voor multibewoners ...................................................................... 62
Onze welgemeende dank voor de aankoop van dit product.
De instructies worden oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle
andere talen zijn vertalingen van de oorspronkelijke instructies.
LEES ZORGVULDIG DEZE INSTRUCTIES VOORALEER
TOT DE INSTALLATIE OVER TE GAAN. ZIJ LEGGEN U
UIT HOE DE UNIT GOED TE INSTALLEREN EN HOE
DEZE GOED TE CONFIGUREREN. BEWAAR DEZE
HANDLEIDING OP EEN PLAATS WAAR U ZE KUNT
TERUGVINDEN VOOR LATERE NASLAG.
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Montagehandleiding
1
Page 4
1. DEFINITIES
2.ALGEMENEVEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
Montagehandleiding:
Handleiding met instructies betreffende het installeren, het
configureren en het onderhouden van een bepaald product of een
bepaalde toepassing.
Gevaar:
Aanduiding van een dreigende gevaarlijke situatie die, indien deze
niet vermeden wordt, ernstige verwondingen of zelfs de dood zal
veroorzaken.
Waarschuwing:
Aanduiding van een mogelijke gevaarlijke situatie die, indien deze
niet vermeden wordt, tot ernstige verwondingen of zelfs de dood kan
leiden.
Opgelet:
Aanduiding van een mogelijke gevaarlijke situatie die, indien deze
niet vermeden wordt, tot lichte tot matige verwondingen kan leiden.
Deze aanduiding kan tevens gebruikt worden als waarschuwing
tegen onveilige handelingen.
Opmerking:
Aanduiding van situaties die enkel de apparatuur of eigendommen
kan beschadigen.
Verdeler:
De verdeler die de in deze handleiding besproken producten
verkoopt.
Installateur:
Een technische, vakbekwame persoon, bevoegd om de in deze
handleiding besproken producten te installeren.
Onderhoudsagent:
Persoon bevoegd om onderhoudswerkzaamheden op de unit uit te
voeren of om de nodige onderhoudswerkzaamheden voor de unit te
coördineren.
Wetgeving:
Alle geldende internationale, Europese, nationale en lokale
richtlijnen, wetten, reglementen en/of voorschriften betreffende een
bepaald product of domein.
Toebehoren:
Samen met de unit geleverde apparatuur die volgens de instructies in
de handleiding geïnstalleerd moet worden.
Optionele apparatuur:
Apparatuur die optioneel met de producten gecombineerd kan
worden zoals beschreven in deze handleiding.
Ter plaatse te voorzien:
Niet door Daikin geleverde apparatuur die geïnstalleerd dient te
worden volgens de richtlijnen in deze handleiding.
Alle in deze handleiding beschreven activiteiten dienen door een
installateur uitgevoerd te worden.
Draag steeds aangepaste persoonlijke veiligheidsuitrustingen
(veiligheidshandschoenen, veiligheidsbril,...) tijdens het installeren of
het onderhouden van de unit.
Neem bij twijfel over de installatieprocedures of de bediening van de
unit steeds contact op met uw plaatselijke verdeler voor advies en
informatie.
Een verkeerde installatie of bevestiging van apparatuur of
toebehoren kan leiden tot elektrische schokken, kortsluitingen,
lekken, brand of andere schade aan de apparatuur. Gebruik
uitsluitend accessoires, optionele uitrusting en reserveonderdelen
van Daikin die specifiek ontworpen zijn voor gebruik met de
producten die het onderwerp zijn van deze handleiding en laat ze
installeren door een installateur.
Dit apparaat is bedoeld voor gebruik door expert of opgeleide
gebruikers in winkels, lichte industrie en op boerderijen, of voor
commercieel en huishoudelijk gebruik door niet-deskundigen.
GEVAAR: ELEKTRISCHE SCHOK
Schakel alle elektrische voedingen uit alvorens het
schakelbord van de schakelkast te verwijderen of
vooraleer aansluitingen te doen of elektrische onderdelen
aan te raken.
Om elektrische schokken te vermijden, koppel steeds de
elektrische voeding los 1 minuut (of langer) alvorens
onderhoudswerkzaamheden op elektrische onderdelen uit
te voeren. Meet steeds, zelfs na 1 minuut, de spanning op
de klemmen van de condensatoren of elektrische
onderdelen van de hoofdkring en vergewis u dat deze
spanningen hoogstens 50 V gelijkstroom gedragen
vooraleer ze aan te raken.
Wanneer bedieningsborden verwijderd zijn, kunnen
onderdelen onder spanning gemakkelijk per ongeluk
aangeraakt worden. Laat de unit nooit onbewaakt achter
tijdens een installatie of onderhoudswerkzaamheden
wanneer het bedieningsbord verwijderd is.
GEVAAR: RAAK GEEN LEIDINGEN OF INTERNE
ONDERDELEN AAN
Raak geen koelmiddelleiding, waterleiding of interne
onderdelen aan wanneer de unit in bedrijf is of net erna.
De leidingen en interne onderdelen kunnen warm of koud
zijn naargelang de werking van de unit.
U kunt uw handen verbranden of bevriezen wanneer
u leidingen of interne onderdelen zou aanraken. Om u niet
te verwonden, laat de leidingen en interne onderdelen op
een normale temperatuur komen of, indien u ze toch moet
aanraken, draag dan zeker veiligheidshandschoenen.
Montagehandleiding
2
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Page 5
3.INLEIDING
3.1. Algemene informatie
Deze montagehandleiding betreft Daikin Altherma lucht-waterinverterwarmtepompunits van de Daikin EKHVMRD en EKHVMYD
reeksen.
Deze units zijn bedoeld om binnenshuis in appartementsgebouwen
of gebouwen met meerdere gebruikers geïnstalleerd te worden.
De unit is ontworpen als verwarmingstoestel op de vloer. De
EKHVMYD-units kunnen tevens koelen. De uit de binnenruimten
onttrokken warmte tijdens het koelen kan in de tank voor huishoudelijke warmwater opgeslagen worden (= warmteterugwinning).
De EKHVMRD-units kunnen enkel verwarmen.
De EKHVMRD-units hebben een verwarmingscapaciteit van 5,6 kW
en 9 kW.
De EKHVMYD-units hebben een verwarmingscapaciteit van 5,6 kW
en 9 kW en een koelcapaciteit van 5 kW en 8 kW.
De binnenunits zijn ontworpen om te verwarmen en te koelen bij
binnentemperaturen van 5°C tot 30°C.
Tijdens het verwarmen kan de unit het water tot temperaturen van
25°C tot 80°C opwarmen.
Tijdens het koelen (enkel voor EKHVMYD) kan de unit het water tot
temperaturen van 5°C tot 20°C koelen.
3.2. Combinaties en opties
De EKHVMRD- en EKHVMYD-units kunnen enkel met een EMRQbuitenunit gecombineerd worden.
Tijdens het verwarmen kan de unit met ruimteverwarmingsradiatoren
(ter plaatse te voorzien), ventilatorconvectoren (optie of ter plaatse te
voorzien) of vloerverwarming (ter plaatse te voorzien) gecombineerd
worden.
Tijdens het koelen kan de unit met ventilatorconvectoren (optie of ter
plaatse te voorzien) gecombineerd worden.
Bij deze unit wordt standaard een afstandsbediening met kamerthermostaatregeling geleverd om uw installatie te bedienen.
Tank voor huishoudelijk warm water (optie)
Een optionele EKHTS* of EKHWP* tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik kan op de binnenunit worden aangesloten. De
EKHTS* tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik is
beschikbaar in twee capaciteiten: 200 and 260 liter; de EKHWP* tank
voor warm water voor huishoudelijk gebruik is beschikbaar in twee
capaciteiten: 300 en 500 liter.
Zie de montagehandleiding van de tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik voor meer informatie.
Warmtepompconvector (optie)
Een in optie verkrijgbare FWXV-convector om te verwarmen of te
koelen kan op deze binnenunit aangesloten worden.
Zie de montagehandleiding van de warmtepompconvector voor meer
informatie.
Afstandsbediening (optie)
Een in optie verkrijgbare tweede EKRUAHT-afstandsbediening (met
kamerthermostaatregeling) kan op de binnenunit worden
aangesloten. Het voordeel hiervan is dat de standaard
afstandsbediening in de nabijheid van de unit kan worden
geïnstalleerd (om onderhoudsredenen) en een tweede
afstandsbediening elders (bijv. in de woonkamer) om uw installatie te
bedienen.
Zie "De afstandsbediening installeren en aansluiten" op pagina 32
voor meer informatie.
Kamerthermostaat (optie)
Een in optie verkrijgbare EKRTR- of EKRTW-kamerthermostaat kan
op de binnenunit worden aangesloten.
Zie de montagehandleiding van de kamerthermostaat voor meer
informatie.
Als deze optie geïnstalleerd is, kan de thermostaatfunctie
van de afstandsbediening niet worden gebruikt.
Verwarmingskit (optie)
Een optionele verwarmingskit EKBUH kan met de binnenunit worden
gecombineerd. De bedoeling hiervan is bij koude buitentemperaturen
een bijkomende verwarmingscapaciteit te bieden. De verwarmingskit
heeft een verwarmingscapaciteit van 6 kW, en is zowel voor 1-fasige
als 3-fasige voedingen beschikbaar. Bij gebruik van deze
verwarmingskit moet de optionele vraag-printplaat ook worden
geïnstalleerd.
Zie de montagehandleiding van de verwarmingskit voor meer
informatie.
P
H
2
3
1
T
A
1Capaciteit warmtepomp
2Vereiste verwarmingscapaciteit (plaatsafhankelijk)
3Bijkomende verwarmingscapaciteit geleverd door de
verwarmingskit
T
Buitentemperatuur
A
P
Verwarmingscapaciteit
H
Digitale I/O-printplaat (optie)
Een optionele digitale I/O-EKRP1HBAA-printplaat kan op de
binnenunit worden aangesloten en worden gebruikt om uw systeem
op afstand te monitoren. Deze adreskaart biedt 2 uitgangen zonder
spanning en 1 uitgang met hoge spanning (230 V wisselstroom).
Zie de gebruiksaanwijzing van de binnenunit en de montagehandleiding van de digitale I/O-printplaat voor meer informatie.
Zie het bedradingsschema of aansluitschema voor de aansluiting van
deze printplaat op de unit.
Vraag-printplaat (optie)
Een optionele EKRP1AHTA-vraag-printplaat kan op de binnenunit
worden aangesloten. Deze printplaat is vereist wanneer de optionele
verwarmingskit EKBUH of Daikin-kamerthermostaat EKRTR of
EKRTW geïnstalleerd is of wanneer besturing met meerdere
instelpunten wordt gebruikt, en zorgt voor communicatie met de
binnenunit.
Zie de montagehandleiding van de vraag-printplaat voor meer
informatie.
Zie het bedradingsschema of aansluitschema voor de aansluiting van
deze printplaat op de unit.
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Montagehandleiding
3
Page 6
Systeem voor individuele facturering (ter plaatse te voorzien)
Het Daikin Altherma-systeem gebruikt een gemeenschappelijke
buitenunit voor de verschillende binnenunits. Afhankelijk van de
plaatselijke reglementering kan de klant de manier van toewijzen van
de kosten voor het gemeenschappelijk elektrisch verbruik vrij kiezen.
Daikin adviseert het aandeel van deze kosten toe te wijzen op basis
van het gemeten warmteverbruik van elke binnenunit. Met andere
woorden: het aandeel in energie opgenomen door de buitenunit
wordt aangerekend volgens de energie geleverd door een
binnenunit. Een berekeningsmiddel voor een systeem met
individuele facturering kan op aanvraag geleverd worden. Neem
contact op met uw plaatselijke verdeler.
Zie "6. De waterkring ontwerpen" op pagina 12 voor meer informatie.
Uitgang voor koeling (ter plaatse te voorzien) (enkel voor EKHVMYD)
Dit betreft een uitgang met 230 V wisselstroom (maximum 0,3 A) die
tijdens het koelen operationeel is. Deze uitgang kan gebruikt worden
om er een klep op aan te sluiten die radiatoren uitschakelt om niet te
zweten tijdens het koelen. Zie "6.4. Voorbeelden van toepassingen
voor omkeerbare units" op pagina 16.
3.3. Bestek van de handleiding
Deze handleiding bevat GEEN selectieprocedure, noch een
werkwijze om de waterinstallatie te ontwerpen. In een apart
hoofdstuk van deze handleiding worden wel enkele voorzorgsmaatregelen en adviezen omtrent de waterkring gegeven. Dit apart
hoofdstuk bevat tevens de richtlijnen betreffende het installeren van
meters voor factureringsdoeleinden.
Eens een keuze gemaakt en de waterinstallatie ontworpen, beschrijft
deze handleiding de werkwijzen om de EKHVMYD- en EKHVMRDunits te hanteren, te installeren en aan te sluiten. Deze handleiding
werd zo opgesteld om de unit op de juiste manier te kunnen
onderhouden; deze handleiding verschaft tevens hulp indien er zich
een probleem zou voordoen.
OPMERKING
Raadpleeg de montagehandleiding van de buitenunit
voor delen die niet in deze handleiding beschreven
worden.
Het gebruik van de binnenunit wordt beschreven in de
gebruiksaanwijzing van de binnenunit.
3.4. Modelidentificatie
EKHVMR/YD50ABV1
1N~, 220-240 V, 50 Hz
Reeks
Identificatie van de capaciteit van de unit
RD = Unit met verwarming alleen
YD = Omkeerbare unit
Multi
Hydrobox
Europese Kit
4.TOEBEHOREN
4.1. Met de unit meegeleverde toebehoren
De volgende toebehoren kunnen deel uitmaken van de unit.
9Pakking (groot)
10Isolatie bovenplaat
11Kit om de unit op te hijsen
12Flexibele wateruitlaatleiding
13Flexibele waterinlaatleiding (met manometer)
14Steunplaat
15Leiding
16Afsluiters
15
6x
16
3x
1x6x1x1x1x1x
8x74x
13
1x121x
85
Montagehandleiding
4
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Page 7
5.OVERZICHTVANDEUNIT
5.1. Openen van de unit
Om toegang tot de unit te hebben dienen de bovenplaat, de
druipplaten en de frontplaat geopend te worden.
1
2
2
5
4
4
5
3
1Bovenplaat
2Druipplaat
3Frontplaat
4Geluidsabsorberende plaat
5Zijplaat
De hoofdcomponenten kunnen bereikt worden eens de unit geopend
is.
De schakelkast dient geopend te worden om aan de elektrische
componenten te kunnen:
4x
GEVAAR: ELEKTRISCHE SCHOK
Zie "2. Algemene veiligheidsvoorschriften" op pagina 2.
GEVAAR: RAAK GEEN LEIDINGEN OF INTERNE
ONDERDELEN AAN
Zie "2. Algemene veiligheidsvoorschriften" op pagina 2.
1Koelmiddelzijde17Afsluiter
2Buitenunit (EMRQ)18Wateruitlaat
3Optie tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik19Waterinlaat
4Geluidsdemper20Afblaas
5Terugslagklep21Veiligheidsklep
6Filter22Manometer
7Lokale leiding Ø12,7AMonteer de 3-wegskraan in geval van tank voor huishoudelijk
8Lokale leiding Ø9,52
Hoofdklemmenblok voor gemakkelijke aansluiting van lokale
bedrading voor de voeding.
10. Klemmenblok X2M
Klemmenblok lokale bedrading voor
hoogspanningsaansluitingen.
11. Klemmenblok X3M
Klemmenblok lokale bedrading voor
laagspanningsaansluitingen.
12. Gelijkstroomconnector X1Y/X4Y
13. Wisselstroomconnector X3Y
14. Pompconnector X2Y
15. Bevestigingen voor kabelbinders
Met de bevestigingen voor kabelbinders kan de lokale bedrading
met kabelbinders aan de schakelkast worden bevestigd voor
trekontlasting.
16. Inlaat voedingsbedrading
17. Inlaat lokale hoogspanningsbedrading
18. Inlaat lokale laagspanningsbedrading
19. Inlaat compressorkabel
20. Interfacerelais K1A
21. Interfacerelais K2A
22. Interfacerelais K3A
23. Bedradingsbruggen
15
9
23
5
3
Dit hoofdstuk verschaft richtlijnen voor het ontwerpen van de
waterkring.
Dit hoofdstuk bevat tevens voorzorgsmaatregelen en richtlijnen die
de in deze handleiding beschreven unit beïnvloeden.
Hoofdstuk "7.6. Waterleidingen" op pagina 27 bevat de handelingen
die tijdens het installeren van de in deze handleiding beschreven unit
uitgevoerd dienen te worden.
WAARSCHUWING
Het is ten zeerste aangewezen om een bijkomende filter
op de waterkring van de verwarming te monteren. Om
daarbij stukjes metaal afkomstig uit de lokale
verwarmingsleidingen te verwijderen, wordt geadviseerd
een magneet- of cycloonfilter te gebruiken om fijne deeltjes
te verwijderen. Kleine deeltjes kunnen de unit beschadigen
en worden niet door de standaardfilter van de
warmtepomp verwijderd.
6.1. Het type warmtegeneratoren selecteren
Het selecteren van de warmtegeneratoren wordt aan de eindgebruiker overgelaten. De keuze van de warmtegeneratoren zal de
nodige watertemperatuur bepalen die de unit dan moet genereren.
Voor de verwarming
De volgende bereiken kunnen bepaald worden op basis van de voor
de warmtegeneratoren nodige watertemperatuur:
1.Lage temperatuur (temperatuur uittredend water van 25°C
tot 40°C).
Typisch voorbeeld: vloerverwarming.
2.Gemiddelde temperatuur (temperatuur uittredend water van
40°C tot 55°C).
Typisch voorbeeld: lagetemperatuursradiatoren en -convectoren.
3.Hoge temperatuur (temperatuur uittredend water van 55°C
tot 75°C).
Typisch voorbeeld: radiatoren.
Voor de koeling
Als warmtegenerator worden ventilatorconvectoren geadviseerd.
OPMERKING
De hierboven vermelde warmtegeneratoren mogen in een huis
gecombineerd worden.
Na de keuze van de warmtegeneratoren dient de capaciteit van deze
warmtegeneratoren bepaald te worden en hieruit, hun maten voor de
verschillende kamers, evenals waar ze in de verschillende kamers
geplaatst zullen worden.
Een belangrijke parameter voor de warmtegeneratoren is het
temperatuurverschil tussen het instromend water en het uittredend
water.
Dit verschil bepaalt het waterdebiet in de installatie.
Tot slot dient het plan van de leidingen vanuit de warmtebron tot de
verschillende warmtegeneratoren getekend te worden.
■Indien vloerkoeling gebruikt wordt, is de
installateur verantwoordelijk voor het nemen van
de nodige voorzorgen om te beletten dat de vloer
zou zweten.
■De installateurs zijn tevens verantwoordelijk voor
het ledigen van de ventilatorconvectoren.
■Indien radiatoren gebruikt worden, dient een
afsluiter gemonteerd te worden om te beletten
dat de radiatoren zouden zweten. (Zie
"6.3. Voorbeelden van toepassingen voor units
enkel voor verwarming" op pagina 14).
Montagehandleiding
12
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Page 15
Dit plan zal uiteindelijk de volgende belangrijke parameters bepalen:
1Lucht-water-pompsysteem
2Nivelleringsreservoir
3Pomp met hoge externe statische druk
4Systeem met hoge externe statische druk
■het minimumvolume voor het water in het systeem;
■het maximumvolume voor het water in het systeem;
■het minimum- en maximumdebiet van het water in het systeem;
■het maximumdrukverschil in het systeem.
OPMERKING
In geval van vernieuwingen of renovaties zal het
watersysteem reeds bepaald zijn. Het is uiterst
belangrijk voor dit soort installaties om de
bovenvermelde parameters te kennen.
6.2. Algemene voorzorgsmaatregelen betreffende de
waterkring
Controleer de volgende punten vooraleer de montage van de unit
verder te zetten:
■De maximum waterdruk is 4 bar.
■De maximum watertemperatuur is 80°C.
■Voorzie toereikende veiligheidsapparaten in de waterkring om
zeker te zijn dat de waterdruk nooit hoger wordt dan de
maximum toegestane druk in bedrijf (4 bar).
■De afsluiters voor soepele slangen die met de unit geleverd
worden, dienen zo gemonteerd te worden dat een normaal
onderhoud uitgevoerd kan worden zonder het systeem te
moeten aflaten.
■Alle lage punten van het systeem moeten worden voorzien van
aflaatstoppen om het circuit bij het onderhoud of eventuele
reparaties volledig te kunnen laten leeglopen. Een aflaatkraan is
voorzien in de unit om het water uit het watersysteem van de
unit af te laten.
■Voorzie een goede afvoer voor de drukveiligheidsklep om te
voorkomen dat water in contact komt met elektrische onderdelen.
■Voorzie ontluchtingspunten op alle hoge punten in het systeem.
De ontluchtingspunten dienen zich op gemakkelijk bereikbare
punten te bevinden. De binnenunit is voorzien van een
automatische ontluchting. Controleer of deze ontluchtingsklep
niet te strak is vastgedraaid zodat automatische ontluchting van
het watercircuit mogelijk blijft.
■Zorg ervoor dat de componenten in de lokale leiding bestand
zijn tegen de waterdruk en -temperatuur.
■Gebruik altijd materialen die compatibel zijn met het water van
het systeem en met de materialen van de unit.
■Selecteer de diameter van de leidingen in functie van het nodige
waterdebiet en de beschikbare ESP (externe statische druk) van
de pomp.
Let bij het ontwerpen van het hydraulisch systeem altijd op de
beschikbare statische druk van de binnenunit.
OPMERKING
■De ESP-curven zijn de maximum ESP-curven
voor verschillende soorten ∆T (pomptoerental=
4000 voor ∆T=5°C; pomptoerental=3600 voor
∆T=10°C). De pomp van de binnenmodule is
invertergestuurd en zorgt voor een vaste ∆T
tussen de temperatuur van het retourwater en de
temperatuur van het uittredend water.
■Wanneer een tank voor huishoudelijk warm water
gemonteerd wordt, is er een additioneel
drukverlies over de 3-wegskraan (meegeleverd als
toebehoren met de tank).
OPMERKING
Wanneer u een oude gas- of stookolieketel vervangt
door een lucht-water-pompsysteem:
■controleer altijd de specificaties van de pomp van
de oude unit;
■als de externe statische druk van die pomp hoger
is dan de externe statische druk van het luchtwater-pompsysteem, installeer dan een extra
pomp met een hogere externe statische druk
gecombineerd met een nivelleringsreservoir.
3421
Controleer of het totale watervolume in de installatie, met
uitzondering van het interne watervolume van de unit, minimum 20 l
bedraagt.
WAARSCHUWING
Dit minimale watervolume zal een goed resultaat
produceren voor de meeste toepassingen.
Maar voor kritieke processen of in ruimten met een grote
warmtebelasting kan een extra watervolume vereist zijn.
100
90
80
50
50
70
60
80
50
40
ESP [kPa]
30
20
10
0
5 7 9 11131517192123252729
Flow [l/min]
ESP (kPa)Externe statische druk (kPa)
flow (l/min)Debiet (l/min)
Zonder 3-wegskraan
Met 3-wegskraan
Maximum externe statische druk indien ∆T=10°C (verwarming)
Maximum externe statische druk indien ∆T=5°C (verwarming)
Maximum externe statische druk indien ∆T=5°C (koeling)
50/80Identificatie van de capaciteit van de unit
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
50
80
∆T=5°C
80
∆T=10°C
Montagehandleiding
13
Page 16
Wanneer de circulatie in elke ruimteverwarmingslus/
radiatorlus geregeld wordt door op afstand bediende
kleppen, is het belangrijk dat dit minimale watervolume
behouden blijft, zelfs wanneer alle kleppen dichtgedraaid
zijn.
Voorbeeld (zie "6.3. Voorbeelden van toepassingen voor
units enkel voor verwarming" op pagina 14.)
A B
1112
1Buitenunit10Radiator (lokale levering)
2Binnenunit11Elektronische
3Warmtewisselaar
koelmiddel12Koelmiddelafsluiter
4WaterwarmtewisselaarC1Afstandsbediening
5CompressorM1...M3 Individuele
6Pomp
7Afsluiter
8Verdeelstuk
(lokale levering)
9Omloopklep
(lokale levering)
C1
11
512
T1...T3Individuele
AInstallatieruimte
BWoonkamer
7 843291610
M3
M2
M1
expansieklep
binnenunit
gemotoriseerde klep
voor het regelen van
lusradiatoren
(lokale levering)
kamerthermostaat
(lokale levering)
T3
T2
T1
6.3. Voorbeelden van toepassingen voor units enkel
voor verwarming
17Radiator (lokale levering)
18Mengklep (ter plaatse te
voorzien)
te voorzien)
C1Afstandsbediening
TRD1 Temperatuurverlagingsapp
araat 1 (ter plaatse te
voorzien)
TRD2 Temperatuurverlagingsapp
araat 2 (ter plaatse te
voorzien)
17
1919
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Zie hoofdstuk "9.8. Besturing met meerdere instelpunten" op
pagina 48 voor meer informatie over de configuratie van uw systeem.
Montagehandleiding
15
Page 18
6.4. Voorbeelden van toepassingen voor
omkeerbare units
C1
1
2
3
3
4912
6
10
8
7
3
11
5
OPMERKING
In te verhinderen dat radiatoren zouden zweten tijdens
het koelproces dient een afsluiter (20) gemonteerd te
worden. Deze afsluiter kan vanaf de binnenunit
gestuurd worden door deze klep aan te sluiten op X2M
14
punten 17 en 18 (raadpleeg het bedradingschema voor
meer informatie).
6.5. Meters selecteren voor factureringsdoeleinden
Daikin adviseert het aandeel van deze kosten toe te wijzen op basis
13
20
17
van het gemeten warmteverbruik van elke binnenunit. De volgende
metingen zijn vereist:
■het energieverbruik van de buitenunit: met een meter van het
elektrische verbruik;
■het energieverbruik van de binnenunit:
■ EKHVMYD met een warmte en koelingsmeter;
■ EKHVMRD met een warmtemeter;
■het energieverbruik van de binnenunit tijdens het opwarmen en
gebruiken van het huishoudelijk warm water (indien
gemonteerd): met een warmtemeter.
Het selecteren van de meters voor factureringsdoeleinden wordt aan
de eindgebruiker overgelaten.
Raadpleeg de catalogus voor de specificaties nodig om meters te
kiezen.
M2
M1
15
1620
17
19
M2
FCU2
19
M1
FCU1
21 16
1Buitenunit14Tank voor warm water voor
2Binnenunit
3Koelmiddelafsluiters
klep voor het regelen van de
lus (ter plaatse te voorzien)133-wegskraan koelen/
T1...T2 Individuele
kamerthermostaat
(lokale levering)
T2
T1
T2
T1
18
WAARSCHUWING
Meters selecteren en plaatsen dient te gebeuren volgens
de geldende wetgeving.
18
Raadpleeg de documentatie van de leveranciers van meters voor de
gedetailleerde richtlijnen om deze meters te plaatsen. Controleer de
volgende punten vooraleer de meters te plaatsen:
■plaats een afzonderlijke watt-uur-meter voor elke buitenunit;
■alle warmtemeters in het appartement dienen door de zelfde
leverancier geleverd te worden;
■de warmtemeters dienen goed toegankelijk geplaatst te worden
om ze gemakkelijk te kunnen aflezen en onderhouden. Kies een
montageplaats met voldoende ruimte om de gegevens te
kunnen lezen;
■plaats de meters best niet binnen de ruimte voor het
onderhouden van de binnenunit om de binnenunit ongehinderd
te kunnen onderhouden;
■alle warmtemeters en verwarmings- en koelingsmeters in het
appartementsgebouw dienen op identieke leidingafstand van de
binnenunit geplaatst te worden.
Montagehandleiding
16
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Page 19
Voorbeelden van factureringstoepassingen
EKHVMYD – Tankwarmtemeter tussen tank en binnenunitEKHVMYD – Tankwarmtemeter op aftakzijde
44
1
56 723
8
9132019
1
44
56 723
8
9131312
M
3
7
10
4
17
201913 12
M
18
15
16
1Buitenunit14Debietmeter van de
2Binnenunit
3Koelmiddelafsluiters
binnenunit
4Elektronische
expansieklep
5Warmtewisselaar
koelmiddel
6Warmtewisselaar
verwarming
7Pomp183-wegskraan koelen/
8Gemotoriseerde
3-wegskraan (optie)
9Tank voor warm water
voor huishoudelijk
gebruik (optie)
10Compressor
11Afsluiter
12Debietmeter van de
warmtemeter
(ter plaatse te voorzien)
13Temperatuursensoren
warmtemeter
(ter plaatse te voorzien)
1111
14
ruimteverwarmings- en
koelingsmeter (ter plaatse
te voorzien)
15Temperatuursensor
ruimtewarmte- en koelingsmeter (ter plaatse te
voorzien)
16Ruimteverwarmings- en
koelingstoepassingen
17Warmtewisselaar koeling
verwarmen
19Lokale leiding
20Tankfactureringskit (optie)
in het geval de tank voor
huishoudelijk warm water
bovenop de binnenunit
gemonteerd wordt
OF
Kit voor vloergemonteerde
tank (optie) in het geval de
tank voor huishoudelijk warm
water op de vloer naast de
binnenunit gemonteerd wordt
M
3
10
4
17
7
M
18
15
16
1Buitenunit13Temperatuursensoren
2Binnenunit
3Koelmiddelafsluiters
binnenunit
4Elektronische
expansieklep
5Warmtewisselaar
koelmiddel
6Warmtewisselaar
verwarming
7Pomp16Ruimteverwarmings- en
8Gemotoriseerde
3-wegskraan
(optie)
9Tank voor warm water
voor huishoudelijk
gebruik (optie)
10Compressor
11Afsluiter
12Debietmeter van de
warmtemeter (ter
plaatse te voorzien)
1111
14
warmtemeter (ter plaatse
te voorzien)
14Debietmeter van de
ruimteverwarmings- en
koelingsmeter (ter plaatse
te voorzien)
15Temperatuursensor
ruimtewarmte- en
koelingsmeter (ter
plaatse te voorzien)
koelingstoepassingen
17Warmtewisselaar koeling
183-wegskraan koelen/
verwarmen
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Montagehandleiding
17
Page 20
EKHVMRD – Tankwarmtemeter tussen tank en binnenunitEKHVMRD – Tankwarmtemeter op aftakzijde
4456 79131817
1
23
8
M
3
10
15
1111
16
1Buitenunit14Debietmeter van de
2Binnenunit
3Koelmiddelafsluiters
binnenunit
4Elektronische
expansieklep
5Warmtewisselaar
koelmiddel
6Warmtewisselaar
verwarming
7Pomp
8Gemotoriseerde
3-wegskraan (optie)
9Tank voor warm water
voor huishoudelijk
gebruik (optie)
10Compressor
11Afsluiter
12Debietmeter van de
warmtemeter
(ter plaatse te voorzien)
13Temperatuursensoren
warmtemeter
(ter plaatse te voorzien)
15Temperatuursensor
16Toepassingen van
17Lokale leiding
18Tankfactureringskit (optie)
1817
13 12
14
ruimtewarmtemeter
(ter plaatse te voorzien)
ruimtewarmtemeter
(ter plaatse te voorzien)
ruimteverwarming
in het geval de tank voor
huishoudelijk warm water
bovenop de binnenunit
gemonteerd wordt
OF
Kit voor vloergemonteerde
tank (optie) in het geval de
tank voor huishoudelijk warm
water op de vloer naast de
binnenunit gemonteerd wordt
1
4456 7913131223
8
M
3
10
15
16
1Buitenunit11Afsluiter
2Binnenunit12Debietmeter van de
3Koelmiddelafsluiters
binnenunit
4Elektronische
expansieklep
5Warmtewisselaar
koelmiddel
6Warmtewisselaar
verwarming
7Pomp16Toepassingen van
8Gemotoriseerde
3-wegskraan (optie)
9Tank voor warm water
voor huishoudelijk gebruik
(optie)
10Compressor
1111
14
warmtemeter (ter plaatse
te voorzien)
13Temperatuursensoren warmte-
meter (ter plaatse te voorzien)
14Debietmeter van de ruimte-
warmtemeter (ter plaatse te
voorzien)
15Temperatuursensor ruimte-
warmtemeter (ter plaatse te
voorzien)
ruimteverwarming
Montagehandleiding
18
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Page 21
7.DEUNITMONTEREN
7.1. Keuze van de installatieplaats
WAARSCHUWING
Neem de gepaste maatregelen om te voorkomen dat
kleine dieren gaan schuilen of nestelen in de unit.
Kleine dieren die in contact komen met elektrische
onderdelen kunnen storingen, rook of brand veroorzaken.
Gelieve de klant te zeggen de ruimte rond de unit schoon
en vrij te houden.
Algemene voorzorgen op de montageplaats
Selecteer een montageplaats die aan de volgende vereisten voldoet:
■De fundering moet stevig genoeg zijn om het gewicht van de unit
te dragen. De vloer is vlak om trillingen en lawaai te voorkomen
en om voldoende stabiliteit te bieden.
Dit is vooral belangrijk wanneer de optionele tank voor warm
water voor huishoudelijk gebruik bovenop de unit wordt
geïnstalleerd.
■Voldoende vrije ruimte rond de unit voor onderhoud (raadpleeg
"Ruimte voor onderhoud van de unit" op pagina 22).
■Voldoende ruimte rond de unit voor luchtcirculatie.
■Er kan geen brand ontstaan als gevolg van lekkage van licht
ontvlambare gassen.
■De apparatuur is niet bedoeld voor gebruik in een omgeving met
ontploffingsgevaar.
■Kies de plaats van de unit zodat het door de unit geproduceerd
lawaai niemand stoort; deze plaats dient tevens gekozen te
worden in respect van de geldende wetgeving.
Als het lawaai wordt gemeten in de reële installatieomstandigheden, zal de gemeten waarde groter zijn dan het
geluidsdrukniveau vermeld in "13. Unitspecificaties" op
pagina 62 en dit door omgevingsgeluiden en reflecteren van het
geluid.
Kies de installatieplaats zorgvuldig en installeer de unit niet in een
geluidsgevoelige omgeving (bijv. woonkamer, slaapkamer,...).
■Alle lengten en afstanden van de leidingen zijn nageleefd (voor
de vereisten betreffende de lengte van de koelmiddelleidingen,
raadpleeg de montagehandleiding van de buitenunit).
Vereiste Waarde
Maximaal toegestane afstand tussen de tank voor
warm water voor huishoudelijk gebruik en de
binnenunit (alleen voor installaties met tank voor
warm water voor huishoudelijk gebruik).
10 m
■Klim, zit of sta niet op de unit.
■Plaats geen voorwerpen of uitrusting bovenop de unit
(bovenplaat).
■Installeer de unit niet op een plaats die vaak als werkplaats
wordt gebruikt. De unit dient afgedekt te worden wanneer
stofverwekkende bouwwerkzaamheden uitgevoerd moeten
worden.
■Installeer de unit niet in een omgeving met een hoge
vochtigheidsgraad (bijv. een badkamer) (maximum vochtigheid
(RV)=85%).
OPMERKING
Als de installatie uitgerust is met een tank voor warm
water voor huishoudelijk gebruik (optie), zie de
installatiehandleiding van de tank voor warm water
voor huishoudelijk gebruik.
■Zorg ervoor dat ingeval van een waterlek, het water geen
schade kan berokkenen aan de installatieruimte en
de omgeving.
■De installatieplaats is vorstvrij.
■Neem voldoende voorzorgsmaatregelen in overeenstemming
met de geldende wetgeving, voor het geval van een
koelmiddellek.
■Wanneer de unit in een kleine kamer wordt geïnstalleerd, neem
dan de nodige maatregelen om ervoor te zorgen dat de
concentratie van het koelmiddel niet de toegestane
veiligheidslimieten kan overtreffen zou het koelmiddel beginnen
lekken.
Te grote concentraties koelmiddel in een kleine kamer kan
leiden tot zuurstoftekort.
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Montagehandleiding
19
Page 22
7.2. Afmetingen en ruimte voor het onderhouden
Afmetingen van de unit
EKHVMYD
18
19
20
694
74
40
79241
2x 60
38
14
15
81
3
2
1
9
7
4
5
611
120
62
708
∅60
465
381
251
120
16 1717
779976
1010
1212
1111
1010
1313
1
2 3
6
7
8
8
4
5
8
4
5
8
16
26.5
600
17
1Aansluiting aanzuigleiding Ø15,9 solderen (R410A)11Waterfilter
2Aansluiting afvoerleiding Ø12,7 solderen (R410A)12Aansluiting watertoevoer G1" (vrouwelijk)
3Aansluiting vloeistofleiding Ø9,52 solderen (R410A)13Aansluiting wateruitgang G1" (vrouwelijk)
4R134a onderhoudspoorten 5/16" flare (laag)14Ingang bedrading bediening (uit te kloppen gat Ø37)
5R134a onderhoudspoorten 5/16" flare (hoog)15Ingang bedrading elektrische voeding (uit te kloppen gat Ø37)
6Manometer16Uit te kloppen gat voor koelmiddelleiding en waterleiding
7Afblaasklep17Verstelbare poten
8Aflaatkraan waterkring18Vloeistofafsluiter Ø9,52 solderen (R410A)
9Ontluchting19Afvoerafsluiter Ø12,7 solderen (R410A)
1Aansluiting afvoerleiding Ø12,7 solderen (R410A)10Waterfilter
2Aansluiting vloeistofleiding Ø9,52 solderen (R410A)11Aansluiting watertoevoer G1" (vrouwelijk)
3R134a onderhoudspoorten 5/16" flare (laag)12Aansluiting wateruitgang G1" (vrouwelijk)
4R134a onderhoudspoorten 5/16" flare (hoog)13Ingang bedrading bediening (uit te kloppen gat Ø37)
5Manometer14Ingang bedrading elektrische voeding (uit te kloppen gat Ø37)
6Afblaasklep15Uit te kloppen gat voor koelmiddelleiding en waterleiding
7Aflaatkraan waterkring16Verstelbare poten
8Ontluchting17Vloeistofafsluiter Ø9,52 solderen (R410A)
9Afsluiters18Afvoerafsluiter Ø12,7 solderen (R410A)
16
622
637
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Montagehandleiding
21
Page 24
Ruimte voor onderhoud van de unit
7.4. De unit monteren
≥30
A
>600
D
>250
B
>250
>500
ARuimte vereist voor verwijderen van schakelkast
BInstallatie links (bovenaanzicht)
CInstallatie rechts (bovenaanzicht)
DVereiste ruimte voor de bedrading (bij montage rechts)
OPMERKING
De montage dient door een installateur uitgevoerd te
worden; de materialen en de montage dienen te
voldoen aan de geldende wetgeving. In Europa dient
C
de geldende norm EN378 gevolgd te worden.
Voorbereiding voor het monteren op de finale montageplaats
Nadat de unit uitgepakt werd en vooraleer de unit op zijn finale
montageplaats te monteren dienen eerst de volgende
voorbereidingen uitgevoerd te worden:
■Open de unit
Zie "5.1. Openen van de unit" op pagina 5.
■Klop de nodige uit te kloppen gaten uit.
Deze montage-instructie betreft de montage van:
■ de koelmiddelleiding;
■ de waterleiding;
■ de elektrische bedrading.
Voor elk van deze is er een specifiek uit te kloppen gat voorzien
op de achterzijde van de unit:
1
2
3
1
3
7.3. De unit inspecteren, hanteren en uitpakken
■Bij de levering moet de unit worden gecontroleerd. Eventuele
schadeclaims moeten onmiddellijk worden doorgegeven aan de
bevoegde expeditie-agent.
■Breng de unit zo dicht mogelijk bij de uiteindelijke
installatieplaats in de oorspronkelijke verpakking om
beschadiging tijdens het vervoer te voorkomen.
■Pak de binnenunit volledig uit volgens de instructies op het
instructieblad voor het uitpakken.
■Controleer of alle toebehoren van de binnenunit werden
meegeleverd (zie "4. Toebehoren" op pagina 4).
WAARSCHUWING
Scheur de plastiekverpakking en gooi deze weg zodat
kinderen er niet mee kunnen spelen. Kinderen die met
plastiekzakken spelen lopen het gevaar ermee te
verstikken.
AB
1Ut te kloppen gat voor de koelmiddelleiding
2Ut te kloppen gat voor de elektrische bedrading
3Uit te kloppen gat voor de waterleiding
AMontage links
BMontage rechts
■Aan beide zijden van de unit zijn breekplaten
voorzien. Zorg dat u de juiste breekplaten
verwijdert naargelang van uw installatieplaats.
■De koelmiddelleiding en waterleiding moeten door
verschillende uitbreekopeningen worden geleid.
■De elektrische bedrading dient steeds in de unit
geleid te worden via de uit te kloppen gaten op de
linkerzijde van de unit (zie bovenstaande figuur).
■De uit te kloppen gaten onderaan NIET gebruiken.
Om een uit te kloppen gat te openen, klop erop met een hamer,
verwijder alle bramen en plaats de meegeleverde doorvoertulen
(zie "4. Toebehoren" op pagina 4).
Montagehandleiding
22
1234
1Uit te kloppen gat
2Braam
3Pakking
4Stopverf of isolatiemateriaal (lokaal te voorzien)
■Vooraleer de unit op zijn finale plaats te monteren wordt
geadviseerd de soepele waterbuizen en de koelmiddelbuizen op
de unit aan te sluiten (als toebehoren meegeleverd).
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Page 25
■Neem alle toebehoren uit de binnenunit.
■Sluit de soepele buizen aan op de aansluiting van de binnenunit.
■Monteer de hulpbuizen voor de koelmiddelleiding.
Verschillende hulpbuizen worden met de unit meegeleverd om
hetzij links of rechts aan te kunnen sluiten (raadpleeg
"4. Toebehoren" op pagina 4).
De koelmiddelleiding dient te worden hardgesoldeerd.
OPMERKING
De rugplaat wordt niet op de figuur getoond, maar deze
rugplaat dient niet verwijderd te worden om de unit te
monteren.
De leidingen vastmaken in geval van aansluiting links
3x
Waarschuwing betreffende het hardsolderen
■Zorg dat er voldoende met stikstof geblazen wordt
tijdens het hardsolderen.
Door goed met stikstof te blazen wordt verhinderd dat er
zich grote hoeveelheden geoxideerde film vormen langs
de binnenzijde van de leidingen. Een geoxideerde film
beschadigt de kranen, kleppen en compressoren in het
koelsysteem en verhindert een goede werking ervan.
■De stikstofdruk dient met een drukverminderingsklep
op 0,02 MPa gebracht te worden (dit is juist
voldoende om het op de huid te kunnen voelen).
12345
6
1Koelmiddelleiding
2Hard te solderen onderdelen
3Kleefband
4Manuele kraan
5Drukverminderingsklep
6Stikstof
6
■Gebruik geen antioxidantia tijdens het hardsolderen
van buiskoppelstukken.
Residuen kunnen buizen verstoppen en uitrustingen
breken.
■Gebruik geen flux wanneer de koelmiddelleiding
koper op koper hardgesoldeerd wordt. Gebruik een
fosfor-koper-hardsoldeerlegering (BCuP) die geen
flux vereist.
■Flux is uiterst schadelijk voor koelmiddelleidingen.
Voorbeeld: het gebruik van flux op basis van chloor
zal de leidingen corroderen of, indien de flux fluor
bevat, de olie in het koelmiddel bederven.
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Montagehandleiding
23
Page 26
De leidingen vastmaken in geval van aansluiting rechts
3x
■
De standaard installatieplaats van de optionele tank
voor warm water voor huishoudelijk gebruik is
bovenop de binnenunit.
Als de beschikbare serviceruimte aan de linker- en/of
rechterkant beperkt is, overleg dan eerst goed over
alle installatiestappen van de tankmodule.
■Alleen voor EKHVMYD:
Verwijder de 2 balken (1) die de condensbak tijdens transport
beschermen door de schroeven los te draaien.
Montage op de finale montageplaats
■Plaats de unit op de installatieplaats.
De unit weegt ongeveer 116 kg. Om de unit op te
heffen zijn minstens twee personen vereist.
Gebruik de bij de unit geleverde platen om de unit op
te heffen.
11
2x2x
■Duw de geluidsisolerende strips tegen de grond en draai de
zijplaten vast met de daartoe voorziene schroeven.
1
3
3
1
2
2
0 mm
2x
■Sluit het (de) geluidsisolerend(e) pane(e)l(en) en sierpane(e)l(en)
die aan de kant van de muur zullen komen te staan en die u niet
meer kunt bevestigen eens de unit op zijn uiteindelijke plaats staat.
Aansluiting van het watercircuit
De wateraansluitingen moeten worden uitgevoerd. De aangesloten
soepele buizen dienen als volgt te worden aangesloten op de
leidingen die naar de warmtegeneratoren gaan:
116 kg
■Zet de unit waterpas met de
verstelbare poten.
Montagehandleiding
24
1122
1Lokale leiding
2Naar warmtegeneratoren
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Page 27
Vervorm de unit niet door te forceren wanneer u de
leidingen aansluit. De unit kan slecht werken als de
leidingen vervormd zijn.
Als er lucht, vocht of stof in het watercircuit terechtkomt kunnen er
storingen ontstaan. Daarom moet u bij het aansluiten van het
watercircuit steeds rekening houden met het volgende:
■Gebruik uitsluitend zuivere leidingen.
■Houd de uiteinden van de leidingen omlaag tijdens het
verwijderen van bramen.
■Dek de uiteinden van de leiding af wanneer u de leiding door
een muur steekt, zodat er geen stof of vuil kan indringen.
■Dicht de aansluitingen af met een goed afdichtmiddel voor
schroefdraad.
■Bij het gebruik van leidingen van een ander metaal dan
messing, moeten beide materialen van elkaar worden
geïsoleerd om galvanische corrosie te voorkomen.
■Omdat messing een zacht materiaal is, moet u het watercircuit
met het juiste gereedschap aansluiten. Het verkeerde
gereedschap zou de leidingen beschadigen.
■De unit mag alleen in een gesloten-watersysteem
worden gebruikt. Gebruik in een open-watercircuit kan
leiden tot overmatig roesten van de waterleiding.
■Gebruik nooit onderdelen met een zinklaag in het
watercircuit. Deze onderdelen zouden sterk kunnen
corroderen omdat het interne watercircuit van de unit
koperen leidingen bevat.
De manometer moet goed zichtbaar zijn. De plaats van de
manometer kan worden veranderd zoals hieronder
afgebeeld. Zorg ervoor dat de capillaire buis niet in contact
komt met scherpe randen en voorkom zoveel mogelijk dat
zij wordt gebogen.
■Verander de plaats van de manometer wanneer de
leiding aan de linkerkant van de unit is
1
2
3
■Installatie van de manometer tegen een muur (de 2
schroeven zijn lokale levering).
1
2x
2
2x
3
OPMERKING
Wanneer een 3-wegskraan of een 2-wegskraan in het
watercircuit wordt gebruikt, bedraagt de maximum
omschakeltijd van de klep minder dan 60 seconden.
Voorzorgsmaatregelen bij het aansluiten van lokale leidingen en
de isolatie
Het volledige watercircuit, inclusief alle leidingen, moet worden
geïsoleerd om verminderde verwarmingscapaciteit te voorkomen.
Als de temperatuur hoger is dan 30°C en de relatieve vochtigheid
meer dan 80% bedraagt, moet het afdichtingmateriaal ten minste
20 mm dik zijn om condensatie op het oppervlak van de isolatie te
voorkomen.
OPMERKING
■Let goed op de installatieplaats van de flexibele
watertoevoerleiding.
■Afhankelijk van de richting van de waterstroming,
moet het waterfilter moet worden geïnstalleerd
zoals afgebeeld.
■Voorzie voldoende ruimte om het waterfilter te
reinigen en de werking van de veiligheidsklep
regelmatig te controleren.
■Voorzie een flexibele slang voor aflaten van de
drukveiligheidsklep (lokale levering).
■Indien mogelijk, ondersteun dan de waterinlaaten watertoevoerleiding zodat er geen druk wordt
uitgeoefend op de lokale leidingen.
De koelmiddelaansluitingen van de binnenunit vastmaken
OPMERKING
1
De koelmiddelkring dient soms voor onderhoudswerkzaamheden geledigd te worden. Daarom zijn
afsluiters (als toebehoren) voorzien.
Deze afsluiters dienen naast de unit op een bereikbare
plaats gemonteerd te worden (in geval van onderhoud
moeten de afsluiters gesloten worden en de
apparatuur voor aftappen/vacumeren aangesloten
worden).
Beslis waar de afsluiters best geplaatst worden en
monteer ze daarna tegen de muur met de steunplaat.
2
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
3 3 3
1Steunplaat
2Afsluiter
3Naar buitenunit
Montagehandleiding
25
Page 28
■Beëindig de werken op de koelmiddelleidingen (sluit de
klaargemaakte koelmiddelleidingen aan op de leidingen die van
de buitenunit komen).
Raadpleeg de bovenvermelde waarschuwingen betreffende het
hardsolderen en zie ook de montagehandleiding van de buitenunit.
3Kleef de bovenplaatisolatie (accessoire) aan de binnenkant van
het bovensierpaneel in overeenstemming met de volgende
afbeelding.
OPMERKING
Bovenvermelde instructie geldt voor een EKHVMYDunit.
Voor de EKHVMRD-verwarming-alleen-unit hoeven
slechts 2 buizen (vloeistof- en afvoerbuis) aangesloten
te worden.
De unit sluiten
1Plaats de geluidsisolerende bodemplaat onderaan de unit en
maak ze vast met de overeenkomstige schroeven.
2x
12
OPMERKING
2Bevestig het bovenpaneel op de unit met de overeenkomstige
schroeven.
Alleen voor EKHVMYD:
Als de 2 balken die de condensbak tijdens
transport beschermen niet zijn verwijderd, dan
kan de geluidsisolerende bodemplaat niet worden
gemonteerd. Raadpleeg "Montage op de finale
montageplaats" op pagina 24.
12
5 mm
34
4Bevestig het bovensierpaneel
bovenop de unit met de
overeenkomstige schroeven. Zie de
montagehandleiding van de tank
voor warm water voor huishoudelijk
gebruik in het geval een tank voor
warm water voor huishoudelijk
gebruik (optie) is geïnstalleerd.
5Bevestig het voorpaneel en het (de) overige zijsierpane(e)l(en)
weer op de unit met de overeenkomstige schroeven.
2x
4x
2x
7.5. Op lekken testen en vacuümdrogen van de
R410A-kring
Indien de binnenunit onder spanning werd gezet vooraleer alle
hardsoldeerwerken en werken aan de koelmiddelleidingen werden
uitgevoerd langs de zijde van de R410A, dient een speciale instelling
te worden toegepast om alle kranen/kleppen te openen vooraleer het
vacumeren kan starten. Zie tevens de montagehandleiding van de
buitenunit voor meer informatie hierover en raadpleeg ook
"11.3. Vacumeren/aftappen en onderhoudswerkzaamheden langs de
koelmiddelzijde" op pagina 57.
Montagehandleiding
26
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Page 29
7.6. Waterleidingen
0
De unit is uitgerust met een waterinlaat en -uitlaat om aangesloten te
worden op een waterkring. Deze kring moet door een installateur
geleverd te worden en dient te voldoen aan de geldende wetgeving.
OPMERKING
De unit mag alleen in een gesloten-watersysteem
worden gebruikt. Gebruik in een open-watercircuit kan
leiden tot overmatig roesten van de waterleiding.
Voor de voorzorgsmaatregelen betreffende het
ontwerpen van de waterkring, raadpleeg "6. De
waterkring ontwerpen" op pagina 12.
Controle van het watervolume en de voordruk in het
expansievat
Het expansievat van de unit belet dat de druk in het systeem door
temperatuurverschillen kan verhogen.
De unit bevat een expansievat van 7 l waarvan de vooraf ingestelde
druk veranderd kan worden (standaard bedraagt deze vooraf
ingestelde druk 1 bar).
Deze vooraf ingestelde druk van het expansievat moet mogelijk
veranderd worden als het watervolume van het systeem te groot is in
verhouding met de nodige temperatuur van het uittredend water.
Zie onderstaande grafiek.
2.50
2.25
2.00
1.75
1.50
1.25
A
1.00
0.75
0.50
Hoe controleren of de vooraf ingestelde druk van het systeem
veranderd moet worden
■Stap 1: bepaal de nodige temperatuur van het uittredend water
in het systeem: bijv. 65°C.
■Stap 2: bepaal het maximum watervolume in het systeem met
de standaard vooraf ingestelde druk van 1 bar.
Watertemperatuur 80°C
Watertemperatuur 65°C
Watertemperatuur 35°C
Wijzig nooit de vooraf ingestelde druk van het systeem op
een waarde lager dan 0,3 bar.
AVooraf ingestelde druk (bar)
BWatervolume (l) van het systeem
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Montagehandleiding
27
Page 30
De vooraf ingestelde druk van het expansievat instellen
Water vullen
Wanneer de standaard vooraf ingestelde druk (de "voordruk") van het
expansievat (1 bar) moet worden gewijzigd, dienen de volgende
richtlijnen in acht te worden genomen:
■Gebruik voor het instellen van de voordruk van het expansievat
alleen droge stikstof.
■Een verkeerde instelling van de voordruk van het expansievat
leidt tot storingen in het systeem. De voordruk mag dan ook
alleen worden aangepast door een erkende installateur.
OPMERKING
Om de voordruk in te stellen dient het expansievat
vanaf de voorzijde of van rechts bereikt te worden.
Toegang tot het expansievat vanaf de voorkant:
■Verwijder het voorste sierpaneel.
■Verwijder de schakelkast.
■Verwijder het kleine expansievat (2 l) alleen in het geval van een
1Sluit de watertoevoer aan op een vulkraan (lokale levering).
2Voor de EKHVMRD-unit: niet vergeten de automatische
ontluchter te openen.
3Voor de EKHVMYD-unit: de unit heeft 2 automatische
ontluchtkranen. Niet vergeten deze beide kranen op deze units
te openen.
4Indien een tank gebruikt wordt, moet een 3-wegskraan
gemonteerd worden (raadpleeg de handleiding van de tank voor
huishoudelijk warm water voor meer informatie).
5Vul met water totdat de manometer een druk aangeeft van
ca. 2,0 bar.
Verwijder zoveel mogelijk lucht uit het circuit met behulp van de
ontluchtingskleppen. Door lucht in het watercircuit zou de
verwarmingskit (indien geïnstalleerd) slecht kunnen werken.
6Voor units met optionele verwarmingskit: laat de lucht uit het
verwarmingsvat met behulp van de ontluchtingsklep van de
verwarmingskit.
OPMERKING
■Tijdens het vullen van het systeem kan wellicht
niet alle lucht eruit worden verwijderd. De
resterende lucht wordt verwijderd via de
automatische ontluchtingskleppen tijdens de
eerste werkingsuren van het systeem. Achteraf
kan extra water moeten worden bijgevuld.
Alleen pompen om de lucht uit het systeem te
halen kan via lokale instellingen. Zie de lokale
instellingen in "[E-04] Werking alleen pomp" op
pagina 43 voor meer informatie.
■De waterdruk op de manometer varieert volgens
de watertemperatuur (hogere druk bij hogere
watertemperatuur).
De waterdruk dient echter op elk ogenblik boven
1 bar te blijven om te voorkomen dat lucht in het
circuit terechtkomt.
■Een teveel aan water kan door de unit via de
drukveiligheidsklep worden afgevoerd.
■De waterkwaliteit moet conform EU-richtlijn 98/83 EC
zijn.
Om de unit finaal te ontluchten moet de pomp werken. Daarom dient
de unit uiteindelijk gemonteerd te zijn.
Montagehandleiding
28
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Page 31
8.WERKAANDEELEKTRISCHEBEDRADING
8.1. Voorzorgsmaatregelen bij werk aan de
elektrische bedrading
WAARSCHUWING: Elektrische installatie
Alle lokale bedradingen en componenten dienen door een
installateur geplaatst te worden en moeten voldoen aan de
geldende wetgeving.
OPMERKING
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Aanbevelingen betreffende de werken aan de
elektrische bedrading
Aan de personen belast met het uitvoeren van de
elektrische bedrading:
Laat de unit niet werken vooraleer de koelmiddelleidingen volledig af zijn. De unit doen werken
vooraleer de leidingen volledig geplaatst zijn zal de
compressor breken.
GEVAAR: ELEKTRISCHE SCHOK
Zie "2. Algemene veiligheidsvoorschriften" op pagina 2.
WAARSCHUWING
■Een hoofdschakelaar of een andere manier om te
onderbreken, met een contactscheiding in alle polen,
moet voorzien zijn in de vaste bedrading in
overeenstemming met de geldende wetgeving.
■Werk alleen met koperdraad.
■Alle lokale bedradingen moeten worden uitgevoerd in
overeenstemming met het bedradingschema dat met
de unit is meegeleverd en met de onderstaande
instructies.
■Plet nooit gebundelde kabels en zorg ervoor dat ze
niet in contact komen met de niet-geïsoleerde
leidingen of scherpe randen. Zorg dat er geen externe
druk wordt uitgeoefend op de klemaansluitingen.
■De draden van de elektrische voeding dienen veilig
vastgemaakt te worden.
■Indien de elektrische voeding een ontbrekende of
foute N-fase heeft, zal apparatuur breken.
■Zorg voor een aardig. Aard het toestel niet op een
nutsleiding, een spanningsbeveiliging of een
telefoonaarding. Onvolledige aarding kan elektrische
schokken veroorzaken.
■Zorg dat een aardlekbeveiliging volgens de geldende
wetgeving geplaatst is. Anders bestaat brandgevaar
of het gevaar dat iemand een elektrische schok krijgt.
■Zorg voor een afzonderlijke elektrische voeding:
gebruik nooit een elektrische voeding dat met andere
toestellen gedeeld wordt.
■Let er bij de installatie van de aardlekbeveiliging op
dat hij compatibel is met de inverter (bestand tegen
elektrische ruis met hoge frequentie) om ongewenst
activeren van de aardlekbeveiliging te voorkomen.
■Aangezien deze unit is uitgerust met een inverter kan
de montage van een blindvermogencondensator niet
alleen de vergroting van de energiefactor belemmeren
maar ook abnormaal hoge temperaturen veroorzaken
in de condensator als gevolg van hogefrequentiegolven. Daarom mag u nooit een blindvermogencondensator monteren.
■Zorg dat de vereiste zekeringen of stroomonderbrekers geplaatst worden.
OPGELET
De in deze handleiding beschreven apparatuur kan
elektrische ruis uit hoogfrequente energie genereren. De
apparatuur voldoet aan de specificaties bedoeld om een
redelijke bescherming tegen dergelijke interferenties te
bieden. Er is echter geen garantie dat er in bepaalde
installaties geen interferentie zal optreden.
Daarom wordt geadviseerd de apparatuur en de
elektrische draden op een veilige afstand van
geluidsinstallaties, PC's, enz. te plaatsen.
In extreme omstandigheden dient u afstanden van 3 m of
meer te hanteren en leidingbuizen te gebruiken voor de
draden van de elektrische voeding en de
transmissieleidingen.
WAARSCHUWING
Dit is een product van klasse A. In een huishoudelijke
omgeving kan dit product hoogfrequente storingen
veroorzaken; in dit geval kan de gebruik genoodzaakt zijn
om gepaste maatregelen te treffen.
Aandachtspunt betreffende de kwaliteit van de elektriciteit
geleverd door het nutsbedrijf
Deze apparatuur voldoet respectievelijk aan de volgende normen:
■EN/IEC 61000-3-11
systeemimpedantie Z
■EN/IEC 61000-3-12
(1)
op voorwaarde dat de
kleiner dan of gelijk is aan Z
sys
(2)
op voorwaarde dat het kortsluitvermogen
max
.
Ssc groter dan of gelijk is aan de minimum Ssc-waarde
op het raakpunt tussen de elektrische voeding van de gebruiker en
deze van het nutsbedrijf. Het behoort tot de verantwoordelijkheid van
de installateur of de gebruiker van de apparatuur om ervoor te
zorgen, indien nodig in overleg met de distributienetwerkbeheerder,
dat de apparatuur alleen wordt aangesloten op een voeding met
respectievelijk:
kleiner dan is gelijk aan Z
Z
sys
max
Ssc groter dan of gelijk aan de minimum Ssc-waarde.
Z
(Ω)Minimum Ssc-waarde
max
EKHVMYD50A0,461459 kVA
EKHVMYD80A0,461459 kVA
EKHVMRD50A0,461459 kVA
EKHVMRD80A0,461459 kVA
8.2. Interne bedrading – Tabel met onderdelen
Raadpleeg de sticker met het bedradingschema op de unit. De
gebruikte afkortingen hebben de volgende betekenis:
A10P................... * ....Printplaat van de thermostaat
(1) Europese/Internationale Technische Norm die de beperkingen vastlegt
voor spanningsveranderingen, spanningsschommelingen en flikkeren in
openbare laagspanningssystemen voor apparatuur met een nominale
stroom ≤75 A.
(2) Europese/Internationale Technische Norm die de beperkingen vastlegt
voor harmonische stromen geproduceerd door apparatuur die is
aangesloten op openbare laagspanningssystemen met een
ingangsstroom >16 A en ≤75 A per fase.
Montagehandleiding
29
Page 32
A11P ...................*.... Printplaat van de ontvanger
Het bedradingschema op de binnenunit geldt enkel
voor de binnenunit.
Raadpleeg het bedradingschema van de buitenunit
voor de buitenunit.
8.3. Systeemoverzicht van de lokale bedrading
De ter plaatse uit te voeren bedrading betreft de elektrische voeding,
de elektrische voeding voor multibewoners, de bedrading van de
binnen-buitencommunicatie (=transmissie), de bedrading van de
gebruikersinterface, de bedrading van de aansluiting van opties en
van ter plaatse te voorziene toebehoren.
OPMERKING
■Plaats de elektrische voeding voor multibewoners
met de nodige voorzorgen.
Deze elektrische voeding zal de goede werking
van de buitenunit garanderen als een bewoner de
elektrische voeding afsluit. Indien de elektrische
voeding voor multigebruikers niet geplaatst wordt,
zal de buitenunit stoppen met werken zodra een
bewoner de hoofdvoeding afsluit.
■Indien de hoofdvoeding tijdens een onderhoud
uitgeschakeld moet worden als veiligheid tegen
elektrische schokken, zorg dan dat tevens de
elektrische voeding voor multigebruikers
uitgeschakeld wordt.
Montagehandleiding
30
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Page 33
8.4. Vereisten
8.5. De bedrading leggen
Een elektrische voeding (zie de tabel hierna) dient voorzien te
worden om de unit aan te sluiten. De elektrische voeding dient
beveiligd te worden met de vereiste veiligheidsapparaten: een
hoofdschakelaar, een trage zekering op elke fase en een
aardlekbeveiliging volgens de geldende wetgeving.
De keuze en de maat van de bedrading dienen te voldoen aan de
geldende wetgeving op basis van de in onderstaande tabel vermelde
informatie:
Maximaal
Kabel
bundel
Item
In het geval van een installatie met voeding met normaal kWh-tarief
1HVElektrische voeding voor
2PSVoeding met normaal kWh-
In het geval van een installatie met voeding met kWh-voordeeltarief
(a) Optie
(b) Zie het naamplaatje op de binnenunit.
(c) Minimum kabeldoorsnede 0,75 mm
(d) De thermistor en aansluitdraad worden bij de tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik geleverd.
(e) Enkel voor EKHVMYD-modellen.
(a)
2
2100 mA
opgenomen
amperage
(b)
(b)
–1,25
(c)
(c)
(c)
(d)
(c)
(c)
(c)
(c)
(d)
(c)
(c)(e)
(c)
Verwijder het schakelbord en steek deze vooraan de unit en open het
deksel van het schakelbord. Zie "7.1. Keuze van de installatieplaats"
op pagina 19.
OPMERKING
Indien een lokale elektrische voeding geplaatst wordt
of optionele kabels gelegd worden, zorg er steeds voor
het schakelbord vóór de unit geplaatst wordt. Hierdoor
zal het schakelbord gemakkelijk verwijderd kunnen
worden tijdens een onderhoud.
Leg de bedrading als volgt in de unit:
PS
HV
LV
LV
HV
PS
LV
HV
PS
PS
HV
LV
PS
LV H V
LV
HV+PS
Om elektrische ruisproblemen te vermijden, zorg dat de kabels in de
juiste bundel gelegd worden zoals op de figuur getoond.
Zorg dat de kabels met kabelbinders op de bevestigingen voor de
kabelbinders bevestigd worden om te zorgen voor trekontlasting en
om ervoor te zorgen dat de kabel niet in contact komt met de leiding
of met scherpe randen.
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
OPGELET
Duw of leg geen overtollige kabellengte in de unit.
Montagehandleiding
31
Page 34
8.6. Aansluiten
SSlave
MMaster
Gebruik de geschikte kabels, sluit de elektrische voeding aan, de
elektrische voeding voor multibewoners en de communicatiekabel(s)
op de geschikte aansluitklemmen zoals hierna getoond.
55
1
De afstandsbediening installeren en aansluiten
De unit is uitgerust met een afstandsbediening die een
gebruikersvriendelijke instelling, gebruik en onderhoud van de unit
mogelijk maakt. Volgt deze installatieprocedure voordat u de
afstandsbediening gebruikt.
OPMERKING
De aansluitbedrading is niet meegeleverd.
5
3
2
4
1Elektrische voeding
2Elektrische voeding voor multibewoners
3Transmissiebedrading
4Bedrading gebruikersinterface
5Ontlasting
Raadpleeg tevens het bedradingschema voor meer informatie.
Voor het aansluiten van de optionele printplaten, gelieve de
respectievelijk installatiehandleiding te raadplegen.
■De afstandsbediening is meegeleverd in een kit en
moet binnen worden gemonteerd.
■Wanneer u de thermostaatfunctie van afstandsbediening gebruikt, moet u op de volgende punten
letten voor de installatieplaats:
■ de gemiddelde temperatuur in de kamer moet er
kunnen worden gedetecteerd,
■ ze mag niet blootgesteld worden aan rechtstreeks
zonlicht,
■ ze mag zich niet dicht bij een hittebron bevinden,
■ ze mag niet onderhevig zijn aan buitenlucht of
tocht (bijv. deuren die worden geopend/gesloten),
■ het display moet schoon blijven,
■ de temperatuur moet zich tussen 0°C en 50°C
bevinden,
■ de relatieve vochtigheid bedraagt maximum 80%.
1Neem het voorste deel van de afstandsbediening weg.
Steek een platte schroevendraaier in de
gleuven (1) in het onderste deel van de
afstandsbediening en verwijder het voorste
deel van de afstandsbediening.
1
2Bevestig de afstandsbediening op een effen
oppervlak.
WAARSCHUWING
De lengte van de geleiders tussen de trekontlasting van de
elektrische voeding en de aansluitklemmen zelf dient zo te
zijn dat de draden onder stroom opgespannen worden
vooraleer de massadraad opgespannen wordt in het geval
de elektrische voeding uit de trekontlasting los zou komen.
OPMERKING
Let op dat u het onderste deel van de
afstandsbediening niet vervormt door de
montageschroeven te stevig aan te draaien.
3Voer de bedrading van de unit uit.
OPMERKING
Als behalve de standaard afstandsbediening ook de
optionele afstandsbediening wordt geïnstalleerd:
■Sluit de elektrische draden van beide
afstandsbedieningen op dezelfde manier als
hiervoor beschreven aan.
■Selecteer een master en een slave
afstandsbediening met behulp van de SS1keuzeschakelaar.
SS
M
SS1
■Alleen de master afstandsbediening kan
dienst doen als kamerthermostaat.
PCB
Montagehandleiding
32
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Page 35
X3M
6
P2
P1
X3M
P2
1
P1
Aansluiting op een voeding met kWh-voordeeltarief
WAARSCHUWING
Een elektrische voeding met kWh-voordeeltarief is enkel
voor de binnenunit mogelijk. Om redenen van
2
betrouwbaarheid van de compressor is het niet toegestaan
om de buitenunit op een dergelijke elektrische voeding aan
te sluiten.
P1P2
P1P2
3
45
1Unit
2Achterste deel van de afstandsbediening
3Voorste deel van de afstandsbediening
4Bedraad vanaf de achterkant
5Bedraad vanaf de bovenkant
6Maak een inkeping in het deel waardoor de bedrading kan
worden geleid met een kniptang enz.
Sluit de klemmen bovenaan het voorste deel van de
afstandsbediening en de klemmen in de unit aan (P1 op X3M:
P1, P2 op X3M: P2).
OPMERKING
Strip de mantel af voor het deel dat
door de binnenkant van de
behuizing van de afstandsbediening
moet gaan ( l ).
4Breng het bovenste deel van de afstandsbediening weer aan.
Let op dat u de bedrading tijdens het monteren niet
klemt.
Begin met bevestigen vanaf de klemmen
aan de onderkant.
Elektriciteitsmaatschappijen overal ter wereld doen hard hun best om
een stabiele elektriciteitsdienst te leveren tegen een concurrentiële
prijs en zijn vaak gemachtigd om klanten een voordeeltarief aan te
bieden, zoals bijvoorbeeld dag/nachttarieven, seizoenstarieven,
Wärmepumpentarif in Duitsland en Oostenrijk, ...
Deze apparatuur kan worden aangesloten op dergelijke systemen
met een voeding met kWh-voordeeltarief.
Neem contact op met de elektriciteitsmaatschappij die optreedt als
leverancier op de plaats waar deze apparatuur zal worden
geïnstalleerd om te vragen of de apparatuur kan worden aangesloten
op een systeem met een voeding met kWh-voordeeltarief.
Wanneer de apparatuur op een dergelijke voeding met kWhvoordeeltarief is aangesloten, mag de elektriciteitsmaatschappij:
■de voeding van de apparatuur voor bepaalde tijd onderbreken;
■eisen dat de apparatuur gedurende een bepaalde periode
slechts een beperkte hoeveelheid stroom verbruikt.
De binnenunit is ontworpen om een inputsignaal te ontvangen dat de
unit in de stand gedwongen uit schakelt. Op dat ogenblik zullen de
compressors van de unit niet werken.
WAARSCHUWING
Voor een voeding met kWh-voordeeltarief zoals
hieronder afgebeeld als type 1
Wanneer het kWh-voordeeltarief actief is en de voeding
niet onderbroken wordt, is stroomverbruik in standby van
de inverter-printplaat mogelijk.
1
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Montagehandleiding
33
Page 36
Mogelijke types voeding met kWh-voordeeltarief
Mogelijke aansluitingen en vereisten om de apparatuur aan te sluiten
op een dergelijke voeding ziet u in de onderstaande afbeeldingen:
1
2
[6-04]=1
1
LN
S1S
1
2
[6-04]=2
LN
1
S1S
Type 1
De voeding met kWh-voordeeltarief is van het type zonder
onderbreking van de voeding.
Type 2
De voeding met kWh-voordeeltarief is van het type met onderbreking
van de voeding na een bepaalde tijd.
Type 3
De voeding met kWh-voordeeltarief is van het type met onmiddellijke
onderbreking van de voeding.
1
2
1
2
3
2
3
6
LN
LN
S1S
S1S
43
LN
2
1
2
43
3
1
2
3
44
LN
4
X3M7 8X2M8 9X1ML N
5
S1S
L N
S1S
43
43
Wanneer parameter [6-04]=1 op het moment dat het signaal voor
kWh-voordeeltarief door de elektriciteitsmaatschappij wordt
gestuurd, gaat dat contact open en wordt de unit in de stand
gedwongen uit geschakeld
Wanneer parameter [6-04]=2 op het moment dat het signaal voor
kWh-voordeeltarief door de elektriciteitsmaatschappij wordt
gestuurd, sluit dat contact en wordt de unit in de stand gedwongen uit
geschakeld
(2)
.
(1)
.
X2M10 118 9
1Kast voeding met kWh-voordeeltarief
2Ontvanger voor het signaal van de elektriciteitsmaatschappij
3Voeding met kWh-voordeeltarief
4Spanningsvrij contact naar binnenunit
5Voeding met normaal kWh-tarief
6Zekering (lokale levering)
In het geval van een installatie met een voeding met kWhvoordeeltarief, moet u de bedradingsbruggen op X2M
verwijderen alvorens de voeding met normaal kWh-tarief te
installeren.
Montagehandleiding
34
(1) Wanneer het signaal opnieuw stopt, sluit het spanningsvrij contact
en begint de unit weer te werken. Daarom is het belangrijk dat de
automatische herstartfunctie ingeschakeld blijft. Voor de lokale
instellingen, raadpleeg "[8] Instelling optie, [8-01] Optionele instelling
backupverwarming op pagina 40" in hoofdstuk "9.3. Lokale instellingen"
op pagina 35.
(2) Wanneer het signaal opnieuw stopt, gaat het spanningsvrij contact open
en begint de unit weer te werken. Daarom is het belangrijk dat de
automatische herstartfunctie ingeschakeld blijft. Voor de lokale
instellingen, raadpleeg "[8] Instelling optie, [8-01] Optionele instelling
backupverwarming op pagina 40" in hoofdstuk "9.3. Lokale instellingen"
op pagina 35.
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Page 37
9.OPSTARTENENCONFIGUREREN
De configuratie van de binnenunit door de installateur dient te zijn
afgestemd op de omgeving van de installatie (klimaat, geïnstalleerde
opties, enz.) en de expertise van de gebruiker.
OPGELET
Het is belangrijk dat de installateur alle informatie in dit
hoofdstuk achtereenvolgens leest en dat het systeem
gepast wordt geconfigureerd.
9.1. Controles vóór ingebruikname
Schakel de voeding uit voordat u aansluitingen uitvoert.
Controleer de volgende punten na de installatie van de unit:
1Lokale bedrading
Controleer of de lokale bedrading volgens de in hoofdstuk
"8. Werk aan de elektrische bedrading" op pagina 29
beschreven instructies en richtlijnen is uitgevoerd, volgens de
bedradingschema's en volgens de Europese en nationale
regelgevingen.
2Zekeringen en beveiligingen
Controleer of het type en de waarde van de zekeringen en
andere lokaal geïnstalleerde beveiligingen overeenstemmen
met de vereisten vermeld in het hoofdstuk "Elektrische
specificaties: elektrische voeding" op pagina 62. Zorg ervoor dat
er geen zekering of beveiliging is overgeslagen.
3Aarding
Zorg ervoor dat de aardkabels correct zijn aangesloten en de
aardklemmen stevig zijn vastgemaakt.
4Interne bedrading
Controleer of er geen losse aansluitingen of beschadigde
elektrische componenten in de schakelkast en binnenin de unit
zichtbaar zijn.
5Montage
Controleer of de unit correct is geïnstalleerd om abnormale
geluiden en trillingen te voorkomen bij het opstarten van de unit.
6Beschadigde onderdelen
Controleer de binnenkant van de unit op beschadigde
onderdelen of platgedrukte leidingen.
7Koelmiddellek
Controleer de binnenkant van de unit op koelmiddellekken.
Indien het koelmiddel lekt, tracht de lek te herstellen (aftappen,
herstellen en vacumeren vereist). Indien u de lek niet zelf kunt
herstellen, tap dan alles af zoals beschreven in hoofdstuk
"11.3. Vacumeren/aftappen en onderhoudswerkzaamheden
langs de koelmiddelzijde" op pagina 57 en neem contact op met
uw plaatselijke verdeler.
Raak geen koelmiddel aan dat uit de aansluitingen van de
koelmiddelleidingen is gelekt.
Anders kan u vrieswonden oplopen.
8Vacumeren en met koelmiddel vullen
Zie de montagehandleiding van de buitenunit voor meer
informatie.
9Waterlekken
Controleer de binnenkant van de unit op waterlekken. Indien er
een waterlek is, tracht de lek te herstellen. Indien het voor u
onmogelijk is om zelf het lek te herstellen, sluit dan de
watertoevoer en de afsluiters van de wateruitgangen en neem
contact op met uw plaatselijke verdeler.
10 Voedingsspanning
Controleer de voedingsspanning op het lokale voedingspaneel.
De spanning moet overeenkomen met de spanning op het
identificatieplaatje van de unit.
11 Ontluchtingsklep
Controleer of de ontluchtingsklep van de warmtepomp open
staat (minstens 2 draaien).
Controleer of de ontluchtingsklep van de verwarmingskit open
staat (minstens 2 draaien). Zie de montagehandleiding van de
verwarmingskit.
12 Afsluiters
Zorg ervoor dat de afsluiters correct geïnstalleerd zijn en
helemaal open staan.
Wanneer u het systeem met gesloten kleppen gebruikt,
wordt de pomp beschadigd!
Sluit de unit nadat alle controles zijn uitgevoerd, waarna u de unit
kunt opstarten. Wanneer de stroomvoorziening naar de binnenunit
wordt ingeschakeld, verschijnt op de afstandsbediening "88" terwijl
deze wordt geïnitialiseerd, wat tot 30 seconden kan duren. Intussen
kunt u de afstandsbediening niet gebruiken.
9.2. Laatste ontluchten
Om alle lucht uit het systeem te laten, dient de pomp in werking te
worden gesteld.
Verander daarom de lokale instelling [E-04] zoals in hoofdstuk
"9.3. Lokale instellingen" op pagina 35 uitgelegd. Meer informatie
over het instellen van de "[E-04] Werking alleen pomp" kan op
pagina 43 gevonden worden.
Indien de optionele tank met de EKHVMYD-units geïnstalleerd wordt,
bevat het systeem twee 3-wegskranen (koeling/verwarming en
verwarmings-/huishoudelijk warm water). Indien er geen tank
geïnstalleerd wordt, is er slecht 1 3-wegskraan inbegrepen.
Indien de optionele tank met de EKHVMRD-units geïnstalleerd wordt,
bevat het systeem één 3-wegskraan (verwarmings-/huishoudelijk
warm water).
9.3. Lokale instellingen
De configuratie van de binnenunit door de installateur dient te zijn
afgestemd op de omgeving van de installatie (klimaat, geïnstalleerde
opties, enz.) en de noden van de gebruiker. Daarom zijn er enkele
zogenaamde lokale instellingen beschikbaar. Deze lokale instellingen
kunnen worden opgeroepen en geprogrammeerd via de
gebruikersinterface op de binnenunit.
Aan elke lokale instelling is een getal of code van 3 cijfers toegekend,
bijv. [5-03], die is weergegeven op het display van de
gebruikersinterface. Het eerste cijfer [5] geeft de 'eerste code' of
groep lokale instellingen weer. Het tweede en derde cijfer [03] samen
geven de 'tweede code' aan.
Een lijst van alle lokale instellingen en standaardwaarden vindt u in
"9.9. Tabel lokale instellingen" op pagina 51. In deze lijst hebben we
2 kolommen voorzien voor de datum en de waarden van de
gewijzigde lokale instellingen die verschillen van de
standaardwaarden.
Een gedetailleerde beschrijving van elke lokale instelling vindt u
onder "9.5. Gedetailleerde beschrijving" op pagina 36.
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Montagehandleiding
35
Page 38
9.4. Werkwijze
9.5. Gedetailleerde beschrijving
Ga als volgt te werk om één of meer lokale instellingen te wijzigen.
3
1
2
1Houd de -knop minstens 5 seconden ingedrukt om naar de
LOKALE INSTELSTAND te gaan.
Het symbool (3) verschijnt op het display. De huidige
geselecteerde lokale instelcode wordt weergegeven (2),
met rechts ervan de ingestelde waarde (1).
2Druk op de -knop om de eerste code van de gepaste
lokale instelling te selecteren.
3Druk op de -knop om de tweede code van de gepaste
lokale instelling te selecteren.
4Druk op de -knop en de -knop om de
ingestelde waarde van de geselecteerde lokale instelling te
wijzigen.
5Sla de nieuwe waarde op door op de -knop te drukken.
6Herhaal stap 2 tot en met 4 om andere lokale instellingen te
wijzigen wanneer nodig.
7Wanneer u klaar bent, drukt u op de -knop om de LOKALE
INSTELSTAND te verlaten
OPMERKING
■Wijzigingen in een specifieke lokale instelling
.
worden pas opgeslagen wanneer op de -knop
wordt gedrukt. Door te navigeren naar een nieuwe
lokale instelcode of door te drukken op de knop wordt de aangebrachte wijziging ongedaan
gemaakt.
■De lokale instellingen zijn volgens hun eerste
lokale-instellingcode gegroepeerd.
Voorbeeld: de lokale instellingen [0-00]; [0-01];
[0-02]; [0-03] worden bepaald als "Groep 0".
Indien meerdere waarden in de zelfde groep
gewijzigd worden, zullen alle wijzigingen binnen
deze groep bewaard worden door op de -knop
te drukken.
Let hierop wanneer u lokale instellingen binnen
een zelfde groep wijzigt en op de -knop druk.
OPMERKING
■Voordat de unit de fabriek heeft verlaten, zijn de
instelwaarden ingesteld zoals aangegeven onder
"9.9. Tabel lokale instellingen" op pagina 51.
■Bij het verlaten van de LOKALE INSTELSTAND is
het mogelijk dat "88" op het lcd-scherm van de
afstandsbediening verschijnt terwijl deze wordt
geïnitialiseerd.
Raadpleeg "9.9. Tabel lokale instellingen" op pagina 51 voor een
samenvatting van alle lokale instellingen.
[0] De afstandsbediening instellen
■[0-00] Gebruikersniveau
De afstandsbediening kan worden geprogrammeerd om
bepaalde knoppen en functies niet toegankelijk te maken voor
de gebruiker. Er zijn 2 gebruikersniveaus gedefinieerd. Beide
niveaus (niveau 2 en niveau 3) zijn in wezen hetzelfde — het
enige verschil is dat voor niveau 3 geen watertemperatuurinstellingen mogelijk zijn (zie tabel hieronder).
Gebruiker
niveau 2niveau 3
Werking AAN/UITBruikbaarBruikbaar
Werking verwarmen van water voor
huishoudelijk gebruik AAN/UIT
Temperatuur uittredend water instellenBruikbaar—
Kamertemperatuur instellenBruikbaarBruikbaar
Geluidsarme stand AAN/UIT——
Werking weersafhankelijk instelpunt AAN/UIT
Klok instellen——
Weektimer programmeren——
Werking weektimer AAN/UITBruikbaarBruikbaar
Lokale instellingen——
Weergave foutcodesBruikbaarBruikbaar
Testwerking——
BruikbaarBruikbaar
Bruikbaar—
Standaard is geen niveau gedefinieerd en zijn alle knoppen en
functies bruikbaar.
Een lokale instelling bepaalt het eigenlijke gebruikersniveau.
Stel voor gebruikersniveau 2 de lokale instelling [0-00] in op 2 en
stel voor gebruikersniveau 3 de lokale instelling [0-00] in op 3.
Wanneer de lokale instelling is ingesteld, is het geselecteerde
gebruikersniveau nog niet actief. Het geselecteerde
gebruikersniveau activeren doet u door gelijktijdig op de en -knop te drukken, onmiddellijk gevolgd door gelijktijdig
op de - en -knop te drukken, en deze 4 knoppen
gedurende minstens 5 seconden ingedrukt te houden. Er
verschijnt geen aanduiding op de afstandsbediening. Na de
procedure zijn de geblokkeerde knoppen niet meer beschikbaar.
Het geselecteerde gebruikersniveau deactiveren gebeurt op
dezelfde manier.
■[0-01] Compensatiewaarde kamertemperatuur
Indien nodig kan een thermistorwaarde van de unit worden
aangepast met een correctiewaarde. Dit kan worden gebruikt als
tegenmaatregel voor thermistortoleranties of een
capaciteitsgebrek.
De gecompenseerde temperatuur (= gemeten temperatuur plus
compensatiewaarde) wordt dan gebruikt voor de besturing van
het systeem en wordt aangegeven in de temperatuuruitleesstand.
Zie ook "[9] Automatische temperatuurcompensatie" op pagina 41
voor compensatiewaarden voor de temperatuur uittredend water
en temperatuur warm water voor huishoudelijk gebruik.
■[0-02] Instelling niet beschikbaar
■[0-03] Status: bepaalt of AAN/UIT in de weektimer voor
verwarmen van ruimten kan worden gebruikt.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing voor meer informatie over het
programmeren van de weektimer.
De weektimer voor verwarmen van ruimten kan op
2 verschillende manieren worden geprogrammeerd: op basis
van het temperatuurinstelpunt (zowel temperatuur uittredend
water als kamertemperatuur) en op basis van AAN/UIT.
OPMERKING
Bij het doorlopen van de lokale instellingen zult
u misschien zien dat er meer lokale instellingen zijn
dan vermeld in de "9.9. Tabel lokale instellingen" op
pagina 51. Deze lokale instellingen zijn niet van
toepassing en mogen niet worden veranderd!
Montagehandleiding
36
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Page 39
OPMERKING
19
21
62
64
5:00
23:00
19
18
19
22
21
62
64
19
60
60
5:00
23:00
19
22
21
62
65
64
19
21
62
Standaard is verwarmen van ruimten op basis van het
temperatuurinstelpunt (methode 1) geactiveerd, en zijn
dus alleen temperatuurveranderingen mogelijk (geen
AAN/UIT).
Deze methode biedt als voordeel dat u het verwarmen
van ruimten eenvoudig kunt uitschakelen met een druk
op de -knop zonder de automatische opslag van
warm water voor huishoudelijk gebruik te deactiveren
(bijv. in de zomer wanneer het verwarmen van ruimten
niet nodig is).
In de volgende tabellen ziet u beide methoden voor de interpretatie
van de weektimer.
Verwarmen van ruimten op basis van
Methode 1
Tijdens de
werking
Wanneer u op de
-knop drukt
Wanneer u op de
/ -knop drukt
(a) Voor temperatuur uittredend water en/of kamertemperatuur
Tijdens de weektimerwerking brandt de bedrijfs-led
doorlopend.
De weektimer voor verwarmen van ruimten stopt en start
niet opnieuw.
De controller wordt uitgeschakeld (bedrijfs-led gaat uit).
Het symbool van de weektimer blijft op het display staan
om aan te geven dat verwarmen van water voor
huishoudelijk gebruik actief blijft.
De weektimer voor het verwarmen van ruimten en
verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik en
de geluidsarme stand worden gestopt en zullen niet
opnieuw starten.
Het symbool van de weektimer wordt niet meer
weergegeven.
temperatuurinstelpunt
Voorbeeld: Weektimer op basis van temperatuurinstelpunten.
Wanneer de terugstelfunctie geactiveerd is, heeft de terugstelwerking
voorrang op de geplande actie in de weektimer.
T
2222°C
22°C
6565°C
16:00
65°C
62°C
0:30
1
19
°C1919°C1919°C
19°C19°C19°C
°C6262°C6262°C
62
62°C62°C
21
°C
21°C
64
°C
64°C
6:309:00
T
2
1818°C
18°C
60
°C60°C
5757°C57°C
T
3
19
19°C
62°C62°C
62
1Weektimer
2Terugstelfunctie
3Wanneer zowel de terugstelfunctie als de weektimer actief zijn
ATerugstelfunctie
tTijd
TTemperatuurinstelpunt
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
22
°C
22°C
6565°C
65°C
°C
°C
16:00
Kamertemperatuur
Temperatuur uittredend water
23:00
6060°C
60°C
23:00
0:30
A
18
18°C
°C
5757°C57°C
5:00
5:0023:00
21
21°C
°C
64
64°C
°C
1919°C
19°C
1919°C
19°C
6262°C
62°C
6262°C
62°C
5:009:00
6:30
19°C
19
19°C
19
6262°C
6262°C
62°C
°C
°C
Methode 2Verwarmen van ruimten op basis van AAN/UIT
Tijdens de
werking
Wanneer u op de
-knop drukt
(a)
Wanneer u op de
/ -knop drukt
Wanneer de weektimer het verwarmen van ruimten
UITschakelt, wordt de controller uitgeschakeld (bedrijfsled gaat uit). Dit heeft geen invloed op de verwarming
van water voor huishoudelijk gebruik.
De weektimer voor het verwarmen van ruimten stopt
(indien actief) en start opnieuw op de volgende geplande
AAN-functie.
De "laatste" geprogrammeerde opdracht heeft voorrang
op de "vorige" geprogrammeerde opdracht en blijft actief
totdat de "volgende" geprogrammeerde opdracht wordt
uitgevoerd.
Voorbeeld: beeld u in dat het momenteel 17:30 uur is en
dat acties zijn geprogrammeerd om 13:00, 16:00 en
19:00 uur. De "laatste" geprogrammeerde opdracht
(16:00) had voorrang op de "vorige" geprogrammeerde
opdracht (13:00) en blijft actief totdat de "volgende"
geprogrammeerde opdracht (19:00) wordt uitgevoerd.
Om de huidige instelling te kennen, moet men dus de
laatste geprogrammeerde opdracht raadplegen. Het is
duidelijk dat de "laatste" geprogrammeerde opdracht van
de dag tevoren kan dateren. Zie de gebruiksaanwijzing.
De controller wordt uitgeschakeld (bedrijfs-led gaat uit).
Het symbool van de weektimer blijft op het display staan
om aan te geven dat verwarmen van water voor
huishoudelijk gebruik actief blijft.
De weektimer voor het verwarmen van ruimten en
verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik en
de geluidsarme stand worden gestopt en zullen niet
opnieuw starten.
Het symbool van de weektimer wordt niet meer
weergegeven.
Voorbeeld: Weektimer op basis van AAN/UIT.
Wanneer de terugstelfunctie geactiveerd is, heeft de terugstelwerking
voorrang op de geplande actie in de weektimer als AAN actief is. Als
UIT actief is, heeft dit voorrang op de terugstelfunctie. UIT heeft altijd
de hoogste voorrang.
B
°C
22
22°C
°C
65
1
19
19°C19°C
62
62°C62°C
65°C
°C1919°C
°C6262°C
OFFONON
21
°C
21°C
64
°C
64°C
t
9:00
16:00
6:300:30
t
1818°C
23:00
23:00
1818°C
18°C
6060°C60°C
18°C
60
A
°C60°C
5:00
5:0023:00
t
OFFONON
°C
21
21°C
6464°C
64°C
t
6:309:00
Montagehandleiding
2
t
t
B
2222°C
22°C
6565°C
65°C
19
°C1919°C
19°C19°C
°C6262°C
62
62°C62°C
3
16:00
1Weektimer
2Terugstelfunctie
3Wanneer zowel de terugstelfunctie als de weektimer actief zijn
ATerugstelfunctie
BAAN/UIT-instructie
tTijd
TTemperatuurinstelpunt
Kamertemperatuur
Temperatuur uittredend water
37
Page 40
■[0-04] Status: bepaalt of AAN/UIT in de weektimer voor koelen
kan worden gebruikt.
Idem als voor [0-03], maar voor de weektimer voor koelen.
Voor koelen is geen terugstelfunctie beschikbaar.
[1] Timing automatische opslag voor verwarmen van water voor
huishoudelijk gebruik
In deze stand levert de binnenunit warm water aan de tank voor
warm water voor huishoudelijk gebruik op basis van het dagelijkse
vastgelegde patroon. Deze stand blijft actief tot de
opslagtemperatuur is bereikt.
Automatische opslag is de aanbevolen stand voor warm water voor
huishoudelijk gebruik. In deze stand wordt het water 's nachts
opgewarmd (wanneer de vereisten voor het verwarmen van ruimten
lager zijn) tot het instelpunt van de opslagtemperatuur bereikt is. Het
verwarmde water wordt op een hogere temperatuur opgeslagen in de
tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik zodat overdag kan
worden voldaan aan de vereisten voor warm water voor huishoudelijk
gebruik.
Het instelpunt opslagtemperatuur en de timing zijn lokale instellingen.
■[1-00] Status: bepaalt of verwarmen van water voor
huishoudelijk gebruik (opslagstand) 's nachts geactiveerd is (1)
of niet (0).
■[1-01] Starttijd: tijdstip van de nacht waarop het water voor
huishoudelijk gebruik moet worden verwarmd.
■[1-02] Status: bepaalt of verwarmen van water voor
huishoudelijk gebruik (opslagstand) overdag geactiveerd is (1)
of niet (0).
■[1-03] Starttijd: tijdstip van de dag waarop het water voor
huishoudelijk gebruik moet worden verwarmd.
OPMERKING
■Zorg ervoor dat het warm water voor huishoudelijk
gebruik slechts wordt verwarmd tot de
temperatuur voor warm water voor huishoudelijk
gebruik die u vereist.
Begin met een laag instelpunt voor de
opslagtemperatuur van het warm water voor
huishoudelijk gebruik, en verhoog dit alleen als
u vindt dat de temperatuur van het warm water
voor huishoudelijk gebruik niet hoog genoeg is
(dit hangt af van uw watergebruikspatroon).
■Zorg ervoor dat u water voor huishoudelijk
gebruik niet onnodig verwarmt. Begin met
automatische opslag 's nachts te activeren
(standaardinstelling). Als blijkt dat de nachtelijke
opslagwerking van warm water voor huishoudelijk
gebruik niet volstaat voor uw behoeften, kunt u
een bijkomende opslag overdag instellen.
■Om redenen van energiebesparing verdient het
aanbeveling om weersafhankelijk verwarmen van
water voor huishoudelijk gebruik te activeren. Zie
instelling "[b-02]" op pagina 42.
Zie "[b] Instelpunten warm water voor huishoudelijk gebruik" op
pagina 42 voor temperatuurinstelpunten.
[2] Automatische terugstelfunctie
De terugstelfunctie biedt de mogelijkheid om de kamertemperatuur te
verlagen. De terugstelfunctie kan bijvoorbeeld 's nachts worden
geactiveerd omdat de temperatuurvereisten 's nachts en overdag niet
dezelfde zijn.
OPMERKING
■De terugstelfunctie is standaard geactiveerd.
■De terugstelfunctie kan worden gecombineerd
met de werking met automatisch
weersafhankelijke instelpunt.
■De terugstelfunctie is een functie die automatisch
dagelijks gepland wordt.
■[2-00] Status: bepaalt of de terugstelfunctie AAN (1) of UIT (0)
staat
■[2-01] Starttijd: tijdstip waarop het terugstellen wordt gestart
■[2-02] Stoptijd: tijdstip waarop het terugstellen wordt gestopt
De terugstelfunctie kan worden geconfigureerd voor zowel besturing
op basis van kamertemperatuur als op basis van watertemperatuur.
T
A
21°C
[5-03] 18°C
t
[2-01][2-02]
AInstelpunt normale kamertemperatuur
tTijd
TTemperatuur
T
65°C
A
5°C [5-02]
60°C
B
t
[2-01][2-02]
AInstelpunt normale temperatuur uittredend water
BTerugsteltemperatuur uittredend water
tTijd
TTemperatuur
Het wordt aanbevolen om de starttijd van automatische opslag's
nachts [1-01] in te stellen op het moment dat de terugstelfunctie
start [2-01].
Zie "[5] Instelpunt automatisch terugstellen en desinfecteren" op
pagina 39 voor temperatuurinstelpunten.
OPMERKING
Voor koelen bestaat geen terugstelfunctie.
Montagehandleiding
38
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Page 41
[3] Weersafhankelijk instelpunt
G
Wanneer de weersafhankelijke werking is geactiveerd, wordt de
temperatuur uittredend water automatisch bepaald op basis van de
buitentemperatuur: koudere buitentemperaturen zorgen voor warmer
water en omgekeerd. De unit heeft een variabel instelpunt. Deze
werking heeft een lager stroomverbruik dan met een manueel
vastgelegd instelpunt temperatuur uittredend water.
In de weersafhankelijke werking kan de gebruiker de
doeltemperatuur van het water met maximaal 5°C verhogen of
verlagen. Deze "Shift value" is het temperatuurverschil tussen het
temperatuurinstelpunt berekend door de controller en het werkelijke
instelpunt. Een positieve omschakelwaarde bijvoorbeeld betekent dat
het reële temperatuurinstelpunt hoger ligt dan het berekende
instelpunt.
Werk bij voorkeur met weersafhankelijk instelpunt omdat dit de
watertemperatuur aanpast aan de actuele vereisten voor het
verwarmen van ruimten. Het voorkomt dat de unit te veel tussen
thermo AAN- en thermo UIT-werking schakelt wanneer u de
kamerthermostaat van de afstandsbediening of een externe
kamerthermostaat gebruikt.
T
t
[4] Desinfecteringsfunctie
Deze stand desinfecteert de tank voor warm water voor huishoudelijk
gebruik door het water voor huishoudelijk gebruik regelmatig tot op
een bepaalde temperatuur te verwarmen.
OPMERKING
Als een tank voor warm water voor huishoudelijk
gebruik geïnstalleerd is, is de desinfecteringsfunctie
standaard geactiveerd.
■[4-00] Status: bepaalt of de desinfecteringsfunctie AAN (1) of
UIT (0) staat.
■[4-01] Werkingsinterval: dag van de week waarop het water voor
huishoudelijk gebruik moet worden verwarmd.
■[4-02] Starttijd: tijdstip waarop het desinfecteren wordt gestart.
Zelfs wanneer alle timers gedeactiveerd zijn en er geen functie
warmhouden actief is, werkt de desinfecteringsfunctie als een tank
voor warm water voor huishoudelijk gebruik geïnstalleerd is en lokale
instelling [4-00] op AAN staat.
De lokale instellingen van de desinfecteringsfunctie
moeten worden geconfigureerd door de installateur in
overeenstemming met de nationale en lokale
regelgevingen.
Lo_Ti
+ 05
Shift value
Hi_Ti
Lo_AHi_AT
T
t
T
A
Shift value= Omschakelwaarde
Doeltemperatuur water
Buitentemperatuur
00
– 05
A
■[3-00] Lage omgevingstemperatuur (Lo_A): lage
buitentemperatuur.
■[3-02] Instelpunt bij lage omgevingstemperatuur (Lo_Ti): de
doeltemperatuur van het uitlaatwater wanneer de
buitentemperatuur gelijk is aan of lager daalt dan de lage
omgevingstemperatuur (Lo_A).
Merk op dat de Lo_Ti-waarde hoger dient te zijn dan Hi_Ti,
omdat voor koudere buitentemperaturen (nl. Lo_A) warmer
water is vereist.
■[3-03] Instelpunt bij hoge omgevingstemperatuur (Hi_Ti): de
doeltemperatuur van het uitlaatwater wanneer de
buitentemperatuur gelijk is aan of hoger stijgt dan de hoge
omgevingstemperatuur (Hi_A).
Let op dat de Hi_Ti-waarde lager dient te zijn dan Lo_Ti, omdat
voor warmere buitentemperaturen (nl. Hi_A) minder warm water
volstaat.
OPMERKING
Als [3-03] per ongeluk op een hogere waarde dan die
van [3-02] wordt ingesteld, wordt altijd de waarde van
[3-03] gebruikt.
Zie "[5] Instelpunt automatisch terugstellen en desinfecteren" voor
temperatuurinstelpunten.
[5] Instelpunt automatisch terugstellen en desinfecteren
Zie ook "[4] Desinfecteringsfunctie" op pagina 39 voor meer
informatie over de desinfecteringsfunctie.
■[5-00] Instelpunt: te bereiken watertemperatuur voor
desinfectering
■[5-01] Interval: tijd gedurende welke de temperatuur van het
instelpunt voor desinfectering moet behouden blijven
TTemperatuur tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik
Zie ook "[2] Automatische terugstelfunctie" op pagina 38 voor meer
informatie over de terugstelfunctie.
■[5-02] Terugsteltemperatuur uittredend water.
■[5-03] Terugsteltemperatuur kamer.
■[5-04] Instelling niet beschikbaar
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Montagehandleiding
39
Page 42
[6] Instelling optie
■[6-00] Optie tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik
Als de tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik is
geïnstalleerd, moet de werking ervan worden geactiveerd door
middel van een lokale instelling. Standaard [6-00]=0; dit
betekent dat geen tank geïnstalleerd is. Stel [6-00] in op 1 als de
optionele tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik
geïnstalleerd is.
OPMERKING
Wanneer u de optie tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik activeert, worden de
aanbevolen standaardinstellingen actief:
■[1-00]=1=automatische opslag 's nachts
■[4-00]=1=desinfecteringsfunctie
■[6-01] Optie externe kamerthermostaat
Als de optionele externe kamerthermostaat is geïnstalleerd,
moet de werking ervan worden geactiveerd door middel van een
lokale instelling. Standaard [6-01]=0; dit betekent dat geen
externe kamerthermostaat geïnstalleerd is. Stel [6-01] in op 1
als de optionele externe kamerthermostaat geïnstalleerd is.
De externe kamerthermostaat stuurt alleen een AAN/UITsignaal naar de warmtepomp op basis van de kamertemperatuur. Omdat hij niet doorlopend informatie doorstuurt
naar de warmtepomp vult hij de kamerthermostaatfunctie van
de afstandsbediening aan. Om het systeem goed te kunnen
besturen en frequent AAN/UIT te voorkomen, is het aanbevolen
om met automatische weersafhankelijke instelpunten te werken.
■[6-02] Verwarmingskit
Na installatie van de verwarmingskit, kunt u de kit activeren door
lokale instelling [6-02]=1 in te stellen.
Vanaf dat punt houdt het warmtepompsysteem rekening met de
verwarmingskit voor het bepalen van de werking. Wanneer de
verwarming actief is, staat het verwarmingssymbool op de
afstandsbediening. Er is geen aanduiding van stap 1-2.
Voor meer informatie, zie de montagehandleiding van de
verwarmingskit, vooral voor wat betreft het testbedrijf voor de
verwarmingskit.
■[6-03] Ondersteuning voor zonnepomp
Zie de montagehandleiding van de EKHWP voor meer
informatie.
■[6-04] Stand voeding met kWh-voordeeltarief
Als een voeding met kWh-voordeeltarief wordt gebruikt, moet
deze stand worden geselecteerd. Standaard [6-04]=0; dit
betekent dat geen voeding met kWh-voordeeltarief wordt
gebruikt.
Stel [6-04] in op 1 voor de stand voeding met kWhvoordeeltarief 1 te gebruiken (normaal gesloten contact dat
opent wanneer de voeding wordt onderbroken), of stel [6-04] in
op 2 voor de stand kWh-voordeeltarief 2 (normaal open contact
dat sluit wanneer de voeding wordt onderbroken).
Zie "Aansluiting op een voeding met kWh-voordeeltarief" op
pagina 33 voor meer informatie.
[7] Instelling optie
■[7-00] Instelling niet beschikbaar.
■[7-01] Instelling niet beschikbaar.
■[7-02] Zie hoofdstuk "9.8. Besturing met meerdere instelpunten"
op pagina 48.
■[7-03] Zie hoofdstuk "9.8. Besturing met meerdere instelpunten"
op pagina 48.
■[7-04] Zie hoofdstuk "9.8. Besturing met meerdere instelpunten"
op pagina 48.
[8] Instelling optie
■[8-00] Temperatuurregeling afstandsbediening
Met de bij de unit geleverde afstandsbediening zijn 2 soorten
temperatuurregeling mogelijk. Standaard [8-00]=1; dit betekent
dat de afstandsbediening als kamerthermostaat wordt gebruikt,
zodat de afstandsbediening in de woonkamer kan worden
geplaatst om de kamertemperatuur te regelen. Stel [8-00] in
op 0 om de unit met temperatuurregeling uittredend water te
gebruiken.
■[8-01] Optionele instelling backupverwarming
Deze instelling geldt voor installaties met een backup-
verwarming (zie "[6-02] Verwarmingskit" op pagina 40).
■ [8-01]=0 (standaard)
De backupverwarming werkt niet in de stand voeding met
kWh-voordeeltarief. Bij lagere omgevingstemperaturen wordt
de werking van de warmtepomp niet automatisch stilgelegd.
■ [8-01]=1
Bij werking met voeding met kWh-voordeeltarief werkt de
backupverwarming automatisch in de noodstand. Bij
omgevingstemperaturen van minder dan –25°C wordt de
warmtepomp stilgelegd en wordt de unit automatisch in de
noodwerking geschakeld.
Zie de montagehandleiding van de backupverwarming voor
meer informatie over aansluitingen op de backupverwarming.
■[8-02] Noodwerking
In de noodstand verwarmt alleen de verwarmingskit, en niet de
warmtepomp.
De noodstand wordt geactiveerd door lokale instelling [8-02]=1
in te stellen.
De warmtepomp wordt stilgelegd zodra u de noodstand
inschakelt. De pomp van de binnenunit wordt gestart, maar het
verwarmen zelf gebeurt door de verwarmingskit. Als er geen
storingen zijn in de thermistoren van het uittredend water of
retourwater en de pompwerking, kan de verwarmingskit
beginnen met de noodwerking.
OPMERKING
Controleer of de verwarmingskit geactiveerd is
alvorens u de noodwerking activeert. De
verwarming blijft in de noodstand staan tot de
lokale instelling weer op de standaardwaarde
[8-02]=0 wordt ingesteld.
■[8-03] Geluidsarme stand
De unit biedt een geluidsarme stand met 3 instelbare niveaus:
■ [8-03]=1 geluidsarm niveau 1 (standaard)
■ [8-03]=2 geluidsarm niveau 2
■ [8-03]=3 geluidsarm niveau 3
Druk op de QUIET MODE-knop op de afstandsbediening of
gebruik de weektimer om deze geluidsarme stand te activeren.
■[8-04] Vorstbeveiliging
De unit biedt een vorstbeveiligingsfunctie met 3 instelbare
niveaus:
■ [8-04]=0 beveiliging niveau 0 (standaard: geen beveiliging)
■ [8-04]=1 beveiligingsniveau 1
■ [8-04]=2 beveiligingsniveau 2
De vorstbeveiliging is alleen actief wanneer de unit in thermo
UIT staat. Als vorstbeveiligingsniveau 1 is geactiveerd, start de
vorstbeveiliging zodra de buitentemperatuur <4°C en als de
temperatuur uittredend water of retourwater <7°C is. Bij
vorstbeveiligingsniveau 2 begint de vorstbeveiliging bij een
omgevingstemperatuur van <4°C.
In beide gevallen werkt de pomp en als de temperatuur
uittredend water of retourwater <5°C gedurende 5 minuten, start
de unit op om een te lage temperatuur te voorkomen.
Het wordt aangeraden om de vorstbeveiliging te activeren als de
binnenunit in een ruimte met lage temperatuur staat (bijv. een
garage,...) om te voorkomen dat het water bevriest.
Montagehandleiding
40
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Page 43
[9] Automatische temperatuurcompensatie
[A-01]= 2 (niveau 2)
[A-01]= 1 (niveau 1)
[A-01]=0 (standaard)
[A-01]=0 (standaard)
Instelling [A-01]
0≤x≤15 m0
15<x≤20 m1
20<x≤25 m2
[A-01]= 2 (niveau 2)
[A-01]= 1 (niveau 1)
[A-01]=0 (standaard)
[A-01]=0 (standaard)
Instelling [A-01]
0≤x≤15 m0
15<x≤20 m1
20<x≤25 m2
Indien nodig kan een thermistorwaarde van de unit worden
aangepast met een correctiewaarde. Dit kan worden gebruikt als
tegenmaatregel voor thermistortoleranties of een capaciteitsgebrek.
De gecompenseerde temperatuur (= gemeten temperatuur plus
compensatiewaarde) wordt dan gebruikt voor de besturing van het
systeem en wordt aangegeven in de temperatuuruitleesstand.
■[9-00] Compensatiewaarde temperatuur uittredend water voor
de verwarming.
■[9-01] Compensatiewaarde tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik.
■[9-02] Thermo AAN/UIT
U kunt het bedrijfsbereik voor het verwarmen van ruimten
veranderen aan de hand van deze waarde.
Als de omgevingstemperatuur hoger wordt dan (24°C + de
waarde van [9-02]), dan is verwarmen van ruimten niet mogelijk.
Verwarmen van ruimten kan worden gevraagd op voorwaarde
dat de omgevingstemperatuur lager is dan (20°C + de waarde
van [9-02]).
Voorbeeld:
[9-02]=–2°C
Voorbeeld 1:
H1
H2
A
B
C
x=23 m
x=19 m
X
x=15 m
T
A
24°C–2°C = 22°C
CC
B
20°C–2°C = 18°C
AGeen verwarmen van ruimten mogelijk
BVerzoek voor verwarmen van ruimten mogelijk
CHysteresisgebied
TOmgevingstemperatuur
■[9-03] Compensatiewaarde temperatuur uittredend water voor
de koeling. Niet beschikbaar op het model voor verwarming
alleen.
■[9-04] Instelling niet beschikbaar.
[A] Instelling optie
■[A-00] Stroombeperking.
Deze instelling biedt de mogelijkheid om het stroomverbruik van
de binnenunit als volgt te beperken:
■ [A-00]=0 16,5 A (standaard)
■ [A-00]=1 13,2 A (±80%)
■ [A-00]=2 10,7 A (±65%)
De stroom van de binnenunit wordt beperkt, de buitenunit is
slave en zal hierdoor zijn stroomverbruik ook verminderen
(indien andere belastingen van binnenunits overeenkomen). Af
en toe een hoger stroomverbruik is evenwel nog wel mogelijk.
■[A-01] Wijzig de instelling voor toegestane hoogteverschillen
tussen de hoogst en de laagst geplaatste binnenunits.
Hoogteverschil tussen de buitenunit en binnenunits H1≤40 m.
Hoogteverschil tussen de laagste en de hoogste binnenunit
H2≤15 m.
Indien de instelling [A-01] gewijzigd wordt, kan het maximum
H2-verschil tot 25 m vergroot worden. Gebruik, in functie van het
H2-niveau, de instellingen in de tabel voor aangegeven
binnenunits.
Voorbeeld 2:
X
C
H1
H2
B
x=23 m
x=19 m
A
x=15 m
■[A-02] Temperatuurverschil voor uittredend water en retourwater
in verwarmingsmodus.
De unit is ontworpen om radiatoren te ondersteunen. De
aanbevolen temperatuur uittredend water (ingesteld door de
afstandsbediening) voor radiatoren is 65°C. In een dergelijk
geval wordt de unit gestuurd om een temperatuurverschil (∆T) te
bereiken van 10°C, wat een temperatuur van ongeveer 55°C
betekent voor het retourwater.
In functie van de geïnstalleerd toepassing (radiatoren,
ventilatorconvectoren, ...) of de situatie kan het nodig zijn de ∆T
te wijzigen. Dit kan gedaan worden door de lokale instelling
[A-02] te wijzigen.
■[A-03] Zie hoofdstuk "9.8. Besturing met meerdere instelpunten"
op pagina 48.
■[A-04] Zie hoofdstuk "9.8. Besturing met meerdere instelpunten"
op pagina 48.
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Montagehandleiding
41
Page 44
[b] Instelpunten warm water voor huishoudelijk gebruik
G
De stand warmhouden voorkomt dat het warm water voor
huishoudelijk gebruik tot onder een bepaalde temperatuur afkoelt.
Wanneer deze functie geactiveerd is, levert de binnenunit warm
water aan de tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik zodra
de minimumwaarde bereikt is. Het water voor huishoudelijk gebruik
blijft verwarmd worden tot de maximumtemperatuur warmhouden
bereikt is. Dit betekent dat er altijd een minimum aan warm water
voor huishoudelijk gebruik beschikbaar is.
TTemperatuur tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik
■[b-02] Status: bepaalt of verwarmen van water voor
huishoudelijk gebruik op basis van weersafhankelijk instelpunt
AAN (1) of UIT (0) staat.
Indien dit geactiveerd is, wordt het opslaginstelpunt
weersafhankelijk ingesteld.
Bij een hogere omgevingstemperatuur (bijv. in de zomer) zal het
koud water van de mengkraan (bijv. douche of bad) ook warmer
zijn. Dit betekent dat de temperatuur van het warm water van de
tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik lager mag zijn
zodat het water van de mengkraan van de douche of het bad
dezelfde zal zijn. Op deze manier kan met een lagere instelling
van de temperatuur van het water van de tank voor warm water
voor huishoudelijk gebruik het comfortniveau gelijk blijven, en dit
met een lager energieverbruik.
Als weersafhankelijk verwarmen van water voor
huishoudelijk gebruik is geactiveerd [b-02], wordt de
opslagtemperatuur automatisch ingesteld en heeft de
lokale instelling [b-03] geen belang.
■[b-04] Maximale instelling huishoudelijk warm water tijdens
weersafhankelijk instelpunt huishoudelijk warm water.
Zie bovenstaande figuur.
[C] Temperatuurlimieten uittredend water
De temperatuur uittredend water kan worden beperkt met een
instelpunt om misbruik te voorkomen.
■[C-00] Instelpunt maximum uittredend water setpoint in
verwarmingsmodus.
■[C-01] Instelpunt minimum uittredend water setpoint in
verwarmingsmodus.
■[C-02] Instelpunt maximum uittredend water setpoint in
koelmodus.
■[C-03] Instelpunt minimum uittredend water setpoint in
koelmodus.
■[C-04] Lokale instelling niet beschikbaar.
[d] Retentietijd verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik
De warmtepomp kan alleen werken in ofwel verwarmen van ruimten
ofwel in verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik. Gelijktijdige
werking is niet mogelijk, behalve met besturing met meerdere
instelpunten (zie hoofdstuk "9.8. Besturing met meerdere
instelpunten" op pagina 48 voor meer informatie).
■[d-00] Instelpunt: minimum bedrijfstijd voor verwarmen van
water voor huishoudelijk gebruik
■[d-01] Instelpunt: maximum bedrijfstijd voor verwarmen van
water voor huishoudelijk gebruik
■[d-02] Instelpunt: interval minimum stoptijd voor verwarmen van
water voor huishoudelijk gebruik
Een verandering van de timerwaarden kan invloed hebben op de
verwarmingstimers van het verwarmen van ruimten en het
verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik. De
standaardwaarden worden voorgesteld, maar kunnen worden
veranderd afhankelijk van de volledige systeeminstallatie.
Voor een gedetailleerde verklaring van het gelijktijdig verzoek van
verwarmen van ruimten en verwarmen van water voor huishoudelijk
gebruik, zie hoofdstuk "9.6. Gelijktijdige vraag voor verwarmen van
ruimten en verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik" op
pagina 44.
■[d-03] Instelling niet beschikbaar.
■[d-04] Instelling niet beschikbaar.
T
[b-04]
55°C
A
15°C25°C
AOmgevingstemperatuur
TOpslagtemperatuur warm water voor huishoudelijk gebruik
OPMERKING
Montagehandleiding
42
De maximuminstelling van de temperatuur van het
huishoudelijk warm water kan met de lokale instelling
[b-04] gewijzigd worden. Andere instellingen zijn vast.
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Page 45
[E] Servicestand
■[E-00] Stand vacumeren
Wanneer aftappen/vacumeren van de binnenunit vereist is, kan
de instelling [E-00] worden geactiveerd. Hierdoor wordt de unit
in thermo UIT gedwongen en gaat de expansieklep van het
R134a-circuit van de binnenunit open zodat de unit volledig kan
worden gevacumeerd.
Standaard is [E-00]=0; stel in op 1 om de stand vacumeren te
activeren.
OPMERKING
Vergeet na het vacumeren de lokale instelling
[E-00] niet weer in te stellen op de
standaardwaarde! Zie tevens "11.3. Vacumeren/
aftappen en onderhoudswerkzaamheden langs
de koelmiddelzijde" op pagina 57.
■[E-01] Instelling niet beschikbaar.
■[E-02] Instelling niet beschikbaar.
■[E-03] Instelling niet beschikbaar.
■[E-04] Werking alleen pomp
Het is heel belangrijk dat bij de indienstneming en de installatie
van de unit alle lucht uit het watercircuit wordt verwijderd.
Met deze lokale instelling kan de pomp worden ingeschakeld
zonder de unit te gebruiken. Op deze manier kan de lucht beter
uit het circuit worden verwijderd. De pomp kan met verschillende
snelheden werken:
■ [E-04]=0 normale werking van de unit (standaard)
■ [E-04]=1 lage snelheid pomp
■ [E-04]=2 hoge snelheid pomp
Als u [E-04]=1 of 2 en [6-00]=1 instelt, activeert de unit de
3-wegsklep voor warm water voor huishoudelijk gebruik en
de 3-wegsklep voor verwarming/koeling. Deze functie is
handig om alle lucht uit het systeem te verwijderen (zowel
voor verwarmen van ruimten als voor verwarmen/koelen van
water voor huishoudelijk gebruik).
Voor EKHVMRD:
[E-04]=1 of 2
▼
ruimte-3-wegsklep in stand verwarmen van ruimten
20 minuten pompwerking
als [6-00]=1
▼
10 minuten pompwerking
3-wegsklep in stand warm water voor
huishoudelijk gebruik
[F] Instelling optie
■[F-00] Temperatuurverschil voor uittredend water en retourwater
in stand koeling.
Afhankelijk van de type warmtegenerator in de stand koelen
(ventilatorconvector, vloerverwarming, enz.) kan het verschil in
temperatuur tussen het intredend en het uittredend water in de
koelstand gewijzigd worden door de instelling [F-00] te wijzigen.
Deze instelling is enkel op EKHVMYD-units toepasbaar.
■[F-01]: Instelling niet beschikbaar.
■[F-02]: Instelling warmteterugwinning.
Warmteterugwinning unit = warmteterugwinning via
1 binnenunit (de teruggewonnen energie in koelstand zal
gebruikt worden om huishoudelijk warm water op te warmen).
■ [F-02]=1 warmteterugwinning unit is voor deze unit
toegestaan (standaard)
■ [F-02]=2 geen warmteterugwinning toegestaan voor deze unit
OPMERKING
Warmteterugwinning koeling naar verwarming
wordt bepaald door de logica van de buitenunit.
■[F-03]: Instelling niet beschikbaar.
■[F-04]: Instelling niet beschikbaar.
Voor EKHVMYD:
[E-04]=1 of 2
▼
ruimte-3-wegsklep in stand verwarmen van ruimten
20 minuten pompwerking
als [6-00]=1
▼
10 minuten pompwerking
3-wegsklep in stand warm water voor
huishoudelijk gebruik
▼
3-wegsklep in stand warm water voor huishoudelijk
gebruik en ruimte-3-wegsklep in stand koelen
10 minuten pompwerking
van ruimten
Zie hoofdstuk "10. Eindcontrole en testwerking" op pagina 54 voor
meer informatie.
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Montagehandleiding
43
Page 46
9.6. Gelijktijdige vraag voor verwarmen van ruimten
en verwarmen van water voor huishoudelijk
gebruik
Temperatuurregeling uittredend water afstandsbediening
Wanneer de temperatuur warmhouden is bereikt, bepalen de door de
installateur geprogrammeerde lopende timers of het water in de tank
voor warm water voor huishoudelijk gebruik nog verder wordt
verwarmd tot de opslagtemperatuur.
1Warmhouden
Bij een gelijktijdig verzoek om verwarmen van ruimten en
verwarmen (warmhouden) van water voor huishoudelijk gebruik,
wordt het water voor huishoudelijk gebruik verwarmd tot de
maximum temperatuur warmhouden, waarna het verwarmen
van ruimten weer begint.
D
ON
OFF
G
75°C
J
C
H
B
F
ON
OFF
35°C
A
AWerking
Verwarmen van ruimten
Verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik
BVerzoek thermo aan water voor huishoudelijk gebruik
warmhouden
CTemperatuur tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik
DVerzoek thermo aan uittredend water
FOnderlimiet temperatuur warm water voor
huishoudelijk gebruik
GBovenlimiet temperatuur warm water voor
huishoudelijk gebruik
(maximaal mogelijke opslagtemperatuur) [b-03]
HMinimumtemperatuur warmhouden water voor
huishoudelijk gebruik [b-00]
JMaximumtemperatuur warmhouden water voor
huishoudelijk gebruik [b-01]
ONAAN
OFFUIT
2Opslagwerking
Bij een gelijktijdig verzoek om verwarmen van ruimten en
verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik (opslag), wordt
het water voor huishoudelijk gebruik verwarmd volgens de
lopende timer. Hierna begint het verwarmen van ruimten weer
volgens de lopende timer, waarna het verwarmen van water
voor huishoudelijk gebruik weer begint volgens de lopende
timer. Dit blijft zo lopen tot het opslaginstelpunt is bereikt.
D
ON
OFF
G
75°C
C
J
H
B
F
ON
OFF
35°C
A
3
2
1
AWerking
Verwarmen van ruimten
Verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik
BVerzoek thermo aan opslag warm water voor
huishoudelijk gebruik
CTemperatuur tank voor warm water voor
hu∂ishoudelijk gebruik
DVerzoek thermo aan uittredend water
FOnderlimiet temperatuur warm water voor
huishoudelijk gebruik
GBovenlimiet temperatuur warm water voor
huishoudelijk gebruik
(maximaal mogelijke opslagtemperatuur) [b-03]
HMinimumtemperatuur warmhouden water voor
huishoudelijk gebruik [b-00]
JMaximumtemperatuur warmhouden water voor
huishoudelijk gebruik [b-01]
ONAAN
OFFUIT
1Maximum bedrijfstijd voor verwarmen van water voor
huishoudelijk gebruik
(eerst 30 minuten [d-01])
2Interval minimum stoptijd voor verwarmen van water voor
huishoudelijk gebruik
(eerst 15 minuten [d-02])
3Maximum bedrijfstijd voor verwarmen van water voor
huishoudelijk gebruik
(eerst 30 minuten [d-01])
Montagehandleiding
44
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Page 47
Externe kamerthermostaat
Wanneer de temperatuur warmhouden is bereikt, bepalen de thermovoorwaarden van de externe kamerthermostaat en de door de
installateur geprogrammeerde lopende timers of het water in de tank
voor warm water voor huishoudelijk gebruik nog verder wordt
verwarmd.
1Warmhouden
Bij een gelijktijdig verzoek om verwarmen van ruimten en
verwarmen (warmhouden) van water voor huishoudelijk gebruik,
wordt het water voor huishoudelijk gebruik verwarmd tot de
maximum temperatuur warmhouden, waarna het verwarmen
van ruimten weer begint.
+X°C
E
KK
D
–X°C
ON
OFF
G
L
75°C
J
C
H
B
F
ON
OFF
35°C
A
AWerking
Verwarmen van ruimten
Verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik
BVerzoek thermo aan water voor huishoudelijk gebruik
warmhouden
CTemperatuur tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik
DVerzoek thermo aan kamertemperatuur
EKamertemperatuur afstandsbediening
FOnderlimiet temperatuur warm water voor
huishoudelijk gebruik
GBovenlimiet temperatuur warm water voor
huishoudelijk gebruik
(maximaal mogelijke opslagtemperatuur) [b-03]
HMinimumtemperatuur warmhouden water voor
huishoudelijk gebruik [b-00]
JMaximumtemperatuur warmhouden water voor
huishoudelijk gebruik [b-01]
KInstelpunt externe kamerthermostaat
LHysterese AAN/UIT externe kamerthermostaat
ONAAN
OFFUIT
2Opslagwerking
Bij een gelijktijdig verzoek om verwarmen van ruimten en
verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik (opslag), wordt
het water voor huishoudelijk gebruik verwarmd volgens de
lopende timer. Hierna begint het verwarmen van ruimten weer
volgens de lopende timer, waarna het verwarmen van water
voor huishoudelijk gebruik weer begint volgens de lopende
timer. Dit blijft zo lopen tot het opslaginstelpunt is bereikt.
K
E
K
D
+X°C
–X°C
ON
OFF
G
75°C
C
J
H
B
F
ON
OFF
35°C
A
3
2
1
AWerking
Verwarmen van ruimten
Verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik
BVerzoek thermo aan opslag warm water voor
huishoudelijk gebruik
CTemperatuur tank voor warm water voor huishoudelijk
gebruik
DVerzoek thermo aan kamertemperatuur
EKamertemperatuur afstandsbediening
FOnderlimiet temperatuur warm water voor
huishoudelijk gebruik
GBovenlimiet temperatuur warm water voor
huishoudelijk gebruik
(maximaal mogelijke opslagtemperatuur) [b-03]
1Maximum bedrijfstijd voor verwarmen van water voor
huishoudelijk gebruik
(eerst 30 minuten [d-01])
2Interval minimum stoptijd voor verwarmen van water voor
huishoudelijk gebruik
(eerst 15 minuten [d-02])
3Maximum bedrijfstijd voor verwarmen van water voor
huishoudelijk gebruik
(eerst 30 minuten [d-01])
L
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Montagehandleiding
45
Page 48
Kamertemperatuurregeling afstandsbediening
Wanneer de temperatuur warmhouden is bereikt, bepaalt de
kamerthermostaat van de afstandsbediening of het water in de tank
voor warm water voor huishoudelijk gebruik nog verder tot de
opslagtemperatuur wordt verwarmd om te voorkomen dat de
kamertemperatuur te veel daalt.
1Warmhouden
Bij een gelijktijdig verzoek om verwarmen van ruimten en
verwarmen (warmhouden) van water voor huishoudelijk gebruik,
wordt het water voor huishoudelijk gebruik verwarmd tot de
maximum temperatuur warmhouden, waarna het verwarmen
van ruimten weer begint.
K
+0.5°C
–0.5°C
E
–3.0°C
D
ON
OFF
G
75°C
J
C
H
B
F
ON
OFF
35°C
A
AWerking
Verwarmen van ruimten
Verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik
BVerzoek thermo aan water voor huishoudelijk gebruik
warmhouden
CTemperatuur tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik
DVerzoek thermo aan kamertemperatuur
EKamertemperatuur afstandsbediening
FOnderlimiet temperatuur warm water voor
huishoudelijk gebruik
GBovenlimiet temperatuur warm water voor
huishoudelijk gebruik
(maximaal mogelijke opslagtemperatuur) [b-03]
HMinimumtemperatuur warmhouden water voor
huishoudelijk gebruik [b-00]
JMaximumtemperatuur warmhouden water voor
huishoudelijk gebruik [b-01]
KInstelpunt kamerthermostaat afstandsbediening
ONAAN
OFFUIT
2Opslagwerking
Bij een gelijktijdig verzoek om verwarmen van ruimten en
verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik (opslag), wordt
het water voor huishoudelijk gebruik verwarmd, maar zodra de
kamertemperatuur 3°C onder het instelpunt daalt, wordt het
verwarmen van ruimten gestart tot 0,5°C boven het instelpunt,
waarna het water voor huishoudelijk gebruik opnieuw wordt
verwarmd tot het opslaginstelpunt.
K
+0.5°C
–0.5°C
E
–3.0°C
D
ON
OFF
G
75°C
C
J
H
B
F
ON
OFF
35°C
A
4
13
5
AWerking
Verwarmen van ruimten
Verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik
BVerzoek thermo aan opslag warm water voor
huishoudelijk gebruik
CTemperatuur tank voor warm water voor huishoudelijk
gebruik
DVerzoek thermo aan kamertemperatuur
EKamertemperatuur afstandsbediening
FOnderlimiet temperatuur warm water voor
huishoudelijk gebruik
GBovenlimiet temperatuur warm water voor
huishoudelijk gebruik
(maximaal mogelijke opslagtemperatuur) [b-03]
HMinimumtemperatuur warmhouden water voor
huishoudelijk gebruik [b-00]
JMaximumtemperatuur warmhouden water voor
huishoudelijk gebruik [b-01]
KInstelpunt kamerthermostaat afstandsbediening
ONAAN
OFFUIT
1Minimum bedrijfstijd voor verwarmen van water voor
huishoudelijk gebruik
(eerst 10 minuten [d-00])
2Maximum bedrijfstijd voor verwarmen van water voor
huishoudelijk gebruik
(eerst 30 minuten [d-01])
3Interval minimum stoptijd voor verwarmen van water voor
huishoudelijk gebruik
(eerst 15 minuten [d-02])
4Geen gelijktijdige werking
5Timers voor start verwarmen water voor
huishoudelijk gebruik
6Timer voor start verwarmen van ruimten
(a) De minimum bedrijfstijd geldt alleen wanneer de kamertemperatuur meer
dan 3°C onder het instelpunt ligt en instelpunt J is bereikt.
(b) De maximum bedrijfstijd geldt alleen wanneer de kamertemperatuur meer
dan 0,5°C onder het instelpunt ligt en instelpunt J is bereikt.
6
2
(a)
(b)
Montagehandleiding
46
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Page 49
Gelijktijdige vraag
voor verwarmen van
ruimten en
verwarmen van
water voor
huishoudelijk
gebruik?
Ja (1)
De productie van
warm water voor
huishoudelijk gebruik
begint
Nee
Normale werking
verwarmen van
ruimten of verwarmen
van water voor
huishoudelijk gebruik
Temperatuur warm
water voor
huishoudelijk gebruik
bereikt A=minimum
([b-01]; 55°C)?
Ja
Besturing op basis
van temperatuur
uittredend water?
Nee
Besturing via externe
kamerthermostaat?
Nee
Besturing via
kamerthermostaat
afstandsbediening.
(1) houden verband met elkaar
(2) houden verband met elkaar
(*) Instelpunt opslag kan een automatische waarde zijn als [b-02]=1
NeeDe productie van
Ja
Ja
warm water voor
huishoudelijk gebruik
blijft doorlopen zonder
tijdslimiet tot A is
bereikt.
Instelpunt opslag
[b-03] bereikt? (*)
JaJa (2)
Werking schakelt over
op verwarmen van
ruimten
Instelpunt opslag
[b-03] bereikt? (*)
JaJaNee
Werking schakelt over
op verwarmen van
ruimten
Nee
Nee
Timer [d-01]
(30 minuten)
verlopen? (1)
Werking schakelt
over op
verwarmen van
ruimten
Timer [d-02]
(15minuten)
verlopen? (2)
Ja
Kamertempera-
–3°C?
tuur <T
set
NeeWerking blijft
doorgaan in warm
water voor
huishoudelijk
gebruik
NeeVerwarmen van
NeeTimer [d-01]
ruimten blijft
doorlopen tot timer
afgelopen
(30 minuten)
verlopen? (1)
Werking blijft
doorgaan in warm
water voor
huishoudelijk
gebruik
Nee
Timer [d-00]
(10 minuten)
verlopen? (1)
Ja (2)
Ja
Werking schakelt
over op verwarmen
van ruimten
Ja (2)Verwarmen van
Timer [d-02]
(15 minuten)
verlopen? (2)
Nee
ruimten blijft
doorlopen tot
timer afgelopen
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Montagehandleiding
47
Page 50
9.7. Gelijktijdige vraag voor koelen van ruimten en
verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik
De unit kan gelijktijdig koelen en water voor huishoudelijk gebruik
verwarmen.
Tijdens het koelen wordt energie onttrokken uit de gekoelde motor
omgezet in energie om het water voor huishoudelijk gebruik te
verwarmen. Dit is een terugwinningfunctie, die automatisch door het
systeem wordt geregeld.
Deze warmteterugwinning is enkel mogelijk als warmteterugwinning
toegestaan is (dit betreft een instelling tijdens de montage).
9.8. Besturing met meerdere instelpunten
Om besturing met meerdere instelpunten te gebruiken, is
een temperatuurverlagingsapparaat (TRD) vereist. Het
temperatuurverlagingsapparaat zet de hoge temperatuur intredend
water om in een verlaagde temperatuur uittredend water dat naar het
(de) toestel(len) zal worden gestuurd.
Wanneer temperatuurverlagingsapparaten geïnstalleerd zijn, kan het
systeem worden geconfigureerd voor meerdere instelpunten van
het water.
De instelpunten van het water kunnen worden geselecteerd in functie
van bedrijfspatronen met meerdere instelpunten.
Hieronder vindt u een gedetailleerde verklaring van de 2 mogelijke
patronen.
Besturing met meerdere instelpunten volgens patroon A
Bij normale werking verlopen het verwarmen van water voor
huishoudelijk gebruik en het verwarmen van ruimten gescheiden en
worden zij afwisselend geactiveerd om te voldoen aan een gelijktijdig
verzoek. Patroon A met meerdere instelpunten kan dan worden
geconfigureerd om gelijktijdig verwarmen van water voor
huishoudelijk gebruik en verwarmen van ruimten zonder
onderbreking mogelijk te maken.
Schematisch overzicht:
Ontwerp patroon AKlassiek ontwerp
■Bij het verwarmen van ruimten wordt het water geleverd op
basis van het geselecteerde instelpunt van de watertemperatuur
voor het verwarmen van ruimten. In het warmtewisselaarcircuit
van de tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik moet
een afsluiter (lokale levering) worden geïnstalleerd. De afsluiter
moet gesloten zijn om de tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik te beschermen tegen afkoeling door
tijdens het verwarmen van ruimten water met een lagere
temperatuur door de warmtewisselaar te sturen. Aansluiting en
regeling van deze afsluiter behoren tot de verantwoordelijkheid
van de installateur.
■Tijdens het verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik is
het instelpunt van de watertemperatuur normaal hoger dan het
instelpunt dat gevraagd is bij het verwarmen van ruimten. De
klep die water in de warmtewisselaar van de tank voor warm
water voor huishoudelijk gebruik laat staat open. De
warmtepomp levert water met een hogere temperatuur dan
nodig is voor de productie van het warm water voor
huishoudelijk gebruik. Op dat moment moeten de apparaten met
lagere temperatuur door middel van een
temperatuurverlagingsapparaat worden beschermd tegen het
water met hogere temperatuur.
In de configuratie van patroon A zijn 2 instelpunten voor het
verwarmen van ruimten en één (hetzelfde als in het klassieke
ontwerp) instelpunt voor het verwarmen van water voor huishoudelijk
gebruik mogelijk.
De verzoeksignalen voor het verwarmen van ruimten kunnen op
2 verschillende manier worden geïmplementeerd (keuze van de
installateur):
■statussignaal (actief/niet actief) van het overeenkomstige
temperatuurverlagingsapparaat
A
Space 1Space 2Space 0
OPMERKING
■Als het systeem volgens patroon A is
geconfigureerd, kunnen noch de thermostaatfunctie van de afstandsbediening (standaard UIT
als meerdere instelpunten is geselecteerd), noch
de externe kamerthermostaat (ter vervanging van
de thermostaatfunctie van de afstandsbediening)
worden gebruikt.
■De waarde van de watertemperatuur in de
afstandsbediening wordt genegeerd wanneer
patroon A actief is.
■De installateur moet ervoor zorgen dat er zich
geen ongewenste situaties kunnen voordoen (bijv.
een te hoge watertemperatuur naar de
vloerverwarmingslussen, enz.).
■De installateur moet ervoor zorgen dat het
watercircuit goed uitgebalanceerd is (bijv. bij een
verzoek om warm water voor huishoudelijk
gebruik moet er ook nog voldoende water naar
andere toestellen worden gestuurd, enz.)
■Daikin biedt geen temperatuurverlagingsapparaten aan (TRD). Dit systeem biedt alleen de
mogelijkheid om meerdere instelpunten te
gebruiken.
■Het wordt aanbevolen om de automatische
opslagfunctie voor het verwarmen van water voor
huishoudelijk gebruik alleen te gebruiken in geval
van patroon A (met een hoog instelpunt van de
temperatuur).
Besturing met meerdere instelpunten volgens patroon B
De basisinstelling van patroon B met meerdere instelpunten is
dezelfde als bij een normaal klassiek ontwerp. Dit betekent dat ook
hier het gelijktijdig verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik
en verwarmen van ruimten niet mogelijk is.
Patroon B met meerdere instelpunten is gericht op het verwarmen
van ruimten en maakt het gebruik van meerdere instelpunten
mogelijk in combinatie met de afstandsbediening of een externe
kamerthermostaat.
In de configuratie van patroon B zijn 3 instelpunten voor het
verwarmen van ruimten en 1 instelpunt voor het verwarmen van
water voor huishoudelijk gebruik mogelijk.
TRD
TRD
M
DHW
Binnenunit
DHWTank voor warm water voor huishoudelijk gebruik
TRDTemperatuurverlagingsapparaat
Space 0Ruimte 0
Space 1Ruimte 1
Space 2Ruimte 2
Nivelleringsreservoir
AKlassieke besturing met kamerthermostaat met
kamerthermostaatfunctie van afstandsbediening
en externe kamerthermostaat
Aangezien ruimte 0 zonder temperatuurverlagingsapparaat werkt
(TRD), moet zij altijd gekoppeld worden aan het hoogste instelpunt
van de watertemperatuur en kan zij door de thermostaatfunctie van
de afstandsbediening of de externe kamerthermostaat worden
gestuurd. De instellingen voor ruimte 0 kunnen op de
afstandsbediening worden gemaakt (dezelfde als bij normale
(1)
werking
).
De elektrische aansluitingen op de unit moeten worden uitgevoerd op
de vraag-printplaat in optie.
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
(1) Wanneer voor de instelling van ruimte 0 de automatische
weersafhankelijke functie wordt gebruikt, moet u erop letten dat de laagst
mogelijke temperatuur van het variabele instelpunt van ruimte 0 (inclusief
de mogelijke negatieve omschakelwaarde) hoger is dan het instelpunt van
de temperatuur van ruimten 1 en 2.
Dit betekent dat lokale instelling [3-03] van ruimte 0 hoger moet zijn dan
het instelpunt van de temperatuur van ruimten 1 en 2.
Montagehandleiding
49
Page 52
Patroon B wordt geconfigureerd door middel van lokale
instellingen:
Patroon B kan ook worden gebruikt voor primair multi-zoning (als alle
instelpunten van temperaturen dezelfde zijn, is geen
temperatuurverlagingsapparaat (TRD) vereist).
Meerdere thermo AAN-signalen voor 3 kamers kunnen worden
gegenereerd. Thermo UIT-signalen zijn alleen geldig als alle
verzoeken UIT zijn.
OPMERKING
■Besturing op uittredend water is niet toegelaten
voor patroon B.
■De installateur moet ervoor zorgen dat er zich
geen ongewenste situaties kunnen voordoen (bijv.
een te hoge watertemperatuur naar de
vloerverwarmingslussen, enz.).
■De installateur moet ervoor zorgen dat het
watercircuit goed uitgebalanceerd is (bijv. bij een
verzoek om warm water voor huishoudelijk
gebruik moet er ook nog voldoende water naar
andere toestellen worden gestuurd, enz.)
■Daikin biedt geen temperatuurverlagingsapparaten
aan (TRD). Dit systeem biedt alleen de
mogelijkheid om meerdere instelpunten te
gebruiken.
■Wanneer ruimte 0 in thermo UIT staat, maar
ruimte 1 of 2 actief zijn, krijgt ruimte 0 water met
een temperatuur die gelijk is aan het hoogste
instelpunt van ruimte 1 en 2.
Dit kan ertoe leiden dat ruimte 0 ongewenst
verwarmd wordt.
Montagehandleiding
50
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Page 53
9.9. Tabel lokale instellingen
Instelling installateur verschilt
Eerste
Tweede
code
code
Naam instelling
0Instelling afstandsbediening
00Gebruikersniveau22~31—
01Compensatiewaarde kamertemperatuur0–5~50,5°C
02Niet van toepassing. Verander de
standaardwaarde niet.
03Status: stand weektimer verwarmen van ruimten
Methode 1=1 / Methode 2=0
04Status: stand weektimer koelen van ruimten
Methode 1=1 / Methode 2=0
1Timing automatische opslag voor verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik
dRetentietijden verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik
00Instelpunt: minimumtijd voor verwarmen van water
voor huishoudelijk gebruik
01Instelpunt: maximumtijd voor verwarmen van
water voor huishoudelijk gebruik
02Instelpunt: interval minimum stoptijd voor
verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik
03Niet van toepassing. Verander de
standaardwaarde niet.
04Niet van toepassing. Verander de
standaardwaarde niet.
105~201—
3010~605—
155~305—
15———
40———
Montagehandleiding
52
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Page 55
Instelling installateur verschilt
Eerste
code
Tweede
code
Naam instelling
van standaardwaarde
Standaard
waarde
BereikStapUnitDatumWaardeDatumWaarde
EServicestand
00Stand vacumeren R134a00/1——
01Niet van toepassing. Verander de
standaardwaarde niet.
02Niet van toepassing. Verander de
standaardwaarde niet.
03Niet van toepassing. Verander de
standaardwaarde niet.
0———
0———
1———
04Werking alleen pomp00~21—
FVervolg instelling opties
00Instelpunt: vereist temperatuurverschil voor
uittredend water en retourwater voor koeling
01Niet van toepassing. Verander de
standaardwaarde niet.
55~151°C
0———
02Toelating warmteterugwinning10~21—
03Niet van toepassing. Verander de
standaardwaarde niet.
04Niet van toepassing. Verander de
standaardwaarde niet.
10———
50———
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Montagehandleiding
53
Page 56
10. EINDCONTROLEENTESTWERKING
10.3. De binnenunits individueel proefdraaien
10.1. Eindcontrole
Lees de volgende punten vooraleer u de unit inschakelt:
■Controleer of alle panelen van de unit gesloten zijn nadat de
volledige installatie en alle vereiste instellingen zijn gebeurd. Als
dit niet het geval is, kunt u ernstige letsels oplopen door
elektrische en warme onderdelen binnenin de unit als u uw hand
in een opening zou steken.
■Het servicepaneel van de schakelkast mag enkel worden
geopend voor onderhoud door een erkend elektricien.
Voer een pompwerking uit zoals hierna beschreven om de meeste
lucht uit het systeem te verwijderen:
1Verander lokale instelling [E-04]
De standaardwaarde is 0.
■ Wanneer u de instelling verandert in 1, draait de pomp met
lage snelheid (alleen de pomp - de unit draait niet).
■ Wanneer u de lokale instelling verandert in 2, draait de pomp
met hoge snelheid.
2Verander de lokale instelling weer in 0 zodra het ontluchten
voltooid is.
De installateur is verantwoordelijk voor het ontluchten van de unit en
het systeem.
OPMERKING
■Controleer of alle afsluiters open zijn. (Raadpleeg de methode
■Controleer of alle waterkranen open zijn.
Wanneer er thermostatische radiatorkranen zijn
geïnstalleerd, moeten al deze kranen open staan bij
het ontluchten.
voor vacumeren van de buitenunit).
De elektrische voeding voor multibewoners controleren
Schakel de elektrische voeding van de binnenunit uit. Indien de
elektrische voeding voor multibewoners werd geplaatst, zal de
afstandsbediening blijven werken. Controleer of de afstandsbediening nog steeds werkt 15 seconden na de elektrische voeding
uitgeschakeld te hebben.
10.2. Het systeem proefdraaien
Vooraleer u de werking van elke binnenunit afzonderlijk test, dient u
eerst het systeem te laten proefdraaien. Het systeem proefdraaien
wordt uitgelegd in de montagehandleiding van de buitenunit. Het
betreft een automatisch proefdraaien die langer dan 1 uur kan duren.
Nadat het systeem werd proefgedraaid, kan individueel worden
proefgedraaid zoals beschreven in "10.3. De binnenunits individueel
proefdraaien" op pagina 54. Tijdens dit proefdraaien dient de
installateur de aangegeven punten te controleren.
OPMERKING
De installateur is verplicht om de goede werking van de binnen- en
de buitenunit te controleren na de installatie. Hiervoor moet een
proefdraaien worden uitgevoerd volgens de hierna beschreven
procedures. De goede werking van het verwarmen van ruimten en
verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik kan op elk moment
worden gecontroleerd.
OPMERKING
Wanneer de binnenunits en de buitenunit voor het
eerst worden aangezet, worden ze geïnitialiseerd.
Dit duurt maximaal 12 minuten.
Wanneer u tijdens de initialisering de
afstandsbediening gebruikt, kan een storingscode (UH)
verschijnen op het scherm.
■Bij de eerste keer opstarten van de unit (de eerste
48 uur dat de compressor draait), kan het
gebeuren dat het geluidsniveau van de unit hoger
is dan vermeld in de technische specificaties. Dit
is niet abnormaal.
■De unit kan alleen in de stand verwarmen van
ruimten opstarten wanneer de omgevingstemperatuur buiten lager dan 20°C is. Zie "[9-02]
Thermo AAN/UIT" op pagina 41 voor informatie
over het verhogen van deze temperatuurlimiet.
Stand temperatuuruitlezing
De actuele temperaturen kunnen op de afstandsbediening worden
weergegeven.
1Houd de -knop 5 seconden ingedrukt.
De temperatuur uittredend water wordt weergegeven
(symbolen en en knipperen).
2Met de - en -knop stelt u de weergave in van:
■ De temperatuur intredend water (symbolen en en
knipperen langzaam).
■ De binnentemperatuur (symbolen en knipperen).
■ De buitentemperatuur (symbolen en knipperen).
■ De temperatuur van het water in de tank voor warm water
voor huishoudelijk gebruik (symbolen en knipperen).
3Druk opnieuw op de -knop om deze stand af te sluiten. Als u
op geen knop drukt, verlaat de afstandsbediening na
10 seconden de weergavestand.
Procedure voor verwarmen/koelen van ruimten
1Controleer de temperatuur uittredend water en intredend water
aan de hand van de uitleesstand van de afstandsbediening en
schrijf de aangegeven waarden op. Zie "Stand
temperatuuruitlezing" op pagina 54.
2Selecteer de stand: verwarming of koeling.
3Druk 4 keer op de -knop zodat het -symbool op het
display verschijnt.
4Voer de test als volgt uit (wanneer niets wordt gedaan keert de
gebruikersinterface terug naar de normale stand na
10 seconden of door één keer op de -knop te drukken):
Om het verwarmen/koelen van ruimten te testen, druk op
de -knop om de testwerking te starten.
5De testwerking wordt automatisch beëindigd na 30 minuten of
zodra de ingestelde temperatuur is bereikt. De testwerking kan
manueel worden gestopt door één keer op de -knop te
drukken. In geval van verkeerde aansluitingen of storingen,
verschijnt een storingscode op het display van de
gebruikersinterface. Anders herneemt de gebruikersinterface de
normale werking.
Montagehandleiding
54
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Page 57
6Voor het verhelpen van de storingscodes, zie
C–
"12.5. Storingscodes" op pagina 60.
7Controleer de temperatuur uittredend water en intredend water
aan de hand van de uitleesstand van de afstandsbediening en
vergelijk ze met de waarden die u in stap 1 hebt opgeschreven.
Na 20 minuten moet een verhoging/verlaging van de waarden
bevestigen dat het verwarmen/koelen van ruimten werkt.
11.1. Wat te doen bij onderhoud
GEVAAR: ELEKTRISCHE SCHOK
Zie "2. Algemene veiligheidsvoorschriften" op pagina 2.
WAARSCHUWING: ELEKTRISCHE SCHOK
OPMERKING
OPMERKING
Druk één keer op de -knop om de laatst verholpen
storingscode op het display weer te geven. Druk dan
4 keer op de -knop om terug te keren naar de
normale werkingsstand.
De testwerking is niet mogelijk tijdens een gedwongen
werking van de buitenunit. Als tijdens een testwerking
een gedwongen werking wordt gestart, wordt de
testwerking afgebroken.
Procedure voor verwarmen van water voor huishoudelijk
gebruik
1Controleer de temperatuur van het water in de tank voor warm
water voor huishoudelijk gebruik aan de hand van de
uitleesstand van de afstandsbediening. Zie "Stand
temperatuuruitlezing" op pagina 54.
2Druk gedurende 5 seconden op de -knop.
Het symbool begint te knipperen met een interval van
1 seconde.
3Laat de unit 20 minuten draaien en controleer de temperatuur
van het water in de tank voor warm water voor huishoudelijk
gebruik opnieuw op de afstandsbediening.
Een verhoging van de waarde met 5°C bevestigt het verwarmen
van water voor huishoudelijk gebruik.
4De werking stopt als de opslagtemperatuur van de tank is
bereikt.
■Vooraleer een onderhoud of herstelling uit te voeren
moet u steeds de hoofdschakelaar op het
voedingspaneel uitschakelen, de zekeringen
verwijderen of de beveiligingen van de unit openen.
■Controleer of de stroomvoorziening van de buitenunit
ook is uitgeschakeld voordat u begint met
onderhouds- of reparatiewerkzaamheden.
■Vooraleer onderhouds- of reparatiewerkzaamheden
uit te voeren, schakel steeds eerst de elektrische
voeding voor multibewoners uit.
■Raak onderdelen die onder stroom staan minstens
10 minuten na het uitschakelen van de voeding niet
aan wegens het risico op hoogspanning.
■Meet verder de punten zoals afgebeeld in figuur
hieronder met een tester en controleer of de spanning
van de condensator in het hoofdcircuit niet meer dan
50 V DC bedraagt.
11. ONDERHOUDENSERVICE
Om een optimale werking van de unit te verzekeren moet u op
geregelde tijdstippen de unit en de lokale bedrading controleren.
Dit onderhoud moet worden uitgevoerd door uw plaatselijke
installateur.
Om de hierna beschreven
onderhoudsactiviteiten uit te
voeren moet alleen het voorste
sierpaneel worden verwijderd.
Verwijder de 2 onderste schroeven
en haak dan het voorste sierpaneel
los om het weg te nemen.
2x
C+C+C+
C–
C–
■Vergeet niet dat sommige delen van de elektronische
componentenkast heel heet zijn.
■Zorg dat u geen geleidend deel aanraakt.
■Spoel de binnenunit niet af. Dit kan kortsluiting of
brand veroorzaken.
Houd het veilig!
Raak vóór het onderhoud een metalen deel aan met de
hand (bijvoorbeeld de afsluiter) om de statische elektriciteit
van uw lichaam te ontladen, en zo de printkaart te
beschermen.
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Montagehandleiding
55
Page 58
Controles
De beschreven controles moeten minstens één keer per jaar door
bevoegd personeel worden uitgevoerd.
1Slang drukveiligheidsklep
Controleer of de slang van de drukveiligheidsklep goed ligt om
het water af te laten.
2Waterdrukveiligheidsklep
Controleer de goede werking van de drukveiligheidsklep door de
rode knop op de klep linksom te draaien:
■ Hoort u geen klakkend geluid, neem dan contact op met uw
plaatselijke verdeler.
■ Als het water uit de unit blijft vloeien, dient u de afsluiters van
zowel de waterinlaat als -uitlaat eerst te sluiten en dan
contact met uw plaatselijke verdeler op te nemen.
3Schakelkast binnenunit
Voer een grondige visuele controle uit van de schakelkast en
zoek naar voor de hand liggende gebreken zoals losse
aansluitingen of foute bedrading.
4Waterdruk
Controleer of de waterdruk meer dan 1 bar bedraagt.
Vul water bij indien nodig.
5Waterfilter
Maak het waterfilter schoon.
11.2. Belangrijke informatie over het gebruikte
koelmiddel
Dit product bevat gefluoreerde broeikasgassen. Laat geen gassen
vrij in de atmosfeer.
Koelmiddeltype:R134a
(1)
GWP
waarde:1430
(1)
GWP = Global Warming Potential (globaal opwarmingspotentieel)
OPMERKING
De nationale implementatie van de EU-reglementering
betreffende bepaalde gefluoreerde broeikasgassen
kan vereisen dat alles in de van kracht zijnde nationale
taal op de unit wordt voorzien. Om deze reden wordt
een bijkomend meertalig label voor gefluoreerde
broeikasgassen met de unit meegeleverd.
De kleefinstructies worden achteraan dit label
getoond.
Montagehandleiding
56
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Page 59
11.3. Vacumeren/aftappen en onderhoudswerkzaamheden langs de koelmiddelzijde
Deze flowchart toont de uit te voeren hoofdpunten en belangrijkste handelingen tijdens het vacumeren/aftappen van het systeem. Indien
bepaalde op de flowchart uitgelegde instellingen en handelingen niet gevolgd worden, kan de unit slecht beginnen werken omdat deze slecht
werd gevacumeerd/afgetapt. Neem contact op met uw plaatselijke verdeler indien er problemen zouden voorkomen.
Heeft de R134a-
kring een
onderhoudsbeurt
nodig?
Nee
Heeft de R410A-
kring een
onderhoudsbeurt
nodig?
Ja
Eerste installatie
JaJa
De binnenunit was
onder spanning?
JaJaJa
JaBinnenunitinstelling
[E-00]=1 om
elektronische
expansieklep
te openen
Nee
Andere binnen of
buitenunit(s) waren
onder spanning?
Start aftappen/
vacumeren van
R134a-kring
Nee
NeeOpen afsluiter
binnenunits
(a)
. R410A-
(2)
vacumeren
lokale leidingen
& binnenunit kan
starten
Onderhoud
Compleet
binnensysteem
R410A-kring?
Nee
1 binnenunit?
Sluit afsluiter van
deze binnenunit
(a)
(2)
Kranen op R410A-
kring moeten
geopend worden.
Pas lokale instelling
2-21 buitenunit
toe (zie
montagehandleiding
van buitenunit)
Open afsluiter (2)
binnenunits. R410A-
(a)
vacumeren lokale
leidingen &
binnenunit kan
starten
Ja
Lokale leidingen +
binnen +
buitenunit(s)?
Pas lokale
instelling 2-21
buitenunit toe
(zie montage-
handleiding van
buitenunit)
Nee
Open alle
afsluiters (1)
(a)
en (2)
Pas lokale
Lokale leidingen
alleen + binnenunit
Start aftappen +
meet afgetapte
hoeveelheid
R410A
instelling 2-21
buitenunit toe
(zie montage-
handleiding van
Sluit afsluiter
buitenunit (1)
(a)
Onderhoud
buitenunit)
Open afsluiter
binnenunit (2)
(a)
Pas lokale
instelling 2-21
buitenunit toe (zie
montagehandleidin
g van buitenunit)
.
Start vacumeren
Vul systeem
opnieuw met
gemeten
hoeveelheid
R410A
Annuleer lokale
instelling 2-21
buitenunit
(zie montage-
handleiding van
buitenunit)
(a) (1) en (2) verwijzen naar de legende van de figuur in volgend hoofdstuk "Overzicht van het systeem" op pagina 58.
Overzicht aftappen/vacumeren voor het onderhoud van
1 binnenunit (aansluitingen R410A-kring)
1
VACU
12.2. Openen van de unit
■Om toegang te verschaffen
tot de ontluchtingskraan,
thermische beveiliging,
3-wegsklep, thermistoren,
lokale bedradingskanaal,...
kan het bovenste sierpaneel
van de unit worden verwijderd
door de 2 schroeven aan de
achterkant los te draaien en
dan het paneel los te haken.
Beide aflaatplaten kunnen
worden verwijderd.
■De volledige schakelkast kan
uit de unit worden verwijderd
zodat de binnenunit aan de
voorkant toegankelijk wordt.
1Verwijder de 2 onderste
schroeven en haak dan het
voorste sierpaneel los om het
weg te nemen.
In dit onderdeel wordt nuttige informatie gegeven over het opsporen
en oplossen van bepaalde storingen die in de unit kunnen
voorkomen.
Dit opsporen van en oplossen van problemen mag alleen door uw
plaatselijke installateur worden uitgevoerd.
12.1. Algemene richtlijnen
Voer altijd eerst een grondige visuele controle uit van de unit en zoek
naar voor de hand liggende gebreken zoals losse aansluitingen of
foute bedrading vooraleer te beginnen met de procedure voor het
opsporen en verhelpen van storingen.
Schakel steeds de hoofdschakelaar van de unit uit
vooraleer u het voedingspaneel of de schakelkast
controleert.
Als een beveiliging geactiveerd is, moet u de unit uitschakelen en
nagaan waarom de beveiliging is geactiveerd vooraleer ze te
resetten. De beveiligingen mogen onder geen beding worden
overbrugd of op een andere waarde worden ingesteld dan deze van
de fabrieksinstelling. Raadpleeg uw plaatselijke verdeler als u de
oorzaak van de storing niet kunt vinden
Als de drukveiligheidsklep niet goed werkt en moet worden
vervangen, moet u de slang van de drukveiligheidsklep altijd weer
aansluiten om te voorkomen dat water uit de unit druppelt!
.
2Draai daartoe de schroeven op de voorkant los en haak de
volledige schakelkast los.
Schakel alle voedingen uit – d.w.z. ook die van de
buitenunit, enz., ... – voordat u het servicedeksel van
de schakelkast verwijdert.
U kunt de schakelkast nu net voor de binnenunit plaatsen. De
compressorkabel aan de achterkant van de unit kan worden
losgemaakt zodat u de schakelkast verder van de unit kunt
plaatsen.
1
4x
1
2
4
2
1
MAX.
15 cm
1
3
5
■Maak het deksel altijd vast met de schroeven
wanneer u de schakelkast hebt verwijderd.
■Onderdelen in de unit kunnen heel warm zijn.
Gevaar voor brandwonden!
■Zorg ervoor dat alle voedingen zijn uitgeschakeld
voordat u de schakelkast uit de unit verwijdert.
Montagehandleiding
58
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Page 61
12.3. Het systeem aflaten
12.4. Algemene symptomen
Voor EKHVMRD
Indien aflaten nodig is, koppel dan zoals beschreven in onderstaande
figuur de aflaatslang (2) op de aflaatkraan (1) en open deaflaatkraan (1).
1
2
Voor EKHVMYD
Om het systeem af te laten, koppel zoals beschreven in
onderstaande figuur de aflaatslang (3) op de aflaatbak (2). Open de
aflaatstoppen (1) en laat het water in de aflaatbak (2) stromen.
1
1
Symptoom 1: De unit is ingeschakeld (-led brandt) maar de unit
verwarmt niet zoals het hoort
MOGELIJKEOORZAKENWATTEDOEN
De temperatuurinstelling is niet
correct.
Er is te weinig waterstroming.• Controleer of alle afsluiters van
Het watervolume in de installatie is
te laag.
Opslagcapaciteit• Controleer of de koelventilator aan
Symptoom 2: De pomp maakt lawaai (cavitatie)
MOGELIJKEOORZAKENWATTEDOEN
Er zit lucht in het systeem.Ontlucht het systeem.
De waterdruk aan de pompinlaat is
te laag.
Controleer het instelpunt van de
controller.
het watercircuit helemaal
openstaan.
• Controleer of het waterfilter moet
gereinigd worden.
• Controleer of er geen lucht in het
systeem zit (ontlucht).
• Controleer op de manometer of er
voldoende waterdruk is. De
waterdruk moet >0,3 bar (water is
koud) bedragen, >>0,3 bar (water
is warm).
• Controleer of het expansievat niet
defect is.
Controleer of het watervolume in
de installatie boven de minimaal
vereiste waarde ligt (zie "Controle
van het watervolume en de voordruk
in het expansievat" op pagina 27).
de achterkant van de schakelkast
goed werkt.
• Controleer of de unit niet in een te
warme plaats geïnstalleerd is
(>30°C).
• Controleer op de manometer of
er voldoende waterdruk is. De
waterdruk moet >0,3 bar (water is
koud) bedragen, >>0,3 bar (water
is warm).
• Controleer of de manometer niet
defect is.
• Controleer of het expansievat niet
defect is.
• Controleer of de voordruk van het
expansievat correct is ingesteld
(zie "De vooraf ingestelde druk
van het expansievat instellen" op
pagina 28).
Symptoom 3: Waterdrukveiligheidsklep gaat open
2
3
MOGELIJKEOORZAKENWATTEDOEN
Het expansievat is defect.Vervang het expansievat.
Het watervolume in de installatie
is te groot.
Symptoom 4: De waterdrukveiligheidsklep lekt
MOGELIJKEOORZAKENWATTEDOEN
Vuil blokkeert de uitgang van de
veiligheidsklep van de waterdruk.
Symptoom 5: Op de gebruikersinterface verschijnt ""
wanneer u op bepaalde knoppen drukt
MOGELIJKEOORZAKENWATTEDOEN
Het huidige gebruikersniveau laat
niet toe dat deze knoppen worden
gebruikt.
Controleer of het watervolume in de
installatie onder de maximaal
toegelaten waarde ligt (zie "Controle
van het watervolume en de voordruk
in het expansievat" op pagina 27).
Controleer de goede werking van de
drukveiligheidsklep door de rode
knop op de klep linksom te draaien:
• Hoort u geen klakkend geluid,
neem dan contact op met uw
plaatselijke verdeler.
• Als het water uit de unit blijft
vloeien, dient u de afsluiters van
zowel de waterinlaat als -uitlaat
eerst te sluiten en dan contact met
uw plaatselijke verdeler op te
nemen.
Verander de lokale instelling van het
"gebruikersniveau" [0-00]. Zie
"Lokale instellingen" in de
gebruiksaanwijzing.
EKHVMRD50+80ABV1 + EKHVMYD50+80ABV1
Daikin Altherma binnenunit
4P404420-3 – 2015.04
Montagehandleiding
59
Page 62
Symptoom 6: Onvoldoende capaciteit voor verwarmen van ruimten bij
lage buitentemperaturen
MOGELIJKEOORZAKENWATTEDOEN
Werking backupverwarming is niet
geactiveerd (geldt alleen voor
installaties met backupverwarming).
Controleer of de lokale instelling van
de "bedrijfsstatus verwarmingskit"
[6-02] is ingeschakeld. Zie "Lokale
instellingen" in de
gebruiksaanwijzing.
12.5. Storingscodes
Wanneer een beveiliging is geactiveerd, knippert de led van de
gebruikersinterface en verschijnt een storingscode op het display.
De onderstaande tabel bevat een lijst met storingen en maatregelen
om deze te verhelpen.
Druk op de -knop om de veiligheid te resetten.
Als deze procedure voor het resetten van de beveiliging niet slaagt,
neemt u contact op met uw plaatselijke dealer.
Voor andere storingscodes die kunnen verschijnen tijdens het
proefdraaien of de werking van het systeem, zie de
montagehandleiding van de buitenunit.
Storings
code
A1Fout bij schrijven naar
A6Storing van pomp in
A9Fout R410A-expansieklep
AAFout thermische beveiliging
AEWaarschuwing
AJ
C1
C4Fout R410A-
C5Fout thermistor tank voor
C9Fout retourwaterthermistor
CAFout thermistor uittredend
CEFout thermistor uittredend
CJFout thermistor thermostaat
E1Fout printplaat compressorNeem contact op met uw