OPMERKING: een OPMERKING geeft belangrijke informatie weer waarmee u de pc beter kunt benutten.
KENNISGEVING: een KENNISGEVING wijst op mogelijke schade aan hardware of op verlies van gegevens
en geeft aan hoe u het probleem kunt voorkomen.
WAARSCHUWING: een WAARSCHUWING duidt het risico van schade aan eigendommen, lichamelijk letsel
of overlijden aan.
Als u een Dell™-computer uit de n-serie hebt aangeschaft, zijn de verwijzingen naar de Microsoft® Windows®besturingssystemen in dit document niet van toepassing.
Reproductie op welke wijze dan ook zonder schriftelijke toestemming van Dell Inc. is strikt verboden.
Handelsmerken die in deze tekst zijn gebruikt: Dell, het DELL-logo, XPS, H2C, Inspiron, Dell Precision, Dimension, OptiPlex, Latitude,
PowerEdge, PowerVault, PowerApp, TravelLite, Strike Zone en Dell OpenManage zijn handelsmerken van Dell Inc.; Intel, Pentium, Celeron
en Intel Core 2 Extreme zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Intel Corporation; Microsoft, Windows, Windows Vista
en de knop Start van Windows Vista zijn handelsmerken of geregistreerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten
en/of in andere landen. Bluetooth is een geregistreerd handelsmerk van Bluetooth SIG, Inc. en wordt door Dell in licentie gebruikt.
Overige handelsmerken en handelsnamen worden in deze tekst gebruikt om te verwijzen of naar de eenheden van de merken en namen
of naar hun producten. Dell Inc. verwerpt elk particulier belang voor handelsmerken en handelsnamen anders dan haar eigen belang.
Problemen met IEEE 1394-apparaten
Problemen met het toetsenbord
Lockups en problemen met de software
Geheugenproblemen
Problemen met de muis
Netwerkproblemen
Problemen met de voeding
Problemen met de printer
Problemen met de scanner
Problemen met het geluid en de luidsprekers
Problemen met video en de monitor
Dell PC Restore en Dell Factory Image Restore gebruiken
De cd of dvd Operating System (besturingssysteem) gebruiken
Software- en hardwareproblemen oplossen
De kaartventilator verwijderen
De kaartventilator plaatsen
De CPU-ventilator verwijderen
De CPU-ventilator plaatsen
De ventilator van de optionele vaste schijf verwijderen
De ventilator van de optionele vaste schijf plaatsen
OPMERKING: sommige functies of media zijn optioneel en worden niet bij de computer geleverd.
Sommige functies of media zijn in bepaalde landen niet beschikbaar.
OPMERKING: soms wordt er extra informatie bij de computer geleverd.
Waar bent u naar op zoek?Hier kunt u het vinden
• Een diagnoseprogramma voor de computer
• Stuurprogramma's voor de computer
• Documentatie voor een apparaat
• DSS (Desktop System Software)
De cd of dvd Drivers and Utilities
(Stuur- en hulpprogramma's)
De documentatie en stuurprogramma's zijn al geïnstalleerd
op de computer. U kunt de cd of dvd Drivers and Utilities
gebruiken voor het opnieuw installeren van stuurprogramma's (zie “Stuurprogramma's en hulpprogramma's
opnieuw installeren” op pagina 83), het lezen van
documentatie of het uitvoeren van het programma
Dell Diagnostics (zie “Dell Diagnostics” op pagina 78).
De cd of dvd kan ook
readme-bestanden
(leesmij-bestanden)
bevatten met de meest
recente updates over
technische wijzigingen
aan de computer, of
geavanceerd technisch
referentiemateriaal voor
ervaren gebruikers of
technici.
• Informatie omtrent garantie
• Voorwaarden (alleen VS)
• Veiligheidsinstructies
• Informatie omtrent wet- en regelgeving
• Informatie omtrent ergonomie
• Licentieovereenkomst voor eindgebruikers
OPMERKING: U vindt bijgewerkte stuurprogramma's
en documentatie op support.dell.com.
Dell™ Productinformatiehandleiding
Informatie zoeken9
Waar bent u naar op zoek?Hier kunt u het vinden
• De computer installeren
Installatiediagram
• Servicetag en code voor express-service
• Microsoft
®
Windows®-productsleutel
Servicetag en Microsoft Windows-productsleutel
Deze labels bevinden zich op de computer.
• Gebruik de gegevens
op de servicetag
wanneer u naar
support.dell.com
gaat
of contact opneemt
met de ondersteuning.
• Voer de code voor
express-service in om uw telefoontje naar de
ondersteuning aan de juiste persoon te richten.
10Informatie zoeken
Waar bent u naar op zoek?Hier kunt u het vinden
• Oplossingen: hints en tips voor het oplossen van
problemen, artikelen van technici, online cursussen
en veelgestelde vragen
Dell Support-website: support.dell.com
OPMERKING: Selecteer uw regio of business-segment
om bij de juiste ondersteuningssite te komen.
• Community: online discussies met andere gebruikers van Dell-producten
• Upgrades: upgrade-informatie voor onderdelen
zoals het geheugen, de vaste schijf en het
besturingssysteem
• Klantenzorg: contactinformatie, een statusoverzicht van serviceverzoeken en bestellingen,
informatie over garantie en reparaties
• Service en ondersteuning: een statusoverzicht
van serviceverzoeken, ondersteuningsgeschiedenis
en online discussies met ondersteuning
• Naslagwerken: computerdocumentatie, informatie
over de configuratie van de computer, productspecificaties en andere documenten
• Downloads: gecertificeerde stuurprogramma's,
patches en software-updates
• Desktop System Software (DSS): wanneer u
het besturingssysteem opnieuw installeert op uw
computer, dient u ook het hulpprogramma DSS
opnieuw te installeren. DSS spoort automatisch
de computer en besturingssysteem op en installeert
de juiste updates voor de configuratie en bevat
belangrijke updates voor het besturingssysteem en
ondersteuning voor Dell™ 3.5-inch USB-diskettes,
®
Pentium® M-processors, optische stations
Intel
U downloadt DSS als volgt:
1
Ga naar
support.dell.com
en voer uw servicetag of productmodel in.
2
Selecteer
3
Selecteer uw besturingssysteem en taal en zoek op
het trefwoord
Downloads en drivers
Desktop System Software
OPMERKING: De gebruikersinterface van support.dell.com
verschilt afhankelijk van uw selecties.
en USB-apparaten. DSS is nodig voor een juiste
werking van de Dell-computer.
• Het Windows™-besturingssysteem gebruiken
• Met programma's en bestanden werken
• Het bureaublad aanpassen
Windows Help en ondersteuning
1
Windows Help en ondersteuning raadplegen:
• Klik in Windows XP op
en ondersteuning
• Klik in Windows Vista™ op de knop Start van Windows
Vista
en vervolgens op
2
Geef met een of meer woorden een beschrijving van
het probleem en klik vervolgens op het pijlpictogram.
3
Klik op het onderwerp dat uw probleem beschrijft.
4
Volg de instructies op het scherm.
, selecteer uw business-segment
en klik op
Start
.
Start en vervolgens op
.
Help en ondersteuning
.
Help
.
Informatie zoeken11
Waar bent u naar op zoek?Hier kunt u het vinden
• Het besturingssysteem opnieuw installeren
Cd of dvd Operating System (Besturingssysteem)
Het besturingssysteem is al op de computer geïnstalleerd.
Gebruik de cd of dvd Operating System (Besturingssysteem) om het besturingssysteem opnieuw te installeren
(zie “Uw besturingssysteem herstellen” op pagina 85).
De productcode voor het besturingssysteem bevindt zich
op de computer.
OPMERKING: De kleur van de cd of dvd Operating System
varieert afhankelijk van het besturingssysteem dat u hebt
besteld.
Nadat u het besturingssysteem opnieuw hebt
geïnstalleerd, gebruikt u
de cd of dvd Drivers and Utilities (Stuur- en
hulpprogramma's) om de
stuurprogramma's voor de
bij de computer geleverde
apparaten opnieuw te
installeren.
12Informatie zoeken
Uw computer installeren en gebruiken
Voor- en achteraanzicht van de computer
Vooraanzicht
7
6
8
5
4
3
2
1
9
10
11
12
Uw computer installeren en gebruiken13
1I/O-connectoren
aan voorzijde
23,5-inch stationcomparti-
menten (2)
3-6 5.25-inch stationcompar-
timenten (4)
Sluit USB- en andere apparaten aan op de
(zie “I/O-connectoren aan voorzijde” op pagina 15).
Kan optioneel een mediakaartlezer of een diskettestation bevatten.
Kunnen een optisch station of een vaste SATA-schijf bevatten in een drager
voor een 5.25-inch stationcompartiment.
corresponderende connectoren
OPMERKING: De vasteschijfdrager kan alleen in de 5.25-inch stationcompartimenten
worden gebruikt. De dragers voor een diskettestation-mediakaartlezer en een vaste
schijf zijn niet onderling verwisselbaar.
7LED's op het
voorpaneel (4)
De controlelampjes kunnen u helpen bij het oplossen van problemen met de
computer (zie “Dell Diagnostics” op pagina 78).
OPMERKING: U kunt de kleur van de LED's op het voorpaneel wijzigen in System
Setup (zie “System Setup” op pagina 180).
8ejectknop voor lade
van optisch station (4)
9LED's op het
voorpaneel (4)
Gebruik deze knop om de stationslade van een optisch station uit te werpen.
OPMERKING: De ejectknop voor de lade van een optisch station is geen handvat.
De panelen worden automatisch geopend als u op de ejectknop drukt en de
stationslade wordt uitgeworpen.
Er worden lampjes in verschillende kleuren weergegeven op de voorzijde
van de computer.
OPMERKING: U kunt de kleur van de LED's op het voorpaneel wijzigen
in System Setup (zie “System Setup” op pagina 180).
10aan/uit-knopDruk op deze knop om de computer in te schakelen.
KENNISGEVING: Gebruik de aan/uit-knop niet om de computer uit te
schakelen, anders kunnen er gegevens verloren gaan. Schakel in plaats
hiervan het besturingssysteem uit.
OPMERKING: U kunt de aan/uit-knop ook gebruiken om het systeem te activeren of in
een energiebesparende stand plaatsen (zie “Opties voor energiebeheer in Windows
XP” op pagina 48).
11aan/uit-lampjeHet aan/uit-lampje licht op en knippert of brandt ononderbroken om verschillende
toestanden aan te geven:
• Niet verlicht: de computer staat uit.
• Ononderbroken groen: de computer werkt normaal.
• Knipperend groen: de computer staat in de energiespaarstand.
• Ononderbroken oranje: er kan sprake zijn van een probleem met een
geïnstalleerd apparaat.
• Knipperend oranje: er kan sprake zijn van een intern probleem met de voeding.
12computerstandaardBevestig de computerstandaard om het systeem te stabiliseren.
WAARSCHUWING: De computerstandaard moet altijd worden aangebracht
voor een goede stabiliteit van het systeem. Als u de standaard niet plaatst,
kan de computer omkantelen, hetgeen lichamelijk letsel of beschadiging
van de computer tot gevolg kan hebben.
14Uw computer installeren en gebruiken
I/O-connectoren aan voorzijde
4567213
1microfoonconnectorOp de microfoonaansluiting kunt u een pc-microfoon aansluiten voor spraak-
of muziekregistratie bij gebruik van een programma voor geluid of telefonie.
2hoofdtelefoonconnectorGebruik de hoofdtelefoonconnector als u een hoofdtelefoon wilt aansluiten.
3controlelampjes (4)De controlelampjes kunnen u helpen bij het oplossen van problemen met de
computer (zie “Dell Diagnostics” op pagina 78).
4lampje van vaste schijfHet lampje van de vaste schijf brandt wanneer de computer gegevens leest van
of schrijft naar de vaste schijf. Het lampje brandt soms ook wanneer een apparaat
als een cd-speler is ingeschakeld.
5lampje van netwerkver-
binding
6USB 2.0-connectoren (2) Gebruik de USB-connectoren aan de voorzijde voor apparaten die u zo nu en
7IEEE 1394-connectorGebruik de IEEE 1394-connector voor gegevensapparaten met hoge snelheden,
Het lampje van de netwerkverbinding brandt als er een goede verbinding is tussen
een netwerk en de computer.
dan aansluit, zoals een pendrive, camera of USB-apparaat met opstartfunctie.
Raadpleeg “Bootsequence (Opstartvolgorde)” op pagina 189 voor meer informatie
over USB-apparaten met opstartfuncties.
Het is raadzaam om de USB-connectoren aan de achterzijde te gebruiken
voor apparaten die normaal gesproken altijd zijn aangesloten, zoals printers
en toetsenborden.
zoals digitale videocamera's en externe opslagapparaten.
Uw computer installeren en gebruiken15
Achteraanzicht
1
2
3
4
1voedingsconnectorSluit de stroomkabel aan. De connector kan er in werkelijkheid anders uitzien
dan hier wordt weergegeven.
2LED's op het
achterpaneel (2)
Er worden lampjes in verschillende kleuren weergegeven op het I/O-paneel
op de achterzijde van de computer.
OPMERKING: U kunt de kleur van de LED's op het achterpaneel wijzigen
in System Setup (zie “System Setup” op pagina 180).
3I/O-connectoren aan
achterzijde
4kaartsleuvenToegang tot connectoren voor geïnstalleerde PCI- of PCI Express-kaarten.
Sluit USB- en andere apparaten aan op de
(zie “I/O-connectoren aan achterzijde” op pagina 17).
corresponderende connectoren
OPMERKING: Bepaalde connectorsleuven ondersteunen kaarten van volledige
lengte.
16Uw computer installeren en gebruiken
I/O-connectoren aan achterzijde
456 78
1213
15
1lampje
verbindingsstatus
2connector voor
netwerkadapter
213
14
• Groen: er is een goede verbinding tussen een 10-Mbps-netwerk en de computer.
• Oranje: er is een goede verbinding tussen een 100-Mbps-netwerk en de computer.
• Geel: er is een goede verbinding tussen een 1000-Mbps (1-Gbps)-netwerk en de
computer.
• Uit: er is geen fysieke verbinding met het netwerk gevonden.
KENNISGEVING: Sluit geen telefoonkabel aan op de connector voor
de netwerkadapter.
Gebruik de connector voor de netwerkadapter voor het aansluiten van
de computer op een netwerk of breedbandapparaat. Sluit het ene uiteinde
van de netwerkkabel aan op de netwerkaansluiting of op een netwerk- of
breedbandapparaat en sluit vervolgens het andere uiteinde aan op de connector
voor de netwerkadapter op de computer. Als u een klik hoort, is de netwerkkabel
goed bevestigd.
Op computers met een extra netwerkkaart kunt u de connectoren op de kaart
en aan de achterzijde van de computer gebruiken voor het instellen van meerdere
netwerkverbindingen (zoals een apart intra- of extranet).
OPMERKING: Het verdient aanbeveling om Category 5-bedrading en -connectoren
voor uw netwerk te gebruiken. Als u toch gebruikmaakt van Category 3-bedrading,
moet u de netwerksnelheid verhogen tot 10 Mbps om een betrouwbare werking
te garanderen.
3lampje voor
netwerkactiviteit
4toetsenbordconnectorSluit een PS/2-standaardtoetsenbord aan op de paarse toetsenbordconnector.
Een geel lampje knippert op het moment dat de computer netwerkgegevens
verzendt of ontvangt. Bij intensief netwerkverkeer kan het lijken alsof dit lampje
voortdurend brandt.
Schakel de computer en alle daarop aangesloten apparaten uit voordat u een
toetsenbord op de computer aansluit. Als u een USB-toetsenbord bezit, sluit u
dit toetsenbord aan op een USB-connector.
9
10
11
Uw computer installeren en gebruiken17
5muisconnectorSluit een PS/2-standaardmuis aan op de groene muisconnector. Schakel de
computer en alle daarop aangesloten apparaten uit voordat u een muis op
de computer aansluit. Als u een USB-muis bezit, sluit u deze muis aan
op een USB-connector.
6connector voor
zijluidsprekers
surroundgeluid
7connector midden/
subwoofer/LFE
8connector
surroundgeluid
9line-in-connectorOp de blauwe line-in-connector kunt u een opname- of afspeelapparaat
10 line-out-/hoofdtelefoon-
connector
11 microfoonconnectorOp de roze microfoonaansluiting kunt u een pc-microfoon aansluiten voor
12 optische S/PDIF-
connector
13 RCA S/PDIF-connectorU kunt de RCA S/PDIF-connector gebruiken voor het doorgeven van digitaal
14 USB 2.0-connectoren
(6)
Op de zilverkleurige connector voor zijluidsprekers voor surroundgeluid kunt u
extra luidsprekers aansluiten.
Op de oranje connector voor een subwoofer kunt u één subwoofer aansluiten.
OPMERKING: Op het LFE-geluidskanaal (Low Frequency Effects), onderdeel van
digitaal surroundgeluid, worden alleen geluidssignalen doorgegeven met een lage
frequentie (80 Hz en lager). Het LFE-kanaal drijft de subwoofer aan en zorgt voor
een diep basgeluid. Bij systemen zonder subwoofers kan de LFE-informatie worden
omgeleid naar de hoofdluidsprekers in de surroundinstallatie.
Op de zwarte connector voor surroundgeluid kunt u multichannel-luidsprekers
aansluiten.
aansluiten, zoals een cassetterecorder of een cd- of videospeler.
Gebruik op computers met een geluidskaart de connector op de kaart.
Op de groene line-out-connector kunt u een hoofdtelefoon of speakers
met geïntegreerde versterkers aansluiten.
Gebruik op computers met een geluidskaart de connector op de kaart.
spraak- of muziekregistratie bij gebruik van een programma voor geluid
of telefonie.
U kunt de optische S/PDIF-connector gebruiken voor het doorgeven van digitaal
geluid zonder dat dit eerst wordt omgezet naar een analoog signaal.
geluid zonder dat dit eerst wordt omgezet naar een analoog signaal.
Gebruik de USB-connectoren aan de achterzijde voor apparaten die normaal
gesproken altijd aangesloten zijn, zoals printers en toetsenborden.
OPMERKING: Het verdient aanbeveling de USB-connectoren aan de voorzijde
te gebruiken voor apparaten die u zo nu en dan aansluit, zoals een pendrive,
camera of USB-apparaat met opstartfunctie.
15 IEEE 1394-connectorGebruik de IEEE 1394-connector voor gegevensapparaten met hoge snelheden,
zoals digitale videocamera's en externe opslagapparaten.
18Uw computer installeren en gebruiken
De computerstandaard bevestigen
WAARSCHUWING: voordat u begint met de procedures in dit gedeelte, moet u de veiligheidsinstructies
in de Productinformatiegids raadplegen.
WAARSCHUWING: uw computer is zwaar en kan moeilijk te verplaatsen zijn. zorg dat u over hulp beschikt
voordat u de computer probeert op te tillen, te verplaatsen of te kantelen. Til de computer altijd op de juiste
manier op om letsel te voorkomen; buig niet voorover terwijl u de computer optilt.
WAARSCHUWING: de computerstandaard moet altijd worden aangebracht voor een goede stabiliteit
van het systeem. Als u de standaard niet plaatst, kan de computer omkantelen, hetgeen lichamelijk letsel
of beschadiging van de computer tot gevolg kan hebben.
1
Volg de procedures in “Voordat u begint” op pagina 93.
2
Verwijder de vleugelschroef aan de onderzijde van de computer.
OPMERKING: Als de vleugelschroef nog niet in de standaard is geplaatst, is de schroef apart verpakt.
3
Plaats de zes uitlijningslipjes in de bijbehorende sleuven op de onderzijde van de computer en schuif
de standaard naar voren tot elk van de zes lipjes vastzit in een sleuf.
4
Zorg dat het schroefgat op de standaard en het schroefgat op de onderzijde van de computer zich
op één lijn bevinden.
5
Plaats de bevestigingsschroef in het schroefgat en draai de schroef vast om de standaard op de
onderzijde van de computer te bevestigen.
Plaats de computer met hulp van iemand anders voorzichtig rechtop.
7
Til de achterzijde van de computer voorzichtig op en schuif de stabilisatiesteunen naar buiten
in de uiteengeplaatste positie.
1
20Uw computer installeren en gebruiken
De computer in een kast plaatsen
Als u de computer in een kast plaatst, kan dit de ventilatie nadelig beïnvloeden omdat oververhitting
kan ontstaan waardoor de computer minder goed gaat presteren. Volg onderstaande richtlijnen als u
de computer in een kast wilt plaatsen:
KENNISGEVING: De in de gebruikershandleiding vermelde bedrijfstemperatuur is de maximumtemperatuur van
de omgeving rondom de computer die in bedrijf is. Als u de computer in een kast plaatst, moet u rekening houden
met de kamertemperatuur. Als de kamertemperatuur bijvoorbeeld 25° is, hebt u slechts een marge van 5 tot 10°
(afhankelijk van de specificaties van uw computer) tot de maximale bedrijfstemperatuur van uw computer.
De specificaties van uw computer vindt u onder “Specificaties” op pagina 175.
•Laat aan alle geventileerde kanten van de computer een ruimte vrij van minimaal 10,2 cm om voor
de ventilatie voldoende luchtstroming te creëren.
•Als de kast voorzien is van deuren, moet zich door de kast (aan de voor- en achterkant) een luchtstroom van minimaal 30% kunnen verplaatsen.
Uw computer installeren en gebruiken21
•Als de computer in een hoek op of onder het bureau is geplaatst, moet u aan de achterkant van
de computer een ruimte van minimaal 5,1 cm vrijlaten om een goede ventilatie te waarborgen.
22Uw computer installeren en gebruiken
•Plaats de computer nooit in een kast die geen ventilatieopeningen heeft.
Als de luchtstroom wordt
beperkt, kan dat invloed hebben op de prestaties van de computer en mogelijk oververhitting
veroorzaken.
Uw computer installeren en gebruiken23
Monitoren aansluiten
WAARSCHUWING: Voordat u de procedures in dit gedeelte uitvoert, moet u de veiligheidsinstructies
in de Productinformatiegids raadplegen.
WAARSCHUWING: Zorg dat een stopcontact of stekkerdoos niet wordt overbelast om het risico op brand,
elektrische schokken of letsel te beperken. Het totale stroomverbruik van alle producten die op een stopcontact,
stekkerdoos of andere contactdoos zijn aangesloten, mag niet meer dan 80 procent van de maximale belasting
van het vertakte circuit bedragen.
OPMERKING: Afhankelijk van de opties die u hebt gekozen toen u de computer aanschafte, kan uw videokaart
twee DVI-poorten of een DVI-poort en een VGA-poort bevatten.
WAARSCHUWING: Voordat u de procedures in dit gedeelte uitvoert, moet u de veiligheidsinstructies
in de Productinformatiegids raadplegen.
OPMERKING: Als uw monitor een VGA-connector bevat maar uw computer geen VGA-poort bevat, volgt u
de instructies in “Een monitor aansluiten (met adapter)” op pagina 26.
1
Voordat u begint, moet u alle geopende bestanden opslaan en sluiten, en alle actieve programma's
afsluiten.
2
Sluit het besturingssysteem af:
•Klik in Windows XP op
•Klik in Windows Vista™ op de knop Start van Windows Vista
in het menu Start, zoals hieronder weergegeven, en klik vervolgens op
De computer schakelt uit zodra het afsluitproces van het besturingssysteem is voltooid.
3
Zorg ervoor dat de computer en alle aangesloten apparaten zijn uitgeschakeld. Als uw computer en
de aangesloten apparaten niet automatisch worden uitgeschakeld wanneer u het besturingssysteem
afsluit, houdt u de aan/uit-knop minimaal 4 tot 10 seconden ingedrukt. Haal de stekkers van de
computer en alle aangesloten apparaten uit de stopcontacten.
4
Sluit de DVI- of VGA-connector van de monitor aan op de juiste connector aan de achterzijde
van de computer:
Als u een monitor met een DVI-connector aansluit, gebruikt u de (witte) DVI-poort op de computer.
Start→
Afsluiten→
Afsluiten
.
,
klik op de pijl rechtsonder
Afsluiten
.
Als u een monitor met een VGA-connector aansluit, gebruikt u de (blauwe) VGA-poort op de
computer.
Uw computer installeren en gebruiken25
Een monitor aansluiten (met adapter)
WAARSCHUWING: Voordat u de procedures in dit gedeelte uitvoert, moet u de veiligheidsinstructies
in de Productinformatiegids raadplegen.
OPMERKING: Als u een monitor met een VGA-connector wilt aansluiten op de DVI-poort op de achterzijde
van de computer, moet u over een DVI-naar-VGA-adapter beschikken.
1
Voordat u begint, moet u alle geopende bestanden opslaan en sluiten, en alle actieve programma's
afsluiten.
2
Sluit het besturingssysteem af:
•Klik in Windows XP op
•Klik in Windows Vista
weergegeven, en klik vervolgens op
De computer schakelt uit zodra het afsluitproces van het besturingssysteem is voltooid.
3
Zorg ervoor dat de computer en alle aangesloten apparaten zijn uitgeschakeld. Houd de aan/uit-knop
4 seconden ingedrukt indien uw computer en aangesloten apparaten niet automatisch worden
uitgeschakeld wanneer u het besturingssysteem afsluit.
4
Sluit de DVI-naar-VGA-adapter aan op de monitor en sluit het andere uiteinde van de adapter
vervolgens aan op de (witte) DVI-poort aan de achterzijde van de computer.
Start→
op
Start
Afsluiten→
Afsluiten
.
, klik op de pijl rechtsonder in het menu Start, zoals hieronder
Een monitor aansluiten voor een configuratie met twee grafische kaarten
WAARSCHUWING: Voordat u de procedures in dit gedeelte uitvoert, moet u de veiligheidsinstructies
in de Productinformatiegids raadplegen.
Bij configuraties met twee grafische kaarten waarbij de multi-GPU-technologie is ingeschakeld, wordt
slechts één monitor ondersteund. De monitor moet op de primaire grafische kaart zijn aangesloten
om te kunnen functioneren.
OPMERKING: Als u de instellingen van de primaire grafische kaart in BIOS hebt gewijzigd, is de linker
DVI-connector op de achterzijde van de computer de primaire standaardconnector.
OPMERKING: Als de primaire grafische kaart twee DVI-poorten bevat en u een monitor met een VGA-connector
gebruikt, moet u over een DVI-naar-VGA-adapter beschikken om de monitor aan te sluiten. Zie “Een monitor
aansluiten (met adapter)” op pagina 26.
primaire videokaart
1
Voordat u begint, moet u alle geopende bestanden opslaan en sluiten, en alle actieve programma's
afsluiten.
2
Sluit het besturingssysteem af:
•Klik in Windows XP op
•Klik in Windows Vista op
weergegeven, en klik vervolgens op
Start→
Start ,
Afsluiten→
Afsluiten
.
klik op de pijl rechtsonder in het menu Start, zoals hieronder
Afsluiten
.
De computer schakelt uit zodra het afsluitproces van het besturingssysteem is voltooid.
Uw computer installeren en gebruiken27
3
Zorg ervoor dat de computer en alle aangesloten apparaten zijn uitgeschakeld. Houd de aan/uit-knop
4 seconden ingedrukt indien uw computer en aangesloten apparaten niet automatisch worden
uitgeschakeld wanneer u het besturingssysteem afsluit.
4
Sluit de DVI- of VGA-connector van de monitor aan op de juiste connector op de primaire grafische
kaart van de computer:
Als u een monitor met een DVI-connector aansluit, gebruikt u de (witte) DVI-poort op de primaire
grafische kaart.
Als u een monitor met een VGA-connector aansluit, gebruikt u de (blauwe) VGA-poort op de primaire
grafische kaart.
Twee of meer monitoren aansluiten
WAARSCHUWING: Voordat u de procedures in dit gedeelte uitvoert, moet u de veiligheidsinstructies
in de Productinformatiegids raadplegen.
OPMERKING: Als u twee of meer monitoren wilt aansluiten en gebruiken in een configuratie met twee grafische
kaarten, moet de multi-GPU-technologie zijn uitgeschakeld. Zie “Beeldscherminstellingen wijzigen zodat twee of
meer monitoren worden ondersteund” op pagina 30 voor meer informatie over het uitschakelen van multi-GPU.
OPMERKING: Afhankelijk van de opties die u hebt gekozen toen u de computer aanschafte, kan uw videokaart
twee DVI-poorten of een DVI-poort en een VGA-poort bevatten.
1
Voordat u begint, moet u alle geopende bestanden opslaan en sluiten, en alle actieve programma's
afsluiten.
2
Sluit het besturingssysteem af:
•Klik in Windows XP op
Start→
•Klik in Windows Vista op
weergegeven, en klik vervolgens op
Start
Afsluiten→
,
klik op de pijl rechtsonder in het menu Start, zoals hieronder
Afsluiten
Afsluiten
.
.
De computer schakelt uit zodra het afsluitproces van het besturingssysteem is voltooid.
3
Zorg ervoor dat de computer en alle aangesloten apparaten zijn uitgeschakeld. Houd de aan/uit-knop
4 seconden ingedrukt indien uw computer en aangesloten apparaten niet automatisch worden
uitgeschakeld wanneer u het besturingssysteem afsluit.
28Uw computer installeren en gebruiken
4
Sluit twee of meer monitoren aan op de juiste DVI- of VGA-poorten aan de achterzijde van de
computer.
OPMERKING: Als u een monitor met een VGA-connector wilt aansluiten op de DVI-poort op de achterzijde
van de computer, moet u over een DVI-naar-VGA-adapter beschikken.
Zie “Een monitor aansluiten (zonder adapter)” op pagina 25 als u twee of meer monitoren rechtstreeks
op de DVI- of VGA-poorten van de computer wilt aansluiten.
Zie “Een monitor aansluiten (met adapter)” op pagina 26 als u de VGA-connectoren van een
of meer monitoren op de DVI-poort of -poorten van de computer wilt aansluiten.
5
Wijzig de beeldscherminstellingen zodat meerdere monitoren worden ondersteund
(zie “Beeldscherminstellingen wijzigen zodat twee of meer monitoren worden ondersteund”
op pagina 30).
Een tv aansluiten
WAARSCHUWING: Voordat u de procedures in dit gedeelte uitvoert, moet u de veiligheidsinstructies
in de Productinformatiegids raadplegen.
OPMERKING: Als u een tv aansluit, kunt u daarnaast slechts één monitor (VGA of DVI) op de computer aansluiten.
OPMERKING: Raadpleeg de documentatie die bij de tv is geleverd voor de juiste configuratie en aansluiting
van de tv.
Voor het aansluiten van een tv op de computer hebt u een S-videokabel nodig. Als u geen S-videokabel
hebt, kunt u deze aanschaffen in een winkel voor huishoudelijke apparaten. De S-videokabel wordt niet
bij de computer geleverd.
1
Voordat u begint, moet u alle geopende bestanden opslaan en sluiten, en alle actieve programma's
afsluiten.
2
Sluit het besturingssysteem af:
•Klik in Windows XP op
Start→
•Klik in Windows Vista op
weergegeven, en klik vervolgens op
Start
Afsluiten→
,
klik op de pijl rechtsonder in het menu Start, zoals hieronder
Afsluiten
Afsluiten
.
.
De computer schakelt uit zodra het afsluitproces van het besturingssysteem is voltooid.
3
Zorg ervoor dat de computer en alle aangesloten apparaten zijn uitgeschakeld. Houd de aan/uit-knop
4 seconden ingedrukt indien uw computer en aangesloten apparaten niet automatisch worden
uitgeschakeld wanneer u het besturingssysteem afsluit.
4
Haal de stekkers van de computer en alle aangesloten apparaten uit de stopcontacten.
5
Sluit het ene uiteinde van de S-videokabel aan op de TV-OUT-connector aan de achterzijde
van de computer.
Uw computer installeren en gebruiken29
6
Sluit het andere uiteinde van de S-videokabel aan op de S-video-ingang op de televisie
7
Sluit één monitor aan met een DVI- of VGA-connector, zoals wordt beschreven in “Monitoren
aansluiten” op pagina 24.
Beeldscherminstellingen wijzigen zodat twee of meer monitoren worden ondersteund
OPMERKING: Bij configuraties met twee grafische kaarten waarbij de multi-GPU-technologie is ingeschakeld,
wordt slechts één monitor ondersteund. Als u twee of meer monitoren wilt aansluiten en gebruiken in een
configuratie met twee grafische kaarten en de multi-GPU-technologie, moet de multi-GPU-technologie zijn
uitgeschakeld.
1
Als de monitoren zijn aangesloten en zijn ingeschakeld, schakelt u de computer in.
®
Het Microsoft
2
Schakel de multi-GPU-technologie uit in de beeldscherminstellingen (alleen van toepassing
op configuraties met twee grafische kaarten waarbij de multi-GPU-technologie is ingeschakeld).
3
Schakel de clone-modus of de dubbel-bureaubladmodus in via de beeldscherminstellingen.
•In de clone-modus tonen alle monitoren hetzelfde beeld.
•In de uitgebreide bureaubladmodus kunt u objecten verslepen van het ene scherm naar het andere
en neemt de zichtbare werkruimte toe.
Raadpleeg de gebruikershandleiding bij Help en ondersteuning voor meer informatie over het wijzigen
van de beeldscherminstellingen voor uw grafische kaart. (Klik bij Help en ondersteuning op Gebruikers-
en systeemhandleidingen
Windows®-bureaublad wordt weergegeven op de primaire monitor.
→ Apparaathandleidingen en selecteer de handleiding van uw grafische kaart.)
Informatie over de RAID-configuratie
KENNISGEVING: Als u de migratieoptie wilt gebruiken om een RAID-configuratie te converteren zonder
gegevens te verliezen, moet uw vaste schijf in eerste instantie zijn ingesteld als een single drive RAID 0 array
voordat het besturingssysteem de schijf wordt gezet (zie “Met het hulpprogramma NVIDIA MediaShield ROM”
op pagina 35 voor instructies).
In dit gedeelte vindt u een overzicht van de RAID-configuratie die u mogelijk hebt geselecteerd tijdens
de aanschaf van deze computer. Er zijn verschillende RAID-configuraties verkrijgbaar in de computerindustrie, elk met een eigen toepassing. Uw computer biedt ondersteuning voor RAID-niveau 0, RAIDniveau 1, RAID-niveau 5 (door klant geïnstalleerd) of RAID-niveau 0+1 (door klant geïnstalleerd).
De RAID-niveau 0-configuratie wordt aanbevolen voor topprestaties, terwijl RAID-niveau 1 wordt
aanbevolen voor gebruikers die een hoge mate van gegevensintegriteit wensen.
OPMERKING: De RAID-niveaus vormen geen hiërarchie. Een RAID-niveau 1-configuratie is op zich niet beter
of slechter dan een RAID-niveau 0-configuratie.
30Uw computer installeren en gebruiken
Loading...
+ 210 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.