Brother MFC-J4410DW, MFC-J4610DW User Guide [nl]

Geavanceerde gebruikershandleiding
MFC-J4410DW MFC-J4610DW DCP-J4110DW
Versie 0
DUT/BEL-DUT
Welke handleiding? Wat staat erin? Waar vind ik deze?
Handleiding product veiligheid
Installatiehandleiding Volg de instructies voor het instellen van uw
Beknopte gebruikershandleiding
Uitgebreide gebruikershandleiding
Softwarehandleiding Volg deze instructies voor afdrukken, scannen,
Netwerkhandleiding Deze handleiding bevat nuttige informatie over
Handleiding Web Connect
AirPrint handleiding In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u AirPrint
Google cloud print handleiding
Lees deze handleiding eerst. Lees de veiligheidsinstructies voordat u de machine instelt. Raadpleeg deze handleiding voor handelsmerken en wettelijke beperkingen.
machine en het installeren van de drivers en de software voor het besturingssysteem en type verbinding dat u gebruikt.
Maak kennis met de standaardhandelingen voor faxen, kopiëren en scannen, leer omgaan met PhotoCapture Center™ en bekijk hoe u verbruiksartikelen kunt vervangen. Raadpleeg de tips voor het oplossen van problemen.
Maak kennis met geavanceerde handelingen: faxen, kopiëren, beveiligingsfuncties, rapporten afdrukken en routineonderhoud uitvoeren.
netwerkscannen, PhotoCapture Center™, Remote Setup, PC-Fax, webservices (scannen) en om Brother ControlCenter te gebruiken.
instellingen voor bedrade en draadloze netwerken en beveiligingsinstellingen die u met de Brother-machine kunt configureren. Daarnaast bevat deze handleiding informatie over de protocollen die door uw machine worden ondersteund en gedetailleerde tips voor het oplossen van problemen.
Deze handleiding bevat nuttige informatie over de toegang tot internetdiensten vanaf de Brother-machine en over het downloaden van afbeeldingen, afdrukken van gegevens en rechtstreeks uploaden van bestanden naar internetdiensten.
gebruikt om via Mac OS X v10.7.x en uw iPhone, iPod touch, iPad of een ander iOS-apparaat af te drukken op uw Brother-machine zonder een printerdriver te installeren.
Deze handleiding bevat informatie over het gebruik van Google Cloud Print™-diensten voor afdrukken via internet.
Afgedrukt / In de verpakking
Afgedrukt / In de verpakking
Afgedrukt / In de verpakking
PDF-bestand / cd-rom
PDF-bestand / cd-rom
PDF-bestand / cd-rom
PDF-bestand / Brother Solutions
Center
PDF-bestand / Brother Solutions
Center
PDF-bestand / Brother Solutions
Center
2
2
2
1
i
Welke handleiding? Wat staat erin? Waar vind ik deze?
Wi-Fi Direct™ handleiding
Deze handleiding bevat informatie over de configuratie en het gebruik van uw Brother-machine voor rechtstreeks draadloos afdrukken vanaf een
PDF-bestand / Brother Solutions
Center
2
mobiel apparaat dat de Wi-Fi Direct™-standaard ondersteunt.
Handleiding mobiel printen/scannen voor Brother iPrint&Scan
Deze handleiding bevat nuttige informatie over het afdrukken vanaf een mobiel apparaat en het scannen vanaf de Brother-machine naar een
PDF-bestand / Brother Solutions
Center
2
mobiel apparaat, indien aangesloten op een wifinetwerk.
1
Dit kan per land verschillen.
2
Ga naar http://solutions.brother.com/.
ii

Inhoudsopgave

1 Algemene instellingen 1
BELANGRIJKE OPMERKING ............................................................................. 1
Opslag in geheugen ............................................................................................. 1
Automatisch zomertijd instellen (alleen MFC-modellen) ...................................... 1
Slaapstand ........................................................................................................... 2
Automatisch uitschakelen (DCP-J4110DW) ........................................................ 2
Touchscreen-LCD ................................................................................................ 3
De taal van het touchscreen wijzigen (afhankelijk van uw model) ................. 3
De lichtdimtimer voor de achtergrondverlichting instellen .............................. 3
2 Beveiligingsfuncties 4
Beveiligd functieslot 2.0 ....................................................................................... 4
Voordat u Beveiligd functieslot 2.0 kunt gebruiken ........................................ 4
Het beheerderswachtwoord instellen en wijzigen .......................................... 5
Gebruikers met beperkte rechten instellen .................................................... 6
Beveiligd functieslot in-/uitschakelen ............................................................. 6
Schakelen tussen gebruikers ......................................................................... 7
Schakelen naar openbare modus .................................................................. 7
3 Een fax verzenden (alleen MFC-modellen) 8
Extra opties bij het verzenden .............................................................................. 8
Faxen met meer instellingen verzenden ........................................................ 8
Faxen onderbreken ........................................................................................ 8
Contrast ......................................................................................................... 8
Faxresolutie wijzigen ...................................................................................... 9
Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen .......................... 10
Faxopties terugzetten naar de fabrieksinstellingen ...................................... 10
Extra handelingen bij het verzenden .................................................................. 11
Een fax handmatig verzenden ..................................................................... 11
Een fax verzenden aan het einde van een gesprek ..................................... 11
Tweevoudige werking (alleen zwart-wit) ...................................................... 11
Rondsturen (alleen zwart-wit) ...................................................................... 12
Direct verzenden .......................................................................................... 13
Internationale modus ................................................................................... 14
Uitgesteld verzenden (alleen zwart-wit) ....................................................... 14
Uitgestelde groepsverzending (alleen zwart-wit) ......................................... 15
Taken in wachtrij controleren en annuleren ................................................. 15
Pollen ................................................................................................................. 16
Verzend Pollen (alleen zwart-wit) ................................................................ 16
iii
4 Een fax ontvangen (alleen MFC-modellen) 18
Geheugenontvangst (alleen zwart-wit) .............................................................. 18
Fax doorzenden ........................................................................................... 18
Fax opslaan ................................................................................................. 19
Een fax uit het geheugen afdrukken ............................................................ 19
®
PC-Fax ontvangen (alleen Windows
Geheugenontvangst uitschakelen ................................................................ 21
Geheugenontvangst wijzigen ....................................................................... 21
Afstandsbediening ............................................................................................. 22
Een toegangscode voor afstandsbediening instellen ................................... 22
Uw toegangscode gebruiken ....................................................................... 22
Faxopdrachten voor afstandsbediening ....................................................... 23
Faxberichten opvragen ................................................................................ 24
Het nummer wijzigen waarnaar faxberichten worden doorgestuurd ............ 24
Extra handelingen bij het ontvangen .................................................................. 25
Ontvangst zonder papier .............................................................................. 25
Een verkleinde afdruk van een inkomende fax maken ................................ 25
Een fax ontvangen aan het einde van een gesprek ..................................... 25
Tijdelijke reservekopie fax ............................................................................ 26
Pollen ................................................................................................................. 27
Ontvang Pollen ............................................................................................ 27
) ........................................................ 20
5 Nummers kiezen en opslaan (alleen MFC-modellen) 30
Opties voor normale telefoongesprekken .......................................................... 30
Extra handelingen bij het kiezen ........................................................................ 30
Snelkiesnummers combineren ..................................................................... 30
Extra manieren om nummers op te slaan .......................................................... 31
Snelkiesnummers van uitgaande gesprekken opslaan ................................ 31
Snelkiesnummers uit nummerweergavegeheugen opslaan ........................ 32
Groepen instellen voor rondsturen ............................................................... 34
6 Rapporten afdrukken 36
Faxrapporten (alleen MFC-modellen) ................................................................ 36
Verzendrapport ............................................................................................ 36
Faxjournaal (activiteitenrapport) .................................................................. 36
Rapporten .......................................................................................................... 37
Een rapport afdrukken ................................................................................. 37
iv
7 Kopiëren 38
Kopieeropties ..................................................................................................... 38
Kopiëren stoppen ......................................................................................... 38
Kopieersnelheid en -kwaliteit wijzigen ......................................................... 38
Gekopieerde afbeelding vergroten of verkleinen ......................................... 39
N op 1 kopieën of een poster maken (Paginalay-out) .................................. 40
2 op 1 (id) kopiëren (Paginalay-out) ............................................................. 42
Kopieën sorteren .......................................................................................... 43
Dichtheid aanpassen ................................................................................... 43
Inktspaarmodus ........................................................................................... 44
Dun papier kopiëren ..................................................................................... 44
Boek kopie ................................................................................................... 45
Achtergrondkleur verwijderen ...................................................................... 45
2-zijdig kopiëren ........................................................................................... 46
Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen .......................... 47
Alle instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen ............................ 48
8 Foto's afdrukken vanaf een geheugenkaart of USB-
flashstation 49
PhotoCapture Center™-functies ........................................................................ 49
Geheugenkaarten, USB-flashstation en mapstructuren .............................. 49
Films afdrukken ............................................................................................ 50
Foto's afdrukken ................................................................................................. 50
Index afdrukken (miniaturen) ....................................................................... 50
Foto's afdrukken .......................................................................................... 51
Alle foto's afdrukken ..................................................................................... 51
Afdrukken in DPOF-formaat ......................................................................... 52
PhotoCapture Center™-afdrukinstellingen ........................................................ 52
Afdrukkwaliteit .............................................................................................. 52
Papieropties ................................................................................................. 53
Helderheid, contrast en kleur instellen ......................................................... 54
Bijsnijden (crop) ........................................................................................... 56
Afdrukken zonder rand ................................................................................. 56
Datum afdrukken .......................................................................................... 57
Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen .......................... 57
Alle instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen ............................ 58
Naar een geheugenkaart of een USB-flashstation scannen .............................. 58
Nieuwe standaardinstellingen opslaan ........................................................ 58
Fabrieksinstellingen herstellen ..................................................................... 59
9 Foto’s vanaf een camera afdrukken 60
Foto's direct afdrukken vanaf een PictBridge-camera ....................................... 60
Vereisten voor PictBridge ............................................................................ 60
Uw digitale camera instellen ........................................................................ 60
Foto's afdrukken .......................................................................................... 61
Afdrukken in DPOF-formaat ......................................................................... 62
Foto's direct afdrukken vanaf een digitale camera (zonder PictBridge) ............. 62
Foto's afdrukken .......................................................................................... 63
v
A Routineonderhoud 64
De machine reinigen en controleren .................................................................. 64
De buitenkant van de machine reinigen ....................................................... 64
De geleiderol van de machine reinigen ........................................................ 65
De papierinvoerrollen reinigen ..................................................................... 65
De papierdoorvoerrollen reinigen ................................................................. 66
De papierdoorvoerrollen voor papierlade #2 reinigen (MFC-J4610DW) ...... 67
Het inktvolume controleren .......................................................................... 68
De machine inpakken en vervoeren .................................................................. 69
B Verklarende woordenlijst 71
C Index 75
vi
vii
1

Algemene instellingen

BELANGRIJKE OPMERKING

De meeste afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn gebaseerd op model
MFC-J4410DW.
1

Opslag in geheugen

(MFC-J4410DW en MFC-J4610DW)
Uw menu-instellingen worden permanent opgeslagen en blijven bij een eventuele stroomstoring behouden. Tijdelijke instellingen (zoals Internationaal) gaan verloren. Als u Nieuwe standaard hebt gekozen als voorkeursinstelling voor Fax, Scannen, Kopiëren en Foto, gaan de instellingen niet verloren. Bovendien blijven tijdens een stroomstoring de datum en tijd en geprogrammeerde faxtaken (zoals Tijdklok) maximaal 24 uur behouden.
(DCP-J4110DW)
Uw menu-instellingen worden permanent opgeslagen en blijven bij een eventuele stroomstoring behouden. Als u Nieuwe standaard hebt gekozen, blijven instellingen in de modus Kopiëren, Foto en Scannen behouden. Tijdelijke instellingen gaan verloren.
Automatisch zomertijd instellen (alleen MFC­modellen)
U kunt de machine zo instellen dat de zomertijd automatisch wordt ingeschakeld. De machine wordt dan automatisch in de lente een uur vooruit gezet en in de herfst een uur achteruit. Zorg daarbij wel dat u de juiste datum en tijd instelt bij Datum&Tijd (Datum & tijd).
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op s of t op het aanraakpaneel om Stand.instel. weer te geven.
c
Druk op Stand.instel.
d
Druk op Datum&Tijd (Datum & tijd).
e
Druk op s of t om Aut. zomertijd weer te geven.
f
Druk op Aut. zomertijd.
g
Druk op Uit (of Aan).
h
Druk op .
1
Hoofdstuk 1

Slaapstand

U kunt opgeven na hoeveel tijd (maximaal 60 minuten) de machine in de slaapstand wordt gezet wanneer er geen gebruik van wordt gemaakt. Zodra een bewerking op de machine wordt uitgevoerd, wordt de timer opnieuw gestart.
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op s of t op het aanraakpaneel om Standaardinst. weer te geven.
c
Druk op Standaardinst.
d
Druk op s of t om Slaapstand weer te geven.
e
Druk op Slaapstand.
f
Druk op s of t om 1Min, 2Min., 3Min., 5Min., 10Min., 30Min. of 60Min. weer te geven en op te geven
na hoeveel tijd de machine bij inactiviteit in de slaapstand moet worden gezet. Druk op de gewenste optie.
Automatisch uitschakelen (DCP-J4110DW)
Als u de functie Automatisch uitschakelen activeert, wordt de machine één uur nadat deze in de slaapstand is gezet automatisch uitgeschakeld. Als deze functie is ingesteld op Uit, wordt de machine niet automatisch uitgeschakeld.
De machine wordt niet automatisch uitgeschakeld als:
wanneer de machine op een bedraad
netwerk is aangesloten
deze is aangesloten op een draadloos
netwerk
WLAN is geselecteerd voor
Netwerk I/F
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op s of t op het aanraakpaneel om Standaardinst. weer te geven.
g
Druk op .
c
Druk op Standaardinst.
d
Druk op s of t om Autom. uitschakelen weer te geven.
e
Druk op Autom. uitschakelen.
f
Druk op Aan (of Uit).
g
Druk op .
2

Touchscreen-LCD

De taal van het touchscreen wijzigen (afhankelijk van uw model)

U kunt de taal van het touchscreen wijzigen.
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op s of t om Stand.instel. weer te geven.
c
Druk op Stand.instel.
d
Druk op s of t om Taalkeuze weer te geven.
Algemene instellingen
g
Druk op s of t om 10Sec., 20Sec., 30Sec. of Uit weer te geven en druk
vervolgens op de gewenste optie.
h
Druk op .
1
e
Druk op Taalkeuze.
f
Druk op uw taal.
g
Druk op .

De lichtdimtimer voor de achtergrondverlichting instellen

U kunt instellen hoe lang de achtergrondverlichting van het LCD-scherm blijft branden nadat u dit voor het laatst hebt aangeraakt.
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op s of t op het aanraakpaneel om Standaardinst. weer te geven.
c
Druk op Standaardinst.
d
Druk op s of t om LCD instell. (LCD-instell.) weer te geven.
e
Druk op LCD instell. (LCD-instell.).
f
Druk op Lichtdim-timer.
3
2

Beveiligingsfuncties

Beveiligd functieslot
2.0
Met Beveiligd functieslot kunt u openbare toegang tot bepaalde machinefuncties beperken:
Fax Tx (Faxen verzenden)
Fax Rx (Faxen ontvangen)
Kopiëren
Scannen
PCC (PhotoCapture Center™)
Afdrukken vanaf computer
Afdrukken in kleur
Paginalimiet
Webupload
Webdownload
1
Alleen MFC-modellen.
1
1
Als Fax Tx is uitgeschakeld, zijn de
functies van het menu Fax niet beschikbaar.
Verzend Pollen en Ontvang Pollen zijn
alleen actief wanneer zowel Fax Tx als Fax Rx is ingeschakeld.
U kunt een snelkoppeling niet bewerken of
verwijderen wanneer Beveiligd functieslot is ingesteld op Aan.
1
Alleen MFC-modellen.
1
1

Voordat u Beveiligd functieslot 2.0 kunt gebruiken

U kunt de instellingen van Beveiligd functieslot 2.0 met behulp van een webbrowser configureren. Voordat u dit doet, moet u de volgende voorbereidingen treffen.
a
Start uw webbrowser.
Door de toegang tot de functies te beperken verhindert deze voorziening ook dat gebruikers de standaardinstellingen van de machine wijzigen.
Voordat u de beveiligingsfuncties gebruikt, moet u een beheerderswachtwoord invoeren.
De toegang tot niet-openbare bewerkingen kan worden geregeld door gebruikers met beperkte rechten in te stellen. Gebruikers met beperkte rechten moeten een wachtwoord invoeren om de machine te kunnen gebruiken.
Zorg ervoor dat u het wachtwoord noteert en op een veilige plek bewaart. Vraag de klantenservice van Brother om hulp als u het bent vergeten.
OPMERKING
Alleen beheerders kunnen beperkingen
instellen en wijzigingen aanbrengen voor elke gebruiker.
b
Typ “vIP-adres_machine/” in de adresbalk van uw browser (waarbij “IP­adres_machine” het IP-adres van de machine is).
Bijvoorbeeld:
x192.168.1.2/
OPMERKING
U vindt het IP-adres van de machine in de netwerkconfiguratielijst. (uu Netwerkhandleiding: Het netwerkconfiguratierapport afdrukken.)
4
Beveiligingsfuncties
c
Typ een wachtwoord in het vak Log in. (Dit is een wachtwoord om in te loggen op de webpagina van de machine, niet het beheerderswachtwoord voor
Beveiligd functieslot.) Klik op
OPMERKING
Geef een wachtwoord op als u de instellingen van de machine voor de eerste keer met een webbrowser configureert.
1
Klik op Configureer het wachtwoord.
Het beheerderswachtwoord instellen
Het wachtwoord dat u in deze stappen instelt, is voor de beheerder. Dit wachtwoord wordt gebruikt om gebruikers in te stellen en
.
Beveiligd functieslot in of uit te schakelen. (Zie
Gebruikers met beperkte rechten instellen uu pagina 6 en Beveiligd functieslot in-/ uitschakelen uu pagina 6.)
a
Klik op Beheerder.
b
Klik op Beveiligd functieslot.
c
Typ als wachtwoord een viercijferig nummer in het vak Nieuw wachtwoord.
2
2
Voer een wachtwoord in (maximaal 32 tekens).
3
Typ het wachtwoord opnieuw in het vak Bevestigen: nieuw
wachtwoord.
4
Klik op Indienen.

Het beheerderswachtwoord instellen en wijzigen

U kunt deze instellingen met behulp van een webbrowser configureren. Zie Voordat u
Beveiligd functieslot 2.0 kunt gebruiken
uu pagina 4 voor het instellen van de webpagina. Ga vervolgens als volgt te werk.
d
Typ het wachtwoord opnieuw in het vak Wachtwoord opnieuw invoeren.
e
Klik op Indienen.
Het beheerderswachtwoord wijzigen
a
Klik op Beheerder.
b
Klik op Beveiligd functieslot.
c
Typ voor het nieuwe wachtwoord een viercijferig nummer in het vak Nieuw wachtwoord.
d
Typ het nieuwe wachtwoord nogmaals in het veld Wachtwoord opnieuw invoeren.
e
Klik op Indienen.
5
Hoofdstuk 2

Gebruikers met beperkte rechten instellen

U kunt gebruikers met beperkte rechten en een wachtwoord instellen. U kunt maximaal 10 gebruikers instellen.
U kunt deze instellingen met behulp van een webbrowser configureren. Zie Voordat u Beveiligd functieslot 2.0 kunt gebruiken uu pagina 4 voor het instellen van de webpagina. Ga vervolgens als volgt te werk.
a
Klik op Beheerder.
b
Klik op Beveiligd functieslot.
c
Typ een groeps- of gebruikersnaam van maximaal 15 alfanumerieke tekens in het vak Id-nummer/naam. Typ vervolgens een viercijferig wachtwoord in het vak Pincode.

Beveiligd functieslot in-/ uitschakelen

OPMERKING
Als u het verkeerde wachtwoord invoert, ziet u Fout wachtwoord op het touchscreen. Voer het juiste wachtwoord in. Vraag de klantenservice van Brother om hulp als u het bent vergeten.
Beveiligd functieslot inschakelen
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op s of t op het aanraakpaneel om Standaardinst. weer te geven.
c
Druk op Standaardinst.
d
Druk op s of t om Functieslot weer te geven.
d
Schakel de functies die u wilt beperken uit met behulp van de vakjes onder Printactiviteiten en Ander. Als u de paginalimiet wilt configureren, selecteert u Aan bij Paginalimiet en typt u vervolgens het aantal in het vak Max. Klik op Indienen.
OPMERKING
U moet elke gebruiker een uniek
wachtwoord toewijzen.
U kunt één openbare gebruiker instellen.
Openbare gebruikers hoeven geen wachtwoord in te voeren. Voor meer informatie uu Netwerkhandleiding.
e
Druk op Functieslot.
f
Druk op Slot UitiAan.
g
Voer uw viercijferige beheerderswachtwoord in met behulp van het toetsenbord op het touchscreen. Druk op OK.
OPMERKING
Het pictogram Beveiligd functieslot wordt duidelijk weergegeven op het beginscherm.
6
Beveiligingsfuncties
Beveiligd functieslot uitschakelen
a
Druk op of
XXXXX
gebruikersnaam is).
b
Druk op Slot AaniUit.
c
Voer uw viercijferige beheerderswachtwoord in met behulp van het toetsenbord op het touchscreen. Druk op OK.
(waarbij xxxxx de

Schakelen tussen gebruikers

Met deze instelling kan een gebruiker met beperkte rechten inloggen op de machine wanneer Beveiligd functieslot is ingeschakeld.

Schakelen naar openbare modus

a
Druk op
xxxxx de gebruikersnaam is).
b
Druk op Ga naar Openb.
XXXXX
(waarbij
2
a
Druk op of
XXXXX
touchscreen (waarbij xxxxx de gebruikersnaam is).
b
Druk op s of t op het aanraakpaneel om WijzigGebruiker (Gebruiker wijz.) weer te geven.
c
Druk op WijzigGebruiker (Gebruiker wijz.).
d
Druk op s of t om uw gebruikersnaam weer te geven.
e
Druk op uw gebruikersnaam.
f
Voer uw viercijferige gebruikerswachtwoord in met behulp van het toetsenbord op het touchscreen. Druk op OK.
op het
7
Een fax verzenden (alleen MFC-
3
modellen)

Extra opties bij het verzenden

Faxen met meer instellingen verzenden

Als u een fax verzendt, kunt u een combinatie van instellingen kiezen, zoals
Faxresolutie, Contrast, Scanformaat glas en Direct Verzend (Direct verzend).
Daarnaast kunt u Geschiedenis, Adresboek, Rondsturen, Kleurinstelling, Tijdklok, Verzamelen, Verzend Pollen, Ontvang Pollen, Internationaal, Nieuwe standaard en Fabrieksinstell. selecteren.
Sommige instellingen zijn alleen beschikbaar als u zwart-witfaxen verzendt.
f
Ga terug naar stap d als u meer instellingen wilt wijzigen.
g
Druk op OK als u klaar bent met het wijzigen van instellingen.
h
Voer het faxnummer in.
i
Druk op Fax Start.
OPMERKING
De meeste instellingen zijn tijdelijke
instellingen. Zodra u de fax hebt verzonden, keert de machine terug naar de standaardinstellingen.
U kunt bepaalde veelgebruikte instellingen
opslaan door deze als standaardinstellingen te definiëren. Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt. (Zie Uw wijzigingen instellen
als nieuwe standaardinstellingen
uu pagina 10.)
a
Laad uw document.
b
Druk op (Fax).
Op het touchscreen wordt het volgende weergegeven:
c
Druk op Opties.
d
Druk op s of t op het aanraakpaneel om de te wijzigen instelling weer te geven. Druk op de instelling wanneer deze wordt weergegeven.
e
Druk op de gewenste optie.

Faxen onderbreken

Druk op om het faxen te onderbreken.

Contrast

Als uw document erg licht of erg donker is, kunt u proberen het contrast aan te passen. Voor de meeste documenten kunt u de standaardinstelling Automatisch gebruiken. Hiermee wordt automatisch het juiste contrast voor uw document geselecteerd. Kies Licht voor het verzenden van een licht document. Kies Donker voor het verzenden van een donker document.
a
Laad uw document.
b
Druk op (Fax).
8
c
Druk op Opties.
Een fax verzenden (alleen MFC-modellen)
i
Druk op Fax Start.
d
Druk op s of t op het aanraakpaneel om Contrast weer te geven.
e
Druk op Contrast.
f
Druk op s of t om Automatisch, Licht of Donker weer te geven en druk
vervolgens op de optie die u wilt instellen.
g
Druk op OK.
h
Voer het faxnummer in.
i
Druk op Fax Start.
OPMERKING
Zelfs als u Licht of Donker selecteert, verzendt de machine het faxbericht met de instelling Automatisch in de volgende gevallen:
Als u een kleurenfax verzendt.
Als u Foto selecteert als faxresolutie.

Faxresolutie wijzigen

U kunt de kwaliteit van een fax verbeteren door de faxresolutie te wijzigen.
a
Laad uw document.
b
Druk op (Fax).
OPMERKING
U kunt kiezen uit vier verschillende resoluties voor zwart-witfaxen en twee voor kleurfaxen.
Zwart-wit
Standaard
Fijn
Superfijn
Foto
Kleur
Standaard
Fijn
Geschikt voor de meeste getypte documenten.
Geschikt voor documenten met een klein lettertype. De transmissiesnelheid is iets lager dan bij de standaardresolutie.
Geschikt voor kleine lettertypen of artwork. De transmissiesnelheid is lager dan bij de fijne resolutie.
Gebruik deze instelling wanneer het document verschillende grijstinten heeft of een foto is. De instelling Foto heeft de laagste transmissiesnelheid.
Geschikt voor de meeste getypte documenten.
Gebruik deze instelling wanneer het document een foto is. De transmissiesnelheid is lager dan bij de standaardresolutie.
3
c
Druk op Opties.
d
Druk op s of t op het aanraakpaneel om Faxresolutie weer te geven.
e
Druk op Faxresolutie.
f
Druk op s of t om de opties voor de resolutie weer te geven en druk vervolgens op de gewenste optie.
g
Druk op OK.
h
Voer het faxnummer in.
Als u Superfijn of Foto selecteert en vervolgens een kleurenfax verzendt (via Kleur in Kleurinstelling), wordt de fax met de instelling Fijn verzonden.
9
Hoofdstuk 3

Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen

U kunt de instellingen voor de faxopties die u het meest gebruikt, bewaren door ze als standaardinstellingen te definiëren, zoals
Faxresolutie, Contrast, Kleurinstelling, Direct Verzend (Direct verzend) en Scanformaat glas. Deze instellingen blijven van kracht
totdat u ze weer wijzigt.
a
Druk op (Fax).
b
Druk op Opties.
c
Druk op s of t op het aanraakpaneel om de te wijzigen menuoptie te selecteren. Druk op uw nieuwe optie.
Herhaal deze stap voor elke instelling die u wilt wijzigen.
d
Druk na het wijzigen van de laatste optie op s of t om Nieuwe standaard weer te geven.

Faxopties terugzetten naar de fabrieksinstellingen

U kunt alle faxopties die u hebt gewijzigd, terugzetten naar de fabrieksinstellingen. Deze instellingen blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt.
a
Druk op (Fax).
b
Druk op Opties.
c
Druk op s of t op het aanraakpaneel om Fabrieksinstell. weer te geven.
d
Druk op Fabrieksinstell.
e
U wordt op het touchscreen gevraagd het terugzetten van de fabrieksinstellingen te bevestigen. Druk op Ja ter bevestiging.
f
Druk op .
e
Druk op Nieuwe standaard.
f
Druk op OK.
g
U wordt op het touchscreen gevraagd de wijziging in de nieuwe standaardinstellingen te bevestigen. Druk op Ja ter bevestiging.
h
Druk op .
10
Een fax verzenden (alleen MFC-modellen)

Extra handelingen bij het verzenden

Een fax handmatig verzenden

Als u documenten handmatig gaat verzenden, hoort u de kiestoon, beltonen en de faxontvangsttonen tijdens het faxen.
OPMERKING
Gebruik de ADF om een fax met meerdere pagina's te verzenden.
a
Laad uw document.
b
Druk op (Fax).
c
Neem de hoorn van een extern toestel van de haak om een kiestoon te horen.
d
Kies het faxnummer met het externe toestel.
e
Als u de faxtonen hoort, drukt u op Fax Start. Druk bij gebruik van de glasplaat op Verzenden op het touchscreen om de fax te verzenden.
f
Plaats de hoorn weer op de haak.

Een fax verzenden aan het einde van een gesprek

Aan het einde van een gesprek kunt u voordat u beiden ophangt een fax naar de andere partij verzenden.
a
Vraag de ontvanger om te wachten op de faxtonen (piepjes) en vervolgens op de start- of verzendtoets te drukken en dan op te hangen.
b
Laad uw document.
c
Druk op Fax Start.
Druk bij gebruik van de glasplaat op
Verzenden om de fax te verzenden.
d
Plaats de hoorn weer op de haak.

Tweevoudige werking (alleen zwart-wit)

U kunt een nummer kiezen en de fax in het geheugen scannen terwijl de machine een fax uit het geheugen verstuurt, faxen ontvangt of computergegevens afdrukt. Het nieuwe taaknummer wordt op het touchscreen weergegeven.
Hoeveel pagina's u in het geheugen kunt inlezen, is afhankelijk van de gegevens die erop zijn afgedrukt.
3
OPMERKING
Als de melding Geheugen vol wordt
weergegeven, drukt u op te annuleren of op OK om de tot dusver
gescande pagina's te verzenden.
om de taak
11
Hoofdstuk 3

Rondsturen (alleen zwart-wit)

Met de functie Rondsturen kunt u één faxbericht automatisch naar verschillende faxnummers verzenden. U kunt groepen en snelkiesnummers in dezelfde groepsverzending opnemen.
Nadat het rondsturen is voltooid, wordt een rapport afgedrukt.
Voordat u gaat rondsturen
Ook snelkiesnummers moeten in het geheugen van de machine zijn opgeslagen voordat u ze in een groepsverzending kunt gebruiken. (uu Basis gebruikershandleiding: Snelkiesnummers opslaan.)
Ook groepsnummers moeten in het geheugen van de machine zijn opgeslagen voordat u ze kunt gebruiken voor rondsturen. Groepsnummers bevatten een groot aantal opgeslagen snelkiesnummers zodat u sneller kunt kiezen. (Zie Groepen instellen voor rondsturen uu pagina 34.)
Faxberichten rondsturen
f
Druk op Vanuit adr. boek toevoegen (Toevoegen uit Adresboek).
Druk op numerieke volgorde te zoeken. Druk op de selectievakjes van de nummers die u wilt toevoegen aan de groepsverzending. Nadat u de gewenste nummers hebt geselecteerd, drukt u op OK.
om op alfabetische of
OPMERKING
Als u Internetfax hebt gedownload:
U kunt een groepsverzending via e-mail versturen als u het e-mailadres in kwestie als snelkiesnummer hebt opgeslagen. (uu Basis gebruikershandleiding: Snelkiesnummers opslaan.)
g
Druk op s of t om de weergegeven lijst met nummers voor de groepsverzending te controleren en bevestigen, en druk vervolgens op OK om de lijst te accepteren.
h
Druk op OK als u klaar bent met het wijzigen van instellingen.
a
Laad uw document.
b
Druk op (Fax).
c
Druk op Opties.
d
Druk op s of t op het aanraakpaneel om Rondsturen weer te geven.
e
Druk op Rondsturen.
i
Druk op Fax Start.
OPMERKING
Rondsturen is niet beschikbaar als u Kleur in Kleurinstelling selecteert.
Faxen verzenden vanaf de ADF
De machine begint het document te
scannen.
Faxen verzenden via de glasplaat
Voer een van de volgende stappen uit als op het touchscreen
Volgende Pagina? (Volgende pagina?) wordt
weergegeven:
12
Een fax verzenden (alleen MFC-modellen)
Als u één pagina wilt verzenden,
drukt u op Nee (Zenden).
De machine begint met het verzenden van het document.
Als u meerdere pagina's wilt
verzenden, drukt u op Ja en plaatst u de volgende pagina op de glasplaat.
Druk op OK.
De machine begint met het scannen van de pagina. (Herhaal deze stap voor elke volgende pagina.)
OPMERKING
Als u geen locaties voor groepsnummers
gebruikt, kunt u faxen “rondsturen” naar maximaal 200 verschillende nummers.
Hoeveel geheugen op de machine
beschikbaar is, hangt af van de opdrachten die in het geheugen zijn opgeslagen en van het aantal nummers waarnaar u de fax stuurt. Als u de fax naar het maximale aantal nummers stuurt, kunt u de tweevoudige werking en uitgestelde fax niet gebruiken.
Als de melding Geheugen vol wordt
weergegeven, drukt u op te annuleren of op OK om de tot dusver
gescande pagina's te verzenden.
Rondsturen annuleren
a
Druk op .
om de taak
Als u de huidige taak wilt annuleren,
drukt u op het touchscreen op het nummer dat wordt gekozen. Ga naar stap d.
Als u wilt afsluiten zonder te
annuleren, drukt u op
c
Wanneer u wordt gevraagd of u de volledige zending wilt annuleren, voert u een van de volgende handelingen uit:
Druk op Ja ter bevestiging.
Als u wilt afsluiten zonder te
annuleren, drukt u op Nee.
d
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Als u de huidige taak wilt annuleren,
drukt u op Ja.
Als u wilt afsluiten zonder te
annuleren, drukt u op Nee.
.

Direct verzenden

Als u een fax gaat verzenden, worden de documenten eerst in het geheugen gescand voordat deze worden verzonden. Zodra de telefoonlijn vrij is, kiest de machine het nummer en wordt de fax verzonden.
Soms wilt u een belangrijk document echter onmiddellijk verzenden, zonder te wachten totdat het vanuit het geheugen wordt verzonden. U kunt hiervoor
Direct Verzend (Direct verzend)
inschakelen.
3
b
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Als u de volledige zending wilt
annuleren, drukt u op Volledige zending. Ga naar stap c.
a
Laad uw document.
b
Druk op (Fax).
c
Druk op Opties.
d
Druk op s of t op het aanraakpaneel om Direct Verzend (Direct verzend) weer te geven.
13
Hoofdstuk 3
e
Druk op Direct Verzend (Direct verzend).
i
Druk op Fax Start.
f
Druk op Aan (of Uit).
g
Druk op OK.
h
Voer het faxnummer in.
i
Druk op Fax Start.
OPMERKING
Als u een kleurenfax verzendt of als het
geheugen vol is en u een zwart-witfax vanuit de ADF verzendt, zal de machine het document direct verzenden (zelfs als
Direct Verzend (Direct verzend) is ingesteld op Uit).
Bij Direct verzenden met de glasplaat
werkt de functie voor automatisch opnieuw kiezen niet.

Uitgesteld verzenden (alleen zwart-wit)

U kunt maximaal 50 faxberichten in het geheugen opslaan om ze binnen de volgende 24 uur te verzenden. Deze faxberichten worden verzonden op het tijdstip dat u invoert in stap g.
a
Laad uw document.
b
Druk op (Fax).
c
Druk op Opties.
d
Druk op s of t op het aanraakpaneel om Tijdklok weer te geven.
e
Druk op Tijdklok.
f
Druk op Aan (of Uit).

Internationale modus

Als u problemen hebt met het internationaal verzenden, bijvoorbeeld vanwege ruis op de lijn, is het raadzaam om de internationale modus te activeren. Nadat u een fax in deze modus hebt verzonden, wordt deze functie automatisch weer uitgeschakeld.
a
Laad uw document.
b
Druk op (Fax).
c
Druk op Opties.
d
Druk op s of t op het aanraakpaneel om Internationaal weer te geven.
e
Druk op Internationaal.
f
Druk op Aan (of Uit).
g
Druk op OK.
h
Voer het faxnummer in.
g
Voer met behulp van het toetsenbord op het touchscreen het tijdstip in waarop u de fax wilt verzenden (in 24­uursnotatie). (Voor kwart voor acht 's avonds voert u bijvoorbeeld 19:45 in.) Druk op OK.
OPMERKING
Hoeveel pagina's u in het geheugen kunt inlezen, is afhankelijk van de gegevens die op elke pagina zijn afgedrukt.
h
Druk op OK.
i
Voer het faxnummer in.
j
Druk op Fax Start.
OPMERKING
Tijdklok is niet beschikbaar als u Kleur in Kleurinstelling selecteert.
14

Uitgestelde groepsverzending (alleen zwart-wit)

Een fax verzenden (alleen MFC-modellen)
f
Druk op s of t om door de taken te bladeren en druk op de taak die u wilt annuleren. Druk op Annul.
Voordat de uitgestelde faxen worden verzonden, worden alle faxen in het geheugen eerst gesorteerd op bestemming en gepland tijdstip. Alle uitgestelde faxen die op hetzelfde tijdstip naar dezelfde bestemming moeten worden verzonden, worden als een enkele fax verzonden voor een snellere transmissie.
a
Druk op (Fax).
b
Druk op Opties.
c
Druk op s of t op het aanraakpaneel om Verzamelen weer te geven.
d
Druk op Verzamelen.
e
Druk op Aan (of Uit).
f
Druk op .
g
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Druk op Ja om een taak te
annuleren.
Als u nog een taak wilt annuleren, gaat u naar stap f.
Als u wilt afsluiten zonder te
annuleren, drukt u op Nee.
h
Druk op zodra u gereed bent.
3

Taken in wachtrij controleren en annuleren

U kunt controleren welke taken er nog in het geheugen op verzending wachten en een taak annuleren. (Als er geen taken op verzending wachten, wordt Geen taken meer weergegeven.)
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op s of t op het aanraakpaneel om Fax weer te geven.
c
Druk op Fax.
d
Druk op s of t om Rest. jobs weer te geven.
e
Druk op Rest. jobs. Op het touchscreen worden alle taken weergegeven die in de wachtrij staan.
15
Hoofdstuk 3

Pollen

Met pollen kunt u de machine zo instellen dat andere personen faxen van u kunnen ontvangen, waarbij de ontvangende persoon hiervoor betaalt. U kunt ook een andere faxmachine bellen om een fax op te vragen, zodat u hiervoor betaalt. De pollingfunctie werkt alleen als deze op beide machines is ingesteld. Niet alle faxmachines ondersteunen de pollingfunctie.
Verzend Pollen (alleen zwart­wit)
Met Verzend Pollen kunt u een document op uw faxmachine klaarzetten zodat andere faxmachines het apparaat kunnen bellen om het document op te vragen.
Het document wordt opgeslagen en kan door andere faxmachines worden opgevraagd totdat u het uit het geheugen verwijdert. (Zie
Taken in wachtrij controleren en annuleren
uu pagina 15.)
Druk op Ja om de volgende pagina
te scannen. Ga naar stap j.
Druk op Nee (Zenden) om het
document in het geheugen op te slaan. Andere faxmachines kunnen uw machine nu bellen en het document opvragen.
j
Leg de volgende pagina op de glasplaat en druk op OK. Herhaal de stappen i en j voor iedere volgende pagina. Het document wordt in het geheugen opgeslagen en wordt verzonden als het wordt opgevraagd.
Verzend Pollen met een beveiligingscode instellen
Met Beveiligd pollen kunt u instellen wie de documenten kan opvragen die u hebt klaargezet om te pollen.
Beveiligd pollen werkt alleen met Brother­faxmachines. Als iemand een fax van uw faxmachine wil ophalen, moet hij of zij de beveiligingscode invoeren.
Verzend Pollen instellen
a
Laad uw document.
b
Druk op (Fax).
c
Druk op Opties.
d
Druk op s of t op het aanraakpaneel om Verzend Pollen weer te geven.
e
Druk op Verzend Pollen.
f
Druk op s of t om Stand. weer te geven.
g
Druk op Stand.
h
Druk op Fax Start.
i
Als u gebruikmaakt van de glasplaat, wordt u gevraagd een van de volgende opties te selecteren:
a
Laad uw document.
b
Druk op (Fax).
c
Druk op Opties.
d
Druk op s of t op het aanraakpaneel om Verzend Pollen weer te geven.
e
Druk op Verzend Pollen.
f
Druk op s of t om Beveilig weer te geven.
g
Druk op Beveilig.
h
Voer een viercijferig nummer in. Druk op OK.
i
Druk op Fax Start.
16
j
Als u gebruikmaakt van de glasplaat, wordt u gevraagd een van de volgende opties te selecteren:
Druk op Ja om de volgende pagina
te scannen. Ga naar stap k.
Druk op Nee (Zenden) om het
document te verzenden.
k
Leg de volgende pagina op de glasplaat en druk op OK.
l
Herhaal de stappen j en k voor iedere volgende pagina. Het document wordt in het geheugen opgeslagen en kan worden opgevraagd.
Een fax verzenden (alleen MFC-modellen)
3
17
Een fax ontvangen (alleen MFC-
4
modellen)

Geheugenontvangst (alleen zwart-wit)

U kunt slechts één optie voor geheugenontvangst tegelijk gebruiken:
Fax doorzenden
Fax opslaan
PC-Fax ontvangen
Uit
U kunt uw selectie op elk gewenst moment wijzigen. Als er nog ontvangen faxberichten in het geheugen van de machine staan wanneer u de optie voor geheugenontvangst wijzigt, wordt een melding weergegeven op het touchscreen. (Zie Geheugenontvangst wijzigen uu pagina 21.)

Fax doorzenden

Met de functie Fax doorzenden kunt u ontvangen faxen opslaan in het geheugen van de machine. Vervolgens kiest de machine het faxnummer dat u hebt geprogrammeerd en wordt het faxbericht verzonden.
h
Druk op s of t om Fax Doorzenden (Fax doorzenden) weer te geven.
i
Druk op Fax Doorzenden (Fax doorzenden).
j
Voer het doorzendnummer (maximaal 20 cijfers) in met behulp van het toetsenbord op het touchscreen. Druk op OK.
k
Druk op Backup Print:Aan (Backup print:Aan) of Backup Print:Uit (Backup print:Uit).
BELANGRIJK
Als u Backup Print:Aan
(Backup print:Aan) selecteert, wordt de fax ook op uw machine afgedrukt, zodat u een kopie hebt. Dit is een veiligheidsmaatregel voor het geval dat de stroom uitvalt voordat de fax is doorgestuurd of er een probleem aan de kant van de ontvanger is.
Als u een kleurenfax ontvangt, wordt deze
fax afgedrukt maar niet doorgestuurd naar het geprogrammeerde doorzendnummer.
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op s of t op het aanraakpaneel om Fax weer te geven.
c
Druk op Fax.
d
Druk op s of t om Ontvangstmenu weer te geven.
e
Druk op Ontvangstmenu.
f
Druk op s of t om Geheugenontv. weer te geven.
g
Druk op Geheugenontv.
18
l
Druk op .
Loading...
+ 60 hidden pages