Canon POWERSHOT G7X User Manual [nl]

Gebruikershandleiding
● Zorg dat u deze handleiding leest, inclusief het gedeelte
=
“Veiligheidsmaatregelen” (
gebruik neemt.
● Door deze handleiding te lezen, leert u de camera correct
te gebruiken.
● Bewaar deze handleiding goed, zodat u deze in de toekomst
kunt raadplegen.
15), voordat u de camera in
● Klik op de knoppen rechtsonder om andere pagina’s te openen.
: Volgende pagina
: Vorige pagina
: Pagina voordat u op een koppeling klikte
● Als u naar het begin van een hoofdstuk wilt gaan, klikt u op de
hoofdstuktitel aan de rechterkant.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
NEDERLANDS
© CANON INC. 2014 CEL-SV5SA280
1
Compatibele geheugenkaarten
Vóór gebruik
Vóór gebruik
Informatie om te beginnen
Inhoud van de verpakking
Controleer, voordat u de camera in gebruik neemt, of de verpakking de onderstaande onderdelen bevat. Indien er iets ontbreekt, kunt u contact opnemen met uw leverancier.
=
Batterij
NB-13L*
Polsriem
2).
Camera
Batterijlader
CB-2LH/CB-2LHE
* Verwijder het label van de batterij niet.
De verpakking bevat ook gedrukt materiaal.
Een geheugenkaart is niet bijgesloten (
De volgende geheugenkaarten (afzonderlijk verkrijgbaar) kunnen, ongeacht de capaciteit, worden gebruikt.
SD-geheugenkaarten*
SDHC-geheugenkaarten*1*
SDXC-geheugenkaarten*1*
*1 Kaarten die voldoen aan de SD-normen. Niet voor alle geheugenkaarten is de
werking in deze camera geverieerd.
*2 UHS-I-geheugenkaarten worden ook ondersteund.
1
2
2
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
2
Opmerkingen vooraf en wettelijke informatie
Vóór gebruik
Basishandleiding
Maak enkele proefopnamen en bekijk deze om te controleren of de
beelden goed zijn opgenomen. Canon Inc., dochterondernemingen van Canon en andere aangesloten bedrijven en distributeurs zijn niet aansprakelijk voor welke gevolgschade dan ook die voortvloeit uit enige fout in de werking van een camera of accessoire, inclusief kaarten, die ertoe leidt dat een opname niet kan worden gemaakt of niet kan worden gelezen door apparaten.
De beelden die met deze camera worden opgenomen, zijn bedoeld
voor persoonlijk gebruik. Zie af van het onbevoegd maken van opnamen dat een overtreding is van het auteursrecht, en denk eraan dat, ook al is de opname gemaakt voor persoonlijk gebruik, het fotograferen in strijd kan zijn met het auteursrecht of andere wettelijke rechten op bepaalde voorstellingen of tentoonstellingen, of in bepaalde commerciële omstandigheden.
Meer informatie over de garantie voor uw camera of de Canon
Klantenservice vindt u in de garantie-informatie in het pakket met het instructieboekje dat bij uw camera wordt geleverd.
Hoewel de LCD-monitor onder productieomstandigheden voor
uitzonderlijk hoge precisie is vervaardigd en meer dan 99,99% van de pixels voldoet aan de ontwerpspecicaties, kunnen pixels in zeldzame gevallen gebreken vertonen, of als rode en zwarte punten zichtbaar zijn. Dit is geen teken van beschadiging van de camera en heeft geen invloed op de opgenomen beelden.
Er zit mogelijk een dunne plastic laag over de LCD-monitor om deze
te beschermen tegen krassen tijdens het vervoer. Verwijder deze laag voordat u de camera gaat gebruiken.
De camera kan warm worden als deze gedurende langere tijd wordt
gebruikt. Dit is geen teken van beschadiging.
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
3
)
)
(7)
(1) (3)(2) (4) (5) (6)
)
Namen van onderdelen en conventies die
(
(
(
(
(8) (12)(13)(5) (11)(7)(6) (10)(9) (2)
in deze handleiding worden gebruikt
Vóór gebruik
Basishandleiding
(8) (9)
(
)
1
)
2
)
3
)
4
(1) Zoomknop
Opnemen: [
Afspelen: [
(2) Riembevestigingspunt
(3) Lampje
(4) Lens
(5) Belichtingscompensatieknop
(6) Programmakeuzewiel
(7) Ontspanknop
(8) ON/OFF-knop
(telelens)] /
(groothoek)]
[
(vergroten)] /
(index)]
[
(9) Luidspreker
(10) Flitser
(11) Ring
(Flitser)]-schakelaar
(12) [
(13) Antenne voor Wi-Fi
(N-teken)*
(14)
(15) Aansluiting statief
(16) Klepje van geheugenkaart/
batterijhouder
(17) Klepje gelijkstroomkoppeling
(16)(17)(15)(14)
(15) (14)
(16)
(1) Scherm (LCD-monitor)*
(2) Microfoon
(3) DIGITAL-aansluiting
(4) HDMI
(5) Knop [
(6) Controleknop
1
(7) Knop [
(8) Filmknop
(9) Knop [
*1 Gebruikt bij NFC-functies (= *2 Tikken op het scherm worden mogelijk minder goed gedetecteerd wanneer
TM
-aansluiting
(Mobiele
apparaatverbinding)]
(Selectie voor de
ringfunctie)] / [
(Transport mode)] /
(Wi-Fi)] / Omhoog
[
u gebruik maakt van een schermbescherming. Verhoog in dit geval de gevoeligheid van het aanraakscherm (
2
(1 beeld wissen)]
128).
(10) FUNC./SET-knop
(11) Knop [
(12) Knop [
(13) Indicator
(14) Knop [
(15) Knop [
(16)
=
156).
(Flitser)] / Rechts
Omlaag
(Afspeel)]
Knop [ (Macro)] /
(Handmatig scherpstellen)] /
[ Links
(Weergave)] /
]
10
(11)
(
12
(
13
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
4
z Aan de controleknop draaien is één
van de mogelijkheden om verschillende instellingen te kiezen, van beeld naar beeld te gaan en andere handelingen uit te voeren. Het merendeel van deze handelingen kunt u ook uitvoeren met de knoppen [ ][ ][ ][ ].
In deze handleiding worden pictogrammen gebruikt om de
bijbehorende cameraknoppen en controleknoppen, waarop de pictogrammen zijn afgebeeld of die er op lijken, aan te duiden.
De onderstaande cameraknoppen en bedieningselementen worden
met de volgende pictogrammen aangeduid:
] Ring (11) aan de voorkant
[
] Knop omhoog (9) aan de achterkant
[ [ ] Knop links (16) aan de achterkant [ ] Knop rechts (11) aan de achterkant [ ] Knop omlaag (12) aan de achterkant [ ] Controleknop (6) aan de achterkant
Opnamestanden en pictogrammen en tekst op het scherm worden
tussen haakjes weergegeven.
: Wat u beslist moet weten
: Opmerkingen en tips voor deskundig cameragebruik
: Geeft handelingen op het aanraakscherm aan
=xx: Pagina’s met verwante informatie (in dit voorbeeld staat “xx”
voor een paginanummer)
De instructies in deze handleiding gelden voor een camera die op de
standaardinstellingen is ingesteld.
Voor het gemak verwijst “de geheugenkaart” naar alle ondersteunde
geheugenkaarten.
De symbolen “
functie wordt gebruikt voor foto’s of lms.
Foto’s” en “ Films” onder titels geven aan of de
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
5
Inhoudsopgave
Vóór gebruik
Informatie om te beginnen ............................................... 2
Inhoud van de verpakking ..............................................................2
Compatibele geheugenkaarten ......................................................2
Opmerkingen vooraf en wettelijke informatie.................................3
Namen van onderdelen en conventies die in deze handleiding
worden gebruikt ..............................................................................4
Algemene bediening camera .......................................................13
Veiligheidsmaatregelen ................................................................15
Basishandleiding
Basishandelingen ........................................................... 18
Voordat u begint ...........................................................................18
De riem bevestigen .........................................................................18
De camera vasthouden ...................................................................18
De batterij opladen ..........................................................................19
De batterij en geheugenkaart plaatsen ...........................................19
De batterij en geheugenkaart verwijderen ..................................20
De datum en tijd instellen ................................................................20
De datum en tijd wijzigen ............................................................21
Weergavetaal ..................................................................................22
De interne oplaadbare lithiumbatterij recyclen.............................22
De camera testen .........................................................................23
Opnamen maken (Smart Auto) .......................................................23
Bekijken ...........................................................................................24
Bediening via het aanraakscherm ..................................................25
Beelden wissen ...........................................................................25
Handleiding voor gevorderden
1
Basishandelingen van de camera .......................................26
Aan/Uit ..........................................................................................26
Spaarstandfuncties (Automatisch uit) .............................................27
Spaarstand in de opnamemodus ...............................................27
Spaarstand in de afspeelmodus .................................................27
Ontspanknop ................................................................................27
Opnamestanden ...........................................................................28
De hoek en de stand van het scherm aanpassen .......................28
Opties opnameweergave .............................................................29
Het menu FUNC. gebruiken .........................................................29
Bediening via het aanraakscherm gebruiken om instellingen
te congureren ................................................................................30
Het menuscherm gebruiken .........................................................30
Bediening via het aanraakscherm ..................................................31
Toetsenbord op het scherm .........................................................32
Indicatorweergave ........................................................................32
Klok ...............................................................................................33
2 Auto-modus/Modus Hybride automatisch .............. 34
Opnamen maken met door de camera bepaalde instellingen .....34
Opnamen maken (Smart Auto) .......................................................34
Opnamen maken in de modus Hybride automatisch .....................36
Digest-lm afspelen ....................................................................36
Foto’s/lms ..................................................................................37
Foto’s...........................................................................................37
Films ............................................................................................37
Compositiepictogrammen ...............................................................38
Scènes voor continue opname ...................................................39
Pictogrammen voor beeldstabilisatie ..............................................39
Kaders op het scherm .....................................................................40
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
6
Algemene, handige functies .........................................................40
Nader inzoomen op het onderwerp (Digitale Zoom) ......................40
Opnemen met vooraf ingestelde brandpuntsafstanden
(Trapsgewijs zoomen)
De zelfontspanner gebruiken ..........................................................41
Camerabeweging vermijden met de zelfontspanner ..................42
De zelfontspanner aanpassen ....................................................42
Opnamen maken door het scherm aan te raken (Touch Shutter)
Continue opnamen maken ..............................................................43
Beelden weergeven tijdens het afspelen ....................................43
.....................................................................41
...42
Gezichts-ID gebruiken ..................................................................44
Persoonlijke gegevens ....................................................................44
Gezichts-ID-gegevens registreren ..................................................44
Opnamen maken .............................................................................45
Geregistreerde gegevens controleren en bewerken ......................46
Gezichtsgegevens overschrijven en toevoegen .........................47
Geregistreerde gegevens wissen ...............................................48
Functies voor de beeldaanpassing ..............................................48
De verhouding wijzigen ...................................................................48
De beeldresolutie wijzigen (grootte)................................................49
Richtlijnen voor het kiezen van de resolutie op basis van
het papierformaat (voor 3:2-beelden) .........................................49
Groenige beeldgebieden door kwiklampen corrigeren ...................49
Beeldkwaliteit van lms wijzigen .....................................................50
Handige opnamefuncties .............................................................50
De digitale horizon met twee assen gebruiken ...............................50
Het gebied waarop wordt scherpgesteld vergroten ........................51
Controleren op gesloten ogen .........................................................51
De camerabewerkingen aanpassen ............................................52
Het AF-hulplicht uitschakelen ..........................................................52
Het lampje voor rode-ogenreductie uitschakelen ...........................52
De weergavestijl van het beeld na opnamen wijzigen ....................52
De weergaveduur van het beeld na opnamen wijzigen .............52
Het weergegeven scherm na de opname wijzigen ....................53
3 Andere opnamemodi ................................................. 54
Genieten van diverse beelden van elke opname
(Creatieve opname) .....................................................................54
Effecten kiezen ................................................................................55
Specieke scènes ........................................................................55
Functies voor onderwateropnamen gebruiken ...............................57
Onderwateropnamen maken met een scherpstelbereik ............57
De witbalans corrigeren ..............................................................57
Beeldeffecten (Creatieve lters) ...................................................58
Opnamen met veel contrast maken (High Dynamic Range) ..........58
Artistieke effecten toevoegen .....................................................59
Opnamen maken met verbleekte kleuren (Nostalgisch) ................59
Opnamen maken met het effect van een visooglens
(Fisheye-effect) ...............................................................................60
Foto’s die lijken op een miniatuurmodel (Miniatuureffect) ..............60
Afspeelsnelheid en geschatte afspeeltijd
(voor clips van één minuut) .........................................................61
Opnamen maken met een speelgoedcamera-effect
(Speels effect) .................................................................................61
Onderwerpen eruit laten springen (Achtergrondvervaging) ...........62
Opnamen met een soft-focuseffect .................................................62
Opnamen maken in monochroom ..................................................63
Speciale standen voor andere doeleinden ..................................63
Automatisch opnamen maken na gezichtsdetectie
(Smart Shutter)
Automatisch opnemen na glimlachdetectie ................................63
De knipoogdetectie gebruiken ....................................................64
De gezicht-zelfontspanner gebruiken .........................................65
................................................................................63
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
7
Opnamen maken van de sterrenhemel (Ster) ................................66
Opnamen maken van mensen met een sterrenhemel als
achtergrond (Sterrenportret) .......................................................66
Opnamen maken van nachtscènes onder de sterrenhemel
(Sterrenhemel) ............................................................................67
Sterrenbanen opnemen (Sterrenbanen) ....................................68
Films maken van sterrenbeweging (Time-lapselm sterren) .....69
Kleuren aanpassen .....................................................................70
Verschillende lms opnemen .......................................................71
Films maken in de standaardmodus ...............................................71
Belichting vergrendelen of wijzigen voordat u een
maakt ............................................................................71
opname
iFrame-lms opnemen ....................................................................72
4 P-modus ..................................................................... 73
Opnamen maken met programma AE ([P]-modus) ..................... 73
Helderheid van het beeld (Belichting) ..........................................74
De helderheid van het beeld aanpassen
(Belichtingscompensatie) ................................................................74
Belichting en helderheid van beeld vergrendelen (AE lock) ...........74
De meetmethode wijzigen ...............................................................74
Het spotmetingpuntkader aan het AF-kader koppelen ...............75
De ISO-waarde wijzigen .................................................................75
Aanpassen van automatische instellingen voor ISO ..................76
Het niveau van ruisreductie wijzigen (Hoog ISO nr.) ......................76
Auto Exposure-bracketing (AEB-opname) .....................................76
De helderheid corrigeren (i-Contrast) .............................................77
Dynamic Range-correctie (DR-correctie) ...................................77
Schaduwcorrectie .......................................................................78
Het ND-lter gebruiken ....................................................................78
Beeldkleuren ................................................................................78
De witbalans aanpassen .................................................................78
Aangepaste witbalans .................................................................79
De witbalans handmatig corrigeren ............................................79
De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors) ..........................80
Custom Kleur ..............................................................................80
Opnamebereik en scherpstellen ..................................................81
Close-ups maken (macro) ...............................................................81
Opnamen maken in de modus Handmatig scherpstellen ..............81
Het scherpstelgebied eenvoudig bepalen (MF-peaking) ...........82
Focusbracketing (modus BKT-Focus) ........................................82
Digitale telelens ...............................................................................83
De modus AF Frame wijzigen .........................................................83
1-punts ........................................................................................83
Positie en afmeting van AF-kaders wijzigen (1-punts) ...............84
Gezichts-AiAf ..............................................................................84
Opnamen maken met Servo AF .................................................85
De focusinstelling veranderen .........................................................85
Een persoon selecteren op wie u wilt scherpstellen
(Gezichtsselectie) ............................................................................85
Onderwerpen kiezen om op scherp te stellen (Touch AF)..............86
Opnamen maken met AF lock ........................................................87
Continue opnamen maken terwijl de camera op het onderwerp
blijft scherpstellen
............................................................................87
Flitser ............................................................................................88
Flitsermodus wijzigen ......................................................................88
Automatisch ................................................................................88
Aan ..............................................................................................88
Slow sync ....................................................................................88
Uit ................................................................................................88
De itsbelichtingscompensatie aanpassen .....................................89
Opnamen maken met FE-lock ........................................................89
De itstiming wijzigen ......................................................................90
RAW-beelden opnemen ...............................................................90
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
8
Overige instellingen ......................................................................91
De compressieverhouding wijzigen (Beeldkwaliteit) ......................91
Instellingen van de IS-modus wijzigen ............................................91
Filmen met onderwerpen op hetzelfde formaat als waarop
ze voor het lmen worden weergegeven....................................92
De kleur van de informatie op het opnamescherm wijzigen ...........92
5 Tv-, Av-, M- en C-modus ............................................ 93
Specieke sluitertijden (Modus [Tv]) ............................................93
Specieke diafragmawaarden (Modus [Av]) ................................94
Specieke sluitertijden en diafragmawaarden (Modus [M]).........94
De itsoutput aanpassen ................................................................95
Films opnemen met specieke sluitertijden
en diafragmawaarden ..................................................................96
Instellen met aanraakbediening ......................................................96
Aanpassing voor opnamestijlen ...................................................97
Instellingen wijzigen met de ring .....................................................97
Functies die aan de ring kunnen worden toegewezen ...............97
Functies toewijzen aan de ring ...................................................98
De ring gebruiken voor aanpassingen ............................................98
Weergegeven informatie wijzigen ...................................................99
Functies toewijzen aan knoppen ....................................................99
Het menu FUNC. aanpassen (Lay-out FUNC.-menu) ..............100
Items selecteren om een plaats te geven in het menu .................100
Menu-items verplaatsen ...........................................................101
Opname-instellingen opslaan .......................................................101
Instellingen die kunnen worden opgeslagen ............................101
Veelgebruikte menu-items voor opname opslaan (My Menu) ......102
6 Afspeelmodus .......................................................... 103
Bekijken ......................................................................................103
Bediening via het aanraakscherm ............................................104
Van weergavemodus wisselen......................................................105
Overbelichtingswaarschuwing (voor highlights van beelden)
Histogram ..................................................................................105
RGB-histogram, GPS-informatieweergave ..............................105
Korte lms bekijken die zijn gemaakt bij het nemen van foto’s
(digest-lms) ..................................................................................106
Op datum weergeven ...............................................................106
Personen controleren die met Gezichts-ID zijn gedetecteerd ......107
...105
Door beelden bladeren en beelden lteren ...............................107
Bladeren door beelden in een index .............................................107
Bediening via het aanraakscherm ............................................108
Beelden zoeken die voldoen aan opgegeven voorwaarden ........108
De ring gebruiken om te van beeld te verspringen .......................109
Bediening via het aanraakscherm ............................................11 0
Afzonderlijke beelden in een groep weergeven ............................11 0
Gezichts-ID-gegevens bewerken ............................................... 111
Namen wijzigen ............................................................................. 111
Namen wissen ............................................................................... 111
Opties voor het weergeven van foto’s........................................11 2
Beelden vergroten .........................................................................11 2
Bediening via het aanraakscherm ............................................11 2
Diavoorstellingen bekijken ............................................................112
Vergelijkbare beelden automatisch afspelen (Smart Shufe) ......113
Beelden beveiligen ..................................................................... 11 4
Een selectiemethode selecteren ...................................................11 4
Afzonderlijke beelden selecteren ..................................................11 4
Een reeks selecteren ....................................................................11 5
Alle beelden in één keer beveiligen ..............................................11 5
Alle beveiligingen in één keer opheffen ....................................115
Beelden wissen .......................................................................... 116
Meerdere beelden tegelijk wissen ................................................11 6
Een selectiemethode selecteren ..............................................11 6
Afzonderlijke beelden selecteren ..............................................11 6
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
9
Een reeks selecteren ................................................................11 7
Alle beelden in één keer opgeven ............................................11 7
Beelden roteren .......................................................................... 11 7
Automatisch draaien uitschakelen ................................................11 8
Beelden markeren als favoriet ................................................... 118
Handige bediening: Touch-acties ............................................... 119
Functies voor Touch-acties gebruiken ..........................................11 9
Functies voor Touch-acties wijzigen .............................................11 9
Toewijsbare functies..................................................................120
Foto’s bewerken .........................................................................120
Het formaat van beelden wijzigen .................................................120
Trimmen ........................................................................................121
De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors) ........................122
De helderheid van het beeld corrigeren (i-Contrast) ....................123
Rode ogen corrigeren ...................................................................123
Films bewerken ..........................................................................124
Bestandsgroottes verkleinen .........................................................125
Digest-lms bewerken ...................................................................126
7 Wi-Fi-functies ........................................................... 127
Beschikbare Wi-Fi-functies ........................................................127
Beelden naar een smartphone verzenden ................................128
Verzenden naar een smartphone die is toegewezen
aan de knop
Een smartphone toevoegen met het Wi-Fi-menu .........................130
Een ander toegangspunt gebruiken ..............................................132
Eerdere toegangspunten ..............................................................132
Beelden opslaan op een computer ............................................133
Voorbereidingen voor het registreren van een computer .............133
De computeromgeving controleren ..........................................133
De software installeren .............................................................133
De computer congureren voor een Wi-Fi-verbinding
(alleen Windows) ......................................................................134
...................................................................................128
Beelden opslaan op een aangesloten computer ..........................135
Compatibiliteit van het toegangspunt vaststellen .....................135
WPS-compatibele toegangspunten gebruiken .........................135
Verbinding maken met toegangspunten in de lijst ....................137
Eerdere toegangspunten ..........................................................138
Beelden verzenden naar een geregistreerde webservice .........138
Webservices registreren ...............................................................138
CANON iMAGE GATEWAY registreren ...................................138
Andere webservices registreren ...............................................140
Beelden uploaden naar webservices ............................................141
Beelden draadloos afdrukken met een verbonden printer ........142
Beelden naar een andere camera verzenden ...........................143
Opties voor het verzenden van beelden ....................................144
Meerdere beelden verzenden .......................................................144
Opmerkingen over het verzenden van beelden ...........................144
De beeldresolutie selecteren (Formaat) .......................................145
Opmerkingen toevoegen ...............................................................145
Beelden automatisch verzenden (beeldsynchronisatie) ............145
Voordat u begint ............................................................................145
De camera voorbereiden ..........................................................145
De computer voorbereiden .......................................................146
Beelden verzenden .......................................................................146
Een smartphone gebruiken om camerabeelden te bekijken
en de camera te bedienen .........................................................147
Beelden op de camera geotaggen ................................................147
Opnamen maken op afstand ........................................................148
Wi-Fi-instellingen bewerken of wissen .......................................149
Verbindingsinformatie bewerken ...................................................149
De bijnaam van een apparaat wijzigen ....................................149
Verbindingsinformatie wissen ...................................................149
De standaardinstellingen voor Wi-Fi herstellen ............................150
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
10
8 Menu Instellingen .................................................... 151
Basisfuncties van de camera aanpassen ..................................151
Camerageluiden dempen ..............................................................151
Het volume aanpassen .................................................................151
Geluiden aanpassen .....................................................................152
Hints en tips verbergen .................................................................152
Datum en tijd .................................................................................152
Wereldklok .....................................................................................152
Timing voor het intrekken van de lens ..........................................153
Eco-modus gebruiken ...................................................................153
De spaarstand aanpassen ............................................................153
Schermhelderheid .........................................................................153
Opstartscherm ...............................................................................154
Geheugenkaarten formatteren ......................................................154
Low Level Format .....................................................................154
Bestandsnummering .....................................................................155
Beelden opslaan op datum ...........................................................155
Metrische/Niet-metrische weergave .............................................155
De digitale horizon kalibreren .......................................................155
De digitale horizon herstellen ...................................................156
Bediening via het aanraakscherm uitschakelen ...........................156
De gevoeligheid van het aanraakscherm verhogen .....................156
Auteursrechtinformatie instellen die in beelden moet
worden vastgelegd ........................................................................156
Alle copyrightinformatie verwijderen .........................................156
Certicatielogo’s controleren .........................................................157
Weergavetaal ................................................................................157
Andere instellingen aanpassen .....................................................157
Standaardwaarden herstellen .......................................................157
9 Accessoires ............................................................. 158
Systeemoverzicht .......................................................................158
Optionele accessoires ................................................................159
Voedingen .....................................................................................159
Flitseenheid ...................................................................................160
Overige accessoires ......................................................................160
Printers ..........................................................................................160
Optionele accessoires gebruiken ...............................................161
Afspelen op een tv ........................................................................161
Afspelen op een HD-tv ..............................................................161
Afspelen op een SD-tv ..............................................................162
De camera voeden via het lichtnet ...............................................162
De software gebruiken ...............................................................163
Software ........................................................................................163
Softwarehandleiding .................................................................163
Verbinding maken met een computer via een kabel ....................164
De computeromgeving controleren ..........................................164
De software installeren .............................................................164
Beelden opslaan op een computer ...............................................164
Beelden afdrukken .....................................................................166
Eenvoudig afdrukken ....................................................................166
Afdrukinstellingen congureren .....................................................167
Beelden bijsnijden vóór het afdrukken......................................167
Het papierformaat en de indeling selecteren vóór
afdrukken ............................................................................168
het
Beschikbare indelingsopties .....................................................168
Id-foto’s afdrukken ....................................................................168
Filmscènes afdrukken ...................................................................169
Afdrukopties voor lms .............................................................169
Beelden toevoegen aan de printlijst (DPOF) ................................169
Afdrukinstellingen congureren ................................................169
Afdrukinstellingen voor afzonderlijke beelden ..........................170
Afdrukinstellingen voor een reeks beelden ..............................170
Afdrukinstellingen voor alle beelden .........................................170
Alle beelden in de printlijst wissen ............................................171
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
11
Beelden afdrukken die zijn toegevoegd aan
de printlijst (DPOF)
Beelden toevoegen aan een fotoboek ..........................................171
Een selectiemethode selecteren ..............................................171
Afzonderlijke beelden toevoegen .............................................172
Alle beelden toevoegen aan een fotoboek ...............................172
Alle beelden verwijderen uit een fotoboek ................................172
...................................................................171
10 Bijlage ....................................................................... 173
Problemen oplossen ..................................................................173
Berichten op het scherm ............................................................177
Informatie op het scherm ...........................................................179
Opname (informatieweergave) .....................................................179
Batterijniveau ............................................................................179
Afspelen (uitgebreide informatieweergave) ..................................180
Overzicht van lmbedieningspaneel .........................................180
Functies en menutabellen ..........................................................181
Beschikbare functies per opnamemodus .....................................181
Menu FUNC. .................................................................................183
Opnametabblad .............................................................................186
Tabblad Instellen ...........................................................................192
Tabblad My Menu ..........................................................................192
Tabblad Afspelen ...........................................................................192
Tabblad Print .................................................................................193
Voorzorgsmaatregelen ...............................................................193
Specicaties ...............................................................................194
Cameraspecicaties ......................................................................194
Wi-Fi ..........................................................................................194
Brandpuntsafstand digitale zoom (equivalent aan 35 mm) ......194
Aantal opnamen/opnametijd, afspeeltijd ..................................195
Aantal opnamen per geheugenkaart ........................................195
Opnametijd per geheugenkaart ................................................196
Flitsbereik ..................................................................................196
Opnamebereik ..........................................................................196
Snelheid van continue opname ................................................196
Sluitertijd ...................................................................................197
Diafragma..................................................................................197
Batterij NB-13L ..........................................................................197
Batterijlader CB-2LH/CB-2LHE ................................................197
Index ...........................................................................................198
Voorzorgsmaatregelen Wi-Fi (draadloos LAN) .......................... 201
Voorzorgsmaatregelen voor storing van radiogolven ...................201
Veiligheidsmaatregelen .................................................................201
Handelsmerken en licenties .....................................................202
Vrijwaring...................................................................................202
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
12
Algemene bediening camera
Opnamen maken
Door de camera bepaalde instellingen gebruiken (Auto-modus,
modus Hybride automatisch)
=
34, =
54
55)
36
Portretten
(=
55)
Onderwater
(=
55)
In de sneeuw
(=
55)
Vuurwerk
(=
55)
Sterrenhemel
(=
-
Verschillende effecten bekijken die zijn toegepast op elke opname
met behulp van door de camera bepaalde instellingen (modus Creatieve opname)
=
-
Goede opnamen van mensen maken
Specieke scènes afstemmen
Nachtscènes
(=
66)
Speciale effecten toepassen
Levendige kleuren
(=
58)
Fisheye-effect
(=
60)
Achtergrond vervagen
(=
62)
Scherpstellen op gezichten
=
34, =
34
41, =
44, =
36
55, =
65
107
-
Zonder gebruik van de itser (Flitser Uit)
=
-
Een foto maken met uzelf erbij (zelfontspanner)
=
-
Gezichts-ID gebruiken
=
-
Filmclips en foto’s combineren (Filmsynopsis)
=
-
84, =
Poster-effect
(=
58)
Miniatuureffect
(=
60)
Soft focus
(=
62)
85
“Ouder gemaakte” foto’s
(=
59)
Speels effect
(=
61)
Monochroom
(=
63)
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
13
Weergeven
Wi-Fi-functies gebruiken
Vóór gebruik
Beelden bekijken (afspeelmodus)
=
103
-
Automatisch afspelen (Diavoorstelling)
=
112
-
Op een tv
=
161
-
Op een computer
=
164
-
Snel door beelden bladeren
=
107
-
Beelden wissen
=
116
-
Films opnemen/bekijken
Films opnemen
=
34, =
71, =
-
Films bekijken (afspeelmodus)
=
103
-
Afdrukken
Foto’s afdrukken
=
166
-
Opslaan
Beelden opslaan op een computer via een kabel
=
164
-
96
Beelden naar een smartphone verzenden
=
128
-
Beelden online delen
=
138
-
Beelden naar een computer verzenden
=
145
-
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
14
Veiligheidsmaatregelen
Lees de volgende veiligheidsmaatregelen goed door, voordat u het
product gebruikt. Gebruik het product altijd op de juiste wijze.
De veiligheidsmaatregelen die hier worden vermeld, zijn bedoeld om
letsel bij uzelf en bij andere personen of schade aan eigendommen te voorkomen.
Lees ook altijd de handleidingen van alle afzonderlijk aangeschafte
accessoires die u gebruikt.
Waarschuwing
Gebruik de itser niet dicht bij de ogen van mensen.
Blootstelling aan het sterke licht van de itser kan het gezichtsvermogen aantasten. Houd vooral bij kleine kinderen ten minste één meter afstand wanneer u de itser gebruikt.
Berg de apparatuur op buiten het bereik van kinderen.
Een draagriem rond de nek van een kind wikkelen kan leiden tot verstikking. Als uw product een netsnoer gebruikt, bestaat er verstikkingsgevaar wanneer het snoer per ongeluk om de nek van een kind gewikkeld wordt.
Gebruik alleen de aanbevolen energiebronnen voor
stroomvoorziening.
Demonteer, wijzig of verwarm het product niet.
Verwijder het label van de batterij niet, als de batterij een label heeft.
Laat het product niet vallen en voorkom harde schokken of stoten.
Raak om letsel te voorkomen de binnenkant van het product niet aan
als het kapot is, bijvoorbeeld wanneer het is gevallen.
Stop onmiddellijk met het gebruik van het product als dit rook of een
vreemde geur afgeeft of andere vreemde verschijnselen vertoont.
Gebruik geen organische oplosmiddelen zoals alcohol, wasbenzine of
thinner om het product schoon te maken.
Hiermee wordt gewezen op het risico van ernstig letsel of levensgevaar.
Voorkom contact met vloeistoffen en laat geen vloeistoffen of vreemde
objecten in de camera binnendringen.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand. Als het product nat wordt of als er vloeistoffen of vreemde voorwerpen in de camera komen, verwijdert u meteen de batterij/batterijen of haalt u onmiddellijk de stekker uit het stopcontact.
Kijk niet door de zoeker (als uw model een zoeker heeft) naar een
sterke lichtbron, zoals de zon op een heldere dag of een sterke kunstmatige lichtbron.
Dit kan uw gezichtsvermogen aantasten.
Raak het product niet aan tijdens onweer als de stekker in het
stopcontact zit.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand. Stop onmiddellijk met het gebruik van het product en kom niet in de buurt van het product.
Gebruik alleen de aanbevolen batterij/batterijen.
Plaats de batterij/batterijen niet in de buurt van of in open vuur.
Dit kan ervoor zorgen dat de batterij/batterijen exploderen of lekken, wat kan leiden tot een elektrische schok, brand of letsel. Als ogen, mond, huid of kleding met lekkende batterijvloeistof in aanraking komen, moet u deze onmiddellijk afspoelen met water.
Als het product een batterijlader gebruikt, dient u de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht te nemen.
- Verwijder het netsnoer regelmatig en veeg het stof en vuil dat zich
heeft opgehoopt op de stekker, de buitenkant van het stopcontact en het gebied eromheen weg met een droge doek.
- Steek of trek de stekker niet in of uit het stopcontact met natte handen.
- Gebruik de apparatuur niet op een manier waarbij de nominale
capaciteit van het stopcontact of de kabelaccessoires wordt overschreden. Gebruik de apparatuur niet als de stekker beschadigd is of als deze niet volledig in het stopcontact is gestoken.
- Zorg ervoor dat stof of metalen objecten (zoals spelden of sleutels)
niet in contact komen met de contactpunten of stekker.
- Snijd, beschadig of wijzig het netsnoer niet als uw product een
netsnoer gebruikt. Plaats geen zware voorwerpen op het netsnoer.
Dit kan leiden tot een elektrische schok of brand.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
15
Zet de camera uit op plaatsen waar het gebruik van een camera niet is
toegestaan. De elektromagnetische golven uit de camera hinderen de werking van elektronische instrumenten en andere apparatuur. Denk goed na voordat u het product gebruikt op plaatsen waar het gebruik van elektronische apparatuur verboden is, zoals in vliegtuigen en medische instellingen.
Laat de camera niet langdurig in contact komen met de huid.
Zelfs als de camera niet warm aanvoelt kan dit leiden tot eerstegraads verbrandingen, die te herkennen zijn aan een rode huid of blaren. Gebruik een statief op warme plekken of als u een slechte bloedsomloop of ongevoelige huid hebt.
Voorzichtig
Zorg dat het product niet tegen voorwerpen stoot, wordt blootgesteld
aan schokken en stoten of achter voorwerpen blijft haken wanneer u het aan de polsriem draagt.
Zorg dat u niet tegen de lens stoot of drukt.
Dit kan verwondingen veroorzaken of de camera beschadigen.
Zorg dat het scherm niet aan schokken wordt blootgesteld.
Als het scherm barst, kunnen de splinters letsel veroorzaken.
Zorg dat u de itser niet per ongeluk met uw vingers of een kledingstuk
bedekt wanneer u een foto maakt.
Dit kan brandwonden of schade aan de itser tot gevolg hebben.
Gebruik, plaats of bewaar het product niet op de volgende plaatsen:
- plaatsen die aan direct zonlicht blootstaan;
- plaatsen die aan temperaturen boven 40 °C blootstaan;
- vochtige of stofge plaatsen.
Hierdoor kan lekkage of oververhitting ontstaan of kan/kunnen de batterij/ batterijen ontploffen, wat kan leiden tot elektrische schokken, brand, brandwonden of ander letsel. Oververhitting en schade kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, brandwonden of ander letsel.
Hiermee wordt gewezen op het risico van letsel.
Door langdurig naar overgangen voor diavoorstelling te kijken,
kunt u zich onprettig gaan voelen.
Wanneer u optionele lenzen, lenslters of lteradapters (indien van
toepassing) gebruikt, dient u ervoor te zorgen dat deze accessoires goed vastzitten.
Als het lensaccessoire losraakt en valt, kan het barsten waarna de glassplinters snijwonden kunnen veroorzaken.
Let er bij producten die automatisch de itser in- en opklappen op dat
uw vinger niet bekneld raakt door de itser als deze wordt ingeklapt.
Dit kan letsel veroorzaken.
Voorzichtig
Richt de camera niet op sterke lichtbronnen, zoals de zon op een
heldere dag of een sterke kunstmatige lichtbron.
Als u dit wel doet, kan dit leiden tot schade aan de beeldsensor of andere interne onderdelen.
Als u de camera gebruikt op een zandstrand of op een winderige
plek, dient u erop te letten dat er geen zand of stof in het apparaat terechtkomt.
Druk de itser niet omlaag en forceer deze niet open bij producten die
automatisch de itser in- en opklappen.
Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden.
Veeg eventueel stof, vuil of ander materiaal dat niet op de itser
thuishoort weg met een wattenstaafje of doek.
De warmte die de itser produceert, kan ervoor zorgen dat stoffen die niet op de itser thuishoren rook afgeven. Ook kan de werking van het product verstoord raken.
Verwijder de batterij/batterijen en berg deze op wanneer u het product
niet gebruikt.
Als de batterij lekt kan het product beschadigd worden.
Breng, voordat u de batterij/batterijen weggooit, tape of ander
isolatiemateriaal aan over de polen van de batterij/batterijen.
Contact met andere metalen kan leiden tot brand of een explosie.
Hiermee wordt gewezen op het risico van schade aan eigendommen.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
16
Haal een batterijlader die u voor het product gebruikt, uit het
stopcontact wanneer deze niet gebruikt wordt. Bedek de lader niet met een doek of andere voorwerpen wanneer deze gebruikt wordt.
Als u de lader gedurende een lange periode in het stopcontact laat, kan deze oververhit en beschadigd raken, waardoor brand kan ontstaan.
Laat batterijen voor het product niet in de buurt van huisdieren liggen.
Als huisdieren op de batterij kauwen kan dit leiden tot lekkage, oververhitting of een explosie, met schade aan het product of brand als gevolg.
Als uw product meerdere batterijen gebruikt, dient u geen combinatie
van batterijen te gebruiken met verschillende spanningsniveaus. Gebruik verder geen oude en nieuwe batterijen samen. Let er bij het plaatsen van de batterijen op dat u de + en – polen niet verwisselt.
Dit kan de werking van het product negatief beïnvloeden.
Ga niet zitten terwijl u de camera in uw broekzak hebt.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
Let erop dat harde voorwerpen niet in contact komen met het scherm
als u de camera in uw tas stopt. Doe ook het scherm dicht (zodat het naar de camerabody is gericht), als uw product een scherm heeft dat ingeklapt kan worden.
Bevestig geen harde voorwerpen aan het product.
Dit kan leiden tot storingen of schade aan het scherm.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
17
Voordat u begint
Vóór gebruik
Basishandleiding
Basishandelingen
Algemene informatie en instructies, van de eerste
voorbereidingen tot opnamen maken en afspelen
Tref de volgende voorbereidingen voordat u opnamen maakt.
De riem bevestigen
Bevestig de riem.
z Steek het uiteinde van de riem door de
opening voor de riem (1) en haal het
(1)
(2)
andere uiteinde van de riem door het oog aan het draadeinde (2).
z De riem kan ook aan de linkerkant van de
camera worden bevestigd.
De camera vasthouden
z Doe de riem om uw pols.
z Houd bij het maken van opnamen uw
armen tegen uw lichaam gedrukt en houd de camera stevig vast om te voorkomen dat deze beweegt. Laat uw vingers niet op de uitgeklapte itser rusten.
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
18
De batterij opladen
CB-2LHE
Laad voor gebruik de batterij op met de meegeleverde oplader. Bij aankoop van de camera is de batterij niet opgeladen. Zorg er daarom voor dat u de batterij eerst oplaadt.
Plaats de batterij.
(1)
(2)
(2)
(1)
CB-2LH
(1)
(2)
Laad de batterij niet langer dan 24 uur achtereen op, om de
batterij te beschermen en in goede staat te houden.
Bij batterijladers die gebruik maken van een netsnoer mag u de
lader of het snoer niet op andere voorwerpen aansluiten. Dit kan defect of schade aan het product tot gevolg hebben.
1
z Zorg eerst dat de -markering op
de batterij overeenkomt met die op de oplader en plaats dan de batterij door deze naar binnen (1) en naar beneden (2) te drukken.
Laad de batterij op.
2
z CB-2LH: kantel de stekker naar buiten (1)
en steek de oplader in een stopcontact (2).
z CB-2LHE: sluit het netsnoer aan op de
oplader en steek het andere uiteinde in een stopcontact.
z Het oplaadlampje gaat oranje branden
en het opladen begint.
z Wanneer het opladen is voltooid,
wordt het lampje groen.
Verwijder de batterij.
3
z Haal het netsnoer van de batterijlader uit
het stopcontact en verwijder de batterij door deze naar binnen (1) en omhoog (2) te drukken.
Zie “Aantal opnamen/opnametijd, afspeeltijd” (=
meer informatie over de oplaadduur, het aantal opnamen en de opnametijd met een volledig opgeladen batterij.
Opgeladen batterijen verliezen geleidelijk hun lading, ook als ze
niet worden gebruikt. Laad de batterij op de dag dat u deze wilt gebruiken op, of vlak daarvoor.
De lader kan worden gebruikt in gebieden met een
wisselspanning van 100–240 V (50/60 Hz). Als de stekker niet in het stopcontact past, moet u een geschikte stekkeradapter gebruiken. Gebruik geen elektrische transformator die is bedoeld voor op reis, omdat deze de batterij kan beschadigen.
195) voor
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Plaats de meegeleverde batterij en een geheugenkaart (afzonderlijk verkrijgbaar). Denk eraan dat u, voordat u een nieuwe geheugenkaart (of een geheugenkaart die in een ander apparaat is geformatteerd) gaat gebruiken, de geheugenkaart met deze camera moet formatteren (=
Open het klepje.
1
(1)
z Verschuif de schakelaar (1) en open het
klepje (2).
(2)
Plaats de batterij.
(1)
(2)
2
z Houd de batterij zo vast dat de
aansluitpunten (1) zoals getoond wordt zichtbaar zijn. Duw de batterijvergrendeling (2) in de richting van de pijl en plaats de batterij totdat de vergrendeling vastklikt.
154).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
19
z Als u de batterij verkeerd om plaatst,
kan deze niet in de juiste positie worden vergrendeld. Controleer altijd of de batterij in de juiste richting is geplaatst en wordt vergrendeld.
Controleer het lipje voor
3
schrijfbeveiliging van de kaart en plaats de geheugenkaart.
z Bij geheugenkaarten met een lipje
voor schrijfbeveiliging kunt u geen opnamen maken als het lipje is ingesteld
(1)
(2)
op vergrendeld. Schuif het lipje in de ontgrendelde positie.
z Plaats de geheugenkaart met het
label (1) in de getoonde richting totdat deze vastklikt.
z Controleer altijd of de geheugenkaart in
de juiste richting geplaatst wordt. Als u de geheugenkaart in de verkeerde richting probeert te plaatsen, kunt u de camera beschadigen.
Sluit het klepje.
4
z Sluit het klepje (1) en duw het lichtjes aan
terwijl u de schakelaar verschuift, totdat het klepje vastklikt (2).
(1)
Zie “Aantal opnamen per geheugenkaart” (=
richtlijnen over hoeveel foto’s of uren aan opnamen op één geheugenkaart passen.
195) voor
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Verwijder de batterij.
z Open het klepje en duw de
batterijvergrendeling in de richting van de pijl.
z De batterij wipt nu omhoog.
Verwijder de geheugenkaart.
z Duw de geheugenkaart naar binnen
tot u een klik hoort en laat de kaart langzaam los.
z De geheugenkaart wipt nu omhoog.
De datum en tijd instellen
Stel de datum en tijd als volgt in als het [Datum/Tijd] verschijnt wanneer u de camera aanzet. Informatie die u op deze manier opgeeft, wordt opgeslagen in de beeldeigenschappen wanneer u een foto maakt en wordt gebruikt bij het beheer van uw foto’s of wanneer u foto’s afdrukt met de datum erop.
Schakel de camera in.
1
z Druk op de ON/OFF-knop.
z Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt.
Stel de datum en tijd in.
2
z Druk op de knoppen [ ][ ] om een optie
te selecteren.
z Druk op de knoppen [
aan de knop [ ] om de datum en tijd op te geven.
z Als u klaar bent, drukt u op de knop [
][ ] of draai
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
].
20
Geef uw thuistijdzone op.
3
z Druk op de knoppen [ ][ ] om de
tijdzone thuis te selecteren.
Voltooi de instellingsprocedure.
4
z Als u klaar bent, drukt u op de knop
[ ]. Nadat een bevestigingsbericht is weergegeven, wordt het instellingenscherm niet meer weergegeven.
z Druk op de ON/OFF-knop om de camera
uit te schakelen.
Het scherm [Datum/Tijd] verschijnt telkens wanneer u de camera
inschakelt, tenzij u de datum, tijd en tijdzone al hebt ingesteld. Geef de juiste informatie op.
Om de zomertijd in te stellen (normale tijd plus 1 uur), kiest u [ ]
bij stap 2. Kies vervolgens [ drukken of aan de knop [
U kunt de datum en tijd ook instellen door op de gewenste optie
op het scherm in stap 2 te tikken en vervolgens op [ tikken, gevolgd door [ tijdzone thuis instellen door op [ tikken, gevolgd door [
] door op de knoppen [ ][ ] te
] te draaien.
][ ] te
]. Op dezelfde manier kunt u uw
][ ] op het scherm bij stap 3 te
].
De datum en tijd wijzigen
Wijzig de datum en tijd als volgt.
Dankzij de ingebouwde datum/tijd-batterij (reservebatterij) kunnen
de datum- en tijdinstellingen ongeveer 3 weken behouden blijven nadat de batterij is verwijderd.
De datum/tijd-batterij wordt in ongeveer 4 uur opgeladen nadat
u een opgeladen batterij hebt geplaatst of de camera hebt aangesloten op een voedingsadapterset (afzonderlijk verkrijgbaar,
=
159), zelfs als de camera is uitgeschakeld.
Zodra de datum/tijd-batterij leeg is, verschijnt het scherm [Datum/
Tijd] als u de camera inschakelt. Stel de juiste datum en tijd in zoals beschreven bij “De datum en tijd instellen” (
Open het menuscherm.
1
z Druk op de knop [ ].
Kies [Datum/Tijd].
2
z Beweeg de zoomknop om het tabblad
[ ] te selecteren.
z Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om [Datum/Tijd] te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ].
Wijzig de datum en tijd.
3
z Volg stap 2 bij “Datum en tijd instellen”
(=
20) om de instellingen aan
te passen.
z Druk op de knop [
menuscherm te sluiten.
] om het
=
20).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
21
Weergavetaal
U kunt de weergavetaal desgewenst wijzigen.
Open de afspeelmodus.
1
z Druk op de knop [ ].
Open het instellingenscherm.
2
z Houd de knop [ ] ingedrukt en druk
direct op de knop [ ].
Stel de taal van het LCD-scherm in.
3
z Druk op de knoppen [ ][ ][ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om een taal te selecteren. Druk vervolgens op de knop [ ].
z Nadat u de taal van het LCD-scherm hebt
ingesteld, wordt het instellingenscherm niet langer weergegeven.
De huidige tijd wordt weergegeven als u bij stap 2, nadat u op
de knop [ [ verwijderen en herhaal stap 2.
U kunt de weergavetaal ook wijzigen door op de knop [
te drukken en [Taal
] hebt gedrukt, te lang wacht voordat u op de knop
] drukt. Druk in dat geval op [ ] om de tijdweergave
] te selecteren op het tabblad [ ].
De interne oplaadbare lithiumbatterij recyclen
Als u uw camera afdankt, verwijdert u eerst de interne oplaadbare lithiumbatterij voor recycling in overeenstemming met lokale voorschriften.
Draai de 10 schroeven van de
1
behuizing los aan de zijkanten en onderkant van de camera en verwijder het onderste gedeelte.
Open het LCD-scherm en draai
2
de vijf schroeven los, zoals wordt getoond op de afbeelding.
Verwijder de achterste afdekking.
3
]
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
U kunt de taal van het LCD-scherm ook instellen door in stap 3 op
een taal op het scherm te tikken en vervolgens nogmaals hierop te tikken.
22
Draai de drie schroeven los,
4
verwijder de twee onderdelen en knip de lintkabel door.
De camera testen
Foto’s
Volg deze instructies om de camera in te schakelen, foto- of lmopnamen te maken en deze daarna te bekijken.
Films
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Verwijder de bovenste afdekking.
5
Knip de lintkabel door en draai de
6
twee schroeven los.
Verwijder de batterij.
7
Opnamen maken (Smart Auto)
Laat de camera het onderwerp en de opnameomstandigheden bepalen voor volledig automatische selectie van de optimale instellingen voor specieke composities.
Schakel de camera in.
1
z Druk op de ON/OFF-knop.
z Het opstartscherm wordt weergegeven.
Open de modus [ ].
2
z Stel het programmakeuzewiel in
op [ ].
z Richt de camera op het onderwerp.
Terwijl de camera de compositie bepaalt, maakt deze een licht klikkend geluid.
z De pictogrammen die de modus voor
composities en de beeldstabilisatiemodus aanduiden worden linksboven in het scherm weergegeven.
z Kaders rond gedetecteerde onderwerpen
geven aan dat de camera daarop is scherpgesteld.
Kies de compositie.
3
z Om in te zoomen en het onderwerp te
vergroten, duwt u de zoomknop naar [ ] (telelens) en om uit te zoomen duwt u de knop naar [ ] (groothoek).
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
23
(1)
Maak de opname.
4
Foto’s maken
1) Stel scherp.
z Druk de ontspanknop half in. Nadat
is scherpgesteld, hoort u tweemaal een pieptoon en worden AF-kaders weergegeven om aan te geven op welke beeldgebieden is scherpgesteld.
z Als [Flitser Opklappen] op het scherm
verschijnt, verschuift u de schakelaar
] om de itser uit te klappen. De itser
[ itst wanneer u een opname maakt. Als u liever geen itser gebruikt, drukt u de itser met uw vinger omlaag.
z Er verschijnen zwarte balken aan de
boven- en onderkant van het scherm en het onderwerp wordt iets vergroot. De zwarte balken geven beeldgebieden aan die niet worden vastgelegd.
z Kaders rond gedetecteerde gezichten
geven aan dat de camera daarop is scherpgesteld.
z Zodra de opname is begonnen,
haalt u uw vinger van de lmknop.
2) Voltooi de opname.
z Druk nogmaals op de lmknop om het
opnemen te stoppen. De camera piept tweemaal als de opname stopt.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
2) Maak de opname.
z Druk de ontspanknop helemaal
naar beneden.
z Wanneer de camera de opname maakt,
hoort u het sluitergeluid en wanneer er weinig licht is, gaat de itser, als u deze hebt uitgeklapt, automatisch af.
z Houd de camera stil tot het
sluitergeluid stopt.
z Nadat de opname is weergegeven,
schakelt de camera weer over naar het opnamescherm.
Films opnemen
1) Start met opnemen.
z Druk op de lmknop. Zodra de camera
met opnemen begint, hoort u één pieptoon en verschijnen [ verstreken tijd op het scherm (1).
REC] en de
Bekijken
Na het maken van foto’s of het opnemen van lms kunt u deze, zoals hieronder is beschreven, op het scherm bekijken.
Open de afspeelmodus.
1
z Druk op de knop [ ].
z Uw laatste opname wordt weergegeven.
Blader door uw beelden.
2
z Als u het vorige beeld wilt bekijken, drukt
u op de knop [ ] of draait u de knop [ ] tegen de klok in. Om het volgende beeld te bekijken, drukt u op de knop [ ] of draait u de knop [ ] met de klok mee.
z Houd de knoppen [
snel door beelden te bladeren.
][ ] ingedrukt om
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
24
z U kunt ook snel aan de knop [ ] draaien
om de modus Beeld scrollen te openen. Draai in deze modus aan de knop [ ] om door beelden te bladeren.
z Druk op de knop [
naar de enkelvoudige weergave.
z Films zijn herkenbaar aan het pictogram
[
]. Ga naar stap 3 als u lms
wilt afspelen.
Films afspelen.
3
z Druk op de knop [ ] om naar het
lmbedieningspaneel te gaan. Selecteer [ ] (druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan de knop [ ]) en druk daarna nogmaals op de knop [ ].
z Het afspelen begint en na de lm
(1)
Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan,
drukt u de ontspanknop half in.
verschijnt [
z Om het volume (1) aan te passen,
drukt u op de knoppen [
Bediening via het aanraakscherm
z Als u het volgende beeld wilt bekijken,
veegt u op het scherm in stap 2 met uw vinger naar links en voor het vorige beeld veegt u met uw vinger naar rechts.
z Als u de modus Beeld scrollen wilt
openen, veegt u met uw vinger herhaaldelijk snel naar links of rechts.
] om terug te keren
].
][ ].
z Tik op het beeld in het midden van
het scherm als u vanuit de modus Beeld scrollen wilt terugkeren naar de enkelvoudige weergave.
z Selecteer een lm en tik op [
afspelen te starten.
z Als u het volume wilt aanpassen tijdens
het afspelen van een lm, sleept u met uw vinger snel omhoog of omlaag op het scherm.
] om het
Beelden wissen
U kunt beelden die u niet meer nodig hebt één voor één selecteren en wissen. Wees voorzichtig bij het wissen van beelden, want ze kunnen niet worden hersteld.
Selecteer het beeld dat u wilt wissen.
1
z Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [
Wis het beeld.
2
z Druk op de knop [ ]. z Als [Wissen ?] verschijnt, drukt u op
de knoppen [ knop [ Druk vervolgens op de knop [
z Het huidige beeld wordt nu gewist. z Om het wissen te annuleren, drukt u
op de knoppen [ de knop [ Druk vervolgens op de knop [
U kunt meerdere beelden selecteren om in één keer te wissen
=
116).
(
U kunt het huidige beeld ook wissen door in stap 2 op [Wissen]
op het scherm te tikken.
U kunt beelden ook wissen door Touch-acties te gebruiken (=
] om een beeld te selecteren.
][ ] of draait u aan de
] om [Wissen] te selecteren.
].
][ ] of draait u aan
] om [Annuleer] te kiezen.
].
119).
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
25
Aan/Uit
Vóór gebruik
Handleiding
1
voor gevorderden
Basishandelingen van de camera
Overige basishandelingen en meer manieren om van
de camera te genieten, inclusief opties voor opnemen
en afspelen
Opnamemodus
z Druk op de ON/OFF-knop om de camera
in te schakelen en gereed te maken om op te nemen.
z Druk opnieuw op de ON/OFF-knop om de
camera uit te schakelen.
Afspeelmodus
z Druk op de knop [ ] om de camera in te
schakelen en uw foto’s te bekijken.
z Om de camera uit te schakelen drukt
u opnieuw op de knop [
Om van de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan,
drukt u op de knop [
Om vanuit de afspeelmodus naar de opnamemodus te gaan,
drukt u de ontspanknop half in (
Als de camera in de afspeelmodus is, wordt ongeveer na één
minuut de lens ingetrokken. U kunt de camera uitschakelen terwijl de lens is ingetrokken door op de knop [
].
=
27).
].
] te drukken.
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
26
Spaarstandfuncties (Automatisch uit)
Om de batterij te sparen worden het scherm (scherm uit) en de camera automatisch uitgeschakeld na een bepaalde inactieve periode.
Spaarstand in de opnamemodus
Het scherm wordt automatisch uitgeschakeld nadat het ongeveer één minuut inactief is geweest. Ongeveer na nog 2 minuten wordt de lens ingetrokken en de camera uitgeschakeld. Als het scherm is uitgeschakeld maar de lens nog niet is ingetrokken, kunt u het scherm weer inschakelen en gereedmaken voor het maken van opnamen door de ontspanknop half in te drukken (=
Spaarstand in de afspeelmodus
De camera wordt na ongeveer 5 minuten inactiviteit automatisch uitgeschakeld.
27).
U kunt desgewenst Automatisch Uit uitschakelen en de timing van
Display uit aanpassen (
De spaarstand is niet actief wanneer de camera via Wi-Fi
op andere apparaten is aangesloten ( aangesloten op een computer (
=
153).
=
164).
=
127) of als deze is
Ontspanknop
Om de scherpte van uw foto’s te waarborgen, houdt u de ontspanknop altijd eerst half ingedrukt. Zodra het onderwerp is scherpgesteld, drukt u de knop helemaal in om de foto te maken. In deze handleiding wordt de bediening van de ontspanknop omschreven als de knop half of helemaal indrukken.
Druk half in. (Licht indrukken om
1
scherp te stellen.)
z Druk de ontspanknop half in. De camera
piept twee keer en er worden AF-kaders weergegeven rond de beeldgebieden waarop is scherpgesteld.
Druk helemaal in. (Druk, vanaf de
2
positie halverwege, helemaal in om de opname te maken.)
z De camera maakt de opname en er klinkt
een sluitergeluid.
z Houd de camera stil tot het
sluitergeluid stopt.
De beelden worden mogelijk onscherp als u de opname maakt
zonder eerst de ontspanknop half in te drukken.
Het geluid van de sluiter kan korter of langer duren, afhankelijk
van de tijd die nodig is om de opname te maken. Bij sommige opnamecomposities kan het langer duren en de beelden worden vaag als u de camera beweegt (of als het onderwerp beweegt) voordat het geluid van de sluiter stopt.
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
27
Opnamestanden
(
(
3
6
)
)
(4)
Gebruik het programmakeuzewiel om de gewenste opnamemodus te openen.
)
1
)
2
(
)
(1) Auto-modus/
Modus Hybride automatisch Volledig automatische opnamen met door de camera bepaalde instellingen
=
23, =
34, =
=
55).
93).
=
54).
36).
(
(2) Modus Creatieve opname
Zie hoe automatisch allerlei effecten worden toegepast op elke foto (
(3) Modus voor speciale composities
Opnamen maken met de optimale instellingen voor de specieke scènes (
(4) P-, Tv-, Av-, M- en C-modus
Verschillende soorten opnamen maken met behulp van uw voorkeursinstellingen
=
73, =
(
(5) Filmmodus
(6) Modus voor creatieve filters
(
5
(
Voor het maken van lms
=
71, =
( Als u op de lmknop drukt, kunt u ook een lm maken zonder het programmakeuzewiel in te stellen op de lmmodus.
Diverse effecten toevoegen aan uw opnamen (
96).
=
58).
De hoek en de stand van het scherm aanpassen
U kunt de hoek en stand van het scherm aan de compositie aanpassen of aan de manier waarop u lmt.
z Het scherm kan tot 180° naar boven
worden gekanteld.
z Wanneer u zelf ook op een foto wilt staan,
kunt u uzelf in spiegelbeeld bekijken door het scherm in de richting van de voorkant van de camera te draaien. Om de functie voor beeldomkering te annuleren, drukt u op de knop [ Kies [Beeldomkeren] op het tabblad [ ] en druk vervolgens op de knoppen [ ][ ] om [Uit] te selecteren.
Sluit het scherm wanneer u de camera niet gebruikt.
Zorg dat u het scherm niet verder dan dat opent, anders
beschadigt u de camera.
].
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
28
Opties opnameweergave
Het menu FUNC. gebruiken
Vóór gebruik
Druk op de knop [ ] om andere informatie weer te geven op het scherm of om de informatie te verbergen. Zie “Informatie op het scherm” (= voor meer informatie over de weergegeven gegevens.
Weergave 1
Weergave 2
Als u in een omgeving met weinig licht opnamen maakt, wordt
met de nachtschermfunctie de helderheid van het scherm automatisch verhoogd. Zo kunt u de compositie van uw opnamen gemakkelijker controleren. Mogelijk komen de beeldhelderheid op het scherm en de helderheid van uw foto’s niet overeen. Vervorming van het beeld op het scherm of schokkerige bewegingen van het onderwerp hebben geen invloed op vastgelegde beelden.
Zie “Van weergavemodus wisselen” (
weergaveopties.
=
105) voor
179)
Congureer veelgebruikte opnamefuncties als volgt via het menu FUNC. Menu-items en -opties zijn afhankelijk van de opnamemodus (=
Open het Menu FUNC.
1
z Druk op de knop [ ].
Selecteer een menu-item.
2
z Druk op de knoppen [ ][ ] om een
menu-item te selecteren (1).
z De beschikbare opties (2) worden onder
aan het scherm weergegeven.
(1)
(2)
Selecteer een optie.
3
z Druk op de knoppen [ ][ ] of draai aan
de knop [ ] om een optie te selecteren.
z Opties met het pictogram [
worden gecongureerd door op de knop [ ] te drukken.
z Opties met het pictogram [
worden gecongureerd door op de knop [ ] te drukken.
Voltooi de instellingsprocedure.
4
z Druk op de knop [ ]. z Het scherm voordat u in stap 1 op de knop
[ ] drukte, wordt opnieuw weergegeven en toont de optie die u hebt gecongureerd.
183).
] kunnen
] kunnen
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
Als u per ongeluk een instelling hebt gewijzigd, kunt u dat
ongedaan maken door de standaardinstellingen van de camera te herstellen (
=
157).
29
Bediening via het aanraakscherm gebruiken
om instellingen te congureren
z Open het menu FUNC. (1) door op de
knop [ ] te drukken en sleep het menu omhoog of omlaag om erin te bladeren of tik op een menu-item om het te selecteren.
z Tik op een optie (2) om deze te
selecteren. Tik nogmaals op de optie om uw keuze te bevestigen en terug te keren naar het scherm dat getoond werd voordat u op de knop [
z U kunt het scherm voor opties die worden
aangeduid met het pictogram [ openen door op [ ] te tikken.
z U kunt het scherm voor opties die worden
aangeduid met het pictogram [ openen door op [ ] te tikken.
] drukte.
(1)
(2)
Het menuscherm gebruiken
Congureer verschillende camerafuncties als volgt via het menuscherm. De menu-items zijn op tabbladen per doel gegroepeerd, zoals opnamen maken [ ], afspelen [ ], enzovoort. De beschikbare menu-items verschillen afhankelijk van de geselecteerde opname- of afspeelmodus (=
186–=
192).
Open het menuscherm.
1
z Druk op de knop [ ].
]
]
Selecteer een tabblad.
2
z Beweeg de zoomknop om een tabblad te
selecteren.
z Nadat u eerst op de knoppen [
hebt gedrukt of aan de knop [ ] hebt gedraaid om een tabblad te selecteren, kunt u van tabblad wisselen door op de koppen [ ][ ] te drukken.
Selecteer een menu-item.
3
z Druk op de knoppen [ ][ ] of draai
aan de knop [ ] om een menu-item te selecteren.
z Bij menu-items met opties die niet
worden weergegeven, drukt u eerst op de knop [ wisselen. Daarna drukt u op de knoppen [ ][ ] of draait u aan de knop [ ] om het menu-item te selecteren.
z Druk op de knop [
keren naar het vorige scherm.
] of [ ] om van scherm te
] om terug te
][ ]
Vóór gebruik
Basishandleiding
Handleiding voor gevorderden
Basishandelingen
1
van de camera
Auto-modus/Modus
2
Hybride automatisch
Andere opnamemodi
3
P-modus
4
5
Afspeelmodus
6
Wi-Fi-functies
7
Menu Instellingen
8
Accessoires
9
Bijlage
10
Index
30
Loading...
+ 172 hidden pages