Naam van de onderdelen ............................... 4
Voorbereiding voor bedrijf...............................7
BEDIENING
De standen AUTO · DROGEN · KOELEN ·
VERWARMEN · VENTILATOR ......................9
De blaasrichting regelen ............................... 11
COMFORT LUCHTSTROOM ....................... 13
Werking met KRACHT .................................. 14
De stand ECONO ......................................... 15
Stand TIMER UIT ......................................... 16
Stand TIMER AAN ........................................ 17
ZORG DRAGEN
Zorg en reiniging........................................... 18
STORINGEN OPSPOREN EN
OPLOSSEN
Storingen opsporen en oplossen .................. 22
1
Veiligheidsmaatregelen
• Bewaar deze handleiding waar de operator deze gemakkelijk kan vinden.
• Lees aandachtig deze handleiding vooraleer de unit te starten.
• Om veiligheidsredenen moet de operator de volgende waarschuwingen nauwgezet lezen.
• Deze handleiding verdeelt de veiligheidsmaatregelen onder in de rubrieken WAARSCHUWING en
VOORZICHTIG. Leef alle onderstaande veiligheidsmaatregelen steeds na, omdat ze allemaal voor
de veiligheid belangrijk zijn.
• De Engelse tekst is de oorspronkelijke versie. Andere talen zijn vertalingen van de oorspronkelijke instructies.
WAARSCHUWING VOORZICHTIG
Indien u deze aanwijzingen niet nauwgezet volgt,
kan de unit schade aan eigendommen, lichamelijk
letsel of een dodelijk ongeval veroorzaken.
Doe dit nooit.Leef de instructies na.
De airconditioning moet geaard worden.
Raak de airconditioner (inclusief de
afstandsbediening) nooit aan met natte handen.
WAARSCHUWING
• Bedien de unit nooit wanneer er schadelijk gassen (bijv. ontvlambare of corrosieve) in de buurt van
de unit worden ontdekt om brand, explosie of letsel te voorkomen.
• Voor uw gezondheid is het niet goed dat uw lichaam zich lang in de luchtstroom bevindt.
• Steek geen vingers, stangen of andere voorwerpen in de luchtinlaat of -uitlaat. Omdat de ventilator
op hoge snelheid draait, kan hij iemand verwonden.
• Probeer de airconditioner niet zelf te repareren, te wijzigen of opnieuw te installeren. Een fout werk
kan elektrische schokken, brand, enz. veroorzaken.
• Voor reparaties en herinstallaties, raadpleeg uw Daikin-verdeler voor advies en inlichtingen.
• Het koelmiddel in de airconditioner is veilig. Hoewel er geen lekkages zouden moeten voorkomen, in geval van
koelmiddellekkage in de kamer, zorg ervoor dat deze niet in contact kan komen met vlammen zoals aanwezig
in gasfornuizen en verwarmingstoestellen op gas of kerosine.
• Indien de airconditioner onvoldoende koelt (verwarmt), kan koelmiddel lekken: neem daarom contact op met uw verdeler.
Wanneer tijdens reparatiewerkzaamheden koelmiddel wordt toegevoegd, controleer de inhoud van de reparaties met onze
servicemensen.
• Probeer niet de airconditioner zelf te installeren. Fouten bij installatie kunnen waterlekkage,
elektrische schokken of brand tot gevolg hebben.
Voor een installatie, raadpleeg de verdeler of een erkende technicus.
• Om geen elektrische schok te krijgen of om u niet te verwonden of brand te veroorzaken, indien u iets
abnormaal detecteert, zoals een brandgeur, schakel de airconditioner en de onderbreker onmiddellijk
uit. En neem telefonisch contact op met uw verdeler, die u zal zeggen wat te doen.
• Er moet, afhankelijk van de omgeving, een aardlekschakelaar geplaatst moeten. Het niet plaatsen van
een aardlekschakelaar kan elektrische schokken of brand veroorzaken.
• De airconditioner moet geaard worden. Een onvoldoende aarding kan elektrische schokken
veroorzaken. Sluit de aardleiding niet aan op een gas- of waterleiding, een bliksemaeider
of een telefoonaarding.
Indien u deze aanwijzingen niet nauwgezet volgt,
kan de unit eigendommen min of meer
beschadigen of iemand verwonden.
Laat de airconditioner (inclusief de
afstandsbediening) nooit nat worden.
VOORZICHTIG
• Gebruik de unit niet voor het koelen van precisie-instrumenten, voedsel, planten, dieren of
kunstwerken, om kwaliteitsvermindering te voorkomen.
• Laat kleine kinderen, planten of dieren nooit rechtstreeks in de luchtstroom.
• Zet geen toestellen die open vlammen produceren op plaatsen die zich in de luchtstroom van de unit
2
bevinden, of onder de binnenunit. Anders kan een onvolledige verbranding ontstaan of kan de unit
zich door de hitte vervormen.
• De luchtinlaten of luchtuitlaten niet blokkeren. Een geblokkeerde luchtstroom kan verminderde
prestaties of defecten veroorzaken.
• Sta of zit niet op de buitenunit. Om niemand te verwonden, zet niets op de unit en neem het scherm
voor de ventilator niet weg.
• Plaats niets onder de binnenunit en de buitenunit dat niet vochtig mag worden. In bepaalde
omstandigheden kan vocht in de lucht condenseren en druppelen.
• Controleer na langdurig gebruik of de voet van de unit en de verbindingsstukken niet beschadigd zijn.
• Raak de luchtinlaat en de aluminiumvinnen van de buitenunit niet aan. Anders kan u zich verwonden.
• Het apparaat mag niet zonder toezicht door jonge kinderen of instabiele personen worden bediend.
• Let op dat kinderen en zorg ervoor dat ze niet met het apparaat spelen.
• Dit apparaat is bedoeld om in werkplaatsen, in de lichte industrie en in boerderijen door deskundige
of geschoolde gebruikers gebruikt te worden of, in de handel en in huishoudens, door niet
gespecialiseerde personen.
• Het geluidsdrukniveau bedraagt minder dan 70 dB(A).
• Om geen gebrek aan zuurstof te hebben, verlucht voldoende de kamer als u apparaten
met een brander samen met de airconditioner gebruikt.
• Schakel de airconditioner en de onderbreker uit of trek de stekker van het snoer uit het
stopcontact.
• Sluit de airconditioner niet aan op een andere elektrische voeding dan deze die wordt
voorgeschreven. Anders riskeert u problemen of brand.
• Plaats de afvoerslang op een wijze dat het water goed kan worden afgevoerd. Door een slechte of onvolledig afvoer
kunnen meubels, het gebouw, enz. vochtsporen beginnen te vertonen.
• Plaats geen voorwerpen in de directe nabijheid van de buitenunit en zorg er voor dat bladeren of
andere overblijfselen zich niet rondom het apparaat ophopen.
Bladeren trekken kleine dieren aan die in de unit kunnen binnendringen. In de unit kunnen dergelijke
dieren storingen, rook of brand veroorzaken wanneer ze in contact komen met elektrische onderdelen.
• Bedien de airconditioner niet met natte handen.
• Was de binnenunit niet met overvloedig water, gebruik alleen een iets vochtig doek.
• Zet niets neer – en zeker geen waterbevattende voorwerpen zoals vazen – op de unit.
Water kan in de unit binnendringen en elektrische isolaties beschadigen, hetgeen tot
elektrische schokken kan leiden.
Plaats van installatie.
Raadpleeg de leverancier om de airconditioner in de volgende soorten omgevingen te installeren.
• Plaatsen met een oliehoudende omgeving of waar damp of roet voorkomt.
• Zouthoudende omgeving, zoals kustgebieden.
• Plaatsen waar zwavelgas voorkomt, zoals hete bronnen.
• Plaatsen waar sneeuw de buitenunit kan blokkeren.
De afvoer van de buitenunit moet worden afgewaterd naar een plaats met een goede drainage.
Let op: het lawaai van de unit kan storend zijn voor uw buren.
Kies voor installatie een plaats zoals hieronder wordt beschreven.
• Een plaats met voldoende draagvermogen voor de unit die het werkgeluid of de werktrillingen niet versterkt.
• Een plaats waar de uitlaatlucht van de buitenunit of het werkgeluid uw buren niet hindert.
Elektrische werkzaamheden.
• Zorg er bij de stroomvoorziening voor dat u een apart stroomcircuit gebruikt dat alleen voor de
airconditioner is bestemd.
Het systeem naar een andere plaats brengen.
• Voor het herplaatsen van de airconditioner zijn gespecialiseerde kennis en vaardigheden nodig.
Raadpleeg de leverancier als herplaatsing nodig is voor verhuizen of verbouwen.
3
Naam van de onderdelen
Binnenunit
4
Buitenunit
• Voor enkele modellen kan het uiterlijk van de buitenunit verschillen.
Binnenunit
1a. Luchtlter
1b. Fotokatalytische luchtzuiveringslter
uit titaniumapatiet:
• Deze lters zitten in de luchtlters
bevestigd.
2. Naamplaatje model
3. Luchtinlaat
4. Frontpaneel
5. Lipje op paneel
6. Kamertemperatuursensor:
• Deze detecteert de luchttemperatuur
rond de unit.
7. Scherm
8. Luchtuitlaat
9. Klep (horizontale blad): (pagina 11)
10. Lamellen (verticale bladen):
• De lamellen zitten in de luchtuitlaat.
(pagina 12)
11. Signaalontvanger:
Deze ontvangt signalen van de
•
afstandsbediening.
• Wanneer de unit een signaal ontvangt,
hoort u een piepgeluid.
• Start bedrijf ..................piep-piep
• Instellingen gewijzigd ...piep
• Stop bedrijf ...................lange piep
12. Lampje BEDRIJF (groen)
13. Timerlampje (geel): (pagina 16)
14. AAN/UIT-schakelaar van de binnenunit:
• Druk één keer op deze schakelaar om
de werking te starten.
Druk opnieuw één keer om deze te
stoppen.
•
Zie de volgende tabel voor de bedrijfsmodus.
Stand
AUTO25°CAUTO
• Gebruik deze schakelaar wanneer de
afstandsbediening ontbreekt of wanneer
u deze even niet vindt
Temperatuur-
instelling
Luchtdebiet
Buitenunit
15. Luchtinlaat (rug en zijkant)
16. Luchtuitlaat
17. Koelmiddelleiding en inter-unit-bedrading
18. Afvoerslang
19. Aardingsaansluitpunt:
• Deze zit achter dit deksel.
5
Naam van de onderdelen
1
13
12
10
Afstandsbediening
2
4
7
3
1. Signaalzender:
• Deze zendt signalen naar de binnenunit.
2. Scherm (LCD):
• Geeft de huidige instellingen weer.
(Op deze afbeelding wordt elke sectie
getoond met zijn schermen ten behoeve
van de uitleg.)
3. Knop ECONO:
De stand ECONO (pagina 15)
4. Knop KRACHT:
Werking met KRACHT (pagina 14)
5. TEMPERATUUR- instelknop:
• Deze wijzigen de temperatuurinstelling.
6. AAN/UIT-knop:
• Druk één keer op deze knop om de
werking te starten.
Druk opnieuw één keer om deze te
stoppen.
<ARC470A1>
7. Standknop MODE:
8. Regelknop FAN:
9. Knop SWING:
10. Knop COMFORT LUCHTSTROOM:
Stand COMFORT LUCHTSTROOM
(pagina 13)
11. Knop TIMER AAN: (pagina 17)
12. Knop TIMER UIT: (pagina 16)
13. Knop TIMER ANNULEREN:
6
5
8
9
11
• Deze selecteert de bedrijfsmodus.
(AUTO/DRY/COOL/HEAT/FAN) (autom./
drogen/koelen/verwarmen/ventilator)
(pagina 9)
• Deze selecteert de instelling voor het
luchtdebiet.
• Deze stelt de blaasrichting in. (pagina 11)
• Deze annuleert de tijdklokinstelling.
6
Voorbereiding voor bedrijf
Batterijen plaatsen
1. Verwijder de achterwand door deze
te verschuiven en vervolgens even
op te heffen.
2. Plaats twee droge batterijen AAA.
LR03 (alkaline).
3. Plaats de achterwand terug in de
vorige positie.
Werken met de afstandsbediening
•
Richt de zender op de binnenunit om de afstandsbediening te
gebruiken. Als er iets de signalen blokkeert tussen de unit en
de afstandsbediening, zoals een gordijn, werkt de unit niet.
• Laat de afstandsbediening niet vallen. Laat deze niet nat
worden.
•
De maximale afstand voor communicatie bedraagt is ca. 7 m.
3
1
2
Positioneer
correct!
en
Ontvanger
De houder van de afstandsbediening
Afstandsbediening
aan de muur bevestigen
1.
Kies een plaats waar de signalen de unit bereiken.
2. Bevestig de houder aan een muur, een pilaar,
of vergelijkbare plaats met de ter plaatse
gekochte schroeven.
3. Hang de afstandsbediening op zijn houder.
Schroeven
NOOT
Noot over batterijen
• Gebruik batterijen van hetzelfde type en vervang beide oude batterijen tegelijkertijd,
wanneer u de batterijen vervangt.
• Verwijder de batterijen, wanneer het systeem gedurende lange tijd niet wordt gebruikt.
• De batterijen gaan ca. 1 jaar mee. Als het display van de afstandsbediening vager wordt en
de ontvangstprestaties binnen een jaar minder worden, dient u beide batterijen echter door
nieuwe, formaat AAA.LR03 (alkaline) te vervangen.
• De meegeleverde batterijen zijn bestemd voor het eerste gebruik van het systeem.
De levensduur van de batterijen kan kort zijn afhankelijk van de fabricagedatum van de
airconditioner.
Noot over de afstandsbediening
• Stel de afstandsbediening nooit bloot aan direct zonlicht.
•
Stof op de signaalzender of -ontvanger vermindert de gevoeligheid. Veeg stof weg met een
zachte doek.
•
De signaalcommunicatie kan worden uitgeschakeld, als er in de kamer een TL-lamp met een
elektronische starter aanwezig is (zoals inverterlampen). Raadpleeg de leverancier of dat het geval is.
• Als het signaal van de afstandsbediening een ander toestel bedient, verplaats dat toestel
dan naar elders of raadpleeg de winkel.
Houder voor
de afstandsbediening
7
Voorbereiding voor bedrijf
De onderbreker aandraaien
• Nadat de airconditioner onder spanning werd gezet, wordt de klep van de binnenunit één keer
geopend en gesloten om de referentiepositie in te stellen.
NOOT
Tips voor energiebesparing
• Zorg ervoor dat u de kamer niet teveel koelt
(verwarmt).
De temperatuurinstelling op een gemiddeld
niveau houden helpt om energie te besparen.
•
Bedek ramen met een zonnescherm of een gordijn.
Door zonlicht en lucht van buiten te blokkeren wordt
het koel- (verwarmings-) effect verhoogd.
• Verstopte luchtlters veroorzaken een inefciënte werking en verspillen energie. Reinig ze
circa elke 2 weken.
Opmerking
• De airconditioner verbruikt altijd 15 tot 35 Watt elektriciteit, zelfs als deze niet in bedrijf is.
• Als u de airconditioner gedurende een lange periode niet gebruikt, bijvoorbeeld in de lente
of herfst, zet dan de onderbreker uit.
• Gebruik de airconditioner onder de volgende omstandigheden.
StandBedrijfsomstandighedenAls de werking buiten zijn bereik verder gaat