Daikin EHSX04P30D, EHSX04P50D, EHSH04P30D, EHSX08P30D, EHSX08P50D Installation manuals [nl]

...
Installatie- en onderhoudshandleiding
Daikin Altherma 3 ECH2O
EHSX(B)04P30D EHSX(B)04P50D EHSH(B)04P30D
11/2018
EHSX(B)08P30D EHSX(B)08P50D EHSH(B)08P30D EHSH(B)08P50D
Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
Installatie- en onderhoudshandleiding
Nederlands

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave
1 Algemene veiligheidsmaatregelen 4
1.1 Bijzondere veiligheidsinstructies ............................................... 4
1.1.1 Neem de aanwijzingen in acht.................................... 5
1.1.2 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen ....... 5
1.2 Veiligheidsinstructies voor de montage en de werking ............. 5
1.2.1 Algemeen.................................................................... 5
1.2.2 Reglementair gebruik.................................................. 6
1.2.3 Opstellingsruimte van het apparaat ............................ 6
1.2.4 Elektrische installatie .................................................. 6
1.2.5 Eisen aan het verwarmingswater................................ 7
1.2.6 Verwarmingsinstallatie en sanitairzijdige aansluiting.. 7
1.2.7 Werking....................................................................... 7
2 Overdracht aan exploitant en garantie 8
2.1 Gebruiker wegwijs maken ......................................................... 8
2.2 Garantiebepalingen ................................................................... 8
3 Productbeschrijving 9
3.1 Opbouw en onderdelen ............................................................. 9
3.2 Functie van de 3-weg-omschakelkleppen ................................. 11
4 Plaatsing en installatie 12
4.1 Afmetingen en aansluitmaten.................................................... 12
4.2 Transport en bezorging ............................................................. 13
4.3 Warmtepomp plaatsen .............................................................. 13
4.3.1 Opstelplaats kiezen..................................................... 13
4.3.2 Apparaat plaatsen....................................................... 14
4.4 Apparaat voor installatie voorbereiden...................................... 15
4.4.1 Voorruit afnemen ........................................................ 15
4.4.2 Afdekking verwijderen................................................. 15
4.4.3 Regelingshuis op servicestand zetten ........................ 15
4.4.4 Regelingshuis openen ................................................ 16
4.4.5 Warmte-isolatie afnemen ............................................ 16
4.4.6 Ontluchtingsklep openen ............................................ 17
4.4.7 Positioneren van de aansluitingen van de toevoer-
en retourleidingen van de verwarmingsinstallatie ....... 17
4.4.8 Opening in de afdekking maken ................................. 18
4.4.9 Draaiknop van de regeling aanbrengen...................... 18
4.5 Optioneel toebehoren installeren .............................................. 18
4.5.1 Inbouw elektrische Backup-Heater ............................. 18
4.5.2 Montage aansluitset externe warmteopwekker........... 18
4.5.3 Montage DB-aansluitkit............................................... 19
4.5.4 Inbouw P-aansluitkit.................................................... 19
4.6 Wateraansluiting........................................................................ 19
4.6.1 Hydraulische leidingen aansluiten .............................. 20
4.6.2 Afvoer aansluiten ........................................................ 21
4.7 Elektrische aansluiting............................................................... 21
4.7.1 Totaal bedradingsschema........................................... 22
4.7.2 Positie van de schakelprintplaten en klemrails ........... 23
4.7.3 Netaansluiting ............................................................. 23
4.7.4 Algemene informatie over de elektrische aansluiting.. 23
4.7.5 Warmtepomp buitenunit aansluiten ............................ 23
4.7.6 Buitentemperatuursensor (optioneel) aansluiten ........ 24
4.7.7 Extern schakelcontact................................................. 24
4.7.8 Extern warmteverzoek (EBA)...................................... 24
4.7.9 Externe warmteopwekker aansluiten.......................... 25
4.7.10 Kamerthermostaat aansluiten ..................................... 25
4.7.11 Aansluiting optionele systeemcomponenten............... 26
4.7.12 HP convector aansluiten ............................................. 26
4.7.13 Aansluiting schakelcontacten (AUX-uitgangen) .......... 27
4.7.14 Laagtarief netaansluiting (HT/NT) ............................... 27
4.7.15 Aansluiting intelligente regelaar (Smart Grid - SG) ..... 28
4.8 Aansluiting koudemiddel ........................................................... 28
4.8.1 Koudemiddelleidingen leggen..................................... 28
4.8.2 Drukproef en koudemiddelcircuit vullen...................... 29
4.9 Installatie vullen.......................................................................... 29
4.9.1 Waterkwaliteit controleren en manometer afstellen ..... 29
4.9.2 Warmater warmteoverbrenger vullen........................... 29
4.9.3 Boiler vullen ................................................................. 29
4.9.4 Verwarmingsinstallatie vullen....................................... 29
5 Inbedrijfstelling 30
5.1 Eerste inbedrijfstelling ................................................................ 30
5.1.1 Voorwaarden................................................................ 30
5.1.2 Start van het apparaat en inbedrijfstelling.................... 30
5.1.3 Hydraulisch systeem ontluchten .................................. 30
5.1.4 Minimum debiet controleren......................................... 31
5.1.5 Parameter specievloerprogramma instellen (alleen
indien nodig) ................................................................ 31
5.1.6 Checklist voor inbedrijfstelling...................................... 32
5.2 Opnieuw in bedrijf stellen ........................................................... 32
5.2.1 Voorwaarden................................................................ 32
5.2.2 Inbedrijfstelling ............................................................. 32
6 Hydraulische aansluiting 34
6.1 Aansluiting hydraulische systeem .............................................. 34
7 Inspectie en onderhoud 36
7.1 Algemene inspectie en onderhoud............................................. 36
7.2 Inspectie- en onderhoudswerkzaamheden ................................ 37
7.2.1 Boiler vullen, bijvullen .................................................. 37
7.2.2 Verwarmingssysteem vullen, bijvullen ......................... 38
8 Fouten en storingen 40
8.1 Fouten signaleren en storingen verhelpen ................................. 40
8.2 Overzicht van mogelijke storingen ............................................. 40
8.3 Foutcodes................................................................................... 43
8.4 Noodwerking .............................................................................. 53
9 Buitenbedrijfstelling 54
9.1 Tijdelijk stilleggen ....................................................................... 54
9.1.1 Aftappen van het voorraadvat...................................... 54
9.1.2 Leegmaken van het verwarming- en
warmwatercircuit .......................................................... 55
9.2 Definitieve buitenbedrijfstelling en afvoer................................... 55
10 Technische gegevens 57
10.1 Basisgegevens ........................................................................... 57
10.2 Vermeldingen op het typeplaatje ................................................ 58
10.3 Karakteristieken.......................................................................... 59
10.3.1 Sensorkarakteristieken ................................................ 59
10.3.2 Pompkarakteristieken .................................................. 59
10.4 Aanhaalmomenten ..................................................................... 60
10.5 Minimum vloeroppervlak en ventilatieopeningen ....................... 60
10.6 Elektrisch aansluitschema .......................................................... 62
11 Aantekeningen 64
Trefwoordenlijst 67
Daikin Altherma EHS(X/H)(B)-D Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1444099_01 – 11/2018 – NL
Installatie- en onderhoudshandleiding
3

1 Algemene veiligheidsmaatregelen

1 Algemene
veiligheidsmaatregelen

1.1 Bijzondere veiligheidsinstructies

WAARSCHUWING
Apparaten die niet correct ingesteld en geïnstalleerd zijn, kunnen de functie van het apparaat nadelig beïnvloeden en/of ernstig of dodelijk letsel van de gebruiker veroorzaken.
▪ Werkzaamheden aan de binnenunit
(zoals bijv. instelling, inspectie, aan­sluiting en eerste inbedrijfstelling) al­leen door personen laten uitvoeren, die geautoriseerd zijn en voor de be­treffende werkzaamheden een, be-
voegdheidstechnische of bedrijfs­matige opleiding hebben genoten,
evenals aan een door een verant­woordelijke instantie erkende ver­volgopleiding hebben deelgenomen. Hierbij horen met name verwar-
mingstechnici, elektrotechnici en aircotechnici die op basis van hun opleiding en kennis ervaring heb-
ben in de installatie en het onder­houd van verwarmings- koel- en air­cosystemen alsmede van warmwa­terboilers.
WAARSCHUWING
Het negeren van de volgende veilig­heidsinstructies kan leiden tot ernstig li­chamelijk letsel of de dood.
▪ Dit apparaat mag enkel door kinde-
ren van 8 jaar en ouder en personen met beperkte fysieke, sensorische of mentale vaardigheden of een gebrek aan ervaring of kennis worden ge­bruikt wanneer ze onder toezicht staan of worden geïnformeerd over het veilige gebruik van het apparaat en de daaruit voortvloeiende geva­ren begrijpen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud mogen niet door kin- deren zonder toezicht worden uitge­voerd.
▪ De netaansluiting moet conform
IEC60335-1 via een scheidingsvoor­ziening worden gemaakt die de scheiding van iedere pool met een contactopeningswijdte conform de voorwaarden van overspanningsca­tegorie III voor volle scheiding heeft.
▪ Alle elektrotechnische werkzaamhe-
den mogen alleen door elektrotech­nisch gekwalificeerd deskundig per­soneel met inachtneming van de na­tionale voorschriften en de instruc­ties in deze handleiding worden uit­gevoerd. Zorg ervoor dat er een geschikt stroomcircuit wordt gebruikt. Onvoldoende belastbaarheid van het stroomcircuit of ondeskundig uitge­voerde aansluitingen kunnen elektri­sche schokken of brand veroorza­ken.
▪ In het gebouw moet er een drukont-
lastingsvoorziening met een in­gangsdruk van kleiner dan als 0,6MPa (6bar) geïnstalleerd wor­den. De hierop aangesloten afvoer­leiding moet met een continue daling en een vrije afloop in een vorstvrije omgeving geïnstalleerd worden (zie
Hfst. 4.3).
▪ Uit de afvoerleiding van de drukont-
lastingsvoorziening kan water drup­pelen. De afvoeropening moet naar de atmosfeer toe open blijven.
▪ De drukontlastingsvoorziening moet
regelmatig gebruikt worden om kalk­afzettingen te verwijderen en er ze­ker van te zijn dat hij niet geblok­keerd is.
▪ Boiler en warmwatercircuit kunnen
geleegd worden. De aanwijzingen in
Hfst. 9.1 moeten in acht worden ge-
nomen.
Installatie- en onderhoudshandleiding
4
Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
Daikin Altherma EHS(X/H)(B)-D
008.1444099_01 – 11/2018 – NL
1 Algemene veiligheidsmaatregelen

1.1.1 Neem de aanwijzingen in acht

▪ De oorspronkelijke documentatie is geschreven in de Duitse taal.
Alle andere talen zijn vertalingen.
▪ Lees deze installatie- en gebruiksaanwijzing aandachtig voor u
met de montage en de inbedrijfstelling begint of voor u aan de ver­warmingsinstallatie gaat werken.
▪ De in dit document beschreven veiligheidsinstructies gaan om
zeer belangrijke thema´s. Volg ze zorgvuldig op.
▪ De installatie van het systeem en van alle in deze handleiding en
in de overige van kracht zijnde documenten voor de installateur beschreven werkzaamheden, moeten door een gecertificeerde in­stallateur uitgevoerd worden.
Alle handelingen nodig voor installatie, inbedrijfstelling en onder­houd, zowel als basisinformatie over de bediening en instellingen worden in deze handleiding beschreven. Voor gedetailleerde infor­matie over de bediening en regeling kunt u de bijgeleverde docu­mentatie raadplegen.
Alle verwarmingsparameters die noodzakelijk zijn voor een comfor­tabel gebruik zijn al af fabriek ingesteld. Neem voor de instelling van de regeling ook de eveneens geldige documenten in acht.
Documenten die eveneens van toepassing zijn
▪ Binnenunit:
▪ Installatiehandleiding
▪ Checklist voor inbedrijfstelling
▪ Bedrijfshandboek warmtepomp
▪ RoCon+ HP:
▪ Installatiehandleiding
▪ Gebruiksaanwijzing
▪ Buitenunit: installatiehandleiding
▪ Kamerstation EHS157034 en mengermodule EHS157068: Ge-
bruiksaanwijzing
▪ Verder optioneel toebehoren en optionele systeemcomponenten:
bijbehorende installatie- en bedrijfshandleidingen
De handleidingen zijn met de desbetreffende apparaten meegele­verd.

1.1.2 Betekenis van de waarschuwingen en symbolen

In deze installatie- en gebruiksaanwijzing worden de veiligheidsaan­duidingen ingedeeld op basis van de ernst van het gevaar en de kans dat het zich voordoet.
GEVAAR
Wijst op een direct dreigend gevaar.
Het negeren van deze waarschuwing leidt tot ernstig letsel of de dood
WAARSCHUWING
Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie
Het negeren van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig letsel of de dood.
VOORZICHTIG
Wijst op een mogelijk schadelijke situatie
Het negeren van deze waarschuwing kan leiden tot schade aan eigendommen en aan het milieu alsook tot licht letsel.
Dit symbool duidt op een tip en nuttige informatie voor de gebruiker. Het is dus geen waarschuwing voor mogelijke gevaren
Speciale waarschuwingssymbolen
Sommige gevaren worden door speciale symbolen aangegeven.
Elektrische stroom
Explosiegevaar
Gevaar voor brandwonden
Vergiftigingsgevaar
Geldigheid
Sommige informatie in deze handleiding heeft een beperkte geldig­heid. De geldigheid wordt aan de hand van een symbool aangege­ven.
Warmtepomp buitenunit
Binnenunit warmtepomp
HP convector
Neem het voorgeschreven aanhaalmoment in acht (zie hoofdst.Hfst. 10.4)
Geldt alleen voor apparaten met drukloze aansluiting van het zonnesysteem (DrainBack).
Geldt alleen voor apparaten met bivalente aansluiting van het zonnesysteem (Biv).
Aleen geldig voor binnenunits met koelfunctie
Taakoverzichten
1 Taakoverzichten worden op een lijst weergegeven. Wanneer ta-
ken in een bepaalde volgorde moeten worden uitgevoerd, wor­den ze genummerd.
è
Resultaten van een handeling worden met een pijl aangeduid.

1.2 Veiligheidsinstructies voor de montage en de werking

1.2.1 Algemeen

WAARSCHUWING
Apparaten die niet correct ingesteld en geïnstalleerd zijn, kunnen de functie van het apparaat nadelig beïnvloeden en/of ernstig of dodelijk letsel van de gebruiker veroorza­ken.
▪ Werkzaamheden aan de binnenunit (zoals bijv. instel-
ling, inspectie, aansluiting en eerste inbedrijfstelling) al­leen door personen laten uitvoeren, die geautoriseerd zijn en voor de betreffende werkzaamheden een, be-
voegdheidstechnische of bedrijfsmatige opleiding hebben genoten, evenals aan een door een verant-
woordelijke instantie erkende vervolgopleiding hebben deelgenomen. Hierbij horen met name verwarmings- technici, elektrotechnici en aircotechnici die op basis van hun opleiding en kennis ervaring hebben in de in­stallatie en het onderhoud van verwarmings- koel- en aircosystemen alsmede van warmwaterboilers.
▪ Schakel bij alle werkzaamheden aan de binnenunit de
externe hoofdschakelaar uit en vergrendel deze om on­bedoeld opnieuw inschakelen te voorkomen.
▪ Laat geen gereedschap of andere voorwerpen onder de
kap van het apparaat achter als de installatie- en onder­houdswerkzaamheden zijn voltooid.
Daikin Altherma EHS(X/H)(B)-D Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1444099_01 – 11/2018 – NL
Installatie- en onderhoudshandleiding
5
1 Algemene veiligheidsmaatregelen
Gevaren voorkomen
De binnenunit is volgens de laatste stand van de techniek en de er­kende technische regels gebouwd. Bij ondeskundig gebruik kan ech­ter lichamelijk letsel en materiële schade ontstaan. Ter voorkoming van gevaren mogen de apparaten uitsluitend worden geïnstalleerd of gebruikt:
▪ wanneer ze reglementair worden gebruikt,
▪ en wanneer ze in onberispelijke staat verkeren.
Dit veronderstelt dat u de inhoud van deze installatie- en gebruiks­aanwijzing kent en toepast, dat u alle geldende veiligheids- en ar­beidsgeneeskundige voorschriften en alle voorschriften om ongeval­len te voorkomen naleeft.
Voorafgaand aan werkzaamheden aan het hydraulische systeem
▪ Werkzaamheden aan de installatie (als bijv. plaatsing, aansluiting
en eerste inbedrijfstelling) alleen door personen die geautoriseerd zijn en voor de betreffende werkzaamheid een desbetreffende technische of ambachtelijke opleiding met succes hebben ge­volgd.
▪ Schakel bij alle werkzaamheden aan de installatie de externe
hoofdschakelaar uit en beveilig hem tegen onbedoeld inschake­len.
▪ Loodverzegelingen mogen niet beschadigd of verwijderd worden.
▪ Let er a.u.b. op dat de veiligheidsventielen bij aansluiting aan de
verwarmingszijde aan de eisen conform EN12828 en bij aanslui­ting aan de drinkwaterzijde aan de eisen conform EN12897 vol­doen.

1.2.2 Reglementair gebruik

De binnenunit mag uitsluitend worden gebruikt voor de warmwater­bereiding, als ruimteverwarmingssysteem en afhankelijk van de uit­voering ook als ruimtekoelsysteem.
De binnenunit mag alleen overeenkomstig de instructies in deze handleiding opgesteld, aangesloten en in bedrijf gesteld worden.
Alleen het gebruik van een door de fabrikant goedgekeurd, hiervoor passende buitenunit is toegestaan.
EHSX04P30D
EHSX04P50D
EHSXB04P30D
EHSXB04P50D
EHSH04P30D
EHSHB04P30D
ERGA04DAV3 P -
ERGA06DAV3 - P
ERGA08DAV3 - P
ERGA04DAV3A P -
ERGA06DAV3A - P
ERGA08DAV3A - P
Tab.1-3 Toelaatbare combinaties
Ieder ander gebruik geldt als niet-reglementair. In dat geval is de ge­bruiker zelf aansprakelijk voor eventuele schade.
EHSX08P30D
EHSX08P50D
EHSXB08P30D
EHSXB08P50D
EHSH08P30D
EHSH08P50D
EHSHB08P30D
EHSHB08P50D
Het beoogde gebruik veronderstelt ook het naleven van de vereisten ten aanzien van onderhoud en inspectie. Reserveonderdelen moe­ten aan de minimale technische vereisten van de fabrikant beant­woorden. Dit is bijvoorbeeld het geval bij originele vervangende on­derdelen.

1.2.3 Opstellingsruimte van het apparaat

WAARSCHUWING
De kunststofwand van de binnenunit kan door externe warmte (>80°C) smelten en in extreme gevallen vuur van­gen.
▪ De binnenunit altijd met een minimum afstand van 1m
t.o.v. andere warmtebronnen (>80°C) (bijv. elektrische kachel, gaskachel, schoorsteen) en brandbare materia­len plaatsen.
VOORZICHTIG
▪ De binnenunit alleen plaatsen indien een voldoende
draagkrachtige ondergrond van 1050kg/m2 plus veilig­heidstoeslag, wordt gegarandeerd. De ondergrond moet vlak, waterpas en glad zijn.
Een plaatsing buiten is niet toegestaan.
▪ De plaatsing in explosiegevaarlijke omgevingen is niet
toegestaan.
▪ De elektronische regeling mag in geen enkel geval aan
weersinvloeden als bijv. regen of sneeuw worden bloot­gesteld.
▪ De boiler mag niet permanent aan direct zonlicht worden
blootgesteld, omdat UV-stralen en weersinvloeden het kunststof aantasten.
▪ De binnenunit moet op een vorstvrije locatie worden ge-
plaatst.
▪ Garanderen dat door het waterleidingbedrijf geen agres-
sief drinkwater wordt geleverd. Eventueel is een ge­schikter watervoorbereiding vereist.
▪ Houd beslist de minimum afstanden t.o.v. muren en andere voor-
werpen aan (Hfst. 4.1).
▪ Neem de speciale plaatsingseisen van het koudemiddel R32 in
acht (zie Hfst. 4.3.1).
VOORZICHTIG
Indien er een DrainBack zonneverwarmingssys-
teem is aangesloten: Installeer de binnenunit ver genoeg beneden de zonnecollectoren om het volledige legen van het zonneverwarmingssysteem mogelijk te maken. (Leef de aanwijzingen in het handboek van het Drain­Back zonnesysteem na). Onvoldoende hoogteverschil kan tot vernieling van het DrainBack zonnesysteem lei­den.
▪ De binnenunit mag niet in vertrekken met omgevings-
temperaturen van boven de 40°C worden gebruikt.

1.2.4 Elektrische installatie

▪ De elektrische installatie mag uitsluitend worden aangelegd door
elektrotechnisch deskundig personeel met inachtneming van de van toepassing zijnde elektrotechnische richtlijnen en de voor­schriften van het elektriciteitsbedrijf.
▪ Vergelijk voor het aansluiten van de stroomtoevoer de netspan-
ning op het typeplaatje van de CV-installatie (230V, 50Hz) met de voedingsspanning.
▪ Scheid de voeding alvorens werkzaamheden aan onder spanning
staande onderdelen uit te voeren (schakel de hoofdschakelaar en de zekering uit en borg deze tegen onbedoeld herinschakelen).
Installatie- en onderhoudshandleiding
6
Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
Daikin Altherma EHS(X/H)(B)-D
008.1444099_01 – 11/2018 – NL
1 Algemene veiligheidsmaatregelen
▪ Breng na het voltooien van de werkzaamheden toestelbekleding
en onderhoudskleppen onmiddellijk weer aan.

1.2.5 Eisen aan het verwarmingswater

Schade door afzettingen en corrosie vermijden: ter voorkoming van corrosieproducten en afzettingen moeten de geldige regels van de techniek (VDI 2035, BDH/ZVSHK informatie „steenvorming“) in acht worden genomen.
Mininumvereisten voor de kwaliteit van vul- en aanvulwater:
▪ Waterhardheid (calcium en magnesium, berekend als calciumcar-
bonaat): ≤3mmol/l
▪ Geleidbaarheid: ≤1500 (ideaal: ≤100) μS/cm
▪ Chloride: ≤250mg/l
▪ Sulfaat: ≤250mg/l
▪ pH-waarde (verwarmingswater): 6,5 - 8,5
Bij vul- en aanvulwater dat zeer hard is (>3mmol/l - som van calci­um- en magnesiumconcentraties, berekend als calciumcarbonaat) moeten er maatregelen voor onzilting, ontharding of stabilisatie van de hardheid worden genomen. Wij adviseren Fernox kalk- en corro­siebeschermingsmiddel KSK. Bij andere van de minimum eisen af­wijkende eigenschappen zijn er geschikte conditioneringsmaatrege­len noodzakelijk om aan de vereiste waterkwaliteit te voldoen.
Het gebruik van vul- en aanvulwater dat niet aan de vermelde kwali­teitsvereisten voldoet, kan een duidelijk verkorte levensduur van het apparaat veroorzaken. Alleen de exploitant is hiervoor verantwoor­delijk.
▪ uitsluitend met volledig gevuld voorraadvat (indicatie vulniveau) en
verwarmingcircuit gebruiken.
▪ met maximaal 3bar installatiedruk gebruiken.
▪ uitsluitend met drukregelaar aan de externe watervoorziening
(toevoerleiding) aansluiten.
▪ uitsluitend met de voorgeschreven hoeveelheid en soort koude-
middel gebruiken.
▪ uitsluitend met gemonteerde afdekkap gebruiken.
De voorgeschreven onderhoudsintervallen moeten aangehouden en inspectiewerkzaamheden uitgevoerd worden.

1.2.6 Verwarmingsinstallatie en sanitairzijdige aansluiting

▪ Installeer de verwarmingsinstallatie in overeenstemming met de
veiligheidsvoorschriften van EN12828.
▪ De wateraansluiting moet aan de eisen van EN12897 voldoen.
Bovendien moet acht worden geslagen op de vereisten van
▪ EN1717 – Bescherming tegen verontreiniging van drinkwater in
waterinstallaties en algemene eisen voor inrichtingen ter voor­koming van verontreiniging door terugstroming.
▪ EN61770 – Elektrische toestellen verbonden met het waterlei-
dingnet - Voorkomen van terughevelen van niet-drinkbaar water naar het net en het falen van slangstellen.
▪ EN806 – Eisen voor drinkwaterinstallaties in gebouwen.
▪ en aanvullend, de wetgeving in het land van gebruik.
Bij de werking van de binnenunit met aanvullende warmtebron, met name bij gebruik van aangesloten zonne-energie, kan de boilertem­peratuur de 65°C overschrijden.
▪ Bij de installatie van het systeem moet daarom een verbrandings-
bescherming (warmwater-mengvoorziening, bijv. VTA32) gemon­teerd worden.
Als de binnenunit op een verwarmingssysteem wordt aangesloten waarin buizen, stalen verwarmingselementen of niet tegen diffusie beveiligde buizen voor vloerverwarming voorkomen, is het mogelijk dat slib, spaanders of vijlsel in de warmwaterboiler terechtkomen en verstopping, plaatselijke oververhitting en corrosieschade veroorza­ken.
▪ Ter voorkoming van mogelijke schade moet er een vuilfilter of sli-
bafscheider in het retourcircuit van de installatie gemonteerd wor­den (SAS 1 of SAS 2).
▪ De vuilfilter moet op regelmatige intervallen worden gereinigd.

1.2.7 Werking

De binnenunit:
▪ pas gebruiken als de installatie en de aansluitwerkzaamheden zijn
voltooid.
Daikin Altherma EHS(X/H)(B)-D Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1444099_01 – 11/2018 – NL
Installatie- en onderhoudshandleiding
7

2 Overdracht aan exploitant en garantie

2 Overdracht aan exploitant en
garantie

2.1 Gebruiker wegwijs maken

▪ Instrueer de gebruiker hoe hij het verwarmingssysteem moet be-
dienen en kan inspecteren alvorens het verwarmingssysteem wordt opgeleverd.
▪ Overhandig de gebruiker de technische documenten (op zijn minst
de gebruikshandleiding en het bedrijfshandboek) en maak de ge­bruiker erop attent, dat deze documenten altijd beschikbaar en in de buurt van het apparaat dienen te worden bewaard.
▪ Documenteer de overdracht door samen met de gebruiker het bij-
gevoegde installatie- en instructieformulier in te vullen en te on­dertekenen.

2.2 Garantiebepalingen

De wettelijke garantievoorwaarden zijn geldig. Onze verdere van toepassing zijnde garantiebepalingen vindt u op internet. Vraag in­dien nodig uw leverancier.
Recht op garantieprestaties is alleen van toepassing als aangetoond kan worden dat de jaarlijkse onderhoudswerkzaamheden als ver­meld in Hfst. 7 zijn uitgevoerd.
Installatie- en onderhoudshandleiding
8
Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
Daikin Altherma EHS(X/H)(B)-D
008.1444099_01 – 11/2018 – NL

3 Productbeschrijving

3 Productbeschrijving

3.1 Opbouw en onderdelen

Buitenkant apparaat
Bovenkant apparaat
Afb3-1 Opbouw en onderdelen - buitenkant van het apparaat
(1)
Legenda zie Tab. 3-1
Daikin Altherma EHS(X/H)(B)-D Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1444099_01 – 11/2018 – NL
Afb3-2 Opbouw en onderdelen - bovenkant van het apparaat
(1)
Installatie- en onderhoudshandleiding
(1)
9
3 Productbeschrijving
Inwendige opbouw …04P30D/…08P30D
Inwendige opbouw …04P50D /…08P50D
Afb3-3 Opbouw en onderdelen – inwendige op-
bouw ...04P30D/ ...08P30D (Biv)
(1)
Legenda zie Tab. 3-1
Installatie- en onderhoudshandleiding
(1)
10
Afb3-4 Opbouw en onderdelen – inwendige op-
bouw ...04P50D / ...08P50D (Biv)
Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
(1)
Daikin Altherma EHS(X/H)(B)-D
008.1444099_01 – 11/2018 – NL
3 Productbeschrijving
pos. Omschrijving pos. Omschrijving
1 zonne-energiesysteem -
25 Typeplaatje
toevoer
2 Koudwateraansluiting 26 Afdekkap
3 Warm tapwater 27 Zonne-energiesysteem -
retour
4 Voeding ruimteverwar-
28 Biv - toevoer
ming
5 Afvoer ruimteverwarming 29 Biv - retour
6 Circulatiepomp 30 Plaatwarmtewisselaar
7 Overdrukklep 31 Aansluiting koudemiddel
vloeistofleiding
7a Circulatierem (toebeho-
ren)
32 Aansluiting koudemiddel
gasleiding
8 Automatische ontluchter 33 Statusweergave
9 Boiler (dubbelwandige
mantel van polypropy-
34 Kogelkraan (verwar-
mingscircuit) leen met PUR-hard­schuim warmte-isolatie)
10 Vul- en leegaansluiting of
zonnesysteem - retour-
35 KFE-kraan (verwar-
mingscircuit) aansluiting
11 Opname voor zonne-
energieregeling of hand­greep
12 Warmtewisselaar (roest-
vrij staal) voor de opwar-
37
Boilertemperatuursensor
t
,
DHW1
t
DHW2
38 Aansluiting membraanex-
pansievat ming van drinkwater
13 Warmtewisselaar (rvs)
39 Regelingsbehuizing voor boilerlading resp. verwarmingsondersteu­ning
14 Biv-warmtewisselaar
(rvs) voor de boilerlading met ext. verwarming
3UVB13-weg-omschakelklep
(intern warmteopwek­kingscircuit)
(bijv. zonne-energie)
15 Aansluiting voor optione-
le elektrische Backup­Heater EKBUxx
16 Zonne-energie - toevoer
3UV
3-weg-omschakelklep
DHW
(warm water / verwar­men)
DS Druksensor gelaagde buis
17 Vulpeilweergave (boiler-
FLS Flowsensor water)
18 Optioneel: elektrische
backup-heater (EKBUxx)
19 Sensordompelhuls voor
boilertemperatuursensor t
en t
DHW1
DHW2
20 Drukloos boilerwater t
T
Retourtemperatuursen-
R
sor
T
Temperatuursensor van
V
de toevoertemperatuur
Toevoertemperatuursen-
V, BH
sor Backup-Heater
21 Zonnedeel RoCon
22 Warmwaterzone EKS-
Bedieningsgedeelte re-
+ B1
geling
Optioneel: zonnesysteem
RPS4
regelings- en pompeen­heid
23 Aansluiting van de veilig-
MAG Membraanexpansievat heidsoverloop
24 Opname voor handgreep
Tab.3-1 Legenda bij Afb 3-1 t/m Afb 3-4
3.2 Functie van de 3-weg­omschakelkleppen
Afb3-5 Functie 3-weg-omschakelklep
Daikin Altherma EHS(X/H)(B)-D Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1444099_01 – 11/2018 – NL
Installatie- en onderhoudshandleiding
11

4 Plaatsing en installatie

4 Plaatsing en installatie
WAARSCHUWING
Ondeskundig opgestelde en geïnstalleerde koelinstallaties (warmtepompen), airco's en verwarmingsinstallaties kun­nen het leven en de gezondheid van personen in gevaar brengen en de werking ervan kan nadelig worden beïn­vloed.
▪ Werkzaamheden aan de binnenunit (als bijv. plaatsing,
reparatie, aansluiting en eerste inbedrijfstelling) mogen alleen door personen uitgevoerd worden die hiervoor ge­autoriseerd zijn en voor deze betreffende werkzaamheid een technische of ambachtelijke opleiding met succes hebben gevolgd en door de betreffende instanties erken­de bijscholingen op hun vakgebied hebben gevolgd. Hierbij horen met name verwarmingstechnici, elektro­technici en aircotechnici die op basis van hun opleiding en kennis ervaring hebben in de installatie en het onder­houd van verwarmings- koel- en aircosystemen alsmede van warmtepompen.
Een ondeskundige installatie maakt de door de fabrikant gegeven garantie voor het apparaat ongeldig. Bij problemen of vragen kunt u contact opnemen met onze technische klantenservice.

4.1 Afmetingen en aansluitmaten

Afb4-2 Afmetingen bovenkant apparaat - type …04P30D/…
08P30D
Afmetingen …04P50D/…08P50D
Afmetingen …04P30D/…08P30D
Afb4-1 Afmetingen zijaanzicht -…04P30D/…08P30D
Installatie- en onderhoudshandleiding
12
Afb4-3 Afmetingen zijaanzicht - type …04P50D/…08P50D
Daikin Altherma EHS(X/H)(B)-D
Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1444099_01 – 11/2018 – NL
4 Plaatsing en installatie
Afb4-4 Afmetingen bovenkant apparaat - type …04P50D/…
08P50D
pos. Omschrijving
1 zonne-energiesysteem - toevoer
2 Koud tapwater
3 Warm tapwater
4 Voeding ruimteverwarming
5 Afvoer ruimteverwarming
6 Aansluiting koudemiddel gasleiding
7 Aansluiting koudemiddel vloeistofleiding
8 Biv – toevoer (alleen type …Biv)
9 Biv – retour (alleen type …Biv)
A Voor
B Achter
Tab.4-1

4.2 Transport en bezorging

WAARSCHUWING
De binnenunit is in lege hoedanigheid topzwaar en kan bij transport gaan kantelen. Zo kunnen personen in gevaar worden gebracht en het apparaat kan beschadigd raken.
▪ De binnenunit beveiligen, voorzichtig transporteren,
handgrepen gebruiken.
De binnenunit wordt op een pallet aangeleverd. Alle transportmidde­len voor de werkvloer, zoals vorkheftruck en steekwagen, zijn ge­schikt voor het vervoer.
Leveringspakket
▪ Binnenunit (voorgemonteerd),
▪ Zakje met toebehoren (zie Afb 4-5),
▪ documentenpakket.
Afb4-5 Inhoud zak met toebehoren
pos. Omschrijving pos. Omschrijving
A Handgrepen (alleen
voor transport nodig)
B Afdekking h Kabelbinders
C Slang-aansluitstuk
voor veiligheidsover­loop
D Montagesleutel J Ontluchtingsslang
E Kogelkraan K Afvoerslang deksel
F Vlakke afdichting L Draaitoets regeling
Tab.4-2
Verder toebehoren voor de binnenunit zie prijslijst.
G O-ring
i Steekbeugel

4.3 Warmtepomp plaatsen

4.3.1 Opstelplaats kiezen

VOORZICHTIG
Als de totale koudemiddelvulling in het systeem ≥1,84kg is, moet er aan verdere eisen aan het minimum plaatsings­oppervlak en de minimale ventilatieopeningen worden vol­daan. Neem Hfst. 10.5in acht.
Vermeldingen over de totale koudemiddelvulling staan op het typeplaatje van de buitenunit. Neem beslist de bijbeho­rende installatiehandleiding in acht.
Daikin Altherma EHS(X/H)(B)-D Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1444099_01 – 11/2018 – NL
Installatie- en onderhoudshandleiding
13
4 Plaatsing en installatie
De opstelplaats van de binnenunit moet aan de volgende minimum eisen voldoen (zie ook Hfst. 1.2.3).
Plaatsingsoppervlak
▪ De ondergrond moet vlak en glad zijn en voldoende draagkracht
van de ondergrond van 1050kg/m² exclusief veiligheidstoeslag
hebben. Zo nodig een voetstuk installeren.
▪ Opstelmaten in acht nemen (zie Hfst. 4.1).
Minimale afstand
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
De kunststofwand van de binnenunit kan door externe warmte (>80°C) smelten en in extreme gevallen vuur van­gen.
▪ De binnenunit altijd met een minimum afstand van 1m
t.o.v. andere warmtebronnen (>80°C) (bijv. elektrische kachel, gaskachel, schoorsteen) en brandbare materia­len plaatsen.
VOORZICHTIG
Als de binnenunit niet ver genoeg onder de vlakke zonnecollectoren wordt geplaatst (bovenrand van de boiler hoger dan de onderrand van de collector), kan het druklo­ze zonnesysteem buiten niet geheel leegllopen.
▪ De binnenunit bij zonne-aansluiting laag genoeg t.o.v.
van de vlakke zonnecollectoren plaatsen (minimum hel­ling van de verbindingsleidingen van het zonnesysteem in acht nemen).
Aanbevolen minimum afstanden: T.o.v. de muur: (achterkant) ≥100mm, (zijkanten) ≥500mm T.o.v. het plafond: ≥1200mm, ten minste 480mm.
Plaatsing
Afstanden t.o.v. de buitenunit:
Bij de keuze van de opstelplaats moet met de vermeldingen in tabel
Tab. 4-3 rekening worden gehouden.
Maximale leidinglengte koudemiddel tussen binnen­en buitenunit
Minimale leidinglengte koudemiddel tussen binnen­en buitenunit
Maximaal hoogteverschil tussen binnen- en buiten­unit
Tab.4-3
30m
3m
20m

4.3.2 Apparaat plaatsen

WAARSCHUWING
De binnenunit is in lege hoedanigheid topzwaar en kan bij transport gaan kantelen. Zo kunnen personen in gevaar worden gebracht en het apparaat kan beschadigd raken.
▪ De binnenunit goed beveiligen, voorzichtig transporte-
ren, handgrepen gebruiken.
Voorwaarde
▪ De opstelplaats voldoet aan de nationale voorschriften en aan de
in Hfst. 4.3.1 beschreven minimum eisen.
Afb4-6 Handgrepen monteren
pos. Omschrijving
A Handgreep
B Afdekking
F Draadeinde
Tab.4-4
1 Verpakking verwijderen en volgens voorschrift afvoeren.
2 De afdekplaten (Afb 4-6, pos.B) aan de boiler aftrekken en de
draadstukken (Afb 4-6, pos.F) uit de openingen draaien, waar­aan de handgrepen moeten worden gemonteerd.
3 Handgrepen (Afb 4-6, pos.A) in de virjgekomen schroefdragen
draaien.
4 Binnenunit voorzichtig naar de opstelplaats transporteren, hand-
grepen gebruiken.
Installatie- en onderhoudshandleiding
14
Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
Daikin Altherma EHS(X/H)(B)-D
008.1444099_01 – 11/2018 – NL
5 Binnenunit op de opstelplaats neerzetten.
▪ Bij de opstelling in kasten, achter kratten of in andere kleine
ruimtes, moet er voldoende verluchting (bv. via een verluch­tingsrooster) gewaarborgd worden. Als de totale koudemiddel­vulling in het systeem ≥1,84kg zit, moet er aan verdere eisen aan de ventilatieopeningen worden voldaan (zie Hfst. 10.5).

4.4 Apparaat voor installatie voorbereiden

4.4.1 Voorruit afnemen

1 Bouten losdraaien (1.).
2 Steunnoppen aan de zijkant met de vingers omhoogdrukken
(2.), van boven met de duim tegenhouden.
3 Voorruit naar boven toe wegnemen (3.).
4 Plaatsing en installatie
Afb4-8 Afdekking verwijderen
Afb4-7 Voorruit afnemen
4 Na de installatie: Voorruit recht boven de draaiknop van de Ro-
Con+ HP plaatsen. Boven en onder aandrukken tot de voorruit weer veilig is vastgeklikt.

4.4.2 Afdekking verwijderen

1 Bouten losdraaien (1.).
2 Afdekking uit de naar achteren gerichte bevestigingsnoppen los-
haken (2.), van achteren optillen (3.) en naar voren toe wegne­men (4.).
Daikin Altherma EHS(X/H)(B)-D Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1444099_01 – 11/2018 – NL
Afb4-9 Zonder afdekking

4.4.3 Regelingshuis op servicestand zetten

Voor het eenvoudigere werken aan het hydraulische systeem van de binnenunit kan de regelingskast op servicestand worden gezet.
1 Bouten (1) van de houder van het regelingshuis losdraaien.
Installatie- en onderhoudshandleiding
15
4 Plaatsing en installatie
A
B
C
Afb4-10 Regelingshuis op servicestand zetten
2 Regelingshuis naar voren toe wegnemen en met de haken aan
de achterste beugels in de houder steken.
Afb4-11 Regelingshuis op servicestand

4.4.4 Regelingshuis openen

Om de elektrische aansluitingen te maken moet het regelingshuis zelf geopend worden. Dat kan op de normale stand en op service­stand gedaan worden.
1 Voorste bout losdraaien.
2 Deksel omhoogschuiven en naar voren lostrekken.
3 Deksel met de haken aan de zijkant aan het regelingshuis vast-
haken.
Afb4-13 Deksel vasthaken

4.4.5 Warmte-isolatie afnemen

VOORZICHTIG
De warmte-isolatie (Afb 4-9, pos.A) bestaat uit drukgevoe­lige, gevormde EPP-delen, die bij ondeskundige behande­ling eenvoudig beschadigd kunnen raken.
▪ Voer het verwijderen van de warmte-isolatie uitsluitend
uit in de hieronder aangegeven handelingsvolgorde en de bij de betreffende handelingen aangegeven richtin­gen.
▪ Gebruik geen geweld.
▪ Gebruik geen gereedschappen.
1 Neem de bovenste warmte-isolatie in de onderstaande volgorde
van het apparaat:
▪ Isolatie-element zijkant (pos.A) in horizontale richting lostrek-
ken.
▪ Isolatie-element achterkant (pos.B) in horizontale richting los-
trekken.
▪ Isolatie-element voorkant (pos.C) in horizontale richting lostrek-
ken.
Afb4-12 Regelingshuis openen
Installatie- en onderhoudshandleiding
16
Afb4-14 Bovenste warmte-isolatie afnemen
2 Indien nodig: onderste warmte-isolatie in de onderstaande
volgorde afnemen:
▪ Isolatie-element zijkant (pos.A) in verticale richting lostrekken.
▪ Isolatie-element achterkant (pos.B) in verticale richting lostrek-
ken.
Daikin Altherma EHS(X/H)(B)-D
Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1444099_01 – 11/2018 – NL
4 Plaatsing en installatie
A
B
VOORZICHTIG
Wanneer steekbeugels niet op jusite wijze worden ingesto­ken, kunnen koppelingen loskomen uit hun houders, wat kan leiden tot zware resp. ononderbroken lekkage van vloeistoffen.
▪ Controleer voor het insteken van de insteekbeugel, of de
steekbeugel goed in de groef van de koppeling grijpt. Duw hiervoor de koppeling zo ver in de houder, dat de groef zichtbaar wordt door de opname van de steekbeu­gel.
▪ Steek de steekbeugel in tot aan de aanslag.
De aansluitingen van de toevoer- en retourleidingen kunnen aan de voorzijde en aan de achterzijde uit het apparaat worden geleid, om deze optimaal aan te passen aan de bouwkundige situatie van de opstellingslocatie.
Het apparaat wordt standaard afgeleverd met naar voren gerichte aansluitingen. Om de aansluitingen naar achteren te richten, zijn de volgende ombouwstappen nodig:
1 Afdekking en bovenste warmte-isolatie afnemen (zie Hfst. 4.4.2).
Afb4-15 Onderste warmte-isolatie afnemen
INFORMATIE
De montage van de warmte-isolatie verloopt in de omge­keerde volgorde.

4.4.6 Ontluchtingsklep openen

1 Warmte-isolatie afnemen ((zie Hfst. 4.4.5).
2 Ontluchtingsklep aan de pomp één slag openen.
Afb4-16 Ontluchtingsklep openen

4.4.7 Positioneren van de aansluitingen van de toevoer- en retourleidingen van de verwarmingsinstallatie

VOORZICHTIG
Bij werkzaamheden aan het hydraulisch systeem moet worden gelet op de montagepositie van de O-ringen, om beschadiging van de O-ringen, en daarmee lekkages, te voorkomen.
▪ O-ringen moeten na demontage resp. voor montage van
een insteekkoppeling altijd op het in te steken deel wor­den geplaatst (zie Afb 4-18).
▪ De aansluitingen van verwarmingsleidingen die middels
insteekkoppelingen tot stand worden gebracht, moeten steeds spanningsvrij worden ingericht. Vooral bij aan­sluitingen met flexibele leidingen (niet diffusieopen!) moet worden gezorgd voor een geschikte spanningsont­lasting (zie ).
Afb4-17 Aansluitingen van toevoer- en retourleidingen van de
verwarmingsinstallatie naar boven gericht
2 Trek beide steekbeugels van de aansluitkoppelingen (Afb 4-17,
pos.C) los.
3 Trek beide aansluitkoppelingen (Afb 4-17, pos.B) los.
Afb4-18 Hydraulische insteekkoppelingen
4 Montageplaat (Afb 4-17, pos.A) verwijderen.
5 Steekbeugel van de afsluitdop (Afb 4-17, pos.D) lostrekken.
6 Afsluitdop (Afb 4-17, pos.E) uittrekken.
Daikin Altherma EHS(X/H)(B)-D Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1444099_01 – 11/2018 – NL
Installatie- en onderhoudshandleiding
17
4 Plaatsing en installatie
7 Hoekstuk (Afb 4-17, pos.H) 90° naar achteren draaien.
8 Steekbeugel van het bochtstuk (Afb 4-17, pos.G) lostrekken.
9 Bochtstuk (Afb 4-17, pos.F) voorzichtig zo ver achterwaarts uit
de horizontale houder trekken, dat de montageplaat (Afb 4-19, pos.A) er verticaal tussen kan worden gestoken.
Afb4-21 Opening in de afdekking maken

4.4.9 Draaiknop van de regeling aanbrengen

1 Draaiknop op de houder van de RoCon+ HP plaatsen en vast-
drukken.
Afb4-19 Aansluitingen van toevoer- en retourleidingen van de
verwarmingsinstallatie naar achteren gericht
10 Montageplaat tussen het bochtstuk en zijn horizontale houder
schuiven en het bochtstuk (Afb 4-19, pos.F) door het middelste gat in de montageplaat weer in zijn houder steken.
11 Borg het bochtstuk weer middels de steekbeugel (Afb 4-19,
pos.G) in zijn houder.
12 Steek beide aansluitkoppelingen (Afb 4-19, pos.B) door de
montageplaat in de houders aan de zijkant.
13 Borg beide aansluitkoppelingen middels steekbeugels (Afb 4-19,
pos.C) in hun houders.
14 Steek de afsluitdop (Afb 4-19, pos.E) in de bovenste houder.
15 Borg de afsluitdop met de steekbeugel (Afb 4-19, pos.D).
16 Snij met behulp van een geschikt gereedschap doorgangen in
de zijkant van de warmte-isolatie (Afb 4-20, pos.A).
Afb4-22 Draaiknop plaatsen

4.5 Optioneel toebehoren installeren

4.5.1 Inbouw elektrische Backup-Heater

(EKBUxx)
INFORMATIE
Bij een lage plafondhoogte moet de boiler voor de monta­ge van de Backup-Heater in lege hoedanigheid gekanteld worden. Dat moet vóór alle andere installatiestappen ge­beuren.
De binnenunit biedt de mogelijkheid om een elektrische extra ver­warmer (Backup-Heater EKBUxx) te monteren. Hiermee kan bijv. re­generatief opgewekte stroom worden gebruikt als extra warmtebron.
INFORMATIE
Bij deze component is afzonderlijke handleiding bijge­voegd, die o.a. instructies over het inbouwen en het ge­bruik bevat.
Afb4-20 Opening warmte-isolatie

4.4.8 Opening in de afdekking maken

1 Bij een naar boven gerichte verwarmingstoevoer en -retour: af-
dekking met geschikt gereedschap langs de perforatie opentor­nen.
Installatie- en onderhoudshandleiding
18

4.5.2 Montage aansluitset externe warmteopwekker

Voor de aansluiting van een elektrische Backup-Heater of van een andere externe warmteopwekker moet de aansluitset voor externe warmteopwekkers gemonteerd worden.
1 Huis openen; hiervoor de bout verwijderen.
2 Extra componenten uit het huis verwijderen (trekontlastingsclip,
kabelbinders, doorvoerhuls).
Daikin Altherma EHS(X/H)(B)-D
Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1444099_01 – 11/2018 – NL
4 Plaatsing en installatie
A
D
B
C
AB
3 Aansluitset op het regelingshuis van de binnenunit aanbrengen.
Hiervoor de haken (1) van de aansluitset in de sleuven van het regelingshuis (2) schuiven; vervolgens aansluitset omlaagdruk­ken.
Afb4-23 Aansluitset monteren
4 Doorvoerhuls (3) op de doorvoer tussen aansluitset (A) en rege-
lingshuis (B) aanbrengen.
pos. Omschrijving
A Aansluiting DB-leiding (zonnesysteem toevoer)
B FlowSensor (geen deel van de DB-aansluitkit, maar bij
EKSRPS4 inbegrepen)
C Debietbegrenzer (FlowGuard)
D
Tab.4-5
Aansluiting zonnesysteem - toevoer op de boiler

4.5.4 Inbouw P-aansluitkit

De optionele P-aansluitkit voor Biv-apparaten maakt een betere toe­gankelijkheid voor het aansluiten van de toevoer- en retourleiding van de zonnesysteem met druk of van een andere externe warmte­opwekker op de boiler mogelijk. De set bevat twee geïsoleerde flexi­bele buizen, die met wartels worden gekoppeld aan de aansluitingen van de boiler. Aan het andere einde van de flexibele buizen bevin­den zich adapters voor het aansluiten van de toevoer- en retourlei­dingen van verschillende afmetingen.
Afb4-24 Kabeldoorvoer
5 Kabel EHS schakelprintplaat door de doorvoerhuls leiden en op
de RoCon BM2C aansluiten (zie Afb 4-38).
6 Na afloop van de installatie en van het maken van de elektrische
aansluitingen (zie Wateraansluiting resp. Hfst. 4.7) het deksel weer plaatsen en met de bout sluiten.

4.5.3 Montage DB-aansluitkit

De optionele DB-aansluitset zorgt voor een betere toegankelijkheid voor het aansluiten van de DrainBack-leiding (toevoer zonnesys­teem).
Afb4-26 P-aansluitkit voor Biv-apparaten
pos. Omschrijving
A Aansluiting voor toevoer (rood)
B Aansluiting voor retour (blauw)

4.6 Wateraansluiting

Belangrijke opmerkingen
VOORZICHTIG
Als de binnenunit op een verwarmingssysteem wordt aan­gesloten waarin buizen, stalen verwarmingselementen of niet tegen diffusie beveiligde buizen voor vloerverwar­ming voorkomen, is het mogelijk dat slib, spaanders of vijl­sel in de boiler terechtkomen en verstopping, plaatselijke oververhitting en corrosieschade veroorzaken.
▪ Toevoerleidingen voor het vullen van het apparaat spoe-
len.
▪ Het warmtedistributienet doorspoelen (in een bestaand
verwarmingssysteem).
▪ Vuilfilter of slijkafscheider inbouwen in de retour van de
verwarmingsinstallatie (zie hoofdst.).
Afb4-25 DB-aansluitkit
Daikin Altherma EHS(X/H)(B)-D Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1444099_01 – 11/2018 – NL
Installatie- en onderhoudshandleiding
19
4 Plaatsing en installatie
VOORZICHTIG
Als de binnenunit op een koudwaterleiding wordt aangeslo­ten waarin stalen buizen zijn geplaatst kunnen er spaan­ders in de rvs ribbelbuis warmtewisselaar terechtkomen en daarin achterblijven. Dat veroorzaakt contact-corrosiescha­de en dus tot lekkages.
▪ Toevoerleidingen voor het vullen van de warmtewisse-
laar spoelen.
▪ Vuilfilter in de koudwatertoevoer monteren (bijv. SAS1
of SAS2).
VOORZICHTIG:ALLEEN BIV
Als op de warmtewisselaar naar de zonne-energie-boi­lerlading (zie Hfst. 4.1, pos.8 + 9) een extern verwar- mingsapparaat (bijv. een houtketel) wordt aangesloten, kan door een te hoge toevoertemperatuur aan deze aan­sluitingen de binnenunit beschadigd of vernield worden.
▪ De toevoertemperatuur van het externe verwarmings-
apparaat tpt max. 95°C beperken.
VOORZICHTIG
Het binnendringen van lucht in het verwarmingswatersys­teem en een kwaliteit van het verwarmingswater die niet aan de eisen in Eisen aan het verwarmingswater voldoet, kan corrosie veroorzaken. Hierbij optredende corrosiepro­ducten (deeltjes) kunnen pompen en kleppen verstoppen en functiestoringen veroorzaken.
▪ Apparaten mogen niet met diffusie-open flexibele leidin-
gen worden aangesloten.
▪ Voor drinkwaterleidingen moeten de bepalingen van de EN806,
DIN1988, de hier bovenuit gaande geldige nationale regelingen voor de drinkwaterinstallatie in acht genomen worden.
▪ Om van een circulatieleiding af te kunnen zien moet de binnenunit
in de buurt van het aftappunt gemonteerd worden. Als een circula­tieleiding beslist noodzakelijk is, moet die aan de hand van de schematische weergaven inHfst. 6.1 geïnstalleerd worden.

4.6.1 Hydraulische leidingen aansluiten

Afb4-27 Hydraulisch blok vastzetten bij aansluiting naar boven
(links) resp. aansluiting naar achteren (rechts)
3 Hydraulische aansluitingen aan de binnenunit maken.
▪ Positie van de verwarmingsaansluitingen staan vermeld in
Hfst. 4.1.
Voorgeschreven aanhaalmoment in acht nemen (zie
Hfst. 10.4)
▪ Leg de leidingen zo dat de afdekkap na de montage zonder
problemen geplaatst kan worden.
▪ Wateraansluiting voor het vullen of bijvullen van het verwar-
mingssysteem conform EN1717/EN61770 uitvoeren zodat een verontreiniging van het drinkwater door recirculatie veilig wordt voorkomen.
4 Bij naar achteren gerichte aansluitingen: Hydraulische leidin-
gen aan de hand van de plaatsingsomstandigheden op een ge­schikte manier steunen.
GEVAAR: RISICO OM ZICH TE VERBRANDEN
Bij warmwatertemperaturen boven 65°C bestaat gevaar voor brandwonden. Dit is mogelijk bij gebruik van installa­ties op zonne-energie, bij een aangesloten extern verwar­mingsapparaat, als de legionellabeveiliging geactiveerd is of de gewenste temperatuur van het warme tapwater >65°C is ingesteld.
▪ Verbrandingsbescherming (warmwater-mengvoorzie-
ning, bijv. VTA32) monteren.
INFORMATIE
De binnenunit is met een druksensor uitgevoerd. De instal­latiedruk wordt elektronisch bewaakt en kan worden weer­gegeven wanneer het apparaat is ingeschakeld.
Toch raden wij aan om bijv. tussen binnenunit en mem­braanexpansievat een mechanische manometer te installe­ren.
▪ Monteer deze manometer zo, dat deze bij het vullen
goed zichtbaar is.
1 Koudwateraansluitdruk controleren (maximaal 6bar).
▪ Bij hogere drukken in de drinkwaterleiding moet een drukrege-
laar worden gemonteerd.
2 Hydraulisch blok met een schroevendraaier vastzetten.
Afb4-28 Aansluiting naar achteren: Hydraulische leidingen steu-
nen
5 Afblaasleiding aan de veiligheidsoverdrukklep en het membraan-
expansievat conform EN12828 aansluiten.
▪ Eventueel vrijkomende stoom of verwarmingswater moet via
een afvoerleiding met geschikte en continue helling vorstveilig, gevaarloos en zichtbaar afgevoerd kunnen worden.
▪ Leg de leidingen zo dat de afdekkap na de montage zonder
problemen geplaatst kan worden.
▪ Positie van de afvoerslang aan de veiligheidsoverdrukklep con-
troleren. Indien nodig eigen slang aansluiten en leggen.
Installatie- en onderhoudshandleiding
20
Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
Daikin Altherma EHS(X/H)(B)-D
008.1444099_01 – 11/2018 – NL
4 Plaatsing en installatie
6 Membraanexpansievat aansluiten.
▪ Installeer een voldoende gedimensioneerd en voor de verwar-
mingsinstallatie vooraf ingesteld membraanexpansievat. Tus­sen warmteopewekker en veiligheidsklep en mag zich geen hy­draulische afsluitarmatuur bevinden.
▪ Membraanexpansievat op een goed toegankelijke plaats aan-
brengen (onderhoud, vervanging van onderdelen).
7 Isoleer leidingen tegen warmteverliezen en ter voorkoming van
de vorming van condenswater (isolatiedikte ten minste 20mm).
Watertekortbeveiliging: De druk- en temperatuurbewaking
van de regeling schakelt de binnenunit bij watertekort veilig uit en vergrendelt hem. In het gebouw is verder geen beveili­ging voor watertekort vereist.
Schade door afzettingen en corrosie vermijden: zie
Hfst. 1.2.5
Afb4-29 Membraanexpansievat aansluiten

4.6.2 Afvoer aansluiten

1 Afvoerslang met het slangaansluitstuk voor veiligheidsoverloop
(Afb 3-1, pos. 23) verbinden.
– Transparante afvoerslang gebruiken (vrijkomend water moet
zichtbaar zijn).
– Afvoerslang op een afvoerinstallatie met voldoende inhoud
aansluiten.
– Afvoer mag niet afsluitbaar zijn.

4.7 Elektrische aansluiting

GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
Stroomgeleidende onderdelen kunnen bij aanraking tot een elektrische schok leiden en zo levensgevaarlijk letsel en brandwonden veroorzaken.
▪ Voor werkzaamheden aan onder stroom staande onder-
delen alle stroomcircuits van de installatie van de voe- ding scheiden (externe hoofdschakelaar uitschakelen, zekering scheiden) en tegen onbedoeld opnieuw inscha­kelen beveiligen.
▪ Opnieuw aansluiten op de elektriciteit en werkzaamhe-
den aan elektrische onderdelen mag alleen door elek- trotechnisch deskundig personeel met inachtneming van de van toepassing zijnde normen en richtlijnen en van de instructies van het energiebedrijf en de aanwij­zingen in deze handleiding.
▪ Voer nooit constructieve wijzigingen aan stekkers of an-
dere elektrotechnische onderdelen uit.
Afdekkingen en onderhoudskleppen na afloop van de
werkzaamheden onmiddellijk weer monteren.
VOORZICHTIG
In de behuizing van de regeling van de binnenunit kunnen bij een draaiend systeem hoge temperaturen optreden. Dit kan ertoe leiden dat stroom voerende draden door opwar­ming hogere temperaturen kunnen bereiken tijdens wer­king. Deze leidingen moeten daarom een continue gebruik­stemperatuur van 90°C hebben.
▪ Voor de volgende aansluitingen alleen kabels met een
continue gebruikstemperatuur van ≥90°C gebruiken: Warmtepomp buitenunit en optioneel: Elektrische Bac­kup-Heater (EKBUxx)
VOORZICHTIG
Als de voedingskabel van de binnenunit wordt beschadigd, moet hij door de fabrikant of zijn klantenservice of een een­der gekwalificeerd persoon worden vervangen om gevaren te voorkomen.
Alle elektronische regel- en veiligheidsvoorzieningen van de binnen­unit zijn bedrijfsgereed aangesloten en gekeurd. Onbevoegde ingre­pen in de elektrische installatie zijn gevaarlijk en niet toegestaan. In dat geval is de gebruiker zelf aansprakelijk voor eventuele schade.
Afb4-30 Aansluiting van de overloopslang
Daikin Altherma EHS(X/H)(B)-D Warmtepomp (binnenunit) met geïntegreerde boiler
008.1444099_01 – 11/2018 – NL
Installatie- en onderhoudshandleiding
21
Loading...
+ 47 hidden pages