Daikin FVXS25FV1B Operation manuals [nl]

Page 1
DAIKIN ROOM AIR CONDITIONER
Gebruiksaanwijzing
R410A R32 FVXS25FV1B FVXM25FV1B FVXS35FV1B FVXM35FV1B FVXS50FV1B FVXM50FV1B
Page 2
INHOUD
LEZEN VOOR GEBRUIK
Naam van de onderdelen............................... 6
Voorbereiding vooraleer te gebruiken ............ 9
Werkingsgebied ........................................... 11
EDIENING
De standen AUTO · DROGEN · KOELEN ·
VERWARMEN · VENTILATOR.................... 12
De blaasrichting regelen .............................. 14
Werking met KRACHT ................................. 16
Modus BUITENUNIT STIL ........................... 17
De stand ECONO......................................... 18
De bediening met de TIMER ........................ 19
Stand WEEKKLOK....................................... 21
Noot voor multi-systeem .............................. 26
ZORG DRAGEN
Zorg en reiniging .......................................... 28
IN GEVAL VAN PROBLEMEN
Problemen oplossen .................................... 31
OPMERKING
De oorspronkelijke handleiding is geschreven in het Engels. Andere talen zijn vertalingen van de oorspronkelijke instructies.
1
Page 3

LEZEN VOOR GEBRUIK

WAARSCHUWING
De FVXM-modellen zijn gevuld met het koelmiddel R32.

Veiligheidsmaatregelen

• Bewaar deze handleiding waar de operator deze gemakkelijk kan vinden.
• Lees zorgvuldig de voorzorgsmaatregelen in deze handleiding voordat u de unit bedient.
• Dit apparaat is bedoeld om in werkplaatsen, in de lichte industrie en in boerderijen door deskundige of geschoolde gebruikers gebruikt te worden of, in de handel en in huishoudens, door niet gespecialiseerde personen.
• Het geluidsdrukniveau bedraagt minder dan 70 dB (A).
• De in deze handleiding beschreven maatregelen worden onderverdeeld in WAARSCHUWING en VOORZICHTIG. Deze bevatten beide belangrijke informatie betreffende veiligheid. Neem alle veiligheidsmaatregelen nauwkeurig in acht.
WAARSCHUWING
Indien u deze aanwijzingen niet nauwgezet volgt, kan de unit schade aan eigendommen, lichamelijk letsel of een dodelijk ongeval veroorzaken.
Voorkom dat.
U dient een luchtaansluiting aan te brengen.
Druk de toetsen van de airconditioner (of de afstandsbediening) nooit in met natte handen.
• Stel het toestel op in een kamer waar er geen ontstekingsbronnen zijn die doorlopend werken (zoals open vuur, een gastoestel of elektrische verwarming die aanstaat enz.).
• Bedien de unit nooit wanneer er schadelijk gassen (bijv. ontvlambare of corrosieve) in de buurt van de unit worden ontdekt om brand, explosie of letsel te voorkomen.
• Voorkom langdurige blootstelling aan de koude lucht en voorkom dat de temperatuur in de kamer te laag wordt. Kou is niet bevorderlijk voor de gezondheid. Uw fysieke conditie kan verslechteren en uw gezondheid kan worden aangetast.
• Steek geen voorwerpen of vingers in de luchtinlaat, de luchtuitlaat of de luchtroosters. Als gevolg van aanraking met de hoge-snelheid ventilatorbladen van de airconditioner kan letsel ontstaan.
• Probeer niet zelf de airconditioner te repareren, ontmantelen, opnieuw te installeren of te veranderen. Dat kan namelijk leiden tot waterlekkage, elektrische schokken of brandgevaar. Gebruik geen ontvlambare stoffen (zoals haarsprays, insecticiden, enz.) in de buurt van de unit.
• Gebruik geen benzine of een verdunningsmiddel om de unit schoon te vegen. Dat kan scheuren, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben. (alleen voor het R32-koelmiddel)
• Bij installatie, verplaatsing of reparatie, gebruik geen ander koelmiddel dan dat vermeld op de buitenunit (R410A/R32). Andere koelmiddelen kunnen voor storingen in de unit zorgen of deze beschadigen en mensen verwonden.
• Bedien de airconditioner niet met natte handen, eveneens om elektrische schokken te voorkomen. Spoel de airconditioner niet af met water, aangezien dit elektrische schokken of brand kan veroorzaken.
• Plaats geen bakken met water (vazen, enz.) op het apparaat, aangezien dit elektrische schokken of brand kan veroorzaken.
• Pas bij lekkage van koelmiddel op voor brandgevaar. Als de airconditioner niet correct werkt, d.w.z. geen koude of warme lucht genereert, kan dit het gevolg zijn van koelmiddellekkage. Neem contact op met uw leverancier voor assistentie. Het gebruikte koelmiddel in de airconditioner is veilig en lekt gewoonlijk niet weg. Maar ingeval van een lek kan een schadelijk gas vrijkomen bij contact met een naakte brander, verwarming of fornuis. Stop met het gebruik van de airconditioner totdat een deskundige onderhoudsmonteur heeft bevestigd dat de lekkage is gerepareerd.
Indien u deze aanwijzingen niet nauwgezet volgt, kan de unit eigendommen min of meer beschadigen of iemand verwonden.
Volg de onderstaande aanwijzingen nauwgezet op.
Voorkom dat de airconditioner (of de afstandsbediening) nat wordt.
VOORZICHTIG
2
Page 4

Veiligheidsmaatregelen

WAARSCHUWING
VOORZICHTIG
• Probeer de airconditioner niet zelf te installeren of te repareren. Een slechte installatie of reparatie kan waterlekken, elektrische schokken of brand veroorzaken. Neem contact op met uw plaatselijke leverancier of bevoegd personeel voor installatie en onderhoud.
• Wanneer de airconditioner niet correct functioneert (een brandlucht afgeeft, enz.), schakel dan het apparaat uit en neem contact op met uw plaatselijke leverancier. Wanneer u de airconditioner onder deze omstandigheden blijft gebruiken, kan dit defecten, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
• Plaats een aardlekschakelaar. Het niet plaatsen van de aardlekschakelaar kan gevaar voor elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
• De airconditioner moet geaard worden. Een onvoldoende aarding kan elektrische schokken veroorzaken. Sluit de aardleiding niet aan op een gas- of waterleiding, een bliksemafleider of een telefoonaarding.
• Gebruik de airconditioner alleen om de lucht te koelen of te verwarmen. Gebruik de airconditioner niet voor andere doeleinden, zoals het bewaren of beschermen van levensmiddelen, dieren, planten, precisie-instrumenten of kunstwerken, omdat dergelijke voorwerpen aangetast kunnen worden.
• Stel planten of dieren niet rechtstreeks bloot aan de luchtstroming uit de unit, aangezien dit nadelige gevolgen kan hebben. Plaats geen apparatuur die open vuur produceert, op plaatsen die blootstaan aan de luchtstroom van
• het apparaat, aangezien dit de verbranding van de brander nadelig kan beïnvloeden.
• Blokkeer de luchtinlaat- en uitlaatopeningen niet. Een verminderde luchtstroom kan resulteren in inferieure prestaties of een defect.
• Ga niet op de buitenunit zitten, leg geen voorwerpen op de unit of trek niet aan de unit. Als u dat wel doet, kan dat ongevallen tot gevolg hebben, zoals vallen of omkantelen, waardoor letsel, een verkeerde werking van het product of productschade kan ontstaan.
• Plaats geen dingen onder de binnenunit die gevoelig zijn voor vochtschade, anders loopt u het risico dat zij beschadigd raken door water. Onder bepaalde omstandigheden kan condensvorming op de hoofdunit of de koelmiddelleidingen, vuil in het luchtfilter of een verstopte afvoer waterlekkage veroorzaken, waardoor het betreffende voorwerp vervuild of defect kan raken.
• Controleer na langdurig gebruik de standaard van het apparaat en de bevestiging ervan op beschadiging. Als ze beschadigd zijn, kan de unit vallen en letsel veroorzaken.
• Raak de luchtinlaat of de aluminium vinnen van de unit niet aan om letsels te voorkomen.
• Het apparaat mag niet zonder toezicht door jonge kinderen of instabiele personen worden bediend. Lichamelijk letsel of schade voor de gezondheid kan het gevolg zijn.
• Dit apparaat mag worden gebruikt door kinderen van 8 jaar en ouder en door personen met verminderde fysieke, sensorische of geestelijke capaciteiten of gebrek aan ervaring en kennis als zij supervisie of instructie krijgen over het veilige gebruik van het apparaat en als zij de gevaren in betrekking hiermee begrijpen.
• Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud door de gebruiker mogen niet worden uitgevoerd door kinderen zonder toezicht.
Zorg dat iets tegen de binnen- en buitenunits kan stoten, omdat deze anders kunnen worden beschadigd.
• Plaats geen ontvlambare middelen, zoals spuitbussen, binnen 1 meter afstand van de luchtuitlaat.
• De spuitbussen kunnen ontploffen door hete lucht die afkomstig is van de binnen- en buitenunits.
• Laat huisdieren niet op de airconditioner plassen. Plassen op de airconditioner kan elektrische schokken of brand veroorzaken.
Spoel de airconditioner niet af met water, aangezien dit elektrische schokken of brand kan veroorzaken.
• Plaats geen bakken met water (vazen, enz.) op het apparaat, aangezien dit elektrische schokken of brand kan veroorzaken.
3
Page 5

Veiligheidsmaatregelen

VOORZICHTIG
• Schakel de onderbreker niet uit tenzij u iets verbrand ruikt, of tijdens het uitvoeren van reparaties, inspectie of het reinigen van de unit (alleen voor het R32-koelmiddel). Anders kan koelmiddellekkage kan niet worden gedetecteerd (alleen voor het R32-koelmiddel).
• Gebruik geen ontvlambare stoffen (zoals haarsprays of insecticiden, enz.) in de buurt van de unit. Dat kan elektrische schokken, brand of een verkeerde detectie van de koelmiddelsensor tot gevolg hebben (alleen voor het R32-koelmiddel).
• Installeer niet in afgesloten, zeer luchtdichte ruimtes zoals geluidsdichte kamers en een kamer waarvan de deur is afgedicht (alleen voor het R32-koelmiddel).
• Installeer niet in plaatsen die gevuld zijn met rook, gas, chemicaliën, enz. De kans bestaat dat de sensoren in de binnenunit deze detecteren en op het scherm melden dat er een koelmiddellek is (alleen voor het R32-koelmiddel).
• Voor de veiligheid bevat deze unit een koelmiddellekdetector. Om efficiënt te kunnen werken moet de unit na de installatie steeds onder spanning blijven, behalve tijdens korte onderhoudsbeurten (alleen voor het R32-koelmiddel).
• Deze unit bevat elektrisch gevoede veiligheidsinrichtingen. Om efficiënt te kunnen werken moet de unit na de installatie steeds onder spanning blijven, behalve tijdens korte onderhoudsbeurten (alleen voor het R32-koelmiddel).
• Zorg voor een degelijke ventilatie van de kamer als samen met de airconditioner een brander en dergelijke wordt gebruikt om zuurstofgebrek te voorkomen.
Vooraleer de unit schoon te maken, schakel deze uit en schakel tevens de
• stroomonderbreker uit of trek de stekker uit het stopcontact. Anders dreigt u elektrische schokken te krijgen en letsel op te lopen. Schakel de onderbreker na het reinigen snel opnieuw in.
• Sluit de airconditioner alleen aan op het gespecificeerde stroomcircuit. Stroomvoorzieningen anders dan de gespecificeerde kunnen elektrische schokken, oververhitting en branden veroorzaken.
• Plaats de afvoerslang op een wijze dat het water goed kan worden afgevoerd. Door een slechte afvoer kunnen meubels, het gebouw, enz. vochtsporen beginnen te vertonen.
Zet geen voorwerpen vlakbij de buitenunit en laat geen bladeren en ander afval rond de unit ophopen. Bladeren trekken kleine dieren aan die in de unit kunnen binnendringen. In de unit kunnen dergelijke dieren storingen, rook of brand veroorzaken wanneer ze in contact komen met elektrische onderdelen.
• Plaats geen voorwerpen rondom de binnenunit.
• Dat kan namelijk een negatieve invloed hebben op de prestaties, productkwaliteit en levensduur van de airconditioner.
• Houd het apparaat uit de buurt van kinderen en laat ze niet met het apparaat spelen.
• Bedien de airconditioner niet met natte handen.
• Was de binnenunit niet met overvloedig water, gebruik alleen een iets vochtig doek.
Zet niets neer – en zeker geen waterbevattende voorwerpen zoals vazen – op de unit. Water kan in de unit binnendringen en elektrische isolaties beschadigen, hetgeen tot elektrische schokken kan leiden.
4
Page 6

Veiligheidsmaatregelen

Plaats van installatie
■ Raadpleeg de leverancier om de airconditioner in de volgende soorten omgevingen te installeren.
• Plaatsen met een olieachtige omgeving of waar damp of roet voorkomt.
• Zouthoudende omgeving, zoals kustgebieden.
• Plaatsen waar zwavelgas voorkomt, zoals hete bronnen.
• Plaatsen waar sneeuw de buitenunit kan blokkeren.
• De unit minstens 1 meter verwijderd is van een radio of televisie-apparaat (omdat de unit beeld of geluid kan verstoren).
• De binnenunit houdt een afstand van minstens 1,5 m tussen branddetectoren en de luchtuitlaat van de binnenunit (alleen voor het R32-koelmiddel).
De afvoer van de buitenunit moet worden afgewaterd naar een plaats met een goede drainage.
Let op: het lawaai van de unit kan storend zijn voor uw buren.
■ Kies voor installatie een plaats zoals hieronder wordt beschreven.
Een plaats met voldoende draagvermogen voor de unit die het werkgeluid of de werktrillingen niet versterkt.
• Een plaats waar de afgevoerde lucht van de buitenunit of het geluid uw buren niet hindert wanneer het toestel werkt.
Elektrische werkzaamheden
• Zorg er bij de stroomvoorziening voor dat u een apart stroomcircuit gebruikt dat alleen voor de airconditioner is bestemd.
Het systeem naar een andere plaats brengen
• Voor het herplaatsen van de airconditioner zijn gespecialiseerde kennis en vaardigheden nodig. Raadpleeg de leverancier als herplaatsing nodig is voor verhuizen of verbouwen.
5
Page 7

Naam van de onderdelen

13
14
Keuzeschakelaar voor luchtuitlaat
Bij deze instelling wordt de lucht alleen via de bovenste uitlaat uitgeblazen.
Bij deze instelling wordt automatisch een uitblaaspatroon geselecteerd, afhankelijk van de ingestelde modus en de omstandigheden.
Het apparaat wordt vanuit de fabriek met deze instelling verzonden.
Dit is de aanbevolen instelling.
■ Binnenunit
12
8
7
4
2
5
■ Het frontpaneel openen
Zo opent u het frontpaneel: (pagina 28.)
3
12 10
9
6
11
VOORZICHTIG
Zorg ervoor dat het apparaat en de hoofdschakelaar uitgeschakeld zijn voordat u het frontpaneel opent. Als de voedingsspanning ingeschakeld is kan de ventilator in de behuizing draaien en letsel veroorzaken.
6
Page 8
■ Binnenunit
Klasse 25/35 Klasse 50
16
17
18
19
15
16
17
18
19
15
1. Deodoriseringsfilter uit titaniumapatiet:
• Deze filters zitten in de luchtfilters bevestigd.
2. Luchtuitlaat
3. Scherm
4. Frontpaneel
5. Verticale lamellen (louvres): (pagina 14.)
• De lamellen zitten in de luchtuitlaat.
6. Luchtinlaat
7. Luchtfilter
Horizontale lamellen (jaloezieën):
8.
9. Bedrijfslampje (groen)
10. TIMER-lampje (geel): (pagina 19.)
11. AAN /UIT-schakelaar van binnenunit:
• Druk één keer op deze schakelaar om de werking te starten. Druk opnieuw één keer om deze te stoppen.
(pagina 14.)
■ Buitenunit
• Zie de volgende tabel voor de bedrijfsmodus.
Model
ALLEEN
KOELEN
WARMTE-
POMP
• Gebruik deze schakelaar wanneer de afstandsbediening ontbreekt of wanneer u deze even niet vindt.
12. Signaalontvanger:
• Deze ontvangt signalen van de afstandsbediening.
• Wanneer de unit een signaal ontvangt, hoort u een korte pieptoon.
• Start bedrijf ..................... piep-piep
• Instellingen gewijzigd ...... piep
• Stop bedrijf......................pieeeeep
13. Keuzeschakelaar voor luchtuitlaat:
(pagina 15.)
14. Kamertemperatuursensor:
Deze detecteert de luchttemperatuur rond de unit.
KOELEN
Stand
AUTO
Temperatuur-
instelling
22°C AUTO
25°C AUTO
Lucht­debiet
■ Buitenunit
15. Luchtinlaat: (rug en zijkant)
16. Koelmiddelleiding en kabel tussen units
17. Afvoerslang
Voor enkele modellen kan het uiterlijk van de buitenunit verschillen.
7
18. Aardingsaansluitpunt:
19. Luchtuitlaat
• Deze zit achter dit deksel.
Page 9
■ Afstandsbediening
1
5
6
2
3
4
<ARC452A1>
<Open het deksel>
7
8
11
12
13 15
9
10
14 16
1. Signaalzender:
• Deze zendt signalen naar de binnenunit.
2. Scherm:
• Geeft de huidige instellingen weer. (Op deze afbeelding wordt elke sectie getoond met ON-geschakelde displays ten behoeve van de uitleg).
3. Regelknop FAN:
Deze selecteert de instelling voor het luchtdebiet.
4. KRACHTIG-knop:
KRACHTIGE werking (pagina 16.)
5. AAN/UIT-knop:
• Druk één keer op deze knop om de werking te starten. Druk opnieuw één keer om deze te stoppen.
6. TEMPERATUUR-regelknoppen:
• Deze wijzigen de temperatuurinstelling.
7. Standknop MODE:
• Deze selecteert de bedrijfsmodus. (AUTO/DRY/COOL/HEAT/FAN) (autom./ drogen/koelen/verwarmen/ventilator) (pagina 12).
8. Toets STIL:
BUITENUNIT STIL te laten werken (pagina 17.)
9. ECONO-toets:
ECONO-functie (pagina 18.)
10. Knop SWING:
De luchtstroomrichting instellen (pagina 14.)
11. Toets WEKELIJKS/PROGRAMMEER/ KOPIEER/TERUG/VOLGENDE:
De WEEKTIMER instellen (pagina 21.)
12. Toets SELECTIE:
• Deze wijzigt de instellingen van TIMER
AAN/UIT en WEEKKLOK. (pagina 19, 21.)
13. UITSCHAKELTIMER-knop: (pagina 19.)
14. INSCHAKELTIMER-knop: (pagina 20.)
15. Knop TIMER ANNULEREN:
• Deze annuleert de tijdklokinstelling.
(pagina 19, 20.)
• Het is niet mogelijk om deze te gebruiken
voor de bediening van de WEEKKLOK.
16. KLOK-knop: (pagina 10.)
8
Page 10

Voorbereiding vooraleer te gebruiken

Ontvanger
Houder Afstandsbediening
Drukken.
• Trek naar boven om uit te nemen.
■ De batterijen plaatsen
1.
Verschuif het frontpaneel om het te verwijderen.
2. Plaats twee droge batterijen AAA.LR03 (alkaline).
3. Plaats het frontpaneel terug, zoals dat eerst was.
■ Werken met de afstandsbediening
Richt de zender op de binnenunit om de afstandsbediening te gebruiken. Als er iets de signalen blokkeert tussen de unit en de afstandsbediening, zoals een gordijn, werkt de unit niet.
Laat de afstandsbediening niet vallen. Laat deze niet nat worden.
• De maximale afstand voor communicatie bedraagt is ca. 7 m.
Bevestigen van de afstandsbedienings­houder tegen de wand
1. Kies een plaats waar de signalen de unit
bereiken.
2. Bevestig de houder aan een muur, een
pilaar, of vergelijkbare plaats met de ter plaatse gekochte schroeven.
3. Plaats de afstandsbediening in zijn houder.
2
en – in de
+ juiste positie!
3
1
LET OP
9
■ Over batterijen
• Wanneer u de batterijen vervangt, gebruik batterijen van hetzelfde type en vervang beide oude batterijen tegelijkertijd.
• Verwijder de batterijen, wanneer het systeem gedurende lange tijd niet wordt gebruikt.
• De batterijen gaan ca. 1 jaar mee. Als het display van de afstandsbediening minder helder oplicht of de signaalontvangst afneemt voordat één jaar is verstreken, moet u beide batterijen door nieuwe AAA.LR03 (alkali) batterijen vervangen.
• De meegeleverde batterijen zijn bestemd voor het eerste gebruik van het systeem. De levensduur van de batterijen kan kort zijn afhankelijk van de fabricagedatum van de airconditioner.
■ Over de afstandsbediening
• Stel de afstandsbediening nooit bloot aan direct zonlicht.
• Stof op de signaalzender of -ontvanger vermindert de gevoeligheid. Veeg stof weg met een zachte doek.
• De signaalcommunicatie kan worden uitgeschakeld, als er in de kamer een TL-lamp met een elektronische starter aanwezig is (zoals inverterlampen). Raadpleeg de leverancier of dat het geval is.
• Als het signaal van de afstandsbediening een ander toestel bedient, verplaats dat toestel dan naar elders of raadpleeg de winkel.
Page 11
Voorbereiding vooraleer te gebruiken
1, 3, 5
2, 4
■ De klok instellen
1. Druk op de knop met het uurwerkje.
verschijnt.
en knipperen.
2.
Druk op de "toets SELECTIE" om de huidige dag van de week in te stellen.
3. Druk op de knop met het uurwerkje.
knippert.
4. Druk op de "toets SELECTIE" om de klok in te stellen op de huidige tijd.
Door " " of " " ingedrukt te houden neemt de tijd op het scherm snel toe of af.
5. Druk op de knop met het uurwerkje.
Richt de afstandsbediening bij het instellen van de tijd voor de interne klok op de binnenunit.
knippert.
OPMERKING
• Als de interne klok van de binnenunit niet op de juiste tijd ingesteld is, zal de WEEKTIMER niet nauwkeurig werken.
■ De onderbreker aanzetten
• Wanneer de hoofdschakelaar AAN geschakeld wordt, zal de jaloezie sluiten. (Dit is normaal).
■ Controle van de Instellingen van de Afstandsbediening
• Deze afstandsbediening wordt gebruikt voor zowel het warmtepompmodel als het alleen-koelen model. Gebruik de dipswitches op de afstandsbediening voor het instellen van het warmtepompmodel of het alleen-koelen model.
• Zie de onderstaande verklaring en maak de instelling zoals getoond in de afbeelding.
Voor de klanten van het warmtepomp model: Instellen op H/P
Voor de klanten van het alleen-koelen model: Instellen op C/O
H/P C/O
Dipswitches
10
Page 12

Werkingsgebied

Aanbevolen temperatuurinstelling
Voor koeling: 26°C – 28°C Voor verwarming: 20°C – 24°C
■ Tips om energie te besparen
Maak de kamer niet te koud of verwarm de kamer niet te sterk.
De temperatuurinstelling op een gemiddeld niveau houden helpt om energie te besparen.
Bedek ramen met een zonnescherm of een gordijn.
Door zonlicht en lucht van buiten te blokkeren wordt het koel­(verwarmings-)effect verhoogd.
Verstopte luchtfilters veroorzaken een inefficiënte werking en verspillen energie. Reinig ze circa
elke 2 weken.
■ Opmerking
De airconditioner verbruikt altijd 15 tot 35 Watt elektriciteit, zelfs als deze niet in bedrijf is.
Als u de airconditioner gedurende een lange periode niet gebruikt, bijvoorbeeld in de lente of
herfst, zet dan de onderbreker UIT.
Gebruik de airconditioner onder de volgende omstandigheden.
Voor de combinatie met een R410A-buitenunit, raadpleeg de volgende tabel:
Buitenunits Koel Warm Drogen
2MK(X)S40
2MK(X)S50
2MK(X)S52
3~5MK(X)S
RK(X)S
Voor de combinatie met een R32-buitenunit, raadpleeg de volgende tabel:
Buitenunits Koel Warm
RXM25~50
2MXM40~50
3~5MXM40~90
DB: drogeboltemperatuur WB: natte-bol-temperatuur
(a)
Opdat er geen condensatie en water uit het systeem zouden druppelen. Indien de temperatuur of de vochtigheid buiten
deze condities valt, zou het kunnen dat veiligheidstoestellen in werking worden gezet en dat de airconditioner niet werkt.
Als de werking buiten dit gebied verder gaat:
Bedrijf buiten dit vochtigheid- of temperatuurgebied kan er voor zorgen dat de veiligheidsinrichting het systeem uitschakelt.
Een veiligheidsinrichting kan nuttig zijn om het bedrijf te stoppen. (In een multi-systeem kan deze
helpen om alleen het bedrijf van de buitenunit te stoppen.)
Er kan condensatie op de binnenunit voorkomen en het kan gaan druppelen.
Buitentemperatuur 10~46°C DB -10~24°C DB 10~46°C DB
Binnentemperatuur 18~32°C DB 10~30°C DB 18~32°C DB
Buitentemperatuur 10~46°C DB -15~24°C DB 10~46°C DB
Binnentemperatuur 18~32°C DB 10~30°C DB 18~32°C DB
Buitentemperatuur -10~46°C DB -15~24°C DB -10~46°C DB
Binnentemperatuur 18~32°C DB 10~30°C DB 18~32°C DB
Buitentemperatuur -10~46°C DB -15~24°C DB -10~46°C DB
Binnentemperatuur 18~32°C DB 10~30°C DB 18~32°C DB
Buitentemperatuur -10~46°C DB -15~24°C DB -10~46°C DB
Binnentemperatuur 18~32°C DB 10~30°C DB 18~32°C DB
Vochtigheid binnenshuis ≤80%
Buitentemperatuur -10~46°C DB -15~24°C DB -16~18°C WB
Binnentemperatuur 18~32°C DB 10~30°C DB
Buitentemperatuur -10~46°C DB -15~24°C DB -16~18°C WB
Binnentemperatuur 18~32°C DB 10~30°C DB
Buitentemperatuur -10~46°C DB -15~24°C DB -16~18°C WB
Binnentemperatuur 18~32°C DB 10~30°C DB
Vochtigheid binnenshuis ≤80%
(a)
(a)
11
Page 13

EDIENING

1
5
2, 3
4
Model voor alleen koelen
Model met warmtepomp

De standen AUTO · DROGEN · KOELEN · VERWARMEN · VENTILATOR

De airconditioner werkt in de stand van uw keuze. Vanaf de volgende keer werkt de airconditioner met dezelfde bedrijfsmodus.
■ De werking starten
1.
Druk op de "MODUSKEUZETOETS en selecteer" een werkingsmodus.
• Met elke druk op de knop gaat de stand naar de volgende instelling.
:AUTO
:DROGEN
:KOELEN
: VERWARMEN
: VENTILATOR
2. Druk op de "knop ON/OFF" (Aan/Uit).
• Het bedrijfslampje gaat branden.
■ De werking stoppen
3. Druk opnieuw op de "knop ON/OFF" (Aan/Uit).
• Het bedrijfslampje gaat uit.
■ Om de temperatuurinstelling te wijzigen
4. Druk op de "knop TEMPERATURE".
De stand DROGEN of VENTILATOR De stand AUTO of KOELEN of VERWARMEN
De temperatuurinstelling is niet variabel.
Druk op " " om de temperatuur te verhogen en op
" " om de temperatuur te verlagen.
Stel de temperatuur in zoals u dat wenst.
12
Page 14
De standen AUTO · DROGEN · KOELEN · VERWARMEN · VENTILATOR
■ De instelling voor de luchtuitblaas wijzigen
5. Druk op de "knop FAN" (Ventilator).
De stand DRY (Drogen) De stand AUTO of COOL (Koelen) of HEAT
De instelling voor de luchtuitblaas is niet variabel.
• Geluidsarme werking van de binnenunit
Wanneer de luchtuitblaas op " " wordt ingesteld, werkt de binnenunit veel stiller. Gebruik deze stand wanneer u wenst dat de unit stiller werkt.
OPMERKING
■ Noot over de stand VERWARMEN
• Aangezien deze airconditioner de kamer verwarmt door warmte van de buitenlucht naar binnen te brengen, wordt de verwarmingscapaciteit minder bij lagere buitentemperaturen. Als het verwarmingseffect onvoldoende is, is het raadzaam om een ander verwarmingstoestel te gebruiken in combinatie met de airconditioner.
• Het warmtepompsysteem verwarmt de kamer door warme lucht in alle delen van de kamer te laten circuleren. Nadat de verwarming is gestart, duurt het enige tijd voordat de kamer warmer wordt.
• In de stand Verwarming kan er vorst op de buitenunit optreden en de verwarmingscapaciteit verlagen. In dat geval schakelt het systeem naar de ontdooiwerking om de vorst te verwijderen.
• Tijdens de ontdooiwerking stroomt er geen warme lucht uit de binnenunit.
■ Noot over de stand KOELEN
• Deze airconditioner koelt de kamer door de warme lucht in de kamer naar buiten te blazen, zodat, wanneer de buitentemperatuur hoog is, het rendement van de airconditioner lager is.
■ Noot over de stand DROGEN
• De computerchip werkt om vochtigheid uit de kamer te verwijderen en tegelijkertijd de temperatuur zoveel mogelijk te handhaven. Deze regelt automatisch de temperatuur en het luchtdebiet, dus is een handmatige aanpassing van deze functies niet beschikbaar.
■ Noot over de stand AUTO
• In de werkingsmodus AUTO selecteert het systeem een temperatuurinstelling en de juiste werkingsmodus (KOELEN of VERWARMEN) op basis van de temperatuur in de ruimte bij inschakelen van de modus AUTO.
• Het systeem selecteert periodiek, automatisch opnieuw een instelling om de kamertemperatuur dichter in de buurt van het niveau van de gebruikersinstelling te brengen.
• Indien u de AUTOmatische werking niet goed vindt, kunt u de ingestelde temperatuur handmatig anders instellen.
■ Noot over de instelling van het luchtdebiet
• Bij een kleiner luchtdebiet is het koel- (verwarmings-) effect ook minder.
(Verwarmen) of FAN (Ventilator)
Er kunnen vijf luchtdebietniveaus ingesteld worden,
gaande van " " tot " " plus " " " ".
13
Page 15

De blaasrichting regelen

1, 2
U kan de luchtstroomrichting aanpassen voor een optimaal comfort.
■ De horizontale lamellen (jaloezieën) instellen
1.
Druk op de "toets ZWENK ".
• Op het display wordt de melding " " weergegeven en de jaloezieën beginnen te bewegen.
2. Druk, wanneer de jaloezie de gewenste stand heeft bereikt, nogmaals op de "toets ZWENK ".
• De schoepen stoppen met bewegen.
• De melding " " in het LCD-scherm
dooft.
■ De verticale schoepen (lamellen) afstellen
Houd de knop vast en verdraai de verticale lamellen. (U vindt een knop links en rechts van de lamellen).
Opmerkingen over de hoekinstelling van de jaloezieën en de verticale lamellen
• Behalve wanneer de modus "BEWEGEN" is geselecteerd, bereikt u het beste resultaat door de jaloezie in de modus VERWARMEN nagenoeg horizontaal en in de modi KOELEN of DROGEN zo omhoog gericht te plaatsen.
■LET OP
• Schakel, wanneer u de jaloezie met de hand wilt instellen, eerst het apparaat uit en gebruik daarna de afstandsbediening om het apparaat opnieuw in te schakelen.
• Regel de lamellen met de nodige voorzichtigheid. In de luchtuitlaat draait een ventilator op hoge snelheid.
VERWARMEN
KOELEN/ DROGEN
14
Page 16
De blaasrichting regelen
■ Zo stelt u de luchtstroom in
• Stel de luchtstroom in op de door u gewenste manier.
Wanneer u de insteltoets voor de luchtstroom in de stand zet.
• De airconditioner selecteert automatisch het juiste uitblaaspatroon, afhankelijk van de werkingsmodus c.q. de situatie.
Werkingsmodus Situatie Uitblaaspatroon
• Wanneer de ruimte volledig is afgekoeld of wanneer de airconditioner 1 uur ingeschakeld is geweest.
KOELEN
• Bij inschakelen of op andere momenten wanneer de ruimte niet volledig afgekoeld is.
• Normale tijd.
VERWARMEN
Bij inschakelen of wanneer de
• temperatuur van de lucht laag is (alleen voor het R410A­koelmiddel).
• Om te voorkomen dat de lucht tijdens DROGEN direct in contact komt met de gebruikers van de ruimte, wordt de lucht via de bovenste luchtuitlaat uitgeblazen.
Wanneer u de insteltoets voor de luchtuitlaat in de stand zet.
• De lucht wordt, ongeacht de ingestelde werkingsmodus of de situatie, via de bovenste luchtuitlaat uitgeblazen.
Gebruik deze schakelaar wanneer u niet wilt dat de lucht via de onderste luchtuitlaat wordt uitgeblazen. (Wanneer men slaapt en een koude luchtstroom voelt tijdens het VERWARMEN, enz.)
Om te voorkomen dat de lucht
• direct in contact komt met de gebruikers van de ruimte, wordt de lucht via de bovenste luchtuitlaat uitgeblazen tot de temperatuur in de ruimte is gestabiliseerd.
In geval van het koelmiddel R410A.
• Uit de bovenste en onderste luchtuitlaten wordt lucht uitgeblazen om de ruimte tijdens KOELEN snel te koelen en tijdens VERWARMEN snel te verwarmen.
In geval van het koelmiddel R32.
Uit de bovenste en onderste luchtuitlaten wordt lucht uitgeblazen tijdens VERWARMEN en om tijdens KOELEN snel te koelen.
• Om te voorkomen dat de lucht direct in contact komt met de gebruikers van de ruimte. De lucht blaast uit de bovenste luchtuitlaat (alleen voor het R410A-koelmiddel).
VOORZICHTIG
• Probeer niet om de jaloezie met de hand in te stellen.
• Wanneer u de instelling met de hand wijzigt zal het mechanisme mogelijk niet goed werken of bestaat de mogelijkheid dat condens uit de luchtuitlaten zal druppen.
15
Page 17

Werking met KRACHT

1, 2
In de modus KRACHTIG wordt het koel-, c.q. verwarmingseffect in elke werkingsmodus versterkt. U kunt de maximale capaciteit krijgen.
■De werking met KRACHT starten
1. Druk op de "knop
POWERFUL".
• De modus KRACHTIG stopt na 20 minuten. Het systeem werkt daarna weer automatisch met de vorige instellingen die werden gebruikt voor het bedrijf KRACHT.
• " " verschijnt op het LCD-scherm.
• Bij gebruik van de stand KRACHT zijn enkele functies niet beschikbaar.
■ Stand KRACHT annuleren
2. Druk opnieuw op de "knop POWERFUL".
• De melding " " in het LCD-scherm
dooft.
OPMERKING
■ Noot over de werking met KRACHT
• De modus KRACHTIG kan niet gebruikt worden in combinatie met de modus ECONO of STIL. De functie van de knop die als laatste werd ingedrukt, krijgt voorrang.
• De stand KRACHTIG kan alleen worden gekozen wanneer de unit werkt. Door op de stoptoets te drukken annuleert u de instellingen en wordt de melding " " weergegeven in het display.
• Bij gebruik van de KRACHTIG modus neemt de capaciteit van de airconditioner niet toe als de airconditioner reeds aantoonbaar op maximale capaciteit werkt.
• In de stand COOL (Koelen) en HEAT (Verwarmen)
Om het koel- of verwarmingseffect te maximaliseren, moet de capaciteit van de buitenunit worden verhoogd en het luchtdebiet op de maximale instelling gezet. De instellingen voor temperatuur en luchtstroom zijn niet variabel.
• In de stand DRY (Drogen)
De temperatuurinstelling wordt verlaagd met 2,5°C en het luchtdebiet wordt enigszins vergroot.
• In de stand FAN (Ventilator)
Het luchtdebiet is gefixeerd op de maximale instelling.
• Wanneer een instelling van een voorkeursruimte wordt gebruikt
Zie "Opmerking voor Multisysteem" (pagina 26.)
16
Page 18

Modus BUITENUNIT STIL

1, 2
De modus BUITENUNIT STIL vermindert het geluidsniveau van de buitenunit door de frequentie en het ventilatortoerental van de buitenunit te wijzigen. Deze functie is erg handig gedurende de nacht.
■ Modus BUITENUNIT STIL inschakelen
1. Druk op de "toets STIL".
• " " verschijnt op het LCD-scherm.
■ Modus BUITENUNIT STIL annuleren
2. Druk nogmaals op de
"toets STIL".
• De melding " " in het LCD-scherm dooft.
OPMERKING
■ Opmerking bij het gebruik van de modus BUITENUNIT STIL
• In een Multisysteem zal deze functie alleen werken wanneer de optie BUITENUNIT STIL is ingeschakeld op alle gekoppelde binnenunits. Zie, wanneer een instelling van een voorkeursruimte wordt gebruikt, de "Opmerking voor Multisysteem" (pagina 26.)
• Deze functie is beschikbaar bij KOELEN, VERWARMEN en AUTOMATISCHE BEDIENING. (Niet beschikbaar is bij de modi VENTILATOR en DROGEN.)
• Het is niet mogelijk om de stand KRACHT en de stand BUITENUNIT STIL tegelijkertijd te gebruiken. De functie van de knop die als laatste werd ingedrukt, krijgt voorrang.
• Als een modus gestopt is via de afstandsbediening of de AAN/UIT-schakelaar op het masterunit en de modus BUITENUNIT STIL is ingeschakeld, zal de melding " "
zichtbaar blijven op het display van de afstandsbediening.
• In de BUITENUNIT STIL modus wordt de frequentie of de ventilatorsnelheid niet verminderd als de frequentie en de ventilatorsnelheid reeds voldoende zijn verminderd.
17
Page 19

De stand ECONO

1, 2
Stroomsterkte en stroomverbruik
Vanaf opstarten totdat de ingestelde temperatuur is bereikt
Tijd
Maximum tijdens normale werking
Maximum in modus ECONO
Normale werking
Modus ECONO
Met de stand ECONO is een efficiënte werking mogelijk door de waarde van het maximale energieverbruik te beperken. Deze functie is nuttig in situaties waarin aandacht nodig is om te verzekeren dat een stroomonderbreker niet in werking wordt gesteld wanneer het product samen met andere toestellen werkt.
De stand ECONO starten
1. Druk op de "knop ECONO".
• " " verschijnt op het LCD-scherm.
De stand ECONO stoppen
2. Druk opnieuw op de "knop ECONO".
De melding " " in het LCD-scherm dooft.
• Deze grafiek is alleen bestemd voor illustratieve doeleinden.
* De maximale stroomsterkte en stroomverbruik van de airconditioner in de ECONO-modus
variëren afhankelijk van de aangesloten buitenunit.
OPMERKING
• De stand ECONO kan alleen worden gekozen wanneer het systeem werkt. Door op de stoptoets te drukken annuleert u de instellingen en wordt de melding " " weergegeven in het display.
• Met de stand ECONO is een efficiënt bedrijf mogelijk doordat het stroomverbruik van de buitenunit wordt beperkt (werkfrequentie).
• De stand ECONO kan in de standen AUTO, KOELEN, DROGEN en VERWARMEN worden gekozen om economisch te werken.
• Het is niet mogelijk om de stand KRACHT en de stand ECONO tegelijkertijd te gebruiken. De functie van de knop die als laatste werd ingedrukt, krijgt voorrang.
• Het is mogelijk dat het energieverbruik, als dat al laag is, niet verder gereduceerd wordt als de ECONO-functie wordt gebruikt.
18
Page 20

De bediening met de TIMER

1, 3
4
2
De timerfuncties zijn handig om de airconditioning ’s avonds en ’s morgens automatisch aan en uit te schakelen. U kunt ook TIMER UIT en TIMER AAN in combinatie gebruiken.
■ De stand TIMER UIT gebruiken
• Controleer of de tijd op de klok correct is. Zo niet, stel dan de klok in op de huidige tijd. (pagina 10.)
1. Druk op de knop "OFF TIMER".
verschijnt.
knippert.
2. Druk op de "toets SELECTIE" tot de gewenste tijd wordt weergegeven.
• Met elke druk op één van de knoppen
wordt de tijdsinstelling met 10 minuten vervroegd of verlaat. Als een knop ingedrukt blijft, wordt de tijdsinstelling snel gewijzigd.
3. Druk opnieuw op de knop "OFF TIMER".
• Het lampje TIMER brandt nu.
■ Druk op de volgende toetsen om de UITSCHAKELTIMER uit te schakelen
4. Druk op de "knop CANCEL" (Annuleren).
• Het lampje TIMER gaat uit.
OPMERKING
• Wanneer de TIMER is ingesteld, wordt de huidige tijd niet weergegeven.
Wanneer u ON, OFF TIMER indrukt, blijft de tijdsinstelling in het geheugen bewaard. (Het geheugen wordt pas gewist wanneer de batterijen van de afstandsbediening worden vervangen).
Wanneer de unit via de ON/OFF TIMER (Timer Aan/Uit) wordt bediend, kan de werkelijke duur van het bedrijf variëren afhankelijk van de tijd die de gebruiker heeft ingevoerd. (Maximaal ca. 10 minuten)
■ De stand NACHTINSTELLING
Wanneer TIMER UIT is ingesteld, past de airconditioner automatisch de temperatuurinstelling aan (0,5°C hoger in KOELEN, 2,0°C lager in VERWARMEN), zodat u prettig kunt slapen en er geen overmatige koeling (verwarming) plaatsvindt.
19
Page 21
De bediening met de TIMER
1, 3
4
2
■ Druk op de volgende toetsen om de TIMER AAN in te schakelen
• Controleer of de tijd op de klok correct is. Zo niet, stel dan de klok in op de huidige tijd. (pagina 10.)
1. Druk op de knop "ON TIMER" (Timer Aan).
verschijnt.
knippert.
2.
Druk op de "toets SELECTIE" tot de gewenste tijd wordt weergegeven.
Met elke druk op één van de knoppen wordt de tijdsinstelling met 10 minuten vervroegd of verlaat. Als een knop ingedrukt blijft, wordt de tijdsinstelling snel gewijzigd.
3. Druk opnieuw op de knop "ON TIMER".
• Het lampje TIMER brandt nu.
■ De stand TIMER AAN annuleren
4. Druk op de "knop CANCEL" (Annuleren).
• Het lampje TIMER gaat uit.
ON TIMER (Timer Aan) en OFF TIMER (Timer Uit) combineren
• Zie hieronder voor een voorbeeldinstelling van de 2 timers.
(Voorbeeld)
Actuete tijd: 11:00 p.m. (Het apparaat werkt) UITSCHAKELTIMER op 0:00 a.m. INSCHAKELTIMER op 7:00 a.m.
gecombineerd
LET OP
■ Stel in de volgende gevallen de timer opnieuw in.
• Nadat een onderbreker werd UIT-geschakeld.
• Na een stroomstoring.
• Nadat de batterijen in de afstandsbediening zijn vervangen.
Display
20
Page 22

Stand WEEKKLOK

6:00 8:30 17:30 22:00
25°C 27°C
6:00 8:30 17:30 22:00
25°C 27°C
8:00 10:00 19:00 21:00
27°C 27°C25°C
Voorbeeld: Voor maandag t/m vrijdag worden dezelfde timerinstellingen gemaakt
terwijl er andere timerinstellingen voor het weekend worden gemaakt.
In de WEEKTIMER kunnen maximaal 4 reserveringen per dag en 28 reserveringen per week worden ingesteld. Gebruik de kopieerfunctie om het maken van de reserveringen te vereenvoudigen.
Het gebruik van bijvoorbeeld AAN-AAN-AAN-AAN instellingen maakt het mogelijk om veranderingen in de werkingsmodus en de ingestelde temperatuur te maken. Bovendien kunt u door gebruik van UIT-UIT-UIT-UIT instellingen de uitschakeltijd van elke dag afzonderlijk instellen. Hierdoor zal de airconditioner automatisch worden uitgeschakeld wanneer de gebruiker dit vergeet.
Er zijn vier programma’s 1-4 voor de timerinstellingen. (zie pagina 22.)
[Maandag]
Geen timerinstellingen
[Zaterdag]
Er zijn vier programma’s 1-4 voor de timerinstellingen. (zie pagina 22.)
[Zondag]
Gebruik de kopieerfunctie om de instellingen voor dinsdag t/m vrijdag te maken, want deze instellingen zijn hetzelfde als die voor maandag. (zie pagina 24.)
[Dinsdag]
t/m
[Vrijdag]
Programma 1 Programma 2 Programma 3 Programma 4
AAN UIT AAN UIT
Programma 1 Programma 2 Programma 3 Programma 4
AAN UIT AAN UIT
AAN UIT UIT AAN
Programma 1 Programma 2 Programma 3 Programma 4
UIT
UIT UIT
UIT
27°C
27°C
AAN
25°C
25°C
AAN
AAN
25°C
25°C
AAN
27°C
27°C
Er kunnen max. 4 timerinstellingen worden opgeslagen voor iedere dag van de week. Het is gemakkelijk, als de WEEKKLOK volgens de levensstijl van het gezin wordt ingesteld.
■De WEEKKLOK voor deze situaties gebruiken
Hieronder ziet u een voorbeeld van de instellingen voor de WEEKTIMER.
21
Page 23
Stand WEEKKLOK
3, 5, 7
1
2, 4, 6
6:00 8:30 17:30 22:00
25°C 27°C
Programma 1 Programma 2 Programma 3 Programma 4
AAN
UIT
AAN
UIT
[Maandag]
ON OFF Blanco
INSCHAKELTIMER UITSCHAKELTIMER
blanco
Zo gebruikt u de WEEKKLOK
Instelstand
Zorg ervoor dat de dag van de week en de tijd zijn ingesteld. Zo niet, stel dan de dag van de week en de tijd in. (pagina 10.)
1. Druk op " ".
De dag van de week en het reserveringsnummer van de huidige dag worden weergegeven.
• Er kunnen 1 tot 4 instellingen per
dag worden gemaakt.
2.
Druk op de "SELECTIE-toets" om de gewenste dag van de week en het schakelmoment te selecteren.
Telkens wanneer u op de "SELECTIE-toets" drukt, verandert het nummer van het schakelmoment en de dag van de week.
3. Druk op de "VOLGENDE-toets".
• De dag van de week en het
reserveringsnummer worden ingesteld.
• " " en " " knipperen.
4.
Druk op de "toets SELECTIE" om de gewenste functie te selecteren.
Door het indrukken van de "toets SELECTIE" worden de instellingen " " of " " achtereenvolgens veranderd.
• Als de reservering al is ingesteld, wordt deze verwijderd door "blanco" te selecteren.
• Ga door naar STAP 9 als "blanco" wordt geselecteerd.
5. Druk op de "VOLGENDE-toets".
• De stand TIMER AAN/UIT wordt ingesteld.
• " " en de tijd knipperen.
6. Druk op de "toets SELECTIE" om de gewenste tijd te selecteren.
• De tijd kan worden ingesteld tussen 0:00 en 23:50 in intervallen van 10 minuten.
Druk op de "TERUG toets" om terug te keren naar de instelling van de AAN/UIT TIMER modus.
• Ga door naar STAP 9 voor het instellen van de UIT TIMER.
7. Druk op de "VOLGENDE-toets".
• De tijd wordt ingesteld.
• " " en de temperatuuruitlezing knipperen.
Insteldisplays
Instellingen voor dag en nummer
AAN/UIT instellingen Tijdinstellingen
Temperatuurinstellingen
22
Page 24
Stand WEEKKLOK
9
10
8
Kopieermodus
8. Druk op de "toets SELECTIE" om de gewenste temperatuur te selecteren.
• De temperatuur kan ingesteld worden
tussen 10°C en 32°C. Koelen: Het apparaat handhaaft een temperatuur van 18°C, zelfs wanneer het ingesteld is op 10 tot 17°C. Verwarmen: Het apparaat handhaaft een temperatuur van 30°C, zelfs wanneer het ingesteld is op 31 tot 32°C.
• Druk, om terug te keren naar de
tijdinstelling, op de "TERUG-toets".
• De ingestelde temperatuur wordt alleen
weergegeven wanneer de instelling van de stand is ingeschakeld.
9. Druk op de "VOLGENDE-toets".
• De temperatuur wordt ingesteld
en vervolgens kunt u het volgende schakelmoment instellen.
Om verder te gaan met de instellingen, herhaalt u de aanwijzingen vanaf STAP 4.
10.Druk op " " om de instelling te voltooien.
• Richt de afstandsbediening op de
binnenunit en controleer of er een ontvangsttoon wordt gegeven en of het bedrijfslampje knippert.
• " " wordt op de LCD getoond
en de WEEKKLOK functie wordt geactiveerd.
• Het lampje TIMER brandt nu.
• Een eenmaal gemaakte reservering kan
gemakkelijk worden gekopieerd en dezelfde instellingen kunnen voor een andere dag van de week worden gebruikt.
Zie . (pagina 24.)
OPMERKING
■ Noot over de stand WEEKKLOK
• Vergeet niet om eerst de klok op de afstandsbediening in te stellen.
De dag van de week, stand TIMER AAN/UIT, tijd en ingestelde temperatuur (alleen voor de stand TIMER AAN) kunnen met de WEEKKLOK worden ingesteld. Andere instellingen voor TIMER AAN zijn gebaseerd op de instellingen kort voor het bedrijf.
• Het is niet mogelijk om de stand WEEKKLOK en de stand TIMER AAN/UIT tegelijkertijd
te gebruiken. De stand TIMER AAN/UIT heeft voorrang, als deze is ingesteld, terwijl WEEKKLOK nog steeds is ingeschakeld. De WEEKKLOK komt in de standby-toestand te staan en " " verdwijnt van de LCD. Wanneer TIMER AAN/UIT zichtbaar is, wordt WEEKKLOK automatisch actief.
• Wanneer u op " " drukt worden alleen de met de weektimer ingestelde tijd en
temperatuur verzonden. Stel de weektimer pas in nadat u de functie, de ventilatorsnelheid en de uitblaasrichting ingesteld heeft.
• Door de onderbreker uit te schakelen, een stroomstoring of andere, vergelijkbare
gebeurtenissen wordt de werking van de interne klok van de binnenunit onnauwkeurig. Reset de klok. (pagina 10.)
• De "TERUG-toets" kan alleen gebruikt worden voor de tijd- en temperatuurinstellingen.
U kunt deze toets niet gebruiken om terug te keren naar een eerder schakelmomentnummer.
23
Page 25
Stand WEEKKLOK
3, 5
1, 6
2, 4
Bevestigingsdisplay Kopiëren display Plakken display Normale display
Insteldisplays
Instelmodus
Kopieermodus
• Een eenmaal gemaakte reservering kan gekopieerd worden naar een andere dag van de week. De volledige reservering van de geselecteerde dag van de week wordt gekopieerd.
Programma 1 Programma 2 Programma 3 Programma 4
AAN
[Maandag]
6:00 8:30 17:30 22:00
Programma 1 Programma 2 Programma 3 Programma 4
[Dinsdag] t/m [Vrijdag]
AAN
6:00 8:30 17:30 22:00
1. Druk op " ".
2.
Druk op de "toets SELECTIE" om de te kopiëren dag van de week te bevestigen.
3.
Druk op de "KOPIEER-toets" om de kopieermodus te activeren.
De volledige reservering van de geselecte­erde dag van de week wordt gekopieerd.
4.
Druk op de "toets SELECTIE" om de gewenste nieuwe dag van de week te selecteren.
5. Druk op de "KOPIEER-toets".
De reservering wordt gekopieerd naar de geselecteerde dag van de week. De volledige reservering van de geselecteerde dag van de week wordt gekopieerd.
• Om verder te gaan met het kopiëren van de instellingen naar andere dagen van de week, herhaalt u STAP 4 en STAP 5.
6. Druk op " " om de instelling te voltooien.
• " " wordt op de LCD getoond en de WEEKKLOK functie wordt geactiveerd.
UIT
AAN
25°C 27°C
KOPIEER
UIT
AAN
25°C 27°C
UIT
UIT
OPMERKING
■ KOPIEERFUNCTIE
• De volledige reservering van de brondag van de week wordt gekopieerd in de kopieerstand. Wanneer u een verandering in de reservering voor een bepaalde dag van de week apart wilt maken nadat de inhoud van de wekelijkse reserveringen is gekopieerd, drukt u op de "
toets" en verandert dan de instellingen in de stappen van . (pagina 22.)
24
Page 26
Stand WEEKKLOK
1, 3, 5
2, 6
4, 7, 8
Insteldisplays
Normale display Bevestigingsdisplay
Een schakelmoment bevestigen
• De reservering kan worden bevestigd.
1. Druk op " ".
• De dag van de week en het reserveringsnummer van de huidige dag worden weergegeven.
2. Druk op de "toets SELECTIE" om de
dag van de week en het te bevestigen schakelmomentnummer te selecteren.
• Wanneer u op de "SELECTIE-toets" drukt wordt informatie over het schakelmoment weergegeven. Om de bevestigde gereserveerde instellingen te
• veranderen, selecteert u het reserveringsnummer en drukt dan op de "VOLGENDE-toets". De stand wordt naar de instelstand geschakeld. Ga door
naar STAP
4
van de . (pagina 22.)
Instelmodus
3. Druk op de " toets" om de
bevestigingsmodus te verlaten.
•" " wordt op de LCD getoond en de WEKELIJKSE TIMER functie wordt geactiveerd.
• Het lampje TIMER brandt nu.
Stand WEEKKLOK uitschakelen
4. Druk op de "toets WEKELIJKS" terwijl
" " op de LCD getoond wordt.
• " " verdwijnt van het LCD.
• Het lampje TIMER gaat uit.
• Druk nogmaals op de "toets WEKELIJKS" om de WEEKTIMER opnieuw te activeren.
• Als een reservering die gedeactiveerd is met de "toets WEKELIJKS" opnieuw geactiveerd wordt, zal de laatste reserveringsmodus worden gebruikt.
■ Wissen van reserveringen
De individuele reservering
• Zie . (pagina 22.)
Instelmodus
Kies "blanco" bij het selecteren van de gewenste modus in STAP 4 in de instelmodus. De reservering wordt gewist.
De reserveringen voor elke dag van de week
• Deze functie kan worden gebruikt om reserveringen voor elke dag van de week te verwijderen.
5. Druk op " ".
6. Selecteer met behulp van de "SELECTIEtoets" de dag van de week die u wilt annuleren.
7. Houd de "toets WEKELIJKS" 5 seconden ingedrukt.
• De reservering van de geselecteerde dag van de week wordt verwijderd.
Alle reserveringen
8. Houd de "toets WEKELIJKS" 5 seconden ingedrukt bij een normaal display.
Richt de afstandsbediening op de hoofdunit en controleer of deze de ontvangst van de opdracht bevestigt met een geluidssignaal.
• Deze stand werkt niet, terwijl WEEKKLOK wordt ingesteld.
• Alle reserveringen worden verwijderd.
25
Page 27

Noot voor multi-systeem

C
KamerKamer
B
KamerKamer
A
KamerKamer
WoonkamerWoonkamer
C
Kamer
B
Kamer
A
Kamer
Woonkamer
Buitenunit
 Wat is een "Multisysteem"? 
In dit systeem is een buitenunit gekoppeld aan verschillende binnenunits.
■ De bedrijfsmodus selecteren
1. Met een ingestelde maar niet ingeschakelde of niet aanwezige voorkeursruimte.
Wanneer meer dan een binnenunit is ingeschakeld heeft het apparaat dat het eerst werd ingeschakeld de hoogste prioriteit. Selecteer in dat geval op de eenheden later ingeschakeld werden dezelfde werkingsmodus (*1) in als bij het eerst ingeschakelde apparaat. Wanneer u dat niet doet zullen deze apparaten in de modus Standby worden geschakeld en zal de verklikkerlamp knipperen; dit is geen aanduiding van een storing.
(*1)
De modi KOELEN, DROGEN en VENTILATOR kunnen gelijktijdig worden ingeschakeld.
Wanneer u de modus AUTO inschakelt zal het apparaat automatisch de modus KOELEN of VERWARMEN inschakelen op basis van de gemeten temperatuur in de ruimte. De modus AUTO mode is dus beschikbaar wanneer dezelfde werkingsmodus wordt geselecteerd als die van het apparaat dat het eerst werd ingeschakeld.
VOORZICHTIG
Doorgaans krijgt de bedrijfsmodus in de kamer waar de unit het eerste werkt, voorrang. De volgende situaties zijn echter uitzonderingen. Vergeet dat dus niet. Als de unit in de eerste ruimte in de modus
VERWARMEN prioriteit krijgen.
stand-by worden geschakeld en de verklikkerlamp op de unit zal knipperen.
in elke willekeurige andere ruimte, wanneer deze wordt ingeschakeld,
In deze situatie zal de unit in de ruimte waarin wordt geventileerd in de modus
2. Wanneer WEL een instelling van een voorkeursruimte wordt gebruikt.
Zie "De voorkeursruimte instellen" op de volgende pagina.
VENTILATOR
wordt gebruikt, zal de modus
de hoogste
Modus NACHTRUST (Alleen voor apparaten voor alleen-koelen)
De modus NACHTRUST moet apart worden geprogrammeerd bij de eerste installatie. Raadpleeg uw detaillist of leverancier voor hulp. De modus NACHTRUST zorgt ervoor dat de buitenunit 's-nachts minder geluid produceert om irritatie van de buren te voorkomen.
De modus NACHTRUST wordt geactiveerd wanneer de temperatuur 5°C of meer onder de hoogst gemeten temperatuur van de dag daalt. Wanneer het temperatuurverschil kleiner is dan 5 functie dus niet worden geactiveerd.
• Wanneer de modus NACHTRUST is ingeschakeld zal het apparaat iets minder effectief koelen.
■ De modus BUITENUNIT STIL (pagina 17.)
1.
Met een ingestelde maar niet ingeschakelde of niet aanwezige voorkeursruimte.
In een Multisysteem zal deze functie alleen werken wanneer de modus BUITENUNIT STIL op alle gekoppelde binnenunits met de afstandsbediening is ingeschakeld. Wanneer u de stand BUITENUNIT STIL wist, wis dan één van de werkende binnenunits met gebruik van hun afstandsbediening. De stand BUITENUNIT STIL blijft echter weergegeven op de afstandsbediening voor andere kamers. Wij adviseren dat u alle kamers met behulp van hun afstandsbediening vrijgeeft.
2. Wanneer WEL een instelling van een voorkeursruimte wordt gebruikt.
Zie "De voorkeursruimte instellen" op de volgende pagina.
°
C zal de
26
Page 28
Noot voor multi-systeem
■ Vergrendeling van de modus Koelen / Verwarmen (Alleen voor apparaten met warmtepomp)
De vergrendeling van de modus Koelen / Verwarmen moet apart worden geprogrammeerd bij de eerste installatie. Neem voor meer informatie contact op met uw leverancier. De vergrendeling van de modus Koelen / Verwarmen zorgt ervoor dat het apparaat uitsluitend koelt c.q. verwarmt. Deze functie is handig wanneer u alle binnenunits die zijn verbonden met het Multisysteem wilt inschakelen in dezelfde werkingsmodus.
■ Instelling voor voorrang aan een kamer
De voorkeursruimteinstelling moet apart worden geprogrammeerd bij de eerste installatie. Raadpleeg uw detaillist of leverancier voor hulp. De ruimte die is geprogrammeerd als de voorkeursruimte krijgt de hoogste prioriteit in de volgende situaties;
1. Werkingsmodus Prioriteit.
Als de werkingsmodus van de voorkeursruimte de hoogste prioriteit heeft kan de gebruiker een andere werkingsmodus dan die in andere ruimtes inschakelen. Voorbeeld
* Ruimte A heeft in de voorbeelden de hoogste prioriteit. Wanneer de modus KOELEN is ingeschakeld in ruimte A terwijl in de ruimtes B, C en D de volgende modi zijn ingeschakeld:
Werkingsmodus
in ruimte B, C en D
KOELEN of DROGEN
of VENTILATOR
VERWARMEN
AUTO
2. Voorkeur wanneer de modus KRACHTIG is ingeschakeld.
Voorbeeld
* Ruimte A heeft in de voorbeelden de hoogste prioriteit. De binnenunits in de ruimtes A, B, C en D zijn allemaal ingeschakeld. Als op de unit in ruimte A de modus KRACHTIG wordt ingeschakeld, zal de hele capaciteit van het systeem worden toegewezen aan ruimte A. In dat geval zal de koel- c.q. verwarmingscapaciteit van de units in de ruimtes B, C en D licht afnemen.
3. Voorkeur wanneer de modus BUITENUNIT STIL is ingeschakeld.
Voorbeeld
* Ruimte A heeft in de voorbeelden de hoogste prioriteit. Wanneer de unit in ruimte A wordt ingeschakeld in de modus STIL zal de airconditioner de modus BUITENUNIT STIL inschakelen. Het is niet nodig om alle werkende binnenunits in de stand STIL in te stellen.
Status van ruimte B, C en D wanneer het apparaat in
Ruimte A in de modus KOELEN is geschakeld
Huidige bedrijfsmodus gehandhaafd
Het apparaat wordt in de modus Standby geschakeld. Werking wordt hervat wanneer het apparaat in ruimte A wordt uitgeschakeld.
Als het apparaat in de modus KOELEN is ingeschakeld, zal het apparaat blijven werken. Als het apparaat in de modus VERWARMEN is ingeschakeld, zal de modus Standby worden ingeschakeld. Werking wordt hervat wanneer het apparaat in ruimte A wordt uitgeschakeld.
27
Page 29

ZORG DRAGEN

Schakel de unit en de onderbreker uit, voordat u hem schoonmaakt.
Koord

Zorg en reiniging

VOORZICHTIG
Units
■ Binnenunit, buitenunit en afstandsbediening
1. Veeg deze met een droge zachte doek schoon.
■ Frontpaneel
1. Open het frontpaneel.
• Verschuif de twee stoppers links en rechts naar binnen tot ze vastklikken.
2. Verwijder het frontpaneel.
• Demonteer het koord.
• Als u het frontpaneel een klein stukje naar voor laat vallen kunt u het vervolgens verwijderen.
3. Maak het frontpaneel schoon.
• Veeg dit met een met water bevochtigde doek schoon.
• Gebruik alleen een neutraal schoonmaakmiddel.
• Droog het frontpaneel, wanneer u het met water reinigt, af met een doek en laat het frontpaneel vervolgens drogen in de schaduw.
4. Monteer het frontpaneel.
• Laat het frontpaneel in de sleuven aan de voorzijde van het apparaat zakken (3 plaatsen).
• Monteer het koord rechtsbinnen in het ventilatierooster.
• Sluit het frontpaneel vervolgens voorzichtig.
VOORZICHTIG
• Raak de metalen onderdelen van de binnenunit niet aan. Als u die onderdelen aanraakt, kan dit letsel tot gevolg hebben.
• Gebruik een robuust en stevig gereedschap, wanneer u het frontpaneel verwijdert of bevestigt en let goed op wat u doet.
• Ondersteun het paneel veilig met de hand, zodat het niet kan vallen, wanneer u het frontpaneel verwijdert of bevestigt.
• Om te reinigen, gebruik nooit water dat warmer is dan 40°C, nooit benzine, (verf)verdunners of vluchtige olie, polijstpasta, schuurborstels of harde materialen.
• Controleer of het frontpaneel na de reiniging stevig is bevestigd.
• Schakel de onderbreker na het reinigen snel opnieuw in (alleen voor het R32-koelmiddel).
Plaats het frontpaneel in de sleuven.
Koord
28
Page 30
Luchtfilter
Fotokatalytische filter met titaanapatietcoating
Filters
1. Open het frontpaneel. (pagina 28.)
2. Verwijder de luchtfilter.
• Druk de haakjes rechts en links van het luchtfilter voorzichtig in en trek het vervolgens omhoog.
3. Verwijder de deodoriseringsfilter uit titaniumapatiet.
• Druk de nokjes van het frame in en maak
de 4 haakjes los.
4. Reinig en vervang elke filter.
Zie afbeelding.
5.
Plaats de luchtfilter en de deodoriseringsfilter uit titaniumapatiet op de oorspronkelijke manier terug en sluit het frontpaneel.
• Wanneer het apparaat zonder luchtfilters
wordt gebruikt, kan dit storingen veroorzaken doordat stof binnenin de binnenunit kan neerslaan.
■ Luchtfilter
1. Was de luchtfilters met water of reinig ze met een stofzuiger.
• Indien het vuil er niet gemakkelijk van af gaat, was ze met een
neutraal reinigingsmiddel dat is verdund met handwarmwater. Laat ze daarna in de schaduw drogen.
• Het wordt aanbevolen om de luchtfilters elke 2 weken te reinigen.
■ Deodoriseringsfilter uit titaniumapatiet
Door deze elke 6 maanden met water uit te spoelen, werkt de deodoriseringsfilter uit titaniumapatiet weer als nieuw. Wij adviseren hem om de 3 jaar te vervangen.
[Onderhoud]
1. Zuig het stof weg en dompel de filter 10 tot 15 minuten in warm water
29
als hij zeer vuil is.
2. Verwijder de filter niet uit het frame wanneer u hem met water wast.
3. Schud na het wassen het resterende water eruit en eraf en laat hem
drogen in de schaduw.
4. Omdat het filter van papier gemaakt is mag het niet uitgewrongen
worden om het water eruit te verwijderen.
Page 31
[Vervanging]
Onderdeel Stuknr.
Deodoriseringsfilter uit titaniumapatiet (zonder frame) 1 set
KAF968A42
1. Verwijder de lipjes op het filterframe en vervang door een nieuwe
filter.
• Voer het oude filter af als voor verbranding geschikt afval.
OPMERKING
• Werking met vuile filters: (1) geur verwijderen uit de lucht is niet mogelijk, (2) reinigen van de lucht is niet mogelijk, (3) resulteert in slechte verwarming of koeling, (4) kan stank veroorzaken.
• De leverancier of de winkel waar u de airconditioner heeft gekocht kan u een nieuwe deodoriseringsfilter uit titaniumapatiet leveren.
• Voer het oude filter af als voor verbranding geschikt afval.
Controleren
Controleer of de basis, standaard en andere bevestigingsmiddelen van de buitenunit niet zijn verteerd of gecorrodeerd.
Controleer of er niets de luchtinlaten en -uitlaten van de binnen- en de buitenunit blokkeert.
Controleer of het water soepel uit de afvoerslang stroomt tijdens de standen KOELEN of DROGEN.
• Als er geen afvoerwater is te zien, lekt er mogelijk water uit de binnenunit. Stop de werking en raadpleeg de serviceleverancier, als dat het geval is.
■ Voorafgaand aan een lange stilstandperiode
1. Laat alleen de ventilator (FAN) op een mooie dag gedurende
een paar uur werken om de binnenkant te laten drogen.
• Druk op de toets "MODUS" en selecteer de modus "VENTILATOR".
• Druk op de toets "AAN/UIT" en schakel het apparaat in.
2. Schakel de onderbreker van de airconditioner in de kamer uit,
nadat het bedrijf is gestopt.
3. Reinig de luchtfilters en plaats deze terug.
4. Schakel de onderbreker na het reinigen snel opnieuw in
(alleen voor het R32-koelmiddel).
5. Haal de batterijen uit de afstandsbediening.
OPMERKING
• Wanneer een multi-buitenunit is verbonden, controleer dan of de verwarmingsstand niet in de andere kamer wordt gebruikt voordat u de ventilatorstand aanzet. (pagina 26.)
30
Page 32

IN GEVAL VAN PROBLEMEN

Problemen oplossen

Controleer opnieuw.
Controleer dit opnieuw vooraleer een onderhoudstechnicus te bellen.
Geval Controleren
De airconditioner werkt niet. (Lampje BEDRIJF is uit.)
Het koel- of verwarmingseffect is slecht.
De werking stopt plots. (Lampje BEDRIJF flitst.)
Een abnormale werking die tijdens het bedrijf optreedt.
Er kan storing in het televisiebeeld of het radiogeluid zijn wanneer de airconditioner in gebruik is.
Probeerde verwarmen in te schakelen, maar het apparaat accepteert de opdracht niet.
Met de afstandsbediening kan de optie "verwarmen" geselecteerd worden, ondanks dat het apparaat een model voor alleen koelen is.
Het is niet mogelijk om verwarmen te selecteren, ondanks dat het apparaat een model met warmtepomp is.
• Is er een onderbreker uitgeschakeld of een zekering gesprongen?
• Is er een stroomonderbreking?
• Zitten er batterijen in de afstandsbediening?
• Is de timer correct ingesteld?
• Zijn de luchtfilters schoon?
• Is er iets dat de luchtinlaat of -uitlaat van de binnen­en de buitenunits verstopt?
• Is de temperatuur naar behoren ingesteld?
• Zijn de ramen en deuren dicht?
• Zijn het luchtdebiet en de blaasrichting naar behoren ingesteld?
• Zijn de luchtfilters schoon?
• Is er iets dat de luchtinlaat of -uitlaat van de binnen- en de buitenunits verstopt? Reinig de luchtfilters of verwijder wat blokkeert en draai de onderbreker UIT. Draai deze opnieuw AAN en probeer de airconditioner met de afstandsbediening te doen werken. Als het lampje nog steeds flitst, bel dan de serviceleverancier waar u de airconditioner hebt gekocht.
• Is op alle binnenunits die verbonden zijn met de buitenunits in het Multisysteem dezelfde werkingsmodus ingeschakeld? Schakel op alle binnenunits dezelfde werkingsmodus in en controleer of de verklikkerlamp knippert. Wanneer de bedrijfsmodus in "AUTO" staat, stel dan de bedrijfsmodi van alle binnenunits enige tijd in op "KOELEN" of "VERWARMEN" en controleer opnieuw of de lampjes normaal reageren. Als de lampjes na bovengenoemde stappen stoppen met flitsen, is er geen storing aanwezig. (pagina 26.)
• Bliksem of radiogolven kunnen de werking van de airconditioner verstoren. Schakel de onderbreker UIT en vervolgens weer AAN en probeer de airconditioner te bedienen met de afstandsbediening.
• Controleer of er geen televisie of radio in de buurt van de binnenunit is.
• Houd een televisie of radio minimaal 1 meter uit de buurt van de binnenunit.
• Wanneer de optie verwarmen geselecteerd wordt, genereert het apparaat waarschuwingspieptonen, de verklikkrlamp In bedrijf van de hoofdunit knippert (groen) 5 seconden en de huidige geactiveerde functie blijft geactiveerd. Controleer de specificaties van de buitenunit. Als de buitenunit een model voor alleen koelen is, stelt u de afstandsbediening in als voor een model voor alleen koelen met behulp van de schakelaar Alleen koelen/warmtepomp op de afstandsbediening. (pagina 12.) Neem contact op met de leverancier van de airconditioner wanneer u niet weet hoe u de instelling kunt wijzigen.
• Stel de afstandsbediening zodanig in dat deze geschikt is voor een model met warmtepomp met behulp van de schakelaar Alleen koelen/warmtepomp op de afstandsbediening. (pagina 12.) Neem contact op met de leverancier van de airconditioner wanneer u niet weet hoe u de instelling kunt wijzigen.
31
Page 33
In geval van een koelmiddellekkagesensor
Controleer eerst of de unit abnormaal werkt. Zie de gevallen en de uitleg hieronder.
Geval Uitleg
De unit werkt vanzelf.
De ventilator draait terwijl de unit is uitgeschakeld. (Het bedrijfslampje knippert.)
Hij maakt geluid.
Continu piepend geluid en het bedrijfslampje knippert.
Hij koelt of verwarmt niet.
In koel- of verwarmingsstand schakelt hij over naar de ventilatorinstelling "Sterke luchtstroom". (Het bedrijfslampje knippert.)
Overige.
De ventilator van de binnen-/ buitenunit draait terwijl de unit is uitgeschakeld.
Overige.
Storingsdiagnose door de afstandsbediening geeft de code A0 weer op het scherm van de afstandsbediening.
■ Dat komt doordat de koelmiddelleksensor is beginnen te werken:
• Als hij een piepend geluid maakt, bestaat het risico van koelmiddellekkage. Ventileer de kamer en neem contact op met uw leverancier.
• Wanneer er geen piepend geluid is, is er geen koelmiddellek of is de sensor nog steeds aan het detecteren. Als er geen lek is, zal de ventilator zichzelf binnen enkele minuten automatisch uitschakelen. Soms detecteert de koelmiddelleksensor verkeerdelijk andere stoffen dan koelmiddel, zoals insecticiden of haarsprays (alleen voor het R32-koelmiddel).
■ Dat komt doordat de koelmiddelleksensor is beginnen te werken. Er is een risico voor koelmiddellekkage, dus ventileer de kamer en neem contact op met uw verdeler (alleen voor het R32­koelmiddel).
■ Dat komt doordat de koelmiddelleksensor is beginnen te werken:
• Als hij een piepend geluid maakt, bestaat het risico van
koelmiddellekkage. Ventileer de kamer en neem contact op met uw leverancier.
• Wanneer er geen piepend geluid is, is er geen koelmiddellek
of is de sensor nog steeds aan het detecteren. Als er geen lek is, zal hij na enkele minuten automatisch naar de vorige bedrijfsmodus teruggaan. Soms detecteert de koelmiddelleksensor verkeerdelijk andere stoffen dan koelmiddel, zoals insecticiden of haarsprays (alleen voor het R32-koelmiddel).
■ Wanneer de ventilator van de binnenunit draait en het bedrijfslampje knippert, is dat omdat de koelmiddelleksensor is beginnen te werken:
• Als hij een piepend geluid maakt, bestaat het risico van
koelmiddellekkage. Ventileer de kamer en neem contact op met uw leverancier.
• Wanneer er geen piepend geluid is, is er geen koelmiddellek of
is de sensor nog steeds aan het detecteren. Als er geen lek is, zal de ventilator binnen enkele minuten automatisch stoppen. Soms detecteert de koelmiddelsensor verkeerdelijk andere stoffen dan koelmiddel, zoals insecticiden of haarsprays (alleen voor het R32-koelmiddel).
■ Maakt hij een piepend geluid?
• Als hij geluid maakt
Er is een risico op koelmiddellekkage. Ventileer de kamer en neem contact op met uw leverancier.
• Als hij geen geluid maakt
Er is geen koelmiddellek of is de sensor nog steeds aan het detecteren. Wacht enkele minuten. Soms detecteert de koelmiddelsensor verkeerdelijk andere stoffen dan koelmiddel, zoals insecticiden of haarsprays (alleen voor het R32-koelmiddel).
32
Page 34
Deze gevallen zijn geen problemen.
De volgende gevallen zijn geen problemen van de airconditioner, maar hebben andere redenen. U kunt hem blijven gebruiken.
Geval Uitleg
De unit start niet spoedig
• Als de AAN/UIT toets direct weer werd ingedrukt nadat het apparaat UIT was gezet.
• Als een bepaalde werking opnieuw werd geselecteerd.
Er komt niet meteen warme lucht uit de binnenunit nadat u VERWARMEN gekozen hebt.
De verwarming stopt plots en er is een stromend geluid hoorbaar.
Uit de buitenunit komt water of stoom.
Er komt nevel uit de binnenunit.
De binnenunit verspreidt stank. ■ Dit gebeurt wanneer geuren uit de kamer, van meubels of
De buitenventilator werkt terwijl de airconditioner niet in bedrijf is.
Het systeem stopt ploteling helemaal. (Lampje BEDRIJF brandt.)
Er worden geen afstands­bedieningsignalen weergegeven. De gevoeligheid van de afstandsbediening is laag. Het contrast van het display is vaag of is zwart. Het display werkt onbeheerst.
De TIMER AAN/UIT werkt niet in overeenstemming met de instellingen.
• Dit is om de airconditioner te beschermen. U dient circa 3 minuten te wachten.
• De airconditioner warmt op. U dient circa 1 tot 4 minuten te wachten. (Het systeem is ontworpen om te beginnen met de luchtafgifte pas nadat dit een bepaalde temperatuur heeft bereikt.)
• Het systeem verwijdert ijsvorming uit de buitenunit. U dient circa 4 tot 12 minuten te wachten.
■ Bij VERWARMEN
• De vorst op de buitenunit smelt en wordt water of stoom,
wanneer de airconditioner in het ontdooibedrijf werkt.
■ Bij KOELEN of DROGEN
• Vocht uit de lucht condenseert op de koele oppervlakken
van de leidingen van de buitenunit en kan gaan druppelen.
■ Dit gebeurt wanneer tijdens het koelen het vocht in de lucht in de kamer zover wordt gekoeld dat het condenseert tot mist.
■ Dit komt doordat de lucht in de ruimte door de warmtewisselaar gekoeld wordt en tijdens ontdooien een nevel wordt.
bijvoorbeeld sigaretten, door de airconditioner worden geabsorbeerd en vervolgens weer uitgeblazen. (Als dit gebeurt, adviseren wij u om de binnenunit te laten reinigen door een technicus. Raadpleeg de serviceleverancier waar u de airconditioner hebt gekocht.)
■ Nadat u het systeem heeft uitgezet:
• De buitenventilator blijft nog eens 60 seconden draaien
om het systeem te beschermen.
■ Terwijl de airconditioner niet in bedrijf is:
• Wanneer de buitentemperatuur zeer hoog is, begint de
ventilator te draaien om het systeem te beschermen.
■ Om het systeem te beschermen kan de airconditioner plotseling stoppen als gevolg van een plotselinge, grote spanningsfluctuatie. Na circa 3 minuten zal deze automatisch opnieuw werken.
• De batterijen zijn bijna uitgeput waardoor de afstandsbediening foutief werkt. Vervang alle batterijen door nieuwe AAA-batterijen (alkaline). Zie "De batterijen plaatsen" van deze handleiding voor verdere informatie. (pagina 9).
* Als er een resettoets is, drukt u op deze toets nadat de
batterijen zijn vervangen.
• Controleer of de TIMER AAN/UIT en de WEEKTIMER niet op dezelfde tijd zijn ingesteld. Verander of annuleer de instellingen in de WEEKTIMER. (pagina 22.)
33
Page 35
WAARSCHUWING
Deze gevallen zijn geen problemen.
Het netsnoer is abnormaal heet of beschadigd.
Terwijl het apparaat in bedrijf is, hoort u een abnormaal geluid.
De onderbreker, zekering of aardlekschakelaar slaat
regelmatig door.
Een schakelaar of toets werkt vaak niet goed.U ruikt een brandgeur.Er lekt water uit de binnenunit.
Schakel de onderbreker UIT en neem contact op met de winkel.
De volgende gevallen zijn geen problemen van de airconditioner, maar hebben andere redenen. U kunt hem blijven gebruiken.
De airconditioner stopt tijdens het bedrijf met het genereren van de luchtstroom.
• Wanneer de ingestelde temperatuur eenmaal is bereikt, wordt het luchtdebiet verminderd of stopt de werking om te voorkomen dat er een koele luchtstroom (tijdens verwarming) wordt gegenereerd of om ervoor te zorgen dat het vochtigheidsgehalte (tijdens koelen) niet stijgt. Het bedrijf wordt automatisch hervat, wanneer de binnentemperatuur stijgt of daalt.
Bel onmiddellijk de serviceleverancier.
■ Als er zich iets abnormaals voordoet (zoals een brandgeur) dient u het systeem en de onderbreker meteen UIT te schakelen.
Doorgaan met het bedrijf onder abnormale omstandigheden kan problemen, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben. Raadpleeg de serviceleverancier waar u de airconditioner hebt gekocht.
■ Probeer niet zelf de airconditioner te repareren of te modificeren.
Verkeerd uitgevoerde werkzaamheden kunnen elektrische schokken of brand veroorzaken. Raadpleeg de serviceleverancier waar u de airconditioner hebt gekocht.
Als een van de volgende symptomen optreedt, bel dan onmiddellijk de serviceleverancier.
■ Na een stroomstoring Na circa 3 minuten hervat de airconditioner automatisch het bedrijf. U moet alleen even wachten.
■Bliksem Als de bliksem in een nabijgelegen gebied inslaat, stop dan het bedrijf en schakel de onderbreker UIT om het systeem te beschermen.
34
Page 36
Vereisten voor verwijdering
(1)
GWP = globaal opwarmingspotentieel
$IKDQNHOLMNYDQGH(XURSHVHRIORNDOHZHWJHYLQJNXQQHQSHULRGLHNHLQVSHFWLHVYRRUNRHOPLGGHOOHNNHQYHUHLႋ]LMQ 9RRUPHHULQIRUPDWLHJHOLHYHFRQWDFWRSWHQHPHQPHWXZORNDOHGHDOHU
Belangrijke informatie over het gebruikte koelmiddel
'LWSURGXFWEHYDWJHÀXRUHHUGHEURHLNDVJDVVHQ/DDWGHJDVVHQQLHWYULMLQGHDWPRVIHHU
2087,5
Koelmiddeltype: GWP
(1)
-waarde:
675
R410AR32
OPMERKING met betrekking tot tCO2eq
In Europa wordt de uitstoot van broeikasgassen van de totale koelmiddelvulling in het systeem (uitgedrukt in ton CO
2
-equivalent)
JHEUXLNWRPGHRQGHUKRXGVWHUPLMQHQWHEHSDOHQ9ROJGHWRHSDVVHOLMNHZHWJHYLQJ
)RUPXOHRPGHXLWႋRRWYDQEURHLNDVJDVVHQWHEHUHNHQHQ
GWP-waarde van het koelmiddel × Totale koelmiddelvulling [in kg] / 1000
Koelmiddeltype: GWP
(1)
-waarde:
FVXS25/35/50FV1BFVXM25/35/50FV1B
Uw product en de batterijen die met de afstandsbediening zijn meegeleverd, zijn met dit symbool gemarkeerd. Dit symbool betekent dat u geen elektrische en elektronische producten en batterijen mag mengen met niet-gesorteerd, huishoudelijk afval. Bij batterijen is mogelijk een scheikundig symbool onder het symbool gedrukt. Dit scheikundige symbool betekent dat de batterij een zwaar metaal bevat boven een
bepaalde concentratie. Mogelijke scheikundige symbolen zijn: Pb: lood (>0,004%) Probeer het systeem niet zelf te ontmantelen: het ontmantelen van het product en het behandelen van het koelmiddel, olie en/of andere onderdelen moeten gebeuren door een bevoegde monteur in overeenstemming met de relevante lokale en nationale wetgeving. De units en oude batterijen moeten bij een gespecialiseerd behandelingsbedrijf worden behandeld voor hergebruik, recycling en terugwinning. Door voor de juiste afvalverwijdering te zorgen, draagt u bij aan het voorkomen van mogelijke negatieve gevolgen voor het milieu en de gezondheid van de mens. Voor meer informatie, gelieve contact op te nemen met de monteur of de lokale overheid.
Wij adviseren periodiek onderhoud.
Bij bepaalde bedrijfsomstandigheden kan de binnenzijde van de airconditioner vuil worden na een aantal seizoenen te zijn gebruikt, wat slechte prestaties tot gevolg heeft. Het is raadzaam om periodiek onderhoud door een specialist te laten uitvoeren naast de regelmatige reiniging door de gebruiker. Neem voor specialistisch onderhoud contact op met de serviceleverancier waar u de airconditioner hebt gekocht. De onderhoudskosten komen ten laste van de gebruiker.
35
Page 37
Storingsdiagnose
TIMERANNULATIE-knop
Hiermee annuleert u de instellingen van de tijdschakelaar.
STORINGSDIAGNOSE VIA DE AFSTANDSBEDIENING
Bij de apparaten van de serie ARC452A worden de delen voor de temperatuurweergave op het display van de hoofdunit gebruikt voor het melden van foutcodes.
1. Wanneer gedurende 5 seconden op de knop TIMER CANCEL (Timer annuleren) wordt ingedrukt, knippert een indicatie " " op het temperatuurweergavegedeelte.
2. Druk herhaaldelijk op de knop TIMER CANCEL (Timer annuleren) totdat u een continue pieptoon hoort.
• De code-indicatie wijzigt zoals hieronder wordt getoond en waarschuwt met een lange piep.
CODE BETEKENIS
00 NORMAAL
SYSTEEM
BINNENUNIT
BUITENUNIT
UA STORING COMBINATIE BINNEN-BUITENUNIT U0 TE WEINIG KOELMIDDEL U2 SPANNINGSVAL OF OVERSPANNING HOOFDCIRCUIT U4 TRANSMISSIESTORING (TUSSEN BINNEN- EN BUITENUNIT) A0 DETECTIE VAN EEN KOELMIDDELLEK A1 DEFECT BINNENUNIT-printplaat A5 HOGEDRUKREGELAAR OF VORSTBESCHERMING A6 STORING VENTILATORMOTOR C4 STORING TEMPERATUURSENSOR WARMTEWISSELAAR C9 STORING TEMPERATUURSENSOR AANZUIGLUCHT CH ABNORMALITEIT VAN DE KOELMIDDELLEKKAGESENSOR EA SCHAKELFOUT KOELEN-VERWARMEN E1 STORING PRINTPLAAT E5 OL GESTART E6 STORING OPSTARTEN COMPRESSOR E7 DC-STORING VENTILATORMOTOR E8 OVERSTROOMINVOER F3 HOGE TEMPERATUUR REGELING AFVOERBUIS F6 HOGEDRUKREGELING (BIJ KOELEN) H0 SENSORSTORING H6 BEDRIJFSTOP VANWEGE VERKEERDE STAND DETECTIESENSOR H8 SENSORSTORING DC-STROOM H9 STORING TEMPERATUURSENSOR AANZUIGLUCHT J3 STORING TEMPERATUURSENSOR AFVOERBUIS J6 STORING TEMPERATUURSENSOR WARMTEWISSELAAR L3 STORING VERHITTING ELEKTRISCHE ONDERDELEN L4 HOGE TEMPERATUUR KOELVINNEN OMVORMERCIRCUIT L5 OVERSTROOM op UITGANG P4 STORING TEMPERATUURSENSOR KOELVINNEN OMVORMERCIRCUIT
OPMERKING
1. Een korte piep en twee opeenvolgende piepen geven aan dat de codes niet overeenkomen.
2. Om de weergegeven code te annuleren, druk 5 seconden op de knop TIMER CANCEL. Als de knop gedurende 1 minuut niet wordt ingedrukt, annuleert de weergegeven code zichzelf.
36
Page 38
Page 39
Page 40
The two-dimensional bar code is a manufacturing code.
3P477071-1A
(1703)
Loading...