Casio PX-7 Owner's Manual [nl]

PX730/7D1A
D
GEBRUIKSAANWIJZING
Bewaar a.u.b. alle informatie voor eventueel latere naslag.
Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen
Zorg er voor eerst aandachtig de “Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid” te lezen voordat u de piano probeert te gebruiken.
Belangrijk!
Merk a.u.b. de volgende belangrijke informatie op alvorens dit product te gebruiken.
• Voordat u de los verkrijgbare AD-A12150LW netadapter in gebruik neemt dient u eerst te controleren dat hij niet beschadigd is. Check het netsnoer zorgvuldig op breuken, barsten, ontblootte bedrading en andere ernstige beschadigingen. Laat kinderen nooit een netadapter gebruiken die ernstig beschadigd is.
• Dit product is niet bedoeld voor kinderen onder drie jaar.
• Gebruik enkel de CASIO AD-A12150LW netadapter.
• De netadapter is geen stuk speelgoed.
• Haal de netadapter altijd uit het stopcontact voordat u dit product schoon maakt.
Dit merkteken is alleen van toepassing in de landen binnen de EU.
Manufacturer: CASIO COMPUTER CO.,LTD. 6-2, Hon-machi 1-chome, Shibuya-ku, Tokyo 151-8543, Japan
Responsible within the European Union: CASIO EUROPE GmbH Casio-Platz 1, 22848 Norderstedt, Germany
Inhoudsopgave
Merk- en productnamen die in deze gebruiksaanwijzing worden gebruikt kunnen geregistreerde handelsmerken van anderen zijn.
Monteren van de standaard ......................................................................................D-27
Uitpakken.................................................................. D-27
Monteren van de standaard ...................................... D-27
Aansluiten van het snoer...........................................D-32
Installeren van de bladmuziekstandaard...................D-32
Algemene gids .................................. D-2
Functietoets (FUNCTION) .......................................... D-3
Het opslaan van instellingen en het gebruiken
van de bedieningsvergrendeling.................................D-3
Stopcontact ....................................... D-4
Gebruiken van een netadapter ................................... D-4
Aansluitingen .................................... D-5
Aansluiten van de hoofdtelefoon ................................ D-5
Aansluiten van geluidsapparatuur of
een versterker............................................................. D-5
Meegeleverde en los verkrijgbare accessoires........... D-5
Spelen met verschillende tonen...... D-6
Selecteren en spelen van een toon ............................ D-6
Bijstellen van de helderheid van een toon .................. D-7
Lagen van twee tonen aanbrengen ............................D-8
Gebruiken van effecten............................................... D-9
Gebruiken van de pedalen van de digitale piano........ D-9
Gebruiken van de metronoom .................................. D-10
Spelen van een pianoduet ........................................ D-11
Nagalm ..................................................................D-20
Zweving .................................................................D-20
Toonselectie ..........................................................D-20
Helderheid (BRILLIANCE) .....................................D-20
Balans tussen lagen ..............................................D-20
Tempo (TEMPO) ...................................................D-20
Melodie selecteren (SONG SELECT)....................D-20
Volume van de melodie (SONG VOLUME)...........D-20
Volume van de metronoom
(METRONOME VOLUME) ....................................D-20
Maatslag van de metronoom
(METRONOME BEAT) ..........................................D-20
Klaviertoets (Transponeren) ..................................D-21
Stemmen van het keyboard (Stemmen)................D-21
Octaafverschuiving ................................................D-21
Temperament (toonschaal) (TEMPERAMENT)..... D-21
Temperament selectie
(TEMPERAMENT SELECT)..................................D-21
Temperament basnoot (BASE NOTE)...................D-21
Aanslagvolume (TOUCH RESPONSE) ................. D-21
USB apparaat modus (USB DEVICE MODE) .......D-22
Zendkanaal ............................................................D-22
Lokale besturing ....................................................D-22
Bedieningspieptoon ...............................................D-22
Terug .....................................................................D-22
Bedieningsvergrendeling .......................................D-22
Weergeven van ingebouwde
melodieën........................................ D-12
Weergeven van alle ingebouwde melodieën ............ D-12
Weergeven van een specifieke melodie in de
muziekbibliotheek ..................................................... D-12
Oefenen met een melodie uit de
muziekbibliotheek ..................................................... D-13
Opnemen en weergeven ................ D-14
Sporen ...................................................................... D-14
Opnemen op een specifiek spoor van
een melodie .............................................................. D-15
Opnemen op een spoor terwijl u naar de
weergave luistert van het andere spoor.................... D-16
Weergeven van het geheugen van de
digitale piano............................................................. D-16
Wissen van opgenomen data ................................... D-17
Configureren van instellingen
met het toetsenbord ....................... D-18
Instellingen configureren met het toetsenbord.......... D-18
Klaviertoetsen die gebruikt worden voor
het configureren van instellingen .............................. D-19
Parameterlijst............................................................ D-20
Aansluiting op een computer ........D-23
Minimale computersysteemvereisten........................D-23
Aansluiting van de digitale piano op uw computer ....D-23
Gebruiken van MIDI ..................................................D-24
Oversturen van melodie data met een computer ......D-24
Referentie ........................................D-33
Oplossen van moeilijkheden .....................................D-33
Technische gegevens ...............................................D-34
Bedieningsvoorzorgsmaatregelen.............................D-35
Appendix............................................ A-1
Toonlijst....................................................................... A-1
Melodielijst .................................................................. A-1
MIDI Implementation Chart
D-1
Algemene gids
bn
5
6
8
7
bl
bk
9
bm
bo
12 3 4
Voorkant
Onderkant
Achterkant
D-2
Algemene gids
OPMERKING
OPMERKING
Pedaalaansluiting
USB poort
12V gelijkstroomaansluiting (DC 12V)
Hoofdtelefoonaansluiting (PHONES)
Volumeregelaar (VOLUME)
Functietoets (FUNCTION)
 Melodietoets a (SONG a)
 Recordertoets (L) (RECORDER (L))
 Metronoomtoets (R) (METRONOME (R))
 Moderne vleugeltoets (GRAND PIANO (MODERN))
 Klassieke vleugeltoets (GRAND PIANO (CLASSIC))
 Elektronische piano toets (ELEC PIANO)
 Spanningsindicator
 Spanningstoets (POWER)
*LET OP
• Let er op dat het deksel volledig open staat wanneer u op het toetsenbord speelt. Als het deksel gedeeltelijk open staat kan het onverwacht dichtklappen waardoor u uw vingers kunt bezeren.
• De hier aangegeven namen worden altijd vetgedrukt weergegeven wanneer ze in de tekst van deze gebruiksaanwijzing verschijnen.
Functietoets (FUNCTION)
De FUNCTION toets wordt gebruikt bij het configureren van een aantal verschillende instellingen van de digitale piano. Hieronder volgen de basisbedieningen van de FUNCTION toets.
Houd om een instelling te veranderen de FUNCTION toets ingedrukt
terwijl u op de klaviertoets drukt waaraan de instelling die u wilt selecteren toegewezen is. Er is een bedieningsbevestigingstoon te horen telkens wanneer u een klaviertoets aanslaat om een instelling te configureren.
Voorbeeld: “Selecteren van een toon” op pagina D-6
• Zie “Configureren van instellingen met het toetsenbord” op pagina D-18 voor details aangaande de bediening en de instellingen.
De volgende tabel toont u hoe het indrukken van de FUNCTION toets de werking van bepaalde toetsen
verandert.
Deze toets: Doet dit wanneer de FUNCTION toets ingedrukt is: SONG a Start en stopt de weergave van de demonstratiemelodie. RECORDER Selecteert het linker hand gedeelte. METRONOME Selecteert het rechter hand gedeelte. MODERN (modern) Schakelt over tussen nagalm aan (toetsindicator aan) en uit (indicator uit). CLASSIC (klassiek) Schakelt over tussen zweving (chorus) aan (toetsindicator aan) en uit (indicator uit). ELEC PIANO (elektr. piano) Schakelt over tussen Duet aan (toetsindicator aan) en uit (indicator uit).
Het opslaan van instellingen en het gebruiken van de bedieningsvergrendeling
Uw digitale piano stelt u in staat om de huidige instellingen op te slaan en de toetsen te vergrendelen ter bescherming tegen bedieningsfouten. Zie “Parameterlijst” op pagina’s D-20 - D-22 voor details.
D-3
Stopcontact
BELANGRIJK!
Stopcontact
Netsnoer
12V gelijkstroomaansluiting (DC 12V)
Netadapter
Uw digitale piano werkt op de spanning van het lichtnet. Vergeet niet de spanning uit te schakelen wanneer u de digitale piano niet gebruikt.
Gebruiken van een netadapter
Gebruik enkel de netadapter (JEITA standaard, met een uniforme polariteitsstekker) die meegeleverd is met deze digitale piano. De digitale piano kan defect raken als een ander type netadapter gebruikt wordt.
Gespecificeerde netadapter: AD-A12150LW
• Gebruik het meegeleverde netsnoer om de netadapter aan te sluiten zoals aangegeven in de onderstaande afbeelding.
• Sluit de netadapter (JEITA standard met uniforme polariteitsstekker) die met deze digitale piano meegeleverd wordt, nooit aan op een ander toestel dan deze piano. Dit brengt namelijk het risico op defecten met zich mee.
• Vergeet niet de digitale piano uit te schakelen voordat u de netadapter in het stopcontact steekt of hem er uit trekt.
• De netadapter wordt warm na langdurig gebruik. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
Merk de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen op om schade aan het netsnoer te voorkomen.
Tijdens het gebruik
• Trek nooit met geweld aan het snoer.
• Trek nooit herhaaldelijk aan het snoer.
• Draai het snoer nooit rond vlakbij de stekker of de aansluiting.
• Het netsnoer mag tijdens het gebruik niet strak gespannen staan.
Wanneer de digitale piano wordt verplaatst
• Vergeet nooit de netadapter uit het stopcontact te trekken voordat u de digitale piano verplaatst.
Tijdens opslag
• Maak lussen in en een bundeltje van het netsnoer maar wind het snoer nooit om de netadapter.
D-4
B
Aansluitingen
BELANGRIJK!
OPMERKING
Stereo standaard stekker
Hoofdtelefoonaansluitingen (PHONES)
Onderkant
INPUT 1
INPUT 2
AUX IN aansluiting, enz. van de geluidsversterker
Gitaarversterker
Keyboardversterker, enz.
Penstekker
Penaansluiting Standaard stekker
RIGHT (rechts-rood)
Naar één van beide PHONES aansluitingen van de digitale piano
Stereo standaard stekker
Penstekker (rood)
Penstekker (wit)
LEFT (links-wit)
• Stel het volume altijd in op een laag niveau d.m.v. de VOLUME regelaar telkens wanneer u iets aan gaat sluiten op de digitale piano. Stel het volume in op het gewenste niveau nadat u de aansluiting tot stand gebracht heeft.
Aansluiten van de hoofdtelefoon
Door een hoofdtelefoon aan te sluiten op één van beide
PHONES
luidsprekers uitgeschakeld wat betekent dat u zelfs midden in de nacht kunt oefenen zonder de buren wakker te houden. Om uw gehoor te beschermen moet u er op letten dat het volumeniveau niet te hoog staat wanneer u een hoofdtelefoon gebruikt.
aansluitingen wordt de weergave van de
Aansluiten van geluidsapparatuur (Afbeelding )
Breng de aansluitingen m.b.v. in de handel verkrijgbare aansluitsnoeren (standaardstekker × 1, penstekker × 2) tot stand zoals aangegeven in Afbeelding . Ler er op dat het uiteinde van het snoer dat u aansluit op de de digitale piano een standaard stereostekker is. Bij het gebruik van een standaard monostekker wordt slechts één van de twee stereo kanalen afgegeven. Gewoonlijk dient u de ingangskeuzeschakelaar van de geluidsapparatuur in te stellen op de aansluiting waarop de digitale piano aangesloten is (AUX IN, enz.). Stel het volume in d.m.v. de VOLUME regelaar van de digitale piano.
Aansluiten van een geluidsversterker (Afbeelding )
• Let er op dat u de stekker van een hoofdtelefoon zover mogelijk in één van de PHONES aansluitingen steekt. Als u dat niet doet, kunt u het geluid mogelijk van slechts één van beide kanten van de hoofdtelefoon horen.
• Mocht een hoofdtelefoon die u gebruikt niet passen bij één van de PHONES aansluitingen gebruik dan een passende adapterstekker die u zich apart in de winkel kunt aanschaffen.
• Gebruikt u een hoofdtelefoon waarbij een adapterstekker nodig is, let er dan op dat de adapter niet ingestoken blijft als u de aansluiting van de hoofdtelefoon verbreekt. Mocht dit het geval zijn dan zal er geen geluid te horen zijn via de luidsprekers.
Aansluiten van geluidsapparatuur of een versterker
U kunt geluidsapparatuur of een versterker aansluiten op de digitale piano en het geluid dan via externe luidsprekers weergeven om een krachtiger geluid van een betere kwaliteit te verkrijgen.
B
Sluit het aansluitsnoer* aan op één van de types versterkers die weergegeven wordt in Afbeelding . Stel het volume in d.m.v. de VOLUME regelaar van de digitale piano.
* Digitale Piano: Stereo standaard stekker
Versterker : Voert de signalen in voor het linker-
en het rechterkanaal. Door één van beide stekkers niet aan te sluiten wordt slechts één van de twee stereo kanalen afgegeven.
Meegeleverde en los verkrijgbare accessoires
Gebruik enkel accessoires die gespecificeerd zijn voor het gebruik met deze digitale piano. Het gebruik van niet erkende accessoires kan het gevaar op brand, elektrische schok en persoonlijk letsel met zich meebrengen.
OPMERKING
• U kunt informatie betreffende de accessoires die los verkrijgbaar zijn krijgen van de CASIO catalogus die beschikbaar is bij uw winkelier en van de CASIO website bij de volgende URL.
http://world.casio.com/
D-5
Spelen met verschillende tonen
BELANGRIJK!
POWER
GRAND PIANO
ELEC PIANO
FUNCTION
METRONOME
SONG a
VOLUME
Selecteren van GRAND PIANO (MODERN of
CLASSIC) of ELEC PIANO
• Druk op één van de GRAND PIANO toetsen (MODERN of CLASSIC) of de ELEC PIANO toets om de gewenste toon te selecteren.
• De toetsindicator van de geselecteerde toon gaat branden.
Selecteren van één van de andere tonen
• Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk op de klaviertoets die correspondeert aan de toon die u wilt selecteren.
Selecteren en spelen van een toon
De piano wordt met 16 ingebouwde tonen.
* De namen van de tonen zijn gemarkeerd boven de klaviertoetsen waaraan ze zijn toegewezen.
Selecteren van een toon
1.
Druk op de POWER toets.
• Bij inschakelen van de digital piano wordt de stroom aan bewerking uitgevoerd om het system te initialiseren. Tijdens de systeeminitialisering gaan de toontoetsindicators in volgorde aan en uit gedurende ongeveer 7 seconden om u te laten weten dat systeeminitialisering plaats vindt.
2.
Selecteer de gewenste toon.
D-6
3.
OPMERKING
OPMERKING
Splitspunt
Laag bereik Hoog bereik
BASS 1 (bas 1) PIPE ORGAN (pijporgel)
(Momenteel geselecteerde toon.)
Stel het volumeniveau bij d.m.v. de VOLUME regelaar.
• GRAND PIANO tonen (MODERN, CLASSIC) Uw digitale piano heeft in het totaal 16 ingebouwde tonen. De MODERN en CLASSIC tonen zijn in stereo bemonsterde tonen (sampling tonen) die geselecteerd kunnen worden d.m.v. de GRAND PIANO toetsen. Probeer de GRAND PIANO tonen eens te gebruiken om bekend te raken met de gedistingeerde klanken en karakteristieken.
Toonnaam Karakteristieken
MODERN (modern)
CLASSIC (klassiek)
Deze toon voorziet in heldere vleugelklanken. Het volume en de klankkleur van deze toon reageert onmiddellijk op verschillen in de druk op de klaviertoetsen en heeft een relatief sterke nagalm. Deze toon is een goede keus voor een dynamisch en levendig spel.
Dit is een natuurlijke pianotoon die goed lijkt op het geluid van een akoestische vleugel. Nagalm en de andere effecten zijn tot een minimum gehouden om de invloed van de pianopedalen (akoestische resonantie) groter te maken, voor een fijngevoeligere muzikale expressie. Deze toon is een goede keus voor lessen en oefensessies.
• GRAND PIANO toon (VARIATION) is het beste voor meespelen met een begeleiding.
Bastonen (BASS 1, BASS 2)
Spelen met verschillende tonen
Bijstellen van de helderheid van een toon
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en stel tegelijkertijd de helderheidswaarde in d.m.v. de BRILLIANCE toetsen binnen het bereik lopend van –3 tot 0 tot 3.
Voor dit type geluid:
Milder en teder
Helderder en scherper
OPMERKING
• Druk tegelijkertijd op en om de toon terug te stellen op de oorspronkelijke instelling “0”.
Druk op deze klaviertoets:
Door één van de twee BASS (LOWER) tonen (1 of 2) in stap 2 van de bovenstaande procedure te selecteren, wordt de geselecteerde bastoon toegewezen aan het lage bereik (linker kant) van het keyboard. Aan het hoge bereik (rechter kant) wordt de toon toegewezen die geselecteerd was toen u op de BASS 1 of BASS 2 toets drukte.
• BASS 1 en BASS 2 laten u het toetsenbord in twee stukken splitsen met twee verschillende tonen.
• Selecteer een andere toon dan BASS 1 of BASS 2 om opnieuw een enkele toon te verkrijgen bij het toetsenbord.
• U kunt BASS 1 of BASS 2 niet selecteren bij het opnemen naar Spoor 2.
D-7
Spelen met verschillende tonen
OPMERKING
HARPSICHORD (clavecimbel)
STRINGS 1
Oorspronkelijke instelling (default) (midden)
Volume van de gelaagde toon (Tweede toon die u selecteerde)
Volume van de hoofdtoon
(Eerste toon die u
selecteerde)
Lagen van twee tonen aanbrengen
Volg de volgende procedure om lagen van twee tonen aan te brengen zodat die op hetzelfde moment klinken. Bij het specificeren van twee tonen voor het maken van lagen, wordt de eerste toon die u selecteert de hoofdtoon terwijl de tweede toon de gelaagde toon wordt.
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en houd tegelijkertijd de klaviertoets voor de hoofdtoets ingedrukt terwijl u op de klaviertoets drukt voor de gelaagde toon.
Voorbeeld: Om lagen te maken met HARPSICHORD en
STRINGS 1
Instellen van de volumebalans tussen twee gelaagde tonen
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en gebruik de hieronder getoonde klaviertoetsen om het volume in te stellen van de gelaagde tonen.
C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7 C8
• Houd om terug te gaan naar de oorspronkelijke instelling van het volume, de FUNCTION toets ingedrukt en druk tegelijkertijd op beide toetsen.
2.
Om de lagen van het toetsenbord ongedaan te maken, selecteer een andere toon door op de GRAND PIANO toets te drukken of door de procedure onder “Selecteren en spelen van een toon” (pagina D-6) te volgen.
• U kunt ook lagen aanbrengen bij pianotonen door één van de GRAND PIANO toetsen (MODERN of
CLASSIC) ingedrukt te houden terwijl u op de ELEC PIANO toets drukt.
• U kunt met de BASS 1 of BASS 2 toon geen lagen maken met een andere toon.
• U kunt de bewerking voor het maken van lagen niet uitvoeren bij het opnemen naar Spoor 2.
D-8
A
Gebruiken van effecten
ZwevingNagalm
Zacht pedaal
Demppedaal
Sostenuto pedaal
Nagalm (reverb) : Laat uw noten resoneren. Zweving (chorus): Voegt meer ruimtelijkheid toe aan
uw noten.
In- en uitschakelen van nagalm (reverb)
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk op de MODERN toets om de nagalm (reverb) in (indicator aan) en uit te schakelen (indicator uit).
Spelen met verschillende tonen
• Zwevingwaarde
Om dit te doen: Selecteer deze instelling:
Zweving inschakelen
1:Lichte zweving (Light Chorus) 2:Middelmatige zweving
(Medium Chorus) 3:Diepe zweving (Deep Chorus) 4:Flanger (suisend effect)
Betreffende DSP
Met DSP kunt u complexe akoestische effecten digitaal produceren. DSP is toegewezen aan elke toon telkens wanneer de spanning van de digitale piano ingeschakeld is.
In- en uitschakelen van zweving (chorus)
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk op de CLASSIC toets om zweving (chorus) in (indicator aan) en uit te schakelen (indicator uit).
Configureren van de instellingen van de nagalm- en zwevingeffecten
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk op één van de Nagalm of Zweving klaviertoetsen.
123 41234
Gebruiken van de pedalen van de digitale piano
Uw digitale piano is uitgevoerd met drie pedalen: demppedaal, zacht pedaal en sostenuto pedaal
Pedaalfuncties
Demppedaal
Door het demppedaal in te trappen tijdens het spelen zullen de noten die u aanslaat voor een bijzonder lange tijd blijven nagalmen.
• Door dit pedaal tijdens de GRAND PIANO toon (MODERN, CLASSIC, VARIATION) in te trappen zullen de noten nagalmen (met akoestische resonantie) op dezelfde wijze als het demppedaal van een akoestische vleugel. Het halverwege intrappen (gedeeltelijk intrappen) van het pedaal wordt ook ondersteund.
Voorbeeld: Selecteren van Nagalm 4
• Nagalmwaarde
Om dit te doen: Selecteer deze instelling:
Nagalm inschakelen
1: Kamer (room) 2: Kleine zaal (Small Hall) 3: Grote zaal (Large Hall) 4: Stadium
Zacht pedaal
Door op dit pedaal te trappen tijdens het spelen worden de op het toetsenbord aangeslagen noten onderdrukt na het intrappen van het pedaal waardoor de noten zachter klinken.
Sostenuto pedaal
Alleen de noten van de toetsen die aangeslagen zijn op het moment van het intrappen van dit pedaal worden aangehouden totdat het pedaal wordt losgelaten.
D-9
Spelen met verschillende tonen
Gebruiken van de metronoom
1.
Druk op de METRONOME toets.
• Hierdoor start de metronoom.
• De indicator boven de SONG a toets knippert in het tempo van de maatslag van de metronoom.
2.
Houd om de maatslag te veranderen de FUNCTION toets ingedrukt terwijl u op de METRONOME BEAT toetsen drukt om een instelling te selecteren voor de maatslag.
• U kunt de waarde van het aantal maatslagen instellen als 0, 2, 3, 4, 5 of 6. Als 0 ingesteld wordt, wordt een klikgeluid weergegeven zonder klokkenspel. Met deze instelling kunt u oefenen met een vaste maatslag.
3.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en gebruik de TEMPO toetsen om een tempowaarde te specificeren binnen het bereik lopende van 20 tot en met 255 maatslagen per minuut.
4.
Druk op de METRONOME toets of op de SONG a toets om de metronoom uit te
schakelen.
OPMERKING
• Druk in stap 3 tegelijkertijd op de + en – toetsen om de instelling voor het tempo terug te stellen op het oorspronkelijke tempo van de momenteel geselecteerde melodie van de muziekbibliotheek. Door tegelijkertijd op + en – te drukken wordt de waarde van het tempo teruggesteld op 120.
Om het metronoomvolume in te stellen
OPMERKING
• U kunt de volgende procedure op elk moment uitvoeren ongeacht of de metronoom klinkt of niet.
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en stel tegelijkertijd d.m.v. de METRONOME VOLUME toetsen een volumewaarde in binnen het bereik lopende van 0 tot en met
42.
• Zie “Klaviertoetsen die gebruikt worden voor het configureren van instellingen” op pagina D-19 voor details aangaande het gebruiken van de klaviertoetsen voor het maken van instellingen.
• Telkens bij indrukken van de of toets wordt de waarde van het metronoomvolume met 1 verhoogd of verlaagd.
OPMERKING
• Druk tegelijkertijd op en om terug te gaan naar de oorspronkelijke instelling.
• Telkens bij indrukken van de + of – toets wordt de tempowaarde met 1 verhoogd of verlaagd.
• U kunt een specifieke waarde van drie cijfers invoeren d.m.v. de waarde invoertoetsen (0 tot en met 9). Zorg er voor de drie cijfers allemaal in te voeren.
Voorbeeld: Druk op de toetsen 0, 9 en 6 om “96” in te
voeren.
D-10
Spelen met verschillende tonen
OPMERKING
BELANGRIJK!
Toetsenbord
Splitspunt
Linker toetsenbord Rechter toetsenbord
(midden C)(midden C)
Pedalen
Linker demppedaal
Linker en rechter demppedaal
Rechter demppedaal
Linker toetsenbord Rechter toetsenbord
(Ingedrukte klaviertoets)
1 octaaf hoger dan de
oorspronkelijke instelling
Onveranderd
Spelen van een pianoduet
U kunt de duetfunctie gebruiken om het toetsenbord van de piano in het midden te splitsen zodat twee personen een duet kunnen spelen.
C3 C4 C5 C6 C3 C4 C5 C6
Het linker en het rechter toetsenbord hebben vrijwel hetzelfde bereik. Het linker pedaal werkt als het demppedaal voor het linker toetsenbord terwijl het rechter pedaal fungeert als het demppedaal voor het rechter toetsenbord.
Veranderen van de octaven van de duet toetsenborden
U kunt de bereiken van de linker en rechter toetsenborden veranderen van hun oorspronkelijke instellingen in eenheden van een octaaf. Dit is bijvoorbeeld handig als het oorspronkelijke bereik niet genoeg is wanneer een persoon het gedeelte voor de linker hand en de andere persoon het gedeelte voor de rechter hand aan het spelen is.
1.
Houd de FUNCTION en ELEC PIANO toetsen ingedrukt en druk op de C klaviertoets die u wilt plaatsen op C4 (midden C) van het linker toetsenbord.
De duetfunctie is de perfecte manier om les te geven waarbij de leraar aan de linkerkant zit en de leerling dezelfde melodie speelt op het rechter toetsenbord.
• Alleen het demppedaal voor het rechter toetsenbord ondersteunt half-pedaal bewerkingen.
1.
Selecteer de pianotoon die u wilt gebruiken voor het duet.
Voorbeeld: GRAND PIANO (MODERN)
2.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk op de ELEC PIANO toets om duet in (indicator aan) en uit te schakelen (indicator uit).
• U kunt de duetfunctie niet gebruiken tijdens het opnemen (pagina D-14).
Voorbeeld: Door op de klaviertoets van de meest linkse
C (C4) te drukken wordt het hier onder gegeven bereik toegewezen.
C4 C5 C6 C7 C3 C4 C5 C6
2.
Houd de FUNCTION en ELEC PIANO toetsen ingedrukt en druk op de C klaviertoets die u wilt plaatsen op C4 (midden C) van het rechter toetsenbord.
OPMERKING
• U kunt de toetsenborden terugstellen op hun oorspronkelijke bereiken door de duetfunctie eerst uit te schakelen en vervolgens weer in te schakelen.
D-11
Weergeven van ingebouwde melodieën
BELANGRIJK!
OPMERKING
FUNCTION
METRONOME
RECORDER
SONG a
Uw digitale piano is uitgevoerd met een muziekbibliotheek van 60 ingebouwde melodieën. U kunt alle 60 melodieën in volgorde spelen van het begin tot het einde.
• Nadat u een ingebouwde melodie geselecteerd heeft, kan het enkele seconden duren voordat de melodiedata geladen is. Terwijl de data geladen wordt, werken de klaviertoetsen en andere toetsen niet. Als u iets op het toetsenbord speelt, zal de geluidsweergave worden stopgezet als de volgende procedure wordt uitgevoerd.
Weergeven van alle
Weergeven van een specifieke melodie in de muziekbibliotheek
De muziekbibliotheek bevat ingebouwde melodieën (01 tot en met 60) en één melodie (61) die vanaf een computer opgeslagen zijn in het geheugen van de digitale piano selecteren en weergeven d.m.v. de volgende procedure.
* U kunt muziekdata downloaden van het Internet en
vervolgens oversturen van de computer naar het geheugen van de digitale piano. Zie “Oversturen van melodie data met een computer” op pagina D-24 voor meer informatie.
*
. U kunt één van deze melodieën
ingebouwde melodieën
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk op de SONG a toets.
• Hierdoor wordt de herhaalde demonstratieweergave gestart van de ingebouwde melodieën in de volgorde van 01 tot en met 60.
• U kunt meespelen met een melodie op het toetsenbord terwijl de melodie wordt weergegeven. De toon die toegewezen is aan het toetsenbord is de toon die vooringesteld is voor de melodie die weergegeven wordt.
• U kunt een specifieke melodie selecteren tijdens de demonstratieweergave Zie stap 2 van “Weergeven van een specifieke melodie in de muziekbibliotheek” voor details.
2.
Druk nogmaals op de SONG a toets om de weergave van de ingebouwde melodieën te stoppen.
• De hierboven beschreven bewerkingen voor melodieselectie en weergeven en stoppen zijn de enige mogelijke bewerkingen tijdens de weergave van demonstratiemelodieën.
1.
Zoek het melodienummer van de gewenste melodie op in de melodielijst op pagina A-1.
2.
Houd om van melodie te veranderen de FUNCTION toets ingedrukt terwijl u de SONG SELECT toetsen gebruikt om een bepaald melodienummer te specificeren.
• Telkens bij indrukken van de + of – toets wordt het melodienummer met 1 verhoogd of verlaagd.
• U kunt een specifiek melodienummer van twee cijfers invoeren d.m.v. de waarde invoertoetsen (0 tot en met 9). Zorg er voor beide cijfers in te voeren.
Voorbeeld: Voer eerst 0 en daarna 8 in om melodie 08 te
selecteren.
D-12
3.
OPMERKING
OPMERKING
VOORBEREIDINGEN
Linkerhand Rechterhand
Beide delen
ingeschakeld
Rechterhand
deel
uitgeschakeld
Linkerhand
deel
uitgeschakeld
Druk op de SONG a toets.
• Hierdoor wordt de weergave van de melodie gestart.
4.
Druk nogmaals op de SONG a toets om de weergave te stoppen.
• De weergave stopt automatisch wanneer het einde van de melodie bereikt is.
• Door tegelijkertijd op de + en – toetsen te drukken wordt melodienummer 01 geselecteerd.
• U kunt het weergavetempo en het volume van de melodie instellen. Voor meer informatie zie “Configureren van instellingen met het toetsenbord” op pagina D-18.
Oefenen met een melodie uit de muziekbibliotheek
U kunt het linkerhand of rechterhand gedeelte uitschakelen bij een melodie en zelf meespelen op de piano.
Weergeven van ingebouwde melodieën
2.
Druk op de SONG a toets.
• Hierdoor wordt de weergave gestart zonder het deel dat u uitschakelde in stap 1.
3.
Speel het niet-weergegeven deel zelf op het toetsenbord.
4.
Druk nogmaals op de SONG a toets om de weergave te stoppen.
• De muziekbibliotheek bevat een aantal duetten. Terwijl een duet geselecteerd is, kunt u de eerste pianotoon <Primo> of de tweede pianotoon <Secondo> uitschakelen en meespelen met de melodie.
• Selecteer de melodie waarmee u wilt oefenen en stel het tempo in. Zie “Configureren van instellingen met het toetsenbord” op pagina D-18.
• Een aantal melodieën bevat tussentijds tempoveranderingen om bepaalde muziekeffecten te produceren.
1.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk op de RECORDER (L) toets of op de METRONOME (R) toets om het gedeelte te selecteren dat u wilt uitschakelen.
• Door op een toets te drukken wordt bijbehorende gedeelte in- (indicator aan) en uitgeschakeld (indicator uit).
D-13
Opnemen en weergeven
BELANGRIJK!
FUNCTION
METRONOME
RECORDER
SONG a
Spoor 1 Opnemen
Tijdens de
weergave. . .
Spoor 2 Opnemen
Melodie
Brandt Knippert Uit
Weergave
standby
Opname standby
Normaal
U kunt de noten die u op de digitale piano speelt opslaan in het geheugen voor latere weergave.
Sporen
Een spoor is een opslagplaats van opgenomen data waarbij elke melodie voorzien is van twee sporen: Spoor 1 en Spoor 2. U kunt de twee sporen gescheiden van elkaar opnemen en daarna combineren zodat ze samen als een enkele melodie weergegeven worden.
Geheugencapaciteit
• U kunt ongeveer 5000 noten opnemen in het geheugen van de digitale piano.
•De RECORDER toets indicator knippert snel wanneer het geheugen vol dreigt te raken.
• Het opnemen stopt automatisch als het aantal noten in het geheugen het maximum overschreidt.
Opslag van opgenomen data
• Door een nieuwe opname te starten wordt eventuele data gewist die eerder in het geheugen was opgenomen.
• Mocht de stroom uitvallen tijdens de opname dan zullen alle data van het spoor dat u aan het opnemen bent gewist worden.
• CASIO COMPUTER CO., LTD. draagt geen verantwoordelijkheid voor enige schade, verlies van winsten of eisen van derden die ontstaan uit het verlies van opgenomen data die verloren raakt door defecten, reparaties of om ongeacht welke andere reden.
Gebruiken van de RECORDER toets
Telkens bij indrukken van de RECORDER toets wordt naar de volgende optie voor opname gegaan in de hieronder getoonde volgorde.
Opgenomen data
• Toetsenbordspel
• Gebruikte toon
• Pedaalbewerkingen
• Instellingen voor nagalm (reverb) en zweving (chorus) (alleen bij Spoor 1)
• Instelling van het tempo (alleen bij Spoor 1)
• Instelling van lagen (alleen bij Spoor 1)
• Instelling van splitsing (alleen bij Spoor 1)
• Instellingen voor temperament en basnoot (Base Note) (alleen bij Spoor 1)
• Instelling van octaafverschuiving (alleen bij Spoor 1)
D-14
OPMERKING
Opnemen op een specifiek spoor van een melodie
Na het opnemen van een van de sporen van een melodie kunt u opnemen op het andere spoor terwijl u luistert naar de weergave van wat u op het eerste spoor opgenomen had.
1.
Druk tweemaal op de RECORDER toets zodat de indicator gaat knipperen.
• Op dat moment gaat de L indicator knipperen om aan te geven dat de digitale piano klaar staat voor opname op Spoor 1.
Opnemen en weergeven
4.
Speel iets op het keyboard.
• Het opnemen begint automatisch.
5.
Druk op de SONG a toets om de opname te stoppen.
• Hierdoor veranderen de RECORDER toets indicator en de indicator van het spoor dat u opnam van de knipperende naar de oplichtende stand.
•Druk op de SONG a toets om het spoor dat u zojuist opgenomen heeft weer te geven.
6.
Druk nadat u klaar bent met het opnemen of weergeven op de RECORDER toets zodat de corresponderende indicator uit gaat.
2.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk op de RECORDER (L) toets of op de METRONOME (R) toets om het spoor te selecteren dat u wilt opnemen.
• Let er op dat de indicator voor het opnamespoor gaat knipperen. Spoor 1: L indicator Spoor 2: R indicator
Voorbeeld: Spoor 1 ingesteld
3.
Selecteer de toon en de effecten (alleen bij Spoor 1) die u wilt gebruiken voor uw opname.
• Toon (pagina D-6)
• Effecten (pagina D-9)
• Configureer de instellingen voor de maatslag en het tempo en druk daarna op de METRONOME toets als u wilt dat de metronoom klinkt tijdens het opnemen. Voor meer informatie zie “Gebruiken van de metronoom” op pagina D-10.
D-15
Opnemen en weergeven
Brandt (weergave) Knippert (opnamestandby)
Opnemen op een spoor terwijl u naar de weergave luistert van het andere spoor
1.
Druk op de RECORDER toets zodat de corresponderende indicator gaat branden.
2.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk op de RECORDER (L) toets of op de METRONOME (R) toets om het spoor te selecteren dat u wilt weergeven tijdens het opnemen.
3.
Druk op de RECORDER toets zodat de corresponderende indicator gaat knipperen.
• Hierdoor gaat de L indicator knipperen.
4.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk op de RECORDER (L) toets of op de METRONOME (R) toets om het spoor te selecteren dat u wilt opnemen.
• Let er op dat de indicator voor het opnamespoor gaat knipperen.
Voorbeeld: Om naar de weergave van Spoor 1 te
luisteren terwijl u Spoor 2 opneemt
Weergeven van het geheugen van de digitale piano
1.
Druk op de RECORDER toets zodat de corresponderende indicator gaat branden.
OPMERKING
• Wanneer een melodie opgenomen is op beide sporen, kunt u een spoor uitschakelen en alleen het andere spoor weergeven als u dat wenst.
2.
Druk op de SONG a toets.
• Hierdoor wordt de weergave gestart van de melodie die en/of het spoor dat u selecteert.
OPMERKING
• U kunt de instelling van het tempo veranderen terwijl een spoor weergegeven wordt.
• Druk nogmaals op de SONG a toets om de weergave te stoppen.
5.
Selecteer de toon en de effecten (alleen bij Spoor 1) die u wilt gebruiken voor uw opname.
6.
Druk op de SONG a toets of speel iets op het toetsenbord.
• Hierdoor worden zowel de weergave van het opgenomen spoor als de opname van het andere spoor gestart.
7.
Druk op de SONG a toets om het opnemen te stoppen.
D-16
BELANGRIJK!
OPMERKING
Wissen van opgenomen data
Uit Knipperen: Wisstandby
De volgende procedure wist een specifiek spoor van een melodie uit.
• De onderstaande procedure wist alle data uit van het geselecteerde spoor. Merk op dat de wisbewerking niet ongedaan gemaakt kan worden. Controleer dat u de data in het geheugen van de digitale piano echt niet meer nodig heeft voordat u de volgende stappen uitvoert.
1.
Druk tweemaal op de RECORDER toets zodat de indicator gaat knipperen.
Opnemen en weergeven
2.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk op de RECORDER (L) toets of op de METRONOME (R) toets om het spoor te selecteren dat u wilt wissen.
3.
Druk op de RECORDER toets totdat de corresponderende indicator gaat branden.
• Hierdoor gaat de indicator knipperen van het spoor dat u selecteerde in stap 2 van deze procedure.
Voorbeeld: Als u Spoor 2 instelde voor wissen.
4.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk op de toets die overeenkomt met het spoor dat u wilt wissen (RECORDER (L) toets of op de METRONOME (R) toets).
• Hierdoor wordt het geselecteerde spoor gewist en wordt weergavestandby ingeschakeld.
• Druk tweemaal op de RECORDER toets zodat de indicator niet brandt om de wisbewerking te annuleren.
• Vanaf stap 3 zijn enkel de METRONOME toets en de RECORDER toets van de digitale piano bedienbaar totdat u de wisbewerking in stap 4 in feite uitvoert. Er kunnen geen andere toetsbewerkingen worden uitgevoerd.
D-17
Configureren van instellingen met het
FUNCTION
transponeertoets
toetsenbord
Naast het selecteren van tonen en melodieën uit de muziekbibliotheek kunt u de FUNCTION toets gebruiken in combinatie met de klaviertoetsen om het effect, de aanslaggevoeligheid en andere instellingen te configuren.
Instellingen configureren met het toetsenbord
1.
Zoek m.b.v. de “Parameterlijst” op pagina’s D-20 - D-22 de instelling op die u wilt configureren en maak een notitie van de details.
2.
Zie “Klaviertoetsen die gebruikt worden voor het configureren van instellingen” op pagina D-19 om de plaats op het toetsenbord te vinden voor het configureren van de gewenste instelling.
3.
Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk op de klaviertoets die correspondeert aan de instelling die u wilt configureren.
• De digitale piano geeft een bedieningspieptoon weer nadat de instelling geconfigureerd is.
Voorbeeld: Verlagen van de transpositie instelling met
één halve toon
4.
Laat de FUNCTION toets los om de instelprocedure te voltooien.
OPMERKING
• U kunt de digitale piano zodanig configureren dat geen bedieningspieptoon weergegeven wordt in stap 3. Voor details, zie “ Bedieningspieptoon” onder “Parameterlijst” op pagina’s D-20 - D-22.
Toetsenbordinstelling bedieningstypes
Er zijn drie types bediening die u kunt uitvoeren tijdens het configureren van de instellingen d.m.v. de klaviertoetsen: Type A, Type B en Type C.
Type A: Direct invoeren
Voorbeeld: Aanslaan van de STRINGS klaviertoets om de
STRINGS 1 toon te selecteren
TYPE B:Verhogen of verlagen van een instelling
d.m.v. de + en – of en klaviertoetsen
• Door op een toets te drukken wordt de instelling versneld verhoogd of verlaagd.
• Druk tegelijkertijd op beide toetsen om terug te gaan naar de oorspronkelijke instelling.
Type C: Invoeren van waarden d.m.v. de cijfertoetsen
(0 tot en met 9)
Voorbeeld: Druk op de toetsen 1, 2 en 0 om “120” in te
voeren.
D-18
OPMERKING
• U kunt er achter komen welk bedieningstype past bij elke instelling door het “Bedieningstype” in de “Parameterlijst” op pagina’s D-20 - D-22 te controleren.
Klaviertoetsen die gebruikt worden voor het configureren van instellingen
12341234  

+
OFFONOFFONOFFONOFF
ON
[Linker toetsenbord]
[Algeheel]
[Midden toetsenbord]
[Rechter toetsenbord]
Tempo/Temperament selectie

Maatslag van de metronoom

Helderheid

Aanslagvolume
Nagalm

Volume van de melodie
Zweving
Klaviertoets (Transponeren)
Stemmen van het keyboard (Stemmen)
Octaafverschuiving
Melodie selecteren/Basnoot
Toonselectie

USB apparaat modus

Balans tussen lagen

Volume van de metronoom

Zendkanaal

Lokale besturing

Bedieningspieptoon

Terug

Bedieningsvergrendeling
Temperament (toonschaal)
De nummers  tot en met  corresponderen aan dezelfde nummers in de “Parameterlijst” op pagina’s
Configureren van instellingen met het toetsenbord
D-20 - D-22.
D-19
Configureren van instellingen met het toetsenbord
Parameterlijst
Tonen
Parameter Instellingen
Nagalm
Zweving
Toonselectie
Helderheid

(BRILLIANCE)
Balans tussen

lagen
1 tot en met 4 Oorspronkelijke instelling: 2
1 tot en met 4 Oorspronkelijke instelling: 2
Zie pagina D-6. Oorspronkelijke instelling: GRAND PIANO (MODERN)
–3 tot 0 tot 3 Oorspronkelijke instelling: 0
–24 tot 0 tot 24 Oorspronkelijke instelling: 0
Bedieningstype
(pagina D-18)
A Specificeert de nagalm van de
A Regelt de breedte van de noten.
A Wijst een toon toe aan het
B Specificeert de helderheid van de
B Specificeert het balans in het
Omschrijving Opmerkingen
noten. (pagina D-9)
(pagina D-9)
toetsenbord. (pagina D-6)
noten. (pagina D-7)
hoofdtoon volume en het volume van de gelaagde toon. (pagina D-8)
Melodie/metronoom
Parameter Instellingen
Tempo
(TEMPO)
Melodie
selecteren (SONG SELECT)
Volume van de

melodie (SONG VOLUME)
Volume van de

metronoom (METRONOME VOLUME)
Maatslag van de

metronoom (METRONOME BEAT)
20 tot en met 255 Oorspronkelijke instelling: 120
01 tot en met 60 Oorspronkelijke instelling: 01
00 tot en met 42 Oorspronkelijke instelling: 42
00 tot en met 42 Oorspronkelijke instelling: 36
0, 2, 3, 4, 5, 6 Oorspronkelijke instelling: 4
Bedieningstype
(pagina D-18)
B (+/–) C (0 tot en met 9)
B (+/–) C (0 tot en met 9)
B Stelt het volumeniveau in van de
B Specificeert het volume van de
A Specificeert de
Specificeert het tempo van melodieën uit de muziekbibliotheek, de metronoom, opname en weergave, enz. (pagina D-10)
Selecteert een melodie uit de muziekbibliotheek. (pagina D-12)
weergave van de muziekbibliotheek.
metronoom. (pagina D-10)
metronoommaatslag. (pagina D-10)
Omschrijving Opmerkingen
• Gebruik altijd drie cijfers bij het invoeren van waarden d.m.v. de cijfertoetsen (0 tot en met 9).
Voorbeeld: Druk op de toetsen 0, 9 en 0
om “90” in te voeren (de voorafgaande nul is vereist).
• Door tijdens de opname tegelijkertijd op de + en – toetsen te drukken wordt een waarde van 120 ingesteld.
• Gebruik altijd twee cijfers bij het invoeren van waarden d.m.v. de cijfertoetsen (0 tot en met 9).
Voorbeeld: Druk op de toetsen 0 en 8 om
“8” in te voeren (de voorafgaande nul is vereist).
• Deze instelling kan niet worden veranderd tijdens het opnemen.
• Deze instelling kan niet worden veranderd tijdens het opnemen.
• De instelling voor de maatslag van de metronoom kan niet worden veranderd terwijl de weergave van een melodie van de muziekbibliotheek aan de gang is.
D-20
Toetsenbord
Parameter Instellingen
Klaviertoets
(Transponeren)
Stemmen van het
keyboard (Stemmen)
Octaafverschui-
ving
Temperament
(toonschaal) (TEMPERAMENT) Temperament
selectie (TEMPERAMENT SELECT) Temperament
basnoot (BASE NOTE)
Aanslagvolume

(TOUCH RESPONSE)
–12 tot 0 tot 12 Oorspronkelijke instelling: 0
–99 tot 0 tot 99 Oorspronkelijke instelling: 0
–2 tot 0 tot 2 Oorspronkelijke instelling: 0
Temperament: 00 tot en met 16 Basnoot: –, +, 0 tot en met 9 (C tot en met B)
Oorspronkelijke instellingen: Temperament: 00 (Gelijkzwevende Stemming)
Basnoot: C
Uit (OFF), 1 tot en met 3 Oorspronkelijke instelling: 2
Configureren van instellingen met het toetsenbord
Bedieningstype
(pagina D-18)
B Verhoogt of verlaagt de
B Verhoogt of verlaagt de
B Verander het bereik van het
Houd FUNCTION ingedrukt terwijl u de volgende klaviertoetsen indrukt.
1. TEMPERAMENT (
)
2. TEMPERAMENT SELECT (
3. BASE NOTE (
A Specificeert de relatieve
)
)
Omschrijving Opmerkingen
toonschaal van de digitale piano in stappen van een halve toon.
algehele toonhoogte van de digitale piano in stappen van 1 cent (100 cent = 1 halve toon) van de standaard toonhoogte A4 = 440 Hz.
toetsenbord in eenheden van een octaaf.
U kunt de toonschaal (het stemsysteem) van het toetsenbord veranderen van het standaard gelijkzwevend temperament naar een andere toonschaal die geschikter is voor het spelen van Indische muziek, Arabische muziek, klassieke stukken, enz.
aanslaggevoeligheid van de klaviertoetsen. Door een kleinere waarde in te stellen wordt een nog krachtiger geluid geproduceerd bij een lichtere aanslag.
• De transponeerinstelling kan niet worden geconfigureerd terwijl de weergave van de muziekbibliotheek aan de gang is of tijdens de duetfunctie.
• Als de sleutel van de digitale piano verhoogd wordt, kunnen de hoogste gedeelten in het bereik vervormd raken.
• De instelling voor de toonhoogte kan niet worden veranderd terwijl de weergave van een melodie van de muziekbibliotheek aan de gang is.
• U kunt de instellingen van de octaafverschuiving niet configureren voor het hoofdtoon gedeelte en het gelaagde toon gedeelte.
• U kunt de instellingen van de octaafverschuiving niet configureren voor de splitstoon gedeelten.
<Temperamenten>
00: Gelijkzwevend / 01: Puur Majeur / 02: Puur Mineur / 03: Pythagoreaans / 04: Kirnberger 3 / 05: Werckmeister / 06: Reine stemming / 07: Rast / 08: Bayati / 09: Hijaz / 10: Saba / 11: Dashti / 12: Chahargah / 13: Segah / 14: Gurjari Todi / 15: Chandrakauns / 16: Charukeshi
<Basnoten>
–: C / +: C#/ 0: D / 1: Eb/ 2: E / 3: F / 4: F#/ 5: G / 6: Ab/ 7: A / 8: Bb/ 9: B
D-21
Configureren van instellingen met het toetsenbord
MIDI en overige instellingen
Parameter Instellingen
USB apparaat

modus (USB DEVICE MODE)
Zendkanaal

Lokale

besturing
Bedienings-

pieptoon
Terug

Bedienings-

vergrendeling
MIDI, Storage (opslag) Oorspronkelijke instelling: MIDI
01 tot en met 16 Oorspronkelijke instelling: 01
Off (Uit), On (Aan) Oorspronkelijke instelling: Aan
Off (Uit), On (Aan) Oorspronkelijke instelling: Aan
Off (Uit), On (Aan) Oorspronkelijke instelling: Uit
Off (Uit), On (Aan) Oorspronkelijke instelling: Uit
Bedieningstype
(pagina D-18)
B Specificeert één van de MIDI
A Wanneer de lokale besturing
A Het selecteren van “Off” (uit)
A Wanneer “On” (aan) voor deze
A Door “On” (aan) te selecteren voor
Omschrijving Opmerkingen
De MIDI modus wordt automatisch ingeschakeld bij de digitale piano wanneer deze wordt aangesloten op een USB kabel. Selecteer storage (opslag) voor het opslaan van Recorder geheugen melodiedata of om melodiedata van een computer naar het geheugen van de digitale piano. (pagina D-24)
kanalen (1 tot en met 16) als het zendkanaal dat gebruikt wordt voor het zenden van de MIDI boodschappen naar een extern toestel.
“Off” (uit) is, wordt de klankbron van de digitale piano uitgeschakeld waardoor geen geluid wordt geproduceerd door de digitale piano bij het aanslaan van klaviertoetsen.
schakelt het geluid van de bedieningspieptoon uit telkens wanneer een klaviertoets wordt aangeslagen terwijl de FUNCTION toets ingedrukt wordt.
instelling is geselecteerd, onthoudt de digitale piano de huidige instellingen*1 en herstelt ze wanneer de piano opnieuw ingeschakeld wordt. Wanneer “Off” (uit) is geselecteerd, worden de instellingen oorspronkelijke instellingen telkens wanneer de digitale piano ingeschakeld wordt.
deze instelling worden de toetsen van de digitale piano vergrendeld (behalve voor de spanningstoets en de toetsen die vereist zijn voor het ontgrendelen), zodat geen bediening kan worden uitgevoerd. Schakel de bedienings­vergrendeling in wanneer u wilt beveiligen tegen het onverhoeds bedienen van toetsen.
*2
teruggesteld op hun
• Terwijl Storage (opslag) ingesteld is voor deze instelling, knipperen de
GRAND PIANO (MODERN, CLASSIC) en ELEC PIANO toets
indicators terwijl alle andere indicators uit zijn.
• Alle bewerkingen voor de digitale piano zijn op dat moment gedeactiveerd.
• Telkens bij indrukken van de klaviertoets voor de USB apparaat modus wordt heen en weer geschakeld tussen de MIDI en opslag modi.
• De instelling voor de lokale besturing kan niet worden veranderd terwijl de weergave van een melodie van de muziekbibliotheek aan de gang is.
• Deze instelling blijft behouden zelfs wanneer de digitale piano uitgeschakeld is.
• De instelling voor de bedieningspieptoon kan niet worden veranderd terwijl de weergave van de muziekbibliotheek aan de gang is, terwijl de metronoom klinkt en tijdens het opnemen.
•De terug-instelling kan niet worden veranderd terwijl de weergave van de muziekbibliotheek aan de gang is, terwijl de metronoom klinkt, tijdens de duetfunctie en tijdens het opnemen.
*1
De volgende instellingen worden niet onthouden.
• Duetfunctie
• Melodie LR (deel)
• Lokale besturing
*2
Behalve voor de in/uit instelling van de bedieningspieptoon.
• De instelling voor de bedieningsvergrendeling kan niet worden veranderd terwijl de weergave van de muziekbibliotheek aan de gang is, terwijl de metronoom klinkt en tijdens het opnemen.
D-22
Aansluiting op een computer
BELANGRIJK!
BELANGRIJK!
BELANGRIJK!
USB poort van de computer
A aansluiting
USB poort van de digitale piano
B aansluiting
USB kabel
(A-B type)
U kunt de digitale piano aansluiten op een computer en MIDI data verzenden tussen deze apparaten. U kunt data van de digitale piano zenden naar de muziek software die op uw computer draait of u kunt MIDI data vanaf uw computer zenden naar de digitale piano voor weergave.
Minimale computersysteemvereisten
Hieronder volgen de minimale vereisten voor het computersysteem wanneer MIDI data worden verzonden en ontvangen. Controleer dat de computer voldoet aan deze vereisten voordat u probeert de digitale piano er op aan te sluiten.
Besturingssysteem
Windows Windows Vista® Windows® 7 Mac OS® X (10.3.9, 10.4.11 of nieuwer, 10.5.6 of nieuwer, 10.6.2 of nieuwer)
*1: Windows XP Thuiseditie
*2: Windows Vista (32- bit) *3: Windows 7 (32- bit, 64- bit)
USB poort
• Probeer nooit aan te sluiten op een computer die niet voldoet aan de hierboven beschreven vereisten. Hierdoor kunnen problemen ontstaan bij uw computer.
®
XP (SP2 of nieuwer)
*2
*3
Windows XP Professional (32- bit)
*1
2.
Nadat uw computer gestart is, sluit hem dan m.b.v. een los verkrijgbare USB kabel aan op de digitale piano.
3.
Schakel de digitale piano in.
• Als dit de eerste maal is dat u de digitale piano aansluit op uw computer zal de driver software die vereist is voor het zenden en ontvangen van data automatisch geïnstalleerd worden op uw computer.
4.
Start de muziek software op uw computer.
5.
Configureer de instellingen van de muziek software om één van de volgende apparaten te selecteren als het MIDI toestel.
CASIO USB-MIDI : (Voor Windows Vista, Windows 7,
Mac OS X)
USB-audioapparaat: (Voor Windows XP)
• Zie de gebruikersdocumentatie die met de gebruikte muziek software wordt geleverd voor nadere informatie aangaande hoe u het MIDI apparaat kunt selecteren.
• Zorg ervoor eerst de digitale piano uit te schakelen voordat u de muziek software van uw computer start.
Aansluiting van de digitale piano op uw computer
• Zorg ervoor de volgende stappen van de onderstaande procedure precies te volgen. Een foute aansluiting kan het zenden en ontvangen van data onmogelijk maken.
1.
B
Schakel de digitale piano uit en start uw computer.
• Start de muziek software op uw computer nog niet!
OPMERKING
• Nadat de aansluiting eenmaal goed werkt, is er geen probleem als de USB kabel aangesloten gehouden wordt en uw computer en/of uw digitale piano uitgeschakeld wordt.
• Voor gedetailleerde technische gegevens en aansluitingen die van toepassing zijn op het zenden en ontvangen van MIDI data door deze digitale piano dient u te verwijzen naar de nieuwste informatie die wordt verzorgd door de website bij de volgende URL.
http://world.casio.com/
D-23
Aansluiting op een computer
OPMERKING
BELANGRIJK!
Gebruiken van MIDI
Wat is MIDI?
De letters MIDI zijn een afkorting van Musical Instrument Digital Interface (digitale interface voor muziekinstrumenten), wat de naam is voor een wereldwijdse standaard voor digitale signalen en aansluitingen die het mogelijk maken om muziekdata uit te wisselen tussen muziekinstrumenten en computers (apparaten) die door verschillende fabrikanten op de markt worden gebracht.
• Voor details aangaande het implimenteren van MIDI, bezoek de CASIO website op: http://world.casio.com/
Zie “Zendkanaal” en “Lokale besturing” op pagina D-22.
.
Oversturen van melodie data met een computer
Volg de procedures in dit hoofdstuk om Recorder geheugendata over te sturen naar een computer voor opslag en om melodieën te laden naar het gebruikersmelodiegeheugen (Muziekbibliotheek 61 (Music Library)).
• Als de digitale piano uitgeschakeld wordt terwijl deze data uitwisselt met een computer, kan data in het geheugen van de digitale piano beschadigd raken. Mocht dit het geval zijn, dan zal een geheugenformaatbewerking worden uitgevoerd de volgende keer dat de digitale piano wordt ingeschakeld. Merk op dat het ongeveer 20 seconden duurt voor de formaatbewerking om voltooid te worden en u kunt tijdens deze tijd geen enkele bewerking uitvoeren.
2.
Verander de USB apparaat modus van de digitale piano naar opslag.
• Houd de FUNCTION toets ingedrukt en druk op de klaviertoets die correspondeert aan de USB apparaat modus.
• Nadat deze instelling veranderd is, knipperen de
GRAND PIANO (MODERN, CLASSIC) en ELEC PIANO toets indicators terwijl alle andere indicators
uit zijn.
• Voor meer informatie zie “USB apparaat modus (USB DEVICE MODE)” op pagina D-22.
3.
Voer bij uw computer de vereiste bediening uit om de opslagapparaten op uw computer te tonen.
Als uw computer onder dit besturingssysteem draait:
Windows XP Dubbel-klik “Mijn Computer”. Windows Vista,
Windows 7 Mac OS Sla stap 3 over en dubbelklik op
• Het geheugen van deze digitale piano verschijnt als “PIANO” onder “Stations met verwisselbaar medium”.
Doe dit:
Dubbel-klik “Computer”.
“PIANO” op uw Mac desktop.
1.
D-24
Zie stappen 1 en 3 van de procedure op pagina “Aansluiting van de digitale piano op uw computer” op pagina D-23.
B
4.
Dubbel-klik “PIANO”.
• “PIANO” bevat mappen die MUSICLIB en RECORDER heten. Laad d.m.v. MUSICLIB een melodie in het gebruikersmelodiegheugen van de piano (Muziekbibliotheek 61 (Music Library)), en gebruik dan RECORDER om Recorder geheugendata over te sturen naar en van uw computer.
Datatype Mapnaam Bestandsnaam extensie
Gebruikersme­lodieën
Recorder geheugendata
MUSICLIB BIDSNG01.MID: SMF
formaat data (formaat 0/1) BIDSNG01.CM2: Data in CASIO origineel formaat
RECORDER BIDREC01.CSR: Data in
CASIO origineel formaat
*
* Voordat u een opslag- of laadbewerking start,
controleer eerst de bestandsnaam en extensie om er zeker van te zijn dat ze overeenkomen met de getoonde in deze kolom.
In de oorspronkelijke default configuratie voor Windows XP, Windows Vista, en Windows 7 zijn de extensies voor bestandsnamen verborgen. Voer één van de volgende bewerkingen uit op uw computer om de bestandsnaam extensies te tonen.
Tonen van bestandsnaam extensies onder Windows XP
1. Open de gewenste map.
2. In het menu [Extra], klik op [Mapopties].
3. Klik op het [Weergave] tabblad. In de [Geavanceerde instellingen] lijst, schakel het selectievakje uit naast [Extensies voor bekende bestandstypen verbergen].
4. Klik op [OK].
Aansluiting op een computer
Tonen van bestandsnaam extensies onder Windows Vista of Windows 7
1. Open Mapopties door op de [Start] knop te klikken en klik op [Configuratiescherm], [Vormgeving aan persoonlijke voorkeur aanpassen] en [Mapopties].
2. Klik op het [Weergave] tabblad. Schakel onder [Geavanceerde instellingen] het selectievakje [Extensies voor bekende bestandstypes verbergen] uit.
3. Klik op [OK].
Laden van een melodie in het gebruikersmelodie geheugen (Muziekbibliotheek 61 (Music Library))
1. Kopieer het bestand (.MID of .CM2) dat u in het gebruikersmelodie geheugen wilt laden naar de MUSICLIB map.
2. Verander de naam van het bestand naar BIDSNG01 met een bestandsnaamextensie van .MID of .CM2.
• Als er zich twee bestanden met de namen BIDSNG01.MID en BIDSNG01.CM2 in de MUSICLIB map bevinden, wordt alleen de BIDSNG01.MID data in het gebruikersmelodie geheugen geladen. Als u het BIDSNG01.CM2 bestand wilt laden in dit geval, verander dan de naam van het BIDSNG01.MID bestand naar iets anders.
OPMERKING
• De boodschap “Kan de naam van MIDIDATA.MID niet wijzigen.” verschijnt op uw computerscherm als u de naam van het gekopieerde bestand probeert te veranderen naar BIDSNG01.MID terwijl er al een bestand in de MUSICLIB map is die BIDSNG01.MID heet. Verander de naam van het huidige BIDSNG01.MID bestand naar iets anders en hernoem het gekopieerde bestand als BIDSNG01.MID.
Oversturen van Recorder geheugendata tussen de digitale piano en uw computer
Om de huidige Recorder geheugendata van uw digitale piano naar uw computer over te sturen, dient u de RECORDER map te kopiëren naar uw computer. Om de eerder op uw computer opgeslagen Recorder data terug te sturen naar het Recorder geheugen dient u dit terug te kopiëren naar de RECORDER map (en de huidige inhoud van de RECORDER map te vervangen).
B
D-25
Aansluiting op een computer
BELANGRIJK!
5.
Zet de USB apparaat modus terug naar MIDI nadat het kopiëren van het bestand voltooid is.
• Houd de FUNCTION ingedrukt en druk op de van toepassing zijnde klaviertoets. Voor meer informatie zie “USB apparaat modus (USB DEVICE MODE)” op pagina D-22.
• Door de USB apparaat modus terug te zetten op MIDI wordt de inhoud van MUSICLIB in het gebruikersmelodie geheugen geladen en de inhoud van RECORDER in het Recorder geheugen.
• Een data conversiefout wordt aangegeven wanneer
beide SONG a toets indicators en de GRAND
PIANO (MODERN), GRAND PIANO (CLASSIC) en ELEC PIANO toets indicators allemaal branden en
alle andere indicators uit zijn.
Auteursrechten
De rechten van de makers en houders van auteursrechten van muziek, beelden, computerprogramma’s, databases en andere data worden beschermd door de wetgeving op auteursrechten. U bent toegestaan om dergelijk werk enkel voor persoonlijk of niet-commercieel gebruik te reproduceren. Voor alle andere doeleinden, alle reproductie (inclusief het converteren van dataformaten), wijzigingen, het oversturen van reproducties, het distribuëren over een netwerk of ander gebruik zonder de toestemming van de houders van de auteursrechten, maken u ontvankelijk voor schade eisen en rechtsvervolging voor inbreuk van de auteursrechten en het overtreden van de persoonlijke rechten van de auteur. Denk er om werk waarop auteursrechten rusten enkel de reproduceren of anderszins te gebruiken wanneer dit in overeenstemming is met de van toepassing zijnde wetgeving op auteursrechten.
D-26
Monteren van de standaard
VOORBEREIDINGEN
Zijpaneel.............................. ×1
Zijpaneel.............................. ×1
Achterpaneel ....................... ×1
Schroeven ........................... ×8
Schroefdoppen.................... ×8
Pedaaleenheid .................... ×1
Schroeven ........................... ×2
Klemmen ............................. ×2
-(a) Beugel........................... ×1
-(b) Beugel........................... ×1
Schroefdoppen.................... ×2
Verbindingsstukken............. ×4
Piepschuim verpakkingsmateriaal (vereist voor het monteren van de
standaard.).......................... ×1
A
B
D
E
I
(a) (b)
J
G
H
L
K
F
C
Uitpakken
• Voordat u begint met het monteren dient u eerst te controleren dat alle onderstaande onderdelen aanwezig zijn. U kunt de schroeven vinden in de plastic zak in het piepschuim verpakkingsmateriaal.
• Deze standaard bevat geen van de gereedschappen die nodig zijn voor de montage. Het wordt aan u overgelaten om een grote Philips (kruiskop) schroevendraaier klaar te leggen.
Monteren van de standaard
*LET OP
• De standaard zou moeten worden gemonteerd door twee personen die samenwerken.
• De standaard dient op een vlakke ondergrond te worden gemonteerd.
• Verwijder het kleefband niet dat het deksel van het toetsenbord op zijn plaats houdt totdat het monteren voltooid is. Als het kleefband verwijderd wordt, kan het deksel van het toetsenbord open en dicht gaan tijdens het monteren, waardoor er gevaar bestaat op persoonlijk letsel van uw handen en vingers.
• Denk erom dat uw vingers niet klem raken tussen de onderdelen terwijl u deze aan het monteren bent.
• Wanneer u de digitale piano op de vloer zet, let er dan op dat u het apparaat op iets zachts zet (een handdoek, een kussen, enz.). Plaats de digitale piano niet direct op de vloer.
OPMERKING
• Wanneer u de digitale piano en het achterpaneel  monteert op de zijpanelen  en  dient u het geheel op haar zijde te leggen.
• Denk eraan de volgende procedure te volgen bij het monteren van de standaard.
B
D-27
Monteren van de standaard
VOORBEREIDINGEN
BELANGRIJK!
L
-(a)
L
-(b)
L
-(c)
F
Beugel
*
Onderkant van de digitale piano
Beugel
• Verdeel voordat u met het monteren van de standaard begint eerst het piepschuim verpakkingsmateriaal  in de delen zoals aangegeven in de hieronder getoonde afbeelding. Na het materiaal te hebben opgedeeld, zouden er zes
-(a)
delen moeten zijn die u gaat gebruiken tijdens het monteren van de standaard.
• Als u om de een of andere reden geen verpakkingsmateriaal heeft, gebruik dan een tijdschrift of een ander dik voorwerp.
-(b)
,
en
-(c)
heten en die
1.
Plaats de digitale piano op de twee piepschuim delen
* Let er op dat de zijkanten van de beugels aan beide
kanten van de digitale piano zich bevinden aan de bovenkant van de piepschuim delen.
2.
Voer de volgende stappen uit om het zijpaneel
te monteren aan de digitale
-(a)
L
.
-(a)
piano.
L
-(a)
• Haal de stekker van het snoer van de pedaaleenheid uit de pedaaleenheid .
• Bij het insteken van de hoek van het zijpaneel in de beugel aan de zijkant van de digitale piano in stap (2-3) hieronder, dient u op te letten dat de hoek () van het zijpaneel niet beschadigd raakt. Probeer nooit het zijpaneel in de beugel te steken zonder eerst het zijpaneel in een hoek te houden volgens de aanwijzingen in stap (2-2). Hierdoor ontstaat namelijk het gevaar op schade aan de hoek van het zijpaneel.
(2-1) Identificeer bij zijpaneel  de hoek die uitgevoerd
is met een metalen deel en steek die hoek in het piepschuim deel
(2-2) Houd het zijpaneel  ietwat in een hoek zoals
aangegeven door de pijl in de afbeelding.
(2-3) Houd het zijpaneel
tegenoverliggende hoek () voorzichtig in de beugel aan de zijkant van de digitale piano.
-(b)
.
in een hoek en steek de
(2-1)
(2-3)
(2-2)
D-28
A
L
-(b)
Monteren van de standaard
BELANGRIJK!
BELANGRIJK!
Bovenpaneel van de digitale piano
Beugel
L
-(c)
A
3.
Houd het zijpaneel in een hoek en pas het zijpaneel tegen de zijkant van de digitale piano.
(3-1) Druk zijpaneel  in de richting zoals aangegeven
door de zwarte pijl in de afbeelding om het zijpaneel zodanig te passen dat er zo weinig mogelijk ruimte is tussen de bovenkant  en de onderkant van het bovenpaneel van de digitale piano ().
(3-2) Nadat de stukken goed tegen elkaar passen, dient
u het zijpaneel  rechtop te zetten zodat deze stevig tegen de zijkant van de digitale piano geplaatst is.
(3-2)
A
-(b)
L
• Bij het uitvoeren van stap (3-1) dient u er op te letten dat het zijpaneel  zodanig geplaatst is dat de bovenrand zover reikt als de onderkant van het bovenpaneel van de digitale piano. Mocht dit niet het geval zijn dan kunt u het zijpaneel  niet rechtop zetten in stap (3-2).
4.
Voer de volgende stappen uit om het zijpaneel te monteren aan de digitale piano.
(4-1) Druk naar beneden op zijpaneel  om er zeker
van te zijn dat het zover als mogelijk in de beugel aan de zijkant van de digitale piano gestoken is.
(4-2) Maak het zijpaneel  vast aan de digitale piano
d.m.v. de schroeven .
(4-1)
(4-2)
(3-1)
D
A
5.
Steek piepschuim deel
zoals aangegeven in de afbeelding.
• Het piepschuim deel dient zich direct onder de twee schroefgaten () in het zijpaneel te bevinden.
6.
Herhaal de stappen 2 tot en met 5 om zijpaneel
te monteren aan de andere
-(c)
onder het zijpaneel
zijkant van de digitale piano.
7.
Monteer het achterpaneel aan zijpanelen
en . Gebruik daarvoor de vier schroeven en de vier verbindingsstukken .
• Steek de vier verbindingsstukken in op de vier plaatsen op het achterpaneel bindingsstukken moeten passen in de gaten in het achterpaneel.
• Beur achterpaneel schrijfgaten in de zijpanelen passen en schroef de schroeven
• Heeft u problemen bij het insteken van de schroeven
in de gaten van het verbindingsstuk draai het
verbindingsstuk ( in de Afbeelding) m.b.v. een schroevendraaier.
*LET OP
• Forceer de schroeven niet! Als de schroeven met te veel geweld gedraaid worden terwijl de gaten van het verbindingsstuk niet goed op elkaar passen, kan het schroefdraad van de schroeven vernield worden.
• Draai de schroeven aan een zijde van het achterpaneel  gedeeltelijk vast en draai dan de schroeven aan de andere zijde geheel vast.
• Draai vervolgens de schroeven geheel vast die u eerder gedeeltelijk had aangedraaid.
daarna aan.
op zodat de schroefgaten op de
. De gaten in de
K
K
B
D
B
A
C
D
D-29
Monteren van de standaard
8.
Overtuig u er van dat alle schroeven volledig aangedraaid zijn, verwijder het verpakkingsmateriaal en zet de standaard rechtop.
• Bedek na het rechtop zetten van de standaard elk van de acht schroeven die u heeft ingeschroefd met schroefdoppen .
9.
Bevestig de beugels aan de pedaaleenheid schroeven
en bevestig ze tijdelijk met
.
11.
Draai de hoekbeugels die u in stap 10 verwijderde om zoals aangegeven in de afbeelding en steek de beugels voor de pedaaleenheden de hoekbeugels en de zijpanelen
-(a)
en
-(b)
B
tussen elk van
en .
G
G
-(b)
I
F
-(a)
I
Als u van plan bent om de digitale piano tegen een muur te zetten, ga dan door naar stap 10 op pagina D-31.
10.
Verwijder de schroeven die de hoekbeugels op hun plaats houden op de achterhoeken (de hoeken verwijderd van de pianist) van de zijpanelen.
B
A
-(b)
I
A
-(a)
I
*WAARSCHUWING
• De hoekbeugels helpen om te voorkomen dat de standaard omvalt. Wanneer de standaard op een plaats los van de muur staat, dient u de hoekbeugels van richting te veranderen zoals aangegeven in de afbeelding. Door de hoekbeugels in hun oorspronkelijke stand te laten kan de standaard gemakkelijk naar achteren omvallen, hetgeen het gevaar op persoonlijk letsel met zich meebrengt.
12.
Draai de schroeven die u eerder tijdelijk had aangedraaid in stap 9 nu stevig aan.
• Bedek de schroefkoppen met de doppen .
D-30
J
G
B
13.
BELANGRIJK!
Gat
Bevestig de hoekbeugels aan de standaard d.m.v. de schroeven die u verwijderde in stap
10.
• Druk naar beneden op de randen van de pedaaleenheid terwijl u de schroeven van de hoekbeugel aandraait.
Monteren van de standaard
14.
Sluit de kabel van de pedaaleenheid aan.
• Zie “Aansluiten van het snoer” voor details aangaande de aansluitingen (pagina D-32).
De standaard tegen een muur plaatsen
• Voer de stappen 1 tot en met 9 uit te beginnen op pagina D-28.
10.
Draai de beugelschroeven aan de onderkant van de zijpanelen los om een gat te maken tussen de zijpanelen en de hoekbeugels zoals aangegeven in de afbeelding.
en van de standaard
• De zijpanelen zijn aan de binnenkant uitgevoerd met verbindingstukken die passen met de hoekbeugelschroeven. Mocht u problemen ondervinden bij het insteken van de schroeven in de schroefgaten van de verbindingsstukken, gebruik dan een schroevendraaier om het verbindingsstuk bij te draaien en de plaats van het schroefgat bij te stellen zodat de schroef er beter inpast. Zie de detailtekening (gemarkeerd met een ster) in de bovenstaande afbeelding.
Het verbindingsstuk en de schroef vastschroeven
(1) Draai de schroef ongeveer drie maal linksom rond
om er zeker van te zijn dat de schroef zich in het midden van het verbindingsstuk bevindt.
(2) Draai de schroef langzaam rechtsom en controleer
dat hij zonder weerstand vastdraait. Mocht u enige weerstand voelen dan betekent dit dat de schroef niet precies in het verbindingsstuk valt. Draai de schroef nogmaals linksom en let er op dat de schroef er nu wel goed inpast.
(3) Mocht u problemen ondervinden bij het inpassen
van de schroef, gebruik dan een schroevendraaier om het verbindingsstuk 180 graden bij te draaien. Voer stappen (1) en (2) nogmaals uit en pas de schroef in het schroefgat aan de andere zijde.
• Als een schroef die niet goed past met geweld wordt ingeschroefd kan dit het schroefdraad van de schroef en van het verbindingsstuk beschadigen waardoor het onmogelijk wordt om de schroef vast te draaien.
B
11.
Steek de beugels van de pedaaleenheid zoals aangegeven in de afbeelding in de gaten die u in stap 10 maakte.
A
D-31
Monteren van de standaard
BELANGRIJK!
12.
Draai de schroeven die u eerder tijdelijk had aangedraaid in stap 9 nu stevig aan.
• Bedek de schroefkoppen met de doppen .
J
G
13.
Draai de schroeven die u verwijderde in stap 10 aan om de hoekbeugels aan de zijpanelen te bevestigen.
Aansluiten van het snoer
1.
Let er op dat de snoerstekker van de pedaaleenheid wijst in de richting van de pijl in de onderstaande afbeelding en steek de stekker in de pedaalconnector aan de onderkant van de digitale piano.
• Steek de stekker zover mogelijk in de aansluiting.
• Bevestig het pedaalsnoer met de klemmen op twee plaatsen aan het zijpaneel .
H
• Druk naar beneden op de randen van de pedaaleenheid terwijl u de schroeven van de hoekbeugel aandraait.
Installeren van de bladmuziekstandaard
1.
Schuif de bladmuziekstandaard onder de twee bouten bovenop de digitale piano zoals aangegeven in de afbeelding en draai de bouten vervolgens aan.
D-32
Referentie
Oplossen van moeilijkheden
Probleem Oorzaak Te nemen maatregel
Er wordt geen geluid geproduceerd bij het aanslaan van een klaviertoets.
De toonhoogte van de digitale piano is uitgeschakeld.
Er gebeurt niets wanneer u een pedaal indrukt.
De tonen en/of effecten klinken vreemd. In- en uitschakelen van de spanning lossen het probleem niet op.
Voorbeeld:
de noten verandert niet zelfs als u de druk op de klaviertoetsen verandert.
Het is niet mogelijk data over te sturen na het aansluiten van de piano op een computer.
Het duurt te lang voordat de digitale piano gebruikt kan worden na inschakelen.
De kwaliteit en het volume van een toon klinken ietwat anders afhankelijk van waar deze op het toetsenbord gespeeld wordt.
Bij het indrukken van een toets wordt de weergegeven noot eventjes onderbroken of is er een subtiel verschil in hoe de effecten worden toegepast.
De intensiteit van
Zie
pagina
1. De VOLUME regelaar is ingesteld op “MIN”.
2. De hoofdtelefoon of een adapterstekker is aangesloten op één van de PHONES aansluiting.
3. MIDI lokale besturing is uitgeschakeld.
1. De instelling van de sleutel van de digitale piano is anders dan “0”.
2. De toonschaal van de digitale piano is incorrect.
3. Octaafverschuiving is geactiveerd. 3. Verander de instelling van de
Het snoer van de pedaaleenheid is niet aangesloten.
De “Terug” functie is ingeschakeld. Schakel “Terug” uit. Schakel vervolgens de
1. Controleer dat de USB kabel
De data in het geheugen van de digitale piano waren beschadigd omdat data uitgewisseld werd met een computer op het moment dat u de piano de laatste maal uitschakelde. Mocht dit het geval zijn, dan zal een geheugenformaatbewerking worden uitgevoerd de volgende keer dat de digitale piano wordt ingeschakeld. U kunt tijdens deze formaatbewerking geen enkele bewerking uitvoeren.
Dit is een onvermijdelijk resultaat van het digitale samplingproces, storing. * Meerdere digitale monsters worden genomen voor het lage, het midden, en het hoge bereik
van het oorspronkelijke muziekinstrument. Daardoor kunnen er zich een kleine verschillen voordoen in de toonkwaliteit en het toonvolume tussen de verschillende samplingbereiken.
Dit gebeurt wanneer de geluiden van meerdere delen tegelijkertijd klinken terwijl lagen worden gebruikt, de duetfunctie fungeert, een ingebouwde melodie weergegeven wordt, een opname plaatsvindt, enz. Door onder dergelijke omstandigheden een toets in te drukken verandert de bij de toon ingebouwde effectinstelling waardoor noten tijdelijk onderbroken kunnen worden of waardoor een subtiel verschil kan optreden in hoe de effecten worden toegepast.
1. Draai de VOLUME regelaar meer in de richting van “MAX”.
2. Haal alle stekkers uit de PHONES aansluitingen.
3. Schakel de lokale besturing instelling in. D-22
1. Verander de instelling van de sleutel naar “0” of schakel de spanning van de digitale piano uit en vervolgens weer in.
2. Stel de toonschaal van de digitale piano bij of schakel de spanning van de digitale piano uit en vervolgens weer in.
octaafverschuiving naar 0.
Sluit het snoer op de juiste wijze aan. D-32
spanning eerst uit en daarna weer in.
aangesloten is op de digitale piano en de computer en dat de apparatuur die geselecteerd is met de muziek software van de computer.
2. Schakel de digitale piano uit en sluit dan de muziek software op uw computer af. Schakel de digitale piano vervolgens weer in en start dan de muziek software op uw computer weer.
Het duurt ongeveer 20 seconden na inschakelen van de spanning om het geheugen te formatteren. Wacht totdat de formaatbewerking voltooid is. Merk op dat u moet voorkomen dat de digitale piano wordt uitgeschakeld terwijl data uitwisseling met een computer aan de gang is.
*
en duidt verder niet op een
D-7
D-5
D-21
D-21
D-21
D-22
D-23
D-24
D-33
Referentie
Technische gegevens
Model PX-730BK / PX-730CY / PX-7WE
Toetsenbord Piano toetsenbord met 88 toetsen en met aanslaggevoeligheid
Maximale polyfonie 128 noten
Tonen 16
Effecten Helderheid (–3 tot 0 tot 3), Nagalm (4 types), Zweving (4 types), DSP, Akoestische resonantie
Metronoom • Maatslagen: 0, 2, 3, 4, 5, 6
Duet Instelbaar toonbereik (–1 tot en met 2 octaven)
Muziekbibliotheek • Aantal melodieën: 60, Gebruikersmelodieën: 1 (geheugencapaciteit; maximaal 65 KB)*
Recorder • Functies: Real-time opname, weergave
Pedalen Demppedaal (met half-pedaal bewerking), zacht pedaal en sostenuto pedaal
Overige functies • Aanslaggevoeligheidselectie: 3 types, uit
MIDI 16 kanalen multi-klankkleuren ontvangst
Ingangaansluitingen/ uitgangsaansluitingen
Luidsprekers
Stroomvereisten Netadapter: AD-A12150LW
Stroomverbruik 12 V = 18 W
Afmetingen Digitale piano en standaard: 137,4 (W) × 29,8 (D) × 79,2 (H) cm
Gewicht Digitale piano en standaard: Circa 30,6 kg
• Technische gegevens en ontwerp onder voorbehoud.
• Lagen (exclusief bastonen)
• Splitsen (alleen bij bastonen in het lage bereik)
• Tempobereik: 20 tot en met 255
2
* Gebaseerd op 1 KB = 1024 bytes, 1 MB =1024
• Volume van de melodie: Instelbaar
• Onderdeel aan/uit: L (links), R (rechts)
• Aantal melodieën: 1
• Aantal sporen: 2
• Capaciteit: Circa 5000 noten in het totaal
• Beveiliging van opgenomen data: Ingebouwd flash-geheugen
• Transpositie: 2 octaven (–12 tot 0 tot 12)
• Toonschaal: A4 = 440,0 Hz ±99 cents (variabel)
• Temperament
• Octaafverschuiving
• Bedieningsvergrendeling
PHONES aansluitingen: Stereo standaardaansluiting × 2 Uitgangsimpedantie: 3 Uitgangsspanning: 1,5 V (RMS) MAX
• Spanning: 12 V gelijkstroom
• USB poort: TYPE B
• Pedaalaansluiting

12 cm × 2 (uitgangsvermogen 8 W + 8 W)
bytes
D-34
B
Bedieningsvoorzorgs­maatregelen
Zorg ervoor de volgende voorzorgsmaatregelen te lezen en in acht te nemen.
Plaats
Vermijd de volgende plaatsen voor dit product.
• Plaatsen die blootstaan aan het directe zonlicht en een hoge vochtigheid
• Plaatsen die blootstaan aan temperatuurextremen
• Naar een radio, televisie, videodeck of tuner De bovengenoemde toestellen veroorzaken geen storingen bij het product maar het product kan wel storing veroorzaken bij het beeld of het geluid van een toestel in de onmiddellijk omgeving.
Onderhoud door de gebruiker
• Gebruik nooit benzeen, alcohol, verfverdunner of andere chemische reinigingsmiddelen om het product te reinigen.
• Veeg het product of het toetsenbord af met een zachte doek ietwat bevochtigd met een milde oplossing van water en een mild neutraal reinigingsmiddel. Wring overtollig water uit de doek voordat u het product gaat afvegen.
Meegeleverde en los verkrijgbare accessoires
Gebruik enkel accessoires die gespecificeerd zijn voor het gebruik met dit product. Het gebruik van niet erkende accessoires kan het gevaar op brand, elektrische schok en persoonlijk letsel met zich meebrengen.
Voeglijnen
Er kunnen lijnen zichtbaar zijn aan de buitenkant van het product. Er zijn “voeglijnen” die het resultaat zijn van het proces waarbij het plastic in een vorm wordt gegoten. Dit zijn geen breuken of krassen.
Etiquette aangaande muziekinstrumenten
Wees altijd bedacht op anderen wanneer u dit product gebruikt. Wees in het bijzonder ’s avonds laat voorzichtig om het volume op een niveau te houden dat het geluid anderen niet stoort. Andere maatregelen die u kunt nemen wanneer u ’s nachts laat speelt zijn het sluiten van het venster en het gebruik van een hoofdtelefoon.
Referentie
• Het gedeeltelijk of in zijn geheel kopiëren van de inhoud van deze handleiding is verboden. Met uitzondering van uw eigen persoonlijke gebruik, is het aanwenden van de inhoud van deze handleiding voor niet-bedoelde doeleinden zonder de uitdrukkelijke toestemming van CASIO verboden onder de wetgeving inzake auteursrechten.
• IN GEEN GEVAL ZAL CASIO AANSPRAKELIJK ZIJN VOOR SCHADE IN ENIGE VORM (INCLUSIEF EN ZONDER BEPERKINGEN DE SCHADE DOOR HET VERLIES VAN WINSTEN, ONDERBREKINGEN VAN ZAKELIJKE BELANGEN, VERLIES VAN INFORMATIE) DIE VOORTKOMT UIT HET GEBRUIK VAN OF DE ONMOGELIJKHEID TOT HET GEBRUIK VAN DEZE HANDLEIDING OF DIT PRODUCT, ZELFS ALS CASIO ER OP ATTENT GEMAAKT IS DAT DE MOGELIJKHEID OP DERGELIJKE SCHADE BESTAAT.
• De inhoud van deze handleiding is onder voorbehoud.
Voorzorgsmaatregelen voor de netadapter
• Gebruik een gemakkelijk toegankelijk stopcontact zodat u de netadapter uit het stopcontact kunt trekken wanneer een storing optreedt of in andere gevallen.
• De netadapter is enkel bedoeld voor gebruik binnen. Gebruik de netadapter niet waar deze bloot staat aan water en vocht. Plaats geen spullen zoals een bloemenvaas met water op de netadapter.
• Berg de netadapter op een droge plaats op.
• Gebruik de netadapter op een open, goed geventileerde plaats.
• Dek de netadapter nooit af met een krant, een tafelkleed, een gordijn of iets dergelijks.
• Haal de stekker van de netadapter uit het stopcontact als u van plan bent de digitale piano voor langere tijd niet te gebruiken.
• Probeer nooit de netadapter te ‘repareren’ en knutsel er nooit aan.
• Netadapter gebruiksomstandigheden
Temperatuur: 0 ºC – 40 ºC Vochtigheid: 10% – 90% RH
• Uitgangspolariteit:
D-35
Referentie
Voorzorgsmaatregelen bij het hanteren van de netadapter
Model: AD-A12150LW
1. Lees deze aanwijzingen.
2. Houd deze aanwijzingen bij de hand.
3. Neem alle waarschuwingen in acht.
4. Volg alle aanwijzingen.
5. Gebruik dit product niet in de buurt van water.
6. Reinig alleen met een droge doek.
7. Niet installeren in de buurt van radiatoren, uitblaasroosters van kachels, kachels of andere warmtebronnen (inclusief versterkers).
8. Gebruik enkel toebehoren en accessoires die gespecificeerd worden door de fabrikant.
9. Laat alle onderhoud over aan erkend onderhoudspersoneel. Onderhoud is noodzakelijk bij één van de volgende omstandigheden: Wanneer het product beschadigd is, het netsnoer of de netstekker beschadigd is, wanneer vloeistof over het apparaat wordt gespild, wanneer een vreemd voorwerp in het product valt, wanneer het product blootgesteld is aan regen of vocht, wanneer het product niet normaal werkt en wanneer het product gevallen is.
10. Sta niet toe dat het product wordt blootgesteld aan vloeistof dat er op druipt of tegen aan spat. Plaats geen voorwerpen met vloeistof op dit product.
11. Laat de elektrische belasting niet de nominale belasting overschreiden.
12. Let erop dat de omgeving droog is voordat u het toestel aansluit op een stroombron.
13. Let er op dat het product in de juiste richting wordt geplaatst.
14. Haal de stekker uit het stopcontact tijdens onweersbuien en wanneer u het apparaat voor langere tijd niet gaat gebruiken.
15. Laat de ventilatie openingen van het product niet geblokkeerd worden. Plaats het product in overeenkomst met de aanwijzingen van de fabrikant.
16. Let erop dat het netsnoer op een plaats ligt waar er niet op wordt getrapt of zodat het niet te veel buigt, in het bijzonder dichtbij de stekkers en de stopcontact doos en op plaatsen waar het snoer uit het product komt.
17. De netadapter dient zo dicht mogelijk bij het product in de buurt op een stopcontact te worden aangesloten opdat de stekker onmiddellijk uit het stopcontact kan worden getrokken in noodgevallen.
Het onderstaande symbool is een waarschuwing dat er niet geïsoleerde gevaarlijke spanning aanwezig is binnen de behuizing van het product, hetgeen sterk genoeg kan zijn om een gevaar te vormen op elektrische schok voor de gebruiker.
Het onderstaande symbool is een waarschuwing die wijst op de aanwezigheid van belangrijke onderhoudsaanwijzingen in de documentatie die met het product wordt meegeleverd.
*
D-36
Appendix
Toonlijst
Toonnaam
GRAND PIANO MODERN 0 0 GRAND PIANO CLASSIC 0 1 GRAND PIANO VARIATION 0 2 ELEC PIANO 4 0 FM E.PIANO 5 0 60S E.PIANO 4 1 HARPSICHORD 6 0 VIBRAPHONE 11 0 PIPE ORGAN 19 0 JAZZ ORGAN 17 0 ELEC ORGAN 1 16 0 ELEC ORGAN 2 16 1 STRINGS 1 49 0 STRINGS 2 48 0 BASS (LOWER) 1 32 0 BASS (LOWER) 2 32 1
Programmaveran-
dering
Bankselectie MSB
Melodielijst
Nr. Melodienaam
01 Nocturne Op.9-2 02 Fantaisie-Impromptu Op.66 03 Étude Op.10-3 “Chanson de l’adieu”
Étude Op.10-5 “Black Keys” (op de zwarte klaviertoetsen
04
gespeeld) 05 Étude Op.10-12 “Revolutionary” 06 Étude Op.25-9 “Butterflies” 07 Prélude Op.28-7 08 Valse Op.64-1 “Petit Chien” 09 Valse Op.64-2 10 Moments Musicaux 3 11 Impromptu Op.90-2 12 Marche Militaire 1 (Duet) 13 Lentelied [Lieder Ohne Worte Aflevering 5] 14 Fröhlicher Landmann [Album für die Jugend] 15 Von fremden Ländern und Menschen [Kinderszenen] 16 Träumerei [Kinderszenen] 17 Tambourin 18
Menuet BWV Anh.114 [Clavierbüchlein der Anna Magdalena Bach] 19 Inventio 1 BWV 772 20 Inventio 8 BWV 779 21 Inventio 13 BWV 784 22 Praeludium 1 BWV 846 [Das Wohltemperierte Klavier 1] 23 Le Coucou 24 Gavotte 25 Sonatina Op.36-1 1st Mov. 26 Sonatine Op.20-1 1st Mov. 27 Sonate K.545 1st Mov. 28 Sonate K.331 3rd Mov. “Turkse Mars” 29 Rondo K.485 30 Für Elise 31 Marcia alla Turca 32 Sonate Op.13 “Pathétique” Deel 1 33 Sonate Op.13 “Pathétique” Deel 2 34 Sonate Op.13 “Pathétique” Deel 3 35 Sonate Op.27-2 “Moonlight” Deel 1 36 Rhapsodie 2 37 Waltz Op.39-15 (Duet) 38 Liebesträume 3 39 Blumenlied 40 La Prière d’une Vierge 41 Csikos Post 42 Humoresque Op.101-7 43 Melodie [Lyrische Stücke Aflevering 2] 44 Sicilienne Op.78 45 Berceuse [Dolly] (Duet) 46 Arabesque 1 47 La Fille aux Cheveux de Lin [Préludes] 48 Passepied [Suite bergamasque] 49 Gymnopédie 1 50 Je Te Veux 51 Salut d’Amour 52 The Entertainer 53 Maple Leaf Rag 54 L’arabesque [25 Etüden Op.100] 55 La Styrienne [25 Etüden Op.100] 56 Ave Maria [25 Etüden Op.100] 57 Le retour [25 Etüden Op.100] 58 La chevaleresque [25 Etüden Op.100] 59 No.13 [Études de Mécanisme Op.849] 60 No.26 [Études de Mécanisme Op.849]
A-1
Function Transmitted Recognized Remarks
Basic Channel
1 - 16 1 - 16
1 - 16 1 - 16
Default Changed
Note Number
0 - 127 0 - 127
0 - 127*1True voice
Program Change
OO
0 - 127:True #
After Touc h
Control Change
X X
X O
Pitch Bender
XO
System Exclusive
OO
Key’s Ch’s
Velocity
O
9nH v = 1 - 127
X
8nH v = 64
O
9nH v = 1 - 127
X
9nH v = 0, 8nH v =
**
Note ON Note OFF
Mode
Mode 3
X
Mode 3
X
Default Messages Altered
System Common
X X X
X X X
: Song Pos : Song Sel : Tune
Aux
Messages
Remarks
X O X X
X O O X
: Local ON/OFF : All notes OFF : Active Sense : Reset
System Real Time
O O
X X
: Clock : Commands
0,32
1 5
6, 38
7 10 11 16 17 18 19 64 65 66 67 76 77 78 80 81 82 83 84 91 93
100, 101
120 121
Bank select Modulation Portamento Time Data entry LSB, MSB
*2
Volume Pan Expression DSP Parameter0
*2
DSP Parameter1
*2
DSP Parameter2
*2
DSP Parameter3
*2
Damper Portamento Switch Sostenuto Soft pedal Vibrato rate Vibrato depth Vibrato delay DSP Parameter4
*2
DSP Parameter5
*2
DSP Parameter6
*2
DSP Parameter7
*2
Portamento Control Reverb send Chorus send RPN LSB, MSB
*2
All sound off Reset all controller
Model PX-730 / PX-7 Version : 1.0
Mode 1 : OMNI ON, POLY Mode 3 : OMNI OFF, POLY
Mode 2 : OMNI ON, MONO Mode 4 : OMNI OFF, MONO
O : Yes X : No
O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O O
O X X X O X X X X X X O X O O X X X X X X X X X O X X O
*2
MIDI Implementation Chart
*1: Hangt af van de toon.
**: geen relatie
B
*2: Zie voor details “MIDI Implementation” op Casio’s homepage http://world.casio.com/
.
MA1001-B PX730/7D1A
Dit kringloopteken geeft aan dat de verpakking voldoet aan de wetgeving betreffende milieubescherming in Duitsland.
Loading...