Bestnr. 85 52 71
CTEK™
Loodzuuraccu oplader
MULTI XS 3600
1,2-120Ah
Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische
gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige
andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC BENELUX B.V.
Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en vertaalfouten voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische
eisen bij het in druk gaan. Wijzigingen in de techniek en uitvoering voorbehouden.
© Copyright 2008 by CONRAD ELECTRONIC BENELUX B.V.
Internet
: www.conrad.nl of www.conrad.be
Belangrijk! Beslist lezen!
Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke
aanwijzingen in betreffende de ingebruikneming en het gebruik.
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door! Bij schades, die ontstaan door het niet
opvolgen van de handleiding, vervalt het recht op garantie. Voor volgschades, die hieruit
ontstaan zijn wij niet aansprakelijk.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig!
Introductie
Geachte klant,
Hartelijk dank voor de aankoop van dit product.
MULTI XS 3600 is een primair geschakelde oplader met pulsonderhoudslading en hoort tot
de serie professionele opladers van CTEK SWEDEN AB. Deze opladers zijn overeenkomstig
de nieuwste stand in de techniek. De MULTI XS 3600 waarborgt een maximale levensduur
van de accu.
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en volg alle aanwijzingen op voordat u de
oplader in gebruik neemt.
Voor meer informatie kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be.
Opladen
Aansluiting op een in het voertuig gemonteerde accu:
1. Trek de stekker van de oplader uit het stopcontact, wanneer u de accukabel aansluit of
loskoppelt.
2. Controleer, welke pool geaard is (met het chassis verbonden). Meestal is dit de minpool.
3. Opladen van een accu die geaard is via de minpool: Sluit de rode kabel aan op de
pluspool van de accu en de zwarte kabel op het chassis van het voertuig. Let er op, dat
de zwarte kabel niet in de nabijheid van de accu of de brandstofleiding aangesloten mag
worden.
4. Opladen van een accu die geaard is via de pluspool: sluit de zwarte kabel op de minpool
van de accu aan en de rode kabel op het chassis van het voertuig. Let er op, dat de rode
kabel niet in de nabijheid van de accu of de brandstofleiding aangesloten mag worden.
Aansluiting op een niet in het voertuig gemonteerde accu:
1. Trek de stekker van de oplader uit het stopcontact, wanneer u de accukabel aansluit of
loskoppelt.
2. Sluit de rode kabel aan op de pluspool van de accu en de zwarte kabel op de minpool
van de accu.
2
Laadprocedure starten
1. Stel de juiste spanning in door op de "Modus- toets" te drukken tot de juiste spanning
oplicht. Hoe u de juiste spanning voor uw accu kiest, vindt u in hoofdstuk "Instellingen".
2. Nadat u gecontroleerd heeft of de accukabels juist zijn aangesloten, kunt u een
laadprocedure starten. Steek hiertoe de netstekker van de oplader in een stopcontact.
Indien de accukabels verkeerd zijn aangesloten, zal de veiligheidsschakeling er voor
zorgen dat de acculader of de accu niet beschadigd raken. In dit geval gaat de
foutindicatie branden. Ga dan opnieuw beginnen bij punt 1.
3. Nu zal of de aanduiding voor opladen of de aanduiding voor onderhoudslading
gaan branden. Indien de indicatie voor onderhoudslading gaat branden is de accu vol
geladen. Als de acculading daalt stuurt de oplader een puls naar de accu. De pulslengte
is afhankelijk van de gedaalde spanning. De oplader kan meerdere maanden
aangesloten blijven.
4. Indien niets gebeurt: wanneer de aanduiding voor de ingestelde spanning nog steeds
brandt maar geen enkel ander lampje, dan kan dit liggen aan een slechte verbinding met
de accu of een defecte accu. Als de laadprocedure niet start kan het ook mogelijk zijn
dat het stopcontact geen stroom levert.
5. De laadprocedure op elk moment onderbroken worden. Trek hiertoe de stekker van de
oplader uit het stopcontact of zet de oplader op "Stand-by". Voordat de kabels van de
accu afgehaald kunnen worden, moet altijd eerst de netstekker van de oplader uit het
stopcontact getrokken worden. Als u een laadprocedure bij een accu die gemonteerd is
in een voertuig wilt onderbreken, moet steeds eerst de accukabel van het chassis
afgehaald worden en darna de andere accukabel.
6. Als de indicaties voor het laden en voor de onderhoudslading afwisselend gaan
knipperen, wijst dit op een van de onderstaande oorzaken:
• Onderbreking van de laadprocedure omdat een kabel los geraakt is of omdat de accu
niet meer werkt.
• Het sulfaatgehalte in de accu is te hoog. Als de aanduidingen langer dan 30 minuten
gaan knipperen is de accu defect en moet vervangen worden.
Als de knippersignalen met een afstand van 10 seconden verschijnen, betekent dit dat
de accu een hoge zelfontlading heeft en vervangen moet worden.
VEILIGHEID
De oplader is bedoeld voor het laden van loodzuuraccu's van 1,2 tot 120 Ah en mag niet
voor andere doelen gebruikt worden.
• Draag een veiligheidsbril bij het aansluiten en afkoppelen van de accukabels en houdt
het gezicht weg van de contactpunten!
• Bij het laden kan de accu explosieve gassen ontwikkelen, vermijdt daarom vonkvorming
in de nabijheid van de accu.
• Accu's kunnen agressieve en bijtende zuren bevatten. Voorkom elk lichaamscontact met
de accuvloeistof. Als uw huid of ogen in aanraking komt met de accuvloeistof, spoel dan
direct met veel ware en raadpleeg een arts.
• Zorg voor goede ventilatie tijdens laden.
• De oplader mag niet afgedekt worden.
•
Plaats de oplader tijdens laden niet op de accu.
•
Een bevroren accu mag nooit opgeladen worden.
3