• De hierin beschreven veiligheidsinstructies zijn ingedeeld in WAARSCHUWING en VOORZORGSMAATREGELEN.
Deze bevatten beide belangrijke informatie betreffende veiligheid. Neem alle veiligheidsinstructies nauwkeurig in
acht.
• Betekenis van de WAARSCHUWING en VOORZORGSMAATREGELEN mededelingen
WAARSCHUWING ............. Het negeren van een WAARSCHUWING zal hoogstwaarschijnlijk zeer ernstige gevolgen
hebben, zoals de dood of een zware verwonding.
VOORZORGSMAATREGELEN
• De veiligheidssymbolen die in deze handleiding worden getoond hebben de volgende betekenissen:
Volg deze instructies zeker op.U dient een aarding aan te brengen.Probeer dit nooit.
• Laat na het voltooien van de installatie het apparaat proefdraaien om op fouten te controleren en instrueer de cliënt in
het gebruik en onderhoud van de airconditioner aan de hand van de bedieningshandleiding.
• Laat de installatie door uw dealer of door vakbekwaam personeel uitvoeren.
Probeer de airconditioner niet zelf te installeren. Fouten bij installatie kunnen waterlekkage, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
• Installeer de airconditioner conform de instructies van deze installatiehandleiding.
Fouten bij installatie kunnen waterlekkage, elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
• Gebruik uitsluitend de voorgeschreven accessoires en onderdelen om het toestel te installeren.
Het niet gebruiken van de voorgeschreven onderdelen tijdens installatie kan het omvallen van de unit, waterlekkage, elektrische schokken of
brand tot gevolg hebben.
• Installeer de airconditioner op een fundering die sterk genoeg is om het gewicht van de unit te kunnen hebben.
Op een te zwakke fundering kan de unit omvallen en lichamelijk letsel veroorzaken.
•
De aanleg van de elektrische bedrading moet uitgevoerd worden overeenkomstig de betreffende plaatselijke en landelijke
voorschriften en volgens de instructies in deze installatiehandleiding. Gebruik uitsluitend een apart stroomvoorzieningscircuit
Gebruik van een stroomvoorzieningscircuit met onvoldoende capaciteit en ondeskundige installatie kan elektrische schokken of brand veroorzaken.
• Gebruik kabels van geschikte lengte.
Gebruik geen afgetakte kabels of een verlengsnoer, aangezien dit oververhitting, elektrische schokken of brand kan veroorzaken.
•
Zorg ervoor dat alle bekabeling stevig is vastgezet, het juiste type kabel wordt gebruikt en dat er op de aansluitpunten of
kabels geen druk wordt uitgeoefend.
• Leid, wanneer de voedingskabel en de bekabeling tussen de binnen- en buitenunits verbonden worden, de kabels
zodanig dat het deksel van de besturingskast goed bevestigd kan worden.
Als het deksel van de besturingskast niet correct bevestigd wordt, kan gevaar voor elektrische schokken, brand of oververhitting van de aansluitpunten ontstaan.
• Als er tijdens installatie koelmiddelgas ontsnapt, dient de ruimte onmiddellijk goed gelucht te worden.
Als het koelmiddel tot ontbranding komt, kunnen er giftige gassen vrijkomen.
•
Controleer na het voltooien van de installatie of er geen lekkage van koelmiddelgas is.
Er kunnen giftige gassen vrijkomen als koelmiddelgas weglekt en dit in contact komt met warmtebronnen, zoals gasfornuizen,
kookplaten of verwarmingstoestellen met warmtespiralen.
• Bij het installeren of verplaatsen van de airconditioner, het koelmiddelcircuit ontluchten zodat dit vrij is van lucht en
uitsluitend het voorgeschreven koelmiddel (R410A) gebruiken.
De aanwezigheid van lucht of andere vreemde bestanddelen in het koelmiddelcircuit heeft een abnormale toename van druk tot gevolg, wat
beschadiging van de apparatuur en zelfs letsel kan veroorzaken.
• Bij installatie de koelmiddelleidingen stevig bevestigen alvorens de compressor te laten draaien.
Als de compressor niet aangesloten is en de afsluitklep open is wanneer de compressor wordt ingeschakeld, wordt er lucht naar binnen
gezogen wat een abnormale druk in de koelcyclus tot gevolg heeft en beschadiging van de apparatuur en zelfs letsel kan veroorzaken.
• Tijdens het leegpompen, de compressor stopzetten alvorens de koelmiddelleidingen los te maken.
Als tijdens het leegpompen de compressor nog draait en de afsluitklep open is, wordt er wanneer de koelmiddelleidingen losgemaakt worden lucht
naar binnen gezogen wat een abnormale druk in de koelcyclus tot gevolg heeft en beschadiging van de apparatuur en zelfs letsel kan veroorzaken.
• De airconditioner moet geaard worden.
aardkabel. Onvoldoende aarding kan elektrische schokken veroorzaken.
• Plaats een aardlekschakelaar.
Het niet plaatsen van een aardlekschakelaar kan gevaar voor elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
...... Een VOORZORGSMAATREGELEN niet opvolgen kan ernstige gevolgen hebben.
WAARSCHUWING
Verkeerd aangesloten of bevestigde kabels kunnen abnormale warmteontwikkeling of brand veroorzaken
Aard het apparaat niet aan een gas- of waterpijp, bliksemafleider of telefoon-
.
.
Nederlands
VOORZORGSMAATREGELEN
• Installeer de airconditioner niet op plaatsen waar het gevaar bestaat van lekkage van ontvlambaar gas.
In het geval van een gaslekkage, kan de opeenhoping van gas in de buurt van de airconditioner het uitbreken van brand veroorzaken.
• Installeer volgens de aanwijzingen van deze installatiehandleiding afvoerleidingen om voor goede afvoer te zorgen
en isoleer leidingen om condensvorming te voorkomen.
Het op verkeerde wijze aanleggen van de afvoer kan waterlekkage binnenshuis en schade aan eigendommen tot gevolg hebben.
• Trek de trompmoer aan volgens de voorgeschreven methode, bijvoorbeeld met een torsiesleutel.
Als de trompmoer te vast gedraaid wordt, kan deze na verloop van tijd gaan scheuren en koelmiddellekkage veroorzaken.
■Nederlands1
Page 3
Accessoires
Binnenunit
Montageplaat
ADG
Titaniumapatiet fotokatalytisch
BE
luchtzuiveringsfilter
Draadloze afstandsbediening
C
– ,
AH
1
2
1
Afstandsbedieningshouder
Droge batterij AAA. LR03
(alkaline)
Bevestigingsschroef van
F
binnenunit (M4 × 12L)
1
2
2
Bedieningshandleiding
Installatiehandleiding
H
Kiezen van de installatieplaats
• Voordat u de installatieplaats kiest, moet u de goedkeuring van de gebruiker krijgen.
Binnenunit
1.
• De binnenunit moet op een plaats gemonteerd worden waar:
1) voldaan wordt aan de beperkingen betreffende de installatie van de binnenunit zoals aangegeven in de tekeningen voor
de installatie van de binnenunit,
2) zowel de luchtinlaat als de luchtuitlaat niet belemmerd worden,
3) geen direct zonlicht komt,
4) de binnenunit zich niet in de buurt bevindt van een stoom- of warmtebron,
5) geen bron van machine-oliedampen aanwezig is (deze kunnen de levensduur van de binnenunit verkorten),
6) koele (warme) lucht door de ruimte wordt gecirculeerd,
7) het apparaat zich niet in de buurt bevindt van fluorescentielampen (TL-lampen) met een elektronische starter (inverter
of snelstart-types), daar deze een nadelige invloed hebben op het bereik van de afstandsbediening,
het apparaat minimaal 1m verwijderd is van een televisie of radio (het apparaat kan interferentie veroorzaken in het beeld of geluid),
8)
9) installatiehoogte volgens voorschrift (1,8m).
1
1
Draadloze afstandsbediening
2.
1) Schakel alle tl-lampen in de kamer in en bepaal de plaats waar de afstandsbedieningssignalen correct door de
binnenunit worden ontvangen (binnen 7m).
2) Maak de instellingen van de DIP-schakelaars. Stel in overeenkomstig het type apparaat dat door de klant is gekocht. De
standaardinstellingen zijn aan de warmtepompzijde.
• Voor alleen koelen (buitenunit-model: RKS)
Zet de DIP-schakelaar aan de Alleen koelen zijde.
• Voor een warmtepomp (buitenunit-model: RXS)
Controleer of de DIP-schakelaar aan de warmtepompzijde staat.
Als de schakelaar aan de Alleen koelen zijde staat, schuift u de schakelaar
naar de warmtepompzijde.
DIP-schakelaar
Warmtepomp
Alleen koelen
DIP-schakelaar
Warmtepomp
Alleen koelen
2■Nederlands
Page 4
Tekeningen voor de installatie van de binnenunit
n
Bevestigen van de binnenunit
Schroeven
(niet meegeleverd: M4 × 25L)
Voorpaneel
A Montageplaat
De montageplaat dient
gemonteerd te worden aan
een muur die het gewicht van
de binnenunit kan dragen.
Haak de klemmen van het
bodemframe in de montageplaat.
Als het inhaken niet gemakkelijk
gaat, verwijdert u het voorrooster.
n
Verwijderen van de binnenunit
Druk op de markering (aan de
onderzijde van het voorrooster) om
de beugels los te maken. Als dat
niet gemakkelijk gaat, verwijdert u
het voorrooster.
Minstens 30mm
van het plafond
Voorrooster
Stop het
gat voor de
leidingen
met
stopverf.
Kort de thermische
isolatieleiding in tot een
geschikte lengte en wikkel er
tape omheen, waarbij u erop
let dat er geen opening is bij
de snijlijn van de
isolatieleiding.
diagonale richting omlaag in de
richting van de pijl.
Trek omlaag.
Bevestigingsschroeven voor
afstandsbedieningshouder
(niet meegeleverd: M3 × 20L)
C
Draadloze
afstandsbediening
Wikkel de afwerkingstape van
beneden naar boven rondom
de isolatieleiding.
Voordat u de
afstandsbedieningshouder
tegen de muur schroeft,
moet u controleren of de
signalen goed ontvangen
worden door de binnenuit.
D
Afstandsbedieningshouder
Nederlands
INTELLIGENT OOG sensor
VOORZORGSMAATREGELEN
•
Tik niet op de INTELLIGENT OOG sensor en druk deze ook niet ruw in. Zo kan de sensor beschadigd worden of defect raken.
• Plaats geen grote objecten in de buurt van de sensor. Zorg ervoor dat er geen verwarmingsapparatuur of
luchtbevochtigingsinstallaties in het bereik van de sensor aanwezig zijn.
■Nederlands3
Page 5
Voorbereidingen voor de installatie
Verwijderen en installeren van het voorpaneel
1.
• Verwijderingsmethode
Haak uw vingers om het lipje aan de linker- en rechterkant van het apparaat
en open het paneel tot aan de aanslag. Schuif het voorpaneel zijwaarts om
de draaias los te maken. Trek het voorpaneel dan naar u toe om het te
verwijderen.
• Installatiemethode
Zet de lipjes van het voorpaneel in de sleuven en druk ze helemaal naar
binnen. Sluit het paneel daarna voorzichtig. Druk voorzichtig op het midden
van de onderkant van het paneel om de lipjes te vergrendelen.
Druk de draaias
van het voorpaneel
in de sleuf.
¡¡¡
Verwijderen en installeren van het voorrooster
2.
Bovenste haak
Markering
(op 3 plaatsen)
• Verwijderingsmethode
1) Verwijder het voorpaneel om het luchtfilter te demonteren.
2) Verwijder de 3 schroeven van het voorrooster.
3) De 3 bovenste haken bevinden zich voor de markering {{{ van het
voorrooster. Trek het voorrooster lichtjes met een hand naar u toe en druk
het daarna met de vingers van uw andere hand omlaag over de haken.
Trek het voorrooster met
een hand naar u toe en
druk het daarna met de
vingers van uw andere
hand omlaag over de
haken. (3 plaatsen)
Druk
omlaag.
Bovenste
haak
Wanneer er geen ruimte is boven het apparaat is omdat het tegen het plafond gemonteerd is
VOORZORGSMAATREGELEN
• Draag altijd beschermende handschoenen.
Plaats beide handen onder het midden van het voorrooster en trek het, terwijl u het omhoog
drukt, naar u toe.
• Installatiemethode
1) Monteer het voorrooster en hang het voorzichtig over de bovenste haken (op 3 plaatsen).
2) Monteer de 3 schroeven van het voorrooster.
3) Monteer het luchtfilter en monteer vervolgens het voorpaneel.
2) Naar u toe
trekken.
1) Druk
omhoog.
4■Nederlands
Page 6
Zo stelt u andere adressen in
3.
Wanneer twee binnenunits in één ruimte
geïnstalleerd worden, kunnen de twee draadloze
afstandsbedieningen voor verschillende
adressen ingesteld worden.
1) Verwijder de metalen afdekplaat van de
elektrische bedrading.
(Zie Methoden voor het verwijderen/
bevestigen van de metalen afdekplaten
van de elektrische bedrading.)
2) Verwijder de adresjumper (JA) op de
printplaat.
3) Verwijder de adresjumper in de
afstandsbediening.
Bij aansluiten op een HA-systeem
4.
2
JB
JA
EXIST1CUT
ADDRESS:JA
JC
ADDRESS
ADRES
BESTAAND
VERWIJDER
Jumper
1
2
(bedrade afstandsbediening, centrale afstandsbediening enz.)
1) Verwijder de metalen afdekplaat van
de elektrische bedrading.
Methoden voor het verwijderen/
(Zie
bevestigen van de metalen afdekplaten
van de elektrische bedrading
Sluit de verbindingskabel aan op
2)
.)
aansluiting S21 en trek de kabel door de
opening met de kartels in de afbeelding.
3) Plaats de afdekplaat van de
HA-stekker
(S21)
elektrisch bedrading terug in de
oorspronkelijke positie en leid de
kabelbundel er omheen, zoals
aangegeven in de afbeelding.
Steek de metalen afdekplaat
van de elektrische bedrading
in de insteekopening.
• Verwijderingsmethoden voor de metalen afdekplaat van de elektrische bedrading
1) Verwijder het voorrooster. (3 schroeven)
2) Verwijder de elektrische bedradingskast. (1 schroef)
3) Verwijder de 4 lipjes, en trek en ontkoppel de metalen afdekplaat van de elektrische bedrading van de enkelvoudige
insteekopening.
Monteer de rand van
de metalen afdekplaat
van de elektrische
bedrading onder de
lipjes.
Nederlands
Schroef
2) Verwijder de elektrische
bedradingskast. (1 schroef)
3) Verwijder de 4 lipjes, en trek en ontkoppel de
metalen afdekplaat van de elektrische
bedrading van de enkelvoudige insteekopening.
■Nederlands5
Page 7
Voorbereidingen voor de installatie
• Bevestigingsmethoden voor de metalen afdekplaat van de elektrische bedrading
Bevestig de metalen afdekplaat van de elektrische bedrading zoals hieronder is afgebeeld.
1) Houd de metalen afdekplaat van de elektrische bedrading schuin zoals aangegeven in de afbeelding en steek het lipje
aan de onderkant naar binnen.
2) Druk het bovenste deel van de metalen afdekplaat van de elektrische bedrading in en bevestig de 4 lipjes.
Lipje
Houd de metalen
afdekplaat van de
elektrische bedrading
schuin zoals aangegeven
in de afbeelding en steek
het lipje aan de onderkant
naar binnen.
Koelmiddelleidingen leggen
Bij gebruik met een multi-binnenunit
de multi-buitenunit wordt geleverd.
Optrompen van het uiteinde van
1.
de leiding
1) Snijd de leiding op maat met een leidingsnijder.
2) Verwijder braam met het uiteinde van de leiding naar
beneden wijzend zodat er niks in de leiding valt.
3) Doe de flensmoer op de leiding.
4) Tromp de leiding op.
5) Controleer de maten.
dient u de installatie uit te voeren volgens de installatiehandleiding die bij
(Snijd exact loodrecht af.)
Zet precies in de positie zoals hieronder aangegeven.
A
Trompgereedschap voor R410A
A
Mal
Koppelingstype
0-0,5mm
VOORZORGSMAATREGELEN
Zorg ervoor dat het gearceerde
gedeelte ( ) niet in de
elektrische bedradingskast
komt.
Verwijder braam.
Optrompen
Standaard trompgereedschap
Koppelingstype (Rigid-type)
Het
binnenoppervlak
van de tromp
moet perfect zijn.
1,0-1,5mm
Controleer
Vleugelmoertype (Imperial-type)
1,5-2,0mm
Het uiteinde van de
leiding moet gelijkmatig
getrompt zijn in een
perfecte cirkel.
Let erop dat de flensmoer
is aangebracht.
WAARSCHUWING
• Gebruik geen minerale olie op getrompte delen.
• Voorkom dat minerale olie in het systeem kan komen. Hierdoor wordt de levensduur van de apparaten nadelig beïnvloed.
• Gebruik altijd nieuwe, ongebruikte leidingen. Gebruik alleen de onderdelen die bij het systeem werden geleverd.
• Gebruik nooit een droger in dit R410A apparaat om de levensduur van het apparaat te verlengen.
• Het materiaal van de ontvochtiger kan oplossen en het systeem beschadigen.
• Als u de pijp niet voldoende optrompt, kan er koelmiddelgas gaan lekken.
6■Nederlands
Page 8
Koelmiddelleidingen
2.
VOORZORGSMAATREGELEN
• Gebruik de flensmoer die aan het hoofdapparaat is bevestigd. (Om barsten van de flensmoer door veroudering te
voorkomen.)
• Breng om gaslekkage te voorkomen koelcompressorolie aan op de binnenzijde van de flens. (Gebruik koelcompressorolie
voor R410A.)
• Gebruik momentsleutels wanneer u de flensmoeren aandraait om beschadiging van de flensmoeren en gaslekkage te
voorkomen.
Lijn de middelpunten van beide flenzen met elkaar uit en draai de flensmoeren 3 of 4 slagen met de hand vast. Draai ze
vervolgens volledig vast met behulp van de momentsleutels.
Breng geen koelcompressorolie
aan op de buitenzijde.
Flensmoer
[Breng olie aan]
Breng
koelcompressorolie aan
op de binnenzijde van
de flens.
Sleutel
[Vastdraaien]
Momentsleutel
Breng geen koelcompressorolie aan op de
flensmoer om te voorkomen dat deze met de
momentsleutel te vast wordt aangedraaid.
Aantrekkoppel van flensmoer
Gas-zijdeVloeistof-zijde
1/2 inch5/8 inch1/4 inch
49,5-60,3N
(505-615kgf
l
m61,8-75,4N l m14,2-17,2N l m
l
cm)(630-770kgf l cm) (144-175kgf l cm)
2-1. Waarschuwingen betreffende het omgaan met de
leidingen
1) Bescherm het open eind van de leiding tegen stof en vocht.
2) Alle bochten in de leidingen moeten zo geleidelijk mogelijk zijn.
Gebruik een leidingbuiger.
2-2. Keuze van koper en warmte-isolatiemateriaal
• Indien u gebruik maakt van koperleidingen en fittingen uit de handel, dient u
het volgende in acht te nemen:
1) Isolatiemateriaal: Polyethyleen schuim
Warmtegeleiding: 0,041 tot 0,052 W/mK (0,035 tot 0,045 kcal/mh°C)
Het oppervlak van de koelmiddelgasleidingen kan een maximumtemperatuur
van 110°C bereiken.
Kies isolatiemateriaal dat bestand is tegen een dergelijke temperatuur.
2) Let erop dat u zowel de gas- als de vloeistofleiding isoleert en neem de
volgende afmetingen in acht.
Gas-zijdeVloeistof-zijdeThermische isolatie van gasleiding
60 klasse71 klasse
Buitendiameter
Buitendiameter
12,7mm
15,9mm
Buitendiameter
6,4mm
Minimale buigstraalDikte minimaal 10mm
40mm of meer50mm of meer30mm of meer
Dikte 0,8mm
(C1220T-O)
Dikte 1,0mm
(C1220T-O)
Dikte 0,8mm
(C1220T-O)
3) Gebruik aparte thermische isolatieleidingen voor de gas- en vloeistofleidingen.
60 klasse71 klasse
Binnendiameter
14-16mm
Leidingverbinding
Regen
Binnendiameter
Flensmoer
Dek af met
een kap.
Heeft u geen flenskap,
dek de opening dan af
met een stuk
plakband om water of
vuil te weren.
Gasleiding
Isolatie van
gasleiding
Afwerkingstape
16-20mm
Verbindingskabels
Thermische isolatie
van vloeistofleiding
Binnendiameter
8-10mm
Muur
Vloeistofleiding
Isolatie van
vloeistofleiding
Afvoerslang
Nederlands
■Nederlands7
Page 9
Installatie van de binnenunit
Installeren van de montageplaat
1.
• De montageplaat dient gemonteerd te worden aan een muur die het gewicht van de binnenunit kan dragen.
1) Maak de montageplaat tijdelijk vast aan de muur, let erop dat hij exact horizontaal hangt en teken de boorpunten af op
de muur.
2) Zet de montageplaat vast met schroeven.
Aanbevolen bevestigingspunten en afmetingen van de montageplaat
Aanbevolen bevestigingspunten van
290
125
de montageplaat. (totaal 9 plaatsen)
(Boutdiameter: M10)(Boutdiameter: M10)
Plaats een waterpas op de uitstekende lipjes.
100
Gebruik het meetlint
zoals afgebeeld.
Plaats het uiteinde
van het meetlint bij ∇.
φ80
52
60
Positie van
afvoerslang
Boren van een gat en installeren van een doorvoerleiding
2.
•
Zorg ervoor dat u een doorvoerleiding en een muurmanchet gebruikt in het gat door
83
413,544,5
1050
Wanddoorvoeropening
φ80mm
* De verwijderde afdekking van de
leidingopening kunt u opbergen in
de houder op de montageplaat.
Uiteinde van gasleiding
Uiteinde van vloeistofleiding
Verwijderde afdekking
van leidingopening
φ80
100
Montageplaat
A
de buitenmuur indien de muur een metalen frame of metalen constructiemateriaal
bevat, om eventuele oververhitting, kortsluiting of brand te voorkomen.
• Vergeet niet de ruimtes rondom de leidingen te stoppen met een vulmiddel om
waterlekkage te voorkomen.
1) Boor een doorvoergat van 80mm in de muur zo dat het van binnen naar
buiten een beetje schuin naar beneden loopt.
2) Steek een doorvoerpijp in het gat.
3) Zet een muurmanchet in de doorvoerpijp.
4) Stop het gat met stopverf nadat u klaar bent met het leggen van de
koelmiddelleidingen, de bedrading en de afvoer.
99,5
Doorvoerleiding
(niet meegeleverd)
Muurmanchet
(niet meegeleverd)
529055
apparaat: mm
BinnenBuiten
Vulmiddel
φ80
Doorvoerleiding
(niet meegeleverd)
Verbindingskabels
3.
1) Open het voorpaneel en verwijder dan het onderhoudsdeksel.
2) Laat de verbindingskabels vanaf de buitenunit door de
Hang de haak van de binnenunit hier.
doorvoeropening in de muur lopen en dan door de achterkant van
de binnenunit. Trek de kabels door de voorkant. Buig de uiteinden
Montageplaat
van de kabelriempjes vooraf omhoog. (Als de uiteinden van de
verbindingskabels eerst worden gestript, moet u de kabeleinden
met plakband bundelen.)
3) Druk met beide handen op het bodemframe van de binnenunit om
Als u de uiteinden van
de verbindingskabels
bloot stript, plak ze dan
af met isolatietape.
A
Verbindingskabels
het op de haken van de montageplaat te plaatsen. Let op dat de
draden niet bekneld raken bij de rand van de binnenunit.
8■Nederlands
Page 10
Leggen van de leidingen, slangen en bedrading
4.
4-1. Leidingen aan de rechterkant, leidingen
rechtsachter en leidingen rechtsonder
1) Monteer de afvoerslang met vinylplakband aan de
onderkant van de koelmiddelleidingen.
2) Omwikkel de koelmiddelleidingen en de afvoerslang
als een geheel met isolatietape.
3) Leid de afvoerslang en de koelleidingen door het
doorvoergat in de muur en hang vervolgens de
Verwijder de afdekking
van de leidingopening
hier voor leidingen aan
de rechterkant.
Verwijder de afdekking van
de leidingopening hier voor
leidingen rechtsonder.
Leidingen
rechtsonder
A
Montageplaat
Leidingen rechtsachter
Bind de afvoerslang samen met
de koelleidingen met isolatietape.
binnenuit aan de haken van de montageplaat waarbij
u de markeringen als richtpunt gebruikt.
4-2. Leidingen aan de linkerkant, leidingen linksachter en leidingen linksonder
1) Vervang de aftapplug en de afvoerslang.
2) Bevestig de afvoerslang aan de onderkant van de
koelleidingen met vinylplakband.
3) Let op dat u de afvoerslang aan de afvoeropening
bevestigt in plaats van een aftappplug.
4) Leid de koelmiddelleiding langs de leidinglijnmarkering op de montageplaat.
5) Leid de afvoerslang en de koelmiddelleidingen
door het doorvoergat en zet de binnenunit op de
haken van de montageplaat met de
markeringen aan de bovenkant van de
binnenunit als richtpunt.
Afvoerslang
Dicht deze opening
af met stopverf of
ander afdichtmateriaal.
6) Trek de verbindingskabels naar binnen.
7) Sluit de verbindingsleidingen tussen de
apparaten aan.
8) Omwikkel de koelmiddelleidingen en de afvoerslang samen met
isolatietape zoals getoond in de afbeelding rechts hiernaast, als de
afvoerslang door de achterkant van de binnenunit geleid wordt.
9) Zorg ervoor dat de verbindingskabels niet klem komen te zitten in de
binnenunit, druk de onderhoek met beide handen aan totdat deze
stevig vergrendeld zit door de haken van de montageplaat. Schroef
de binnenunit daarna vast op de montageplaat met de
bevestigingsschroeven van de binnenunit (M4 × 12L).
4-3. Doorvoerleidingen in de muur
Volg de instructies onder leidingen aan de linkerkant,
leidingen linksachter en leidingen linksonder.
Steek de afvoerslang zo diep dat hij niet uit de afvoerleiding
getrokken kan worden.
Verwijder de afdekking van de leidingopening
hier voor leidingen linksonder.
Aanbrengen van de aftapplug
Geen
ruimte
Gebruik een inbussleutel (4mm).
Samenbinden
met plastic tape.
Steek de afvoerslang zo diep dat hij
niet uit de afvoerleiding getrokken kan
worden.
Breng voor het plaatsen geen smeerolie
(koelkompressorolie) aan.
Gebruik daarvan veroorzaakt verwering en
lekkage van de afvoerplug.
Omwikkel het gebogen deel van de
koelmiddelleiding met isolatietape.
Overlap bij elke slag de tape met
tenminste de halve breedte van de tape.
Afvoerslang
Bodemframe
Minstens
50mm
Buitenmuur
Verwijder de afdekking van
de leidingopening hier voor
leidingen aan de linkerkant.
Leidingen aan de
linkerkant
Leidingen linksachter
Leidingen
linksonder
A
Montageplaat
Koelmiddelleidingen
F Bevestigingsschroef van
binnenunit (M4 × 12L) (2 stuks)
Binnenmuur
Afvoerslang
Vinylchloride
afvoerleiding (VP-30)
A
Montageplaat
Nederlands
■Nederlands9
Page 11
Installatie van de binnenunit
Bekabeling
5.
Bij gebruik met een multi-binnenunit
dient u de installatie uit te voeren volgens de installatiehandleiding
die bij de multi-buitenunit wordt geleverd.
1) Strip de uiteinden van de kabels (15mm).
2) Kijk goed welke kleur kabel correspondeert met het nummer op het aansluitingenblok op zowel de binnen- als de
buitenunit en schroef de kabels stevig vast in de aansluitingen.
3) Sluit de aardkabels op de daarvoor bestemde aansluitingen aan.
4) Controleer of de kabels goed vast zitten en zet de kabels met de kabelklem vast.
5) Bij het maken van een aansluiting op een adaptersysteem. Monteer de kabel voor de afstandsbediening en sluit deze aan
op aansluiting S21.
6) Zorg ervoor dat de kabels niet in de weg zitten en dat het onderhoudsdeksel weer past.
Maak de kabels stevig met
de aansluitingsschroeven vast.
Wanneer de kabellengte meer is
dan 10m, moet kabel met een
diameter van 2,0mm worden gebruikt.
1
2
Binnenunit
3
Maak de kabels stevig
vast met de
aansluitingsschroeven vast.
Buitenunit
123 LN
H05RN
12 3
Gebruik het
voorgeschreven
kabeltype.
Aansluitingenblok
Elektrische componentenkast
Zorg ervoor dat het
onderhoudsdeksel weer past.
Bevestig de kabelklem stevig, zodat de
kabels tegen externe trekkracht beschermd
worden.
Kabelklem
WAARSCHUWING
• Gebruik geen afgetakte kabel, geslagen kabel, verlengsnoeren of stekkerdozen, omdat daardoor oververhitting, elektrische
schokken of brand kan ontstaan.
• Gebruik nooit vervangende niet-originele elektrisch onderdelen in het product. (Sluit de voeding voor de afvoerpomp enz.
nooit aan op het aansluitingenblok in het apparaat.) Wanneer u dit toch doet kan gevaar voor elektrische schokken of brand
ontstaan.
• Sluit de stroomdraad niet aan op de binnenunit. Wanneer u dit toch doet kan gevaar voor elektrische schokken of brand
ontstaan.
Afvoerleiding
6.
1) Sluit de afvoerslang aan op de manier zoals rechts hiernaast is beschreven.
2) Verwijder de luchtfilters en giet wat water in de afvoerbak om te controleren of het
water goed afgevoerd wordt.
3) Als de afvoerslang velengd moet worden, schaf dan een verlengstuk aan dat los
in de handel verkrijgbaar is.
Let erop dat u het gedeelte van het verlengstuk dat binnenhuis loopt thermisch
isoleert.
4) Wanneer u een stijve polyvinylchloride buis
(nominale diameter 13mm) direct bevestigt aan
de afvoerslang die aan de binnenunit vast zit,
zoals bij doorvoerleidingen die in de muur lopen,
dient u een los verkrijgbaar tussenstuk
Afvoerslang
meegeleverd met de
binnenunit
φ18
(nominale diameter 13mm) te gebruiken.
Afvoerslang van
binnenunit
Warmte-isolatiebuis (niet meegeleverd)
Los verkrijgbaar tussenstuk
(nominale diameter 13mm)
De afvoerslang moet
naar beneden lopen.
Een soort zwanenhals
mag niet.
Dompel het uiteinde van
de afvoerslang niet in water.
Verlengstuk van afvoerslang
φ18
Los verkrijgbare stijve
polyvinylchloride buis
(nominale diameter 13mm)
10■Nederlands
Page 12
Proefdraaien en testen
Proefdraaien en testen
1.
1-1 Meet de voedingsspanning en verzeker u ervan dat deze binnen de voorgeschreven grenzen valt.
1-2 Proefdraaien dient te geschieden met koelen of verwarmen.
• Bij koelen kiest u de laagste temperatuur die kunt instellen; bij verwarmen kiest u de hoogste.
1) Afhankelijk van de kamertemperatuur kan het proefdraaien met koelen of verwarmen onmogelijk blijken.
Gebruik voor het proefdraaien de afstandsbediening zoals hieronder beschreven.
2) Nadat u proef gedraaid hebt, zet u de temperatuur op een normale waarde (26°C tot 28°C voor koelen, 20°C tot 24°C
voor verwarmen).
3) Om het systeem te beschermen, zal de airconditioner tot 3 minuten nadat hij is uitgezet niet aan kunnen gaan.
1-3 Voer de testprocedure uit zoals beschreven in de bedieningshandleiding om te controleren of alle functies
en onderdelen, zoals het bewegen van de jaloezie, naar behoren functioneren.
• Als de airconditioner in de standby-modus staat, verbruikt hij toch nog wat elektriciteit. Als het systeem voor langere
tijd na de installatie niet gebruikt zal worden, kunt u energie besparen door de circuitonderbreker uit te zetten.
• Als de circuitonderbreker de stroom naar de airconditioner uitschakelt, zal het systeem wanneer de
stroomvoorziening weer hersteld wordt door de circuitonderbreker, vanzelf in de stand gaan staan waarin het stond
toen de stroom uitviel.
Proefdraaien met de afstandsbediening
1) Druk op de “ON/OFF” toets om het systeem aan te zetten.
2) Druk de “TEMP” toets (2 plaatsen) en de “MODE” toets tegelijk in.
3) Druk op de “TEMP” toets en selecteer “ ”.
4) Druk op de “MODE” toets.
5) Het proefdraaien zal na ongeveer 30 minuten stoppen en overgaan in de normale bedrijfstoestand. Om het
proefdraaien tussentijds te stoppen, drukt u op de “ON/OFF” toets.
Testonderdelen
2.
Testonderdelen
De binnen- en buitenunit zijn goed gemonteerd op een stevige ondergrond.Omvallen, trillingen, lawaai
Geen lekkage van koelmiddelgas.
De koelmiddelgas- en vloeistofleidingen en het binnenstuk van de
afvoerslang zijn thermisch geïsoleerd.
De afvoerleiding is correct aangebracht.Waterlekkage
Het systeem is goed geaard.Kortsluiting
De voorgeschreven kabels zijn gebruikt voor de verbinding tussen de
apparaten.
De luchtinlaat en luchtuitlaat van de binnenunit en buitenunit worden niet
belemmerd.
De afsluiters zijn open.
De binnenunit ontvangt de afstandsbedieningsopdrachten correct.Functioneert niet
De warmtepomp of Alleen koelen modus kan met de DIP-schakelaar van
de afstandsbediening worden geselecteerd.
Symptoom (diagnosedisplay
op de afstandsbediening)
Onvoldoende koeling/
verwarming
Waterlekkage
Apparaat functioneert niet of
brandschade
Onvoldoende koeling/
verwarming
Afstandsbediening is defect
Nederlands
Gecontroleerd
■Nederlands11
Page 13
3P248445-1B
Two-dimensional bar code is a code
for manufacturing.
M08B303A
(1010) HT
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.