Eisen bij het ontmantelen................................................................ 10
INLEIDING
■Gebruik dit systeem alleen in combinatie met een
lokaal geleverde luchtbehandelingsunit. Sluit dit
systeem niet aan op andere toestellen.
■Alleen optionele bedieningen die voorkomen in de lijst
met optionele accessoires kunnen worden gebruikt.
VOORAFGAANDAANDEINSTALLATIE
Het systeem werkt als een standaard binnenunit om de
kamertemperatuur te regelen. Dit systeem vereist geen specifieke
externe besturing, maar houd wel rekening met de volgende punten.
■Aansluitingen van meerdere buitenunits zijn niet toegelaten in 1
koelmiddelsysteem.
■De automatische koelmiddelvul- en lekdetectiefuncties zijn niet
mogelijk wanneer de EKEQMCB wordt gebruikt.
■De fabrikant van deze buitenunit is beperkt aansprakelijk voor de
totale capaciteit van het systeem omdat de prestaties bepaald
worden door het volledige systeem. De uitgeblazen lucht kan
variëren naar gelang de geselecteerde luchtbehandelingsunit en
de configuratie van de installatie.
■Sluit het systeem NIET aan op DIII-net-toestellen:
LEES DEZE INSTRUCTIES ZORGVULDIG VOOR DE
MONTAGE EN HET GEBRUIK.
EEN VERKEERDE INSTALLATIE OF BEVESTIGING VAN
APPARATUUR OF TOEBEHOREN KAN EEN ELEKTRISCHE SCHOK, KORTSLUITING, LEKKEN, BRAND
OF ANDERE SCHADE AAN DE APPARATUUR VEROORZAKEN. LAAT DAAROM UITSLUITEND DAIKINTOEBEHOREN DIE SPECIAAL ONTWORPEN ZIJN
VOOR GEBRUIK MET DE UITRUSTING MONTEREN
DOOR EEN VAKMAN.
RAADPLEEG BIJ TWIJFEL OVER DE MONTAGEPROCEDURE OF HET GEBRUIK UW VERDELER VAN
DAIKIN-PRODUCTEN VOOR ADVIES EN INFORMATIE.
De Engelse tekst is de oorspronkelijke versie. Andere talen zijn
vertalingen van de oorspronkelijke instructies.
Anders kan dit leiden tot storingen of een defect van het
volledige systeem.
■Deze apparatuur is niet ontworpen voor koeltoepassingen het
hele jaar door bij een lage binnenvochtigheidsgraad, zoals bijv.
in ruimten voor elektronische gegevensverwerking.
■Dit apparaat is niet bedoeld voor gebruik door personen,
inclusief kinderen, met verminderde fysieke, zintuiglijke of
mentale mogelijkheden, of met een gebrek aan ervaring en
kennis, tenzij zij onderricht zijn in het gebruik van het apparaat
door een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Zie erop toe dat kinderen niet met het apparaat spelen.
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
1
Optiekit voor combinatie van condensorunits van Daikin
met lokaal geleverde luchtbehandelingsunits
4PW52447-1A – 07.2010
EKEQMCBV3
Page 5
MONTAGE
■Zie de installatiehandleiding van de luchtbehandelingsunit voor
installatie van de luchtbehandelingsunit.
■Gebruik de airconditioner nooit zonder uitblaasleidingthermistor
(R3T), aanzuigleidingthermistor (R2T) en druksensoren
(S1NPH, S1NPL). Anders kan de compressor doorbranden.
■De apparatuur is niet bedoeld voor gebruik in een omgeving met
ontploffingsgevaar.
ACCESSOIRES
Aantal
Thermistor (R1T)1
Thermistor (R3T/R2T)
(2,5 m kabel)
Isolatieplaat2
Rubberplaat2
Draad-op-draad
koppelverbinding
Montagehandleiding en
gebruiksaanwijzing
Moer van schroefbout9
Kabelbinder6
Adapter van
capaciteitsinstelling
Stopper (afsluitdeksel)1
Verplicht accessoire
EKEQMCB
ExpansieklepkitEKEXV
Zie hoofdstuk "Montage van de klepkit" op pagina 5 voor montage-
instructies.
Opties
Afstandsbediening1
2
6
1
8
EKEQMCB
VOORAFGAANDAANDEINSTALLATIE
■Zie de montagehandleiding van de buitenunit voor meer
informatie over koelmiddelleidingen, bijvullen van koelmiddel en
bedrading tussen units.
Aangezien de ontwerpdruk 4 MPa of 40 bar bedraagt,
kunnen dikkere leidingen vereist zijn. Raadpleeg "Keuze
van het leidingmateriaal" op pagina 4.
■Voorzorgsmaatregelen voor R410A
■ Voor het koelmiddel moeten strikte voorzorgsmaatregelen
worden genomen om het systeem schoon, droog en
afgedicht te houden.
- Schoon en droog
Voorkom dat vreemd materiaal (zoals minerale olie of
vocht) in het systeem terechtkomt.
- Afgedicht
Raadpleeg daartoe aandachtig het hoofdstuk "Installatie
van de leidingen" op pagina 4 en volg nauwgezet de
procedures.
■ Omdat R410A een gemengd koelmiddel is, moet eventueel
benodigd extra koelmiddel in vloeibare vorm worden
geladen. (Als het koelmiddel zich in een toestand van gas
bevindt, verandert de samenstelling en zal het systeem niet
naar behoren functioneren.)
■ De aangesloten luchtbehandelingsunits moeten voorzien zijn
van warmtewisselaars die speciaal ontworpen zijn voor R410A.
Voorzorgsmaatregelen voor keuze van de
luchtbehandelingsunit
Kies de luchtbehandelingsunit (lokale levering) op basis van de in in
Tabel 1 vermelde technische gegevens en beperkingen.
De levensduur van de buitenunit, het bedieningsbereik of de betrouwbaarheid van de werking kunnen worden beïnvloed als u deze
beperkingen niet in acht neemt.
Deze besturingskast kan alleen in warmtepomptoepassingen worden
gebruikt.
OPMERKING
■Zie de specificaties van de buitenunit voor het
maximum aantal binnenunits.
■Als de totale capaciteit van de aangesloten
binnenunits groter is dan de capaciteit van de
buitenunit, kunnen de koel- en verwarmprestaties
afnemen wanneer de binnenunits worden gebruikt.
Zie het deel over prestatiekenmerken in het
Engineering Data Book voor details.
■De capaciteitsklasse van de luchtbehandelingsunit wordt bepaald door de keuze van de
expansieklepkit volgens Tabel 1.
Aanzuigtemperatuur
verdamping (SST) bij
koeling = 6°C
Luchttemperatuur
= 27°C DB/19°C NB
Superheat (SH) = 5 KSubcool (SC) = 3 K
verwarmingscapaciteit van
warmtewisselaar (kW)
Aanzuigtemperatuur
verdamping (SST) bij
verwarming = 46°C
Luchttemperatuur
= 20°C DB
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
2
Page 6
1De luchtbehandelingsunit kan als een standaard binnenunit
worden aangesloten op de buitenunit. De beperkingen inzake
aansluitingen worden bepaald door de buitenunit.
Wanneer de EKEQMCB-besturingskast wordt
aangesloten gelden nog bijkomende beperkingen.
Deze vindt u in het technische databoek van de
EKEQMCB en in deze handleiding.
2Keuze van de expansieklep
De overeenkomstige expansieklep moet voor uw luchtbehandelingsunit worden geselecteerd. Selecteer de
expansieklep volgens de hiervoor beschreven beperkingen.
OPMERKING
■De expansieklep is een elektronische klep die
wordt gestuurd door de thermistors die in het
circuit zijn toegevoegd. Elke expansieklep kan
een reeks luchtbehandelingsunits met een
bepaalde capaciteit besturen.
■De geselecteerde luchtbehandelingsunit moet
ontworpen zijn voor R410A.
■Voorkom dat vreemde stoffen (met inbegrip
van mineraaloliën of vocht) in het systeem
worden gemengd.
■SST: verzadigde zuigtemperatuur bij het
verlaten van de luchtbehandelingsunit.
3Keuze van de adapter van de capaciteitsinstelling (zie
accessoires)
■ De overeenkomstige adapter van de capaciteitsinstelling
moet worden geselecteerd naar gelang van de expansieklep.
■ Sluit de goede geselecteerde adapter van de capaciteitsinstelling aan op X24A (A1P). (Raadpleeg afbeelding 3)
Label adapter
van
capaciteits-
instelling
EKEXV-kit
50J56125J140
63J71140J160
80J90200J224
100J112250J280
(aanduiding)
EKEXV-kit
Label adapter
van
capaciteits-
instelling
(aanduiding)
Let tijdens de constructie speciaal op de volgende
punten en controleer na montage
KEUZEVANDEMONTAGEPLAATS
Dit is een klasse A-product. In een residentiële omgeving kan dit
product radiostoringen veroorzaken, en dan moet de gebruiker de
gepaste maatregelen treffen.
Kies een montageplaats waar aan de volgende voorwaarden wordt
voldaan en waar de klant het mee eens is:
■De optiekasten (expansieklep en elektrische besturingskast)
kunnen binnen en buiten worden gemonteerd).
■Monteer de optiekasten niet in of op de buitenunit.
■Plaats de optiekasten niet in rechtstreeks zonlicht. Rechtstreeks
zonlicht verhoogt de temperatuur in de optiekasten en kan de
levensduur verkorten en invloed hebben op de werking.
■Kies een vlak en sterk montageoppervlak.
■Bedrijfstemperatuur van de besturingskast is tussen –10°C en
40°C.
■Houd de ruimte voor de kasten vrij voor later onderhoud.
■De luchtbehandelingsunit, voedingsbedrading en transmissie-
bedrading moeten zich op minstens 1 meter bevinden van
televisie- en radiotoestellen. Daarmee voorkomt u beeld- en
geluidsinterferentie in die toestellen. (Het kan gebeuren dat u
ruis hoort, afhankelijk van de omstandigheden waaronder de
elektrische golven worden voortgebracht, zelfs als de afstand
1 meter bedraagt).
■Zorg ervoor dat de besturingskast horizontaal wordt geïnstalleerd. De schroefmoeren moeten naar beneden gericht zijn.
Voorzorgsmaatregelen
Monteer of gebruik de unit niet op onderstaande plaatsen:
■Bij mineraalolie, zoals koelolie.
■Waar de lucht een hoog zoutgehalte heeft, bijvoorbeeld vlakbij
de oceaan.
■In aanwezigheid van zwavelgas, zoals in de buurt van
warmwaterbronnen.
■In voertuigen of schepen.
■Waar de spanning sterk schommelt, zoals in een fabriek.
■In aanwezigheid van hoge damp- of sprayconcentraties.
■Bij machines die elektromagnetische golven opwekken.
■In aanwezigheid van zuur- of alkalinedampen.
■De optiekasten moeten worden gemonteerd met de inlaat naar
onder.
Te con-
troleren
punten
✓
Zijn de thermistors goed bevestigd?
■
■
■
■
■
■
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
De thermistor kan loskomen.
Is de opvriesinstelling goed uitgevoerd?
De luchtbehandelingsunit kan opvriezen.
Is de besturingskast goed bevestigd?
Het toestel zal misschien naar beneden vallen, trillen of
geluiden produceren.
Voldoen de elektrische verbindingen aan de technische
gegevens?
Het toestel zal misschien slecht werken of de onderdelen
kunnen doorbranden.
Zijn de bedrading en de leidingen correct uitgevoerd?
Het toestel zal misschien slecht werken of de onderdelen
kunnen doorbranden.
Is het toestel veilig geaard?
Gevaar bij elektrische lekken.
3
Optiekit voor combinatie van condensorunits van Daikin
met lokaal geleverde luchtbehandelingsunits
4PW52447-1A – 07.2010
EKEQMCBV3
Page 7
INSTALLATIEVANDELEIDINGEN
Beperkingen van de leidingen
1
2
3
L
4
5
1Luchtbehandelingsunit
2Aansluitleiding van expansieklepkit naar luchtbehandelingsunit
3Klepkit
4Vloeistofleiding
5Gasleiding
A–5/+5
L5
(*) Onder of boven de klepkit.
L moet worden beschouwd als een deel van de totale maximale
leidinglengte. Zie de montagehandleiding van de buitenunit voor
installatie van de leidingen.
Leidingaansluitingen
Zorg ervoor dat de diameter van de gas- en vloeistofleidingen overeenstemt met de capaciteitsklasse van de luchtbehandelingsunit.
Capaciteitsklasse
luchtbehandelingsunit
50Ø12,7Ø6,4
63
80
100
125
140
200Ø19,1
250Ø22,2
Keuze van het leidingmateriaal
1.Zorg dat de concentratie verontreinigingen in de leidingen
(waaronder oliën die tijdens de fabricage worden gebruikt)
maximaal 30 mg/10 m bedraagt.
2.Gebruik voor koelmiddelleidingen materiaal met de volgende
specificaties:
■ Constructiemateriaal: met fosforzuur gedeoxideerde,
naadloze koperen buis voor koelmiddel.
■ Getemperde kwaliteit: gebruik leidingen van getemperd staal
in functie van de leidingdiameter zoals aangegeven in de
tabel hieronder.
Leidingdiameter
≤15,9O
≥19,11/2H
O = Gegloeid1/2H = Halfhard
A
Max (m)
(*)
Aansluitleiding
Gasleiding
Ø15,9
Getemperde kwaliteit van het
Vloeistofleiding
leidingmateriaal
Ø9,52
■ De wanddikte van de koelmiddelleidingen moet voldoen aan
de geldende plaatselijke en nationale voorschriften. De
minimale leidingdikte voor leidingen voor R410A moet
overeenstemmen met de waarden in de tabel hieronder.
LeidingdiameterMinimale dikte (mm)
6,40,80
9,50,80
12,70,80
15,90,99
19,10,80
22,20,80
3.Wanneer de vereiste leidingdiameters (inch-maten) niet
verkrijgbaar zijn, mag u ook andere diameters (mm-maten)
gebruiken; houd hierbij rekening met de volgende punten:
■ neem de leidingdiameter die het dichtst bij de gevraagde
diameter ligt.
■ gebruik de gepaste adapterstukken voor de overgang van
leidingen met inch-maten naar leidingen met mm-maten
(lokale levering).
Waarschuwingen voor solderen
■Werk met stikstof bij het solderen.
Wanneer u soldeert zonder stikstof te vervangen of zonder stikstof in de leiding te blazen, wordt een aanzienlijke geoxideerde
filmlaag op de binnenkant van de leidingen afgezet, wat een
nadelig effect heeft op de kleppen en de compressors in het
koelsysteem en een normale werking in de weg staat.
■Wanneer u soldeert terwijl u stikstof in de leiding inbrengt, moet
de druk van de stikstof op 0,02 MPa staan met een reduceerventiel (= net genoeg om op de huid te voelen).
12345
6
1Koelmiddelleiding
2Te solderen deel
3Tape
4Handklep
5Reduceerventiel
6Stikstof
■Raadpleeg de handleiding van de buitenunit voor meer
informatie.
6
EKEQMCBV3
Optiekit voor combinatie van condensorunits van Daikin
met lokaal geleverde luchtbehandelingsunits
4PW52447-1A – 07.2010
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
4
Page 8
MONTAGEVANDEKLEPKIT
5
0
mm
Elektrische werkzaamheden
Mechanische montage
1Schroef 4x M5-schroeven los om het deksel van de kast van de
klepkit te verwijderen.
2Boor 4 gaten op de juiste plaats (zoals aangegeven op de
volgende afbeelding) en maak het kast van de klepkit goed vast
met 4 schroeven in de voorziene gaten van Ø9 mm.
OPMERKING
■Zorg ervoor dat de expansieklep verticaal wordt
geïnstalleerd.
■Zorg voor voldoende vrije ruimte voor onderhoud
later.
Soldeerwerkzaamheden
Raadpleeg de handleiding van de buitenunit voor meer informatie.
3Maak de lokale inlaat-/uitlaatleidingen klaar net voor de
aansluiting (nog niet solderen).
2.
34
1Open het deksel van de elektriciteitskast (A).
2Duw ALLEEN het tweede laagste draadinlaatgat (B) van binnen
naar buiten. Beschadig het membraan niet.
3Steek de klepkabel (met draden Y1 ... Y6) van de besturingskast
door dat draadinlaatgat in het membraan en sluit de
kabeldraden aan in de aansluitconnector (C) volgens de
instructies beschreven in stap 4. Leid de kabel uit de kast van de
klepkit zoals te zien in de volgende afbeelding en maak hem
vast met de kabelbinder (D). Zie "Elektrische bedrading" op
pagina 6 voor meer informatie.
C
C
AInlaat afkomstig van de buitenunit
BUitlaat naar luchtbehandelingsunit
CBevestigingsklem van leiding
4Schroef 2x M5-schroeven los om de bevestigingsklem van de
leiding (C) te verwijderen.
5Verwijder de bovenste en onderste leidingisolatie.
6Soldeer de lokale leidingen.
■Koel de filter en het kleppenhuis af met een natte
doek en zorg dat de temperatuur van de behuizing onder de 120°C blijft tijdens het solderen.
■Bescherm de andere onderdelen zoals de
elektriciteitskast, kabelbinders en bedrading voor
rechtstreekse soldeervlammen tijdens het
solderen.
7Breng na het solderen de isolatie van de onderste leiding weer
aan en sluit ze af met het bovenste isolatiedeksel (nadat u eerst
de voering hebt verwijderd).
8Maak de bevestigingsklem van de leiding (C) weer vast (2x M5).
9Controleer of de lokale leidingen volledig geïsoleerd zijn.
De isolatie van lokale leidingen moet komen tot aan de isolatie
die u weer hebt aangebracht in stap 7. Zorg ervoor dat er geen
ruimte is tussen de twee om te voorkomen dat er condensatie
druppelt (werk de aansluiting eventueel af met tape).
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
5
4Gebruik een kleine schroevendraaier en volg de instructies voor
het aansluiten van kabeldraden op de aansluitconnector volgens
het bedradingsschema.
5Let op dat de lokale bedrading en isolatie niet tussen het deksel
van de kast van de klepkit komt vast te zitten wanneer u het sluit.
6Sluit het deksel van de kast van de klepkit (4x M5).
Optiekit voor combinatie van condensorunits van Daikin
5Sluit de overbodige openingen af met stoppers (afsluitingen).
6Sluit na de montage de deur goed zodat de besturingskast
waterdicht is.
ELEKTRISCHEBEDRADING
Voorzorgsmaatregelen
■De thermistorkabel en de afstandsbedieningskabel moet
minstens 50 mm verwijderd zijn van de voedingskabels en de
kabels naar de besturing. Anders kan er een storing optreden
als gevolg van elektrische interferentie.
■Gebruik uitsluitend gespecificeerde draden en sluit die stevig
aan op de klemmen. Houd de bedrading netjes zodat ze niet
interfereert met andere toestellen. Slecht uitgevoerde aansluitingen kunnen oververhitting veroorzaken en, in het slechtste
geval, kortsluiting of brand.
■Alle lokaal aan te kopen onderdelen en materialen en de lokale
bedrading moeten beantwoorden aan de plaatselijke
reglementeringen.
■Gebruik uitsluitend koperen draden.
■Een erkend elektricien moet instaan voor de volledige
bedrading.
■Een hoofdschakelaar of een andere manier om te onderbreken,
met een contactscheiding in alle polen, moet voorzien zijn in de
vaste bedrading in overeenstemming met de toepasselijke
lokale en nationale wetgeving.
■Raadpleeg de montagehandleiding bijgesloten bij de buitenunit
voor de grootte van de voedingsbedrading aangesloten op de
buitenunit, het vermogen van de contactverbreker en de
schakelaar, de bedrading en de bedradingsinstructies.
■Monteer de aardlekschakelaar en de zekering op de
voedingsleiding.
Aansluiting van de draden in de besturingskast
1Voor aansluiting op buitenunit en op besturing (lokale levering):
Trek de draden binnenin doorheen de moer en draai de moer
stevig dicht voor een goede trekontlasting en bescherming
tegen water.
2Voorzie een bijkomende trekontlasting
voor de kabels. Maak de kabel vast met
de gemonteerde kabelbinder.
EKEQMCBV3
Optiekit voor combinatie van condensorunits van Daikin
met lokaal geleverde luchtbehandelingsunits
4PW52447-1A – 07.2010
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
6
Page 10
Aansluiten van de bedrading: EKEQMCBV3
■Sluit de draden aan op de klemmenstrook aan de hand van het
bedradingsschema in afbeelding 2. Zie afbeelding 3 voor de
bedradingsinlaat in de kast. De aanduiding van de
bedradingsinlaatopening H1 verwijst naar kabel H1 van het
overeenkomstige bedradingsschema. Er zijn 2 inlaatopeningen
voor de bedrading voor aftakkingen van de communicatiedraad.
■Sluit kabels aan overeenkomstig de technische gegevens in de
hiernavolgende tabel.
Optiekit voor combinatie van condensorunits van Daikin
met lokaal geleverde luchtbehandelingsunits
4PW52447-1A – 07.2010
EKEQMCBV3
Page 11
MONTAGEVANTHERMISTORS
1Gevoeligste punt van de thermistor
2Zorg voor een maximaal contact
Bevestiging van de thermistor
Koelmiddelthermistors
Plaats van de thermistor
Een goede werking vereist een juiste installatie van de thermistors:
1.Vloeistof (R2T)
Installeer de thermistor achter de verdeler op het koudste deel
van de warmtewisselaar (neem contact op met de dealer van uw
warmtewisselaar).
2.Gas (R3T)
Installeer de thermistor aan de uitlaat van de warmtewisselaar,
zo dicht mogelijk bij de warmtewisselaar.
Controleer eerst of de luchtbehandelingsunit beschermd is tegen
opvriezing.
Test de werking en controleer op opvriezing.
■Geleid de thermistordraad iets lager om waterophoping bovenop de thermistor te voorkomen.
■Zorg voor een goed contact tussen de thermistor en
de luchtbehandelingsunit. Breng de bovenkant van de
thermistor aan op de luchtbehandelingsunit – dit is het
gevoeligste deel van de thermistor.
21
45°
1Bevestig de thermistor met isolerende aluminiumtape (lokale
levering) om voor een goede warmtegeleiding te zorgen.
1
2
1Vloeistof R2T
2Gas R3T
Montage van de thermistorkabel
1Leid de thermistorkabel in een afzonderlijke beschermende
buis.
2Breng altijd een trekontlasting aan op de thermistorkabel om
belasting op deze kabel en loskomen van de thermistor te
voorkomen. Een belaste thermistorkabel of een losgekomen
thermistor kunnen leiden tot slecht contact en onjuiste
temperatuurmetingen.
12
45°
2Breng het meegeleverde stuk rubber aan rond de thermistor
(R2T/R3T) om te voorkomen dat de thermistor na enkele jaren
loskomt.
3Bevestig de thermistor met 2 kabelbinders.
4Isoleer de thermistor met de meegeleverde isolatieplaat.
EKEQMCBV3
Optiekit voor combinatie van condensorunits van Daikin
met lokaal geleverde luchtbehandelingsunits
4PW52447-1A – 07.2010
Luchtthermistor
De luchtthermistor (R1T) kan worden geïnstalleerd in de kamer waar
temperatuurregeling is vereist of in het zuigdeel van de
lucthbehandelingsunit.
OPMERKING
Voor kamertemperatuurregeling kan de bijgeleverde
thermistor (R1) worden vervangen door een optionele
afstandssensorkit KRCS01-1(A) (afzonderlijk te
bestellen).
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
8
Page 12
Montage van een langere thermistorkabel
(R1T/R2T/R3T)
De thermistor wordt geleverd met eeen standaardkabel van 2,5 m.
Deze kabel kan worden verlengd tot 20 m.
Monteer de langere thermistorkabel met de meegeleverde
draad-op-draad koppelverbindingen.
1Snijd de draad door of rol de rest van de thermistorkabel op.
Bewaar minstens 1 m van de oorspronkelijke thermistorkabel.
Rol de kabel niet op in de besturingskast.
2Strip de draad ±7 mm aan beide uiteinden en steek de uiteinden
in de draad-op-draad koppelverbinding.
3Knijp de koppelverbinding vast met de gepaste krimptang.
4Warm na de aansluiting de krimpisolatie van de draad-op-draad
koppelverbinding op met een krimpkanon voor een waterdichte
aansluiting.
5Draai elektrische isolatietape rond de verbinding.
6Breng voor en na de verbinding een trekontlasting aan.
■Maak de verbinding op een toegankelijke plaats.
■Om de verbinding waterdicht te houden, kunt u ze ook
in een schakelkast of een verbindingskast uitvoeren.
■De thermistorkabel moet minstens 50 mm van de
voedingsdraad verwijderd zijn. Anders kan er een
storing optreden als gevolg van elektrische
interferentie.
■Bij een slechte verdeling in de luchtbehandelingsunit
kunnen 1 of meer doorgangen van de
luchtbehandelingsunit opvriezen (ijsvorming) ➞ breng
de thermistor (R2T) hier aan.
■Afhankelijk van de werkingsomstandigheden (bijv.:
buitenomgevingstemperatuur), kan het nodig zijn de
instellingen te veranderen na de inwerkingstelling.
BEDIENINGENONDERHOUD
Als T1/T2 van toepassing is:
■Wanneer het T1/T2-signaal wordt gesloten, begint de
luchtbehandelingsunit te werken.
■Wanneer het T1/T2-signaal wordt geopend, stopt de
luchtbehandelingsunit met werken.
WATTEDOENVOORHETGEBRUIK
■Raadpleeg vooraleer de unit in werking te stellen uw
dealer voor de gebruiksaanwijzing van uw systeem.
■Zie de specifieke handleiding van de besturing (lokale
levering) en de luchtbehandelingsunit (lokale
levering).
■Zorg ervoor dat de ventilator van de
luchtbehandelingsunit AAN is wanneer de buitenunit
normaal draait.
MONTAGEVANDEKOELLEIDING
De lokale leidingen moeten worden gemonteerd door een
erkend koeltechnicus en moeten beantwoorden aan de
lokale en nationale reglementeringen terzake.
■Raadpleeg de montagehandleiding meegeleverd met de
buitenunit voor het monteren van de koelleiding van de
buitenunit.
■Volg de technische gegevens van de buitenunit op voor extra
bijvullen, leidingdiameters en montage.
■De maximum toegelaten leidinglengte hangt af van het
aangesloten model van de buitenunit.
TESTWERKING
Controleer de volgende punten alvorens een "testwerking" uit te
voeren of de unit te gebruiken:
■Raadpleeg "Let tijdens de constructie speciaal op de volgende
punten en controleer na montage" op pagina 3.
■Nadat de aanleg van de koelleiding, afvoerleiding en elektrische
bedrading voltooid is, moet de unit dienovereenkomstig worden
getest om ze te beschermen.
■Open de gaszijdige afsluiter.
■Open de vloeistofzijdige afsluiter.
Uitvoeren van de testwerking
1Sluit het contact T1/T2 (AAN/UIT).
2Controleer de werking van de unit aan de hand van de
handleiding en controleer of er zich ijs heeft gevormd op de
luchtbehandelingsunit (opvriezing).
Als er zich ijs op de unit heeft gevormd: raadpleeg
"Storingsopsporing" op pagina 10.
3Controleer of de ventilator van de luchtbehandelingsunit wel
degelijk ingeschakeld is.
Lokale instellingen voor EKEQMCB
Raadpleeg de montagehandleiding van de buitenunit en de
afstandsbediening.
Bedrijfsinstelling ingeval van stroompanne
Er moet voor gezorgd worden dat T1/T2 na een
stroompanne naar wens is ingesteld. Anders zal het
systeem niet goed werken.
Standnr.Codenr.Beschrijving van de instelling
01
12(22)–5
02
(*) Na een stroompanne moet T1/T2 veranderd worden in open (geen koelen/
verwarming gevraagd).
T1/T2 moet open zijn bij het
herstellen van de stroom.
Na een stroompanne moet de status
van T1/T2 identiek aan de
oorspronkelijke status van T1/T2 van
vóór de stroompanne blijven.
(*)
BEDIENINGS- ENDISPLAYSIGNALEN
Input
(*) Zie lokale instelling 12(22)–5.
OPMERKING
(*)
T1/T2
■Zie het display van de afstandsbediening voor
Open
GeslotenKoelen/verwarming gevraagd
output.
■Zie de optionele kit KRP4A51 voor bijkomende
mogelijke signalen.
Wanneer het bedrijfssignaal wordt geactiveerd, moeten de
luchtbehandelingsuit en de ventilator werken. Anders
wordt een beveiliging geactiveerd of vriest de
luchtbehandelingsunit op.
Geen koelen/verwarming
gevraagd
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
9
Optiekit voor combinatie van condensorunits van Daikin
met lokaal geleverde luchtbehandelingsunits
4PW52447-1A – 07.2010
EKEQMCBV3
Page 13
STORINGSOPSPORING
De afstandsbediening moet op de optiekit worden aangesloten om
het systeem te kunnen instellen en storingen op te sporen.
Geen slechte werking van de airconditioner
Het systeem functioneert niet
■Het systeem herstart niet meteen na het verzoek om koelen/
verwarming.
Als het werkingslampje oplicht, staat het systeem in normale
bedrijfstoestand.
Het systeem herstart niet meteen omdat één van de beveiligingen in werking is gesteld om overbelasting van het systeem
te voorkomen. Het systeem zal na 3 minuten automatisch
herstarten.
■Het systeem herstart niet meteen nadat de voeding is
ingeschakeld.
Wacht 1 minuut totdat de microcomputer werkingsklaar is.
Storingsopsporing
Als zich één van de volgende problemen voordoet, neem dan
onderstaande maatregelen en neem contact op met uw verdeler.
Het systeem moet worden hersteld door een bevoegd servicetechnicus.
■Als een beveiliging zoals een zekering, onderbreker of aardlekschakelaar geregeld in werking wordt gesteld of als de AAN/UITschakelaar niet naar behoren functioneert.
Schakel de hoofdvoeding uit.
■Als het scherm , het unitnummer en de werkingslamp
knipperen en de storingscode verschijnt;
Verwittig uw verdeler en geef hem de storingscode door.
Als het systeem niet naar behoren functioneert en geen van de vermelde storingen van toepassing is, dient u de volgende procedures te
volgen om na te gaan wat er misloopt.
Indien het systeem helemaal niet werkt
■Controleer of er een stroompanne is.
Wacht totdat de voeding is hersteld. Indien er zich tijdens de
werking van het systeem een stroomstoring voordoet, start het
systeem weer vanzelf, onmiddellijk nadat de stroom hersteld is.
■Controleer of er een zekering is doorgebrand of dat er een
probleem is met een onderbreker.
Vervang de zekering of stel de onderbreker opnieuw in.
Het systeem stopt nadat de werking is beëindigd
■Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van de buitenunit of
luchtbehandelingsunit geblokkeerd is door een voorwerp.
Verwijder de belemmering en zorg ervoor dat de lucht vrij kan
stromen.
■Controleer of het luchtfilter verstopt is.
Vraag een bevoegd servicetechnicus om de luchtfilters te
reinigen.
■Er wordt een foutsignaal doorgestuurd en het systeem wordt
stilgelegd.
Als de fout na 5-10 minuten wordt teruggesteld, was de unitbeveiliging geactiveerd maar de unit werd herstart na verloop
van de evaluatietijd.
Raadpleeg uw verdeler als dit niet helpt.
Als het systeem werkt, maar onvoldoende koelt/verwarmt
■Controleer of de luchtinlaat of -uitlaat van de luchtbehandelingsunit of de buitenunit geblokkeerd is door een voorwerp.
Verwijder de belemmering en zorg ervoor dat de lucht vrij kan
stromen.
■Controleer of het luchtfilter verstopt is.
Vraag een bevoegd servicetechnicus om de luchtfilters te
reinigen.
■Controleer of er deuren of ramen open staan.
Sluit de deuren of ramen om te voorkomen dat de wind naar
binnen waait.
■Controleer of er geen rechtstreeks zonlicht in de kamer schijnt.
Gebruik gordijnen of jaloezieën.
■Controleer of er teveel mensen in de kamer zijn.
De koelwerking vermindert wanneer er teveel warmte in de
kamer wordt gegenereerd.
■Controleer of de warmtebron in de kamer niet te groot is.
De koelwerking vermindert wanneer er teveel warmte in de
kamer wordt gegenereerd.
De luchtbehandelingsunit vriest op
■De thermistor (R2T) werd niet op het koudste deel aangebracht
en een deel van de luchtbehandelingsunit bevriest.
Breng de thermistor aan op het koudste punt.
■De thermistor is losgeraakt.
Maak de thermistor vast.
■De ventilator van de luchtbehandelingsunit draait niet continu.
Wanneer de buitenunit stopt, moet de ventilator van de luchtbehandelingsunit blijven draaien om het ijs dat zich tijdens de
werking van de buitenunit heeft opgebouwd, te doen smelten.
Zorg ervoor dat de ventilator van de luchtbehandelingsunit blijft
draaien.
Neem in deze gevallen contact op met uw dealer.
ONDERHOUD
■Het onderhoud mag alleen worden uitgevoerd door
bevoegd servicepersoneel.
■Alle voedingscircuits moeten zijn onderbroken voordat
u aan de klemmen begint te werken.
■De isolatie van de elektronische componenten kan
door water of schoonmaakmiddel worden aangetast,
waardoor deze componenten kunnen doorbranden.
EISENBIJHETONTMANTELEN
Het ontmantelen van de unit, behandelen van het koelmiddel, olie en
andere onderdelen moet gebeuren in overeenstemming met de
relevante lokale en nationale wetgeving.
EKEQMCBV3
Optiekit voor combinatie van condensorunits van Daikin
met lokaal geleverde luchtbehandelingsunits
4PW52447-1A – 07.2010
Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing
10
Page 14
NOTES
Page 15
NOTES
Page 16
4PW52447-1A 07.2010
Copyright 2009 Daikin
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.