Dank u voor de aanschaf van een Brother-apparaat! Het lezen van de documentatie helpt u bij het optimaal
benutten van uw apparaat.
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden
De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt.
BELANGRIJKBELANGRIJK geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, als deze niet wordt
voorkomen, kan resulteren in schade aan eigendommen, storingen of een nietwerkend product.
OPMERKINGOpmerkingen leggen uit wat u in een bepaalde situatie moet doen of hoe de
bewerking met andere functies werkt.
VetToetsen op het bedieningspaneel van het apparaat of knoppen op het scherm van
de computer zijn vetgedrukt.
CursiefCursief gedrukte tekst benadrukt een belangrijk punt of verwijst naar een verwant
onderwerp.
Courier NewMeldingen op het LCD-scherm van het apparaat worden weergegeven met het
letterype Courier New.
OPMERKING
Als u werkt met een tablet waarop Windows® is geïnstalleerd, kunt u selecteren door te tikken op het
scherm of met de muis te klikken.
i
Handelsmerken
Het Brother-logo, Brother en DSmobile zijn gedeponeerde handelsmerken van Brother Industries, Ltd.
Apple, Macintosh, Mac OS, iOS en App Store zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de
Verenigde Staten en andere landen.
Windows en Windows Vista zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation
in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Wi-Fi is een gedeponeerd handelsmerk van de Wi-Fi Alliance.
Google Play en Android zijn handelsmerken van Google Inc.
Nuance, het Nuance-logo en PaperPort zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nuance
Communications, Inc. of zijn partners in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Alle andere merknamen en productnamen van bedrijven vermeld op Brother-producten, in
gerelateerde documentatie en ander materiaal, zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde
handelsmerken van de desbetreffende bedrijven.
De klok instellen ........................................................................................................................................8
De functie Automatisch uitschakelen gebruiken .......................................................................................8
De batterij plaatsen ...................................................................................................................................9
De batterij opladen ..................................................................................................................................10
Een SD-kaart formatteren .......................................................................................................................11
Een document laden ...............................................................................................................................14
Het hulpblad laden ..................................................................................................................................15
Belangrijke tips voor het hulpblad .....................................................................................................16
4Scannen met het bedieningspaneel 17
Scannen in de SD-modus .......................................................................................................................17
5Scannen met de computer 18
Het scannerstuurprogramma en scannersoftware installeren ................................................................18
Voor gebruikers van Windows
Voor gebruikers van een Macintosh .................................................................................................20
De scanner aansluiten op de computer in TWAIN-modus ......................................................................22
Voor klantenservice ..........................................................................................................................78
Technische ondersteuning (voor PageManager en BizCard) .................................................................79
v
Basisfuncties
Gescande afbeeldingen opslaan
Scannen naar de computer
U kunt gescande afbeeldingen opslaan op de computer
als u de micro-USB-kabel gebruikt om de scanner aan te
sluiten op de computer. Zie Scannen met de computer op
pagina 18 voor meer informatie.
Scannen naar de cloudserver
U kunt gescande afbeeldingen opslaan in BR-Docs
(Brother Online-opslag) met behulp van het
knoppenpaneel van Button Manager V2. Zie de
Gebruikershandleiding Button Manager V2 voor meer
informatie.
*1
*2, 3
Scannen naar een SD-geheugenkaart (SD-kaart)
U kunt gescande afbeeldingen opslaan op de SD-kaart
die wordt meegeleverd bij de scanner. Zie Scannen met het bedieningspaneel op pagina 17 voor meer informatie.
U kunt gescande afbeeldingen opslaan in BR-Docs met
behulp van het bedieningspaneel van de scanner.
Daartoe dient u eerst een verbinding tussen de scanner
en internet tot stand te brengen via een toegangspunt.
Zie Scannen naar de cloudserver via een draadloos toegangspunt (BOL-modus) op pagina 48 voor meer
informatie.
*1: Deze functie is niet beschikbaar als de Wi-Fi®-verbinding actief is.
*2: Voor het gebruik van deze functie is een Brother Online-account vereist.
*3: Voor het gebruik van deze functie is een verbinding met internet vereist.
vi
Toegang tot gescande afbeeldingen op de SD-kaart
Weergeven in de browser
Toegang tot op de SD-kaart
opgeslagen gescande afbeeldingen
met de webbrowser van een tablet of
computer met draadloos LAN. Zie De webbrowser gebruiken op pagina 49
voor meer informatie.
Weergeven op een mobiel apparaat
met Android™ of iOS
Toegang tot op de SD-kaart
opgeslagen gescande afbeeldingen
via ScanHub™. Zie Werken met ScanHub™ (Android™) op pagina 53
of Werken met ScanHub™ (iOS) op
pagina 53 voor meer informatie.
Weergeven op een computer via de
USB-verbinding
Toegang tot en weergave van op
de SD-kaart opgeslagen gescande
afbeeldingen via de computer als die
is aangesloten op de scanner met
behulp van de meegeleverde
micro-USB-kabel. Zie Werken met de
USB-verbinding tussen de scanner en
de computer op pagina 52 voor meer
informatie.
vii
1
Algemene informatie1
Scanneroverzicht
Voorzijde
8
1
1
2
7
6
5
4
1 Bovenklep
2 Bedieningspaneel
3 Resetknop
4 Batterijcompartiment
5Wi-Fi
OPMERKING
6 Documentgeleider
7 Invoersleuf
8 Linkerzijkant
®
-schakelaar (ON/OFF (Aan/Uit))
Schuif de Wi-Fi®-schakelaar in de stand OFF (Uit), als u de Wi-Fi®-functie niet gebruikt. Als u de
schakelaar in de stand ON (Aan) laat staan, wordt meer energie van de batterij gebruikt.
3
1
Algemene informatie
Achterzijde
1 Micro-USB-poort
2 SD-kaartsleuf
3 Papieruitworpsleuf
1
3
2
1
2
Algemene informatie
Overzicht bedieningspaneel
8
1
1
2
7
6
1Wi-Fi®-lampje
Geeft de status weer van de Wi-Fi
2 Knop Menu
Druk op de knop om de menu-instellingen op te geven.
3 Aan-/uitknop
• Druk op de knop om de scanner in te schakelen.
• Houd de knop ingedrukt om de scanner uit te schakelen.
4 Knop Start/OK
• Druk op de knop om een geselecteerd item te bevestigen.
• Voor Windows
Druk op Start om te scannen als u Button Manager V2 gebruikt.
Zie Werken met Button Manager V2 (voor Windows
®
®
-verbinding.
3
4
5
®
) op pagina 41 voor meer informatie.
• Voor Macintosh
Druk op Start om te scannen als u DSmobileCapture gebruikt.
Zie Werken met DSmobileCapture (voor Macintosh) op pagina 35 voor meer informatie.
5 Knop PDF/JPG ()
• Druk op de knop om de bestandsindeling voor de gescande afbeelding (PDF of JPEG) te wijzigen.
• Druk op de knop om door het menu en de opties te bladeren.
3
Algemene informatie
6 Knop HQ/STD ()
• Druk op de knop om de resolutie te wijzigen. HQ (High Quality - hoge kwaliteit) is 600 dpi en STD
(Standard - standaard) is 300 dpi.
• Druk op de knop om door het menu en de opties te bladeren.
7 Knop COLOR/MONO (Kleur/Zwart-wit) ()
• Druk op de knop om een andere scanmodus te kiezen (kleur of mono (zwart-wit)).
• Druk op de knop om terug te keren naar het vorige scherm.
8 LCD (Liquid Crystal Display)
Op het LCD-scherm worden berichten weergegeven voor het instellen en gebruiken van de scanner.
1
4
Algemene informatie
Op het LCD-scherm weergegeven items
1
1
6
5
2
3
4
1 SD
Wordt weergegeven als de SD-kaart in de SD-kaartsleuf van de scanner wordt geplaatst.
2 Resterende batterij-energie
3 Hier wordt het geselecteerde menu of de huidige status weergegeven.
Zie LCD-berichten op pagina 6 voor meer informatie over de berichten die worden weergegeven op het
LCD-scherm.
4 PDF/JPG
Geeft de geselecteerde bestandsindeling voor de gescande afbeelding weer (PDF of JPEG).
5 HQ/STD
Geeft de geselecteerde resolutie weer. HQ (High Quality - hoge kwaliteit) is 600 dpi en STD (Standard standaard) is 300 dpi.
6 COLOR/MONO
Geeft de scanmodus weer (kleur of mono (zwart-wit)).
5
Algemene informatie
LCD-berichten
TekstApparaatstatus
Het apparaat is aangesloten op de computer in de TWAIN-modus.
De SD-modus van het apparaat is actief (massaopslagmodus).
Zie Scannen in de SD-modus op pagina 17 voor meer informatie.
De BR-Docs-modus van het apparaat is actief.
Zie Scannen naar de cloudserver via een draadloos toegangspunt (BOL-modus) op
pagina 48 voor meer informatie.
Het menu voor het formatteren van een SD-kaart wordt weergegeven op het apparaat.
Zie Een SD-kaart formatteren op pagina 11 voor meer informatie.
Het menu voor het instellen van de klok wordt weergegeven op het apparaat.
Zie De klok instellen op pagina 8 voor meer informatie.
Het kalibratiemenu wordt weergegeven op het apparaat.
Zie Kalibreren met het bedieningspaneel op pagina 56 voor meer informatie.
Het menu voor het gebruiken van de functie Automatisch uitschakelen wordt weergegeven
op het apparaat.
Zie De functie Automatisch uitschakelen gebruiken op pagina 8 voor meer informatie.
Het apparaat is niet aangesloten op de computer en er is geen SD-kaart in de
SD-kaartsleuf geplaatst.
1
Meldingen lampje aan-/uitknop
LED-indicatieApparaatstatus
Geen lichtHet apparaat is niet aangesloten op de computer, of de li-ionbatterij is niet geplaatst.
Groen lichtHet apparaat is gereed om te scannen of laadt de batterij op.
Knipperend groenHet apparaat scant een document.
Snel knipperend roodEr is een fout opgetreden. De bovenklep is open, of er is een papierstoring opgetreden.
6
Algemene informatie
Meldingen van het Wi-Fi®-lampje
Wi-Fi®-lampjeWi-Fi®-status
Geen lichtDe Wi-Fi
WiFi
Brandt (rood)De Wi-Fi
Wi-Fi
40 seconden.
WiFi
®
-schakelaar staat in de stand OFF (Uit).
®
-schakelaar staat in de stand ON (Aan) en de scanner zoekt naar een
®
-verbinding. Het tot stand brengen van een Wi-Fi®-verbinding duurt ongeveer
1
Brandt (blauw)Er is een Wi-Fi
Zie Verbinden in AP-modus (toegangspuntmodus) op pagina 47 voor meer informatie.
WiFi
Knippert (blauw)De scanner zoekt naar een toegangspunt.
WiFi
Brandt (oranje)Er is een verbinding tot stand gebracht met een toegangspunt.
WiFi
Knippert (oranje)De scanner brengt gescande beelden over naar BR-Docs.
Zie Scannen naar de cloudserver via een draadloos toegangspunt (BOL-modus) op
WiFi
Knippert langzaam (rood) Verbinden met BR-Docs is mislukt.
pagina 48 voor meer informatie.
®
-verbinding tot stand gebracht (in AP-modus (toegangspuntmodus)).
WiFi
OPMERKING
Zet de Wi-Fi®-schakelaar in de stand OFF (Uit), als u de Wi-Fi®-functie niet gebruikt. Als u de schakelaar
in de stand ON (Aan) laat staan, wordt meer energie van de batterij gebruikt.
7
Algemene informatie
De klok instellen
Stel de klok van de scanner in op de juiste tijd voordat u begint met scannen.
1 Schakel de scanner in.
2 Druk op Menu op het bedieningspaneel van de scanner.
3 Druk op of tot TME wordt weergegeven op het LCD-scherm.
4 Druk op de knop Start/OK.
5 Druk op of om het jaar in te stellen.
6 Druk op Start/OK om het jaar te bevestigen.
OPMERKING
Druk op de knop COLOR/MONO (Kleur/Zwart-wit) () om terug te keren naar het vorige scherm.
7 Herhaal de stappen 5 en 6 om de maand, de dag, het uur (24-uurs formaat) en de minuten in te stellen.
1
8 Nadat u de minuten hebt ingesteld, wordt op het LCD-scherm OK weergegeven ten teken dat de klok is
ingesteld.
De functie Automatisch uitschakelen gebruiken
U kunt de scanner automatisch uitschakelen om energie te besparen. De scanner wordt automatisch
uitgeschakeld na vijf minuten inactiviteit.
OPMERKING
Als de Wi-Fi®-schakelaar in de stand ON (Aan) staat, is de functie uitgeschakeld.
1 Schakel de scanner in.
2 Druk op Menu op het bedieningspaneel van de scanner.
3 Druk op of tot PWR wordt weergegeven op het LCD-scherm.
4 Druk op de knop Start/OK.
5 Doe het volgende:
• Druk op of om YES te selecteren en de functie Automatisch uitschakelen in te schakelen.
• Druk op of om NO te selecteren en de functie Automatisch uitschakelen uit te schakelen.
6 Druk op de knop Start/OK.
7 Op het LCD-scherm wordt OK weergegeven ten teken dat de functie Automatisch uitschakelen is
ingesteld.
8
Algemene informatie
De batterij plaatsen
Plaats de meegeleverde li-ionbatterij in het uiteinde van de scanner zoals weergegeven in de afbeelding.
1
9
Algemene informatie
De batterij opladen
1 Schakel de computer in als die uit staat.
2 Sluit de meegeleverde micro-USB-kabel aan op de micro-USB-poort op de scanner.
3 Sluit de kabel aan op uw computer. De oplaadprocedure voor de batterij wordt meteen gestart.
4 De aan-/uitknop brandt groen als de batterij wordt opgeladen en dooft als het opladen is voltooid.
OPMERKING
• Houd de aan-/uitknop ingedrukt om de scanner uit te schakelen als de batterij wordt opgeladen.
U kunt de scanner opladen als de scanner is in- of uitgeschakeld, maar het opladen neemt meer tijd in
beslag als de scanner is ingeschakeld.
• Schuif de Wi-Fi
ingeschakeld.
• Bij inschakeling van de scanner wordt het batterijniveau weergegeven op het LCD-scherm.
BatterijpictogramBatterijniveau
®
-schakelaar in de stand OFF (Uit) als u de batterij oplaadt terwijl de scanner is
Vol
Half leeg
Bijna leeg
1
• Laad de batterij minstens eens in de zes maanden volledig op als u de scanner gedurende langere tijd
niet gebruikt; dat komt de levensduur van de batterij ten goede.
• Neem de batterij uit de scanner en berg hem op een koele, droge plaats met een gelijkmatige temperatuur
op als u de scanner gedurende langere tijd niet gebruikt.
10
Algemene informatie
Een SD-kaart formatteren
Als u een eigen SD-kaart aanschaft, moet die voor gebruik worden geformatteerd.
OPMERKING
Controleer of er geen belangrijke gegevens op de SD-kaart staan voordat u die formatteert. Als u een
SD-kaart formatteert die eerder in andere apparaten is gebruikt, gaan alle gegevens op die kaart verloren.
1 Plaats de SD-kaart in de SD-kaartsleuf.
2 Schakel de scanner in.
3 Controleer of SD wordt weergegeven op het LCD-scherm.
4 Druk op Menu op het bedieningspaneel van de scanner.
5 Druk op of tot FMT wordt weergegeven op het LCD-scherm.
6 Druk op de knop Start/OK.
7 Doe het volgende:
• Druk op of om YES te selecteren voor het formatteren van de SD-kaart en druk op Start/OK.
Op het LCD-scherm knipperen het SD-pictogram en FMT, de scanner begint met het formatteren van
de SD-kaart. Het formatteren is voltooid als op het LCD-scherm OK wordt weergegeven.
• Druk op of om NO te selecteren om het formatteren af te breken en druk op Start/OK.
1
11
2
Documentspecificaties2
Geschikte documenten
StandaardpapierLengte90 tot 812,8 mm
Breedte55 tot 215,9 mm
Gewicht60 tot 105 g/m
Gebruik het hulpblad om dunnere documenten te scannen
(zie Het hulpblad laden op pagina 15).
Maximum aantal pagina’s1 pagina
StandaardpapierformaatA4210 × 297 mm
A5148 × 210 mm
A6105 × 148 mm
A774 × 105 mm
A852 × 74 mm
B5182 × 257 mm
B6128 × 182 mm
B791 × 128 mm
B864 × 91 mm
Legal215,9 × 355,6 mm
Letter215,9 × 279,4 mm
2
2
Plastic kaartenLengte40 tot 86 mm
Breedte40 tot 86 mm
Standaardformaat (ISO)85,6 × 54,0 × 0,76 mm
MateriaalPlastic (PET)
TypePlastic kaarten zoals rijbewijzen en verzekeringspasjes
DikteMinder dan 0,8 mm
Maximum aantal pagina’s1 pagina
BonnenLengte90 tot 812,8 mm
Breedte55 tot 215,9 mm
DikteMeer dan 0,04 mm
Maximum aantal pagina’s1 pagina
12
Documentspecificaties
Niet acceptabele documenten
Documenten met paperclips of nietjes
Documenten waarvan de inkt nog nat is
Stoffen of metalen vellen, OHP-vellen
Glossy of reflecterende media
Plastic kaarten met reliëf
Documenten die dikker zijn dan aanbevolen
Documenten waarvoor het gebruik van het hulpblad wordt
aanbevolen
Gebruik het meegeleverde hulpblad als u het volgende scant:
Documenten met een vel carbonpapier aan de achterkant
Documenten die met potlood zijn geschreven
Documenten die smaller zijn dan 55 mm
Documenten die korter zijn dan 90 mm
Documenten die niet overal even dik zijn, zoals enveloppen
Documenten met grote kreukels of krullen
Verbogen of beschadigde documenten
2
Documenten die calqueerpapier gebruiken
Documenten die gecacheerd papier gebruiken
Foto’s (fotopapier)
Documenten die zijn afgedrukt op geperforeerd papier
Documenten die zijn afgedrukt op papier met een ongebruikelijke vorm (niet vierkant of rechthoekig)
Documenten waaraan foto’s, notities of stickers zijn gehecht
Documenten die carbonvrij papier gebruiken
Documenten die losse vellen papier gebruiken of papier met gaten erin
Fotografische negatieven
Zie Het hulpblad laden op pagina 15 voor meer informatie over het gebruik van het hulpblad bij het scannen.
BELANGRIJK
• Leg het hulpblad niet in direct zonlicht of op een plek waar het wordt blootgesteld aan hoge temperaturen
of een hoge vochtigheidsgraad. Het blad kan hierdoor kromtrekken.
• Leg geen zware of grote voorwerpen op het hulpblad.
• Buig het hulpblad niet en trek er niet aan. Als het hulpblad beschadigd raakt, is het mogelijk niet langer
bruikbaar om te scannen, en dient u het niet meer te gebruiken.
13
3
Scannen voorbereiden3
Een document laden
BELANGRIJK
• Plaats altijd maar één document in de scanner. Plaats het volgende document pas als het eerste
document volledig is gescand. Als u meerdere documenten tegelijk invoert, zou dat storingen in de
scanner kunnen veroorzaken.
• Trek NIET aan het document als het wordt ingevoerd.
• Gebruik GEEN papier dat is omgekruld, gekreukeld, gevouwen, gescheurd, geniet of dat is vastgemaakt
met paperclips, lijm of plakband.
• Probeer GEEN karton of stoffen te scannen.
OPMERKING
• Zorg voor voldoende ruimte achter de papieruitworpsleuf. Het gescande document wordt aan de
achterzijde van de scanner uitgeworpen.
• Zorg ervoor dat documenten met inkt of correctievloeistof volledig droog zijn.
• Tijdens het scannen kunnen bepaalde typen plastic kaarten krassen oplopen. We bevelen aan om het
hulpblad te gebruiken, om schade aan de kaart te voorkomen. Zie Het hulpblad laden op pagina 15 voor
meer informatie.
3
1 Plaats het document 1 met de tekst omhoog in de invoersleuf 2 en lijn de linkerzijkant van de pagina
uit met linkerzijkant van de invoersleuf
Als u een plastic kaart wilt scannen
invoersleuf
2 en lijnt u de linkerzijkant van de kaart uit met linkerzijkant van de invoersleuf 3.
3.
1, plaatst u de plastic kaart met de bovenrand vooraan in de
2 Schuif de documentgeleider 4 aan tot die de rechterrand van het document raakt.
3 Schuif het document rustig in de invoersleuf totdat u voelt dat de bovenrand het inwendige van de
scanner raakt.
43
2
1
OPMERKING
Als u een document plaatst terwijl SD wordt weergegeven op het LCD-scherm, begint het scannen
automatisch.
43
1
2
14
Scannen voorbereiden
Het hulpblad laden
OPMERKING
Zorg ervoor dat documenten met inkt of correctievloeistof volledig droog zijn.
1 Plaats het document dat u wilt scannen in de linkerhoek van het hulpblad en lijn de bovenrand van het
document uit met de linkerbovenhoek van het hulpblad.
2 Plaats het hulpblad 1, met de tekst van het document omhoog, met de zwarte rand vooraan in de
invoersleuf
2 en lijn de linkerzijkant van het hulpblad uit met linkerzijkant van de invoersleuf 3.
3 Schuif de documentgeleider 4 tegen de rechterrand van het hulpblad.
4 Schuif het hulpblad rustig in de invoersleuf totdat u voelt dat de bovenrand het inwendige van de
scanner raakt.
3
43
2
1
15
Scannen voorbereiden
Belangrijke tips voor het hulpblad
Laad het hulpblad niet ondersteboven. Hierdoor kunnen documenten vastlopen. Zie Het hulpblad laden
op pagina 15 voor meer informatie.
Plaats niet meerdere kleine documenten tegelijk in het hulpblad. Hierdoor kunnen documenten vastlopen.
Plaats altijd maar één document in het hulpblad.
Schrijf niet op het hulpblad. De geschreven tekst kan zichtbaar zijn in gescande documenten. Wrijf het
hulpblad met een droge doek schoon als het vuil is.
Laat documenten niet gedurende langere tijd in het hulpblad zitten, omdat ze dan kunnen afgeven op het
hulpblad.
3
16
4
Scannen met het bedieningspaneel4
Scannen in de SD-modus
1 Plaats de SD-kaart in de SD-kaartsleuf.
OPMERKING
Als u een zelf gekochte SD-kaart gebruikt, moet die voor gebruik worden geformatteerd. Zie Een SD-kaart
formatteren op pagina 11 voor meer informatie over het formatteren van de SD-kaart op de scanner.
4
2 Schakel de scanner in.
3 Controleer of SD wordt weergegeven op het LCD-scherm.
4 Druk zo nodig op de knoppen COLOR/MONO (Kleur/Zwart-wit), PDF/JPG en HQ/STD op het
bedieningspaneel om scaninstellingen te wijzigen.
5 Plaats het document.
6 De scanner begint automatisch te scannen.
Het lampje van de aan-/uitknop knippert groen en op het LCD-scherm knippert SD.
7 Het gescande beeld wordt opgeslagen op de SD-kaart.
Controleer het resultaat zodat u zeker weet dat de scanner correct heeft gefunctioneerd.
OPMERKING
Zie Toegang tot gescande afbeeldingen op de SD-kaart op pagina 49 voor meer informatie over toegang
tot de gescande beelden op de SD-kaart.
17
5
Scannen met de computer5
Het scannerstuurprogramma en scannersoftware installeren
Voor gebruikers van Windows
OPMERKING
• Zorg ervoor dat de computer is ingeschakeld en dat u bent aangemeld met beheerderrechten.
• Sluit de micro-USB-kabel nog NIET aan.
• Ga naar de pagina voor uw model op http://solutions.brother.com/
heeft, als er op de dvd-rom geen stuurprogramma’s staan voor uw besturingssysteem, of als u
handleidingen en hulpprogramma’s wilt downloaden
®
als uw computer geen dvd-romstation
1 Plaats de dvd-rom.
2 Klik op Scanner driver installeren en volg de aanwijzingen op het scherm als het scherm Instellen
wordt weergegeven.
5
OPMERKING
• Als het scherm Brother niet automatisch wordt geopend, gaat u naar Deze computer (Computer),
dubbelklikt u op het pictogram van de cd-rom, en dubbelklikt u vervolgens op AutoRun.exe.
• Bij het installeren van het scannerstuurprogramma wordt tevens DSmobileCapture (een scantoepassing)
geïnstalleerd. Zie Werken met DSmobileCapture (voor Windows
over het werken met DSmobileCapture.
®
) op pagina 24 voor meer informatie
18
Scannen met de computer
3 Klik op Extra toepassingen om extra toepassingen te installeren tijdens de setup.