Onze welgemeende dank voor de aankoop van dit product.
De originele instructies zijn geschreven in het Engels. Alle andere
talen zijn vertalingen van de oorspronkelijke instructies.
LEES DEZE INSTRUCTIES ZORGVULDIG VOOR DE
INSTALLATIE. IN DEZE INSTRUCTIES STAAT HOE U DE
UNIT JUIST INSTALLEERT EN CONFIGUREERT.
BEWAAR DEZE HANDLEIDING OP EEN PLAATS WAAR
U ZE KUNT TERUGVINDEN VOOR LATERE NASLAG.
EBHQ006+008BAV3 + EKCBX/H008BAV3
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW64602-1B – 09.2010
Installatiehandleiding
1
1. DEFINITIES
1.1. Betekenis van de waarschuwingen en symbolen
De waarschuwingen zijn in deze handleiding geordend volgens hun
zwaarte en kans op voorkomen.
GEVAAR
Geeft een dreigende gevaarlijke situatie aan die, indien ze
niet wordt vermeden, leidt tot een fatale afloop of ernstige
letsels.
WAARSCHUWING
Geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die, indien ze
niet wordt vermeden, kan leiden tot een fatale afloop of
ernstige letsels.
OPGELET
Geeft een potentieel gevaarlijke situatie aan die, indien ze
niet wordt vermeden, kan leiden tot lichte of redelijk zware
letsels. Dit kan ook worden gebruikt als waarschuwing voor
onveilige handelingen.
AANDACHT
Geeft situaties aan die kunnen leiden tot ongevallen waarbij
alleen de apparatuur of eigendommen schade oplopen.
Dit symbool duidt op handige tips of bijkomende informatie.
Apparatuur die optioneel kan worden gecombineerd met de
producten die in deze handleiding worden besproken.
Levering door opdrachtgever:
Niet door Daikin geleverde apparatuur die geïnstalleerd dient te
worden volgens de richtlijnen in deze handleiding.
2.ALGEMENEVOORZORGSMAATREGELEN
VOORVEILIGHEID
Alle activiteiten die in deze handleiding worden beschreven, moeten
door een installateur worden uitgevoerd.
Draag gepaste persoonlijke veiligheidsuitrusting (veiligheidshandschoenen, veiligheidsbril, ...) als u installatie-, onderhouds- of
servicewerkzaamheden aan de unit uitvoert.
Vraag bij twijfel over installatieprocedures of bediening van de unit
altijd uw plaatselijke dealer om advies en informatie.
Een verkeerde installatie of bevestiging van apparatuur of
accessoires kan een elektrische schok, kortsluiting, lekkages, brand
of schade aan de apparatuur veroorzaken. Gebruik uitsluitend Daikin
toebehoren en optionele apparatuur die speciaal ontworpen zijn om
met de producten zoals beschreven in deze handleiding gebruikt te
worden en laat ze installeren door een installateur.
De hier vermelde voorzorgsmaatregelen zijn onderverdeeld in vier
klassen. Zij gaan allemaal over heel belangrijke onderwerpen; volg
ze dus goed op.
Sommige soorten gevaar worden met speciale symbolen aangeduid:
Elektrische stroom.
Gevaar om zich te verbranden (ook door zure stoffen).
1.2. Betekenis van termen
Installatiehandleiding:
Instructiehandleiding voor een bepaald product of een bepaalde
toepassing waarin wordt uitgelegd hoe het product of de toepassing
moet worden geïnstalleerd, geconfigureerd en onderhouden.
Gebruiksaanwijzing:
Instructiehandleiding voor een bepaald product of een bepaalde
toepassing waarin wordt uitgelegd hoe het product of de toepassing
moet worden gebruikt.
Instructies voor het onderhoud:
Instructiehandleiding bedoeld voor een bepaald product of een
bepaalde toepassing waarin wordt uitgelegd hoe dit product (indien
van toepassing) dient gemonteerd, geconfigureerd, gebruikt en/of
onderhouden te worden.
Dealer:
Verkoper van de producten beschreven in deze handleiding.
Installateur:
Technisch geschoold persoon die bevoegd is om de producten die in
deze handleiding worden besproken, te installeren.
Gebruiker:
Persoon die de eigenaar is van het product en/of die het product
gebruikt.
Onderhoudsbedrijf:
Bedrijf dat bevoegd is om de vereiste onderhoudswerkzaamheden
aan de unit uit te voeren of te coördineren.
Toepasselijke wetgeving:
Alle internationale, Europese, nationale en locale richtlijnen, wetten,
verordeningen en/of voorschriften die relevant zijn voor en van
toepassing zijn op een bepaald product en/of een bepaald bereik.
Accessoires:
Apparatuur die bij de unit wordt geleverd en die moet worden
geïnstalleerd volgens de instructies in de documentatie.
Optionele apparatuur:
GEVAAR: ELEKTRISCHE SCHOK
Schakel de voeding volledig uit voordat u het
servicepaneel van de schakelkast verwijdert of voordat
u onderdelen aansluit of elektrische onderdelen aanraakt.
Raak nooit met natte vingers een schakelaar aan.
Wanneer u een schakelaar met natte vingers aanraakt,
kunt u een elektrische schok krijgen. Voordat u elektrische
onderdelen aanraakt, dient u alle voedingen die deze
onderdelen van stroom voorzien, uit te schakelen.
Om elektrische schokken te voorkomen moet u de voeding
1 minuut of langer onderbreken voordat u onderhoud
uitvoert aan elektrische onderdelen. Meet zelfs na
1 minuut altijd nog de spanning aan de klemmen van
condensatoren van het hoofdcircuit of elektrische
onderdelen, en controleer dat deze spanning niet meer
dan 50 V DC bedraagt voordat u ze aanraakt.
Als u de servicepanelen heeft verwijderd kunnen onder
spanning staande onderdelen gemakkelijk per ongeluk
worden aangeraakt. Laat de unit nooit alleen achter tijdens
de installatie of onderhoud wanneer het onderhoudspaneel
is verwijderd.
GEVAAR: LEIDINGEN EN INTERNE ONDERDELEN
NIET AANRAKEN
Raak tijdens of direct na bedrijf geen koelleidingen,
waterleidingen of interne onderdelen aan. De leidingen en
interne onderdelen kunnen heet of koud zijn, afhankelijk
van de bedrijfsomstandigheden van de unit.
Uw handen kunnen brandwonden of bevriezingswonden
oplopen als u leidingen of interne onderdelen aanraakt.
Laat om letsel te voorkomen leidingen en interne
onderdelen weer op normale temperatuur komen of draag
veiligheidshandschoenen als het zich niet laat vermijden
om ze aan te raken.
WAARSCHUWING
■ Scheur plastic verpakkingen en gooi deze weg zodat
kinderen er niet mee kunnen spelen.
Kinderen die spelen met plastic zakken lopen
verstikkingsgevaar.
■ Ruim het verpakkingsmateriaal op een veilige manier op.
Verpakkingsmateriaal, zoals spijkers en andere metalen
of houten delen, kunnen steekwonden of andere letsels
veroorzaken.
Installatiehandleiding
2
EBHQ006+008BAV3 + EKCBX/H008BAV3
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW64602-1B – 09.2010
■ Vraag aan uw dealer of aan bevoegd personeel om de
montagewerkzaamheden uit te voeren.
Monteer de machine niet zelf.
Een slechte montage kan lekken of elektrische schokken
of brand veroorzaken.
■ Voer de montagewerkzaamheden uit zoals beschreven in
deze montagehandleiding.
Een slechte montage kan lekken of elektrische schokken
of brand veroorzaken.
■ Gebruik enkel de voorgeschreven accessoires en
stukken voor de montage.
Het niet gebruiken van de voorgeschreven stukken kan
waterlekken of elektrische schokken veroorzaken of de
unit doen vallen.
■ Monteer de unit op een fundering die het gewicht van de
unit kan dragen.
■ Indien de fundering niet stevig genoeg is, kan apparatuur
vallen en iemand verwonden.
■ Hou tijdens de beschreven montagewerkzaamheden
rekening met sterke winden, orkanen of aardbevingen.
Slordige montagewerkzaamheden kunnen ongelukken
veroorzaken doordat apparatuur kan vallen.
■ Controleer of alle elektrische werkzaamheden door
bevoegd personeel worden uitgevoerd volgens de lokale
wetgeving en zoals beschreven in deze
montagehandleiding, gebruik makend van een
afzonderlijke kring.
Een niet voldoende krachtige voedingskring of een niet
goed uitgevoerde elektrische constructie kunnen
elektrische schokken of brand veroorzaken.
■ Installeer een aardlekschakelaar in overeenstemming
met de relevante lokale en nationale regelgeving. Anders
bestaat het gevaar dat iemand een elektrische schok
krijgt of dat er brand ontstaat.
■ Controleer of alle bedradingen veilig zijn en conform de
beschreven draden uitgevoerd worden; controleer of
externe krachten geen aansluitklemmen of draden
kunnen belasten.
Een slechte aansluiting of een slecht gesloten klem
kunnen brand veroorzaken.
■ Bij het bedraden tussen de binnenunit en de buitenunit
en bij het bedraden van de voeding: leg al deze draden
zo dat de panelen steeds goed en veilig vastgezet kan
worden.
Indien de panelen niet goed op hun plaats zitten, kunnen
de aansluitklemmen warm worden en elektrische
schokken of brand veroorzaken.
■ Nadat de montagewerkzaamheden uitgevoerd werden,
controleer of er geen koelmiddelgas lekt.
■ Raak ongewenste vloeistoflekken nooit rechtstreeks aan.
U zou ernstige wonden kunnen oplopen door bevriezing.
■ Elektrische werkzaamheden moet worden uitgevoerd
zoals beschreven in de installatiehandleiding en volgens
de nationale wetgeving of gedragscode met betrekking
tot elektrische bedrading.
Onvoldoende capaciteit of onafgewerkte elektrische
werkzaamheden kunnen elektrische schokken of brand
veroorzaken.
■ Gebruik een afzonderlijk voedingscircuit. Deel nooit een
stroomcircuit met een ander apparaat.
■ Gebruik voor de bedrading een kabel die lang genoeg is
om de hele afstand te overbruggen zonder een
tussenaansluiting. Gebruik geen verlengsnoer. Sluit niets
anders aan op de voeding, gebruik een afzonderlijk
voedingscircuit.
Als u dat niet doet, kan dit een elektrische schok of brand
veroorzaken.
■ Raak de koelmiddelleidingen niet aan tijdens en
onmiddellijk na gebruik aangezien zij dan warm of koud
kunnen zijn, afhankelijk van de staat van het koelmiddel
in de koelmiddelleidingen, de compressor en andere
onderdelen van de koelmiddelcyclus. U kunt uw handen
verbranden of bevriezen als u de koelmiddelleidingen
aanraakt. Laat de leidingen een tijdje afkoelen tot hun
normale temperatuur of, als u ze toch meteen moet
aanraken, draag dan gepaste handschoenen om letsels
te voorkomen.
OPGELET
■Wanneer units in toepassingen met temperatuuralarmen gebruikt worden, wordt geadviseerd om een
vertraging van 10 minuten te voorzien vooraleer een
dergelijk alarm wordt gegeven wanneer de
temperatuur hoger wordt dan een maximumwaarde.
De unit kan meerdere minuten stoppen tijdens haar
normaal bedrijf om de "unit te ontdooien" of wanneer
deze zich in "thermostaatstop" bevindt.
■ Aard de unit.
De aardingsweerstand moet voldoen aan de lokale
wetten en regelgevingen.
Sluit de aardleiding niet aan op een gas- of waterleiding,
een bliksemafleider of een telefoonaarding.
Onvolledige aarding kan elektrische schokken
veroorzaken.
-Gasleiding.
Ontbranding of ontploffing mogelijk bij gaslekken.
-Waterleiding.
Harde plastic leidingen vormen geen goede aarding.
-Bliksemafleider of telefoonaarding.
Het elektrisch potentiaal kan abnormaal hoog stijgen
bij een blikseminslag.
■ Monteer de binnen- en buitenunits en plaats de
voedingskabel en de aansluitdraad op minstens 1 meter
van televisietoestellen of radio's om beeldstoringen of
ruis te voorkomen.
(Afhankelijk van de radiogolven volstaat een afstand van
1 meter soms niet om ruis te voorkomen.)
■ Spoel de unit niet af. Dit kan elektrische schokken of
brand veroorzaken.
■ Installeer de unit niet op een van de volgende plaatsen:
-plaatsen waar (mineraal)olienevel of oliedamp hangt
(zoals in een keuken).
De kwaliteit van de plastic onderdelen kan
verminderen en ze kunnen uit het toestel vallen
of waterlekken veroorzaken.
-Waar corrosieve gassen, zoals zwavelzuurgassen
worden geproduceerd.
Corrosie aan de koperen leidingen of gesoldeerde
delen kan leiden tot koelmiddellekken.
-In de aanwezigheid van apparatuur die
elektromagnetische golven genereert.
Elektromagnetische golven kunnen het
besturingssysteem storen, zodat het toestel slecht
zou werken.
-In de aanwezigheid van mogelijke lekken van
ontvlambare gassen, van koolstofvezels of
ontbrandbaar stof in de lucht of waar wordt gewerkt
met vluchtige ontvlambare stoffen, zoals thinner of
benzine. Dergelijke gassen kunnen brand
veroorzaken.
-plaatsen waarin de lucht veel zout bevat (zoals aan
de zee),
-Waar de spanning sterk schommelt, zoals in een
fabriek.
-In voertuigen of schepen.
-In de aanwezigheid van zuur- of alkalinedampen.
EBHQ006+008BAV3 + EKCBX/H008BAV3
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW64602-1B – 09.2010
Installatiehandleiding
3
3.INLEIDING
3.1. Algemene informatie
Deze installatiehandleiding gaat over Monoblock-units uit de GBS
Altherma-serie.
De Monoblock-units bestaan uit een buiten geïnstalleerde unit (EBHQ)
en een binnen geïnstalleerde (aan de muur bevestigde) unit (EKCB).
Deze units worden gebruikt zowel voor toepassingen met verwarmen
als met koelen. De units kunnen worden gecombineerd met
ventilatorconvectoren van Daikin, vloerverwarmingstoepassingen,
radiatoren op lage watertemperaturen, een tank voor warm water
voor huishoudelijk gebruik (optie) en een zonnekit (optie).
Een gebruikersinterface wordt standaard meegeleverd met de unit
om uw installatie te bedienen.
Units voor verwarmen/koelen en units voor alleen verwarmen
De monoblok unitreeks bestaat uit twee hoofdversies: een versie voor
verwarmen/koelen (gebruikt EKCBX binnenunit) en een versie voor
alleen verwarmen (gebruikt EKCBH binnenunit), beide verkrijgbaar in
2 capaciteitsgroottes: 6 kW (EBHQ006) of 8 kW (EBHQ008).
3.2. Combinatie en opties
Mogelijke combinaties
sBinnenunits
Buitenunits
EBHQ006BAV3MogelijkMogelijk
EBHQ008BAV3MogelijkMogelijk
Beide versies (alleen verwarmen en verwarmen/koelen) worden
standaard geleverd met een backupverwarmingskit (EKMBUH) voor
extra verwarmingscapaciteit bij koude buitentemperaturen. De
backupverwarming dient ook als backup ingeval de unit gestoord is
als beveiliging tegen vorst voor de waterleiding buiten in de winter.
De af fabriek ingestelde capaciteit van de backupverwarming is 6 kW,
maar afhankelijk van de installatie kan de installateur de
backupverwarmingscapaciteit beperken tot 3 kW. De bepaling van de
backupverwarmingscapaciteit is een modus die gebaseerd is op de
evenwichtstemperatuur, zie onderstaand schema.
P
H
3
EKCBX008BAV3EKCBH008BAV3
1
■Tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik (optie)
Een optionele EKHW*-tank voor warm water voor huishoudelijk
gebruik met ingebouwde elektrische boosterverwarming van 3 kW
kan worden aangesloten op de binnenunit. De tank voor warm
water voor huishoudelijk gebruik is beschikbaar in drie capaciteiten:
150, 200 en 300 liter. Zie de montagehandleiding van de tank voor
warm water voor huishoudelijk gebruik voor meer informatie.
■Zonnekit voor tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik
(optie)
Raadpleeg de montagehandleiding van de zonnekit EKSOLHW
voor informatie over deze kit.
■Kit digitale I/O-printplaat (optie)
Een optionele EKRP1HB digitale I/O-printplaat kan op de
binnenunit worden aangesloten en maakt het volgende mogelijk:
■ remote alarm output
■ verwarmen/koelen AAN/UIT-output
■ bivalente werking (toelatingssignaal voor de extra ketel)
Zie de gebruiksaanwijzing en de installatiehandleiding van de
digitale I/O-printplaat voor meer informatie.
Zie het bedradingsschema of aansluitschema voor de
aansluiting van deze printplaat op de unit.
■Bodemplaatverwarming EKBPHT08BA (optie)
■Kit remote thermostaat (optie)
Een in optie verkrijgbare EKRTWA-, EKRTR - of EKRTETSkamerthermostaat kan op de binnenunit worden aangesloten.
Raadpleeg de installatiehandleiding van de kamerthermostaat
voor meer informatie.
Voor meer informatie over deze optiekits, zie de specifieke
installatiehandleidingen van de kits.
Aansluiting op een voeding met kWh-voordeeltarief
AANDACHT
Deze apparatuur kan worden aangesloten op een systeem
met een voeding met kWh-voordeeltarief. Volledige besturing
van de unit blijft alleen maar mogelijk als de voeding met
kWh-voordeeltarief van het type is waarbij de voeding niet
wordt onderbroken. Zie "[d] Voeding met kWh-
voordeeltarief/Lokale verschuivingswaarde weersafhankelijk"
op pagina 38 voor meer informatie.
3.3. Bestek van de handleiding
In deze handleiding worden de procedures beschreven voor het
hanteren, installeren en aansluiten van de EBHQ en EKCB-units.
Deze handleiding bevat instructies opdat adequaat onderhoud van
de unit is gegarandeerd. Bovendien biedt de handleiding
ondersteuning voor problemen.
2
4
1Capaciteit warmtepomp
2Vereiste verwarmingscapaciteit (plaatsafhankelijk)
3Bijkomende verwarmingscapaciteit geleverd door
de backupverwarming
4Evenwichtstemperatuur (kan worden ingesteld via
de gebruikersinterface, zie "Evenwichtstemperatuur en
voorrangstemperatuur voor verwarmen van ruimten"
op pagina 34)
Buitentemperatuur
T
A
Verwarmingscapaciteit
P
H
AANDACHT
De EKCB* en EBHQ*006/008 units kunnen niet worden
bediend zonder de EKMBUH verwarmingskit.
Installatiehandleiding
4
3.4. Modelidentificatie
Buitenunit
EBHQ008BAV3
T
A
Aanduiding van koel-/verwarmingscapaciteit (kW)
Koelmiddel R410A
Lage watertemperatuur, omgeving zone 3
Monoblock buitenunit met warmtepomp
(a) Zie voor de exacte waarden "Technische specificaties" op pagina 47.
Binnenunit
EKCBX008BAV3
Kan worden gecombineerd met buitenunit van 6 of 8 kW
X = verwarmen en koelen,
H = alleen verwarmen
Stuurkast
Europese kit
Spanning: 1P, 230 V
Reeks
Spanning: 1P, 230 V
Reeks
EBHQ006+008BAV3 + EKCBX/H008BAV3
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW64602-1B – 09.2010
(a)
4.ACCESSOIRES
5.OVERZICHTVANDEUNIT
4.1. Locatie van de accessoires
4.2. Accessoires geleverd bij de buitenunit
123546
5.1. Openen van de buiten- en binnenunit
■Openen van de buitenunit
Om toegang te krijgen tot de unit, moeten de
onderhoudspanelen worden geopend zoals getoond in de
onderstaande afbeelding
Voor toegang tot de terminals moeten de volgende panelen
worden verwijderd zoals getoond in de onderstaande figuur
1
6x
2
2x
EBHQ006+008BAV3 + EKCBX/H008BAV3
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW64602-1B – 09.2010
Installatiehandleiding
5
■Openen van de binnenunit
Om toegang te krijgen tot de unit, moet het voorste deksel
worden geopend zoals getoond in de onderstaande figuur
5.2. Hoofdonderdelen van de buiten- en de binnenunit
Watersysteem buitenunit
1x
WAARSCHUWING
■Schakel alle voedingen uit - d.w.z. de voeding van de
buitenunit en de voeding van de backupverwarming
en de tank voor warm water voor huishoudelijk
gebruik (indien van toepassing) - voordat u het
onderhoudspaneel van de schakelkast verwijdert
(buiten- en binnenunit).
■Raak de koelmiddelleidingen niet aan tijdens en
onmiddellijk na gebruik aangezien zij dan warm of
koud kunnen zijn, afhankelijk van de staat van het
koelmiddel in de koelmiddelleidingen, de compressor
en andere onderdelen van de koelmiddelcyclus.
U kunt uw handen verbranden of bevriezen als u de
koelmiddelleidingen aanraakt. Laat de leidingen een
tijdje afkoelen tot hun normale temperatuur of, als
u ze toch meteen moet aanraken, draag dan gepaste
handschoenen om letsels te voorkomen.
■Raak de interne delen (pomp, backupverwarming, enz.)
nooit aan gedurende en onmiddellijk na de werking.
U kunt uw handen verbranden als u de interne delen
aanraakt. Laat de interne delen een tijdje afkoelen tot
hun normale temperatuur of, als u ze toch meteen
moet aanraken, draag dan gepaste handschoenen
om letsels te voorkomen.
GEVAAR
■Raak de waterleidingen niet aan tijdens en
onmiddellijk na gebruik aangezien zij dan warm
kunnen zijn. U kunt uw handen verbranden. Laat de
leidingen een tijdje afkoelen tot hun normale
temperatuur of draag gepaste handschoenen om
brandwonden te voorkomen.
■Wanneer de onderhoudspanelen zijn verwijderd, kunt
u gemakkelijk in aanraking komen met onderdelen die
onder stroom staan.
Laat de unit nooit alleen achter tijdens installatie of
onderhoud wanneer het onderhoudspaneel is verwijderd.
GEVAAR: ELEKTRISCHE SCHOK
Zie "2. Algemene voorzorgsmaatregelen voor veiligheid"
op pagina 2.
GEVAAR: LEIDINGEN EN INTERNE ONDERDELEN
NIET AANRAKEN
Zie "2. Algemene voorzorgsmaatregelen voor veiligheid"
op pagina 2.
1
2
6
12a
5
11
1.Schakelkast
De schakelkast bevat aansluitklemmen voor de voeding en een
aansluitpunt voor de verbindingskabel van de thermistor.
2.Warmtewisselaar
3.Aansluiting van waterinlaat (1" MBSP)
4.Aansluiting van wateruitlaat (1" MBSP)
5.Pomp
De pomp circuleert het water in het watercircuit.
6.Manometer
De manometer geeft de waterdruk in het systeem aan.
7.Expansievat (6 liter)
Het water in het watercircuit zet uit naarmate de temperatuur
stijgt. Het expansievat stabiliseert de drukveranderingen bij een
veranderende watertemperatuur door ruimte te bieden voor het
veranderende watervolume.
8.Onderhoudspunt expansievat
Het onderhoudspunt maakt de aansluiting mogelijk van een
droge stikstofcilinder om de voordruk van het expansievat bij te
regelen indien nodig.
9.Aflaat- en vulklep (2x)
10. Luchtaflaatklep
De resterende lucht in het watercircuit wordt automatisch
verwijderd via de ontluchtingsklep.
11. Waterfilter
Het waterfilter verwijdert verontreinigingen uit het water om
schade aan de pomp of verstopping van de warmtewisselaar te
voorkomen. Maak het waterfilter op regelmatige tijdstippen
schoon. Zie "16. Onderhoud en service" op pagina 43.
12. Temperatuursensoren (thermistoren)
Twee temperatuursensoren bepalen de waterinlaattemperatuur
(12a) en wateruitlaattemperatuur (12b). Een derde thermistor
(12c) meet de koelmiddeltemperatuur.
13. Voedingsinlaat
14. Opening thermistorverbindingskabel
15. Afsluitkleppen (accessoire)
Met de afsluiters op de waterinlaataansluiting en de
wateruitlaataansluiting kan het watercircuit van de buitenunit
worden afgesloten van het residentieel watercircuit. Dit
vergemakkelijkt het aflaten en vervangen van het filter van de
buitenunit.
16. Debietschakelaar
De debietschakelaar controleert het debiet in het watercircuit en
beschermt de warmtewisselaar tegen bevriezing en de pomp
tegen beschadiging. Indien het minimaal vereiste debiet niet
wordt bereikt, wordt de unit uitgeschakeld.
17. Drukveiligheidsklep
De drukveiligheidsklep voorkomt overmatige waterdruk in het
watercircuit (≥3 bar).
10
12b
12b12c
17
7
8
16
1415
3994
13
Installatiehandleiding
6
EBHQ006+008BAV3 + EKCBX/H008BAV3
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW64602-1B – 09.2010
Binnenunit
Schakelkast binnenunit
12
12
3
3
1Binnenunit
2Gebruikersinterface gemonteerd op het binnenste
voorpaneel
3Ingang lokale bedrading
1.De gebruikersinterface moet worden gemonteerd op het EKCB
voorpaneel, zodat de installateur en gebruiker de unit kunnen
instellen, gebruiken en onderhouden.
2.Ingang lokale bedrading is erop voorzien om de lokale
bedrading te monteren en aan te sluiten op de klemmen in de
EKCB.
5.3. Hoofdonderdelen van de schakelkast van de
buiten- en de binnenunit
Schakelkast buitenunit
2
1
1
1Klemmenblokken
De klemmenblokken zorgen voor een gemakkelijke
aansluiting van lokale bedrading.
2Connector van thermistorverbindingskabel
Het elektrische bedradingsschema vindt u op de binnenkant
van het deksel van de buitenunit.
4 11413910 11
A4P
F2B
5
7
7
K3M
X4M
X3M
FU1
8
2
TR1
SS2
X9A
X13A
FU2
X15M
X2MX14M
66 26612626
1.Hoofdprintplaat
De hoofdprintplaat regelt de werking van de unit.
2.Klemmenblok X2M, X14M, X15M
De klemmenblokken zorgen voor een gemakkelijke aansluiting
van de lokale bedrading.
3.Connector thermistorverbindingskabel
4.Schakelcontact boosterverwarming K3M (alleen voor installaties
met tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik)
5.Stroomonderbreker boosterverwarming F1B (alleen voor
installaties met tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik)
De stroomonderbreker beschermt de boosterverwarming in de
tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik tegen
overbelasting of kortsluiting.
6.Bevestigingen voor kabelbinders
Met de bevestigingen voor kabelbinders kan de lokale bedrading
met kabelbinders aan de schakelkast worden bevestigd voor
trekontlasting.
7.Klemmenstroken X3M, X4M (alleen voor installaties met tank
voor warm water voor huishoudelijk gebruik)
8.Zekering printplaat FU1
9.DIP-schakelaar SS2
De DIP-schakelaar SS2 biedt 4 schakelaars voor de configuratie
van bepaalde installatieparameters. Zie "13.1. Overzicht
instellingen DIP-schakelaar" op pagina 29.
10. X13A-aansluiting
De K3M-stekker wordt aangesloten op de X13A-aansluiting
(alleen voor installaties met tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik).
11. X9A-aansluiting
De X9A-stekker wordt aangesloten op de thermistorconnector
(alleen voor installaties met tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik).
12. Zekering FU2 (in-line zekering)
13. Transformator TR1
14. A4P
Digitale I/O-printplaat (alleen voor installaties met zonnekit of kit
met digitale I/O-printplaat).
Het elektrische bedradingsschema vindt u op de
binnenkant van het voorpaneel van de binnenunit.
EBHQ006+008BAV3 + EKCBX/H008BAV3
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW64602-1B – 09.2010
Installatiehandleiding
7
5.4. Functioneel schema van het hydraulische
buitengedeelte
9Luchtaflaatklep
10Afsluitklep water (accessoire)
11Aflaat- en vulklep
12Pomp
13Manometer
14Drukveiligheidsklep
15Expansievat
16Debietschakelaar
17Waterfilter
R11TTemperatuursensor aan wateruitlaat
R12TTemperatuursensor backupverwarming
R13TThermistor koelmiddeltemperatuur
R14TTemperatuursensor aan waterinlaat
1117
Waterstroomrichting
Richting van koelmiddelstroom in koelstand
Richting van koelmiddelstroom in verwarmingsmodus
R11T
t >
16
R14T
9101011 1213 14 15
7 8
WAARSCHUWING
Neem gepaste maatregelen om te voorkomen dat kleine
dieren gaan nestelen in de EBHQ-buitenunit.
Kleine dieren die in contact komen met elektrische
onderdelen kunnen storingen, rook of brand veroorzaken.
Deel aan de klant mee dat het zeer raadzaam is om de
ruimte rond de EBHQ-buitenunit schoon te houden.
R13T
t >t >
OPGELET
De apparatuur mag niet toegankelijk zijn voor algemeen
publiek. Installeer de apparatuur in een beveiligde
omgeving waar gemakkelijke toegang niet mogelijk is.
7 8
Deze unit, zowel binnen als buiten, is geschikt voor
installatie in een commerciële en in licht industriële
omgevingen.
Algemene voorzorgsmaatregelen op de plaats van installatie
buitenshuis
Selecteer een installatieplaats die aan de volgende eisen voldoet en
die tevens de goedkeuring van uw klant draagt.
■De unit is ontworpen voor installatie op een locatie buitenshuis.
■De ruimte rondom de unit is voldoende voor onderhoud- en
servicewerkzaamheden (zie "7.3. Serviceruimte" op pagina 10).
■Voldoende ruimte rond de unit voor luchtcirculatie.
Er moet voldoende plaats zijn voor luchtdoorstroming en er
mogen zich geen belemmeringen rond de luchtinlaat en -uitlaat
bevinden (zie "Installatie bij een muur of obstakel"
op pagina 10).
■Er moet voldoende ruimte zijn om de unit naar en van de
installatieplaats te brengen.
■Er kan geen brand ontstaan als gevolg van lekkage van licht
ontvlambare gassen.
De plaats moet vrij zijn van de mogelijkheid van een brandbaar
gaslek vlakbij.
■De apparatuur is niet bedoeld voor gebruik in een omgeving
waar ontploffingsgevaar is.
■Kies een plek die stevig genoeg is om het gewicht en de
trillingen van de unit te weerstaan en waar het werkingsgeluid
niet wordt versterkt.
■Alle leidinglengten en afstanden zijn nageleefd.
Vereiste Waarde
Maximaal toegestane afstand tussen de
tank voor warm water voor huishoudelijk
gebruik en de buitenunit (alleen voor
installaties met tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik). De thermistorkabel
die is meegeleverd met de tank voor warm
water voor huishoudelijk gebruik is 12 m
lang (en moet worden aangesloten op de
EKCB-binnenunit).
Maximaal toegestane afstand tussen de
3-wegsklep en de buitenunit (alleen voor
installaties met tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik).
10 m
10 m
(probeer zo dicht
mogelijk bij de
buitenunit te houden)
Installatiehandleiding
8
■Aangezien er een afvoer is uit de unit, mag er niets onder de unit
worden geplaatst dat niet vochtig mag worden.
■Zorg ervoor dat in het geval van een waterlek, het water geen
schade kan berokkenen aan de installatieruimte en de omgeving
(bv. in geval van een geblokkeerde afvoerleiding).
■Plaats de unit en stroomkabels minstens 3 m verwijderd van
televisies en radio's. Dit om storingen van beeld en geluid te
voorkomen.
Naargelang de radiogolfomstandigheden, kan er zich toch nog
elektromagnetische storing voordoen op een afstand van meer
dan 3 m.
EBHQ006+008BAV3 + EKCBX/H008BAV3
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW64602-1B – 09.2010
■Selecteer de locatie van de unit op zo'n manier dat het geluid dat
wordt geproduceerd door de unit niemand stoort. Houd bij de
selectie van de locatie ook rekening met de geldende wetgeving.
Hoewel het geluid dat wordt geproduceerd door de unit tijdens
de werking, beperkt is, is het beter deze niet te installeren op
plaatsen waar zelfs het geringste geluidsniveau storend kan zijn
(bv. slaapkamerramen, terrassen, buren).
■Installeer de unit niet op een plaats die vaak als werkplaats
wordt gebruikt.
In het geval van bouwwerken (bijv. slijpwerk) waar veel stof
wordt geproduceerd, moet de unit worden afgedekt.
■Neem voldoende voorzorgsmaatregelen in overeenstemming
met de relevante lokale wetten en regelgevingen, in het geval
van een koelmiddellek.
Weerafhankelijke voorzorgsmaatregelen
■Selecteer een plaats waar de unit zo min mogelijk wordt
blootgesteld aan regen.
■In gebieden met heftige sneeuwval is het belangrijk om een
installatieplaats te kiezen waar de sneeuw geen invloed heeft op
de unit. Als de sneeuw ook van de zijkant de unit kan bereiken,
zorg dan dat de convector van de warmtewisselaar niet wordt
beschadigd door de sneeuw. Bouw indien nodig een zijscherm.
■Zorg dat de installatieplaats geen waterschade kan oplopen
door een waterafvoer in de fundering te voorzien en te
voorkomen dat in de constructie water komt te staan.
■Plaats de unit niet op plaatsen waar de lucht hoge concentraties
zout bevat zoals dicht aan zee. Corrosie kan de levensduur van
de unit verkorten.
■Vermijd directe blootstelling aan wind die van de zee komt.
■Zorg dat de luchtinlaat en -uitlaat van de unit niet gericht is naar
de meestvoorkomende windrichting. Frontale wind verstoort de
werking van de unit. Gebruik indien nodig een scherm om de
wind tegen te houden.
■Indien de unit op een plaats wordt gemonteerd waar hevige
winden waaien, let dan speciaal op het volgende.
Indien sterke winden van 5 m/s of meer blazen tegen de
luchtuitlaat van de buitenunit, ontstaat een kortsluiting
(aanzuiging van uitgeblazen lucht), wat de volgende gevolgen
kan hebben:
- de capaciteit in bedrijf is minder hoog;
- snellere en meer regelmatige ijsvorming tijdens het
verwarmen;
- stilvallen door de verhoogde druk;
- indien een sterke wind constant tegen de voorzijde van de
unit blaast, kan de ventilator zeer snel beginnen draaien en
breken.
Raadpleeg de afbeeldingen om deze unit te monteren op
plaatsen waar de windrichting voorspelbaar is.
- Draai de luchtuitlaatkant in de richting van de muur van het
gebouw, hek of scherm.
■ Plaats de uitlaatzijde in de juiste hoek in de richting van de
wind.
Sterke wind
Geblazen lucht
Sterke wind
Een buitenlocatie in koude klimaten kiezen
AANDACHT
Wanneer de unit wordt gebruikt op een plaats met lage
buitentemperaturen, volg dan de onderstaande instructies op.
■Monteer de unit met zijn aanzuigzijde naar de muur gedraaid,
zodat deze uit de wind is.
■Monteer de unit nooit op een plaats waar de aanzuigzijde
rechtstreeks in de wind staat.
■Plaats een leiplaat op de luchtafvoerzijde van de buitenunit,
zodat deze uit de wind is.
■Indien de unit op een plaats wordt gemonteerd die regelmatig
blootstaat aan sneeuw, let dan speciaal op het volgende:
- Verhoog de onderbouw zo veel mogelijk.
- Selecteer een installatieplaats waar de sneeuw geen invloed
heeft op de unit. Als de sneeuw ook van de zijkant de unit
kan bereiken, zorg dan dat de convector van de
warmtewisselaar niet wordt beschadigd door de sneeuw.
Bouw indien nodig een zijscherm.
Monteer een groot afdak.
Bouw een voetstuk.
Monteer de unit hoog genoeg van de
grond zodat hij niet in de sneeuw staat.
Installatieplaats
■Voorzie een waterafvoerkanaal rond de buitenunit om overtollig
water rond de unit af te voeren.
■Indien het moeilijk is om het water uit de unit af te voeren,
monteer de unit dan op een fundering met betonblokken, enz.
(de hoogte van dit soort fundering mag maximum 150 mm
bedragen).
■Indien u de unit op een frame monteert, zet dan een waterdichte
plaat op niet hoger dan 150 mm van de onderzijde van de unit
om te beletten dat water langs onder zou kunnen binnendringen.
■Indien u de unit op het frame van een
gebouw monteert, plaats dan ook een
waterdichte plaat (ter plaatse te voorzien)
(op maximum 150 mm van de onderkant
van de unit) om te beletten dat afgevoerd
water zou lekken. (Zie afbeelding).
Zorg dat er voldoende ruimte is om de
installatie uit te voeren.
EBHQ006+008BAV3 + EKCBX/H008BAV3
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW64602-1B – 09.2010
AANDACHT
Units mogen niet aan het plafond worden gehangen of op
elkaar worden gestapeld.
Installatiehandleiding
9
■Installatie bij een muur of obstakel
- Als er een muur of ander obstakel in de weg zit van de
luchtinlaat of de uitgaande luchtstroom, moeten de afstanden
aangegeven op de onderstaande figuren worden nageleefd.
- De muurhoogte aan uitlaatzijde mag maximaal 1200 mm
bedragen.
■Klim, zit of sta niet op de unit.
■Plaats geen voorwerpen of uitrusting bovenop de unit.
Algemene voorzorgsmaatregelen op de plaats van installatie
binnenshuis
De EKCB-unit moet binnenshuis aan een muur worden gemonteerd
op een plaats die voldoet aan de volgende voorwaarden:
■Voldoende vrije ruimte rond de unit voor onderhoud. Zie
"7.3. Serviceruimte" op pagina 10.
■Voldoende ruimte rond de unit voor luchtcirculatie.
■Het installatie-oppervlak is een vlakke en verticale muur van
niet-brandbaar materiaal die het gewicht van de unit bij werking
kan dragen (zie de "Technische specificaties" op pagina 47).
■Tijdens de normale werking kan de stuurkast geluid
voortbrengen dat als lawaai zou kunnen worden ervaren. Dit
geluid kan worden veroorzaakt door het schakelen van
contactgevers. Wij raden dan ook aan om de stuurkast op een
stevige muur te installeren en niet in of in de nabijheid van een
geluidsgevoelige omgeving (bijv. een slaapkamer).
■Installeer de unit niet in een omgeving met een hoge
vochtigheidsgraad (bijv. een badkamer).
■De apparatuur is niet bedoeld voor gebruik in een omgeving
waar ontploffingsgevaar is.
■Installeer de unit niet op een plaats die vaak als werkplaats
wordt gebruikt.
In het geval van bouwwerken (bijv. slijpwerk) waar veel stof
wordt geproduceerd, moet de unit worden afgedekt.
■Plaats geen voorwerpen of uitrusting bovenop de unit.
OPGELET
Als de installatie uitgerust is met een tank voor warm water
voor huishoudelijk gebruik (optie), zie de
installatiehandleiding van de tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik.
7.AFMETINGENENONDERHOUDSRUIMTE
7.1. Afmetingen van buitenunit
20
360
122
10784
118922
806
1170
7.2. Afmetingen van de binnenunit
390
412
100
Maateenheid: mm
7.3. Serviceruimte
Er is voldoende vrije ruimte rond de unit voor het onderhoud en de
luchtinlaat en -uitlaat. (Zie onderstaande figuur).
>150>50
>350>150
Maateenheid: mm
AANDACHT
De muurhoogte aan de luchtuitlaatzijde (aangeduid met
grijze pijl in de bovenstaande figuur) mag maximaal
1200 mm bedragen.
De installatieruimte die vereist is conform deze tekening geldt voor
vollast-verwarmingsbedrijf zonder rekening te houden met eventuele
ijsophoping.
Als de installatie in een koud klimaat is opgesteld, dan dienen alle
bovenstaande afmetingen >500 mm te bedragen om accumulatie
van ijs tussen de buitenunit en de dichtstbijzijnde muren te
voorkomen.
■De uitlaatrichting van de verbindingsleidingen in de installatie
afgebeeld in
de figuur is naar voren en naar beneden.
■Wanneer de leiding naar achter toe wordt geleid, hou dan een
ruimte van ≥250 mm vrij
aan de rechterzijde van de unit.
AANDACHT
(*) Als de afsluitkleppen rechtstreeks op de waterinlaat en
-uitlaat worden geïnstalleerd, vergroot de installatieruimte
achteraan de unit dan tot minimaal 300 mm.
(>300)
*
Maateenheid: mm
Installatiehandleiding
10
EBHQ006+008BAV3 + EKCBX/H008BAV3
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW64602-1B – 09.2010
7.4. Ruimte voor onderhoud van de binnenunit
50
50
Werking van de unit en verwarmen van ruimten
Wanneer er een kamerthermostaat (T) is aangesloten op de unit en
wanneer er een verwarmingsverzoek komt van de kamerthermostaat,
zal de unit beginnen te werken om de doeltemperatuur van het
uittredend water die is ingesteld via de gebruikersinterface, te
bereiken.
Wanneer de kamertemperatuur boven het instelpunt van de
thermostaat ligt, wordt de unit stilgelegd.
OPGELET
Sluit de thermostaatdraden aan op de juiste aansluitklemmen
(zie "Aansluiting van de thermostaatkabel" op pagina 28) en
configureer de DIP-schakelaars juist (zie "13.2. Configuratie
van de installatie van de kamerthermostaat" op pagina 29).
10050
600
Maateenheid: mm
8.VOORBEELDENVANTYPISCHE
TOEPASSINGEN
De onderstaande voorbeelden van toepassingen zijn alleen bedoeld
ter illustratie.
8.1. Toepassing 1
Toepassing met alleen verwarmen met de op de binnenunit
aangesloten kamerthermostaat.
I
C
T
43251
6
8.2. Toepassing 2
Toepassing met alleen verwarmen zonder een op de binnenunit
aangesloten kamerthermostaat. De temperatuur in elke kamer wordt
geregeld door een klep op elk watercircuit. Warm water voor
huishoudelijk gebruik wordt voorzien door de tank voor warm water
voor huishoudelijk gebruik die op de binnenunit is aangesloten.
I
C
43251
7
6
T1
M
M1
109 11
FHL1
T3
M2T2M3
FHL2
8
FHL3
FHL1
1Buitenunit
2Warmtewisselaar
3Pomp
4Afsluitklep
5Verwarmingskit
6Verdeelstuk (lokaal te voorzien)
9Boosterverwarming
10Warmtewisselaarspiraal
11Tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik (optie)
FHL1...3Vloerverwarmingslus (lokale levering)
T1...3Individuele kamerthermostaat (lokale levering)
M1..3Individuele gemotoriseerde klep voor het regelen van de
lus FHL1...3
(ter plaatse te voorzien)
CStuurkast
IGebruikersinterface
Pompwerking
Zonder op de unit (1) aangesloten thermostaat kan de pomp (3)
worden geconfigureerd om te werken zolang de unit is ingeschakeld,
of tot de vereiste watertemperatuur is bereikt.
Meer informatie over de configuratie van de pomp vindt u in
"13.3. Configuratie van de pompwerking" op pagina 30.
EBHQ006+008BAV3 + EKCBX/H008BAV3
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW64602-1B – 09.2010
Installatiehandleiding
11
Verwarmen van ruimten
De unit (1) zal werken om de op de gebruikersinterface ingestelde
doeltemperatuur van het uitgaand water te bereiken.
OPGELET
Wanneer de circulatie in elke ruimteverwarmingslus
(FHL1..3) door op afstand gestuurde kleppen (M1..3) wordt
geregeld, moet een omloopklep (7) worden voorzien om te
voorkomen dat de beveiliging met stromingsschakelaar
wordt geactiveerd.
De omloopklep moet worden gekozen zodanig dat de
minimum waterstroom vermeld in "10. Leidingaansluitingen"
op pagina 19 altijd verzekerd is.
Kies een omloopklep met drukverschilregeling.
Verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik
Wanneer verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik is
ingeschakeld (handbediend door de gebruiker of automatisch door
een weektimer), wordt de doeltemperatuur van het warm water voor
huishoudelijk gebruik bereikt door een combinatie van de
warmtewisselaarspiraal en de elektrische boosterverwarming.
Wanneer de temperatuur van het warm water voor huishoudelijk
gebruik onder het door de gebruiker ingestelde instelpunt ligt, wordt
de 3-wegsklep geactiveerd om het warm water voor huishoudelijk
gebruik met de warmtepomp te verwarmen. Bij een grote vraag naar
warm water voor huishoudelijk gebruik of een wanneer de
temperatuur voor het warm water voor huishoudelijk gebruik op een
hoge waarde is ingesteld, kan de boosterverwarming (9) bijkomend
verwarmen.
8.3. Toepassing 3
Toepassing voor verwarmen en koelen van ruimten met de op de unit
aangesloten voor verwarmen/koelen ingestelde kamerthermostaat.
Verwarmen door middel van vloerverwarmingslussen en ventilatorconvectoren. Koelen alleen door middel van de ventilatorconvectoren.
Warm water voor huishoudelijk gebruik wordt voorzien door de tank
voor warm water voor huishoudelijk gebruik die op de binnenunit is
aangesloten.
6
I
C
T
43251
7
M
12
FCU1
FCU2
6
M
109 11
FHL1
FHL2
FCU3
FHL3
OPGELET
Het is mogelijk om een 3-wegsklep met 2 of 3 draden (7) aan
te sluiten. Sluit de 3-wegsklep correct aan. Zie voor meer
informatie "Bedrading van de 3-wegsklep" op pagina 28.
De unit kan zo worden geconfigureerd dat het water voor
huishoudelijk gebruik bij lage buitentemperaturen uitsluitend
door de boosterverwarming wordt verwarmd. De volledige
capaciteit van de warmtepomp is dan beschikbaar voor de
verwarming van ruimten.
Meer informatie over de configuratie van de tank voor
warm water voor huishoudelijk gebruik bij lage
buitentemperaturen vindt u in "13.9. Lokale instellingen" op
9Boosterverwarming
10Warmtewisselaarspiraal
11Tank voor warm water voor huishoudelijk gebruik
12Gemotoriseerde 2-wegsklep (lokale levering)
FCU1...3Ventilatorconvector (ter plaatse te voorzien)
FHL1...3Vloerverwarmingslus (lokale levering)
CStuurkast
TKamerthermostaat met schakelaar verwarmen/koelen
(optie)
IGebruikersinterface
Installatiehandleiding
12
EBHQ006+008BAV3 + EKCBX/H008BAV3
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW64602-1B – 09.2010
Pompwerking en verwarmen en koelen van ruimten
Afhankelijk van het seizoen kiest de klant op de kamerthermostaat
(T) verwarmen of koelen. Deze keuze is niet mogelijk via de
gebruikersinterface.
Wanneer de kamerthermostaat (T) verwarmen/koelen vraagt, begint
de pomp te werken en wordt de unit (1) in de "verwarmingsstand"/"koelstand" geschakeld. De unit (1) begint te werken om de
doeltemperatuur van het uitgaande warme/koude water te bereiken.
In de koelstand gaat de gemotoriseerde 2-wegsklep (12) dicht om te
voorkomen dat koud water in de vloerverwarmingslussen (FHL)
wordt gestuurd.
OPGELET
Sluit de thermostaatdraden aan op de juiste aansluitklemmen
(zie "Aansluiting van de thermostaatkabel" op pagina 28) en
configureer de DIP-schakelaars juist (zie "13.2. Configuratie
van de installatie van de kamerthermostaat" op pagina 29).
OPGELET
De bedrading van de 2-wegsklep (12) verschilt voor een
NC-klep (normaal gesloten) klep en een NO-klep (normaal
open)! Sluit de juiste aansluitpunten aan zoals aangegeven
in het bedradingsschema.
De kamerthermostaat bepaalt de AAN/UIT-instelling van
verwarmen/koelen; dit is niet mogelijk met de gebruikersinterface.
Verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik
Verwarming van water voor huishoudelijk gebruik gebeurt zoals
beschreven in "8.2. Toepassing 2" op pagina 11.
8.4. Toepassing 4
Toepassing voor verwarmen en koelen van ruimten zonder op de
unit aangesloten kamerthermostaat, maar met de kamer-
thermostaat voor alleen verwarmen voor de regeling van de
vloerverwarming en de thermostaat voor verwarmen/koelen voor de
regeling van de ventilatorconvectoren. Verwarmen door middel van
vloerverwarmingslussen en ventilatorconvectoren. Koelen alleen
door middel van de ventilatorconvectoren.
12Gemotoriseerde 2-wegsklep voor uitschakelen van de
vloerverwarmingslussen tijdens koelen (lokale levering)
13Gemotoriseerde 2-wegsklep voor activering van de
FCU1...3Ventilatorconvector met thermostaat (ter plaatse te
FHL1...3Vloerverwarmingslus (lokale levering)
kamerthermostaat (lokale levering)
voorzien)
T4...6Individuele kamerthermostaat voor met ventilatorconvector
verwarmde/gekoelde kamer (optie)
TKamerthermostaat alleen verwarmen (optie)
CStuurkast
IGebruikersinterface
12
M
Pompwerking
Zonder op de unit (1) aangesloten thermostaat kan de pomp (3)
worden geconfigureerd om te werken zolang de unit is ingeschakeld,
of tot de vereiste watertemperatuur is bereikt.
Meer informatie over de configuratie van de pomp vindt u in
"13.3. Configuratie van de pompwerking" op pagina 30.
Verwarmen en koelen van ruimten
Afhankelijk van het seizoen kiest de klant via de gebruikersinterface
verwarmen of koelen.
De unit (1) begint te werken in de verwarmings- of koelstand om de
doeltemperatuur van het uitgaande water te bereiken.
Wanneer de unit in de verwarmingsstand staat, is de 2-wegsklep (12)
open. Warm water wordt zowel naar de ventilatorconvectoren als
naar de vloerverwarmingslussen gestuurd.
Wanneer de unit in de koelstand staat, is de 2-wegsklep (12)
gesloten om te voorkomen dat koud water in de
vloerverwarmingslussen (FHL) wordt gestuurd.
OPGELET
Wanneer meerdere lussen in het systeem door op afstand
gestuurde kleppen worden afgesloten, moet mogelijk een
omloopklep (8) worden gemonteerd om te voorkomen dat
de beveiliging met stromingsschakelaar wordt geactiveerd.
Zie ook "8.2. Toepassing 2" op pagina 11.
OPGELET
De bedrading van de 2-wegsklep (12) verschilt voor een
NC-klep (normaal gesloten) klep en een NO-klep (normaal
open)! Sluit de juiste aansluitpunten aan zoals aangegeven
in het bedradingsschema.
Via de gebruikersinterface wordt de AAN/UIT-instelling van
verwarmen/koelen bepaald.
8.5. Toepassing 5
8
Verwarmen van ruimten met een extra ketel (afwisselende werking)
Verwarmen van ruimten door de Daikin-unit of door een extra ketel
die in het systeem is aangesloten. Een hulpcontact of een door een
EKCB*-binnenunit gestuurd contact bepaalt of de EBHQ*-unit of de
ketel werkt.
Dit hulpcontact kan bijv. een buitentemperatuurthermostaat zijn, een
contact voor dag-/nachtstroomtarief, een handbediend contact, enz.
Raadpleeg "Lokale bedrading configuratie A" op pagina 14.
Het door de EKHB*-unit gestuurde contact (ook bekend als
"toelatingssignaal voor de extra ketel") wordt bepaald door de
buitentemperatuur (thermistor aan de buitenunit). Zie "Lokale
bedrading configuratie B" op pagina 14.
Bivalente werking is alleen mogelijk voor het verwarmen van ruimten,
en niet voor het verwarmen van water voor huishoudelijk gebruik.
Warm water voor huishoudelijk gebruik wordt in een dergelijke
toepassing altijd geleverd door de tank voor warm water voor
huishoudelijk gebruik die op de Daikin-unit is aangesloten.
De extra ketel moet in de leidingen en in de lokale bedrading worden
opgenomen volgens de onderstaande afbeeldingen.
EBHQ006+008BAV3 + EKCBX/H008BAV3
Unit voor lucht-water-warmtepompsysteem
4PW64602-1B – 09.2010
Installatiehandleiding
13
Loading...
+ 35 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.