Casio LK-73 Owner's Manual [nl]

MIDI
MIDI
1 MODE 2 TRANSPOSE/TUNE/MIDI 3 Cijfertoetsen
4 START/STOP 5 LEFT/TRACK 1 6 RIGHT/TRACK 2
7 [+]/[–]
Wat is MIDI?
MIDI is een afkorting van Musical Instument Digital Interface, wat de Engelse naam is voor de wereldstandaard voor digitale signalen en aansluitingen die het uitwisselen van muziekdata mogelijk maakt tussen muziekinstrumenten en computers (machines) die door verschillende fabrikanten gemaakt zijn. MIDI aangepaste apparatuur kan boodschappen als drukken op en loslaten van klaviertoetsen, toonveranderingen en andere data uitwisselen. Hoewel u niet over speciale kennis over MIDI hoeft te beschikken om dit toestel op zichzelf te gebruiken, is het nodig enige kunde te hebben om MIDI bediening uit te voeren. Dit hoofdstuk geeft u een overzicht van MIDI zodat u voorlopig uit de voeten kunt.
1 Computer of ander MIDI toestel
Zorg ervoor de LOCAL CONTROL functie van dit
keyboard uit te schakelen (pagina D-54) om de MIDI THRU functie van een aangesloten computer, sequencer of ander MIDI toestel te gebruiken.
MIDI aansluitingen
MIDI boodschappen worden verzonden via de MIDI OUT aansluiting van de ene naar de MIDI IN aansluiting van een tweede machine via een MIDI kabel. Om bijvoorbeeld een boodschap van dit keyboard naar een andere machine te verzenden dient u met een MIDI kabel de MIDI OUT aansluiting van dit toestel aan te sluiten op de MIDI IN aansluiting van de andere machine. Om nu MIDI boodschappen terug te zenden naar dit keyboard dient u de MIDI OUT aansluiting van de andere machine m.b.v. een MIDI kabel aan te sluiten op de MIDI IN aansluiting van dit keyboard. Om een computer of ander MIDI toestel te gebruiken om met dit keyboard geproduceerde MIDI data op te nemen en weer te geven dient u zowel de MIDI IN als de MIDI OUT aansluitingen van beide machines aan te sluiten om data te zenden en te ontvangen.
641A-F-117A
MIDI kanalen
MIDI maakt het mogelijk de data voor meerdere onderdelen op hetzelfde moment te zenden waarbij elk onderdeel via een gescheiden MIDI kanaal verzonden wordt. Er zijn 16 MIDI kanalen, genummerd 1 tot en met 16, en MIDI kanaaldata wordt altijd bijgesloten bij het oversturen van data (toetsindrukken, pedaalbediening, etc.). Het zendende en het ontvangende toestel dienen op hetzelfde kanaal te worden ingesteld opdat het ontvangende toestel de data juist kan ontvangen en spelen. Als het ontvangende toestel bijvoorbeeld op kanaal 2 ingesteld is, zal het enkel MIDI kanaal 2 data ontvangen en alle andere kanalen negeren.
D-51
MIDI
Dit keyboard is uitgerust met multi-klankkleur mogelijkheden wat zoveel betekent als dat het tegelijkertijd boodschappen kan ontvangen via alle 16 MIDI kanalen en 16 onderdelen kan spelen. Bediening van keyboard en pedalen die uitgevoerd wordt op dit keyboard wordt uitgezonden door een MIDI kanaal in te stellen (1 - 16) en daarna de juiste boodschap te zenden.
zodat het aangesloten kan worden op een computer of ander toestel en gebruikt voor weergave van algemene MIDI data die gekocht, vanaf het internet geplukt of via andere bronnen verkregen worden.
Veranderen van MIDI instellingen
U kunt dit keyboard gebruiken samen met een externe sequencer, synthesizer of ander MIDI toestel om mee te spelen met verkrijgbare algemene MIDI software. Dit hoofdstuk vertelt u hoe de vereiste MIDI instellingen gemaakt kunnen worden bij het aansluiten van een extern toestel.
TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets
Algemene MIDI
Zoals we reeds gezien hebben maakt MIDI het mogelijk om muziekdata uit te wisselen tussen toestellen die geproduceerd zijn door verschillende fabrikanten. Deze muzikale data bestaat niet uit de noten zelf maar meer uit informatie of een klaviertoets ingedrukt wordt of losgelaten en het toonnummer. Als bijvoorbeeld toonnummer 1 op een keyboard geproduceerd door Bedrijf A PIANO is terwijl toonnummer 1 op een keyboard geproduceerd door Bedrijf B BASS dan zal bij zenden van data van het keyboard geproduceerd door Bedrijf A naar het keyboard geproduceerd door Bedrijf B een resultaat geven dat geheel anders is dan het origineel. Als een computer, sequencer of ander toestel met mogelijkheden voor automatische begeleiding gebruikt wordt om muziekdata te produceren voor het keyboard geproduceerd door Bedrijf A dat 16 onderdelen (16 kanalen) heeft en die data wordt gezonden naar het keyboard geproduceerd door Bedrijf B dat enkel 10 onderdelen (10 kanalen) kan produceren dan kunnen de onderdelen die niet kunnen worden geproduceerd ook niet gehoord worden. De standaard voor de toonnummerreeks, het aantal drumplaatjes en andere algemene factoren die de opzet van de geluidsbron bepalen, werd vastgesteld door onderlinge afspraken tussen de fabrikanten en wordt algemene MIDI genoemd. Deze algemene MIDI standaard definieert de nummerreeks, de nummerreeks van de drumgeluiden, het aantal MIDI kanalen dan gebruikt kan worden en andere algemene factoren die de opzet van de geluidsbron bepalen. Hierdoor kan op een algemene MIDI geluidsbron geproduceerde data weergegeven worden met gelijkwaardige tonen en identieke nuances als het origineel zelfs bij weergave via de geluidsbron van andere fabrikanten. Dit keyboard komt overeen met de algemene MIDI standaard
Telkens bij indrukken van de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets wordt naar het volgende van 12 instelschermen gegaan: het transponeerscherm, het stemscherm en 10 MIDI instelschermen. Mocht u per ongeluk het te gebruiken scherm voorbijgaan, blijf dan op de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets drukken totdat het scherm opnieuw verschijnt. Merk tevens op dat wanneer een instelscherm automatisch uit de display verdwijnt als u gedurende vijf seconden geen bediening uitvoert.
GM MODE (Default: uit)
J on (aan)
Dit keyboard speelt algemene MIDI data van een computer of ander extern toestel. De MIDI IN CHORD JUDGE functie kan niet gebruikt worden wanneer de GM MODE functie ingeschakeld (on) is.
J oFF (uit)
De MIDI IN CHORD JUDGE functie kan gebruikt worden.
1. Blijf dan op de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets
drukken totdat het GM MODE scherm verschijnt.
Voorbeeld:
Wanneer de GM MODE functie uitgeschakeld (off) is
D-52
641A-F-118A
2. Schakel de stand aan en uit m.b.v. de [+] en [–]
of [0] en [1] toetsen.
Voorbeeld:
Om de GM MODE functie in te schakelen
1 Brandt
KEYBOARD CHANNEL (keyboardkanaal)
MIDI
te laten branden, kunt u analyzeren hoe verschillende onderdelen van een arrangement gespeeld worden.
1. Blijf dan op de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets
drukken totdat het NAVIGATE CHANNEL scherm verschijnt.
2. Verander van kanaalnummer m.b.v. de [+], [–]
en cijfertoetsen [1] - [8].
Voorbeeld:
om kanaal 2 in te stellen
Het navigeerkanaal wordt automatisch ingesteld op 1
wanneer u MIDI IN CHORD JUDGE inschakelt.
Dit keyboardkanaal is het kanaal dat gebruikt wordt om MIDI boodschappen van dit keyboard te zenden naar een extern toestel. Als keyboardkanaal kunt u één kanaal van 1 t/m 16 instellen.
1. Blijf dan op de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets
drukken totdat het KEYBOARD CHANNEL scherm verschijnt.
2. Verander van kanaalnummer m.b.v. de [+] en
[–] cijfertoetsen.
Voorbeeld:
om kanaal 4 in te stellen
NAVIGATE CHANNEL (Default: 4)
Bij ontvangst van MIDI boodschappen van een extern toestel voor weergave op dit keyboard is het navigeerkanaal het kanaal waarvan de data in de display verschijnt en dat gebruikt wordt om klaviertoetsen te laten branden. Als navigeerkanaal kunt u één kanaal van 1 t/m 8 instellen. Daar deze instelling u data op elk kanaal van in de handel verkrijgbare MIDI software laat gebruiken om klaviertoetsen
J Om bepaalde klanken uit te schakelen tijdens
weergave van MIDI data die ontvangen wordt
Navigeerkanaal aan/uit
1. Druk op de RIGHT/TRACK 2 toets alvorens
MIDI data te spelen.
Hierdoor wordt het geluid van het
navigeerkanaal uitgeschakeld maar klaviertoetsen blijven oplichten in overeenkomst met de via dat kanaal ontvangen data. Druk nogmaals op de RIGHT/TRACK 2 toets om het kanaal opnieuw in te schakelen.
Volgende lagere kanaal van het navigeerkanaal aan/ uit
1. Druk op de LEFT/TRACK 1 toets alvorens MIDI
data te spelen.
Hierdoor wordt het geluid uitgeschakeld van het
kanaal dat één lager is dan het navigeerkanaal maar klaviertoetsen blijven oplichten in overeenkomst met de via dat kanaal ontvangen data. Druk nogmaals op de LEFT/TRACK 1 toets om het kanaal opnieuw in te schakelen.
Voorbeeld:
Als het navigeerkanaal 4 is, dan zal de bovenstaande handeling kanaal 3 uitschakelen. Als het navigeerkanaal 1 of 2 is, schakelt de bovenstaande handeling kanaal 8 uit.
641A-F-119A
D-53
MIDI
MIDI IN CHORD JUDGE (Default: uit)
J on (aan)
Bij instelling van een akkoordinstelmethode gekozen wordt met de MODE schakelaar, worden akkoorden ingesteld door de kanaalnootdata die binnenkomt via de MIDI IN aansluiting.
J oFF (uit)
MIDI IN CHORD JUDGE is uitgeschakeld.
1. Blijf dan op de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets
drukken totdat het MIDI IN CHORD JUDGE scherm verschijnt.
2. Schakel de stand aan en uit m.b.v. de [+] en [–]
of [0] en [1] toetsen.
Voorbeeld:
Om de MIDI IN CHORD JUDGE functie in te schakelen
LOCAL CONTROL uit (off) wanneer de MIDI THRU functie van een computer of extern toestel gebruikt wordt. Merk tevens op dat geen geluid geproduceerd zal worden door het keyboard als LOCAL CONTROL uitgeschakeld en geen extern toestel aangesloten is.
1. Blijf dan op de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets
drukken totdat het LOCAL CONTROL scherm verschijnt.
Voorbeeld:
Als LOCAL CONTROL ingeschakeld is
2. Schakel de stand aan en uit m.b.v. de [+] en [–]
of [0] en [1] toetsen.
Voorbeeld:
Om LOCAL CONTROL uit te schakelen
De MIDI IN CHORD JUDGE functie wordt automatisch
uitgeschakeld wanneer u naar een ander navigeerkanaal dan 01 verandert.
LOCAL CONTROL (Default: aan)
Deze instelling bepaalt of het toetsenbord en de klankbron van dit keyboard intern aangesloten zijn of niet. Bij opname naar een computer of een ander extern toestel aangesloten op de MIDI IN/OUT aansluiting, helpt het als LOCAL CONTROL uitgeschakeld is.
J on (aan)
Alles dat op het toetsenbord gespeeld wordt, zal ook weergegeven worden door de interne klankbron en tegelijkertijd worden afgegeven als een MIDI boodschap via de MIDI OUT aansluiting.
J oFF (uit)
Alles dat gespeeld wordt op dit toetsenbord wordt als MIDI boodschap afgegeven via de MIDI OUT aansluiting zonder te worden weergegeven door de interne klankbron. Schakel
D-54
LOCAL CONTROL ingeschakeld (aan)
Op het toetsenbord gespeelde noten worden weergegeven door de interne klankbron en afgegeven als MIDI boodschap via de MIDI OUT aansluiting.
LOCAL CONTROL uitgeschakeld (uit)
Op het toetsenbord gespeelde noten worden afgegeven als MIDI boodschap via de MIDI OUT aansluiting maar niet weergegeven door de interne klankbron. De MIDI THRU aansluiting van het aangesloten toestel kan gebruikt worden om de MIDI boodschap terug te sturen en weer te geven via zijn eigen geluidsbron.
641A-F-120A
ACCOMP MIDI OUT (Default: uit)
J on (aan)
De automatische begeleiding wordt gespeeld door het keyboard en de corresponderende MIDI boodschap afgegeven via de MIDI OUT aansluiting.
MIDI
SUSTAIN/ASSIGNABLE JACK
J oFF (uit)
MIDI boodschappen van de automatische begeleiding worden niet afgegeven via de MIDI OUT aansluiting.
1. Blijf dan op de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets
drukken totdat het ACCOMP MIDI OUT scherm verschijnt.
Voorbeeld:
Als ACCOMP MIDI OUT uitgeschakeld is
2. Schakel de stand aan en uit m.b.v. de [+] en [–]
of [0] en [1] toetsen.
Voorbeeld:
Om ACCOMP MIDI OUT in te schakelen
TOUCH CURVE (Default: 0)
J 0
Normale toetsgevoeligheidcurve
J 1
Luider dan een normale toon zelfs wanneer weinig druk gebruikt wordt om op klaviertoets te drukken. Als de het aanslagvolume uitgeschakeld is, wordt geluid bij een luider volume dan gewoonlijk weergegeven.
1. Blijf dan op de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets
drukken totdat het TOUCH CURVE SELECT scherm verschijnt.
2. Schakel de stand aan en uit m.b.v. de [+] en [–]
of [0] en [1] toetsen.
Voorbeeld:
Om toetsgevoeligheidcurve 1 in te stellen
J SUS (aanhouden)
Stelt een aanhoudeffect*1 in bij indrukken van het pedaal.
J SoS (sostenuto)
Stelt een sostenuto-effect*2 in bij indrukken van het pedaal.
J SFt (zacht)
Bewerkstelligt een vermindering van het geluid in bij indrukken van het pedaal.
J rHy (ritme)
Bewerkstelligt bediening van de START/STOP toets bij indrukken van het pedaal.
1. Blijf dan op de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets
drukken totdat het SUSTAIN/ASSIGNABLE JACK scherm verschijnt.
Voorbeeld:
Als aanhouden ingeschakeld is
2. Verander de stand m.b.v. de [+] en [–] of [0], [1],
[2] en [3] toetsen.
Voorbeeld:
Om het ritme in te stellen
*1. Aanhouden
Bij pianotonen an andere klanken die wegsterven, werkt het pedaal als een demppedaal waarbij de klanken langer aangehouden worden dan het pedaal ingedrukt gehouden wordt. Bij orgeltonen en andere doorlopende klanken blijven op het keyboard gespeelde noten aangehouden worden totdat het pedaal wordt losgelaten. In beide gevallen wordt het aanhoudeffect tevens uitgeoefend op noten die gespeeld worden terwijl het pedaal reeds ingedrukt is.
*2. Sostenuto
Dit effect werkt hetzelfde als bij aanhouden behalve dat het enkel uitgeoefend wordt op noten die reeds klinken op het moment dat het pedaal ingedrukt wordt. Noten
641A-F-121A
D-55
MIDI
die dus gespeeld worden als het pedaal reeds ingedrukt is, worden niet beïnvloed.
SOUND RANGE SHIFT (Default: aan)
J on (aan)
Verschuift tonen in het lage bereik naar een lagere octaaf en “072 PICCOLO” naar een hogere octaaf.
J oFF (uit)
Speelt tonen in het lage bereik en “072 PICCOLO” op hun normale niveau.
op het gehele keyboard. Die zonder asterisk betreffen boodschappen die slechts op een kanaal invloed hebben.
NOTE ON/OFF (noot aan/uit)
Deze boodschap zendt data bij het indrukken (NOTE ON) of loslaten (NOTE OFF) van klaviertoetsen. Een NOTE ON/OFF boodschap bevat een nootnummer (om aan te geven welke toets ingedrukt of losgelaten wordt) en snelheid (druk op het toetsenbord tussen 1 en 127). NOTE ON snelheid wordt altijd gebruikt om het relatieve volume van de noot te bepalen. Dit keyboard ontvangt geen NOTE OFF snelheidsdata. Bij indrukken of loslaten van een klaviertoets bij dit keyboard wordt de corresponderende NOTE ON of NOTE OFF boodschap verzonden via de MIDI OUT aansluiting.
1. Blijf dan op de TRANSPOSE/TUNE/MIDI toets
drukken totdat het SOUND RANGE SHIFT scherm verschijnt.
2. Verander de stand m.b.v. de [+] en [–] of [0] en
[1] toetsen.
Voorbeeld:
Om SOUND RANGE SHIFT uit te schakelen
Boodschappen
Er is een grote hoeveelheid boodschappen gedefinieerd onder de MIDI standaard en dit hoofdstuk geeft de details betreffende die boodschappen die verzonden en ontvangen kunnen worden door dit keyboard. Een asterisk wordt gebruikt om boodschappen aan te duiden die invloed hebben
D-56
De toonhoogte van een noot hangt af van de gebruikte toon
zoals aangegeven in de “Notentabel” op pagina A-1. Wanneer dit keyboard een nootnummer ontvangt dat buiten zijn bereik van noten valt wordt dezelfde noot van de dichtstbijliggende octaaf gesubstitueerd.
PROGRAM CHANGE
(programmaverandering)
Dit is de toonkeuzeboodschap. De PROGRAM CHANGE kan toondata bevatten binnen het bereik van 0 - 127. Een programmaveranderboodschap wordt verzonden via de MIDI OUT aansluiting van het keyboard telkens wanneer u het toonnummer met de hand verandert. Ontvangst van een programmaveranderboodschap van een externe machine verandert de tooninstelling van dit keyboard.
Dit keyboard ondersteunt 128 tonen in het bereik van 0 t/m
127. Kanaal 10 is echter het percussie-enkel kanaal en de kanalen 0, 8, 16, 24, 25, 32, 40, 48 en 62 corresponderen aan de negen drumklanken van dit keyboard.
641A-F-122A
PITCH BEND (toonhoogtebereik)
Deze boodschap bevat informatie betreffende buigen van de toonhoogte zodat de toonhoogte tijdens spelen op het toetsenbord soepeltjes omhoog en omlaag gaat. Dit keyboard zendt geen toonhoogtebuigdata maar kan wel dergelijke data ontvangen.
MIDI
De met het voetpedaal uitgeoefende aanhoud-
(regelnummer 64) sostenuto (regelnummer 66) en het zachte (regelnummer 67) effecten zijn ook van kracht.
ALL SOUND OFF (alle geluid uit)
CONTROL CHANGE
(bedieningsverandering)
Deze boodschap voegt effecten toe zoals vibrator en veranderingen in het volume die optreden tijdens spelen op het keyboard. Bedieningsveranderdata bevatten een bedieningsnummer (om het type effect te identificeren) en een bedieningswaarde (om de aan/uit status en de effectdiepte in te stellen).
Hieronder volgt een lijst van data die verzonden of ontvangen kan worden met de bedieningsverandering.
Effect Bedieningsnummer
Modulation (Modulatie) 1
Volume 7
Pan 10
Expression (Expressie) 11
Hold 1 64
Sostenuto 66
Soft Pedal (Zacht pedaal) 67
RPN* 100 / 101
Data Entry (Data-invoer) 6/38
geeft enkel-ontvangst boodschappen aan
* RPN is de afkorting van Registered Parameter Nummer
(geregistreerd parameternummer) dat een speciale bedieningsveranderingsnummer is, gebruikt voor het combineren van meervoudige bedieningsveranderingen. De bediende parameter wordt ingesteld met de bedieningswaarden 100 en 101 waarna instellingen worden gemaakt m.b.v. de bedieningswaarden van voor DATA ENTRY (regelnummers 6 en 38). Dit keyboard gebruikt RPN om transponeren (de algehele afstemming van dit keyboard in stapjes van een halve toon) en de afstemming (de algehele fijnafstemming van dit keyboard en de gevoeligheid van toonhoogtebuiging (toonhoogtebreedte in overeenkomst met buigdata) van een ander extern MIDI toestel te regelen bij dit keyboard.
Deze boodschap dwingt al het via het betreffende kanaal geproduceerde geluid te stoppen.
ALL NOTES OFF (alle noten uit)
Deze boodschap schakelt alle via het betreffende kanaal geproduceerde noten uit.
Eventueel via een aanhoudpedaal of een sostenutopedaal
aangehouden noten blijven klinken tot de volgende pedaal uit boodschap ontvangen wordt.
RESET ALL CONTROLLERS
(alle regelaars terugstellen)
Deze boodschap stelt toonhoogteregeling en andere bedieningsveranderingen terug naar de normale staat.
SYSTEM EXCLUSIVE* (systeem-exclusief)
Deze boodschap wordt gebruikt om systeemexclusieve kenmerken te regelen zoals toonfijnregelingen die uniek zijn voor een bepaalde machine. Oorspronkelijk betekende systeemexclusief dat het kenmerkend was voor een bepaald model maar tegenwoordig zijn er als je het zo mag omschrijven “universele systeemexclusieve” kenmerken die van toepassing zijn bij machines van verschillende modellen en zelfs van verschillend fabrikaat. Hieronder volgen de systeemexclusieve boodschappen die door dit keyboard worden ondersteund.
J GM SYSTEM ON ([F0][7E][7F][09][01][F7])
De GM SYSTEM ON functie wordt door een externe machine gebruikt om het GM systeem van dit keyboard in te schakelen. GM betekent “General MIDI” ofwel algemene MIDI.
GM SYSTEM ON neemt meer tijd in beslag dan andere
boodschappen zodat wanneer GM SYSTEM ON in de sequencer opgeslagen is het meer dan 100 msec kan duren tot de volgende boodschap.
641A-F-123A
D-57
MIDI
J GM SYSTEM OFF ([F0][7E][7F][09][02][F7])
GM SYSTEM OFF wordt door een externe machine gebruikt om het GM systeem van dit keyboard uit te schakelen.
D-58
641A-F-124A
Loading...
+ 16 hidden pages