Gebruikershandleidingen en waar ik deze kan
vinden
Welke handleiding?Wat staat erin?Waar vind ik deze?
Handleiding
product veiligheid
InstallatiehandleidingVolg de instructies voor het instellen van uw
Beknopte gebruikershandleiding
Uitgebreide
gebruikershandleiding
SoftwarehandleidingVolg deze instructies voor afdrukken, scannen,
NetwerkhandleidingDeze handleiding bevat nuttige informatie over
Handleiding
Web Connect
AirPrint handleidingIn deze handleiding wordt uitgelegd hoe u AirPrint
Google cloud
print handleiding
Lees deze handleiding eerst. Lees de
veiligheidsinstructies voordat u de machine instelt.
Raadpleeg deze handleiding voor
handelsmerken en wettelijke beperkingen.
machine en het installeren van de drivers en de
software voor het besturingssysteem en type
verbinding dat u gebruikt.
Maak kennis met de standaardhandelingen voor
faxen, kopiëren en scannen, leer omgaan met
PhotoCapture Center™ en bekijk hoe u
verbruiksartikelen kunt vervangen. Raadpleeg de
tips voor het oplossen van problemen.
Maak kennis met geavanceerde handelingen:
faxen, kopiëren, beveiligingsfuncties, rapporten
afdrukken en routineonderhoud uitvoeren.
netwerkscannen, PhotoCapture Center™, Remote
Setup, PC-Fax, webservices (scannen) en om
Brother ControlCenter te gebruiken.
instellingen voor bedrade en draadloze
netwerken en beveiligingsinstellingen die u met de
Brother-machine kunt configureren. Daarnaast
bevat deze handleiding informatie over de
protocollen die door uw machine worden
ondersteund en gedetailleerde tips voor het
oplossen van problemen.
Deze handleiding bevat nuttige informatie over de
toegang tot internetdiensten vanaf de
Brother-machine en over het downloaden van
afbeeldingen, afdrukken van gegevens en
rechtstreeks uploaden van bestanden naar
internetdiensten.
gebruikt om via Mac OS X v10.7.x en uw iPhone,
iPod touch, iPad of een ander iOS-apparaat af te
drukken op uw Brother-machine zonder een
printerdriver te installeren.
Deze handleiding bevat informatie over het gebruik
van Google Cloud Print™-diensten voor afdrukken
via internet.
Afgedrukt /
In de verpakking
Afgedrukt /
In de verpakking
Afgedrukt /
In de verpakking
PDF-bestand /
cd-rom
PDF-bestand /
cd-rom
PDF-bestand /
cd-rom
PDF-bestand /
Brother Solutions
Center
PDF-bestand /
Brother Solutions
Center
PDF-bestand /
Brother Solutions
Center
2
2
2
1
i
Welke handleiding?Wat staat erin?Waar vind ik deze?
Wi-Fi Direct™
handleiding
Deze handleiding bevat informatie over de
configuratie en het gebruik van uw Brother-machine
voor rechtstreeks draadloos afdrukken vanaf een
PDF-bestand /
Brother Solutions
Center
2
mobiel apparaat dat de Wi-Fi Direct™-standaard
ondersteunt.
Handleiding
mobiel printen/scannen
voor Brother iPrint&Scan
Deze handleiding bevat nuttige informatie over het
afdrukken vanaf een mobiel apparaat en het
scannen vanaf de Brother-machine naar een
PDF-bestand /
Brother Solutions
Center
2
mobiel apparaat, indien aangesloten op een
wifinetwerk.
De machine reinigen en controleren .................................................................. 64
De buitenkant van de machine reinigen ....................................................... 64
De geleiderol van de machine reinigen ........................................................ 65
De papierinvoerrollen reinigen ..................................................................... 65
De papierdoorvoerrollen reinigen ................................................................. 66
De papierdoorvoerrollen voor papierlade #2 reinigen (MFC-J4610DW) ...... 67
Het inktvolume controleren .......................................................................... 68
De machine inpakken en vervoeren .................................................................. 69
BVerklarende woordenlijst 71
CIndex 75
vi
vii
1
Algemene instellingen
BELANGRIJKE OPMERKING
De meeste afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn gebaseerd op model
MFC-J4410DW.
1
Opslag in geheugen
(MFC-J4410DW en MFC-J4610DW)
Uw menu-instellingen worden permanent
opgeslagen en blijven bij een eventuele
stroomstoring behouden. Tijdelijke
instellingen (zoals Internationaal) gaan
verloren. Als u Nieuwe standaard hebt
gekozen als voorkeursinstelling voor Fax,Scannen, Kopiëren en Foto, gaan de
instellingen niet verloren. Bovendien blijven
tijdens een stroomstoring de datum en tijd en
geprogrammeerde faxtaken (zoals
Tijdklok) maximaal 24 uur behouden.
(DCP-J4110DW)
Uw menu-instellingen worden permanent
opgeslagen en blijven bij een eventuele
stroomstoring behouden. Als u
Nieuwe standaard hebt gekozen, blijven
instellingen in de modus Kopiëren, Foto enScannen behouden. Tijdelijke instellingen
gaan verloren.
U kunt de machine zo instellen dat de
zomertijd automatisch wordt ingeschakeld.
De machine wordt dan automatisch in de
lente een uur vooruit gezet en in de herfst een
uur achteruit. Zorg daarbij wel dat u de juiste
datum en tijd instelt bij Datum&Tijd (Datum& tijd).
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op s of t op het aanraakpaneel
om Stand.instel. weer te geven.
c
Druk op Stand.instel.
d
Druk op Datum&Tijd (Datum
& tijd).
e
Druk op s of t om Aut. zomertijd
weer te geven.
f
Druk op Aut. zomertijd.
g
Druk op Uit (of Aan).
h
Druk op .
1
Hoofdstuk 1
Slaapstand
U kunt opgeven na hoeveel tijd (maximaal 60
minuten) de machine in de slaapstand wordt
gezet wanneer er geen gebruik van wordt
gemaakt. Zodra een bewerking op de
machine wordt uitgevoerd, wordt de timer
opnieuw gestart.
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op s of t op het aanraakpaneel
om Standaardinst. weer te geven.
c
Druk op Standaardinst.
d
Druk op s of t om Slaapstand weer
te geven.
e
Druk op Slaapstand.
f
Druk op s of t om 1Min, 2Min.,
3Min., 5Min., 10Min., 30Min. of
60Min. weer te geven en op te geven
na hoeveel tijd de machine bij inactiviteit
in de slaapstand moet worden gezet.
Druk op de gewenste optie.
Automatisch
uitschakelen
(DCP-J4110DW)
Als u de functie Automatisch uitschakelen
activeert, wordt de machine één uur nadat
deze in de slaapstand is gezet automatisch
uitgeschakeld. Als deze functie is ingesteld op
Uit, wordt de machine niet automatisch
uitgeschakeld.
De machine wordt niet automatisch
uitgeschakeld als:
wanneer de machine op een bedraad
netwerk is aangesloten
deze is aangesloten op een draadloos
netwerk
WLAN is geselecteerd voor
Netwerk I/F
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op s of t op het aanraakpaneel
om Standaardinst. weer te geven.
g
Druk op .
c
Druk op Standaardinst.
d
Druk op s of t om
Autom. uitschakelen weer te
geven.
e
Druk op Autom. uitschakelen.
f
Druk op Aan (of Uit).
g
Druk op .
2
Touchscreen-LCD
De taal van het touchscreen
wijzigen (afhankelijk van uw
model)
U kunt de taal van het touchscreen wijzigen.
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op s of t om Stand.instel.
weer te geven.
c
Druk op Stand.instel.
d
Druk op s of t om Taalkeuze weer te
geven.
Algemene instellingen
g
Druk op s of t om 10Sec., 20Sec.,
30Sec. of Uit weer te geven en druk
vervolgens op de gewenste optie.
h
Druk op .
1
e
Druk op Taalkeuze.
f
Druk op uw taal.
g
Druk op .
De lichtdimtimer voor de
achtergrondverlichting
instellen
U kunt instellen hoe lang de
achtergrondverlichting van het LCD-scherm
blijft branden nadat u dit voor het laatst hebt
aangeraakt.
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op s of t op het aanraakpaneel
om Standaardinst. weer te geven.
c
Druk op Standaardinst.
d
Druk op s of t om LCD instell.
(LCD-instell.) weer te geven.
e
Druk op LCD instell.
(LCD-instell.).
f
Druk op Lichtdim-timer.
3
2
Beveiligingsfuncties
Beveiligd functieslot
2.0
Met Beveiligd functieslot kunt u openbare
toegang tot bepaalde machinefuncties
beperken:
Fax Tx (Faxen verzenden)
Fax Rx (Faxen ontvangen)
Kopiëren
Scannen
PCC (PhotoCapture Center™)
Afdrukken vanaf computer
Afdrukken in kleur
Paginalimiet
Webupload
Webdownload
1
Alleen MFC-modellen.
1
1
• Als Fax Tx is uitgeschakeld, zijn de
functies van het menu Fax niet
beschikbaar.
• Verzend Pollen en Ontvang Pollen zijn
alleen actief wanneer zowel Fax Tx als
Fax Rx is ingeschakeld.
• U kunt een snelkoppeling niet bewerken of
verwijderen wanneer Beveiligd functieslot
is ingesteld op Aan.
1
Alleen MFC-modellen.
1
1
Voordat u Beveiligd
functieslot 2.0 kunt gebruiken
U kunt de instellingen van Beveiligd
functieslot 2.0 met behulp van een
webbrowser configureren. Voordat u dit doet,
moet u de volgende voorbereidingen treffen.
a
Start uw webbrowser.
Door de toegang tot de functies te beperken
verhindert deze voorziening ook dat
gebruikers de standaardinstellingen van de
machine wijzigen.
Voordat u de beveiligingsfuncties gebruikt,
moet u een beheerderswachtwoord invoeren.
De toegang tot niet-openbare bewerkingen
kan worden geregeld door gebruikers met
beperkte rechten in te stellen. Gebruikers met
beperkte rechten moeten een wachtwoord
invoeren om de machine te kunnen
gebruiken.
Zorg ervoor dat u het wachtwoord noteert en
op een veilige plek bewaart. Vraag de
klantenservice van Brother om hulp als u het
bent vergeten.
OPMERKING
• Alleen beheerders kunnen beperkingen
instellen en wijzigingen aanbrengen voor
elke gebruiker.
b
Typ “vIP-adres_machine/” in de
adresbalk van uw browser (waarbij “IPadres_machine” het IP-adres van de
machine is).
Bijvoorbeeld:
x192.168.1.2/
OPMERKING
U vindt het IP-adres van de machine in de
netwerkconfiguratielijst. (uu
Netwerkhandleiding: Hetnetwerkconfiguratierapport afdrukken.)
4
Beveiligingsfuncties
c
Typ een wachtwoord in het vak Log in.
(Dit is een wachtwoord om in te loggen
op de webpagina van de machine, niet
het beheerderswachtwoord voor
Beveiligd functieslot.) Klik op
OPMERKING
Geef een wachtwoord op als u de
instellingen van de machine voor de
eerste keer met een webbrowser
configureert.
1
Klik op Configureer
het wachtwoord.
Het beheerderswachtwoord instellen
Het wachtwoord dat u in deze stappen instelt,
is voor de beheerder. Dit wachtwoord wordt
gebruikt om gebruikers in te stellen en
.
Beveiligd functieslot in of uit te schakelen. (Zie
Gebruikers met beperkte rechten instellen
uu pagina 6 en Beveiligd functieslot in-/
uitschakelen uu pagina 6.)
a
Klik op Beheerder.
b
Klik op Beveiligd functieslot.
c
Typ als wachtwoord een viercijferig
nummer in het vak Nieuw wachtwoord.
2
2
Voer een wachtwoord in (maximaal
32 tekens).
3
Typ het wachtwoord opnieuw in het
vak Bevestigen: nieuw
wachtwoord.
4
Klik op Indienen.
Het beheerderswachtwoord
instellen en wijzigen
U kunt deze instellingen met behulp van een
webbrowser configureren. Zie Voordat u
Beveiligd functieslot 2.0 kunt gebruiken
uu pagina 4 voor het instellen van de
webpagina. Ga vervolgens als volgt te werk.
d
Typ het wachtwoord opnieuw in het vak
Wachtwoord opnieuw invoeren.
e
Klik op Indienen.
Het beheerderswachtwoord wijzigen
a
Klik op Beheerder.
b
Klik op Beveiligd functieslot.
c
Typ voor het nieuwe wachtwoord een
viercijferig nummer in het vak
Nieuw wachtwoord.
d
Typ het nieuwe wachtwoord nogmaals
in het veld Wachtwoord opnieuwinvoeren.
e
Klik op Indienen.
5
Hoofdstuk 2
Gebruikers met beperkte
rechten instellen
U kunt gebruikers met beperkte rechten en
een wachtwoord instellen. U kunt maximaal
10 gebruikers instellen.
U kunt deze instellingen met behulp van een
webbrowser configureren.
Zie Voordat u Beveiligd functieslot 2.0 kuntgebruiken uu pagina 4 voor het instellen van
de webpagina. Ga vervolgens als volgt te
werk.
a
Klik op Beheerder.
b
Klik op Beveiligd functieslot.
c
Typ een groeps- of gebruikersnaam van
maximaal 15 alfanumerieke tekens in
het vak Id-nummer/naam. Typ
vervolgens een viercijferig wachtwoord
in het vak Pincode.
Beveiligd functieslot in-/
uitschakelen
OPMERKING
Als u het verkeerde wachtwoord invoert,
ziet u Fout wachtwoord op het
touchscreen. Voer het juiste wachtwoord
in. Vraag de klantenservice van Brother
om hulp als u het bent vergeten.
Beveiligd functieslot inschakelen
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op s of t op het aanraakpaneel
om Standaardinst. weer te geven.
c
Druk op Standaardinst.
d
Druk op s of t om Functieslot weer
te geven.
d
Schakel de functies die u wilt beperken
uit met behulp van de vakjes onder
Printactiviteiten en Ander. Als u de
paginalimiet wilt configureren, selecteert
u Aan bij Paginalimiet en typt u
vervolgens het aantal in het vak Max.
Klik op Indienen.
OPMERKING
• U moet elke gebruiker een uniek
wachtwoord toewijzen.
• U kunt één openbare gebruiker instellen.
Openbare gebruikers hoeven geen
wachtwoord in te voeren. Voor meer
informatie uu Netwerkhandleiding.
e
Druk op Functieslot.
f
Druk op Slot UitiAan.
g
Voer uw viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp
van het toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
OPMERKING
Het pictogram Beveiligd functieslot wordt
duidelijk weergegeven op het
beginscherm.
6
Beveiligingsfuncties
Beveiligd functieslot uitschakelen
a
Druk op of
XXXXX
gebruikersnaam is).
b
Druk op Slot AaniUit.
c
Voer uw viercijferige
beheerderswachtwoord in met behulp
van het toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
(waarbij xxxxx de
Schakelen tussen gebruikers
Met deze instelling kan een gebruiker met
beperkte rechten inloggen op de machine
wanneer Beveiligd functieslot is
ingeschakeld.
Schakelen naar openbare
modus
a
Druk op
xxxxx de gebruikersnaam is).
b
Druk op Ga naar Openb.
XXXXX
(waarbij
2
a
Druk op of
XXXXX
touchscreen (waarbij xxxxx de
gebruikersnaam is).
b
Druk op s of t op het aanraakpaneel
om WijzigGebruiker(Gebruiker wijz.) weer te geven.
c
Druk op WijzigGebruiker
(Gebruiker wijz.).
d
Druk op s of t om uw gebruikersnaam
weer te geven.
e
Druk op uw gebruikersnaam.
f
Voer uw viercijferige
gebruikerswachtwoord in met behulp
van het toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
op het
7
Een fax verzenden (alleen MFC-
3
modellen)
Extra opties bij het
verzenden
Faxen met meer instellingen
verzenden
Als u een fax verzendt, kunt u een combinatie
van instellingen kiezen, zoals
Faxresolutie, Contrast, Scanformaat
glas en Direct Verzend
(Direct verzend).
Daarnaast kunt u Geschiedenis,
Adresboek, Rondsturen,
Kleurinstelling, Tijdklok,
Verzamelen, Verzend Pollen,
Ontvang Pollen, Internationaal,
Nieuwe standaard en
Fabrieksinstell. selecteren.
Sommige instellingen zijn alleen beschikbaar
als u zwart-witfaxen verzendt.
f
Ga terug naar stap d als u meer
instellingen wilt wijzigen.
g
Druk op OK als u klaar bent met het
wijzigen van instellingen.
h
Voer het faxnummer in.
i
Druk op Fax Start.
OPMERKING
• De meeste instellingen zijn tijdelijke
instellingen. Zodra u de fax hebt
verzonden, keert de machine terug naar
de standaardinstellingen.
• U kunt bepaalde veelgebruikte instellingen
opslaan door deze als
standaardinstellingen te definiëren. Deze
instellingen blijven van kracht totdat u ze
weer wijzigt. (Zie Uw wijzigingen instellen
als nieuwe standaardinstellingen
uu pagina 10.)
a
Laad uw document.
b
Druk op (Fax).
Op het touchscreen wordt het volgende
weergegeven:
c
Druk op Opties.
d
Druk op s of t op het aanraakpaneel
om de te wijzigen instelling weer te
geven. Druk op de instelling wanneer
deze wordt weergegeven.
e
Druk op de gewenste optie.
Faxen onderbreken
Druk op om het faxen te onderbreken.
Contrast
Als uw document erg licht of erg donker is,
kunt u proberen het contrast aan te passen.
Voor de meeste documenten kunt u de
standaardinstelling Automatisch
gebruiken. Hiermee wordt automatisch het
juiste contrast voor uw document
geselecteerd.
Kies Licht voor het verzenden van een licht
document. Kies Donker voor het verzenden
van een donker document.
a
Laad uw document.
b
Druk op (Fax).
8
c
Druk op Opties.
Een fax verzenden (alleen MFC-modellen)
i
Druk op Fax Start.
d
Druk op s of t op het aanraakpaneel
om Contrast weer te geven.
e
Druk op Contrast.
f
Druk op s of t om Automatisch,
Licht of Donker weer te geven en druk
vervolgens op de optie die u wilt
instellen.
g
Druk op OK.
h
Voer het faxnummer in.
i
Druk op Fax Start.
OPMERKING
Zelfs als u Licht of Donker selecteert,
verzendt de machine het faxbericht met de
instelling Automatisch in de volgende
gevallen:
• Als u een kleurenfax verzendt.
• Als u Foto selecteert als faxresolutie.
Faxresolutie wijzigen
U kunt de kwaliteit van een fax verbeteren
door de faxresolutie te wijzigen.
a
Laad uw document.
b
Druk op (Fax).
OPMERKING
U kunt kiezen uit vier verschillende
resoluties voor zwart-witfaxen en twee
voor kleurfaxen.
Zwart-wit
Standaard
Fijn
Superfijn
Foto
Kleur
Standaard
Fijn
Geschikt voor de meeste
getypte documenten.
Geschikt voor documenten
met een klein lettertype. De
transmissiesnelheid is iets
lager dan bij de
standaardresolutie.
Geschikt voor kleine
lettertypen of artwork. De
transmissiesnelheid is lager
dan bij de fijne resolutie.
Gebruik deze instelling
wanneer het document
verschillende grijstinten
heeft of een foto is. De
instelling Foto heeft de
laagste transmissiesnelheid.
Geschikt voor de meeste
getypte documenten.
Gebruik deze instelling
wanneer het document een
foto is. De
transmissiesnelheid is lager
dan bij de standaardresolutie.
3
c
Druk op Opties.
d
Druk op s of t op het aanraakpaneel
om Faxresolutie weer te geven.
e
Druk op Faxresolutie.
f
Druk op s of t om de opties voor de
resolutie weer te geven en druk
vervolgens op de gewenste optie.
g
Druk op OK.
h
Voer het faxnummer in.
Als u Superfijn of Foto selecteert en
vervolgens een kleurenfax verzendt (via
Kleur in Kleurinstelling), wordt de
fax met de instelling Fijn verzonden.
9
Hoofdstuk 3
Uw wijzigingen instellen als
nieuwe standaardinstellingen
U kunt de instellingen voor de faxopties die u
het meest gebruikt, bewaren door ze als
standaardinstellingen te definiëren, zoals
Faxresolutie, Contrast,
Kleurinstelling, Direct Verzend
(Direct verzend) en Scanformaat
glas. Deze instellingen blijven van kracht
totdat u ze weer wijzigt.
a
Druk op (Fax).
b
Druk op Opties.
c
Druk op s of t op het aanraakpaneel
om de te wijzigen menuoptie te
selecteren. Druk op uw nieuwe optie.
Herhaal deze stap voor elke instelling
die u wilt wijzigen.
d
Druk na het wijzigen van de laatste optie
op s of t om Nieuwe standaard
weer te geven.
Faxopties terugzetten naar de
fabrieksinstellingen
U kunt alle faxopties die u hebt gewijzigd,
terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
Deze instellingen blijven van kracht totdat u
ze weer wijzigt.
a
Druk op (Fax).
b
Druk op Opties.
c
Druk op s of t op het aanraakpaneel
om Fabrieksinstell. weer te
geven.
d
Druk op Fabrieksinstell.
e
U wordt op het touchscreen gevraagd
het terugzetten van de
fabrieksinstellingen te bevestigen.
Druk op Ja ter bevestiging.
f
Druk op .
e
Druk op Nieuwe standaard.
f
Druk op OK.
g
U wordt op het touchscreen gevraagd de
wijziging in de nieuwe
standaardinstellingen te bevestigen.
Druk op Ja ter bevestiging.
h
Druk op .
10
Een fax verzenden (alleen MFC-modellen)
Extra handelingen bij
het verzenden
Een fax handmatig verzenden
Als u documenten handmatig gaat
verzenden, hoort u de kiestoon, beltonen en
de faxontvangsttonen tijdens het faxen.
OPMERKING
Gebruik de ADF om een fax met meerdere
pagina's te verzenden.
a
Laad uw document.
b
Druk op (Fax).
c
Neem de hoorn van een extern toestel
van de haak om een kiestoon te horen.
d
Kies het faxnummer met het externe
toestel.
e
Als u de faxtonen hoort, drukt u op
Fax Start.
Druk bij gebruik van de glasplaat op
Verzenden op het touchscreen om de
fax te verzenden.
f
Plaats de hoorn weer op de haak.
Een fax verzenden aan het
einde van een gesprek
Aan het einde van een gesprek kunt u voordat
u beiden ophangt een fax naar de andere
partij verzenden.
a
Vraag de ontvanger om te wachten op
de faxtonen (piepjes) en vervolgens op
de start- of verzendtoets te drukken en
dan op te hangen.
b
Laad uw document.
c
Druk op Fax Start.
Druk bij gebruik van de glasplaat op
Verzenden om de fax te verzenden.
d
Plaats de hoorn weer op de haak.
Tweevoudige werking
(alleen zwart-wit)
U kunt een nummer kiezen en de fax in het
geheugen scannen terwijl de machine een fax
uit het geheugen verstuurt, faxen ontvangt of
computergegevens afdrukt. Het nieuwe
taaknummer wordt op het touchscreen
weergegeven.
Hoeveel pagina's u in het geheugen kunt
inlezen, is afhankelijk van de gegevens die
erop zijn afgedrukt.
3
OPMERKING
Als de melding Geheugen vol wordt
weergegeven, drukt u op
te annuleren of op OK om de tot dusver
gescande pagina's te verzenden.
om de taak
11
Hoofdstuk 3
Rondsturen
(alleen zwart-wit)
Met de functie Rondsturen kunt u één
faxbericht automatisch naar verschillende
faxnummers verzenden. U kunt groepen en
snelkiesnummers in dezelfde
groepsverzending opnemen.
Nadat het rondsturen is voltooid, wordt een
rapport afgedrukt.
Voordat u gaat rondsturen
Ook snelkiesnummers moeten in het
geheugen van de machine zijn opgeslagen
voordat u ze in een groepsverzending kunt
gebruiken. (uu Basis gebruikershandleiding:
Snelkiesnummers opslaan.)
Ook groepsnummers moeten in het
geheugen van de machine zijn opgeslagen
voordat u ze kunt gebruiken voor rondsturen.
Groepsnummers bevatten een groot aantal
opgeslagen snelkiesnummers zodat u sneller
kunt kiezen. (Zie Groepen instellen voorrondsturen uu pagina 34.)
Faxberichten rondsturen
f
Druk op Vanuit adr. boek
toevoegen (Toevoegen
uit Adresboek).
Druk op
numerieke volgorde te zoeken. Druk op
de selectievakjes van de nummers die u
wilt toevoegen aan de
groepsverzending.
Nadat u de gewenste nummers hebt
geselecteerd, drukt u op OK.
om op alfabetische of
OPMERKING
Als u Internetfax hebt gedownload:
U kunt een groepsverzending via e-mail
versturen als u het e-mailadres in kwestie
als snelkiesnummer hebt opgeslagen.
(uu Basis gebruikershandleiding:
Snelkiesnummers opslaan.)
g
Druk op s of t om de weergegeven lijst
met nummers voor de groepsverzending
te controleren en bevestigen, en druk
vervolgens op OK om de lijst te
accepteren.
h
Druk op OK als u klaar bent met het
wijzigen van instellingen.
a
Laad uw document.
b
Druk op (Fax).
c
Druk op Opties.
d
Druk op s of t op het aanraakpaneel
om Rondsturen weer te geven.
e
Druk op Rondsturen.
i
Druk op Fax Start.
OPMERKING
Rondsturen is niet beschikbaar als u
Kleur in Kleurinstelling selecteert.
Faxen verzenden vanaf de ADF
De machine begint het document te
scannen.
Faxen verzenden via de glasplaat
Voer een van de volgende stappen uit
als op het touchscreen
Volgende Pagina?
(Volgende pagina?) wordt
weergegeven:
12
Een fax verzenden (alleen MFC-modellen)
Als u één pagina wilt verzenden,
drukt u op Nee (Zenden).
De machine begint met het
verzenden van het document.
Als u meerdere pagina's wilt
verzenden, drukt u op Ja en plaatst
u de volgende pagina op de
glasplaat.
Druk op OK.
De machine begint met het scannen
van de pagina. (Herhaal deze stap
voor elke volgende pagina.)
OPMERKING
• Als u geen locaties voor groepsnummers
gebruikt, kunt u faxen “rondsturen” naar
maximaal 200 verschillende nummers.
• Hoeveel geheugen op de machine
beschikbaar is, hangt af van de
opdrachten die in het geheugen zijn
opgeslagen en van het aantal nummers
waarnaar u de fax stuurt. Als u de fax naar
het maximale aantal nummers stuurt, kunt
u de tweevoudige werking en uitgestelde
fax niet gebruiken.
• Als de melding Geheugen vol wordt
weergegeven, drukt u op
te annuleren of op OK om de tot dusver
gescande pagina's te verzenden.
Rondsturen annuleren
a
Druk op .
om de taak
Als u de huidige taak wilt annuleren,
drukt u op het touchscreen op het
nummer dat wordt gekozen. Ga naar
stap d.
Als u wilt afsluiten zonder te
annuleren, drukt u op
c
Wanneer u wordt gevraagd of u de
volledige zending wilt annuleren, voert u
een van de volgende handelingen uit:
Druk op Ja ter bevestiging.
Als u wilt afsluiten zonder te
annuleren, drukt u op Nee.
d
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de huidige taak wilt annuleren,
drukt u op Ja.
Als u wilt afsluiten zonder te
annuleren, drukt u op Nee.
.
Direct verzenden
Als u een fax gaat verzenden, worden de
documenten eerst in het geheugen gescand
voordat deze worden verzonden. Zodra de
telefoonlijn vrij is, kiest de machine het
nummer en wordt de fax verzonden.
Soms wilt u een belangrijk document echter
onmiddellijk verzenden, zonder te wachten
totdat het vanuit het geheugen wordt
verzonden. U kunt hiervoor
Direct Verzend (Direct verzend)
inschakelen.
3
b
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de volledige zending wilt
annuleren, drukt u op
Volledige zending. Ga naar
stap c.
a
Laad uw document.
b
Druk op (Fax).
c
Druk op Opties.
d
Druk op s of t op het aanraakpaneel
om Direct Verzend(Direct verzend) weer te geven.
13
Hoofdstuk 3
e
Druk op Direct Verzend
(Direct verzend).
i
Druk op Fax Start.
f
Druk op Aan (of Uit).
g
Druk op OK.
h
Voer het faxnummer in.
i
Druk op Fax Start.
OPMERKING
• Als u een kleurenfax verzendt of als het
geheugen vol is en u een zwart-witfax
vanuit de ADF verzendt, zal de machine
het document direct verzenden (zelfs als
Direct Verzend
(Direct verzend) is ingesteld op
Uit).
• Bij Direct verzenden met de glasplaat
werkt de functie voor automatisch opnieuw
kiezen niet.
Uitgesteld verzenden
(alleen zwart-wit)
U kunt maximaal 50 faxberichten in het
geheugen opslaan om ze binnen de volgende
24 uur te verzenden. Deze faxberichten
worden verzonden op het tijdstip dat u invoert
in stap g.
a
Laad uw document.
b
Druk op (Fax).
c
Druk op Opties.
d
Druk op s of t op het aanraakpaneel
om Tijdklok weer te geven.
e
Druk op Tijdklok.
f
Druk op Aan (of Uit).
Internationale modus
Als u problemen hebt met het internationaal
verzenden, bijvoorbeeld vanwege ruis op de
lijn, is het raadzaam om de internationale
modus te activeren. Nadat u een fax in deze
modus hebt verzonden, wordt deze functie
automatisch weer uitgeschakeld.
a
Laad uw document.
b
Druk op (Fax).
c
Druk op Opties.
d
Druk op s of t op het aanraakpaneel
om Internationaal weer te geven.
e
Druk op Internationaal.
f
Druk op Aan (of Uit).
g
Druk op OK.
h
Voer het faxnummer in.
g
Voer met behulp van het toetsenbord op
het touchscreen het tijdstip in waarop u
de fax wilt verzenden (in 24uursnotatie).
(Voor kwart voor acht 's avonds voert u
bijvoorbeeld 19:45 in.)
Druk op OK.
OPMERKING
Hoeveel pagina's u in het geheugen kunt
inlezen, is afhankelijk van de gegevens die
op elke pagina zijn afgedrukt.
h
Druk op OK.
i
Voer het faxnummer in.
j
Druk op Fax Start.
OPMERKING
Tijdklok is niet beschikbaar als u
Kleur in Kleurinstelling selecteert.
14
Uitgestelde
groepsverzending (alleen
zwart-wit)
Een fax verzenden (alleen MFC-modellen)
f
Druk op s of t om door de taken te
bladeren en druk op de taak die u wilt
annuleren.
Druk op Annul.
Voordat de uitgestelde faxen worden
verzonden, worden alle faxen in het
geheugen eerst gesorteerd op bestemming
en gepland tijdstip. Alle uitgestelde faxen die
op hetzelfde tijdstip naar dezelfde
bestemming moeten worden verzonden,
worden als een enkele fax verzonden voor
een snellere transmissie.
a
Druk op (Fax).
b
Druk op Opties.
c
Druk op s of t op het aanraakpaneel
om Verzamelen weer te geven.
d
Druk op Verzamelen.
e
Druk op Aan (of Uit).
f
Druk op .
g
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op Ja om een taak te
annuleren.
Als u nog een taak wilt annuleren,
gaat u naar stap f.
Als u wilt afsluiten zonder te
annuleren, drukt u op Nee.
h
Druk op zodra u gereed bent.
3
Taken in wachtrij controleren
en annuleren
U kunt controleren welke taken er nog in het
geheugen op verzending wachten en een
taak annuleren.
(Als er geen taken op verzending wachten,
wordt Geen taken meer weergegeven.)
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op s of t op het aanraakpaneel
om Fax weer te geven.
c
Druk op Fax.
d
Druk op s of t om Rest. jobs weer
te geven.
e
Druk op Rest. jobs.
Op het touchscreen worden alle taken
weergegeven die in de wachtrij staan.
15
Hoofdstuk 3
Pollen
Met pollen kunt u de machine zo instellen dat
andere personen faxen van u kunnen
ontvangen, waarbij de ontvangende persoon
hiervoor betaalt. U kunt ook een andere
faxmachine bellen om een fax op te vragen,
zodat u hiervoor betaalt. De pollingfunctie
werkt alleen als deze op beide machines is
ingesteld. Niet alle faxmachines
ondersteunen de pollingfunctie.
Verzend Pollen (alleen zwartwit)
Met Verzend Pollen kunt u een document op
uw faxmachine klaarzetten zodat andere
faxmachines het apparaat kunnen bellen om
het document op te vragen.
Het document wordt opgeslagen en kan door
andere faxmachines worden opgevraagd
totdat u het uit het geheugen verwijdert. (Zie
Taken in wachtrij controleren en annuleren
uu pagina 15.)
Druk op Ja om de volgende pagina
te scannen.
Ga naar stap j.
Druk op Nee (Zenden) om het
document in het geheugen op te
slaan. Andere faxmachines kunnen
uw machine nu bellen en het
document opvragen.
j
Leg de volgende pagina op de glasplaat
en druk op OK. Herhaal de stappen i
en j voor iedere volgende pagina.
Het document wordt in het geheugen
opgeslagen en wordt verzonden als het
wordt opgevraagd.
Verzend Pollen met een
beveiligingscode instellen
Met Beveiligd pollen kunt u instellen wie de
documenten kan opvragen die u hebt
klaargezet om te pollen.
Beveiligd pollen werkt alleen met Brotherfaxmachines. Als iemand een fax van uw
faxmachine wil ophalen, moet hij of zij de
beveiligingscode invoeren.
Verzend Pollen instellen
a
Laad uw document.
b
Druk op (Fax).
c
Druk op Opties.
d
Druk op s of t op het aanraakpaneel
om Verzend Pollen weer te geven.
e
Druk op Verzend Pollen.
f
Druk op s of t om Stand. weer te
geven.
g
Druk op Stand.
h
Druk op Fax Start.
i
Als u gebruikmaakt van de glasplaat,
wordt u gevraagd een van de volgende
opties te selecteren:
a
Laad uw document.
b
Druk op (Fax).
c
Druk op Opties.
d
Druk op s of t op het aanraakpaneel
om Verzend Pollen weer te geven.
e
Druk op Verzend Pollen.
f
Druk op s of t om Beveilig weer te
geven.
g
Druk op Beveilig.
h
Voer een viercijferig nummer in.
Druk op OK.
i
Druk op Fax Start.
16
j
Als u gebruikmaakt van de glasplaat,
wordt u gevraagd een van de volgende
opties te selecteren:
Druk op Ja om de volgende pagina
te scannen.
Ga naar stap k.
Druk op Nee (Zenden) om het
document te verzenden.
k
Leg de volgende pagina op de glasplaat
en druk op OK.
l
Herhaal de stappen j en k voor iedere
volgende pagina. Het document wordt in
het geheugen opgeslagen en kan
worden opgevraagd.
Een fax verzenden (alleen MFC-modellen)
3
17
Een fax ontvangen (alleen MFC-
4
modellen)
Geheugenontvangst
(alleen zwart-wit)
U kunt slechts één optie voor
geheugenontvangst tegelijk gebruiken:
Fax doorzenden
Fax opslaan
PC-Fax ontvangen
Uit
U kunt uw selectie op elk gewenst moment
wijzigen. Als er nog ontvangen faxberichten in
het geheugen van de machine staan wanneer
u de optie voor geheugenontvangst wijzigt,
wordt een melding weergegeven op het
touchscreen. (Zie Geheugenontvangstwijzigen uu pagina 21.)
Fax doorzenden
Met de functie Fax doorzenden kunt u
ontvangen faxen opslaan in het geheugen
van de machine. Vervolgens kiest de machine
het faxnummer dat u hebt geprogrammeerd
en wordt het faxbericht verzonden.
h
Druk op s of t om Fax Doorzenden
(Fax doorzenden) weer te geven.
i
Druk op Fax Doorzenden
(Fax doorzenden).
j
Voer het doorzendnummer (maximaal
20 cijfers) in met behulp van het
toetsenbord op het touchscreen.
Druk op OK.
k
Druk op Backup Print:Aan
(Backup print:Aan) of
Backup Print:Uit
(Backup print:Uit).
BELANGRIJK
• Als u Backup Print:Aan
(Backup print:Aan) selecteert, wordt
de fax ook op uw machine afgedrukt, zodat
u een kopie hebt. Dit is een
veiligheidsmaatregel voor het geval dat de
stroom uitvalt voordat de fax is
doorgestuurd of er een probleem aan de
kant van de ontvanger is.
• Als u een kleurenfax ontvangt, wordt deze
fax afgedrukt maar niet doorgestuurd naar
het geprogrammeerde doorzendnummer.
a
Druk op (Instell.).
b
Druk op s of t op het aanraakpaneel
om Fax weer te geven.
c
Druk op Fax.
d
Druk op s of t om Ontvangstmenu
weer te geven.
e
Druk op Ontvangstmenu.
f
Druk op s of t om Geheugenontv.
weer te geven.
g
Druk op Geheugenontv.
18
l
Druk op .
Loading...
+ 60 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.