BRANDT WFH1675D, WFH1475D, WFH1275D User Manual [fr]

WB0008920509U1.FM
Gebruiksaanwijzing
Automatische wasmachine
Guide d'installation et d'utilisation de votre
Lave-linge automatique
WFH 1675 D WFH 1475 D WFH 1275 D
C'est bon de pouvoir compter sur Brandt
Nederlands :
Français :
à partir de la page 21
Garantie & Service :
pagina/page 41/42
vanaf pagina 1
H
F
XW0020H.FM
Wij verzoeken u eerst deze handleiding te lezen!
Geachte klant, Met de aanschaf van dit toestel, heeft u
gekozen voor moderne wastechniek, ho­ge kwaliteit, lange levensduur, grote be­drijfszekerheid en optimaal bedienings­comfort.
• Controleert u eerst of de machine in onbeschadigde toestand werd gele­verd.
• Meld eventuele transportschade on­middellijk bij uw leverancier resp. uw verkooppunt en neem de machine niet in gebruik!
Deze handleiding…
…is bedoeld om u te helpen de machine snel en veilig te leren bedienen.
• Lees deze handleiding voor u de ma­chine installeert en in gebruikt neemt.
• Volg steeds de veiligheidsaanwijzin­gen.
• Bewaar de handleiding voor later ge­bruik.
• Geef deze handleiding door aan een eventuele nieuwe eigenaar van de ma­chine.
Verklaring van de symbolen
In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt:
Waarschuwing voor elektrische span-
B
ning. Levensgevaar! Waarschuwing voor andere materiële
A
of persoonlijke schade. Belangrijke informatie of nuttige tip.
3
INHOUD
Overzicht van de machine.............................2
Veiligheid voor alles ......................................3
Verwijdering ..................................................3
Installatie .......................................................4
Transportbeveiligingen verwijderen............4
De juiste installatieplaats.............................4
Deurrichting wijzigen .................................4
Onderbouw................................................4
Machine waterpas stellen ...........................5
Watertoevoer aansluiten.............................5
Waterafvoer aansluiten ...............................5
Elektrische aansluiting.................................6
De eerste wasbeurt.....................................6
Wasvoorbereidingen .....................................7
Wasgoed sorteren.......................................7
Wasgoed voorbereiden...............................7
De juiste lading ..........................................8
De deur......................................................8
Wasmiddelen en wasverzachters ..................8
De wasmiddellade.......................................8
Hulpmiddelen voor het doseren van wasmiddel
Vloeibare wasmiddelen ...............................8
Keuze van het wasmiddel............................8
Dosering van het wasmiddel .......................8
Wasverzachter ............................................9
Stijfsel.........................................................9
Programma's.................................................. 9
De programmakeuzeschakelaar ..................9
Hoofdprogramma's ....................................9
Speciale programma's ..............................10
Extra functies ...............................................10
De knoppen .............................................10
Voorwas ...................................................10
Intensief ...................................................10
Extra Spoelen ...........................................10
Kort..........................................................10
surfliss (kreukbescherming).......................10
Inweken ...................................................11
Spoelstop .................................................11
Programmablokkering ..............................11
Centrifugeertoerental .................................11
Display .........................................................11
Tijd instellen.............................................12
Tijdsaanduiding wijzigen ..........................12
Uitgestelde start ..........................................12
Uitgestelde starttijd wijzigen..................... 13
Uitgestelde start annuleren.......................13
Weergave van het programmaverloop.......13
Controlelampjes ..........................................13
IN ÉÉN OOGOPSLAG ...................................14
Voorbereiden en starten ...........................14
Programma wijzigen.................................14
Programma annuleren..............................14
Extra wasgoed toevoegen.........................14
Programma gestopt door spoelstop..........14
Wasgoed nogmaals centrifugeren.............14
Na beëindiging van het programma.........14
Programmatabel .........................................15
Reiniging en verzorging...............................16
Problemen en storingen .............................18
Technische gegevens en verbruiksgegevens.19
.8
1
H

Overzicht van de machine

Extra functies
Voorwas
é
lavage
Pr
Intensief
Intensif
Extra Spoelen
ç
age Plus
Rin
Kort
Rapide
Inweken
Trempage Bio
Spoelstop
ê
t Cuve
Arr
Pleine
Controlelampjes Centrifugeertoerental Indicatielampje gesloten
Bedieningspaneel
Programmakeuzeschakelaar Display Programma-
verloopaanduiding
W
i
t
Stop
B
t
e
l
a
-
n
B
95˚C
c
o
n
C
60˚
t
o
e
u
W
l
50˚
e
u
a
r
s
L
W
a
i
30˚
n
o
e
l
40˚
Koud
30˚
D
é
F
l
i
i
c
j
n
a
t
e
W
a
s
40˚
30˚
60˚
e
50˚
u
n
e
q
l
i
l
40˚
t
e
é
30˚
40˚
t
h
s
t
r
n
e
y
h
S
k
u
e
r
K
1600 1200
900
d
600
Pauze Pause
Stop
Start/Pauze
Uitgestelde start
Wasmiddellade Afvoerslang
Wateraansluiting
Tijd instellen
Typeplaatje
Stroomkabel
deur
H
Deuropener
Onderhoudsklep met In de hoogte Transportbeveiligingen verontreinigingsfilter verstelbare voeten
2

Veiligheid voor alles

Volgt u absoluut de volgende aanwijzin­gen, anders loopt u kans op persoonlijk letsel of materiële schade en vervalt elke garantie en aansprakelijkheid.
Gebruik
Deze machine mag alleen worden ge­bruikt voor het wassen, spoelen en centrifugeren van textiel dat geschikt is om te worden gewassen in de was­machine.
Gebruik alleen was- en verzorgings­middelen die geschikt zijn voor de wasmachine.
Volg absoluut de verzorgingsaanwij­zingen op de kledingstukken en de aanwijzingen van de wasmiddelfabri­kant.
Veiligheidsaanwijzingen
De machine mag alleen worden aan­gesloten op een deskundig geïnstal­leerde en geaarde contactdoos, die beveiligd is met een zekering van de juiste capaciteit.
De watertoevoerslang met Aquastop
B
PLUS (afhankelijk van het model) be­vat delen die onder spanning staan. Toevoerslang en Aquastop PLUS niet beschadigen! Elektrocutiegevaar!
De toe- en afvoerslangen moeten steeds goed bevestigd en in onberis­pelijke staat zijn.
Een wastafel resp. badkuip waarin de
A
afvoerslang geplaatst is mag niet wor­den gebruikt terwijl de wasmachine loopt. Verbrandingsgevaar bij hoge wastemperaturen!
Raak de glazen deur niet aan als u op
A
hoge temperaturen wast! Verbran­dingsgevaar door hete delen!
Open nooit de glazen deur en verwij-
A
der de opvangfilter niet als er nog wa­ter in de trommel staat. Overstro­mings- en eventueel verbrandingsgevaar door heet sop!
Houd kinderen uit de buurt van de machine! Elektrische toestellen zijn geen speelgoed.
Gebruik deze machine in geen geval
A
om kleren chemisch te reinigen! Brand- en explosiegevaar!
Spoel voorbehandelde kledingstukken (wasbenzine, vlekkenverwijderaar e.d.) voor het wassen met zuiver water.
Spuit de machine nooit schoon met
B
een waterslang! Elektrocutiegevaar! Trek steeds de stekker van de stroom­kabel uit de wandcontactdoos voor u de machine reinigt.
Raak de stekker nooit aan met vochti­ge handen! Trek nooit aan de kabel, alleen aan de stekker.
Gebruik de machine niet als de
B
stroomkabel of de stekker defect zijn of de machine op een andere manier beschadigd is! Elektrocutiegevaar!
In geval van een storing die niet kan worden verholpen aan de hand van de aanwijzingen in deze handleiding: Schakel de machine uit, trek de stek­ker uit de wandcontactdoos, draai de waterkraan dicht en neem contact op met onze servicedienst.
Probeer de machine nooit zelf te repa-
B
reren! Daardoor kunt u uw eigen leven en het leven van andere personen in gevaar brengen! Alleen bevoegde en geschoolde elek­tromonteurs, zoals onze servicedienst, mogen de machine repareren.

Verwijdering

Waarheen met de verpakking?
De verpakking bestaat uit recycleerbaar materiaal.
Sorteer de verpakking naar materiaal­soort:
– piepschuim en folie gaan naar een
inzamelpunt voor afvalstoffen;
– houten latten naar het grof huisvuil. De verpakking hoort niet bij het nor-
3
male huisvuil!
Wat doet u met de oude machine?
Verwijder uw oude machine op een milieu­vriendelijke manier.
3
H
Vraag uw handelaar of de plaatselijke vuilnisophaaldienst hoe u uw oude machine het best kunt verwijderen.
Voor u de machine bij het grof huisvuil
A
plaatst, snijdt u de stroomkabel af en maakt u het deurslot onbruikbaar, zo­dat de machine geen gevaar kan ople­veren voor kinderen.

Installatie

Transportbeveiligingen verwijderen

Voor u de machine in gebruikt neemt,
A
moet u absoluut de transportbeveili­gingen verwijderen! Anders wordt de machine tijdens het gebruik bescha­digd.
Vereist gereedschap: Ring- of dopsleutel van 13 mm.
1. Draai met de sleutel de drie schroeven
A los tot deze vrij kunnen draaien.
B
A
A A
2. Duw de schroeven A opzij en trek ze
samen met de afstandsbusjes naar bui­ten; verwijder de stang B (indien aan­wezig).
gen in het achterpaneel en duw ze met behulp van een stuk gereedschap (bijv. een schroevendraaier) naar bin­nen.
Bewaar de transportbeveiligingen.
Als de machine later wordt getrans­porteerd (bijv. verhuis), moeten de transportbeveiligingen absoluut op­nieuw worden aangebracht!
Transporteer de machine nooit zonder
A
de transportbeveiligingen!

De juiste installatieplaats

Installeer de machine op een stabiele, vlak­ke plaats in een vorstvrije ruimte.
Als er vorstgevaar bestaat, moet u ab-
A
soluut het resterende water aftappen (zie Reiniging en verzorging).
De vloer moet voldoende draagver-
A
mogen hebben! Als u bijv. de wasmachine en een droogautomaat op elkaar plaatst, kan deze combinatie in beladen toestand een totaal gewicht van 160 kg heb­ben.
Installatie op een sokkel:
3
Een sokkel (voetstuk) – om de machi­ne hoger te plaatsen – is verkrijgbaar bij onze afdeling onderdelen onder ar­tikelnr. 99X4002.
Belangrijk:
Plaats de machine niet op de stroom­kabel.
Bewaar tenminste 1 cm afstand tussen de machine en wanden of meubel­stukken.
Plaats de machine alleen op een vaste ondergrond, niet op hoogpolig tapijt of andere vloerbekledingen.

Deurrichting wijzigen

Als u wilt dat de deur naar de andere kant opengaat, kunt u de openingsrichting door onze servicedienst laten wijzigen.
A C
3. Plaats de drie afdekkappen C (uit het
zakje met onderdelen) op de openin-
4
H

Onderbouw

De machine kan onder een werkblad wor­den geïnstalleerd. Voor de onderbouwinst­allatie is een afdekplaat nodig (artikelnr. 51X0096 bij onze afdeling onderdelen).
De onderbouwinstallatie mag alleen
A
worden uitgevoerd door bevoegde monteurs.
Bovendien bevelen wij aan onder de voet­jes twee glijplaten aan te brengen.

Machine waterpas stellen

Vereist gereedschap: Steeksleutel van 17 mm, waterpas.
1. Draai met de sleutel de borgmoeren van de voetjes los.
2. Stel de voetjes in tot de machine wa­terpas staat en niet meer wiebelt.
3. Belangrijk: draai met de sleutel alle borgmoeren opnieuw vast.

Watertoevoer aansluiten

De machine kan worden aangesloten op waterkranen met 3/4" B.S.P.-schroefdraad.
Belangrijk:
Houd rekening met de toegestane wa­terdruk (zie Technische gegevens). Als de waterdruk hoger is, moet u een drukregelventiel monteren.
Sluit de machine niet aan op een gei­ser of een drukloze boiler omdat de waterdruk dan niet toereikend is.
Slangverlengstukken zijn verkrijgbaar bij onze afdeling onderdelen. Gebruik geen zelfgemaakte verlengstukken met klemmen e.d.!
Gebruik alleen de meegeleverde nieu­we slangen, geen nog aanwezige ou­de exemplaren!
Plaats de slang zonder knikken!
Vereist gereedschap: geen. (Geen buistang gebruiken!)
1. Als de toevoerslang nog niet gemon­teerd is, schroeft u het gebogen uit­einde met de hand stevig in het ach­terpaneel van de machine.
2. Het andere uiteinde van de toevoer­slang schroeft u met de hand stevig aan de waterkraan.
Aquastop / Aquastop PLUS
De „Aquastop“ resp. „Aquastop PLUS“
3
(afhankelijk van het model) sluit de watertoevoer af als er een lek mocht optreden.
3. Draai de waterkraan helemaal open en controleer of de aansluitingen lekvrij zijn; draai de waterkraan opnieuw dicht. Indien nodig sluiting en koppe­ling corrigeren.

Waterafvoer aansluiten

U kunt de afvoerleiding aan de rand van een was- resp. afwasbak aanbrengen – of vast aan een afvoerpijp (sifon) aansluiten.
Belangrijk:
Plaats de slang niet meer dan 100 cm boven de vloer, anders kan de machi­ne het sop niet meer wegpompen.
Het water moet ongehinderd kunnen weglopen. Wastafels met een kleine afvoer zijn niet geschikt.
Het uiteinde van de slang mag niet in ondergedompeld zijn in het wegge­pompte water.
Slangverlengstukken zijn verkrijgbaar bij onze afdeling onderdelen. Gebruik geen zelfgemaakte verlengstukken met klemmen e.d.!
5
H
Gebruik alleen de meegeleverde nieu­we slangen, geen nog aanwezige oude exemplaren!
Plaats de slang zonder knikken!
Bevestiging van de slanghouder:
1. Trek de meegeleverde slanghouder op het uiteinde van de slang.
2. De afvoerslang met de slanghouder over de bak- of badrand hangen en te­gen wegglijden beveiligen – bv met een ketting aan de waterkraan bevesti­gen.
Vaste aansluiting aan een sifon:
De aansluiting dient door een sanitaire
A
vakman te worden uitgevoerd, om een wegglijden van de slang te voor­komen. Gevaar van overstroming!
De meegeleverde rubberen slang tus­sen afvoerslang en sifon bevestigen en met twee slangklemmen beveiligen. Slangklemmen zijn in de vakhandel verkrijgbaar.
afhankelijk van het model

Elektrische aansluiting

Sluit de machine aan op een deskundig geïnstalleerde en geaarde contactdoos, die beveiligd is met een zekering van de juiste capaciteit.
Belangrijk:
De aansluiting moet beantwoorden aan de voorschriften in uw land en van het plaatselijke energiebedrijf.
De netstekker moet na de installatie vrij toegankelijk zijn.
Bij een vaste aansluiting moet een hoofdschakelaar met een contactaf­stand van tenminste 3 mm worden gebruikt.
De spanning en het zekeringstype zijn vermeld op het typeplaatje op het achterpaneel.
Noteer het op het typeplaatje vermel-
3
de model en het serienummer van de machine voor eventuele aanvragen aan onze servicedienst.
De aangegeven spanning moet over­eenstemmen met uw netspanning.
De machine mag niet worden aange­sloten met behulp van verlengkabels of stekkerdozen.
• Als u de machine aansluit op het stroomnet, moet de programmakeu­zeschakelaar op »Stop« staan.
Als de stroomkabel beschadigd is,
B
moet deze door een erkend elektro­monteur worden vervangen. De machine mag niet worden ge­bruikt totdat deze gerepareerd is! Elek­trocutiegevaar!

De eerste wasbeurt

Zie het hoofdstuk Problemen en sto-
3
ringen als u een signaal hoort of de machine niet kan worden ingescha­keld.
Zodra de machine is aangesloten, stelt u de tijd in, zie Tijd instellen.
Om eventueel achtergebleven testwater weg te spoelen, moet de eerste wasbeurt worden uitgevoerd zonder wasgoed.
1. Draai de waterkraan helemaal open. Controleer of de slangen vastzitten.
2. Controleer of de trommel helemaal leeg is; sluit de deur.
3. Doe een kleine hoeveelheid wasmid­del in vakje II; sluit de wasmiddellade.
4. Draai de programmakeuzeschakelaar op »Witte/Bonte Was 60 °C«. Het maximale centrifugeertoerental moet ingesteld zijn – druk evt. op de knop »Centrifugeren« .
5. Druk op de knop »Start/Pauze« .
H
6
Indien u vreemde geluiden hoort of
A
water uit de machine loopt: draai de programmakeuzeschakelaar op »Stop«, sluit de waterkraan. Controleer of alle transportbeveiligingen verwijderd en de slangen correct aangesloten zijn.
Na beëindiging van het programma:
Zodra het indicatielampje »Deur«
3
1. Draai de programmakeuzeschakelaar
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Laat de deur en de wasmiddellade
dooft, kan de deur worden ge-
opend.
op »Stop«.
open zodat deze kunnen drogen.

Wasvoorbereidingen

Wasgoed sorteren

Sorteer het wasgoed volgens materi­aal, kleur, mate van vervuiling en toe­gestane wastemperatuur.
Let steeds op labels in de kledingstuk-
A
ken!
Wasprogramma's en
verzorgingssymbolen
Witte was / Bonte was: katoen, linnen
Kreukherstellend: synthetische stoffen (polyester, polyamide); gemengde stoffen (met katoen)
Fijne was: gevoelige stoffen (viscose, zijde e.d.); gordijnen
koud
Wol: alleen met wollabel en gemerkt met machinewas
machine-
was
Handwas: Niet wassen:
Witte en bonte was niet samen was­sen! Nieuwe donkere kledingstukken geven sterk af.

Wasgoed voorbereiden

Wasgoed met metalen delen (BH's
A
met vormbeugels, ceinturen, metalen knopen, enz.) wordt de machine be­schadigd. Verwijder metalen delen of steek het wasgoed in een wasgoedzak of iets dergelijks!
Maak de zakken leeg, verwijder alle vreemde voorwerpen (munten, pen­nen, paper clips). Kleine stukken was­goed (babysokjes, panty's) steekt u in een wasgoedzak of iets dergelijks.
Gordijnen moeten extra voorzichtig worden behandeld! Verwijder niet­roestvrije runners of losse loodveters. Steek runners die niet kunnen worden verwijderd in een wasgoedzak of iets dergelijks.
Sluit ritssluitingen, naai losse knopen vast en herstel losse naden en scheur­tjes.
Was alleen wollen kledingstukken die gemerkt zijn met geschikt voor de wasmachine of handwas, en uit­sluitend met het passende program­ma.
Nieuwe bonte kledingstukken moe­ten afzonderlijk worden gewassen daar deze sterk kunnen afgeven.
Sterk vervuilde kledingstukken moeten voor het wassen worden behandeld. In geval van twijfel raadpleegt u een drogist of een wasserette.
Gebruik alleen kleur- resp. ontkleur­middelen en ontkalker die geschikt zijn voor de wasmachine. Volg de aan­wijzingen op de verpakking!
7
H

De juiste lading

De maximale lading is afhankelijk van het soort wasgoed, de mate van vervui­ling en het gewenste wasprogramma.
Volg de aanwijzingen in de Program-
A
matabel! Een te volle trommel heeft een nega­tieve invloed op het wasresultaat.
Probeer steeds de maximale lading te
3
benutten.

De deur

Terwijl het wasprogramma loopt, is de
3
deur vergrendeld; het indicatielampje »Deur« brandt. Zodra het indicatielampje »Deur« dooft, kan de deur worden geopend.
Druk op de deuropener boven de deur om deze te openen.
Leg het wasgoed losjes in de trommel; voeg evt. wasmiddel (in wasmiddel­zakje of doseerballetje) toe.
Duw de deur goed dicht tot u het slot hoort vastklikken. Zorg ervoor dat er geen kledingstukken geklemd zitten.
Wasmiddelen en wasver­zachters

De wasmiddellade

De wasmiddellade bestaat uit drie vakjes: Vakje I voor voorwas Vakje II voor de hoofdwas of stijfsel
Vakje III voor wasverzachter of stijfsel
(opgelost poederstijfsel)
(vloeibaar stijfsel)
Doe het wasmiddel en de wasverzach­ter altijd voor de programmastart in de machine.
Open de wasmiddellade nooit terwijl
A
er een wasprogramma loopt!

Hulpmiddelen voor het doseren van wasmiddel

Met wasmiddelzakjes of doseerballetjes kunt u het wasmiddel ook rechtstreeks in de trommel leggen.
Dit is natuurlijk alleen mogelijk bij pro-
3
gramma's zonder voorwas.

Vloeibare wasmiddelen

Houd bij het gebruik van vloeibare of gel­vormige wasmiddelen rekening met het volgende.
Gebruik geen vloeibaar wasmiddel als u gebruikt wilt maken van de functie
uitgestelde start“.
Gebruik vloeibare wasmiddelen niet
voor de voorwas, alleen voor de hoofdwas.
Als vloeibaar wasmiddel gebruikt bij
A
uitgestelde start of voorwas, kunnen er vlekken ontstaan op uw wasgoed.
Gebruik het doseerschepje van de wasmiddelfabrikant en volg de aanwij­zingen op de verpakking.

Keuze van het wasmiddel

De keuze van het wasmiddel is afhankelijk van het soort wasgoed, de kleur en de ge­wenste wastemperatuur.
Gebruik een normaal wasmiddel voor witte/bonte was van 60 tot 95 °C, an­ders bij voorkeur een color- of een fijn­wasmiddel.
Wol mag alleen met een wolwasmid­del worden gewassen.
Wasmiddelen volgens het modulaire principe maken een individuele toe­voeging van bleekmiddel en onthar­der mogelijk.
Gebruik alleen wasmiddelen die ge­schikt zijn voor wasmachines.
H

Dosering van het wasmiddel

De hoeveelheid wasmiddel is afhankelijk van de hoeveelheid wasgoed, de mate van vervuiling en de waterhardheid.
8
Informeer bij uw waterleidingsmaat-
3
schappij naar de hardheid van het wa­ter in uw woonplaats.
Waterhardheidsniveaus
1 2
middelhard
3 4
zacht
hard
zeer hard
01,3 1,32,5 2,53,8
> 3,8 mol/l °dH
m
0 7 714
1421
> 21
Volg bij de dosering de aanwijzingen op de verpakking!
Bij een kleine hoeveelheid wasgoed of lichte vervuiling kunt u minder was­middel gebruiken.
Geconcentreerde compactwasmidde-
A
len moeten zeer precies worden gedo­seerd!
Te veel wasmiddel veroorzaakt:
sterke schuimvorming, slechte was- en spoelresultaten, sterke belasting van het milieu.
Te weinig wasmiddel veroorzaakt:
wasgoed dat er grauw uitziet, kalkaf­zettingen in de machine.

Wasverzachter

Wasverzachter doet u in vakje III van de wasmiddellade.
Volg bij de dosering de aanwijzingen op de verpakking!
Vul niet verder dan de rode markering.
Dikke wasverzachter moet u eerst met
water verdunnen. Als u het wasgoed in een droger of
3
buiten droogt, hoeft u geen wasver­zachter te gebruiken.

Stijfsel

Vloeibaar stijfsel en afwerkmiddel doet u net als wasverzachter (zie hierboven) in vakje III.
Poedervormig stijfsel moet u mengen zoals beschreven op de verpakking, daarna doet u het vakje II.
Gebruik nooit wasverzachter en stijfsel
3
tijdens één wasbeurt.
Veeg de trommel schoon nadat u met
stijfsel heeft gewassen.

Programma's

De programmakeuzeschakelaar

De programmakeuzeschakelaar kan naar links of naar rechts worden gedraaid.
W
i
40˚
S
K
60˚
y
r
B
50˚
n
e
l
a
50˚
t
u
n
60˚
h
k
t
t
c
40˚
30˚
é
h
e
-
B
o
n
C
t
o
e
u
W
l
e
u
a
r
s
d
e
n
u
e
q
l
i
l
t
e
t
s
r
e
Stop
95˚C
L
W
a
i
30˚
n
o
e
l
40˚
Koud
30˚
D
é
F
l
i
i
c
j
n
a
e
W
a
Met de programmakeuzeschakelaar
3
kiest u het programma; het begint
30˚
40˚
t
s
echter pas zodra u op de knop »Start/ Pauze« drukt.
Een overzicht van de programma's vindt u in de Programmatabel.

Hoofdprogramma's

Afhankelijk van het soort wasgoed zijn de volgende hoofdprogramma's beschikbaar:
Witte/Bonte Was
Kreukherstellend
Fijne Was
Wol / Handwas
Elk van deze hoofdprogramma's bestaat uit een volledig wasproces – wassen, spoe­len en evt. centrifugeren.
Kies steeds het programma dat ge-
A
schikt is voor het soort textiel, de kleur van het wasgoed, de mate van vervui­ling en de toegestane watertempera­tuur. Let op labels in de kledingstukken!
Bij elk hoofdprogramma kunt u verschil­lende temperaturen instellen.
Stel de temperatuur niet hoger in dan
3
absoluut nodig. Hoge temperatuur betekent een hoog stroomverbruik.
9
H

Speciale programma's

Voor bepaalde toepassingen heeft u de keuze tussen de volgende speciale pro­gramma's:
Spoelen Dit gebruikt u ook voor het stijven.
Centrifugeren/Pompen Dit programma centrifugeert het was­goed met het maximale toerental.
Voor teer wasgoed moet u een lager
A
toerental instellen! Dit programma kunt u ook gebruiken
als de machine gestopt is voor een spoelstop en u water wilt wegpompen (zie Spoelstop).
FLASH 30' Dit programma gebruikt u bijv. om kleine hoeveelheden katoen/gemeng­de stoffen even snel wilt wassen.

Extra functies

De knoppen

Afhankelijk van het gekozen program-
3
ma (zie Programmatabel) kunnen bepaalde extra functies worden inge­schakeld met een druk op de knop.

Voorwas

é
lavage
Pr

Intensief

Intensif

Extra Spoelen

ç
age Plus
Rin

Kort

Rapide
Inweken
Trempage Bio
Spoelstop
Arr
ê
t Cuve
Pleine
De gewenste knoppen moeten voor het begin van het programma worden ingedrukt.
Zinloze combinaties zijn geblokkeerd; in dat geval hoort u een signaal.
Voorwas
Met deze knop schakelt u een voorwaspro­gramma in; het programma wordt uitge­voerd op 40 °C graden.
Een voorwas is alleen zinvol als het wasgoed sterk vervuild is. Zonder voorwas spaart u energie, wa­ter, wasmiddel – en tijd.
Intensief
Deze knop verlengt de hoofdwas. Het was­middel kan intensiever inwerken waardoor u op een lagere temperatuur kunt wassen
zo kunt u wel 35% energie besparen.
Normaal vervuild wasgoed wast u met deze knop op 60 °C i.p.v. op 95 °C.
Normaal vervuild kreukherstellend
wasgoed wast u met deze knop op 40 °C i.p.v. op 60 °C.
Extra Spoelen
Met deze knop voegt u een extra spoel­beurt toe aan het programma.
Gebruik deze knop alleen als u bijv. gevoelig bent voor wasmiddelresten. Het hogere waterverbruik belast het milieu – en uw portemonnee.
Als het schuimdetectiesysteem een te hoge dosis wasmiddel opmerkt, wordt automatisch een extra spoelbeurt uit­gevoerd.
Kort
Met deze knop wordt de wastijd verkort.
Gebruik deze knop hoofdzakelijk voor kleine hoeveelheden wasgoed of bij geringe vervuiling.

surfliss (kreukbescherming)

Als u deze knop indrukt, worden de bewe­gingen van de trommel verminderd en de duur van het centrifugeren beperkt om de vorming van kreuken te reduceren. Boven­dien wordt met een hoger waterniveau ge­wassen.
Gebruik deze knop daarom alleen voor stoffen die makkelijk kreuken.
De maximale lading bedraagt in dit
A
geval:
bij witte was, bonte was: ..... 3,0 kg
bij kreukherstellende was: .... 1,5 kg
bij fijne was: ........................ 1,0 kg
H
10

Inweken

Als u deze knop indrukt, wordt het was­goed ongeveer een uur geweekt voor het wasprogramma wordt gestart.
Gebruik deze knop bij sterke vervuiling en bijv. eiwitvlekken, bloed of cacao.

Spoelstop

Als u deze knop indrukt, stopt het pro­gramma na de laatste spoelbeurt. Het was­goed blijft in het water liggen (kreukbe­scherming).
Zodra de spoelstop is bereikt, begint het indicatielampje te knipperen.
Wat u dan moet doen, kunt u nalezen in het hoofdstuk In één oogopslag.

Programmablokkering

Met de Programmablokkering kunt u de machine veilig maken voor kinderen.
Programmablokkering inschakelen:
• Houd de beide gemarkeerde knoppen tegelijkertijd ong. 2 seconden inge­drukt tot het indicatielampje »Pro­grammablokkering« gaat branden.
Een lopend programma kan dan niet
3
meer worden gewijzigd. Als de programmakeuzeschakelaar op
3
»Stop« wordt gedraaid, stopt het pro­gramma. Let op: De deur kan na 2 minuten geopend worden! Om het programma voort te zetten, draait u de programmakeuzeschake­laar opnieuw op het oorspronkelijke programma.
Programmablokkering uitschakelen:
• Houd de beide gemarkeerde knoppen tegelijkertijd ong. 2 seconden inge­drukt tot het indicatielampje »Pro­grammablokkering« dooft.

Centrifugeertoerental

Het zinvolle maximale centrifugeer-
3
toerental wordt in elk programma automatisch ingesteld (zie Program- matabel). De actuele waarde wordt aangegeven (toerentalwaarden afhan­kelijk van het model).
Voor bijzonder gevoelige stoffen, moet u het toerental verlagen.
• Door meermaals op de knop »Centri­fugeren« te drukken, kunt u het toerental wijzigen – of het centrifuge­ren helemaal uitschakelen.
• Met het instelling »niet centrifugeren«
wordt het wasgoed helemaal niet gecentrifugeerd; alleen het water wordt weggepompt.
Hoe hoger het centrifugeertoerental,
3
des te minder vocht er in het wasgoed achterblijft. Als u het wasgoed na het wassen wilt drogen in een droger, kiest u het maximale centrifugeertoerental, dat spaart energie bij het drogen.

Display

Afhankelijk van de ingestelde modus, ziet u op het display
de actuele tijd, de tijd voor het programmaeinde.
Als u geen programma heeft gekozen,
3
wordt het display na ong. 1 minuut donker (om energie te sparen).
11
H
Zodra u de programmakeuzeschake­laar, de knop »Start/Pauze« of »Tijd« gebruikt, licht het display opnieuw op.

Tijd instellen

Stel de tijd in
– als de machine wordt aangesloten op
het lichtnet,
na een stroomuitval, bij de omschakeling zomer-/wintertijd.
Als de tijd niet is ingesteld, ziet u op
3
het display "00:00".
Zo werkt het:
1. Draai de programmakeuzeschakelaar op »Stop«.
2. Druk op de knop »Tijd« . Het display knippert.
3. Draai aan de knop »Uitgestelde start­tijd« tot de juiste tijd is ingesteld. Het display houdt op te knipperen.
Als er een programma loopt of inge-
3
steld is, ziet u op het display de tijd voor het programmaeinde.

Tijdsaanduiding wijzigen

De tijd voor een programma kan op twee verschillende manieren worden weergege­ven:
Weergave van de tijd voor het pro-
gramma-einde, bijv. "20:30".
Deze aanduidingswijze is standaard in­gesteld. Alle afgebeelde voorbeelden hebben betrekking op deze aandui­dingswijze.
– Weergave van de programmaduur
resp. resterende tijd van een pro­gramma, bijv. "1:30".
Om de tijdsaanduiding te wijzigen, voert u de volgende stappen uit:
Houd de beide gemarkeerde toetsen ong. 2 seconden ingedrukt.
Op het display verschijnt de nieuwe aanduidingswijze, bijv.:
– "20:30" (Programma-einde) of – "1:30" (Resterende programmaduur).

Uitgestelde start

Met deze functie kunt u het begin van het programma naar believen uitstellen.
Gebruik bij deze functie geen vloeiba-
A
re wasmiddelen! Vlekkenvorming op het wasgoed mogelijk.
U stelt in wanneer het programma
3
beeindigd moet zijn; de machine be­rekent zelf het programmabegin. Belangrijk: De tijd moet correct inge­steld zijn (zie boven).
Zo werkt het:
1. Draai de waterkraan open en doe het wasgoed en wasmiddel in de machine.
2. Kies het programma en eventuele ex­tra functies en stel het toerental in.
3. Draai aan de knop »Uitgestelde start­tijd« tot de gewenste eindtijd inge­steld is.
• Druk niet op de knop »Start/Pauze«
. Het programma start automa­tisch. Dit wordt aangegeven door het symbool »Uitgestelde start« in het programmaverloop.
H
12
Loading...
+ 30 hidden pages