Daikin RZAG71N7V1B, RZAG100N7V1B, RZAG125N7V1B, RZAG140N7V1B, RZAG71N7Y1B Installer reference guide [nl]

...
Page 1
Uitgebreide handleiding
voor de installateur
Sky Air Alpha-series
RZAG71N7V1B RZAG100N7V1B RZAG125N7V1B RZAG140N7V1B
RZAG71N7Y1B RZAG100N7Y1B RZAG125N7Y1B RZAG140N7Y1B
Uitgebreide handleiding voor de installateur
Sky Air Alpha-series
Nederlands
Page 2
Inhoud
1 Algemene veiligheidsmaatregelen 3
1.1 Over de documentatie ............................................................... 3
1.1.1 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen ....... 3
1.2 Voor de installateur ................................................................... 3
1.2.1 Algemeenheden.......................................................... 3
1.2.2 Plaats van installatie ................................................... 4
1.2.3 Koelmiddel .................................................................. 5
1.2.4 Pekel........................................................................... 6
1.2.5 Water .......................................................................... 6
1.2.6 Elektrisch .................................................................... 6
2 Over de documentatie 7
2.1 Over dit document ..................................................................... 7
2.2 Overzicht van de uitgebreide handleiding voor de installateur.. 7
3 Over de doos 8
3.1 Overzicht: Over de doos............................................................ 8
3.2 Buitenunit .................................................................................. 8
3.2.1 De buitenunit uitpakken .............................................. 8
3.2.2 De buitenunit hanteren................................................ 8
3.2.3 Om de toebehoren van de buitenunit uit te nemen..... 8
4 Over de units en opties 8
4.1 Overzicht: Over de units en opties ............................................ 8
4.2 Identificatie ................................................................................ 8
4.2.1 Identificatielabel: Buitenunit ........................................ 8
4.3 Units en opties combineren....................................................... 9
4.3.1 Mogelijke opties voor de buitenunit............................. 9
5 Voorbereiding 9
5.1 Overzicht: Voorbereiding........................................................... 9
5.2 Installatieplaats voorbereiden.................................................... 9
5.2.1 Vereisten inzake de plaats waar de buitenunit
geïnstalleerd wordt...................................................... 9
5.2.2 Bijkomende vereisten inzake de installatieplaats van
de buitenunit in koude klimaten .................................. 10
5.3 De koelmiddelleidingen voorbereiden ....................................... 11
5.3.1 Vereisten voor de koelmiddelleidingen ....................... 11
5.3.2 De koelleidingen isoleren............................................ 12
5.4 De elektrische bedrading voorbereiden..................................... 12
5.4.1 Over het voorbereiden van de elektrische bedrading . 12
6 Installatie 13
6.1 Overzicht: Installatie .................................................................. 13
6.2 De units openen ........................................................................ 13
6.2.1 Over het openen van de units..................................... 13
6.2.2 De buitenunit openen.................................................. 13
6.3 De buitenunit monteren ............................................................. 13
6.3.1 Over de montage van de buitenunit............................ 13
6.3.2 Voorzorgsmaatregelen bij de montage van de
buitenunit .................................................................... 14
6.3.3 De installatiestructuur voorzien................................... 14
6.3.4 De buitenunit installeren ............................................. 14
6.3.5 Afvoer voorzien........................................................... 14
6.3.6 Ervoor zorgen dat de buitenunit niet kan omvallen..... 15
6.4 De koelmiddelleiding aansluiten................................................ 15
6.4.1 Over het aansluiten van de koelmiddelleidingen ........ 15
6.4.2 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van
koelmiddelleidingen .................................................... 15
6.4.3 Richtlijnen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen 16
6.4.4 Richtlijnen voor het buigen van leidingen ................... 16
6.4.5 Het uiteinde van een buis verbreden .......................... 16
6.4.6 Het uiteinde van een buis solderen............................. 17
6.4.7 Gebruik van de afsluiter en servicepoort .................... 17
6.4.8 Koelmiddelleiding op buitenunit aansluiten................. 18
6.5 De koelmiddelleiding controleren .............................................. 19
6.5.1 Over het controleren van de koelmiddelleidingen....... 19
6.5.2 Voorzorgsmaatregelen bij het controleren van
koelmiddelleidingen ..................................................... 19
6.5.3 Koelmiddelleiding controleren: Opstelling.................... 19
6.5.4 Op lekkages controleren.............................................. 19
6.5.5 Vacuümdrogen............................................................. 19
6.6 Koelmiddel bijvullen.................................................................... 20
6.6.1 Over het toevoegen van koelmiddel ............................ 20
6.6.2 Over het koelmiddel..................................................... 21
6.6.3 Voorzorgsmaatregelen bij het bijvullen van
koelmiddel.................................................................... 21
6.6.4 Definities: L1~L7, H1, H2............................................. 21
6.6.5 Extra koelmiddel bijvullen ............................................ 21
6.6.6 Volledig opnieuw vullen met koelmiddel ...................... 22
6.6.7 De label voor fluorhoudende broeikasgassen
bevestigen.................................................................... 23
6.7 De elektrische bedrading aansluiten .......................................... 24
6.7.1 Over het aansluiten van de elektrische bedrading....... 24
6.7.2 Over het voldoen aan de normen inzake elektriciteit... 24
6.7.3 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van
elektrische bedrading................................................... 24
6.7.4 Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische
bedrading ..................................................................... 24
6.7.5 Specificaties van standaard
bedradingscomponenten ............................................. 24
6.7.6 De elektrische bekabeling op de buitenunit
aansluiten..................................................................... 25
6.8 De installatie van de buitenunit voltooien ................................... 26
6.8.1 De installatie van de buitenunit voltooien..................... 26
6.8.2 De buitenunit sluiten .................................................... 26
6.8.3 Isolatieweerstand van de compressor controleren ...... 26
7 Inbedrijfstelling 26
7.1 Overzicht: Inbedrijfstelling .......................................................... 26
7.2 Voorzorgsmaatregelen bij de inbedrijfstelling............................. 27
7.3 Checklist voor de inbedrijfstelling ............................................... 27
7.4 Proefdraaien............................................................................... 27
7.5 Foutcodes bij het proefdraaien................................................... 28
7.6 Specifeke lokale instellingen voor technische koeling................ 28
8 Aan de gebruiker overhandigen 28
9 Onderhoud en service 29
9.1 Overzicht: onderhoud en service................................................ 29
9.2 Voorzorgsmaatregelen inzake onderhoud ................................. 29
9.2.1 Elektrische gevaren voorkomen................................... 29
9.3 Controlelijst jaarlijks onderhoud van de buitenunit ..................... 29
10 Opsporen en verhelpen van storingen 29
10.1 Overzicht: Probleemoplossing.................................................... 29
10.2 Voorzorgsmaatregelen bij het opsporen en verhelpen van
storingen..................................................................................... 30
11 Als afval verwijderen 30
11.1 Overzicht: Als afval verwijderen ................................................. 30
11.2 Over afpompen........................................................................... 30
11.3 Afpompen ................................................................................... 30
12 Technische gegevens 32
12.1 Overzicht: Technische gegevens ............................................... 32
12.2 Serviceruimte: Buitenunit ........................................................... 32
12.3 Schema van de leidingen: Buitenunit ......................................... 33
12.4 Bedradingsschema: Buitenunit................................................... 34
12.5 Informatievereisten voor ecologisch ontwerp ............................. 35
13 Verklarende woordenlijst 35
Uitgebreide handleiding voor de installateur
2
RZAG71~140N7V1+Y1
Sky Air Alpha-series
4P573381-1 – 2019.04
Page 3

Algemene veiligheidsmaatregelen

1 Algemene
veiligheidsmaatregelen

1.1 Over de documentatie

▪ De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle
andere talen zijn vertalingen.
▪ Alle in dit document vermelde voorzorgen betreffen zeer
belangrijke punten en dienen dus steeds nauwgezet te worden nageleefd.
▪ De installatie van het systeem en alle in de installatiehandleiding
en de uitgebreide handleiding voor de installateur beschreven handelingen MOETEN door een erkende installateur worden uitgevoerd.

1.1.1 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen

GEVAAR
Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg heeft.
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
Duidt op een situatie die elektrocutie kan veroorzaken.
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
Duidt op een situatie die brandwonden kan veroorzaken als gevolg van extreem hoge of lage temperaturen.
GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR
Duidt op een situatie die een ontploffing kan veroorzaken.
WAARSCHUWING
Duidt op een situatie die de dood of ernstige verwondingen als gevolg zou kunnen hebben.
WAARSCHUWING: ONTVLAMBAAR MATERIAAL
VOORZICHTIG
Duidt op een situatie die kleine of matige verwondingen als gevolg zou kunnen hebben.
OPMERKING
Duidt op een situatie die schade aan apparatuur of eigendom zou kunnen berokkenen.
OPMERKING
Een foute installatie of bevestiging van apparatuur, uitrustingen of accessoires kan elektrische schokken, een kortsluiting, lekken, brand of schade aan de apparatuur of uitrustingen als gevolg hebben. Gebruik enkel accessoires, optionele apparatuur en uitrustingen en reserveonderdelen die door Daikin gemaakt of goedgekeurd werden.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de materialen die voor de installatie en de testen gebruikt worden, voldoen aan de geldende wetgeving (bovenop de instructies beschreven in de Daikin-documentatie).
VOORZICHTIG
Draag gepaste persoonlijke beschermingsuitrustingen (beschermende handschoenen, veiligheidsbril, enz.) wanneer u het systeem installeert of onderhoudt.
WAARSCHUWING
Scheur plastiekverpakkingen aan stukken en gooi deze weg zodat niemand, kinderen in het bijzonder, ermee kan spelen. Mogelijk risico: verstikking.
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
▪ Raak tijdens of net na bedrijf GEEN
koelmiddelleidingen, waterleidingen of interne onderdelen aan. Deze kunnen te warm of te koud zijn. Geef ze de tijd om terug op een normale temperatuur te komen. Indien u deze toch moet aanraken, draag dan beschermende handschoenen.
▪ Raak per ongeluk lekkend koelmiddel NIET aan.
WAARSCHUWING
Neem gepaste maatregelen om te beletten dat de unit door kleine dieren als schuilplaats gebruikt kan worden. Kleine dieren die in contact komen met elektrische onderdelen kunnen storingen, rook of brand veroorzaken.
VOORZICHTIG
Raak de luchtinlaat of de aluminiumlamellen van de unit NIET aan.
OPMERKING
▪ Plaats GEEN voorwerpen, apparatuur of uitrustingen
bovenop de unit.
▪ Zit, klim of sta NIET op de unit.
INFORMATIE
Duidt op nuttige tips of bijkomende informatie.
Symbool Verklaring
Lees de montagehandleiding, de gebruiksaanwijzing en het instructievel voor de bedrading alvorens te beginnen met de installatie.
Lees de servicehandleiding alvorens onderhouds­en servicewerkzaamheden uit te voeren.
Voor meer informatie, zie de uitgebreide handleiding voor de installateur en de gebruiker.

1.2 Voor de installateur

1.2.1 Algemeenheden

Indien u twijfels heeft over de installatie of de bediening van de unit, neem contact op met uw dealer.
RZAG71~140N7V1+Y1 Sky Air Alpha-series 4P573381-1 – 2019.04
OPMERKING
Werkzaamheden aan de buitenunit worden best gepland bij droog weer om waterinsijpeling te voorkomen.
Volgens de relevante wetgeving kan het vereist zijn om bij het product een logboek te voorzien met minstens: informatie over onderhoud, reparaties, resultaten van tests, periodes van stand-by, …
Voorzie ook minstens de volgende informatie op een toegankelijke plaats bij het product:
▪ Instructies voor het stilleggen van het systeem in noodgevallen ▪ Naam en adres van brandweer, politie en ziekenhuis ▪ De naam, het adres en de telefoonnummers overdag en 's nachts
om onderhoud te bekomen
In Europa biedt EN378 de vereiste informatie voor dit logboek.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
3
Page 4
Algemene veiligheidsmaatregelen
Contains fluorinated greenhouse gases
2
1
1
1
2
2
kg
tCO2eq
1000
GWP × kg
=
=
+
kg
=
kg
=
GWP: xxx
R32

1.2.2 Plaats van installatie

▪ Voorzie voldoende ruimte rond de unit voor onderhoud en
luchtcirculatie.
▪ Controleer of de plaats waarop de unit moet komen, bestand is
tegen het gewicht en de trillingen van de unit.
▪ Zorg ervoor dat de zone goed geventileerd wordt. Blokkeer GEEN
ventilatieopeningen. ▪ Controleer of de unit horizontaal staat. Installeer de unit NIET in een van de volgende plaatsen: ▪ In mogelijke explosieve omgevingen. ▪ In plaatsen met toestellen of machines die elektromagnetische
golven uitzenden. Elektromagnetische golven kunnen het
besturingssysteem storen, waardoor de apparatuur slecht kan
werken. ▪ In plaatsen met brandgevaar omwille van lekkende ontvlambare
gassen (zoals verdunners of benzine), koolstofvezels,
ontvlambaar stof. ▪ In plaatsen waar corroderend gas (zoals zwaveligzuurgas)
geproduceerd wordt. Corrosie aan de koperleidingen of
gesoldeerde onderdelen kan de oorzaak zijn dat koelmiddel gaat
lekken.
Instructies voor apparatuur met R32-koelmiddel
Indien van toepassing.
WAARSCHUWING
▪ Niet doorboren of verbranden. ▪ Gebruik GEEN andere schoonmaakmiddelen of
manieren om het ontdooien te versnellen dan die aanbevolen door de fabrikant.
▪ Denk eraan dat R32-koelmiddel geurloos is.
WAARSCHUWING
Het toestel moet worden opgeslagen waar het geen mechanische schade kan oplopen in een voldoende geventileerde ruimte zonder ontstekingsbronnen die voortdurend branden (bijvoorbeeld: open vuur, een brandend gastoestel of een werkende elektrische verwarming) met de hieronder beschreven afmetingen.
WAARSCHUWING
Als toestellen R32-koelmiddel bevatten, dan moet de vloeroppervlakte van de ruimte waarin de toestellen worden geïnstalleerd, gebruikt en opgeslagen groter zijn dan de minimum vloeroppervlakte zoals bepaald in de tabel onder A (m2). Dit geldt voor:
▪ Binnenunits zonder koelmiddelleksensor; in het geval
van binnenunits met koelmiddelleksensor, zie de montagehandleiding
▪ Binnenshuis geïnstalleerde of opgeslagen buitenunits
(bijvoorbeeld: oranjerie, garage, machineruimte)
▪ Leidingen in ruimtes zonder ventilatie
Minimum vloeroppervlakte bepalen
1 Bepaal de totale koelmiddelvulling in het systeem
(= fabrieksvulling koelmiddel + extra bijgevulde hoeveelheid koelmiddel).
2 Selecteer welke grafiek of tabel u wilt gebruiken.
▪ Voor binnenunits: Is de unit een plafond-, wand- of
vloermodel?
▪ Voor binnenshuis geïnstalleerde of opgeslagen buitenunits,
en lokale leidingen in ruimtes zonder ventilatie hangt dit af van de installatiehoogte:
Bij een installatiehoogte van…
Gebruik de grafiek of tabel voor…
<1,8m Vloerunits 1,8≤x<2,2m Units voor muurmontage ≥2,2m Units voor plafondmontage
3 Gebruik de grafiek of de tabel om de minimum vloeroppervlakte
te bepalen.
OPMERKING
▪ Gebruik reeds eerder gebruikte verbindingen NIET
opnieuw.
▪ Verbindingen die bij de installatie tussen onderdelen
van het koelmiddelsysteem worden gemaakt moeten toegankelijk zijn voor onderhoudsdoeleinden.
WAARSCHUWING
De installatie, service, onderhoud en reparaties moeten overeenstemmen met de instructies van Daikin en met de geldende wetgeving (bijvoorbeeld de nationale gasregelgeving) en mogen alleen door bevoegde personen worden uitgevoerd.
Vereisten voor de installatieruimte
OPMERKING
▪ Bescherm leidingen tegen fysieke schade. ▪ Beperk de installatie van de leidingen tot een minimum.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
4
RZAG71~140N7V1+Y1
Sky Air Alpha-series
4P573381-1 – 2019.04
Page 5
Algemene veiligheidsmaatregelen
0
10
20
30
40
50
60
70
80
90
100
110
120
130
140
150
160
170
180
190
200
210
220
230
240
250
260
270
280
290
300
310
320
330
340
350
360
370
380
390
400
410
420
430
440
450
460
470
480
490
500
510
520
530
540
550
1.822.2
2.4
2.6
2.833.2
3.4
3.6
3.844.2
4.4
4.6
4.855.2
5.4
5.6
5.866.2
6.4
6.6
6.877.2
7.4
7.6
7.8
1.843 7.956
8.0
A
min
(m2)
Floor-standing unit
(c)
Wall-mounted unit
(b)
Ceiling-mounted unit
(a)
m (kg)
Ceiling-mounted
unit
(a)
4.6 13.4
4.6 180
4.8 14.6
4.8 196
5.0 15.8
5.0 213
≤1.842
5.2 17.1
≤1.842
5.2 230
1.843 3.64
5.4 18.5
1.843 28.9
5.4 248
2.0 3.95
5.6 19.9
2.0 34.0
5.6 267
2.2 4.34
5.8 21.3
2.2 41.2
5.8 286
2.4 4.74
6.0 22.8
2.4 49.0
6.0 306
2.6 5.13
6.2 24.3
2.6 57.5
6.2 327
2.8 5.53
6.4 25.9
2.8 66.7
6.4 349
3.0 5.92
6.6 27.6
3.0 76.6
6.6 371
3.2 6.48
6.8 29.3
3.2 87.2
6.8 394
3.4 7.32
7.0 31.0
3.4 98.4
7.0 417
3.6 8.20
7.2 32.8
3.6 110
7.2 441
3.8 9.14
7.4 34.7
3.8 123
7.4 466
4.0 10.1
7.6 36.6
4.0 136
7.6 492
4.2 11.2
7.8 38.5
4.2 150
7.8 518
4.4 12.3
7.956 40.1
4.4 165
7.956 539
m (kg)
A
min
(m2)
4.6 20.0
4.8 21.8
5.0 23.6
≤1.842
5.2 25.6
1.843 4.45
5.4 27.6
2.0 4.83
5.6 29.7
2.2 5.31
5.8 31.8
2.4 5.79
6.0 34.0
2.6 6.39
6.2 36.4
2.8 7.41
6.4 38.7
3.0 8.51
6.6 41.2
3.2 9.68
6.8 43.7
3.4 10.9
7.0 46.3
3.6 12.3
7.2 49.0
3.8 13.7
7.4 51.8
4.0 15.1
7.6 54.6
4.2 16.7
7.8 57.5
4.4 18.3
7.956 59.9
Wall-mounted
unit
(b)
m (kg)
A
min
(m2)
Floor-standing
unit
(c)
m (kg)
A
min
(m2)
(c) Floor-standing unit (= Vloerunit)

1.2.3 Koelmiddel

Indien van toepassing. Voor meer informatie, raadpleeg de installatiehandleiding of de uitgebreide handleiding (voor de installateur) van uw toepassing.
OPMERKING
Controleer of de installatie van de koelmiddelleidingen voldoet aan de geldende wetgeving. In Europa geldt EN378 als de van toepassing zijnde norm.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de lokale leidingen en aansluitingen NIET worden belast.
WAARSCHUWING
Zet, tijdens testen, het product NOOIT onder een druk hoger dan de maximaal toegestane druk (vermeld op het naamplaatje van de unit).
WAARSCHUWING
Neem voldoende maatregelen wanneer koelmiddel zou lekken. Ventileer onmiddellijk de zone wanneer koelgas lekt. Mogelijke risico's:
▪ Te hoge koelmiddelconcentraties in een gesloten
ruimte kunnen leiden tot een gebrek aan zuurstof.
▪ Als koelgas in contact komt met vuur, kan giftig gas
ontstaan.
RZAG71~140N7V1+Y1 Sky Air Alpha-series 4P573381-1 – 2019.04
m Totale hoeveelheid koelmiddel in het systeem
A
Minimum vloeroppervlakte
min
(a) Ceiling-mounted unit (= Units voor plafondmontage) (b) Wall-mounted unit (= Units voor muurmontage)
GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR Afpompen – Koelmiddellekken. Als u het systeem wil
afpompen en er zit een lek in het koelmiddelcircuit:
▪ Gebruik NIET de automatische afpompfunctie van de
unit die al het koelmiddel uit het systeem naar de buitenunit kan sturen. Mogelijk gevolg: Zelfontbranding en explosie van de compressor door lucht die in de draaiende compressor terechtkomt.
▪ Gebruik een afzonderlijk aftapsysteem zodat de
compressor van de unit NIET moet draaien.
WAARSCHUWING
Tap het koelmiddel ALTIJD af. Laat het NIET rechtstreeks vrij in de omgeving. Gebruik een vacuümpomp om de installatie leeg te pompen.
OPMERKING
Controleer of er geen gaslekken zijn als u alle leidingen heeft aangesloten. Gebruik stikstof om een gaslektest uit te voeren.
OPMERKING
▪ Vul NIET meer koelmiddel bij dan voorgeschreven om
te voorkomen dat de compressor defect geraakt.
▪ Wanneer het koelmiddelsysteem moet worden
geopend, MOET het koelmiddel worden behandeld zoals voorgeschreven in de geldende wetgeving.
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat er geen zuurstof in het systeem zit. Bovendien mag er pas koelmiddel worden bijgevuld nadat er een lekkagetest en een vacuümdroogprocedure is uitgevoerd.
▪ Zie het typeplaatje op de unit wanneer deze gevuld moet worden.
Daarop staan het type koelmiddel en de vereiste hoeveelheid.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
5
Page 6
Algemene veiligheidsmaatregelen
▪ De unit werd in de fabriek met koelmiddel gevuld en sommige
systemen moeten, afhankelijk van de maat en lengte van de
leidingen, bijkomend met koelmiddel worden gevuld. ▪ Gebruik uitsluitend gereedschap dat enkel en alleen voor het soort
koelmiddel bedoeld is om de vereiste drukweerstand te kunnen
garanderen en om te beletten dat vreemde stoffen in het systeem
terechtkomen. ▪ Vul als volgt met vloeibaar koelmiddel:
Als Dan
Er is een sifonbuis (d.w.z. er zou iets zoals “Met
vloeistofvulsifon” op de fles moeten staan)
Er is GEEN sifonbuis Vul bij met de ondersteboven
▪ Open koelmiddelflessen steeds traag. ▪ Vul bij met koelmiddel in vloeibare vorm. Het koelmiddel in
gasvormige fase toevoegen kan de normale werking verstoren.
VOORZICHTIG
Wanneer het bijvullen van koelmiddel is voltooid of wanneer u even pauzeert, moet u de kraan van het koelmiddelreservoir onmiddellijk dichtdraaien. Als de klep NIET onmiddellijk wordt gesloten, kan er extra koelmiddel worden bijgevuld door de resterende druk. Mogelijk gevolg: Onjuiste hoeveelheid koelmiddel.
Vul bij met rechtopstaande fles.
staande fles.

1.2.4 Pekel

Indien van toepassing. Voor meer informatie, raadpleeg de installatiehandleiding of de uitgebreide handleiding (voor de installateur) van uw toepassing.
WAARSCHUWING
De gekozen pekel MOET voldoen aan de geldende wetgeving.
WAARSCHUWING
Neem voldoende maatregelen voor het geval pekel zou lekken. Indien pekel lekt, ventileer onmiddellijk de zone en neem contact op met uw plaatselijke verdeler.
WAARSCHUWING
De omgevingstemperatuur in de unit kan veel hoger oplopen dan die van de kamer, bv. 70°C. In geval van een pekellek kunnen hete onderdelen in de unit een gevaarlijke situatie creëren.
WAARSCHUWING
Het gebruik en de installatie van de toepassing MOETEN voldoen aan de veiligheids- en milieumaatregelen gespecificeerd in de relevante reglementering.

1.2.5 Water

Indien van toepassing. Voor meer informatie, raadpleeg de installatiehandleiding of de uitgebreide handleiding (voor de installateur) van uw toepassing.
OPMERKING
Controleer of de kwaliteit van het water voldoet aan de EU­richtlijn 98/83EC.

1.2.6 Elektrisch

GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
▪ Schakel alle elektrische voedingen UIT vooraleer u het
deksel van de schakelkast verwijdert, elektrische bedrading aansluit of elektrische onderdelen aanraakt.
▪ Schakel de elektrische voeding langer dan 1minuut uit
en meet de spanning op de aansluitklemmen van de condensatoren of elektrische onderdelen van de hoofdkring vooraleer u een onderhoud uitvoert. De spanning MOET onder de 50 V DC gevallen zijn vooraleer u elektrische onderdelen mag aanraken. Raadpleeg het bedradingsschema voor de plaats van de aansluitklemmen.
▪ Raak elektrische onderdelen NIET aan met natte
handen.
▪ Laat de unit NIET onbewaakt achter wanneer het
servicedeksel verwijderd is.
WAARSCHUWING
In de vaste bedrading moet een hoofdschakelaar of een ander middel om uit te schakelen worden voorzien als dit nog NIET in de fabriek werd voorzien; deze schakelaar MOET worden geïnstalleerd in de vaste bedrading en dient het contact van alle polen volledig te verbreken en te voldoen aan de vereisten van de overspanning-categorie­III-specificatie wanneer hij open staat.
WAARSCHUWING
▪ Gebruik ALLEEN koperdraden. ▪ Alle lokale bedrading moet voldoen aan de geldende
wetgeving.
▪ Alle lokale bedradingen MOETEN conform met het
product meegeleverd bedradingsschema worden uitgevoerd.
▪ Knijp NOOIT gebundelde kabels samen en controleer
of ze NIET met leidingen of scherpe randen in contact (kunnen) komen. Zorg dat er geen externe druk wordt uitgeoefend op de klemaansluitingen.
▪ Vergeet niet aarddraden te leggen. Aard de unit NIET
via een nutsleiding, een piekspanningsbeveiliging of de aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding kan een elektrische schok veroorzaken.
▪ Gebruik hiervoor een aparte voedingskring. Gebruik
NOOIT een elektrische voeding die met een ander toestel gedeeld wordt.
▪ Installeer zeker de vereiste zekeringen of
stroomonderbrekers.
▪ Plaats zeker een aardlekschakelaar. Anders bestaat
het gevaar dat iemand een elektrische schok krijgt of dat er brand ontstaat.
▪ Wanneer u de aardlekbeveiliging plaatst, controleer of
deze met de inverter compatibel is (bestand tegen hoogfrequente elektrische ruis), zodat de aardlekbeveiliging zich niet onnodig opent.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
6
RZAG71~140N7V1+Y1
Sky Air Alpha-series
4P573381-1 – 2019.04
Page 7
Over de documentatie
VOORZICHTIG
Bij het aansluiten van de voedingskabel moet de aarding vóór de stroomvoerende draden worden aangesloten. Bij het losmaken van de voedingskabel moeten de stroomvoerende draden vóór de aarding worden losgemaakt. De lengte van de geleiders tussen de trekontlasting van de voedingskabel en de klemmenstrook moet zodanig zijn dat de stroomvoerende geleiders strak zitten vóór de aardingsgeleider voor het geval dat de voedingskabel wordt losgetrokken van de trekontlasting.
OPMERKING
Voorzorgsmaatregelen bij het leggen van voedingsbedrading:
▪ Sluit GEEN bedrading van verschillende diktes aan op
de klemmenstrook voor de voeding (speling in de voedingsbedrading kan abnormale hitte veroorzaken).
▪ Bij het aansluiten van bedrading met dezelfde dikte,
volgt u de aanwijzingen in de bovenstaande afbeelding.
▪ Gebruik de aangewezen voedingsdraad en sluit deze
stevig aan, borg ze vervolgens zodat er van buiten geen druk op het klemmenbord kan worden uitgeoefend.
▪ Gebruik een passende schroevendraaien voor het
vastdraaien van de schroeven van de klemmen. Met een schroevendraaier met kleine kop beschadigt u de schroefkop waardoor u de schroef niet goed meer vast kunt draaien.
▪ Als u de schroeven van de klemmen te vast draait kunt
u ze breken.
WAARSCHUWING
▪ Controleer na het beëindigen van de elektriciteit of alle
elektrische onderdelen en aansluitklemmen in de elektriciteitskast veilig zijn aangesloten.
▪ Controleer of alle deksels dicht zijn vooraleer de unit
aan te zetten.
OPMERKING
Alleen van toepassing als de elektrische voeding driefasig is en de compressor een AAN/UIT-startmethode heeft.
Als een fase zich na een tijdelijke black-out kan omkeren en de stroomtoevoer gaat aan en uit terwijl het systeem in bedrijf is, installeer dan plaatselijk een beveiligingscircuit tegen faseomkering. Door het systeem in omgekeerde fase te laten draaien, kunnen de compressor en andere onderdelen stuk gaan.

2 Over de documentatie

2.1 Over dit document

Bedoeld publiek
Erkende installateurs
Documentatieset
Dit document is een onderdeel van een documentatieset. De volledige set omvat:
Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid:
▪ Veiligheidsinstructies te lezen vóór de installatie ▪ Formaat: Papier (in de doos van de buitenunit)
Montagehandleiding buitenunit:
▪ Installatie-instructies ▪ Formaat: Papier (in de doos van de buitenunit)
Uitgebreide handleiding voor de installateur:
▪ De installatie voorbereiden, referentiegegevens,… ▪ Formaat: Digitale bestanden op http://www.daikineurope.com/
support-and-manuals/product-information/
Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op de regionale Daikin-website of via uw dealer beschikbaar zijn.
De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle andere talen zijn vertalingen.
Technische gegevens
▪ Een deel van de recentste technische gegevens is beschikbaar
op de regionale Daikin-website (publiek toegankelijk).
▪ De volledige recentste technische gegevens zijn beschikbaar op
het Daikin Business Portal (authenticatie vereist).

2.2 Overzicht van de uitgebreide handleiding voor de installateur

Hoofdstuk Beschrijving
Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid
Over de documentatie Verkrijgbare documentatie voor de
Over de doos Units uitpakken en accessoires
Over de units en opties ▪ Units identificeren
Voorbereiding Wat u moet doen en weten alvorens ter
Installatie Wat u moet doen en weten om het
Inbedrijfstelling Wat u moet doen en weten om het
Overhandiging aan de gebruiker
Onderhoud en service Onderhoud en service van de units Opsporen en verhelpen
van storingen Als afval verwijderen Systeem opruimen Technische gegevens Specificaties van het systeem Verklarende woordenlijst Definitie van termen
Veiligheidsinstructies te lezen vóór de installatie
installateur
verwijderen
▪ Mogelijke combinaties van units en
opties
plaatse te gaan
systeem te installeren
systeem na de installatie in gebruik te stellen
Wat aan de gebruiker te geven en uit te leggen
Wat te doen ingeval van problemen
INFORMATIE
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik door expert of opgeleide gebruikers in winkels, lichte industrie en op boerderijen, of voor commercieel gebruik door niet­deskundigen.
RZAG71~140N7V1+Y1 Sky Air Alpha-series 4P573381-1 – 2019.04
Uitgebreide handleiding voor de installateur
7
Page 8
Over de doos
21
1
2
3
ENERG
IJAY
IAIE
ENERG
IJAY
IAIE
b
a c
d
e f

3 Over de doos

3.1 Overzicht: Over de doos

In dit hoofdstuk worden de stappen beschreven die u moet uitvoeren nadat de doos met de buitenunit ter plaatse is geleverd.
Het bevat informatie over: ▪ Uitpakken en omgaan met de unit ▪ Accessoires van de unit verwijderen Denk aan de volgende punten: ▪ De unit MOET bij de levering gecontroleerd worden op
beschadigingen. Elke vorm van beschadiging MOET onmiddellijk aan de schadeverantwoordelijke van de transporteur gemeld worden.
▪ Breng de verpakte unit zo dicht mogelijk bij de uiteindelijke
installatieplaats om beschadiging tijdens het transport te voorkomen.
▪ Maak de weg waarlangs u de unit naar binnen zult brengen op
voorhand klaar.

3.2 Buitenunit

3.2.1 De buitenunit uitpakken

OPMERKING
De doek in het linker handvat beschermt uw hand tegen de aluminium lamellen van de unit.
Verwijder de doek alleen nadat de unit volledig gemonteerd is:

3.2.3 Om de toebehoren van de buitenunit uit te nemen

3.2.2 De buitenunit hanteren

VOORZICHTIG
Raak de luchtinlaat of de aluminium vinnen van de unit NIET aan, dit om letsels te voorkomen.
Draag de unit traag zoals op de afbeelding getoond:
a Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid
b Montagehandleiding buitenunit c Kabelbinder d Label gefluoreerde broeikasgassen e Energielabel
f Addendum (LOT21)

4 Over de units en opties

4.1 Overzicht: Over de units en opties

Dit hoofdstuk bevat informatie over: ▪ De buitenunit identificeren ▪ De buitenunit combineren met opties

4.2 Identificatie

OPMERKING
Wanneer meerdere units gelijktijdig geïnstalleerd of onderhouden worden, let op de servicepanelen NIET te verwisselen tussen verschillende modellen.

4.2.1 Identificatielabel: Buitenunit

Plaats
Uitgebreide handleiding voor de installateur
8
Modelidentificatie Voorbeeld: R Z A G 140 N7 V1 B [*]
RZAG71~140N7V1+Y1
Sky Air Alpha-series
4P573381-1 – 2019.04
Page 9
Voorbereiding
b
a
c
df e
(mm)
1500
1500
1000≥1000
1000≥1000
Code Verklaring
R Luchtgekoelde split-buitenunit Z Inverter A Koelmiddel R32 G Topsegment-reeks 71~140 Capaciteitsklasse N7 Modelreeks V1 Elektrische voeding: 1~, 220~240 V, 50 Hz Y1 Elektrische voeding: 3N~, 380~415 V, 50 Hz B Europese markt [*] Aanduiding kleine modelwijziging

4.3 Units en opties combineren

4.3.1 Mogelijke opties voor de buitenunit

Koelmiddelaftakset
Wanneer meerdere binnenunits op de buitenunit worden aangesloten, zijn één of meerdere koelmiddelaftaksets vereist. De combinatie van buiten- en binnenunit bepaalt het type en het aantal van de koelmiddelaftaksets.
Lay-out Modelnaam
Tweevoudig KHRQ(M)58T Drievoudig KHRQ(M)58H Dubbel tweevoudig KHRQ(M)58T (3×)
Voor meer informatie over de selectie, zie de catalogi. Voor de installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van de koelmiddelaftakset.
Bodemplaatverwarming (EKBPH140N7)
▪ Voorkomt opvriezen van de bodemplaat. ▪ Aanbevolen in streken met een lage buitentemperatuur en een
hoge vochtigheidsgraad.
▪ Voor de installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van de
bodemplaatverwarming.
Vraagadapterkit (SB.KRP58M52)
▪ Omvat de bijkomende montageplaat (EKMKSA2) ▪ Kan worden gebruikt voor het volgende:
▪ Geluidsarm: Verlaagt het bedrijfsgeluid van de buitenunit. ▪ I-demand-functie: Beperkt het stroomverbruik van het systeem
(bijvoorbeeld budgetcontrole, beperking stroomverbruik op piekmomenten, …).
▪ Voor de installatie-instructies, zie de installatiehandleiding van de
vraagadapterkit.

5.2 Installatieplaats voorbereiden

Installeer de unit NIET op een plaats die vaak als werkplaats wordt gebruikt. Wanneer bouwwerken (bijv. slijpwerk) worden uitgevoerd waarbij veel stof wordt geproduceerd, MOET de unit worden afgedekt.
Kies een installatieplaats met voldoende ruimte om de unit in en uit de site te kunnen dragen.
WAARSCHUWING
Het toestel wordt opgeslagen in een ruimte zonder ontstekingsbronnen die voortdurend branden (bijvoorbeeld: open vuur, een draaiend gastoestel of een draaiende elektrische verwarming).

5.2.1 Vereisten inzake de plaats waar de buitenunit geïnstalleerd wordt

INFORMATIE
Lees ook de volgende vereisten:
▪ Algemene vereisten voor de installatieplaats. Zie het
hoofdstuk "Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de veiligheid".
▪ Vereisten voor de serviceruimte. Zie het hoofdstuk
"Technische gegevens".
▪ Vereisten koelmiddelleiding (lengte, hoogteverschil).
Zie verder in dit hoofdstuk "Voorbereiding".
VOORZICHTIG
Toestel niet toegankelijk voor iedereen; installeer het op een beveiligde plaats die niet voor iedereen toegankelijk is.
Deze units, binnen- en buitenunit, zijn zowel geschikt voor commerciële als kleinindustriële toepassingen.
OPMERKING
De in deze handleiding beschreven apparatuur kan elektronische ruis veroorzaken afkomstig van radiofrequentie-energie. De apparatuur voldoet aan specificaties die een redelijke bescherming moeten bieden tegen dergelijke interferentie. De garantie dat in een specifieke installatie geen interferentie zal optreden, kan echter niet worden gegeven.
Het is dan ook aan te raden de apparatuur en elektrische draden op een gepaste afstand van stereotoestellen, pc's, enz. te installeren.

5 Voorbereiding

5.1 Overzicht: Voorbereiding

In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet weten alvorens u ter plaatse gaat.
Het bevat informatie over: ▪ Installatieplaats voorbereiden ▪ Koelmiddelleiding voorbereiden ▪ Elektrische bedrading voorbereiden
RZAG71~140N7V1+Y1 Sky Air Alpha-series 4P573381-1 – 2019.04
a Aardlekbeveiliging b Zekering c Buitenunit d Binnenunit e Gebruikersinterface
f Pc of radio
▪ In plaatsen met een slechte ontvangst, moet de afstand 3m of
meer bedragen om elektromagnetische storingen van andere apparatuur te voorkomen en moeten de voedings- en transmissieleidingen in kabelbuizen liggen.
▪ Kies een plaats waar de unit zoveel mogelijk uit de regen staat.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
9
Page 10
Voorbereiding
b
c
a
a
b
c
d
c
d
a
b
c
b
a
b
c
c
d
▪ Zorg ervoor dat ingeval van een waterlek, het water geen schade
kan veroorzaken aan de installatieruimte en de omgeving.
▪ Kies een plaats waar de warme/koude lucht uit de unit of het
lawaai ervan NIEMAND stoort.
▪ De lamellen van de warmtewisselaar zijn scherp en kunnen
iemand verwonden. Kies een installatieplaats waar er geen risico is dat iemand zich kan verwonden (in het bijzonder in omgevingen
waar kinderen spelen). Installeer de unit NIET in een van de volgende plaatsen: ▪ Geluidsgevoelige zones (zoals naast een slaapkamer), zodat het
geproduceerd geluid in bedrijf geen overlast veroorzaakt.
Opmerking: Als het geproduceerd geluid in reële omstandigheden
wordt gemeten, kan de gemeten waarde omwille van
omgevingsgeluiden en geluidsreflecties groter zijn dan het in de
specificaties onder Geluidspectrum vermeld geluidsdrukniveau.
INFORMATIE
Het geluidsdrukniveau is lager dan 70dBA.
▪ Plaatsen met nevels van mineraalolie, oliespray of dampen in de
lucht. Plastic onderdelen kunnen worden aangetast en van het
toestel vallen of waterlekken veroorzaken. Het is NIET aangewezen de unit op de volgende plaatsen te
installeren, omdat deze plaatsen de levensduur van de unit kunnen verkorten:
▪ Waar de spanning veel schommelt ▪ In voertuigen of schepen ▪ In de aanwezigheid van zuur- of alkalinedampen Installatie aan de kust. Zorg ervoor dat de buitenunit NIET
rechtstreeks aan zeewind wordt blootgesteld. Dit om corrosie door het hoge zoutgehalte van de lucht te voorkomen (kan de levensduur van de unit verkorten).
Installeer de buitenunit uit rechtstreekse zeewind. Voorbeeld: Achter het gebouw.
Hevige wind (≥18km/u) die tegen de luchtuitlaat van de buitenunit blaast, veroorzaakt kortsluiting (luchtaanzuiging of -uitblaas). Dit kan de volgende gevolgen met zich meebrengen:
▪ een vermindering van de capaciteit in bedrijf; ▪ een snellere en meer regelmatige ijsvorming tijdens het
verwarmen; ▪ stilvallen door een te lage of een te hoge druk; ▪ een gebroken ventilator (als hevige wind constant tegen de
ventilator blaast, kan deze beginnen zeer snel te draaien en na
een tijdje breken). Er wordt geadviseerd een stootplaat te monteren wanneer de
luchtuitlaat aan wind blootgesteld is. Installeer bij voorkeur de buitenunit met de luchtinlaat naar de muur
gericht en NIET rechtstreeks aan wind blootgesteld.
a Geleideplaat b Belangrijkste windrichting c Luchtuitlaat
5.2.2 Bijkomende vereisten inzake de
installatieplaats van de buitenunit in koude klimaten
Bescherm de buitenunit tegen directe sneeuwval en zorg ervoor dat de buitenunit NOOIT ingesneeuwd raakt.
Installeer een afscherming tegen de wind als de buitenunit aan rechtstreekse zeewind wordt blootgesteld.
▪ Hoogte van afscherming tegen wind≥1,5×hoogte van buitenunit ▪ Let bij de installatie van de afscherming tegen de wind op de
vereisten inzake de serviceruimte.
a Zeewind b Gebouw c Buitenunit d Afscherming tegen wind
Uitgebreide handleiding voor de installateur
10
a Afdakje tegen de sneeuw b Voetstuk (minimale hoogte=150mm) c Belangrijkste windrichting d Luchtuitlaat
Er kan zich sneeuw ophopen en bevriezen tussen de warmtewisselaar en de behuizing van de unit. Hierdoor kan de unit minder efficiënt werken. Zie "6.3.5 Afvoer voorzien"op pagina14 voor instructies om dit te voorkomen (na de montage van de unit).
RZAG71~140N7V1+Y1
Sky Air Alpha-series
4P573381-1 – 2019.04
Page 11
Voorbereiding
H1
L1
H1
H2
L1
L2
L3
L2
L3
L4
H1
H2
L1
H1
H2
L1
L2
L3
L4
L5
L6
L7
t
Ø

5.3 De koelmiddelleidingen voorbereiden

5.3.1 Vereisten voor de koelmiddelleidingen

INFORMATIE
Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten in hoofdstuk “Algemene veiligheidsmaatregelen”.
Let op de volgende punten wanneer meerdere binnenunits op de buitenunit worden aangesloten:
Koelmiddelaftakset Eén of meerdere koelmiddelaftaksets zijn
vereist. Zie "4.3.1Mogelijke opties voor de
buitenunit"op pagina9.
Leiding naar omhoog en naar omlaag
Afgetakte leidingen ▪ Installeer de aftakleidingen horizontaal
OPMERKING
De leidingen en andere drukvoerende delen moeten geschikt zijn voor koelmiddel. Gebruik met fosforzuur gedeoxideerde, naadloze koperen leidingen voor koelmiddel.
▪ Vreemde stoffen in de leidingen, waaronder oliën die tijdens de
fabricage worden gebruikt, mogen niet meer dan 30 mg/10 m bedragen.
Definities: L1~L7, H1, H2
Paar
Leidingen naar omhoog en naar omlaag zijn alleen toegelaten bij de hoofdleiding (L1).
(met een maximale helling van 15°) of verticaal.
▪ Houd de afgetakte leidingen naar de
binnenunits zo kort mogelijk.
▪ Probeer de lengte van de afgetakte
leidingen naar de binnenunits gelijk te houden.
(a)
Tweevoudig
(a)
(a) Ga ervan uit dat de langste lijn in de afbeelding
overeenkomt met de langste leiding, en de hoogste unit in de afbeelding met de hoogste unit.
L1 Hoofdleiding
L2~L7 Afgetakte leiding
H1 Hoogteverschil tussen de hoogste binnenunit en de
buitenunit
H2 Hoogteverschil tussen de hoogste en de laagste binnenunit
Koelmiddelaftakset
Materiaal koelmiddelleidingen
Materiaal leidingen: Met fosforzuur gedeoxideerd naadloos
koper. ▪ Flareverbindingen: Gebruik alleen gegloeide leidingen. ▪ Hardingsgraad en dikte leidingen:
Buitendiameter
Hardingsgraad Dikte (t)
(a)
(Ø)
6,4mm (1/4")
Gegloeid (O) ≥0,8mm 9,5mm (3/8") 12,7mm (1/2")
15,9mm (5/8") Gegloeid (O) ≥1,0mm 19,1mm (3/4") Halfhard (1/2H)
(a) Afhankelijk van de toepasselijke wetgeving en de maximale
bedrijfsdruk van de unit (zie "PS High" op het naamplaatje van de unit), zijn mogelijk dikkere leidingen vereist.
Diameter koelmiddelleidingen
De diameter van de koelmiddelleiding moet voldoen aan de volgende punten:
Leiding Diameter
L1 (paar, tweevoudig, drievoudig, dubbel tweevoudig)
L2,L3 (tweevoudig) L2~L4 (drievoudig) L4~L7 (dubbel tweevoudig)
L2,L3 (dubbel tweevoudig) Vloeistofleiding: Ø9,5mm
Zie hieronder.
Gebruik dezelfde diameters als die van de aansluitingen (vloeistof, gas) op de binnenunits.
Gasleiding: Ø15,9mm
Drievoudig
(a)
Dubbel tweevoudig
(a)
Lengte koelmiddelleiding en hoogteverschil
De leidinglengten en hoogteverschillen moeten voldoen aan de volgende vereisten:
RZAG71~140N7V1+Y1 Sky Air Alpha-series 4P573381-1 – 2019.04
L1 (paar, tweevoudig, drievoudig, dubbel tweevoudig):
Oud
(a)
/
(b)
L1
vloeistofleidin
g
L1 gasleiding
Model Nieuw
RZAG71 Verkleind Ø6,4mm Ø12,7mm
Standaard Ø9,5mm Ø15,9mm Vergroot Ø12,7mm
RZAG100~140 Verkleind Ø6,4mm
Standaard Ø9,5mm Ø15,9mm Vergroot Ø12,7mm Ø19,1mm
(a) Nieuwe leidingen moeten dezelfde diameter hebben als
de aansluitingen op de buitenunits (d.w.z. standaard diameters voor vloeistof- en gasleidingen).
(b) Wanneer u oude leidingen hergebruikt, mogen grotere
of kleinere diameters worden gebruikt, maar in dat geval kan de capaciteit afnemen, en gelden strengere vereisten inzake de leidinglengte. Beoordeel deze beperkingen t.o.v. de volledige installatie.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
11
Page 12
Voorbereiding
L2
L3
L4
H1
H2
L1
Vereiste Limiet
71 100 125+140
1 Minimale totale leidinglengte in één
richting
2 Maximale totale leidinglengte in één
richting
3 Maximaal toegestane leidinglengte Paar: Nvt
4 Maximale lengte aftakleiding Paar: Nvt 10m
5 Maximaal verschil tussen aftaklengten Paar: Nvt
6 Maximaal hoogteverschil tussen binnen-
en buitenunits
7 Maximaal hoogteverschil tussen
binnenunits
(a) Het getal tussen haakjes geeft de overeenkomstige lengte aan.
Voorbeeld
Als de systeemlay-out als volgt is… Dan zijn de vereisten…
▪ RZAG125 ▪ Triple:
Paar: Limiet≤L1 Twin: Limiet≤L1+L3 Triple: Limiet≤L1+L4 Dubbel twin: Limiet≤L1+L3+L7
Paar: L1≤Limiet Ø verkleind 10m (10m)
(a)
(a)
(a)
(a)
Twin en triple: L1+L2≤Limiet
Dubbel twin:
Ø standaard 55m (75m) Ø vergroot 25m (35m) Ø verkleind 10m (15m) Ø standaard 55m (75m) Ø vergroot 25m (35m)
L1+L2+L4≤Limiet
Twin: L1+L2+L3≤Limiet 65m 85m Triple: L1+L2+L3+L4≤Limiet 85m Dubbel twin: L1+L2+L3+L4+L5+L6+L7≤Limiet 85m
Twin en triple: L2≤Limiet Dubbel twin: L2+L4≤Limiet
Twin: L2–L3≤Limiet 10m Triple: L2–L4≤Limiet 10m Dubbel twin:
10m ▪ L2–L3≤Limiet ▪ L4–L5≤Limiet ▪ L6–L7≤Limiet ▪ (L2+L4)–(L3+L7)≤Limiet
Paar, twin, triple, dubbel twin: H1≤Limiet 30m
Paar: Nvt
0,5m
Twin, triple en dubbel twin: H2≤Limiet
1 3m≤L1+L4 2 L1+L2≤85m (100m) 3 L1+L2+L3+L4≤85m 4 L2≤20m 5 L2–L4≤10m 6 H1≤30m 7 H2≤0,5m
3m
(a)
85m (100m)
35m (45m)
(a)
85m (100m)
35m (45m)
20m
(a)
(a)
(a)
(a)
▪ Østandaard

5.3.2 De koelleidingen isoleren

▪ Neem polyethyleenschuim als isolatiemateriaal:
▪ met een warmteoverdrachtsfactor begrepen tussen 0,041 en
0,052W/mK (0,035 en 0,045kcal/mh°C)
▪ bestand tegen minstens 120°C
▪ Isolatiedikte
Omgevingstemperat
uur
≤30°C 75% tot 80% RV 15mm >30°C ≥80% RV 20mm
Uitgebreide handleiding voor de installateur
12
Vochtigheid Minimumdikte

5.4 De elektrische bedrading voorbereiden

5.4.1 Over het voorbereiden van de elektrische bedrading

INFORMATIE
Lees tevens de voorzorgsmaatregelen en vereisten in hoofdstuk “Algemene veiligheidsmaatregelen”.
RZAG71~140N7V1+Y1
Sky Air Alpha-series
4P573381-1 – 2019.04
Page 13
Installatie
1
3
2
(4)
INFORMATIE
Lees ook "6.7.5 Specificaties van standaard
bedradingscomponenten"op pagina24.
WAARSCHUWING
▪ Als de voeding een ontbrekende of een verkeerde
nulfase heeft, Kan de apparatuur defect raken.
▪ Sluit correct op de aarde aan. Aard de unit NIET via
een nutsleiding, een piekspanningsbeveiliging of de aarding van de telefoon. Een onvolledige aarding kan
elektrische schokken veroorzaken. ▪ Plaats de vereiste zekeringen of stroomonderbrekers. ▪ Bevestig de elektrische bedrading met kabelbinders,
zodat deze NIET in contact kan komen met scherpe
randen of buizen, vooral langs de hogedrukzijde. ▪ Gebruik GEEN draden met tape, geen gevlochten
geleiders, geen verlengkabels en geen aansluitingen
van een sterinstallatie. Deze kunnen zorgen voor
oververhitting of elektrische schokken of brand
veroorzaken. ▪ Installeer GEEN fasecompensatiecondensator, omdat
deze unit een inverter bevat. Een
fasecompensatiecondensator vermindert de prestaties
en kan ongevallen veroorzaken.
WAARSCHUWING
▪ Al de bedrading MOET door een erkende elektricien
uitgevoerd worden en MOET voldoen aan de geldende
wetgeving. ▪ Maak elektrische verbindingen op de bevestigde
bedrading. ▪ Alle op de site geleverde componenten en alle
elektrische constructies MOETEN voldoen aan de
geldende wetgeving.
INFORMATIE
Voor de installatie van de binnenunit (binnenunit monteren, koelmiddelleiding aansluiten op de binnenunit, elektrische bedrading aansluiten op de binnenunit …), zie de montagehandleiding van de binnenunit.

6.2 De units openen

6.2.1 Over het openen van de units

Soms moet u de unit openen. Voorbeeld: ▪ Bij het aansluiten van de koelmiddelleidingen ▪ Wanneer u de elektrische bedrading moet aansluiten ▪ Wanneer u onderhoudswerkzaamheden op de unit moet uitvoeren
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
Laat de unit NIET onbewaakt achter wanneer het servicedeksel verwijderd is.

6.2.2 De buitenunit openen

GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
WAARSCHUWING
Gebruik ALTIJD een meeraderige kabel als stroomtoevoerkabel.

6 Installatie

6.1 Overzicht: Installatie

In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u ter plaatse moet doen en weten om het systeem te installeren.
Typische werkstroom
Een typische installatie bestaat uit de volgende stappen: ▪ De buitenunit monteren. ▪ De binnenunits monteren. ▪ De koelmiddelleiding aansluiten. ▪ De koelmiddelleiding controleren. ▪ Koelmiddel bijvullen. ▪ De elektrische bedrading aansluiten. ▪ De installatie van de buitenunit voltooien. ▪ De installatie van de binnenunit voltooien.

6.3 De buitenunit monteren

6.3.1 Over de montage van de buitenunit

Typische werkstroom
Een typische montage van de buitenunit bestaat uit de volgende stappen:
1 De installatiestructuur voorzien. 2 De buitenunit installeren. 3 Afvoer voorzien. 4 Ervoor zorgen dat de unit niet kan omvallen. 5 De unit beschermen tegen sneeuw en wind door een afdak
tegen de sneeuw en geleideplaten. Zie "De installatieplaats voorbereiden" in "5Voorbereiding"op pagina9.
RZAG71~140N7V1+Y1 Sky Air Alpha-series 4P573381-1 – 2019.04
Uitgebreide handleiding voor de installateur
13
Page 14
Installatie
(mm)
>150
758
485
(480-490)
4× M12
a
20
a
4× M12
≥150 mm

6.3.2 Voorzorgsmaatregelen bij de montage van de buitenunit

INFORMATIE
Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken:
▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid
▪ Voorbereiding

6.3.3 De installatiestructuur voorzien

Controleer de stevigheid en het vlak zijn van de grond waarop de unit geïnstalleerd zal worden, zodat deze niet gaat trillen of lawaai maken wanneer ze in bedrijf is.
Maak de unit stevig vast met ankerbouten zoals aangegeven op het schema van de fundering.
Leg 4 sets met ankerbouten, moeren en vulringen klaar (lokaal te voorzien):

6.3.4 De buitenunit installeren

6.3.5 Afvoer voorzien

▪ Controleer of het condenswater goed kan worden afgevoerd. ▪ Plaats de unit op een sokkel om een goede afvoer te hebben,
zodat ijs zich niet kan ophopen.
▪ Voorzie een waterafvoerkanaal rond de fundering om overtollig
water rond de unit af te voeren.
▪ Vermijd dat het afgevoerd water over het voetpad vloeit zodat het
voetpad NIET glad wordt bij vriestemperaturen.
▪ Indien u de unit op een frame installeert, plaats dan een
waterdichte plaat op maximum 150mm van de onderkant van de unit om te verhinderen dat water in de unit kan binnendringen en afgevoerd water zou druppelen (zie de volgende afbeelding).
a Blokkeer de afvoeropeningen van de bodemplaat van de
unit niet.
INFORMATIE
De aanbevolen hoogte van het bovenste uitstekend deel van de bouten bedraagt 20mm.
OPMERKING
Maak de buitenunit vast aan de funderingsbouten met moeren met plastic vulringen (a). Als de coating op het bevestigingsdeel weg is, kan het metaal gemakkelijk gaan roesten.
INFORMATIE
Indien nodig kunt u een lekbak (lokaal te voorzien) gebruiken om druppelend afvoerwater te voorkomen.
OPMERKING
Als de unit NIET volledig waterpas kan worden geïnstalleerd, moet ze altijd aflopen naar de achterkant van de unit. Dit om verzekerd te zijn van een goede afvoer.
OPMERKING
Als de afvoeropeningen van de buitenunit geblokkeerd worden door een installatiebasis of het oppervlak van de vloer, moet u de unit hoger plaatsen zodat er een vrije ruimte van meer dan 150mm onder de buitenunit ontstaat.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
14
RZAG71~140N7V1+Y1
Sky Air Alpha-series
4P573381-1 – 2019.04
Page 15
Installatie
A
134 206758
43 48
288
451
613
776
408
414
349
214
111
(480~490)
107
B
B
C D
=
E
a
Afvoeropeningen (afmetingen in mm)
A Afvoerzijde B Afstand tussen ankerpunten C Onderste frame D Afvoeropeningen
E Uitbreekopening voor sneeuw
Sneeuw
In koude streken kan er zich sneeuw ophopen en bevriezen tussen de warmtewisselaar en de behuizing van de unit. Hierdoor kan de unit minder efficiënt werken. Om dit te voorkomen:
1 Verwijder de balkstructuur (zie afbeelding hieronder).
INFORMATIE
Bij installatie in een koud klimaat bevelen wij aan de optionele bodemplaatverwarming (EKBPH140N7) te installeren.

6.3.6 Ervoor zorgen dat de buitenunit niet kan omvallen

Wanneer de unit staat waar hevige windstoten de unit kunnen doen overhellen, neem dan de volgende maatregelen:
1 Maak 2kabels klaar zoals getoond op de volgende afbeelding
(ter plaatse te voorzien).
2 Leg de 2kabels over de buitenunit. 3 Steek een stuk rubber tussen de kabels en de buitenunit zodat
de kabels de verf niet kunnen beschadigen (ter plaatse te voorzien).
4 Maak de uiteinden van de kabels vast en span de kabels op.

6.4 De koelmiddelleiding aansluiten

6.4.1 Over het aansluiten van de koelmiddelleidingen

Alvorens de koelmiddelleidingen aan te sluiten
Controleer of de buitenunit en binnenunit gemonteerd zijn.
2 Sla de uitbreekopening (a) uit door met een platte
schroevendraaier en een hamer op de bevestigingspunten te tikken.
3 Verwijder de bramen en breng reparatieverf aan op de randen
en de delen rond de randen om roestvorming te voorkomen.
OPMERKING
Voorzorgsmaatregelen bij het uitslaan van de uitbreekopeningen:
▪ Let op dat u de behuizing en de leidingen eronder niet
beschadigt.
▪ Na het uitslaan van de uitbreekopeningen, verwijdert u
best de bramen en brengt u reparatieverf aan op de
RZAG71~140N7V1+Y1 Sky Air Alpha-series 4P573381-1 – 2019.04
randen en de delen rond de randen om roestvorming te voorkomen.
▪ Omwikkel de elektrische bedrading met beschermtape
om beschadiging bij het doorvoeren door de uitbreekopeningen te voorkomen.
Typische werkstroom
De koelmiddelleiding aansluiten betekent: ▪ De koelmiddelleiding op de buitenunit aansluiten ▪ De koelmiddelleiding op de binnenunit aansluiten ▪ De koelmiddelleiding isoleren ▪ Houd rekening met de richtlijnen voor:
▪ Buigen van leidingen ▪ Leidinguiteinden optrompen ▪ Soldeersel ▪ Gebruik van de afsluiters

6.4.2 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van koelmiddelleidingen

INFORMATIE
Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken:
▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid
▪ Voorbereiding
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
Uitgebreide handleiding voor de installateur
15
Page 16
Installatie
a
b
c
d
R=
0.4~0.8
±2
45°
90°
±2
A
a b
A
VOORZICHTIG
▪ Gebruik GEEN minerale olie op het verbreed uiteinde
van de koelmiddelleiding.
▪ Installeer NOOIT een droger op deze unit om zijn
levensduur te kunnen garanderen. Het droogmateriaal kan oplossen en het systeem beschadigen.
OPMERKING
Houd rekening met de volgende voorzorgen met betrekking tot de koelmiddelleiding:
▪ Zorg ervoor dat nooit ander koelmiddel dan het
aangewezen koelmiddel in de koelmiddelcyclus vermengd wordt (bijv. lucht).
▪ Gebruik uitsluitend R32 wanneer u koelmiddel moet
bijvullen.
▪ Gebruik uitsluitend installatiegereedschap (bijv.
manometers voor het verdeelstuk) dat enkel en alleen voor R32-installaties bedoeld is, zodat het de druk kan weerstaan en er geen vreemde stoffen (zoals minerale oliën en vocht) in het systeem kunnen terechtkomen.
▪ De leiding dient zo gemonteerd te worden dat haar
verbreed uiteinde NIET aan mechanische spanningen onderhevig is.
▪ Bescherm de leiding zoals beschreven in de volgende
tabel om te vermijden dat vuil, vloeistof of stof in de leiding terecht zou komen.
▪ Wees voorzichtig wanneer u koperbuizen doorheen
muren schuift (zie afbeelding hieronder).
Toestel Installatieperiode Beschermingsmeth
Buitenunit >1maand De leiding
dichtknijpen
<1maand De leiding
Binnenunit Ongeacht de periode
dichtknijpen of met kleefband afdichten
ode
▪ Gebruik ALTIJD samen een moersleutel en een momentsleutel
om deze moer aan te halen wanneer u de leiding aansluit. Op die manier zal de moer niet scheuren en lekken.
a Momentsleutel b Moersleutel c Leidingverbinding d Flaremoer
Leidingmaat
(mm)
Aanhaalmome
nt (N•m)
Flareafmetinge
n (A) (mm)
Flarevorm
(mm)
Ø9,5 33~39 12,8~13,2
Ø15,9 63~75 19,3~19,7

6.4.4 Richtlijnen voor het buigen van leidingen

Gebruik een buisbuiger om bochten te maken. Alle buisbochten moeten zo zacht mogelijk zijn (de bochtstraal moet 30~40 mm bedragen of meer zelfs).

6.4.5 Het uiteinde van een buis verbreden

VOORZICHTIG
▪ Een onvolledige verbreding kan lekken van koelgas
veroorzaken.
▪ Gebruik getrompte buizen NIET opnieuw. Gebruik
nieuwe getrompte buizen om ervoor te zorgen dat geen koelgas kan lekken.
▪ Gebruik de getrompte moeren die bij de unit werden
meegeleverd. Andere getrompte moeren gebruiken kan koelgaslekken veroorzaken.
1 Snijd het uiteinde van de leiding af met een pijpensnijder. 2 Verwijder de bramen en houd daarbij het afgesneden vlak naar
beneden zodat er GEEN bramen in de leiding kunnen komen.
6.4.3 Richtlijnen bij het aansluiten van
Houd rekening met de volgende richtlijnen wanneer u leidingen aansluit:
▪ Bestrijk de binnenkant van de verbreding met etherolie of esterolie
wanneer u een flaremoer aansluit. Draai eerst 3 of 4 toeren met de hand vast vooraleer stevig vast te draaien.
▪ Gebruik ALTIJD 2 sleutels tezamen om een flaremoer los te
draaien.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
16
INFORMATIE
Open de afsluiter van het koelmiddel NIET vooraleer de koelmiddelleiding gecontroleerd te hebben. Wanneer u koelmiddel moet bijvullen, wordt geadviseerd de afsluiter van het koelmiddel te openen vooraleer bij te vullen.
koelmiddelleidingen
a Snijd precies in rechte hoeken af. b Verwijder de bramen.
3 Verwijder de flaremoer van de afsluiter en zet de flaremoer op
de leiding.
4 Verbreed de leiding. Verbreed exact op de plaats zoals getoond
op de volgende afbeelding.
Flaregereedschap
voor R32
(koppelingstype)
Conventioneel flaregereedschap
Koppelingstype
(Ridgid-type)
Vleugelmoertype
(Imperial-type)
A 0~0,5mm 1,0~1,5mm 1,5~2,0mm
5 Controleer of de verbreding goed werd uitgevoerd.
RZAG71~140N7V1+Y1
Sky Air Alpha-series
4P573381-1 – 2019.04
Page 17
a b
c
a De binnenkant van de verbreding mag GEEN gebreken
a b c d e
f
f
c
d
a
b
a
b
vertonen.
b Het uiteinde van de leiding MOET gelijkmatig en in een
perfecte cirkel verbreed zijn.
c Controleer of de flaremoer is aangebracht.

6.4.6 Het uiteinde van een buis solderen

De binnenunit en de buitenunit hebben getrompte verbindingen. Verbind beide uiteinden zonder te solderen. Indien solderen nodig zou zijn, houd dan rekening met het volgende:
▪ Tijdens het solderen, blaas stikstof erdoorheen om te beletten dat
er zich een grote geoxideerde film zouden vormen langs de binnenzijde van de buizen. Deze film heeft een negatief effect op de kleppen en compressoren in het koelsysteem en zorgt dat de installatie slecht gaat werken.
▪ Stel met de drukregelaar de stikstofdruk in op 20kPa (0,2 bar)
(juist genoeg opdat dit op de huid voelbaar is).
Installatie
▪ Oefen GEEN overmatige kracht uit op de klepsteel. Anders kan de
afsluiter afbreken.
▪ Houd de afsluiter ALTIJD vast met een moersleutel, en draai dan
de flaremoer los of vast met een momentsleutel. Zet de moersleutel NIET op het steeldeksel, aangezien dit een koelmiddellek kan veroorzaken.
a Moersleutel b Momentsleutel
▪ Wanneer een lage bedrijfsdruk wordt verwacht (bijvoorbeeld bij
koelen bij lage buitentemperaturen), moet u de flaremoer in de afsluiter op de gasleiding voldoende afdichten met siliconen om bevriezing te voorkomen.
Siliconen afdichtmiddel; zorg ervoor dat alles goed afgedicht is.
a Koelmiddelleiding
b Te solderen deel
c Kleefband
d Handmatige klep
e Drukregelaar
f Stikstof
▪ Gebruik GEEN antioxidanten om de buizen samen te solderen.
Door resten kunnen leidingen verstopt raken en kan uitrusting stuk gaan.
▪ Gebruik GEEN vloeimiddel wanneer u koelmiddelleidingen koper
op koper soldeert. Gebruik fosfor-kopersoldeervulstof (BCuP), zodat er geen vloeimiddel nodig is. Vloeimiddel heeft een zeer schadelijke invloed op koelmiddelleidingsystemen. Als u bijvoorbeeld vloeimiddel op chloorbasis gebruikt, dan gaan leidingen corroderen. En als het vloeimiddel fluor bevat, dan zal dat de koelmiddelolie aantasten.
▪ Bescherm omliggende oppervlakken (bijv. isolatieschuim) tijdens
het solderen altijd tegen de hitte.

6.4.7 Gebruik van de afsluiter en servicepoort

Omgaan met de afsluiter
Houd rekening met de volgende richtlijnen: ▪ De afsluiters zijn gesloten in de fabriek. ▪ In de afbeelding hierna ziet u de onderdelen van de afsluiter die u
nodig hebt wanneer u de klep gebruikt.
De afsluiter openen/sluiten
1 Verwijder het deksel van de afsluiter. 2 Steek een zeskantsleutel (vloeistofzijde: 4mm, gaszijde: 6mm)
in de klepsteel en draai de klepsteel:
Linksom om te openen. Rechtsom om te sluiten.
3 Stop met draaien zodra de afsluiter NIET meer verder draait. 4 Installeer het deksel van de afsluiter.
Gevolg: De klep is nu open/dicht.
Omgaan met de steeldop
▪ Het steeldeksel is verzegeld op de plaats die door de pijl wordt
aangegeven. Beschadig dit NIET.
▪ Draai na gebruik van de afsluiter het steeldeksel goed vast en
controleer op koelmiddellekken.
Onderdeel Aanhaalmoment (N∙m)
Steeldop, vloeistofzijde 13,5~16,5 Steeldop, gaszijde 22,5~27,5
a Servicepoort en servicepoortdeksel
b Klepsteel
c Aansluiting lokale leiding
d Steeldeksel
▪ Houd beide afsluiters open tijdens de werking.
RZAG71~140N7V1+Y1 Sky Air Alpha-series 4P573381-1 – 2019.04
Omgaan met de servicedop
▪ Gebruik ALTIJD een vulslang met een drukpen omdat de
servicepoort een Schrader-ventiel is.
▪ Draai na gebruik van de servicepoort het deksel van de
servicepoort vast en controleer op koelmiddellekken.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
17
Page 18
Installatie
a
c
b
d
d
a
d
b
c
b b bb
a
a
a
b
b
a
c
d
f
e
a
Item Aanhaalmoment (N∙m)
Dop van de onderhoudspoort 11,5~13,9

6.4.8 Koelmiddelleiding op buitenunit aansluiten

Leidinglengte. Houd de lokale leidingen zo kort mogelijk. ▪ Bescherming leidingen. Bescherm de lokale leidingen tegen
fysieke schade.
1 Doe het volgende:
▪ Verwijder het servicedeksel (a) met schroef (b). ▪ Verwijder de inlaatplaat van de leidingen (c) met schroeven
(d).
2 Kies de richting langs waar u de leiding wilt leggen (a, b, c of d).
▪ Sluit de vloeistofleiding (a) aan op de vloeistofafsluiter. ▪ Sluit de gasleiding (b) aan op de gasafsluiter.
4 Doe het volgende:
▪ Isoleer de vloeistofleiding (a) en de gasleiding (b). ▪ Draai thermische isolatie rond de bochten en sluit af met
plastic tape (c).
▪ Zorg ervoor dat de lokale leidingen niet in contact komen
met componenten van de compressor. ▪ Dicht de uiteinden van de isolatie af (afdichtmiddel, enz.) (d). ▪ Wikkel plastic tape (e) rond de lokale leidingen om ze te
beschermen tegen scherpe randen.
a Voorkant b Zijkant c Achterkant d Onderkant
INFORMATIE
5 Als de buitenunit hoger dan de binnenunit staat, bedek de
afsluiters (f, zie hierboven) dan met een afdichtmiddel om te voorkomen dat er condenswater van de afsluiters in de binnenunit terechtkomt.
OPMERKING
Blote leidingen kunnen condensatie veroorzaken.
6 Monteer het servicedeksel en de inlaatplaat van de leidingen. 7 Dicht alle openingen af (voorbeeld: a) om te voorkomen dat er
sneeuw of kleine dieren in het systeem terechtkomen.
▪ Sla de uitbreekopening (a) uit in de bodemplaat door
met een platte schroevendraaier en een hamer op de bevestigingspunten te tikken.
▪ Snijd eventueel de gleuven (b) uit met een metaalzaag.
OPMERKING
Voorzorgsmaatregelen bij het uitslaan van de uitbreekopeningen:
▪ Let op dat u de behuizing en de leidingen eronder niet
beschadigt.
▪ Na het uitslaan van de uitbreekopeningen, verwijdert u
OPMERKING
Blokkeer de ventilatieopeningen niet. Anders kan de lucht niet goed circuleren in de unit.
best de bramen en brengt u reparatieverf aan op de randen en de delen rond de randen om roestvorming te voorkomen.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
18
▪ Omwikkel de elektrische bedrading met beschermtape
om beschadiging bij het doorvoeren door de uitbreekopeningen te voorkomen.
3 Doe het volgende:
RZAG71~140N7V1+Y1
Sky Air Alpha-series
4P573381-1 – 2019.04
Page 19
Installatie
a
c
f
c
f
b d e h
g
i
a
b
A
B
d e
R32
R32
WAARSCHUWING
Neem gepaste maatregelen om te beletten dat de unit door kleine dieren als schuilplaats gebruikt kan worden. Kleine dieren die in contact komen met elektrische onderdelen kunnen storingen, rook of brand veroorzaken.
OPMERKING
Vergeet niet om na de installatie van de koelmiddelleiding en het vacuümdrogen de afsluiters te openen. Wanneer u het systeem probeert te gebruiken met gesloten afsluiters kan de compressor schade oplopen.

6.5.3 Koelmiddelleiding controleren: Opstelling

6.5 De koelmiddelleiding controleren

6.5.1 Over het controleren van de koelmiddelleidingen

De interne koelmiddelleiding van de buitenunit is in de fabriek getest op lekken. U moet alleen nog maar de externe koelmiddelleiding van de buitenunit controleren.
Alvorens de koelmiddelleiding te controleren
Controleer of de koelmiddelleiding is aangesloten tussen de buitenunit en de binnenunit.
Typische werkstroom
Een typische controle van de koelmiddelleiding bestaat uit de volgende stappen:
1 De koelmiddelleiding controleren op lekken. 2 Alle vocht, lucht of stikstof uit de koelmiddelleiding verwijderen
door middel van vacuümdrogen.
Als de koelmiddelleiding vocht kan bevatten (bijvoorbeeld water in de leiding), moet u eerst vacuümdrogen zoals hieronder beschreven tot alle vocht is verwijderd.

6.5.4 Op lekkages controleren

6.5.2 Voorzorgsmaatregelen bij het controleren van koelmiddelleidingen

INFORMATIE
Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken:
▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid
▪ Voorbereiding
OPMERKING
Gebruik een 2-trapsvacuümpomp met een terugslagklep die tot een meterdruk van −⁠100,7kPa (−⁠1,007bar) (5Torr absoluut) kan evacueren. Zorg ervoor dat de olie in de pomp niet in het systeem terugstroomt wanneer de pomp niet draait.
OPMERKING
Gebruik deze vacuümpomp enkel en alleen voor R32. Dezelfde pomp voor andere koelmiddelen gebruiken kan de pomp en de unit beschadigen.
OPMERKING
▪ Sluit de vacuümpomp aan op zowel de servicepoort
▪ Zorg ervoor dat de gasafsluiter en vloeistofafsluiter
van de gasafsluiter als de servicepoort van de vloeistofafsluiter voor een betere efficiëntie.
goed gesloten zijn alvorens over te gaan tot de lektest of het vacuümdrogen.
1 Vul het systeem met stikstofgas tot op een manometerdruk van
2 Test op lekkages door de bubbeltestoplossing op alle
3 Verwijder alle stikstofgas.

6.5.5 Vacuümdrogen

1 Vacumeer het systeem tot de druk op het verdeelstuk –0,1MPa
2 Wacht 4-5minuten en controleer de druk:
A Opstelling in het geval van paar B Opstelling in het geval van tweevoudig
a Manometer b Stikstof c Koelmiddel d Weegapparaat e Vacuümpomp
f Afsluiter g Hoofdleiding h Koelmiddelaftakset
i Afgetakte leiding
OPMERKING
Overtreft de maximale werkdruk van de unit NIET (zie “PS High” op het naamplaatje van de unit).
OPMERKING
Gebruik een aanbevolen bellentestoplossing van bij uw groothandelaar. Gebruik geen zeepwater want hierdoor kunnen de flaremoeren breken (zeepwater kan immers zout bevatten en zout absorbeert vocht dat kan bevriezen als de leidingen afkoelen), en bovendien kunnen de flareverbindingen erdoor gaan corroderen (want zeepwater kan ammonia bevatten dat zorgt voor een corrosief effect tussen de messing flaremoer en de koperen flare).
minstens 200 kPa (2 bar). Het is aanbevolen de druk tot 3000kPa (30bar) te verhogen om kleine lekken te vinden.
verbindingen aan te brengen.
OPMERKING
▪ Sluit de vacuümpomp aan op zowel de servicepoort
van de gasafsluiter als de servicepoort van de vloeistofafsluiter voor een betere efficiëntie.
▪ Zorg ervoor dat de gasafsluiter en vloeistofafsluiter
goed gesloten zijn alvorens over te gaan tot de lektest of het vacuümdrogen.
(–1bar) aangeeft.
Indien de druk… Dan…
Niet verandert Er zit geen vocht in het
systeem. Deze procedure is voltooid.
RZAG71~140N7V1+Y1 Sky Air Alpha-series 4P573381-1 – 2019.04
Uitgebreide handleiding voor de installateur
19
Page 20
Installatie
b
c
a
Indien de druk… Dan…
Stijgt Er zit vocht in het systeem. Ga
verder met de volgende stap.
3 Vacumeer het systeem gedurende minstens 2uur tot een druk
in het verdeelstuk van –0,1MPa (–1bar).
4 Schakel de pomp UIT en controleer de druk gedurende
minstens 1uur.
5 Indien u het beoogde vacuüm NIET kunt bereiken of het
vacuüm NIET gedurende 1 uur kunt bewaren, doe dan het volgende:
▪ Controleer opnieuw op lekkages. ▪ Vacuümdroog opnieuw.
OPMERKING
Vergeet niet om na de installatie van de koelmiddelleiding en het vacuümdrogen de afsluiters te openen. Wanneer u het systeem probeert te gebruiken met gesloten afsluiters kan de compressor schade oplopen.
INFORMATIE
Na het openen van de afsluiter is het mogelijk dat de druk in de koelmiddelleidingen NIET toeneemt. De reden hiervan kan bijv. zijn dat de expansieklep in het circuit van de buitenunit gesloten is, maar dit vormt GEEN enkel probleem voor de goede werking van de unit.

6.6 Koelmiddel bijvullen

6.6.1 Over het toevoegen van koelmiddel

De buitenunit is in de fabriek gevuld met koelmiddel, maar in sommige gevallen kan het volgende vereist zijn:
Wat Wanneer
Extra koelmiddel bijvullen Wanneer de totale lengte van de
leiding de voorgeschreven lengte overschrijdt (zie later).
Volledig opnieuw vullen met koelmiddel
Voorbeeld:
▪ Wanneer het systeem wordt
verplaatst.
▪ Na een lek.
3 Vacuümdrogen is uitgevoerd op de interne koelmiddelleiding
van de buitenunit.
OPMERKING
Vacuümdroog tevens de koelmiddelleidingen in de buitenunit vooraleer deze opnieuw te vullen.
OPMERKING
Om te vacuümdrogen of de interne koelmiddelleidingen van de buitenunit volledig opnieuw te vullen, moet de vacuümstand worden ingeschakeld (zie "Lokale instelling
vacuümstand inschakelen/uitschakelen" op pagina 22).
Hierdoor worden de vereiste kleppen in het koelmiddelcircuit geopend zodat het vacumeren of opnieuw vullen van koelmiddel correct kan worden uitgevoerd.
▪ Activeer de lokale instelling "vacuümstand" alvorens te
vacuümdrogen of opnieuw te vullen met koelmiddel.
▪ Schakel de lokale instelling "vacuümstand" uit na het
beëindigen van het vacuümdrogen of het opnieuw vullen met koelmiddel.
WAARSCHUWING
Sommige delen van het koelmiddelcircuit kunnen van andere delen worden afgesloten door componenten met een specifieke functie (bijv. kleppen). Daarom is het koelmiddelcircuit uitgerust met bijkomende servicepoorten voor vacumeren, drukontlasting of onder druk brengen van het circuit.
Zorg ervoor dat alle druk uit de unit is verwijderd wanneer moet worden gesoldeerd aan de unit. De interne druk moet worden ontlast met ALLE hieronder afgebeelde servicepoorten geopend. De plaats hangt af van het modeltype.
Plaats van servicepoorten:
Extra koelmiddel bijvullen
De externe koelmiddelleiding van de buitenunit moet worden gecontroleerd (lektest, vacuümdrogen) alvorens extra koelmiddel bij te vullen.
INFORMATIE
Afhankelijk van de units en/of de omstandigheden van de installatie, moet de elektrische bedrading aangesloten zijn alvorens u koelmiddel kunt bijvullen.
Typische workflow – extra koelmiddel bijvullen bestaat doorgaans uit de volgende stappen:
1 Bepalen of en hoeveel extra koelmiddel moet worden bijgevuld. 2 Indien nodig, extra koelmiddel bijvullen. 3 Het label voor gefluoreerde broeikasgassen invullen en
bevestigen op de binnenkant van de buitenunit.
Volledig opnieuw vullen met koelmiddel
Controleer of de volgende voorwaarden zijn vervuld alvorens volledig opnieuw te vullen met koelmiddel:
1 Alle koelmiddel is uit het systeem verwijderd. 2 De externe koelmiddelleiding van de buitenunit is gecontroleerd
(lektest, vacuümdrogen).
Uitgebreide handleiding voor de installateur
20
a Interne servicepoort b Afsluiter met servicepoort (vloeistof) c Afsluiter met servicepoort (gas)
Typische workflow – volledig opnieuw vullen met koelmiddel bestaat doorgaans uit de volgende stappen:
1 Bij te vullen hoeveelheid koelmiddel bepalen. 2 Koelmiddel bijvullen. 3 Het label voor gefluoreerde broeikasgassen invullen en
bevestigen op de binnenkant van de buitenunit.
RZAG71~140N7V1+Y1
Sky Air Alpha-series
4P573381-1 – 2019.04
Page 21
Installatie
H1
L1
H1
H2
L1
L2
L3
L2
L3
L4
H1
H2
L1
H1
H2
L1
L2
L3
L4
L5
L6
L7
L1 (m)
L1 (m)

6.6.2 Over het koelmiddel

Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen. Laat de gassen NIET vrij in de atmosfeer.
Koelmiddeltype: R32 Waarde globaal opwarmingspotentieel (GWP): 675
WAARSCHUWING: ONTVLAMBAAR MATERIAAL
Het koelmiddel in deze unit is weinig ontvlambaar.
WAARSCHUWING
Het toestel wordt opgeslagen in een ruimte zonder ontstekingsbronnen die voortdurend branden (bijvoorbeeld: open vuur, een draaiend gastoestel of een draaiende elektrische verwarming).
WAARSCHUWING
▪ Doorboor of verbrand GEEN onderdelen van de
koelmiddelcyclus.
▪ Gebruik GEEN andere schoonmaakmiddelen of
manieren om het ontdooien te versnellen dan die aanbevolen door de fabrikant.
▪ Denk eraan dat het koelmiddel in het systeem geurloos
is.
WAARSCHUWING
Het koelmiddel in de unit is weinig ontvlambaar, maar lekt normaal NIET. Als het koelmiddel in de kamer lekt en in contact komt met vuur van een brander, een verwarming of een fornuis, dan kan er brand ontstaan of kan een schadelijk gas worden gevormd.
Schakel alle verwarmingstoestellen met verbranding uit, verlucht de kamer en neem contact op met de dealer waar u de unit hebt gekocht.
Gebruik de unit NIET totdat iemand van de servicedienst heeft bevestigd dat het deel met het koelmiddellek gerepareerd is.

6.6.3 Voorzorgsmaatregelen bij het bijvullen van koelmiddel

INFORMATIE
Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken:
▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid
▪ Voorbereiding
Drievoudig
(a) Ga ervan uit dat de langste lijn in de afbeelding
L1 Hoofdleiding
L2~L7 Afgetakte leiding
H1 Hoogteverschil tussen de hoogste binnenunit en de
H2 Hoogteverschil tussen de hoogste en de laagste binnenunit
(a)
overeenkomt met de langste leiding, en de hoogste unit in de afbeelding met de hoogste unit.
buitenunit
Koelmiddelaftakset
Dubbel tweevoudig
(a)

6.6.5 Extra koelmiddel bijvullen

Bepalen hoeveel koelmiddel toegevoegd moet worden
Bepalen of extra koelmiddel vereist is
Als Dan
(L1+L2+L3+L4+L5+L6+L7)≤ lengte zonder bijvullen
Lengte zonder bijvullen= ▪ 10m (verkleining) ▪ 40m (standaard) ▪ 15m (vergroting)
(L1+L2+L3+L4+L5+L6+L7)> lengte zonder bijvullen
INFORMATIE
De leidinglengte is de langste lengte van de vloeistofleiding in één richting.
Hoeveelheid extra koelmiddel bepalen (R in kg) (in het geval van paar)
Standaard leidingmaat
U hoeft geen extra koelmiddel bij te vullen.
U moet extra koelmiddel bijvullen.
Voor latere service omcirkelt u de gekozen hoeveelheid in de tabellen hieronder.

6.6.4 Definities: L1~L7, H1, H2

(a)
Paar
RZAG71~140N7V1+Y1 Sky Air Alpha-series 4P573381-1 – 2019.04
Tweevoudig
L1: 40~50m 50~55m 55~60m 60~70m 70~80m 80~85m
0,55kg
(a)
(b)
(a)
R: 0,35kg 0,7kg
(a) Alleen voor RZAG100~140. (b) Alleen voor RZAG71.
0,7kg
(a)
1,05kg
(a)
1,4kg
(a)
1,55kg
(a)
Vergrote vloeistofleidingmaat
L1: 15~20m 20~25m 25~30m 30~35m
R: 0,35kg 0,7kg 1,05kg
(a) Alleen voor RZAG100~140.
(a)
1,4kg
(a)
Hoeveelheid extra koelmiddel bepalen (R in kg) (in het geval van tweevoudig, drievoudig en dubbel tweevoudig)
1 Bepaal G1 en G2.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
21
Page 22
Installatie
L2=7 m (Ø6.4 mm)
L3=5 m (Ø6.4 mm)
L1=45 m (Ø9.5 mm)
RZAG100
L2=20 m (Ø6.4 mm)
L3=17 m (Ø6.4 mm)
L4=17 m (Ø6.4 mm)
L1=15 m (Ø9.5 mm)
RZAG125
G1 (m) Totale lengte van <x> vloeistofleiding
x=Ø9,5mm (standaard) x=Ø12,7mm (vergroot)
G2 (m) Totale lengte van Ø6,4mm vloeistofleiding
2 Bepaal R1 en R2.
Als Dan
G1>40m
(a)
Bepaal R1 (lengte=G1−40m) R2 (lengte=G2) aan de hand van de tabel hieronder.
G1≤40m (en G1+G2>40m)
(a)
(a)
R1=0,0kg. Bepaal R (lengte=G1+G2−40m)
aan de hand van de tabel hieronder.
(a) In het geval van vergrote leiding: Vervang 40m door 15m.
In het geval van vloeistofleiding met standaard maat:
Lengte
0~10m 10~15m 15~20m 20~30m 30~40m 40~45m
R1: 0,35kg 0,7kg
0,55kg
(a)
(b)
0,7kg
(a)
1,05kg
(a)
R2: 0,2kg 0,4kg 0,4kg 0,6kg 0,8kg
(a) Alleen voor RZAG100~140. (b) Alleen voor RZAG71.
In het geval van vergrote vloeistofleiding:
Lengte
0~5m5~10m10~15m15~20m20~30m30~40m40~45
R1: 0,35kg 0,7kg 1,05kg
(a)
R2: 0,35kg 0,7kg
(a) Alleen voor RZAG100~140.
1,4kg
(a)
(a)
1,05kg
3 Bepaal de hoeveelheid extra koelmiddel: R=R1+R2.
Voorbeelden
Lay-out Hoeveelheid extra koelmiddel (R)
Geval: Tweevoudig, vloeistofleiding standaard maat
1 G1 Totaal Ø9,5=> G1=45m
G2 Totaal Ø6,4 => G2=7+5=12m
2 Geval: G1>40m
R1 Lengte=G1−40m=5m
=> R1=0,35kg
R2 Lengte=G2=12m
=> R2=0,4kg
3 R R=R1+R2=0,35+0,4=0,75kg
Geval: Drievoudig, vloeistofleiding standaard maat
1 G1 Totaal Ø9,5 => G1=15m
G2 Totaal Ø6,4 =>
G2=20+17+17=54m
2 Geval: G1≤40m (en G1+G2>40m)
R1 R1=0,0kg R2 Lengte=G1+G2−40m=15+54−40=2
9m => R2=0,6kg
3 R R=R1+R2=0,0+0,6=0,6kg
Koelmiddel bijvullen: Opstelling
Zie "6.5.3Koelmiddelleiding controleren: Opstelling"op pagina19.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
22
1,4kg
(a)
1,4kg
(a)
(a)
(a)
1,55kg
1kg
(a)
m
en
(a)
Extra koelmiddel bijvullen
WAARSCHUWING
▪ Gebruik uitsluitend R32 als koelmiddel. Andere stoffen
kunnen ontploffingen en ongelukken veroorzaken.
▪ R32 bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het heeft een
aardopwarmingsvermogen (GWP) van 675. Laat deze gassen NIET vrij in de atmosfeer.
▪ Gebruik bij het vullen van koelmiddel ALTIJD
beschermende handschoenen en een veiligheidsbril.
VOORZICHTIG
(a)
Om te voorkomen dat de compressor defect raakt, mag u NIET meer bijvullen dan de gespecificeerde hoeveelheid koelmiddel.
Voorwaarde: Controleer of de koelmiddelleiding is aangesloten en gecontroleerd (lektest en vacuümdrogen) alvorens koelmiddel bij te vullen.
1 Sluit de fles met koelmiddel aan op zowel de servicepoort van
(a)
de gasafsluiter als de servicepoort van de vloeistofafsluiter.
2 Vul de nodige hoeveelheid koelmiddel bij. 3 Open de afsluiters.
Als het systeem moet worden afgepompt (wanneer het gedemonteerd of verplaatst moet worden), zie "11.3 Afpompen"op
pagina30 voor meer informatie.

6.6.6 Volledig opnieuw vullen met koelmiddel

De hoeveelheid bepalen om opnieuw volledig te vullen
De hoeveelheid bepalen om opnieuw volledig te vullen (kg) (in het geval van een vloeistofleiding met een standaard maat)
Model Lengte (m)
(a)
3~40 40~50 50~55 55~60 60~70 70~80 80~85
RZAG71 3,2 3,55 3,75 — RZAG100 3,2 3,55 3,9 4,25 4,6 4,75 RZAG125-140 3,7 4,05 4,4 4,75 5,1 5,25
(a) Lengte=L1 (paar); L1+L2 (tweevoudig, drievoudig);
L1+L2+L4 (dubbel tweevoudig)
De hoeveelheid bepalen om opnieuw volledig te vullen (kg) (in het geval van een vergrote vloeistofleiding)
Model Lengte (m)
(a)
3~15 15~20 20~25 25~30 30~35
RZAG71 3,2 3,55 3,9 — RZAG100 3,2 3,55 3,9 4,25 4,6 RZAG125+140 3,7 4,05 4,4 4,75 5,1
(a) Lengte=L1 (paar); L1+L2 (tweevoudig, drievoudig);
L1+L2+L4 (dubbel tweevoudig)
De hoeveelheid bepalen om opnieuw volledig te vullen (kg) (in het geval van een verkleinde vloeistofleiding)
Model Lengte (m)
(a)
3~10
RZAG71+100 3,2 RZAG125+140 3,7
(a) Lengte=L1 (paar); L1+L2 (tweevoudig, drievoudig);
L1+L2+L4 (dubbel tweevoudig)
Lokale instelling vacuümstand inschakelen/ uitschakelen
Beschrijving
RZAG71~140N7V1+Y1
Sky Air Alpha-series
4P573381-1 – 2019.04
Page 23
Installatie
b
Contains fluorinated greenhouse gases
2
1
1
1
2
2
kg
tCO2eq
GWP × kg
1000
=
=
+
kg
=
kg
=
GWP: XXX
RXXX
a
f
c
d
e
Om te vacuümdrogen of de interne koelmiddelleidingen van de buitenunit volledig opnieuw te vullen, moet de vacumeerstand worden ingeschakeld. Hierdoor worden de vereiste kleppen in het koelmiddelcircuit geopend zodat het vacumeren of opnieuw vullen van koelmiddel correct kan worden uitgevoerd.
Vacumeerstand inschakelen:
Schakel de vacumeerstand in met de drukknoppen BS* op de printplaat (A1P) en let hierbij op de feedback op de 7­segmentendisplays.
Bedien de schakelaars en drukknoppen met een geïsoleerd stokje (zoals bijvoorbeeld een balpen) om te voorkomen dat u onderdelen onder stroom zou aanraken.
VOORZICHTIG
Om te voorkomen dat de compressor defect raakt, mag u NIET meer bijvullen dan de gespecificeerde hoeveelheid koelmiddel.
Voorwaarde: Het systeem moet afgepompt zijn, de externe koelmiddelleiding van de buitenunit gecontroleerd (lektest, vacuümdrogen) en vacuümdrogen van de interne koelmiddelleiding van de buitenunit uitgevoerd alvorens volledig opnieuw met koelmiddel te vullen.
1 Schakel de vacuümstand in indien dit nog niet het geval is (voor
het vacuümdrogen van de unit) (zie "Lokale instelling
vacuümstand inschakelen/uitschakelen"op pagina22)
2 Sluit de koelmiddelfles aan op de servicepoort van de
vloeistofafsluiter.
3 Open de vloeistofafsluiter.
1 Druk 5 seconden op de BS1-drukknop terwijl de unit is
ingeschakeld en niet draait. Gevolg: U komt in de instelstand, en op het 7-
segmentendisplay verschijnt '200'.
4 Vul met de volledige hoeveelheid koelmiddel. 5 Schakel de vacuümstand uit (zie "Lokale instelling
vacuümstand inschakelen/uitschakelen"op pagina22).
6 Open de gasafsluiter.
2 Druk op de BS2-knop tot u pagina 2–17 bereikt. 3 Wanneer 2–17 is bereikt, druk één keer op de BS3-knop. 4 Druk één keer op de BS2-knop om de instelling in '2' te
veranderen.

6.6.7 De label voor fluorhoudende broeikasgassen bevestigen

1 Vul het label als volgt in:
5 Druk één keer op de BS3-knop. 6 Wanneer het display niet meer knippert, druk opnieuw op de
BS3-knop om de vacuümstand in te schakelen.
Vacuümstand uitschakelen:
Gelieve de vacumeerstand na het vullen of vacumeren van de unit uit te schakelen.
7 Druk op de BS2-knop tot u pagina 2–17 bereikt. 8 Wanneer 2–17 is bereikt, druk één keer op de BS3-knop. 9 Druk op de BS2-knop om de instelling in '1’ te veranderen. 10 Druk één keer op de BS3-knop. 11 Wanneer het display niet meer knippert, druk opnieuw op de
BS3-knop om de vacumeerstand uit te schakelen.
12 Druk op de BS1-knop om de instelstand te verlaten.
Breng het deksel van de elektronische componentenkast weer aan en installeer het voorpaneel wanneer u klaar bent.
OPMERKING
Zorg ervoor dat alle buitenpanelen, behalve het servicedeksel van de kast met elektrische componenten, dicht zijn terwijl u werkzaamheden uitvoert.
Sluit het deksel van de kast met elektrische onderdelen goed voordat u de voeding inschakelt.
a Als bij de unit een meertalig label voor fluorhoudende
broeikasgassen is geleverd (zie accessoires), neemt u de gewenste taal en kleeft u ze op a.
b Koelmiddelvulling af fabriek: zie naamplaatje van de unit c Bijgevulde hoeveelheid koelmiddel d Totale hoeveelheid koelmiddel e Hoeveelheid gefluoreerde broeikasgassen van de totale
koelmiddelvulling uitgedrukt in ton CO2-equivalent.
f GWP = Globaal opwarmingspotentieel
OPMERKING De geldende wetgeving met betrekking tot gefluoreerde
broeikasgassen vereist dat de koelmiddelvulling van de
unit wordt aangegeven zowel in gewicht als in CO2­equivalent.
Formula om de hoeveelheid in CO2-equivalent te berekenen: GWP-waarde koelmiddel × totale
koelmiddelvulling [in kg] / 1000 Neem de GWP-waarde van het label voor bijvullen van
koelmiddel. Die GWP is gebaseerd op de actuele
Koelmiddel bijvullen: Opstelling
Zie "6.5.3Koelmiddelleiding controleren: Opstelling"op pagina19.
wetgeving over gefluoreerde broeikasgassen. De GWP in de handleiding is mogelijk achterhaald.
2 Breng het label aan op de binnenkant van de buitenunit. Er is
Volledig opnieuw vullen met koelmiddel
plaats voorzien voor het label op de afbeelding met het bedradingsschema.
WAARSCHUWING
▪ Gebruik uitsluitend R32 als koelmiddel. Andere stoffen
kunnen ontploffingen en ongelukken veroorzaken.
▪ R32 bevat gefluoreerde broeikasgassen. Het heeft een
aardopwarmingsvermogen (GWP) van 675. Laat deze gassen NIET vrij in de atmosfeer.
▪ Gebruik bij het vullen van koelmiddel ALTIJD
beschermende handschoenen en een veiligheidsbril.
RZAG71~140N7V1+Y1 Sky Air Alpha-series 4P573381-1 – 2019.04
Uitgebreide handleiding voor de installateur
23
Page 24
Installatie
b a
c b
c
aa
A
AA´
c b ba c
a
B
B

6.7 De elektrische bedrading aansluiten

6.7.1 Over het aansluiten van de elektrische bedrading

Typische werkstroom
De elektrische bedrading aansluiten bestaat doorgaans uit de volgende stappen:
1 Controleren of het voedingssysteem voldoet aan de elektrische
specificaties van de units. 2 De elektrische bedrading aansluiten op de buitenunit. 3 De elektrische bedrading aansluiten op de binnenunits. 4 De hoofdvoeding aansluiten.
6.7.2 Over het voldoen aan de normen inzake
elektriciteit
RZAG71~140N7V1B
De apparatuur voldoet een de norm EN/IEC61000-3-12 (Europese/ internationale technische norm die de grenzen vastlegt inzake harmonische stromen geproduceerd door apparatuur aangesloten op openbare laagspanningssystemen met een ingangsstroom >16A en ≤75A per fase).
6.7.3 Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten
van elektrische bedrading
INFORMATIE
Lees ook de voorzorgsmaatregelen en vereisten in de volgende hoofdstukken:
▪ Algemene voorzorgsmaatregelen met betrekking tot de
veiligheid
▪ Voorbereiding
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
Gebruik ALTIJD een meeraderige kabel als stroomtoevoerkabel.
VOORZICHTIG
Voorzie best een vertraging van 10 minuten voordat het alarm afgaat wanneer de temperatuur wordt overschreden als de units worden gebruikt voor toepassingen met temperatuuralarminstellingen. De unit kan verscheidene minuten stoppen tijdens de normale werking om "de unit te ontdooien" of in de "thermostaat-stop"-werking.
WAARSCHUWING
Verwissel in geen geval de stroomgeleiders L en de neutrale geleider N.

6.7.4 Richtlijnen voor het aansluiten van de elektrische bedrading

Denk aan de volgende punten: ▪ Indien gevlochten geleiders worden gebruikt, plaats een rond oog
op het uiteinde. Schuif het rond oog over de draad tot aan het bekleed gedeelte en maak het oog vast met een geschikt werktuig.
a Gevlochten geleider b Ronde krimpklem
▪ Gebruik de volgende methodes om de draden te verbinden:
Draadtype Methode
Éénaderige draad
a Éénaderige draad met open lus b Schroef c Platte sluitring
Gevlochten geleider met rond oog
a Klem b Schroef c Platte sluitring O Toegelaten X NIET toegelaten
Aanhaalmomenten
Item Aanhaalmoment (N•m)
M4 (X1M) 1,2~1,8 M4 (aarding) 1,2~1,4 M5 (X1M) 2,0~3,0 M5 (aarding) 2,4~2,9
OPMERKING
Gebruik gebogen ringvormige krimpklemmen als er weinig plaats is aan de draadklemmen.

6.7.5 Specificaties van standaard bedradingscomponenten

Voedingskabel MCA
Doorverbindingskabels Minimum kabeldoorsnede van 2,5 mm² en geschikt voor 230 V Aanbevolen lokale zekering 20A 32A 16A
Uitgebreide handleiding voor de installateur
24
Onderdeel V1 Y1
(a)
Spanningsbereik 220~240V 380~415V Fase 1~ 3N~ Frequentie 50Hz Draaddikten Moeten voldoen aan de toepasselijke wetgeving
71 100 125~140 71 100 125 140
18,8A 23,3A 28,8A 12,3A 15,4A 15,7A 15,4A
RZAG71~140N7V1+Y1
Sky Air Alpha-series
4P573381-1 – 2019.04
Page 25
Onderdeel V1 Y1
a b
c
a
d
e
1~ 50 Hz
220-240 V
3N~ 50 Hz 380-415 V
V1 Y1
L1 L2 L3
L1 L2 L3
N
b
b
a
a
a
V1
a b
d
c
Y1
a b
d
c
a
a
a
2
3
1
71 100 125~140 71 100 125 140
Aardlekschakelaar Moeten voldoen aan de toepasselijke wetgeving
(a) MCA=Minimum circuitampère. De opgegeven waarden zijn maximumwaarden (zie elektrische data van combinatie met binnenunits voor precieze
waarden).

6.7.6 De elektrische bekabeling op de buitenunit aansluiten

OPMERKING
▪ Volg het bedradingsschema (bij de unit geleverd, op de
binnenkant van het servicedeksel).
▪ Zorg ervoor dat de elektrische bedrading goed zit zodat
het servicedeksel nadien weer goed kan worden aangebracht.
1 Verwijder het servicedeksel. Zie "6.2.2 De buitenunit
openen"op pagina13.
2 Strip de isolatie (20mm) van de draden af.
a Strip de draad tot aan dit punt
b Als te veel draad wordt gestript, kan dit tot elektrische
schokken of lekkages leiden.
3 Sluit de doorverbindingskabels en de voeding als volgt aan:
Installatie
a Verbindingskabel b Voedingskabel c Aarde d Kabelbinder
4 Maak de kabels (voedingskabel en doorverbindingskabel) met
een kabelbinder vast aan de bevestigingsplaat van de afsluiter en geleid de bedrading zoals aangegeven op de afbeelding hierboven.
5 Kies een uitbreekopening en sla ze uit door met een platte
schroevendraaier en een hamer op de bevestigingspunten te tikken.
6 Geleid de bedrading door het frame en sluit ze aan op het
frame aan de uitbreekopening.
I, II, III, IV Paar, tweeweg, drieweg, dubbel tweeweg
M, S Master, slave
a Doorverbindingskabels
b Voedingskabel
c Aardlekschakelaar
d Zekering
e Gebruikersinterface
INFORMATIE
Voor sommige binnenunits is een afzonderlijke voeding vereist om de maximale vermogen te garanderen. Zie de montagehandleiding van de binnenunit.
Door het frame geleiden
Kies één van de 3 mogelijkheden:
a Voedingskabel Let op: Leg de kabel tussen de units
samen met de koelmiddelleiding. Zie
"6.8.1De installatie van de buitenunit voltooien"op pagina26.
RZAG71~140N7V1+Y1 Sky Air Alpha-series 4P573381-1 – 2019.04
Uitgebreide handleiding voor de installateur
25
Page 26
Inbedrijfstelling
a b c d e
A B
b
c
a
f
b
a
e
d
c
2
1
4
3
Aansluiten op het frame
OPMERKING
Voorzorgsmaatregelen bij het uitslaan van de uitbreekopeningen:
▪ Let op dat u de behuizing en de leidingen eronder niet
beschadigt.
▪ Na het uitslaan van de uitbreekopeningen, verwijdert u
best de bramen en brengt u reparatieverf aan op de randen en de delen rond de randen om roestvorming te voorkomen.
▪ Omwikkel de elektrische bedrading met beschermtape
om beschadiging bij het doorvoeren door de uitbreekopeningen te voorkomen.
a Uitbreekopening b Braam c Afdichting, enz.
7 Breng het servicedeksel weer aan. Zie "6.8.2 De buitenunit
sluiten"op pagina26.
8 Installeer een aardlekschakelaar en zekering op de
voedingsleiding.
Voor kabels die uit de unit komen, kan een beschermende mantelbuis worden aangebracht in de uitbreekopening.
Bescherm de kabels met plastic buizen om te voorkomen dat de rand van de uitbreekopening in de kabels snijdt wanneer u geen mantelbuis gebruikt.
A Binnenkant van de buitenunit B Buitenkant van de buitenunit a Draad b Bus c Moer d Frame e Slang

6.8 De installatie van de buitenunit voltooien

a Gasleiding b Isolatie gasleiding c Doorverbindingskabel d Vloeistofleiding e Isolatie vloeistofleiding
f Afwerkkleefband
2 Plaats het servicedeksel terug.

6.8.2 De buitenunit sluiten

6.8.3 Isolatieweerstand van de compressor controleren

OPMERKING
Als zich na de installatie koelmiddel verzamelt in de compressor, kan de isolatieweerstand over de polen afnemen, maar de machine blijft werken zo lang deze weerstand minstens 1MΩ bedraagt.
▪ Meet de isolatie met een 500V megger. ▪ Gebruik geen megger voor laagspanningscircuits.
1 Meet de isolatieweerstand over de polen.
Als Dan
≥1MΩ Isolatieweerstand is OK. Deze procedure
is voltooid.
<1MΩ Isolatieweerstand is niet OK. Ga naar de
volgende stap.
2 Schakel de voeding IN en laat ze 6uur aan.
Gevolg: De compressor warmt op en verdampt alle koelmiddel
in de compressor.
3 Meet de isolatieweerstand opnieuw.

6.8.1 De installatie van de buitenunit voltooien

7 Inbedrijfstelling

OPMERKING
Er wordt geadviseerd de koelmiddelleidingen tussen de binnen- en de buitenunit in een buis te leggen of afwerkingstape rond deze leidingen te wikkelen.
1 Isoleer en bevestig als volgt de koelmiddelleiding en de
doorverbindingskabel:
Uitgebreide handleiding voor de installateur
26

7.1 Overzicht: Inbedrijfstelling

In dit hoofdstuk wordt beschreven wat u moet doen en wat u moet weten om het systeem na de installatie in gebruik te stellen.
RZAG71~140N7V1+Y1
Sky Air Alpha-series
4P573381-1 – 2019.04
Page 27
Inbedrijfstelling
Typische werkstroom
Het in bedrijf stellen houdt typisch volgende stappen in: 1 De "Controlelijst voor de inbedrijfstelling" controleren. 2 Het systeem testen.

7.2 Voorzorgsmaatregelen bij de inbedrijfstelling

INFORMATIE
Gedurende de eerste bedrijfsperiode van de unit kan het nodige opgenomen vermogen hoger zijn dan dat vermeld op het typeplaatje van deze unit. Dit fenomeen wordt veroorzaakt door de compressor, die een continue looptijd van 50 uur nodig heeft voordat een vlotte werking en stabiel stroomverbruik wordt gerealiseerd.
OPMERKING
Vooraleer het systeem te starten MOET de unit minstens 6uur onder spanning staan. De carterverwarming moet de olie van de compressor opwarmen om niet te weinig olie te hebben en de compressor te beschadigen tijdens het opstarten.
OPMERKING
Laat de unit ALTIJD draaien met thermistoren en/of druksensoren/-schakelaars. Anders kan er brand in de compressor ontstaan.
OPMERKING
Werk de koelmiddelleiding van de unit ALTIJD volledig af voordat u de unit gebruikt. Anders raakt de compressor defect.
De buitenunit moet juist gemonteerd zijn.
De volgende lokale bedrading is uitgevoerd conform dit document en de toepasselijke wetgeving:
▪ Tussen het paneel van de lokale voeding en de
buitenunit ▪ Tussen de buitenunit en de binnenunit (master) ▪ Tussen de binnenunits
Er zijn GEEN ontbrekende fasen of omgekeerde fasen.
Het systeem is goed en op de juiste manier geaard en de aardingsklemmen zijn goed aangehaald.
De zekeringen of lokaal geïnstalleerde beveiligingen zijn overeenkomstig dit document geïnstalleerd en zijn NIET overbrugd.
De voedingsspanning komt overeen met de spanning op het identificatieplaatje van de unit.
Er zijn GEEN losse aansluitingen of verbindingen of beschadigde elektrische onderdelen in de schakelkast.
De isolatieweerstand van de compressor is OK.
Er zijn GEEN beschadigde onderdelen of buizen die tegen de binnenkant van de binnen- of buitenunit gedrukt worden.
Er zijn GEEN koelmiddellekkages.
De juiste buismaten werden geplaatst en de leidingen zijn goed en op de juiste manier geïsoleerd.
De afsluiters (gas en vloeistof) op de buitenunit staan volledig open.
OPMERKING Koelstand. Laat het systeem proefdraaien in de koelstand
om afsluiters die niet openen te detecteren. Zelfs als de gebruikersinterface was ingesteld op verwarmen, werkt de unit gedurende 2‑3 minuten in de koelstand (terwijl het verwarmingssymbool op de gebruikersinterface staat), waarna zij automatisch overschakelt naar de verwarmingsstand.
OPMERKING
Als u de unit niet kunt laten proefdraaien, zie
"7.5Foutcodes bij het proefdraaien"op pagina28.
WAARSCHUWING
Als de panelen van de binnenunits nog niet geïnstalleerd zijn, moet u de voeding na het proefdraaien uitschakelen. Schakel hiervoor het systeem UIT via de gebruikersinterface. Leg de unit NIET stil met de stroomonderbrekers.

7.3 Checklist voor de inbedrijfstelling

Controleer na de installatie van de unit eerst de hierna vermelde punten. Sluit de unit nadat alle controles zijn uitgevoerd. Start de unit nadat u ze gesloten hebt.
U leest de volledige installatie-instructies, zoals beschreven in de uitgebreide handleiding voor de installateur.
De binnenunits zijn goed geïnstalleerd.
Bij gebruik van een draadloze gebruikersinterface: Het sierpaneel van de binnenunit met infrarood ontvanger is geïnstalleerd.

7.4 Proefdraaien

Deze taak is alleen van toepassing bij gebruik van de gebruikersinterface BRC1E52 of BRC1E53. Zie de montagehandleiding of servicehandleiding van de gebruikersinterface wanneer een andere gebruikersinterface wordt gebruikt.
OPMERKING
Onderbreek het proefdraaien niet.
INFORMATIE Achtergrondverlichting. Om de unit met de
gebruikersinterface IN/UIT te schakelen, moet de achtergrondverlichting niet branden. Voor alle andere acties moet ze wel ingeschakeld zijn. De achtergrondverlichting brandt ±30seconden wanneer u op een knop drukt.
1 Voer de voorbereidende stappen uit.
# Actie
1 Verwijder het deksel en draai de klep met een
zeskantsleutel volledig linksom om de vloeistofafsluiter en de gasafsluiter te openen.
2 Sluit het servicedeksel om elektrische schokken te
voorkomen.
3 Schakel de unit minstens 6uur vóór gebruik IN; dit om
de compressor te beschermen.
4 Zet de unit in de koelstand op de gebruikersinterface.
2 Begin het proefdraaien
RZAG71~140N7V1+Y1 Sky Air Alpha-series 4P573381-1 – 2019.04
Uitgebreide handleiding voor de installateur
27
Page 28

Aan de gebruiker overhandigen

Koelen
Instellen
28°C
Terug Instelling
Service instelling lokaal 1/3
Test werking
Contact Onderhoud Lokale instellingen Vraag Minimaal verschil setpoint Groepsadres
Koelen
Terug Instelling
Test werking
Terug Instelling
Terug Instelling
Luchtdebiet/richting
Snelheid Richting
Positie 0
Laag
Terug Instelling
Terug Instelling
Luchtdebiet/richting
Snelheid Richting
Laag
Positie 0
Terug Instelling
Service instelling lokaal 1/3
Test werking
Contact Onderhoud Lokale instellingen Vraag Minimaal verschil setpoint Groepsadres
# Actie Resultaat
1 Ga naar het thuismenu.
2 Druk minstens
4seconden.
Het menu Service instelling lokaal wordt weergegeven.
3 Selecteer Test werking.
4 Druk. Test werking wordt
weergegeven in het thuismenu.
5 Druk binnen de
Het proefdraaien begint.
10seconden.
3 Controleer de werking gedurende 3minuten. 4 Controleer de werking van de luchtstroomrichting (alleen voor
binnenunits met draaikleppen).
# Actie Resultaat
1 Druk.
2 Selecteer Positie 0.
3 Verander de stand. Als de luchtstroomklep van
de binnenunit beweegt, werkt alles zoals het moet.
Anders is het niet in orde.
4 Druk. Het thuismenu wordt
weergegeven.
5 Stop het proefdraaien.
# Actie Resultaat
1 Druk minstens
4seconden.
Het menu Service instelling lokaal wordt weergegeven.
# Actie Resultaat
2 Selecteer Test werking.
3 Druk. De unit werkt weer
normaal, en het thuismenu wordt weergegeven.

7.5 Foutcodes bij het proefdraaien

Als de buitenunit NIET juist is geïnstalleerd, kunnen de volgende foutcodes verschijnen op de gebruikersinterface:
Storingscode Mogelijke oorzaak
Niets weergegeven (de momenteel
ingestelde temperatuur wordt niet weergegeven)
▪ Losse of verkeerde bedrading (tussen
voeding en buitenunit, tussen buitenunit en binnenunits, tussen binnenunit en gebruikersinterface).
▪ De zekering op de printplaat van de
buitenunit is doorgebrand.
E3, E4 of L8 ▪ De afsluiters zijn dicht.
▪ De luchtinlaat of luchtuitlaat is
geblokkeerd.
U1 of E7 Ontbrekende fase bij driefasige voedingen.
Let op: Het toestel kan niet worden gebruikt. Schakel het toestel UIT, controleer de bedrading opnieuw en verwissel twee van de drie elektrische
draden. L4 De luchtinlaat of luchtuitlaat is geblokkeerd. U0 De afsluiters zijn dicht. U2 ▪ Spanningsonbalans.
▪ Ontbrekende fase bij driefasige
voedingen. Let op: Het toestel kan niet worden gebruikt. Schakel het toestel UIT, controleer de bedrading opnieuw en verwissel twee van de drie elektrische draden.
U4 of UF De aftakbedrading tussen de units is niet
juist. UA De buitenunit en binnenunit zijn niet
compatibel.

7.6 Specifeke lokale instellingen voor technische koeling

Voer de volgende instellingen op de afstandsbediening in wanneer het systeem voor technische koeling wordt gebruikt:
Lokale instelling Beschrijving
16(26)–02–03 Zie de gebruiksaanwijzing van de 16(26)–07–02 13(23)–00–03
afstandsbediening voor de methode voor lokale instellingen.
8 Aan de gebruiker
overhandigen
Als het proefdraaien voltooid is en de unit goed en op de juiste manier werkt, zorg ervoor dat de gebruiker de volgende zaken goed begrijpt:
Uitgebreide handleiding voor de installateur
28
RZAG71~140N7V1+Y1
Sky Air Alpha-series
4P573381-1 – 2019.04
Page 29
▪ Controleer of de gebruiker de papieren documentatie heeft en
A1P
C–
C+
C–
C+
V1 Y1
vraag hem/haar deze bij te houden om deze later te kunnen raadplegen. Informeer de gebruiker dat hij de volledige documentatie kan vinden op de eerder in deze handleiding beschreven URL.
▪ Leg aan de gebruiker uit hoe het systeem op de juiste manier te
bedienen en wat er moet worden gedaan wanneer zich een probleem zou voordoen.
▪ Toon aan de gebruiker wat te doen om de unit te onderhouden.
Onderhoud en service

9 Onderhoud en service

OPMERKING
Dit onderhoud MOET worden uitgevoerd door een erkend installateur of een servicetechnicus.
Laat het onderhoud minstens één keer per jaar uitvoeren. De geldende wetgeving kan evenwel kortere onderhoudsintervallen vereisen.
OPMERKING De geldende wetgeving met betrekking tot gefluoreerde
broeikasgassen vereist dat de koelmiddelvulling van de
unit wordt aangegeven zowel in gewicht als in CO2­equivalent.
Formula om de hoeveelheid in CO2-equivalent te berekenen: GWP-waarde koelmiddel × totale
koelmiddelvulling [in kg] / 1000

9.1 Overzicht: onderhoud en service

Dit hoofdstuk bevat informatie over: ▪ Voorzorgsmaatregelen voor het onderhoud ▪ Jaarlijks onderhoud van de buitenunit

9.2 Voorzorgsmaatregelen inzake onderhoud

GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
3 Om schade aan de printplaat te voorkomen, raak een naakt
metalen deel aan om u te ontladen van statische elektriciteit voordat u stekkers aansluit of verwijdert.
4 Trek de verbindingsstekker X106A, A1Pvoor de ventilatormotor
in de buitenunit uit voordat u begint met servicewerkzaamheden aan de inverterapparatuur. Raak geen onderdelen onder stroom aan. (Als een ventilator draait door de sterke wind, kan hierdoor een spanning in de condensator of in het hoofdcircuit worden opgeslagen en een elektrische schok veroorzaken.)
5 Anders wordt storingscode E7 aangegeven en is geen normale
werking mogelijk.
Voor meer informatie, zie het bedradingsschema op de achterkant van het servicedeksel.
OPMERKING
Sluit een voedingskabel NOOIT rechtstreeks aan op een compressor (U, V, W). Anders kan de compressor doorbranden.

9.3 Controlelijst jaarlijks onderhoud van de buitenunit

Controleer minstens eens per jaar de volgende punten: ▪ Warmtewisselaar
De warmtewisselaar van de buitenunit kan verstopt geraken door stof, vuil, bladeren, enz. Er wordt geadviseerd de warmtewisselaar jaarlijks te reinigen. Een verstopte warmtewisselaar kan de oorzaak zijn van een te lage druk of een te hoge druk, met slechtere prestaties als gevolg.
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
OPMERKING:Risico van elektrostatische ontlading
Vooraleer met onderhouds- of servicewerkzaamheden te beginnen, raak een metalen onderdeel van de unit aan om statische elektriciteit af te voeren en de printplaat te beschermen.

9.2.1 Elektrische gevaren voorkomen

Bij service aan inverter-apparatuur:
1 Wacht na het uitschakelen van de voeding nog 10minuten om
het deksel van de kast met elektrische componenten te openen.
2 Meet de spanning tussen de klemmen op de klemmenstrook
voor de voeding met een tester en controleer of de voeding is uitgeschakeld. Meet verder de punten op de afbeelding met een tester en controleer of de spanning van de condensator in het hoofdcircuit minder dan 50V DC bedraagt.
RZAG71~140N7V1+Y1 Sky Air Alpha-series 4P573381-1 – 2019.04
10 Opsporen en verhelpen van
storingen

10.1 Overzicht: Probleemoplossing

Ingeval van problemen: ▪ Zie "7.5Foutcodes bij het proefdraaien"op pagina28. ▪ Zie de servicehandleiding.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
29
Page 30
Als afval verwijderen
INFORMATIE
De buitenunit kan bij de werking wat tijdelijke geluiden produceren. Deze geluiden duiden NIET op een storing van het systeem:
▪ Een "shah” geluid is hoorbaar bij het begin van het
ontdooien. Dit is het geluid van de 4-wegsklep.
▪ Een constant laag sissend geluid is hoorbaar wanneer
het systeem koelt of ontdooit. Dit is het geluid van het koelgas dat door zowel binnen- als buitenunits stroomt.
▪ Na het ontdooien hoort u een gorgelend geluid. Dit is
het geluid van het koelgas dat door zowel het koelmiddelleidingsysteem stroomt.
▪ Een sissend geluid is hoorbaar bij het starten of
meteen na het stoppen van de werking of het ontdooien. Dit wordt veroorzaakt door het stoppen of wijzigen van de koelmiddelstroom.
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over het opsporen en oplossen van bepaalde problemen die met de unit kunnen voorkomen. Dit opsporen van en oplossen van problemen en gerelateerde stappen mag alleen door de installateur of de service­agent worden uitgevoerd.
Alvorens storingen op te sporen en te verhelpen
Voer een grondige visuele controle uit van de unit en zoek naar voor de hand liggende defecten, zoals losse aansluitingen of kapotte bedrading.

10.2 Voorzorgsmaatregelen bij het opsporen en verhelpen van storingen

WAARSCHUWING
▪ Controleer STEEDS of de spanning op de unit is
afgesloten vooraleer de schakelkast van de unit te controleren. Schakel de respectievelijk stroomonderbreker uit.
▪ Als een veiligheidstoestel geactiveerd werd, moet u de
unit uitschakelen en controleren waarom het veiligheidstoestel werd geactiveerd vooraleer deze te resetten. Shunt NOOIT een veiligheidstoestel of wijzig zijn waarde niet in een waarde verschillend van de standaardinstelling. Indien u de oorzaak van het probleem niet kunt vinden, neem dan contact op met uw dealer.
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
WAARSCHUWING
Om gevaar als gevolg van het per ongeluk resetten van de thermische beveiliging te voorkomen, mag dit toestel NIET worden gevoed via een externe schakelinrichting zoals een timer of zijn aangesloten op een circuit dat regelmatig IN­en UITgeschakeld wordt door de voorziening.
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN

11 Als afval verwijderen

OPMERKING
Probeer het systeem NIET zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het systeem en het behandelen van het koelmiddel, van olie en van andere onderdelen MOETEN conform met de geldende wetgeving uitgevoerd worden. De units MOETEN voor hergebruik, recyclage en terugwinning bij een gespecialiseerd behandelingsbedrijf worden behandeld.

11.1 Overzicht: Als afval verwijderen

Typische werkstroom
Het systeem als afval verwijderen bestaat doorgaans uit de volgende stappen:
1 Het systeem afpompen. 2 Het systeem naar een gespecialiseerd verwerkingsbedrijf
brengen.
INFORMATIE
Zie de onderhouds- en reparatiehandleiding voor meer bijzonderheden.

11.2 Over afpompen

De unit is uitgerust met een automatische afpompfunctie die al het koelmiddel uit het systeem naar de buitenunit kan sturen.
OPMERKING
De buitenunit is uitgerust met een lagedrukschakelaar of een lagedruksensor om de compressor te beschermen door deze UIT te schakelen. Sluit de lagedrukschakelaar NOOIT kort terwijl het systeem wordt leeggepompt.

11.3 Afpompen

GEVAAR: ONTPLOFFINGSGEVAAR Afpompen – Koelmiddellekken. Als u het systeem wil
afpompen en er zit een lek in het koelmiddelcircuit:
▪ Gebruik NIET de automatische afpompfunctie van de
unit die al het koelmiddel uit het systeem naar de buitenunit kan sturen. Mogelijk gevolg: Zelfontbranding en explosie van de compressor door lucht die in de draaiende compressor terechtkomt.
▪ Gebruik een afzonderlijk aftapsysteem zodat de
compressor van de unit NIET moet draaien.
VOORZICHTIG
Gebruik de automatische afpompfunctie van de unit niet als de totale leidinglengte groter is dan de lengte zonder vulling. Anders kan een fractie van het koelmiddel in het circuit achterblijven.
1 Zet de hoofdschakelaar AAN. 2 Controleer of de vloeistofafsluiter en de gasafsluiter open staan. 3 Druk de afpomptoets (BS2) minstens 8seconden in. BS2 zit op
de printplaat in de buitenunit (zie bedradingsschema). Gevolg: De compressor en de ventilator van de buitenunit
starten automatisch, en de ventilator van de binnenunit start misschien automatisch.
4 Draai de vloeistofafsluiter dicht ±2 minuten nadat de
compressor is beginnen draaien. Het systeem kan niet worden afgepompt als deze afsluiter niet goed is dichtgedraaid terwijl de compressor draait.
Uitgebreide handleiding voor de installateur
30
RZAG71~140N7V1+Y1
Sky Air Alpha-series
4P573381-1 – 2019.04
Page 31
5 Sluit de gasafsluiter binnen de 3 minuten na het stoppen van
de compressor (na 2~5 minuten). Gevolg: Het afpompen is beëindigd. Op de gebruikersinterface
kan " " staan en de binnenunit kan nog verder blijven draaien. Dit is echter GEEN storing. Ook wanneer u op gebruikersinterface op de ON-knop drukt, begint de unit NIET te werken. Om de unit te weer in te schakelen, zet de hoofdschakelaar UIT en dan weer AAN.
6 Zet de hoofdschakelaar UIT.
OPMERKING
Niet vergeten de afsluiters terug te openen vooraleer de unit terug te starten.
Als afval verwijderen
RZAG71~140N7V1+Y1 Sky Air Alpha-series 4P573381-1 – 2019.04
Uitgebreide handleiding voor de installateur
31
Page 32
Technische gegevens
A~E
a b c d e e
B
e
D
a
b
c
d
e
e
B
e
D
A
B
C
D
E
B
H
U
H
D
H
B ≥100
A, B, C ≥100
(1)
≥100 ≥100
B, E ≥100 ≥1000 ≤500
A, B, C, E ≥150
(1)
≥150 ≥150 ≥1000 ≤500
D ≥500
D, E ≥500 ≥1000 ≤500
B, D ≥100
≥100
≥500
≥500
B, D, E
1+2
1
H
D>HU
HD>H
U
HB≤½H
U
≥250 ≥750 ≥1000 ≤500
½H
U<HB≤HU
≥250 ≥1000 ≥1000 ≤500
H
B>HU
HD≤H
U
H
D>HU
HD≤H
U
HD≤H
U
HD≤½H
U
≥100 ≥1000 ≥1000 ≤500
½H
U<HD≤HU
HD≤HUHD≤½H
U
½HU<HD≤H
U
≥200 ≥1000 ≥1000 ≤500
H
D>HU
A, B, C ≥200
(1)
≥300 ≥1000
A, B, C, E ≥200
(1)
≥300 ≥1000 ≥1000 ≤500
D ≥1000
D, E ≥1000 ≥1000 ≤500
B, D H
D>HU
≥300 ≥1000
≥250 ≥1500
≥300 ≥1500
B, D, E H
B
≤½H
U
≥300 ≥1000 ≥1000 ≤500
½H
U<HB≤HU
≥300 ≥1250 ≥1000 ≤500
H
B>HU
HD≤½H
U
≥250 ≥1500 ≥1000 ≤500
½H
U<HD≤HU
≥300 ≥1500 ≥1000 ≤500
H
D>HU
HBHDH
U
(mm)
H
U
a
b
c
d
e
e
B
e
D
A
B
C
D
E
H
B
H
D
100
(1)
100
(1)

12 Technische gegevens

Een subset van de meest recente technische gegevens is beschikbaar op de regionale website van Daikin (publiek toegankelijk). De volledige set meest recente technische gegevens is beschikbaar op de Daikin Business Portal (authenticatie vereist).

12.1 Overzicht: Technische gegevens

Dit hoofdstuk bevat informatie over:
• Serviceruimte
• Leidingschema
• Bedradingsschema
• Informatievereisten voor ecologisch ontwerp

12.2 Serviceruimte: Buitenunit

Aanzuigzijde In de afbeeldingen hieronder is de serviceruimte aan de aanzuigzijde gebaseerd op 35°CDB en de koelstand.
Voorzie meer ruimte in de volgende gevallen: ▪ Wanneer de temperatuur aan de aanzuigzijde deze waarde regelmatig overschrijdt. ▪ Wanneer verwacht wordt dat de warmtebelasting van de buitenunits de maximale bedrijfscapaciteit regelmatig
zal overschrijden.
Afvoerzijde Houd rekening met de koelmiddelleidingen voor het plaatsen van de units. Als uw lay-out niet overeenstemt met
een van de lay-outs hieronder, neem dan contact op met uw dealer.
Eén unit ( ) | Eén rij units ( )
Uitgebreide handleiding voor de installateur
32
(1) Voor een gemakkelijker onderhoud, neem een afstand van ≥250mm
A,B,C,D Hindernissen (muren/geleideplaten)
E Hindernis (dak)
a,b,c,d,e Minimum serviceruimte tussen de unit en hindernissen A, B, C, D en E
eBMaximum afstand tussen de unit en de rand van hindernis E, in de richting van hindernis B eDMaximum afstand tussen de unit en de rand van hindernis E, in de richting van hindernis D
HUHoogte van de unit
RZAG71~140N7V1+Y1
4P573381-1 – 2019.04
Sky Air Alpha-series
Page 33
HB,HDHoogte van hindernis B en D
b (mm)
≥1000
≥200
≥2000
≥100
≥3000
≥1500
b
100
(1)
H
B
H
U
100
(1)
100
(1)
HB≤½H
U
b≥250
½HU<HB≤H
U
b≥300
HB>H
U
HBH
U
100
(1)
100
(1)
100
(1)
A1
A2
≥500
≥1000
A2
≥500
≥300
100
(1)
100
(1)
B1
A2
B2
≥100
≥300
B2
≥100
≥1000
B2
100
(1)
100
(1)
LPS
HPS
T
D
T
B
T
M
T
S
T
L
A
B
LPS
1 Dicht de onderkant van het installatieframe af om te voorkomen dat uitgeblazen lucht langs de onderkant van de unit terugstroomt naar de
aanzuigzijde.
2 Maximaal twee units kunnen worden geïnstalleerd.
Niet toegelaten
Meerdere rijen units ( )
(1) Voor een gemakkelijker onderhoud, neem een afstand van ≥250mm
Gestapelde units (max. 2 niveaus) ( )
Technische gegevens
(1) Voor een gemakkelijker onderhoud, neem een afstand van ≥250mm
A1=>A2 (A1) Bij gevaar op lekkend afvoerwater en bevriezing tussen de bovenste en onderste units…
(A2) Installeer een dak tussen de bovenste en onderste units. Installeer de bovenste unit hoog genoeg boven de onderste unit om te voorkomen dat er zich een ijslaag gaat vormen op de onderplaat van de bovenste unit.
B1=>B2 (B1) Als er geen gevaar op lekkend afvoerwater en bevriezing tussen de bovenste en onderste units is…
(B) Een dak is niet nodig, maar dicht de ruimte tussen de bovenste en onderste units af om te voorkomen dat uitgeblazen lucht langs de onderkant van de unit terugstroomt naar de aanzuigzijde.

12.3 Schema van de leidingen: Buitenunit

RZAG71~140N7V1+Y1 Sky Air Alpha-series 4P573381-1 – 2019.04
Servicepoort (met 5/16" flare) Afsluiter
Filter
Koeling printplaat
Demper
Elektronische expansieklep
4-wegsklep
Hogedrukschakelaar
Lagedrukschakelaar
Accumulator compressor
Uitgebreide handleiding voor de installateur
33
Page 34
Technische gegevens
1
Warmtewisselaar
Compressor
Verdeler
Accumulator
Thermistor
A Lokale leiding (vloeistof: Ø9,5 flareverbinding) B Lokale leiding (gas: Ø15,9 flareverbinding)
Verwarmen Koelen

12.4 Bedradingsschema: Buitenunit

Het bedradingsschema is bij de unit geleverd, op de binnenkant van het servicedeksel.
(1) Aansluitschema
Engels Vertaling
Connection diagram Aansluitschema Only for *** Alleen voor *** See note *** Zie opmerking *** Outdoor Buiten Indoor Binnen Upper Bovenste Lower Onderste Fan Ventilatie ON AAN OFF UIT
(2) Lay-out
Engels Vertaling
Layout Lay-out Front Voorkant Back Achterkant Position of compressor terminal Plaats van
compressoraansluitklem
(3) Opmerkingen
Engels Vertaling
Notes Opmerkingen
Aansluiting
X1M Communicatie binnenunit/
buitenunit Aardingsbedrading Lokaal te voorzien Verschillende
bedradingsmogelijkheden Aarding
Lokale draad Bedrading afhankelijk van het
model Optie
Schakelkast Printplaat
OPMERKINGEN:
1 Zie de sticker met het bedradingsschema (achterkant van het
voorpaneel) voor het gebruik van de schakelaars BS1~BS3 en DS1.
2 Sluit de beveiliging S1PH S1PL en Q1E niet kort wanneer u
de unit gebruikt.
3 Zie de combinatietabel en de optiehandleiding voor het
aansluiten van de bedrading op X6A, X28A, en X77A.
4 Kleuren: BLK: zwart, RED: rood, BLU: blauw, WHT: wit, GRN:
groen
(4) Legende
English Vertaling
Legend Legende Field supply Lokaal te voorzien Optional Optioneel Part n° Onderdeelnr. Description Beschrijving
A1P Printplaat (primair) A2P Printplaat (ruisfilter) A3P * Printplaat (vraag) BS1~BS3 (A1P) Drukknopschakelaar C1~C5 (A1P) (alleen
Y1) DS1 (A1P) DIP-schakelaar E1~3 (A1P) Connector E1H * Bodemplaatverwarming (optie) F*U * Zekering HAP (A1P) Lichtgevende diode (servicecontrole is
K1M, K3M (A1P) (alleen Y1)
K1R (A1P) Magneetrelais (Y1S) K4R (A1P) Magneetrelais (E1H) K10R, K13R~K15R
(A1P) K11M (A1P) (alleen
V1) L1R (alleen Y1) Reactievat M1C Compressormotor M1F Ventilatormotor PFC (A1P) (alleen
V1) PS (A1P) Schakelvoeding Q1DI Aardlekschakelaar (30mA) Q1E Overbelastingsbeveiliging R1~R8 (A1P) (alleen
Y1) R1T Thermistor (lucht) R2T Thermistor (pers) R3T Thermistor (aanzuiging) R4T Thermistor (warmtewisselaar) R5T Thermistor (warmtewisselaar midden) R6T Thermistor (vloeistof) R7T Thermistor (lamel) R8 (A1P) (alleen V1) Weerstand RC (A1P) (alleen Y1) Signaalontvangerunit S1PH Hogedrukschakelaar
Condensator
groen) Magnetische contactgever
Magneetrelais
Magnetische contactgever
Vermogensfactorcorrectie
Weerstand
Uitgebreide handleiding voor de installateur
34
RZAG71~140N7V1+Y1
Sky Air Alpha-series
4P573381-1 – 2019.04
Page 35
Verklarende woordenlijst
S1PL Lagedrukschakelaar SEG1~SEG3 7-segmentendisplay TC1 (A1P) (alleen
V1) TC (A1P) (alleen Y1) Signaaloverdrachtscircuit V1 (A2P) Varistor V1D (A1P) (alleen
V1) V1D,V2D (A1P)
(alleen Y1) V*R (A1P) (alleen
V1) V1R, V2R (A1P)
(alleen Y1) V3R, V4R (A1P)
(alleen Y1) X1M Klemmenstrook Y1E~Y3E Elektronische expansieklep Y1S Elektromagnetische klep (4-wegsklep) Z*C Ruisfilter (ferrietkern) Z*F Ruisfilter L*, L*A, L*B, N, NA,
NB, E*, U, V, W, X*A (A1P~A2P)
Signaaloverdrachtscircuit
Diode
Diode
Diodemodule
Diodemodule
IGBT-voedingsmodule
Connector

12.5 Informatievereisten voor ecologisch ontwerp

Volg de onderstaande stappen om de gegevens van het Energy Label – Lot 21 van de unit en combinaties van buitenunit/binnenunit te raadplegen.
1 Ga naar de volgende webpagina: https://energylabel.daikin.eu/ 2 Om verder te gaan, kies:
▪ "Continue to Europe" voor de internationale website. ▪ "Other country" voor een site voor een specifiek land.
Gevolg: U gaat naar de webpagina "Seasonal efficiency".
3 Klik bij "Eco Design – Ener LOT21" op "Generate your data".
Gevolg: U gaat naar de webpagina "Seasonal efficiency
(LOT21)".
4 Volg de instructies op de webpagina om de juiste unit te
selecteren.
Gevolg: Na de selectie kunt u de LOT 21 datasheet worden geraadpleegd als PDF of als HTML-webpagina.
INFORMATIE
Andere documenten (bijv. handleidingen, ...) kunnen ook op deze webpagina worden geraadpleegd.
Geldende wetgeving
Alle geldende internationale, Europese, nationale en plaatselijke richtlijnen, wetten, reglementen en/of voorschriften betreffende een bepaald product of domein.
Onderhoudsbedrijf
Bedrijf dat bevoegd is om de vereiste service voor het product uit te voeren of te coördineren.
Installatiehandleiding
Handleiding met instructies betreffende het installeren, het configureren en het onderhouden van een bepaald product of een bepaalde toepassing.
Gebruiksaanwijzing
Instructiehandleiding voor een bepaald product of een bepaalde toepassing waarin wordt uitgelegd hoe het product of de toepassing moet worden gebruikt.
Instructies voor het onderhoud
Instructiehandleiding bedoeld voor een bepaald product of een bepaalde toepassing waarin wordt uitgelegd hoe dit product (indien van toepassing) dient gemonteerd, geconfigureerd, gebruikt en/of onderhouden te worden.
Accessoires
Labels, handleidingen, informatiefiches, apparatuur en uitrustingen die met het product worden meegeleverd en die volgens de instructies in de meegeleverde documentatie geïnstalleerd moeten worden.
Optionele apparatuur
Door Daikin gemaakte of goedgekeurde apparatuur en uitrustingen die met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie gecombineerd mogen worden.
Ter plaatse te voorzien
NIET door Daikin gemaakte apparatuur en uitrustingen die met het product volgens de instructies in de meegeleverde documentatie gecombineerd mogen worden.

13 Verklarende woordenlijst

Dealer
Verdeler die het product verkoopt.
Erkende installateur
Technisch bekwame persoon met een erkenning om het product te installeren.
Gebruiker
Persoon die de eigenaar is van het product en/of die het product gebruikt.
RZAG71~140N7V1+Y1 Sky Air Alpha-series 4P573381-1 – 2019.04
Uitgebreide handleiding voor de installateur
35
Page 36
4P573381-1 2019.04
Copyright 2019 Daikin
Loading...