na het voltooien van het
batterij-onderhoud. Neem contact op met DJI-ondersteuning als een onderhoudsfout aanhoudt.
Naast het bovenstaande raden we aan om de volgende controles voor batterij-onderhoud uit te
voeren:
a. Plaats de batterij in de drone en schakel deze in om de batterij-informatie in DJI Pilot 2 te
bekijken. Zorg ervoor dat het verschil in celspanning minder is dan 0,1 V en dat de firmware van de batterij is bijgewerkt naar de nieuwste versie.
b. Zorg ervoor dat de batterij niet gezwollen, lek of beschadigd is.
c. Zorg ervoor dat de aansluitklemmen van de batterij schoon zijn.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
83
DJI Pilot 2-app
Dit hoofdstuk introduceert de hoofdfuncties van de DJI Pilot 2-app.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
84

DJI Pilot 2-app

De DJI Pilot 2-app is speciaal ontwikkeld voor zakelijke gebruikers. Handmatig vliegen integreert een verscheidenheid aan professionele functies die het vliegen eenvoudig en intuïtief maken. Missievlucht ondersteunt vluchtplanning en maakt het mogelijk om de drone automatisch te besturen, waardoor uw workflow veel eenvoudiger en efficiënter wordt.

Startpagina

1 2 3 4
8
5
6
9
10
7
1. Ik
Tik om vluchtgegevens te bekijken, offline kaarten te downloaden, GEO-zoneontgrendeling te
beheren, helpdocumentatie te lezen, een taal te selecteren en app-informatie te bekijken.
2. Gegevens en privacy
Tik op om de netwerkbeveiligingsmodi te beheren, beveiligingscodes in te stellen, app-cache te
beheren en logboeken van DJI-apparaten te wissen.
3. Kaart GEO-zone
Tik op om de GEO-zonekaart te bekijken, controleer offline of het huidige werkgebied zich in een
beperkte zone of autorisatiezone bevindt, en de huidige hoogte van de flyable.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
85
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
a b
c
a. Tik om de GEO Zone-database van de drone bij te werken, als er een update
beschikbaar is.
b. Tik op om de GEO Zone-database van de afstandsbediening bij te werken als er een
update beschikbaar is.
c. Tik om het ontgrendelingscertificaat in te voeren en te beheren. Als de drone al op de
afstandsbediening is aangesloten, kunnen gebruikers het ontgrendelingscertificaat
rechtstreeks selecteren om de drone te ontgrendelen.
4. Cloud-service
Tik op om de cloudservicepagina te openen, de verbindingsstatus van de cloudservice te
bekijken, het type service te selecteren of over te schakelen van de momenteel verbonden service naar een andere cloudservice.
a. Als het DJI-account dat is ingelogd door de gebruiker de DJI FlightHub 2-licentie
heeft, tikt u op de cloudservice op de startpagina van de app om automatisch in
te loggen op DJI FlightHub 2. DJI FlightHub 2 is een cloudgebaseerd geïntegreerd
online beheerplatform voor vliegtuigen dat gebruikers realtime vliegtuigbewaking en
-apparatuur en ledenbeheer biedt.
Bezoek de DJI FlightHub 2-pagina op de officiële DJI-website voor meer informatie:
https://www.dji.com/flighthub-2
b. Indien aangesloten op de GB28181-service, worden GB28181 en de verbindingsstatus
weergegeven.
c. Indien verbonden met een live service zoals RTMP of RTSP, worden de bijbehorende
live URL en verbindingsstatus weergegeven.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
86
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
Als de service is verbonden, wordt het lettertype in donkerzwart weergegeven; als er verbinding wordt gemaakt, verschijnt er een verbindingsprompt in de rechterbovenhoek van de cloudservice; als deze offline is of is losgekoppeld, verschijnt er een oranje pictogram in de rechterbovenhoek van de cloudservice als een abnormale waarschuwing.
5. Missievlucht
Tik hierop om de missievluchtbibliotheek te openen. Gebruikers kunnen alle missievluchten
aanmaken en bekijken. Missievluchten kunnen worden geïmporteerd van en geëxporteerd in batches naar de afstandsbediening of een ander extern mobiel opslagapparaat. Als DJI FlightHub 2 is verbonden, kunt u ook alle missievluchten bekijken die zijn verzonden vanuit of lokale taken uploaden naar de cloud. Raadpleeg het gedeelte Mission Flight voor meer informatie.
6. Album
Tik hierop om uw meesterwerken allemaal op één plek te bekijken. U kunt de foto's of video's
opslaan op de afstandsbediening. Houd er rekening mee dat foto's en video's niet kunnen worden bekeken als ze van de drone zijn losgekoppeld.
7. Academy
Tik om producthandleidingen, vluchtgidsen, branchecasussen en producthandleidingen voor
ondernemingen te bekijken en naar de afstandsbediening te downloaden.
8. Health Management System
Toont de gezondheidstoestand van de drone, de afstandsbediening en het laadvermogen.
e
d
a a
b c
a. Als de huidige afstandsbediening niet op de drone is aangesloten, wordt de afbeelding
van de afstandsbediening weergegeven. Tik om de afstandsbediening aan de drone
te koppelen. De dronemodel en de afbeelding worden weergegeven nadat deze zijn
aangesloten.
b. Als het laadvermogen abnormaal is, verschijnt de naam van het laadvermogen in oranje
of rood. Tik om de foutinformatie op de lading te bekijken.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
87
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
c. De huidige rol van de afstandsbediening wordt weergegeven als A of B (de rolnaam
van de huidige afstandsbediening wordt donkerzwart weergegeven). Tik op om
de foutinformatie op de afstandsbediening te bekijken of schakel de rol van de
afstandsbediening om.
d. Tik op om het gezondheidsbeheersysteem te openen. De gezondheidstoestand van de
drone en de afstandsbediening wordt hier weergegeven. Als het groen (normaal) wordt
weergegeven, is de drone normaal en kan het opstijgen. Indien in oranje (voorzichtig)
of rood (waarschuwing), heeft de drone een fout en moet het worden gecontroleerd en
gewist voordat het opstijgt. Lees het gedeelte Health Management System (HMS) voor
meer informatie.
e. De onderhoudsinformatie van het huidige vliegtuig wordt hier weergegeven. Als de
drone DJI Care heeft, wordt de geldigheidsperiode ook weergegeven. Tik op om de
apparaatinformatie te bekijken, inclusief cyclustelling, vluchtduur, vluchtgeschiedenis,
activeringstijd en vluchtkilometers.
9. Snelkoppeling firmware-update
Als er een update nodig is, verschijnt er een waarschuwing die de gebruiker informeert dat er
nieuwe firmware beschikbaar is of dat er een consistente firmware-update nodig is voor de drone en de afstandsbediening.
Inconsistente firmwareversies hebben invloed op de vliegveiligheid, daarom geeft de app
prioriteit aan consistente firmware-updates. Tik op de melding om de firmware-update pagina te openen.
Een consistente firmware-update is vereist wanneer de firmwareversies van sommige modules van de drone niet overeenkomen met de compatibele versie van het systeem. In een typische, consistente situatie van firmware-updates worden de drone en de afstandsbediening bijgewerkt naar de nieuwste versie, met uitzondering van extra batterijen. Wanneer deze batterijen worden gebruikt, verschijnt er een melding die een consistente firmware-update vereist om de vliegveiligheid te garanderen.
10. Cameraweergave
Tik op om de weergave Controle voorafgaand aan vlucht en de FPV-cameraweergave te openen
en over te schakelen naar de gimbalcameraweergave. Raadpleeg de secties Weergavecheck vóór vlucht, FPV-cameraweergave en Gimbal-cameraweergave voor meer informatie.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
88
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Weergavecheck vóór vlucht

Tik op Cameraweergave invoeren op de startpagina van DJI Pilot 2 om de weergave Controle voorafgaand aan vlucht te openen.
1
2
1. Bekijk de gezondheidsinformatie van de drone, vluchtmodus, intelligent batterijniveau van de vlucht, rol van de afstandsbediening, interne en externe batterijniveaus van de afstandsbediening, Home Point-status, RTK-status en opslaginformatie van de microSD-kaart van de camera.
2. Stel de hoogte van de terugkeer naar huis, de actie buiten de controle, de maximale hoogte en de maximale vliegafstand in, werk het Startpunt bij, selecteer de modus van de bedieningsstick en stel de waarschuwingsdrempel van de batterij, de detectieschakelaars van obstakels en detectieafstanden van obstakels in.
 Hetwordtaanbevolenomdecontrolevoorafgaandaandevluchtzorgvuldiguittevoeren
volgens het operatiescenario en de vereisten voorafgaand aan het opstijgen.
 Voordatueenmissievluchtuitvoert,voertueenpreflightcheckuitenverifieertudebasis
parameterinformatie van de missievlucht. Raadpleeg het gedeelte Mission Flight voor meer informatie.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
89
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Weergave FPV-camera

FPV-cameraweergave gebruiken

Nadat u op de startpagina van DJI Pilot 2 op Cameraweergave invoeren hebt getikt en de controle voorafgaand aan de vlucht hebt voltooid, wordt u standaard naar de FPV-cameraweergave geleid.
1
2
9
3
4
5 6 78
1. Bovenste balk: toont de vliegtuigstatus, vluchtmodus, signaalkwaliteit, enz. Raadpleeg het gedeelte Bovenste balk voor meer informatie.
2. Discrete modusschakelaar: tik op om de achter- en voor-indicatoren, bakens, hulplicht en batterij-indicatoren van de drone uit te schakelen. Na het inschakelen van de Discrete modus gaat het hulplampje niet aan tijdens het landen, wat bepaalde risico's kan inhouden. Gebruik de Discrete modus voorzichtig.
3. Schakelaar bakens: druk op de L1-knop op de afstandsbediening om de bakens in of uit te schakelen.
4. Overschakelen naar kaartweergave: druk op de L3-knop op de afstandsbediening om over te schakelen naar de kaartweergave.
5. Kaartweergave: gebruikers kunnen de kaart maximaliseren of minimaliseren. De kaartweergave ondersteunt in- en uitzoomen.
6. Weergave van gamingcamera: tik op om over te schakelen naar de weergave van de gimbalcamera. De weergave van de gimbalcamera ondersteunt in- en uitzoomen.
7. Overschakelen naar weergave van gimbalcamera: druk op de R3-knop op de afstandsbediening om over te schakelen naar de weergave van de gimbalcamera.
8. AR-projectie: projecteert informatie zoals PinPoints, navigatiepunten en het Home Point in FPV­cameraweergave en gimbalcameraweergave om de vluchtperceptie te verbeteren. Raadpleeg het gedeelte AR-projectie voor meer informatie.
9. Primary Flight Display (PFD): toont parameters zoals houding, snelheid, hoogte en windsnelheid tijdens een vlucht. Raadpleeg het hoofdstuk Primary Flight Display (PFD) voor meer details.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
90
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Primaire vluchtweergave (PFD)

Primary Flight Display (PFD) maakt vliegen gemakkelijker en meer intuïtief, waardoor gebruikers obstakels rond de drone kunnen zien en ontwijken, en waardoor ze ook kunnen stoppen en het vliegtraject indien nodig kunnen aanpassen.
Primaire vluchtweergave kan anders worden weergegeven wanneer het hoofdbeeld via een FPV­camera of gimbalcamera (zoomcamera/brede camera/thermische camera) wordt weergegeven.
4 5 6 7
1
8 9
2 3
10 11 12
13
14
15
1. Stuurwiel.
2. Windsnelheid en -richting. De windrichting is ten opzichte van de drone.
3. Horizontale snelheid van de drone.
4. Vooraf ingestelde snelheid van de vliegroute tijdens de missievlucht.
5. Kunstmatige Horizon: weerspiegelt de houding van de drone, die tegenovergesteld is aan de
kantelhoek.
6. Vliegtuigkopindicator: altijd in het midden van het camerabeeld.
7. Flight Path Vector: de positie die de drone op het punt staat te bereiken.
8. Hoogtelimiet (LIM): geconfigureerd door de instelling van de vluchtregelaar.
9. Vooraf ingestelde hoogte van de vliegroute tijdens de missievlucht.
10. Verticale obstakelindicator: geeft de verticale obstakelinformatie van de drone weer.
Wanneer er zich een obstakel boven of onder de drone bevindt, kan de informatie worden vergeleken met de hoogte van het obstakel om een dreigende botsing op te sporen en ongevallen te voorkomen. Wanneer de op- en neerwaartse detectie zijn uitgeschakeld, wordt UIT weergegeven om de gebruiker eraan te herinneren dat de verticale obstakeldetectie is uitgeschakeld.
11. Verticale snelheid: geeft de verticale snelheid van de drone weer bij op- of afklimmen. De witte
lijn toont de positie van de drone in drie seconden. Hoe hoger de verticale snelheid, hoe langer de witte lijn.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
91
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
12. Altitude (ALT): toont de hoogte van de drone ten opzichte van het punt van opstijgen.
13. RTH-altitude (RTH): geeft de RTH-hoogte weer die is geconfigureerd door de instelling van de
vluchtregelaar.
14. Werkelijke hoogte (boven zeeniveau): geeft de werkelijke hoogte van het vliegtuig weer.
15. Navigatieweergave: toont de oriëntatie van de drone en de gimbaloriëntatie, en informatie
over het vermijden van obstakels vanuit een top-down perspectief. Raadpleeg het gedeelte Navigatieweergave voor meer informatie.

Navigatieweergave

1 2 3
7
8 9
10
6
Navigatieweergave toont alleen de snelheid, hoogte en andere informatie aan de linker- en rechterkant in de weergave van de gimbalcamera. In de FPV-cameraweergave wordt dergelijke informatie weergegeven in de vorm van primaire vluchtweergave.
1. Drone: navigatieweergave draait mee met de drone.
2. Horizontale snelheidsvector van de drone: de witte lijn die door de drone wordt getekend, geeft
de vliegrichting en snelheid van de drone aan.
3. Drone-oriëntatie: toont de huidige richting van de drone. De weergegeven graad wordt
rechtsom geteld vanuit het noorden, waarbij het noorden wordt aangenomen als 0 graden en de staplengte als 30 graden. Het getal 24 in het kompas geeft bijvoorbeeld de koers van de drone aan na een draai van 240 graden rechtsom vanaf 0 graden.
4. Gimbaloriëntatie: geeft de oriëntatie van de gimbal ten opzichte van de drone in realtime weer.
Het pictogram roteert met het gimbalplaatje.
5. Oriëntaties van startpunt en afstandsbediening:
4 5
a. Geeft het startpunt ten opzichte van de drone weer. Wanneer de horizontale afstand
tot het startpunt meer dan 16 m bedraagt, zal het startpunt-pictogram aan de rand
van het navigatiedisplay blijven.
b. Wanneer de relatieve afstand tussen het startpunt en de afstandsbediening niet meer
dan 5 meter bedraagt, wordt alleen het startpunt weergegeven in het navigatiescherm.
Wanneer de relatieve afstand meer dan 5 meter is, wordt de afstandsbediening
weergegeven als een blauwe stip om de positie aan te geven. Wanneer de horizontale
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
92
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
afstand tussen de afstandsbediening en de drone meer dan 16 meter bedraagt, blijft
het positiepictogram van de afstandsbediening op de rand van het navigatiescherm
staan.
c. Wanneer het kompas van de afstandsbediening normaal werkt, geeft de blauwe stip
de richting van de afstandsbediening aan. Als het signaal tijdens de vlucht slecht is,
wijst u de pijl van de afstandsbediening in het navigatiescherm in de richting van de
drone.
6. Afstand naar startpunt: geeft de horizontale afstand tussen het startpunt en de drone weer.
7. PinPoint-informatie: toont de naam van de PinPoint en de horizontale afstand van de drone tot
de PinPoint, wanneer PinPoint is ingeschakeld.
8. Waypoint-informatie: toont de naam van het navigatiepunt, de horizontale afstand van de
drone tot het navigatiepunt en het op- of aflopende traject van de vliegroute tijdens een missievlucht.
9. RNG-doelpuntinformatie: geeft de horizontale afstand van de drone tot het doelpunt weer
wanneer de RNG-laserafstandsmeter is ingeschakeld.
10. Informatie over verticale obstakeldetectie: zodra een obstakel in verticale richting wordt
gedetecteerd, verschijnt een obstakelindicatiebalk. Wanneer de drone de waarschuwingsafstand bereikt, licht het pictogram rood en oranje op en geeft de afstandsbediening lange pieptonen af. Wanneer de drone de remafstand van het obstakel bereikt, licht het pictogram rood op en geeft de afstandsbediening korte pieptonen af. Gebruikers kunnen de remafstand en de waarschuwingsafstand in de DJI Pilot 2-app instellen. Volg de instructies in de app om ze in te stellen.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
93
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
Informatie over horizontale obstakeldetectie: de lichte vlakken zijn de obstakeldetectiegebieden van de drone en de donkere vlakken zijn de blinde vlekken. Houd tijdens vluchten de snelheidsvectorlijn van de drone uit de obstakelgevoelige dode hoeken.
a. Als de waarschuwingsafstand die in de app is ingesteld op 16 m tot 33 m, zal na detectie van
een obstakel in de richting van het obstakel een groene boog verschijnen; als het obstakel de waarschuwingsafstand bereikt, wordt het oranje; als het obstakel de remafstand van het obstakel bereikt, wordt het een rood kader.
b. Als de in de app ingestelde waarschuwingsafstand minder dan 16 m bedraagt, en
het obstakel binnen 16 m is, maar de waarschuwingsafstand niet heeft bereikt, wordt het obstakel aangeduid met een groen kader; als het obstakel binnen 16 m is en de waarschuwingsafstand bereikt, wordt het oranje; als het obstakel in de buurt van de remafstand van het obstakel komt, wordt het rood.
c. Wanneer de obstakeldetectie is uitgeschakeld, wordt UIT weergegeven; wanneer
de obstakeldetectie is ingeschakeld, werken de zichtsystemen niet, maar zijn er infrarooddetectiesystemen beschikbaar, wordt TOF weergegeven; wanneer de obstakeldetectie is ingeschakeld maar niet werkt, wordt NA weergegeven.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
94
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

De bovenste balk

1 2 3 4 5 6 7 8
1. Terug: tik om terug te keren naar de startpagina van de DJI Pilot 2-app.
2. Systeemstatusbalk: dit pictogram geeft de vliegstatus van de drone aan en toont diverse waarschuwingen. Als er tijdens de vlucht een nieuwe waarschuwing verschijnt, wordt deze hier ook weergegeven en blijft deze knipperen. Tik om de informatie te bekijken en het knipperen te stoppen.
3. Vluchtstatus:
a. De vluchtstatussen omvatten: stand-by, voorbereiding om op te stijgen, klaar om te
vertrekken, handmatige vlucht, missievlucht, pano in uitvoering, ActiveTrack, terugkeer
naar huis, landing, gedwongen landing en positionering van het zicht.
b. Wanneer de drone in zichtpositie, stand-by of handmatige vluchtstatus staat, wordt
de huidige vluchtmodus weergegeven, waaronder: N-modus, S-modus, A-modus en
T-modus.
c. Tik om de weergave Controle voorafgaand aan vlucht te openen.
4. Indicator Intelligent Flight Battery Level: de indicatorbalk voor het batterijniveau geeft een dynamische weergave van het resterende vermogen van de huidige intelligente vluchtbatterij en de vliegtijd. Elke batterijstatus wordt aangegeven met een andere kleur. Wanneer het batterijniveau lager is dan de waarschuwingsdrempel, wordt het batterijpictogram rechts rood, wat de gebruiker eraan herinnert om de drone zo snel mogelijk te laten landen en de batterijen te vervangen.
5. GNSS-positioneringsstatus: geeft het aantal GNSS-satellieten weer. Wanneer de RTK-module van de drone is uitgeschakeld, wordt het RTK-pictogram grijs; wanneer het is ingeschakeld, wordt het RTK-pictogram wit. Tik op het pictogram GNSS-positioneringsstatus om de status van de RTK­modus en GNSS-positionering te bekijken.
6. Signaalsterkte: omvat HD-videoverbindingskwaliteit en afstandsbedieningsverbindingskw aliteit. Drie groene stippen geven sterke signalen aan; twee gele stippen voor gemiddelde signaalsterkte; en één rode stip voor slechte signaalkwaliteit. Als het signaal verloren gaat, geeft het pictogram de status losgekoppeld rood weer.
7. Intelligent Flight Battery: toont het huidige batterijniveau van de drone. Tik op om informatie over batterijniveau, spanning en temperatuur te bekijken.
8. Settings: tik om het instellingenmenu uit te vouwen om de parameters van elke module in te stellen.
a. Instellingen vluchtregelsysteem: inclusief vluchtmodusschakelaar, startpunt,
terugkeer naar thuishoogte, maximale hoogte, afstandslimiet, sensorstatus,
onbeheersbare actie, gecoördineerde bocht en GNSS.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
95
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
b. Sensing System-instellingen: inclusief obstakeldetectieschakelaar,
zichtpositioneringsschakelaar en precisielandingsschakelaar.
c. Remote Controller Settings: omvat joystickmodus, aanpasbare instellingen, kalibratie
van de afstandsbediening, koppelen, enz.
d. Image Transmission Settings: omvat instellingen van de werkfrequentie,
kanaalmodus en video-output, enz. bij beeldtransmissie.
e. Intelligent Flight Battery Settings: omvatten batterij-informatie, slimme terugkeer naar
huis, waarschuwingsdrempels voor bijna lege batterij en het aantal dagen dat nodig is
voor zelfontlading.
f. Gimbal-instellingen: inclusief gimbal pitch- en paninstellingen en gimbal
automatische kalibratie.
g. RTK-instellingen: omvat RTK-positioneringsfunctie, RTK-servicetype en de
bijbehorende instellingen en statusdisplays.
h. Algemene instellingen: omvatten kaartselectie, volgweergave, eenheidsinstelling en
verlichtingsinstelling.

AR-projectie

DJI Pilot 2 App ondersteunt AR-projectie, waaronder:
a. Startpunt: wanneer het beginpunt zich buiten de huidige weergave bevindt, wordt het
weergegeven aan de rand van de weergave. De drone kan naar het startpunt worden gedraaid door de pijl te volgen.
b. PinPoints: een PinPoint lijkt groter in de buurt van de drone en kleiner in de verte. Hierdoor
kunnen gebruikers de afstand tussen de PinPoint en de drone beoordelen vanaf de grootte van de PinPoint. Wanneer een geselecteerde PinPoint zich buiten de huidige weergave bevindt, wordt deze weergegeven aan de rand van de weergave. De drone kan naar de PinPoint worden gedraaid door de pijl te volgen.
c. Waypoints: tijdens een missievlucht worden de twee richtingspunten die de drone op het
punt staat te bereiken, geprojecteerd op FPV-cameraweergave of gimbalcameraweergave. Het volgende te bereiken navigatiepunt verschijnt als een ononderbroken driehoek en een serienummer; terwijl het volgende navigatiepunt verschijnt als een gestippelde driehoek en een serienummer.
d. ADS-B Manned vliegtuig: wanneer een bemand vliegtuig in de buurt wordt gedetecteerd, wordt
dit geprojecteerd op de FPV-cameraweergave en de gimbalcameraweergave. U moet de drone zo snel mogelijk op- of afklimmen om het bemande vliegtuig te vermijden door de instructies op te volgen.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
96
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Weergave gimbalcamera

Gimbal-cameraweergave gebruiken

De weergave van de gimbalcamera verschijnt wanneer u de hoofdweergave overschakelt naar de gimbalcamera. Hieronder ziet u een illustratie met de zoomcamera van de M30T als hoofdweergave.
24 25 26
23
22
2 3 4 5 6 7
8
9
10
21
11 12
20
19
18
1
1. Navigatieweergave: raadpleeg het gedeelte Navigatieweergave voor meer informatie. Merk op
dat in het beeld van de gimbalcamera de horizontale snelheid, windsnelheid, de hoek en schaal van de gimbalpitch en de helling van de gimbal ten opzichte van de grond aan de linkerkant worden weergegeven. Wanneer de gimbal zich in een belangrijke hoek bevindt, zoals -90°, 0° of -45°, wordt het getal gemarkeerd. De rechterkant van het navigatiedisplay toont de hoogte, relatieve hoogte, informatie over verticale obstakeldetectie en de verticale snelheidsbalk.
2. Cameratype: geeft het cameratype voor de huidige hoofdweergave weer.
3. Cameraparameters: geeft de huidige opname-/opnameparameters van de camera weer.
4. Automatische belichtingsvergrendeling: tik hierop om de huidige belichtingswaarde te
vergrendelen.
5. Scherpstelmodus: tik hierop om de scherpstelstand te schakelen tussen MF (handmatige
scherpstelling), AFC (continue autofocus) en AFS (enkelvoudige autofocus).
6. Opslagmodus: geeft de resterende opslagcapaciteit van de microSD-kaart weer. Tik op om de
weergavemodus te wijzigen en het resterende aantal foto's weer te geven dat in de fotomodus kan worden gemaakt of de resterende opnametijd in de videomodus.
7. Overschakelen naar automatische/handmatige belichting: de zoomcamera ondersteunt de
standen Auto en M. De EV kan in Auto-modus worden ingesteld, en de ISO en sluiter kunnen worden ingesteld in M-modus.
8. Camera-instellingen: tik op om het camera-instellingsmenu te openen. Het camera-
instellingsmenu kan per cameratype verschillen. Selecteer een cameratype om de parameters te bekijken.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
97
1617
13
14
15
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
9. Wisselen foto/video: tik op om te schakelen tussen foto- en videostanden en selecteer
verschillende opnamestanden.
a. De fotostanden omvatten enkelvoudig, slim, getimed, opnamen met een raster met
hoge resolutie, panorama, enz.
b. In de video-opnamemodus kunnen verschillende resoluties worden geselecteerd.
De zoomcamera en groothoekcamera ondersteunen resoluties van 3840×2160 en
1920×1080. Voor de warmtebeeldcamera is de video-opnameresolutie 1280×1024
wanneer infraroodsuperresolutie is ingeschakeld en 640×512 wanneer deze is
uitgeschakeld.
10. Knop voor het maken van foto’s en het opnemen van video: tik hierop om een foto te maken of
om de opname te starten of te stoppen.
11. Afspelen: tik om het album te openen om foto's/video's te bekijken en te downloaden die zijn
opgeslagen op de microSD-kaart van de drone.
12. Koppeling zoomen (alleen M30T): tik hierop om de objectieven van de warmtebeeldcamera en
zoomcamera te koppelen aan zoomen. De gebruiker kan het gekoppelde zoomeffect bekijken door de SBS-knop in de warmtebeeldcameraweergave in te schakelen.
13. Druk op de R1-knop op de afstandsbediening en de cameralens zoomt in.
14. Druk op de R2-knop op de afstandsbediening en de cameralens zoomt uit.
15. Druk op de R3-knop op de afstandsbediening om over te schakelen naar FPV-cameraweergave.
16. Weergave FPV-camera: tik hierop om over te schakelen naar breedbeeldcamera. De FPV-
cameraweergave ondersteunt in- en uitzoomen.
17. Kaartweergave: tik om naar kaartweergave te schakelen. De kaartweergave ondersteunt in- en
uitzoomen.
18. PinPoint: druk op de L3-knop op de afstandsbediening om een PinPoint in het midden van
het scherm toe te voegen. Houd de L3-knop ingedrukt om het PinPoint-instellingenpaneel uit te vouwen, waarmee u de PinPoint-kleur kunt instellen, alle doelpunten kunt bekijken of de standaardweergave van doelpunten in videotransmissieweergave kunt inschakelen. Raadpleeg het gedeelte PinPoint voor meer informatie.
19. Overschakelen naar brede/zoomcameralens: druk op de L2-knop op de afstandsbediening om
te schakelen tussen de groothoekcameralens en de zoomcameralens.
20. Schakel over op lens voor zichtbaar licht/thermische camera (alleen voor M30T): druk op de
L1-knop op de afstandsbediening om te schakelen tussen de cameralens voor zichtbaar licht (groothoekcamera of zoomcamera) en de cameralens voor de warmtebeeldcamera.
21. Gimbalmodus: geeft de huidige gimbalstatus weer als volgmodus. Tik om een actie te selecteren
zoals Gimbal recenter, Gimbal pan recenter, Gimbal tilt down of Gimbal down, of schakel over naar de Gimbal free-modus. Raadpleeg de secties over de werkmodi van de gimbal voor de gedetailleerde beschrijving van elke modus.
22. Smart Track: de gimbalcamera van de drone kan het doel volgen (persoon/voertuig/boot)
wanneer Smart Track is ingeschakeld. Raadpleeg het gedeelte Smart Track voor meer informatie.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
98
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding
23. RNG Laserafstandsmeter: de rechte afstand tussen de drone en het doelwit, evenals de hoogte
van het doelwit kan worden gemeten met behulp van de RNG-laserafstandsmeter. Raadpleeg het gedeelte RNG-laserafstandsmeter voor meer informatie.
24. Kijk naar: na het selecteren van een PinPoint kan de gebruiker op het pictogram Zoeken naar
tikken om de gimbalweergave te draaien, zodat de camera naar het doel kan kijken.
25. Status van foto-/video-upload naar cloud: geeft de status van een foto-/video-upload van DJI
Pilot 2 naar DJI FlightHub 2 of de verbindingsstatus van een livestream weer; tik om de details te bekijken. Als u de DJI FlightHub 2-cloudservice gebruikt, kunt u snel de uploadinstellingen voor mediabestanden configureren.
26. Mission Flight Control/Status: geeft de voortgang van een missievlucht weer in de
gimbalcameraweergave. Tik op de knop Pauzeren/Hervatten om de taak te pauzeren/hervatten en tik op het paneel om de naam en acties van de missievlucht te bekijken.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
99
MATRICE 30-SERIE Gebruikershandleiding

Brede cameraweergave

In dit gedeelte worden voornamelijk de verschillen met de zoomcamera beschreven. Raadpleeg het gedeelte Gimbal-cameraweergave voor meer informatie.
Frame zoomen: na het overschakelen naar een groothoekcamera als hoofdweergave, geeft het zoomframe het gezichtsveld en de zoomsnelheid van de camera weer.

Weergave warmtebeeldcamera

In dit gedeelte worden voornamelijk de verschillen met de zoomcamera beschreven. Raadpleeg het gedeelte Gimbal-cameraweergave voor meer informatie.
2022 DJI. Alle rechten voorbehouden.
©
100
1 2 3 4
5
Loading...