Daikin FTXS20G2V1B, FTXS25G2V1B, FTXS35G2V1B, FTXS42G2V1B, FTXS50G2V1B Operation manuals [nl]

DAIKIN ROOM AIR CONDITIONER
Operation Manual
MODELS FTXS20G2V1B FTXS25G2V1B
FTXS35G2V1B FTXS42G2V1B FTXS50G2V1B
English
Deutsch
Français
Nederlands
Español
Italiano
ΕλληνικÜ
Portugues
Türkçe
INHOUD
LEZEN VOOR GEBRUIK
Veiligheidsmaatregelen.................................. 2
Namen van onderdelen.................................. 4
Voorbereidingen Voor Gebruik....................... 7
GEBRUIK
AUTO · DROGEN · KOELEN · VERWARMEN ·
VENTILATOR modus................................... 10
Instelling van de luchtstroomrichting ............ 12
Gebruik van de COMFORT AIRFLOW
en de RUIMTEDETECTOR modus.............. 14
Modus KRACHTIG....................................... 17
BUITENUNIT STIL laten werken.................. 18
ECONO-functie ............................................ 19
Gebruik van de Timer................................... 20
De WEEKTIMER instellen............................ 22
Opmerking voor Multisysteem...................... 27
ONDERHOUD
Onderhoud en Reiniging .............................. 29
PROBLEMEN OPLOSSEN
Problemen Oplossen.................................... 32
1
LEZEN VOOR GEBRUIK
Veiligheidsmaatregelen
• Bewaar deze handleiding op een plaats waar de gebruiker deze gemakkelijk kan terugvinden.
• Lees de handleiding aandachtig door voordat u het apparaat gaat gebruiken.
• Lees de volgende punten, voor de veiligheid van uzelf en die van anderen, aandachtig door.
Dit handleiding voorzorgsmaatregelen in WAARSCHUWINGEN en AANDACHTSPUNTEN. Volg de onder­staande veiligheidsaanwijzingen nauwgezet op: ze zijn opgesteld voor de veiligheid van uzelf en die van anderen.
WAARSCHUWING
Als u de aanwijzingen niet nauwgezet opvolgt kan het apparaat mogelijk schade aan eigendommen en per­soonlijk letsel veroorzaken of zelfs levensbedreigend zijn
Voorkom dat.
Vergeet niet om de airconditioner te aarden.
Druk de toetsen van de airconditioner (of de afstandsbediening) nooit in met natte handen
.
.
VOORZORGSMAATREGELEN
Als u de aanwijzingen niet nauwgezet opvolgt kan het apparaat mogelijk schade veroorzaken aan eigendommen en persoonlijk letsel veroorzaken
Volg de onderstaande aanwijzingen nauwgezet op
Voorkom dat de airconditioner (of de afstandsbediening) nat wordt.
WAARSCHUWING
• Om brand, explosies of letsel te voorkomen mag het apparaat niet worden gebruikt in omgevingen waarin ontvlambare en/of corrosieve gassen aanwezig zijn.
Het is slecht voor uw gezondheid wanneer u uw lichaam gedurende lange tijd blootstelt aan de luchtstroom.
• Steek nooit een vinger, staaf of andere objecten in de luchtinlaat- of uitlaatopening. Omdat de ventilator met hoge snelheid draait, kan hierdoor letsel ontstaan.
Probeer de airconditioner niet zelf te repareren, breng geen wijzigingen aan en probeer ook niet om het apparaat zelf opnieuw te installeren. Wanneer de apparatuur niet op de juiste manier is geïnstalleerd kan gevaar voor elektrische schokken of brand e.d. ontstaan. Neem voor reparaties en het opnieuw installeren van het apparaat contact op met uw Daikin-leverancier voor advies en informatie
Het in de airconditioner toegepaste koelmiddel is veilig. Hoewel lekkages normaal niet voorko­men is het in voorkomende gevallen van groot belang dat weggelekt koelmiddel niet in contact komt met open vuur, zoals van gasverwarmingstoestellen, benzinekachels of gasfornuizen.
• Als de airconditioner niet goed koelt (of verwarmt) is het mogelijk dat koelmiddel weglekt; neem in dat geval contact op met uw leverancier. Neem, wanneer reparaties uitgevoerd moeten worden waarbij koelmiddel moet worden bijgevuld, contact op met onze technische dienst.
• Probeer de airconditioner niet zelf te installeren. Wanneer de apparatuur niet op de juiste manier is geïnstalleerd kan lekkage of gevaar voor elektrische schokken of brand ontstaan. Neem voor het installeren van het apparaat contact op met uw leverancier of een erkend installateur.
Schakel, wanneer u iets vreemds waarneemt, zoals een brandlucht, het apparaat onmiddellijk uit, schakel de hoofdschakelaar uit. En neem contact op met de leverancier voor aanvullende instructies
Afhankelijk aan de plaats waar het apparaat wordt gebruikt kan het noodzakelijk zijn om een aardlekschakelaar te installeren. Wanneer de airconditioner niet is aangesloten op een aardlekschakelaar kan gevaar voor elektrische schokken of brand ontstaan.
• De airconditioner moet geaard worden. Door een slechte aarding kan gevaar voor elektrische schokken ontstaan. Sluit de aardingsdraad niet aan op een gas- of waterleiding, bliksemafleider of de aardedraad van een telefooninstallatie.
.
.
.
.
VOORZORGSMAATREGELEN
• Gebruik het apparaat niet voor koelen van precisie-instrumenten, voedsel, planten, dieren of kunstwerken, omdat daardoor de kwaliteit nadelig kan worden beïnvloed.
2
• Zorg ervoor dat kleine kinderen, planten of dieren zich nooit direct in de luchtstroom bevinden.
• Plaats nooit apparatuur die werkt met open vuur in de luchtstroom van het apparaat of onder de bin­nenunit. Dit kan resulteren in een onvolledige verbranding in het apparaat of vervorming van de air­conditioner als gevolg van de opstijgende warmte.
• Zorg ervoor dat de inlaat- en uitlaatopeningen niet afgedekt worden. Wanneer de luchtstroom wordt geblokkeerd gaat het apparaat slechter werken en kunnen storingen ontstaan.
• Ga nooit op de buitenunit staan of zitten. Plaats geen objecten bovenop het apparaat om letsel te voorkomen en verwijder nooit het ventilatorrooster.
Plaats geen objecten onder de binnen- of buitenunit die niet bestand zijn tegen vocht. Onder bepaalde voor­waarden is het mogelijk kan het vocht in de lucht in het apparaat condenseren en uit het apparaat druppelen.
Controleer de aansluitingen en bevestiging op beschadiging wanneer het apparaat gedurende lange tijd is gebruikt.
Raak de luchtinlaat en de aluminium jaloezieën van de buitenunit nooit aan. Hierdoor kan letsel ontstaan.
• Het apparaat mag niet zonder toezicht door jonge kinderen of instabiele personen worden bediend.
• Let op dat kinderen en zorg ervoor dat ze niet met het apparaat spelen.
• Zorg voor voldoende ventilatie van de ruimte wanneer de airconditioner wordt gebruikt in een ruimte waarin ook een brander wordt gebruikt, om een zuurstoftekort te voorkomen.
• Schakel de airconditioner uit, schakel de hoofdschakelaar van het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact voordat u het apparaat gaat reinigen.
• Sluit de airconditioner niet aan op een voedingsbron met andere specificaties dan de genoemde. Hierdoor kunnen storingen of brand ontstaan.
• Zorg ervoor dat de afvoerslang het overtollige water gemakkelijk kan afvoeren. Door een slechte afvoer kan waterschade ontstaan aan het gebouw, de inventaris enz. Zet geen voorwerpen vlakbij de buitenunit en laat geen bladeren en ander afval zich rond de unit ophopen.
• Bladeren trekken kleine dieren aan die in de unit kunnen binnendringen. In de unit kunnen dergelijke dieren storingen, rook of brand veroorzaken wanneer ze in contact komen met elektrische onderdelen
• Bedien de airconditioner nooit met natte handen.
Reinig de airconditioner nooit met overvloedig water; gebruik alleen een licht bevochtigde doek.
• Plaats geen objecten bovenop het apparaat die water of andere vloeistoffen bevatten. In dat geval kan gemorst of het apparaat binnendringen, de elektrische isolatiematerialen aantasten waardoor gevaar voor elektrische schokken kan ontstaan.
.
Installatie-plaats.
Neem contact op met de winkel wanneer u de airconditioner in een van de volgende soorten omgeving wilt installeren.
• Plaatsen waar olie of vet, stoom of roet aanwezig is.
• Zoute omgevingen, zoals aan de kust.
• Plaatsen met zwavelgassen, zoals uit hete bronnen.
• Plaatsen waar de buitenunit mogelijk door sneeuw geblokkeerd kan raken.
De afvoer van de buitenunit moet uitmonden in een plaats met goede drainage.
Houd rekening met geluidsoverlast voor uw buren.
Kies een plaats zoals hieronder beschreven voor de installatie.
• Een plaats die stevig genoeg is om het gewicht van de unit te dragen, maar die niet het geluid en de vibratie tijdens het in werking zijn van het systeem versterkt.
• Een plaats waar lucht of geluid uit de buitenunit uw buren niet tot last kan zijn.
Elektrische werkzaamheden.
U dient voor de stroomvoorziening gebruik te maken van een aparte groep speciaal voor uw airconditioner
Verplaatsen van het systeem.
Wanneer de airconditioner moet worden verplaatst, moet dit door een vakbekwaam installateur worden uitgevoerd. Neem contact op met de leverancier als het nodig blijkt te zijn om het systeem te verplaatsen of te veranderen
.
.
3
Namen van onderdelen
Binnenunit
2
134
5
7
91110
8
16 14
4
6
13
15
12
Buitenunit
Klasse 20/25/35/42 Klasse 50
17
18
19
21
20
Binnenunit
1. Luchtfilter
2. Fotokatalytische filter met titaanapatietcoating:
• Deze filters zijn bevestigd aan de
binnenzijde van het luchtfilter.
3. Luchtinlaat
4. Frontpaneel
5. Nokje van bovenste frontpaneel
6. Kamertemperatuursensor:
• Deze meet de luchttemperatuur ter
plaatse van de unit.
7. RUIMTEDETECTOR:
8. Display
9. Luchtuitlaat
10. Horizontale lamellen (jaloezieën):
(pagina 12.)
11. Verticale lamellen (louvres):
• De louvres bevinden zich binnenin de
luchtuitlaat. (pagina 12.)
Buitenunit
17. Luchtinlaat:
18. Koelmiddelleidingen en verbindingskabel tussen de units
19. Draineerslang
(Achteraan en opzij)
(pagina 14.)
17
21
AAN /UIT-schakelaar van binnenunit:
12.
• Druk eenmaal op deze schakelaar om het apparaat te starten. Druk nogmaals om het te stoppen.
De werkingsmodus verwijst naar de volgende tabel.
Model Modus
ALLEEN
KOELEN
WARMTE-
POMP
Deze schakelaar kan gebruikt worden wanneer de afstandsbediening zoekgeraakt is.
13. Werkingslampje (groen)
14. TIMER-lampje (geel):
RUIMTEDETECTOR lamp (groen):
15.
16. Signaalontvanger:
Deze vangt de signalen van de afstandsbediening op.
• Wanneer het apparaat een signaal ontvangt, hoort u een korte pieptoon.
Modus wordt ingeschakeld piep
Instellingen zijn gewijzigd
Modus wordt uitgeschakeld............lange pieptoon
20. Aardaansluiting:
• Onder deze kap.
21. Luchtuitlaat
KOELEN
AUTO
Temperatuur-
instelling
22°C
25°C
(pagina 20.)
.. piep
........... piep
18
19
20
(pagina 10.)
Luchtde-
biet
AUTO
AUTO
(pagina 14.)
5
Afstandsbediening
1
2
3
4
<ARC452A3>
1. Signaalzender:
• Verstuurt signalen naar de binnenunit.
2. Display:
Toont de huidige instellingen. (In dit voorbeeld wordt elke sectie ter verklaring afgebeeld met alle displays AAN.)
3. VENTILATOR-instelknop:
• Hiermee stelt u de hoeveelheid te verplaatsen lucht in.
4. KRACHTIG-knop:
KRACHTIGE werking (pagina 17.)
5. AAN/UIT-knop:
• Druk deze toets eenmaal in op de modus in te schakelen. Druk nogmaals op de toets om de modus uit te schakelen.
6. TEMPERATUURINSTELTOETSEN:
• Hiermee wordt de temperatuurinstelling gewijzigd.
7. MODUSKEUZETOETS:
Hiermee selecteert u de werkingsmodus. (AUTO/DROGEN/KOELEN/ VERWARMEN/VENTILATOR) (pagina 10.)
8. Toets STIL:
werken (pagina 18.)
9. ECONO-toets:
BUITENUNIT STIL te laten
ECONO-functie (pagina 19.)
<Open de voorafdekking>
109
5
6
7 8
13
14 15 17
10. Toets ZWENK:
Horizontale lamellen (jaloezieën) (pagina 12.)
11. Toets ZWENK:
• Verticale lamellen (louvres) (pagina 12.)
12. COMFORT/SENSOR-toets:
Gebruik van de COMFORT AIRFLOW en de RUIMTEDETECTOR modus (pagina 14.)
13. Toets WEKELIJKS/PROGRAMMEER/ KOPIEER/TERUG/VOLGENDE:
• De WEEKTIMER instellen (pagina 22.)
14. Toets SELECTIE:
• Hiermee kunt u de instellingen van de IN/
UITSCHAKELTIMER en WEEKTIMER wijzigen. (pagina 20, 22.)
15. UITSCHAKELTIMER-knop:
16. INSCHAKELTIMER-knop:
17. TIMERANNULATIE-knop:
• Hiermee annuleert u de instellingen van
de tijdschakelaar. (pagina 20, 21.)
• Het kan niet gebruikt worden om de
WEEKTIMER.
18. KLOK-knop:
(pagina 8.)
(pagina 20.)
(pagina 21.)
11
12
16 18
6
Voorbereidingen Voor Gebruik
De batterijen plaatsen
1.
Verwijder het frontpaneel door dit weg te
2
schuiven.
2. Plaats twee LR03·AAA-batterijen (droge cel).
1
3. Doe het deksel terug.
Bediening van de afstandsbediening
Richt de afstandsbediening met het zendvenster naar de binnenunit om hem te gebruiken. De unit zal niet functioneren als de signalen tussen de unit en de afstandsbediening worden belemmerd door bijvoorbeeld een gordijn.
• Laat de afstandsbediening niet vallen of nat worden.
• De maximale afstand die de afstandsbediening kan overbruggen, is ongeveer 7 meter.
Bevestigen van de afstandsbedienings­houder tegen de wand
1. Kies een plaats waarvandaan de signalen de unit kunnen bereiken.
2. Bevestig de houder op de wand, een kolom of vergelijkbare ondergrond met schroeven (niet meegeleverd).
3. Plaats de afstandsbediening in de houder voor de afstandsbediening.
LET OP
Opmerkingen over de batterijen
Vervang de batterijen altijd door batterijen van hetzelfde type en vervang altijd beide batterijen.
Verwijder de batterijen wanneer het systeem gedurende een langere periode niet wordt gebruikt.
• De batterijen gaan ongeveer één jaar mee. Als het display van de afstandsbediening minder helder oplicht of de signaalontvangst afneemt voordat één jaar is verstreken, moet u beide batterijen door nieuwe AAA-formaat alkalibatterijen vervangen.
• Met de meegeleverde batterijen kan het systeem worden getest. Deze batterijen kunnen echter maar een korte levensduur hebben, afhankelijk van de fabricagedatum van de airconditioner.
Over de afstandsbediening
• Stel de afstandsbediening nooit bloot aan direct zonlicht.
Stof op de signaalzender of -ontvanger zal de gevoeligheid doen afnemen. Verwijder het stof met een zachte doek.
De communicatie tussen de afstandsbediening en de binnenunit kan worden belemmerd als er zich in de kamer een fluorecentie-lamp (TL-lamp) met een elektronische starter bevindt. Raadpleeg in dit geval de winkel.
• Als de afstandsbediening toevallig ook een ander apparaat kan bedienen, adviseren wij u dat apparaat op een andere plaats te zetten, of de winkel te raadplegen.
Drukken.
• Trek naar boven om uit te nemen.
en – in de
+ juiste positie!
3
Ontvanger
Houder Afstandsbediening
7
Voorbereidingen Voor Gebruik
Druk op de volgende toetsen om de klok in te stellen
1. Druk op de “toets KLOK”.
verschijnt.
en knipperen.
2. Druk op de “toets SELECTIE”
om de huidige dag van de week in te stellen.
3. Druk op de “toets KLOK”.
knippert.
4. Druk op de “toets SELECTIE”
om de klok in te stellen op de huidige tijd.
Als u de “ ” of “ ” knop ingedrukt houdt loopt de klok versneld vooruit of achteruit.
2, 4
5. Druk op de “toets KLOK”.
Richt de afstandsbediening bij het instellen van de tijd voor de interne klok op de binnenunit.
knippert.
OPMERKING
• Als de interne klok van de binnenunit niet op de juiste tijd ingesteld is, zal de WEEKTIMER
niet nauwkeurig werken.
8
1, 3, 5
Schakel de hoofdschakelaar AAN
• Wanneer de hoofdschakelaar AAN gezet wordt, worden de jaloezieën eenmaal geopend en gesloten. (Dit is een normale procedure.)
Controle van de Instellingen van de Afstandsbediening
• Deze afstandsbediening wordt gebruikt voor zowel het warmtepompmodel als het alleen-koelen model. Gebruik de dipswitches op de afstandsbediening voor het instellen van het warmtepompmodel of het alleen-koelen model.
• Zie de onderstaande verklaring en maak de instelling zoals getoond in de afbeelding.
Voor de klanten van het warmtepomp model: Instellen op H/P
Voor de klanten van het alleen-koelen model: Instellen op C/O
Dipswitches
H/P C/O
OPMERKING
Tips voor een zuinig energieverbruik
Maak de kamer niet te koud of verwarm de kamer niet te sterk.
• Door de temperatuur op een gematigd peil in te stellen, bespaart u energie.
• Sluit de jaloezieën of de gordijnen. Door direct zonlicht en buitenlucht tegen te houden wordt het koelend (verwarmend) effect versterkt.
• Verstopte luchtfilters hinderen de goede werking en verhogen het energieverbruik. Reinig ze ongeveer eens om de twee weken.
Opmerking
• De airconditioning verbruikt altijd 15 – 35 watt elektriciteit, zelfs als ze niet werkt.
• Als u de airconditioning lange tijd niet gebruikt, bijvoorbeeld in de lente of herfst, schakelt u de hoofd­schakelaar het best UIT.
• Gebruik de airconditioning in de volgende omstandigheden.
Modus Gebruiksomstandigheden Als het apparaat blijft werken buiten dit bereik
KOELEN
Buitentemperatuur:2MK(X)S 10 tot 46°C
Binnentemperatuur: 18 tot 32°C Luchtvochtigheid bi nnen: 80% max.
VER-
Buitentemperatuur:2/3/4/5MXS –15 tot 20°C
WARM EN
Binnentemperatuur: 10 tot 30°C
DROGEN
Buitentemperatuur:2MK(X)S 10 tot 46°C
Binnentemperatuur: 18 tot 32°C
• Bij gebruik van het systeem buiten het hierboven aangegeven vochtigheids- of temperatuurbereik kan een zekering het systeem buiten werking stellen.
Luchtvochtigheid binnen
3/4/5MK(X)S –10 tot 46°CRK(X)S –10 tot 46°C
RXS –15 tot 20°C
3/4/5MK(X)S –10 tot 46°CRK(X)S –10 tot 46°C
: 80% max.
• Een zekering kan het apparaat uitschakelen. (Bij gebruik van verschillende apparaten kan ze ook alleen de buitenunit uitschakelen.)
• Er kan condensatie en lekkage optreden in de binnenunit.
• Een zekering kan het apparaat uitschakelen.
• Een zekering kan het apparaat uitschakelen.
• Er kan condensatie en lekkage optreden in de binnenunit.
Aanbevolen temperatuurinstelling
Voor koeling: 26°C – 28°C Voor verwarming: 20°C – 24°C
9
GEBRUIK
AUTO · DROGEN · KOELEN · VERWARMEN · VENTILATOR modus
De airconditioner wordt ingeschakeld in de door u geselecteerde modus. Wanneer u de airconditioner opnieuw inschakelt, zal deze opnieuw in dezelfde modus worden ingeschakeld
Druk op de volgende toetsen om het apparaat in te schakelen
1.
Druk op de “MODUSKEUZETOETS” en selecteer een werkingsmodus
Bij elke druk op de knop schakelt het apparaat naar de volgende modus over
:AUTO
:DROGEN
:KOELEN
: VERWARMEN
: VENTILATOR
Model voor alleen koelen
Model met warmtepomp
2. Druk op de “toets AAN/UIT”.
• De verklikkerlamp gaat branden.
.
.
.
5
4
2, 3
1
Druk op de volgende toetsen om het apparaat uit te schakelen
3. Druk nogmaals op de “toets AAN/UIT”.
• De verklikkerlamp dooft.
Om de temperatuurinstelling te wijzigen
4. Druk op de regelknop “TEMPERATUUR instellen”.
Modus DROGEN of VENTILATOR Modus AUTO of KOELEN of VERWARMEN
Druk op “ ” om de temperatuur te verhogen en op
” om de temperatuur te verlagen.
De temperatuurinstelling is niet variabel.
10
Stel de gewenste temperatuur in.
Om de luchtdebietinstelling te wijzigen
5. Druk op de regeltoets “VENTILATORINSTELLING”.
Modus DROGEN
De instelling van het luchtdebiet kan niet worden gewijzigd.
• Stille werking van de binnenunit
Wanneer de luchtstroom is ingesteld op “ ” zal de binnenunit minder lawaai maken. Gebruik deze instelling om het apparaat stiller te laten werken.
OPMERKING
Opmerking bij gebruik van de modus VERWARMEN
• Deze airconditioning verwarmt de kamer door warmte aan de buitenlucht te onttrekken en naar binnen te voeren. Daarom neemt de verwarmingscapaciteit af naarmate de buitentemperatuur daalt. Als het verwarmingsvermogen te laag is, is het aan te raden een ander verwarmingstoestel in combinatie met de airconditioning te gebruiken.
• Het verwarmingssysteem verwarmt de kamer door hete lucht door de hele kamer te laten circuleren. Na de start van de verwarmingsmodus duurt het even voor de kamer opwarmt.
In de verwarmingsmodus kan er ijsvorming op de buitenunit optreden. Hierdoor verlaagt de verwarmingscapaciteit. In dit geval schakelt het systeem de ontdooimodus in om het ijs te verwijderen.
• Tijdens de ontdooimodus komt er geen warme lucht uit de binnenunit.
• Het is mogelijk dat tijdens het ontdooien een pingelgeluid hoorbaar is; dit wijst er echter niet op dat de airconditioner defect is.
Opmerking bij KOELEN
• Deze airconditioner koelt de ruimte door de warme lucht in de ruimte naar buiten te blazen, dus als de buitenluchttemperatuur hoog is, zal de prestatie van de airconditioning verminderen.
Opmerking bij gebruik van de modus DROGEN
• De microchip probeert om de luchtvochtigheid in de ruimte te laten dalen terwijl de temperatuur zo gelijk mogelijk wordt gehouden. Deze procedure regelt automatisch de temperatuur en ventilatorsnelheid’; deze functie kan niet handmatig worden beïnvloedt.
Opmerking over modus AUTO
• In de werkingsmodus AUTO selecteert het systeem een temperatuurinstelling en de juiste werkingsmodus (KOELEN of VERWARMEN) op basis van de temperatuur in de ruimte bij inschakelen van de modus AUTO.
• Het apparaat past de instelling regelmatig aan en brengt de kamertemperatuur op het niveau dat de gebruiker ingesteld heeft.
• Als u de werkingsmodus AUTO niet wilt gebruiken, kunt u handmatig de ingestelde temperatuur veranderen.
Opmerking bij het instellen van het luchtdebiet (de verplaatste hoeveelheid lucht)
Als de luchtverplaatsing geringer is, zal ook het koelings- of verwarmingseffect ook kleiner zijn.
Modus AUTO of KOELEN of VERWARMEN of VENTILATOR
Er kunnen vijf luchtdebietniveaus ingesteld worden,
gaande van “ ” tot “ ” plus “ ” “ ”.
11
Loading...
+ 26 hidden pages