Casio PX-S1000 User manual

NL
GEBRUIKSAANWIJZING
PX
-
S1000
• Wanneer de Digitale Piano op batterijen wordt gebruikt, is het mogelijk dat de noten vervormd klinken wanneer een uitvoering of een melodie op maximaal volume wordt weergegeven. Dit wordt veroorzaakt door het verschil in vermogen bij gebruik van de netadapter of de batterijen en duidt niet op een defect van de Digitale Piano. Als u merkt dat er vervorming optreedt, schakel dan over op stroomvoorziening via de netadapter of verlaag het volumeniveau.

Omslag

Voorbereidingen
Klaarmaken van de voeding In- en uitschakelen van de
Spelen op de Digitale Piano
Selecteren van één enkele
toon
Twee tonen gelaagd laten
Veranderen van de toonhoogte
klinken
Gebruik van een pedaal Gebruik van een hoofdtelefoon
Splitsen van het toetsenbord
tussen twee tonen
Gebruik van de metronoom
Toevoegen van diepte aan de noten
Specificeren van het tempo Veranderen van de
Veranderen van de nagalm en sfeer van het geluid
Gebruik van de
geluidsmoduseffecten
(Zaalsimulator en Surround)
toonhoogte in stappen van een
halve toon (Transponeren)
Luisteren met automatische weergave
Luisteren naar melodieën
(Muziekbibliotheek)
Fijnstemmen van een
toonhoogte (Stemming)
Opnemen van uitvoeringen terwijl deze plaatsvinden
Opnemen en weergeven van uitvoeringen (MIDI-recorder)
Gebruik van zweving
Aansluiten van een smartapparaat
Koppelen aan een
smartapparaat (APP-functie)
Meegeleverde en los verkrijgbare accessoires
• Het gedeeltelijk of in zijn geheel kopiëren van de inhoud van deze handleiding is verboden. Met uitzondering van uw eigen persoonlijke gebruik, is het aanwenden van de inhoud van deze handleiding voor niet-bedoelde doeleinden zonder de uitdrukkelijke toestemming van CASIO verboden onder de wetgeving inzake auteursrechten.
• IN GEEN GEVAL ZAL CASIO AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR SCHADE IN ENIGE VORM (INCLUSIEF EN ZONDER BEPERKINGEN DE SCHADE DOOR HET VERLIES VAN WINSTEN, ONDERBREKINGEN VAN ZAKELIJKE BELANGEN, VERLIES VAN INFORMATIE) DIE VOORTKOMT UIT HET GEBRUIK VAN OF DE ONMOGELIJKHEID TOT HET GEBRUIK VAN DEZE HANDLEIDING OF DIT PRODUCT, ZELFS ALS CASIO EROP ATTENT GEMAAKT IS DAT DE MOGELIJKHEID OP DERGELIJKE SCHADE BESTAAT.
• De inhoud van deze handleiding is onder voorbehoud.
• Het product kan er in werkelijkheid anders uitzien dan zoals is aangegeven in de afbeeldingen van deze gebruiksaanwijzing.
• De namen van bedrijven en producten die in deze handleiding worden gebruikt, kunnen geregistreerde handelsmerken van derden zijn.
Gebruik enkel accessoires die gespecificeerd zijn voor gebruik met deze Digitale Piano. Het gebruik van niet erkende accessoires kan resulteren in brand, een elektrische schok of persoonlijk letsel.
• U kunt informatie betreffende de accessoires die los verkrijgbaar zijn krijgen uit de CASIO-catalogus die beschikbaar is bij uw winkelier en op de CASIO-website die toegankelijk is via het onderstaande webadres of QR-code.
https://support.casio.com/global/nl/emi/manual/PX-S1000/
Betreffende de muziekpartituurgegevens
U kunt muziekpartituurgegevens als een PDF-bestand downloaden van de CASIO-website die toegankelijk is via het onderstaande webadres of QR-code. Daarna kunt u de muziekpartituur op uw smartapparaat bekijken. U kunt rechtstreeks vanaf de inhoudsopgave van het PDF-bestand naar de gewenste muziekpartituur springen en u kunt de muziekpartituur ook uitprinten.
https://support.casio.com/global/nl/emi/manual/PX-S1000/
NL-1

Inhoudsopgave

Overzicht en instellingen NL-3
Algemene gids . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-3
Klaarmaken van de voeding . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-5
In- en uitschakelen van de stroom . . . . . . . . . . . . . .NL-6
Automatische stroomonderbreker . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-7
Gebruik van een pedaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-7
Gebruik van een hoofdtelefoon. . . . . . . . . . . . . . . . .NL-8
Gemeenschappelijke bediening
voor alle functies NL-8
Bediening van de tiptoetsen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-8
Meldtonen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-9
Gebruik van de Digitale Piano NL-10
Luisteren naar demonstratieweergave . . . . . . . . . .NL-10
Selecteren van een toon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-10
Selecteren van één enkele toon . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-10
Twee tonen gelaagd laten klinken. . . . . . . . . . . . . . . .NL-11
Splitsen van het toetsenbord tussen twee tonen. . . . .NL-12
Veranderen van het aanslagvolume naar
de aanslagdruk (Aanslagvolume) . . . . . . . . . . . .NL-12
Veranderen van de toonhoogte in stappen
van een halve toon (Transponeren). . . . . . . . . . .NL-13
Fijnstemmen van een toonhoogte (Stemming) . . . .NL-14
Veranderen van de toonhoogte in eenheden
van een octaaf (Octaafverschuiving) . . . . . . . . . .NL-14
Gebruik van de geluidsmoduseffecten
(Zaalsimulator en Surround) . . . . . . . . . . . . . . . .NL-15
Gebruik van zweving. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-17
Gebruik van helderheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-17
Aanpassen van de geluidskarakteristieken van de
akoestische piano (Akoestieksimulator). . . . . . . .NL-18
Gebruik van de metronoom. . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-20
Specificeren van het tempo. . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-21
Splitsen van het toetsenbord voor duet-spel. . . . . .NL-22
Veranderen van de toonschaalstemming
(Temperament) van het toetsenbord . . . . . . . . . .NL-23
Luisteren naar melodieën (Muziekbibliotheek) . . . .NL-24
Opnemen en weergeven van uitvoeringen
(MIDI-recorder) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-26
Het maken van een opname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-27
Weergeven van de opgenomen inhoud . . . . . . . . . . .NL-28
Instellingen maken NL-29
Instellen van het volume
van het Upper1 gedeelte . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-29
Maken van de instellingen voor het
Upper2 gedeelte en het Lower gedeelte . . . . . . .NL-30
Instellen van de volumebalans
van het toetsenbord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-31
Middenbereik annuleren
van audio-ingangssignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-31
Maken van de MIDI-instellingen . . . . . . . . . . . . . . .NL-32
Veranderen van de pedaalfuncties . . . . . . . . . . . . .NL-33
Overige instellingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-34
Fabrieksreset (Initialisatie) . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-36
Koppelen aan een smartapparaat
(APP-functie) NL-37
Oplossen van moeilijkheden NL-38
Referentie NL-40
Technische gegevens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-40
Toonlijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .NL-42
Muziekbibliotheeklijst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . NL-43
MIDI Implementation Chart
NL-2

Overzicht en instellingen

bk
C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8A0
1 2 3456789
*
2
*
1
Voorkant
C4 D4 E4 F4 G4 A4 B4 C5
C{4E}4F{4A}4B}4

Algemene gids

Voorpaneel
1 P (aan/uit) toets
2 Volumeknop
3 Functietoets (FUNCTION)
4 Geluidsmodustoets (SOUND MODE)
5 Metronoomtoets (METRONOME)
*1 Tiptoetsen
De toetsen 3 t/m 9 zijn tiptoetsen waarvan de lampjes gaan branden wanneer de stroom wordt ingeschakeld.
6 a toets
7 0 (opname) toets
8 Vleugeltoets (GRAND PIANO)
9 Elektrische pianotoets (ELEC. PIANO)
bk Hoofdtelefoonaansluitingen (PHONES)
*2 Namen van toetsenbordnoten en toonhoogten
De namen van de toetsenbordnoten en de toonhoogten die in deze handleiding worden gebruikt, volgen de internationale standaard. Midden C is C4, de laagste C is C1 en de hoogste C is C8. De onderstaande afbeelding toont de nootnamen van de klaviertoetsen van C4 t/m C5.
NL-3
Overzicht en instellingen
bl
bm bn bo bqbp
Muziekstandaard
Achterkant
bl USB-poort (USB) bm Demppedaalaansluiting (DAMPER PEDAL)
bn Pedaaleenheid-aansluiting (PEDAL UNIT)
bo Audio-ingangsaansluiting (AUDIO IN)
bp Lijnuitgangsaansluitingen (LINE OUT R, L/MONO)
bq 12 V gelijkstroomaansluiting (DC 12V)
Klaarmaken van de muziekstandaard
NL-4
Overzicht en instellingen
Stopcontact
Netadapter
bq DC 12V
Netsnoer

Klaarmaken van de voeding

Uw Digitale Piano maakt gebruik van een netadapter voor de voeding.
• Hoewel deze Digitale Piano ook op batterijen kan worden gebruikt, verdient het toch aanbeveling om het instrument met de netadapter te gebruiken.
Gebruik van de netadapter
Let erop dat u alleen de netadapter gebruikt die voor deze Digitale Piano wordt voorgeschreven. Het gebruik van een ander type netadapter kan problemen veroorzaken.
Voorgeschreven netadapter: AD-A12150LW
(JEITA standaardstekker)
• Gebruik nooit de netadapter (JEITA standaard, met een uniforme polariteitsstekker) die met deze Digitale Piano meegeleverd wordt om een ander toestel aan te sluiten dan deze Digitale Piano. Dit kan namelijk resulteren in een defect.
• Zorg ervoor dat u de stroom van de Digitale Piano uitschakelt voordat u de aansluiting van de netadapter tot stand brengt of verbreekt.
• De netadapter wordt warm na langdurig gebruik. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
• Neem de onderstaande belangrijke voorzorgsmaatregelen in acht om schade aan het netsnoer te voorkomen.
Tijdens het gebruik
• Trek nooit met geweld aan het snoer.
• Trek nooit herhaaldelijk aan het snoer.
• Draai het snoer nooit rond vlakbij de stekker of de aansluiting.
Wanneer het toestel wordt verplaatst
• Vergeet nooit de netadapter uit het stopcontact te trekken voordat u de Digitale Piano verplaatst.
Tijdens opslag
• Maak lussen in en een bundeltje van het netsnoer maar wind het snoer nooit om de netadapter.
• Steek nooit metaal, potloden of andere voorwerpen in de 12 V gelijkstroomaansluiting (DC 12V) van dit product. Dit kan namelijk een ongeluk veroorzaken.
• Gebruik het netsnoer dat bij dit product wordt geleverd niet met een ander toestel.
• Sluit de netadapter op een stopcontact aan dat zich dicht in de buurt van de Digitale Piano bevindt. U kunt de stekker dan meteen uit het stopcontact trekken als er een probleem optreedt.
• De netadapter is enkel bedoeld voor gebruik binnenshuis. Zet de netadapter niet op een plaats waar deze nat kan worden. Plaats ook nooit een vaas of een andere bak met vloeistof op de netadapter.
• Dek de netadapter niet af met een krant, tafelkleed, gordijn of een of andere doek.
• Als u de Digitale Piano voor langere tijd niet denkt te gebruiken, dient u de stekker uit het stopcontact te trekken.
• De netadapter kan niet gerepareerd worden. Als de netadapter defect is of beschadigd raakt, moet u een nieuwe aanschaffen.
• Werkingsomgeving van de netadapter
Temperatuur: 0 t/m 40°C Vochtigheid: 10% tot 90% RV
• Uitgangspolariteit: &
NL-5
Overzicht en instellingen
Lipjes
Gebruik op batterijen
• Zorg ervoor de stroom uit te schakelen voordat u de batterijen inlegt.
• Het wordt aan u overgelaten om zes los verkrijgbare alkalibatterijen aan te schaffen.
• Neem de onderstaande voorzorgsmaatregelen in acht wanneer de Digitale Piano ondersteboven wordt gedraaid om de batterijen te plaatsen.
− Wees voorzichtig dat uw vingers niet onder de
Digitale Pi ano klem komen te zitten waardoor u letsel oploopt.
− Let op dat de Digitale Piano niet valt of op andere
wijze aan een harde schok wordt blootgesteld. Door een harde schok kunnen de volumeknop en de klaviertoetsen worden beschadigd.
1.
Open het batterijdeksel aan de onderkant van de Digitale Piano.
2.
Leg zes AA-formaat batterijen in het batterijcompartiment.
Let erop dat de positieve + en negatieve - kanten van de batterijen in de richting wijzen aangegeven op de Digitale Piano.
3.
Steek de lipjes van het batterijdeksel in de gaten aan de kant van het batterijcompartiment en sluit vervolgens het deksel.

In- en uitschakelen van de stroom

1.
Voordat u de stroom inschakelt, moet u de 2 volumeknop zo ver mogelijk in de richting draaien aangegeven in de onderstaande afbeelding.
2.
Druk op de 1P (aan/uit) toets om de stroom in te schakelen.
Bij het inschakelen van de stroom lichten de lampjes van de tiptoetsen op het voorpaneel van links naar rechts op (3 FUNCTION t/m 9 ELEC. PIANO). De Digitale Piano is klaar voor gebruik wanneer de lampjes van alle tiptoetsen branden.
• Nadat u op 1P (aan/uit) heeft gedrukt om de stroom in te schakelen, mag u niet op een pedaal trappen totdat de Digitale Piano klaar is voor gebruik (de lampjes van alle tiptoetsen branden).
• Het is mogelijk dat de stroom niet wordt ingeschakeld wanneer u de 1P (aan/uit) toets te licht indrukt. Dit duidt niet op een defect. Als dit gebeurt, moet u de 1P (aan/uit) toets steviger indrukken.
3.
Gebruik de 2 volumeknop om het volume in te stellen.
Aanduiding voor lege batterijen
De batterijspanning is laag wanneer de lampjes van alle tiptoetsen (behalve 3 FUNCTION) beginnen te knipperen. Vervang de batterijen in dat geval.
• Wanneer u de Digitale Piano gebruikt terwijl de batterijen bijna leeg zijn, kan het instrument plotseling worden uitgeschakeld. Hierdoor kunnen de gegevens die het geheugen van de Digitale Piano zijn opgeslagen, beschadigd raken of verloren gaan.
NL-6
4.
Om de stroom uit te schakelen, houdt u de 1P (aan/uit) toets ingedrukt totdat alle lampjes van de tiptoetsen uit zijn.
• Wanneer de 1P (aan/uit) toets wordt ingedrukt om de stroom uit te schakelen, komt de Digitale Piano op standby te staan. Er blijft nog kleine hoeveelheid stroom in de Digitale Piano lopen wanneer deze in de standby-toestand staat. Als u de Digitale Piano voor langere tijd niet gebruikt of als er onweer in de buurt is, dient u de stekker uit het stopcontact te trekken.
• Als de stroom wordt uitgeschakeld, keren het toonnummer en de andere instellingen gewoonlijk terug naar de oorspronkelijke standaardinstellingen. U kunt Automatisch hervatten (pagina NL-34) inschakelen waardoor de meeste instellingen bewaard blijven wanneer de stroom wordt uitgeschakeld.
• Als Automatisch hervatten is uitgeschakeld, komen bij het uitschakelen van de stroom alle instellingen op de standaardinstellingen te staan, met uitzondering van de instellingen voor de stemming (pagina NL-14) en de helderheid van de tiptoetsen (pagina NL-34).
Overzicht en instellingen
B}0
C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
bm DAMPER PEDAL aansluiting (standaardaansluiting (6,3 mm))
SP-3
Zacht pedaal
Sostenuto pedaal
Demppedaal
Stroom-aan waarschuwing
Wanneer de Digitale Piano bij gebruik met de netadapter ongeveer zes minuten niet wordt bediend, zal de stroom-aan waarschuwingsfunctie in werking treden en gaan de lampjes van de tiptoetsen achter elkaar aan en uit om u eraan te herinneren dat de stroom is ingeschakeld. De lampjes van de toetsen keren terug naar de normale toestand (d.w.z. alle lampjes branden) als u een toets aanraakt, iets op het toetsenbord speelt of een andere bediening uitvoert. Om de stroom uit te schakelen, houdt u de 1P (aan/uit) toets ingedrukt totdat alle lampjes van de tiptoetsen uit zijn.
• U kunt de stroom-aan waarschuwingsfunctie naar wens in­of uitschakelen. Zie “Overige instellingen” (pagina NL-34).
• Als u de Digitale Piano op batterijen gebruikt, zal de stroom automatisch na ongeveer zes minuten worden uitgeschakeld wanneer het instrument niet wordt bediend. Zie “Automatische stroomonderbreker” (pagina NL-7).
Terugzetten op de oorspronkelijke standaard­fabrieksinstellingen
U kunt de fabrieksresetfunctie (initialisatie) gebruiken om de opgeslagen gegevens en instellingen van de Digitale Piano terug te zetten op de oorspronkelijke standaard­fabrieksinstellingen. Zie “Fabrieksreset (Initialisatie)” (pagina
NL-36) voor verdere informatie.

Automatische stroomonderbreker

Deze Digitale Piano is ontworpen om automatisch uitgeschakeld te worden om te voorkomen dat stroom wordt verspild wanneer gedurende een vooringestelde tijd geen bediening wordt uitgevoerd. De activeringstijd voor de automatische stroomonderbreker is ongeveer vier uur bij gebruik op netspanning of zes minuten bij gebruik op batterijen.
• U kunt de automatische stroomonderbreker uitschakelen om ervoor te zorgen dat de stroom niet ineens wordt uitgeschakeld tijdens een concert enz. Volg de onderstaande procedure om de automatische stroomonderbreker uit te schakelen.
In- of uitschakelen van de automatische stroomonderbreker
1.
Houd 3 FUNCTION ingedrukt en druk dan op de B}0 klaviertoets.

Gebruik van een pedaal

Sluit het meegeleverde pedaal (SP-3) aan op de bm DAMPER PEDAL aansluiting.
Achterkant
Dit pedaal functioneert als een demppedaal bij gebruik van de standaardinstellingen van de Digitale Piano. Zie “Veranderen
van de pedaalfuncties” (pagina NL-33) om over te schakelen
naar een andere functie (zacht, sostenuto enz.).
PEDAL UNIT-aansluiting
U kunt de los verkrijgbare 3-pedalen eenheid (SP-34) aansluiten op de bn PEDAL UNIT aansluiting aan de achterkant van de Digitale Piano. U kunt de pedalen dan gebruiken voor expressie die lijkt op die beschikbaar is op een akoestische piano.
SP-34 Pedaalfuncties
Demppedaal
Door het demppedaal in te trappen tijdens het spelen zullen de noten die u aanslaat blijven nagalmen. Het SP-34 pedaal ondersteunt ook half intrappen, dus wanneer het pedaal tot halverwege wordt ingetrapt, wordt ook maar een gedeeltelijk dempeffect uitgeoefend.
Zacht pedaal
Door op dit pedaal te trappen worden de op het toetsenbord aangeslagen noten onderdrukt na het intrappen van het pedaal waardoor de noten zachter klinken.
Sostenuto pedaal
Alleen de noten van de toetsen die aangeslagen zijn op het moment van het intrappen van dit pedaal worden aangehouden, totdat het pedaal wordt losgelaten. Dit geldt ook wanneer de klaviertoetsen worden losgelaten.
• Bij meermalen indrukken van de B}0 klaviertoets klinkt er telkens een meldtoon en wordt de automatische stroomonderbreker beurtelings in- en uitgeschakeld. Zie “Meldtonen” (pagina NL-9) voor verdere informatie.
2.
Laat 3 FUNCTION los nadat de gewenste instelling is gemaakt.
• Een afzonderlijk verkrijgbare pedaaleenheid kan gelijktijdig met het meegeleverde pedaal worden gebruikt.
NL-7

Gebruik van een hoofdtelefoon

bk PHONES aansluitingen
(stereo mini-aansluiting (3,5 mm))
Door een hoofdtelefoon te gebruiken wordt het geluid van de ingebouwde luidsprekers uitgeschakeld wat betekent dat u zelfs ’s avonds laat kunt oefenen zonder anderen te storen.
• Zorg ervoor altijd het volume laag in te stellen voordat u de hoofdtelefoon aansluit.
• Er wordt geen hoofdtelefoon meegeleverd met de Digitale Piano.
• Gebruik een los verkrijgbare hoofdtelefoon. Zie pagina
NL-1 voor informatie over de verkrijgbare opties.

Gemeenschappelijke bediening voor alle functies

• Tenzij anders aangegeven, wordt bij alle procedures in deze handleiding verondersteld dat de Digitale Piano in de begintoestand staat (d.w.z. de toestand meteen na het inschakelen van de stroom). Als u problemen ondervindt bij het uitvoeren van een procedure, schakelt u de stroom van de Digitale Piano uit en dan weer in, en daarna probeert u de procedure opnieuw uit te voeren.
• Houd er rekening mee dat wanneer de Digitale Piano tijdens een procedure wordt uitgeschakeld, eventuele niet opgeslagen gegevens verloren gaan.

Bediening van de tiptoetsen

Bij het inschakelen van de Digitale Piano gaan de lampjes van alle tiptoetsen op het voorpaneel branden.
• Luister niet voor lange tijd met een hoog volume via de hoofdtelefoon. Dit kan namelijk resulteren in gehoorschade.
• Gebruikt u een hoofdtelefoon waarbij een verloopstekker nodig is, let er dan op dat de verloopstekker niet ingestoken blijft als u de aansluiting van de hoofdtelefoon verbreekt. Mocht de stekker ingestoken blijven, dan zal er geen geluid te horen zijn via de luidsprekers.
Geluid weergeven via de luidsprekers terwijl een hoofdtelefoon is aangesloten
Schakel de instelling “Luidsprekerweergave” onder “Overige
instellingen” (pagina NL-34) in om geluid via de luidsprekers
weer te geven terwijl er een stekker in een van de PHONES­aansluitingen is gestoken.
• Om een tiptoets te bedienen, moet u deze stevig met een blote vinger aantippen. De tiptoetsen reageren niet als u deze aanraakt terwijl u een handschoen draagt.
• Als een tiptoets niet reageert, voert u de onderstaande stappen uit om de gevoeligheid van de tiptoetsen te verhogen.
(1) Schakel de Digitale Piano uit. (2) Houd de C8 klaviertoets ingedrukt (de toets
helemaal rechts) en druk dan op de 1P (aan/uit) toets.
• Blijf de C8 klaviertoets ingedrukt houden totdat de tiptoetsen achter elkaar van links naar rechts gaan branden (van 3 FUNCTION t/m 9 ELEC. PIANO). U hoeft de 1P (aan/uit) toets niet ingedrukt te blijven houden.
Automatische uitschakelfunctie voor de tiptoetslampjes (Paneellampjes-instelling)
Om stroom te besparen, kunt u instellen dat alle toetslampjes worden uitgeschakeld, met uitzondering van het lampje van 3 FUNCTION, wanneer het instrument een bepaalde tijd niet wordt bediend. U kunt de tijd dat het instrument niet wordt bediend en waarna de lampjes worden uitgeschakeld zelf instellen, of u kunt instellen dat de lampjes altijd moeten blijven branden (oorspronkelijke standaardinstelling wanneer de netadapter is aangesloten). Zie “Veranderen van de
instelling voor de paneellampjes” (pagina NL-35) voor
informatie over het maken van deze instellingen.
NL-8
Beschikbare functies bij bediening van alleen de tiptoetsen
Wanneer een tiptoets stevig wordt aangetipt en dan meteen wordt losgelaten, wordt de functie uitgevoerd die aan de tiptoets is toegewezen. Bijvoorbeeld, bij aantippen van 9 ELEC. PIANO wordt de ELEC.PIANO toon geselecteerd en bij aantippen van 5 METRONOME start (of stopt) de metronoom.
Gemeenschappelijke bediening voor alle functies
C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
B1
C
C
Combinaties van tiptoets + klaviertoets
Er kunnen diverse instellingen voor de Digitale Piano worden gemaakt door gebruik van een tiptoets (behalve de 70 (opname) toets) in combinatie met een klaviertoets. Als voorbeeld wordt in de onderstaande procedure getoond hoe de JAZZ ORGAN toon kan worden geselecteerd.
1.
Houd 8 GRAND PIANO ingedrukt.
• Totdat u 8 GRAND PIANO loslaat in stap 3 hieronder, kunt u de klaviertoetsen gebruiken om tonen te selecteren en andere instellingen te maken. Voor informatie over welke functies beschikbaar zijn terwijl 8 GRAND PIANO wordt ingedrukt, kunt u de afzonderlijke “Toetsenbordfunctielijst” raadplegen.
2.
Druk op de B1 klaviertoets.
De JAZZ ORGAN toon wordt geselecteerd en de bevestigingstoon klinkt waarbij gebruik wordt gemaakt van de JAZZ ORGAN toon.
3.
Laat 8 GRAND PIANO los.
• U kunt nu op het toetsenbord spelen met de JAZZ ORGAN toon.

Meldtonen

Wanneer u een gecombineerde bediening van een tiptoets en een klaviertoets uitvoert (pagina NL-9), klinkt er een meldtoon op het moment dat u op de klaviertoets drukt om u het resultaat van de bediening te laten weten. Hieronder worden de diverse typen meldtonen beschreven.
Typen meldtonen
Dit type toon klinkt:
Ontvangst­toon
Ongeldig-toon U heeft op de verkeerde klaviertoets
Bovengrens, ondergrens­toon
Initialisatietoon
Optie-toon Een instellingsoptie wordt veranderd door
Uit-toon Een instelling wordt uitgeschakeld (afgezet). Referentietoon
Einde-toon De laatste klaviertoets wordt ingedrukt bij de
Wanneer dit gebeurt:
De bediening van een klaviertoets is ontvangen en wordt toegepast. Deze toon klinkt als een instelling wordt ingeschakeld (aangezet) wanneer u op de klaviertoets drukt waarmee de instelling kan worden ingeschakeld en uitgeschakeld.
gedrukt. Deze toon laat u weten dat de bediening ongeldig is.
U drukt op een klaviertoets waardoor de instelling hoger wordt dan de bovengrens of lager dan de ondergrens.
De instellingen zijn teruggezet op de oorspronkelijke standaardwaarden. Deze toon klinkt wanneer u de plus (+) en min (–) klaviertoetsen tegelijk indrukt, enz.
indrukken van een klaviertoets waarmee de opties worden doorlopen. Het aantal keren dat de toon klinkt hangt af van de optie die wordt geselecteerd.
Wanneer u de plus (+) en min (–) klaviertoetsen gebruikt om een instelwaarde te veranderen, klinkt er een referentietoon om aan te geven dat de bediening van de klaviertoetsen resulteert in de instelling van bepaalde typen waarden. In geval van een geheel getal (geen decimalen) klinkt de referentietoon wanneer de instelling een waarde wordt die een veelvoud is van 10 (10, 20 enz.). In geval van een getal met decimalen (zoals 440,2) klinkt de referentietoon wanneer de instelling een waarde wordt die een geheel getal is (440, 441 enz.).
bediening voor een instelling die het indrukken van meerdere klaviertoetsen vereiste. Bijvoorbeeld, bij het invoeren van een driecijferige tempo-instelling klinkt deze toon wanneer u de klaviertoets voor het derde cijfer indrukt.
Meldtonensets
Uw Digitale Piano heeft drie verschillende meldtonensets waaruit u kunt kiezen. Indien gewenst kunt u de meldtonen ook uitschakelen. Zie “Overige instellingen” (pagina NL-34) voor informatie over het veranderen van de meldtonenset.
NL-9
Gebruik van de Digitale
B}0
B0
C1 - B5
C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
A0 - C{2
Piano

Luisteren naar demonstratieweergave

1.
Houd 3 FUNCTION ingedrukt.
Het DEMO lampje begint te knipperen en het 4 SOUND MODE lampje gaat branden (de lampjes van de andere toetsen gaan uit).
2.
Tip 4 SOUND MODE aan.
De 6 a en DEMO lampjes branden continu en de weergave van de demonstratiemelodie begint (en de lampjes van de toetsen, met uitzondering van 6 a, gaan uit). Nadat de demonstratiemelodie is weergegeven, wordt er doorgegaan met de weergave van de melodieën uit de muziekbibliotheek (pagina
NL-24).
• Tijdens demonstratieweergave is de onderstaande bediening mogelijk.

Selecteren van een toon

Uw Digitale Piano is voorzien van 17 tonen waaronder drie vleugeltonen die aan het volledige toetsenbordbereik worden toegewezen plus één bastoon die alleen aan het lage bereik kan worden toegewezen. In aanvulling op het toewijzen van één enkele toon aan het toetsenbord, kunt u ook twee verschillende tonen gelaagd weergeven en het toetsenbord kan worden gesplitst in een linker- en rechterzijde met verschillende tonen voor beide zijden.

Selecteren van één enkele toon

Selecteren van een toon met de klaviertoetsen
1.
Houd 8 GRAND PIANO ingedrukt en druk dan op een klaviertoets van A0 t/m C{2.
• Bijvoorbeeld, bij indrukken van de F{1 klaviertoets wordt de HARPSICHORD toon geselecteerd en zal de bevestigingstoon klinken waarbij gebruik wordt gemaakt van de HARPSICHORD toon.
•Zie “Toonlijst” (pagina NL-42) voor informatie over de toon die aan elke klaviertoets is toegewezen.
Om dit te doen: Voer deze bediening uit:
Doorgaan naar de volgende melodie
Teruggaan naar de vorige melodie
Naar een specifieke melodie springen
Teruggaan naar de eerste melodie (demonstratiemelodie)
* Zie de “Muziekbibliotheeklijst” (pagina NL-43) voor
informatie over het melodienummer dat aan elke klaviertoets is toegewezen.
3.
Tip 6 a aan om de demonstratieweergave
Houd 6 a ingedrukt en druk dan op de B0 klaviertoets.
Houd 6 a ingedrukt en druk dan op de B}0 klaviertoets.
Houd 6 a ingedrukt en druk dan op een klaviertoets van C1 t/m B5.*
Houd 6 a ingedrukt en druk dan de B}0 en B0 klaviertoetsen tegelijk in.
te stoppen.
De toetslampjes die in de bovenstaande procedure zijn uitgegaan, gaan weer branden.
• Als de automatische stroomonderbreker is ingeschakeld, wordt de stroom automatisch na de ingestelde tijdsduur uitgeschakeld, ook wanneer er demonstratieweergave plaatsvindt. Om dit te voorkomen, kunt u de procedure onder “In- of uitschakelen van de automatische
stroomonderbreker” (pagina NL-7) gebruiken om de
automatische stroomonderbreker uit te schakelen.
2.
Laat 8 GRAND PIANO los.
Selecteren van een toon met de tiptoetsen
1.
Tip een toets aan zoals hieronder is beschreven om de gewenste toon te selecteren.
Om deze toon te selecteren: Aantippen:
GRAND PIANO CONCERT 8 GRAND PIANO ELEC.PIANO 9 ELEC. PIANO
• Als tonen op het moment gelaagd zijn (pagina NL-11) of als het toetsenbord is verdeeld in twee tonen (pagina NL-12), zullen bij het uitvoeren van de bovenstaande procedure om een toon te selecteren, de laag- en splitsinstellingen komen te vervallen.
Vleugeltonen
De eigenschappen van elk van de drie vleugeltonen worden in de onderstaande tabel beschreven.
Toonnaam Beschrijving
CONCERT Een volwaardige
concertvleugeltoon voor dynamische en natuurlijke
veranderingen in de toon. BRIGHT Een helder en duidelijk pianogeluid. MELLOW Een warm, ingetogen pianogeluid.
NL-10

Twee tonen gelaagd laten klinken

C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
A0 - C{2
C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
C7
Met de lagenfunctie kunt u twee verschillende tonen gelijktijdig laten klinken. De toon die op een andere toon wordt gelaagd, is de “toon van het Upper2 gedeelte” en wordt in deze handleiding de “Upper2 toon” genoemd. De toon waarop de Upper2 toon wordt gelaagd, is de “toon van het Upper1 gedeelte” en wordt de “Upper1 toon” genoemd.
Twee tonen gelaagd weergeven
Gebruik van de Digitale Piano
• U kunt het volume van het Upper2 gedeelte instellen en andere instellingen voor het Upper2 gedeelte maken. Zie “Maken van de instellingen voor het Upper2 gedeelte
en het Lower gedeelte” (pagina NL-30) voor verdere
informatie.
•Zie “Instellen van het volume van het Upper1 gedeelte (pagina NL-29) voor informatie over het instellen van het volume van het Upper1 gedeelte.
1.
Gebruik de procedure onder “Selecteren van
één enkele toon” (pagina NL-10) om de Upper1
toon te selecteren.
2.
Selecteer de Upper2 toon.
(1) Houd 9 ELEC. PIANO en druk dan op een
klaviertoets van A0 t/m C{2.
• Bijvoorbeeld, bij indrukken van de A}1 klaviertoets wordt STRINGS 1 als de Upper2 toon geselecteerd en zal de bevestigingstoon klinken waarbij gebruik wordt gemaakt van de STRINGS 1 toon.
• Zie “ELEC.PIANO toets + klaviertoets” in de afzonderlijke “Toetsenbordfunctielijst” voor informatie over de toon die aan elke klaviertoets is toegewezen.
(2) Laat 9 ELEC. PIANO los.
3.
Schakel de lagenfunctie in.
(1) Houd 9 ELEC. PIANO ingedrukt en druk dan op
de C7 klaviertoets.
Uitschakelen van de lagenfunctie
Gebruik een van de onderstaande twee methoden om de lagenfunctie van het toetsenbord uit te schakelen.
• Houd 9 ELEC. PIANO ingedrukt en druk dan op de C7 klaviertoets. Bij meermalen indrukken van C7 wordt de lagenfunctie beurtelings in- en uitgeschakeld. Nadat de meldtoon heeft geklonken (pagina NL-9) die aangeeft dat de lagenfunctie is uitgeschakeld, laat u 9 ELEC. PIANO los.
•Tip 8 GRAND PIANO of 9 ELEC. PIANO aan. De lagenfunctie van het toetsenbord wordt uitgeschakeld en de toon die correspondeert met de toets die u heeft aangetipt wordt geselecteerd.
• Bij meermalen indrukken van C7 wordt de lagenfunctie beurtelings in- en uitgeschakeld. Er klinkt een meldtoon (pagina NL-9) om u te laten weten of de lagenfunctie is ingeschakeld of uitgeschakeld.
(2) Laat 9 ELEC. PIANO los.
• Wanneer nu op een klaviertoets wordt gedrukt om te spelen, klinken de twee tonen (Upper1 en Upper2) die u heeft geselecteerd gelijktijdig.
• Schakel de lagenfunctie uit om weer terug te keren naar het spelen met alleen de Upper1 toon.
NL-11
Gebruik van de Digitale Piano
BASS GRAND PIANO CONCERT
Splitspunt
Hoog bereikLaag bereik
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
D2

Splitsen van het toetsenbord tussen twee tonen

U kunt het lage bereik van het toetsenbord gebruiken om een bastoon te laten klinken. Wanneer het toetsenbord in een linker en rechter bereik wordt gesplitst, is de toon die aan het lage bereik (linkerzijde) wordt toegewezen de “toon van het Lower gedeelte” en deze wordt in deze handleiding de “Lower toon” genoemd. De toon die aan het hoge bereik (rechterzijde) wordt toegewezen, is de “toon van het Upper1 gedeelte” en deze wordt de “Upper1 toon” genoemd. Elk van de 17 niet-bastonen kan aan het hoge bereik worden toegewezen.
Gebruik van de splitsfunctie voor het spelen van basnoten in het lage bereik
1.
Gebruik de procedure onder “Selecteren van
één enkele toon” (pagina NL-10) om de toon
van het hoge bereik (Upper1) te selecteren.

Veranderen van het aanslagvolume naar de aanslagdruk (Aanslagvolume)

Het aanslagvolume verandert het toonvolume overeenkomstig de aanslagdruk (snelheid). Dit geeft u hetzelfde uitdrukkingsvermogen als bij een akoestische piano.
Sneller aanslaan geeft luidere noten.
Langzamer aanslaan geeft zachtere noten.
Probeer niet al te veel druk uit te oefenen.
2.
Houd 9 ELEC. PIANO ingedrukt en druk dan op de D2 klaviertoets.
De bastoon wordt aan het lage bereik toegewezen.
3.
Laat 9 ELEC. PIANO los.
• U kunt het volume van het Lower gedeelte instellen en andere instellingen voor het Lower gedeelte maken. Zie “Maken van de instellingen voor het Upper2 gedeelte
en het Lower gedeelte” (pagina NL-30) voor verdere
informatie.
Uitschakelen van de splitsfunctie
Gebruik een van de onderstaande twee methoden om de splitsfunctie van het toetsenbord uit te schakelen.
• Houd 9 ELEC. PIANO ingedrukt en druk dan op een klaviertoets van A0 t/m C{2. De splitsfunctie van het toetsenbord wordt uitgeschakeld en de toon die is toegewezen aan de klaviertoets die u indrukt wordt de Upper2 toon (pagina NL-11).
•Tip 8 GRAND PIANO of 9 ELEC. PIANO aan. De splitsfunctie van het toetsenbord wordt uitgeschakeld en de toon die correspondeert met de toets die u heeft aangetipt wordt geselecteerd.
NL-12
Gebruik van de Digitale Piano
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
F{7 - B7
C1A0 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
E7 F7
Veranderen van de aanslagvolumegevoeligheid
1.
Houd 8 GRAND PIANO ingedrukt en druk dan op een klaviertoets van F{7 t/m B7.
• De onderstaande tabel toont de instelling voor de aanslagvolumegevoeligheid die aan elke klaviertoets is toegewezen.
Indrukken van deze toets:
F{7 Uit Aanslagvolume is
G7 1: Licht Het is gemakkelijker om een
A}7 2: Medium-
A7 3: Normaal De gevoeligheid is normaal.
B}7 4: Medium-
B7 5: Zwaar
2.
Laat 8 GRAND PIANO los.
Selecteert deze instelling:
licht
zwaar
Wat het volgende betekent:
uitgeschakeld. Het geluidsvolume ligt vast ongeacht de snelheid van het aanslaan van de klaviertoetsen.
luider geluid te produceren, dus de aanslag voelt lichter dan bij “Normaal”.
Het is moeilijker om een luider geluid te produceren, dus de aanslag voelt zwaarder dan bij “Normaal”.

Veranderen van de toonhoogte in stappen van een halve toon (Transponeren)

De transponeerfunctie laat u de algehele toonhoogte van de Digitale Piano verhogen of verlagen in stappen van een halve toon. U kunt deze functie gebruiken om de toon van het toetsenbord te verhogen of verlagen en een stuk te spelen in een toonaard die voor u meer geschikt is of om de toonaard aan te passen aan de zanger enz.
Veranderen van de transponeerinstelling
1.
Houd 8 GRAND PIANO ingedrukt en druk dan op de E7 of F7 klaviertoets.
Indrukken van deze toets:
E7 Verlaagt de toonhoogte met één
F7 Verhoogt de toonhoogte met één
E7 + F7 Zet de toonhoogte terug op de
• U kunt de toonhoogte van het toetsenbord veranderen binnen het bereik van –12 t/m +12 halve tonen.
Doet dit:
halve toon.
halve toon.
oorspronkelijke standaardinstelling.
2.
Laat 8 GRAND PIANO los nadat de gewenste instelling is gemaakt.
NL-13
Gebruik van de Digitale Piano
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
A4 C5
B}4B4
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
D7 E}7
C1
A0
C2 C3 C4 C5 C6 C7
C8
E7E}7

Fijnstemmen van een toonhoogte (Stemming)

Gebruik de stemmingsfunctie wanneer u de toonhoogte ietwat wilt veranderen voor samenspel met een ander muziekinstrument.
• De stemmingsfunctie specificeert de frequentie van de A4 noot. U kunt de frequentie instellen in het bereik van 415,5 Hz t/m 465,9 Hz. De oorspronkelijke standaardinstelling is 440,0 Hz.
• U kunt de frequentie veranderen in stappen van 0,1 Hz.
Veranderen van de stemmingsinstelling
1.
Houd 3 FUNCTION ingedrukt.
• Laat 3 FUNCTION niet los tot aan de onderstaande stap 3.
2.
Gebruik de onderstaande klaviertoetsen om de stemming af te stellen.
Indrukken van deze toets:
A4 Stelt de A4 frequentie in op 440,0 Hz.
B}4 Stelt de A4 frequentie in op 442,0 Hz.
B4 Verlaagt de A4 frequentie met 0,1 Hz.* C5 Verhoogt de A4 frequentie met 0,1 Hz.*
* Er klinkt een referentietoon (pagina NL-9) wanneer de
instelwaarde een integer wordt (een geheel getal) zoals 440, 441 enz.
3.
Laat 3 FUNCTION los nadat de gewenste stemming is geselecteerd.
• De ingestelde stemming blijft bewaard ook wanneer de stroom wordt uitgeschakeld.
Doet dit:

Veranderen van de toonhoogte in eenheden van een octaaf (Octaafverschuiving)

Met octaafverschuiving kunt u de toonhoogten van het Upper1 gedeelte en het Upper2 gedeelte afzonderlijk, in eenheden van een octaaf, verhogen of verlagen.
Veranderen van de toonhoogte van het Upper1 gedeelte in eenheden van een octaaf
1.
Houd 8 GRAND PIANO ingedrukt en druk dan op de D7 of E}7 klaviertoets.
Indrukken van
deze toets:
D7 Verlaagt de toonhoogte van het
E}7 Verhoogt de toonhoogte van het
D7+ E}7 Zet de toonhoogte van het Upper1
• U kunt de octaaf verschuiven binnen het bereik van –2 t/m +2.
2.
Laat 8 GRAND PIANO los nadat de gewenste
Upper1 gedeelte met één octaaf.
Upper1 gedeelte met één octaaf.
gedeelte terug op de oorspronkelijke standaardinstelling.
instelling is gemaakt.
Veranderen van de toonhoogte van het Upper2 gedeelte in eenheden van een octaaf
1.
Houd 9 ELEC. PIANO ingedrukt en druk dan op de E}7 of E7 klaviertoets.
Doet dit:
Indrukken van deze toets:
E}7 Verlaagt de toonhoogte van het
E7 Verhoogt de toonhoogte van het
E}7 + E7 Zet de toonhoogte van het Upper2
• U kunt de octaaf verschuiven binnen het bereik van –2 t/m +2.
2.
Laat 9 ELEC. PIANO los nadat de gewenste
Doet dit:
Upper2 gedeelte met één octaaf.
Upper2 gedeelte met één octaaf.
gedeelte terug op de oorspronkelijke standaardinstelling.
instelling is gemaakt.
NL-14
Loading...
+ 32 hidden pages