Verwarmingsapparaten die niet op de
juiste manier worden ingesteld en geïnstalleerd, kunnen de werking van het
verwarmingsapparaat nadelig beïnvloeden en/of ernstig of dodelijk letsel
van de gebruiker veroorzaken.
▪ Werkzaamheden aan het verwar-
mingstoestel (zoals bijv. instelling,
inspectie, aansluiting en eerste ingebruikstelling) alleen door personen
laten uitvoeren, die geautoriseerd
zijn en voor de betreffende werkzaamheden een, bevoegdheidstechnische of bedrijfsmatige opleiding
hebben genoten, evenals aan een
door een verantwoordelijke instantie
erkende vervolgopleiding hebben
deelgenomen. Hierbij horen in het
bijzonder verwarmingsspecialisten,
elektrospecialisten en koudespecialisten die vanwege hun professionele
opleiding en hun vakkennis ervaring
hebben met het correct installeren
en onderhouden van verwarmingssystemen, olie- en gasinstallaties
alsook boilers.
▪ Het verwarmingstoestel alleen ge-
bruiken wanneer het in een perfecte
staat verkeert en de afdekkap gesloten is.
WAARSCHUWING
Het negeren van de volgende veiligheidsinstructies kan leiden tot ernstig lichamelijk letsel of de dood.
▪ Dit apparaat mag enkel door kinde-
ren van 8 jaar en ouder en personen
met beperkte fysieke, sensorische of
mentale vaardigheden of een gebrek
aan ervaring of kennis worden gebruikt wanneer ze onder toezicht
staan of worden geïnformeerd over
het veilige gebruik van het apparaat
en de daaruit voortvloeiende gevaren begrijpen. Kinderen mogen niet
met het apparaat spelen. Reiniging
en onderhoud mogen niet door kinderen zonder toezicht worden uitgevoerd.
▪ De netaansluiting moet conform
IEC60335-1 via een scheidingsvoorziening worden gemaakt die de
scheiding van iedere pool met een
contactopeningswijdte conform de
voorwaarden van overspanningscategorie III voor volle scheiding heeft.
▪ Alle elektrotechnische werkzaamhe-
den mogen alleen door elektrotechnisch gekwalificeerd deskundig personeel met inachtneming van de nationale voorschriften en de instructies in deze handleiding worden uitgevoerd.
Zorg ervoor dat er een geschikt
stroomcircuit wordt gebruikt.
Onvoldoende belastbaarheid van het
stroomcircuit of ondeskundig uitgevoerde aansluitingen kunnen elektrische schokken of brand veroorzaken.
Gebruiksaanwijzing
4
1.1.1Neem de aanwijzingen in acht
▪ De oorspronkelijke documentatie is geschreven in de Duitse taal.
Alle andere talen zijn vertalingen.
▪ Lees deze installatie- en gebruiksaanwijzing aandachtig voor u
met de montage en de inbedrijfstelling begint of voor u aan de verwarmingsinstallatie gaat werken.
▪ De in dit document beschreven veiligheidsinstructies gaan om
zeer belangrijke thema´s. Volg ze zorgvuldig op.
▪ De installatie van het systeem en van alle in deze handleiding en
in de overige van kracht zijnde documenten voor de installateur
beschreven werkzaamheden, moeten door een gecertificeerde installateur uitgevoerd worden.
Daikin RoCon+ HP
Daikin Regeling RoCon+ HP
008.1444299_01 – 09/2018 – NL
1 Algemene veiligheidsmaatregel
Alle handelingen nodig voor installatie, inbedrijfstelling en onderhoud, zowel als basisinformatie over de bediening en instellingen
worden in deze handleiding beschreven. Voor gedetailleerde informatie over de bediening en regeling kunt u de bijgeleverde documentatie raadplegen.
Alle verwarmingsparameters die noodzakelijk zijn voor een comfortabel gebruik zijn al af fabriek ingesteld. Neem voor de instelling van
de regeling ook de eveneens geldige documenten in acht.
Documenten die eveneens van toepassing zijn
▪ Daikin Altherma EHS(X/H):
▪ Installatiehandleiding
▪ Checklist voor inbedrijfstelling
▪ Bedrijfshandboek warmtepomp
▪ Buitenunit:
▪ Installatiehandleiding
▪ Gebruiksaanwijzing
▪ Kamerstation EHS157034 en mengermodule EHS157068: Ge-
bruiksaanwijzing
▪ Verder optioneel toebehoren en optionele systeemcomponenten:
bijbehorende installatie- en bedrijfshandleidingen
De handleidingen zijn met de desbetreffende apparaten meegeleverd.
1.1.2Betekenis van de waarschuwingen en
symbolen
In deze installatie- en gebruiksaanwijzing worden de veiligheidsaanduidingen ingedeeld op basis van de ernst van het gevaar en de
kans dat het zich voordoet.
GEVAAR
Wijst op een direct dreigend gevaar.
Het negeren van deze waarschuwing leidt tot ernstig letsel
of de dood.
WAARSCHUWING
Wijst op een mogelijk gevaarlijke situatie
Het negeren van deze waarschuwing kan leiden tot ernstig
letsel of de dood.
VOORZICHTIG
Wijst op een mogelijk schadelijke situatie
Het negeren van deze waarschuwing kan leiden tot schade
aan eigendommen en aan het milieu alsook tot licht letsel.
[→ Hoofdmenu]: De positie van menu´s en functies wordt tussen
vierkante haakjes met → aangegeven.
1.2Veiligheidsinstructies voor de
montage en de werking
1.2.1Algemeen
▪ Voor alle werken aan de apparaten, die via de bediening van het
regelingssysteem worden uitgevoerd, zijn de instructies in de betreffende documenten, vooral de veiligheidsinstructies, na te leven.
Gevaren voorkomen
De Daikin Altherma EHS(X/H) is volgens de laatste stand van de
techniek en de erkende technische regels gebouwd. Bij ondeskundig
gebruik kan echter lichamelijk letsel en materiële schade ontstaan.
Ter voorkoming van gevaren, de Daikin Altherma EHS(X/H) alleen
bedienen:
▪ wanneer ze reglementair worden gebruikt,
▪ en wanneer ze in onberispelijke staat verkeren.
Dit veronderstelt dat u de inhoud van deze handleiding, alle eveneens geldige documenten, de van toepassing zijnde ongevallenpreventievoorschriften en de erkende veiligheidstechnische regels kent.
Weergave van de RoCon+-regeling
Bepaalde schermen of menupunten kunnen afhankelijk van de landof uitvoeringsvarianten van de Daikin Altherma EHS(X/H) resp. de
op de regeling aangemelde gebruikersstatus, afwijken van de weergaven die in deze handleiding worden getoond.
1.2.2Reglementair gebruik
De regeling RoCon+ HP mag uitsluitend in Daikin Altherma EHS(X/
H) warmtepompen worden gebruikt, die voor het regelingssysteem
zijn vrijgegeven. De regeling RoCon+ HP mag alleen overeenkomstig de instructies in deze handleiding worden gebruikt.
Ieder ander gebruik geldt als niet-reglementair. In dat geval is de gebruiker zelf aansprakelijk voor eventuele schade.
Voor alle werken aan de apparaten, die via de bediening van het regelingssysteem worden uitgevoerd, zijn de instructies in de betreffende documenten, vooral de veiligheidsinstructies, na te leven.
Documentatie
De bijgeleverde technische documentatie maakt deel uit van het apparaat. Deze moet zodanig worden bewaard, dat hij op ieder moment door de eigenaar of installateur kan worden ingezien.
Dit symbool duidt op een tip en nuttige informatie voor de
gebruiker. Het is dus geen waarschuwing voor mogelijke
gevaren.
Speciale waarschuwingssymbolen
Sommige gevaren worden door speciale symbolen aangegeven.
Elektrische stroom
Gevaar voor brandwonden
Algemene weergave
1 Taakoverzichten worden op een lijst weergegeven. Wanneer ta-
ken in een bepaalde volgorde moeten worden uitgevoerd, worden ze genummerd.
è Resultaten van een handeling worden met een pijl aange-
duid.
[Modus]: Parameters worden tussen vierkante haakjes weergegeven.
Daikin RoCon+ HP
Daikin Regeling RoCon+ HP
008.1444299_01 – 09/2018 – NL
Gebruiksaanwijzing
5
2 Productbeschrijving
2Productbeschrijving
INFORMATIE
De regeling RoCon+ HP maakt deel uit van de Daikin Altherma EHS(X/H).
Ze bestaat uit de schakelveldprintplaat RoCon BM2C,
waarop actoren en sensoren alsook verdere componenten
van het -regelingssysteem aangesloten worden en het bedieningselement RoCon+ B1.
In deze handleiding worden alleen de functies en de instelmogelijkheden van deregeling behandeld. Nadere informatie over het ketelschakelveld en de overige apparaatcomponenten staat vermeld in de meegeleverde documenten.
De elektronische, digitale regeling regelt, afhankelijk van de verwarming, automatisch alle verwarmings-, koel- en warmwaterfuncties
voor een direct verwarmingscircuit en via optioneel aansluitbare
mengermodule ook andere verwarmingscircuits.
Zij torgt voor het gehele veiligheidsmanagement van de Daikin Altherma EHS(X/H). Zo wordt bijv. bij een watertekort, niet-toegelaten
of ongedefinieerde bedrijfstoestanden een veiligheidsafschakeling
uitgevoerd. Een overeenkomstige storingsmelding toont de operator
alle informatie over de storingsoorzaak.
Alle functie-instellingen voor de Daikin Altherma EHS(X/H) en de via
de databus aangesloten optionele RoCon-apparaten worden met de
bedieningselementen van het geïntegreerde bedieningselement RoCon+ B1 uitgevoerd en op het in kleur verlichte display met tekst
aangegeven.
Op de Daikin Altherma EHS(X/H) kunnen via de regelingsdatabus
de volgende extra, optionele apparaten worden aangesloten:
▪ Ruimteregelaar EHS157034
▪ Mengermodule EHS157068
Verder heeft de regeling RoCon+ HP een vorstbeschermingsfunctie
voor het directe verwarmingscircuit en het boilerlaadcircuit, alsook
een automatische functie voor verwarmingsondersteuning (integratie
van een extra warmtebron zoals bv. houtketel, zonnesysteem).
Via de potentiaalvrije AUX-schakelcontacten kunnen verschillende
stuurfuncties in combinatie met externe apparaten worden gerealiseerd (aanvraag van een externe warmtegenerator, omschakeling
bivalent bedrijf, externe statusweergave, etc.).
Bovendien zijn er meerdere ingangen voor het analyseren van externe stuurcontacten beschikbaar (externe modusomschakeling of
warmteverzoek, SmartGrid, - en laagtarieffuncties EVU
Met de optionele buitentemperatuursensor, die aan de noordkant
van het gebouw wordt geïnstalleerd, kan de weersgestuurde aanvoertemperatuurregeling nog worden geoptimaliseerd.
Als de optionele Gateway EHS157056 geïnstalleerd en met internet
verbonden is, dan kan de Daikin Altherma EHS(X/H) verwarming
eenvoudig met afstandsbediening via de mobiele telefoon (app) worden bewaakt en bediend.
De regeling RoCon+ HP heeft een schakelklok waarmee:
▪ 2 individueel instelbare schakeltijdprogramma's
verwarming en -koeling (direct verwarmingscircuit),
▪ 2 individueel instelbare schakeltijdprogramma's voor de warmwa-
tervoorziening en
▪ 1 individueel instelbaar schakeltijdprogramma voor een optionele
circulatiepomp kunnen worden ingesteld.
De eerste inbedrijfstelling van de verwarmingsinstallatie is in de installatiehandleiding van de Daikin Altherma EHS(X/H) beschreven.
(1)
).
(2)
voor de kamer-
Bepaalde menupunten van de regeling RoCon+ HP zijn alleen voor
de verwarmingsmonteur toegankelijk. Deze veiligheidsmaatregel
zorgt ervoor dat bij gebruik van de installatie geen ongewenste storingen optreden door een foutieve configuratie.
Alle instellingen voor het betreffende verwarmingscircuit kunnen op
dezelfde manier worden uitgevoerd als bij het bedieningselement. Bij
een geactiveerde terminalfunctie staan met uitzondering van enkele
speciale functies (bijv. manuele werking) alle bedieningsmogelijkheden zoals op het geïntegreerde bedieningselement ter beschikking.
Een aangesloten mengermodule EHS157068 wordt met een overeenkomstige zoewijzing eveneens via het bedieningsgedeelte RoCon+ B1en/of het kamerstation EHS157034 bediend.
(1)
(2)
Gebruiksaanwijzing
6
Het energiebedrijf (EVU) verzendt signalen die voor de sturing van de stroomnetbelasting gebruikt worden en invloed hebben op de stroomprijs en de beschikbaarheid.
Gebruik van de schakeltijdprogramma's voor de koeling van de kamer alleen in combinatie met een aangesloten kamerthermostaat
Daikin RoCon+ HP
Daikin Regeling RoCon+ HP
008.1444299_01 – 09/2018 – NL
3 Bediening
3Bediening
3.1Algemeen
GEVAAR: GEVAAR VOOR ELEKTROCUTIE
Contact van water met elektrische onderdelen kan tot een
elektrische schok en tot levensgevaarlijk letsel en brandwonden leiden.
▪ De displays en de toetsen van de regeling tegen inwer-
ken van vocht beschermen.
▪ Voor het reinigen van de regeling een droge katoenen
doek gebruiken. Het gebruik van agressieve reinigingsmiddelen en andere vloeistoffen kan tot schade aan het
apparaat of een elektrische schok leiden.
INFORMATIE
Het meest effectieve energiegebruik bereikt de Daikin Altherma EHS(X/H) bij zo laag mogelijk ingestelde retour- en
watertemperaturen.
Als bij een ingestelde aanvoertemperatuur van meer dan
50°C een externe warmteopwekker (bijv. de optionele
Backup-Heater) wordt bijgeschakeld, kan het rendement
(COP) (afhankelijk van de buitentemperatuur) van de Daikin Altherma EHS(X/H) slechter worden.
3.2Weergave- en
bedieningselementen
3.2.1Statusweergave
De LEDs van de statusweergave branden of knipperen en geven zo
de modus van het apparaat aan.
LEDModusBeschrijving
Knippert blauw Stand-byHet apparaat is in niet bedrijf.
Brandt blauwWerkingHat apparaat is in bedrijf.
Knippert roodFoutEr is een fout opgetreden. Zie
voor verdere details Hfst. 8.
Tab.3-2Statusweergave
3.2.2Display
Bij normale werking is het display gedeactiveerd (helemaal donker).
Die activiteit van de installatie wordt met de statusweergave aangegeven. Iedere bediening van de draaiknop (draaien, indrukken of
lang indrukken) activeert het display met het startscherm.
Als het startscherm actief is en er wordt niet binnen de 60 seconden
een invoer door de gebruiker uitgevoerd, wordt het display weer gedeactiveerd. Als op een ander punt in het menu gedurende 120 seconden geen invoer door de gebruiker wordt uitgevoerd, wordt er teruggesprongen naar het startscherm.
3.2.3Draaiknop
VOORZICHTIG
De bedieningselementen van de regeling nooit indrukken
met een hard, puntig voorwerp. Dit kan tot beschadiging en
foutieve werking van de regeling leiden.
Met de draaiknop kan er op de betreffende niveaus genavigeerd, de
instelwaarde geselecteerd, gewijzigd en met een korte druk op de
knop de wijziging overgenomen worden.
Het startscherm geeft een overzicht van de actuele bedrijfshoedanigheid van de installatie. Vanaf het startscherm leidt iedere bediening van de draaiknop (draaien, indrukken of lang indrukken) naar
het Hoofdmenu.
Daikin RoCon+ HP
Daikin Regeling RoCon+ HP
008.1444299_01 – 09/2018 – NL
Gebruiksaanwijzing
7
3 Bediening
pos. Symbool Uitleg
10Modus: Standby
Modus: Nachtverlaging
Modus: Verwarmen
Modus: Koelen
Modus: Zomer
Modus: Automatisch 1
Modus: Automatisch 2
Modus: Noodbediening
Afb3-2Weergavepositie op het startscherm
pos. Symbool Uitleg
1Datum en tijd
2Foutmelding
3Alleen bij een aangesloten kamerapparaat: ka-
mertemperatuur
4Warmwatertemperatuur
5Aanvoertemperatuur vloerverwarming
Aanvoertemperatuur convectorverwarming
Aanvoertemperatuur radiatorverwarming
6Buitentemperatuur
7Druk in het verwarmingscircuit
8Boiler zonder verwarmingsstaaf
Boiler met aangesloten verwarmingsstaaf (uit)
11Speciaal programma: Feest
Speciaal programma: Afwezig
Speciaal programma: Verlof
Speciaal programma: Feestdag
Speciaal programma: 1x warmwater
Speciaal programma: Screed
Speciaal programma: Ontluchting
12Stille modus aan
13Modus: Verwarmen
Modus: Koelen
Modus: Warm water
Boiler met aangesloten verwarmingsstaaf (aan)
9Geen buitenunit herkend
Buitenunit aanwezig, compressor uit
Buitenunit aanwezig, compressor aan
Gebruiksaanwijzing
8
Modus: Ontdooien
Modus: Geen verzoek
14ExtModus extern omgeschakeld (Blokkeercontact
van de brander of Kamerthermostaat)
Tab.3-4Displaysymbolen op het startscherm
INFORMATIE
Als het plaatselijke bediengselement als afstandsbediening
voor een mengermodule wordt gebruikt, is het startscherm
en de menustructuur veranderd (zie Hfst. 9).
Daikin RoCon+ HP
Daikin Regeling RoCon+ HP
008.1444299_01 – 09/2018 – NL
3 Bediening
3.3Bedieningsstructuur
De bedieningsstructuur van de regeling maakt het snelle navigeren
in het menu, de overzichtelijke weergave van informatie en de eenvoudige selectie van parameters en instelling van streefwaarden en
programma´s mogelijk.
De basis van de bedieningsstructuur wordt hierna aan de hand van
een paar voorbeelden gedetailleerd toegelicht. De bediening van
speciale functies gebeurt volgens hetzelfde principe en wordt indien
nodig in de betreffende paragrafen in Hfst. 4 beschreven.
3.3.1In het menu navigeren
Vanaf het startscherm leidt iedere bediening van de draaiknop
(draaien, indrukken of lang indrukken) naar het hoofdmenu. Het menuscherm bestaat uit een bovenste gedeelte voor de menu-icons
van de verschillende submenu´s en de onderste menubalk. In de
menubalk wordt het terug- en het help-icon weergegeven. Door aan
de draaiknop te draaien kan men tussen de icons (en ook de icons
in de menubalk) wisselen. Menu´s met meerdere pagina´s hebben
een pijl om te bladeren. Door aan de draaiknop te draaien wordt er
tussen de menu-icons naar de verschillende menupagina´s gewisseld.
Afb3-3Voorbeeld: elementen in een menu met twee pagina´s
pos.Omschrijving
1Terug-icon
2Menubalk
3Menu-icon
4Pijl voor het bladeren (bij menu´s met meer pagina´s)
5Help-icon
Tab.3-5Elementen op de menuweergave
Voorbeeld: Naar het menu „Statistiek“ gaan [→Hoofdmenu]:
1 Draaiknop rechtsom draaien tot de icon „Statistiek“ (op de twee-
de menupagina) blauw wordt weergegeven.
2 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Submenu „Statistiek“ wordt opgeroepen
3.3.2Helpfunctie
Voor ieder menu-icon is er een helptekst beschikbaar.
Afb3-4Helpfunctie
Voorbeeld: helptekst voor het menu „Warm water“ oproepen en
helpfunctie weer sluiten [→Hoofdmenu→Gebruiker]:
1 Draaiknop rechtsom draaien tot de help-icon in de menubalk
blauw wordt weergegeven.
2 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Helpfunctie wordt actief, het „?“-symbool wordt aan de laat-
ste menu-icon weergegeven.
3 Draaiknop linksom draaien tot het „?“-symbool aan icon „Warm
water“ verschijnt.
4 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Helptekst voor het menu „Warm water“ wordt weergegeven.
5 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Helptekstniveau wordt verlaten.
6 Draaiknop rechtsom draaien tot de help-icon in de menubalk
blauw wordt weergegeven.
7 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Helpfunctie wordt gesloten.
3.3.3Op lijsten navigeren en lijstvermeldingen
selecteren
Lijsten zijn er als zuivere informatielijsten of dienen ter selectie van
een lijstvermelding. Draaien aan de draaiknop wisselt tussen de lijstvermeldingen. Lijsten met meerdere pagina´s hebben een pijl om te
bladeren. Door aan de draaiknop te draaien wordt er tussen de lijstvermeldingen van de verschillende pagina´s gewisseld.
Bij selectielijsten wordt de actueel geselecteerde lijstvermelding met
een vinkje aangegeven. Met „OK“ kan er een andere lijstvermelding
geselecteerd worden. De betreffende instelling wordt dan overgenomen en de lijst wordt verlaten.
Daikin RoCon+ HP
Daikin Regeling RoCon+ HP
008.1444299_01 – 09/2018 – NL
Gebruiksaanwijzing
9
3 Bediening
Afb3-5Lijst met geselecteerde lijstvermelding
Voorbeeld: bedrijfsmodus naar „Zomer“ omschakelen [→Hoofdmenu →Modus]
1 Draaiknop rechtsom draaien tot de lijstvermelding "Zomer"
blauw wordt weergegeven.
2 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Lijstvermelding „Zomer“ wordt aangevinkt.
3 Draaiknop linksom draaien tot de terug-icon blauw wordt.
4 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Instelling wordt opgeslagen en het instelniveau verlaten.
3.3.4Streefwaarden instellen
De streefwaarde van een parameter kan binnen de weergegeven
schaal gewijzigd worden. Met „OK“ wordt de nieuwe waarde opgeslagen. Door de draaiknop lang in te drukken wordt het instelniveau
zonder opslaan verlaten. Voor sommige parameters bestaat er afgezien van de waarden op de schaal ook de instelling „Uit“. Deze instelling kan geselecteerd worden door de draaiknop linksom te
draaien nadat de minimum waarde van de schaal is bereikt.
Voorbeeld: [Kamerstreeftemperatuur 1] op 22°C instellen [→Hoofdmenu→Gebruiker →Ruimte →Kamerstreeftemperatuur 1]:
1 Draaiknop rechtsom draaien tot er 22°C wordt weergegeven.
2 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Instelling wordt opgeslagen en het instelniveau verlaten.
3.3.5Tijden instellen
Om de actuele tijd in te stellen wordt de klokfunctie gebruikt.
Afb3-7Tijden instellen
Voorbeeld: tijs op 16:04 uur instellen [→Hoofdmenu →Instellingen
→Weergave →Tijd]:
1 Draaiknop rechtsom draaien tot de cirkel blauw wordt weergege-
ven.
2 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è De urenteller wordt blauw.
3 Draaiknop rechtsom draaien tot 16:00 wordt weergegeven.
4 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è De minutenteller wordt blauw.
5 Draaiknop rechtsom draaien tot 16:04 wordt weergegeven.
6 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Bevestigen-icon in de menubalk wordt blauw.
7 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Instelling wordt opgeslagen en het instelniveau verlaten.
Afb3-6Weergave van de parameterinstelling
pos.Omschrijving
1Minimum waarde
2Standaardwaarde
3Actueel geselecteerde waarde
4Maximum waarde
Tab.3-6Elementen op de weergave van de parameterinstelling
Gebruiksaanwijzing
10
Daikin RoCon+ HP
Daikin Regeling RoCon+ HP
008.1444299_01 – 09/2018 – NL
3 Bediening
3.3.6Kalenderfunctie
Om de actuele datum of de tijdprogramma´s [Verlof] en [Feestdag] in
te stellen, wordt de kalenderfunctie gebruikt. Voor de tijdprogramma
´s kan er met de kalenderfunctie een periode geselecteerd worden.
1 Draaiknop rechtsom draaien tot de maandselectie op aug2018
staat.
2 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è 1augustus wordt met een blauwe rand weergegeven.
Draaiknop rechtsom draaien tot 25 augustus met een blauwe rand
wordt weergegeven.
1 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è 25augustus krijgt een grijze achtergrond.
2 Draaiknop rechtsom draaien tot 2 september met een blauwe
rand wordt weergegeven.
3 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Instelling wordt opgeslagen en het instelniveau verlaten.
Bij de instelling van een nieuwe vakantieperiode wordt de tevoren ingestelde vakantieperiode automatisch gewist. Alternatief kan de vakantie-instelling ook gereset worden.
1 Draaiknop rechtsom draaien tot de maandselectie blauw wordt
weergegeven.
2 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Laatste geselecteerde vakantiedag wordt met een blauwe
rand weergegeven.
3 Draaiknop linksom draaien tot alle dagen wit weergegeven wor-
den.
4 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Vakantie-instelling wordt gereset en het instelniveau verla-
ten.
3.3.7Tijdprogramma´s instellen
Om permanente tijdprogramma´s (zie Hfst. 4.3.2) in te stellen, wordt
de tijdprogrammafunctie gebruikt. Die maakt de instelling van 3
schakelcycli per dag mogelijk. De invoer is voor iedere dag van de
week apart mogelijk of in blokken van "maandag t/m vrijdag", "zaterdag t/m zondag" en "maandag t/m zondag". De geselecteerde schakelcycli worden op het overzichtsniveau van het betreffende programma met een grijze achtergrond weergegeven (Afb 3-9).
PeriodeSchakelcyclus
Ebkele dag van de week (maandag,dinsdag …)
Werkweek (maandag t/m vrijdag) 1. 06:00 tot 22:00
Weekend (zaterdag t/m zondag) 1. 06:00 tot 22:00
Gehele week (maandag t/m zondag)
Tab.3-7Structuur van de permanente tijdprogramma´s
INFORMATIE
Tijdinstellingen voor een schakelcyclus in een weekdag- of
blokprogramma worden ook voor andere periodes overgenomen, indien het hierbij om dezelfde weekdagen gaat.
▪ Voor de enkele dag van de week "maandag" wordt de
begintijd in de eerste schakelcyclus van 06:00 in 05:00
uur veranderd. Binnen de periode "maandag t/m vrijdag"
en "maandag t/m zondag" wordt automatisch de eerste
schakelcyclus ook van 06:00 in 05:00 uur veranderd.
Afb3-9Tijdprogrammafunctie met overzichtsniveau (links) en in-
stelniveau (rechts)
Voorbeeld: voor het programma [Verwarmingskring Automatisch 1]
de schakelcycli 1 en 2 voor maandag t/m vrijdag instellen [→Hoofdmenu →Tijdprogramma →VK auto 1]:
1 Draaiknop rechtsom draaien tot de instelling-icon blauw wordt.
2 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Weergave springt naar het instelniveau met een blauw knip-
perende selectie van de periode.
3 Draaiknop rechtsom draaien tot de gewenste periode wordt
weergegeven.
4 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Weergave springt naar het invoerscherm voor starttijd van
de eerste schakelcyclus.
5 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Invoerscherm voor starttijd van de eerste schakelcyclus
knippert blauw.
6 Draaiknop rechtsom draaien tot de gewenste starttijd wordt
weergegeven.
7 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Weergave springt naar het invoerscherm voor eindtijd van
de eerste schakelcyclus.
8 Draaiknop rechtsom draaien tot de gewenste eindtijd wordt
weergegeven.
9 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Weergave springt naar het invoerscherm voor starttijd van
de tweede schakelcyclus.
1. 06:00 tot 22:00
2. xx:xx tot xx:xx
3. xx:xx tot xx:xx
2. xx:xx tot xx:xx
3. xx:xx tot xx:xx
2. xx:xx tot xx:xx
3. xx:xx tot xx:xx
1. 06:00 tot 22:00
2. xx:xx tot xx:xx
3. xx:xx tot xx:xx
Daikin RoCon+ HP
Daikin Regeling RoCon+ HP
008.1444299_01 – 09/2018 – NL
Gebruiksaanwijzing
11
3 Bediening
10 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Invoerscherm voor starttijd van de tweede schakelcyclus
knippert blauw.
11 Draaiknop rechtsom draaien tot de gewenste starttijd wordt
weergegeven.
12 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Weergave springt naar het invoerscherm voor eindtijd van
de tweede schakelcyclus.
13 Draaiknop rechtsom draaien tot de gewenste eindtijd wordt
weergegeven.
14 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Weergave springt naar het invoerscherm voor starttijd van
de derde schakelcyclus.
15 Draaiknop rechtsom draaien tot de bevestiging-icon blauw
wordt.
è Weergave springt naar de bevestiging-icon.
16 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Programmering wordt opgeslagen.
è Instelniveau wordt verlaten.
è Geselecteerde schakelcycli worden met een grijze achter-
grond weergegeven.
17 Draaiknop linksom draaien tot de terug-icon blauw wordt.
18 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Menu wordt verlaten
3.3.8Externe bediening
Afgezien van de bediening en de geïntgreerde RoCon+ HP regeling
kan de installatie ook via externe apparaten ingesteld en bediend
worden.
Bediening via internet
Via een optionele gateway (EHS157056) kan de regeling RoCon+
HP met internet worden verbonden. Daarmee is de afstandsbesturing van de RoCon+ HP via mobiele telefoons (via app) mogelijk.
Bediening via het kamerstation
De bediening kan ook via de optionele kamerregelaar EHS157034
worden uitgevoerd. Neem hierviir de met het apparaat meegeleverde gebruiksaanwijzing in acht.
Gebruiksaanwijzing
12
Daikin RoCon+ HP
Daikin Regeling RoCon+ HP
008.1444299_01 – 09/2018 – NL
4 Functie
4Functie
De installatie regelt volautomatisch aan de hand van de in de regeling RoCon+ HP ingestelde zaken de werking van de kamerverwarming, kamerkoeling en de warmwaterbereiding van het sanitair.
Hierna worden de functie beschreven die de werking van de installatie kunnen beïnvloeden.
Sommige van de beschreven functies en parameters zijn door toegangsrechten beperkt en kunnen alleen door de verwarmingsinstallateur worden ingesteld (zie Hfst. 4.5.1).
4.1Modus
[→Hoofdmenu →Modus]
In dit menu wordt de modus waarmee het apparaat moet werken geselecteerd. De actuele modus wordt met een betreffend symbool op
het startscherm aangegeven.
Modus Standby (Stand-by)
OPMERKING
Een niet tegen vorst beschermde verwarminginstallatie kan
bij vorst bevriezen en beschadigt raken.
▪ De verwarmingsinstallatie bij gevaar voor vorst aan wa-
terzijde ledigen.
▪ Wanneer de CV-installatie niet is geleegd, moet bij ge-
vaar voor vorst de stroomtoevoer gegarandeerd zijn en
de voedingsschakelaar ingeschakeld blijven.
In deze modus wordt de Daikin Altherma EHS(X/H) op stand-by gezet. De vorstbeschermingsfunctie wordt hierbij gehandhaafd. Om deze functie te handhaven mag de installatie niet van het spanningsnet
gescheiden worden!
Alle in het RoCon-systeem via de CAN-bus geïntegreerde regelaars
worden superieur eveneens omgeschakeld naar "Standby".
INFORMATIE
In de modus [Standby] wordt de warmtepomp en evt. optioneel aangesloten Backup-Heater van de voeding gescheiden (energiebesparingsmodus) indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:
▪ de buitentemperatuursensor is aangesloten en correct in
de systeemconfiguratie geparametreerd,
▪ de buitentemperatuur ligt boven de 8°C,
▪ er is geen warmteverzoek gedaan,,
▪ in geen aangesloten verwarmingscircuit is de vorstbe-
schermingsfunctie actief en
▪ de Daikin Altherma EHS(X/H) is sinds ten minste 5min
ingeschakeld.
Modus Nachtverlaging
Gereduceerde verwarmingswerking (lage streeftemperatuur in het
vertrek) conform de in parameter [Kamerstreeftemp. Educeren] ingestelde nachtverlagingstemperatuur (zie Hfst. 4.2).
Warmwaterbereiding conform de ingestelde streeftemperaturen en
schakelcycli im het warmwater-tijdprogramma [Warmwatervoorziening Autom. 1] (zie Hfst. 4.2).
Modus Verwarmen
Verwarmings-, koelwerking conform de in parameter [Kamerstreeftemperatuur 1] ingestelde streeftemperatuur in het vertrek (zie Hfst.
4.2).
Een aangesloten buitentemperatuursensor (door het weer geregelde
aanvoertemperatuurregeling) of een aangesloten kamersensor hebben eveneens invloed op de aanvoerstreeftemperatuur.
Warmwaterbereiding conform de ingestelde streeftemperaturen en
schakelcycli im het warmwater-tijdprogramma [Warmwatervoorziening Autom. 1] (zie Hfst. 4.2).
Modus Zomer
Er wordt alleen een warmwaterbereiding conform de ingestelde
streeftemperaturen en schakelcycli im het warmwater-tijdprogramma
[Warmwatervoorziening Autom. 1] (zie Hfst. 4.2) uitgevoerd.
Alle in het RoCon-systeem via de CAN-bus geïntegreerde regelaars
worden superieur eveneens omgeschakeld naar [Zomer].
Modus Automatisch 1 (tijdprogramma)
Automatische verwarmings- en nachtverlagingswerking conform de
permanente tijdprogramma´s (zie Hfst. 4.3):
▪ [Verwarmingskring Automatisch 1]
▪ [Warmwatervoorziening Autom. 1]
Modus Automatisch 2 (tijdprogramma)
Automatische verwarmings- en nachtverlagingswerking conform de
permanente tijdprogramma´s (zie Hfst. 4.3):
▪ [Verwarmingskring Automatisch 2]
▪ [Warmwatervoorziening Autom. 2]
INFORMATIESCHAKELCONTACT VOOR EXTERNE
MODUSOMSCHAKELING
Via een op de aansluiting J8 van de Daikin Altherma
EHS(X/H) op de klemmen „Ext“ aangesloten en met een
weerstand geschakelld potentiaalvrij schakelcontact kan
vanaf een extern apparaat (bijv. modem, …) ook een omschakeling uitgevoerd worden. Zie Tab. 4-1.
De functionaliteit van het schakelcontact is hierbij afhankelijk van de parameter [Functie brandervergrend.cont.]:
(standaardinstelling): analyse van de werstandswaarden.
▪ [Functie brandervergrend.cont.] = Blokkeercontact van
de brander: analyse als blokkeercontact van de brander.
Bij een gesloten schakelcontact wordt heeft de externe
warmtebron de vorkeur.
ModusWeerstandTolerantie
Standby<680Ω±5%
Verwarmen1200Ω
Nachtverlaging1800Ω
Zomer2700Ω
Automatisch 24700Ω
Automatisch 28200Ω
Tab.4-1Weerstandswaarden voor de analyse van het EXT-sig-
naal
INFORMATIE
De in Tab. 4-1 aangegeven weerstanden werken binnen
een tolerantie van 5%. Buiten deze toleranties liggende
weerstanden worden als open ingang geïnterpreteerd. De
verwarming schakelt weer om naar de vooraf actieve modus.
Bij weerstandswaarden van groter dan de waarde voor
„Automatisch 2“ wordt er met de ingang geen rekening gehouden.
Als er meerdere schakelcontacten op de Daikin Altherma
EHS(X/H) zijn aangesloten (bijv. Smart Grid, kamerthermostaat), kunnen de daarmee verbonden functies een hogere
prioriteit hebben dan de externe omschakeling van de modus. De door het EXT-schakelcontact verzochte modus
wordt dan eventueel niet of pas later geactiveerd.
Daikin RoCon+ HP
Daikin Regeling RoCon+ HP
008.1444299_01 – 09/2018 – NL
Gebruiksaanwijzing
13
4 Functie
Afgezien van deze modi staan er verschillende tijdelijke verwarmingsprogramma´s ter beschikking (zie Tab. 4-2) die na hun activering bij voorkeur aflopen.
Tijdelijk verwarmingsprogramma
FeestTijdprogrammaHfst. 4.3
Afwezig
Feestdag
Verlof
ScreedConfiguratieHfst. 4.5.7
Tab.4-2Overzicht tijdelijke tijdprogramma´s
INFORMATIE
Als er tijdens de geselecteerde modus een tijdelijk verwarmingsprogramma (Feest, Afwezig, Feestdag, Verlof,
Screed) wordt gestart, wordt er bij voorkeur conform de instellingen voor dit tijdprogramma geregeld.
Instelling / activering
in het menu
Aanwijzing
4.2Gebruiker
[→Hoofdmenu →Gebruiker]
In dit menu worden voor de gebruiker de belangrijkste streeftemperaturen en functies ingesteld.
4.2.1Instelling kamerstreeftemperatuur
[→Hoofdmenu →Gebruiker →Ruimte]
In dit menu worden de kamerstreeftemperaturen bij verwarmingswerking voor de kamerverwarming vastgelegd. De beschikbare
streefwaarden (1-3) horen bij de betreffende cyclus (1-3) van de tijdprogramma´s [Verwarmingskring Automatisch 1] en [Verwarmingskring Automatisch 2].
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden bij dit menu
staat in Hfst. 7.3.
4.2.2Instelling kamertsreeftemperatuur
reduceren
[→Hoofdmenu →Gebruiker →Verlagen]
In dit menu worden de kamerstreeftemperaturen bij nachtverlagingswerking voor de kamerverwarming vastgelegd. De nachtverlaging
gebeurt door de modus "Verlagen" of door de tijdprogramma´s [Verwarmingskring Automatisch 1] en [Verwarmingskring Automatisch 2].
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden bij dit menu
staat in Hfst. 7.3.
4.2.3Instelling kamerstreeftemperatuur
Afwezig
[→Hoofdmenu →Gebruiker →Afwezig]
In dit menu worden de kamerstreeftemperaturen bij afwezigheidswerking voor de kamerverwarming vastgelegd. De afwezigheidswerking gebeurt door de tijdprogramma´s [Afwezig] of [Verlof].
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden bij dit menu
staat in Hfst. 7.3.
4.2.4Instelling warmwaterstreeftemperatuur
[→Hoofdmenu →Gebruiker →Warm water]
In dit menu worden de warmwaterstreeftemperaturen voor de warmwaterwerking vastgelegd. De beschikbare streefwaarden (1-3) horen
bij de betreffende cyclus (1-3) van de tijdprogramma´s [Warmwatervoorziening Autom. 1] en [Warmwatervoorziening Autom. 2].
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden bij dit menu
staat in Hfst. 7.3.
4.2.5Buitengewone warmwaterbereiding
[→Hoofdmenu →Gebruiker →1xWW]
Door deze functie te starten kan het warme water op een willekeurig
tijdstip tot de streefwaarde [Warmwaterstreeftemperatuur 1] verwarmd worden. De verwarming gebeurt dan bij voorkeur en onafhankelijk van andere verwarmingsprogramma´s. Na afloop van deze
tijdelijke functie springt de regeling automatisch weer om naar de
daarvoor actieve modus.
Mogelijke instelwaarden bij dit menu staat in Hfst. 7.3.
4.3Tijdprogramma
[→Hoofdmenu →Tijdprogramma]
Voor een comfortabele en individuele kamer- en warmwatertemperering staan er verschillende af fabriek ingestelde, vrij instelbare tijdprogramma´s ter beschikking. Bovendien staan er tijdelijke tijdprogramma´s ter beschikking, die de permanente tijdprogramma´s resp.
de actueel ingestelde modus voor de duur van hun geldigheid buiten
werking zetten.
4.3.1Tijdelijke tijdprogramma´s
INFORMATIE
De volgende tijdelijke tijdprogramma´s kunnen op ieder
tijdstip door de handmatige wijziging van de modus geannuleerd worden.
Feest
[→Hoofdmenu →Tijdprogramma →Feest]
Het programma draait vanaf de activering tot aan de afloop van de
ingestelde tijd. Het verwarmingscircuit wordt gedurende deze tijd op
de in parameter [Kamerstreeftemperatuur 1] ingestelde temperatuur
geregeld. Als de tijdprogramma´s [Automatisch 1] of [Automatisch 2]
actief zijn, wordt de verwarmingscyclus verlengd of vroeger gestart.
De warmwaterbereiding is hierdoor niet gemoeid.
Afwezig
[→Hoofdmenu →Tijdprogramma →Afwezig ]
Het programma draait vanaf de activering tot aan de afloop van de
ingestelde tijd. Het verwarmingscircuit wordt gedurende deze tijd op
de in parameter [Kamerstreeftemp. Afwezig] ingestelde kamerstreeftemperatuur geregeld. De warmwaterbereiding is hierdoor niet gemoeid.
Verlof
[→Hoofdmenu →Tijdprogramma →Vakantie]
Met deze kalenderfunctie kan er een periode voor de afwezigheid ingevoerd worden. Het verwarmingscircuit wordt gedurende deze tijd
continu (24 h per dag) op de in parameter [Kamerstreeftemp. Afwezig] ingestelde kamerstreeftemperatuur geregeld. Dit programma
wordt niet gestart als op de ingestelde startdatum de modus [Standby] actief is.
Feestdag
[→Hoofdmenu →Tijdprogramma →Feestdag]
Met deze kalenderfunctie kan er een periode voor de aanwezigheid
ingevoerd worden. Binnen deze tijd wordt er uitsluitend aan de hand
van de instellingen voor "zondag" in [Verwarmingskring Automatisch
1] en [Warmwatervoorziening Autom. 1] geregeld.
4.3.2Permanente tijdprogramma´s
Voor de aangesloten verwarmingscircuits en het boilerlaadcircuit regelen tijdprogramma´s de temperaturen verwarmings-en warmwatercircuits resp. de bedrijfstijden van de circulatiepomp aan de hand
Gebruiksaanwijzing
14
Daikin RoCon+ HP
Daikin Regeling RoCon+ HP
008.1444299_01 – 09/2018 – NL
4 Functie
van de ingestelde schakelcycli. De schakelcycli zijn in tijdblokken opgeslagen waarvoor de verschillende streeftemperaturen ingesteld
kunnen worden.
Opgeslagen programma´s kunnen op ieder tijdstip worden gewijzigd.
Voor een beter overzicht wordt aangeraden, de geprogrammeerde
schakeltijden te noteren en goed op te bergen (zie Hfst. 11.1).
Verwarmingscircuit Autom. 1 en Verwarmingscircuit Autom. 2
[→Hoofdmenu →Tijdprogramma →VK auto 1 /VK auto 2]
In deze menu´s kunnen de tijdprogramma´s voor het verwarmingscircuit geparametreerd worden. Per dag kunnen er 3 schakelcycli
worden ingesteld waaraan de parameters [Streeftemperatuur kamer
1/2/3] zijn toegewezen. Buiten de schakelcycli wordt er op de streefwaarde [Kamerstreeftemp. Educeren] geregeld. De invoer is voor iedere dag van de week apart of in weken mogelijk.
Warmwatervoorziening Autom. 1 en Warmwatervoorziening
Autom. 2
[→Hoofdmenu →Tijdprogramma →WW Auto 1 /WW Auto 2]
In deze menu´s kunnen de tijdprogramma´s voor de warmwaterbereiding geparametreerd worden. Per dag kunnen er 3 schakelcycli
worden ingesteld waaraan de parameters [Streeftemperatuur warmwater 1/2/3] zijn toegewezen.
Tijdsprogramma circulatiepomp
[→Hoofdmenu →Tijdprogramma →Circ pomp]
In dit menu kan er een tijdprogramma voor een optioneel aangesloten circulatiepomp geparametreerd worden. Er kunnen 3 schakeltijden per dag worden ingesteld.
INFORMATIE
Gebruik van circulatielidingen in Frankrijk niet toegestaan!
Fabrieksinstellingen
De permanente tijdprogramma´s zijn conform Tab. 4-3 vooraf ingesteld.
Tab.4-3Fabrieksinstelling van de permanente tijdprogramma´s
4.3.3Reset tijdprogramma
[→Hoofdmenu →Tijdprogramma →ZP Reset]
In dit menu kunnen de tijdprogramma´s teruggezet worden op fabrieksinstellingen. Hiervoor de betreffende tijdprogramma´s selecteren en vervolgens de selectie met de bevestigingstoets op de tweede menupagina bevestigen.
[Warmwaterstreeftemperatuur 2]:
60°C
[Warmwaterstreeftemperatuur 3]:
4.4.1Weergave-instellingen
[→Hoofdmenu →Instellingen →Weergave]
In dit menu kunnen taal, datum, tijd, lcd helderheid en lcd verlichtingstijd worden ingesteld.
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden bij dit menu
staat in Hfst. 7.5.
60°C
4.4Instellingen
[→Hoofdmenu →Instellingen]
In dit menu wordt de basisinstelling van de regeling en van het systeem uitgevoerd. Daarbij hoort de integratie van optionele en externe
componenten. Aufhankelijk van de autorisatie (gebruiker of installateur) zijn er verschillende parameters beschikbaar.
Daikin RoCon+ HP
Daikin Regeling RoCon+ HP
008.1444299_01 – 09/2018 – NL
INFORMATIE
Het opvoeren van de helderheid van het LCD-display boven de af fabriek ingestelde waarde reduceert de levensduur van het display.
Gebruiksaanwijzing
15
4 Functie
4.4.2Systeem
[→Hoofdmenu →Instellingen →Systeem]
In dit menu zijn basisparameters van het verwarmingssysteem samengevat.
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden bij dit menu
staat in Hfst. 7.5.2.
4.4.3Externe warmtebronnen
[→Hoofdmenu →Instellingen →Ext. bron]
In dit menu kan de koppeling van een optionele externe warmtebron
worden geconfigureerd.
De door de externe warmtebron geleverde warmte moet aan het
drukloze boilerwater in de boiler van de Daikin Altherma EHS(X/H)
toegevoegd worden.
▪ Bij gebruik van de optionele Backup-Heater BUxx gebeurt dat
door de constructieve inbouwsituatie.
▪ Bij gebruik van een alternatieve warmtebron (bijv. gas- of olieke-
tel) kan die hydraulisch
▪ drukloos via de aansluitingen (zonnesysteem aanvoer en re-
tour) van de boiler of
▪ bij apparaattypes Daikin Altherma EHS(X/H) …B via de geïnte-
greerde zonnesysteem warmtewisselaar
gekoppeld worden.
Met de instelling van de parameter [Config. externe warmtebron]
wordt vastgelegd of en welke extra warmtebron voor de warmwaterbereiding en de verwarmingsondersteuning aanwezig is.
▪ Geen externe warmtebron
▪ Optionele Backup-Heater
▪ Externe warmteborn WW en HZU: alternatieve warmtebron en
verwarmingsondersteuning. Voor verzoek van de warmtebron
wordt relais K3 op de schakelprintplaat RTX-EHS geschakeld.
▪ Externe warmtebron WW of HZU: alternatieve warmtebron 1 (opti-
onele Backup-Heater BUxx) neemt de warmwaterbereiding over
en alternatieve warmtebron 2 de verwarmingsondersteuning. Voor
verzoek van warmtebron 1 wordt relais K3 en voor verzoek van
warmtebron 2 relais K1 op de schakelprintplaat RTX-EHS geschakeld. Neem de waarschuwing in acht! De werkwijze van een extra
alternatieve warmtebron wordt ook door de instellingen van de parameters [Bivalente functie] en [Bivalente temperatuur] beïnvloed.
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden bij dit menu
staat in Hfst. 7.5.3.
4.4.4In- / uitgangen
[→Hoofdmenu →Instellingen →In-/Outputs]
In dit menu kunnen parameters voor in- en uitgangen van de regelingsprintplaat worden geconfigureerd om de regeling van het systeem individueel te optimaliseren.
Smart Grid
WAARSCHUWING
Bij warmwaterstreeftemperaturen boven de 65°C is er gevaar voor brandwonden. Dat is mogelijk omdat het energiebedrijf bij het vastleggen van Smart Grid geautoriseerd
is om de stroomopname geoptimaliseerd aan de hand van
vraag en aanbod te besturen.
Door zo een gedwongen lading kan de warmwaterstreeftemperatuur in de boiler meet dan 65°C bereiken.
Deze boilerlading gebeurt zelfs als de modus [Stand-by] is
ingesteld.
▪ Verbrandingsbescherming in de warmwater-verdeellei-
ding monteren.
Om gebruik te maken van deze functie is er een speciale stroomteller met SG-ontvanger noodzakelijk waarop de Daikin Altherma
EHS(X/H) aangesloten moet worden.
Zodra de functie door de parameter [Smart Grid] is geactiveerd,
wordt afhankelijk van het signaal van het energiebedrijf de warmtepomp op een werkwijze conform Tab. 4-4 gezet.
(3)
Signaal
StroomkostenEffect op
EVUSGWarmwaterVerwarming
king
(4)
Geen werking
Normale wer-
king
Inschakeladvies
en aanvoer-
streefwaarde
wordt afhankelijk van parameter [Mode Smart
Grid] opge-
voerd.
Inschakelop-
dracht voor boi-
lerlading.
10---Geen werking
00NormaalNormale wer-
01laagInschakeladvies
en streefwaarde
boilertempera-
tuur wordt afhankelijk van
parameter [Mo-
de Smart Grid]
opgevoerd.
11Heel laagInschakelop-
dracht en
streefwaarde
boilertempera-
tuur wordt op
70°C gezet.
Tab.4-4Gebruik van het SG-signaal
AUX-schakelfunctie
Door instellen van de parameter [AUX-Schakelfunctie] worden de
schakelvoorwaarden voor het potentiaalvrije AUX-schakelcontact
(wisselschakeluitgang A) geselecteerd. Via dit schakelcontact kan er
bijvoorbeeld een externe verwarming aangestuurd worden.
Als er aan één van de schakelvoorwaarden is voldaan, wordt het potentiaalvrije schakelcontact na afloop van de in parameter [AUXWachttijd] ingestelde tijd geschakeld.
AUX-schakelcontact (wisselschakeluitgang A) wordt niet geschakeld, wanneer de instelling gedeactiveerd is.
AUX-schakelcontact (wisselschakeluitgang A) wordt wel geschakeld, wanneer instelling
▪ warmteverzoek kamerverwarming of warmwaterbereiding.
(4)
(3)
(4)
Gebruiksaanwijzing
16
Schakelcontacten aan de ingang J8 van de schakelprintplaat RoCon BM2C gesloten (1) of geopend (0).
Geen vorstbeschermingsfunctie
Daikin RoCon+ HP
Daikin Regeling RoCon+ HP
008.1444299_01 – 09/2018 – NL
4 Functie
Functie Interlink
De instelling van de parameter [Functie Interlink] = Aan maakt het
mogelijk dat de Daikin Altherma EHS(X/H) twee verschillende aanvoerstreeftemperaturen in de regeling opneemt.
Dat geldt zowel voor een weersafhankelijke regeling als bij de regeling aan de hand van een vaste aanvoerstreeftemperatuur (zie Hfst.
4.5).
Een mogelijke toepassing is bijv. de aanvullende integratie van een
HP convector in een oppervlakteverwarmings- en koelsysteem.
Voorwaarde: Op stekkeraansluiting J16 van de Daikin Altherma
EHS(X/H) zijn 2 schakelcontacten (bijv. kamerthermostaten) aangesloten.
▪ Parameter [Functie Interlink] = Aan: analyse van de schakelcon-
tacten verwarmen en koelen aan de stekkeraansluiting J16 op de
schakelprintplaat RoCon BM2C. Activeren van de koelwerking alleen door omschakelen in de modus [Koelen] (zie Hfst. 4.1). Instelling van de parameter [Kamerthermostaat] wordt niet meer geanalyseerd.
▪ Open schakelcontacten: alleen vorstbescherming actief
▪ Modus [Verwarmen] of [Automatisch 1] / [Automatisch 2] tijdens
de schakelcycli bij dagwerking actief.
▪ Gesloten schakelcontact Verwarmen = IL1
▪ Er wordt naar de normale aanvoerstreeftemperatuur aan de
hand van de parameterinstellingen voor [Verwarmen] geregeld.
▪ Gesloten schakelcontact Koelen = IL2
▪ Er wordt naar de hogere aanvoerstreeftemperatuur geregeld
(normale aanvoerstreeftemperatuur + waarde van de parameter
[Interlink temperatuurstijging]). Prioriteit, indien beide schakelcontacten gesloten zijn!
▪ Modus [Koelen] actief.
▪ Gesloten schakelcontact Verwarmen = IL1
▪ Er wordt naar de normale aanvoerstreeftemperatuur aan de
hand van de parameterinstellingen op niveau [Config. verwarming] > [Koelen] geregeld.
▪ Gesloten schakelcontact Koelen = IL2
▪ Er wordt naar de lagere aanvoerstreeftemperatuur geregeld
(normale aanvoerstreeftemperatuur - waarde van de parameter
[Interlink temperatuurverlaging]). Prioriteit, indien beide schakelcontacten gesloten zijn!
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden bij dit menu
staat in Hfst. 7.5.
4.4.5Intelligent boilermanagement
[→Hoofdmenu →Instellingen →ISM]
Bij voldoende hoge boilertemperaturen kan de energie in de boiler
voor kamergebruik worden toegepast. Dat kan ofwel het comfort verhogen (functie [Continue verwarming]) of het mogelijk maken om
energie vanuit eene externe warmtebron als bijv. een zonnesysteem
dan te gebruiken als er verwarmingsbehoefte is (functie [Verwarmingsondersteuning (HZU)]).
Continue verwarming
De functie maakt het continue verwarmen ook tijdens het ontdooien
van de verdamper mogelijk. Daarmee kan een hoog comfort ook bij
snel reagerende verwarmingssystemen (bijv. convectoren) gegarandeerd worden.
Verwarmingsondersteuning (HZU)
Als de verwarmingsondersteuningsfunctie (parameter [Verwarmingsondersteuning (HZU)] = Aan) wordt geactiveerd, wordt de energie
met geïntegreerde boiler van de Daikin Altherma EHS(X/H) gebruikt
om de verwarmingsfunctie over te nemen. Als de boilertemperatuur
hoog genoeg is, blijft de brander buiten werking.
De minimum waarde (T
tueel actieve streefwaarde van het warme water [Temperatuur warm
water set] + parameter [HZU hysteresis].
Inschakelvoorwaarde:
Tdhw > T
water set] + 1K
Als aan de inschakelvoorwaarde is voldaan, wordt aan de boiler
warmte onttrokken en daarmee het verwarmingssysteem verzorgd.
Uitschakelvoorwaarde:
Tdhw < T
Hfst. 4.5.3)
Als aan de uitschakelvoorwaarde is voldaan, wordt de verwarmingsondersteuning vanuit de warmwaterboiler ingesteld en de brander
neemt het verwarmen over.
De parameter [Power BIV] beperkt het vermogen dat maximaal mag
worden afgenomen. De parameter [HZU max temperatuur] beperkt
de maximum temperatuur die in het verwarmingssysteem terecht
mag komen.
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden bij de parameters dit menu staat in Hfst. 7.5.5.
+ 4K en Tdhw > info-parameter [Temperatuur warm
HZUmin
of Tdhw < parameter [Aanvoertemperatuur set] (zie
HZUmin
) wordt als volgt berekend: T
HZUmin
HZUmin
= ac-
4.4.6Speciale functies
[→Hoofdmenu →Instellingen →Speciaal]
Speciale functies hebben invloed op de vermogensopname van de
warmtepomp. Stille modus betekent bijvoorbeeld dat het warmtepomp buitenunit met gereduceerd vermogen werkt. Daardoor worden de bedrijfsgeluiden, die door het waterpomp buitenunit worden
veroorzaakt, gereduceerd.
Stille modus
VOORZICHTIG
Bij een geactiveerde stille modus neemt het vermogen
voor de kamerverwaming of -koeling dusdanig af, dat evt.
de vooraf ingestelde streeftemperaturen niet meer kunnen
worden bereikt.
▪ Bij buitentemperaturen onder het vriespunt bestaat ge-
vaar voor schade aan de installatie door de inwerking
van vorst.
Bij een geactiveerde functie werkt de warmtepomp in de stille modus. Met de parameter [Geluidsniveau] kunnen hierbij drie geluidsniveaus geselecteerd worden.
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden bij dit menu
staat in Hfst. 7.5.
4.5Configuratie
[→Hoofdmenu →Configuratie]
In dit menu kan de bedrijfskarakteristiek van de installatie optimaal
op de systeemopbouw en de behoefte van de gebruikers worden
aangepast. Extra programma´s maken de inbedrijfstelling eenvoudiger. Aufhankelijk van de autorisatie (gebruiker of installateur) zijn er
verschillende parameters beschikbaar.
4.5.1Toegangsrechten (vakmancode)
[→Hoofdmenu →Configuratie →Toegang]
Bepaalde functies en parameters in de regeling zijn met toegangsrechten beschermd en voor de gebruiker niet zichtbaar. Om toegang
te verkrijgen moet de vakmancode ingevoerd worden.
Daikin RoCon+ HP
Daikin Regeling RoCon+ HP
008.1444299_01 – 09/2018 – NL
Gebruiksaanwijzing
17
4 Functie
Afb4-1Toegangscode instellen
Voorbeeld: code 3090 instellen (alleen bij wijze van voorbeeld, dit is
geen geldige toegangscode) [→Hoofdmenu →Configuratie →Toegang]:
1 Draaiknop rechtsom draaien tot het eerste invoerveld blauw
wordt weergegeven.
2 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Eerste invoerveld knippert blauw.
3 Draaiknop rechtsom draaien tot 3 wordt weergegeven.
4 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Tweede invoerveld wordt blauw weergegeven.
5 Draaiknop rechtsom draaien tot het derde invoerveld blauw
wordt weergegeven.
6 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Derde invoerveld knippert blauw.
7 Draaiknop rechtsom draaien tot 9 wordt weergegeven.
8 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Vierde invoerveld wordt blauw weergegeven.
9 Draaiknop rechtsom draaien tot de bevestiging-icon blauw
wordt.
10 Draaiknop kort aanraken om te bevestigen („OK“).
è Code wordt gecontroleerd en het instelniveau verlaten.
4.5.2Sensoren
[→Hoofdmenu →Configuratie →Sensoren]
In dit menu worden (optionele) sensoren geactiveerd en geconfigureerd. Streefwaarden voor druk voor de waterzijde kunnen worden
vastgelegd.
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden bij de parameters dit menu staat in Hfst. 7.6.1.
4.5.3Verwarmingscircuit configuratie
[→Hoofdmenu →Configuratie →Config VK]
In dit menu wordt de basisfunctionaliteit van het verwarmingscircuit
ingesteld.
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden bij de parameters dit menu staat in Hfst. 7.6.2.
Door het weer geregelde
aanvoertemperatuurregeling
Als de door het weersafhankelijke aanvoertemperatuurregeling actief
is, wordt de aanvoertemperatuur (parameter [Aanvoertemperatuur
set]) automatisch, afhankelijk van de buitentemperatuur aan de hand
van de ingestelde verwarmings-/koelcurve bepaald.
Bij aanlevering is deze functie geactiveerd. Hij kan alleen met vakmancode gedeactiveerd (regeling vaste waarde) of weer geactiveerd
worden.
Als ook de kamerregelaar (EHS157034) op de RoCon+ HP is aangesloten, worden de streeftemperaturen door de weer- en kamertemperatuur (parameter [Ruimte-invloed]) geregeld.
Het instellen van deze functie kan alleen plaatsvinden met de vakmancode. Neem hiervoor contact op met de verwarmingsvakman.
De activering of deactivering van deze functie gebeurt via de parameter [Weersafhankelijke] in het menu „Configuratie“.
▪ Bij verwarmingswerking: parameter [Aanvoertemp. modus ver-
warmen] of parameter [Aanvoertemp. modus nachtverlag.]
▪ Bij koelwerking: parameter [Aanvoertemperatuur modus koelen]
INFORMATIE
De weersafhankelijke aanvoertemperatuurregeling heeft
geen invloed op de aanvoerstreeftemperatuur bij verzoek
van het warmwatercircuit.
Bij een aangesloten Mengermodule
De instelling van de verwarmings-/koelcurve en de activering van de
weersafhankelijk geregelde aanvoertemperatuur voor het toegewezen verwarmingscircuit gebeuren net als hiervoor beschreven.
Het is mogelijk om het toegewezen verwarmingscircuit te gebruiken
als
▪ Mengeruitbreiding
De buitentemperatuur van de op de Daikin Altherma EHS(X/H)
aangesloten buitentemperatuursensor wordt via de CAN-bus
doorgegeven aan de mengermodule.
of als
▪ Mengeruitbreiding met Zoneregeling
Op de mengermodule moet een aparte buitentemperatuursensor
worden aangesloten. Het toegewezen verwarmingscircuit wordt
aan de hand van de voor deze zone van belang zijnde buitentemperatuur geregeld.
Met een geactiveerde terminalfunctie kan de mengermodule via het
bedieningselement RoCon+ B1 van de Daikin Altherma EHS(X/H)
bediend en de instellingen voor het toegewezen verwarmingscircuit
uitgevoerd worden.
Samen met de kamerregelaar EHS157034 kan de mengernmodule
het toegewezen verwarmingscircuit ook geheel zelfstandig en onafhankelijk van de verwarming regelen.
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden bij dit menu
staat in Hfst. 7.6.
Vorstbeschermingsfunctie
Bij een buitentemperatuur beneden de parameterwaarde [Vorstbeschermingstemperatuur] wordt de geïntegreerde verwarmingscirculatiepomp ingeschakeld om het bevriezen van het verwarmingssysteem te voorkomen.
Bovendien worden ook de aanvoer-, boiler- en aangesloten kamertemperatuursensoren voortdurend bewaakt. Als aan één van deze
sensoren de gemeten temperatuur onder de 7°C (bij kamertemperatuur onder de 5°C) daalt, wordt de vorstbeschermingsfunctie eveneens geactiveerd.
Als de temperatuur van de verwarmingsaanvoer onder de 7°C daalt,
verwarmt de Daikin Altherma EHS(X/H) tot de temperatuur van de
verwarmingsaanvoer ten minste tot 12°C is gestegen.
Gebruiksaanwijzing
18
Daikin RoCon+ HP
Daikin Regeling RoCon+ HP
008.1444299_01 – 09/2018 – NL
4 Functie
De functie wordt beëindigd als de buitentemperatuur boven de ingestelde parameterwaarde [Vorstbeschermingstemperatuur] + 1K
stijgt en er ook geen sprake is van een andere activeringsvoorwaarde.
INFORMATIE
Als er laagtarieffuncties zijn geactiveerd;
Parameter [HT/NT functie] = Alles uitschakelen
of
Parameter [Smart Grid] = Aan
kan de werking van de warmtepomp door het energiebedrijf gedurende een beperkte periode geheel uitgeschakeld
worden. In deze gevallen kan ook bij vorstbeschermingsomstandigheden niet naverwarmd worden en de in het apparaat aanwezige verwarmingscirculatiepomp wordt niet
ingeschakeld.
Deze situaties zijn herkenbaar als in het menu [→Hoofdmenu →Info →Overzicht] in het bedrijfsgegevensveld:
"Ext" de waarde "Hoog tarief" of "SG1" wordt weergegeven.
4.5.4Verwarmen
[→Hoofdmenu →Configuratie →Verwarmen]
In dit menu worden de verwarmingstijden en de streeftemperaturen
voor de aanvoer voor de verwarmingsfunctie geconfigureerd.
Verwarmingscurve
De automatische aanpassing van de verwarmingscurve kan geactiveerd worden (parameter [Adaptatie verwarmingscurve]), als de
buitentemperatuursensor en de kamerregelaar (EHS157034)
aangesloten zijn (zie Hfst. 4.5).
Startvoorwaarden voor de automatische aanpassing van de verwarmingscurve:
▪ Buitentemperatuur <8°C
▪ Modus is [Automatisch 1 of Automatisch 2]
▪ Duur van de verlagingsfase ten minste 6h
Als er geen automatische aanpassing van de verwarmingscurve
is geactiveerd, kan de verwarmingscurve met de hand door verstel-
len van de parameter [Stooklijn]) worden ingesteld.
INFORMATIEVERWARMINGSCURVE MET DE HAND
AANPASSEN
Voer de correcties van de ingestelde waarden pas na 1-2
dagen en slechts met kleine stappen uit.
Bij storingen zou vanwege te sterke verwarming het vloerverwarmingssysteem, de estrik of de opbouw van de vloer
beschadigd kunnen raken.
▪ Voor de eerste inbedrijfstelling moet de maximum tem-
peratuurbeperking in de regeling RoCon+ HP (parameter [Max. anvoertemperatuur]) voor het begin van de
emissiemeting op de maximaal toegestane buitentemperatuur worden ingesteld.
▪ Oververhittingsschakelaar (in het gebouw) op de stek-
keraansluiting "Ext" voor de externe modusomschakeling zo aansluiten dat de Daikin Altherma EHS(X/H) in
de modus "Standby " of "Zomer " wordt omgeschakeld.
Bij parameter [Room thermostat] = Ja of parameter
[Functie Interlink] = Aan moet de oververhittingsschakelaar zo aangesloten worden dat het schakelcontact van
de kamerthermostaat wordt onderbroken.
▪ Als de vloerverwarming ook voor de kamerkoeling wordt
gebruikt, gelden de aanwijzingen voor de aansluiting in
het punt hiervoor ook voor de aansluiting van een vochtbeschermingsschakelaar in het gebouw.
Met de verwarmingscurve wordt de aanvoertemperatuur afhankelijk
van de betreffende buitentemperatuur op de hoedanigheid van het
gebouw aangepast (weersafhankelijk geregelde aanvoertemperatuurregeling zie Hfst. 4.5). De de steilheid van de verwarmingscurve
beschrijft in het algemeen de verhouding van wijziging van aanvoertemperatuur tot wijziging van de buitentemperatuur.
De verwarmingscurve geldt binnen de grenzen voor maximum en
minimum temperatuur die voor het betreffende verwarmingscircuit
zijn ingesteld. Tussen de gemeten kamertemperatuur in het woongedeelte en de gewenste kamertemperatuur kunnen er afwijkingen optreden die door de montage van een kamerthermostaat of een kamerregelaar kunnen worden beperkt.
De regeling is af fabriek zo ingesteld dat de verwarmingscurve
zich tijdens de werking niet vanzelf aanpast.
Afb4-2Verwarmingscurven
pos.Omschrijving
T
A
T
R
T
V
Buitentemperatuur
Streefwaarde kamertemperatuur
T-WG
Tab.4-5
Comfort Verwarming
Als de warmtepomp bij zeer lage buitentemperaturen niet aan de
warmtebehoefte kan voldoen, wordt warmte uit de boiler gehaald en
voor de kamerverwarming gebruikt. In zeldzame gevallen (in systemen met hoge noodzakelijke aanvoertemperaturen en lage noodzakelijke warmwatertemperaturen) kan de vereiste aanvoertemperatuur hoger zijn dan de ingestelde boilertemperatuur. Om voor deze
systemen korte comfortverliezen bij de verwarmingswerking te vermijden kan de parameter [Comfort Verwarming] op „Aan“ worden ge-
Daikin RoCon+ HP
Daikin Regeling RoCon+ HP
008.1444299_01 – 09/2018 – NL
Gebruiksaanwijzing
19
4 Functie
zet. Bij betreffende buitentemperaturen wordt de boilertemperatuur
boven de voor de warmwaterbehoefte iungestelde boilertemperatuur
verhoogd.
INFORMATIE
Als [Comfort Verwarming] op „Aan“ wordt gezet, wordt
eventueel het stroomverbruik van de warmtepomp hoger.
De standaardinstelling is [Comfort Verwarming] op „Uit“ gezet.
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden voor deze
functie staat in Hfst. 7.6.
4.5.5Koelen
[→Hoofdmenu →Configuratie →Koelen]
In dit menu worden instellingen voor de koelfunctie uitgevoerd.
VOORZICHTIGCONDENSATIEGEVAAR
Bij storingen of bij een verkeerde instelling van de parameters zou vanwege condensatie de vloerverwarming, de estrik of de opbouw van de vloer beschadigd kunnen raken.
▪ Voor de eerste inbedrijfstelling en de activering van de
koelwerking moet de minimum temperatuurbeperking in
de regeling RoCon (parameter [Ondergrens aanvoertemperatuur]) op de minimaal toegestane installatietemperatuur ingsteld worden.
Voorwaarden voor de koelwerking:
▪ Buitentemperatuur > instelwaarde van de kamerstreeftemperatuur
▪ Buitentemperatuur > instelwaarde van de parameter [Start. T-ext.
koelen]
▪ Modus [Koelen] geactiveerd.
▪ via menu „Modus" of
▪ met de kamerthermostaatfunctie (schakelcontact koelen geslo-
ten)
▪ Geen warmteverzoek in het RoCon-systeem van de verwamings-
installatie actief
INFORMATIE
Als de gemiddelde buitentemperatuur bij een actieve modus "Koelen" onder de 4°C daalt, schakelt de modus automatisch om naar "Verwarmen".
Een opnieuw uitgevoerde automatische omschakeling van
de modus naar "Koelen" gebeurt alleen:
▪ als een kamerthermostaat op stekkeraansluiting J16
(koelen) aangesloten is en
▪ het schakelcontact van de kamerthermostaat gesloten is
en
▪ de gemiddelde buitentemperatuur boven de 10°C stijgt.
Koelcurve
[→Hoofdmenu →Configuratie →Koelen→Koelcurve]
De koelcurve bepaalt de aanvoerstreeftemperatuur bij koelwerking
afhankelijk van de buitentemperatuur. (weersafhankelijk geregelde
aanvoertemperatuurregeling zie Hfst. 4.5.3). Hogere buitentemperaturen veroorzaken een lagere aanvoerstreeftemperatuur en andersom. De koelcurve kan door vier parameters op de hoedanigheid van
het gebouw aangepast worden (zie Afb 4-3).
1[Start. T-ext. koelen]
2[Max. T-ext. koelen]
3[Start T-vertr koelen]
4[Max. T-vertr koelen]
Koelparameters
[→Hoofdmenu →Configuratie →Koelen→Parameters]
Dit menu bevat verdere parameters voor de aanpassing van de
streeftemperatuur van de aanvoer voor koelfunctie.
Tijdens de weersafhankelijke aanvoertemperatuurregeling kan de
gebruiker de aanvoerstreeftemperatuur door parameter [Correctie
koelsetpoint] maximaal 5 K omhoog of omlaag verstellen. Omlaag is
de temperatuur door parameter [Ondergrens aanvoertemperatuur]
beperkt.
Afb4-3Parameterafhankelijkheid koelcurve
pos.Omschrijving
1Parameter [Start. T-ext. koelen]
2Parameter [Max. T-ext. koelen]
3Parameter [Start T-vertr koelen]
4Parameter [Max. T-vertr koelen]
5Parameter [Ondergrens aanvoertemperatuur]
6Kamerstreeftemperatuur
7Koelwerking mogelijk
T
A
T
V
-------Koelcurve
- - - -mogelijke parallelle verschuiving van de koelcurve
Tab.4-6
Meer gedetailleerde uitleg en mogelijke instelwaarden bij de parameters dit menu staat in Hfst. 7.6.4.
Buitentemperatuur
T-WG
4.5.6Warm tapwater
[→Hoofdmenu →Configuratie →WW]
In dit menu kan de warmwaterbereiding individueel op gedrag en behoefte van de gebruikers worden aangepast. Daarmee kan het energieverbruik geminimaliseerd en het comfort verhoogd worden.
Instellingen voor optionele circulatiepomp
Afhankelijk van parameter [Circulatiepomp aansturing] kan een optionele circulatiepomp synchroon met het geselecteerde tijdprogramma voor de warmwaterbereiding of met het tijdprogramma voor de
circulatiepomp aangestuurd worden (zie Hfst. 4.3). Tijdens de vrijgavetijden van het geselecteerde tijdprogramma kan de circulatiepomp
ofwel continu of in takten worden gebruikt. Dat wordt met parameter
[Circulatiepomp intervalsturing] vastgelegd.
Legionellabescherming
Deze functie dient ter voorkoming van een bacteriële contaminatie in
de boiler door thermische ontsmetting. Hiervoor wordt de boiler afhankelijk van parameter [Thermische desinfectie dag] 1× per dag of
1× per week tot ontsmettingstemperatuur [Thermische desinfectie
temp.] verwarmd. De ontsmetting begint op de vastgelegde starttijd
[Thermische desinfectie tijd] en is gedurende een uur actief. Een optioneel aangesloten circulatiepomp wordt gedurende deze tijd automatisch mee ingeschakeld.
Gebruiksaanwijzing
20
Daikin RoCon+ HP
Daikin Regeling RoCon+ HP
008.1444299_01 – 09/2018 – NL
Loading...
+ 44 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.