Dank u voor de aanschaf van een Brother-apparaat! Het lezen van de documentatie helpt u bij het optimaal
benutten van uw apparaat.
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden
De volgende symbolen en conventies worden in de documentatie gebruikt.
BELANGRIJKBELANGRIJK geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan die, als deze niet wordt
voorkomen, kan resulteren in schade aan eigendommen, storingen of een nietwerkend product.
OPMERKINGOpmerkingen leggen uit wat u in een bepaalde situatie moet doen of hoe de
bewerking met andere functies werkt.
VetToetsen op het bedieningspaneel van het apparaat of knoppen op het scherm van
de computer zijn vetgedrukt.
CursiefCursief gedrukte tekst benadrukt een belangrijk punt of verwijst naar een verwant
onderwerp.
Courier NewMeldingen op het LCD-scherm van het apparaat worden weergegeven met het
letterype Courier New.
OPMERKING
Als u werkt met een tablet waarop Windows® is geïnstalleerd, kunt u selecteren door te tikken op het
scherm of met de muis te klikken.
i
Handelsmerken
Het Brother-logo, Brother en DSmobile zijn gedeponeerde handelsmerken van Brother Industries, Ltd.
Apple, Macintosh, Mac OS, iOS en App Store zijn handelsmerken van Apple Inc., gedeponeerd in de
Verenigde Staten en andere landen.
Windows en Windows Vista zijn gedeponeerde handelsmerken of handelsmerken van Microsoft Corporation
in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Wi-Fi is een gedeponeerd handelsmerk van de Wi-Fi Alliance.
Google Play en Android zijn handelsmerken van Google Inc.
Nuance, het Nuance-logo en PaperPort zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nuance
Communications, Inc. of zijn partners in de Verenigde Staten en/of andere landen.
Alle andere merknamen en productnamen van bedrijven vermeld op Brother-producten, in
gerelateerde documentatie en ander materiaal, zijn handelsmerken of wettig gedeponeerde
handelsmerken van de desbetreffende bedrijven.
De klok instellen ........................................................................................................................................8
De functie Automatisch uitschakelen gebruiken .......................................................................................8
De batterij plaatsen ...................................................................................................................................9
De batterij opladen ..................................................................................................................................10
Een SD-kaart formatteren .......................................................................................................................11
Een document laden ...............................................................................................................................14
Het hulpblad laden ..................................................................................................................................15
Belangrijke tips voor het hulpblad .....................................................................................................16
4Scannen met het bedieningspaneel 17
Scannen in de SD-modus .......................................................................................................................17
5Scannen met de computer 18
Het scannerstuurprogramma en scannersoftware installeren ................................................................18
Voor gebruikers van Windows
Voor gebruikers van een Macintosh .................................................................................................20
De scanner aansluiten op de computer in TWAIN-modus ......................................................................22
Voor klantenservice ..........................................................................................................................78
Technische ondersteuning (voor PageManager en BizCard) .................................................................79
v
Basisfuncties
Gescande afbeeldingen opslaan
Scannen naar de computer
U kunt gescande afbeeldingen opslaan op de computer
als u de micro-USB-kabel gebruikt om de scanner aan te
sluiten op de computer. Zie Scannen met de computer op
pagina 18 voor meer informatie.
Scannen naar de cloudserver
U kunt gescande afbeeldingen opslaan in BR-Docs
(Brother Online-opslag) met behulp van het
knoppenpaneel van Button Manager V2. Zie de
Gebruikershandleiding Button Manager V2 voor meer
informatie.
*1
*2, 3
Scannen naar een SD-geheugenkaart (SD-kaart)
U kunt gescande afbeeldingen opslaan op de SD-kaart
die wordt meegeleverd bij de scanner. Zie Scannen met het bedieningspaneel op pagina 17 voor meer informatie.
U kunt gescande afbeeldingen opslaan in BR-Docs met
behulp van het bedieningspaneel van de scanner.
Daartoe dient u eerst een verbinding tussen de scanner
en internet tot stand te brengen via een toegangspunt.
Zie Scannen naar de cloudserver via een draadloos toegangspunt (BOL-modus) op pagina 48 voor meer
informatie.
*1: Deze functie is niet beschikbaar als de Wi-Fi®-verbinding actief is.
*2: Voor het gebruik van deze functie is een Brother Online-account vereist.
*3: Voor het gebruik van deze functie is een verbinding met internet vereist.
vi
Toegang tot gescande afbeeldingen op de SD-kaart
Weergeven in de browser
Toegang tot op de SD-kaart
opgeslagen gescande afbeeldingen
met de webbrowser van een tablet of
computer met draadloos LAN. Zie De webbrowser gebruiken op pagina 49
voor meer informatie.
Weergeven op een mobiel apparaat
met Android™ of iOS
Toegang tot op de SD-kaart
opgeslagen gescande afbeeldingen
via ScanHub™. Zie Werken met ScanHub™ (Android™) op pagina 53
of Werken met ScanHub™ (iOS) op
pagina 53 voor meer informatie.
Weergeven op een computer via de
USB-verbinding
Toegang tot en weergave van op
de SD-kaart opgeslagen gescande
afbeeldingen via de computer als die
is aangesloten op de scanner met
behulp van de meegeleverde
micro-USB-kabel. Zie Werken met de
USB-verbinding tussen de scanner en
de computer op pagina 52 voor meer
informatie.
vii
1
Algemene informatie1
Scanneroverzicht
Voorzijde
8
1
1
2
7
6
5
4
1 Bovenklep
2 Bedieningspaneel
3 Resetknop
4 Batterijcompartiment
5Wi-Fi
OPMERKING
6 Documentgeleider
7 Invoersleuf
8 Linkerzijkant
®
-schakelaar (ON/OFF (Aan/Uit))
Schuif de Wi-Fi®-schakelaar in de stand OFF (Uit), als u de Wi-Fi®-functie niet gebruikt. Als u de
schakelaar in de stand ON (Aan) laat staan, wordt meer energie van de batterij gebruikt.
3
1
Algemene informatie
Achterzijde
1 Micro-USB-poort
2 SD-kaartsleuf
3 Papieruitworpsleuf
1
3
2
1
2
Algemene informatie
Overzicht bedieningspaneel
8
1
1
2
7
6
1Wi-Fi®-lampje
Geeft de status weer van de Wi-Fi
2 Knop Menu
Druk op de knop om de menu-instellingen op te geven.
3 Aan-/uitknop
• Druk op de knop om de scanner in te schakelen.
• Houd de knop ingedrukt om de scanner uit te schakelen.
4 Knop Start/OK
• Druk op de knop om een geselecteerd item te bevestigen.
• Voor Windows
Druk op Start om te scannen als u Button Manager V2 gebruikt.
Zie Werken met Button Manager V2 (voor Windows
®
®
-verbinding.
3
4
5
®
) op pagina 41 voor meer informatie.
• Voor Macintosh
Druk op Start om te scannen als u DSmobileCapture gebruikt.
Zie Werken met DSmobileCapture (voor Macintosh) op pagina 35 voor meer informatie.
5 Knop PDF/JPG ()
• Druk op de knop om de bestandsindeling voor de gescande afbeelding (PDF of JPEG) te wijzigen.
• Druk op de knop om door het menu en de opties te bladeren.
3
Algemene informatie
6 Knop HQ/STD ()
• Druk op de knop om de resolutie te wijzigen. HQ (High Quality - hoge kwaliteit) is 600 dpi en STD
(Standard - standaard) is 300 dpi.
• Druk op de knop om door het menu en de opties te bladeren.
7 Knop COLOR/MONO (Kleur/Zwart-wit) ()
• Druk op de knop om een andere scanmodus te kiezen (kleur of mono (zwart-wit)).
• Druk op de knop om terug te keren naar het vorige scherm.
8 LCD (Liquid Crystal Display)
Op het LCD-scherm worden berichten weergegeven voor het instellen en gebruiken van de scanner.
1
4
Algemene informatie
Op het LCD-scherm weergegeven items
1
1
6
5
2
3
4
1 SD
Wordt weergegeven als de SD-kaart in de SD-kaartsleuf van de scanner wordt geplaatst.
2 Resterende batterij-energie
3 Hier wordt het geselecteerde menu of de huidige status weergegeven.
Zie LCD-berichten op pagina 6 voor meer informatie over de berichten die worden weergegeven op het
LCD-scherm.
4 PDF/JPG
Geeft de geselecteerde bestandsindeling voor de gescande afbeelding weer (PDF of JPEG).
5 HQ/STD
Geeft de geselecteerde resolutie weer. HQ (High Quality - hoge kwaliteit) is 600 dpi en STD (Standard standaard) is 300 dpi.
6 COLOR/MONO
Geeft de scanmodus weer (kleur of mono (zwart-wit)).
5
Algemene informatie
LCD-berichten
TekstApparaatstatus
Het apparaat is aangesloten op de computer in de TWAIN-modus.
De SD-modus van het apparaat is actief (massaopslagmodus).
Zie Scannen in de SD-modus op pagina 17 voor meer informatie.
De BR-Docs-modus van het apparaat is actief.
Zie Scannen naar de cloudserver via een draadloos toegangspunt (BOL-modus) op
pagina 48 voor meer informatie.
Het menu voor het formatteren van een SD-kaart wordt weergegeven op het apparaat.
Zie Een SD-kaart formatteren op pagina 11 voor meer informatie.
Het menu voor het instellen van de klok wordt weergegeven op het apparaat.
Zie De klok instellen op pagina 8 voor meer informatie.
Het kalibratiemenu wordt weergegeven op het apparaat.
Zie Kalibreren met het bedieningspaneel op pagina 56 voor meer informatie.
Het menu voor het gebruiken van de functie Automatisch uitschakelen wordt weergegeven
op het apparaat.
Zie De functie Automatisch uitschakelen gebruiken op pagina 8 voor meer informatie.
Het apparaat is niet aangesloten op de computer en er is geen SD-kaart in de
SD-kaartsleuf geplaatst.
1
Meldingen lampje aan-/uitknop
LED-indicatieApparaatstatus
Geen lichtHet apparaat is niet aangesloten op de computer, of de li-ionbatterij is niet geplaatst.
Groen lichtHet apparaat is gereed om te scannen of laadt de batterij op.
Knipperend groenHet apparaat scant een document.
Snel knipperend roodEr is een fout opgetreden. De bovenklep is open, of er is een papierstoring opgetreden.
6
Algemene informatie
Meldingen van het Wi-Fi®-lampje
Wi-Fi®-lampjeWi-Fi®-status
Geen lichtDe Wi-Fi
WiFi
Brandt (rood)De Wi-Fi
Wi-Fi
40 seconden.
WiFi
®
-schakelaar staat in de stand OFF (Uit).
®
-schakelaar staat in de stand ON (Aan) en de scanner zoekt naar een
®
-verbinding. Het tot stand brengen van een Wi-Fi®-verbinding duurt ongeveer
1
Brandt (blauw)Er is een Wi-Fi
Zie Verbinden in AP-modus (toegangspuntmodus) op pagina 47 voor meer informatie.
WiFi
Knippert (blauw)De scanner zoekt naar een toegangspunt.
WiFi
Brandt (oranje)Er is een verbinding tot stand gebracht met een toegangspunt.
WiFi
Knippert (oranje)De scanner brengt gescande beelden over naar BR-Docs.
Zie Scannen naar de cloudserver via een draadloos toegangspunt (BOL-modus) op
WiFi
Knippert langzaam (rood) Verbinden met BR-Docs is mislukt.
pagina 48 voor meer informatie.
®
-verbinding tot stand gebracht (in AP-modus (toegangspuntmodus)).
WiFi
OPMERKING
Zet de Wi-Fi®-schakelaar in de stand OFF (Uit), als u de Wi-Fi®-functie niet gebruikt. Als u de schakelaar
in de stand ON (Aan) laat staan, wordt meer energie van de batterij gebruikt.
7
Algemene informatie
De klok instellen
Stel de klok van de scanner in op de juiste tijd voordat u begint met scannen.
1 Schakel de scanner in.
2 Druk op Menu op het bedieningspaneel van de scanner.
3 Druk op of tot TME wordt weergegeven op het LCD-scherm.
4 Druk op de knop Start/OK.
5 Druk op of om het jaar in te stellen.
6 Druk op Start/OK om het jaar te bevestigen.
OPMERKING
Druk op de knop COLOR/MONO (Kleur/Zwart-wit) () om terug te keren naar het vorige scherm.
7 Herhaal de stappen 5 en 6 om de maand, de dag, het uur (24-uurs formaat) en de minuten in te stellen.
1
8 Nadat u de minuten hebt ingesteld, wordt op het LCD-scherm OK weergegeven ten teken dat de klok is
ingesteld.
De functie Automatisch uitschakelen gebruiken
U kunt de scanner automatisch uitschakelen om energie te besparen. De scanner wordt automatisch
uitgeschakeld na vijf minuten inactiviteit.
OPMERKING
Als de Wi-Fi®-schakelaar in de stand ON (Aan) staat, is de functie uitgeschakeld.
1 Schakel de scanner in.
2 Druk op Menu op het bedieningspaneel van de scanner.
3 Druk op of tot PWR wordt weergegeven op het LCD-scherm.
4 Druk op de knop Start/OK.
5 Doe het volgende:
• Druk op of om YES te selecteren en de functie Automatisch uitschakelen in te schakelen.
• Druk op of om NO te selecteren en de functie Automatisch uitschakelen uit te schakelen.
6 Druk op de knop Start/OK.
7 Op het LCD-scherm wordt OK weergegeven ten teken dat de functie Automatisch uitschakelen is
ingesteld.
8
Algemene informatie
De batterij plaatsen
Plaats de meegeleverde li-ionbatterij in het uiteinde van de scanner zoals weergegeven in de afbeelding.
1
9
Algemene informatie
De batterij opladen
1 Schakel de computer in als die uit staat.
2 Sluit de meegeleverde micro-USB-kabel aan op de micro-USB-poort op de scanner.
3 Sluit de kabel aan op uw computer. De oplaadprocedure voor de batterij wordt meteen gestart.
4 De aan-/uitknop brandt groen als de batterij wordt opgeladen en dooft als het opladen is voltooid.
OPMERKING
• Houd de aan-/uitknop ingedrukt om de scanner uit te schakelen als de batterij wordt opgeladen.
U kunt de scanner opladen als de scanner is in- of uitgeschakeld, maar het opladen neemt meer tijd in
beslag als de scanner is ingeschakeld.
• Schuif de Wi-Fi
ingeschakeld.
• Bij inschakeling van de scanner wordt het batterijniveau weergegeven op het LCD-scherm.
BatterijpictogramBatterijniveau
®
-schakelaar in de stand OFF (Uit) als u de batterij oplaadt terwijl de scanner is
Vol
Half leeg
Bijna leeg
1
• Laad de batterij minstens eens in de zes maanden volledig op als u de scanner gedurende langere tijd
niet gebruikt; dat komt de levensduur van de batterij ten goede.
• Neem de batterij uit de scanner en berg hem op een koele, droge plaats met een gelijkmatige temperatuur
op als u de scanner gedurende langere tijd niet gebruikt.
10
Algemene informatie
Een SD-kaart formatteren
Als u een eigen SD-kaart aanschaft, moet die voor gebruik worden geformatteerd.
OPMERKING
Controleer of er geen belangrijke gegevens op de SD-kaart staan voordat u die formatteert. Als u een
SD-kaart formatteert die eerder in andere apparaten is gebruikt, gaan alle gegevens op die kaart verloren.
1 Plaats de SD-kaart in de SD-kaartsleuf.
2 Schakel de scanner in.
3 Controleer of SD wordt weergegeven op het LCD-scherm.
4 Druk op Menu op het bedieningspaneel van de scanner.
5 Druk op of tot FMT wordt weergegeven op het LCD-scherm.
6 Druk op de knop Start/OK.
7 Doe het volgende:
• Druk op of om YES te selecteren voor het formatteren van de SD-kaart en druk op Start/OK.
Op het LCD-scherm knipperen het SD-pictogram en FMT, de scanner begint met het formatteren van
de SD-kaart. Het formatteren is voltooid als op het LCD-scherm OK wordt weergegeven.
• Druk op of om NO te selecteren om het formatteren af te breken en druk op Start/OK.
1
11
2
Documentspecificaties2
Geschikte documenten
StandaardpapierLengte90 tot 812,8 mm
Breedte55 tot 215,9 mm
Gewicht60 tot 105 g/m
Gebruik het hulpblad om dunnere documenten te scannen
(zie Het hulpblad laden op pagina 15).
Maximum aantal pagina’s1 pagina
StandaardpapierformaatA4210 × 297 mm
A5148 × 210 mm
A6105 × 148 mm
A774 × 105 mm
A852 × 74 mm
B5182 × 257 mm
B6128 × 182 mm
B791 × 128 mm
B864 × 91 mm
Legal215,9 × 355,6 mm
Letter215,9 × 279,4 mm
2
2
Plastic kaartenLengte40 tot 86 mm
Breedte40 tot 86 mm
Standaardformaat (ISO)85,6 × 54,0 × 0,76 mm
MateriaalPlastic (PET)
TypePlastic kaarten zoals rijbewijzen en verzekeringspasjes
DikteMinder dan 0,8 mm
Maximum aantal pagina’s1 pagina
BonnenLengte90 tot 812,8 mm
Breedte55 tot 215,9 mm
DikteMeer dan 0,04 mm
Maximum aantal pagina’s1 pagina
12
Documentspecificaties
Niet acceptabele documenten
Documenten met paperclips of nietjes
Documenten waarvan de inkt nog nat is
Stoffen of metalen vellen, OHP-vellen
Glossy of reflecterende media
Plastic kaarten met reliëf
Documenten die dikker zijn dan aanbevolen
Documenten waarvoor het gebruik van het hulpblad wordt
aanbevolen
Gebruik het meegeleverde hulpblad als u het volgende scant:
Documenten met een vel carbonpapier aan de achterkant
Documenten die met potlood zijn geschreven
Documenten die smaller zijn dan 55 mm
Documenten die korter zijn dan 90 mm
Documenten die niet overal even dik zijn, zoals enveloppen
Documenten met grote kreukels of krullen
Verbogen of beschadigde documenten
2
Documenten die calqueerpapier gebruiken
Documenten die gecacheerd papier gebruiken
Foto’s (fotopapier)
Documenten die zijn afgedrukt op geperforeerd papier
Documenten die zijn afgedrukt op papier met een ongebruikelijke vorm (niet vierkant of rechthoekig)
Documenten waaraan foto’s, notities of stickers zijn gehecht
Documenten die carbonvrij papier gebruiken
Documenten die losse vellen papier gebruiken of papier met gaten erin
Fotografische negatieven
Zie Het hulpblad laden op pagina 15 voor meer informatie over het gebruik van het hulpblad bij het scannen.
BELANGRIJK
• Leg het hulpblad niet in direct zonlicht of op een plek waar het wordt blootgesteld aan hoge temperaturen
of een hoge vochtigheidsgraad. Het blad kan hierdoor kromtrekken.
• Leg geen zware of grote voorwerpen op het hulpblad.
• Buig het hulpblad niet en trek er niet aan. Als het hulpblad beschadigd raakt, is het mogelijk niet langer
bruikbaar om te scannen, en dient u het niet meer te gebruiken.
13
3
Scannen voorbereiden3
Een document laden
BELANGRIJK
• Plaats altijd maar één document in de scanner. Plaats het volgende document pas als het eerste
document volledig is gescand. Als u meerdere documenten tegelijk invoert, zou dat storingen in de
scanner kunnen veroorzaken.
• Trek NIET aan het document als het wordt ingevoerd.
• Gebruik GEEN papier dat is omgekruld, gekreukeld, gevouwen, gescheurd, geniet of dat is vastgemaakt
met paperclips, lijm of plakband.
• Probeer GEEN karton of stoffen te scannen.
OPMERKING
• Zorg voor voldoende ruimte achter de papieruitworpsleuf. Het gescande document wordt aan de
achterzijde van de scanner uitgeworpen.
• Zorg ervoor dat documenten met inkt of correctievloeistof volledig droog zijn.
• Tijdens het scannen kunnen bepaalde typen plastic kaarten krassen oplopen. We bevelen aan om het
hulpblad te gebruiken, om schade aan de kaart te voorkomen. Zie Het hulpblad laden op pagina 15 voor
meer informatie.
3
1 Plaats het document 1 met de tekst omhoog in de invoersleuf 2 en lijn de linkerzijkant van de pagina
uit met linkerzijkant van de invoersleuf
Als u een plastic kaart wilt scannen
invoersleuf
2 en lijnt u de linkerzijkant van de kaart uit met linkerzijkant van de invoersleuf 3.
3.
1, plaatst u de plastic kaart met de bovenrand vooraan in de
2 Schuif de documentgeleider 4 aan tot die de rechterrand van het document raakt.
3 Schuif het document rustig in de invoersleuf totdat u voelt dat de bovenrand het inwendige van de
scanner raakt.
43
2
1
OPMERKING
Als u een document plaatst terwijl SD wordt weergegeven op het LCD-scherm, begint het scannen
automatisch.
43
1
2
14
Scannen voorbereiden
Het hulpblad laden
OPMERKING
Zorg ervoor dat documenten met inkt of correctievloeistof volledig droog zijn.
1 Plaats het document dat u wilt scannen in de linkerhoek van het hulpblad en lijn de bovenrand van het
document uit met de linkerbovenhoek van het hulpblad.
2 Plaats het hulpblad 1, met de tekst van het document omhoog, met de zwarte rand vooraan in de
invoersleuf
2 en lijn de linkerzijkant van het hulpblad uit met linkerzijkant van de invoersleuf 3.
3 Schuif de documentgeleider 4 tegen de rechterrand van het hulpblad.
4 Schuif het hulpblad rustig in de invoersleuf totdat u voelt dat de bovenrand het inwendige van de
scanner raakt.
3
43
2
1
15
Scannen voorbereiden
Belangrijke tips voor het hulpblad
Laad het hulpblad niet ondersteboven. Hierdoor kunnen documenten vastlopen. Zie Het hulpblad laden
op pagina 15 voor meer informatie.
Plaats niet meerdere kleine documenten tegelijk in het hulpblad. Hierdoor kunnen documenten vastlopen.
Plaats altijd maar één document in het hulpblad.
Schrijf niet op het hulpblad. De geschreven tekst kan zichtbaar zijn in gescande documenten. Wrijf het
hulpblad met een droge doek schoon als het vuil is.
Laat documenten niet gedurende langere tijd in het hulpblad zitten, omdat ze dan kunnen afgeven op het
hulpblad.
3
16
4
Scannen met het bedieningspaneel4
Scannen in de SD-modus
1 Plaats de SD-kaart in de SD-kaartsleuf.
OPMERKING
Als u een zelf gekochte SD-kaart gebruikt, moet die voor gebruik worden geformatteerd. Zie Een SD-kaart
formatteren op pagina 11 voor meer informatie over het formatteren van de SD-kaart op de scanner.
4
2 Schakel de scanner in.
3 Controleer of SD wordt weergegeven op het LCD-scherm.
4 Druk zo nodig op de knoppen COLOR/MONO (Kleur/Zwart-wit), PDF/JPG en HQ/STD op het
bedieningspaneel om scaninstellingen te wijzigen.
5 Plaats het document.
6 De scanner begint automatisch te scannen.
Het lampje van de aan-/uitknop knippert groen en op het LCD-scherm knippert SD.
7 Het gescande beeld wordt opgeslagen op de SD-kaart.
Controleer het resultaat zodat u zeker weet dat de scanner correct heeft gefunctioneerd.
OPMERKING
Zie Toegang tot gescande afbeeldingen op de SD-kaart op pagina 49 voor meer informatie over toegang
tot de gescande beelden op de SD-kaart.
17
5
Scannen met de computer5
Het scannerstuurprogramma en scannersoftware installeren
Voor gebruikers van Windows
OPMERKING
• Zorg ervoor dat de computer is ingeschakeld en dat u bent aangemeld met beheerderrechten.
• Sluit de micro-USB-kabel nog NIET aan.
• Ga naar de pagina voor uw model op http://solutions.brother.com/
heeft, als er op de dvd-rom geen stuurprogramma’s staan voor uw besturingssysteem, of als u
handleidingen en hulpprogramma’s wilt downloaden
®
als uw computer geen dvd-romstation
1 Plaats de dvd-rom.
2 Klik op Scanner driver installeren en volg de aanwijzingen op het scherm als het scherm Instellen
wordt weergegeven.
5
OPMERKING
• Als het scherm Brother niet automatisch wordt geopend, gaat u naar Deze computer (Computer),
dubbelklikt u op het pictogram van de cd-rom, en dubbelklikt u vervolgens op AutoRun.exe.
• Bij het installeren van het scannerstuurprogramma wordt tevens DSmobileCapture (een scantoepassing)
geïnstalleerd. Zie Werken met DSmobileCapture (voor Windows
over het werken met DSmobileCapture.
®
) op pagina 24 voor meer informatie
18
Scannen met de computer
3 Klik op Extra toepassingen om extra toepassingen te installeren tijdens de setup.
• PaperPort™ 12SE: documenten scannen, bewerken en beheren
• Presto! BizCard 6: visitekaartjes scannen, bewerken en beheren
5
OPMERKING
Zie Scansoftware kiezen op pagina 23 voor meer informatie over welke scansoftware het beste aan uw
wensen tegemoet komt.
19
Scannen met de computer
Voor gebruikers van een Macintosh
OPMERKING
• Zorg ervoor dat de computer is ingeschakeld en dat u bent aangemeld met beheerderrechten.
• Sluit de micro-USB-kabel nog NIET aan.
• Ga naar de pagina voor uw model op http://solutions.brother.com/
heeft, als er op de dvd-rom geen stuurprogramma’s staan voor uw besturingssysteem, of als u
handleidingen en hulpprogramma’s wilt downloaden
als uw computer geen dvd-romstation
1 Plaats de dvd-rom.
2 Dubbelklik op het dvd-pictogram en vervolgens op DS-820W.
3 Dubbelklik op Brother DS-820W en volg de aanwijzingen op het scherm om het
scannerstuurprogramma te installeren.
5
OPMERKING
Bij het installeren van het scannerstuurprogramma wordt tevens DSmobileCapture (een scantoepassing)
geïnstalleerd. Zie Werken met DSmobileCapture (voor Macintosh) op pagina 35 voor meer informatie over
het werken met DSmobileCapture.
20
Scannen met de computer
4 Klik op een van deze mappen om de toepassing tijdens de setup te installeren.
• Presto! PageManager 9: documenten scannen, bewerken en beheren
• Presto! BizCard 6: visitekaartjes scannen, bewerken en beheren
OPMERKING
• Als u op Presto! PageManager of Presto! BizCard dubbelklikt, wordt u omgeleid naar de website van
NewSoft Technology Corporation. U kunt de toepassingen van deze website downloaden.
•Zie Scansoftware kiezen op pagina 23 voor meer informatie over welke scansoftware het beste aan uw
wensen tegemoet komt.
5
21
Scannen met de computer
De scanner aansluiten op de computer in TWAIN-modus
Selecteer TWAIN-modus op de computer voordat u begint met het scannen van een document met behulp
®
van de scansoftware. Zie de stappen 1 tot en met 3 van Werken met DSmobileCapture (voor Windows
pagina 24 voor het selecteren van de TWAIN-modus.
1 Schakel de scanner in.
2 Sluit de micro-USB-kabel aan op de micro-USB-poort van de scanner. Sluit de kabel aan op uw
computer.
3 Druk op de knop Start/OK op de scanner om PC weer te geven op het LCD-scherm.
) op
5
22
Scannen met de computer
Scansoftware kiezen
Selecteer nadat u de scanstuurprogramma’s hebt gedownload, een scantoepassing voor het opslaan van
gescande afbeeldingen op de computer. Brother biedt u een aantal opties aan op de dvd-rom; Bepaal met
behulp van deze tabel welke scantoepassing voor u geschikt is:
SoftwareFunctieMeer informatie
DSmobileCaptureDocumenten scannen, bladeren in
documenten en documenten opslaan
Button Manager V2
(alleen voor Windows
Nuance PaperPort™ 12SE
(alleen voor Windows
Presto! PageManager 9
(alleen Macintosh)
Presto! BizCard 6Visitekaartjes scannen, bewerken en
®
®
Documenten scannen en opslaan (op
)
opgegeven bestemmingen)
Documenten scannen, OCR-scannen,
)
bewerken en beheer
Documenten scannen, OCR-scannen,
bewerken en beheer
beheren
Voor Windows
DSmobileCapture (voor Windows
pagina 24.
Voor Macintosh: zie Werken met DSmobileCapture (voor Macintosh) op
pagina 35.
Zie de gebruiksaanwijzingen bij de
software of Werken met Button Manager
V2 (voor Windows
Zie de gebruiksaanwijzingen bij de
software.
Zie de gebruiksaanwijzingen bij de
software.
Zie de Presto! BizCard gebruikershandleiding die u samen met
de software naar uw computer downloadt.
®
: zie Werken met
®
) op pagina 41.
®
) op
5
OPMERKING
Als u op Presto! PageManager of Presto! BizCard dubbelklikt, wordt u omgeleid naar de website van
NewSoft Technology Corporation. U kunt de toepassingen van deze website downloaden.
23
Scannen met de computer
Werken met DSmobileCapture (voor Windows®)
1 Sluit de meegeleverde micro-USB-kabel aan op de micro-USB-poort van de scanner. Sluit de kabel aan
op uw computer.
2 Dubbelklik op de snelkoppeling DSmobileCapture op het Bureaublad.
3 Het dialoogvenster Scannermodel selecteren wordt weergegeven. Selecteer TWAIN bij
Type stuurprogramma, selecteer Brother DS-820W bij Scannermodel en klik op OK.
5
4 DSmobileCapture wordt gestart.
24
Scannen met de computer
5 Wijzig zo nodig de scaninstellingen.
Zie Scaninstellingen van DSmobileCapture wijzigen (voor Windows
informatie over het wijzigen van instellingen.
6 Plaats een document in de scanner.
7 Klik op Scannen . De scanner begint te scannen.
®
) op pagina 27 voor meer
5
Op het scherm van DSmobileCapture wordt een miniatuur weergegeven van de gescande afbeelding;
de gescande afbeelding wordt opgeslagen in de map die u in stap 5 hebt opgegeven.
Controleer het resultaat zodat u zeker weet dat de scanner correct heeft gefunctioneerd.
25
Scannen met de computer
8 Plaats het volgende document in de scanner als het venster Wacht op volgende taak... wordt
weergegeven als u door wilt gaan met scannen. Als het document gereed is, start het scannen
automatisch.
Klik op Annuleren in het venster Wacht op volgende taak... als u wilt stoppen met scannen.
OPMERKING
•Zie Papierinstellingen op pagina 29 voor het wijzigen van de wachttijd voor de volgende scantaak.
• Selecteer PDF Multi-page of TIFF Multi-page in de vervolgkeuzelijst Bestandsindeling als u meerdere
documenten wilt opslaan in één bestand.
5
26
Scannen met de computer
Scaninstellingen van DSmobileCapture wijzigen
(voor Windows®)
Bestandsinstellingen
(2)(1)
(3)
(4) (5)
5
(1)SetupScannereigenschappen wijzigen.
(2)BestandsindelingBestandsindeling wijzigen.
Selecteer de gewenste indeling in de vervolgkeuzelijst.
(3)PadDe map opgeven waarin u gescande afbeeldingen wilt opslaan.
(4)Aan pagina aanpassenU kunt de gescande afbeelding weergeven en de afmetingen wijzigen.
U kunt de optie Aan pagina aanpassen niet gebruiken als u bij
BestandsindelingPDF of PDF Multi-page hebt geselecteerd.
(5)Ware grootte (100%)U kunt de gescande afbeelding weergeven op Ware grootte (100%).
U kunt de optie Ware grootte (100%) niet gebruiken als u bij Bestandsindeling
PDF of PDF Multi-page hebt geselecteerd.
27
Scannen met de computer
Afbeeldingsinstellingen
Klik op Setup en klik op de tab Beeld om het beeldtype te selecteren en de basisinstellingen voor het
scannen op te geven.
(2)
(3)
(4)
(1)
(6)
(7)
(1)Vak voor beeldselectieKies de kleurmodus voor het document dat u wilt scannen.
(2)HelderheidEen afbeelding lichter of donkerder maken. Het bereik ligt tussen -100 en +100.
De fabrieksinstelling is 0.
(3)ContrastHet bereik tussen de donkerste en de lichtste tinten van de afbeelding aanpassen.
Het bereik ligt tussen -100 en +100. De fabrieksinstelling is 0.
(4)ResolutieDe kwaliteit van de gescande afbeelding instellen. De fabrieksinstelling is 200 dpi.
(5)OmkerenDe helderheid en de kleuren van de afbeelding omkeren.
(6)ProfielenScaninstellingen opslaan of wijzigen in het dialoogvenster
Scannereigenschappen.
(7)StandaardDe fabrieksinstellingen herstellen van alle waarden op dit tabblad en alle andere
tabbladen van het dialoogvenster Eigenschappen.
(5)
5
28
Scannen met de computer
Papierinstellingen
Klik op Setup en vervolgens op de tab Papier om instellingen op te geven voor de uitvoer van beeld.
(1)
(2)
(3)
(5)
(6)
(7)
(1)BijsnijdenMet Bijsnijden kunt u een deel van een gescand document opslaan.
Automatisch
Selecteer Automatisch om de software opdracht te geven het bijsnijdvenster aan
te passen aan de grootte van het document. Gebruik deze optie voor
verzamelingen documenten van verschillende grootte.
Vast voor overdracht
Selecteer Vast voor overdracht als u het gebied of de zone voor het bijsnijden
wilt kunnen bepalen. Gebruik deze optie bij verzamelingen documenten van één
bepaalde grootte.
(4)
5
29
Scannen met de computer
(2)ScangebiedSelecteer het papierformaat in de vervolgkeuzelijst of klik op Toevoegen in de
vervolgkeuzelijst om een aangepast formaat te maken.
Als u Vast voor overdracht hebt geselecteerd bij Bijsnijden (1), geeft u waarden
op voor X-verschuiving en Y-verschuiving of geeft u een Breedte en Lengte op
als nieuwe afmetingen voor het scangebied. In het Weergavegebied (4) in dit
venster wordt de positie van de afbeelding aangegeven als u andere waarden
invoert.
• X-verschuiving - de afstand van de linkerrand van het document tot de
linkerrand van het gescande gebied.
• Y-verschuiving - de afstand van de bovenrand van het document tot de
bovenrand van het gescande gebied.
• Breedte - de breedte van het gescande gebied.
• Lengte - de lengte van het gescande gebied.
•Verplaats het scangebied met deze pijlen (of met de muis); het resultaat
wordt zichtbaar gemaakt in het Weergavegebied van het venster.
(3)AanpassenBij Aanpassen kunt u een linker-, rechter-, boven- en ondermarge aan de
afbeelding toevoegen. Dat kan voorkomen dat hoeken wegvallen bij het scheef
scannen van documenten. Selecteer een waarde tussen 0 en +5 mm. Het
resultaat van Aanpassen wordt niet weergegeven in het Weergavegebied.
(4)WeergavegebiedWeergave van de positie van de afbeelding bij het wijzigen van instellingen bij
Scangebied (2).
(5)EenheidBij Eenheid kunt u uw voorkeursysteem voor maateenheden opgeven. Selecteer
inches, millimeters of pixels in de vervolgkeuzelijst.
(6)Transport timeoutMet Transport timeout kunt u een vertraging instellen (in seconden) voor het
starten van automatisch scannen nadat de eerste scantaak is uitgevoerd. Deze
functie is vooral handig als u een groot aantal afzonderlijke documenten wilt
scannen met dezelfde scaninstellingen. De standaardvertraging is 30 seconden.
5
U kunt een waarde opgeven tussen 0 en
(7)StandaardDe fabrieksinstellingen herstellen van alle waarden op dit tabblad en alle andere
tabbladen van het dialoogvenster Eigenschappen.
60 seconden.
30
Scannen met de computer
Voorbeeld-instellingen
Klik op Setup en vervolgens op de tab Voorbeeld voor een voorbeeld van de afbeelding voor het
scannen, om te controleren of het scangebied juist is ingesteld.
(1)
5
(2)
(1)VoorbeeldvensterAls u op Voorbeeld (3) klikt, wordt het te scannen gebied weergegeven in het
voorbeeldvenster. Met behulp van dit voorbeeld kunt u het scangebied instellen.
(2)StandaardDe fabrieksinstellingen herstellen van alle waarden op dit tabblad en alle andere
tabbladen van het dialoogvenster Eigenschappen.
(3)VoorbeeldKlik op Voorbeeld om een voorbeeldscan te maken. De gescande afbeelding
wordt weergegeven in het Voorbeeldvenster (1). Deze gescande afbeelding is
alleen een voorbeeld en zal niet worden opgeslagen.
(3)
OPMERKING
Als u Automatisch bijsnijden selecteert op het tabblad Papier, kunt u geen voorbeeld van de scan
opvragen in het voorbeeldvenster.
31
Scannen met de computer
Instellingen voor opties
Klik op Setup en vervolgens op de tab Opties om extra instellingen te selecteren voor
beeldverwerking of de scanner te kalibreren.
(1)
(2)
(3)
(1)DraaienSelecteer een rotatiehoek in de vervolgkeuzelijst als u de gescande afbeelding wilt
draaien.
(2)KalibrerenDe scanner kalibreren.
Zie Kalibratie met software (voor Windows
(3)StandaardDe fabrieksinstellingen herstellen van alle waarden op dit tabblad en alle andere
tabbladen van het dialoogvenster Eigenschappen.
®
) op pagina 57 voor meer informatie.
5
32
Scannen met de computer
Imprinter-instellingen
Klik op Setup en vervolgens op de tab Imprinter om alfanumerieke tekens, datum, tijd,
documententelling en eigen tekst op de gescande afbeeldingen af te drukken.
(1)
(2)
(3)
(4)
(6)
(7)
(8)
(5)
(9)
5
(10)
(11)
(1)Digitale imprinterSelecteer Digitale imprinter om het bericht af te drukken op de voorzijde van
de gescande afbeelding.
(2)Alles afdrukkenSchakel het selectievakje Alles afdrukken in om de geselecteerde tekst op
alle pagina’s van het document af te drukken. Schakel het selectievakje
Alles afdrukken uit als u de tekst alleen op de eerste pagina wilt afdrukken.
(3)AangepastTyp de tekst die u wilt afdrukken.
(4)TellerWeergave van de paginatelling voor de scansessie.
(5)Datum/tijdSelecteer een notatie in de vervolgkeuzelijst als u datum en tijd aan uw tekst wilt
toevoegen.
(6)Aangepast lettertypeKlik op de vervolgkeuzelijst om een lettertype te selecteren voor uw tekst.
(7)Eigensch. lettertypeSelecteer lettertype-eigenschappen in de vervolgkeuzelijst. U kunt kiezen uit
Normaal, Onderstrepen, Dubbel en Vet.
(8)TekstrichtingSelecteer een tekstrichting in de vervolgkeuzelijst. U kunt kiezen uit Normaal,
(9)AfdrukstandSelecteer de positie van de tekst in de vervolgkeuzelijst. U kunt kiezen uit Boven,
Midden, Onder en Aangepast. Als u Aangepast kiest, kunt u de X-verschuiving
en Y-verschuiving opgeven voor de positie van de tekst.
(10)MeerKlik op Meer... om instellingen op te geven voor Grootte, Dichtheid en
Transparantie van de tekst.
(11)StandaardDe fabrieksinstellingen herstellen van alle waarden op dit tabblad en alle andere
tabbladen van het dialoogvenster Eigenschappen.
Informatie
Klik op Setup en vervolgens op de tab Informatie voor weergave van systeem- en scannerinformatie.
5
34
Scannen met de computer
Werken met DSmobileCapture (voor Macintosh)
1 Sluit de meegeleverde micro-USB-kabel aan op de micro-USB-poort van de scanner. Sluit de kabel aan
op uw computer.
2 Dubbelklik op de snelkoppeling DSmobileCapture op het Bureaublad.
3 DSmobileCapture wordt gestart.
5
4 Wijzig zo nodig de scaninstellingen.
Zie Scaninstellingen van DSmobileCapture wijzigen (voor Macintosh) op pagina 36 voor meer informatie
over het wijzigen van instellingen.
5 Plaats een document in de scanner.
6 Klik op Scannen in het venster van DSmobileCapture of druk op de knop Start/OK van de scanner.
De scanner begint te scannen. De gescande afbeelding wordt opgeslagen in de map die u hebt
opgegeven in stap 4.
Controleer het resultaat zodat u zeker weet dat de scanner correct heeft gefunctioneerd.
35
Scannen met de computer
Scaninstellingen van DSmobileCapture wijzigen
(voor Macintosh)
Afbeeldingsinstellingen
Klik op de tab Beeld om het beeldtype te selecteren en een aantal basisinstellingen voor het scannen
op te geven.
(2)
(3)
(1)
(6)
(7)
(8)
(1)Vak voor
beeldselectie
(2)HelderheidEen afbeelding lichter of donkerder maken. Het bereik ligt tussen -100 en +100. De
(3)ContrastHet bereik tussen de donkerste en de lichtste tinten van de afbeelding aanpassen. Het
(4)ResolutieDe kwaliteit van de gescande afbeelding instellen. De fabrieksinstelling is 200 dpi.
(5)OmkerenDe helderheid en de kleuren van de afbeelding omkeren.
(6)PaginagrootteMet Paginagrootte kunt u een deel van een gescand document opslaan. Selecteer het
(7)ProfielenScaninstellingen opslaan of wijzigen in het dialoogvenster met scannereigenschappen.
(8)StandaardDe fabrieksinstellingen herstellen van alle waarden op dit tabblad en alle andere
(9)Voorbeeldvenster Klik op de knop Voorbeeldvenster voor een voorbeeld van de afbeelding voor het
Kies de kleurmodus voor het document dat u wilt scannen.
fabrieksinstelling is 0.
bereik ligt tussen -100 en +100. De fabrieksinstelling is 0.
papierformaat in de vervolgkeuzelijst Paginagrootte.
tabbladen van het dialoogvenster Eigenschappen.
scannen. Met behulp van dit voorbeeld kunt u het scangebied instellen.
Als u op Voorbeeld klikt, wordt het voorbeeld gescand en het resultaat weergegeven in
het Voorbeeldvenster. Deze gescande afbeelding is alleen een voorbeeld en zal niet
worden opgeslagen.
(4)
(5)
(9)
5
36
Scannen met de computer
Bestandsinstellingen
Klik op de tab Bestand om de instellingen te configureren voor de bestandsnaam en de map waarin de
gescande afbeelding moet worden opgeslagen.
(1)
(2)
(4)
(5)
(6)
(7)
(8)
(1)MapDe map opgeven waarin u gescande afbeeldingen wilt opslaan.
(2)BestandsnaamGeef de sjabloon op voor de bestandsnaam van de gescande afbeelding.
(3)GetallenGeef het begingetal op voor het volgnummer dat moet worden opgenomen in de
bestandsnaam.
(4)VoorbeeldWeergave van een voorbeeld van de ingestelde bestandsnaam.
(5)Als bestandsnamen
gelijk zijn
(6)BestandsindelingSelecteer de bestandsindeling voor de gescande afbeelding.
Wijzig de bestandsnaam als dezelfde naam al bestaat in de map die u hebt
geselecteerd bij Map.
Als u TIFF of PDF selecteert, is de optie Uitvoer meerdere pagina’s beschikbaar.
(3)
(9)
5
U kunt doorgaan met scannen van het volgende document nadat de eerste
scantaak is voltooid.
(7)Scannen naarSelecteer een bestemming voor de gescande afbeelding.
(8)StandaardDe fabrieksinstellingen herstellen van alle waarden op dit tabblad en alle andere
tabbladen van het dialoogvenster Eigenschappen.
(9)VoorbeeldvensterKlik op de knop
het scannen. Met behulp van dit voorbeeld kunt u het scangebied instellen.
Als u op Voorbeeld klikt, wordt het voorbeeld gescand en het resultaat
weergegeven in het Voorbeeldvenster. Deze gescande afbeelding is alleen een
voorbeeld en zal niet worden opgeslagen.
Voorbeeldvenster voor een voorbeeld van de afbeelding voor
37
Scannen met de computer
Papierinstellingen
Klik op de tab Papier om instellingen op te geven voor de uitvoer van beeld.
(2)
(1)
(3)
--
(4)
(1)PaginagrootteMet Paginagrootte kunt u een deel van een gescand document opslaan.
Selecteer het papierformaat in de vervolgkeuzelijst Paginagrootte, geef waarden
op voor X-verschuiving en Y-verschuiving of geef waarden op voor Breedte en Lengte van het gescande gebied. Klik op Voorbeeldvenster (4) om een voorbeeld
weer te geven van de positie van de afbeelding bij het wijzigen van instellingen.
• X-verschuiving - de afstand van de linkerrand van het document tot de
linkerrand van het gescande gebied.
5
• Y-verschuiving - de afstand van de bovenrand van het document tot de
bovenrand van het gescande gebied.
• Breedte - de breedte van het gescande gebied.
• Lengte - de lengte van het gescande gebied.
(2)EenheidBij Eenheid kunt u uw voorkeursysteem voor maateenheden opgeven. Selecteer
inches, millimeters of pixels in de vervolgkeuzelijst.
(3)StandaardDe fabrieksinstellingen herstellen van alle waarden op dit tabblad en alle andere
tabbladen van het dialoogvenster Scannereigenschappen.
(4)VoorbeeldvensterKlik op de knop Voorbeeldvenster voor een voorbeeld van de afbeelding voor het
scannen. Met behulp van dit voorbeeld kunt u het scangebied instellen.
Als u op Voorbeeld klikt, wordt het voorbeeld gescand en het resultaat
weergegeven in het Voorbeeldvenster. Deze gescande afbeelding is alleen een
voorbeeld en zal niet worden opgeslagen.
38
Scannen met de computer
Instellingen voor opties
Klik op de tab Opties om extra instellingen te selecteren voor beeldverwerking of de scanner te kalibreren.
(1)
(2)
(3)
5
(4)
(1)Graden draaienSelecteer een rotatiehoek in de vervolgkeuzelijst als u de gescande afbeelding wilt
draaien.
(2)SpiegelSchakel het selectievakje Spiegel in om de afbeelding te spiegelen.
(3)KalibrerenDe scanner kalibreren.
Zie Kalibratie met software (voor Macintosh) op pagina 60 voor meer informatie.
(4)StandaardDe fabrieksinstellingen herstellen van alle waarden op dit tabblad en alle andere
tabbladen van het dialoogvenster Eigenschappen.
(5)VoorbeeldvensterKlik op de knop Voorbeeldvenster voor een voorbeeld van de afbeelding voor het
scannen. Met behulp van dit voorbeeld kunt u het scangebied instellen.
Als u op Voorbeeld klikt, wordt het voorbeeld gescand en het resultaat
weergegeven in het Voorbeeldvenster. Deze gescande afbeelding is alleen een
voorbeeld en zal niet worden opgeslagen.
(5)
39
Scannen met de computer
Informatie
Klik op de tab Informatie voor weergave van systeem- en scannerinformatie.
(1)
(1)TaalSelecteer de gewenste taal voor weergave in de vervolgkeuzelijst.
5
40
Scannen met de computer
Werken met Button Manager V2 (voor Windows®)
OPMERKING
• Raadpleeg de Gebruikershandleiding Button Manager V2 in het helpmenu van de toepassing voor meer
informatie.
• Klik met de rechtermuisknop op het pictogram Button Manager V2 in het systeemvak en klik
vervolgens op Help om het helpmenu te openen.
Start het knoppenpaneel van Button Manager V2 met een van de volgende twee methoden.
Het pictogram van de snelkoppeling in het systeemvak weergeven en het knoppenpaneel
van Button Manager V2 starten
1 Sluit de micro-USB-kabel aan op de micro-USB-poort van de scanner en op een USB-poort van de
computer.
2 Klik op het pictogram Button Manager V2 in het systeemvak rechts onder op het scherm van de
computer.
5
3 Het knoppenpaneel van Button Manager V2 wordt gestart.
41
Scannen met de computer
Het knoppenpaneel van Button Manager V2 starten via de knop Start van Windows
®
1 Klik op Start > Alle programma’s > Brother DS-820W Scanner > Button Manager >
Button Manager V2.
2 Selecteer in het dialoogvenster Scannermodel selecteren dat wordt geopend, uw model scanner
in de lijst en klik op OK.
3 Het knoppenpaneel van Button Manager V2 wordt gestart.
5
42
Scannen met de computer
Scanmethode
Scannen met de knop Scannen op het knoppenpaneel van Button Manager V2
1 Plaats een document in de scanner.
2 Start het knoppenpaneel van Button Manager V2.
3 Klik zo nodig met de rechtermuisknop op de gewenste scanknop op het knoppenpaneel van
Button Manager V2 om scaninstellingen te wijzigen.
Zie de Gebruikershandleiding Button Manager V2 voor meer informatie.
4 Klik op de knop van de scanmethode die u wilt gebruiken op het knoppenpaneel van
Button Manager V2 om het scannen te starten.
5
43
Scannen met de computer
Scanknoppen op het knoppenpaneel van Button Manager V2
(voor Windows®)
Scannen naar afbeelding
Kies deze optie als u de gescande afbeelding wilt openen in een bepaalde toepassing. Die toepassing moet
dan al wel zijn geopend en worden uitgevoerd op de computer.
Klik met de rechtermuisknop op de knop Scan om scaninstellingen te wijzigen
(zie de Gebruikershandleiding Button Manager V2).
1 Plaats een document in de scanner.
2 Start het knoppenpaneel van Button Manager V2.
3 Klik op Scan .
Als het scannen is voltooid, wordt de gescande afbeelding ingevoegd in de geopende toepassing die
wordt uitgevoerd.
Controleer het resultaat zodat u zeker weet dat de scanner correct heeft gefunctioneerd.
OPMERKING
• Als er geen toepassing is gestart, of als de toepassing is geminimaliseerd, wordt de gescande afbeelding
opgeslagen in een van tevoren ingestelde map (zie de Gebruikershandleiding Button Manager V2 voor
meer informatie over het wijzigen van het pad naar die map).
• Als er twee of meer toepassingen zijn geopend, wordt de gescande afbeelding weergegeven in de actieve
toepassing.
Scannen naar BR-Docs
Selecteer deze optie om de gescande afbeelding op te slaan in BR-Docs.
5
Klik met de rechtermuisknop op de knop BR-Docs om scaninstellingen te wijzigen.
1 Plaats een document in de scanner.
2 Start het knoppenpaneel van Button Manager V2.
3 Klik op BR-Docs om het scannen te starten.
Als het scannen is voltooid, wordt de gescande afbeelding direct naar BR-Docs verzonden.
Controleer het resultaat zodat u zeker weet dat de scanner correct heeft gefunctioneerd.
OPMERKING
Zie de Gebruikershandleiding Button Manager V2 voor meer informatie over BR-Docs.
44
Scannen met de computer
Scannen naar een toepassing
Selecteer deze optie om de gescande afbeelding te openen in een toepassing die u in een lijst selecteert.
Klik met de rechtermuisknop op de knop Scan To App om scaninstellingen te
wijzigen.
1 Plaats een document in de scanner.
2 Start het knoppenpaneel van Button Manager V2.
3 Klik op Scan To App om het scannen te starten.
Als het scannen is voltooid, wordt de gescande afbeelding geopend in een toepassing die u selecteert
in de weergegeven lijst.
Controleer het resultaat zodat u zeker weet dat de scanner correct heeft gefunctioneerd.
Scannen naar e-mail
Selecteer deze optie om de gescande afbeelding als bijlage te koppelen aan een e-mail.
Klik met de rechtermuisknop op de knop E-Mail om scaninstellingen te wijzigen of
andere e-mailsoftware te selecteren.
1 Plaats een document in de scanner.
2 Start het knoppenpaneel van Button Manager V2.
3 Klik op E-Mail om het scannen te starten.
Als het scannen is voltooid, wordt de e-mailsoftware gestart en wordt de gescande afbeelding als bijlage
gekoppeld aan een nieuw e-mailbericht.
Controleer het resultaat zodat u zeker weet dat de scanner correct heeft gefunctioneerd.
5
45
Scannen met de computer
Scannen naar een printer
Selecteer deze optie om de gescande afbeelding af te drukken met de standaardprinter.
Klik met de rechtermuisknop op de knop Printer om scaninstellingen te wijzigen of
een andere printer te selecteren.
1 Plaats een document in de scanner.
2 Start het knoppenpaneel van Button Manager V2.
3 Klik op Printer om het scannen te starten.
Als het scannen is voltooid, wordt de gescande afbeelding afgedrukt met de standaardprinter.
Controleer het resultaat zodat u zeker weet dat de scanner correct heeft gefunctioneerd.
Scannen naar een gedeelde map
Selecteer deze optie om de gescande afbeelding op te slaan in een gedeelde map in het netwerk.
Klik met de rechtermuisknop op de knop Shared Folder om scaninstellingen te wijzigen.
1 Plaats een document in de scanner.
2 Start het knoppenpaneel van Button Manager V2.
3 Klik op Shared Folder om het scannen te starten.
Als het scannen is voltooid, wordt de gescande afbeelding direct naar de gedeelde map verzonden.
Controleer het resultaat zodat u zeker weet dat de scanner correct heeft gefunctioneerd.
Scannen naar een FTP-server
5
Selecteer deze optie om de gescande afbeelding op te slaan op een FTP-server.
Klik met de rechtermuisknop op de knop FTP om scaninstellingen te wijzigen.
1 Plaats een document in de scanner.
2 Start het knoppenpaneel van Button Manager V2.
3 Klik op FTP om het scannen te starten.
Als het scannen is voltooid, wordt de gescande afbeelding direct naar de map op de FTP-server
verzonden.
Controleer het resultaat zodat u zeker weet dat de scanner correct heeft gefunctioneerd.
46
6
Wi-Fi®-verbinding6
Verbinden in AP-modus (toegangspuntmodus)
U kunt een draadloos apparaat (computer, smartphone, tablet, enz.) aansluiten op de scanner. De scanner
kan zonder extern toegangspunt fungeren als toegangspunt en het draadloze apparaat heeft rechtstreeks
toegang tot de gescande afbeeldingen die op de SD-kaart zijn opgeslagen.
6
OPMERKING
• Stel eerst in uw browser een netwerkwachtwoord in, als u geen wachtwoord hebt ingesteld voor een
• Zonder Wi-Fi
• Druk op de knop reset van de scanner om het wachtwoord te resetten als u niet meer weet wat het
• U kunt maximaal drie draadloze apparaten tegelijkertijd aansluiten op de scanner.
1 Schuif de Wi-Fi
2 Activeer de Wi-Fi
®
Wi-Fi
en worden gestolen.
wachtwoord is. Zie Netwerkinstellingen resetten op pagina 55 voor meer informatie.
-netwerk. Zie Een Wi-Fi®-netwerkwachtwoord instellen op pagina 49 voor meer informatie.
®
-netwerkwachtwoord kunnen gegevens op uw SD-kaart worden ingezien door derden
®
-schakelaar in de stand ON (Aan).
Wacht ongeveer 40 seconden tot het Wi-Fi
®
-functie van het draadloze apparaat (computer, smartphone, tablet, enz.) om de
scanner te selecteren.
Zie de instructies bij het draadloze apparaat voor meer informatie.
®
-lampje blauw gaat branden in plaats van rood.
3 Selecteer de SSID van de scanner, Brother DS-820W-xxxx (waarbij xxxx = het MAC-adres
(Media Access Control-adres) is van de scanner).
47
Scannen naar de cloudserver via een
7
draadloos toegangspunt (BOL-modus)
U kunt gescande afbeeldingen met behulp van Brother Online-opslagservices (BOL) opslaan in BR-Docs.
Configureer de toegang met behulp van het bedieningspaneel van de scanner.
OPMERKING
• Voordat u van deze functie gebruik kunt maken, moet u een BOL-account (Brother Online) configureren
in een webbrowser. (Zie Netwerkinstellingen configureren op pagina 54.) Configureer Wi-Fi
voor toegang tot internet in de webbrowser en verbind de scanner met internet via een toegangspunt
(zie Netwerkinstellingen configureren op pagina 54).
• Als u gebruikmaakt van deze functie, kunt u geen bestanden scannen van 50 MB of groter.
®
-instellingen
7
1 Schuif de Wi-Fi
Wacht ongeveer 40 seconden tot het Wi-Fi
Als de scanner verbinding maakt met het toegangspunt, begint het Wi-Fi
®
-schakelaar in de stand ON (Aan).
®
-lampje blauw gaat branden in plaats van rood.
®
-lampje blauw te knipperen.
2 Plaats de SD-kaart in de scanner.
3 Controleer of SD wordt weergegeven op het LCD-scherm.
4 Druk op Menu op het bedieningspaneel van de scanner.
5 Druk op of tot BRD wordt weergegeven op het LCD-scherm.
6 Plaats het document.
7 De scanner begint automatisch te scannen.
Het lampje van de aan-/uitknop knippert groen en op het LCD-scherm knippert het lampje van de
SD-kaart.
7
8 Als het scannen is voltooid, begint de scanner met het verzenden van de gescande afbeelding naar
BR-Docs.
Het Wi-Fi
9 Als de overdracht is voltooid, gaat het Wi-Fi
Controleer het resultaat zodat u zeker weet dat de scanner correct heeft gefunctioneerd.
®
-lampje knippert oranje tijdens de overdracht.
®
-lampje blauw branden.
48
Toegang tot gescande afbeeldingen
8
op de SD-kaart
De webbrowser gebruiken
U kunt met de webbrowser van een draadloos apparaat (computer, smartphone, tablet, enz.) gescande
afbeeldingen die zijn opgeslagen op de SD-kaart van de scanner, weergeven en downloaden naar het
draadloze apparaat.
1 Verbind het draadloze apparaat met de scanner in de AP-modus.
Zie Verbinden in AP-modus (toegangspuntmodus) op pagina 47 voor meer informatie.
2 Start de webbrowser van het draadloze apparaat.
3 Typ http://10.10.100.1 op de adresbalk.
4 Als u voor het eerst gescande afbeeldingen met de browser wilt weergeven, wordt het venster
Wachtwoord instellen geopend. Stel een wachtwoord in en klik op Toepassen.
Als u al een wachtwoord hebt ingesteld, typt u het wachtwoord om u aan te melden.
5 Het startscherm wordt weergegeven in de browser.
OPMERKING
Er worden geen afbeeldingen weergegeven als er geen gegevens op de SD-kaart staan.
8
8
Een Wi-Fi®-netwerkwachtwoord instellen
Stel eerst in uw browser een netwerkwachtwoord in, als u geen wachtwoord hebt ingesteld voor een
®
Wi-Fi
door derden en worden gestolen.
1 Verbind het draadloze apparaat met de scanner in de AP-modus.
2 Start de webbrowser van het draadloze apparaat.
3 Typ http://10.10.100.1 op de adresbalk.
4 Als u voor het eerst gescande afbeeldingen met de browser wilt weergeven, wordt het venster
5 Het startscherm wordt weergegeven in de browser.
6 Klik op Instellingen > Wi-Fi-instellingen. Het venster Wi-Fi-instellingen wordt weergegeven.
7 Selecteer WPA2(AES) in de vervolgkeuzelijst Codering
8 Voer de coderingssleutel in en klik op Toepassen.
-netwerk. Zonder Wi-Fi®-netwerkwachtwoord kunnen gegevens op uw SD-kaart worden ingezien
Zie Verbinden in AP-modus (toegangspuntmodus) op pagina 47 voor meer informatie.
Wachtwoord instellen geopend. Stel een wachtwoord in en klik op Toepassen.
Als u al een wachtwoord hebt ingesteld, typt u het wachtwoord om u aan te melden.
9 Het scherm Opnieuw opstarten... wordt weergegeven; het instellen wordt voltooid.
49
Toegang tot gescande afbeeldingen op de SD-kaart
(1)(2)(3)(4)
(5)
(6)
(7)
(1)Modus Klik op de knop voor de bestandsindeling van de gescande afbeelding
(PDF of JPEG).
(2)Alles selecteren Klik op de knop om alle selectievakjes in te schakelen.
(3)Downloaden Klik op de knop om het bestand te downloaden waarbij het selectievakje is
ingeschakeld.
(4)Verwijderen Klik op de knop om het bestand te verwijderen waarbij het selectievakje is
ingeschakeld.
(5)Instellingen Klik op de knop om naar de pagina’s met instellingen te gaan. Zie Instellingen
wijzigen met de browser op pagina 54 voor meer informatie.
(6)Miniatuurweergave Weergave van de gescande afbeeldingen (maximaal 15 afbeeldingen per
scherm). Als u op een gescande afbeelding dubbelklikt in de miniatuurweergave,
wordt het voorbeeldvenster weergegeven.
Er worden geen afbeeldingen weergegeven als er geen gegevens op de SD-kaart
staan.
(8)(7)
8
50
Toegang tot gescande afbeeldingen op de SD-kaart
(7)Schermcursorknoppen
Klik op de knop om naar de eerste pagina te gaan.
Klik op de knop om naar de vorige pagina te gaan.
Klik op de knop om naar de volgende pagina te gaan.
Klik op de knop om naar de laatste pagina te gaan.
(8)Pagina Weergave van het huidige paginanummer en het totale aantal pagina’s.
8
51
Toegang tot gescande afbeeldingen op de SD-kaart
Werken met de USB-verbinding tussen de scanner en
de computer
OPMERKING
U kunt de inhoud van de SD-kaart niet weergeven als de Wi-Fi®-schakelaar in de stand ON (Aan) staat
of als de TWAIN-modus actief is op de computer.
(Voor Windows®)
1 Sluit de micro-USB-kabel aan op de micro-USB-poort van de scanner en op een USB-poort van de
computer.
2 Klik op Start > Computer en dubbelklik vervolgens op Verwisselbare schijf (Removable Disk).
3 Dubbelklik op DCIM.
De mappen op de SD-kaart worden weergegeven.
• De map 100PHOTO
In deze map worden de gescande afbeeldingen in JPEG-indeling opgeslagen.
• De map 200DOC
In deze map worden de gescande afbeeldingen in PDF-indeling opgeslagen.
8
(Voor Macintosh)
1 Sluit de micro-USB-kabel aan op de micro-USB-poort van de scanner. Sluit de kabel aan op uw
computer.
2 iPhoto start automatisch en de gescande afbeeldingen op de SD-kaart worden weergegeven.
52
Toegang tot gescande afbeeldingen op de SD-kaart
Werken met ScanHub™ (Android™)
U kunt met de toepassing op een Android™-apparaat de gescande afbeeldingen die zijn opgeslagen
op de SD-kaart van de scanner weergeven en downloaden naar het Android™-apparaat.
Installeer de toepassing van Google Play op het Android™-apparaat. Raadpleeg de instructies bij het
Android™-apparaat voor meer informatie over het downloaden, installeren en de-installeren van de
toepassing.
OPMERKING
• Stel eerst in uw browser een netwerkwachtwoord in, als u geen wachtwoord hebt ingesteld voor een
• Zonder Wi-Fi
®
Wi-Fi
en worden gestolen.
-netwerk. Zie Een Wi-Fi®-netwerkwachtwoord instellen op pagina 49 voor meer informatie.
®
-netwerkwachtwoord kunnen gegevens op uw SD-kaart worden ingezien door derden
Werken met ScanHub™ (iOS)
U kunt met de toepassing op een iOS-apparaat de gescande afbeeldingen die zijn opgeslagen op de
SD-kaart van de scanner weergeven en downloaden naar het iOS-apparaat.
Installeer de toepassing van App Store op het iOS-apparaat. Raadpleeg de instructies bij het iOS-apparaat
voor meer informatie over het downloaden, installeren en de-installeren van de toepassing.
8
OPMERKING
• Stel eerst in uw browser een netwerkwachtwoord in, als u geen wachtwoord hebt ingesteld voor een
• Zonder Wi-Fi
®
Wi-Fi
en worden gestolen.
-netwerk. Zie Een Wi-Fi®-netwerkwachtwoord instellen op pagina 49 voor meer informatie.
®
-netwerkwachtwoord kunnen gegevens op uw SD-kaart worden ingezien door derden
53
9
Instellingen wijzigen met de browser9
Wi-Fi®-instellingen configureren in AP-modus
(toegangspuntmodus)
Netwerkinstellingen configureren
U kunt netwerkinstellingen configureren in uw browser.
1 Maak verbinding met de browser in de AP-modus.
Zie Verbinden in AP-modus (toegangspuntmodus) op pagina 47 voor meer informatie.
(2)Wachtwoord-instellingen Het wachtwoord instellen voor aanmelding.
(3)StatusDe status van het huidige toegangspunt controleren.
De firmwareversie controleren.
(4)Brother Online-
instellingen
(5)Terug naar HomeTerugkeren naar het startscherm.
De BOL-account (Brother Online) configureren.
®
Wi-Fi
-instellingen configureren voor internettoegang in de infrastructuurmodus.
9
54
Instellingen wijzigen met de browser
Netwerkinstellingen resetten
U kunt de fabrieksinstellingen herstellen voor alle instellingen van de Wi-Fi®-verbinding die u hebt gewijzigd
(Wi-Fi
Houd de resetknop van de scanner (1) ongeveer 10 seconden ingedrukt met een puntig voorwerp,
bijvoorbeeld een naald of de punt van een fijnschrijver.
®
AP-instelling en Wachtwoord instellen).
(1)
OPMERKING
Als u de resetknop indrukt, worden de instellingen die worden opgegeven met de knoppen op het
bedieningspaneel, niet gereset en worden de gescande afbeeldingen op de SD-kaart niet verwijderd.
9
55
10
Kalibreer de scanner alleen als de gescande afbeeldingen wazig worden, als de kleuren er abnormaal uitzien
(donkerder dan normaal), na 8 000 scans, of als de scanner lange tijd opgeslagen is geweest zonder te
worden gebruikt.
Voor een goede kalibratie hebt u het kalibratieblad nodig dat is meegeleverd met de scanner.
Scannerkalibratie10
Kalibreren met het bedieningspaneel
1 Schakel de scanner in.
2 Druk op de knop Menu.
3 Druk een aantal keren op de knop of om CAL te selecteren op het LCD-scherm.
4 Houd het kalibratieblad bij de randen vast en voer het in de invoersleuf in zoals hieronder weergegeven.
OPMERKING
Houd het kalibratieblad alleen bij de randen vast en zorg ervoor dat u het witte en het zwarte gedeelte niet
aanraakt. Als er vlekken of vingerafdrukken op het kalibratieblad komen, kunnen er fouten optreden bij het
kalibreren.
10
56
Scannerkalibratie
5 Druk op de knop Start/OK.
6 Het kalibratieblad wordt door de scanner ingevoerd. Het lampje van de aan-/uitknop knippert groen.
7 Nadat het kalibratieblad is uitgeworpen, wordt OK weergegeven op het LCD-scherm en is de kalibratie
voltooid.
Kalibratie met software (voor Windows®)
1 Dubbelklik op de snelkoppeling DSmobileCapture op het Bureaublad.
2 Het dialoogvenster Scannermodel selecteren wordt weergegeven. Selecteer TWAIN bij
Type stuurprogramma, selecteer Brother DS-820W bij Scannermodel en klik op OK.
3 DSmobileCapture wordt gestart.
4 Klik op Setup .
10
57
Scannerkalibratie
5 Klik op de tab Opties.
6 Klik op Kalibreren om het kalibreren van de scanner te starten.
7 Er wordt een bericht weergegeven voor het invoeren van het kalibratieblad.
10
58
Scannerkalibratie
8 Houd het kalibratieblad bij de randen vast en voer het in de invoersleuf in zoals hieronder weergegeven.
Klik op Ja.
OPMERKING
Houd het kalibratieblad alleen bij de randen vast en zorg ervoor dat u het witte en het zwarte gedeelte niet
aanraakt. Als er vlekken of vingerafdrukken op het kalibratieblad komen, kunnen er fouten optreden bij het
kalibreren.
9 Het scannen start automatisch.
0 Als het kalibratieblad is gescand, wordt het bericht Kalibratie geslaagd. op het scherm weergegeven
om aan te geven dat de kalibratie is voltooid. Klik op OK om de kalibratie af te sluiten en nogmaals op OK
om het venster Opties te sluiten.
OPMERKING
Koppel de micro-USB-kabel los van de computer als het bericht Kalibratie mislukt wordt weergegeven.
Sluit de micro-USB-kabel opnieuw aan op de computer en voer de kalibratie nogmaals uit.
10
59
Scannerkalibratie
Kalibratie met software (voor Macintosh)
1 Dubbelklik op de snelkoppeling DSmobileCapture op het Bureaublad.
2 DSmobileCapture wordt gestart.
3 Klik op de tab Opties.
4 Klik op Kalibreren om het kalibreren van de scanner te starten.
5 Er wordt een bericht weergegeven voor het invoeren van het kalibratieblad.
10
60
Scannerkalibratie
6 Houd het kalibratieblad bij de randen vast en voer het in de invoersleuf in zoals hieronder weergegeven.
Klik op OK.
OPMERKING
Houd het kalibratieblad alleen bij de randen vast en zorg ervoor dat u het witte en het zwarte gedeelte niet
aanraakt. Als er vlekken of vingerafdrukken op het kalibratieblad komen, kunnen er fouten optreden bij het
kalibreren.
7 Het scannen start automatisch.
8 Als het kalibratieblad is gescand, wordt het bericht Kalibratie geslaagd. op het scherm weergegeven
om aan te geven dat de kalibratie is voltooid. Klik op OK om de kalibratie af te sluiten.
OPMERKING
Koppel de micro-USB-kabel los van de computer als het bericht Kalibratie mislukt wordt weergegeven.
Sluit de micro-USB-kabel opnieuw aan op de computer en voer de kalibratie nogmaals uit.
10
61
11
BELANGRIJK
Gebruik geen oplosmiddelen of bijtende vloeistoffen, zoals alcohol, petroleum, enz., om welk onderdeel
van de scanner ook te reinigen, omdat dat het plastic permanent kan beschadigen.
Scanneronderhoud11
De buitenkant van de scanner schoonmaken
Het wordt aanbevolen om de buitenkant van de scanner regelmatig schoon te maken om opeenhoping van
stof te voorkomen.
1 Koppel de micro-USB-kabel los van de scanner en de computer.
2 Neem de buitenkant van de scanner af met een droge, zachte, pluisvrije doek.
Neem zo nodig de buitenkant af met een doek die licht is bevochtigd met water of een verdund
schoonmaakmiddel en droog de buitenkant daarna af.
3 Sluit de micro-USB-kabel weer aan op de scanner en de computer.
De binnenkant van de scanner schoonmaken
Maak het interieur van de scanner regelmatig schoon om de kwaliteit van de gescande afbeeldingen op peil
te houden. Als er verticale lijnen of strepen op gescande afbeeldingen ontstaan, kan dat mogelijk worden
verholpen door de scanner schoon te maken.
1 Koppel de micro-USB-kabel los van de scanner en de computer.
2 Open de bovenklep van de scanner.
11
62
Scanneronderhoud
3 Neem de glazen scanstrook en doorvoerrollen af met de meegeleverde reinigingsdoek.
4 Sluit de bovenklep.
5 Sluit de micro-USB-kabel weer aan op de scanner en de computer.
11
63
12
Problemen oplossen12
BELANGRIJK
Neem voor technische ondersteuning contact op met de klantenservice in het land waar u de scanner hebt
gekocht. Zie Voor klantenservice op pagina 78 voor meer informatie. U moet telefoneren vanuit het
betreffende land.
Bekijk de onderstaande tabel en volg de tips voor het oplossen van problemen wanneer u denkt dat er een
probleem met uw scanner is.
De meeste problemen kunt u eenvoudig zelf oplossen. Ga naar het Brother Solutions Center op
http://solutions.brother.com/
Wanneer u verbruiksartikelen gebruikt die niet van Brother zijn, kan de scankwaliteit verminderen, kunnen de
prestaties van de hardware afnemen en kan het apparaat minder betrouwbaar zijn.
voor meer FAQ’s en tips om problemen op te lossen.
Foutmeldingen en foutcodes
Foutmeldingen
FoutmeldingOorzaakWat te doen
Stuurprog. bezet.De gebruikte scantoepassing is
gecrasht, of het
scannerstuurprogramma is
vergrendeld met
beheerdersrechten.
Er is een document
vastgelopen. Open de
bovenklep en verwijder
het vastgelopen papier door
het naar voren te trekken.
Probeer het nogmaals.
De klep van de handmatige
documentinvoer staat open.
Geen papier in de handmatige
documentinvoer.
Kan de scanner niet vinden.De scanner is niet aangesloten op
Retourfout besturingssysteem. Het besturingssysteem herkent
Er is een document vastgelopen.Open de bovenklep en verwijder het
De bovenklep van de scanner
staat open op het moment dat het
scannen begint.
Er is geen document in de
invoersleuf geplaatst.
de computer.
De scanner is niet ingeschakeld.Druk op de aan-/uitknop om de scanner in
de scanner niet.
Houd de aan-/uitknop ingedrukt om de
scanner uit te schakelen en druk daarna
opnieuw op de aan-/uitknop om de scanner
weer in te schakelen. Start daarna de
toepassing opnieuw.
vastgelopen papier door het naar voren te
trekken en sluit dan de bovenklep weer.
Sluit de bovenklep en scan opnieuw.
Plaats een document in de invoersleuf en
scan opnieuw.
Controleer of de micro-USB-kabel tussen
de scanner en de computer correct is
aangesloten.
te schakelen.
Controleer of de micro-USB-kabel tussen
de scanner en de computer correct is
aangesloten.
12
Start de computer opnieuw op.
64
Problemen oplossen
FoutmeldingOorzaakWat te doen
Kalibratie mislukt. Start
de computer opnieuw op.
Er is een fout opgetreden die het
mislukken van de kalibratie heeft
veroorzaakt. Het kalibratieblad is
bijvoorbeeld niet in de juiste
richting ingevoerd.
Houd de aan-/uitknop ingedrukt om de
scanner uit te schakelen en druk daarna
opnieuw op de aan-/uitknop om de
scanner weer in te schakelen. Voer
daarna de kalibratie opnieuw uit.
Voer het kalibratieblad in de juiste
richting in.
•Zie Kalibreren met het bedieningspaneel
op pagina 56 voor het uitvoeren van de
kalibratie met behulp van het
bedieningspaneel.
• Voor Windows
software (voor Windows
voor een kalibratie met software.
• Voor Macintosh: zie Kalibratie met software (voor Macintosh) op pagina 60
voor een kalibratie met software.
®
: zie Kalibratie met
®
) op pagina 57
Foutcodes
Foutcode
E03Kaart vol of lees-/
E04PapierstoringScan overschrijdt maximale
E05Ontbrekende
E06Bovenklep openDe bovenklep van de scanner is
E19Kalibratie misluktDe interne controle van de scanner
Beschrijving van
items
schrijffout kaart
scangegevens
Hoofdoorzaak / doel codeHerstel
De SD-kaart is vol, beveiligd, of
defect; er kunnen geen gescande
afbeeldingen worden opgeslagen
op de SD-kaart.
lengte, het gescande document
kan niet worden uitgeworpen.
De scanner detecteert geen
document in de
documentinvoersleuf.
open, of de sensor van de
bovenklep is defect.
is mislukt vanwege een
kalibratiegegevensfout.
Controleer de beveiligingsschakelaar van
de SD-kaart, plaats de SD-kaart opnieuw,
of plaats een nieuwe SD-kaart.
Open de bovenklep en verwijder het
document, sluit de bovenklep en probeer
opnieuw te scannen.
Controleer of het document juist is geplaatst.
Sluit de bovenklep van de scanner.
Kalibreer de scanner opnieuw.
•Zie Kalibreren met het bedieningspaneel
op pagina 56 voor het uitvoeren van de
kalibratie met behulp van het
bedieningspaneel.
• Voor Windows
software (voor Windows
®
: zie Kalibratie met
®
) op pagina 57
voor een kalibratie met software.
12
• Voor Macintosh: zie Kalibratie met
software (voor Macintosh) op pagina 60
voor een kalibratie met software.
65
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Problemen met scannen
ProbleemOorzaakSuggesties
De scanner wordt niet
ingeschakeld.
De computer herkent
de scanner niet als
die is aangesloten
met behulp van de
micro-USB-kabel.
Er lopen zwarte
strepen over de scans,
er zijn blanco vlekken,
of de kwaliteit is in zijn
algemeenheid slecht.
De meegeleverde micro-USB-kabel is
niet goed aangesloten.
De batterij is bijna leeg.Sluit de micro-USB-kabel aan op de scanner en
Dit kan verschillende oorzaken hebben. Controleer de aansluiting van de micro-USB-kabel
Dit probleem treedt op als de scanner
niet correct is gekalibreerd of als een
vreemd voorwerp, bijvoorbeeld een
paperclip of een stukje papier in de
scanner is blijven steken.
Controleer de aansluiting van de micro-USB-kabel
op de scanner en de computer.
de computer om de batterij op te laden.
Als u de lege batterij van de scanner slechts voor
een klein deel oplaadt, kunt u de scanner niet
gebruiken. Schakel de scanner uit tot de batterij
volledig is opgeladen.
op de scanner en de computer. Koppel de
micro-USB-kabel los en sluit hem opnieuw aan
op de scanner en de computer.
1. Controleer de documentinvoersleuf en zorg
ervoor dat die schoon is. Verwijder eventuele
vreemde voorwerpen uit de scanner.
2. Kalibreer de scanner (zie Scannerkalibratie op
pagina 56).
Als de scankwaliteit na het kalibreren van de
scanner niet is verbeterd:
Het document is niet
juist gescand.
De scansnelheid is
te laag.
De documentgeleider is niet ingesteld
op de breedte van het document.
De instellingen zijn niet geschikt voor
het document. Er is bijvoorbeeld een
A4-document ingevoerd terwijl A5 is
geselecteerd als documentgrootte.
De resolutie is niet geschikt voor het
document.
1. Maak de scanner schoon
(zie Scanneronderhoud op pagina 62).
2. Kalibreer de scanner opnieuw.
Stel de documentgeleider in op de breedte van het
document.
Controleer of de instellingen voor de
documentgrootte geschikt zijn voor het document.
Voor Windows
pagina 29.
Voor Macintosh: zie Papierinstellingen op
pagina 38.
Verlaag de scannerresolutie.
Voor Windows
pagina 28.
Voor Macintosh: zie Afbeeldingsinstellingen op
pagina 36.
®
: zie Papierinstellingen op
®
: zie Afbeeldingsinstellingen op
12
66
Problemen oplossen
ProbleemOorzaakSuggesties
De scanner is
aangesloten, maar ik
kan geen document
invoeren en de
scanner doet niets.
Het document is
vastgelopen.
Het document is niet correct geplaatst.Schuif het document rustig in de invoersleuf totdat
u voelt dat de bovenrand het inwendige van de
scanner raakt.
Het document is te dun of te dik.Controleer of het document acceptabel is
(zie Documentspecificaties op pagina 12).
Als het document het probleem niet veroorzaakt:
1. Controleer of de micro-USB-kabel tussen de
scanner en de computer correct is aangesloten.
2. Installeer het scannerstuurprogramma opnieuw
van de dvd-rom.
De bovenklep van de scanner staat
open.
De scanner wordt uitgeschakeld omdat
de functie Automatisch uitschakelen
actief is.
Het menu voor instellingen is actief.
(alleen SD-modus)
Er is geen SD-kaart in de SD-kaartsleuf
van de scanner geplaatst. (alleen
SD-modus)
Dit kan verschillende oorzaken hebben. Open de bovenklep van de scanner en trek het
Het document is niet acceptabel voor
het apparaat (bijvoorbeeld omdat het
papier te lang is).
Sluit de bovenklep en scan opnieuw.
Druk op de aan-/uitknop om de scanner in te
schakelen.
Sluit het menu voor instellingen om de
standby-modus van de scanner te activeren.
Plaats een SD-kaart in de SD-kaartsleuf van
de scanner.
document er voorzichtig uit. Zorg ervoor dat er
geen papiersnippers achterblijven in de scanner.
Controleer of het document geschikt is voor het
apparaat (zie Documentspecificaties op
pagina 12).
De scanner wordt
warm.
Het is normaal als de scanner wanneer
hij enige tijd is gebruikt, een beetje
warm wordt.
Gebruik het meegeleverde hulpblad
(zie Het hulpblad laden op pagina 15).
Als er een vreemde geur uit de scanner komt, of als
de scanner heet voelt bij aanraken, dient u
onmiddellijk de micro-USB-kabel los te koppelen
van de scanner en de computer.
12
67
Problemen oplossen
ProbleemOorzaakSuggesties
De kwaliteit van
de scan is slecht.
Er heeft zich papierstof opgehoopt in
de scanner.
Maak de scanner schoon (zie Scanneronderhoud
op pagina 62).
De scanner moet worden gekalibreerd. Voer een kalibratie uit.
•Zie Kalibreren met het bedieningspaneel op
pagina 56 voor het uitvoeren van de kalibratie
met behulp van het bedieningspaneel.
• Voor Windows
(voor Windows
kalibratie met software.
• Voor Macintosh: zie Kalibratie met software (voor Macintosh) op pagina 60 voor een
kalibratie met software.
De scannerresolutie is te laag.Verhoog de scannerresolutie.
Voor Windows
pagina 28.
Voor Macintosh: zie Afbeeldingsinstellingen op
pagina 36.
De kleuren van de
scan zijn te donker.
De instellingen komen niet overeen met
het type document dat wordt gescand.
Pas de scaninstellingen aan.
Voor Windows
pagina 28.
Voor Macintosh: zie Afbeeldingsinstellingen op
pagina 36.
De scanner moet worden gekalibreerd. Voer een kalibratie uit.
•Zie Kalibreren met het bedieningspaneel op
pagina 56 voor het uitvoeren van de kalibratie
met behulp van het bedieningspaneel.
• Voor Windows
(voor Windows
kalibratie met software.
®
: zie Kalibratie met software
®
) op pagina 57 voor een
®
: zie Afbeeldingsinstellingen op
®
: zie Afbeeldingsinstellingen op
®
: zie Kalibratie met software
®
) op pagina 57 voor een
12
De functie OCR
werkt niet.
• Voor Macintosh: zie Kalibratie met software (voor Macintosh) op pagina 60 voor een
kalibratie met software.
De scannerresolutie is te laag.Verhoog de scannerresolutie.
Voor Windows
®
: verhoog de resolutie met
PaperPort™ 12SE.
Voor Macintosh: verhoog de resolutie met
Presto! PageManager 9.
(Windows
Nuance PaperPort™ 12SE is niet op
®
-gebruikers)
Installeer zo nodig Nuance PaperPort™ 12SE
vanaf de meegeleverde dvd-rom.
uw computer geïnstalleerd.
(Macintosh-gebruikers)
Presto! PageManager is niet
Installeer zo nodig Presto! PageManager vanaf de
meegeleverde dvd-rom.
geïnstalleerd op uw computer.
68
Problemen oplossen
MN
OPQRSTUVW
OP
U
MN
OPQRSTUVW
OP
U
MN
OPQRSTUVW
OP
U
MN
OPQRSTUVW
OP
U
ffgg
ghijklmnop
hijklmn
ijk
qrst
qrsrtuu
ffgg
ghijklmnop
hijklmn
k
qrst
qrs
rtu
u
ffgg
ghijklmnop
hijklmn
k
qrst
qrs
rtu
u
ffgg
ghijklmnop
hijklmn
jk
qrst
qrs
rtu
u
ProbleemOorzaakSuggesties
Het gescande beeld is
scheef (helt over).
De documentgeleider van de scanner is
niet ingesteld op de breedte van het
Stel de documentgeleider in op de breedte van het
document.
document.
Er ontstaan witte
verticale lijnen of
strepen op de
gescande afbeelding.
Er bevindt zich een lichtbron dicht bij de
scanner.
• Zet de scanner binnenshuis of op een plaats
waar hij niet wordt blootgesteld aan direct
zonlicht.
• Wijzig de stand van de scanner.
• Zet de scanner een eind verwijderd van de
lichtbron.
• Wijzig de stand van de scanner.
De achterkant van het
gescande document
schijnt door.
Het document is te dun.Controleer of het document acceptabel is
(zie Documentspecificaties op pagina 12).
De instelling voor contrast is niet goed. Verhoog het contrastniveau.
Voor Windows
pagina 28.
Voor Macintosh: zie Afbeeldingsinstellingen op
pagina 36.
Kan ik bij het scannen
in de SD-modus de
papiergrootte, de
U kunt slechts een deel van de
instellingen wijzigen.
Zie stap 4 van Scannen in de SD-modus op
pagina 17 voor meer informatie over de
instellingen.
beeldkwaliteit, enz. op
de scanner wijzigen?
Problemen met software
ProbleemOorzaakSuggesties
Als ik op Scannen druk
in mijn scansoftware,
wordt een foutbericht
weergegeven: Installeer
scanner of De scan is
afgebroken omdat de
scanner niet is
ingeschakeld of niet
correct is aangesloten.
Ik kan de
scannerstuurprogramma’s
niet installeren.
(Windows
®
)
Dit foutbericht wordt weergegeven
als de scanner niet wordt herkend
door de computer.
Mogelijk beschikt u niet over
beheerdersrechten.
1. Controleer of de scanner correct is aangesloten.
2. Controleer of de micro-USB-kabel goed
functioneert en niet op de een of andere manier
is gerafeld of beschadigd.
Installeer het scannerstuurprogramma opnieuw
van de dvd-rom als de fout nog steeds optreedt
terwijl de micro-USB-kabel correct is aangesloten.
Meld u aan bij Windows
®
: zie Afbeeldingsinstellingen op
®
met beheerdersrechten.
12
69
Problemen oplossen
ProbleemOorzaakSuggesties
Ik kan de
scannerstuurprogramma’s
niet installeren.
(Macintosh)
Mogelijk beschikt u niet over
beheerdersrechten.
Selecteer in het menu Apple Systeemvoorkeuren >
Systeem > Gebruikers en groepen.
Het linkerdeelvenster toont de actuele accounts; één
van deze zou uw naam moeten zijn met daaronder
het woord "Admin". Neem contact op met de
systeembeheerder als dat niet
Het bestand is te groot.De bestandsgrootte is afhankelijk
van veel factoren. De fysieke
grootte van het document en de
hoeveelheid tekst/afbeeldingen op
elke pagina zijn factoren die van
invloed zijn op de resulterende
bestandsgrootte. U kunt die
factoren niet wijzigen.
Scan met de laagste resolutie in zwart-wit het
kleinst mogelijke gebied om voor een bepaald
document het kleinst mogelijke bestand te maken.
Als u de omgekeerde instellingen toepast (het
grootst mogelijke gebied scannen met de hoogste
resolutie en in Kleur), resulteert dat in het grootst
mogelijke scanbestand.
Voor Windows
DSmobileCapture wijzigen (voor Windows
pagina 27).
Voor Macintosh: zie Scaninstellingen van DSmobileCapture wijzigen (voor Macintosh) op
pagina 36).
het geval is.
®
: zie Scaninstellingen van
®
) op
Netwerkproblemen
ProbleemOorzaakSuggesties
Mijn draadloze apparaat
(computer, smartphone,
tablet, enz.) heeft geen
toegang tot mijn scanner
via het draadloze
LAN-netwerk.
Ik ben het
aanmeldingswachtwoord
voor het Startscherm in de
browser vergeten.
De Wi-Fi
scanner staat in de stand OFF (Uit).
Er zijn vier of meer draadloze
apparaten tegelijkertijd verbonden
met de scanner.
Dit kan verschillende oorzaken
hebben.
Dit kan verschillende oorzaken
hebben.
®
-schakelaar van de
Schuif de Wi-Fi®-schakelaar in de stand ON (Aan).
Verbreek de verbinding met de reeds met de
scanner verbonden draadloze apparaten. Probeer
daarna drie of minder draadloze apparaten aan te
sluiten op de scanner.
Schuif de Wi-Fi
en daarna in de stand ON (Aan) om de scanner
opnieuw te verbinden.
Reset de netwerkinstellingen
(zie Netwerkinstellingen resetten op pagina 55).
®
-schakelaar in de stand OFF (Uit),
12
70
Problemen oplossen
Andere problemen
ProbleemOorzaakSuggesties
Ik kan het
kalibratieblad niet
vinden.
Ik wil een USB-hub
gebruiken.
Ik kan de scanner niet
opladen.
Ik kan de scanner niet
inschakelen, of hij
wordt meteen weer
uitgeschakeld.
Als ik de Wi-Fi
®
-
schakelaar in de stand
ON (Aan) schuif, gaat
het Wi-Fi
®
-lampje niet
branden.
De li-ionbatterij is
zoekgeraakt, of ik kan
de batterij niet
opladen.
Dit kan verschillende oorzaken hebben. Het speciale glossy kalibratieblad dat met de
scanner wordt meegeleverd, geeft de beste
kalibratieresultaten. Ga naar het Brother Solutions
Center op http://solutions.brother.com/
contact op met een plaatselijke Brother-vestiging
via http://www.brother.com/
kalibratieblad te bestellen
Dit kan verschillende oorzaken hebben. Gebruik de scanner zonder tussenkomst van een
USB-hub. Mogelijk levert een USB-hub niet
voldoende voeding voor de scanner.
De scanner is ingeschakeld terwijl u
Schakel de scanner uit tijdens het opladen.
probeert hem op te laden.
De li-ionbatterij is niet juist geplaatst.Controleer of de li-ionbatterij in de juiste richting is
geplaatst (zie de Installatiehandleiding).
De batterij is niet in de scanner
Plaats de batterij in de scanner.
geplaatst.
De batterij is in de verkeerde richting
geplaatst.
• De batterij is leeg.
• De batterij is bijna leeg.
•De Wi-Fi
®
-schakelaar van de
scanner staat in de stand ON (Aan).
Plaats de batterij in de juiste richting. Zie De batterij plaatsen op pagina 9 voor meer informatie.
Doe het volgende:
• Schuif de Wi-Fi
de stand OFF (Uit) om de scanner te gebruiken.
• Sluit de micro-USB-kabel aan op de scanner
en de computer om de scanner te gebruiken.
Als u de scanner niet kunt gebruiken als u op de
aan-/uitknop drukt, wacht dan twee minuten en
druk vervolgens opnieuw op de aan-/uitknop.
• Schakel de scanner uit en sluit de micro-USBkabel aan op de scanner en de computer tot de
batterij volledig is opgeladen. Gebruik daarna de
scanner.
De batterij is bijna leeg.Sluit de micro-USB-kabel aan op de scanner en de
computer om de batterij op te laden.
De li-ionbatterij is niet geplaatst.Plaats de batterij in de scanner en laad de batterij
daarna op.
Dit kan verschillende oorzaken hebben. Zoek contactgegevens op
http://solutions.brother.com
of neem
om een nieuw
®
-schakelaar van de scanner in
12
71
Problemen oplossen
ProbleemOorzaakSuggesties
De computer heeft
geen toegang tot de
SD-kaart via de
micro-USB-kabel.
De micro-USB-kabel is niet
aangesloten op de computer.
De TWAIN-modus is niet actief op de
scanner.
Sluit de micro-USB-kabel aan op de scanner en
de computer.
Druk op de knop Start/OK en geef SD weer op
het LCD-scherm om de massaopslagmodus te
activeren (SD-modus).
De Wi-Fi
®
-schakelaar staat in de
Schuif de Wi-Fi®-schakelaar in de stand OFF (Uit).
stand ON (Aan).
Er wordt een document gescand.Wacht als het scannen is voltooid tot de map van
de SD-kaart wordt weergegeven op het scherm van
de computer.
Als ik
http://10.10.100.1 typ
voor toegang tot het
startscherm in de
webbrowser, worden
de gescande
De TWAIN-modus is niet actief op de
scanner.
De scanner scant een document.Roep de webbrowser opnieuw op als het scannen
Druk op de knop Start/OK en geef SD weer op het
LCD-scherm om de massaopslagmodus te
activeren (SD-modus).
is voltooid.
afbeeldingen die zijn
opgeslagen op de
SD-kaart van de
scanner niet
weergegeven op
het startscherm.
Ik kan de
TWAIN-modus op de
scanner niet activeren.
De Wi-Fi
staat in de stand ON (Aan).
®
-schakelaar van de scanner
Schuif de Wi-Fi®-schakelaar in de stand OFF (Uit)
en selecteer TWAIN-modus op de computer
(zie De scanner aansluiten op de computer in TWAIN-modus op pagina 22).
Ik heb de functie
Automatisch
De Wi-Fi
stand ON (Aan).
®
-schakelaar staat in de
Schuif de Wi-Fi®-schakelaar in de stand OFF (Uit).
uitschakelen op AAN
gezet, maar de
scanner wordt niet
automatisch
uitgeschakeld.
12
72
A
Bijlage AA
Specificaties
OPMERKING
Dit hoofdstuk bevat een overzicht van de specificaties van de scanner. Ga naar de productpagina van
de scanner op http://www.brother.com/
Algemeen
StroombronUSB-bus-stroom / Li-ionbatterij
Stroomverbruik
AfmetingenBreedte308,0 mm
GewichtCirca 440 g
TemperatuurIn bedrijf5 tot 35 °C
VochtigheidIn bedrijf15 tot 85%
DocumentgrootteEnkele vellenBreedte55 tot 215,9 mm
1
Gemeten wanneer de scanner is aangesloten op de computer.
1
en klik op de tab Specificaties voor aanvullende specificaties.
• De waarden weergegeven in de tabel met gegevens over de li-ionbatterij kunnen variëren afhankelijk van
het gescande document en omgevingsfactoren, zoals temperatuur en methode voor op- en ontladen.
• Voor een langere levensduur van de batterij:
- Schuif de Wi-Fi
®
-schakelaar in de stand OFF (Uit) als u de Wi-Fi®-functie niet gebruikt.
A
- Schakel de scanner uit als u die niet gebruikt.
74
Bijlage A
Interfaces
USBHi-Speed USB 2.0
1, 2
Gebruik een USB 2.0-kabel (type A/B) die niet langer is dan 1,2 meter.
SD-kaartGeheugenlimiet SD-kaart: Tussen 2 en 32 GB
Het functioneren wordt niet gegarandeerd als u de SD-kaart die bij de scanner is meegeleverd,
niet gebruikt.
Draadloos LANIEEE 802.11b/g/n
1
Uw scanner heeft een Hi-Speed USB 2.0-interface. De scanner kan ook worden aangesloten op een computer die beschikt over een
USB 1.1-interface.
2
USB-poorten van andere merken worden niet ondersteund.
Certificering draadloosWi-Fi Certification Mark License (WPA™/WPA2™, Personal)
Protocol (IPv4)ARP, DNS Resolver, HTTP, ICMP, DHCP met BOOTP
DraadloosSSL/TLS (HTTPS)
75
A
Bijlage A
Computervereisten
ONDERSTEUNDE BESTURINGSSYSTEMEN EN SOFTWAREFUNCTIES
Computerplatform &
besturingssysteemversie
Windows
besturingssysteem
Macintoshbesturingssysteem
®
-
Windows® XP
Home
Windows
®
XP
Professional
®
Windows
XP
Professional x64
Edition
Windows Vista
Windows
Windows
®
7Intel
®
8Intel
Mac OS X 10.6.xIntel
Mac OS X 10.7.xIntel
Mac OS X 10.8.xIntel
Processor
Minimale snelheid
®
Intel
Core™2 Duo
of vergelijkbaar
64-bits
®
(Intel
64 of AMD64)
ondersteunde CPU
®
Intel® Core™2 Duo
of vergelijkbare 64-bits
®
(Intel
64 of AMD64)
ondersteunde CPU
®
Core™2 Duo
of vergelijkbare 64-bits
®
(Intel
64 of AMD64)
ondersteunde CPU
®
Core™ i3 of
vergelijkbare 64-bits
®
(Intel
64 of AMD64)
ondersteunde CPU
®
-processor1 GB2 GB80 MB400 MBUSB
®
-processor1 GB2 GB
®
-processor2 GB4 GB
Hardeschijfruimte
voor installatie
Minimum-
RAM
Aanbevolen
RAM
Voor
stuur-
program-
ma’s
Voor
toepas-
singen
Ondersteunde
pc-interface
1 GB2 GB80 MB1,2 GBUSB
1 GB2 GB
1 GB2 GB80 MB1,2 GB
1 GB
(32-bits)
2 GB
(64-bits)
1 GB
(32-bits)
2 GB
(64-bits)
2 GB
(32-bits)
4 GB
(64-bits)
2 GB
(32-bits)
4 GB
(64-bits)
80 MB1,2 GB
80 MB1,2 GB
A
Ga naar onze site http://solutions.brother.com voor de nieuwste driverupdates.
Alle handelsmerken, merk- en productnamen zijn het eigendom van de respectieve bedrijven.
76
B
Bijlage BB
Contact opnemen met Brother
BELANGRIJK
Neem voor technische ondersteuning contact op met de klantenservice in het land waar u de scanner hebt
gekocht. Zie Voor klantenservice op pagina 78 voor meer informatie. U moet telefoneren vanuit het
betreffende land.
Uw product registreren
Door registratie van uw product bij Brother International Corporation staat u te boek als de oorspronkelijke
eigenaar van het product. Uw registratie bij Brother:
kan dienst doen als bevestiging van de aankoopdatum van uw product als u de aankoopbon kwijtraakt
kan een claim bij de verzekering ondersteunen bij verlies van het product dat door een verzekering wordt
gedekt
helpt ons u op de hoogte te houden van verbeteringen van het product en speciale aanbiedingen
Vul het Brother garantieregistratie- en testblad in en fax dat naar Brother; u kunt het uzelf ook gemakkelijk
maken door uw product online te registreren op
http://www.brother.com/registration/
FAQ’s (veelgestelde vragen)
Bij het Brother Solutions Center vindt u alles wat u nodig hebt voor uw Brother-apparaat. Hier downloadt u
de meest recente softwaredocumenten en hulpprogramma’s en vindt u antwoorden op veelgestelde vragen,
tips voor het oplossen van problemen en informatie over hoe u optimaal gebruik kunt maken van uw Brotherproduct.
http://solutions.brother.com/
U kunt op het Brother Solutions Center zoeken naar bijgewerkte stuurprogramma’s van Brother.
Zoek op het Brother Solutions Center naar de nieuwste firmware-upgrade om de prestaties van uw apparaat
op peil te houden.
B
77
Bijlage B
Voor klantenservice
Ga naar http://www.brother.eu/ voor informatie over hoe u contact kunt opnemen met uw plaatselijke
Brother-vestiging.
78
B
Bijlage B
Technische ondersteuning (voor PageManager en BizCard)
E-mailadres: tech@newsoft.eu.com
OPMERKING
Zie Voor klantenservice op pagina 78 voor overige problemen.
79
B
www.brotherearth.com
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.