Daikin RRDQ220V1 Operation manuals [nl]

KOUDEMIDDELRECYCLEAPPARATUUR

RRDQ220V1

GEBRUIKERSHANDLEIDING

Neem deze handleiding zorgvuldig door voordat u het systeem bedient.

【

Nederlands

Oorspronkelijke gebruikershandleiding

【

】

】

Koudemiddelrecycleapparatuur

VOOR VEILIGE BEDIENING

Hartelijk dank dat u hebt gekozen voor koudemiddelrecycleapparatuur RRDQ220V1.

Gelieve deze handleiding te delen met iedereen die dit systeem bedient.

●

Gebruikers worden vóór gebruik van het systeem verzocht deze handleiding zorgvuldig door te nemen voor een veilige en eciënte bediening.

●

Bewaar deze handleiding op een veilige plek die gemakkelijk toegankelijk is voor gebruikers van het systeem.

●

Dit systeem is uitsluitend bedoeld voor de daarvoor bestemde toepassingen.

●

Controleer na levering op het volgende:

●

・ Komen de specicaties overeen met het bestelde systeem?

・ Is het systeem beschadigd of vervormd geraakt tijdens transport?

・ Ontbreken er accessoires?

Mocht u hierover vragen hebben, dan kunt u contact opnemen met de winkel waar u het systeem hebt gekocht of met onze verkoopafdeling.

(De inhoud van deze handleiding is onderhevig aan verandering zonder voorafgaande kennisgeving.)

SOORTEN WAARSCHUWINGSTEKENS

De waarschuwingstekens in deze handleiding of op het systeem worden onderverdeeld in de volgende twee categorieën:

WAARSCHUWING

LET OP

Giftige
stoen

Gevaar op
brandwonden

Bedrading

Situaties waarbij gebruikers of iedereen in de nabije omgeving risico lopen op ernstig letsel of
overlijden.

Situaties waarbij gebruikers of iedereen in de nabije omgeving risico lopen op licht of gemiddeld
lichamelijk letsel of waarbij het systeem kan worden beschadigd.

Gevaar op
gas

Beknellings­gevaar

Bedrijfs­omgeving

INHOUDSOPGAVE

VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN
ONDERDELEN VAN HET SYSTEEM

Naam van elk onderdeel ...................................................... 5

Specicaties ........................................................................... 6

Standaardaccessoires ........................................................ 6

Optionele accessoires ................................................... 6

GEBRUIKSAANWIJZINGEN

Voorbereiding voor gebruik ............................................... 7

Recyclewerking ..................................................................... 8

Beschrijving van timer voor automatische stop ......... 13

Procedure voor olieafvoer (olieafscheider) ................. 15

Procedure voor olieafvoer

(elektrostatisch ltersysteem) ............................................. 15

1

.............................................. 7

........................... 2

............................ 5

Explosie­gevaar

PBM
verplicht

Overige

Brandgevaar

Niet
demonteren

Gebruikershandleiding

Opwarmen van systeem .................................................... 16

ONDERHOUD EN INSPECTIE

Onderhoud .............................................................................. 17

Vervangingsset voor moleculaire zeef ........................... 17

Ander koudemiddel recyclen .......................................... 18

INSPECTIE VOOR GEBRUIK
HET SYSTEEM LADEN/LOSSEN

Geen
ontstekings­bronnen

Aarding

...................................... 17

........................................ 18

.................................... 20

EUROPESE CONFORMITEITSVERKLARING

Elektrische
spanning

Spanning
van
stroombron

.............. 20

VOORDAT U REPARATIE OF ONDERHOUD
AANVRAAGT
LEIDINGSCHEMA
STROMINGSSCHEMA
STROMINGSSCHEMA

............................................................................ 21

................................................................ 23

(RECYCLEN) .............................. 24

(SPOELEN) ................................. 25

VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN

Dit hoofdstuk omvat algemene waarschuwingen voor gebruik van dit systeem.

●

Specieke informatie wordt in de desbetreende clausule gegeven.

●

WAARSCHUWING

Gebruik het systeem tijdens het recyclen in een omgeving met goede ventilatie. In

◆

gesloten ruimtes moet de mechanische ventilatie de lucht minimaal vier keer per uur
verversen of moet het systeem minimaal 0,5meter boven de vloer worden geplaatst.

Bij onvoldoende ventilatie kunnen gaslekkages leiden tot stikgevaar als gevolg van een zuurstoftekort.

Recycle nooit ontvlambare gassen (koolwaterstof of materiaal met koolwaterstof ). Als een

◆

andere stof dan uorkoolstofgas in het systeem terechtkomt (ammoniak, koolwaterstoen
(propaan of isobuteen) enz.), ontstaat er een explosiegevaar.

Bij het verbranden van koudemiddel komt het dodelijke gas koolstofoxychloride vrij. Dit

◆

gas inademen is zeer gevaarlijk.

Er mogen absoluut geen ontvlambare stoen aanwezig zijn in het werkgedeelte. Bovendien is goede ventilatie

vereist voordat het systeem bediend mag worden.

RRDQ220V1

VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN

Roken of open vuur is ten strengste verboden gedurende de werkzaamheden.

◆

Sigaretten kunnen koolstofoxychloride uitstoten, wat kan leiden tot brand.

Draag een veiligheidsbril en leren handschoenen tijdens de werkzaamheden of bij het

◆

loskoppelen van slangen.

Koudemiddelgas kan leiden tot bevriezing of schade aan uw gezichtsvermogen.

Sluit de kleppen op het systeem of de slangen niet als deze gevuld zijn met vloeibaar

◆

koudemiddel.

Bedien het systeem niet en sla het niet op bij een temperatuur van meer dan 35

◆

Start na het recyclen de spoelprocedure om te voorkomen dat vloeibaar koudemiddel zich uitzet, wat kan

leiden tot een explosie.

Gebruik een weegschaal om bij te houden hoeveel koudemiddel de cilinder bevat.

◆

Vul de cilinder tot maximaal 80%. Bij een volledig gevulde cilinder ontstaat er een explosiegevaar.

Gebruik uitsluitend goedgekeurde, navulbare koudemiddelcilinders. Het gebruik van

◆

°C

.

recyclecilinders met een minimale werkdruk van 27,6bar (2,76MPa/400psi) is voor dit
systeem vereist.

Overschrijd nooit de werkdruk van de recyclecilinder.

Bedien het systeem nooit met natte handen of in de regen.

◆

De stroomaansluiting of-schakelaar bedienen met natte handen of in de regen kan leiden tot elektrische

schokken.

Controleer of het systeem geaard is.

◆

Als het systeem niet goed is geaard, kan dit leiden tot elektrische schokken.

Controleer de stekker regelmatig op beschadigingen.

◆

Zorg ervoor dat de stekker altijd goed is ingestoken.

Als er vuil of olie op de stekker zit of als deze niet goed is ingestoken, kan dit leiden tot elektrische schokken of

brand.

2

Koudemiddelrecycleapparatuur

WAARSCHUWING

Verbind de stekker niet met andere elektrische systemen of draden.

◆

Dit kan leiden tot brand.

Trek nooit aan de kabel om de stekker los te koppelen van de contactdoos.

◆

Dit kan leiden tot brand of letsel.

Gebruik een stroombron van 220-240VAC/10A of een generator met een vermogen van

VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN

◆

3KVA of meer.

Een generator met een te laag vermogen kan oververhit raken, wat kan leiden tot rookvorming of brand.

Raadpleeg het specicatielabel van deze handleiding voor meer informatie.

Installeer het systeem nooit op plekken waar benzine, verdunningsmiddelen of

◆

ontvlambare gassen aanwezig zijn.

Het recyclesysteem genereert vonken tijdens de inbedrijfstelling die benzine en verdunners kan ontsteken.
Er ontstaat een brand- of explosiegevaar bij een opstapeling van benzine of ontvlambare gassen in de

nabijheid van het systeem.

Schakel het systeem uit en trek de stekker uit de contactdoos tijdens inspectie en

◆

onderhoud.

Anders kan het systeem plots inschakelen en een ongeval veroorzaken.

Demonteer het systeem nooit. Het systeem mag uitsluitend door een bevoegd persoon

◆

worden gerepareerd.

Bedien het systeem nooit als het paneel verwijderd is.

◆

Dit kan namelijk leiden tot letsel of beschadigingen.

Het systeem is voorzien van verschillende veiligheidsapparaten. Voer altijd eerst een

◆

inspectie vóór gebruik uit conform pagina 18 (INSPECTIE VOOR GEBRUIK) voordat u het
systeem bedient.

Stop onmiddellijk zodra u een afwijking vindt en neem contact op met de verkoper of

verkoopvertegenwoordiger.

Het systeem is uitsluitend bestemd voor gebruik in gesloten ruimtes met mechanische

◆

ventilatie die de lucht minimaal vier keer per uur ververst. Anders mag u het systeem
uitsluitend gebruiken als het 0,5meter van de vloer is geplaatst.

LET OP

Voorzichtig vervoeren.

◆

Het systeem kan beschadigd raken en u kunt letsel oplopen.

Als u het systeem moet verplaatsen, maak dan gebruik van het handvat. Trek nooit aan

◆

het systeem.

Installeer een lter op de aanzuigpoort.

◆

Anders kan de compressor beschadigd raken.

Uitsluitend 3-aderige cabtyre-kabels met een doorsnede van 2,0mm (20meter of korter)

◆

of 3,5mm (20 tot 30meter lang) mogen als verlengkabels worden gebruikt.

Een ongeschikte verlengkabel (te dun of te lang) kan leiden tot storingen, brand of beschadiging van

elektrische componenten.

2-aderige kabels zonder aardedraad kunnen elektrische schokken veroorzaken.

Koudemiddel met afdichtmiddel mag niet worden gerecycled.

◆

Afdichtmiddel kan leiden tot verstopping van de (terugslag)klep.

3

RRDQ220V1

LET OP

Houd een straal van 1meter rondom het systeem vrij.

◆

Andere medewerkers mogen niet binnen 1meter van het systeem staan.

Bezoekers mogen het systeem niet aanraken.

◆

Dit systeem is uitsluitend bedoeld voor de daarvoor bestemde toepassingen.

◆

Het systeem is ontworpen voor het recyclen van de voorgeschreven koudemiddelen.

Bedien het systeem nooit als het overbelast is.

◆

Dit kan leiden tot ongevallen of beschadiging aan het systeem.

Bedien het systeem uitsluitend op een vlak oppervlak.

◆

Anders kan het systeem of de cilinder omvallen en een ongeluk veroorzaken.

Het bedieningsplatform en het werkgebied moeten schoon, geordend en goed verlicht

◆

zijn om ongevallen te voorkomen.

VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN

Bedien het systeem nooit als u oververmoeid of onder invloed van alcohol of medicatie bent.

◆

Sla het recyclesysteem op een droge plek op en buiten bereik van kinderen wanneer het

◆

niet in gebruik is.

Maak enkel gebruik van de accessoires die worden voorgeschreven in deze handleiding

◆

of onze catalogus. Het gebruik van andere accessoires kan leiden tot problemen.

Controleer onmiddellijk op beschadigingen als het systeem omvalt of geraakt wordt.

◆

Door scheuren, deuken of andere beschadigingen loopt u meer risico op letsel wanneer u het systeem
bedient.

Controleer elke dag op vervormde of gecorrodeerde onderdelen.

◆

Schakel het systeem onmiddellijk uit bij abnormale omstandigheden (vreemde geur,

◆

vibraties, rare geluiden enz.) en raadpleeg pagina 21 (VOORDAT U REPARATIE OF
ONDERHOUD AANVRAAGT).

Demonteer het systeem nooit zelf, maar vraag reparatie of onderhoud aan. Neem contact

◆

op met de winkel waar u het systeem hebt gekocht.

Gebruik onze cilinders die speciaal zijn ontworpen voor de recycling van koudemiddel.

◆

Gebruik cilinders die bestemd zijn voor het type koudemiddel dat u recyclet.

◆

Afdanken (alleen voor EU-landen)

◆

Het systeem bestaat uit recyclebare onderdelen en moet dus worden gerecycled. Hiervoor zijn geregistreerde
en gecerticeerde recyclebedrijven beschikbaar. Neem contact op met uw plaatselijk afvalverwerkingsbedrijf
voor de milieuvriendelijke afvoer van niet-recyclebare onderdelen (zoals elektronisch afval).

Voer elektrische apparatuur nooit af met het huishoudelijke afval. Conform de Europese richtlijn 2012/19/EC
betreffende het afdanken van elektrische en elektronische apparatuur en de implementatie hiervan als
nationale wetgeving, moet elektrische apparatuur die niet meer onderhouden kan worden, afzonderlijk
worden ingezameld en worden gebruikt voor milieuvriendelijke recycling.

De timer voor de automatische stop werkt op batterijen.

◆

Voer deze af conform de desbetreende richtlijnen.

Als u het systeem afvoert:

◆

Volg de geldende richtlijnen of plaatselijke afvoermethode.
(Moleculaire zeef, lter, verschillende kunststof onderdelen enz.)

4

Koudemiddelrecycleapparatuur

Aanzuigpoort

ONDERDELEN VAN HET SYSTEEM

Naam van elk onderdeel

Het is volgens de wet verplicht om veiligheids- en waarschuwingsetiketten aan te brengen op recycleapparatuur.

Als het etiket niet meer goed aan het systeem plakt of vuil of onleesbaar is, neem dan contact met ons op voor een nieuw etiket.

Plaats het nieuwe etiket op dezelfde plek als het oude etiket.

Aanzuigdrukmeter Afvoerdrukmeter

ONDERDELEN VAN HET SYSTEEM

Waarschuwingsindicator
voor hoge druk

Indicator voor
volle tank

Hoofdschakelaar

Onderbreker

Startschakelaar

Instelling voor

automatisch/

handmatig

uitschakelen

Schakelaar voor
geforceerde start

Specicatielabel

Drooglter

Olieafvoerpoort voor
olieafscheider

Bedrijfstijd

(V2) Schakelklep

(V3) Afvoerklep

(V1) Aanzuigklep

Timer automatische stop

Afvoerpoort

Kijkglas (ES603)

Filter (TF011)

Netsnoer

Olieafvoerpoort voor

elektrostatisch ltersysteem

5

RRDQ220V1

Specicaties

Beschrijving Koudemiddelrecycleapparatuur

Codenr./type AR023E / RRDQ220V1

Recyclebare koudemiddelen

Recyclemethode Recycling met vloeibare, elektrostatische scheiding (damprecycling mogelijk)

Voeding 220–240V / eenfasig (50/60Hz) > 8 ampère aanbevolen

Compressor 750W (1 pk) zonder olie

Afmetingen, gewicht 562 x 538 x 976mm (L x B x H), 60kg

Elektrische stroom tijdens bedrijf

Bedrijfstemperatuur 5–35°C

Beschermingsgraad IP20

Geschikte cilinder Recyclecilinder voor koudemiddelen (minimale werkdruk van 27,6bar/400psi/2,76MPa)

Max. druk luchtdichtheidstest

Recyclesnelheid R410A R32 R134a

Vloeistof (g/min) 220 100 100

Damp (g/min) 90 90 90

De specicaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.

＊

Hoe snel er gerecycled kan worden, hangt af van verschillende omstandigheden.

＊

Volg de instructies op pagina 11 van deze handleiding voor het recyclen van R134A.

＊

R410A, R32, R134a

8,0/6,0A (50/60Hz)

30bar/435psi/3MPa

ONDERDELEN VAN HET SYSTEEM

Gerecycled koudemiddel R410A R32 R134a

Prestatienorm AHRI 740

Vocht (ppm) < 20 < 20 < 20

Residu na verdamping (%) < 0,01 < 0,01 < 0,01

Het resultaat van het recyclen is afhankelijk van de verontreiniging van het te recyclen koudemiddel.

＊

Standaardaccessoires

Beschrijving Codenr.

Vulslang (1/4-inch) met vlotterklep (rood), 152cm AR344

Vulslang (1/4-inch) met vlotterklep (blauw), 152cm AR345

Filter TF011

Drooglterpatroon AR179E

Moleculaire zeef (pakket) AR222

Kijkglas (1/4-inch) ES603

Flare-verbinding 1/4-inch vrouwelijk x 1/4-inch vrouwelijk BF0020

Gebruikershandleiding RRDQ220V1 IM0496

Optionele accessoires

Beschrijving Codenr. Toelichting

SF-snellader WA6625SF Gebruikt voor het recyclen van R134a

6

Koudemiddelrecycleapparatuur

Vloeistofpoort

Aanzuigpoort

GEBRUIKSAANWIJZINGEN

Voorbereiding voor gebruik

1) Verwijder het stikstofgas uit het systeem.

Elk nieuw systeem wordt bij atmosferische druk gevuld met stikstofgas om het apparaat tijdens vervoer te beschermen tegen beschadigingen.

*

Als de drukmeter een waarde boven 0bar weergeeft, doe het volgende:

Sluit het systeem aan op de juiste voeding.

①

Verbind het lter met de aanzuigpoort.

②

(Zie pagina 8 ③)

Sluit het kijkglas aan op de afvoerpoort.

③

Open de aanzuig- en afvoerklep.

④

2) Installatie van het systeem

Installeer het systeem conform de volgende instructies.

Installeer het systeem binnen en op een vlak oppervlak.

GEBRUIKSAANWIJZINGEN

①

Vergrendel de voorwielen goed.

②

Houd minimaal 1meter rondom het systeem vrij voor een veilige werking.

③

3) Voorbereiding van de cilinder

Tap de cilinder af met een vacuümpomp (optionele accessoire).

Gebruik een slang om de aanzuigpoort van de vacuümpomp

①

met de damppoort van de cilinder te verbinden.

LET OP

Gloednieuwe cilinders bevatten stikstof.

◆

Open de dampklep voor de stikstofuitblaas voordat u begint met het aftappen.

Tap geen cilinders af die koudemiddel bevatten.

◆

Het koudemiddel komt in de lucht terecht en de olie in de vacuümpomp wordt uitgeblazen.

Damppoort

(V1) aanzuigklep /
(V3) afvoerklep

OPENEN

Aanzuigpoort/
afvoerpoort

Verwijder
de dop

7

Schakel de vacuümpomp in.

②

Sluit de vloeistofpoort van de cilinder en open de

③

damppoort.

Sluit de damppoort van de cilinder wanneer de

④

vacuümpomp -0,95bar (-0,095MPa/-13,8psi) tot -1,0bar
(-0,1MPa/-14,5psi) bereikt.

Schakel de vacuümpomp uit.

⑤

Koppel de slang tussen de vacuümpomp en cilinder los.

⑥

Cilinder Vacuümpomp

4) Voorzorgsmaatregelen

Bij een omgevingstemperatuur van minder dan 10°C moet het systeem eerst opwarmen voor gebruik. Raadpleeg pagina 16 voor

①

de opwarmingsprocedure. Gebruik het systeem nooit bij een omgevingstemperatuur van minder dan 5°C of meer dan 35°C.

Het standaard meegeleverde lter, moet worden gemonteerd aan de aanzuigpoort voordat u het systeem bedient.

②

Gebruik het systeem nooit om de volgende koudemiddelen te recyclen:

③

・De zuiverheidsklasse van het gerecyclede koudemiddel is te laag, wat kan leiden tot beschadiging van het systeem.

・Koudemiddel afkomstig uit een systeem met een doorgebrande compressor.

・Koudemiddel dat mogelijk met andere soorten koudemiddel is gemengd.

・Koudemiddel met afdichtmiddel.

Recyclewerking

In dit hoofdstuk komen de volgende stappen aan bod:

① Slang en snoeren aansluiten

② Recycleapparaat en slangen aftappen

③ Koudemiddel recyclen

④ Koudemiddel afvoeren (spoelen)

1) Slang en snoeren aansluiten

Lagedrukzijde

SLUITEN

DampklepVloeistofklep

SLUITEN SLUITEN

SLUITEN

Hogedrukzijde

SLUITEN

SLUITEN

Filter

Aanzuiging Afvoer

RRDQ220V1

Gebruik een weegschaal om te voorkomen
dat de cilinders te veel worden gevuld.

Bedrijfstijd

Vloeistofklep

SLUITEN

Dampklep

SLUITEN

GEBRUIKSAANWIJZINGEN

Cilinder

Verbind de slangen volgens het bovenstaande schema.

①

Gebruik een weegschaal om te voorkomen dat de cilinders te veel worden gevuld.

◆

Gebruik uitsluitend goedgekeurde, navulbare koudemiddelcilinders. Het gebruik van terugwinningscilinders

◆

Verdeelstuk

met een minimale werkdruk van 27,6bar (2,76MPa/400psi) is voor dit systeem vereist.

Controleer op de timer hoeveel tijd is verstreken.

②

Controleer of er volgens de timer 20 uur zijn verstreken.

◆

Als de timer 20 uur heeft bereikt:

◆

* Bij het recyclen van R32 of R410A vervangt u de moleculaire zeef (met de vervangingsset) en het lter. Druk

op de resettoets van de timer voor de automatische stop om de timer in te schakelen.

* Bij het recyclen van R134a drukt u na de eerste automatische stop op resettoets van de timer om de timer

in te schakelen. Vervang vervolgens de moleculaire zeef (met de vervangingsset) en het lter na de tweede
automatische stop (na 40 uur).

* Druk op de resettoets van de timer om de timer in te schakelen.

LET OP

LET OP

Vloeistofpoort

Cilinder + weegschaal

kg

MED
RESOLUTIE

Verbind het lter met de aanzuigpoort. (Codenr. TF011)

③

LET OP

Controleer de installatierichting.

◆

Houd de aanzuigpoort stevig vast met een moersleutel om

◆

schade aan de binnendelen te voorkomen wanneer u het lter
aansluit.

Vervang het lter na 20 uur (R410A) of na 40 uur (R32, R134a) of bij verstopping.

◆

Open en installeer de moleculaire zeef AR222 (meegeleverd als standaardaccessoire). (Zie pagina 17)

④

LET OP

Om de kwaliteit van de moleculaire zeef te behouden, is het raadzaam het systeem direct te installeren nadat het uit

◆

de verpakking wordt gehaald.

Verbind de SF-snellader (codenr. WA6625SF) (optionele accessoire voor R134a.)

⑤

8