2015 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden.
De informatie in dit document kan worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving. De in dit
document beschreven software wordt geleverd onder een licentieovereenkomst. De software mag
uitsluitend worden gebruikt en gekopieerd in overeenstemming met de bepalingen van die
overeenkomst. Geen deel van deze publicatie mag worden gereproduceerd in enige vorm of op
enige wijze zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Brother Industries, Ltd.
Handelsmerk
Brother is het handelsmerk van Brother Industries, Ltd.
Microsoft, Windows en Paint zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Andere merk- en productnamen die in dit document worden genoemd, kunnen handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken zijn van de desbetreffende bedrijven.
OPMERKING
• Button Manager V2 is alleen beschikbaar voor Windows®-gebruikers.
• In deze gebruikershandleiding worden in principe schermopnamen gebruikt van een
Het pictogram van Button Manager V2 verwijderen uit het systeemvak ..................... 45
7 Index46
Page 4
1
Productoverzicht
Dit is een foto van een feestje.
Button Manager V2 is een programma waarmee u gemakkelijk documenten kunt scannen en
vervolgens de gescande afbeelding naar een bestemming of een toepassing kunt sturen. U kunt
maximaal negen verschillende bestemmingen opgeven voor regelmatig uitgevoerde taken, en
specificeren hoe u verschillende typen documenten wilt scannen en opslaan.
Button Manager V2 - functies
Button Manager V2 heeft de volgende functies voor een effectiever beheer van uw gescande
documenten:
•Scannen en de afbeelding invoegen in een toepassing
Gebruik Button Manager V2 om een gescande afbeelding direct in een toepassing te openen.
Als u bijvoorbeeld een gescande afbeelding in een document wilt invoegen, scant u de
afbeelding, waarna Microsoft Word automatisch wordt gestart, en de gescande afbeelding
wordt weergegeven in het Word-document.
•De gescande afbeelding uploaden naar het netwerk
Gebruik Button Manager V2 om afbeeldingen te scannen en te uploaden naar verschillende
bestandsservers van netwerken, bijvoorbeeld FTP en andere locaties in het netwerk.
•De TWAIN-gebruikersinterface van de scanner weergeven
Gebruik de TWAIN-gebruikersinterface van Button Manager V2 om in scanconfiguraties meer
geavanceerde scaninstellingen op te geven om de scans passend te maken voor uw
toepassingen.
•Ondersteuning voor externe invoegtoepassingen
Als u softwareontwikkelaar bent, kunt u uw eigen invoegtoepassingen maken en toevoegen om
gebruik te maken van de scanfuncties van Button Manager V2.
Page 5
2
Installatie
OPMERKING
Installeer EERST het scannerstuurprogramma, voordat u Button Manager V2 installeert.
Button Manager V2 installeren met de wizard
1. Plaats de dvd-rom in het dvd-romstation.
2. Klik, wanneer het venster Instellen wordt weergegeven, op Extra toepassingen en selecteer
Button Manager installeren.
OPMERKING
Ga naar Computer (Mijn computer) als het venster van Brother niet automatisch wordt
weergegeven.
Dubbelklik op het dvd-pictogram en vervolgens op AutoRun.exe.
Klik op Toestaan of Ja als het venster Gebruikersaccounts beheren wordt weergegeven.
3. De InstallShield Wizard wordt gestart, die u door de installatie zal leiden.
Page 6
3
4. Klik op Voltooien als de wizard is voltooid.
Page 7
4
Beginnen met scannen
Pictogram van
Button Manager V2
Na de installatie van het scannerstuurprogramma en Button Manager V2, moet de computer
opnieuw worden opgestart. Na de herstart wordt Button Manager V2 automatisch gestart als de
scanner wordt aangesloten en ingeschakeld. In het systeemvak rechts onder op het Bureaublad
wordt een pictogram voor een snelkoppeling weergegeven.
Als u begint met scannen, kunt u gebruik maken van de standaardinstellingen van
Button Manager V2, maar u kunt ook meteen scaninstellingen aanpassen aan uw wensen. Zie De
eigenschappen van scanknoppen wijzigen op pagina 12 voor meer informatie over het aanpassen
van scanconfiguraties met Button Manager V2.
Neem even de tijd om vertrouwd te raken met het knoppenpaneel van Button Manager V2 en de
scanindelingen en configuraties die standaard beschikbaar zijn voordat u gaat scannen.
Button Manager V2 starten
1. Als Button Manager V2 nog niet is gestart, klikt u op het pictogram van Button Manager V2 in
het systeemvak in de rechterbenedenhoek van het Bureaublad om de toepassing te starten.
Als Button Manager V2 is geïnstalleerd, maar het pictogram wordt niet weergegeven, klikt u op
de knop
pictogram van Button Manager V2 kunt klikken.
om de overige items in het systeemvak weer te geven, zodat u daarna op het
2. Geef de overige items van het systeemvak weer en klik op het pictogram van
Button Manager V2.
OPMERKING
Controleer eerst of de scanner is aangesloten op de computer met de USB-kabel, als het pictogram
van Button Manager V2 niet wordt weergegeven in het systeemvak van Windows. Zet de scanner
uit en weer aan als de scanner is aangesloten, maar het pictogram van Button Manager V2 nog
steeds niet wordt weergegeven.
Page 8
5
3. Hetknoppenpaneel van Button Manager V2 wordt weergegeven.
Blader met de knoppen met pijlpunten
Selectievakje
Functiepictogrammen (knoppen)
Het model van uw scanner staat op de
Als u een selectievakje
inschakelt, wordt die knop het
standaardscantype.
titelbalk van het knoppenpaneel.
Elke knop vertegenwoordigt een
scanfunctie. Er zijn zes functies
voorgeprogrammeerd, en u kunt de
functie van drie knoppen aanpassen.
omhoog en omlaag in het
knoppenpaneel.
4. Klik op de knop in het knoppenpaneel om de configuratiegegevens van de knop weer te geven.
Het venster Scangegevens wordt geopend.
OPMERKING
U kunt ook op de knop Start op de scanner drukken om de scangegevens weer te geven. Klik, als u
die methode toepast, na het bekijken van de gegevens op Scan annuleren zodat de scanner niet
begint met een nieuwe scan.
Page 9
6
5. Klik op de knoppen en om de cyclus met knoppen te doorlopen.
6. Klik met de rechtermuisknop op een knop om de scanconfiguratie van die knop weer te geven.
Het venster Eigenschappen knop wordt geopend met de standaardscanconfiguratie. Zie
Standaardfuncties en voorgeprogrammeerde taken op pagina 7 voor meer informatie over
standaardinstellingen van knoppen.
7. Klik op de scanknop die u wilt gebruiken om een scan te starten. De scanner scant het document
en stuurt de gescande afbeelding naar de standaardbestemming, die is ingesteld in het venster
Eigenschappen knop van die knop.
8. Klik met rechtermuisknop op een scanknop om het venster Eigenschappen knop te openen en
knopinstellingen aan te passen, als u de scanconfiguratie van een knop wilt wijzigen. Zie
Knoppenpaneel-configuratie op pagina 12 voor meer informatie.
9. Klik op de knop Sluiten
om het knoppenpaneel te sluiten.
Page 10
7
Standaardfuncties en voorgeprogrammeerde taken
wilt scannen en naar een map wilt sturen of
Button Manager V2 heeft negen functieknoppen, waarvan sommige zijn voorgeprogrammeerd voor
de meest voorkomende taken, bijvoorbeeld het scannen naar een map, scannen naar e-mail en
scannen naar een printer. Zes van die knoppen zijn al geconfigureerd en hebben een naam
gekregen, terwijl drie van de knoppen gereed zijn voor configuratie.
In deze tabel worden de voorgeprogrammeerde knoppen van het knoppenpaneel beschreven. Zie Knoppenpaneel-configuratie op pagina 12 als u instellingen of namen van deze knoppen wilt
wijzigen.
OPMERKING
De volgorde van de knoppennamen in uw knoppenpaneel kan verschillen van de volgorde in de
tabel; dat is afhankelijk van het type scanner dat u gebruikt.
Naam Bestemming/toepassing Voorgeprogrammeerde
scaninstellingen
Scan Selecteer deze knop als u een document
wilt weergeven in een toepassing die al is
gestart.
Scan To App Selecteer deze knop als u een document
wilt scannen, Microsoft Paint wilt starten en
de gescande afbeelding wilt weergeven in
Microsoft Paint.
E-Mail Selecteer deze knop als u een document
wilt scannen en de gescande afbeelding
als e-mailbijlage vanuit uw standaard emailprogramma wilt verzenden.
Printer Selecteer deze knop als u een document
wilt scannen en de gescande afbeelding
wilt afdrukken met uw standaardprinter.
Kleur, 200 dpi, JPEG, Auto
bijsnijden
Kleur, 200 dpi, JPEG, Auto
bijsnijden
Kleur, 200 dpi, JPEG, Auto
bijsnijden
Kleur, 200 dpi, BMP, Auto
bijsnijden
Shared Folder Selecteer deze knop als u een document
wilt scannen en de gescande afbeelding
wilt opslaan in een gedeelde map in het
netwerk.
Kleur, 200 dpi, JPEG, Auto
bijsnijden
Page 11
8
Naam Bestemming/toepassing Voorgeprogrammeerde
Button 7
Selecteer deze knop om de
Kleur, 200 dpi, JPEG, Auto
Button 8
Selecteer deze knop om de
Kleur, 200 dpi, JPEG, Auto
Button 9
Selecteer deze knop om de
Kleur, 200 dpi, JPEG, Auto
scaninstellingen
FTP Selecteer deze knop als u een document
wilt scannen en de gescande afbeelding
wilt opslaan op een bestandsserver in het
netwerk, bijvoorbeeld FTP.
scaninstellingen voor de knop op te geven
om een document te scannen en de
gescande afbeelding naar een bepaalde
bestemming te sturen. (Scaninstellingen
voor de knop moeten van te voren worden
opgegeven en de knopnaam kan worden
aangepast.)
scaninstellingen voor de knop op te geven
om een document te scannen en de
gescande afbeelding naar een bepaalde
bestemming te sturen. (Scaninstellingen
voor de knop moeten van te voren worden
opgegeven en de knopnaam kan worden
aangepast.)
scaninstellingen voor de knop op te geven
om een document te scannen en de
gescande afbeelding naar een bepaalde
bestemming te sturen. (Scaninstellingen
voor de knop moeten van te voren worden
opgegeven en de knopnaam kan worden
aangepast.)
Kleur, 200 dpi, JPEG, Auto
bijsnijden
bijsnijden
bijsnijden
bijsnijden
OPMERKING
•Als u de standaardinstellingen van de scanner wilt gebruiken, dient u zo nodig instellingen op de
computer op te geven voordat u Button Manager V2 installeert. Zo is bijvoorbeeld toegang tot
het netwerk nodig voor de knop Gedeelde map, of een internetomgeving voor FTP.
•Zorg dat u toegang hebt tot een netwerkserver als u gescande afbeeldingen naar een
netwerkserver zoals FTP wilt sturen. Mogelijk dient u eerst een aanmeldingsnaam en een
wachtwoord op te geven.
•Microsoft .NET Framework: Microsoft .NET Framework 2.0 of hoger moet op uw computer zijn
geïnstalleerd om gescande afbeeldingen accuraat naar een netwerkserver te kunnen sturen. Klik
op Start > Configuratiescherm > Software om te controleren of de juiste versie daarvan is
geïnstalleerd. Er wordt een lijst met programma’s weergegeven; als u Microsoft .NET Framework
hebt geïnstalleerd, zal het programma samen met de geïnstalleerde versie worden weergegeven
in die lijst.
Page 12
9
Knopconfiguraties controleren alvorens te scannen
Map en
Vak voor
Basisscanpara-
Naam van de geselecteerde knop
Bestemming en
Naam
1. In het knoppenpaneel van Button Manager V2 worden steeds maar vijf knoppen
weergegeven.Blader met de knoppen
en omhoog en omlaag in het knoppenpaneel.
2. Klik met de rechtermuisknop op een knop om de configuratie-eigenschappen weer te geven.
3. Het venster Eigenschappen knop wordt geopend (in dit voorbeeld is de knop Scan
geselecteerd).
knop
beeldmodusselectie
bestandsnaam
voor de
gescande
afbeelding
scaninstellingen
meters
Page 13
10
4. U kunt instellingen wijzigen voor bijvoorbeeld bestandsindeling, doeltoepassing en
scanparameters in het venster Eigenschappen knop. Zie Knoppenpaneel-configuratie op
pagina 12 voor meer informatie over het wijzigen van instellingen.
5. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het venster te sluiten.
Klik op Annuleren om het venster te sluiten zonder wijzigingen op te slaan.
Page 14
11
Scannen met de standaardinstellingen
Druk op de knop Start op de scanner om het document te scannen, te verwerken en naar de
toepassing te sturen die is voorgeprogrammeerd voor de scanfunctie die u in het knoppenpaneel
hebt gekozen.
1. Plaats het document dat u wilt scannen in de scanner.
2. Schakel in het knoppenpaneel het selectievakje in van de functie u wilt gebruiken.
Als u bijvoorbeeld de functie Scan To App wilt gebruiken, waarmee Microsoft Paint wordt gestart
en de gescande afbeelding in Microsoft Paint wordt weergegeven, schakelt u het selectievakje in
bij de knop Scan To App.
3. Druk op de knop Start op de scanner.
4. Als het scannen is voltooid, start Button Manager V2 Microsoft Paint en wordt de gescande
afbeelding weergegeven in het venster van Microsoft Paint.
Page 15
12
Knoppenpaneel-configuratie
U kunt in Button Manager V2 de knoppen in het knoppenpaneel naar wens aanpassen; u kunt
knopnamen wijzigen, de standaardinstellingen bijwerken en scaneigenschappen opgeven,
bijvoorbeeld voor doeltoepassingen, de bestandsnaam van gescande afbeeldingen en waar die
bestanden worden opgeslagen.
De eigenschappen van scanknoppen wijzigen
1. Klik op het pictogram van Button Manager V2
2. Button Manager V2 wordt gestart.
in het systeemvak.
Page 16
13
3. Klik op en om in het knoppenpaneel te bladeren tot u de knop hebt gevonden die u wilt
wijzigen. Klik met de rechtermuisknop op de knop om het venster Eigenschappen knop van die
knop te openen.
4. Klik op een tab om scaneigenschappen op dat tabblad te wijzigen:
•Tabblad Basis: Geef op dit tabblad basisinstellingen op, voor beeldmodus, resolutie,
papierformaat, bestandspad en bestandsnaam, en de bestemming voor de scan. Zie
Basisinstellingen op pagina 14 voor meer informatie.
•Tabblad Afbeeldingsaanpassing: Geef op dit tabblad instellingen op voor helderheid en
contrast voor een betere afbeelding. Zie Eigenschappen Afbeeldingsaanpassing op pagina
20 voor meer informatie.
•Tabblad Beeldverwerking: Op dit tabblad kunt u gescande afbeeldingen roteren. Zie Eigenschappen Beeldverwerking op pagina 22 voor meer informatie.
5. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het venster te sluiten.
Klik op Annuleren om het venster te sluiten zonder wijzigingen op te slaan.
Page 17
14
Basisinstellingen
Klik op de tab Basis om knopconfiguratie-instellingen te wijzigen, bijvoorbeeld basisinstellingen voor
het scannen, bestandsindeling en bestandspad, en de "Scannen naar"-bestemming.
(Dit is een schermafbeelding van een DS-720D of een DS-920DW.)
Page 18
15
Naam knop
In het veld Knopnaam boven in het venster kunt u de knop een andere naam geven. Typ de naam in
het veld; zodra u op OK klikt, wordt de gewijzigde naam weergegeven op de knop in het
knoppenpaneel.
Een knop in het knoppenpaneel een andere naam geven zonder het venster Eigenschappen knop
te openen:
1. Klik in het knoppenpaneel met de rechtermuisknop op de knop die u een andere naam wilt
geven. De knopnaam wordt geselecteerd.
2. Typ de nieuwe knopnaam in het veld, en druk op de Entertoets op het toetsenbord.
3. De knopnaam wordt gewijzigd en weergegeven in het knoppenpaneel.
Beeldmodus
Selecteer de beeldmodus voor de gescande afbeelding.
Kleur
Selecteer Kleur als u kleurenfoto’s of documenten in kleur scant.
Een kleurenscan produceert het grootste scanbestand.
Grijs
Selecteer Grijs om documenten te scannen met tekeningen en zwart-witfoto’s.
Een scan in grijstinten produceert een afbeelding met maximaal 256
grijstinten.
Zwart-wit
Selecteer Zwart-wit om documenten te scannen met tekst, of vervaardigd met
potlood of pen.
Een scan in zwart-wit produceert het kleinste scanbestand.
Page 19
16
Scanparameters
•Resolutie
Klik op de schuifregelaar voor Resolutie en versleep die om de ideale resolutie in te stellen.
De fabrieksinstelling is 200 dpi. Beschikbare resoluties zijn 75, 100, 150, 200, 300, 400 en 600
dpi; de opties variëren afhankelijk van het scannermodel.
Beeldresolutie wordt gemeten in pixels per inch (ppi), soms wordt ook gesproken van dots per
inch (dpi). Bij hogere resoluties is meer detail waarneembaar; het scannen gaat echter
langzamer en resulteert in het algemeen in grotere bestanden. Een kleurenafbeelding met een
Letter-/A4-formaat, die in kleur wordt gescand met 300 dpi, vergt ongeveer 25 MB ruimte op de
vaste schijf.
Resolutie: 100 dpi
Resolutie: 200 dpi
•Papierformaat
Klik op de vervolgkeuzelijst Papierformaat en selecteer een scanformaat. De opties variëren
afhankelijk van het scannermodel. Selecteer Auto bijsnijden en rechtzetten om het
bijsnijdvenster automatisch in te stellen overeenkomstig het documentformaat, en scheef
staande afbeeldingen automatisch recht te zetten. Gebruik deze optie als u een aantal
documenten met verschillende afmetingen achter elkaar wilt scannen.
•Dubbelzijdig (alleen voor DS-720D en DS-920DW)
Schakel het selectievakje Dubbelzijdig in om dubbelzijdig te scannen.
•TWAIN gebruiken
Schakel het selectievakje TWAIN gebruiken in om te scannen met behulp van de TWAINgebruikersinterface van de scanner. Klik vervolgens op Instellen om geavanceerde TWAINinstellingen te configureren.
Zie de Gebruikershandleiding bij uw scanner voor meer informatie over instellingen.
Page 20
17
Bestandslocatie
Optie
Resultaat
•Map
Typ een doellocatie voor het bestand met de gescande afbeelding of klik op Bladeren om de
map te zoeken.
•Bestandsnaam
De standaard Bestandsnaam voor gescande afbeeldingen wordt samengesteld uit een
tekenreeks met een numeriek aanhangsel. De standaard tekenreeks is Image_, en het
aanhangsel wordt automatisch gegenereerd, zodat een unieke bestandsnaam ontstaat. Uw
eerste scan wordt bijvoorbeeld Image_00001 genoemd, de tweede Image_00002, enzovoort.
U kunt de standaard tekenreeks wijzigen door een nieuwe standaardnaam te typen ter
vervanging van "Image_".
Klik op Meer om de bestandsnaam verder aan te passen. U kunt een datum, tijdstip, jaar en
andere geactualiseerde gegevens aan de naam toevoegen.
De datum wordt weergegeven in de notatie JJJJMMDD (jaar, maand, dag). De tijd wordt
weergegeven in de notatie UUMMSS (uren, minuten, seconden). Als u zowel datum als tijd
kiest, wordt de bestandsnaam weergegeven als: Image_000720130308175239.pdf (waarbij
20130308 de datumaanduiding is en 175239 de tijdsaanduiding).
U kunt kiezen uit de onderstaande mogelijkheden:
# Teller
Date Huidige jaar+maand+datum, 4 cijfers+2 cijfers+2 cijfers
Time Huidige uur+minuut+seconde, 2 cijfers+2 cijfers+2 cijfers
Year Huidig jaar, 4 cijfers
Month Huidige maand, 01-12
Day Huidige dag, 01-31
Hour Huidige uur, 1-24
Minute Huidige minuut, 1-60
Second Huidige seconde, 1-60
DayofWeek Huidige weekdag, 1-7
Weekly Huidige weeknummer, 1-53
Barcode (TWAIN) Van document herkende barcode
* De beschikbaarheid van de barcode-optie varieert, afhankelijk van
de TWAIN-gebruikersinterface van uw scanner.
Custom
Bij het scannen wordt een dialoogvenster weergegeven. Typ de naam
die u het bestand wilt geven in het vak.
Page 21
18
•Bestandsindeling
Klik op de vervolgkeuzelijst Bestandsindeling om een bestandsindeling te selecteren voor de
gescande afbeeldingen.
U kunt kiezen uit de volgende mogelijkheden:
BMP:
Bitmap (BMP) is het standaard afbeeldingsformaat in Windows voor computers met de
besturingssystemen DOS en Windows. De BMP-indeling ondersteunt RGB, geïndexeerde
kleuren, grijstinten en bitmap-kleurenmodi.
GIF:
Het Graphics Interchange Format (GIF) is ontwikkeld voor internet, vooral vanwege de geringe
bestandsgrootte, en maakt het mogelijk snel webpagina’s te laden. GIF wordt veel gebruikt op
internet, zowel voor foto’s als animaties. GIF ondersteunt maximaal 256 kleuren, waardoor het
geschikt is voor afbeeldingen met continue kleuren. GIF kan het beste worden gebruikt voor
illustraties in kleur, lijntekeningen in zwart-wit en afbeeldingen met grote blokken in een effen
kleur.
PNG:
Een Portable Network Graphic (PNG) is ook een bitmap met geïndexeerde kleuren met
compressie zonder verlies, maar zonder beperkingen qua auteursrechten; PNG wordt veel
gebruikt om afbeeldingen op te slaan voor webpagina’s. De kwaliteit van PNG is beter dan die
van GIF omdat de compressie beter is en omdat PNG miljoenen kleuren ondersteunt.
TIFF:
Het Tagged-Image File Format (TIFF) is een flexibel bitmapafbeeldingsformaat dat door vrijwel
alle toepassingen voor tekenwerk, beeldbewerking en paginaopmaak wordt ondersteund.
Vrijwel alle desktopscanners kunnen TIFF-afbeeldingen produceren.
Klik op de knop Eigenschappen rechts naast de keuzelijst Bestandsindeling om het TIFF-
bestand te comprimeren. Verplaats de schuifregelaar naar rechts of naar links om meer of
minder te comprimeren.
OPMERKING
Hoe hoger het compressieniveau, des te lager de afbeeldingskwaliteit.
TIFF Multi-page:
Selecteer Multi-TIFF om alle gescande afbeeldingen op te nemen in één TIFF-bestand.
JPEG:
Joint Photographic Experts Group-compressie (JPEG) levert de beste resultaten met een
vloeiend kleurverloop en de kleinste bestanden.
Klik op de knop Eigenschappen rechts naast de keuzelijst Bestandsformaat om het JPEGbestand te comprimeren. Verplaats de schuifregelaar naar rechts of naar links om meer of
minder te comprimeren.
OPMERKING
Hoe hoger het compressieniveau, des te lager de afbeeldingskwaliteit.
Page 22
19
PDF/PDF Multi-page:
Bestandsindeling
BMP
TIFF
PDF
JPEG
GIF
Portable Document Format (PDF) is een erg populair bestandsformaat, ontwikkeld door
Adobe. U kunt PDF-bestanden weergeven met Adobe Acrobat of Adobe Reader.
PDF Multi-page:
Selecteer PDF Multi-page om alle gescande afbeeldingen op te nemen in één PDF-bestand.
De onderstaande tabel geeft u een idee van de bestandsgrootte van de verschillende
bestandsformaten.
Scannen van een kleurenafbeelding op Letter-/A4-formaat met 200 dpi.
Bestandsgrootte 10 MB 10 MB 53 KB 212 KB 1,3 MB
•Bestemming
Klik op de vervolgkeuzelijst Bestemming en selecteer het doel voor de gescande afbeelding.
U kunt kiezen uit: Scannen, Naar app scannen, E-Mail (het standaard e-mailprogramma),
Printer (de standaardprinter), Gedeelde map, FTP en Archiveren.
OPMERKING
De gescande afbeelding wordt op geslagen op de Bestemming die u selecteert in de
vervolgkeuzelijst, maar ook automatisch in de lokale map die wordt weergegeven in het veld Map.
•Configuraties
Als u gescande afbeeldingen wilt uploaden naar een bestandsserver van een netwerk, dient u
"Configuraties" te selecteren en accountgegevens op te geven. Als u bijvoorbeeld een scan
naar een gedeelde map wilt uploaden, dient u zich aan te melden bij een bestandsserver.
OPMERKING
De knop Configuraties is alleen actief als u bij Bestemming hebt gekozen voor Naar app scannen,
Printer, Gedeelde map, FTP of Archiveren.
U kunt bij het opgeven van bestandsnamen speciale attributen gebruiken zodat u de bestanden beter
uit elkaar kunt houden.
Zie de tabel Optie op pagina 17 voor meer informatie.
•Beschrijving
In dit veld wordt een omschrijving gegeven van het item dat is geselecteerd bij Bestemming.
•Aantal scans
In dit veld wordt weergegeven hoeveel scans u in totaal hebt gemaakt.
Page 23
20
Eigenschappen Afbeeldingsaanpassing
Klik in het venster Eigenschappen knop op de tab Afbeeldingsaanpassing om de kleurkwaliteit
van de gescande afbeelding aan te passen en te verbeteren, zodat de gescande afbeelding zo dicht
mogelijk in de buurt komt van het originele document.
•Gamma
Klik op de schuifregelaar Gamma om de middentonen van de afbeelding aan te passen zonder
de lichtste en donkerste delen ingrijpend te wijzigen.
Gammawaarde: 1,0
Gammawaarde: 1,4
Gammawaarde: 2,0
Page 24
21
•Helderheid en contrast
Het bereik tussen de donkerste en de lichtste tinten van de afbeelding
aanpassen. Hoe hoger het contrast, des te groter het verschil tussen
Helderheid: 50
Helderheid: 100 (normaal)
Helderheid: 150
Contrast: 50
Contrast: 100 (normaal)
Contrast: 150
Helderheid
Een afbeelding lichter of donkerder maken. Hoe hoger de waarde, des
te helderder de afbeelding. Sleep de schuifregelaar naar rechts of naar
links om de helderheid te verhogen of te verlagen. De
standaardinstelling is 100.
Contrast
donker en licht. Sleep de schuifregelaar naar rechts of naar links om het
contrast groter of kleiner te maken. De standaardinstelling is 100.
Page 25
22
•Schaduw en hoge lichten
Sleep de
schuifregelaar naar rechts of naar links om het lichtste niveau aan te
Schaduw: 0/Hoge lichten:
Schaduw: 0/Hoge lichten: 200
Schaduw: 10/Hoge lichten: 210
Schaduw: 50/Hoge lichten: 255
Schaduw
Schaduw is de donkerste kleur van de gescande afbeelding. Hoe hoger
de waarde, des te donkerder wordt de huidige donkerste kleur. Sleep de
schuifregelaar naar rechts of naar links om het donkerste niveau aan te
passen. De standaardinstelling is 0.
Hoge lichten
Hoge lichten is de lichtste kleur van de gescande afbeelding. Hoe lager
de waarde, des te lichter wordt de huidige lichtste kleur.
passen. De standaardinstelling is 255.
255 (normaal)
•ICC-profiel
Schakel het selectievakje ICC-profiel gebruiken in om de kleurkwaliteit van de gescande
afbeelding aan te passen op basis van een ICC-profiel.
Page 26
23
Eigenschappen Beeldverwerking
Klik In het dialoogvenster Eigenschappen knop op de tab Beeldverwerking om de stand van de
gescande afbeelding aan te passen.
•Beeld draaien/omkeren
Klik op de vervolgkeuzelijst Beeld draaien/spiegelen en selecteer de rotatiehoek voor de
gescande afbeelding.
Selecteer Geen of een van de volgende opties:
draaien
90 graden naar links
draaien
Verticaal spiegelen
Origineel
180 graden draaien
90 graden naar rechts
Horizontaal spiegelen
Page 27
24
Scans versturen naar een gedeelde map
Als u gescande afbeeldingen wilt delen, kunt u die naar een gedeelde map sturen, zodat de
geüploade afbeeldingen beschikbaar zijn voor alle gebruikers met toegang tot die gedeelde map.
Afbeeldingen uploaden naar een gedeelde map:
1. Klik op het pictogram van Button Manager V2
2. Blader in het knoppenpaneel naar de knop Shared Folder
in het systeemvak.
.
3. Klik met de rechtermuisknop op Shared Folder. Het dialoogvenster Eigenschappen knop - Shared Folder wordt geopend.
4. Klik op Configuraties.
Page 28
25
5. Het venster Configuratie gedeelde map wordt geopend.
6. Typ uw gebruikersaccount In het veld Gebruiker.
7. Typ uw Wachtwoord.
8. Typ het pad naar de gedeelde map.
OPMERKING
•Neem contact op met uw systeembeheerder om te worden geautoriseerd voor het versturen van
documenten naar een Gedeelde map.
•Mogelijk dient u in het veld Gebruiker ook een domeinnaam op te geven. Als een domeinnaam
wordt toegevoegd, dient de gebruikersnaam als volgt te worden opgegeven: domain\username
(domeinnaam gevolgd door een backslash en de gebruikersnaam).
9. Typ in het veld Gedeelde map een naam of klik op (Bladeren) om naar een map te zoeken.
Als u een naam typt, kunt u speciale attributen gebruiken in de mapnamen, zodat u de
bestanden beter uit elkaar kunt houden.
Page 29
26
Scans versturen naar een FTP-server
Als u gescande afbeeldingen wilt delen, kunt u die naar een gedeelde FTP-server sturen, zodat de
geüploade afbeeldingen beschikbaar zijn voor alle gebruikers met toegang tot die FTP-server.
Mogelijk dient u bij uw systeembeheerder te informeren naar de juiste URL van de FTP-server. Uw
systeembeheerder kan u toegang verlenen tot de FTP-server en u een geldige gebruikersnaam en
geldig wachtwoord toewijzen.
Afbeeldingen uploaden naar een FTP-server:
1. Klik op het pictogram van Button Manager V2
2. Blader in het knoppenpaneel naar de knop FTP
in het systeemvak.
.
3. Klik met de rechtermuisknop op FTP. Het dialoogvenster Eigenschappen knop - FTP wordt
geopend.
4. Klik op Configuraties.
Page 30
27
5. Het venster FTP-configuratie wordt geopend.
6. Typ in het veld Host de URL in de volgende indeling: ftp://uwhostnaam/uwsite, waarbij:
ftp het te gebruiken protocol is
de hostnaam de naam is van de server
uw site de URL is van de website van de host
7. Typ het Poortnummer.
8. Typ uw Gebruikersnaam.
9. Typ uw Wachtwoord.
OPMERKING
•Neem contact op met uw systeembeheerder om te worden geautoriseerd voor het versturen van
documenten naar de site.
•Mogelijk dient u in het veld Gebruiker ook een domeinnaam op te geven. Als een domeinnaam
wordt toegevoegd, dient de gebruikersnaam als volgt te worden opgegeven: domain\username
(domeinnaam gevolgd door een backslash en de gebruikersnaam).
10. Typ in het veld Map een naam of klik op de knop (Bladeren) om naar een map te zoeken.
Als u een naam typt, kunt u speciale attributen gebruiken in de mapnamen, zodat u de
bestanden beter uit elkaar kunt houden.
11. Schakel het selectievakje Expliciet TLS/SSL in als u de verbinding wilt beveiligen met Expliciet
TLS/SSL.
Schakel het selectievakje Passieve modus in voor een verbinding in de passieve modus.
Page 31
28
12. Klik op de tab Proxy.
13. Selecteer Proxy automatisch detecteren of Proxy opgeven als u gebruikmaakt van een
proxyserver. Als u Proxy opgeven selecteert, dient u het IP-adres van de Proxy host op te
geven en het Poortnummer van de proxyserver. Typ uw Gebruikersnaam en Wachtwoord, als
dat is vereist voor de host. Neem contact op met uw netwerkbeheerder voor meer informatie.
14. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het venster te sluiten.
Klik op Test om de instellingen te testen en te controleren of de account actief is.
Klik op Annuleren om het venster te sluiten zonder wijzigingen op te slaan.
Page 32
29
Scans versturen naar een nieuwe toepassing
U kunt een scanknop zo aanpassen dat bij het scannen automatisch een toepassing wordt gestart en
de gescande afbeelding in die toepassing wordt geopend.
1. Klik op het pictogram van Button Manager V2
in het systeemvak.
2. Blader in het knoppenpaneel naar een van de niet-voorgeprogrammeerde knoppen, bijvoorbeeld
Button 7, en klik op die knop met de rechtermuisknop
.
3. Klik, in het veld Bestemming van het venster Eigenschappen knop op Scan To App
.
4. Klik op Configuraties. Het venster Configuraties wordt geopend.
5. Ga op een van de volgende manieren te werk om een toepassing te selecteren:
Selecteer de toepassing in de Lijst met toepassingen. Het pad naar de toepassing wordt
weergegeven in het veld Bestandspad. (Button Manager V2 zoekt naar toepassingen voor
beeldbewerking op uw computer en geeft de resultaten automatisch weer in de Lijst met toepassingen.)
Typ het Bestandspad naar de toepassing die u wilt gebruiken, of klik op
(Bladeren)
om naar de map van de toepassing te gaan en het .exe-bestand van de toepassing te
selecteren.
Klik op het Bureaublad van uw computer op
(Start) > Alle Programma’s, en ga naar de
toepassing die u wilt gebruiken. Sleep het pictogram van de toepassing van het menu Start
naar dit venster Configuraties. Het pad naar de toepassing wordt weergegeven in het veld
Bestandspad.
6. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het venster te sluiten.
Klik op Annuleren om het venster te sluiten zonder wijzigingen op te slaan.
Page 33
30
Nieuwe profielen maken
Button Manager V2 heeft negen voorgeprogrammeerde profielen die u kunt gebruiken en
aanpassen, maar u kunt ook nieuwe eigen profielen maken voor speciale doeleinden, bijvoorbeeld
voor het scannen van een bepaald soort document of een speciale verwerking van gescande
afbeeldingen.
Nieuw profiel toevoegen:
1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van Button Manager V2
systeemvak.
2. Klik op Profielbeheer.
3. Het venster Profielbeheer wordt geopend.
in het
4. Selecteer een van de voorgeprogrammeerde profielen en klik op Toevoegen. Er wordt een
nieuw profiel gemaakt, dat wordt toegevoegd aan de lijst.
5. Geef de knop een naam door een nieuwe naam te typen in het veld Naam.
6. Klik op Bewerken om de knopinstellingen te wijzigen. Pas de knopeigenschappen naar wens
aan als het venster Eigenschappen knop wordt geopend.
OPMERKING
U kunt alle knoppen in dit venster naar wens bewerken door de knop te selecteren, op Bewerken te
klikken en wijzigingen in te voeren in het venster Eigenschappen knop.
Page 34
31
7. Klik met de rechtermuisknop in de kolom knop op een knopnummer om het profiel te
importeren in het Knoppenpaneel.
8. Selecteer een profiel en klik op de knop Verwijderen om een profiel te verwijderen.
9. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het venster te sluiten.
Page 35
32
Het dialoogvenster Opties
In het dialoogvenster Opties van Button Manager V2 kunt u aanvullende scaninstellingen opgeven
of meer gedetailleerde informatie weergeven, bijvoorbeeld voor het wijzigen van de taal voor de
gebruikersinterface en de maateenheid.
1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van Button Manager V2
2. Klik op Opties.
3. Het venster Opties wordt geopend.
in het systeemvak.
Page 36
33
4. Klik op de knoppen in het linker navigatiedeelvenster om de volgende instellingen te wijzigen:
Instellingen
Klik op Instellingen om de volgende instellingen te configureren:
•Eenheid
Selecteer de gewenste maateenheid. U kunt kiezen uit: Centimeter, Inch en Millimeter.
•Taal
Selecteer de taal die u wilt gebruiken voor de gebruikersinterface. U kunt kiezen uit: Engels,
Traditioneel Chinees, Vereenvoudigd Chinees, Duits, Frans, Italiaans, Spaans, Portugees,
Russisch, Japans en Koreaans. Als u op OK klikt, wordt de geselecteerde taal toegepast.
•Dialoogvenster scanvoortgang
Maak een keuze voor weergave van basisinformatie of gedetailleerde informatie tijdens het
scannen. U kunt kiezen uit: Alleen basisstatus tonen en Detailinformatie tonen.
Page 37
34
•Service
Bij Servicestatus wordt weergegeven of knopdetectie of papierdetectie actief is. Selecteer de
detectiemethode die u wilt gebruiken voor het scannen. De scanner zal automatisch beginnen
met scannen wanneer papier in de scanner wordt geplaatst, of zal wachten tot op de knop
Start wordt gedrukt. U kunt kiezen uit: Sluiten, Knopdetectie en Papierdetectie.
Overig
Klik op Overig in het venster Opties om de volgende instellingen te configureren:
•Tijd voor verbergen knoppenpaneel
Schakel het selectievakje Inschakelen in en versleep de schuifregelaar om de tijd in te stellen
waarna het knoppenpaneel automatisch wordt verborgen. U kunt kiezen uit 0-120 seconden.
Klik op het pictogram Button Manager V2 in het systeemvak om het verborgen
knoppenpaneel opnieuw weer te geven.
•Profiel
Schakel dit selectievakje in als u profielinformatie wilt weergeven voor elke knop. Als de functie
is ingeschakeld, wordt basisinformatie over het profiel weergegeven in het knoppenpaneel,
zoals in de onderstaande afbeelding.
Page 38
35
•Statisch knoppenpaneel
Schakel het selectievakje Tonen in om een statisch knoppenpaneel weer te geven in de
rechterbenedenhoek van het Bureaublad. Als het statische knoppenpaneel wordt
weergegeven, kunt u op de knop Start drukken op de scanner om te beginnen met scannen,
zonder dat u eerst Button Manager V2 start.
Geavanceerd
Klik op Geavanceerd in het venster Opties om de volgende instellingen te configureren:
•Standaard
Klik op Fabrieksinstellingen om de fabrieksinstellingen voor Button Manager V2 te
herstellen.
•Knop registreren/deregistreren
Deze knop is alleen bedoeld voor softwareontwikkelaars. Klik op Deregistreren als u Button Manager V2 niet langer wilt gebruiken en een knoppenprogramma van een derde partij wilt
gebruiken.
Page 39
36
•Sneltoets
Schakel het selectievakje Systeemsneltoets registreren in en selecteer "Ctrl", "Shift" of "Alt"
om een sneltoets te definiëren voor het versturen van de gescande afbeelding naar een
opgegeven bestemming. Schakel bijvoorbeeld het selectievakje Systeemsneltoets registreren in, selecteer Ctrl en klik op OK, en selecteer vervolgens de gescande afbeelding
in Windows Verkenner en druk tegelijkertijd op de toetsen "Ctrl" en "9"*. De geselecteerde
afbeelding wordt naar de bestemming gestuurd van knop 9 in het knoppenpaneel.
* Het nummer is het volgordenummer van de scanknop van bovenaf in het knoppenpaneel.
•Knopprofiel im-/exporteren
Met deze optie kunt u knopprofielen importeren en exporteren, inclusief scaninstellingen en
bestemmingen, naar en van Button Manager V2. Als u op de knop Exporteren klikt, kunt u
huidige profielen exporteren naar een .bm-bestand. Als u op de knop Importeren klikt, kunt u
eerder geëxporteerde .bm-bestanden importeren in Button Manager V2.
Over
Klik op de knop Over om het nummer van de op uw computer geïnstalleerde versie van
Button Manager V2 weer te geven.
Page 40
37
Geavanceerde functies
Dit is een foto van een feestje.
De gescande afbeelding openen in een toepassing
U kunt een gescande afbeelding direct in een reeds geopende toepassing invoegen. Als u
bijvoorbeeld tekst bewerkt in Microsoft Word en u wilt een gescande afbeelding invoegen, kunt u een
scan maken die dan meteen wordt ingevoegd en weergegeven in het Microsoft Word-document.
OPMERKING
U kunt geen gescande afbeeldingen invoegen in tekstverwerkers als Kladblok.
1. Open de toepassing waarin u uw gescande afbeelding wilt weergeven. Bij dit voorbeeld is
Microsoft Word de toepassing.
2. Plaats de cursor daar in het document waar de gescande afbeelding moet worden weergegeven.
3. Plaats het document dat u wilt scannen in de scanner.
4. Klik op het pictogram van Button Manager V2
5. Klik op Scan
6. De gescande afbeelding wordt weergegeven in het Microsoft Word .doc-bestand.
.
in het systeemvak.
Page 41
38
Afbeeldingen opslaan als PDF-bestanden
U kunt met Button Manager V2 uw gescande afbeeldingen opslaan als PDF-bestanden (single- of
multi-page).
1. Klik in het knoppenpaneel met de rechtermuisknop op de knop die u wilt configureren als
scanknop "Opslaan naar PDF" (voor dit voorbeeld is de knop Scan To App geselecteerd). Het
venster Eigenschappen knop van Scan To App wordt geopend.
2. Selecteer in de vervolgkeuzelijst Bestandsindeling PDF als indeling (als u meerdere pagina’s
scant en al die scans in één bestand wilt opslaan, selecteert u PDF Multi-page).
3. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het venster te sluiten.
Klik op Annuleren om het venster te sluiten zonder wijzigingen op te slaan.
Page 42
39
Scans naar een printer sturen
U kunt een document scannen en naar een opgegeven printer sturen, maar als u een duplexscanner
gebruikt, kunt u ook twee gescande afbeeldingen afdrukken op één pagina.
De knop Printer configureren voor het uploaden van gescande afbeeldingen naar de printer:
1. Klik op het pictogram van Button Manager V2
2. Het knoppenpaneel wordt geopend; klik op
in het systeemvak.
en om naar de knop Printer te bladeren
.
3. Klik met de rechtermuisknop op de knop Printer. Het dialoogvenster Eigenschappen knop
wordt geopend.
4. Klik op Configuraties.
Page 43
40
5. Het venster Printerconfiguraties wordt geopend.
6. Selecteer de printer waarmee u de gescande afbeeldingen wilt afdrukken.
OPMERKING
Klik op Eigenschappen, wijzig printerinstellingen en klik op OK als u de instellingen van de
geselecteerde printer wilt wijzigen.
7. Klik op de tab Opties. Het venster Opties wordt geopend .
8. Schakel de selectievakjes in bij de functies die u wilt inschakelen:
Bestanden verwijderen na afdrukken: De gescande afbeeldingen worden na het afdrukken
verwijderd.
Auto kleurdetectie: Het afbeeldingstype van de gescande afbeelding detecteren en de
afbeelding overeenkomstig afdrukken. Als de gescande afbeelding bijvoorbeeld een
afbeelding in kleur is, wordt de afbeelding in kleur afgedrukt (als de geselecteerde printer
een kleurenprinter is); als de gescande afbeelding een afbeelding in zwart-wit is, wordt de
afbeelding afgedrukt in zwart-wit.
Page 44
41
Dubbelzijdig afdrukken (alleen voor duplex printers): De gescande afbeeldingen worden
op de voorzijde en de achterzijde van een pagina afgedrukt. Deze optie is alleen
beschikbaar als de opgegeven printer dubbelzijdig afdrukken ondersteunt.
Twee afbeeldingen afdrukken op dezelfde pagina (alleen duplexscanners): Als u het
selectievakje inschakelt, worden twee afbeeldingen samen op dezelfde kant van een pagina
afgedrukt. Deze optie is handig als u de voorkant en de achterkant van het originele
document, bijvoorbeeld een ID-kaart of een rijbewijs, op één pagina wilt afdrukken. Deze
optie is alleen beschikbaar als u scant met een duplexscanner.
9. Klik op OK om de instellingen op te slaan en het venster te sluiten.
Klik op Annuleren om het venster te sluiten zonder wijzigingen op te slaan.
Page 45
42
Met "slepen en neerzetten" een bestand opslaan naar een knop in het knoppenpaneel
Button Manager V2 is uitgerust met een handige functie om een bestand naar een knop in het
knoppenpaneel te slepen, zodat het bestand wordt opgeslagen in de voorgeprogrammeerde map
van die knop. Deze functie werkt met alle scanknoppen van het knoppenpaneel, met uitzondering
van de knop Scan. Als u bijvoorbeeld een afbeeldingsbestand naar de knop Shared Folder sleept,
wordt de afbeelding opgeslagen in de map die als Shared Folder is ingesteld.
1. Start Windows Verkenner en blader naar het bestand.
2. Button Manager V2
in het systeemvak.
3. Sleep het bestand vanuit Windows Verkenner naar de gewenste knop in het knoppenpaneel.
Een witte pijl en een plusteken worden aan de muisaanwijzer gekoppeld.
4. Het bestand wordt geüpload naar de map die is ingesteld als Shared Folder. Ga naar de
Shared Folder om te controleren of het bewuste bestand daar werkelijk is opgeslagen na het
slepen.
OPMERKING
•U kunt de functie slepen en neerzetten alleen gebruiken als de scanner met behulp van een
USB-kabel is verbonden met de computer.
•U kunt ook de sneltoets gebruiken om een afbeelding naar een opgegeven bestemming te
sturen. (Zie Sneltoets op pagina 36
voor meer informatie.)
Page 46
43
Problemen oplossen
Foutbericht
Omschrijving
Oplossing
Ongeldige host.
De invoer in het veld
Controleer of de syntaxis
netwerkserver zijn ingevoerd.
Gebruikersnaam mag niet
leeg zijn.
De gebruikersnaam is leeg.
Controleer of de
gebruikersnaam is ingevoerd.
Onjuiste gebruikersnaam of
Mogelijk is de aanmelding
Controleer gebruikersnaam
netwerk.
Ongeldige URL proxyhost.
De URL van de proxyhost is
Informeer bij uw
juiste URL voor de proxyhost.
Ongeldig poortnummer.
Het poortnummer voor de
Informeer bij uw
netwerkserver.
Kan proxy-instellingen niet
automatisch ophalen.
De proxy-instellingen zijn
Informeer bij uw
Proxyconfiguratie is niet
correct.
De gevraagde map bestaat
De submap bestaat mogelijk
Informeer bij uw
te maken.
Kan geen contact maken
De server op afstand heeft
Dit kan het gevolg zijn van
systeembeheerder.
De verbinding is vroegtijdig
De netwerkverbinding kan
Dit kan het gevolg zijn van
systeembeheerder.
De opgegeven groottelimiet
Het afbeeldingsbestand dat u
de limiet overschreden.
Informeer bij uw
bestandsgrootte.
Kan de hostnaam niet
De hostnaam is mogelijk niet
Informeer bij uw
de juiste hostnaam.
De volgende problemen kunnen zich voordoen als Button Manager V2 een bestand uploadt naar
een bestandsserver in een netwerk, bijvoorbeeld een FTP-server:
onjuist wachtwoord.
Hostnaam heeft niet het juiste
formaat.
met deze gegevens niet
geautoriseerd of is het
verkeerde wachtwoord
ingevoerd.
mogelijk niet correct.
netwerkserver is mogelijk niet
juist.
mogelijk niet correct.
correct is en of alle vereiste
delen van het pad naar de
en wachtwoord. Misschien
moet u ook contact opnemen
met uw systeembeheerder
om na te gaan of u
toegangsrechten hebt voor de
bestandsserver van het
systeembeheerder naar de
systeembeheerder naar het
juiste poortnummer voor de
systeembeheerder naar de
juiste proxy-instellingen.
niet en kan niet worden
gemaakt.
met het servicepunt op
afstand.
verbroken.
is overschreden.
afleiden.
niet.
niet gereageerd.
tijdelijk verbroken zijn.
hebt geüpload naar de server
is mogelijk te groot en heeft
correct.
systeembeheerder of u
rechten hebt om de submap
een netwerkprobleem. U kunt
het later nogmaals proberen
of contact opnemen met uw
een netwerkprobleem. U kunt
het later nogmaals proberen
of contact opnemen met uw
systeembeheerder naar
de beperkingen voor
systeembeheerder naar
Page 47
44
Foutbericht
Omschrijving
Oplossing
Kan de proxynaam niet
De proxynaam is mogelijk niet
Informeer bij uw
juiste proxynaam.
Kan geen volledige reactie
Het verzoek is mogelijk niet
Dit kan het gevolg zijn van
systeembeheerder.
Het verzoek is geannuleerd.
Het verzoek is mogelijk niet
Dit kan het gevolg zijn van
systeembeheerder.
Het verzoek is niet
De proxy heeft het verzoek
Informeer bij uw
details van de proxyserver.
Kan geen volledig verzoek
Kan geen volledig verzoek
Dit kan het gevolg zijn van
systeembeheerder.
Er is een fout opgetreden bij
een verbinding met SSL.
Mogelijk wordt SSL niet
netwerkserver.
Informeer bij uw
Tijdens de time-out is geen
Het uploaden van het
was verstreken.
De verbindingssnelheid van
nogmaals.
Kan een servercertificaat
Kan een servercertificaat niet
Informeer bij uw
netwerk.
Ongeldige
De bibliotheeknaam of de
de server.
Controleer of de bibliotheek-
Methode niet toegestaan.
U hebt geen toegangsrechten
Informeer bij uw
netwerk.
Onbekende fout.
Uploaden van het document
netwerkserver.
Controleer alle
afleiden.
ontvangen van de server.
toegestaan door proxy.
verzenden naar server op
afstand.
het tot stand brengen van
reactie ontvangen.
correct.
ontvangen door de server.
ontvangen door de server.
geweigerd.
verzenden naar server op
afstand.
ondersteund door de
gescande bestand is niet
voltooid voordat de time-out
systeembeheerder naar de
een netwerkprobleem. U kunt
het later nogmaals proberen
of contact opnemen met uw
een netwerkprobleem. U kunt
het later nogmaals proberen
of contact opnemen met uw
systeembeheerder naar de
een netwerkprobleem. U kunt
het later nogmaals proberen
of contact opnemen met uw
systeembeheerder.
het netwerk is mogelijk te
laag. Probeer het later
niet valideren.
documentbibliotheek/-map.
OPMERKING
Controleer bij problemen met het uploaden van bestanden met een internetbrowser of u toegang
hebt tot de bestandsserver van het netwerk. Als de netwerkserver niet werkt, of als er problemen zijn
met de verbinding tussen uw computer en de bestandsserver van het netwerk, kan
Button Manager V2 geen bestanden uploaden.
valideren.
mapnaam is niet gevonden op
tot de bestandsserver van het
netwerk.
is mislukt om onbekende
redenen.
Dit kan ook gebeuren als
Button Manager V2 geen
verbinding kan maken met de
systeembeheerder of u
toegangsrechten hebt tot de
bestandsserver van het
en mapnamen correct zijn.
systeembeheerder of u
toegangsrechten hebt tot de
bestandsserver van het
netwerkinstellingen van
Button Manager V2 om
zeker te weten dat ze correct
zijn.
Page 48
45
Het pictogram van Button Manager V2 verwijderen uit het systeemvak
Als u Button Manager V2 een tijd niet gebruikt, kunt u het pictogram van Button Manager V2 uit het
systeemvak verwijderen:
1. Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van Button Manager V2
in het
systeemvak.
2. Klik op Sluiten.
Als u Button Manager V2 opnieuw wilt starten, sluit u de scanner opnieuw aan, of start u
Button Manager V2 handmatig in het menu Start.
OPMERKING
•Start Button Manager V2 als volgt in de groep Programma’s.
Klik op Start > Alle programma’s > Brother DS-XXX Scanner > Button Manager > Button Manager V2 (waarbij XXX het scannermodel is).
•Verwijder Button Manager V2 als volgt uit de groep Programma’s.
Klik op Start > Alle programma’s > Brother DS-XXX Scanner > Button Manager > Installatie
ongedaan maken (waarbij XXX het scannermodel is).
Page 49
46
Index
A
Auto bijsnijden ...................................................... 16
Auto kleurdetectie ................................................ 40