6.9Voorpaneel weer aanbrengen .................................................... 13
6.10 Aandachtspunten voor een lange periode van stilstand............. 13
7 Opsporen en verhelpen van storingen13
8 Als afval verwijderen14
1Over de documentatie
1.1Over dit document
Onze welgemeende dank voor de aankoop van dit product. Verzoek:
▪ Bewaar de documentatie voor latere raadpleging.
Bedoeld publiek
Eindgebruikers
INFORMATIE
Dit apparaat is bedoeld om in werkplaatsen, in de lichte
industrie en in boerderijen door deskundige of geschoolde
gebruikers gebruikt te worden of, in de handel en in
huishoudens, door niet gespecialiseerde personen.
Documentatieset
Dit document is een onderdeel van een documentatieset. De
volledige set omvat:
▪ Algemene veiligheidsmaatregelen:
▪ Veiligheidsinstructies die u moet lezen vooraleer uw systeem te
bedienen
▪ Formaat: Papier (in de doos van de binnenunit)
▪ Gebruiksaanwijzing:
▪ Snelle gids voor basisgebruik
▪ Formaat: Papier (in de doos van de binnenunit)
▪ Uitgebreide handleiding voor de gebruiker:
▪ Gedetailleerde stap per stap instructies en
achtergrondinformatie voor basis- en gevorderd gebruik
▪ Formaat: Digitale bestanden op http://www.daikineurope.com/
support-and-manuals/product-information/
Laatste herzieningen van de meegeleverde documentatie kunnen op
de regionale Daikin-website of via uw installateur beschikbaar zijn.
De documentatie is oorspronkelijk in het Engels geschreven. Alle
andere talen zijn vertalingen.
2Over het systeem
WAARSCHUWING: ONTVLAMBAAR MATERIAAL
Het koelmiddel in deze unit is licht ontvlambaar.
OPMERKING
Gebruik het systeem NIET voor andere doeleinden.
Gebruik de unit NIET voor het koelen van precisieinstrumenten, voedsel, planten, dieren of kunstwerken, om
te voorkomen dat de kwaliteit ervan wordt aangetast.
Gebruiksaanwijzing
2
CTXM15+FTXM20~71N2V1B
Daikin kamerairconditioner
3P485919-8S – 2020.05
3 Voor het gebruik
a
b
c
d
e
d
a
g
m
h
c
b
n
l
f
e
i
j
k
p
o
2.1Binnenunit
VOORZICHTIG
Steek GEEN vingers, stokken of andere voorwerpen in de
luchtinlaat of -uitlaat. Wanneer de ventilator met hoge
snelheid draait, zou dit letsels veroorzaken.
INFORMATIE
Het geluidsdrukniveau is lager dan 70dBA.
WAARSCHUWING
▪ Wijzig, demonteer, verwijder, herinstalleer of repareer
de unit niet zelf aangezien een verkeerde demontage
of installatie een elektrische schok of brand kan
veroorzaken. Neem contact op met uw dealer.
▪ Zorg dat er geen open vlammen zijn in het geval van
een koelmiddellek. Het koelmiddel zelf is helemaal
veilig, niet-giftig en matig ontvlambaar, maar er zal wel
een giftig gas vrijkomen wanneer het koelmiddel per
ongeluk lekt in een kamer met lucht van een
ventilatorkachel, gasfornuis, enz. Laat de reparatie van
een lek altijd controleren door erkend servicepersoneel
voordat u de unit weer in gebruik neemt.
INFORMATIE
De volgende afbeeldingen zijn slechts voorbeelden en
komen mogelijk NIET volledig overeen met de lay-out van
uw systeem.
▪ Andere apparaten. Als de gebruikersinterface andere apparaten
doet werken, verplaats die apparaten of neem contact op met uw
installateur.
▪ Gordijnen. Zorg ervoor dat het signaal tussen de unit en de
gebruikersinterface NIET geblokkeerd wordt door gordijnen of
andere voorwerpen.
OPMERKING
▪ Laat de gebruikersinterface NIET vallen.
▪ Laat de gebruikersinterface NIET nat worden.
2.2.1Onderdelen: Gebruikersinterface
2.1.1Display binnenunit
a Signaalzender
b Lcd-scherm
c Temperatuurregelknop
a Signaalontvanger voor gebruikersinterface
b Bedrijfslampje
c Timerlampje
d Intelligent eye lampje
e ON/OFF-toets
AAN/UIT-knop
Als er geen gebruikersinterface is, kunt u de unit starten/stoppen
met de AAN/UIT-knop op de binnenunit. Wanneer de unit met deze
knop wordt gestart, worden de volgende instellingen gebruikt:
▪ Bedrijfsstand = Automatisch
▪ Temperatuurinstelling = 25°C
▪ Luchtstroomsnelheid = Automatisch
3Voor het gebruik
d AAN/UIT-knop
e Knop verticaal draaien
f Knop horizontaal draaien
g Knop Comfort airflow en Intelligent eye
h Selectieknop
i Knop voor klok en helderheid van het scherm van de
binnenunit
j Knoppen in-/uitschakeltimer
k Weektimerknoppen
l Knop Flash Streamer (luchtzuivering)
m Knop Econo en geluidsarme stand buitenunit
n Standknop
o Powerful-knop
p Ventilatorknop
2.2Over de gebruikersinterface
▪ Rechtstreeks zonlicht. Stel de gebruikersinterface niet bloot aan
rechtstreeks zonlicht.
▪ Stof. Stof op de signaalzender of -ontvanger vermindert de
gevoeligheid. Veeg stof weg met een zachte doek.
▪ Fluorescentielampen. Het signaal kan mogelijk niet worden
doorgegeven als er fluorescentielampen in de kamer zijn. Neem in
dat geval contact op met uw installateur.
De batterijen hebben een levensduur van ongeveer 1 jaar.
1 Verwijder het voordeksel.
2 Installeer beide batterijen.
3 Breng het voordeksel weer aan.
Gebruiksaanwijzing
3
4 Functie
2
3
1
AAA.LR03
cba
2×
3.4Helderheid van het scherm van de
binnenunit
Stel de helderheid van het scherm van de binnenunit naar wens in of
schakel het scherm UIT.
INFORMATIE
▪ Een knipperend lcd-scherm geeft aan dat de batterij
bijna leeg is.
▪ Installeer ALTIJD beide batterijen tegelijk.
3.2De gebruikersinterface op de muur
bevestigen
a Gebruikersinterface
b Schroeven (lokaal te voorzien)
c Houder gebruikersinterface
1 Kies een plaats binnen het bereik van de unit.
2 Bevestig de houder met schroeven op de muur of een
gelijkaardige plaats.
3 Hang de gebruikersinterface op de houder.
3.3Klok instellen
Let op: Als de tijd niet is ingesteld, knipperen , en .
1 Druk op .
Gevolg: en knipperen
2 Druk op of om de huidige dag van de week in te
stellen.
Let op: Houd of ingedrukt om de tijdinstelling snel te
verhogen of verlagen.
3 Druk op .
Gevolg: knippert.
4 Druk op of om de juiste tijd in te stellen.
5 Druk op .
Gevolg: De instelling is klaar. knippert.
Gebruiksaanwijzing
4
3.4.1Helderheid van het scherm van de
binnenunit instellen
1 Houd minstens 2seconden ingedrukt als u de instelling wilt
veranderen.
Gevolg: De helderheid verandert als volgt: hoog, laag, uit.
3.5Voeding inschakelen
1 Zet de stroomschakelaar aan.
Gevolg: De klep van de binnenunit gaat open en dicht om de
referentiepositie in te stellen.
4Functie
4.1Werkingsgebied
Gebruik het systeem binnen de volgende temperatuur- en
vochtgehaltewaarden om een veilige en efficiënte werking te
verzekeren.
In combinatie met buitenunit RZAG
Koelen en
(a)
drogen
Buitentemperatuur–20~52°Cdroge
bol
Binnentemperatuur17~38°Cdroge bol
12~28°Cnatte bol
Binnenvochtigheid≤80%
In combinatie met buitenunits: RXM71N, 2MXM, 3MXM, 4MXM,
5MXM
Buitentemperatuur–10~46°Cdroge
Binnentemperatuur18~37°Cdroge bol
14~28°Cnatte bol
Binnenvochtigheid≤80%
In combinatie met andere buitenunits
Buitentemperatuur–10~50°Cdroge
Binnentemperatuur18~37°Cdroge bol
14~28°Cnatte bol
Binnenvochtigheid≤80%
Indien gebruikt buiten het werkingsbereik:
(b)
Koelen en
(a)
drogen
bol
(b)
Koelen en
(a)
drogen
bol
(b)
CTXM15+FTXM20~71N2V1B
Verwarmen
–20~24°Cdroge
–21~18°Cnatte bol
10~27°Cdroge bol
Verwarmen
–15~24°Cdroge
–15~18°Cnatte bol
10~30°Cdroge bol
Verwarmen
–20~24°Cdroge
–21~18°Cnatte bol
10~30°Cdroge bol
Daikin kamerairconditioner
3P485919-8S – 2020.05
(a)
bol
—
(a)
bol
—
(a)
bol
—
4 Functie
(a) Een beveiliging kan het systeem stilleggen.
(b) Er kan condensatie op de binnenunit ontstaan en er af
druppelen.
4.2Bedrijfsstand en
temperatuurinstelpunt
Wanneer. Stel de bedrijfsstand van het systeem in en stel de
temperatuur in wanneer u wil:
▪ Een kamer verwarmen of koelen
▪ Lucht in een kamer blazen zonder te verwarmen of te koelen
▪ De vochtigheidsgraad in een kamer verlagen
Wat. De werking van het systeem verschilt naar gelang van de
selectie van de gebruiker.
INFORMATIE
Bedrijfsstanden: koelen, drogen en automatisch zijn
NIET beschikbaar op de versie voro alleen verwarmen
van het product.
InstellingBeschrijving
Automatisch
Drogen
Verwarmen
Koelen
Ventilator
Bijkomende informatie:
▪ Buitentemperatuur. Het koel- of verwarmingsvermogen van het
systeem neemt af bij een te hoge, respectievelijk te lage
buitentemperatuur.
▪ Ontdooien. Bij het verwarmen kan er ijs worden gevormd op de
buitenunit, waardoor het verwarmingsvermogen afneemt. In dat
geval schakelt het systeem automatisch over naar ontdooien om
het ijs te verwijderen. Bij het ontdooien blaast de binnenunit
GEEN warme lucht uit.
▪ Vochtigheidssensor. Regel de vochtigheid door ze tijdens het
koelen te verlagen.
4.2.1Het systeem starten/stoppen en de
temperatuur instellen
Het systeem koelt of verwarmt een
kamer tot op het temperatuurinstelpunt.
Het schakelt indien nodig automatisch
om tussen koelen en verwarmen.
Het systeem verlaagt de vochtigheid in
een kamer zonder de temperatuur te
veranderen.
Het systeem verwarmt een kamer tot op
het temperatuurinstelpunt.
Het systeem koelt een kamer tot op het
temperatuurinstelpunt.
Het systeem regelt alleen de
luchtstroom (luchtstroomsnelheid en
uitblaasrichting).
Het systeem regelt de temperatuur
NIET.
: De unit draait.
: Bedrijfsstand = Automatisch
: Bedrijfsstand = Drogen
: Bedrijfsstand = Koelen
: Bedrijfsstand = Verwarmen
: Bedrijfsstand = Alleen ventilator
: Geeft de ingestelde temperatuur weer.
1 Druk één of meerdere keren op om de bedrijfsstand te
selecteren.
Gevolg: De stand wordt als volgt ingesteld:
2 Druk op om te starten.
Gevolg: en de geselecteerde stand worden op het
scherm weergegeven.
3 Druk één of meerdere keren op of om de temperatuur
te verlagen of te verhogen.
KoelenVerwarmenAutomatischDrogen of
alleen
ventileren
18~32°C10~30°C18~30°C—
Opmerking: In de droogstand of de stand alleen ventilator kan de
temperatuur niet worden ingesteld.
4 Druk op om te stoppen.
Gevolg: verdwijnt van het scherm. Het bedrijfslampje wordt
gedoofd.
4.3Luchtstroomsnelheid
1 Druk op om te selecteren:
5 luchtstroomsnelheden, van " " tot " "
Automatisch
Geluidsarme werking binnenunit. Wanneer de
luchtstroomsnelheid op " " is ingesteld, werkt de unit
stiller.
INFORMATIE
▪ Als de unit het temperatuurinstelpunt bereikt in de
stand koelen, verwarmen of in de automatische stand.
De ventilator stopt.
▪ In de droogstand kan de luchtstroomsnelheid NIET
worden ingesteld.
4.3.1Luchtstroomsnelheid regelen
1 Druk op om de uitblaasinstelling als volgt te veranderen:
4.4Uitblaasrichting
Wanneer. Stel de uitblaasrichting in naar wens.
Wat. Het systeem blaast de lucht uit in de door de gebruiker
ingestelde richting (variabele of vaste stand). De horizontale of
verticale kleppen worden hiervoor bewogen.
InstellingUitblaasrichting
Verticaal automatisch
draaien
Horizontaal
automatisch draaien
+ 3-D
uitblaasrichting
[—]Blijft in een vaste stand.
Beweegt omhoog en omlaag.
Beweegt van links naar rechts.
Beweegt afwisselend omhoog en
omlaag en van links naar rechts