Casio PX-330 Owner's Manual [nl]

GEBRUIKSAANWIJZING
Bewaar a.u.b. alle informatie voor eventueel latere naslag.
D
PX330D1A
Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen
Zorg er voor eerst aandachtig de “Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid” te lezen voordat u de piano probeert te gebruiken.
Belangrijk!
Merk a.u.b. de volgende belangrijke informatie op alvorens dit product te gebruiken.
• Voordat u de los verkrijgbare AD-A12150LW netadapter in gebruik neemt dient u eerst te controleren dat hij niet beschadigd is. Check het netsnoer zorgvuldig op breuken, barsten, ontblootte bedrading en andere ernstige beschadigingen. Laat kinderen nooit een netadapter gebruiken die ernstig beschadigd is.
• Dit product is niet bedoeld voor kinderen onder drie jaar.
• Gebruik enkel de CASIO AD-A12150LW netadapter.
• De netadapter is geen stuk speelgoed.
• Haal de netadapter altijd uit het stopcontact voordat u dit product schoon maakt.
Dit merkteken is alleen van toepassing in de landen binnen de EU.
Manufacturer: CASIO COMPUTER CO.,LTD. 6-2, Hon-machi 1-chome, Shibuya-ku, Tokyo 151-8543, Japan
Responsible within the European Union: CASIO EUROPE GmbH Casio-Platz 1, 22848 Norderstedt, Germany
Inhoudsopgave
Algemene gids..........................D-2
Installeren van de muziekblad standaard ................... D-3
Het opslaan van instellingen en het gebruiken
van de paneelvergrendeling ....................................... D-4
Terugzetten van de Digitale Piano naar de default
instellingen die in de fabriek ingesteld waren .............D-4
Stopcontact...............................D-5
Gebruiken van een netadapter ................................... D-5
Aansluitingen............................D-6
Aansluiten van de hoofdtelefoon ................................ D-6
Aansluiten van een pedaal ......................................... D-6
Aansluiten van audio apparatuur
of een versterker......................................................... D-7
Meegeleverde en los verkrijgbare accessoires........... D-8
Gebruiken van ingebouwde
tonen..........................................D-9
Inschakelen van de Digitale Piano en iets spelen ...... D-9
Selecteren van een toon............................................. D-9
Lagen van twee tonen .............................................. D-10
Splitsen van het toetsenbord tussen twee tonen ...... D-11
Gebruiken van octaafverschuiving............................ D-12
Bijstellen van de helderheid van een toon ................ D-12
Toevoegen van nagalm aan de toon ........................ D-13
Toevoegen van het zwevingeffect aan de toon ........ D-13
Gebruiken van de metronoom .................................. D-14
Gebruiken van het toonhoogte wiel .......................... D-15
Spelen van een duet................................................. D-15
Gebruiken van automatische
begeleiding .............................D-17
Spelen van een automatische begeleiding ............... D-17
Gebruiken van één-toets voorkeuzes ....................... D-20
Gebruiken van automatische harmonisatie .............. D-20
Creëren van uw eigen originele ritmes ..................... D-21
Weergeven van
demonstratiemelodieën.........D-24
Weergeven van toondemonstratiemelodieën ........... D-24
Luisteren naar melodieën die vanaf een externe
bron zijn geüpload .................................................... D-25
Muziekvoorkeuzes..................D-27
Selecteren van een muziekvoorkeuze...................... D-27
Creëren van een originele gebruikersvoorkeuze ......D-28
Registreert de toon en ritme
Opnemen van uw spel
op het toetsenbord.................D-34
Opnemen of weergeven van een enkele melodie..... D-34
Opnemen of weergeven van meerdere
melodieën..................................................................D-35
Opnemen van een specifiek spoor (Onderdeel) .......D-35
Wissen van recorderdata ..........................................D-37
Heropnemen van een onderdeel van een
recordermelodie (toets-voor-toets opname)..............D-37
Overige instellingen ...............D-40
Configureren van de instellingen...............................D-40
Gebruiken van een
geheugenkaart........................D-44
Insteken en verwijderen van een geheugenkaart .....D-45
Formatteren van een geheugenkaart........................D-45
Opslaan van data van de Digitale Piano naar
een geheugenkaart ...................................................D-46
Laden van data van een geheugenkaart................... D-47
Wissen van geheugenkaartdata................................D-47
Hernoemen van een geheugenkaartbestand............D-48
Weergeven van een melodie van een
geheugenkaart ..........................................................D-48
Opslaan van data naar het geheugen (intern gebied) van de Digitale Piano in plaats
van naar een geheugenkaart ....................................D-49
Foutmeldingen ..........................................................D-50
Aansluiting op een
computer .................................D-51
Minimale computersysteemvereisten........................D-51
Aansluiting van de Digitale Piano op uw
computer ...................................................................D-51
Gebruiken van MIDI ..................................................D-52
Uitwisselen van data tussen de Digitale Piano
en een computer .......................................................D-52
Referentie................................D-56
Oplossen van moeilijkheden .....................................D-56
Technische gegevens ...............................................D-57
Bedieningsvoorzorgsmaatregelen.............................D-58
Appendix ...................................A-1
Toonlijst....................................................................... A-1
Drum toekenningslijst..................................................A-3
Ritmelijst......................................................................A-4
Muziekvoorkeuzelijst ...................................................A-6
Vingerzettinggids......................................................... A-8
Akkoord voorbeeldlijst ................................................. A-9
instellingen .............................D-32
Opslaan van registratiedata ...................................... D-33
Oproepen van een registratie ................................... D-33
MIDI Implementation Chart
Merk- en productnamen die in deze gebruiksaanwijzing worden gebruikt kunnen geregistreerde handelsmerken van anderen zijn.
D-1
Algemene gids
21
3 4 5 6 bm bn bo bp7 bk
8 9 bl
bq
do
br bs cs ct dk dl
ck cl cm cn co cp cq cr dm
Achterkant
dp dsdq dr dt ek
bt
dn
D-2
el
OnderkantLinker kant
en
em
Algemene gids
Deze handleiding gebruikt de hieronder gegeven nummers en namen die verwijzen naar de toetsen en
bedieningsorganen.
Volumeregelaar (VOLUME )
1
Intro/Herhaling toets (INTRO/REPEAT)
2
Normaal/Invulpatroon, Terugwaarts toets
3
(NORMAL/FILL-IN, sREW)
Variatie/Invulpatroon, Voorwaarts toets
4
(VARIATION/FILL-IN, dFF)
Synchro/Eindpatroon, Pauze toets
5
(SYNCHRO/ENDING, PAUSE)
Start/Stop, Weergave/Stop toets
6
(START/STOP, PLAY/STOP)
Begeleiding aan/uit, Gedeelteselectie toets
7
(ACCOMP ON/OFF, PART)
Metronoomtoets (METRONOME)
8
Recordertoets (RECORDER)
9
Tempotoetsen (TEMPO)
bk
Ritme-, Gebruikersmelodieëntoets
bl
(RHYTHM, USER SONGS)
Pops/Jazz, Muziekvoorkeuzetoets
bm
(POPS/JAZZ, MUSIC PRESET)
Vibrafoon/Clavecimbel toets (VIBES/CLAVI)
cn
Orgeltoets (ORGAN)
co
Snaarinstrumenten/Synthesizer-plaatje toets
cp
(STRINGS/SYNTH-PAD)
Bas/Gitaar toets (BASS/GUITAR)
cq
Verschillende/GM tonen toets
cr
(VARIOUS/GM TONES)
Nagalm, Nagalmtype, Verlaat toets
cs
(REVERB, REV TYPE, EXIT)
Zweving, Zwevingtype, u toets
ct
(CHORUS, CHOR TYPE, u)
Splits, Splitspunt, i toets
dk
(SPLIT, SPLIT POINT, i)
Kaart/Interne, Opslaan/Laden, Invoer toets
dl
(CARD/INTERNAL, SAVE/LOAD, ENTER)
Opslag, USB toestelmodus toets
dm
(STORE, USB DEVICE MODE)
SD kaartgleuf (SD CARD SLOT)
dn
Toonhoogte wiel (PITCH BEND)
do
Latijns/Wereld, Muziekvoorkeuzetoets
bn
(LATIN/WORLD, MUSIC PRESET)
Ballade/Pianoritmes, Ritmebewerking toets
bo
(BALLAD/PIANO RHYTHMS, RHYTHM EDITOR)
Gebruikersritmes, Ritmebewerking toets
bp
(USER RHYTHMS, RHYTHM EDITOR)
Display
bq
Toon-, Registratietoets (TONE, REGISTRATION)
br
Functietoets (FUNCTION)
bs
w/nee, q/ja (w/NO, q/YES)
bt
Vleugel (modern) toets (GRAND PIANO (MODERN))
ck
Vleugel (klassiek) toets (GRAND PIANO (CLASSIC))
cl
Elektrische piano toets (ELEC PIANO)
cm
USB poort
dp
Midi uitgangs-/ingangsaansluitingen (MIDI OUT/IN)
dq
Demp, Zacht/Sustenuto pedaal aansluitingen
dr
(DAMPER, SOFT/SOSTENUTO PEDAL)
12V gelijkstroomaansluiting (DC 12V)
ds
Lijnuitgang R, L/Mono aansluitingen
dt
(LINE OUT R, L/MONO)
Lijningang R, L/Mono aansluitingen
ek
(LINE IN R, L/MONO)
Spanningstoets (POWER)
el
Hoofdtelefoonaansluitingen (PHONES)
em
Pedaalaansluiting
en
* Installeren van de muziekblad standaard
Steek de onderkant van de muziekstandaard in de groef aan de bovenkant van het controlepaneel van de Digitale Piano.
D-3
Algemene gids
Het opslaan van instellingen en het gebruiken van de paneelvergrendeling
Uw Digitale Piano stelt u in staat om de huidige instellingen op te slaan en de toetsen te vergrendelen ter bescherming tegen bedieningsfouten. Zie “Instelling backup” (pagina D-43) en “Paneelvergrendeling” (pagina D-43) voor details.
Terugzetten van de Digitale Piano naar de default instellingen die in de fabriek ingesteld waren
Voer de volgende procedure uit wanneer u de opgeslagen data en instellingen van de Digitale Piano wilt terugzetten op de default instellingen die oorspronkelijk in de fabriek ingesteld waren.
1.
Schakel de Digitale Piano in.
2.
Houd zowel de br (TONE) als de bs (FUNCTION) toetsen ingedrukt en druk op de
(POWER) toets.
el
De Digitale Piano wordt ingeschakeld en zal het interne systeem initialiseren. U zult de Digitale Piano na even wachten kunnen gebruiken.
OPMERKING
Zie “Inschakelen van de Digitale Piano en iets
spelen” (pagina D-9) voor informatie aangaande het in- en uitschakelen van de digitale spanning.
D-4
Stopcontact
Uw Digitale Piano werkt op de spanning van het lichtnet. Vergeet niet de spanning uit te schakelen wanneer u de Digitale Piano niet gebruikt.
Gebruiken van een netadapter
Gebruik enkel de netadapter (JEITA standaard, met een uniforme polariteitsstekker) die gespecificeerd is voor deze Digitale Piano. Het gebruik van een ander type netadapter kan problemen bedieningsveroorzaken.
Gespecificeerde netadapter: AD-A12150LW
Achterkant
Netadapter AD-A12150LW
Netspanning12V gelijkstroomaansluiting (DC 12V)
Configuratie van de netstekker
Afhankelijk van het land of het gebied waar het apparaat gekocht is, kan de Digitale Piano mogelijk geleverd worden met een tweede netstekker. Gebruik de netstekker die overeenkomt met het type stopcontact in het land of gebied waar u woont. De netadapter wordt van de fabriek verscheept met één van de hieronder getoonde netstekkers.
Veranderen van de netstekker
Voer de volgende stappen uit wanneer u de netstekker wilt veranderen die gemonteerd is op de netadapter.
1.
Schuif de stekker in de richting van de pijl in Afbeelding 1 en verwijder hem van de netadapter.
Afbeelding 1
Merk de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen op om schade aan het netsnoer te voorkomen.
Tijdens het gebruik
Trek nooit met geweld aan het snoer.
Trek nooit herhaaldelijk aan het snoer.
Draai het snoer nooit rond vlakbij de stekker of de
aansluiting.
Het netsnoer mag tijdens het gebruik niet strak
gespannen staan.
Wanneer het toestel wordt verplaatst
Vergeet nooit de netadapter uit het stopcontact te
trekken voordat u de Digitale Piano verplaatst.
Tijdens opslag
Maak lussen in en een bundeltje van het netsnoer
maar wind het snoer nooit om de netadapter.
BELANGRIJK!
• Gebruik nooit de netadapter (JEITA standaard, met een uniforme polariteitsstekker) die met deze Digitale Piano meegeleverd wordt om een ander toestel aan te sluiten dan deze piano. Dit brengt namelijk het gevaar op defecten met zich mee.
• Vergeet niet de Digitale Piano uit te schakelen voordat u de netadapter in het stopcontact steekt of hem er uit trekt.
• De netadapter wordt warm na langdurig gebruik. Dit is normaal en duidt niet op een defect.
2.
Pas de stekker die overeenkomt met uw lokale stopcontact op de gleuven in de netadapter. Schuif de stekker nu op zijn plaats zoals aangegeven door de pijl in Afbeelding 2.
3.
Druk het gedeelte dat aangegeven wordt door de pijl in Afbeelding 3 totdat de stekker stevig op zijn plaats vastklikt.
BELANGRIJK!
• Mocht de netstekker van de netadapter loskomen, schuif hem dan weer terug op zijn plaats zoals aangegeven in de afbeelding. Schuif de netstekker zover mogelijk langs de gleuven op de netadapter totdat de stekker stevig op zijn plaats vastklinkt.
Afbeelding 2
Afbeelding 3
D-5
Aansluitingen
Aansluiten van de hoofdtelefoon
BELANGRIJK!
• Voordat u een hoofdtelefoon aansluit dient u eerst
de VOLUME regelaar van de Digitale Piano op een laag niveau in te stellen. Stel het volume in op het gewenste niveau nadat u de aansluiting tot stand gebracht heeft.
• De Digitale Piano stelt automatisch de geluidsafgifte in om te optimaliseren voor een hoofdtelefoon (wanneer een hoofdtelefoon aangesloten is) of voor de ingebouwde luidsprekers (wanneer een hoofdtelefoon niet aangesloten is).
Linker kant
Hoofdtelefoonaansluitingen (PHONES)
Los verkrijgbare
hoofdtelefoon
Achterkant
Pedaalaansluitingen (PEDAL)
SP-3
OPMERKING
U kunt een pedaal aansluiten op de SOFT/
SOSTENUTO PEDAL aansluiting en ofwel een
zacht of een sostenuto effect toe te passen op de noten die u speelt. Zie “Zachte/Sostenuto pedaalaansluiting instelling” op (pagina D-43) voor details.
Ministekker
Sluit de los verkrijgbare hoofdtelefoon aan op de PHONES aansluitingen. Door de hoofdtelefoon aan te sluiten op de één van de PHONES aansluitingen wordt de weergave van de luidsprekers uitgeschakeld wat betekent dat u zelfs midden in de nacht kunt oefenen zonder de buren wakker te houden. Om uw gehoor te beschermen moet u er op letten dat het volumeniveau niet te hoog staat wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt.
Aansluiten van een pedaal
De achterkant van de Digitale Piano heeft twee pedaalaansluitingen, één voor een demppedaal en één voor een zacht/sostenuto pedaal.
Aansluiten op de pedaalaansluiting
Pedaalfuncties
z Demppedaal
Door het demppedaal in te trappen tijdens het spelen zullen de noten die u aanslaat voor een bijzonder lange tijd blijven nagalmen.
Telkens bij het selecteren van een pianotoon, zal het
akoestische resonerende effect van de Digitale Piano worden geactiveerd waardoor noten op dezelfde manier gaan resoneren als wanneer het demppedaal bij een akoestische piano ingetrapt wordt. Zie “Akoestische resonantie” op (pagina D-41) voor details.
z Zacht pedaal
Door op dit pedaal te trappen worden de op het toetsenbord aangeslagen noten onderdrukt na het intrappen van het pedaal waardoor de noten zachter klinken.
z Sostenuto pedaal
Slechts de noten die gespeeld worden tijdens het intrappen van dit pedaal worden aangehouden totdat het pedaal losgelaten wordt.
Afhankelijk van het type bewerking dat u wilt dat het pedaal (SP-3) uitvoert, sluit de pedaalkabel aan op ofwel de DAMPER PEDAL aansluiting of op de SOFT/SOSTENUTO PEDAL aansluiting van de Digitale Piano. Als u beide bewerkingen (aansluitingen) op hetzelfde moment wilt gebruiken dan dient u zich een andere los verkrijgbare pedaal aan te schaffen.
D-6
Aansluitingen
Pedaalaansluiting
U kunt de los verkrijgbare eenheid met 3 pedalen (SP-
32) aansluiten op de pedaalaansluiting aan de onderkant van de Digitale Piano. U kunt de pedalen dan gebruiken voor expressie die lijkt op die beschikbaar is op een akoestische piano.
Onderkant
OPMERKING
De pedaaleenheid SP-32 ondersteunt halve pedaalbewerkingen (gedeeltelijk intrappen van het pedaal). U kunt de hoeveelheid effect bijregelen die uitgeoefend wordt wanneer het demppedaal gedeeltelijk ingetrapt wordt. Zie “Half-pedaaleffect” op (pagina D-43) voor details.
De los verkrijgbare CS-67P speciale standaard is nodig voor het gebruik van de pedaaleenheid SP-32.
Pedaalaansluiting
Aansluiten van audio apparatuur of een versterker
U kunt audio apparatuur of een versterker aansluiten op de Digitale Piano en het geluid dan via externe luidsprekers weergeven om een krachtiger geluid van een betere kwaliteit te verkrijgen.
BELANGRIJK!
• De Digitale Piano stelt het geluid dat afgegeven wordt automatisch bij om te optimaliseren voor een hoofdtelefoon (wanneer een hoofdtelefoon aangesloten is) of voor de ingebouwde luidsprekers (wanneer geen hoofdtelefoon aangesloten is). Hierdoor vindt ook een verandering plaats in de uitgangskwaliteit van de LINE OUT R en L/MONO aansluitingen van de Digitale Piano.
• Stel het volume altijd in op een laag niveau d.m.v. de VOLUME regelaar telkens wanneer u een apparaat aan gaat sluiten op de Digitale Piano. Stel het volume in op het gewenste niveau nadat u de aansluiting tot stand gebracht heeft.
• Lees telkens wanneer u een apparaat op de Digitale Piano wilt aansluiten eerst de gebruiksaanwijzing door die met dat apparaat meegeleverd wordt.
Standaard aansluiting
Penstekker
Standaard stekker
AUX IN aansluiting, enz. van de
LEFT (links-wit) RIGHT (rechts-rood)
Gitaarversterker
Keyboardversterker, enz.
INPUT 1
INPUT 2
Taperecorder, MIDI geluidsbron, enz.
geluidsversterker
D-7
Aansluitingen
Weergeven van het geluid van externe apparatuur via de luidsprekers van de piano 1
Gebruik los verkrijgbare kabels om de externe audio apparatuur aan te sluiten op de LINE IN aansluitingen van de piano zoals aangegeven in afbeelding 1. LINE IN R aansluiting geeft het geluid weer via de rechter luidspreker van de piano terwijl de LINE IN L/ MONO aansluiting het geluid weergeeft via de linker luidspreker. Door de LINE IN L/MONO aansluiting aan te sluiten wordt hetzelfde geluid weergegeven via beide luidsprekers. Het wordt aan u overgelaten om aansluitkabels aan te schaffen die passen bij de apparatuur die u wilt aansluiten.
Aansluiten op audio apparatuur 2
Gebruik los verkrijgbare kabels om de externe audio apparatuur aan te sluiten op de LINE OUT aansluitingen van de piano zoals aangegeven in afbeelding 2. Het uitgangssignaal van de LINE OUT R aansluiting is het geluid van het rechter kanaal terwijl het uitgangssignaal van de LINE OUT L/ MONO aansluiting het geluid van het linker kanaal is. Het wordt aan u overgelaten om aansluitkabels aan te schaffen zoals de in de afbeelding getoonde kabel voor het aansluiten van audio apparatuur. Gewoonlijk dient u in deze configuratie de ingangskeuzeschakelaar van de audio apparatuur instellen op de instelling die hoort bij de aansluiting (zoals AUX IN) waarop de piano aangesloten is. Stel het volumeniveau bij d.m.v. de VOLUME regelaar van de piano.
Meegeleverde en los verkrijgbare accessoires
Gebruik enkel accessoires die gespecificeerd zijn voor het gebruik met deze Digitale Piano. Het gebruik van niet erkende accessoires kan het gevaar op brand, elektrische schok en persoonlijk letsel met zich meebrengen.
OPMERKING
U kunt informatie betreffende de accessoires die los verkrijgbaar zijn krijgen van de CASIO catalogus die beschikbaar is bij uw winkelier en van de CASIO website bij de volgende URL.
http://world.casio.com/
Aansluiten op een muziekinstrumentenversterker 3
Gebruik los verkrijgbare kabels om de versterker aan te sluiten op de LINE OUT aansluitingen van de piano zoals aangegeven in adfbeelding 3. Het uitgangssignaal van de LINE OUT R aansluiting is het geluid van het rechter kanaal terwijl het uitgangssignaal van de LINE OUT L/MONO aansluiting het geluid van het linker kanaal is. Door aan te sluiten op de LINE OUT L/MONO aansluiting geeft het geluid van beide kanalen gemengd weer. Het wordt aan u overgelaten om aansluitkabels aan te schaffen zoals de in de afbeelding getoonde kabel voor het aansluiten van de versterker. Stel het volumeniveau bij d.m.v. de VOLUME regelaar van de piano.
D-8
Gebruiken van ingebouwde tonen
csREVERB
1VOLUME
7PA RT
bkTEMPO
blUSER SONGS
brTONE
ck–crToongroepen
ctCHORUS, ubtw, q8METRONOME
dkSPLIT, ibsFUNCTION
dlENTER
Inschakelen van de Digitale Piano en iets spelen
1.
Druk op de el (POWER) toets.
Hierdoor wordt de spanning ingeschakeld.
Druk nogmaals op de
uit te schakelen.
Linker kant
toets
el
2.
Na enkele ogenblikken zal het displayscherm er uit zien als hieronder, hetgeen aangeeft dat de Digitale Piano klaar staat om te worden gespeeld.
3.
Stel het volumeniveau bij d.m.v. de 1 (VOLUME) regelaar.
4.
Speel iets op het toetsenbord.
toets om de Digitale Piano
el
Selecteren van een toon
Uw Digitale Piano heeft 250 tonen, die over acht groepen worden verdeeld.
Zie de “Toonlijst” (pagina A-1) voor nadere informatie.
De Digitale Piano heeft ingebouwde demonstratiemelodieën die de verschillende karateristieken van de tonen demonsteren. Zie pagina “Weergeven van toondemonstratiemelodieën” (pagina D-24) voor nadere informatie.
1.
Druk op de br (TONE) toets zodat de bovenste indicator gaat branden.
Telkens bij indrukken van de toets wordt heen en
weer geschakeld tussen de bovenste en onderste indicators.
Brandt
BELANGRIJK!
• Door naar de volgende stap door te gaan terwijl de REGISTRATION indicator brandt, wordt een registratieoproepbewerking (pagina D-32) uitgevoerd waardoor de instelling van de Digitale Piano wordt veranderd. Zorg ervoor dat de TONE indicator brandt voordat u door gaat naar de volgende stap.
2.
Zoek d.m.v. de “Toonlijst” (pagina A-1) de groep en het nummer op van de geselecteerde toon.
D-9
Gebruiken van ingebouwde tonen
3.
Selecteer d.m.v. de ck tot de cr (toongroepen) toetsen de gewenste groep.
Voorbeeld:Selecteren van de ORGAN groep
Brandt
4.
Selecteer d.m.v. de bt (w, q) toetsen de gewenste toon.
Voorbeeld:Selecteren van “002 Jazz Organ”
Toonnummers
Toonnaam
2.
Houd de toets van de groep ingedrukt die de toon bevat die u wilt selecteren as de gelaagde toon totdat “LAYER: ON” in de display verschijnt voor enkele momenten zoals hieronder getoond wordt.
Hierdoor worden de tonen gelaagd die op dat moment in de twee groepen geselecteerd zijn.
De toets die u ingedrukt hield in stap 2 gaat branden om aan te geven dat deze geselecteerd is.
Voorbeeld: Wanneer de BASS/GUITAR groep
geselecteerd is
OPMERKING
Door tegelijkertijd op q en w te drukken wordt
doorgegaan naar toon 001 van de op dat moment geselecteerde groep. Door één van beide toetsen ingedrukt te houden verandert het toonnummer met verhoogde snelheid.
Zie pagina D-40 voor meer informatie aangaande
het bladeren.
Lagen van twee tonen
U kunt lagen aanbrengen tussen twee verschillende tonen zodat ze op tegelijkertijd spelen wanneer u een klaviertoets indrukt.
De eerste toon wordt de “hoofdtoon” genoemd
terwijl de tweede toon de “gelaagde toon” heet.
1.
Selecteer de hoofdtoon.
Voorbeeld:Druk om MELLOW PIANO in de CLASSIC
groep te selecteren op de en selecteer daarna “002 Mellow Piano” d.m.v. de
(w, q) toetsen.
bt
(CLASSIC) toets
cl
Brandt
3.
Selecteer d.m.v. de bt (w, q) toetsen de toon die u wenst voor de groep die u selecteerde in stap 2.
Voorbeeld: Wanneer “006 Picked Bass” geselecteerd is
Gelaagde toonnummer
4.
Om de lagen van de tonen ongedaan te
Gelaagde toonnaam
maken en een enkele toon te verkrijgen bij het toetsenbord, drukt u op één van de toongroep toetsen.
OPMERKING
U kunt de balans bijstellen tussen de hoofdtoon en de gelaagde toon. Zie “Gelaagd toonvolume (laagbalans)” op (pagina D-41) voor details.
D-10
Gebruiken van ingebouwde tonen
Splitsen van het toetsenbord tussen twee tonen
U kunt het toetsenbord zodanig splitsen dat de linker kant (lager bereik) één toon speelt en de rechter kant (hoger bereik) een andere toon speelt.
Voorbeeld: Om het toetsenbord te splitsen tussen de GM
SLAP BASS 1 toon op de linker kant (lager bereik) en de GRAND PIANO toon op de rechter kant (hoger bereik).
Linker (lager bereik)
Toon: GM SLAP BASS 1
1.
Druk op de dk (SPLIT) toets.
Hierdoor gaat de SPLIT indicator branden om aan te geven dat het toetsenbord tussen twee tonen gesplitst is.
Rechter (hoger bereik)
Toon: GRAND PIANO (vleugel)
Brandt
OPMERKING
Als het toetsenbord ingesteld is met gelaagde tonen (pagina D-10) wanneer u de bovengenoemde splitsbewerking uitvoert, dan zullen de gelaagde tonen aan de rechter (hoger bereik) kant van het toetsenbord gaan spelen.
Verplaatsen van het splitspunt van het toetsenbord
U kunt de procedure hieronder volgen om de plaats op het toetsenbord te specificeren waar deze gesplitst wordt in de linker kant en rechter kant. Deze plaats wordt het “splitspunt” genoemd.
Linker (lager bereik) kant Rechter (hoger bereik) kant
Splitspunt
2.
Selecteer de toon die u wilt toekennen aan de linker kant (lager bereik) van het toetsenbord.
Voorbeeld:Druk om GM SLAP BASS 1 in de VARIOUS/
GM TONES groep te selecteren op de (VARIOUS/GM TONES) toets en selecteer daarna “073 GM SlapBass1” toon d.m.v. de
(w, q) toetsen.
bt
Linker toonnumer
Linker toonnaam
cr
Brandt
1.
Houd de dk (SPLIT) toets ingedrukt totdat het splitspuntinstelscherm op de display verschijnt zoals hieronder te zien is.
Huidige naam van de splitspunt klaviertoets
2.
Druk op de klaviertoets waar u de meeste linkse klaviertoets van de rechter (hoger bereik) toon wilt specificeren.
Hierdoor wordt het splitspunt gespecificeerd.
3.
Druk op de dk (SPLIT) toets.
Hierdoor wordt het splitspuntscherm verlaten.
3.
Druk op de dk (SPLIT) toets om de splitsing in het toetsenbord ongedaan te maken en terug te keren naar een enkele toon.
De SPLIT indicator gaat uit om aan te geven dat het toetsenbord niet langer gesplitst is.
D-11
Gebruiken van ingebouwde tonen
Gebruiken van octaafverschuiving
Nadat u het toetsenbord gesplitst heeft (pagina D-11) kunt u er mogelijk achterkomen dat naar uw smaak de noten in het lagere bereik aan de linker kant te laag zijn of dat de noten in het hogere bereik aan de rechter kant juist te hoog zijn. U kunt octaafverschuiving toepassen om de octaven van het hogere bereik en het lagere bereik naar boven of juist naar beneden te verschuiven in eenheden van een octaaf.
1.
Houd de bs (FUNCTION) toets ingedrukt en druk op de
Hierdoor verschijnt het octaafverschuivingsscherm.
2.
Selecteer d.m.v. de 7 (PART) toets het bereik waarvan u de octaaf wilt veranderen.
Telkens bij indrukken van 7 (PART) wordt in cyclus
door de hieronder getoonde bereiken gegaan.
(TONE) toets.
br
Momenteel geselecteerd bereik
Hoeveelheid verschuiving
Bijstellen van de helderheid van een toon
1.
Druk op de bs (FUNCTION) toets.
De FUNCTION indicator gaat branden en het functiescherm verschijnt in de display.
Brandt
2.
Selecteer d.m.v. de dk (i) en ct (u) toetsen het Tmpr/Effect scherm.
3.
Druk op de dl (ENTER) toets.
Hierdoor wordt een scherm getoond voor het selecteren van de Tmpr/Effect groep.
4.
Selecteer d.m.v. de dk (i) of ct (u) toets het helderheidscherm dat hieronder worden getoond.
U1 (Upper1 = Hoger1): Hoofdtoon
U2 (Upper2 = Hoger2): Gelaagde toon
L1 (Lower1 = Lager1): Linker (lagere bereik) toon
3.
Verschuif d.m.v. de bt (w, q) de octaaf van het op dat moment geselecteerde bereik.
U kunt de octaaf verschuiven in het bereik lopend
van –2 tot 0 tot 2.
4.
Druk op de bs (FUNCTION) toets.
Dit verlaat het octaafverschuivingsscherm.
OPMERKING
Octaafverschuiving kan tevens uitgevoerd worden
zoals beschreven voor “Octaafverschuiving” (pagina D-41).
5.
Stel d.m.v. de bt (w, q) toetsen de helderheid in van de op dat moment geselecteerde toon. U kunt de helderheid bijstellen in het bereik lopend van
w : Milder en teder q : Helderder en scherper
6.
Druk op de bs (FUNCTION) toets.
Hierdoor wordt het helderheidsscherm verlaten en gaat de FUNCTION indicator uit.
OPMERKING
Zie “Overige instellingen” (pagina D-40) voor details aangaande het gebruik van de (FUNCTION) toets.
3 tot 0 tot 3.
bs
D-12
Gebruiken van ingebouwde tonen
Toevoegen van nagalm aan de toon
1.
Druk op de cs (REVERB) toets om de nagalm in en uit te schakelen.
Gaat branden wanneer deze ingeschakeld is
Selecteren van het nagalmtype
U kunt kiezen tussen de volgende vier types nagalm.
1: Room (kamer) 2: Hall (zaal) 3: Large Hall (grote zaal) 4: Stadium
1.
Houd de cs (REVERB) toets ingedrukt totdat het nagalmtype selectiescherm op de display verschijnt.
Toevoegen van het zwevingeffect aan de toon
1.
Druk op de ct (CHORUS) toets om zweving (wat diepte toevoegt aan een toon) in en uit te schakelen.
Gaat branden wanneer deze ingeschakeld is
Selecteren van het zwevingtype
U kunt kiezen tussen de volgende vier types zweving.
1: LightChorus (lichte zweving) 2: Chorus 3: Deep Chorus (diepe zweving) 4: Flanger
1.
Houd de ct (CHORUS) toets ingedrukt totdat het zwevingtype selectiescherm op de display verschijnt.
2.
Selecteer d.m.v. de bt (w, q) toetsen het gewenste nagalmtype.
3.
Druk op de cs (REVERB) toets om het nagalmtypescherm te verlaten.
2.
Selecteer d.m.v. de bt (w, q) toetsen het gewenste zwevingtype.
3.
Druk op de ct (CHORUS) toets om het zwevingtypescherm te verlaten.
D-13
Gebruiken van ingebouwde tonen
Gebruiken van de metronoom
1.
Druk op de 8 (METRONOME) toets.
Hierdoor start de metronoom.
Gaat branden bij de
eerste maatslag van
2.
elke maat
Druk nogmaals op de 8 (METRONOME) toets om de metronoom te stoppen.
Veranderen van het aantal maatslagen per maat
Gaat branden bij elke volgende maatslag van elke maat
Veranderen van de tempo instelling
Er zijn twee verschillende methoden die u kunt aanwenden om de instelling van het tempo te veranderen: door te drukken op de q (sneller) en w (langzamer) toetsen of door een maat te tikken met een toets.
Bijstellen van het tempo d.m.v. de q en w
toetsen
1.
Stel d.m.v. de bk (TEMPO w, q) toetsen de instelling van het tempo in.
Telkens bij indrukken van een toets wordt de maatslag per minuut waarde verhoogd of verlaagd met één.
Door één van beide toetsen ingedrukt te houden
verandert de waarde versneld.
U kunt een tempowaarde specificeren in het bereik
lopend van 20 tot en met 255.
U kunt tussen twee en zes maatslagen per maat specificeren voor de metronoom. Nadat u dit gedaan heeft, zal een klokkenspel klinken aan het begin van elke maat. Als 0 gespecificeerd wordt voor deze instelling klinkt een rechte maatslag zonder klokkenspel. Met deze instelling kunt u oefenen met een vaste maatslag.
1.
Houd de 8 (METRONOME) toets ingedrukt totdat het aantal maatslagen per maat scherm op de display verschijnt.
2.
Selecteer d.m.v. de bt (w, q) toetsen de maatslagen per gewenste maatwaarde.
3.
Druk op de 8 (METRONOME) toets om het aantal maten per maatslag scherm te verlaten.
Tempowaarde
Bijstellen van het tempo door een maat te tikken
1.
Houd de bs (FUNCTION) toets ingedrukt en tik de q
(TEMPO) toets vier maal
bk
achtervolgens aan op de maat die u wilt specificeren.
De instelling voor het tempo verandert in
overeenstemming met de timing van het tikken.
Nadat u deze methode gebruikt om het tempo bij
benadering te specificeren kunt u daarna de procedure gebruiken onder “Bijstellen van het tempo d.m.v. de q en w toetsen” om een instelling af te regelen op een exactere waarde.
Vier maal tikken
D-14
Gebruiken van ingebouwde tonen
6
Bijstellen van het metronoomvolume
U kunt de volgende procedure aanwenden om het volumeniveau van de metronoom bij te stellen zonder effect op het volume van de geluidsweergave van de Digitale Piano.
1.
Houd de bs (FUNCTION) toets ingedrukt en druk op de
Hierdoor verschijnt het metronoomvolumescherm.
2.
Selecteer d.m.v. de bt (w, q) toetsen het metronoomvolume.
3.
Druk op de bs (FUNCTION) toets.
Hierdoor wordt het metronoomvolumescherm verlaten en gaat de FUNCTION indicator uit.
(METRONOME) toets.
8
Volume van de metronoom
OPMERKING
U kunt ook de toonhoogte wielbewerking ook
configureren door de hoeveelheid toonhoogteverandering te veranderen bij maximale rotatie in één van beide richtingen. Voor meer informatie zie “Toonhoogte bereik” (pagina D-43).
Spelen van een duet
U kunt de duet modus gebruiken om het toetsenbord van de Digitale Piano in het midden te splitsen zodat twee personen een duet kunnen spelen. Hierdoor wordt het bijvoorbeeld mogelijk om het toetsenbord zodanig te configureren dat de leraar links kan spelen en de student rechts kan volgen. Of een persoon kan het linkerhand gedeelte op het linkergedeelte spelen terwijl een ander persoon het rechterhand gedeelte rechts speelt.
Rechter toetsenbordLinker toetsenbord
C3 C4 C5 C6 C3 C4 C5 C
(Midden C) (Midden C)
OPMERKING
U kunt de procedure onder “Volume van de
metronoom” (pagina D-41) aanwenden om het metronoomvolume bij te stellen.
Gebruiken van het toonhoogte wiel
U kunt de toonhoogte wiel van de noten d.m.v. het toonhoogte wiel geleidelijk omhoog en omlaag verschuiven. Dit attribuut maakt het mogelijk om het smorende effect van een saxofoon of een elektrische gitaar te reproduceren.
Toevoegen van een toonhoogte buigeffect
1.
Draai het toonhoogte wiel aan de linkerkant van het toetsenbord omhoog of omlaag terwijl u een noot op het toetsenbord aan het spelen bent.
De mate van toonbuiging hangt af van hoe ver u het toonhoogte wiel draait.
Het toonhoogte wiel dient niet gedraaid
te zijn wanneer u de Digitale Piano inschakelt.
Pedaalbewerking tijdens het spelen van een duet
z Los verkrijgbare pedaaleenheid SP-32
Linker toetsenbord
demppedaal
Linker en rechter demppedaal
z Los verkrijgbare pedaaleenheid SP-3
Om de SP-3 pedaaleenheid te gebruiken als het rechter toetsenbord demppedaal dient u dit aan te sluiten op de
(DAMPER PEDAL) aansluiting.
dr
Half-ingedrukte pedaalbewerkingen worden in dit
geval niet ondersteund.
Om de SP-3 pedaaleenheid te gebruiken als het linker toetsenbord demppedaal (oorspronkelijke defaultinstelling) of het rechter toetsenbord demppedaal (instelbaar) dient u deze aan te sluiten op de
(SOFT/SOSTENUTO PEDAL) aansluiting.
dr
Zie “Zachte/Sostenuto pedaalaansluiting instelling”
(pagina D-43) voor informatie over hoe u bediening voor het linker of rechter toetsenbord kunt instellen met de pedaaleenheid SP-3.
Rechter demppedaal (Ondersteuning van half­ingedrukte pedaalbewerkingen)
D-15
Gebruiken van ingebouwde tonen
Configureren van de Digitale Piano voor duet spel
1.
Druk op de bl (USER SONGS) toets zodat de corresponderende lagere indicator gaat branden.
Brandt
Om te oefenen met melodieën op een geheugenkaart,
druk op de indicator brandt in plaats van de toets.
2.
Houd de bs (FUNCTION) toets ingedrukt en druk op de
Hierdoor verdwijnt het duet modus aan/uit scherm.
De klaviertoetsen zijn gedeactiveerd terwijl dit
scherm getoond wordt.
(CARD/INTERNAL) toets zodat de
dl
(SPLIT) toets.
dk
(USER SONGS)
bl
Veranderen van de octaaf van het toetsenbord van de duet modus
U kunt de volgende procedure aanwenden om de octaaf van de linker en rechter toetsenborden van de duet modus te veranderen.
1.
Houd de bs (FUNCTION) toets ingedrukt en druk op de
Hierdoor wordt het duet modus aan/uit scherm weergegeven dat in stap 2 onder “Configureren van de Digitale Piano voor duet spel” (pagina D-16) getoond wordt. Als de duet modus op dat moment uitgeschakeld is, druk dan op de in te schakelen.
2.
Kies bij de vier C klaviertoetsen op het linker toetsenbord op die toets die u als midden C wilt hebben.
Hierdoor klinkt de noot toegewezen aan C4 en wordt
de octaaf van het linker toetsenbord veranderd.
Voorbeeld: Veranderen van de configuratie zodat de
Meest linker C toets (Ingedrukte toets)
(SPLIT) toets.
dk
(q) toets om deze
bt
meeste linkse C toets midden C is zoals hieronder getoond.
3.
Druk op de bt (q) toets om de duet modus in te schakelen.
Hierdoor gaat de dk (SPLIT) toets indicator knipperen.
4.
Druk op de bs (FUNCTION) toets.
Hierdoor wordt het duet modus aan/uit scherm verlaten en wordt het toetsenbord van de Digitale Piano geconfigureerd voor duet spel.
5.
Om de duet modus uit te schakelen, druk op de
(SPLIT) toets zodat de SPLIT indicator
dk
uitgaat.
OPMERKING
U kunt de procedure onder “Duetmodus” (pagina
D-41) ook gebruiken om de duet modus in of uit te schakelen.
C4 C5 C6 C7 C3 C4 C5 C6
1 octaaf hoger dan de
oorspronkelijke instelling
3.
U kunt dezelfde procedure aanwenden als in
Onveranderd
stap 2 om één van de C toetsen op het rechter toetsenbord te selecteren om de octaaf ook te verschuiven.
4.
Druk op de bs (FUNCTION) toets.
Hierdoor wordt het duet modus aan/uit scherm verlaten en gaat de De linker en rechter toetsenborden zullen worden geconfigureerd in overeenstemming met uw instellingen.
OPMERKING
Door uitschakelen van de duet modus zullen de
instellingen voor de octaafverschuiving gewist worden en terugkeren naar de oorspronkelijke default instellingen.
(FUNCTION) toets uit.
bs
D-16
Gebruiken van automatische begeleiding
5SYNCHRO/ENDING boBALLAD/PIANO RHYTHMS
6START/STOP
2–5Begeleidingspatronen
7ACCOMP ON/OFF
Bij automatische begeleiding kunt u gewoonweg het gewenste begeleidingsritme selecteren en zal de begeleiding (drums, gitaar, enz.) automatisch spelen terwijl u een akkoord speelt met uw linker hand. Het is net alsof u uw persoonlijke band heeft die u begeleidt waar u maar gaat.
De Digitale Piano heeft 180 ingebouwde automatische begeleidingspatronen die verdeeld zijn in drie groepen. U kunt de ingebouwde ritmes bewerken om uw eigen originele ritmes (die “gebruikersritmes” worden genoemd) te creëren die u kunt opslaan in een vierde groep. Zie de “Ritmelijst” (pagina A-4) voor nadere informatie.
blRHYTHM
bm–bpRitmegroepen
bkTEMPO
bpUSER RHYTHMS
Spelen van een automatische
btw/NO, q/YES
brTONE dlENTER
ck–crInstrumentdelen
3.
Selecteer d.m.v. de bm tot de bp
csEXIT
(ritmegroepen) toetsen de gewenste groep.
Voorbeeld: Wanneer de LATIN/WORLD groep
geselecteerd is
Brandt
4.
Selecteer d.m.v. de bt (w, q) toetsen het gewenste ritme.
Voorbeeld: Wanneer “005 Samba 2” geselecteerd is
begeleiding
1.
Druk op de bl (RHYTHM) toets zodat de bovenste indicator brandt.
Hierdoor wordt automatische begeleiding geactiveerd.
Telkens bij indrukken van de toets wordt heen en
weer geschakeld tussen de RHYTHM en USER SONGS indicators.
Brandt
2.
Zoek d.m.v. de “Ritmelijst” (pagina A-4) de groep en het nummer op van het ritme dat u wilt selecteren.
Ritmenaam
Ritmenummer
5.
Stel d.m.v. de bk (TEMPO w, q) toetsen
Maat
de instelling van het tempo bij.
Dit is hetzelfde als de metronoomtempo bijstelling
(pagina D-14).
Om terug te keren naar de standaard tempo
instelling, druk tegelijkertijd op de q) toetsen.
(TEMPO w,
bk
Tempo
D-17
Gebruiken van automatische begeleiding
6.
Druk op de 7 (ACCOMP ON/OFF) toets zodat de indicator gaat branden.
Hierdoor gaat ACCOMP aan zodat alle begeleidingsonderdelen klinken.
Door ACCOMP uit te schakelen zodat de ACCOMP
indicator uit is, zorgt ervoor dat enkel de slagwerkdelen (percussie) klinken.
Telkens bij indrukken van de
toets wordt ACCOMP in- en uitgeschakeld.
Brandt
7.
Druk op de 5 (SYNCHRO/ENDING) toets.
Hierdoor wordt de automatische begeleiding op “gesynchroniseerde standby” ingesteld. Door tijdens gesynchroniseerde standby een akkoord te spelen wordt ervoor gezorgd dat de weergave van de automatische begeleiding automatisch gaat spelen.
Door de
automatische begeleiding op de gesynchroniseerde standby staat, wordt intro standby ingeschakeld. Door op de de variatie standby ingeschakeld. Zie “Wijzigen van automatische begeleidingspatronen” (pagina D-20) voor details aangaande de intro- en variatiepatronen.
8.
Speel het gewenste akkoord op het
(INTRO) toets in te drukken terwijl de
2
(VARIATION) toets te drukken wordt
4
(ACOMP ON/OFF)
7
akkoordtoetsenbord (klaviertoetsen op het linker toetsenbord).
De automatische begeleiding begint met spelen wanneer u het akkoord speelt.
Om het slagwerkgedeelte (percussie) te starten
zonder een akkoord te spelen, druk dan op de (START/STOP) toets.
Voorbeeld:Om een C akkoord te spelen
Akkoord toetsenbord Melodie toetsenbord
Knippert
6
9.
Speel andere akkoorden met de linker hand terwijl u de melodie met uw rechter hand speelt.
U kunt “CASIO Chord” gebruiken of andere
vereenvoudigde akkoord vingerzet modi om akkoorden te spelen. Zie “Selecteren van een akkoord vingerzet modus” in het volgende gedeelte voor details.
U kunt de
toetsen gebruiken om begeleidingspatronen te wijzigen. Zie “Wijzigen van automatische begeleidingspatronen” op (pagina D-20) voor details.
10.
Wanneer u klaar bent, druk dan nogmaals op de
(START/STOP) toets om de
6
(NORMAL) en 4 (VARIATION)
3
automatische begeleiding te stoppen.
Door op de 5 (SYNCHRO/ENDING) toets te
drukken in plaats van op de wordt een eindpatroon gespeeld voordat de weergave van de automatische begeleiding gestopt wordt. Zie “Wijzigen van automatische begeleidingspatronen” (pagina D-20) voor details aangaande de eindpatronen.
OPMERKING
U kunt de volgende procedure aanwenden om het
volumeniveau van de automatische begeleiding bij te stellen zonder invloed op het volume van de geluidsweergave van de Digitale Piano. Zie “Volume van de automatische begeleiding” (pagina D-41) voor details.
U kunt de grootte van het akkoord toetsenbord
veranderen door de splitsattribuut te gebruiken om het splitspunt te verplaatsen (pagina D-11). De klaviertoetsen links van het splitspunt vormen het akkoord toetsenbord.
(START/STOP) toets
6
D-18
Gebruiken van automatische begeleiding
Selecteren van een akkoord vingerzet modus
U kunt kiezen uit de volgende vijf akkoord vingerzet modi.
1: Fingered 1 (vingerzetting 1) 2: Fingered 2 (vingerzetting 2) 3: Fingered 3 (vingerzetting 3) 4: CASIO Chord (CASIO akkoord) 5: Full Range (volledig bereik)
1.
Houd de 7 (ACCOMP ON/OFF) toets ingedrukt todat het akkoordtype selectiescherm in de display verschijnt.
Akkoord vingerzet modus
2.
Selecteer d.m.v. de bt (w, q) toetsen de gewenste akkoord vingerzet modus.
3.
Druk op de 7 (ACCOMP ON/OFF) toets.
Dit verlaat het akkoord vingerzetscherm.
Fingered 1, 2, 3 (vingerzetting 1, 2, 3)
Met deze drie akkoord vingerzetmodi speelt u akkoorden op het begeleidingstoetsenbord d.m.v. de normale akkoord vingerzettingen. Sommige akkoordvormen zijn afgekort en voor de vingerzetting zijn slechts één of twee klaviertoetsen nodig. Voor informatie aangaande de types akkoorden en hun vingerzettingen, zie de “Vingerzettinggids” (pagina A-8).
Akkoord toetsenbord
CASIO CHORD
Bij “CASIO Chord” gebruikt u vereenvoudigde vingerzettingen om de vier typen akkoorden te spelen die hieronder worden beschreven.
Akkoord toetsenbord
Akkoordtype Voorbeeld
Majeur akkoorden
Druk op een klaviertoets waarvan de noot correspondeert aan de akkoordnaam.
• Druk voor een C majeur op een willekeurige C toets op het akkoord toetsenbord. De octaaf van de noot doet er niet toe.
Mineur akkoorden
Druk op de akkoord klaviertoets die correspondeert aan het majeur akkoord en druk tegelijkertijd op één van de akkoord klaviertoetsen rechts ervan.
Septiem akkoorden
Druk op de akkoord klaviertoets die correspondeert aan het majeur akkoord en druk tegelijkertijd op twee van de akkoord klaviertoetsen rechts ervan.
Mineur septiem akkoorden
Druk op de akkoord klaviertoets die correspondeert aan het majeur akkoord en druk tegelijkertijd op drie van de akkoord klaviertoetsen rechts ervan.
Bij het indrukken van meer dan één akkoord klaviertoets maakt het geen verschil of de andere klaviertoetsen wit of zwart zijn.
C (C majeur)
Nootnaam
Cm (C mineur)
C7 (C septiem)
Cm7 (C mineur septiem)
b
#
E
DE F
C
C
b
#
E
DE F
C
C
b
#
E
DE F
C
C
b
#
E
DE F
C
C
b
b
b
#
#
E
G
A
DE F
A
F
C
B
C
B
b
b
b
#
#
E
G
A
DE F
A
F
C
B
C
B
b
b
b
#
#
E
G
A
DE F
A
F
C
B
C
B
b
b
b
#
#
E
G
A
DE F
A
F
C
B
C
B
Fingered 1 (vingerzetting 1) Fingered 2 (vingerzetting 2) Fingered 3 (vingerzetting 3)
: Speel de componentnoten van het akkoord
op het toetsenbord.
: In tegenstelling tot Fingered 1, is een 6de
invoer niet mogelijk bij deze modus.
: In tegensteling tot Fingered 1 maakt dat de
invoer van gedeeltelijke akkoorden mogelijk met de laagste noot op het toetsenbord als de basnoot.
FULL RANGE CHORD (volledig bereik akkoord)
Tijdens deze akkoord vingerzet modus kunt u het volledige bereik van het toetsenbord gebruiken om akkoorden en de melodie te spelen. Voor informatie aangaande de types akkoorden en hun vingerzettingen, zie de “Vingerzettinggids” (pagina A-8).
Melodie toetsenbord Akkoord toetsenbord
D-19
Gebruiken van automatische begeleiding
Wijzigen van automatische begeleidingspatronen
Er zijn zes verschillende automatische begeleidingspatronen, zoals hieronder getoond. U kunt overschakelen tussen patronen tijdens de begeleidingsweergave en zelfs de patronen wijzigen. Selecteer d.m.v. de gewenste patroon.
tot en met 5 toetsen het
2
2345
Intropatroon
1
*
*1 Druk aan het begin van een melodie.
De begeleidingweergave gaat door met het normale patroon nadat het intropatroon voltooid is. Door te drukken op de voordat u op deze toets drukt, wordt het variatiepatroon voortgezet nadat het intropatroon voltooid is.
*2 Om een invulpatroon in te voegen, druk terwijl een
normaal patroon aan het spelen is.
*3 Om een invul variatiepatroon in te voegen, druk
terwijl een variatiepatroon aan het spelen is.
*4 Druk aan het einde van een melodie.
Hierdoor wordt het eindpatroon weergegeven waarna de weergave van de automatische begeleiding stopt.
Normaal Variatie Eindpatroon
Normaal
invulpatroon *
(VARIATION/FILL-IN) toets
4
2
Variatie
invulpatroon *
3
4
*
Gebruiken van één-toets voorkeuzes
Eén-toets voorkeuze geeft u toegang door indrukken van slechts één toets tot de toon en tempo instellingen die goed passen bij het op dat moment geselecteerde ritmepatroon van de automatische begeleiding.
1.
Houd de bl (RHYTHM) toets gedurende ongeveer twee seconden ingedrukt.
Hierdoor worden de instellingen van de toon en het tempo en andere instellingen geconfigureerd voor aanpassing aan het op dat moment geselecteerde ritmepatroon. Op dat moment zal de weergave van de automatische begeleiding naar automatische standby gaan hetgeen betekent dat de automatische begeleiding automatisch gaat starten wanneer u een akkoord vingerzetting uitvoert.
2.
Speel een akkoord op het toetsenbord.
Hierdoor gaat de weergave van de automatische begeleiding starten.
OPMERKING
Eén-toets voorkeuzes worden niet ondersteund voor
gebruikersritmes (001 tot en met 010 van de USER RHYTHMS groep).
Gebruiken van automatische harmonisatie
Met automatische harmonisatie wordt harmonie toegevoegd aan de melodienoten die u speelt met de rechter hand. U kunt kiezen uit één van de 12 automatische harmonisatie instellingen.
D-20
1.
Druk op de br (TONE) toets zodat de indicator gaat branden.
Brandt
2.
Houd de br (TONE) toets ingedrukt todat het automatische harmonisatiescherm in de display verschijnt.
Typenummer Typenaam
Loading...
+ 50 hidden pages