Brother MFC-J265W, MFC-J415W User Guide [nl]

BEKNOPTE GEBRUIKERSHANDLEIDING
MFC-J220 MFC-J265W MFC-J410 MFC-J415W
Versie 0
DUT
Als u de klantenservice moet bellen
Modelnummer: MFC-J220, MFC-J265W, MFC-J410 en MFC-J415W (omcirkel uw modelnummer)
1
Serienummer:
Aankoopdatum:
Plaats van aankoop:
1
Het serienummer staat op de achterkant van het apparaat. Bewaar deze gebruikershandleiding samen met uw kassabon als aankoopbewijs in geval van diefstal of brand of voor service die onder de garantie valt.
Registreer uw product online op
http://www.brother.com/registration/
© 2010 Brother Industries, Ltd.

Gebruikershandleiding en waar kan ik die vinden?

Welke handleiding? Wat staat erin? Waar is de
handleiding?
Veiligheid en wetgeving Lees de veiligheidsinstructies voordat u de
machine instelt.
Installatiehandleiding Lees deze handleiding eerst. Volg de instructies
voor het instellen van uw machine en het installeren van de drivers en de software voor het besturingssysteem en het type verbinding dat u gebruikt.
Beknopte gebruikershandleiding
Uitgebreide gebruikershandleiding
Softwarehandleiding Volg deze instructies voor afdrukken, scannen,
Netwerkhandleiding (Alleen voor MFC-J265W en MFC-J415W)
Maak kennis met de standaardhandelingen voor faxen, kopiëren, scannen en voor het PhotoCapture Center™ en hoe u verbruiksartikelen vervangt. Raadpleeg de tips voor het oplossen van problemen.
Maak kennis met geavanceerde handelingen: faxen, kopiëren,beveiliging, rapporten afdrukken en routineonderhoud uitvoeren.
netwerkscannen (alleen MFC-J265W en MFC-J415W), PhotoCapture Center™, PC-Fax verzenden en het gebruik van het Brother ControlCenter.
Deze handleiding bevat uitgebreidere informatie over het configureren van de draadloze netwerkverbindingen. Hier kunt u bovendien informatie vinden over hulpprogramma's voor het netwerk, afdrukken via het netwerk, tips voor het oplossen van problemen en specificaties van ondersteunde netwerken.
Afgedrukt / In de verpakking
Afgedrukt / In de verpakking
Afgedrukt / In de verpakking
PDF-bestand / documentatie op de cd-rom
PDF-bestand / documentatie op de cd-rom
PDF-bestand / documentatie op de cd-rom
i

Inhoudsopgave

(BEKNOPTE GEBRUIKERSHANDLEIDING)
1 Algemene informatie 1
Gebruik van de documentatie................................................................................1
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................1
Toegang krijgen tot de Uitgebreide gebruikershandleiding,
de Softwarehandleiding en de Netwerkhandleiding............................................2
Documentatie bekijken ....................................................................................2
Brother-support openen (Windows
Brother-support openen (Macintosh).....................................................................5
Overzicht van het bedieningspaneel......................................................................6
Aanwijzingen op het LCD-scherm ...................................................................8
Standaardhandelingen ....................................................................................8
Volume-instellingen ...............................................................................................9
Belvolume........................................................................................................ 9
Volume van de waarschuwingstoon ................................................................ 9
Luidsprekervolume ........................................................................................10
LCD-scherm.........................................................................................................10
De helderheid van de achtergrondverlichting instellen..................................10
®
).....................................................................4
2 Papier laden 11
Papier en andere afdrukmedia laden...................................................................11
Enveloppen en briefkaarten laden.................................................................13
Kleine afdrukken uit de machine verwijderen................................................15
Afdrukgebied ................................................................................................. 16
Papierinstellingen ................................................................................................17
Papiersoort ....................................................................................................17
Papierformaat ................................................................................................17
Acceptabel papier en andere afdrukmedia..........................................................18
Aanbevolen afdrukmedia...............................................................................18
Omgaan met en gebruik van afdrukmedia ....................................................18
De juiste afdrukmedia selecteren ..................................................................20
3 Documenten laden 22
Documenten laden...............................................................................................22
De ADF gebruiken (alleen MFC-J410 en MFC-J415W) ................................22
De glasplaat gebruiken..................................................................................22
Scangebied....................................................................................................23
4 Een fax verzenden 24
Faxen verzenden .................................................................................................24
Het formaat van de glasplaat instellen om te faxen.......................................25
Een fax in kleur verzenden ............................................................................25
Een actieve fax annuleren.............................................................................25
Verzendrapport..............................................................................................26
ii
5 Een fax ontvangen 27
Ontvangstmodi..................................................................................................... 27
De ontvangstmodus kiezen .................................................................................27
Ontvangstmodi gebruiken....................................................................................28
Alleen fax....................................................................................................... 28
Fax/telefoon................................................................................................... 28
Handmatig .....................................................................................................28
Extern antwoordapparaat ..............................................................................28
Instellingen ontvangstmodus ...............................................................................29
Belvertraging .................................................................................................29
F/T-beltijd (alleen in de Fax/Tel-modus)........................................................29
Fax waarnemen.............................................................................................30
6 Telefoontoestel en externe apparaten 31
Telefoongesprekken ............................................................................................31
Toon of puls................................................................................................... 31
Fax/telefoonmodus........................................................................................31
Nummerweergave ......................................................................................... 31
Telefoondiensten.................................................................................................32
Het type telefoonlijn instellen......................................................................... 32
Extern antwoordapparaat aansluiten...................................................................33
Instellingen ....................................................................................................34
Een uitgaand bericht opnemen op een extern antwoordapparaat.................34
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)............................................................34
Externe en tweede toestellen ..............................................................................35
Een extern of tweede toestel aansluiten........................................................35
Werken met externe of tweede toestellen .....................................................35
Een draadloze externe telefoon gebruiken....................................................36
Codes voor afstandsbediening gebruiken .....................................................36
7 Nummers kiezen en opslaan 37
Nummers kiezen..................................................................................................37
Handmatig kiezen..........................................................................................37
Snelkiezen ..................................................................................................... 37
Zoeken...........................................................................................................37
Faxnummer opnieuw kiezen..........................................................................38
Meer manieren om nummers te kiezen ............................................................... 38
Overzicht van uitgaande gesprekken ............................................................38
Overzicht nummerweergave.......................................................................... 39
Nummers opslaan................................................................................................40
Een pauze opslaan........................................................................................40
Snelkiesnummers opslaan ............................................................................40
De namen of nummers van snelkiesnummers wijzigen ................................41
iii
8Kopiëren 42
Kopiëren ..............................................................................................................42
Kopiëren stoppen ..........................................................................................42
Kopieerinstellingen........................................................................................43
Papieropties................................................................................................... 43
9 Foto's vanaf een geheugenkaart afdrukken 44
PhotoCapture Center™-functies..........................................................................44
Geheugenkaart gebruiken.............................................................................44
Aan de slag..........................................................................................................45
Foto's afdrukken ..................................................................................................47
Foto's weergeven ..........................................................................................47
PhotoCapture Center™-afdrukinstellingen ..........................................................47
Geheugenkaart scannen .....................................................................................48
10 Afdrukken vanaf een computer 50
Een document afdrukken.....................................................................................50
11 Scannen vanaf een computer 51
Een document scannen.......................................................................................51
Scannen met de scantoets ..................................................................................51
Scannen met een scannerdriver..........................................................................51
A Routineonderhoud 52
De inktcartridges vervangen................................................................................52
De machine reinigen en controleren....................................................................54
De glasplaat reinigen .....................................................................................54
De invoerrollen voor papier reinigen.............................................................. 55
De printkop reinigen ......................................................................................56
De afdrukkwaliteit controleren .......................................................................56
De uitlijning controleren .................................................................................57
B Problemen oplossen 58
Foutmeldingen.....................................................................................................58
Foutanimatie .................................................................................................. 64
Faxen of het faxjournaal overbrengen...........................................................64
Document vastgelopen (alleen MFC-J410 en MFC-J415W).........................65
Printer of papier vastgelopen.........................................................................66
Problemen oplossen ...........................................................................................69
Als u problemen met uw machine heeft ........................................................69
Kiestoon waarnemen..................................................................................... 76
Storing op de telefoonlijn / Bellen via internet (VoIP) ....................................76
Informatie over de machine .................................................................................77
Het serienummer controleren ........................................................................77
Resetfuncties.................................................................................................77
De machine resetten .....................................................................................77
iv
C Menu en functies 78
Programmeren op het scherm ............................................................................. 78
Menutabel............................................................................................................79
Tekst invoeren ..................................................................................................... 95
Spaties invoegen...........................................................................................95
Correcties aanbrengen..................................................................................95
Letters herhalen............................................................................................. 95
Speciale tekens en symbolen........................................................................95
D Specificaties 96
Algemeen ............................................................................................................96
Afdrukmedia.........................................................................................................98
Faxen................................................................................................................... 99
Kopiëren ............................................................................................................100
PhotoCapture Center™ .....................................................................................101
Scanner .............................................................................................................102
Printer ................................................................................................................103
Interfaces ...........................................................................................................103
Vereisten voor de computer...............................................................................104
Verbruiksartikelen .............................................................................................. 105
Netwerk (alleen MFC-J265W en MFC-J415W) .................................................106
EIndex 107
v
Inhoudsopgave
(UITGEBREIDE GEBRUIKERSHANDLEIDING)
In de Uitgebreide gebruikershandleiding worden de volgende functies en handelingen uitgelegd. U kunt de Uitgebreide gebruikershandleiding bekijken op de documentatiecd-rom.
1 Algemene instellingen
Opslag in geheugen Automatische zomertijd instellen Slaapstand LCD-scherm Tijdklokstand
2 Veiligheidsfuncties
Verzendslot
3 Een fax verzenden
Extra opties bij het verzenden Extra handelingen bij het verzenden
4 Faxberichten ontvangen
Extra handelingen bij het ontvangen
5 Nummers kiezen en opslaan
Opties voor normale telefoongesprekken Extra opties bij het nummers kiezen Extra manieren om nummers op te slaan
A Routineonderhoud
De machine reinigen en controleren De machine inpakken en vervoeren
B Verklarende woordenlijst
CIndex
6 Rapporten afdrukken
Faxrapporten Rapporten
7Kopiëren
Kopieerinstellingen
8 Foto's vanaf een
geheugenkaart afdrukken
PhotoCapture Center™-functies Foto's afdrukken PhotoCapture Center™­afdrukinstellingen Naar een geheugenkaart scannen
vi

Algemene informatie 1

1

Gebruik van de documentatie

Dank u voor de aanschaf van een Brother­machine! Het lezen van de documentatie helpt u bij het optimaal benutten van uw machine.
1
1
WAARSCHUWING geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, als deze niet wordt voorkomen, kan resulteren in ernstig of fataal letsel.
WAARSCHUWING

Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden 1

De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt.
Vetgedrukt
Cursief Cursief gedrukte tekst
Courier New
Vetgedrukte tekst verwijst naar specifieke knoppen op het bedieningspaneel van de machine of op het computerscherm.
benadrukt een belangrijk punt of verwijst u naar een verwant onderwerp.
Het lettertype Courier New verwijst naar meldingen die worden weergegeven op het LCD-scherm van de machine.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, als deze niet wordt voorkomen, kan resulteren in enig letsel.
BELANGRIJK
BELANGRIJK Geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die kan resulteren in schade aan eigendommen, storingen of een niet-werkend product.
Opmerkingen leggen uit wat u in een bepaalde situatie moet doen of hoe de bewerking met andere functies werkt.
Het pictogram Elektrisch gevaar attendeert u op het risico van elektrische schokken.
1
Hoofdstuk 1
Opmerking

Toegang krijgen tot de Uitgebreide gebruikershandleiding, de Softwarehandleiding en de Netwerkhandleiding

Deze beknopte gebruikershandleiding bevat niet alle informatie over de machine, zoals het gebruik van geavanceerde functies voor faxen, kopiëren, PhotoCapture Center™, afdrukken, scannen, PC-Fax en het netwerk. Wanneer u gedetailleerde informatie wenst over deze bewerking, kunt u de
Uitgebreide gebruikershandleiding, Softwarehandleiding en de Netwerkhandleiding op de
documentatiecd-rom raadplegen.

Documentatie bekijken 1

a Zet de computer aan. Plaats de
documentatiecd-rom in uw cd-romstation.
1
(Windows®-gebruikers) Als het scherm niet automatisch verschijnt, gaat u naar Deze computer (Computer), dubbelklikt u op het pictogram van de cd-rom en vervolgens op index.html.
b (Macintosh-gebruikers)
Dubbelklik op het pictogram van de cd-rom en vervolgens op index.html.
c Klik op uw land.
2
Algemene informatie
Opmerking
Opmerking
d Ga met de muisaanwijzer
achtereenvolgens naar uw taal en Handleiding bekijken en klik vervolgens op de gewenste handleiding.
Instructies voor het scannen opzoeken 1
Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de instructies als volgt vinden:
Softwarehandleiding
Scannen
ControlCenterNetwerkscannen (alleen voor
MFC-J265W en MFC-J415W)
Procedurehandleidingen voor ScanSoft™ PaperPort™11SE met OCR (alleen voor MFC-J410 en MFC-J415W)
(Windows
U kunt de volledige
procedurehandleidingen voor ScanSoft™ PaperPort™11SE met OCR weergeven via het menu Help in de toepassing ScanSoft™ PaperPort™11SE.
®
)
1
• (Alleen Windows®-gebruikers) In uw webbrowser wordt bovenaan de pagina mogelijk een gele balk weergegeven met een beveiligingswaarschuwing over Active X controls. Om de pagina correct weer te geven, klikt u op de balk, Geblokkeerde inhoud toestaan en vervolgens op Ja in het dialoogvenster van de beveiligingswaarschuwing.
• (Alleen Windows
®
-gebruikers)1 Voor snellere toegang kunt u alle gebruikersdocumentatie in PDF-structuur naar een lokale map op uw computer kopiëren. Ga met de muisaanwijzer naar uw taal en klik op Kopiëren naar lokale schijf.
1
Microsoft® Internet Explorer® 6.0 of recenter.
Presto! PageManager Gebruikershandleiding (alleen voor MFC-J410 en MFC-J415W) (Macintosh)
U dient Presto! PageManager eerst te downloaden en installeren. Zie Brother- support openen (Macintosh) op pagina 5 voor verdere instructies.
U kunt de volledige gebruikershandleiding
voor Presto! PageManager weergeven via het menu Help in de toepassing Presto! PageManager.
3
Hoofdstuk 1
Instructies voor netwerkinstellingen opzoeken (alleen MFC-J265W en MFC-J415W)
Uw machine kan worden aangesloten op een draadloos netwerk. U kunt de standaardinstallatie-instructies vinden in de Installatiehandleiding. Als uw draadloze toegangspunt of router ondersteuning biedt voor Wi-Fi Protected Setup of AOSS™, kunt u ook de stappen in de Installatiehandleiding volgen. Raadpleeg de Netwerkhandleiding op de documentatiecd-rom voor meer informatie over het configureren van het netwerk.
Brother-support
1
openen (Windows
Alle benodigde hulpbronnen, zoals websupport (Brother Solutions Center), zijn beschikbaar op de installatiecd-rom.
Klik op Brother-support in het
Hoofdmenu. Het volgende scherm wordt
weergegeven:
®
) 1
Om onze website
(http://www.brother.com u op Brother-startpagina.
Voor het laatste nieuws en informatie over
productondersteuning (http://solutions.brother.com/ Brother Solutions Center.
Als u onze website voor originele Brother-
verbruiksartikelen (http://www.brother.com/original/ bezoeken, klikt u op Informatie over supplies.
Als u het Brother CreativeCenter
(http://www.brother.com/creativecenter/ voor GRATIS fotoprojecten en afdrukbare downloads wilt openen, klikt u op Brother CreativeCenter.
Om terug te gaan naar het Hoofdmenu
klikt u op Terug of op Afsluiten wanneer u klaar bent.
) te openen, klikt
) klikt u op
) wilt
)
4
Brother-support
Algemene informatie
openen (Macintosh)
Alle benodigde hulpbronnen, zoals websupport (Brother Solutions Center), zijn beschikbaar op de installatiecd-rom.
Dubbelklik op het pictogram van
Brother-support. Het volgende scherm wordt weergegeven:
(Alleen MFC-J410 en MFC-J415W)
Klik op Presto! PageManager om Presto! PageManager te downloaden en installeren.
1
1
Klik op Onlineregistratie om uw machine
te registreren via de pagina voor Brother­productregistratie (http://www.brother.com/registration/
Voor het laatste nieuws en informatie over
productondersteuning (http://solutions.brother.com/ Brother Solutions Center.
Als u onze website voor originele Brother-
verbruiksartikelen (http://www.brother.com/original/ bezoeken, klikt u op Informatie over verbruiksartikelen.
) klikt u op
).
) wilt
5
Hoofdstuk 1
Fax Geh.
01:4101:4101:41
01. 01. 201001. 01. 201001. 01. 2010
8
6
1
7

Overzicht van het bedieningspaneel 1

De MFC-J220, MFC-J265W, MFC-J410 en MFC-J415W hebben dezelfde bedieningspaneeltoetsen.
1 Fax- en telefoontoetsen:
Herkies/Pauze
Met deze toets kunt u de laatste 30 gekozen nummers herhalen. U kunt deze toets ook gebruiken om een pauze in te voegen wanneer u snelkiesnummers programmeert.
Telefoon/Intern
Deze toets wordt gebruikt voor een telefoongesprek nadat de hoorn van het externe telefoontoestel tijdens het dubbele belsignaal is opgepakt.
Bij aansluiting op een PBX kunt u met deze toets ook toegang krijgen tot een buitenlijn of een gesprek overzetten naar een ander toestel.
2 Modustoetsen:
FAX
Hiermee opent u de faxmodus.
SCAN
Geeft toegang tot scanmodus.
KOPIE
Hiermee opent u de kopieermodus.
PHOTO CAPTURE
Geeft toegang tot de modus PhotoCapture Center™.
3 Menutoetsen:
Volumetoetsen
d c
Als de machine inactief is, kunt u het belvolume instellen door op deze toetsen te drukken.
Snelkiezen -toets
Met deze toets kunt u nummers in het geheugen opslaan, zoeken en kiezen.
d of c
Druk op d of c om het geselecteerde gedeelte in het LCD-scherm naar links of rechts te verplaatsen.
a of b
Met a of b kunt u door menu's en opties bladeren.
Menu
Wis
OK
Hiermee opent u het hoofdmenu.
Druk op deze toets om tekens te wissen of om terug te gaan naar het vorige menuniveau.
Hiermee bevestigt u een selectie.
6
Opmerking
01:41
01. 01. 2010
01:41
01:41
01. 01. 2010
01. 01. 2010
Fax Geh.
Algemene informatie
1
5
4 Starttoetsen:
Mono Start
Hiermee start u het verzenden van faxen of maakt u kopieën in zwart-wit. Hiermee kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (in kleur of zwart-wit, afhankelijk van de scaninstelling in de ControlCenter-software).
Kleur Start
Met deze toets start u het verzenden van faxen of maakt u kopieën in kleur. Hiermee kunt u ook een scanbewerking uitvoeren (in kleur of zwart-wit, afhankelijk van de scaninstelling in de ControlCenter­software).
5 Stop/Eindigen
Met een druk op deze toets wordt een bewerking gestopt of het menu gesloten.
6 LCD (Liquid Crystal Display)
Op het scherm verschijnen prompts die u helpen bij het instellen en gebruiken van uw machine.
2 34
7 Kiestoetsen
Deze toetsen gebruikt u om telefoon- en faxnummers te kiezen, maar deze toetsen dienen ook om informatie in de machine in te voeren.
Met de toets # kunt u tijdens een oproep de kiesmodus tijdelijk wijzigen van puls in toon.
8 AAN/UIT
Hiermee schakelt u de machine in en uit. Druk op Houd AAN/UIT ingedrukt om de machine uit te
schakelen. Op het LCD-scherm wordt weergegeven dat de machine wordt afgesloten en het blijft enkele seconden verlicht voordat de machine wordt uitgeschakeld.
Als u een extern telefoontoestel of antwoordapparaat op de machine hebt aangesloten, blijft dit te allen tijde beschikbaar.
Wanneer u de machine uitgeschakeld hebt, wordt de printkop toch periodiek gereinigd om de afdrukkwaliteit te behouden. Om een lange levensduur van de printkop te garanderen, zo zuinig mogelijk met de inkt om te gaan en een goede afdrukkwaliteit te behouden, dient u de machine te allen tijde aangesloten te laten op een stroombron.
De meeste afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn gebaseerd op model MFC-J415W.
AAN/UIT
om de machine uit te schakelen.
7
Hoofdstuk 1
Fax Geh.
01:41:4101:41
01. 01. 201001. 01. 201001. 01. 2010
1
2 3 4
2Min.
Standaardinst.
Tijdklokstand
Papiersoort
Papierformaat
Aanwijzingen op het LCD­scherm 1
Op het LCD-scherm wordt de huidige status van de machine weergegeven wanneer deze niet wordt gebruikt.
1 Status draadloze verbinding (alleen
MFC-J265W en MFC-J415W)
Een indicator met vier niveaus geeft de huidige signaalsterkte van het draadloze netwerk aan indien u die gebruikt.

Standaardhandelingen 1

In de volgende stappen wordt beschreven hoe u een instelling in de machine wijzigt. In dit voorbeeld wordt de instelling van Tijdklokstand van 2 minuten in 30 seconden gewijzigd.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren.
MENU
Sel.&druk
OK
Inktbeheer
Standaardinst.
Fax
Druk op OK.
c Druk op a of b om Tijdklokstand te
selecteren.
0Max
2 Huidige ontvangstmodus
Hiermee geeft u de huidige ontvangstmodus weer.
Fax (Alleen Fax)F/T (Fax/Tel)Ant (Extern ANTW.APP)Hnd (Handmatig)
3 Geheugenstatus
Hier kunt u zien hoeveel geheugen in de machine beschikbaar is.
4 Inktindicator
Hiermee kunt u zien hoeveel inkt beschikbaar is.
Het waarschuwingspictogram wordt weergegeven als er een fout- of
onderhoudsmelding is. Zie Foutmeldingen op pagina 58 voor meer informatie.
8
Druk op OK.
d Druk op a of b om 30Sec. te selecteren.
Tijdklokstand
Uit
0Sec.
30Sec.
1Min
Druk op OK. De huidige instelling wordt op het LCD­scherm weergegeven:
Standaardinst.
Tijdklokstand
30Sec.
Papiersoort
Papierformaat
e Druk op Stop/Eindigen.
Algemene informatie

Volume-instellingen 1

Belvolume 1

U kunt uit een aantal belvolume-niveaus kiezen, van Hoog tot Uit.
Als de machine niet actief is, drukt u op
d of c om het volume aan te passen. Op het LCD-scherm wordt de huidige instelling weergegeven, en elke keer dat u op deze toets drukt, wordt het volume aan het volgende niveau aangepast. De machine behoudt de nieuwe instelling totdat u deze wijzigt.
U kunt het volume ook via het menu aanpassen door de onderstaande instructies te volgen:
Het belvolume instellen via het menu 1
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Volume te selecteren.
Druk op OK.

Volume van de waarschuwingstoon 1

1
Wanneer de waarschuwingstoon is ingeschakeld, geeft de machine een geluidssignaal als u een toets indrukt, een vergissing maakt of als u een fax hebt verzonden of ontvangen.
U kunt uit een aantal volume-niveaus voor de waarschuwingstoon kiezen, van Hoog tot Uit.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Volume te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Waarsch.toon te
selecteren. Druk op OK.
e Druk op a of b om Laag, Half, Hoog of
Uit te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
d Druk op a of b om Belvolume te
selecteren. Druk op OK.
e Druk op a of b om Laag, Half, Hoog of
Uit te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
9
Hoofdstuk 1

Luidsprekervolume 1

U kunt uit een aantal luidsprekervolume­niveaus kiezen, van Hoog tot Uit.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Volume te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Luidspreker te
selecteren. Druk op OK.
e Druk op a of b om Laag, Half, Hoog of
Uit te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.

LCD-scherm 1

De helderheid van de achtergrondverlichting instellen 1

Als u het LCD-scherm niet goed kunt lezen, kunt u de helderheidsinstelling wijzigen.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om LCD instell. te
selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om Schermverlicht te
selecteren. Druk op OK.
e Druk op a of b om Licht, Half of
Donker te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
10
2
1

Papier laden 2

Papier en andere afdrukmedia laden

a Als de papiersteunklep open is, klapt u
deze in en schuift u vervolgens de papiersteun naar binnen. Trek de papierlade volledig uit de machine.
b Breng het deksel van de uitvoerlade
omhoog (1).
c Druk de papiergeleiders voor de
breedte (1) en de papiergeleider voor de
2
lengte (2) met beide handen voorzichtig in en stel ze af op het papierformaat. Zorg dat de driehoekjes (3) op de papiergeleiders voor de breedte (1) en op de papiergeleider voor de lengte (2) naar de markeringen voor het gebruikte papierformaat wijzen.
1
3
2
2
3
11
Hoofdstuk 2
Opmerking
BELANGRIJK
BELANGRIJK
1
Wanneer u papier van Legal-formaat gebruikt, drukt u op de universele ontgrendeling (1) en schuift u de voorzijde van de papierlade naar buiten.
e Plaats het papier voorzichtig in de
papierlade met de afdrukzijde omlaag en de bovenste rand eerst. Controleer of het papier vlak in de lade ligt.
d Blader de stapel papier goed door om te
voorkomen dat papier vastloopt of scheef wordt ingevoerd.
Controleer altijd of het papier niet is omgekruld of gevouwen.
Zorg ervoor dat u het papier er niet te ver in duwt; het kan aan de achterkant van de lade omhoog gaan staan en problemen veroorzaken bij de invoer.
f Pas de papiergeleiders voor de
breedte (1) voorzichtig met beide handen aan het papier aan. Zorg dat de papiergeleiders aan de zijkant de randen van het papier aanraken.
1
12
Papier laden
BELANGRIJK
BELANGRIJK
g Sluit het deksel van de uitvoerlade.
h Duw de papierlade langzaam volledig in
de machine.

Enveloppen en briefkaarten laden 2

Informatie over enveloppen 2
Gebruik enveloppen met een gewicht
tussen 80 en 95 g/m
Voor sommige enveloppen moet u de
marge in de toepassing instellen. Maak altijd eerst een proefafdruk voordat u een groot aantal enveloppen afdrukt.
Gebruik NOOIT de volgende soorten enveloppen, aangezien deze problemen veroorzaken bij de papierinvoer:
• Zakachtige enveloppen.
• Enveloppen met reliëf (met verhoogd opschrift).
2
.
2
i Terwijl u de papierlade vasthoudt, trekt
u de papiersteun ( ) naar buiten tot u een klik hoort en vouwt u vervolgens de
papiersteunklep ( ) uit.
2
1
• Enveloppen met sluithaken of nietjes.
• Enveloppen die aan de binnenkant zijn voorbedrukt.
Lijm Dubbele omslag
Het kan zijn dat u af en toe problemen ondervindt bij de papierinvoer vanwege de dikte, het formaat en de vorm van de omslag van de enveloppen die u gebruikt.
Gebruik de papiersteunklep NIET voor papier van Legal-formaat.
13
Hoofdstuk 2
BELANGRIJK
Enveloppen en briefkaarten laden 2
a Druk de hoeken en zijkanten van de
enveloppen of briefkaarten zo plat mogelijk voordat u deze plaatst.
Plaats de enveloppen of briefkaarten een voor een in de papierlade als er meerdere enveloppen of briefkaarten tegelijk naar binnen worden getrokken.
b Plaats enveloppen of briefkaarten in de
papierlade met de te bedrukken zijde omlaag en de korte kant eerst, zoals in de illustratie wordt aangegeven. Druk met beide handen de papiergeleiders voor de breedte (1) en de papiergeleider voor de lengte (2) in en stel ze af op het formaat van de enveloppen of briefkaarten.
1
2
14
Papier laden
Als u bij het afdrukken op enveloppen problemen hebt met de omslag aan de korte kant, kunt u het volgende proberen:
a Open de omslag van de envelop. b Leg de envelop in de papierlade met de
adreszijde naar beneden en de omslag in de positie zoals aangegeven in de illustratie.
Kleine afdrukken uit de
2
machine verwijderen 2
Wanneer papier van klein formaat op het deksel van de uitvoerpapierlade wordt uitgeworpen, kunt u er misschien niet bij. Controleer of het afdrukken is voltooid, en trek vervolgens de lade volledig uit de machine.
2
c Wijzig het formaat en de marge in de
toepassing.
15
Hoofdstuk 2
Opmerking
3
4
1
2
3
4
1
2

Afdrukgebied 2

Hoe groot het afdrukgebied is, is afhankelijk van de instellingen binnen de door u gebruikte toepassing. De onderstaande afbeeldingen tonen de onbedrukbare gedeelten op losse vellen papier en enveloppen. De machine kan afdrukken in de grijze gedeelten van losse vellen papier wanneer de afdrukfunctie Zonder Marges beschikbaar en ingeschakeld is. (Zie Afdrukken voor
Windows
Losse vellen Enveloppen
®
of Afdrukken en faxen voor Macintosh in de Softwarehandleiding.)
Bovenkant (1) Onderkant (2) Links (3) Rechts (4)
Losse vellen 3 mm 3 mm 3 mm 3 mm Enveloppen 12 mm 24 mm 3 mm 3 mm
De functie Zonder rand is niet beschikbaar voor enveloppen.
16
Papier laden
Opmerking

Papierinstellingen 2

Papiersoort 2

Voor de beste afdrukkwaliteit, stelt u de machine in op het type papier dat u gebruikt.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Papiersoort te
selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om Normaal Papier,
Inkjet papier, Brother BP71, Brother BP61, Glossy anders of Transparanten te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.

Papierformaat 2

U kunt vijf papierformaten voor het afdrukken van uw kopieën gebruiken: A4, A5, Letter, Legal en 10 15 cm en drie formaten voor het afdrukken van faxen: A4, Legal en Letter. Wanneer u papier van een ander formaat in de machine plaatst, moet u ook de instelling voor het papierformaat wijzigen zodat uw machine een binnenkomende fax passend op het vel papier kan afdrukken.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Standaardinst. te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Papierformaat te
selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om A4, A5, 10x15cm,
Letter of Legal te selecteren.
Druk op OK.
2
Het papier wordt met de bedrukte zijde omhoog op de uitvoerlade aan de voorkant van de machine uitgeworpen. Als u transparanten of glanzend papier gebruikt, dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen om te voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken of vastlopen.
e Druk op Stop/Eindigen.
17
Hoofdstuk 2

Acceptabel papier en andere afdrukmedia

De afdrukkwaliteit kan worden beïnvloed door het soort papier dat u in de machine gebruikt.
Om de beste afdrukkwaliteit te krijgen voor de instellingen die u heeft gekozen, moet u de papiersoort altijd instellen op het type papier dat u plaatst.
U kunt normaal papier, inkjetpapier (gecoat papier), glanzend papier, transparanten en enveloppen gebruiken.
Wij raden u aan om verschillende soorten papier te testen alvorens een grote hoeveelheid aan te schaffen.
Gebruik Brother-papier voor de beste resultaten.
Wanneer u afdrukt op inkjetpapier (gecoat
papier), transparanten en glanzend papier, moeten op het tabblad Normaal van de printerdriver of voor de instelling Papiersoort in het menu altijd de juiste afdrukmedia zijn geselecteerd. (Zie Papiersoort op pagina 17.)
Wanneer u afdrukt op fotopapier van
Brother, plaatst u een extra vel van hetzelfde fotopapier in de papierlade. U vindt dit extra vel in de verpakking van het papier.
Als u transparanten of fotopapier gebruikt,
dient u elk vel onmiddellijk te verwijderen; dit om te voorkomen dat de vellen aan elkaar plakken of vastlopen.
Raak het afgedrukte oppervlak van het
papier vlak na het afdrukken niet aan; de inkt kan nog nat zijn en op uw vingers vlekken.

Aanbevolen afdrukmedia 2

2
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen raden wij u aan Brother-papier te gebruiken. (Zie de onderstaande tabel.)
Als er in uw land geen Brother-papier beschikbaar is, raden wij u aan verschillende soorten papier te testen voor u grote hoeveelheden papier koopt.
Wij adviseren ‘3M Transparency Film’ te gebruiken wanneer u op transparanten afdrukt.
Brother-papier
Papiersoort Item
A4 Normaal BP60PA A4 Glanzend Foto BP71GA4 A4 Inkjet (Mat) BP60MA 10 15 cm Glanzend
Foto
BP71GP

Omgaan met en gebruik van afdrukmedia 2

Bewaar papier in de originele verpakking
en zorg dat deze gesloten blijft. Bewaar het papier plat en verwijderd van vocht, direct zonlicht en warmte.
Zorg dat u de glimmende (gecoate) zijde
van het fotopapier niet aanraakt. Plaats fotopapier met de glimmende zijde naar beneden.
Raak de voor- of achterkant van
transparanten niet aan; deze absorberen snel water en transpiratie, wat afbreuk doet aan de afdrukkwaliteit. Transparanten die voor laserprinters en ­kopieerapparaten ontworpen zijn, kunnen vlekken op het volgende document veroorzaken. Gebruik alleen transparanten die worden aanbevolen voor inkjetprinters.
18
BELANGRIJK
Gebruik de volgende soorten papier NIET:
1
1
• papier dat beschadigd, gekruld of gekreukt is of een onregelmatige vorm heeft
1 Papier dat 2 mm of meer is
omgekruld, kan vastlopen.
• hoogglanzend of erg gestructureerd papier
Papier laden
2
• papier dat niet netjes kan worden gestapeld
• papier met een breedlopende vezel
Papiercapaciteit van het deksel van de uitvoerpapierlade
Maximaal 50 vellen A4-papier van 80 g/m2.
Om vlekken te voorkomen moeten
transparanten en fotopapier vel voor vel van het deksel van de uitvoerlade worden verwijderd.
2
19
Hoofdstuk 2

De juiste afdrukmedia selecteren 2

Type en formaat papier voor elke functie 2
Papiersoort Papierformaat Gebruik
Faxen Kopiëren Photo
Capture
Losse vellen A4 210 297 mm Ja Ja Ja Ja
Letter 215,9  279,4 mm Ja Ja Ja Ja Legal 215,9 355,6 mm Ja Ja Ja Executive 184 267 mm Ja JIS B5 182 257 mm Ja A5 148 210 mm Ja Ja A6 105 148 mm Ja
Kaarten Foto 10 15 cm Ja Ja Ja
Foto 2L 13 18 cm Ja Ja Indexkaart 127 203 mm Ja Briefkaart 1 100 148 mm Ja Briefkaart 2
(Dubbel)
Enveloppen C5-Envelop 162 229 mm Ja
DL-Envelop 110 220 mm Ja COM-10 105 241 mm Ja
148 200 mm Ja
Printer
Monarch 98 191 mm Ja JE4-
Envelop
Transparanten A4 210 297 mm Ja Ja
Letter 215,9 279,4 mm Ja Ja Legal 215,9 355,6 mm Ja Ja A5 148 210 mm Ja Ja
105 235 mm Ja
20
Papier laden
Gewicht, dikte en capaciteit van papier 2
Papiersoort Gewicht Dikte Aantal
vellen
Losse vellen
Normaal papier
Inkjetpapier
64 tot 120 g/m
64 tot 200 g/m
2
2
0,08 tot 0,15 mm
0,08 tot 0,25 mm 20
100
1
2
Glanzend
Max. 220 g/m
2
Max. 0,25 mm
papier
Kaarten Fotokaart
Indexkaart
Briefkaart
Enveloppen
Max. 220 g/m
Max. 120 g/m
Max. 200 g/m
75 tot 95 g/m
2
2
2
2
Max. 0,25 mm
Max. 0,15 mm 30
Max. 0,25 mm 30
Max. 0,52 mm 10
Transparanten 10
1
Maximaal 100 vellen papier van 80 g/m2.
2
BP71-papier van 260 g/m2 is speciaal bedoeld voor inkjetmachines van Brother.
20
20
2
2
21
3
BELANGRIJK
BELANGRIJK

Documenten laden 3

Documenten laden 3

U kunt via de ADF (automatische documentinvoer) en via de glasplaat een fax versturen, kopieën maken en scannen.

De ADF gebruiken (alleen MFC-J410 en MFC-J415W) 3

De ADF heeft een capaciteit van maximaal 15 vellen en voert het papier vel voor vel in. Gebruik standaardpapier met een gewicht
van 80 g/m voordat u het papier in de ADF plaatst.
Ondersteunde documentformaten 3
Papier:
Lengte: 148 tot 355,6 mm Breedte: 148 tot 215,9 mm Gewicht:
2
en waaier de stapel altijd los
80 g/m
64 tot 90 g/m
2
A4
2
Laat documenten met inkt eerst volledig drogen.
a Vouw de ADF-documentsteunklep (1)
uit.
b Blader de stapel papier goed door. c Stel de papiergeleiders (2) in op de
breedte van uw document.
d Plaats uw documenten met de
bedrukte zijde omlaag en de bovenrand eerst in de ADF tot u voelt
dat deze de papierrol raken en op het LCD-scherm ADF gereed wordt weergegeven.
2
1
Documenten laden 3
• Trek NIET aan het document als het wordt ingevoerd.
• Gebruik GEEN papier dat is omgekruld, gekreukeld, gevouwen, gescheurd, geniet of dat is vastgemaakt met nietjes, lijm of plakband.
• Gebruik GEEN karton, krantenpapier of stof.
Laat GEEN dikke documenten achter op de glasplaat. Als u dat doet, kan de ADF vastlopen.

De glasplaat gebruiken 3

U kunt de glasplaat gebruiken om pagina voor pagina of pagina’s uit een boek te faxen, te kopiëren of te scannen.
Ondersteunde documentformaten 3
Lengte: Max. 297 mm Breedte: Max. 215,9 mm Gewicht: Max. 2 kg
22
Documenten laden
Opmerking
BELANGRIJK
3
4
1
2
Documenten laden 3
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de ADF leeg zijn. (Alleen MFC-J410 en MFC-J415W)
a Til het documentdeksel op. b Gebruik de documentgeleiders aan de
linker- en bovenkant om het document in de linkerbovenhoek van de glasplaat te leggen, met de bedrukte zijde naar beneden.

Scangebied 3

De grootte van het scangebied is afhankelijk van de instellingen in de door u gebruikte toepassing. Hieronder wordt aangegeven welke gebieden niet kunnen worden gescand.
Gebruik
Faxen A4 3 mm
Document­grootte
Bovenkant (1)
Onderkant (2)
Links (3)
Rechts (4)
1
3 mm
3
Letter 3 mm 4 mm Legal (alleen
Kopiëren
Scannen
1
Bij gebruik van de ADF bedraagt het niet-scanbare gebied 1 mm.
MFC-J410 en MFC-J415W)
A4 3 mm 3 mm Letter 3 mm 3 mm A4 3 mm 3 mm Letter 3 mm 3 mm
3 mm 4 mm
c Sluit het documentdeksel.
Als u bezig bent een boek of een lijvig document te scannen, laat het deksel dan NIET dichtvallen en druk er niet op.
23
Opmerking

Een fax verzenden 4

Faxresolutie
Contrast
Standaard
Druk Start
Voer nummer in
4

Faxen verzenden 4

In de volgende stappen wordt beschreven hoe u een fax verzendt.
• Als u een fax in zwart-wit vanuit de ADF verzendt terwijl het geheugen vol is, wordt deze direct verzonden.
a Wanneer u een fax wilt verzenden of de
instellingen voor het verzenden of ontvangen van faxen wilt wijzigen, drukt
u op de (FAX)-toets zodat deze blauw verlicht wordt.
Op het LCD-scherm wordt het
volgende weergegeven:
• U kunt de glasplaat gebruiken om pagina's van een boek één voor één te faxen. Het formaat van de documenten kan maximaal A4 of Letter zijn.
• Gebruik de ADF als u kleurfaxen van meerdere pagina's wilt verzenden. (Alleen MFC-J410 en MFC-J415W)
• Aangezien u slechts één pagina tegelijk kunt scannen, is het eenvoudiger om de ADF te gebruiken als u een document van meerdere pagina’s verzendt. (Alleen MFC-J410 en MFC-J415W)
c Wijzig desgewenst het formaat van de
glasplaat, de resolutie of het contrast.
Zie Een fax verzenden in hoofdstuk 3 van de Uitgebreide gebruikershandleiding:
Rondsturen
b Plaats op een van de volgende
manieren uw document:
24
Plaats het document met de
bedrukte zijde omlaag in de ADF. (Zie De ADF gebruiken (alleen MFC-J410 en MFC-J415W) op pagina 22.)
Leg uw document met de bedrukte
zijde omlaag op de glasplaat. (Zie De glasplaat gebruiken op pagina 22.)
Direct Verzend
Internationaal
Faxresolutie
Contrast
Scanformaat glas
d Toets het faxnummer in.
De kiestoetsen gebruiken
Het telefoonboek gebruiken
Snelkiezen
Het overzicht van oproepen gebruiken
Uitgaand gesprek
Overz. beller-ID
Een fax verzenden
Opmerking
Opmerking
e Druk op Mono Start of Kleur Start.
Faxen verzenden vanaf de ADF (alleen MFC-J410 en MFC-J415W)
De machine begint het document te
scannen.
Faxen verzenden via de glasplaat
Als u op Mono Start drukt, begint de
machine met het scannen van de eerste pagina.
Ga op een van de volgende manieren te werk:
• Om een enkele pagina te verzenden, drukt u op 2 om Nee(znd) te kiezen (of druk opnieuw op Mono Start).
De machine begint met het verzenden van het document.
• Om meerdere pagina's te verzenden, drukt u op 1 om Ja te selecteren en plaatst u de volgende pagina op de glasplaat. Druk op OK. De machine begint met het scannen van de pagina. (Herhaal deze stap voor elke volgende pagina.)
Als u op Kleur Start drukt, begint de
machine met het verzenden van het document.
Druk op Stop/Eindigen om te annuleren.

Het formaat van de glasplaat instellen om te faxen 4

Wanneer documenten van het formaat Letter zijn, moet u het scanformaat op Letter instellen. Als u dit niet doet, ontbreken de zijkanten van de fax.
a Druk op (FAX).
b Druk op a of b om Scanformaat glas
te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Letter te selecteren.
Druk op OK.
U kunt de instellingen die u het vaakst gebruikt opslaan door ze als de standaard in te stellen. (Zie Uw wijzigingen instellen
als nieuwe standaardinstellingen in hoofdstuk 3 van de Uitgebreide gebruikershandleiding.)

Een fax in kleur verzenden 4

Uw machine kan een fax in kleur verzenden naar machines die deze functie ondersteunen.
Kleurenfaxen kunnen niet in het geheugen worden opgeslagen. Als u een kleurenfax verzendt, verzendt de machine deze direct (zelfs als Direct Verzend is ingesteld op Uit).
4

Een actieve fax annuleren 4

Als u een fax wilt annuleren terwijl de machine bezig is met scannen, kiezen of verzenden, drukt u op Stop/Eindigen.
25
Hoofdstuk 4
Opmerking

Verzendrapport 4

U kunt het verzendrapport als bewijs gebruiken dat u een fax hebt verzonden. In dit rapport worden de naam of het faxnummer van de afzender, de tijd en de datum waarop het bericht werd verzonden, de duur van de transmissie, het aantal verzonden pagina's en of de fax al dan niet goed is verzonden, vermeld.
Voor het verzendrapport zijn een aantal instellingen mogelijk:
Aan: Drukt een rapport af na elke
verzonden fax.
Aan+Beeld: Drukt een rapport af na elke
verzonden fax. Een gedeelte van de eerste pagina van de fax wordt op het rapport weergegeven.
Uit: Drukt een rapport af als uw fax niet
is verzonden door een transmissiefout. Uit is de standaardinstelling.
f Druk op Stop/Eindigen.
•Als u Aan+Beeld of Uit+Beeld kiest, wordt de afbeelding alleen op het verzendrapport weergegeven als de instelling voor direct verzenden uitgeschakeld is. (Zie Direct verzenden in
hoofdstuk 3 van de Uitgebreide gebruikershandleiding.)
• Als de transmissie goed is verlopen, wordt "OK" naast "RESULT" op het verzendrapport weergegeven. Als de transmissie niet goed is verlopen, wordt "FOUT" naast "RESULT" weergegeven.
Uit+Beeld: Drukt een rapport af als uw
fax niet is verzonden door een transmissiefout. Een gedeelte van de eerste pagina van de fax wordt op het rapport weergegeven.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Kies rapport te
selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om Verzendrapp. te
selecteren. Druk op OK.
e Druk op a of b om Aan, Aan+Beeld,
Uit of Uit+Beeld te selecteren.
Druk op OK.
26

Een fax ontvangen 5

5

Ontvangstmodi 5

U moet een ontvangstmodus kiezen die past bij de externe apparaten en telefoondiensten die op de lijn zijn aangesloten.

De ontvangstmodus kiezen 5

Standaard ontvangt uw machine automatisch alle faxen die ernaartoe worden verzonden. Met behulp van het onderstaande schema kunt u de juiste modus kiezen.
Raadpleeg Ontvangstmodi gebruiken op pagina 28 voor meer informatie over ontvangststanden.
Wilt u de telefoonfuncties van uw machine gebruiken (indien beschikbaar) of een extern telefoontoestel of antwoordapparaat aangesloten op dezelfde lijn als de machine?
5
Ja
Gebruikt u de functie voor voicemail van een extern antwoordapparaat?
Nee
Wilt u dat de machine faxoproepen en telefoongesprekken automatisch opneemt?
Volg de onderstaande instructies om een ontvangstmodus in te stellen:
Nee
Ja
Ja
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Stand.instel. te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmodus te selecteren.
Druk op OK.
Nee
Alleen Fax
Handmatig
Fax/Telefoon
Ext. TEL/ANT
d Druk op a of b om Alleen Fax, Fax/Telefoon, Ext. TEL/ANT of Handmatig te
selecteren. Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
Op het LCD-scherm wordt de huidige ontvangstmodus weergegeven.
27
Hoofdstuk 5

Ontvangstmodi gebruiken

Sommige ontvangststanden beantwoorden oproepen automatisch (Alleen Fax en Fax/Telefoon). U kunt de belvertraging wijzigen voordat u deze standen gebruikt. (Zie Belvertraging op pagina 29.)

Alleen fax 5

Als de modus Alleen fax is ingeschakeld, wordt elk telefoontje automatisch als faxoproep beantwoord.

Fax/telefoon 5

De modus Fax/telefoon helpt u om inkomende oproepen automatisch af te handelen, doordat wordt herkend of het een fax of een telefoongesprek betreft. De oproepen worden als volgt verwerkt:
Faxen worden automatisch ontvangen.Een telefoongesprek activeert het
dubbele belsignaal om aan te geven dat u de oproep moet aannemen. Het dubbele belsignaal is een snel belsignaal afkomstig van uw machine.

Handmatig 5

5
De modus Handmatig schakelt alle automatische antwoordfuncties uit.
Als u in de handmatige modus een fax wilt ontvangen, neemt u de hoorn van een extern toestel op. Wanneer u faxtonen (korte herhaalde tonen) hoort, drukt u op Mono Start of Kleur Start en kiest u Ontvangen. U kunt ook de functie Fax waarnemen gebruiken om faxen te ontvangen door de hoorn op te nemen van een toestel op dezelfde lijn als die van de machine.
(Zie ook Fax waarnemen op pagina 30.)

Extern antwoordapparaat 5

In de modus Extern antwoordapparaat beheert een extern antwoordapparaat uw inkomende oproepen. Inkomende oproepen worden als volgt afgehandeld:
Faxen worden automatisch ontvangen.Bellers kunnen een bericht op het externe
antwoordapparaat achterlaten.
(Zie Extern antwoordapparaat aansluiten op pagina 33 voor meer informatie.)
(Zie ook F/T-beltijd (alleen in de Fax/Tel- modus) op pagina 29 en Belvertraging op pagina 29.)
28
Een fax ontvangen
Opmerking

Instellingen ontvangstmodus

Belvertraging 5

De instelling Belvertraging bepaalt hoe vaak de machine in de stand Alleen Fax of Fax/Telefoon overgaat voordat de oproep wordt beantwoord. Als u een extern of tweede toestel op dezelfde lijn als de machine gebruikt, kiest u het maximum aantal belsignalen.
(Zie Werken met externe of tweede toestellen op pagina 35 en Fax waarnemen op pagina 30.)
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
F/T-beltijd
5
(alleen in de Fax/Tel-modus) 5
Wanneer iemand uw machine belt, horen u en de beller het geluid van een telefoon die overgaat. Het aantal belsignalen wordt bepaald door de instelling van Belvertraging.
Als de oproep een fax is, ontvangt de machine deze. Is het echter een telefoonoproep, dan hoort u een dubbel belsignaal voor de tijdsduur ingesteld bij de instelling van F/T-beltijd. Als u het dubbele belsignaal hoort, betekent dit dat het een telefoonoproep betreft.
Omdat het dubbele belsignaal door de machine wordt geproduceerd, gaan externe en tweede toestellen niet over, maar u kunt het gesprek wel op elk toestel aannemen. (Zie Codes voor afstandsbediening gebruiken op pagina 36 voor meer informatie.)
5
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om Bel Vertraging te
selecteren. Druk op OK.
e Druk op a of b om te kiezen hoe vaak de
machine moet overgaan voordat wordt opgenomen. Druk op OK. Als u 0 kiest, wordt er helemaal geen belsignaal gegeven.
f Druk op Stop/Eindigen.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om F/T Beltijd te
selecteren. Druk op OK.
e Druk op a of b om te kiezen hoe lang de
machine een belsignaal moet geven om u op een gewoon telefoongesprek te attenderen (20, 30, 40 of 70 seconden). Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
Zelfs als de beller tijdens het dubbele belsignaal ophangt, zal de machine dit signaal het aantal seconden dat u hebt geselecteerd aanhouden.
29
Hoofdstuk 5
Opmerking

Fax waarnemen 5

Als Fax waarnemen is ingesteld op
De machine ontvangt een faxoproep automatisch, zelfs als u de oproep beantwoordt. Als op het LCD-scherm Ontvangst wordt weergegeven, of wanneer u tjirpende geluiden via de hoorn hoort, legt u gewoon de hoorn op de haak. Uw machine doet de rest.
Als Fax waarnemen is ingesteld op
Wanneer u bij de machine in de buurt bent en een faxoproep beantwoordt door de hoorn op de pakken, drukt u op Mono Start of Kleur Start en dan op 2 om de fax te ontvangen.
Als u de oproep hebt beantwoord via een tweede toestel, drukt u op l 51. (Zie Werken met externe of tweede toestellen op pagina 35.)
Aan
Uit
:
5
:
5
• Als deze functie is ingesteld op Aan, maar uw machine de faxoproep niet overneemt wanneer u de hoorn van een tweede of extern toestel opneemt, moet u de code voor activeren op afstand intoetsen: l 5 1.
• Als u faxen verzendt vanaf een computer op dezelfde telefoonlijn en de machine onderschept de faxen, stelt u Fax waarnemen in op Uit.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om Fax Waarnemen te
selecteren. Druk op OK.
e Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren. Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen.
30
Opmerking
Telefoontoestel en externe
6
apparaten

Telefoongesprekken 6

Toon of puls 6

Wanneer u een pulsservice hebt, maar toonsignalen moet verzenden (bijvoorbeeld voor telefonisch bankieren), dient u de onderstaande instructies te volgen:
a Neem de hoorn van het externe toestel. b Druk op # op het bedieningspaneel van
de machine. Alle cijfers die hierna worden gekozen worden als toonsignalen verzonden.
Wanneer u de hoorn op de haak legt, keert de machine terug naar de pulsservice.

Fax/telefoonmodus 6

Als de machine in de Fax/Tel-modus staat, wordt het dubbele belsignaal (een snel dubbel belsignaal) gebruikt om aan te geven dat het een normaal telefoontje betreft.
Als u bij een externe telefoon bent, neemt u de hoorn van de externe telefoon op en drukt u op Telefoon/Intern om de oproep te beantwoorden.
Als u zich bij een tweede toestel bevindt, moet u de hoorn tijdens het overgaan van de dubbele bel opnemen en tussen twee snelle dubbele belsignalen op #51 drukken. Als er niemand aan de andere kant van de lijn is, of als iemand u een fax wil zenden, stuurt u de oproep terug naar de machine door op l 51 te drukken.

Nummerweergave 6

Met de functie nummerweergave kunt u gebruikmaken van de dienst nummerweergave die door veel lokale telefoonbedrijven wordt aangeboden. Neem contact op met uw telefoonbedrijf voor informatie. Als u deze dienst gebruikt, ziet u het telefoonnummer of indien beschikbaar de naam van de beller als de telefoon overgaat.
Na enkele belsignalen wordt op het LCD­scherm het telefoonnummer (en eventueel de naam) van de beller weergegeven. Zodra u een telefoontje aanneemt, verdwijnt de informatie over de beller van het LCD­scherm, maar de oproepinformatie blijft opgeslagen in het geheugen.
U kunt het overzicht bekijken of een van deze nummers selecteren om naar te faxen, toe te voegen als snelkiesnummer of te verwijderen. (Zie Overzicht nummerweergave op pagina 39.)
De eerste 18 tekens van het nummer (en
de naam) worden weergegeven.
De melding ID onbekend geeft aan dat
de oproep afkomstig is van buiten het gebied dat uw nummerweergavedienst beslaat.
De melding Privénummer betekent dat
de beller ervoor heeft gekozen om zijn/haar informatie niet te laten weergeven.
U kunt een lijst met informatie over de oproepen die uw machine heeft ontvangen, afdrukken. (Zie Een rapport afdrukken in
hoofdstuk 6 van de Uitgebreide gebruikershandleiding.)
6
6
De dienst nummerweergave is afhankelijk van de dienstverlener. Neem contact op met uw lokale telefoonbedrijf voor meer informatie over welke diensten er in uw gebied beschikbaar zijn.
31
Hoofdstuk 6
Nummerweergave inschakelen 6
Als u beschikt over nummerweergave op uw lijn, dient u deze functie in te stellen op Aan zodat het telefoonnummer van de beller op het LCD-scherm wordt weergegeven als de telefoon overgaat.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Diversen te
selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om Beller ID te
selecteren. Druk op OK.
e Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren. Druk op OK.

Telefoondiensten 6

De machine ondersteunt de nummerweergaveservice die door sommige telefoonbedrijven wordt aangeboden.
Functies als Voicemail, Wisselgesprek Wisselgesprek/Nummerweergave, een antwoordapparaat, alarmsysteem of een andere speciale functie op dezelfde lijn kunnen problemen veroorzaken bij de werking van de machine.

Het type telefoonlijn instellen 6

Als u de machine aansluit op een lijn met PBX of ISDN voor het verzenden en ontvangen van faxen, moet u ook het type telefoonlijn ook wijzigen aan de hand van de volgende stappen.
a Druk op Menu.
f Druk op Stop/Eindigen.
b Druk op a of b om Stand.instel. te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Tel lijn inst te
selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om PBX, ISDN (of
Normaal) te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
32
Telefoontoestel en externe apparaten
Opmerking
Opmerking
PBX en doorverbinden 6
De machine is in eerste instantie ingesteld op Normaal om te worden aangesloten op een standaard openbaar telefoonnetwerk (PSTN). In veel kantoren wordt echter een centraal telefoonsysteem, Private Branch Exchange (PBX), gebruikt. Uw machine kan op de meeste PBX-telefoonsystemen worden aangesloten. De oproepfunctie van de machine ondersteunt alleen TBR (Timed Break Recall). TBR werkt met de meeste PBX-systemen, zodat u toegang krijgt tot een buitenlijn, of gesprekken naar een andere lijn kunt doorverbinden. De functie wordt ingeschakeld wanneer u op Telefoon/Intern drukt.
U kunt een druk op de toets Telefoon/Intern programmeren als onderdeel van een nummer dat in een snelkieslocatie is opgeslagen. Hiervoor drukt u tijdens het programmeren van het snelkiesnummer eerst op Telefoon/Intern (op het LCD-scherm verschijnt “!”), en vervolgens voert u het telefoonnummer in. Als u dit doet, hoeft u niet meer eerst op Telefoon/Intern te drukken wanneer u een snelkieslocatie gebruikt. (Zie Nummers opslaan op pagina 40.) Als PBX echter niet is geselecteerd in de instelling van het type telefoonlijn, kunt u geen gebruikmaken van het snelkiesnummer waarin het indrukken van Telefoon/Intern is geprogrammeerd.

Extern antwoordapparaat aansluiten

U kunt een extern antwoordapparaat aansluiten. Als u echter een extern ANTW.APP. aansluit op dezelfde telefoonlijn als de machine, worden alle gesprekken beantwoord door het ANTW.APP., en “luistert” de machine naar faxtonen. Als de machine faxtonen waarneemt, neemt de machine de oproep over en wordt de fax ontvangen. Als de machine geen faxtonen waarneemt, laat de machine het antwoordapparaat het uitgaande bericht afspelen zodat de beller een bericht kan inspreken.
Het antwoordapparaat moet binnen vier belsignalen antwoorden (de aanbevolen instelling is twee belsignalen). De machine kan de faxtonen pas waarnemen als het antwoordapparaat de oproep heeft beantwoord, en bij vier belsignalen blijven er slechts 8 tot 10 seconden van faxtonen over voor de aansluitbevestiging. Volg de instructies in deze handleiding zorgvuldig op wanneer u uw uitgaande bericht opneemt. Wij raden af om op uw extern antwoordapparaat de functie bespaarstand te gebruiken als het meer dan vijf keer overgaat.
Als u niet al uw faxen ontvangt, dient u de instelling voor belvertraging op uw externe antwoordapparaat te verkorten.
1
6
6
1
1 Antwoordapparaat
Als het antwoordapparaat een oproep beantwoordt, wordt op het LCD-scherm Telefoon weergegeven.
33
Hoofdstuk 6
BELANGRIJK
Opmerking
Opmerking
Aansluiting op meerdere
Sluit een antwoordapparaat NIET op een andere plaats op dezelfde telefoonlijn aan.

Instellingen 6

Het externe antwoordapparaat moet zijn aangesloten zoals in de vorige afbeelding is aangegeven.
a Stel uw externe antwoordapparaat in op
één of twee belsignalen. (De instelling voor belvertraging van de machine is niet van toepassing.)
b Neem het uitgaande bericht op uw
externe antwoordapparaat op.
c Stel het antwoordapparaat in om
oproepen aan te nemen.
d Stel de ontvangstmodus in op
Ext. TEL/ANT. (Zie De ontvangstmodus kiezen op pagina 27.)
lijnen (PBX) 6
Wij raden u aan om contact op te nemen met het bedrijf dat uw PBX heeft geïnstalleerd om uw machine aan te sluiten. Als u beschikt over een systeem met meerdere lijnen, raden wij u aan om de installateur te vragen om de machine op de laatste lijn van het systeem aan te sluiten. Zo wordt voorkomen dat de machine wordt geactiveerd als het systeem telefoonoproepen ontvangt. Als alle inkomende telefoontjes door een telefonist(e) worden beantwoord, adviseren wij u om de ontvangstmodus in te stellen op Handmatig.
Wij kunnen niet garanderen dat uw machine onder alle omstandigheden naar behoren werkt als deze is aangesloten op een PBX. Neem bij problemen met het verzenden of ontvangen van faxen eerst contact op met het bedrijf dat uw centrale verzorgt.

Een uitgaand bericht opnemen op een extern antwoordapparaat 6

Bij het opnemen van dit bericht is een goede timing van belang.
a Neem vijf seconden stilte op aan het
begin van uw bericht. (Dit geeft de machine de gelegenheid om bij automatische faxtransmissies de faxtonen te horen voordat deze stoppen.)
b Neem een bericht van maximaal
20 seconden op.
Wij raden u aan om aan het begin van uw uitgaand bericht eerst een stilte van 5 seconden op te nemen, omdat de machine geen faxtonen kan horen over een resonerende of luide stem. U kunt proberen om deze pauze weg te laten, maar als uw machine problemen heeft met de ontvangst, moet u het uitgaande bericht opnieuw opnemen en deze stilte inlassen.
Controleer of het type telefoonlijn is ingesteld op PBX. (Zie Het type telefoonlijn instellen op pagina 32.)
34
Telefoontoestel en externe apparaten
Opmerking
Opmerking

Externe en tweede toestellen

Een extern of tweede toestel aansluiten 6

U kunt een apart toestel op uw machine aansluiten, zoals in onderstaande afbeelding.
1
2
1 Tweede toestel
2 Extern toestel
Als u een toestel op dezelfde telefoonlijn gebruikt, wordt op het LCD-scherm Telefoon weergegeven.
Werken met externe of tweede
6
toestellen 6
Als u een faxoproep aanneemt van een tweede toestel of een extern toestel, kunt u de oproep doorverbinden naar de machine door de faxontvangstcode in te toetsen. Als u de code voor activeren op afstand, l 51, intoetst, begint de machine met het ontvangen van de fax.
Als de machine een normaal telefoontje aanneemt en het snelle dubbele belsignaal geeft, toetst u de code voor deactiveren op afstand, #51, in om het telefoontje op een tweede toestel aan te nemen. (Zie F/T-beltijd (alleen in de Fax/Tel-modus) op pagina 29.)
Als u een telefoontje aanneemt en er is niemand aan de lijn:
Waarschijnlijk gaat het om het ontvangen van een handmatige fax.
Toets l 51 in en wacht tot u het tjirpende geluid hoort of tot op het LCD-scherm Ontvangst wordt weergegeven en hang dan op.
6
6
Sluit het externe toestel aan met een kabel van maximaal drie meter.
U kunt ook de functie Fax waarnemen gebruiken om uw machine het telefoontje automatisch te laten aannemen. (Zie Fax waarnemen op pagina 30.)
35
Hoofdstuk 6
Opmerking

Een draadloze externe telefoon gebruiken 6

Als de basiseenheid van de draadloze telefoon op dezelfde telefoonlijn als de machine is aangesloten (zie Externe en tweede toestellen op pagina 35), is het handiger om oproepen tijdens de belvertraging op te nemen als u de draadloze telefoon bij u hebt.
Als u de machine de oproep eerst laat aannemen, moet u naar de machine gaan en op Telefoon/Intern drukken om het telefoontje op de draadloze telefoon aan te nemen.

Codes voor afstandsbediening gebruiken 6

Code voor activeren op afstand 6
De codes voor afstandsbediening wijzigen
Voor activeren op afstand, moeten de codes hiervoor geactiveerd worden. De vooraf ingestelde code voor activering op afstand is l 51. De voorgeprogrammeerde code voor deactiveren op afstand is #51. U kunt deze desgewenst vervangen met uw eigen codes.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Fax te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Ontvangstmenu te
selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om Afstandscode te
selecteren. Druk op OK.
6
Als u een faxoproep aanneemt op een tweede of extern toestel, kunt u de oproep doorverbinden naar de machine door het intoetsen van de code voor activeren op afstand l 51. Wacht tot u de tjirpende geluiden hoort en leg vervolgens de hoorn op de haak. (Zie Fax waarnemen op pagina 30.)
Als u een faxoproep aanneemt via de externe telefoon, kunt u de machine de fax laten ontvangen door op Mono Start te drukken en Ontvangen te kiezen.
Code voor deactiveren op afstand 6
Als u een normaal telefoontje ontvangt en de machine staat in de modus F/T, wordt het snelle dubbele belsignaal gebruikt na de aanvankelijke belvertraging. Als u de oproep aanneemt op een tweede toestel, kunt u het dubbele belsignaal uitschakelen door op #51 te drukken (druk tussen de belsignalen door).
Als de machine een normaal telefoontje aanneemt en het snelle dubbele belsignaal geeft, kunt u de oproep aannemen op de externe telefoon door op Telefoon/Intern te drukken.
e Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren. Druk op OK.
f Voer de nieuwe code voor activeren op
afstand in. Druk op OK.
g Voer de nieuwe code voor deactiveren
op afstand in. Druk op OK.
h Druk op Stop/Eindigen.
• Als de verbinding iedere keer wordt verbroken wanneer u probeert om vanaf een ander toestel toegang te krijgen tot uw externe antwoordapparaat, is het raadzaam om de code voor activeren op afstand en de code voor deactiveren op afstand te wijzigen in een andere code van drie cijfers met de cijfers 0-9, l, #.
• Het is mogelijk dat de codes voor afstandsbediening met bepaalde telefoonsystemen niet werken.
36
7
Opmerking

Nummers kiezen en opslaan 7

Nummers kiezen 7

Handmatig kiezen 7

Toets alle cijfers van het fax- of telefoonnummer in.

Snelkiezen 7

a Druk op (Snelkiezen).

Zoeken 7

U kunt namen opzoeken die u in het snelkiesgeheugen hebt opgeslagen.
a Druk op (Snelkiezen).
U kunt Snelkiezen ook kiezen door op
(FAX) te drukken.
b Druk op a of b om Zoeken te selecteren.
Druk op OK.
c Druk op a of b om
Alfabet. volgorde of Nummervolgorde te selecteren.
Druk op OK.
7
d Als u Alfabet. volgorde hebt
gekozen in stap c, voert u met de kiestoetsen de eerste letter in van de naam die u zoekt en drukt u vervolgens op a of b om de naam en het nummer te selecteren die u wilt bellen. Druk op OK.
b Druk op a of b om Zoeken te selecteren.
c Toets het snelkiesnummer van twee
Als op het LCD-scherm Niet toegewezen wordt weergegeven als u een snelkiesnummer invoert of zoekt, is dit nummer niet op deze locatie opgeslagen.
U kunt Snelkiezen ook kiezen door op
(FAX) te drukken.
Druk op OK.
cijfers in. (Zie Snelkiesnummers opslaan op pagina 40.)
37
Hoofdstuk 7
Opmerking

Faxnummer opnieuw kiezen 7

Als u handmatig een fax verzendt en de lijn bezet is, drukt u op Herkies/Pauze en dan op Mono Start of Kleur Start om het opnieuw te proberen. Als u nogmaals een nummer wilt bellen dat u recentelijk hebt gekozen, kunt u op Herkies/Pauze drukken en een van de laatste 30 nummers kiezen uit de lijst met uitgaande gesprekken.
Herkies/Pauze werkt alleen als u het nummer via het bedieningspaneel hebt gekozen. Als u een fax automatisch wilt verzenden en de lijn bezet is, wordt het nummer automatisch maximaal drie keer met tussenpozen van vijf minuten opnieuw gekozen.
a Druk op Herkies/Pauze. b Druk op a of b om het nummer te
selecteren die u opnieuw wilt kiezen. Druk op OK.
c Druk op a of b om Fax versturen te
selecteren. Druk op OK.
d Druk op Mono Start of Kleur Start.

Meer manieren om nummers te kiezen

Overzicht van uitgaande gesprekken 7

De laatste 30 nummers waarnaar u een fax verstuurt, worden opgeslagen in het overzicht van uitgaande gesprekken. U kunt een van deze nummers selecteren om er een fax naar te sturen, toe te voegen als snelkiesnummer of te verwijderen.
a Druk op Herkies/Pauze.
U kunt Uitgaand gesprek ook kiezen door op (FAX) te drukken.
b Druk op a of b om het gewenste nummer
te kiezen. Druk op OK.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u een fax wilt verzenden, drukt u
op a of b om Fax versturen te selecteren.
Druk op OK.
7
Bij direct verzenden werkt de functie automatisch opnieuw kiezen niet wanneer u de glasplaat gebruikt.
38
Druk op Mono Start of Kleur Start.
Als u het nummer wilt opslaan, drukt
u op a of b om Nw snelkiesnr te selecteren.
Druk op OK. (Zie Snelkiesnummers van
uitgaande gesprekken opslaan in hoofdstuk 5 van de Uitgebreide gebruikershandleiding.)
Druk op a of b om Verwijder te
selecteren. Druk op OK. Druk op 1 om te bevestigen.
d Druk op Stop/Eindigen.

Overzicht nummerweergave 7

Opmerking
Opmerking
Nummers kiezen en opslaan
Voor deze functie is de nummerweergaveservice vereist die door vele telefoonbedrijven wordt aangeboden. (Zie Nummerweergave op pagina 31.)
De nummers, of eventuele namen, van de laatste 30 fax- en telefoonoproepen die u hebt ontvangen, worden opgeslagen in het nummerweergaveoverzicht. U kunt het overzicht bekijken of een van deze nummers selecteren om naar te faxen, toe te voegen als snelkiesnummer of te verwijderen. Wanneer de machine de eenendertigste oproep ontvangt, wordt de eerste oproep door dit nummer vervangen.
Als u op nummerweergave geabonneerd bent, kunt u de datums van oproepen nog steeds in het overzicht bekijken en items van de lijst verwijderen.
a Druk op Herkies/Pauze en op l.
U kunt Overz. beller-ID ook kiezen door op (FAX) te drukken.
U kunt de nummerweergavelijst afdrukken. (Zie Een rapport afdrukken in hoofdstuk 6 van de Uitgebreide gebruikershandleiding.)
7
b Druk op a of b om het gewenste
nummer te selecteren. Druk op OK.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u een fax wilt verzenden, drukt u
op a of b om Fax versturen te selecteren. Druk op OK. Druk op Mono Start of Kleur Start.
Als u het nummer wilt opslaan, drukt
u op a of b om Nw snelkiesnr te selecteren. Druk op OK. (Zie Snelkiesnummers van
uitgaande gesprekken opslaan in hoofdstuk 5 van de Uitgebreide gebruikershandleiding.)
Als u het nummer wilt verwijderen,
drukt u op a of b om Verwijder te selecteren. Druk op OK. Druk op 1 om te bevestigen.
d Druk op Stop/Eindigen.
39
Hoofdstuk 7
Opmerking

Nummers opslaan 7

U kunt uw machine instellen om op de volgende manieren snel te kiezen: met snelkiesnummers en groepen voor het groepsverzenden van faxberichten. Als u een snelkiesnummer kiest, wordt het nummer op het LCD-scherm weergegeven.
Snelkiesnummers die in het geheugen zijn opgeslagen, gaan niet verloren als de stroom uitvalt.

Een pauze opslaan 7

Druk op Herkies/Pauze om een pauze van 3,5 seconden in te lassen tussen de cijfers van een nummer. Als u internationaal belt kunt u zo vaak als nodig is op Herkies/Pauze drukken om de pauze langer te maken.

Snelkiesnummers opslaan 7

U kunt namen en nummers opslaan als snelkieslocaties van twee cijfers. U kunt maximaal 40 snelkieslocaties opslaan. Om een nummer te kiezen, hoeft u dan slechts een paar toetsen in te drukken (bijvoorbeeld:
(Snelkiezen), Zoeken, OK, het nummer van twee cijfers en Mono Start of Kleur Start).
a Druk op (Snelkiezen). b Druk op a of b om Snelkiezen inst.
te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om de snelkieslocatie te
selecteren waaronder u het nummer wilt opslaan. Druk op OK.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam (max. 16 karakters) in
met de kiestoetsen. Druk op OK.
(Zie Tekst invoeren op pagina 95 voor informatie over het invoeren van letters.)
Om het nummer op te slaan zonder
naam, drukt u op OK.
e Voer het fax- of telefoonnummer in
(maximaal 20 cijfers). Druk op OK.
f Druk op a of b om Compleet te
selecteren. Druk op OK.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Ga naar stap c om nog een
snelkiesnummer op te slaan.
40
Als u klaar bent met het opslaan van
nummers, drukt u op Stop/Eindigen.
Nummers kiezen en opslaan
Opmerking

De namen of nummers van snelkiesnummers wijzigen 7

U kunt de naam of het nummer wijzigen van een snelkiesnummer dat al is opgeslagen.
a Druk op (Snelkiezen). b Druk op a of b om Snelkiezen inst.
te selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of bom het 2-cijferige
snelkiesnummer te selecteren dat u wilt wijzigen. Druk op OK.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op a of b om
Wijzig instell te selecteren. Druk op OK.
g Druk op a of b om Compleet te
selecteren. Druk op OK.
h Druk op Stop/Eindigen.
7
Druk op a of b om Verwijder te
selecteren. Druk op OK. Druk op 1 om te bevestigen. Ga naar stap h.
Een opgeslagen naam of nummer wijzigen:
Als u een karakter wilt wijzigen, drukt u op d of c. Hiermee plaatst u de cursor onder het karakter dat u wilt wijzigen. Druk vervolgens op Wis. Voer het karakter opnieuw in.
e Als u de naam wilt wijzigen, drukt u op
a of b om Naam te selecteren. Vervolgens drukt u op OK en voert u de nieuwe naam in via de kiestoetsen (maximaal 16 tekens). Druk op OK. (Zie Tekst invoeren op pagina 95.)
f Als u het fax- of telefoonnummer wilt
wijzigen, drukt u op a of b om Fax/tel: te selecteren. Vervolgens drukt u op OK en voert u het nieuwe fax­of telefoonnummer in via de kiestoetsen (maximaal 20 cijfers). Druk op OK.
41
8
Opmerking
0101
1
Druk op Start
Kwaliteit
In-/uitzoomen
Papiersoort
Normaal

Kopiëren 8

Kopiëren 8

In de volgende stappen worden de standaardkopieerhandelingen beschreven. Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding voor meer informatie over elke handeling.
a Schakel de kopieermodus in door op
(KOPIE) te drukken zodat deze
toets blauw oplicht.
Op het LCD-scherm wordt het
volgende weergegeven:
b Plaats op een van de volgende
manieren uw document:
Plaats het document met de
bedrukte zijde omlaag in de ADF. (Zie De ADF gebruiken (alleen
MFC-J410 en MFC-J415W) op pagina 22.)
Leg uw document met de bedrukte
zijde omlaag op de glasplaat.
(Zie De glasplaat gebruiken op pagina 22.)
c Als u meerdere kopieën wilt maken,
toetst u het aantal in (maximaal 99).
d Druk op Mono Start of Kleur Start.

Kopiëren stoppen 8

Druk op Stop/Eindigen om het kopiëren te stoppen.
1 Aantal kopieën
De standaardinstelling is faxmodus. U kunt de tijd dat de kopieermodus actief blijft na de laatste kopieerhandeling wijzigen. (Zie Tijdklokstand in hoofdstuk 1 van de Uitgebreide gebruikershandleiding.)
42
U kunt het aantal gewenste kopieën via de kiestoetsen invoeren.
Kopiëren
Opmerking

Kopieerinstellingen 8

U kunt de volgende kopieerinstellingen wijzigen. Druk op KOPIE en vervolgens op a of b om door de kopieerinstellingen te bladeren. Druk op OK als de gewenste instelling is gemarkeerd.
(Beknopte gebruikershandleiding) Zie pagina 43 voor meer informatie over het
wijzigen van de volgende kopieerinstellingen.
Papiersoort
Papierformaat
(Uitgebreide gebruikershandleiding) Zie hoofdstuk 7 voor meer informatie over het
wijzigen van de volgende kopieerinstellingen:
Kwaliteit
In-/uitzoomen
DichtheidStapel/Sorteer (Alleen MFC-J410 en
MFC-J415W)
Pagina layout

Papieropties 8

Papiersoort 8
Als u op speciaal papier kopieert, stelt u de machine in op de papiersoort die u gebruikt om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen.
a Druk op (KOPIE). b Laad uw document.
c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken. d Druk op a of b om Papiersoort te
selecteren. Druk op OK.
e Druk op a of b om Normaal Papier,
Inkjet papier, Brother BP71, Brother BP61, Glossy anders of Transparanten te selecteren.
Druk op OK.
f Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of Kleur Start.
8
Nieuwe standaard
Fabrieksinstell.
Gebruik de ADF als u kopieën wilt sorteren. (Alleen MFC-J410 en MFC-J415W)
Papierformaat 8
Als u op een ander formaat dan A4 kopieert, moet u de instelling voor het papierformaat wijzigen. U kunt alleen kopiëren op A4-, Legal-, Letter-, A5- of Foto 10  15 cm- papier.
a Druk op (KOPIE).
b Laad uw document. c Toets in hoeveel kopieën u wilt maken. d Druk op a of b om Papierformaat te
selecteren. Druk op OK.
e Druk op a of b om A4, A5, 10x15cm,
Letter of Legal te selecteren.
Druk op OK.
f Als u geen instellingen meer wilt
wijzigen, drukt u op Mono Start of Kleur Start.
43
Foto's vanaf een geheugenkaart
9
afdrukken

PhotoCapture Center™-functies

Ook wanneer uw machine niet is aangesloten op uw computer, kunt u foto's direct vanaf digitale cameramedia afdrukken. (Zie Foto's afdrukken op pagina 47.)
U kunt documenten scannen en deze rechtstreeks op een geheugenkaart opslaan. (Zie Geheugenkaart scannen op pagina 48.)
Als uw machine is aangesloten op een computer, hebt u via uw computer toegang tot een geheugenkaart die in de voorzijde van de machine is gestoken.
(Zie PhotoCapture Center™ voor Windows of Remote Setup & PhotoCapture Center™ voor Macintosh in de Softwarehandleiding.)
®
9
9

Geheugenkaart gebruiken 9

Uw Brother-machine heeft mediastations (sleuven) voor de volgende populaire digitale cameramedia: Memory Stick™, Memory Stick PRO™, Memory Stick Duo™, Memory Stick PRO Duo™, SD en SDHC.
De functie PhotoCapture Center™ stelt u in staat om digitale foto's van uw digitale camera met een hoge resolutie af te drukken, met een afdrukkwaliteit gelijkwaardig aan de kwaliteit van foto's.
44
Foto's vanaf een geheugenkaart afdrukken
BELANGRIJK
1

Aan de slag 9

Plaats een geheugenkaart stevig in de correcte sleuf.
1 Sleuf geheugenkaart
Sleuf Compatibele geheugenkaarten
Bovenste sleuf
Memory Stick™ Memory Stick PRO™
Memory Stick Duo™ Memory Stick PRO Duo™
Memory Stick Micro™ (Adapter vereist)
Onderste sleuf
SD
SDHC
mini SD (Adapter vereist) micro SD (Adapter vereist)
Steek een Memory Stick Duo™ NIET in de onderste sleuf, hierdoor kan de machine worden beschadigd.
9
45
Hoofdstuk 9
BELANGRIJK
Indicaties van de PHOTO CAPTURE-toets:
PHOTO CAPTURE-lampje brandt, de geheugenkaart is correct geplaatst.PHOTO CAPTURE-lampje brandt niet, de geheugenkaart is niet correct geplaatst.PHOTO CAPTURE-lampje knippert, de geheugenkaart wordt gelezen of beschreven.
Verwijder de stekker NIET uit het stopcontact en verwijder de geheugenkaart niet uit het mediastation (sleuf) terwijl de machine de geheugenkaart leest of beschrijft (de toets
PHOTO CAPTURE knippert). Als u dit wel doet, gaan de gegevens op de kaart verloren of wordt de kaart beschadigd.
De machine kan slechts één apparaat tegelijk lezen.
46
Foto's vanaf een geheugenkaart afdrukken
Opmerking
Opmerking
001001
1
Druk Start
Printkwaliteit
Papiersoort
Papierformaat
Foto

Foto's afdrukken 9

Foto's weergeven 9

U kunt foto's op het LCD-scherm bekijken voordat u deze afdrukt. Als uw foto's grote bestanden zijn, kan het langer duren voordat elke foto op het LCD-scherm wordt weergegeven.
a Zorg ervoor dat de geheugenkaart in de
juiste sleuf is geplaatst. Druk op (PHOTO CAPTURE).
b Druk op a of b om Foto’s kijken te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op d of c om uw foto te selecteren. d Voer het aantal gewenste kopieën in via
de kiestoetsen.
PhotoCapture Center™­afdrukinstellingen
U kunt de afdrukinstellingen tijdelijk wijzigen. De machine keert terug naar de
standaardinstellingen na 3 minuten, of wanneer de Tijdklokstand weer overgaat op faxmodus. (Zie Tijdklokstand in hoofdstuk 1 van de Uitgebreide gebruikershandleiding.)
U kunt de afdrukinstellingen die u vaak gebruikt, opslaan door deze als standaard te definiëren. (Zie Uw wijzigingen instellen
als nieuwe standaardinstellingen in hoofdstuk 8 van de Uitgebreide gebruikershandleiding.)
9
e Herhaal stap c en d tot u alle foto's
hebt gekozen.
Druk op Wis om naar het vorige niveau terug te keren.
f Als u alle foto's hebt gekozen, voert u
een van de volgende stappen uit:
Druk op OK en wijzig de
afdrukinstellingen. (Zie
PhotoCapture Center™­afdrukinstellingen op pagina 47.)
Als u geen instellingen wilt wijzigen,
drukt u op Kleur Start om af te drukken.
9
1 Aantal afdrukken
(Voor Foto(s) bekijken) Hier ziet u het aantal foto's dat wordt afgedrukt.
(Voor Alle foto's afdrukken, Foto's afdrukken) Hier ziet u het aantal kopieën dat van elke foto
wordt afgedrukt.
(Voor DPOF-afdrukken) Wordt niet weergegeven.
47
Hoofdstuk 9
BELANGRIJK
Opmerking

Geheugenkaart scannen

U kunt documenten in zwart-wit en in kleur naar een geheugenkaart scannen. Monochrome documenten worden opgeslagen in het bestandsformaat PDF (*.PDF) of TIFF (*.TIF). Documenten in kleur kunnen in het bestandsformaat PDF (*.PDF) of JPEG (*.JPG) worden opgeslagen. De fabrieksinstelling is 150 dpi 16kl en het standaardbestandsformaat is PDF. Bestandsnamen worden automatisch door de machine gemaakt op basis van de huidige datum. (Raadpleeg de Installatiehandleiding voor meer informatie.) Zo krijgt bijvoorbeeld het vijfde beeld dat u op 1 juli 2010 scant, de naam 01071005.PDF. U kunt de kleur en de kwaliteit wijzigen.
Kwaliteit Bestandsformaat dat
u kunt selecteren
150 dpi 16kl JPEG / PDF 300 dpi 16kl JPEG / PDF 600 dpi 16kl JPEG / PDF 200x100 dpi Z&W TIFF / PDF 200 dpi Z&W TIFF / PDF
d Druk op a of b om naar media te
selecteren.
9
Sel.&druk
OK
naar file
naar media
naar e-mail
Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om de kwaliteit aan te passen, drukt
u op a of b om Kwaliteit te selecteren. Druk op OK.
Ga naar stap f.
Druk op Mono Start of Kleur Start
om het scannen te starten zonder andere instellingen te wijzigen.
f Druk op a of b om 150 dpi 16kl,
300 dpi 16kl, 600 dpi 16kl, 200x100 dpi Z&W of 200 dpi Z&W
te selecteren. Druk op OK.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
a Zorg ervoor dat de geheugenkaart in de
juiste sleuf is geplaatst.
Verwijder de geheugenkaart NIET terwijl PHOTO CAPTURE knippert om schade aan de kaart of aan de op de kaart opgeslagen gegevens te voorkomen.
b Laad uw document.
c Als u naar een geheugenkaart wilt
scannen, drukt u op (SCAN).
48
Om het bestandstype te wijzigen,
gaat u naar stap h.
Druk op Mono Start of Kleur Start
om het scannen te starten zonder andere instellingen te wijzigen.
h Druk op a of b om Bestandstype te
selecteren. Druk op OK. Druk op a of b om JPEG, PDF of TIFF te selecteren. Druk op OK.
• Als u een 16kl-resolutie in stap f hebt gekozen, kunt u TIFF niet kiezen.
• Als u een Z&W-resolutie in stap f hebt gekozen, kunt u JPEG niet kiezen.
i Ga op een van de volgende manieren te
Opmerking
werk:
Om de bestandsnaam te wijzigen,
gaat u naar stap j.
Druk op Mono Start of Kleur Start
om het scannen te starten zonder andere instellingen te wijzigen.
j De bestandsnaam wordt automatisch
ingesteld, maar u kunt een andere naam invoeren met de kiestoetsen. Druk op a of b om Bestandsnaam te selecteren. Druk op OK. Voer de nieuwe naam in. (Zie Tekst invoeren op pagina 95.) U kunt alleen de eerste 6 tekens wijzigen. Druk op OK.
Foto's vanaf een geheugenkaart afdrukken
Druk op Wis om de huidige naam te verwijderen.
k Druk op Mono Start of Kleur Start.
9
49

Afdrukken vanaf een computer 10

10

Een document afdrukken

De machine kan data ontvangen van uw computer en deze afdrukken. Om af te kunnen drukken vanaf een computer, moet de printerdriver worden geïnstalleerd.
(Zie Afdrukken voor Windows
en faxen voor Macintosh in de Softwarehandleiding voor meer informatie
over de afdrukinstellingen.)
a Installeer de Brother-printerdriver vanaf
de installatie cd-rom. (Zie de Installatiehandleiding.)
b In uw toepassing kiest u de opdracht
Afdrukken.
c Kies de naam van uw machine in het
dialoogvenster Afdrukken en klik op Eigenschappen.
®
of Afdrukken
10
d Kies de gewenste instellingen in het
dialoogvenster Eigenschappen.
Mediatype/Kwaliteit
Papierformaat
Pagina Layout
Kleurinstellingen
Scaling
Watermerk gebruiken
Datum & tijd afdrukken
e Klik op OK. f Klik op OK om het afdrukken te starten.
50
11

Scannen vanaf een computer 11

Een document scannen

Er zijn verscheidene manieren waarop u documenten kunt scannen. U kunt de toets SCAN op de machine of de scannerdrivers op uw computer gebruiken.
a Om de machine als een scanner te
kunnen gebruiken, moet de scannerdriver worden geïnstalleerd. Als de machine is aangesloten op een netwerk, configureert u deze met een TCP-/IP-adres. (Alleen MFC-J265W en MFC-J415W)
Installeer de scannerdrivers vanaf de
installatie cd-rom. (Zie Installatiehandleiding en Scannen in de Softwarehandleiding.)
(Alleen MFC-J265W en
MFC-J415W) Configureer de machine met een TCP-/IP-adres als netwerkscanner niet werkt. (Zie Netwerkscannen
configureren in de Softwarehandleiding.)
Scannen met de
11
scantoets
Zie de De scantoets gebruiken in de Softwarehandleiding voor meer informatie.
a Druk op de toets SCAN. b Kies de gewenste scanmodus.
naar file
naar media
naar e-mail
naar OCR
naar beeld
1
Alleen voor MFC-J410 en MFC-J415W (Macintosh-gebruikers) U dient Presto! PageManager eerst te downloaden en installeren. Zie Brother- support openen (Macintosh) op pagina 5 voor verdere instructies.
1
c (Alleen MFC-J265W en MFC-J415W)
Kies de computer waarnaar u de data wilt verzenden.
11
b Laad uw document. (Zie Documenten
laden op pagina 22.)
Gebruik de ADF om documenten
met meerdere pagina's te scannen. Elk vel wordt automatisch ingevoerd. (Alleen MFC-J410 en MFC-J415W)
Gebruik de glasplaat om een pagina
van een boek of één vel per keer te scannen.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Om te scannen met de toets SCAN,
gaat u naar Scannen met de scantoets.
Om te scannen met een
scannerdriver op uw computer, gaat u naar Scannen met een scannerdriver.
d Druk op Start om het scannen te
starten.

Scannen met een scannerdriver

Zie Een document scannen met de TWAIN­driver of Een document scannen met de WIA- driver in de Softwarehandleiding voor meer
informatie.
a Start een scantoepassing en klik op de
toets Scannen.
b U kunt de instellingen voor Resolutie,
Helderheid en Type scan wijzigen in het dialoogvenster Kleur instellen.
c Klik op Starten of Scannen om het
scannen te starten.
11
11
51
A
BELANGRIJK
Routineonderhoud A

De inktcartridges vervangen

Uw machine is voorzien van een inktstippenteller. De inktstippenteller controleert automatisch het inktniveau in elk van de 4 cartridges. Als de machine ontdekt dat een inktcartridge bijna leeg is, zal de machine u waarschuwen door middel van een melding op het LCD-scherm.
Het LCD-scherm informeert u welke inktcartridge bijna leeg is of vervangen moet worden. Volg de aanwijzingen op het LCD­scherm om de inktcartridges in de juiste volgorde te vervangen.
Zelfs als u door de machine wordt geïnstrueerd een inktcartridge te vervangen, bevat de inktcartridge nog een kleine hoeveelheid inkt. Het is noodzakelijk dat er inkt in de inktcartridge aanwezig blijft om te voorkomen dat de lucht de printkopset uitdroogt en beschadigt.
a Open het deksel van de inktcartridge.
A
Als een of meer inktcartridges aan vervanging toe zijn, wordt op het LCD­scherm Alleen BK afdr. of Kan niet afdr. weergegeven.
b Druk op de ontgrendelingshendel (zie
illustratie) om de op het LCD-scherm aangegeven cartridge te ontgrendelen. Verwijder de cartridge uit de machine.
De multifunctionele machines van Brother zijn ontworpen om te werken met inkt van een bepaalde specificatie, en bij gebruik van originele inktcartridges van Brother zijn optimale prestaties en betrouwbaarheid gewaarborgd. Brother kan deze optimale prestaties en betrouwbaarheid niet garanderen indien inkt of inktcartridges van andere specificaties gebruikt worden. Het gebruik van andere dan originele cartridges van Brother of van oude cartridges die gevuld zijn met inkt van een ander merk wordt door Brother afgeraden. Indien de printkop of andere delen van deze machine worden beschadigd als gevolg van het gebruik van producten die niet compatibel zijn met deze machine, worden hieruit voortvloeiende reparaties mogelijk niet gedekt door de garantie.
c Open de verpakking met de nieuwe
inktcartridge voor de kleur die op het LCD-scherm wordt getoond, en haal vervolgens de inktcartridge eruit.
52
Routineonderhoud
Opmerking
VOORZICHTIG
1
d Draai de groene knop op het gele
beschermkapje rechtsom tot deze klikt om de vacuümverpakking te openen en verwijder vervolgens het kapje (1).
f Duw de inktcartridge voorzichtig in de
machine tot deze vastklikt en sluit het kapje van de inktcartridge.
g Er wordt automatisch een reset
uitgevoerd voor de inktstippenteller.
e Elke kleur heeft zijn eigen juiste positie.
Plaats de inktcartridge in de richting van de pijl op het etiket.
• Als u een inktcartridge hebt vervangen, bijvoorbeeld Zwart, wordt u via het LCD­scherm wellicht gevraagd om te bevestigen dat dit een nieuwe cartridge is (bijvoorbeeld
Veranderde u Zwarte inkt). Druk voor elke nieuwe cartridge die u hebt geïnstalleerd op 1 (Ja) om de inktstippenteller voor die kleur automatisch te resetten. Als de inktcartridge die u hebt geïnstalleerd niet nieuw is, moet u op 2 (Nee) drukken.
• Als op het LCD-scherm
Geen inktpatroon of Kan niet detect. wordt
weergegeven nadat u de inktcartridges hebt geïnstalleerd, dient u te controleren of deze correct geïnstalleerd zijn.
A
Mocht u inkt in uw ogen krijgen, spoelt u deze onmiddellijk met water en raadpleegt u een arts als u zich zorgen maakt.
53
BELANGRIJK
De machine reinigen en
• Verwijder inktcartridges ALLEEN als deze aan vervanging toe zijn. Als u zich niet aan dit voorschrift houdt, kan de hoeveelheid inkt achteruitgaan en weet de machine niet hoeveel inkt er nog in de cartridge zit.
• Raak de houders voor de cartridges NIET aan. Als u dat doet, kan de inkt vlekken op uw huid achterlaten.
• Als u inkt op uw huid of kleding krijgt, wast u deze meteen af met zeep of een schoonmaakmiddel.
• Als de kleuren gemengd zijn omdat u een inktcartridge in de verkeerde positie geïnstalleerd heeft, moet u nadat de cartridge op de juiste plaats geïnstalleerd is, de printkop diverse keren reinigen.
• Installeer een inktcartridge onmiddellijk na het openen in de machine en verbruik deze binnen zes maanden na de installatie. Gebruik ongeopende inktcartridges vóór de uiterste verbruiksdatum die op de cartridgeverpakking vermeld staat.
• De inktcartridge NIET openmaken of ermee knoeien, want daardoor kan de cartridge inkt verliezen.
controleren

De glasplaat reinigen A

a Til het documentdeksel (1) op. Reinig de
glasplaat (2) en het witte plastic (3) met een zachte, pluisvrije doek die is bevochtigd met een niet-brandbare glasreiniger.
1
3
2
b (Alleen MFC-J410 en MFC-J415W)
Reinig in de ADF de witte balk (1) en de glazen strook (2) met een zachte, pluisvrije doek die is bevochtigd met een niet-brandbare glasreiniger.
A
54
1
2
Opmerking
Behalve het reinigen van de glazen strook met een niet-brandbare glasreiniger, gaat u met uw vingertoppen over de glazen strook om te voelen of er nog vuil op zit. Als u vuil voelt, reinigt u de glazen strook en met name het vuile gedeelte opnieuw. Het kan zijn dat u het schoonmaken drie of vier keer moet herhalen. Maak een kopie naar elke schoonmaakbeurt.
Routineonderhoud

De invoerrollen voor papier reinigen A

a Trek de papierlade volledig uit de
machine.
b Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact en open de klep ter verwijdering van vastgelopen papier (1).
Als er vuil of correctievloeistof op de glazen strook zit, is er een verticale streep zichtbaar op het geprinte voorbeeld.
i
Nadat de glazen strook is gereinigd, is de verticale streep verdwenen.
1
c Reinig de invoerrollen voor papier (1)
met schoonmaakalcohol op een wattenstaafje.
1
d Sluit de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier. Controleer of de klep goed gesloten is.
e Druk de papierlade stevig terug in de
machine.
f Sluit het stroomsnoer weer aan.
A
55

De printkop reinigen A

BELANGRIJK
Opmerking
De printkop wordt indien nodig automatisch gereinigd, zodat de afdrukkwaliteit optimaal blijft. Als de afdrukkwaliteit te wensen overlaat, kunt u het reinigingsproces handmatig starten.
Als er op de afgedrukte pagina's een horizontale streep of een leeg gedeelte door tekst of grafisch werk loopt, dient u de printkop en de inktcartridges te reinigen. U kunt alleen Zwart, drie kleuren tegelijk (Cyaan/Geel/Magenta) of alle vier kleuren tegelijk reinigen.
Bij het reinigen van de printkop wordt inkt verbruikt. Wanneer de kop te vaak wordt gereinigd, wordt er onnodig inkt verbruikt.
Raak de printkop NIET aan. Als u de printkop aanraakt, kan deze blijvend worden beschadigd en kan de garantie erop vervallen.

De afdrukkwaliteit controleren A

Als er fletse of gestreepte kleuren en tekst verschijnen op uw uitvoer, kunnen enkele spuitmondjes verstopt zijn. U kunt dit controleren door de Testpagina afdrukkwaliteit te printen en naar het patroon van de spuitmondjes te kijken.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Inktbeheer te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Testafdruk te
selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om Printkwaliteit te
selecteren. Druk op OK.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Inktbeheer te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Reinigen te
selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om Zwarte inkt,
Kleur of Alle inkt te selecteren.
Druk op OK. De machine reinigt de printkop. Nadat het reinigen is voltooid, keert de machine automatisch terug in de modus Stand-by.
Wanneer u de printkop minimaal vijf keer hebt gereinigd en de afdruk niet is verbeterd, probeer dan om het probleem te verhelpen door voor elke kleur waarmee u problemen ondervindt, een nieuwe originele Innobella™-inktcartridge van Brother te installeren. Reinig de printkop vervolgens opnieuw maximaal vijf keer. Als de kwaliteit dan nog niet verbeterd is, neemt u contact op met uw Brother-dealer.
e Druk op Kleur Start.
De machine begint de Testpagina afdrukkwaliteit af te drukken.
f Controleer de kwaliteit van de vier
kleurenblokken op het vel.
g U wordt gevraagd of de afdrukkwaliteit
oké is. Ga op een van de volgende manieren te werk:
Wanneer alle lijnen duidelijk en
zichtbaar zijn, drukt u op 1 (Ja) om de controle van de afdrukkwaliteit te beëindigen en gaat u naar stap k.
Als er zoals hieronder afgebeeld
korte stukken lijn ontbreken, drukt u op 2 om Nee te selecteren.
OK Niet OK
h U wordt gevraagd of de afdrukkwaliteit
voor zwart en de drie kleuren in orde is. Druk op 1 (Ja) of 2 (Nee).
56
Routineonderhoud
BELANGRIJK
Opmerking
i U wordt gevraagd of u wilt beginnen met
reinigen. Druk op 1 (Ja). De machine begint de printkop te reinigen.
j Druk na het reinigen op Kleur Start.
De machine drukt de Testpagina afdrukkwaliteit opnieuw af. Keer terug naar stap f.
k Druk op Stop/Eindigen.
Als u deze procedure minimaal vijf keer herhaalt, en de afdrukkwaliteit nog steeds slecht is, vervangt u de inktcartridge voor de kleur die niet goed wordt afgedrukt. Controleer de afdrukkwaliteit als u de inktcartridge hebt vervangen. Als het probleem niet is verholpen, moet u het reinigen van de printkop en de afdrukprocedures minimaal vijf keer herhalen voor de nieuwe inktcartridge. Als er dan nog inkt ontbreekt, neemt u contact op met uw Brother-dealer.
Raak de printkop NIET aan. Als u de printkop aanraakt, kan deze blijvend worden beschadigd en kan de garantie erop vervallen.
i

De uitlijning controleren A

Het kan zijn dat u de uitlijning moet afstellen als na het transport van de machine de afgedrukte tekst vlekkerig is of de afbeeldingen flets zijn.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Inktbeheer te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Testafdruk te
selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om Instel kantlijn
te selecteren. Druk op OK.
e Druk op Mono Start of Kleur Start.
De machine begint de Uitlijningscontrolepagina af te drukken.
f Controleer de testafdrukken voor
600 dpi en 1.200 dpi om te zien of nummer 5 het beste overeenkomt met nummer 0.
g Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als nummer 5 van beide
testafdrukken 600 dpi en 1.200 dpi het meest overeenkomt met nummer 0, drukt u op 1 (Ja) om de uitlijningscontrole te voltooien en gaat u naar stap j.
Als een andere testafdruk beter
overeenkomt voor 600 dpi of
1.200 dpi, drukt u op 2 (Nee) om het nummer van de betreffende testafdruk te selecteren.
A
Als een spuitmondje van een printkop verstopt is, ziet het geprinte voorbeeld er zo uit.
Nadat het spuitmondje van de printkop gereinigd is, zijn de horizontale strepen verdwenen.
h Druk voor 600 dpi op het nummer (1-8)
van de testafdruk die het meest overeenkomt met nummer 0.
i Druk voor 1.200 dpi op het nummer
(1-8) van de testafdruk die het meest overeenkomt met nummer 0.
j Druk op Stop/Eindigen.
57
Problemen oplossen B
B

Foutmeldingen B

Zoals bij alle geavanceerde kantoorproducten kunnen er fouten optreden en dienen verbruiksartikelen te worden vervangen. In dergelijke gevallen kan de machine de fout zelf identificeren en wordt een foutmelding weergegeven. De onderstaande lijst geeft een overzicht van de meest voorkomende onderhouds- en foutmeldingen.
De meeste meldingen over fouten en algemene onderhoudswerkzaamheden kunt u zelf afhandelen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen.
Ga naar http://solutions.brother.com/
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Afgebroken Een ander persoon of de
faxmachine van de andere partij heeft de oproep afgebroken.
Probeer de fax opnieuw te verzenden of te ontvangen.
58
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen
Alleen BK afdr.
Inkt vervangen
Een of meer kleureninktcartridges zijn aan vervanging toe.
U kunt nog ongeveer vier weken in monochroom afdrukken, afhankelijk van het aantal pagina's dat u afdrukt.
Wanneer dit bericht op het LCD­scherm wordt weergegeven, werken de volgende functies als volgt:
Afdrukken
Als u op Grijstinten op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver klikt, kunt u de machine als monochrome printer gebruiken.
Kopiëren
Als de papiersoort is ingesteld op Normaal Papier of Inkjet papier, kunt u kopieën in zwart-wit maken.
Vervang de inktcartridges. (Zie De inktcartridges vervangen op pagina 52.)
Faxen
Als de papiersoort is ingesteld op Normaal Papier of Inkjet papier, ontvangt de machine de faxen in zwart­wit en worden deze monochroom afgedrukt.
Als de verzendende machine een kleurenfax wil verzenden, vraagt de machine tijdens het contact maken om de fax in zwart-wit te verzenden.
Als de papiersoort is ingesteld op
Glossy anders, Brother BP71 of Brother BP61 worden alle
printbewerkingen gestopt. Als u de machine van het lichtnet loskoppelt of de inktcartridge verwijdert, kunt u de machine pas weer gebruiken wanneer u een nieuwe inktcartridge plaatst.
B
Communicatiefout Een slechte telefoonverbinding
heeft een communicatiefout veroorzaakt.
Vraag het telefoonbedrijf om uw telefoonlijn te controleren als het probleem niet is verholpen.
59
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Deksel is open Het scannerdeksel is niet goed
gesloten. Het deksel van de inktcartridge is
niet volledig gesloten.
Document nazien Het document is niet goed
geplaatst of ingevoerd, of het document dat via de ADF is gescand, is te lang.
Formaat nazien U gebruikt een verkeerd
papierformaat.
Geen antw/Bezet Het door u gekozen nummer
neemt niet op of is in gesprek.
Geen Beller ID Er is geen overzicht van
inkomende oproepen beschikbaar. Er zijn geen oproepen binnengekomen of u bent niet geabonneerd op de nummerweergaveservice van uw telefoonbedrijf.
Til het scannerdeksel op en sluit dit weer.
Sluit het deksel van de inktcartridge goed, totdat u een klik hoort.
(Zie De ADF gebruiken (alleen MFC-J410 en MFC-J415W) op pagina 22.)
(Zie Document vastgelopen (alleen MFC-J410 en MFC-J415W) op pagina 65.)
Controleer of de instelling van het papierformaat overeenkomt met het papierformaat in de lade. Plaats het juiste formaat papier in de lade en druk op Mono Start of Kleur Start. (Zie Papierformaat op pagina 17.)
Controleer het nummer en probeer het opnieuw.
Neem contact op met uw telefoonbedrijf als u nummerweergave wilt gebruiken. (Zie Nummerweergave op pagina 31.)
Geen bestand De geheugenkaart in het
mediastation bevat geen .JPG­bestand.
Geen inktpatroon Een van de inktcartridges is niet
correct geïnstalleerd.
Geheugen vol Het geheugen van de machine is
vol.
Op de geheugenkaart die u gebruikt, is onvoldoende vrije ruimte beschikbaar om de documenten te scannen.
Plaats de correcte geheugenkaart opnieuw in de sleuf.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en installeer deze langzaam opnieuw tot u een klik hoort. (Zie De inktcartridges vervangen op pagina 52.)
Druk tijdens het kopiëren op Stop/Eindigen, wacht tot de andere bewerkingen zijn voltooid en probeer het dan opnieuw.
Verwijder bestanden die u niet gebruikt van de geheugenkaart om ruimte vrij te maken en probeer het vervolgens opnieuw.
60
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen
Inkt bijna op Een of meer inktcartridges zijn
bijna aan vervanging toe. Als de verzendende machine een kleurenfax wil verzenden, vraagt uw machine tijdens het contact maken om de fax in zwart-wit te verzenden. Als de verzendende machine de fax kan omzetten, wordt de kleurenfax door uw machine afgedrukt als een monochrome fax.
Inktabsorb. bijna vol
Inktabsorbeerder vol
Het inktopvangbakje is bijna vol. Neem contact op met de klantenservice
Interne servicebeurt vereist. Dit probleem wordt mogelijk veroorzaakt door het gebruik van andere cartridges dan de originele van Brother, of door het bijvullen van lege cartridges met inkt van een ander merk. Indien de printkop of andere delen van deze machine worden beschadigd als gevolg van het gebruik van inkt of inktcartridges van andere merken, worden de hieruit voortvloeiende reparaties mogelijk niet gedekt door de garantie.
Bestel een nieuwe inktcartridge. U kunt doorgaan met afdrukken totdat Kan niet afdr. wordt weergegeven op het LCD-scherm. (Zie De inktcartridges vervangen op pagina 52.)
van Brother of uw Brother-dealer. Neem contact op met de klantenservice
van Brother of uw Brother-dealer.
Kan niet afdr.
Inkt vervangen
Een of meer inktcartridges is aan vervanging toe. De machine stopt alle printbewerkingen. Als er geheugenruimte is, worden monochrome faxen in het geheugen opgeslagen. Als de verzendende machine een kleurenfax wil verzenden, vraagt de machine tijdens het contact maken om de fax in zwart-wit te verzenden.
Vervang de inktcartridges. (Zie De inktcartridges vervangen op pagina 52.)
B
61
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Kan niet detect. U hebt een nieuwe inktcartridge te
snel geïnstalleerd en de machine heeft de cartridge niet gedetecteerd.
Als u geen originele Brother-inkt gebruikt, wordt de inktcartridge mogelijk niet door de machine gedetecteerd.
Een van de inktcartridges is niet correct geïnstalleerd.
Media fout De geheugenkaart is beschadigd,
onjuist geformatteerd of er is een probleem met de geheugenkaart.
Media is vol. De geheugenkaart die u gebruikt,
bevat al 999 bestanden.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en installeer deze langzaam opnieuw tot u een klik hoort.
Vervang de cartridge door een originele Brother-inktcartridge. Als het probleem hiermee niet is verholpen, neemt u contact op met uw Brother-dealer.
Verwijder de nieuwe inktcartridge en installeer deze langzaam opnieuw tot u een klik hoort. (Zie De inktcartridges vervangen op pagina 52.)
Steek de kaart weer goed in de sleuf terug om er zeker van te zijn dat de kaart zich in de juiste positie bevindt. Indien de fout niet is verholpen, controleert u het mediastation (de sleuf) van de machine door een andere geheugenkaart te plaatsen waarvan u weet dat deze werkt.
Uw machine kan alleen op uw geheugenkaart opslaan als zich hierop minder dan 999 bestanden bevinden. Verwijder bestanden die u niet gebruikt om ruimte vrij te maken en probeer het opnieuw.
Meer gegevens Er zitten nog afdrukgegevens in
het geheugen van de machine.
Niet toegewezen U probeerde een snelkiesnummer
te openen dat niet is geprogrammeerd.
Papier nazien Het papier in de machine is op of
het papier is niet juist in de papierlade geplaatst.
Het papier is vastgelopen in de machine.
De klep ter verwijdering van vastgelopen papier is niet goed gesloten.
Druk op Stop/Eindigen. De machine annuleert de taak en verwijdert deze uit het geheugen. Probeer opnieuw te printen.
Stel het snelkiesnummer in. (Zie Snelkiesnummers opslaan op pagina 40.)
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Plaats papier in de papierlade en druk
vervolgens op Mono Start of Kleur Start.
Verwijder het papier, plaats het terug in
de papierlade en druk op Mono Start of Kleur Start. (Zie Papier en andere afdrukmedia laden op pagina 11.)
Verwijder het vastgelopen papier volgens de stappen in Printer of papier vastgelopen op pagina 66.
Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier aan beide zijden goed is gesloten. (Zie Printer of papier vastgelopen op pagina 66.)
62
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Problemen oplossen
Papierstoring Het papier is vastgelopen in de
machine.
Reinigen onmog. XX
Opstartprobleem XX
Print onmogelijk XX
Scan onmogelijk XX
De machine heeft een mechanisch probleem.
OF
Er bevindt zich in de machine een voorwerp dat er niet hoort, zoals een paperclip of afgescheurd papier.
Open de klep ter verwijdering van vastgelopen papier (aan de achterkant van de machine) en verwijder het vastgelopen papier. (Zie Printer of papier vastgelopen op pagina 66.)
Controleer of de papiergeleider voor de lengte is afgesteld op het juiste papierformaat. Trek de papierlade niet uit wanneer u A5 of een kleiner papierformaat gebruikt.
Open het scannerdeksel en verwijder eventuele vreemde voorwerpen en papiersnippers uit het binnenste van de machine. Als de foutmelding niet is verdwenen, raadpleegt u Faxen of het faxjournaal overbrengen op pagina 64 voordat u de stekker van de machine uit het stopcontact trekt, zodat u geen belangrijke berichten verliest. Trek vervolgens de stekker van de machine uit het stopcontact, wacht een paar minuten en steek de stekker dan weer in het stopcontact.
Temperatuur hoog De printkop is te warm. Laat de machine afkoelen. Temperatuur laag De printkop is te koud. Laat de machine opwarmen.
B
63

Foutanimatie B

Met foutanimatie worden stapsgewijs instructies weergegeven wanneer het papier is vastgelopen. U kunt de stappen in uw eigen tempo lezen door op c te drukken om de volgende stap weer te geven en op d om terug te gaan.
Faxen naar een andere faxmachine overbrengen
Als u uw stations-ID nog niet hebt ingesteld, kunt u de overdrachtsmodus niet openen. (Zie Persoonlijke gegevens invoeren (Stations-ID) in de Installatiehandleiding.)
a Druk op Stop/Eindigen om de fout
tijdelijk te onderbreken.
B

Faxen of het faxjournaal overbrengen B

Op het LCD-scherm wordt het volgende weergegeven:
Reinigen onmog. XXOpstartprobleem XXPrint onmogelijk XXScan onmogelijk XX
We raden u aan de faxen naar een andere faxmachine of uw pc over te brengen. (Zie
Faxen naar een andere faxmachine overbrengen op pagina 64.)
U kunt ook het faxjournaal overbrengen om te controleren of er faxen zijn die u moet overbrengen. (Zie Het faxjournaal naar een andere machine overbrengen op pagina 65.)
b Druk op Menu. c Druk op a of b om Service te
selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om Dataoverdracht te
selecteren. Druk op OK.
e Druk op a of b om Fax overdracht te
selecteren. Druk op OK.
f Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als op het LCD-scherm
Geen dataopslag wordt weergegeven, zijn er geen faxen meer in het geheugen van de machine opgeslagen.
64
Druk op Stop/Eindigen.
Voer het faxnummer in waarnaar de
faxen moeten worden doorgestuurd.
g Druk op Mono Start.
Problemen oplossen
BELANGRIJK
Het faxjournaal naar een andere machine overbrengen
Als u uw stations-ID nog niet hebt ingesteld, kunt u de overdrachtsmodus niet openen. (Zie Persoonlijke gegevens invoeren (Stations-ID) in de Installatiehandleiding.)
a Druk op Stop/Eindigen om de fout
tijdelijk te onderbreken.
b Druk op Menu. c Druk op a of b om Service te
selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om Dataoverdracht te
selecteren. Druk op OK.
e Druk op a of b om Report overdr. te
selecteren. Druk op OK.
Document vastgelopen
B
(alleen MFC-J410 en MFC-J415W) B
Documenten kunnen in de ADF vastlopen als ze niet goed worden geplaatst of doorgevoerd, of als de documenten te lang zijn. Volg de onderstaande stappen om een vastgelopen document te verwijderen.
Een document is aan de bovenzijde van de ADF vastgelopen
B
a Verwijder al het papier uit de ADF dat
niet is vastgelopen.
b Open het ADF-deksel. c Trek het vastgelopen document naar
links eruit.
f Voer het faxnummer in waarnaar het
faxjournaal moet worden doorgestuurd.
g Druk op Mono Start.
d Sluit het ADF-deksel. e Druk op Stop/Eindigen.
Om het vastlopen van documenten in de toekomst te voorkomen, sluit u het ADF­deksel op de juiste manier door er voorzichtig in het midden op te drukken.
B
65
Het document is in de ADF
BELANGRIJK
1
vastgelopen
a Verwijder al het papier uit de ADF dat
niet is vastgelopen.
b Til het documentdeksel op. c Trek het vastgelopen document naar
links eruit.

Printer of papier vastgelopen B

B
Verwijder het vastgelopen papier uit de plaats waar het in de machine is vastgelopen.
a Haal de stekker van de machine uit het
stopcontact.
U kunt faxen die in het geheugen zijn opgeslagen overbrengen naar uw pc of een andere faxmachine voordat u de stekker van de machine uit het stopcontact haalt, zodat u geen belangrijke berichten verliest. (Zie Faxen of het faxjournaal overbrengen op pagina 64.)
b Open de klep ter verwijdering van het
vastgelopen papier (1) aan de achterzijde van de machine. Trek het vastgelopen papier uit de machine.
d Sluit het documentdeksel. e Druk op Stop/Eindigen.
66
Problemen oplossen
Opmerking
BELANGRIJK
c Sluit de klep ter verwijdering van
vastgelopen papier. Controleer of de klep goed gesloten is.
d Als de papiersteunklep open is, klapt u
deze in en schuift u vervolgens de papiersteun naar binnen. Trek de papierlade volledig uit de machine.
f Gebruik beide handen en de plastic
lipjes aan beide zijden van de machine om het scannerdeksel (1) op te tillen totdat het in de open stand vergrendeld is.
1
Verplaats (indien nodig) de printkop om eventuele papierresten uit dit gedeelte te verwijderen. Zorg ervoor dat er geen papier in de hoeken van de machine achterblijft. Controleer beide uiteinden van de printwagen.
e Trek het vastgelopen papier (1) eruit.
1
Als de printkop zich in de rechterbovenhoek bevindt, zoals in de illustratie, kunt u deze niet verplaatsen. Sluit het stroomsnoer weer aan en houd Stop/Eindigen ingedrukt tot de printkop naar het midden beweegt. Haal vervolgens de stekker van de machine uit het stopcontact en verwijder het papier.
B
Als u inkt op uw huid of kleding krijgt, wast u deze meteen af met zeep of een schoonmaakmiddel.
67
g Breng het scannerdeksel omhoog ( )
BELANGRIJK
om de vergrendeling op te heffen. Druk de steun van het scannerdeksel
voorzichtig omlaag ( ) en sluit het scannerdeksel ( ) met beide handen.
1
2
2
3
h Druk de papierlade stevig terug in de
machine.
i Houd de papierlade vast en trek de
papiersteun ( ) naar buiten tot u een klik hoort. Vouw de papiersteunklep ( )
vervolgens uit.
2
Let erop dat u de papiersteun naar buiten trekt tot u een klik hoort.
Gebruik de papiersteunklep NIET voor papier van Legal-formaat.
j Sluit het stroomsnoer weer aan.
68
1

Problemen oplossen

Problemen oplossen B
Als u denkt dat er een probleem is met uw machine, kunt u de onderstaande tabel bekijken en de tips voor het oplossen van problemen volgen.
De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center u de meest recente veelgestelde vragen en tips voor het oplossen van problemen. Ga naar http://solutions.brother.com/

Als u problemen met uw machine heeft B

Afdrukken
Probleem Suggesties
Geen print. Controleer de interfacekabel of de draadloze verbinding tussen de machine en uw
computer. (Zie de Installatiehandleiding.) Controleer of de stekker van de machine in het stopcontact zit en of de toets
AAN/UIT brandt. Een of meer inktcartridges zijn aan vervanging toe.
(Zie De inktcartridges vervangen op pagina 52.) Controleer of het LCD-scherm een foutmelding weergeeft.
(Zie Foutmeldingen op pagina 58.) Zie De inktcartridges vervangen op pagina 52 als op het LCD-scherm
Kan niet afdr. en Inkt vervangen wordt weergegeven. Controleer of de correcte printerdriver is geïnstalleerd en geselecteerd. Controleer of het apparaat online is. Klik op Start en dan op
Printers en faxapparaten. Selecteer Brother MFC-XXXXX (waarbij XXXXX uw modelnaam is) en zorg dat Printer off line gebruiken uitgeschakeld is.
Als u de instellingen Oneven pagina's afdrukken en Even pagina's afdrukken selecteert, kan op uw computer een foutmelding voor afdrukken worden weergegeven omdat de machine tijdens het afdrukken pauzeert. De foutmelding verdwijnt zodra het afdrukken wordt hervat.
Slechte afdrukkwaliteit. Controleer de afdrukkwaliteit. (Zie De afdrukkwaliteit controleren op pagina 56.)
Controleer of de instelling Mediatype in de printerdriver of de instelling Papiersoort in het menu van de machine overeenkomt met het soort papier dat u gebruikt.
(Zie Afdrukken voor Windows Softwarehandleiding en Papiersoort op pagina 17.)
Controleer de verloopdatum van uw inktcartridges. De inkt zou kunnen klonteren als:
De uiterste gebruiksdatum die op de cartridge staat, is verstreken. (Originele
cartridges van Brother blijven max. twee jaar bruikbaar, mits zij in hun originele verpakking worden bewaard.)
De inktcartridge is al langer dan zes maanden in uw machine geïnstalleerd.De inktcartridge vóór gebruik niet goed opgeslagen was.
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother. Het gebruik van andere dan originele cartridges van Brother of van oude cartridges die gevuld zijn met inkt van een ander merk wordt door Brother afgeraden.
Gebruik het aanbevolen type papier. (Zie Acceptabel papier en andere afdrukmedia op pagina 18.)
De aanbevolen omgevingstemperatuur voor uw machine ligt tussen 20 C en 33 C.
®
of Afdrukken en faxen voor Macintosh in de
B
69
Afdrukken (Vervolg)
Probleem Suggesties
Witte horizontale lijnen in tekst of grafische afbeeldingen.
De machine print blanco pagina's. Reinig de printkop. (Zie De printkop reinigen op pagina 56.)
Tekens en regels overlappen elkaar.
Afgedrukte tekst of afbeeldingen staan scheef.
Er zit een vlek middenboven op de afgedrukte pagina.
Er bevindt zich een vlek in de rechter- of linkerhoek van de afgedrukte pagina.
Op de afdruk staan vlekken of het lijkt of de inkt vlekt.
Er staan vlekken aan de achterkant of onder aan de pagina.
De machine drukt dichte lijnen af op de pagina.
De afdrukken zijn gekreukeld. Klik op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver op Kleurinstellingen en
Kan niet afdrukken met ‘Pagina layout’.
Afdruksnelheid is te laag. Wijzig de instelling van de printerdriver. In de hoogste resolutie is meer tijd nodig
Kleurverbetering werkt niet correct. Als de beeldgegevens in uw toepassing niet in kleurendruk zijn (zoals
Reinig de printkop. (Zie De printkop reinigen op pagina 56.) Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother. Gebruik het aanbevolen type papier.
(Zie Acceptabel papier en andere afdrukmedia op pagina 18.)
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother. Controleer de uitlijning. (Zie De uitlijning controleren op pagina 57.)
Zorg ervoor dat het papier correct in de papierlade is geplaatst en dat de papiergeleiders aan de zijkant goed zijn afgesteld. (Zie Papier en andere afdrukmedia laden op pagina 11.)
Controleer of de klep ter verwijdering van vastgelopen papier goed gesloten is. Controleer of het papier niet te dik is en niet krult.
(Zie Acceptabel papier en andere afdrukmedia op pagina 18.) Zorg ervoor dat het papier niet gekruld is wanneer u op de achterzijde van het
papier afdrukt met de instellingen Oneven pagina's afdrukken en Even pagina's afdrukken.
Zorg dat u het aanbevolen type papier gebruikt. (Zie Acceptabel papier en andere afdrukmedia op pagina 18.) Raak het papier pas aan als de inkt droog is.
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother. Stel het juiste papiersoort in als u fotopapier gebruikt. Als u een foto afdrukt vanaf
de pc, stelt u Mediatype in op het tabblad Normaal van de printerdriver. Controleer of er inkt op de geleiderol zit. (Zie De geleiderol van de machine
reinigen in appendix A van de Uitgebreide gebruikershandleiding.) Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother. Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt.
(Zie Papier en andere afdrukmedia laden op pagina 11.) Schakel Omgekeerde volgorde in op het tabblad Normaal van de printerdriver.
®
schakel de optie Printkop heen en weer voor Windows Printkop heen en weer voor Macintosh uit.
Gebruik originele Innobella™-inkt van Brother. Controleer of de instellingen voor het papierformaat in de toepassing en in de
printerdriver hetzelfde zijn.
om de gegevens te verwerken, te verzenden en te printen. Probeer de andere kwaliteitsinstellingen op het tabblad Geavanceerd van de printerdriver. Klik ook op Kleurinstellingen en schakel Kleur verbetering uit.
Schakel de optie Zonder rand uit. Afdrukken zonder rand duurt langer dan normaal afdrukken. (Zie Afdrukken voor Windows
Macintosh in de Softwarehandleiding.)
256 kleuren), werkt Kleurverbetering niet. Gebruik voor de functie Kleurverbetering minstens 24-bits kleurgegevens.
®
of
of Afdrukken en faxen voor
70
Problemen oplossen
Afdrukken (Vervolg)
Probleem Suggesties
Fotopapier wordt niet goed ingevoerd.
De machine voert meerdere pagina’s in.
Het papier is vastgelopen. Controleer of de papiergeleider voor de lengte is afgesteld op het juiste
Afgedrukte pagina’s worden niet goed gestapeld.
De machine print niet vanuit
®
Adobe
Illustrator®.
Wanneer u afdrukt op fotopapier van Brother, plaatst u een extra vel van hetzelfde fotopapier in de papierlade. U vindt dit extra vel in de verpakking van het papier.
Maak de invoerrollen voor het papier schoon. (Zie De invoerrollen voor papier reinigen op pagina 55.)
Zorg dat het papier op de juiste wijze in de papierlade is geplaatst. (Zie Papier en andere afdrukmedia laden op pagina 11.)
Controleer of er meer dan twee papiersoorten tegelijk in de papierlade zijn geplaatst.
papierformaat. Trek de papierlade niet uit wanneer u A5 of een kleiner papierformaat gebruikt. (Zie Printer of papier vastgelopen op pagina 66.)
Zorg dat de papiersteunklep wordt gebruikt. (Zie Papier en andere afdrukmedia laden op pagina 11.)
®
Verlaag de printresolutie. (Zie Afdrukken voor Windows voor Macintosh in de Softwarehandleiding.)
of Afdrukken en faxen
Ontvangen faxen afdrukken
Probleem Suggesties
Gecomprimeerde afdruk en witte strepen over de pagina of de boven- of onderkant van zinnen worden niet afgedrukt.
Ontvangen faxen hebben zwarte verticale lijnen.
Ontvangen kleurenfaxen worden alleen in zwart-wit afgedrukt.
De linker- en rechtermarges ontbreken of een enkele pagina wordt op twee pagina's afgedrukt.
Er is waarschijnlijk sprake van een slechte verbinding met atmosferische storing of een andere storing op de telefoonlijn. Vraag aan de verzendende partij om de fax opnieuw te verzenden.
De scanner van de afzender kan vuil zijn. Vraag de afzender om een kopie te maken om te controleren of het probleem wordt veroorzaakt door de machine van de verzender. Probeer om de faxen via een andere faxmachine te ontvangen.
Vervang de kleureninktcartridges die aan het einde van de gebruiksduur zijn en vraag dan de andere partij om de kleurenfax opnieuw te verzenden. (Zie De inktcartridges vervangen op pagina 52.)
Schakel Auto reductie in. (Zie Een verkleinde afdruk van een inkomende fax maken in hoofdstuk 4 van de Uitgebreide gebruikershandleiding.)
Telefoonlijn of verbindingen
Probleem Suggesties
Kiezen werkt niet. (Geen kiestoon)
De machine neemt niet op als er wordt gebeld.
Controleer of de stekker in het stopcontact zit en de machine ingeschakeld is. Controleer of de telefoonlijn goed is aangesloten. Wijzig de instelling Toon/Puls. (Zie Toon of puls op pagina 31.) Haal de hoorn van de externe telefoon van de haak en luister of u een kiestoon
hoort. Vraag uw telefoonbedrijf om de lijn en/of de wandcontactdoos te controleren als u geen kiestoon hoort.
Controleer of de machine in de juiste ontvangstmodus voor uw instellingen staat. (Zie De ontvangstmodus kiezen op pagina 27.) Luister of u een kiestoon hoort. Bel indien mogelijk uw machine om te controleren of deze de oproep aanneemt. Als de machine de oproep nog steeds niet aanneemt, controleert u de aansluiting van het telefoonsnoer.Vraag aan uw telefoonbedrijf om de lijn te controleren als de machine niet overgaat als u deze belt.
B
71
Faxen ontvangen
Probleem Suggesties
Geen fax kunnen ontvangen. Als u uw machine aansluit op PBX of ISDN, stelt u de menu-instelling voor de
telefoonlijn in op uw type telefoon. (Zie Het type telefoonlijn instellen op pagina 32.)
Faxen verzenden
Probleem Suggesties
Geen fax kunnen verzenden. Controleer alle aansluitingen.
Controleer of de toets FAX brandt.
Vraag de andere partij om te controleren of de ontvangende machine papier bevat.
Druk het verzendrapport af en controleer op foutmeldingen. (Zie Rapporten in hoofdstuk 6 van de Uitgebreide gebruikershandleiding.)
In het verzendrapport wordt “RESULT:FOUT” weergegeven.
Slechte kwaliteit bij het verzenden van faxen.
Verzonden faxen hebben zwarte verticale lijnen. (Alleen MFC-J410 en MFC-J415W)
Er is waarschijnlijk even ruis of statische elektriciteit op de lijn geweest. Verzend de fax opnieuw. Als u een PC-FAX-bericht verzendt en in het verzendrapport “RESULT:FOUT” staat, heeft uw machine wellicht onvoldoende vrij geheugen. Vraag het telefoonbedrijf om uw telefoonlijn te controleren als het probleem niet is verholpen.
Als u vaak problemen hebt met het verzenden van faxen, mogelijk door storingen op de telefoonlijn, kunt u de instelling in het menu Compatibel wijzigen in Basic(voorVoIP). (Zie Storing op de telefoonlijn / Bellen via internet (VoIP) op pagina 76.)
Als u uw machine aansluit op PBX of ISDN, stelt u de menu-instelling voor de telefoonlijn in op uw type telefoon. (Zie Het type telefoonlijn instellen op pagina 32.)
Stel de resolutie in op Fijn of Superfijn. Maak een kopie om de scanfunctie van de machine te controleren. Als de kopieerkwaliteit niet goed is, reinigt u de scanner. (Zie De glasplaat reinigen op pagina 54.)
Zwarte verticale lijnen op faxen die u verzendt, worden doorgaans veroorzaakt door vuil of correctievloeistof op de glazen strook. Reinig de glazen strook. (Zie De glasplaat reinigen op pagina 54.)
72
Inkomende oproepen beantwoorden
Probleem Suggesties
De machine ‘hoort’ een stem als een faxtoon.
Een faxoproep naar de machine sturen.
Aangepaste functies op een enkele lijn.
Als Fax waarnemen is ingeschakeld, is uw machine gevoeliger voor geluiden. De machine neemt dan bepaalde stemmen of muziek op de lijn waar als een faxmachine die belt en reageert met faxontvangsttonen. Deactiveer de machine door op Stop/Eindigen te drukken. U kunt dit probleem wellicht voorkomen door Fax waarnemen uit te schakelen. (Zie Fax waarnemen op pagina 30.)
Als u de oproep hebt beantwoord via een tweede toestel, toetst u de code voor activeren op afstand in (de fabrieksinstelling is l 51). Als u de oproep hebt beantwoord op een extern telefoontoestel, drukt u op Start om de fax te ontvangen. Als uw machine de oproep beantwoordt, hangt u op.
Als u Wisselgesprekken, Wisselgesprekken/nummerweergave, een alarmsysteem of een andere aangepaste functie op een enkele telefoonlijn deelt met uw machine, kan dit een probleem zijn voor het verzenden of ontvangen van faxen.
Bijvoorbeeld: Als u een abonnement hebt op Wisselgesprekken of een andere afzonderlijke dienst en het signaal daarvan wordt via de telefoonlijn doorgegeven terwijl uw machine een fax verzendt of ontvangt, kan dit signaal tijdelijk het verzenden of ontvangen van faxen verstoren. Met de ECM-modus (foutencorrectie) van Brother kunt u dit probleem verhelpen. Het probleem heeft betrekking op telefoonsystemen en komt algemeen voor bij apparaten die informatie verzenden en ontvangen op een enkele lijn die gedeeld wordt met andere, afzonderlijke functies. Als het van belang is dat er zich geen storingen kunnen voordoen, raden wij u aan om een aparte telefoonlijn zonder aangepaste functies te gebruiken.
Problemen oplossen
Problemen met kopiëren
Probleem Suggesties
Kan geen kopie maken.
Slechte kopieerresultaten bij het gebruik van de ADF. (Alleen MFC-J410 en MFC-J415W)
Op kopieën worden verticale zwarte lijnen of strepen afgedrukt. (Alleen MFC-J410 en MFC-J415W)
Paginavulling werkt niet goed. Zorg ervoor dat het origineel niet scheef ligt.
Controleer of de toets KOPIE brandt.
Gebruik de glasplaat. (Zie De glasplaat gebruiken op pagina 22.)
Verticale zwarte lijnen of strepen op kopieën worden voornamelijk veroorzaakt door vuil of correctievloeistof op de glazen strook. Reinig de glazen strook. (Zie De glasplaat reinigen op pagina 54.)
Verschuif het document en probeer het opnieuw.
Problemen met scannen
Probleem Suggesties
Tijdens het scannen verschijnen TWAIN- of WIA-fouten.
(Windows
Tijdens het scannen verschijnen ICA-fouten. (Macintosh)
®
)
Zorg ervoor dat de TWAIN- of WIA-driver van Brother als primaire bron in uw scantoepassing is geselecteerd. Klik bijvoorbeeld in PaperPort™11SE met OCR (alleen MFC-J410 en MFC-J415W) op Bestand, Scannenoffotoophalen en vervolgens op Selecteren om de TWAIN- of WIA-driver van Brother te selecteren.
Zorg dat de Brother TWAIN-driver als primaire bron is geselecteerd. Klik in PageManager op Bestand, Bron selecteren, TWAIN en selecteer vervolgens de Brother TWAIN-driver. Bij gebruik van Mac OS X 10.6.x kunt u ook documenten via de ICA­scannerdrivers scannen. Zie Documenten scannen met de ICA-driver (Mac OS X 10.6.x) in de Softwarehandleiding.
B
73
Problemen met scannen (Vervolg)
Probleem Suggesties
Slechte scanresultaten bij het gebruik van de ADF. (Alleen MFC-J410 en MFC-J415W)
OCR werkt niet. (Alleen MFC-J410 en MFC-J415W)
Gebruik de glasplaat. (Zie De glasplaat gebruiken op pagina 22.)
Verhoog de scannerresolutie. (Macintosh-gebruikers)
U dient Presto! PageManager eerst te downloaden en installeren. Zie Brother-support openen (Macintosh) op pagina 5 voor verdere instructies.
Problemen met software
Probleem Suggesties
Software kan niet worden geïnstalleerd of er kan niet worden afgedrukt.
‘Apparaat bezet’ Controleer of er op het LCD-scherm van de machine geen foutmelding staat. Afdrukken van afbeeldingen vanuit
FaceFilter Studio onmogelijk.
(Alleen gebruikers van Windows Voer het programma Repair MFL-Pro Suite op de installatie cd-rom uit. Dit programma repareert en herinstalleert de software.
Als u FaceFilter Studio wilt gebruiken, moet u de toepassing FaceFilter Studio installeren vanaf de installatie cd-rom die bij uw machine is geleverd. Zie de Installatiehandleiding als u FaceFilter Studio wilt installeren.
Controleer voordat u FaceFilter Studio de eerste keer start of uw Brother-machine is ingeschakeld en aangesloten op uw computer. U heeft dan toegang tot alle functies van FaceFilter Studio.
®
)
Problemen met PhotoCapture Center™
Probleem Suggesties
Verwisselbare schijf werkt niet correct.
Geen toegang tot Verwisselbare schijf via bureaubladpictogram.
Een gedeelte van de foto ontbreekt op de afdruk.
1 Heeft u de update voor Windows
als dat niet zo is:
1) Koppel de USB-kabel los.
2) Installeer de update voor Windows manieren.
Installeer MFL-Pro Suite vanaf de installatie cd-rom. (Zie de
Installatiehandleiding.)
Download het meest recente Service Pack van de Microsoft-website.
3) Wacht ongeveer 1 minuut nadat de pc opnieuw is gestart en sluit daarna de USB-kabel aan.
2 Verwijder de geheugenkaart en plaats deze weer terug.
3 Als u “Uitwerpen” hebt geprobeerd vanuit Windows
geheugenkaart verwijderen voordat u doorgaat.
4 Als er een foutmelding wordt weergegeven wanneer u de geheugenkaart
probeert te verwijderen, betekent dit dat de kaart in gebruik is. Wacht even en probeer het opnieuw.
5 Als niets van het bovenstaande werkt, zet u uw pc en machine uit en
vervolgens weer aan. (U moet de stekker van de machine uit het stopcontact halen om de machine uit te zetten.)
Controleer of u de geheugenkaart goed hebt geplaatst.
Zorg ervoor dat Afdrukken zonder rand en Bijsnijden (crop) zijn uitgeschakeld. (Zie Afdrukken zonder rand en Bijsnijden (crop) in hoofdstuk 8 van de Uitgebreide gebruikershandleiding.)
®
2000 geïnstalleerd? Ga als volgt te werk
®
2000 op een van de volgende
®
, moet u de
74
Netwerkproblemen (alleen MFC-J265W en MFC-J415W)
Probleem Suggesties
Afdrukken via het netwerk is onmogelijk.
De functie netwerkscannen werkt niet.
Controleer of uw machine aanstaat en online en gebruiksklaar is. Druk een netwerkconfiguratielijst af (zie Rapporten in hoofdstuk 6 van de Uitgebreide gebruikershandleiding) en controleer de huidige netwerkinstellingen in deze lijst.
(Zie de Netwerkhandleiding voor meer informatie over netwerkproblemen.)
®
(Windows
Netwerkscannen is alleen mogelijk als de beveiliging/firewall van de derde partij hiervoor is geconfigureerd. Voer de onderstaande informatie in om poort 54925 voor netwerkscannen toe te voegen:
Bij naam: Voer een willekeurige beschrijving in, bijvoorbeeld Brother NetScan.
Bij Poortnummer: voer 54925 in.
Bij protocol: UDP is geselecteerd.
Raadpleeg de instructiehandleiding die geleverd is bij de beveiliging/firewall van de derde partij of neem contact op met de softwarefabrikant.
(Macintosh-gebruikers)
-gebruikers)
Problemen oplossen
Selecteer uw machine opnieuw in de toepassing Device Selector in Macintosh HD/Bibliotheek/Printers/Brother/Utilities/DeviceSelector of in de modellijst in ControlCenter2.
De software van Brother kan niet worden geïnstalleerd.
Kan geen verbinding maken met het draadloze netwerk.
De netwerkinstellingen resetten. Druk op de toets Menu, kies Netwerk en druk dan op OK. Kies
(Windows Sta netwerktoegang toe voor de volgende programma's als uw beveiligingssoftware een waarschuwing geeft tijdens de installatie van MFL-Pro Suite.
BrC3Rgin.exe
BrnIPMon
Brother Status Monitor (Network)
ControlCenter Program
Generic Host Process f...
Setup.exe
Spooler SubSystem App
wdsw MFC Application
(Macintosh-gebruikers) Selecteer uw machine opnieuw in de toepassing Device Selector in Macintosh HD/Bibliotheek/Printers/Brother/Utilities/DeviceSelector of in de modellijst in ControlCenter2.
Onderzoek het probleem met behulp van WLAN-rapport. Druk op de toets Menu, kies Print lijsten en druk dan op OK. Kies WLAN-rapport. Zie de Netwerkhandleiding voor meer informatie.
Netw. resetten. Zie de Netwerkhandleiding voor meer informatie.
®
-gebruikers)
B
75

Kiestoon waarnemen B

Opmerking
Storing op de
Als u automatisch een fax verzendt, wacht uw machine standaard een bepaalde tijd voordat deze het nummer kiest. Door de kiestooninstelling op Waarneming te zetten, kiest uw machine het nummer zodra deze een kiestoon waarneemt. Door deze instelling te gebruiken, kunt u een beetje tijd besparen als u een fax naar veel verschillende nummers verzendt. Als u de instelling hebt gewijzigd en er zijn problemen met het kiezen van nummers, zet u deze instelling weer terug op de fabrieksinstelling Geen detectie.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Stand.instel. te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Kiestoon te
selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om Waarneming of
Geen detectie te selecteren.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
telefoonlijn / Bellen via internet (VoIP) B
Als u problemen hebt met het verzenden of ontvangen van faxen door mogelijke storing op de telefoonlijn, kunt u de instelling in het menu Compatibel wijzigen, zodat de kans op fouten door de modemsnelheid wordt verkleind.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Stand.instel. te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Compatibel te
selecteren. Druk op OK.
d Druk op a of b om Normaal of
Basic(voorVoIP) te selecteren.
Basic(voorVoIP) hiermee wordt
de modemsnelheid tot 9.600 bps verlaagd en wordt ECM uitgeschakeld, behalve voor het verzenden van kleurenfaxen. Gebruik deze instelling alleen indien nodig, behalve als u vaak storing op de telefoonlijn hebt.
76
Om de compatibiliteit met de meeste VoIP-voorzieningen te verbeteren, raadt Brother aan de instelling bij Compatibel te wijzigen in Basic(voorVoIP).
Normaal stelt de modemsnelheid in
op 14.400 bps.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen.
VoIP (Voice over IP) is een telefoonsysteem dat gebruikmaakt van een internetverbinding in plaats van een traditionele telefoonlijn.
Problemen oplossen

Informatie over de machine

Het serienummer controlerenB

U kunt het serienummer van de machine nakijken op het scherm.
a Druk op Menu. b Druk op a of b om Machine-info te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Serienummer te
selecteren. Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen.

Resetfuncties B

3 Alle instell.
B
Hiermee kunt u alle fabrieksinstellingen van de machine herstellen.
Brother raadt u dringend aan deze bewerking uit te voeren wanneer u de machine van de hand doet.

De machine resetten B

a Druk op Menu. b Druk op a of b om Stand.instel. te
selecteren. Druk op OK.
c Druk op a of b om Reset te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om de gewenste wijze
van resetten te selecteren. Druk op OK.
Druk op 1 om te bevestigen. De volgende resetfuncties zijn beschikbaar: 1 Netwerk (Alleen voor MFC-J265W en
MFC-J415W) Hiermee kunt u de fabrieksinstellingen
van de printserver, zoals het wachtwoord en de IP-adresgegevens, herstellen.
2 Snelkiez.&fax
Met snelkiez.&fax reset u de volgende instellingen:
Snelkiezen
(Snelkiezen en groepen instellen)
Stations-ID
(Naam en nummer)
Rapportinstellingen
(Verzendrapport, snelkieslijst en faxjournaal)
Overzicht
e Druk op 1 om de machine opnieuw op te
starten.
B
(Overzicht beller-ID en Uitgaande gesprekken)
Faxen in het geheugen
77
Menu en functies C
C

Programmeren op het scherm

Uw machine is zodanig ontworpen dat deze eenvoudig via het LCD-scherm kan worden geprogrammeerd met behulp van de menutoetsen. Programmeren via het scherm is uiterst eenvoudig en helpt u alle functies van uw machine optimaal te benutten.
Op het scherm worden stapsgewijze aanwijzingen weergegeven om u te helpen uw machine te programmeren. U hoeft alleen de aanwijzingen op te volgen die u door de menuselecties en de programmeeropties leiden.
C
78
Menu en functies

Menutabel C

De menutabel helpt u de menuselecties en -opties te begrijpen die u in de programma's van de machine tegenkomt. De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu ( )
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Inktbeheer Testafd ruk Printkwaliteit
Instel kantlijn
Reinigen Zwarte inkt
Kleur
Alle inkt
Inktvolume Hiermee kunt u
Standaardinst.
Tijdklokstand Uit
0Sec.
30Sec.
Hiermee kunt u de afdrukkwaliteit of uitlijning controleren.
Hiermee kunt u de printkop reinigen.
controleren hoeveel inkt beschikbaar is.
Hiermee kunt u de tijd instellen om terug te keren naar de faxmodus.
56
56
Zie
1
.
1Min
2Min.*
5Min.
Papiersoort Normaal Papier*
Inkjet papier
Brother BP71
Brother BP61
Glossy anders
Transparanten
Papierformaat A4*
A5
10x15cm
Letter
Legal
1
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Hiermee kunt u de papiersoort in de papierlade instellen.
Hiermee kunt u het papierformaat in de papierlade instellen.
17
17
C
79
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Standaardinst.
(Vervolg)
Volume Belvolume Uit
Laag
Hiermee kunt u het belvolume aanpassen.
9
Half*
Hoog
Waarsch.toon Uit
Laag*
Half
Hiermee kunt u het volume van de waarschuwingstoon aanpassen.
9
Hoog
Luidspreker Uit
Laag
Half*
Hiermee kunt u het volume van de luidspreker aanpassen.
10
Hoog
Aut. zomertijd
Aan*
LCD instell. LCD-Contrast
Uit
De zomertijd wordt automatisch ingesteld.
Hiermee kunt u het
Zie
1
.
contrast van het LCD-scherm instellen.
Schermverlicht Licht*
Half
Donker
Hiermee kunt u de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm aanpassen.
Lichtdim-timer Uit
10Sec.
20Sec.
30Sec.*
Hiermee kunt u instellen hoe lang de achtergrondverlichting van het LCD-scherm blijft branden nadat u op een toets hebt gedrukt.
Slaapstand 1Min
2Min.
3Min.
5Min.*
10Min.
Hiermee kunt u selecteren na hoeveel tijd de machine bij inactiviteit in de slaapstand wordt gezet.
30Min.
60Min.
1
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
10
Zie 1.
80
Menu en functies
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Fax Ontvangstmenu Bel Vertraging 0
1
2*
3
4
5
6
F/T Beltijd 20Sec.
30Sec.*
40Sec.
70Sec.
Fax Waarnemen Aan*
Uit
Afstandscode Aan*
(l51, #51)
Uit
Auto reductie Aan*
Uit
Kies rapport Verzendrapp. Aan
Aan+Beeld
Uit*
De belvertraging bepaalt hoe vaak de telefoon overgaat voordat de machine opneemt in de modus Alleen fax of Fax/telefoon.
Hiermee stelt u de duur van het dubbele belsignaal in de Fax/Tel-modus in.
Hiermee worden faxen automatisch ontvangen wanneer u een oproep beantwoordt en de faxtoon hoort.
U kunt alle oproepen op een tweede of extern toestel aannemen en deze codes gebruiken om de machine in- of uit te schakelen. U kunt deze codes wijzigen.
Hiermee worden binnenkomende faxen verkleind tot het beschikbare papierformaat.
Hiermee stelt u het Verzendrapport en de Journaal tijd in.
29
29
30
36
Zie
26
1
.
Uit+Beeld
Journaal tijd Uit
Na 50 faxen*
Elke 6 uur
Elke 12 uur
Elke 24 uur
Elke 2 dagen
Elke 7 dagen
1
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Zie
1
.
C
81
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Fax
(Vervolg)
Rest. jobs Hiermee kunt u
controleren welke taken in het
Zie
1
.
geheugen zijn opgeslagen en kunt u geselecteerde taken annuleren.
Diversen Verzendslot Hiermee schakelt u
de meeste functies behalve het ontvangen van faxen uit.
Beller ID Aan*
Uit
Hiermee kunt u de opgeslagen gegevens van de
31
laatste 30 bellers bekijken of afdrukken.
1
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
82
Menu en functies
Menu Netwerk (alleen MFC-J265W en MFC-J415W)
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen
Netwerk TCP/IP BOOT Method Automatisch*
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
IP Address [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Subnet Mask [000-255].
[000-255].
[000-255].
Selecteert de opstartmethode die het beste aan uw eisen voldoet.
Voer het IP-adres in.
Voer het subnetmasker in.
[000-255]
Gateway [000-255].
[000-255].
[000-255].
[000-255]
Knooppuntnaam BRWXXXXXXXXXXXX Voer de knooppuntnaam
WINS Config Automatisch*
Statisch
WINS Server (Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
DNS Server (Primary)
000.000.000.000
(Secondary)
000.000.000.000
APIPA Aan*
Uit
Inst. Wizard U kunt de afdrukserver
WPS/AOSS U kunt uw draadloze
Zie de Netwerkhandleiding. De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Voer het adres van de gateway in.
in. Selecteert de WINS-
configuratiemodus.
Specificeert het IP-adres van de primaire of secundaire server.
Specificeert het IP-adres van de primaire of secundaire server.
Wijst automatisch het IP­adres toe van het link-local adresbereik.
voor een draadloos netwerk handmatig instellen.
netwerkinstellingen gemakkelijk configureren met één druk op de knop.
C
83
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen
Netwerk
(Vervolg)
WPS m/pincode U kunt uw draadloze
netwerkinstellingen gemakkelijk configureren met WPS en een pincode.
Status WLAN Status U kunt de huidige status
van het draadloze netwerk raadplegen.
Signaal U kunt de huidige
signaalsterkte van het draadloze netwerk raadplegen.
SSID U kunt de huidige SSID
raadplegen.
Comm. Modus U kunt de huidige
communicatiemodus raadplegen.
MAC-adres U kunt het MAC-adres van
uw machine vinden op het bedieningspaneel.
WLAN Activeren Aan
Uit*
Netw. resetten —— —
Zie de Netwerkhandleiding. De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Hiermee kunt u de draadloze netwerkaansluiting gebruiken.
84
Menu en functies
Menu ( ) (vervolg)
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Print lijsten Verzendrapport Hiermee drukt u
Help —— Kieslijst
Fax Journaal —— Gebruikersinst ——
Netwerk Conf.
(Alleen MFC-J265W en MFC-J415W)
WLAN-rapport
(Alleen MFC-J265W en MFC-J415W)
Overz. beller-ID ——
Machine-info Serienummer Hiermee kunt u het
Stand.instel. Ontvangstmodus Alleen Fax*
Datum&Tijd De datum en de tijd
Stations-ID Fax:
Toon/Puls Toon*
Kiestoon Waarneming
Tel lijn inst Normaal*
Compatibel Normaal*
1
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
2
Zie de Installatiehandleiding.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
——
——
Alfabet. volgorde
Nummervolgorde
Fax/Telefoon
Ext. TEL/ANT
Handmatig
Naam:
Puls
Geen detectie*
PBX
ISDN
Basic(voorVoIP)
deze lijsten en rapporten af.
serienummer van uw machine bekijken.
Hiermee kiest u de ontvangstmodus die het beste aan uw behoeften voldoet.
worden op het LCD­scherm en op de kopteksten van verzonden faxen weergegeven.
Hiermee stelt u de naam en het faxnummer in die op elke pagina van uw fax moeten worden afgedrukt.
Kies de kiesmodus. 31
Hiermee schakelt u kiestoonherkenning in of uit.
Hiermee kiest u het type telefoonlijn.
Hiermee past u de modemsnelheid aan om verzendproblemen te verhelpen.
26
Zie
77
27
Zie
76
32
76
1
.
2
.
C
85
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Stand.instel.
(Vervolg)
Reset Netwerk
(Alleen MFC-J265W en MFC-J415W)
Hiermee worden de
fabrieksinstellingen van de afdrukserver, zoals het wachtwoord en
77
de IP­adresgegevens, hersteld.
Snelkiez.&fax Hiermee verwijdert
u alle opgeslagen snelkiesnummers en faxen, en herstelt u de fabriekinstellingen van de stations-ID, de snelkieslijst, het verzendrapport en het faxjournaal.
Alle instell. Hiermee worden
alle fabrieksinstellingen van de machine hersteld.
1
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
2
Zie de Installatiehandleiding.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
86
Menu en functies
FAX ( )
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina Faxresolutie ——Standaard*
Fijn
Superfijn
Foto
Contrast ——Automatisc h*
Licht
Donker
Snelkiezen Zoeken Alfabet. volgorde
Nummervolgorde
Snelkiezen inst. Hiermee slaat u
Groepen instellen U kunt
Uitgaand gesprek Fax versturen
Nw snelkiesnr
Verwijder
Overz. beller-ID Fax versturen
Nw snelkiesnr
Verwijder
1
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
U kunt een nummer
——
Hiermee stelt u de resolutie voor uitgaande faxen in.
Hiermee kunt u de faxen die u verzendt lichter of donkerder maken.
U kunt een nummer kiezen do or slechts op een paar toetsen (en Start) te drukken.
snelkiesnummers op zodat u een nummer kunt kiezen door op slechts een paar toetsen (en Start) te drukken.
groepsnummers instellen voor groepsverzenden.
kiezen uit het overzicht van uitgaande gesprekken en dit nummer bellen, er een fax naar verzenden, het toevoegen als snelkiesnummer of het verwijderen.
U kunt een nummer kiezen uit het nummerweergaveoverzicht en er vervolgens een fax naar verzenden, het nummer toevoegen als snelkiesnummer of het verwijderen.
Zie
37
40
Zie
38
39
1
.
1
.
C
87
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Rondsturen Nummer toevoegen
Snelkiezen
Compleet
U kunt eenzelfde
faxbericht naar meerdere faxnummers tegelijk
Zie
1
.
verzenden.
Direct Verzend ——Aan
Uit*
U kunt faxen verzenden zonder gebruik te maken van het geheugen.
Internationaal ——Aan
Uit*
Als u problemen hebt met het internationaal verzenden van faxen, zet u deze optie op Aan.
Scanformaat glas ——Letter
A4*
Hiermee past u het scangebied van de glasplaat aan het
25
documentformaat aan.
Nieuwe standaard U kunt uw
Zie
1
.
faxinstellingen opslaan.
Fabrieksinstel l. U kunt alle
instellingen terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
1
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
88
Menu en functies
SCAN ( )
Niveau1 Optie1 Optie2 Optie3 Omschrijvingen Pagina
naar file U kunt een monochroom
document of een document in kleur naar uw computer scannen.
naar media (wanneer een geheugenkaart geplaatst is)
Kwaliteit 150 dpi 16kl*
300 dpi 16kl
600 dpi 16kl
200x100 dpi Z&W
U kunt de scanresolutie en het bestandsformaat voor uw document kiezen en een bestandsnaam voor uw document opgeven.
200 dpi Z&W
Bestandstype (Als u Kleur hebt
gekozen als instelling voor Kwaliteit)
PDF*
Zie
48
1
.
JPEG
(Als u Mono hebt gekozen als instelling voor Kwaliteit)
TIFF
PDF*
Bestandsnaam —— Nieuwe standaard U kunt uw scaninstellingen
opslaan.
Fabrieksinstell . U kunt alle instellingen
terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
naar e-mail U kunt een monochroom
document of een document in kleur naar uw e-mailtoepassing scannen.
naar OCR
3
U kunt een tekstdocument
converteren naar een
(Alleen
bewerkbaar tekstbestand.
MFC-J410 en MFC-J415W)
naar beeld U kunt een afbeelding in kleur
naar uw grafische toepassing scannen.
1
Zie de Softwarehandleiding.
2
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
3
(Macintosh-gebruikers) U dient Presto! PageManager eerst te downloaden en installeren. Zie Brother-support openen (Macintosh) op pagina 5 voor verdere instructies.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Zie
Zie
2
.
1
.
C
89
KOPIE ( )
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Kwaliteit ——Snel
Normaal*
Fijn
In-/uitzoomen 100%* ——
Vergroten 198% 10x15cmiA4
186% 10x15cmiLTR
142% A5iA4
Verkleinen
(Alleen MFC-J220 en MFC-J265W)
97% LTRiA4
93% A4iLTR
83%
69% A4iA5
47% A4i10x15cm
Verkleinen
(Alleen MFC-J410 en MFC-J415W)
97% LTRiA4
93% A4iLTR
83% LGLiA4
Hiermee kiest u de kopieerresolutie voor de volgende kopie.
Hiermee kunt u het vergrotingspercentage voor de volgende kopie kiezen.
Hiermee kunt u het verkleiningspercentage voor de volgende kopie kiezen.
Hiermee kunt u het verkleiningspercentage voor de volgende kopie kiezen.
Zie
1
.
69% A4iA5
47% A4i10x15cm
Paginavullend De machine past het
Custom(25-400%) Hiermee kunt u het
Papiersoort ——Normaal Papier*
Inkjet papier
Brother BP71
Brother BP61
Glossy anders
Transparanten
Papierformaat ——A4*
A5
10x15cm
formaat automatisch aan op het door u ingestelde papierformaat.
vergrotings- of verkleiningspercentage voor uw type document kiezen.
Selecteer de papiersoort die overeenkomt met het papier in de lade.
Selecteer het papierformaat dat overeenkomt met het papier in de lade.
43
43
90
Letter
Legal
1
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Menu en functies
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Dichtheid ——
Donker
Licht
Hiermee kunt de dichtheid voor kopieën aanpassen.
Zie
1
.
Stapel/Sorteer
(Alleen MFC-J410 en MFC-J415W)
Pagina layout ——Uit (1 op 1 ) *
——Stapel*
Sorteren
2 op 1 (P)
U kunt ervoor kiezen om meerdere kopieën te laten stapelen of sorteren.
U kunt N op 1- of posterkopieën maken.
2 op 1 (L)
4 op 1 (P)
4 op 1 (L)
Poster (3x3)
Nieuwe standaard U kunt uw
kopieerinstellingen opslaan.
Fabrieksinstell . U kunt alle instellingen
terugzetten naar de fabrieksinstellingen.
1
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
91
C
PHOTO CAPTURE ( )
Niveau1 Niveau2 Niveau3 Opties Omschrijvingen Pagina
Foto’s kijken Zie de
afdrukinstellingen in de volgende tabel.
Print index 6 bld/regel*
5 bld/regel
Papiersoort Normaal Papier*
Inkjet papier
Brother BP71
Brother BP61
Glossy anders
Papierformaat A4*
Letter
Fotos afdrukken Zie de
afdrukinstellingen in
Alle fotos afdr. U kunt alle foto's op uw
1
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
de volgende tabel.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
U kunt uw foto's vooraf bekijken op het LCD­scherm.
U kunt een pagina met miniaturen afdrukken.
U kunt een enkele afbeelding afdrukken.
geheugenkaart afdrukken.
47
Zie
1
.
Afdrukinstellingen
Optie1 Optie2 Optie3 Optie4 Omschrijvingen Pagina
Printkwaliteit
(Niet beschikbaar voor DPOF afdrukken.)
Papiersoort Normaal Papier
Papierformaat Letter
Normaal
Foto*
Inkjet papier
Brother BP71
Brother BP61
Glossy anders*
10x15cm*
13x18cm
A4
Hiermee kunt u de
afdrukkwaliteit kiezen.
Hiermee kunt u de
papiersoort kiezen.
(Als A4 of Letter is gekozen)
Hiermee kunt u het papier-
en afdrukformaat kiezen.
8x10cm
9x13cm
10x15cm
13x18cm
15x20cm
Zie
1
.
92
Max. afmetingen*
1
Zie de Uitgebreide gebruikershandleiding.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Loading...