Veiligheid en wetgevingLees de Veiligheidsinstructies voordat u de
machine instelt.
InstallatiehandleidingLees deze handleiding eerst. Volg de instructies
voor het instellen van uw machine en het
installeren van de drivers en de software voor
het besturingssysteem en het type verbinding
dat u gebruikt.
Beknopte
gebruikershandleiding
Uitgebreide
gebruikershandleiding
SoftwarehandleidingVolg deze instructies voor afdrukken, scannen,
Maak kennis met de standaardhandelingen
voor faxen, kopiëren, scannen en voor het
PhotoCapture Center™ en hoe u
verbruiksartikelen vervangt. Raadpleeg de tips
voor het oplossen van problemen.
Maak kennis met geavanceerde handelingen:
faxen, kopiëren, beveiliging, rapporten
afdrukken en routineonderhoud uitvoeren.
netwerkscannen (alleen MFC-J265W en
MFC-J415W), PhotoCapture Center™, PC-Fax
Verzenden, en het gebruik van het Brother
ControlCenter.
Afgedrukt / In de
verpakking
Afgedrukt / In de
verpakking
Afgedrukt / In de
verpakking
PDF-bestand /
documentatie op de
cd-rom
PDF-bestand /
documentatie op de
cd-rom
Netwerkhandleiding (Alleen
MFC-J265W en MFC-J415W)
Deze handleiding bevat uitgebreidere
informatie over het configureren van de
draadloze netwerkverbindingen. Hier kunt u
bovendien informatie vinden over
hulpprogramma's voor het netwerk, afdrukken
via het netwerk, tips voor het oplossen van
problemen en specificaties van ondersteunde
netwerken.
PDF-bestand /
documentatie op de
cd-rom
i
Inhoudsopgave
1Algemene instellingen1
Opslag in geheugen ..............................................................................................1
De machine reinigen en controleren....................................................................33
De buitenkant van de machine schoonmaken...............................................33
De geleiderol van de machine reinigen ......................................................... 34
Het inktvolume controleren............................................................................ 34
De machine inpakken en vervoeren ....................................................................35
BVerklarende woordenlijst38
iii
CIndex42
iv
v
Algemene instellingen1
1
Opslag in geheugen1
1
Automatische
Zelfs als zich een stroomstoring voordoet,
blijven de instellingen die u met de Menu-
toets hebt gekozen behouden, omdat deze
permanent in het geheugen worden
opgeslagen. Ook uw instellingen in de
toetsenmenu's van de modi FAX, KOPIE en PHOTO CAPTURE blijven behouden als u
Nieuwe standaard hebt geselecteerd. U
zult wellicht de datum en de tijd opnieuw
moeten instellen.
zomertijd instellen
U kunt de machine zo instellen dat de
zomertijd automatisch wordt ingeschakeld.
De machine zal automatisch in de lente een
uur naar voren worden gezet en een uur terug
in de herfst. Zorg daarbij wel dat u de juiste
datum en tijd instelt bij Datum&Tijd.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Aut. zomertijd te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Uit (of Aan) te
selecteren.
Druk op OK.
1
e Druk op Stop/Eindigen.
1
Hoofdstuk 1
Slaapstand1
U kunt opgeven na hoeveel tijd (tussen 1 en
60 minuten) de machine in de slaapstand
wordt gezet wanneer er geen gebruik van
wordt gemaakt. Zodra een bewerking op de
machine wordt uitgevoerd, wordt de timer
opnieuw gestart.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Slaapstand te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om 1Min, 2Min.,
3Min., 5Min., 10Min., 30Min. of
60Min. te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
LCD-scherm1
LCD-Contrast1
U kunt de contrastinstelling van het LCDscherm aanpassen voor een scherper en
levendiger beeld. Als u het LCD-scherm niet
goed kunt lezen, kunt u de contrastinstelling
wijzigen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om LCD instell. te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om LCD-Contrast te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op d of c om het scherm lichter of
donkerder te maken.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
2
Algemene instellingen
De lichtdimtimer voor de
achtergrondverlichting
instellen 1
U kunt instellen hoelang de
achtergrondverlichting van het LCD-scherm
blijft branden nadat u voor het laatst op een
toets hebt gedrukt.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om LCD instell. te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Lichtdim-timer te
selecteren.
Druk op OK.
Tijdklokstand1
Op het bedieningspaneel van de machine
bevinden zich vier tijdelijke modustoetsen:
FAX, SCAN, KOPIE en PHOTO CAPTURE.
U kunt instellen na hoeveel tijd de machine na
de laatste scan-, kopieer- of PhotoCapturebewerking terugkeert naar de faxmodus.
Wanneer u Uit selecteert, blijft de machine
in de laatst gebruikte modus.
1
e Druk op a of b om 10Sec., 20Sec.,
30Sec. of Uit te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Tijdklokstand te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om 0Sec., 30Sec.,
1Min, 2Min., 5Min. of Uit te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
3
2
Opmerking
Opmerking
Veiligheidsfuncties2
Verzendslot2
Met de functie Verzendslot voorkomt u dat
onbevoegden toegang krijgen tot de
machine.
Wanneer Verzendslot is ingeschakeld, zijn de
volgende opties beschikbaar:
Faxen ontvangen
Wanneer het verzendslot is ingeschakeld,
zijn de volgende opties NIET beschikbaar:
Faxen verzenden
Kopiëren
Afdrukken van de pc
Scannen
PhotoCapture
Bewerking vanuit het bedieningspaneel
Het wachtwoord voor het
verzendslot instellen en
wijzigen2
Als u het wachtwoord reeds hebt
ingesteld, hoeft u dat niet opnieuw te
doen.
Het wachtwoord instellen2
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Diversen te
selecteren.
Druk op OK.
Neem contact op met uw Brotherleverancier voor onderhoud als u het
wachtwoord voor het verzendslot bent
vergeten.
d Druk op a of b om Verzendslot te
selecteren.
Druk op OK.
e Toets een viercijferig nummer in voor
het wachtwoord.
Druk op OK.
f Als het LCD-scherm Nogmaals:
weergeeft, voert u het wachtwoord
opnieuw in.
Druk op OK.
g Druk op Stop/Eindigen.
4
Veiligheidsfuncties
Opmerking
Het wachtwoord wijzigen2
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Diversen te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Verzendslot te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Wachtw. inst. te
selecteren.
Druk op OK.
f Voer een viercijferig nummer voor het
huidige wachtwoord in.
Druk op OK.
Het verzendslot in- en
uitschakelen2
Het verzendslot inschakelen2
2
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Diversen te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Verzendslot te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Verzendslot Aan
te selecteren.
Druk op OK.
g Voer een viercijferig nummer als nieuw
wachtwoord in.
Druk op OK.
h Als het LCD-scherm Nogmaals:
weergeeft, voert u het wachtwoord
opnieuw in.
Druk op OK.
i Druk op Stop/Eindigen.
f Voer het geregistreerde viercijferige
wachtwoord in.
Druk op OK.
De machine gaat offline en op het LCDscherm verschijnt
Verzendslot Mode.
Het verzendslot uitschakelen2
a Druk op Menu.
b Voer het geregistreerde viercijferige
wachtwoord in.
Druk op OK.
Het verzendslot wordt automatisch
uitgeschakeld.
Als u een verkeerd wachtwoord invoert,
geeft het LCD-scherm
Fout wachtwoord weer en blijft de
machine offline. Het verzendslot blijft
ingeschakeld totdat het correcte
wachtwoord is ingevoerd.
5
3
Opmerking
Opmerking
Faxresolutie
Contrast
Standaard
Druk Start
Voer nummer in
Een fax verzenden3
Extra opties bij het
verzenden
Faxen met meer instellingen
verzenden3
Wanneer u een fax gaat verzenden, kunt u
een combinatie van de volgende instellingen
kiezen: resolutie, contrast, scangrootte, etc.
a Druk op (FAX).
Op het LCD-scherm wordt het volgende
weergegeven:
Contrast3
3
Als uw document erg licht of erg donker is,
kunt u proberen het contrast aan te passen.
Voor de meeste documenten kan de
standaardinstelling Automatisch worden
gebruikt. Hiermee wordt automatisch het
juiste contrast voor uw document gekozen.
Kies Licht voor het verzenden van een licht
document.
Kies Donker voor het verzenden van een
donker document.
a Druk op (FAX).
b Druk op a of b om Contrast te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Automatisch,
Licht of Donker te selecteren.
Druk op OK.
b Druk op a of b om een instelling die u
wilt wijzigen te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om een optie te kiezen.
Druk op OK.
d Ga terug naar b om meer instellingen te
wijzigen.
• De meeste instellingen zijn tijdelijke
instellingen. Zodra u de fax hebt
verzonden, keert de machine terug naar
de standaardinstellingen.
• U kunt bepaalde instellingen die u vaak
gebruikt opslaan door deze als standaard
te definiëren. Deze instellingen blijven van
kracht totdat u ze weer wijzigt. (Zie Uw
wijzigingen instellen als nieuwe
standaardinstellingen op pagina 7.)
6
Zelfs als u Licht of Donker selecteert,
verzendt de machine het faxbericht met
de instelling Automatisch in een van de
volgende omstandigheden:
• Als u een kleurenfax verzendt.
•Als u Foto selecteert als faxresolutie.
Faxresolutie wijzigen3
U kunt de kwaliteit van een fax verbeteren
door de faxresolutie te wijzigen.
a Druk op (FAX).
b Druk op a of b om Faxresolutie te
selecteren.
Druk op OK.
Een fax verzenden
Opmerking
c Druk op a of b om de gewenste resolutie
te selecteren.
Druk op OK.
U kunt kiezen uit vier verschillende
resoluties voor zwart-witfaxen en twee
voor kleurfaxen.
Monochroom
StandaardGeschikt voor de meeste
getypte documenten.
FijnGeschikt voor documenten
met een klein lettertype. De
transmissiesnelheid is iets
lager dan bij de
standaardresolutie.
SuperfijnGeschikt voor kleine lettertjes
of artwork. De
transmissiesnelheid is lager
dan bij de fijne resolutie.
FotoGebruik deze instelling
wanneer het document
verschillende grijstinten heeft
of een foto is. De instelling
Foto heeft de laagste
transmissiesnelheid.
Uw wijzigingen instellen als
nieuwe standaardinstellingen 3
U kunt de faxinstellingen voor
Faxresolutie, Contrast,
Direct Verzend en Scanformaat glas
die u het vaakst gebruikt, opslaan door ze als
de standaard in te stellen. Deze instellingen
blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt.
a Druk op (FAX).
b Druk op a of b om de menuoptie die u
wilt wijzigen te kiezen en druk op OK.
Druk vervolgens op a of b om de nieuwe
optie te selecteren.
Druk op OK.
Herhaal deze stap voor elke instelling
die u wilt wijzigen.
c Als u de laatste instelling hebt gewijzigd,
drukt u op a of b om
Nieuwe standaard te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op 1 om Ja te selecteren.
3
Kleur
StandaardGeschikt voor de meeste
getypte documenten.
FijnGebruik deze instelling
wanneer het document een
foto is. De transmissiesnelheid
is lager dan bij de
standaardresolutie.
Als u Superfijn of Foto kiest en
vervolgens de Kleur Start-toets gebruikt
om een fax te verzenden, dan wordt de fax
met de instelling Fijn verzonden.
e Druk op Stop/Eindigen.
Faxinstellingen terugzetten
naar de fabrieksinstellingen3
U kunt de gewijzigde faxinstellingen
Faxresolutie, Contrast,
Direct Verzend en Scanformaat glas
terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
a Druk op (FAX).
b Druk op a of b om Fabrieksinstell.
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op 1 om Ja te selecteren.
d Druk op Stop/Eindigen.
7
Hoofdstuk 3
Opmerking
Opmerking
Extra handelingen bij
het verzenden
Een fax handmatig verzenden3
Als u documenten handmatig gaat
verzenden, hoort u de kiestoon, beltonen en
de faxontvangsttonen tijdens het faxen.
(Alleen MFC-J410 en MFC-J415W)
Gebruik de ADF om een fax met meerdere
pagina's te verzenden.
a Druk op (FAX).
b Laad uw document.
c Neem de hoorn van het externe toestel
van de haak om een kiestoon te horen.
Tweevoudige werking
3
(alleen monochroom)3
U kunt een nummer kiezen en de fax in het
geheugen scannen, zelfs wanneer de
machine een fax uit het geheugen verstuurt,
faxen ontvangt of pc-gegevens afdrukt. Het
LCD-venster toont het nieuwe taaknummer
en het beschikbare geheugen.
Hoeveel pagina's u in het geheugen kunt
inlezen, is afhankelijk van de gegevens die
erop zijn afgedrukt.
Als het bericht Geheugen vol verschijnt,
drukt u op Stop/Eindigen om de taak te
annuleren, of op Mono Start om de tot
dusver gescande pagina's te verzenden.
Groepsverzenden
(alleen monochroom)3
d Kies het faxnummer.
e Als u een faxtoon hoort, drukt u op
Mono Start of Kleur Start.
Als u de glasplaat van de scanner
gebruikt, drukt u op 1 op de machine om
een faxbericht te verzenden.
f Plaats de hoorn terug.
Met de functie Groepsverzenden kunt u één
faxbericht automatisch naar verschillende
faxnummers verzenden. U kunt een fax naar
groepen, snelkiesnummers en maximaal 50
met de hand gekozen nummers tegelijk
versturen.
Nadat de groepsverzending is voltooid, wordt
er een rapport afgedrukt.
a Druk op (FAX).
b Laad uw document.
c Druk op a of b om Rondsturen te
selecteren.
Druk op OK.
8
Een fax verzenden
Opmerking
d U kunt op de volgende manier nummers
aan de groepsverzending toevoegen:
Druk op a of b om
Nummer toevoegen en OK te
selecteren. Voer een nummer in met
de kiestoetsen.
Druk op OK.
Druk op a of b om Snelkiezen en
OK te selecteren. Druk op a of b om
Alfabet. volgorde of
Nummervolgorde en OK te
selecteren.
Druk op a of b om een nummer en
OK te selecteren.
e Nadat u alle faxnummers hebt
ingevoerd door stap d te herhalen,
drukt u op a of b om Compleet te
selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Mono Start.
Een groepsverzending annuleren3
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Rest. jobs te
selecteren.
Druk op OK.
Op het LCD-scherm worden vervolgens
het gekozen faxnummer en het
taaknummer van de fax weergegeven.
d Druk op OK.
Op het LCD-scherm wordt de volgende
vraag weergegeven:
Taak annuleren?
Jai druk op 1
Nee i druk op 2
e Druk op 1 om het gekozen faxnummer
te annuleren.
Op het LCD-scherm verschijnt
vervolgens het taaknummer van de fax.
3
• Als u geen locaties voor groepsnummers
gebruikt, kunt u naar maximaal
90 verschillende nummers
“groepsverzenden”.
• Hoeveel geheugen er beschikbaar is,
hangt af van de opdrachten die in het
geheugen zijn opgeslagen en van het
aantal nummers waarnaar u de fax stuurt.
Als u de fax naar het maximale aantal
nummers probeert te sturen, kunt u de
tweevoudige werking niet gebruiken.
• Als het bericht Geheugen vol verschijnt,
drukt u op Stop/Eindigen om de taak te
annuleren of op Mono Start om de tot
dusver gescande pagina´s te verzenden.
f Druk op OK.
Op het LCD-scherm wordt de volgende
vraag weergegeven:
Taak annuleren?
Jai druk op 1
Nee i druk op 2
g Druk op 1 om het groepsverzenden te
annuleren.
h Druk op Stop/Eindigen.
9
Hoofdstuk 3
Opmerking
Direct verzenden3
Als u een fax gaat verzenden, zal de machine
de documenten eerst in het geheugen
scannen alvorens te gaan verzenden. Zodra
de telefoonlijn vrij is, kiest de machine het
nummer en wordt de fax verzonden.
Soms wilt u een belangrijk document echter
onmiddellijk verzenden, zonder te wachten
totdat het vanuit het geheugen wordt
verzonden. U kunt hiervoor
Direct Verzend inschakelen.
a Druk op (FAX).
b Druk op a of b om Direct Verzend te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
Internationale modus3
Als u problemen hebt met het internationaal
verzenden, bijvoorbeeld vanwege ruis op de
lijn, is het raadzaam om de internationale
modus te activeren. Nadat u een fax in deze
modus hebt verzonden, wordt deze functie
vanzelf weer uitgeschakeld.
a Druk op (FAX).
b Laad uw document.
c Druk op a of b om Internationaal te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
• (Alleen MFC-J410 en MFC-J415W)
Als het geheugen vol is en u een zwart-wit
fax vanuit de ADF verzendt, zal de
machine het document direct verzenden
(zelfs als Direct Verzend is ingesteld
op Uit). Faxen kunnen pas vanaf de
glasplaat worden verzonden wanneer u
enkele berichten uit het geheugen wist.
• Bij Direct verzenden met de glasplaat
werkt de functie voor automatisch
opnieuw kiezen niet.
10
Taken in wachtrij controleren
en annuleren3
U kunt controleren welke taken er nog in het
geheugen op verzending wachten en een
taak annuleren.
(Als er geen taken op verzending wachten,
wordt de melding Geen opdrachten
weergegeven.)
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Rest. jobs te
selecteren.
Druk op OK.
Op het LCD-scherm verschijnen alle
taken die in de wachtrij staan.
Een fax verzenden
3
d Druk op a of b om door de taken te
bladeren en de gewenste taak te
annuleren.
Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om de geselecteerde taak te
annuleren, drukt u op 1 om Ja te
selecteren.
Als u een andere taak wilt annuleren,
gaat u naar stap d.
Om af te sluiten zonder te annuleren,
drukt u op 2 om Nee te selecteren.
f Druk op Stop/Eindigen zodra u gereed
bent.
11
4
Faxberichten ontvangen4
Extra handelingen bij
het ontvangen
Een verkleinde afdruk van een
inkomende fax maken4
Als u Aan selecteert, wordt elke pagina van
een inkomend faxbericht automatisch
verkleind om te passen op papier van A4-,
Letter- of Legal-formaat. De machine
berekent het verkleiningspercentage aan de
hand van het paginaformaat van de fax en de
opgegeven instelling van het papierformaat.
(Zie Papierformaat in hoofdstuk 2 van de Beknopte gebruikershandleiding.)
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
Ontvangst zonder papier4
4
Als de papierlade leegraakt tijdens het
ontvangen van een fax, wordt op het LCDscherm Papier nazien weergegeven.
Plaats dan papier in de papierlade. (Zie
Papier en andere afdrukmedia laden in
hoofdstuk 2 van de Beknopte
gebruikershandleiding.)
De machine gaat door met het ontvangen van
de fax, waarbij de resterende pagina's
worden opgeslagen in het geheugen, indien
voldoende geheugen beschikbaar is.
Ook faxen die daarna worden ontvangen,
worden in het geheugen opgeslagen, totdat
het geheugen vol is. Wanneer het geheugen
vol is, stopt de machine automatisch met het
beantwoorden van oproepen. Plaats nieuw
papier in de lade om de faxberichten af te
drukken.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Auto reductie te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
12
5
Nummers kiezen en opslaan5
Opties voor normale
telefoongesprekken
Normale telefoontjes kunnen met een tweede
toestel of externe telefoon worden gemaakt
door handmatig nummers te kiezen of door
snelkiesnummers te gebruiken.
Extra opties bij het
5
nummers kiezen
Snelkiesnummers
combineren5
Het kan zijn dat u een keuze wilt maken uit
meerdere verschillende lokale providers
wanneer u een fax verzendt. Tarieven
kunnen afhankelijk zijn van de tijd en de
bestemming. Om te profiteren van lage
tarieven kunt u de toegangscodes van lokale
providers en creditcardnummers opslaan als
snelkiesnummers. Deze lange kiesreeksen
kunt u opslaan door de reeksen op te splitsen
en deze als afzonderlijke snelkiesnummers in
de gewenste combinatie samen te stellen. U
kunt hierin zelfs handmatig kiezen met de
kiestoetsen opnemen. (Zie Snelkiesnummers
opslaan in hoofdstuk 7 van de Beknopte
gebruikershandleiding.)
5
5
U hebt bijvoorbeeld “555” opgeslagen onder
snelkiesnummer 03 en “7000” onder
snelkiesnummer 02. U kunt beide
snelkiesnummers gebruiken om “555-7000”
te kiezen, als u op de volgende toetsen drukt:
a Druk op (Snelkiezen).
b Druk op a of b om Zoeken te selecteren.
Druk op OK.
c Voer 03 in.
d Druk op a of b om Snelkiezen te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Zoeken te selecteren.
Druk op OK.
f Voer 02 in.
13
Hoofdstuk 5
Opmerking
g Druk op Mono Start of Kleur Start.
Hiermee kiest u “555-7000”.
Als u tijdelijk een nummer wilt wijzigen, kunt u
een gedeelte van het nummer vervangen
door handmatig te kiezen met de kiestoetsen.
Wanneer u bijvoorbeeld het nummer wilt
wijzigen in 555-7001, kunt u op
(Snelkiezen) drukken, Zoeken kiezen, op 03 drukken en vervolgens op 7001 drukken
met de kiestoetsen.
Als u op een andere beltoon of signaal in
de kiesreeks moet wachten, dan kunt ook
een pauze toevoegen door op
Herkies/Pauze te drukken. Iedere keer
dat u op de toets drukt, krijgt u een pauze
van 3,5 seconde.
Extra manieren om
nummers op te slaan
Snelkiesnummers van
uitgaande gesprekken
opslaan5
U kunt ook snelkiesnummers in de lijst met
uitgaande gesprekken opslaan.
a Druk op Herkies/Pauze.
U kunt ook Uitgaand gesprek kiezen
door op (FAX) te drukken.
b Druk op a of b om de naam of het
nummer dat u wilt opslaan te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Nw snelkiesnr te
selecteren.
Druk op OK.
5
d Druk op a of b om de 2-cijferige locatie
voor snelkiesnummers waaronder u het
nummer wilt opslaan te kiezen.
Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam (max. 16 karakters) in
met de kiestoetsen.
Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren in appendix C
van de Beknopte gebruikershandleiding voor hulp bij
het invoeren van de letters.)
Om het nummer op te slaan zonder
naam, drukt u op OK.
f Druk op OK om het fax- of
telefoonnummer te bevestigen.
g Druk op a of b om Compleet te
selecteren.
Druk op OK.
14
h Druk op Stop/Eindigen.
Nummers kiezen en opslaan
Snelkiesnummers uit
nummerweergavegeheugen
opslaan5
Als u bent geabonneerd op
nummerweergave, dan kunt u ook
snelkiesnummers opslaan afkomstig uit
inkomende gesprekken in het
nummerweergavegeheugen. (Zie
Nummerweergave in hoofdstuk 6 van de
Beknopte gebruikershandleiding.)
a Druk op Herkies/Pauze en druk op l.
U kunt ook Overz. beller-ID kiezen
door op (FAX) te drukken.
b Druk op a of b om het nummer dat u wilt
opslaan te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Nw snelkiesnr te
selecteren.
Druk op OK.
Groepen instellen voor
groepsverzenden5
Met groepen, die kunnen worden opgeslagen
op een snelkieslocatie, kunt u dezelfde fax
naar vele faxnummers verzenden. Hiervoor
hoeft u alleen te drukken op (Snelkiezen),
Zoeken, OK, de twee-cijferige locatie en
Mono Start.
Eerst moet u elk faxnummer in een
snelkieslocatie opslaan. U kunt deze dan als
nummers in de groep opnemen. Elke groep
gebruikt een snelkieslocatie. U kunt
maximaal zes groepen gebruiken, of u kunt
maximaal 39 nummers aan een grote groep
toewijzen.
(Zie Groepsverzenden (alleen monochroom)
op pagina 8 en Snelkiesnummers opslaan in
hoofdstuk 7 van de Beknopte
gebruikershandleiding.)
a Druk op (Snelkiezen).
5
d Druk op a of b om de 2-cijferige locatie
voor snelkiesnummers waaronder u het
nummer wilt opslaan te kiezen.
Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam (max. 16 karakters) in
met de kiestoetsen.
Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren in appendix C
van de Beknopte gebruikershandleiding voor hulp bij
het invoeren van de letters.)
Om het nummer op te slaan zonder
naam, drukt u op OK.
f Druk op OK om het fax- of
telefoonnummer te bevestigen.
g Druk op a of b om Compleet te
selecteren. Druk op OK.
h Druk op Stop/Eindigen.
b Druk op a of b om
Groepen instellen te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om GROEP1, GROEP2,
GROEP3, GROEP4, GROEP5 of GROEP6
te kiezen als de groepsnaam waaronder
u de faxnummers gaat opslaan.
Druk op OK.
d Druk op a of b om de 2-cijferige locatie
voor snelkiesnummers waaronder u de
groep wilt opslaan te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Nummer toevoegen
te selecteren.
Druk op OK.
f Om nummers aan de groep toe te
voegen, drukt u op a of b om
Alfabet. volgorde of
Nummervolgorde en OK te kiezen.
Druk op a of b om een nummer en OK te
selecteren.
15
Hoofdstuk 5
Opmerking
Opmerking
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Herhaal de stappen e tot f om een
nieuw nummer aan de groep toe te
voegen.
Als u klaar bent met het toevoegen
van nummers aan de groep, drukt u
op a of b om Compleet te kiezen.
Druk op OK.
h Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Herhaal de stappen c tot g om een
nieuwe groep aan de
groepsverzending toe te voegen.
Druk op Stop/Eindigen om het
opslaan van groepen voor
groepsverzending af te ronden.
U kunt een lijst met alle snelkiesnummers
afdrukken. Nummers die onderdeel zijn
van een groep, zijn gemarkeerd in de
kolom GROEP. (Zie Rapporten
op pagina 19.)
Een groepsnaam wijzigen5
a Druk op (Snelkiezen).
b Druk op a of b om
Groepen instellen te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om de groepsnaam die u
wilt wijzigen te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Groepsnaam wijz.
te selecteren.
Druk op OK.
Een opgeslagen naam of nummer
wijzigen:
Als u een karakter wilt wijzigen, drukt u op
d of c. Hiermee plaatst u de cursor onder
het karakter dat u wilt wijzigen. Druk
vervolgens op Wis. Voer het karakter
opnieuw in.
e Voer de nieuwe naam (max.
16 karakters) met de kiestoetsen in.
Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren in appendix C van
de Beknopte gebruikershandleiding.
Typ bijvoorbeeld NIEUWE KLANTEN.)
16
f Druk op a of b om Compleet te
selecteren.
Druk op OK.
g Druk op Stop/Eindigen.
Een groep verwijderen5
a Druk op (Snelkiezen).
b Druk op a of b om
Groepen instellen te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om de groep die u wilt
verwijderen te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Verwijder te
selecteren.
Druk op OK.
Druk op 1 om te bevestigen.
e Druk op Stop/Eindigen.
Nummers kiezen en opslaan
5
Een nummer uit een groep
verwijderen
a Druk op (Snelkiezen).
b Druk op a of b om
Groepen instellen te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om de groep die u wilt
wijzigen te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om het nummer dat u wilt
verwijderen te selecteren.
Druk op OK.
Druk op 1 om te bevestigen.
e Druk op a of b om Compleet te
selecteren.
Druk op OK.
5
f Druk op Stop/Eindigen.
17
6
Rapporten afdrukken6
Faxrapporten6
U dient het verzendrapport en de journaaltijd
in te stellen met de toets Menu.
Verzendrapport6
U kunt het verzendrapport gebruiken als
bewijs dat u een fax hebt verzonden. (Voor
meer informatie over het gewenste type
rapport instellen, zie Verzendrapport in
hoofdstuk 4 van de Beknopte
gebruikershandleiding.)
Faxjournaal
(activiteitenrapport)6
U kunt de machine zo instellen dat er op
vaste tijden een journaal wordt afgedrukt
(elke 50 faxen, elke 6, 12 of 24 uur, elke 2 of
7 dagen). Als u het interval op Uit zet, kunt u
evengoed het rapport afdrukken door de
stappen in Een rapport afdrukken
op pagina 19 te volgen. De
standaardinstelling is Na 50 faxen.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Kies rapport te
selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Journaal tijd te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om een interval te
selecteren.
Druk op OK.
Als u Na 50 faxen kiest, gaat u verder
naar stap h.
6, 12, 24 uur, 2 of 7 dagen
De machine drukt het rapport op het
opgegeven tijdstip af en verwijdert
vervolgens alle taken uit het
geheugen. Als het geheugen van de
machine vol is omdat het maximum
van 200 taken is bereikt en de
geselecteerde tijd is nog niet
verstreken, dan zal de machine het
journaal voortijdig afdrukken en alle
taken uit het geheugen wissen. Als u
een extra rapport wilt voordat het tijd
is om dit automatisch af te drukken,
kunt u er een afdrukken zonder dat
de taken uit het geheugen worden
gewist.
Na 50 faxen
Het journaal wordt afgedrukt als de
machine 50 taken heeft opgeslagen.
f Voer in 24-uursformaat het tijdstip in
waarop met afdrukken moet worden
begonnen.
Druk op OK.
(Voor kwart voor acht 's avonds voert u
bijvoorbeeld 19:45 in.)
g Als u Elke 7 dagen kiest, wordt u
gevraagd de eerste dag voor de
7-daagse aftelperiode te kiezen.
h Druk op Stop/Eindigen.
18
Rapporten afdrukken
Rapporten6
De volgende rapporten zijn beschikbaar:
Verzendrapport
Hiermee drukt u een verzendrapport af
van de laatste transmissie.
Help
Een helplijst waarin wordt aangegeven
hoe u de machine kunt programmeren.
Kieslijst
Een lijst van namen en nummers die zijn
opgeslagen in het geheugen voor
snelkiesnummers. Deze lijst staat in
alfabetische en numerieke volgorde.
Fax Journaal
In deze lijst staat informatie over de laatst
ontvangen en verzonden faxen.
(TX: verzenden.) (RX: ontvangen.)
Een rapport afdrukken6
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Print lijsten te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om het gewenste rapport
te selecteren.
Druk op OK.
d (Alleen Snelkiezen) Druk op a of b om
Alfabet. volgorde of
Nummervolgorde te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Mono Start.
f Druk op Stop/Eindigen.
6
Gebruikersinst
Drukt een lijst met uw instellingen af.
Netwerk Conf. (alleen MFC-J265W en
MFC-J415W)
Een lijst met uw netwerkinstellingen.
WLAN-rapport (alleen MFC-J265W en
MFC-J415W)
Hiermee drukt u een rapport van de
WLAN-verbinding af.
Overz. beller-ID
In deze lijst staat de beschikbare
nummerweergave-informatie bij de
30 laatst ontvangen faxen en
telefoongesprekken.
19
7
Opmerking
Kopiëren7
Kopieerinstellingen7
U kunt voor meerdere kopieën de
kopieerinstellingen tijdelijk wijzigen.
De machine keert 1 minuut nadat het
kopiëren is voltooid terug naar de
standaardinstelling of als de tijdklokstand
ervoor zorgt dat de machine terugkeert naar
de faxmodus. (Zie Tijdklokstand
op pagina 3.)
Als u een instelling wilt wijzigen, drukt u op
KOPIE en vervolgens op a of b om door de
kopieerinstellingen te bewegen. Druk op OK
als de gewenste optie is gemarkeerd.
Als u klaar bent met het kiezen van de
instellingen, drukt u op Mono Start of Kleur Start.
U kunt bepaalde instellingen die u vaak
gebruikt, opslaan door deze als standaard
te definiëren. Deze instellingen blijven van
kracht totdat u ze weer wijzigt. (Zie Uw
wijzigingen instellen als nieuwe
standaardinstellingen op pagina 24.)
Kopieersnelheid en -kwaliteit
wijzigen7
U kunt kiezen uit een reeks kopieersnelheden
en kwaliteitsinstellingen. De
standaardinstelling is Normaal.
Snel
Hoge kopieersnelheid en laagste
inktverbruik. Gebruik deze instelling om
tijd te besparen bij het afdrukken van
documenten die u wilt proeflezen, grote
documenten of een groot aantal kopieën.
Normaal
Normaal is de aanbevolen modus voor
normale afdrukken. Hiermee verkrijgt u
een goede kopieerkwaliteit met adequate
kopieersnelheid.
Fijn
Gebruik de modus Best voor het kopiëren
van gedetailleerde beelden, zoals foto's.
Deze modus biedt de hoogste resolutie en
de laagste snelheid.
a Druk op (KOPIE).
Kopiëren stoppen7
Druk op Stop/Eindigen om het kopiëren te
stoppen.
20
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Kwaliteit te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Snel, Normaal of
Fijn te selecteren.
Druk op OK.
f Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Kopiëren
Opmerking
Gekopieerde afbeelding
vergroten of verkleinen7
U kunt een vergrotings/verkleiningspercentage selecteren. Als u
Paginavullend kiest, wordt de grootte
automatisch afgestemd op het door u
ingestelde papierformaat.
a Druk op (KOPIE).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om In-/uitzoomen te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om 100%, Vergroten,
Verkleinen, Paginavullend of
Custom(25-400%) te selecteren.
198% 10x15cmiA4
186% 10x15cmiLTR
142% A5iA4
100%
97% LTRiA4
93% A4iLTR
(Alleen MFC-J220 en MFC-J265W)
83%
(Alleen MFC-J410 en MFC-J415W)
83% LGLiA4
69% A4iA5
47% A4i10x15cm
Paginavullend
Custom(25-400%)
g Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
7
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u Vergroten of Verkleinen
kiest, drukt u op OK en op a of b om
het gewenste vergrotings- of
verkleiningspercentage te
selecteren.
Druk op OK.
Als u Custom(25-400%) kiest,
drukt u op OK en voert u vervolgens
een vergrotings- of
verkleiningspercentage in van 25%
tot 400%.
Druk op OK.
Als u 100% of Paginavullend hebt
gekozen, drukt u op OK. Ga naar
stap g.
• Pagina layout is niet beschikbaar bij
In-/uitzoomen.
• Pagina layout en Sorteren (alleen
MFC-J410 en MFC-J415W) zijn niet
beschikbaar bij Paginavullend.
• Paginavullend werkt niet naar behoren
als het document op de glasplaat meer
dan 3 graden schuin ligt. Gebruik de
documentgeleiders aan de linker- en
bovenkant om uw document in de
linkerbovenhoek van de glasplaat te
leggen, met de bedrukte zijde naar
beneden.
• Paginavullend is niet beschikbaar bij
gebruik van de ADF.
21
Hoofdstuk 7
BELANGRIJK
Opmerking
Opmerking
N op 1 kopieën of een poster
maken (Pagina layout) 7
Met de kopieerfunctie N op 1 kunt u twee of
vier pagina's op één pagina afdrukken. Dit is
handig om papier te besparen.
U kunt ook een poster creëren. Wanneer u de
posteroptie gebruikt, wordt uw document in
delen opgesplitst en deze delen worden
vervolgens vergroot zodat u ze kunt
samenvoegen tot een poster. Gebruik de
glasplaat om een poster af te drukken.
• Zorg dat het papierformaat op A4 of
Letter is ingesteld.
•U kunt In-/uitzoomen en
Stapel/ Sorteer (alleen MFC-J410 en
MFC-J415W) niet gebruiken als u N op 1
of Poster hebt ingesteld.
• N op 1 kopieën in kleur zijn niet
beschikbaar.
• (P) betekent Portret (staand) en (L)
betekent Landschap (liggend).
e Druk op a of b om Uit (1 op 1),
2op1(P), 2op1(L),
4op1(P), 4op1(L) of
Poster (3x3) te selecteren.
Druk op OK.
f Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start om de pagina te scannen.
Als u het document in de ADF hebt
geplaatst of een poster maakt, wordt het
document door de machine gescand en
wordt begonnen met afdrukken.
Als u de glasplaat gebruikt, gaat u
naar stap g.
g Nadat de machine de pagina gescand
heeft, drukt u op 1 om de volgende
pagina te scannen.
h Leg de volgende pagina op de
glasplaat.
Druk op OK.
i Herhaal stap g en h voor elke pagina
van de lay-out.
• U kunt slechts één poster tegelijkertijd
maken.
Sorteren (Alleen MFC-J410 en
MFC-J415W) en In-/uitzoomen zijn
niet beschikbaar bij Pagina layout.
a Druk op (KOPIE).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Pagina layout te
selecteren.
Druk op OK.
j Druk op 2 om te stoppen wanneer alle
pagina's zijn gescand.
Als u bij N op 1 kopiëren fotopapier hebt
gekozen als het type papier, drukt de
machine de afbeeldingen af alsof er
normaal papier is gekozen.
22
Kopiëren
Opmerking
Plaats het document met de bedrukte
zijde omlaag in de hieronder aangegeven
richting.
2op1(P)
2op1(L)
4op1(P)
4op1(L)
Kopieën sorteren met de ADF
(alleen MFC-J410 en
MFC-J415W)7
U kunt meerdere kopieën sorteren. De
pagina's worden gesorteerd in de volgorde
321, 321, 321 enzovoort.
a Druk op (KOPIE).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Stapel/Sorteer te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Sorteren te
selecteren.
Druk op OK.
7
Poster(3 x 3)
U kunt van een foto een kopie op
posterformaat maken.
f Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Paginavullend en Pagina layout
zijn niet beschikbaar bij Sorteren.
23
Hoofdstuk 7
Dichtheid aanpassen7
U kunt de kopieerdichtheid aanpassen om
kopieën donkerder of lichter te maken.
a Druk op (KOPIE).
b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken.
d Druk op a of b om Dichtheid te
selecteren.
Druk op OK.
e Druk op d of com een kopie lichter of
donkerder te maken.
Druk op OK.
f Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of
Kleur Start.
Alle instellingen terugzetten
naar de fabrieksinstellingen7
U kunt de gewijzigde kopieerinstellingen
Kwaliteit, In-/uitzoomen, Dichtheid
en Pagina layout terugzetten naar de
fabrieksinstellingen.
a Druk op (KOPIE).
b Druk op a of b om Fabrieksinstell.
te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op 1 om Ja te selecteren.
d Druk op Stop/Eindigen.
Uw wijzigingen instellen als
nieuwe standaardinstellingen 7
U kunt de meest gebruikte
kopieerinstellingen voor Pagina layout,
Kwaliteit, In-/uitzoomen en
Dichtheid opslaan als
standaardinstellingen. Deze instellingen
blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt.
a Druk op (KOPIE).
b Druk op a of b om een nieuwe instelling
te kiezen.
Druk op OK.
Herhaal deze stap voor elke instelling
die u wilt wijzigen.
c Als u de laatste instelling hebt gewijzigd,
drukt u op a of b om
Nieuwe standaard te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op 1 om Ja te selecteren.
e Druk op Stop/Eindigen.
24
Foto's vanaf een geheugenkaart
8
afdrukken
PhotoCapture
Center™-functies
Mapstructuur van
geheugenkaarten8
Uw machine is ontworpen om compatibel te
zijn met beeldbestanden van moderne
digitale camera's en geheugenkaarten; lees
echter onderstaande opmerkingen om fouten
te vermijden:
De extensie van het beeldbestand moet
.JPG zijn (andere extensies voor
beeldbestanden, zoals .JPEG, .TIF, .GIF
etc., worden niet herkend).
Direct afdrukken via PhotoCapture
Center™ moet apart van PhotoCapture
Center™ met de pc worden uitgevoerd.
(Het is niet mogelijk om deze bewerkingen
gelijktijdig uit te voeren.)
De machine kan max. 999 bestanden op
een geheugenkaart lezen.
Het DPOF-bestand op de
geheugenkaarten moet een geldig DPOFformaat hebben. (Zie Afdrukken in DPOF-formaat op pagina 28.)
8
Let op het volgende:
8
Als u de index of afbeeldingen afdrukt, zal
PhotoCapture Center™ alle geldige
afbeeldingen afdrukken, zelfs als een of
meer afbeeldingen beschadigd zijn.
Beschadigde afbeeldingen worden niet
afgedrukt.
(Gebruikers van geheugenkaarten)
Uw machine is ontworpen om
geheugenkaarten te lezen die door een
digitale camera zijn geformatteerd.
Wanneer een digitale camera een
geheugenkaart formatteert, maakt de
camera een speciale map waar de
beeldgegevens naartoe worden
gekopieerd. Als u de beeldgegevens op
een geheugenkaart met uw pc wilt
aanpassen, raden wij u aan de
mapstructuur die door de digitale camera
is aangemaakt, niet te wijzigen. Als u
nieuwe of gewijzigde beeldbestanden op
de geheugenkaart opslaat, raden wij u ook
aan dezelfde map te gebruiken als door
uw digitale camera wordt gebruikt. Als de
gegevens niet in dezelfde map worden
opgeslagen, kan de machine het bestand
misschien niet lezen of het beeld niet
afdrukken.
8
25
Hoofdstuk 8
Opmerking
Foto's afdrukken8
Index afdrukken (miniaturen) 8
PhotoCapture Center™ wijst nummers aan
de foto's toe (bijvoorbeeld nr. 1, nr. 2, nr. 3
enz.).
Deze nummers worden door PhotoCapture
Center™ ter identificatie van de foto's
gebruikt. U kunt een pagina met
miniatuurweergaven afdrukken om alle
afbeeldingen op de geheugenkaart te tonen.
Alleen bestandsnamen van 8 tekens of
minder worden correct op de indexpagina
afgedrukt.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op a of b om Papiersoort te
selecteren en druk op OK en op
a of b om het type papier te
selecteren dat u gebruikt:
te kiezen en druk op OK en a of b om
het papierformaat dat u gebruikt te
kiezen: A4 of Letter.
Druk op OK.
Als u de papierinstellingen niet wilt
wijzigen, gaat u naar stap e.
e Druk op Kleur Start om te beginnen
met afdrukken.
a Zorg ervoor dat de geheugenkaart in de
juiste sleuf is geplaatst.
Druk op (PHOTO CAPTURE).
b Druk op a of b om Print index te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om 6 bld/regel of
5 bld/regel te selecteren.
Druk op OK.
6 bld/regel5 bld/regel
De afdruksnelheid voor 5 bld/regel
is lager dan voor 6 bld/regel, maar
de kwaliteit is beter.
26
Foto's vanaf een geheugenkaart afdrukken
Opmerking
Foto's afdrukken8
U dient eerst het nummer van een foto te
weten, pas dan kunt u de foto afdrukken.
a Zorg ervoor dat de geheugenkaart in de
juiste sleuf is geplaatst.
Druk op (PHOTO CAPTURE).
b Druk de index af. (Zie Index afdrukken
(miniaturen) op pagina 26.)
c Druk op a of b om Fotos afdrukken
te selecteren.
Druk op OK.
d Voer het nummer van de afbeelding die
u wilt afdrukken in van de miniaturen op
de pagina Index.
Druk op OK.
e Herhaal stap d tot u alle nummers hebt
ingevoerd van de afbeeldingen die u wilt
afdrukken.
• U kunt de nummers in een keer invoeren
met behulp van de toets l voor een
komma of de toets # voor een
deelstreepje. (Voer bijvoorbeeld 1, l, 3, l, 6 in om afbeeldingen nr. 1, nr. 3 en nr. 6 af
te drukken.) Voer 1, #, 5 in om
afbeeldingen nr. 1 tot nr. 5 af te drukken.
Alle foto's afdrukken8
U kunt alle foto's op de geheugenkaart
afdrukken.
a Zorg ervoor dat de geheugenkaart in de
juiste sleuf is geplaatst.
Druk op (PHOTO CAPTURE).
b Druk op a of b om Alle fotos afdr.
te selecteren.
Druk op OK.
c Voer het gewenste aantal kopieën in
met de kiestoetsen.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wijzig de afdrukinstellingen. (Zie
PhotoCapture Center™afdrukinstellingen op pagina 28.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
8
• U kunt maximaal 12 tekens (inclusief
komma's) invoeren om op te geven welke
foto's u wilt afdrukken.
f Nadat u de afbeeldingsnummers hebt
g Voer het gewenste aantal kopieën in
h Ga op een van de volgende manieren te
geselecteerd, drukt u weer op OK.
met de kiestoetsen.
werk:
Wijzig de afdrukinstellingen. (Zie
PhotoCapture Center™afdrukinstellingen op pagina 28.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
27
Hoofdstuk 8
Opmerking
Opmerking
001001
1
Druk Start
Printkwaliteit
Papiersoort
Papierformaat
Foto
Afdrukken in DPOF-formaat8
DPOF betekent Digital Print Order Format.
Vooraanstaande producenten van digitale
camera's (Canon Inc., Eastman Kodak
Company, FUJIFILM Corporation, Panasonic
Corporation en Sony Corporation) hebben
deze standaard ontwikkeld om het afdrukken
van beelden vanaf een digitale camera te
vereenvoudigen.
Als uw digitale camera ondersteuning biedt
voor afdrukken in DPOF-formaat, kunt u de
beelden en het aantal exemplaren dat u wilt
afdrukken, op het display van de digitale
camera selecteren.
Als een geheugenkaart met DPOF-informatie
in de machine wordt geplaatst, kunt u de
geselecteerde foto op eenvoudige wijze
afdrukken.
a Zorg ervoor dat de geheugenkaart in de
juiste sleuf is geplaatst.
PhotoCapture
Center™afdrukinstellingen
U kunt de afdrukinstellingen tijdelijk wijzigen.
De machine keert terug naar de
standaardinstellingen na 3 minuten, of
wanneer de Tijdklokstand weer overgaat op
faxmodus. (Zie Tijdklokstand op pagina 3.)
U kunt de afdrukinstellingen die u vaak
gebruikt, opslaan door deze als standaard
te definiëren. (Zie Uw wijzigingen instellen als nieuwe standaardinstellingen
op pagina 31.)
8
Druk op (PHOTO CAPTURE).
De machine vraagt of u de DPOFinstellingen wilt gebruiken.
b Druk op 1 om Ja te selecteren.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wijzig de afdrukinstellingen. (Zie
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
Als de op de camera gemaakte
afdrukvolgorde beschadigd is geraakt,
kan een DPOF-bestandsfout optreden. U
kunt dit probleem verhelpen door de
afdrukvolgorde te verwijderen en opnieuw
te maken met uw camera. Raadpleeg de
ondersteuningswebsite van de
camerafabrikant of de bijbehorende
documentatie om na te gaan hoe u
hiervoor te werk gaat.
28
PhotoCapture Center™afdrukinstellingen op pagina 28.)
drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
1Aantal afdrukken
(Voor Foto(s) bekijken)
Hier ziet u het aantal foto's dat wordt afgedrukt.
(Voor Alle foto's afdrukken, Foto's afdrukken)
Hier ziet u het aantal kopieën dat van elke foto
wordt afgedrukt.
(Voor DPOF-afdrukken) Wordt niet
weergegeven.
Foto's vanaf een geheugenkaart afdrukken
Afdrukkwaliteit8
a Druk op a of b om Printkwaliteit te
selecteren.
Druk op OK.
b Druk op a of b om Normaal of Foto te
selecteren.
Druk op OK.
c Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Papieropties8
Papiersoort8
a Druk op a of b om Papiersoort te
selecteren.
Druk op OK.
Papier- en afdrukformaat8
a Druk op a of b om Papierformaat te
selecteren.
Druk op OK.
b Druk op a of b om het papierformaat dat
u gebruikt te selecteren: 10x15cm,
13x18cm, A4 of Letter.
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
4
13x18cm
5
15x20cm
6
Max. afmetingen
d Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
29
Hoofdstuk 8
Helderheid, contrast en kleur
instellen8
Helderheid8
a Druk op a of b om Helderheid te
selecteren.
Druk op OK.
b Druk op d of c om een afdruk donkerder
of lichter te maken.
Druk op OK.
c Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Contrast8
U kunt de contrastinstelling kiezen. Hoe
hoger het contrast, des te scherper en
levendiger een beeld eruitziet.
a Druk op a of b om Contrast te
selecteren.
Druk op OK.
Bijsnijden (crop)8
Als uw foto te lang of te breed is voor de
ruimte die u hebt geselecteerd, wordt
automatisch een deel van het beeld
afgesneden.
De standaardinstelling is Aan. Wanneer u het
hele beeld wilt afdrukken, zet u deze
instelling op Uit. Als u Bijsnijd(crop) op
Uit instelt, moet u Zonder rand ook op
Uit instellen. (Zie Afdrukken zonder rand
op pagina 31.)
a Druk op a of b om Bijsnijd(crop) te
selecteren.
Druk op OK.
b Druk op a of b om Uit (of Aan) te
selecteren.
Druk op OK.
c Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Bijsnijd(crop): Aan
8
b Druk op d of c om het contrast te
wijzigen.
Druk op OK.
c Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Bijsnijd(crop): Uit8
30
Foto's vanaf een geheugenkaart afdrukken
Afdrukken zonder rand8
Met deze optie wordt het afdrukgebied
uitgebreid naar de randen van het papier. Het
afdrukken zal iets langer duren.
a Druk op a of b om Zonder rand te
selecteren.
Druk op OK.
b Druk op a of b om Uit (of Aan) te
selecteren.
Druk op OK.
c Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
Datum afdrukken8
U kunt de datum afdrukken die al in de
fotogegevens is opgenomen. De datum wordt
in de rechterbenedenhoek afgedrukt. Als de
datum niet in de gegevens is opgenomen,
kunt u deze functie niet gebruiken.
Uw wijzigingen instellen als
nieuwe standaardinstellingen 8
U kunt de afdrukinstellingen die u vaak
gebruikt, opslaan door deze als
standaardinstellingen te definiëren. Deze
instellingen blijven van kracht totdat u ze
weer wijzigt.
a Druk op a of b om een nieuwe instelling
te kiezen.
Druk op OK.
Herhaal deze stap voor elke instelling
die u wilt wijzigen.
b Als u de laatste instelling hebt gewijzigd,
drukt u op a of b om
Nieuwe standaard te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op 1 om Ja te selecteren.
d Druk op Stop/Eindigen.
Alle instellingen terugzetten
8
a Druk op a of b om Datum afdr. te
selecteren.
Druk op OK.
b Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
c Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Kleur Start om af te
drukken.
naar de fabrieksinstellingen8
U kunt de gewijzigde PhotoCaptureinstellingen Printkwaliteit,
Papiersoort, Papierformaat,
Helderheid, Contrast,
Bijsnijd(crop), Zonder rand en
Datum afdr. terugzetten naar de
fabrieksinstellingen.
a Druk op a of b om Fabrieksinstell.
te selecteren.
Druk op OK.
b Druk op 1 om Ja te selecteren.
c Druk op Stop/Eindigen.
31
Hoofdstuk 8
Naar een
geheugenkaart
scannen
Nieuwe standaardinstellingen
opslaan8
U kunt de meestgebruikte kopieerinstellingen
voor Scannen naar media (Kwaliteit en
Bestandstype) opslaan als
standaardinstellingen. Deze instellingen
blijven van kracht totdat u ze weer wijzigt.
a Druk op (SCAN).
b Druk op a of b om naar media te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Nieuwe standaard
te selecteren. Druk op OK en 1 om Ja te
selecteren.
8
d Druk op Stop/Eindigen.
Fabrieksinstellingen
herstellen8
U kunt alle gewijzigde instellingen voor
Scannen naar media (Kwaliteit en
Bestandstype) terugzetten naar de
fabrieksinstellingen.
a Druk op (SCAN).
b Druk op a of b om naar media te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Fabrieksinstell.
te selecteren. Druk op OK en 1 om Ja te
selecteren.
d Druk op Stop/Eindigen.
32
A
BELANGRIJK
RoutineonderhoudA
De machine reinigen en
controleren
De buitenkant van de machine
schoonmakenA
• Gebruik neutrale schoonmaakmiddelen.
Reiniging met vluchtige vloeistoffen, zoals
verdunner of benzine, beschadigt de
buitenkant van de machine.
• Gebruik GEEN schoonmaakmiddelen die
ammoniak bevatten.
• Gebruik GEEN isopropylalcohol om het
bedieningspaneel schoon te maken. Het
paneel kan barsten.
b Reinig de buitenkant van de machine
met een droge, pluisvrije zachte doek
A
om stof te verwijderen.
c Breng het deksel van de uitvoerlade
omhoog en verwijder datgene wat in de
papierlade vastzit.
d Reinig de papierlade met een droge,
pluisvrije zachte doek om stof te
verwijderen.
Maak de buitenkant van de machine als
volgt schoon:
a Trek de papierlade (1) volledig uit de
machine.
1
A
A
e Sluit het deksel van de uitvoerlade en
plaats de uitvoerlade stevig in de
machine terug.
33
De geleiderol van de machine
VOORZICHTIG
Opmerking
1
Het inktvolume controlerenA
reinigenA
Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact voordat u de geleiderol
schoonmaakt.
a Breng het scannerdeksel omhoog tot
het veilig in de open stand vergrendeld
is.
b Maak de geleiderol van de machine (1)
en het gedeelte eromheen schoon en
veeg eventuele inkt weg met een droge,
pluisvrije zachte doek.
Hoewel op het LCD-scherm een
inktvolumepictogram wordt weergegeven,
kunt u de Menu-toets gebruiken om een
groot diagram te zien waarop wordt
aangegeven hoeveel inkt in elke cartridge
over is.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om Inktbeheer te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Inktvolume te
selecteren.
Druk op OK.
Op het LCD-scherm wordt het
inktvolume weergegeven.
d Druk op Stop/Eindigen.
U kunt het inktniveau vanaf uw computer
controleren. (Zie Afdrukken voor
Windows
Macintosh in de Softwarehandleiding.)
®
of Afdrukken en faxen voor
34
De machine inpakken
BELANGRIJK
BELANGRIJK
Routineonderhoud
en vervoeren
Gebruik het oorspronkelijke
verpakkingsmateriaal van de machine
wanneer u de machine transporteert. Volg de
onderstaande instructies om uw machine
correct te verpakken. Schade aan de
machine die wordt veroorzaakt tijdens het
transport valt niet onder uw garantie.
Het is belangrijk dat u de machine na een
afdruktaak de printkop laat “parkeren”.
Luister goed naar de machine alvorens
deze los te koppelen, om te controleren of
alle mechanische geluiden zijn gestopt.
Indien u de machine dit parkeerproces
niet laat voltooien, kan dit leiden tot
afdrukproblemen en mogelijke schade
aan de printkop.
a Open het deksel van de inktcartridge.
b Verwijder alle vier inktcartridges. Druk
op de ontgrendelingshendel boven elke
cartridge om deze te ontgrendelen. (Zie
De inktcartridges vervangen in
appendix A in de Beknopte
gebruikershandleiding.)
A
• Zorg ervoor dat u de plastic lipjes aan
beide zijden van de groene
bescherming (1) goed op hun plaats (2)
klikt.
1
2
• Als u de groene bescherming niet kunt
vinden, mag u de inktcartridges NIET
verwijderen als u de machine gaat
vervoeren. Het is van essentieel belang
dat tijdens het vervoeren van de machine
de groene bescherming is geplaatst of de
inktcartridges op hun plaats zitten. Als u
zich niet aan dit voorschrift houdt, kan de
machine schade oplopen en de garantie
vervallen.
A
c Breng de groene bescherming aan en
sluit het kapje van de cartridge.
35
d Til de voorzijde van de machine op en
1
2
haak het lipje van de groene
bescherming in de sleutelvormige
opening (1) aan de onderzijde van de
papierlade. Zet de bescherming
vervolgens vast over het verhoogde
gedeelte van de papierlade (2).
h Breng het scannerdeksel omhoog ()
om de vergrendeling op te heffen. Druk
de steun van het scannerdeksel
voorzichtig omlaag () en sluit het
scannerdeksel () met beide handen.
1
e Haal de stekker van de machine uit de
telefoonaansluiting en haal het
telefoonsnoer uit de machine.
f Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
2
i Verpak de machine in de plastic zak.
3
g Gebruik beide handen en de plastic
lipjes aan beide zijden van de machine
om het scannerdeksel op te tillen, totdat
deze in de open stand vergrendeld is.
Koppel vervolgens de interfacekabel los
van de machine (indien aangesloten).
36
j Verpak de machine en de gedrukte
materialen met het originele
verpakkingsmateriaal in de originele
doos, zoals hieronder afgebeeld. Plaats
de gebruikte inktcartridges niet in de
doos.
Routineonderhoud
k Sluit de doos en maak deze dicht met
verpakkingstape.
A
37
Verklarende woordenlijstB
B
Dit is een uitvoerige lijst van functies en termen die voorkomen in Brotherhandleidingen.
Beschikbaarheid van deze functies is afhankelijk van het model dat u heeft aangeschaft.
ADF (automatische documentinvoer)
Het document kan in de ADF worden
geplaatst en automatisch met één pagina
tegelijk worden gescand.
ANTW.APP. (antwoordapparaat)
U kunt een extern antwoordapparaat op
uw machine aansluiten.
Automatisch een fax verzenden
Een fax verzenden zonder de hoorn van
een externe telefoon op te nemen.
Automatisch opnieuw kiezen
Een functie waarmee de machine het
laatste faxnummer na vijf minuten
opnieuw kan kiezen als de fax niet kon
worden verzonden omdat de lijn bezet
was.
Autoreductie
Als deze functie is geactiveerd, wordt een
inkomend faxbericht verkleind afgedrukt.
Belvertraging
Het aantal keren dat het belsignaal
overgaat voordat de machine reageert in
de standen Alleen Fax en
Fax/Telefoon.
Belvolume
Instelling van het volume voor het
belsignaal van de machine.
Code voor activeren op afstand
Toets deze code (l 51) in wanneer u een
faxoproep aanneemt op een extern of
tweede toestel.
Coderingsmethode
Methode voor het coderen van de
informatie in een document. Alle
faxmachines dienen de minimum
standaard Modified Huffman (MH) te
gebruiken. De machine is uitgerust met
betere compressiemethoden, Modified
Read (MR) en Modified Modified Read
(MMR) en JPEG, die werken als de
ontvangende machine over deze
mogelijkheden beschikt.
Communicatiefout (Comm. Fout)
Een fout tijdens het verzenden of
ontvangen van een faxbericht, meestal
veroorzaakt door ruis of statische
elektriciteit op de lijn.
Compatibiliteitsgroep
De mogelijkheid van een faxapparaat om
met een ander faxapparaat te
communiceren. Tussen de ITU-T-groepen
is compatibiliteit verzekerd.
Contrast
Instelling om te compenseren voor
donkere of lichte documenten. Faxen of
kopieën van donkere documenten worden
lichter en omgekeerd.
Dichtheid
Wijziging van de dichtheid maakt de hele
afbeelding lichter of donkerder.
Direct verzenden
Als het geheugen vol is, kunt u faxen
onmiddellijk verzenden.
Code voor deactiveren op afstand
(alleen modus Fax/Telefoon)
Als de machine een normaal telefoontje
beantwoordt, wordt het snelle dubbele
belsignaal gebruikt. U kunt de oproep op
een tweede telefoon aannemen door de
code (#51) in te toetsen.
38
ECM-modus (foutencorrectie)
Deze functie controleert tijdens een
faxtransmissie of er fouten optreden en
verzendt de pagina's met fouten zo nodig
opnieuw.
Verklarende woordenlijst
Extern toestel
Een antwoordapparaat of telefoon die is
aangesloten op de machine.
F/T-beltijd
Het aantal keren dat de dubbele bel van
de machine overgaat om u te
waarschuwen dat u een normaal
telefoongesprek moet beantwoorden (als
de machine in de stand FAX/TEL de
telefoon automatisch heeft beantwoord).
Fax/Telefoon
In deze stand kunt u faxen en telefoontjes
ontvangen. Gebruik de stand
Fax/Telefoon niet als u een extern
antwoordapparaat hebt aangesloten.
Fax waarnemen
Als deze functie is geactiveerd, reageert
de machine toch op faxtonen als u de
telefoon aanneemt en het een faxoproep
blijkt te zijn.
Faxjournaal
In het journaal staat informatie over de
laatste 200 faxberichten die zijn
ontvangen en verzonden. TX betekent
verzonden. RX betekent ontvangen.
Faxtonen
De speciale tonen (geluidssignalen) die
een faxmachine tijdens automatische
transmissies uitzendt om de ontvangende
machine te laten weten dat het een
faxtransmissie betreft.
Faxtonen
De tonen die tijdens faxtransmissies door
de faxmachines worden uitgezonden.
Fijne resolutie
Resolutie is 203 x 196 dpi. Wordt gebruikt
voor faxberichten met kleine lettertjes en
afbeeldingen.
Fotoresolutie (alleen monochroom)
Een instelling van de resolutie die
verschillende grijstinten gebruikt, zodat
foto's optimaal worden gereproduceerd.
Gebruikersinstellingen
Een afgedrukt rapport met de huidige
instellingen van de machine.
Grijstinten
De grijstinten die voor het kopiëren,
scannen en faxen van foto's worden
gebruikt.
Groepsnummer
Een combinatie van snelkiesnummers die
is opgeslagen onder een snelkieslocatie
die wordt gebruikt voor het
groepsverzenden.
Groepsverzenden
De mogelijkheid om één en hetzelfde
faxbericht naar meerdere locaties te
verzenden.
Handmatig faxen verzenden
Als u de hoorn van uw externe toestel
opneemt, kunt u luisteren of het
ontvangende faxapparaat antwoordt
voordat u op Mono Start of Kleur Start
drukt om met verzenden te beginnen.
Helderheid
Wijziging van de helderheid maakt de hele
afbeelding lichter of donkerder.
B
Helplijst
Een afdruk van de complete menutabel
die u kunt gebruiken om uw machine te
programmeren wanneer u de Beknopte
gebruikershandleiding niet bij de hand
hebt.
Innobella™
Innobella™ is een assortiment
verbruiksartikelen van Brother. Voor
resultaten van de hoogste kwaliteit
adviseert Brother het gebruik van
Innobella™-inkt en -papier.
Internationale modus
In deze stand worden de faxtonen tijdelijk
gewijzigd, zodat ruis en statische
elektriciteit op de lijn onderdrukt worden.
39
Journaaltijd
De vooraf geprogrammeerde regelmaat
waarmee het faxjournaal automatisch
wordt afgedrukt. U kunt het faxjournaal
desgewenst ook op elk ander tijdstip
afdrukken (zonder deze instelling op te
heffen).
LCD-scherm (Liquid Crystal Display)
Dit is het schermpje op uw machine
waarop tijdens het programmeren
meldingen verschijnen. Wanneer de
machine inactief is, worden op dit
schermpje de datum en de tijd
aangegeven.
Menumodus
De programmeermodus waarin u de
instellingen van uw machine kunt
aanpassen.
Nummerweergave
Een dienst van het telefoonbedrijf
waarmee u het nummer (of de naam) van
de beller kunt zien.
OCR (optical character recognition)
De softwaretoepassing ScanSoft™
PaperPort™11SE met OCR of Presto!
PageManager zet een afbeelding van
tekst om in tekst die u kunt bewerken.
Pauze
Hiermee kunt u een pauze van
3,5 seconde in een nummer invoegen als
u een nummer kiest met de kiestoetsen of
een snelkiesnummer opslaat. Druk zo
vaak op Herkies/Pauze als het aantal
pauzes dat u wilt invoegen.
PhotoCapture Center™
Hiermee kunt u digitale foto's van uw
digitale camera met een hoge resolutie
afdrukken voor een afdrukkwaliteit die
gelijkwaardig is aan die van foto's.
Puls
Een kiesmethode voor een telefoonlijn
(traditionele kiesschijf).
Resolutie
Het aantal verticale en horizontale lijnen
per inch. Zie ook: Standaard, Fijn,
Superfijn en Foto.
Resterende taken
U kunt controleren welke taken nog in het
geheugen staan en deze taken
afzonderlijk annuleren.
Scannen
De procedure waarmee een elektronische
afbeelding van een papieren document
naar uw computer wordt verzonden.
Scannen naar media
U kunt een monochroom document of een
document in kleur naar een
geheugenkaart scannen. Monochrome
afbeeldingen hebben het
bestandsformaat TIFF of PDF en
kleurenafbeeldingen kunnen het
bestandsformaat PDF of JPEG hebben.
Snelkieslijst
Een lijst van namen en nummers die zijn
opgeslagen in het geheugen voor
Snelkiesnummers. De nummers staan in
numerieke volgorde in de lijst.
Snelkiesnummer
Een voorgeprogrammeerd nummer dat u
snel kunt kiezen. U moet op
(Snelkiezen), OK, de tweecijferige
code en Mono Start of Kleur Start
drukken om het kiezen te starten.
Standaardresolutie
203 97 dpi. Wordt gebruikt voor tekst
van normaal formaat en biedt de snelste
transmissie.
Stationsnummer
De opgeslagen informatie die boven aan
gefaxte pagina's verschijnt. Deze
inforegel bevat de naam van de verzender
en het faxnummer.
Superfijne resolutie (alleen monochroom)
392 203 dpi. Ideaal voor zeer kleine
druk en lijntekeningen.
40
Tijdelijke instellingen
Voor elke faxtransmissie en kopie kunnen
bepaalde instellingen worden gemaakt die
alleen voor die transmissie gelden en die
geen invloed hebben op de
standaardinstellingen.
Toon
Een kiesmethode die wordt gebruikt bij
toetstelefoons.
Transmissie
Het vanaf de machine over de telefoonlijn
verzenden van documenten naar een
ander faxapparaat.
Tweede telefoontoestel
Een telefoontoestel dat gebruikmaakt van
dezelfde telefoonlijn als de faxmachine,
maar op een aparte wandcontactdoos is
aangesloten.
Verklarende woordenlijst
Tweevoudige werking
De machine kan uitgaande faxen of taken
in het geheugen scannen terwijl ze een
fax uit het geheugen verzendt, een fax
ontvangt of een binnenkomende fax
afdrukt.
Verzendrapport (controlerapport)
Dit is een lijst met een overzicht van al het
uitgaande faxverkeer. In deze lijst staan
gegevens zoals het nummer van de beller
en de datum en tijd.
Volume van de waarschuwingstoon
Instelling van het volume van het
geluidssignaal dat u telkens hoort
wanneer u een toets indrukt of een
vergissing maakt.
WLAN-rapport
Een afgedrukt rapport waarin het resultaat
van de WLAN-verbinding wordt
weergegeven.
B
Zoeken
Een elektronische lijst van opgeslagen
Snelkiesnummers en Groepsnummers in
alfabetische of numerieke volgorde.
in geheugen
verkleinen tot papierformaat
zonder papier
verzenden
contrast
Direct verzenden
fabrieksinstellingen terugzetten
Groepsverzenden
handmatig
internationale modus
nieuwe standaard instellen
resolutie
taken in wachtrij annuleren
vanuit het geheugen (Tweevoudige
werking)
Faxen, vanuit PC
Zie de Softwarehandleiding.
....................................... 12
.....................................12
...............................................6
................................................6
................................10
................................8
............................................8
..........................10
...............................................6
...............................................8
..............12
...........7
.................. 7
................11
I
Inktcartridges
inktvolume controleren
Inpakken en vervoeren, machine
......................... 34
K
Kiezen
groepen
Kopiëren
dichtheid
fabrieksinstellingen herstellen
kwaliteit
met ADF
nieuwe standaardinstellingen
opslaan
pagina layout (N op 1)
sorteren (alleen ADF)
vergroten/verkleinen
Deze machine is uitsluitend goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Plaatselijke
Brother-bedrijven of hun dealers verlenen alleen service aan machines die in hun eigen land zijn
aangekocht.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.