Casio PX-320 Owner's Manual [nl]

GEBRUIKSAANWIJZING
Bewaar a.u.b. alle informatie voor eventueel latere naslag.
D
PX320D1A
Veiligheidsvoorzorgsmaatregelen
Zorg er voor eerst aandachtig de “Voorzorgsmaatregelen ten behoeve van de veiligheid” te lezen voordat u de piano probeert te gebruiken.
Belangrijk!
Merk a.u.b. de volgende belangrijke informatie op alvorens dit product te gebruiken.
• Voordat u de los verkrijgbare AD-12 netadapter in gebruik neemt dient u eerst te controleren dat hij niet beschadigd is. Check het netsnoer zorgvuldig op breuken, barsten, ontblootte bedrading en andere ernstige beschadigingen. Laat kinderen nooit een netadapter gebruiken die ernstig beschadigd is.
• Dit product is niet bedoeld voor kinderen onder drie jaar.
• Gebruik enkel de CASIO AD-12 netadapter.
• De netadapter is geen stuk speelgoed.
• Haal de netadapter altijd uit het stopcontact voordat u dit product schoon maakt.
Dit merkteken is alleen van toepassing in de landen binnen de EU.
Manufacturer: CASIO COMPUTER CO.,LTD. 6-2, Hon-machi 1-chome, Shibuya-ku, Tokyo 151-8543, Japan
Responsible within the European Union: CASIO EUROPE GmbH Bornbarch 10, 22848 Norderstedt, Germany
Inhoudsopgave
Algemene gids..........................D-2
Installeren van de muziekstandaard........................... D-3
TONE, gebiedtoetsen (1 tot en met 12)...................... D-4
Gebruiken van deT/NO en S/YES toetsen............... D-5
Het opslaan van instellingen en het gebruiken
van de bedieningsvergrendeling................................. D-5
Terugstellen van de digitale piano tot de defaultinstellingen die oorspronkelijk in de
fabriek waren gemaakt (resetten) ............................... D-5
Stopcontact...............................D-6
Gebruiken van een netadapter ................................... D-6
Aansluitingen............................D-7
Aansluiten van de hoofdtelefoon ................................ D-7
Aansluiten van een pedaal ......................................... D-7
Aansluiten van geluidsapparatuur of een versterker
....... D-8
Selecteren van en spelen
van een toon ...........................D-10
Selecteren van een verfijnde toon ............................ D-10
Selecteren van een VARIOUS toon,
GM toon of slagwerk................................................. D-11
Bijstellen van de helderheid van een toon................ D-11
Lagen van twee tonen aanbrengen .......................... D-12
Splitsen van het toetsenbord tussen twee tonen...... D-12
Gebruiken van effecten.............................................D-13
Gebruiken van de metronoom .................................. D-14
Spelen van een pianoduet ........................................ D-15
Opnemen en weergeven........D-28
Melodieën en sporen.................................................D-28
Opnemen van uw spel op het keyboard....................D-29
Weergeven vanaf het geheugen van de
digitale piano.............................................................D-31
Wissen van een specifiek spoor................................D-31
Overige instellingen...............D-32
Configureren van andere instellingen .......................D-32
Secondaire parameterreferentie ...............................D-34
Aansluiten op een computer
Aansluiten op een MIDI aansluiting...........................D-38
Aansluiten op de USB poort......................................D-38
USB modus en MIDI modus......................................D-39
Uitbreiden van de selecties van de
muziekbibliotheek......................................................D-40
...D-38
Gebruiken van een SD
geheugenkaart........................D-41
Insteken en verwijderen van een
SD geheugenkaart ....................................................D-42
Formatteren van een SD geheugenkaart..................D-43
Opslaan van opgenomen/geregistreerde
data naar een SD geheugenkaart.............................D-43
Oversturen van data van een SD geheugenkaart
naar het geheugen van de digitale piano. .................D-45
Weergeven van een bestand dat op een
SD geheugenkaart opgeslagen is.............................D-47
SD geheugenkaart foutlezingen................................D-48
Weergeven van een ritme......D-17
Selecteren van een ritme.......................................... D-17
Gebruiken van automatische begeleiding................. D-18
Weergeven van ingebouwde
melodieën................................D-22
Weergeven van alle ingebouwde melodieën............ D-22
Weergeven van een specifieke melodie in de
muziekbibliotheek ..................................................... D-23
Oefenen met een melodie uit de
muziekbibliotheek ..................................................... D-24
Opslaan van basisinstellingen van de digitale piano
(Registratiegeheugen) ...........D-25
Opslaan van een basisinsteling in het
registratiegeheugen.................................................. D-26
Oproepen van een basisinstelling uit het
registratiegeheugen.................................................. D-27
Referentie................................D-49
Oplossen van moeilijkheden .....................................D-49
Technische gegevens ...............................................D-51
Bedieningsvoorzorgsmaatregelen.............................D-52
Appendix ...................................A-1
Toonlijst.......................................................................A-1
Drumklankenlijst..........................................................A-3
Ritmelijst...................................................................... A-4
Melodielijst ..................................................................A-5
Akkoordkaart met vingerzettingen (Fingered)............. A-6
MIDI Implementation Chart
Merk- en productnamen die in deze gebruiksaanwijzing worden gebruikt kunnen geregistreerde handelsmerken van anderen zijn.
D-1
Algemene gids
123 4 5 6 7 8 9 bk bl bm
4
3
1-11-2 25
bn
bo bp bq br bs bt ck cl cm cn co cp cq cr cs ct dk dl
*1-1 Links achter
*3 Linkerkant
ds
dt ek el
*1-2 Rechts achter
dn dodm
dp
*4 Onderkant
*2
dr
dq
em
D-2
Algemene gids
OPMERKING
• De hier aangegeven namen worden altijd vetgedrukt weergegeven wanneer ze in de tekst van deze gebruiksaanwijzing verschijnen.
1 Volumeregelaar (VOLUME)
2 Metronoomtoets (METRONOME)
3 Intro-/eindpatroon, terugwaartstoets
(INTRO/ENDING, REW)
4 Synchro/invulpatroon, voorwaartstoets
(SYNCHRO/FILL-IN, FF)
5 Start/stop, weergave/stop toets
(START/STOP, PLAY/STOP)
6 Ritme, muziekbibliotheek toets
(RHYTHM, MUSIC LIBRARY)
7 Spoor/onderdeeltoets (TRACK/PART)
8 Recordertoets (RECORDER)
9 Functietoets (FUNCTION)
bk /nee toets (
bl /ja toets (
bm Display
bn Toon (TONE), gebiedtoetsen (1 tot en met 12)
bo Tempotoets (TEMPO)
bp Maatslagtoets (BEAT)
bq Metronoomvolume toets (METRO VOL)
br Melodie/begeleiding volumetoets
(SONG/ACCOMP VOL)
bs Modustoets (MODE)
bt Toetsgevoeligheidtoets (TOUCH RES)
ck Transpositietoets (TRANSPOSE)
/NO)
/YES)
cm Lagenbalanstoets (LAYER BAL)
cn Effecftoets (EFFECT)
co MIDI toets (MIDI)
cp Toonkeuzetoets (TONE SEL)
cq Opslaan, overige toets (STORE, OTHERS)
cr Toon/registratie toets (TONE/REGISTRATION)
cs Nagalm, nagalmtype toets (REVERB, REV TYPE)
ct Zweving, zwevingtype toets
(CHORUS, CHOR TYPE)
dk Splits, splitspunt toets (SPLIT, SPLIT POINT)
dl Kaart, formaat toets (CARD, FORMAT)
dm USB poort (USB)
dn Demppedaalaansluiting (DAMPER PEDAL)
do Zacht/sostenutopedaal aansluiting
(SOFT/SOSTENUTO PEDAL)
dp Lijnuitgang R, L/mono aansluitingen
(LINE OUT R, L/MONO)
dq Lijningang R, L/mono aansluitingen
(LINE IN R, L/MONO)
dr SD geheugenkaartgleuf (SD)
ds Spanningtoets (POWER)
dt 12V gelijkstroomaansluiting
ek Midi ingangs-/uitgangsaansluitingen (MIDI OUT/IN)
el Hoofdtelefoonaansluiting (PHONES)
em Pedaalaansluiting
cl Stemtoets (TUNE)
*5
Installeren van de muziekstandaard
Steek de onderkant van de muziekstandaard in de gleuf bovenaan het console van de digitale piano.
D-3
Algemene gids
TONE, gebiedtoetsen (1 tot en met 12)
De volgende drie functies worden toegewezen aan de 12 TONE, gebiedtoetsen van de digitale piano, afhankelijk van het type bewerking die u aan het uitvoeren bent.
• Toonselectie (TONE toetsen) (pagina D-10)
• Registratiegebiedkeuze (gebiedtoetsen) (pagina D-25)
• Overige functies (gemarkeerd onder elke toets.) (pagina D-34)
U kunt controleren welke functie op het moment toegewezen is aan de TONE, gebiedtoetsen door naar de inhoud van het display en de status van elke toetsindicator te kijken.
Toonselectie
Brandt niet
Registratiegebiedselectie
Brandt niet
Overige instellingen
Toonnamen
Banknummer Brandt of knippert
Gebiednummers
Brandt
Brandt niet
Brandt niet
Brandt niet
Knippert
D-4
Instelling
Instellingnamen
Brandt niet
Algemene gids
Gebruiken van de/NO en /YES toetsen
Wilt u de op dat moment aangegeven instelling veranderen, doe dat dan d.m.v. de /NO en /YES toetsen terwijl u de resultaten van de veranderingen in het display bekijkt.
Voorbeeld: Ritmenummer 01
• Het ritmenummer (pagina D-17) verschijnt eerst wanneer u de digitale piano inschakelt. Zie de van toepassing zijnde pagina’s in deze handleiding voor gedetailleerde informatie aangaande elke type instelling.
• Telkens bij indrukken van de /NO en /YES toets wordt de aangegeven waarde met 1 verhoogd of verlaagd.
Terugstellen van de digitale piano tot de defaultinstellingen die oorspronkelijk in de fabriek waren gemaakt (resetten)
Voer de volgende procedure uit wanneer u de opgeslagen data en instellingen van de digitale piano wilt terugstellen op de defaultinstellingen die oorspronkelijk in de fabriek waren gemaakt.
Houd terwijl de digitale piano uitgeschakeld is
1.
de RHYTHM en FUNCTION toetsen ingedrukt en druk tegelijkertijd op de POWER toets om de spanning in te schakelen.
• Hierdoor wordt de digitale piano teruggesteld (reset) waarna hij de systeeminstellingen zal uitvoeren.
OPMERKING
• Het duurt enige tijd voordat de terugstelprocedure van de digitale piano voltooid is. Tijdens deze tijd zal de inhoud van het display anders zijn dan gewoonlijk wanneer u de spanning inschakelt (pagina D-10).
OPMERKING
• Door een van beide toetsen ingedrukt te houden wordt door de verkrijgbare instellingen gebladerd.
• Druk tegelijkertijd op de /NO en /YES toetsen om de aangegeven instelling terug te stellen op de oorspronkelijke default waarde. De oorspronkelijke default waarde is de aanbevolen instelling voor het tempo van het op dat moment geselecteerde ritme of ingebouwde melodie.
Het opslaan van instellingen en het gebruiken van de bedieningsvergrendeling
Uw digitale piano stelt u in staat om de huidige instellingen op te slaan en de toetsen te vergrendelen ter bescherming tegen bedieningsfouten. Zie “Secondaire parameterreferentie” op pagina D-34 voor details.
D-5
Stopcontact
Uw digitale piano werkt op de spanning van het lichtnet. Vergeet niet de spanning uit te schakelen wanneer u de digitale piano niet gebruikt.
Gebruiken van een netadapter
Gebruik enkel de netadapter die gespecificeerd is voor het gebruik met deze digitale piano.
Gespecificeerde netadapter: AD-12
Linkerkant
12V gelijkstroomaansluiting
Netadapter
AD-12
Netspanning
Merk de volgende belangrijke voorzorgsmaatregelen op om schade aan het netsnoer te voorkomen.
Tijdens het gebruik
• Trek nooit met geweld aan het snoer.
• Trek nooit herhaaldelijk aan het snoer.
• Draai het snoer nooit rond vlakbij de stekker of de aansluiting.
• Het netsnoer mag tijdens het gebruik niet strak gespannen staan.
Wanneer de piano wordt verplaatst
• Vergeet nooit de netadapter uit het stopcontact te trekken voordat u de digitale piano verplaatst.
Tijdens opslag
• Maak lussen in en een bundeltje van het netsnoer maar wind het snoer nooit om de netadapter.
BELANGRIJK!
• Vergeet niet de digitale piano uit te schakelen voordat u de netadapter in het stopcontact steekt of hem er uit trekt.
• De netadapter wordt warm na langdurig gebruik. Dit is normaal en duidt niet op een storing of defect.
D-6
Aansluitingen
Aansluiten van de hoofdtelefoon
BELANGRIJK!
• Voordat u de hoofdtelefoon aansluit dient u de VOLUME regelaar van de digitale piano af te stellen op een laag niveau. Stel het volume in op het gewenste niveau nadat u de aansluiting tot stand gebracht heeft.
• De digitale piano stelt de geluidsweergave automatisch bij om een optimale weergave te verzorgen via de hoofdtelefoon (bij aansluiten van de hoofdtelefoon) of via de ingebouwde luidsprekers (wanneer de hoofdtelefoon niet aangesloten is).
Linkerkant
Hoofdtelefoonaansluiting (PHONES)
Los verkrijgbare hoofdtelefoon
Achterkant
PEDAL aansluitingen
SP-3
OPMERKING
• U kunt het type bewerking specificeren dat uitgevoerd dient te worden door het pedaal dat aangesloten is op de SOFT/SOSTENUTO PEDAL aansluiting. Zie “Overige instellingen” op pagina D-32 voor meer informatie.
Ministekker
Sluit de los verkrijgbare hoofdtelefoon aan op de PHONES aansluiting. Door de hoofdtelefoon aan te sluiten op de PHONES aansluiting wordt de weergave van de luidsprekers uitgeschakeld wat betekent dat u zelfs midden in de nacht kunt oefenen zonder de buren wakker te houden. Om uw gehoor te beschermen moet u er op letten dat het volumeniveau niet te hoog staat wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt.
Aansluiten van een pedaal
Aan de achterkant van de digitale piano zijn twee pedaalaansluiting, een voor de demppedaal en een voor een zacht/sostenuto pedaal.
Aansluiten op een pedaalaansluiting
Pedaalfuncties
z Demppedaal
Door het demppedaal in te trappen tijdens het spelen zullen de noten die u aanslaat voor een bijzonder lange tijd blijven nagalmen.
• Wanneer een pianotoon geselecteerd is en u trapt op dit pedaal, dan zal het akoestische resonantie effect van de digital piano worden geactiveerd, hetgeen de noten op precies eendere wijze zal doen resoneren als wanneer het demppedaal van een akoestische piano wordt ingetrapt.
z Zacht pedaal
Door op dit pedaal te trappen worden de op het toetsenbord aangeslagen noten onderdrukt na het intrappen van het pedaal waardoor de noten zachter klinken.
z Sostenuto pedaal
Enkel de noten die gespeeld worden tijdens het intrappen van dit pedaal worden aangehouden todat het pedaal wordt losgelaten.
Afhankelijk van het type bewerking dat u het pedaal (SP-3) wilt laten uitvoeren, sluit de kabel van het pedaal aan op de DAMPER PEDAL aansluiting of de SOFT/SOSTENUTO PEDAL aansluiting van de digitale piano. Als u beide functies (aansluitingen) tegelijkertijd wilt gebruiken dan dient u een extra los verkrijgbaar pedaal aan te schaffen.
D-7
Aansluitingen
Pedaalaansluiting
U kunt de los verkrijgbare 3-pedaal eenheid (SP-30) aansluiten op de pedaalaansluiting aan de onderkant van de digitale piano. U kunt de pedalen gebruiken voor expressie op dezelfde wijze zoals bij een akoestische piano.
Onderkant
Pedaalaansluiting
OPMERKING
• De SP-30 pedaaleenheid ondersteunt het halverwege intrappen (gedeeltelijk intrappen) van het pedaal en u kunt de hoeveelheid van het pedaaleffect bijstellen dat uitgeoefend wordt wanneer het pedaal halverwege ingetrapt wordt. Zie “Overige instellingen” op pagina D-32 voor meer informatie.
• De los verkrijgbare CS-65P of CS-66P standaard is nodig om de SP-30 pedaaleenheid te kunnen gebruiken.
Aansluiten van geluidsapparatuur of een versterker
U kunt geluidsapparatuur of een versterker aansluiten op de digitale piano en het geluid dan via externe luidsprekers weergeven om een krachtiger geluid van een betere kwaliteit te verkrijgen.
BELANGRIJK!
• De digitale piano stelt de geluidsweergave automatisch bij om een optimale weergave via de hoofdtelefoon (bij aansluiten van de hoofdtelefoon) of via de ingebouwde luidsprekers (wanneer de hoofdtelefoon niet aangesloten is) te verzorgen. Hierdoor verandert tevens de kwaliteit die afgegeven wordt via de LINE OUT R en L/MONO aansluitingen van de digitale piano.
• Stel het volume altijd in op een laag niveau d.m.v. de VOLUME regelaar telkens wanneer u iets aan gaat sluiten op de digitale piano. Stel het volume in op het gewenste niveau nadat u de aansluiting tot stand gebracht heeft.
• Mocht u andere apparatuur aansluiten op de digital piano, zorg er dan voor de gebruiksaanwijzing van die apparatuur te lezen.
AUX IN aansluiting, enz. van de geluidsversterker
Pinstekker
Standaard aansluiting
INPUT 1
INPUT 2
Gitaarversterker, toetsenbordversterker, enz.
Standaard stekker
RECHTS (Rood)
LINKS (Wit)
Cassetterecorder, MIDI klankbron, enz.
D-8
Aansluitingen
Weergeven van het afgegeven signaal van externe apparatuur via de luidsprekers van de piano 1
Het via de LINE IN R aansluiting binnenkomende signaal klinkt via de rechter luidspreker terwijl het via de LINE IN L/MONO aansluiting binnenkomende signaal via de linker luidspreker klinkt. Als alleen op de LINE IN L/MONO aansluiting wordt aangesloten wordt hetzelfde signaal via beide luidsprekers geproduceerd. Het wordt aan u overgelaten om aansluitkabels aan te schaffen die compatibel zijn met de apparatuur waarop u gaat aansluiten.
Aansluiten op geluidsapparatuur 2
Gebruik los verkrijgbare kabels om de externe geluidsapparatuur aan te sluiten op de LINE OUT aansluitingen van de piano zoals aangegeven in Afbeelding 2. Het via de LINE OUT R aansluiting afgegeven signaal is het geluid van het rechter kanaal terwijl het via de LINE OUT L/MONO aansluiting afgegeven signaal het geluid van het linker kanaal is. Het wordt aan u overgelaten om aansluitkabels zoals die in de afbeelding aan te kopen voor het aansluiten van geluidsapparatuur. Gewoonlijk dient u bij deze configuratie de ingangskeuzeschakelaar in te stellen op de instelling die de aansluiting (zoals AUX IN) specificeert waarop de piano aangesloten is. Stel het volumeniveau bij d.m.v. de VOLUME regelaar van de piano.
Meegeleverde en los verkrijgbare accessoires
Gebruik enkel accessoires die gespecificeerd zijn voor het gebruik met deze digitale piano. Het gebruik van niet erkende accessoires kan het gevaar op brand, elektrische schok en persoonlijk letsel met zich meebrengen.
Aansluiten van een muziekinstrumentversterker 3
Gebruik los verkrijgbare kabels om de versterker aan te sluiten op de LINE OUT aansluitingen van de piano zoals aangegeven in Afbeelding 3. Het via de LINE OUT R aansluiting afgegeven signaal is het geluid van het rechter kanaal terwijl het via de LINE OUT L/ MONO aansluiting afgegeven signaal het geluid van het linker kanaal is. Wanneer op de LINE OUT L/ MONO aansluiting wordt aangesloten, worden beide kanalen slechts gemengd (dus niet gescheiden) weergegeven. Het wordt aan u overgelaten om aansluitkabels zoals die in de afbeelding aan te schaffen voor het aansluiten van de versterker. Stel het volumeniveau bij d.m.v. de VOLUME regelaar van de piano.
D-9
Selecteren van en spelen van een toon
START/STOP MUSIC LIBRARY REVERBMETRO VOL
TONEFUNCTION
CHORUS
METRONOME
VOLUME
/YES
/NO
Uw digitale piano heeft de volgende types ingebouwde tonen.
Toonnummers Toontype Aantal tonen
Verfijnde toon 11 001 tot en met 061 Verschillende 61 062 tot en met 189 GM (algemene MIDI) 128 190 tot en met 191 Slagwerk 2 series
Selecteren van een verfijnde toon
Druk op de POWER toets om de digitale
1.
piano in te schakelen.
Linkerkant
SPLITEFFECT
VARIOUS/GM TONES
BELANGRIJK!
• Wanneer u de digitale piano inschakelt, voert deze een startroutine uit waarbij de volgende boodschappen op het display verschijnen.
(1)
(2)
(3)
(4)
: Please wait! (Wachten a.u.b.!)
: Systeemstart (Aangegeven door het hier
getoonde “draaiende” displaypatroon.)
: Voltooid! (Keyboard en pedaal basisinstelling is
voltooid.)
: De keyboard- en pedaalbewerkingen zijn
beschikbaar maar de toetsbewerkingen zijn nog niet beschikbaar.
TONE/REGISTRATION
D-10
POWER toets
(5)
• Het kost ongeveer zes seconden om proces (4) te bereiken nadat u op de POWER toets drukt.
• De hoeveelheid tijd die nodig is voor proces (2) wordt langer en proces (4) wordt overgeslagen als u de spanning inschakelt terwijl het basisinstellinggeheugen van de digitale piano ingeschakeld is (pagina D-37).
Stel het volumeniveau bij d.m.v. de VOLUME
2.
: Systeeminstelling voltooid.
• Alle functies zijn nu beschikbaar.
regelaar.
Druk op een van de TONE toetsen (niet op de
3.
VARIOUS/GM TONES toets) om de
gewenste toon te selecteren.
• De namen van de verfijnde tonen zijn aangegeven boven de TONE toetsen.
• Hierdoor gaat de indicator branden van de toets van de geselecteerde toon.
Voorbeeld: GRAND PIANO (CLASSIC)
(Vleugel (klassiek))
Selecteren van een VARIOUS toon, GM toon of slagwerk
Selecteren van en spelen van een toon
OPMERKING
• Zie “Overige instellingen” op pagina D-32 voor informatie betreffende een andere methode die u kunt aanwenden om een toon toe te wijzen aan de VARIOUS/ GM TONES toets.
• De toon die u selecteerde in stap 3 zal toegewezen blijven aan de VARIOUS/GM TONES toets totdat u de digitale piano uitschakelt.
• Als een slagwerkset toegewezen is aan de VARIOUS/ GM TONES toets dan klinkt slagwerk wanneer u op de klaviertoetsen drukt terwijl de indicator boven de VARIOUS/GM TONES toets brandt. Zie pagina A-3 voor informatie betreffende de slagwerkklanken die toegewezen zijn aan elk van de klaviertoetsen.
Bijstellen van de helderheid van een toon
Druk op de FUNCTION toets.
1.
• Hierdoor gaat de indicator van de toets knipperen.
Zoek het nummer op van de gewenste
1.
VARIOUS toon, GM toon of het slagwerk d.m.v. de toonlijst op pagina A-1.
Voorbeeld: 003 MODERN PIANO
Druk op de VARIOUS/GM TONES toets.
2.
• De toetsindicator gaat branden om aan te geven dat de toon brandt die op dat moment toegewezen is aan de toets. Het toonnummer wordt aangegeven terwijl de toets ingedrukt gehouden wordt.
Voorbeeld: 001 LA PIANO
U kunt de toon veranderen die op het
3.
moment toegewezen is aan de VARIOUS/ GM TONES toets door de toets ingedrukt te
houden terwijl u de gewenste toon selecteert d.m.v. de /NO en/YES toetsen.
Druk op de EFFECT toets.
2.
• De EFFECT indicator gaat knipperen en de huidige helderheidsinstelling zal op het display verschijnen.
b: Helderheid
Stel het helderheidsniveau (–3 tot en met 0
3.
tot en met 3) in d.m.v. de /NO en /YES toetsen.
Om dit te doen: Druk op deze toets:
Maak de toon milder Maak de toon scherper
Druk nogmaals op de FUNCTION toets.
4.
• Hierdoor gaat de indicator onder de toets uit.
D-11
Selecteren van en spelen van een toon
Lagen van twee tonen aanbrengen
Volg de volgende procedure om lagen van twee tonen aan te brengen zodat die op hetzelfde moment klinken. De toon die u het eerst specificeert is de “hoofdtoon”, terwijl de toon die u als tweede specificeert de “gelaagde toon” wordt genoemd.
Houd de TONE toets ingedrukt en druk
1.
tegelijkertijd op de toets die correspondeert aan de gelaagde toon.
Voorbeeld: Houd de GRAND PIANO (CLASSIC) toets
ingedrukt en druk op de SYNTH-VOICE toets.
GRAND PIANO (CLASSIC) (Vleugel (klassiek))
SYNTH-VOICE (Synthesizerstem)
Splitsen van het toetsenbord tussen twee tonen
U kunt verschillende tonen toewijzen aan de klaviertoetsen aan de linkerkant (laag bereik) en de rechterkant (hoog bereik) van het toetsenbord.
Laag bereik Hoog bereik
STRINGS
(snaarinstrument)
Druk op de TONE toets van de toon die u wilt
1.
selecteren voor het hoge bereik.
Voorbeeld: GRAND PIANO (CLASSIC)
Druk op de SPLIT toets.
2.
• Hierdoor gaat de SPLIT indicator knipperen.
Druk op de TONE toets van de toon die u wilt
3.
selecteren voor het lage bereik.
Voorbeeld: STRINGS (snaarinstrument)
Splitspunt
GRAND PIANO (CLASSIC)
(Vleugel (klassiek))
(Vleugel (klassiek))
OPMERKING
• Als u d.m.v. de VARIOUS/GM TONES toets een van de bovenstaande tonen toewijst, dan zal de op dat moment aan de VARIOUS/GM TONES toets toegewezen toon verschijnen op het display terwijl de toets ingedrukt gehouden wordt. Merk op dat een ander toonnummer verschijnt afhankelijk van of u de VARIOUS/GM TONES toets eerst (voor toewijzing als de hoofdtoon) of als tweede indrukt (voor toewijzing aan de gelaagde toon).
• U kunt d.m.v. de /NO en /YES toetsen de toon veranderen die op het moment toegewezen is aan de VARIOUS/GM TONES toets door de toets ingedrukt te houden zodat het toonnummer aangegeven wordt.
Druk op een van de TONE toetsen om de
2.
lagen van het toetsenbord ongedaan te maken.
OPMERKING
• U kunt de balans bijstellen tussen de hoofdtoon en de gelaagde toon. Zie “Overige instellingen” op pagina D-32 voor meer informatie.
• U kunt geen lagen aanbrengen bij het toetsenbord tijdens de Duet functie of tijdens het opnemen naar Spoor 2 van de digitale piano.
Nadat u klaar bent met het gebruiken van het
4.
gesplitste toetsenbord kunt u nogmaals op de SPLIT toets drukken om de splitsing van het toetsenbord ongedaan te maken.
• Hierdoor gaat de SPLIT indicator uit.
OPMERKING
• U kunt het toetsenbord zodanig configureren dat het lagen heeft van twee tonen in het hoge bereik. Om dit te doen, dient u eerste de laagbewerking aan de linkerkant van deze pagina uit te voeren. Breng de splitsing in het toetsenbord daarna aan zoals hierboven is aangeven.
• U kunt geen splitsingen aanbrengen bij het toetsenbord tijdens de Duet functie of tijdens het opnemen naar Spoor 2 van de digitale piano.
D-12
Selecteren van en spelen van een toon
Specificeren van de plaats van het splitspunt van het toetsenbord
Houd de SPLIT toets ingedrukt en druk op de
1.
klaviertoets waar u wilt dat de linkergrens van het hoge bereik (rechts) zich bevindt.
Knippert
• Hierdoor verandert het splitspunt en wordt de naam van de ingedrukte klaviertoets aangegeven.
OPMERKING
• Het splitspunt vormt tevens de grens tussen het bereik van het begeleidingstoetsenbord (pagina’s D-18 tot en met D-21) en het bereik van het melodietoetsenbord. Wanneer de plaats van het splitspunt van het toetsenbord veranderd wordt, verandert tevens de grootte van de toetsenborden.
• Zie “Overige instellingen” op pagina D-32 voor informatie betreffende een andere methode die u kunt gebruiken om het splitspunt te veranderen.
Laag bereik
Splitspunt
Hoog bereik
Meest linkse klaviertoets van het hoge bereik
OPMERKING
• Het zwevingeffect (chorus) kan niet worden ingeschakeld terwijl de Duet functie ingeschakeld is bij de digitale piano.
Om het effecttype te veranderen
Schakel REVERB (nagalm) of CHORUS
1.
(zweving) in.
Houd de effecttoets (REVERB of CHORUS)
2.
ingedrukt om m.b.v. de /NO en /YES toetsen door het effecttype te veranderen zoals hieronder wordt aangegeven.
Reverb (nagalm)
• Nagalminstellingen 1: Kamer (room) 2: Kleine zaal (Small Hall) 3: Grote zaal (Large Hall) 4: Stadium
Chorus (zweving)
Gebruiken van effecten
Reverb. . . . . Nagalm laat uw noten resoneren.
Chorus . . . . Zweving voegt meer ruimtelijkheid toe
aan uw noten.
In- en uitschakelen van effecten
Schakel de effecten in en uit d.m.v. de
1.
REVERB en CHORUS toetsen zoals
hieronder wordt aangegeven.
• De indicator boven de toetsen tonen of de effecten in­of uitgeschakeld zijn.
Brandt
Aan
Uit
Brandt niet
Aan
Uit
• Zwevinginstellngen 1: Lichte zweving (Light Chorus) 2: Middelmatige zweving (Medium Chorus) 3: Diepe zweving (Deep Chorus) 4: Flanger (suisend effect)
OPMERKING
• Terwijl er lagen aangebracht zijn bij het toetsenbord heeft de chorus (zweving) aan/uit stand enkel invloed op de gelaagde toon. Terwijl er een splitsing aangebracht is bij het toetsenbord heeft de chorus (zweving) aan/uit stand enkel invloed op de tonen in het lage bereik.
D-13
Selecteren van en spelen van een toon
Gebruiken van de metronoom
Druk op de METRONOME toets.
1.
• Hierdoor start de metronoom.
• De twee indicators boven de START/STOP toets knipperen samen met de maatslagen van de metronoom.
Knippert bij de eerste
maatslag van elk maat.
Houd om het aantal maatslagen per maat te
2.
veranderen de METRONOME toets ingedrukt terwijl u op de /NO of /YES toets drukt.
• U kunt een waarde binnen het bereik lopend van 2 tot en met 6 instellen voor de maatslag. Er wordt klokgelui weergegeven bij de eerste maatslag van elke maat en de resterende maatslagen klinken als klikken. Door 0 te specificeren als de instelling wordt een gewone klik weergegeven zonder klokgelui. Met deze instelling kunt u oefenen met een vaste maatslag.
Knippert bij navolgende maatslagen.
Om het metronoomvolume in te stellen
OPMERKING
• U kunt de volgende procedure op elk moment uitvoeren ongeacht of de metronoom klinkt of niet.
Druk op de FUNCTION toets.
1.
• Hierdoor gaat de indicator boven de toets knipperen.
Druk op de METRO VOL toets.
2.
• Hierdoor gaat de indicator boven de toets knipperen.
Verander d.m.v. de /NO
3.
de instelling voor het metronoomvolume binnen het bereik lopende van 0 tot en met 42.
Druk nogmaals op de FUNCTION toets.
4.
• Hierdoor gaat de indicator boven de toets uit.
en /YES
toetsen
Druk op de FUNCTION toets.
3.
• Hierdoor gaat de indicator van de toets knipperen.
Stel d.m.v. the /NO en /YES toetsen het
4.
tempo in binnen het bereik lopend van 20 tot en met 255 maatslagen per minuut.
Langzamer
Druk nogmaals op de FUNCTION toets.
5.
• Hierdoor gaat de indicator boven de toets uit.
Druk nogmaals op de METRONOME toets of
6.
op de START/STOP toets om de metronoom te stoppen.
Sneller
OPMERKING
• Zie “Overige instellingen” op pagina D-32 voor informatie betreffende een andere methode die u kunt gebruiken om de instellingen voor de metronoom te configureren.
D-14
Selecteren van en spelen van een toon
6
Spelen van een pianoduet
U kunt de duetfunctie gebruiken om het toetsenbord van de piano in het midden te splitsen zodat twee personen een duet kunnen spelen. Het linker en het rechter toetsenbord hebben vrijwel hetzelfde bereik. Als u de los verkrijgbare SP-30 pedaaleenheid geïnstalleerd heeft, werkt het linker pedaal als het demppedaal voor het linker toetsenbord terwijl het rechter pedaal fungeert als het demppedaal voor het rechter toetsenbord. De Duet functie is de perfecte manier om les te geven waarbij de leraar aan de linkerkant zit en de leerling dezelfde melodie speelt op het rechter toetsenbord.
Toetsenbord
Linker toetsenbord Rechter toetsenbord
C3 C4 C5 C6 C3 C4 C5 C
(midden C) (midden C)
Splitspunt
Met deze configuratie:
SP-3 aangesloten op de DAMPER PEDAL aansluiting van de digitale piano.
SP-3 aangesloten op de SOFT/ SOSTENUTO aansluiting van de digitale piano die geconfigureerd is voor SOFT (pagina D-7)
SP-3 aangesloten op de SOFT/ SOSTENUTO aansluiting van de digitale piano die geconfigureerd is voor SOSTENUTO (pagina D-7)
OPMERKING
• De SP-3 pedaaleenheid ondersteunt de half-pedaal bewerking niet.
Druk op de MUSIC LIBRARY toets zodat de
1.
De SP-3 pedaaleenheid voert deze bewerking uit:
Rechter demppedaal
Linker demppedaal
Linker en rechter demppedaal
MUSIC LIBRARY indicator (onder de toets) gaat branden.
Pedalen
z Gebruiken van de los verkrijgbare SP-30
pedaaleenheid
Linker demppedaal
Linker en rechter demppedaal
OPMERKING
• Alleen het rechter demppedaal ondersteunt half-pedaal bediening.
z Gebruiken van de los verkrijgbare SP-3
pedaaleenheid
* Hier volgen de mogelijke configuraties voor de SP-3
pedaaleenheid.
Rechter demppedaal
Ofwel de linkerkant ofwel de rechterkant van het demppedaal afhankelijk van de configuratie*
OPMERKING
• In plaats van stap 1 kunt u de CARD toets indrukken zodat de indicator boven de toets gaat branden, waarna u naar stap 2 kunt gaan.
Druk op de TONE/REGISTRATION toets
2.
terwijl u de SPLIT toets ingedrukt houdt.
• Hierdoor wordt de Duet functie ingeschakeld waardoor “dUE” (duet) op het display verschijnt.
Om de Duet functie te verlaten drukt u op de
3.
SPLIT toets.
BELANGRIJK!
• De volgende functies zijn alle uitgeschakeld tijdens de Duet functie.
• Automatische begeleiding (pagina D-18)
• Registratie (pagina D-25)
• Recorder (pagina D-28)
D-15
Selecteren van en spelen van een toon
6
Veranderen van de octaven van de toetsenborden
U kunt de bereiken van de linker en rechter toetsenborden veranderen in octaafeenheden van hun oorspronkelijke instellingen. Dit is bijvoorbeeld handig als het oorspronkelijke bereuik niet genoeg is wanneer een persoon het gedeelte voor de linker hand en de andere persoon het gedeelte voor de rechter hand aan het spelen is.
Houd de SPLIT en TONE/REGISTRATION
1.
toetsen ingedrukt en druk op de C klaviertoets die u wilt plaatsen op C4 (midden C) van het linker toetsenbord.
• Dit verandert de octaaf van het toetsenbord en geeft het verschil aan tussen het normale toetsenbord (wanneer de Duet functie niet ingeschakeld) en de huidige instelling.
Voorbeeld: Door op de klaviertoets van de meest linkse
C te drukken wordt het hier onder gegeven bereik toegewezen.
Linker toetsenbord Rechter toetsenbord
C4 C5 C6 C7 C3 C4 C5 C
(Ingedrukte klaviertoets)
1 octaaf hoger dan de
oorspronkelijke instelling
Houd de SPLIT en TONE/REGISTRATION
2.
Onveranderd
toetsen ingedrukt en druk op de C klaviertoets die u wilt plaatsen op C4 (midden C) van het rechter toetsenbord.
OPMERKING
• U kunt de klaviertoetsen terugstellen op hun oorspronkelijke bereiken door de duetfunctie eerst uit te schakelen en vervolgens weer in te schakelen.
D-16
Weergeven van een ritme
FUNCTIONRHYTHM
START/STOP
SYNCHRO/FILL-IN
INTRO/ENDING MODE
/NO
/YES
Selecteren van een ritme
U kunt selecteren uit 70 ingebouwde melodieën.
Druk op de RHYTHM toets zodat de indicator
1.
er boven gaat branden.
• Telkens bij indrukken van de toets wordt heen en weer geschakeld tussen de indicators boven en onder de toets.
• Hierdoor verschijnt het op dat moment geselecteerde ritmenummer op het display.
Zoek het ritmenummer van het ritme dat u wilt
2.
gebruiken op in de ritmelijst op pagina A-4.
Bijstellen van het weergavetempo
Druk op de FUNCTION toets.
1.
• Hierdoor gaat de indicator van de toets knipperen.
Verander d.m.v. de /NO en /YES toetsen
2.
het tempo binnen het bereik lopende van 20 tot en met 255.
Druk nogmaals op de FUNCTION toets.
3.
• Hierdoor gaat de indicator boven de toets uit.
Blader m.b.v. de /NO en /YES toetsen
3.
door de ritmenummers totdat het gewenste nummer wordt getoond.
Druk op de START/STOP toets.
4.
• Hierdoor start het ritme.
Druk nogmaals op de START/STOP toets om
5.
het ritme te stoppen.
D-17
Loading...
+ 43 hidden pages