Dank u voor het kiezen van een De' Longhi product. Neem enkele
minuten de tijd voor het lezen van deze gebruikshandleiding. Zo
vermijdt u gevaarlijke situaties en schade aan het apparaat.
In deze handleiding gebruikte symbolen
Belangrijke waarschuwingen hebben de hieronder vermelde
symbolen. Deze waarschuwingen moeten strikt in acht genomen
worden.
Niet-inachtneming van bovenvermelde aanwijzingen kan
elektrische schokken, ernstig letsel, brandwonden, brand of schade
aan het apparaat veroorzaken.
Gevaar!
De veronachtzaming kan oorzaak zijn, of is oorzaak, van letsel door
elektrische schokken die levensgevaarlijk zijn.
Let op!
De veronachtzaming kan de oorzaak zijn, of is de oorzaak, van
letsel of beschadiging van het apparaat.
Nota Bene:
Dit symbool geeft tips en belangrijke informatie voor de gebruiker
aan.
Problemen en reparaties
Ga voor eventuele reparaties altijd en uitsluitend naar de door
de fabrikant geautoriseerde technische servicecentra. Eis altijd
dat er originele reserveonderdelen worden gebruikt. Door
niet gekwaliceerde personen uitgevoerde reparaties kunnen
gevaarlijk zijn en doen de garantie vervallen.
WAARSCHUWINGEN
Fundamentele waarschuwingen inzake de veiligheid
Gebruik de lokale airconditioner alleen zoals aangegeven in
deze handleiding. Deze instructies omvatten niet elke mogelijke
omstandigheid en situatie die zich kan voordoen.Gebruik altijd
uw gezond verstand en wees voorzichtig bij de installatie, bij
het gebruik en bij de opslag van elk huishoudelijk apparaat.
Dit apparaat is vervaardigd voor het conditioneren van een
huishoudelijke omgeving, het mag niet voor andere doeleinden
worden gebruikt.
Let op!
FUNDAMENTELE WAARSCHUWINGEN VOOR DE
VEILIGHEID:
•
Dit apparaat mag niet gebruikt worden
door personen (inclusief kinderen) met
lichamelijke, zintuiglijke of verstandelijke
beperkingen of met onvoldoende ervaring en kennis, tenzij ze onder toezicht
staan of instructies hebben ontvangen inzake het veilige gebruik van het apparaat
van een persoon die verantwoordelijk is
voor hun veiligheid.
Houd kinderen onder
toezicht en zorg ervoor dat ze niet met het
apparaat spelen.
• Plaats geen zware of warme voorwerpen op het apparaat.
Gevaar! Aangezien het apparaat op elektriciteit werkt, is
het belangrijk zich aan de volgende veiligheidswaarschuwingen te
houden:
• Het is gevaarlijk de kenmerken van het apparaat op enigerlei
wijze te veranderen.
• Het apparaat moet worden geïnstalleerd met inachtneming
van de nationale wetgeving inzake elektrische installaties.
• Benader voor eventuele reparaties altijd en uitsluitend de
door de fabrikant geautoriseerde technische servicecentra.
Reparaties uitgevoerd door onbekwame personen kunnen
gevaarlijk zijn.
• Dit apparaat moet worden aangesloten op een werkend
aardingssysteem. Laat de elektrische installatie controleren
door een gekwaliceerde elektricien.
• Vermijd het gebruik van verlengkabels voor de elektrische
voedingskabel.
• Haal de stekker uit het contact vóór elke reinigings- of
onderhoudshandeling.
• Trek niet aan de elektrische voedingskabel om het apparaat te
verplaatsen.
• Installeer het apparaat niet in een omgeving waar de lucht
gas, olie of zwavel kan bevatten of in de nabijheid van
warmtebronnen.
• Indien de voedingskabel is beschadigd,
moet deze worden vervangen door
de fabrikant of door zijn technische
servicecentra, zodat elk risico wordt
voorkomen.
• Gebruik het apparaat niet in vochtige ruimtes zoals bad-
kamers of wasruimtes.
ALLEEN VOOR DE EUROPESE MARKT:
•
Dit apparaat mag worden gebruikt
door kinderen vanaf 8 jaar en door
personen met lichamelijke, zintuiglijke
of verstandelijke beperkingen of met
42
Page 2
onvoldoende ervaring en kennis, mits ze
onder toezicht staan of instructies hebben
ontvangen inzake het veilige gebruik van
het apparaat en ze de betrokken gevaren
begrijpen. Kinderen mogen niet met het
apparaat spelen. De door de gebruiker
uit te voeren handelingen voor reiniging
en onderhoud mogen niet worden
uitgevoerd door kinderen, tenzij ze ouder
zijn dan 8 jaar en onder toezicht handelen.
Houd het apparaat en diens snoer buiten
het bereik van kinderen jonger dan 8 jaar.
Nota Bene:
• Reinig het luchtlter tenminste eens per week.
• Tijdens transport moet het apparaat in verticale positie staan
of op een zijde liggen. Alvorens het te vervoeren, moet het
water volledig uit het apparaat verwijderd worden. Wacht
na een transport tenminste 1 uur alvorens het apparaat in te
schakelen.
• Bedek het apparaat niet met plastic zakken bij het opbergen.
• De gebruikte verpakkingsmaterialen zijn recycleerbaar.
Daarom wordt het aangeraden deze te verwijderen in de
speciale containers voor gescheiden inzameling.
• Lever de airconditioner aan het einde van de levensduur in bij
speciale verzamelcentra.
Verieer op het typeplaatje welk soort koelgas in uw
apparaat wordt gebruikt.
Specieke waarschuwingen voor apparaat met
koelgas R410A
R410A is een koelgas dat voldoet aan de EG-verordeningen inzake
ecologie. Het koelcircuit van het apparaat mag niet worden
doorboord.
Informatie inzake het milieu: Deze unit bevat geuoreerde
gassen met broeikaseect die vallen onder het Protocol van
Kyoto. De onderhouds- en afvoerwerkzaamheden mogen alleen
door gekwaliceerde personen worden uitgevoerd (R410A,
GWP=2088).
Specieke waarschuwingen voor apparaat met
koelgas R290
• Lees de waarschuwingen aandachtig.
• Gebruik voor het ontdooiingsproces en voor de reiniging
van het apparaat alleen instrumenten die door de fabrikant
worden aanbevolen.
• Het apparaat mag niet in een omgeving worden geplaatst
met continu werkende ontstekingsbronnen (bijvoorbeeld:
open vuur, functionerende apparaten op gas of elektriciteit).
• Niet doorboren en niet verbranden.
• De koelgassen kunnen reukloos zijn.
• Het apparaat moet worden geïnstalleerd, gebruikt en
bewaard in een omgeving met een oppervlakte groter dan 15
m2.
• Dit apparaat bevat 300 g koelgas R290.
• R290 is een koelgas dat voldoet aan de Europese richtlijnen
inzake het milieu. Doorboor geen enkel onderdeel van het
koelcircuit.
• Installatie, werking of opslag van het apparaat in een
niet geventileerde ruimte moet zo worden uitgevoerd
dat stagnatie van eventuele lekkage van koelgas wordt
voorkomen in verband met brand- of explosiegevaar als
gevolg van ontsteking van het koelgas door elektrische
kachels, fornuizen of andere ontstekingsbronnen.
• Het apparaat moet zodanig worden bewaard dat mechanische
defecten worden voorkomen.
• De personen die werken aan of reparaties uitvoeren op
een koelcircuit moeten in het bezit zijn van de betreende
certicatie die door een bevoegde instelling is afgegeven;
deze certicatie moet verklaren dat de persoon de
koelgassen kan hanteren in overeenstemming met een
beoordelingsvoorschrift erkend door de branche-organisaties.
• Reparaties moeten worden uitgevoerd in navolging van de
aanbevelingen van de fabrikant van het apparaat.
Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden die bijstand
vereisen van anders gekwaliceerde personen moeten
worden uitgevoerd onder toezicht van iemand die
gespecialiseerd is in het gebruik van ontvlambare koelgassen.
GARANTIE EN TECHNISCHE BIJSTAND
De voorwaarden voor garantie en technische bijstand worden
beschreven in de documentatie die bij uw apparaat is meegeleverd.
Temperatuur in de te
conditioneren ruimte 21 ÷ 35°C
43
Page 3
Afvoer van het apparaat
Het apparaat niet samen met huishoudelijk afval
verwijderen maar inleveren bij een ocieel centrum voor
gescheiden afvalinzameling.
Elektrische aansluiting
Controleer, alvorens de stekker in het stopcontact te steken, dat:
• de netspanning overeenkomt met de waarde die is
aangegeven op het typeplaatje op de achterzijde van de
machine;
• het stopcontact en de elektrische voedingslijn in staat zijn het
gewenste vermogen te garanderen;
• het stopcontact geschikt is voor de stekker, laat anders het
stopcontact vervangen;
• Het stopcontact is aangesloten op een eciënt
aardingssysteem. De fabrikant is niet aansprakelijk in
het geval dit ongevallenpreventievoorschrift niet wordt
nageleefd.
• De voedingskabel mag alleen door gespecialiseerde
technisch personeel worden vervangen.
Hieronder vindt u alle benodigde aanwijzingen om een
optimale werking van uw airconditioner te verkrijgen. Bij de
inwerkingstelling van het apparaat moet men altijd opletten dat
er geen obstakels zijn voor de luchtaanzuiging en de luchtafvoer.
Met enkele eenvoudige handelingen geeft uw airconditioner u
comfort:
• Draai een adapter vast voor slang B3 op een uiteinde van
de luchtafvoerslang B2.
• Plaats de andere adapter B3 op de desbetreende zitting
van de luchtafvoerslang A7 op de achterzijde van het
apparaat (zie afb. 1).
• Draai het uiteinde van de slang zonder adapter vast op de
eerder aan het apparaat bevestigde adapter (zie afb. 1).
Schuifraam
• Breng het rooster voor het dwarsstuk B5 aan op het
dwarsstuk B7 en bevestig het met 4 meegeleverde
schroeven B8 (afb.2).
• Open het raam.
• Plaats het dwarsstuk B7 in het raam en trek het uit over de
breedte van het raam (afb. 3).
• Nadat het dwarsstuk is verlengd kan men het vastzetten
door de resterende twee meegeleverde schroeven vast te
draaien.
• Schuif het raam naar beneden (afb. 4).
• Plaats de airconditioner dichtbij het raam. Steek de eerder
in het rooster bevestigde luchtafvoerslang B2 in het
dwarsstuk B7 (afb. 5). Zorg er voor dat de luchtafvoerslang
niet belemmerd wordt.
• Wanneer het apparaat niet gebruikt wordt, kan men
het gat van het dwarsstuk afdichten met de betreende
meegeleverde stop B6.
Venster met dubbel raam
• Breng het mondstuk voor het venster B9 aan op de eerder
bevestigde luchtafvoerslang B2, zoals afgebeeld in (afb.
6).
• Open het raam of de openslaande deur enigszins en breng
het mondstuk B9 aan zoals afgebeeld in afbeelding 7.
Houd de lengte van en de bochten in de luchtafvoerslang
zoveel mogelijk beperkt om knelpunten te voorkomen.
Beschrijving van de accessoires (Zie pag. 3 - B)
B1 Muurens met stop
B2 Luchtafvoerslang
B3 Adapter voor slang (2 stuks)
B4 Accessoire voor montage aan de muur
B5 Rooster voor dwarsstuk
B6 Stop voor opening dwarsstuk
B7 Dwarsstuk
B8 Schroeven
KLIMAATREGELING MET INSTALLATIE
Naar wens kan uw apparaat ook semi-permanent worden
geïnstalleerd, hierbij moeten de afstanden aangegeven in
afbeelding 8 in acht worden genomen.
In dit geval is het noodzakelijk om:
• Een gat (ø134 mm) te maken in een met buiten
communicerende wand of in het glas van een raam. Houd
de hoogteafstand (zie afb.9) en de afmetingen van het gat
zoals aangegeven in de onderstaande afbeelding in acht.
B9 Mondstuk voor venster
B10 Afstandsbediening
44
Page 4
134
in het glas van
het raam
Houd de lengte van en de bochten in de luchtafvoerslang
zoveel mogelijk beperkt om knelpunten te voorkomen.
• Breng in het gat het meegeleverde accessoire ens B1 aan.
• Plaats de adapter B3 in de desbetreende zitting van de
luchtafvoerslang A7 op de achterzijde van het apparaat (zie
afb. 1).
• Draai het accessoire voor montage aan de muur B4 vast op
de luchtafvoerslang B2. Verwijder indien nodig de andere
adapter B3 van de luchtafvoerslang B2 door hem los te
draaien (afb. 10).
• Draai de slang vast op de machine.
• Bevestig het uiteinde van de slang B2 op de ens B1 zoals
aangegeven in afb. 9.
Telkens wanneer de slang B2 niet is aangekoppeld, kan het gat
worden afgedicht met de stop van de ens B1.
OPMERKING: in geval van een semi-permanente installatie
raden wij aan om een deur enigszins open te laten staan (1 cm
volstaat) om voldoende luchtverversing te waarborgen.
in het houten
frame van de
openslaande
deur
in de muur: wij
raden aan om
de muur met
een geschikt
isolatiemateriaal
te isoleren
Opmerking: Na enkele seconden het toetsenbord niet
te hebben gebruikt wordt de verlichting van het paneel
automatisch verzwakt en wordt, na enkele minuten, nog verder
gedimd.
FUNCTIONERING VANAF HET BEDIENINGSPANEEL
INSCHAKELING EN UITSCHAKELING VAN HET APPARAAT
(afb. 11)
Steek de stekker in het stopcontact. Op het display verschijnen
twee streepjes die aangeven dat het apparaat in stand-by staat.
Raak vervolgens toets (C1) aan om het apparaat in te schakelen. De klep A1 gaat na enkele seconden open.
Bij de inschakeling wordt het apparaat geactiveerd met de vóór
de uitschakeling laatst ingestelde functie.
OPMERKING: Indien men niet verder gaat met de inschakeling
wordt de verlichting van het display na enkele minuten gedimd om
het energieverbruik te beperken.
Om het apparaat volledig uit te schakelen, de toets aanraken en vervolgens de stekker uit het stopcontact verwijderen.
OPMERKING: De airconditioner nooit uitschakelen door direct
de stekker uit het stopcontact te verwijderen, maar plaats het
apparaat in stand-by met de toets en wacht enkele minuten
alvorens de stekker weg te nemen: alleen op deze wijze kan het
apparaat de controles van de operationele status uitvoeren.
BEDIENINGSPANEEL
Beschrijving van het bedieningspaneel (zie pag. 4 - C)
C1 Toets ON/STAND-BY (aan/uit)
C2 Toets selectie functies MODE (conditionering, ontvochting,
ventilatie)
C3 Toets temperatuur verhogen
C4 Toets temperatuur verlagen
C5 Toets selectie ventilatiesnelheid (MIN/GEM/MAX/AUTO)
C6 Indicator status REAL FEEL
C7 Symbool conditionering
C8 Symbool ontvochtiging
C9 Symbool ventilatie
C10 Symbool timer
C11 Symbool alarm
MODUS CONDITIONING (afb. 12)
Deze is ideaal voor warme en benauwde perioden waarin de omgeving moet worden verfrist en gelijktijdig ontvochtigd.
Voor de correcte instelling van deze modus:
• Druk herhaaldelijk op de toets MODE tot het symbool
conditionering verschijnt: het display toont de gewenste
temperatuur.
• Raak voor het wijzigen van de te bereiken temperatuur de
toets + (C3) of de toets - (C4) aan.
• Selecteer de gewenste ventilatiesnelheid door middel van
de toets .
De mogelijke snelheden zijn:
Minimale snelheid: wanneer men voor zo geluidsarm
mogelijk kiest.
45
Page 5
Gemiddelde snelheid: indien men een beperkt
geluidsniveau wenst maar een goed niveau van comfort wenst
te waarborgen.
Maximale snelheid: om de gewenste tempera-
tuur zo snel mogelijk te bereiken.
Het apparaat kiest automatisch de beste ventilatiesnelheid op basis van de geselecteerde temperatuur en de
omgevingsomstandigheden.
De voor de omgeving meest geschikte temperaturen in de zomer
variëren van 24 tot 27°C. Het wordt hoe dan ook afgeraden temperaturen in te stellen die veel lager zijn dan de buitentemperatuur.
MODUS ONTVOCHTIGING(afb. 13)
Deze is ideaal om de vochtigheid in de omgeving te verlagen
(tussenseizoenen, vochtige ruimten, regenperioden, enz.)
Voor dit type gebruik moet het apparaat worden ingesteld op
dezelfde wijze als voor de modus conditioning, ofwel met de
luchtafvoerslang (B2) aangesloten op het apparaat voor de afvoer van vocht naar buiten.
Voor de correcte instelling van deze modus:
• Raak herhaaldelijk de toets MODE,aan totdat het symbool
ontvochtiging verschijnt:
Modus ventilatie (afb. 14)
Voor deze modus hoeft de luchtafvoerslang (B2) niet op het apparaat te worden aangesloten.
Voor de correcte instelling van deze modus:
• Raak herhaaldelijk de toets MODE aan totdat het symbool
ventilatie verschijnt .
• Selecteer de gewenste ventilatiesnelheid door middel van
de toets.
De mogelijke snelheden zijn:
Minimale snelheid: wanneer men voor zo geluidsarm
mogelijk kiest.
Gemiddelde snelheid: indien men een beperkt
geluidsniveau wenst maar een goed ventilatievermogen wenst
te waarborgen.
Maximale snelheid: voor het verkrijgen van het
maximale vermogen voor ventilatie.
SELECTEER DE TEMPERATUURSCHAAL (afb. 15)
Het is mogelijk de temperatuur in °C of °F weer te geven.
Om de meeteenheid van de temperatuur te wijzigen, gedurende
10 sec. gelijktijdig op de toetsen “+” en “-” drukken.
DEZE FUNCTIE KAN ALLEEN VANAF DE
AFSTANDSBEDIENING GEACTIVEERD WORDEN (zie pag. 4 - D)
FUNCTION afb. 16)
REAL FEEL is een technologie van De’Longhi die gelijktijdig zowel de relatieve vochtigheid als de afstelling van de temperatuur
regelt, hiervan hangt het comfort in de ruimte af.
Vergeleken met de traditionele conditioneringswijze, houdt
REAL FEEL de comfortomstandigheden door de tijd constant via
een automatische regeling van de werking van de compressor en
van de ventilatorsnelheid.
Druk voor de activering van de functie op de toets (D5) op
de afstandsbediening.
De statusindicator “REAL FEEL” (C6) wordt gedurende circa 1 min.
wit verlicht om aan te geven dat het apparaat de omgevingsomstandigheden controleert. Na het verstrijken van deze tijd verandert de statusindicator “REAL FEEL” (C6) van kleur bij het benaderen van de comfortomstandigheden (zie volgende graek).
ORANJE LAMPJE: De omgevingsomstandigheden wijken sterk af van de comfortomstandigheden
GROEN LAMPJE: Bevredigende
comfortomstandigheden voor de meeste
personen, nabij de optimale waarden
BLAUW LAMPJE Optimale omgevingsomstandigheden
Perfect!
Nota Bene:
• Het gevoel van comfort is een subjectieve conditie en derhalve kunnen verschillende individuen op een verschillende manier dezelfde omgevingsomstandigheden ervaren.
• Onder bijzonder strenge omgevingsomstandigheden (grote afmetingen van de ruimte, hoge temperatuur of externe
vochtigheid, matige isolatie van de kamer, aanwezigheid
van een groot aantal personen of sterke thermische belasting in de kamer, sterke blootstelling aan zonlicht...) zou
het apparaat niet in staat kunnen zijn de comfortomstandigheden te bereiken.
SILENT FUNCTION
kan alleen in de modus conditionering geactiveerd worden afb. 17)
Bij het activeren van deze functie in de modus conditionering
wordt het geluidsniveau van het apparaat nog verder beperkt.
Druk voor de activering van de functie op de toets (D6) op
de afstandsbediening.
Het display geeft het desbetreende lampje weer (C13).
46
Page 6
PROGRAMMERING VAN DE TIMER afb. 18)
Met de timer kan men een vertraagde in- of uitschakeling van
het apparaat instellen. Deze functie vermijdt energieverspilling
door de functioneringsperioden te optimaliseren.
Het programmeren van de vertraagde inschakeling
• Steek de stekker in het stopcontact en zet het apparaat in
stand-by.
• Druk op de toets timer (D8): het symbool timer (C10) en de
uren lichten op.
• Stel met de toetsen + (D2.2) of - (D2.1) het aantal uren in
waarna het apparaat moet beginnen te werken.
• Na enige seconden vanaf de programmering van de timer
wordt de instelling opgeslagen, het symbool timer blijft
aan en het display gaat terug naar de stand-by weergave.
Na het verstrijken van de ingestelde tijd zal het apparaat vanzelf
inschakelen en beginnen te werken met dezelfde eerder ingestelde werkingsmodus.
Men kan de inschakeling instellen binnen de volgende 24 uur.
Raak voor het wissen van de programmering van de timer twee
keer de toets timer (D8) aan. Het symbool timer (C10) gaat uit.
De programmering van de vertraagde uitschakeling
• Terwijl het apparaat aanstaat, ongeacht de werkingsmodus, is het mogelijk de vertraagde uitschakeling te programmeren.
• Druk op de toets timer (D8): het symbool timer (C10) en de
uren lichten op.
• Stel met de toetsen + (D2.2) of - (D2.1) het aantal uren in
waarna het apparaat moet uitschakelen.
• Na enige seconden vanaf de instelling van de timer wordt
de instelling opgeslagen, het display keert terug naar de
weergave van de werkingsmodus en het symbool timer
blijft aan.
Na het verstrijken van de ingestelde tijd gaat de airconditioner
over tot stand-by.
Druk voor het wissen van de programmering van de timer 2 keer
op de toets timer (D8), het symbool timer (C10) gaat uit.
WERKING MET AFSTANDSBEDIENING
(zie pag. 4 - D)
•
Richt de afstandsbediening op de ontvanger (A11) van de
airconditioner. De maximale afstand tussen de afstandsbediening en het apparaat is 5 meter (zonder enig obstakel tussen
de afstandsbediening en de ontvanger), afbeelding 19
• De afstandsbediening moet met de grootste zorg worden
gebruikt. Laat hem niet vallen, stel hem niet bloot aan direct zonlicht of andere nabije warmtebronnen.
Met de toets SWING (D7) kan de beweging van de klep van het
rooster worden ingesteld om de lucht gelijkmatig over de ruimte
te verdelen.
Door eenmaal op de toets SWING te drukken, begint
de klep afwisselend voor- en achteruit te bewegen.
Door nogmaals op de toets te drukken, wordt de klep in de
momentele positie geblokkeerd.
Bij een volgende druk begint de klep weer voor- en achteruit te
bewegen.
Wanneer het apparaat wordt uitgeschakeld, zal de klep,
ongeacht van zijn positie, sluiten.
OPMERKING: om schade aan de interne mechanismen te ver-
mijden, moet de klep niet handmatig bewogen worden.
PLAATSING EN VERVANGING VAN DE BATTERIJEN
• Verwijder het klepje aan de achterzijde van de afstandsbediening.
• Plaats twee batterijen LR03 “AAA” 1,5V en let daarbij op
de juiste posities (zie aanwijzingen in de behuizing van
de batterijen). Vervang de batterijen met nieuwe van hetzelfde type wanneer ze leeg zijn.
• Plaats het klepje weer terug.
Zowel bij vervanging als bij de afvoer van de afstandsbediening moeten de batterijen worden verwijderd en
afgevoerd volgens de geldende wetgeving, omdat zij
schadelijk zijn voor het milieu. Alkaline, standaard (zinkkoolstof) of oplaadbare batterijen (nikkel-cadmium)
niet onderling mengen. Gooi batterijen niet in vuur omdat ze zouden kunnen exploderen of gevaarlijke vloeistoen zouden kunnen afgeven.
IN EN UITSCHAKELING VAN HET APPARAAT
• Steek de stekker in het stopcontact.
• Druk op de knop (D1) van de afstandsbediening (bij de
inschakeling start de airconditioner met de vóór de uitschakeling als laatst ingestelde functie).
• Druk voor de uitschakeling van het apparaat op de knop
(D1) van de afstandsbediening en verwijder vervol-
gens de stekker uit het stopcontact.
47
Page 7
OPMERKING: De airconditioner nooit uitschakelen door direct
de stekker uit het stopcontact te verwijderen, maar druk op
de toets en wacht enkele minuten alvorens de stekker
weg te nemen: alleen op deze wijze kan het apparaat de
controles van de operationele status uitvoeren.
SELECTIE VAN DE WERKINGSMODUS
De op de afstandsbediening beschikbare commando's komen
overeen met die op het bedieningspaneel van het apparaat (C).
Zie vervolgens de instructies in de vorige hoofdstukken.
OPMERKING: De speciale functies van de toetsen D5-D6-D7-
D8, kunnen alleen geactiveerd en gedeactiveerd worden vanaf
de afstandsbediening.
AANBEVELINGEN
Neem voor het verkrijgen van het hoogste rendement van de
airconditioner de volgende aanbevelingen in acht:
• Sluit ramen en deuren van de te conditioneren ruimte. De
enige uitzondering is de installatie via een gat in de wand.
In dat geval wordt het aanbevolen een deur of raam op
een kier te zetten, zodat de luchtverversing wordt gewaarborgd.
• Gebruik het apparaat niet in ruimten met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. wasserij).
• Bescherm de kamer tegen direct zonlicht door de gordijnen
dicht te trekken en/of de luxaex gedeeltelijk te sluiten,
zodat een zeer zuinige werking wordt verkregen (afb. 21).
• Gebruik het apparaat niet buiten.
• Zorg ervoor dat er in de ruimte geen warmtebronnen zijn.
• Controleer dat de airconditioner is geplaatst op een vlakke
vloer.
• Plaats geen voorwerpen op de airconditioner (afb. 22);
• Belemmer de luchtinlaatopeningen niet.
REINIGING
Vóór enige handeling voor reiniging of onderhoud moet het apparaat door middel van de toets worden uitgeschakeld.
Trek vervolgens de stekker uit het stopcontact.
REINIGING VAN DE LUCHTFILTERS OF HET ZILVERIONENFILTER
(alleen in enkele modellen)
Om de eciëntie van de airconditioner onveranderd te behouden wordt aangeraden het antistolter na elke week van werking te reinigen. Het lter bevindt zich in overeenkomst met het
rooster van de aanzuiging. Verwijder het rooster voor toegang
tot het lter.
Voor de reiniging van het lter is het voldoende het lter zoals
aangegeven in afbeelding 23 - 24 weg te nemen. Gebruik een
stofzuiger voor het verwijderen van het op het lter aanwezige
stof. Indien het lter zeer vuil is, dompel het dan in lauw water
en spoel het meerdere malen af. De temperatuur van het water
mag niet hoger zijn dan 40° C.
Na het wassen het lter laten drogen.
Plaats het lter terug in zijn zitting.
Het zilverionenfilter, indien aanwezig, zorgt, naast het opvangen van stofdeeltjes, ook voor een antibacteriële werking.
Bovendien worden andere irriterende stoffen zoals stuifmeel en
sporen sterk beperkt.
Het filter is behandeld met kleine deeltjes zilver (met een
grootte van een miljoenste van een millimeter) die, wanneer ze
in contact komen met bacteriën of sporen, in staat zijn de vermenigvuldiging ervan te blokkeren en ze te vernietigen.
CONTROLES AAN BEGIN SEIZOEN
Controleer of de voedingskabel en het stopcontact intact zijn en
zorg er voor dat het aardingssysteem werkt. Neem de installatievoorschriften nauwkeurig in acht.
HANDELINGEN AAN EINDE SEIZOEN
Voor een volledige verwijdering van het water uit het interne
circuit moet de externe stop van de draineerbuis verwijderd
worden door hem linksom los te draaien. Verwijder vervolgens
de interne stop (afbeelding 25).
Laat het resterende water volledig wegstromen in een bakje.
Plaats de stoppen na de volledige lozing terug en let op ze goed
te sluiten. Verricht de reiniging van het lter zoals eerder beschreven: het lter moet vóór het terugplaatsen goed droog zijn.
REINIGING VAN HET APPARAAT
Wij raden aan het apparaat te reinigen met een vochtige doek en
het af te drogen met een droge doek.
Om veiligheidsredenen mag de airconditioner niet gewassen
worden met water.
Voorzorgsmaatregelen
Gebruik geen benzine, alcohol of oplosmiddelen voor de reiniging. Bespuit het apparaat niet met insekticiden of dergelijke
stoen.
Het transport, het vullen, de reiniging, de terugwinning
en de afvoer van het koelgas mag alleen worden uitgevoerd door door de fabrikant geautoriseerde technische
servicecentra. De verwijdering van het apparaat mag alleen door gespecialiseerde personen worden uitgevoerd
die door de fabrikant zijn geautoriseerd.
48
Page 8
ZELFDIAGNOSE
Het apparaat is voorzien van een zelfdiagnosesysteem dat enkele storingen van de werking kan vaststellen.
De foutmeldingen verschijnen op het display van het apparaat.
WANNEER OP HET DISPLAY VER
SCHIJNT...
“Low Temperature”
(Antivries)
...WAT TE DOEN?
Het apparaat beschikt over een ontdooiiningsinrichting die overmatige ijsvorming vermijdt. Het apparaat hervat
automatisch zijn werking als het ontdooiingsproces is beëindigd.
WANNEER OP HET DISPLAY VER
SCHIJNT...
“High Level”
(Interne bakje is vol)
...WAT TE DOEN?
Het interne veiligheidsbakje leegmaken
en daarbij de aanwijzingen van paragraaf
"HANDELINGEN AAN EINDE SEIZOEN” in
acht nemen.
Indien deze storing zich blijft voordoen,
benader dan het dichtstbijzijnde geautoriseerde technische servicecentrum.
WANNEER OP HET DISPLAY VER
SCHIJNT...
Probe Failure
(Sonde beschadigd)
Failure 1
Failure 2
...WAT TE DOEN?
Benader bij het verschijnen van dit bericht het dichtstbijzijnde geautoriseerde
technische servicecentrum.
49
Page 9
INDIEN ER IETS NIET FUNCTIONEERT
Controleer de volgende punten alvorens het technische servicecentrum in uw regio te bellen.
PROBLEMENOORZAKENOPLOSSINGEN
De airconditioner kan niet worden
ingeschakeld
De airconditioner werkt slechts korte tijd de luchtafvoerslang heeft een knelpunt
de airconditioner werkt maar koelt de
kamer niet
Tijdens werking wordt een
onaangename geur in de kamer
waargenomen
De airconditioner werkt niet gedurende
ongeveer 3 minuten vanaf de
inschakeling
Op het display van het apparaat
verschijnt het symbool met een
van de volgende berichten:
HL/PF/FI/F2
de stekker is niet in het stopcontact
gestoken
geen elektriciteitwacht
de interne beveiligingsinrichting is in
werking getreden
of heeft knikken
een verstopping belemmert de afvoer
van de lucht naar buiten.
geopende ramen, deuren, gordijnensluit ramen, deuren en gordijnen,
in de kamer is een warmtebron actief
(oven, haardroger, enz.)
de luchtafvoerslang is losgekoppeld van
het apparaat
antistolters verstoptreinig of vervang de lters zoals eerder
de technische kenmerken van het
apparaat zijn niet geschikt voor het
conditioneren van de kamer waar het
geplaatst is
antistolter verstoptreinig of vervang het lter zoals eerder
om de compressor te beschermen
wordt de inschakeling na een
herstart gedurende ongeveer 3
minuten vertraagt door een interne
beveiligingsinrichting
het apparaat is voorzien van een
zelfdiagnosesysteem dat enkele
storingen van de werking kan
vaststellen.
steek de stekker in het stopcontact
benader het technische servicecentrum
plaats de luchtafvoerslang correct
door de lengte en de bochten zo veel
mogelijk te beperken om knelpunten te
voorkomen
vind de obstakels die de afvoer van lucht
naar buiten verhinderen en verwijder ze
let daarbij op de eerder vermelde
“aanbevelingen voor een correct
gebruik”
verwijder de warmtebronnen
zet de luchtafvoerslang vast in de
betreende zitting in op de achterkant
van het apparaat (afb.
beschreven
beschreven
wacht; deze tijdsinterval vanaf de
herstart maakt deel uit van een normale
werking
zie hoofdstuk AUTODIAGNOSE.
50
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.