Bosch WAXH2K70NL User manual

Page 1
Wasmachine
WAXH2K70NL
tagehandleiding
Register your
new device on
MyBosch now and
get free benefits:
bosch-home.com/
welcome
Page 2
nl

Inhoudsopgave

Veiligheid.........................................4
Algemene aanwijzingen ...................4
Bestemming van het apparaat.........4
Inperking van de gebruikers ............5
Veilige installatie...............................5
Veiliger gebruik ................................8
Veilige reiniging en onderhoud ......10
Materiële schade vermijden .........12
Milieubescherming en bespa-
ring.................................................13
Afvoeren van de verpakking ..........13
Zuinig met energie en hulpbron-
nen..................................................13
Energiebesparingsmodus ..............14
Opstellen en aansluiten................14
Apparaat uitpakken ........................14
Inhoud van de verpakking..............15
Vereisten ten aanzien van de
opstelplaats ....................................15
Transportbeveiligingen verwijde-
ren ..................................................16
Transportverstevigingen verwij-
deren ..............................................17
Apparaat aansluiten .......................18
Stellen van het apparaat ................19
Uw apparaat leren kennen............21
Apparaat.........................................21
Wasmiddellade...............................22
Bedieningselementen.....................22
Display ...........................................23
Toetsen ..........................................26
Programma's .................................29
Accessoires...................................35
Voor het eerste gebruik ................35
Wascyclus zonder wasgoed
starten.............................................35
Wasgoed........................................36
Wasgoed voorbereiden..................36
Wasgoed sorteren..........................37
Mate van verontreiniging................37
Verzorgingsaanwijzingen op ver-
zorgingslabels ................................37
Wasmiddel en wasverzorgings-
middel ............................................38
Wasmiddelaanbeveling ..................38
Wasmiddeldosering .......................39
De Bediening in essentie..............39
Apparaat inschakelen ....................39
Programma instellen ......................40
Programma-instellingen aanpas-
sen..................................................40
Trommel vullen met wasgoed ........40
Wasmiddel en wasverzorgings-
middel doseren ..............................41
Starten van het programma ...........41
Wasgoed inweken..........................41
Wasgoed bijvullen ..........................41
Progr. annuleren.............................42
Programma bij spoelstop hervat-
ten...................................................42
Wasgoed uitnemen ........................42
Apparaat uitschakelen ...................42
Kinderslot ......................................43
Kinderslot inschakelen ...................43
Kinderslot deactiveren....................43
Intelligent doseersysteem ............43
Doseerbakje vullen.........................43
Inhoud van het doseerreservoir .....44
Basisdoseerhoeveelheid ................44
HomeConnect ..............................44
HomeConnect instellingen ............45
Apparaat met WLAN-thuisnet­werk (WiFi) met WPS-functie ver-
binden.............................................45
2
Page 3
nl
Apparaat met WLAN-thuisnet­werk (WiFi) zonder WPS-functie
verbinden........................................46
Apparaat met de Home Connect
app verbinden ................................47
Apparaat met de energiemana-
ger verbinden .................................47
WiFi op het apparaat activeren ......48
WiFi op het apparaat deactive-
ren ..................................................48
Software update .............................48
Netwerkinstellingen van het ap-
paraat resetten ...............................49
Afstandsdiagnose...........................49
Bescherming persoonsgege-
vens ................................................49
Conformiteitsverklaring...................50
Basisinstellingen ..........................51
Overzicht over de basisinstellin-
gen .................................................51
Basisinstellingen wijzigen...............51
Reiniging en onderhoud ...............52
Tips voor onderhoud van het
toestel .............................................52
Trommel reinigen ...........................52
Schoonmaken van de wasmid-
dellade............................................52
Ontkalken .......................................54
Afvoerpomp reinigen......................54
Waterafvoerslang op de sifon
reinigen...........................................57
Zeef in de watertoevoer reini-
gen..................................................57
Ondichtheid ....................................69
Geurtjes ..........................................69
Noodontgrendeling ........................70
Transporteren, opslaan en af-
voeren ............................................70
Apparaat demonteren ....................70
Transportbeveiligingen plaatsen ....70
Apparaat opnieuw in gebruik ne-
men ................................................71
Afvoeren van uw oude apparaat....71
Servicedienst.................................72
Productnummer (E-nr.) en pro-
ductienummer (FD) ........................72
Verbruikswaarden.........................73
Technische gegevens...................73
Storingen verhelpen .....................60
Foutcode / foutindicatie / sig-
naal.................................................60
Functiestoringen .............................62
Geluiden .........................................66
Probleem resultaat .........................66
Home Connect probleem...............68
3
Page 4
nl Veiligheid

Veiligheid

Houd de informatie omtrent veiligheid aan, zodat u het apparaat veilig kunt gebruiken.

Algemene aanwijzingen

Hier vindt u algemene informatie over deze gebruiksaanwijzing.
¡ Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Alleen dan kunt
u het apparaat veilig en efficiënt gebruiken.
¡ Deze gebruiksaanwijzing is bestemd voor de monteur en de ge-
bruiker van het apparaat.
¡ Neem de veiligheidsvoorschriften en waarschuwingen in acht. ¡ Bewaar de gebruiksaanwijzing en de productinformatie voor la-
ter gebruik of voor volgende eigenaren.
¡ Controleer het apparaat na het uitpakken. Sluit het apparaat in
geval van transportschade niet aan.

Bestemming van het apparaat

Om het apparaat veilig en op de juiste manier te gebruiken dient u de aanwijzingen over het beoogd gebruik in acht te nemen. Gebruik het apparaat uitsluitend:
¡ volgens deze opstellingshandleiding en gebruiksaanwijzing. ¡ om wasmachinebestendig textiel en wol voor de handwas vol-
gens het onderhoudsetiket te wassen.
¡ met leidingwater en gangbare, voor de wasmachine geschikte
wasmiddelen en onderhoudsmiddelen.
¡ voor huishoudelijk gebruik en in gesloten ruimtes binnen de hui-
selijke omgeving.
¡ tot een hoogte van maximaal 4000m boven zeeniveau.
4
Page 5
Veiligheid nl

Inperking van de gebruikers

Voorkom risico's voor kinderen en kwetsbare personen. Dit apparaat kan worden bediend door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met fysieke, sensorische of geestelijke beperkin­gen of met gebrekkige ervaring en/of kennis, indien zij onder toe­zicht staan of zijn geïnstrueerd in het veilige gebruik van het appa­raat en de daaruit resulterende gevaren hebben begrepen. Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en gebruikersonderhoud mogen niet worden uitgevoerd door kinderen indien deze niet onder toezicht staan. Zorg ervoor dat kinderen tot 3jaar en huisdieren niet bij het appa­raat kunnen komen.

Veilige installatie

Neem de veiligheidsvoorschriften in acht bij het installeren van het apparaat.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor een elektrische schok!
¡ Ondeskundige installaties zijn gevaarlijk.
Het apparaat uitsluitend aansluiten en gebruiken volgens de gegevens op het typeplaatje.
Het apparaat uitsluitend via een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact met randaarde op een stroomnet met wisselstroom aansluiten.
Het randaardesysteem van de elektrische huisinstallatie moet conform de elektrotechnische voorschriften zijn geïn­stalleerd. De installatie moet zijn voorzien van een afdoende grote aderdiameter.
Bij het gebruik van een aardlekschakelaar alleen een type met het teken gebruiken.
Nooit het apparaat via een externe schakelinrichting voe­den, bijvoorbeeld een tijdschakelaar of besturing op af­stand.
5
Page 6
nl Veiligheid
Wanneer het apparaat is ingebouwd, moet de netstekker van de netaansluitkabel vrij toegankelijk zijn, of wanneer vrije toegang niet mogelijk is, moet in de vast geplaatste elektrische installatie een alpolige scheidingsinrichting vol­gens de installatievoorschriften worden ingebouwd.
Bij het opstellen van het apparaat erop letten dat het net­snoer niet wordt afgeklemd of beschadigd.
¡ Een beschadigde isolatie van het netsnoer is gevaarlijk.
Nooit het aansluitsnoer met hete apparaatonderdelen of warmtebronnen in contact brengen.
Nooit het aansluitsnoer met scherpe punten of randen in contact brengen.
Het aansluitsnoer nooit knikken, knellen of veranderen.
WAARSCHUWING‒Risico van brand!
Het gebruik van een verlengd netsnoer en niet-toegestane adapters is gevaarlijk.
Geen verlengsnoeren of meervoudige stopcontacten gebrui­ken.
Als het netsnoer te kort is, contact opnemen met de servi­cedienst.
Alleen door de fabrikant goedgekeurde adapters gebruiken.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor letsel!
¡ Het hoge gewicht van het apparaat kan bij het optillen letsels
veroorzaken.
Het apparaat niet alleen optillen.
¡ Als dit apparaat op ondeskundige wijze in een was-droogzuil
wordt opgesteld, kan het opgestelde apparaat naar beneden vallen.
De droger uitsluitend met de verbindingset van de drogerfa­brikant op een wasmachine stapelen Een andere plaat­singsmethode is niet toegestaan.
Het apparaat niet in een was-droogzuil opstellen als de dro­gerfabrikant geen passende verbindingsset aanbiedt.
Geen apparaten van verschillende fabrikanten en met ver­schillende diepte en breedte in een was-droogzuil opstellen.
6
Page 7
Veiligheid nl
Geen was-droogzuil op een platform opstellen, de appara­ten kunnen kantelen.
WAARSCHUWING‒Verstikkingsgevaar!
Kinderen kunnen verpakkingsmateriaal over het hoofd trekken en hierin verstrikt raken en stikken.
Verpakkingsmateriaal uit de buurt van kinderen houden.
Laat kinderen niet met verpakkingsmateriaal spelen.
VOORZICHTIG‒Gevaar voor letsel!
¡ Het apparaat kan tijdens het bedrijf trillen of bewegen.
Het apparaat op een schone, vlakke en stevige ondergrond opstellen.
Het apparaat middels de apparaatvoeten en een waterpas horizontaal stellen.
¡ Bij ondeskundig gelegde slangen en netaansluitleidingen be-
staat er struikelgevaar.
De slangen en aansluitkabels zodanig leggen dat men er niet over kan struikelen.
¡ Wanneer het apparaat aan uitstekende onderdelen wordt ver-
plaatst, zoals bijvoorbeeld de vuldeur, dan kunnen de onder­delen afbreken.
Het apparaat niet aan uitstekende onderdelen verplaatsen.
VOORZICHTIG‒Gevaar voor snijwonden!
Scherpe randen aan het apparaat kunnen bij aanrakingen tot snijwonden leiden.
Het apparaat niet aan scherpe randen aanraken.
Veiligheidshandschoenen gebruiken bij installatie en trans­port van het apparaat.
7
Page 8
nl Veiligheid

Veiliger gebruik

Neem bij gebruik van het apparaat de veiligheidsaanwijzingen in acht.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor een elektrische schok!
¡ Een beschadigd apparaat of een beschadigd netsnoer is ge-
vaarlijk.
Nooit een beschadigde apparaat gebruiken.
Nooit aan het netsnoer trekken, om het apparaat van het elektriciteitsnet te scheiden. Altijd aan de stekker van het netsnoer trekken.
Wanneer het apparaat of het netsnoer is beschadigd, dan direct de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen of de zekering in de meterkast uitschakelen en de kraan sluiten.
"Neem contact op met de servicedienst." →Pagina72
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties aan het apparaat uitvoeren.
¡ Binnendringend vocht kan een elektrische schok veroorzaken.
Gebruik het apparaat alleen in gesloten ruimtes.
Stel het apparaat nooit bloot aan grote hitte en vochtigheid.
Geen stoomreiniger, hogedrukreiniger, slangen of sproeiers gebruiken om het apparaat te reinigen.
WAARSCHUWING‒Gezondheidsrisico!
Kinderen kunnen zich in het apparaat opsluiten en in levens­gevaar geraken.
Het apparaat niet opstellen achter een deur die het openen van de apparaatdeur blokkeert of verhindert.
Bij afgedankte apparaten de stekker van het netsnoer uit het stopcontact halen, daarna het netsnoer doorknippen en het slot van de apparaatdeur dusdanig beschadigen, dat de apparaatdeur niet langer sluit.
8
Page 9
Veiligheid nl
WAARSCHUWING‒Verstikkingsgevaar!
Kinderen kunnen kleine onderdelen inademen of inslikken en hierdoor stikken.
Kleine onderdelen uit de buurt van kinderen houden.
Kinderen niet met kleine onderdelen laten spelen.
WAARSCHUWING‒Vergiftigingsgevaar!
Was- en verzorgingsmiddelen kunnen bij inname tot vergifti­gingen leiden.
Bij per ongeluk inslikken een arts raadplegen.
Was- en verzorgingsmiddelen buiten bereik van kinderen bewaren.
WAARSCHUWING‒Explosiegevaar!
Wanneer wasgoed met oplosmiddelhoudende reinigingsmid­delen werd voorbehandeld, kan dit in het apparaat tot een ex­plosie leiden.
Voorbehandeld wasgoed voor het wassen grondig met wa­ter spoelen.
VOORZICHTIG‒Gevaar voor letsel!
¡ Bij het op het apparaat klimmen of klauteren kan de afdek-
plaat breken.
Niet op het apparaat klimmen of klauteren.
¡ Bij het zitten of leunen op de geopende deur kan het appa-
raat kantelen.
Niet op de apparaatdeur zitten of leunen.
Geen voorwerpen op de apparaatdeur plaatsen.
¡ Grijpen in de draaiende trommel kan tot letsel aan de handen
leiden.
Wacht tot de trommel volledig stil staat voordat u met uw hand in de trommel grijpt.
VOORZICHTIG‒Gevaar voor verbranding!
Het glas van de apparaat deur wordt heet bij het wassen met hoge temperaturen.
Raak de hete apparaatdeur niet aan.
Houd kinderen uit de buurt van de hete apparaatdeur.
9
Page 10
nl Veiligheid
VOORZICHTIG‒Risico van verbranding!
Het sop wordt heet bij het wassen met hoge temperaturen.
Raak het hete sop niet aan.
VOORZICHTIG‒Corrosiegevaar!
Bij het openen van de wasmiddellade kunnen wasmiddel en verzorgingsmiddel uit het apparaat spatten. Contact met ogen of huid kan tot irritaties leiden.
Bij contact met wasmiddelen of verzorgingsmiddelen de ogen of de huid grondig spoelen met schoon water.
Bij per ongeluk inslikken een arts raadplegen.
Was- en verzorgingsmiddelen buiten bereik van kinderen bewaren.

Veilige reiniging en onderhoud

Neem de veiligheidsvoorschriften in acht bij het reinigen en onder­houden van het apparaat.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor een elektrische schok!
¡ Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties aan het apparaat uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen worden gebruikt voor reparatie van het apparaat.
Als het netsnoer van dit apparaat beschadigd raakt, moet het ter vermijding van risico's worden vervangen door de fa­brikant, de servicedienst of een andere gekwalificeerde per­soon.
¡ Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken.
Geen stoomreiniger, hogedrukreiniger, slangen of sproeiers gebruiken om het apparaat te reinigen.
WAARSCHUWING‒Gevaar voor letsel!
Het gebruiken van niet originele reserveonderdelen en niet originele accessoires is gevaarlijk.
Gebruik uitsluitend originele reserve-onderdelen en originele accessoires van de fabrikant.
10
Page 11
Veiligheid nl
WAARSCHUWING‒Vergiftigingsgevaar!
Bij het gebruik van oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen kunnen giftige dampen ontstaan.
Geen oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen gebruiken.
11
Page 12
nl Materiële schade vermijden

Materiële schade vermijden

Materiële schade vermij­den
Materiële schade vermijden
Houd deze aanwijzing aan om materi­ële schade en schade aan het appa­raat te vermijden.
LET OP!
¡ Een verkeerde dosering van was-
verzachters, wasmiddelen, verzor­gingsmiddelen en reinigingsmidde­len kan de werking van het appa­raat beïnvloeden.
De doseeraanbevelingen van de fabrikant aanhouden.
¡ Het overschrijden van de maximale
beladingshoeveelheid heeft invloed op de werking van het apparaat.
De "maximale beladingshoeveel­heid" →Pagina29 voor elk programma aanhouden en niet overschrijden.
¡ Het apparaat is voor transport met
transportbeveiligingen geborgd. Niet verwijderde transportbeveili­gingen kunnen leiden tot materiële schade en schade aan het appa­raat.
Voor inbedrijfstelling alle trans­portbeveiligingen volledig verwij­deren en bewaren.
Voor elk transport alle transport­beveiligingen volledig inbouwen, om transportschade te vermij­den.
¡ De ondeskundige aansluiting van
de watertoevoerslang kan tot mate­riële schade leiden.
De schroefverbindingen aan de watertoevoer handvast aantrek­ken.
De watertoevoerslang het best direct zonder bijkomende ver­bindingselementen, zoals adap­ter, verlengstuk, ventiel of derge­lijke op de waterkraan aanslui­ten.
Erop letten dat de ventielbehui­zing van de watertoevoerslang contactvrij met de omgeving is ingebouwd en niet aan externe krachtinwerking is blootgesteld.
Erop letten dat de binnendiame­ter van de waterkraan minstens 17 mm bedraagt.
Erop letten dat de lengte van de schroefdraad aan de aansluiting naar de waterkraan minstens 10 mm bedraagt.
¡ Een te lage of te hoge waterdruk
kan de apparaatfunctie hinderen.
Zorg ervoor dat de waterdruk aan de watervoorzieningsinstal­latie minimaal 100kPa (1 bar) en maximaal 1000kPa (10bar) bedraagt.
Wanneer de waterdruk de aan­gegeven maximale waarde over­schrijdt, dan moet een reduceer­ventiel tussen de drinkwateraan­sluiting en de slangenset van het apparaat worden geïnstal­leerd.
Het apparaat niet op de meng­kraan van een drukloze geiser of boiler aansluiten.
¡ Veranderde of beschadigde water-
slangen kunnen tot materiële scha­de en schade aan het apparaat lei­den.
Nooit waterslangen knikken, knellen, veranderen of doorsnij­den.
Alleen meegeleverde waterslan­gen of originele reserveslangen gebruiken.
Nooit gebruikte waterslangen hergebruiken.
¡ Het gebruik van het apparaat met
vervuild of te heet water kan mate­riële schade veroorzaken.
Het apparat uitsluitend met koud leidingwater gebruiken.
12
Page 13
Milieubescherming en besparing nl
¡ Ongeschikte reinigingsmiddelen
kunnen de oppervlakken van het apparaat beschadigen.
Geen scherpe of schurende rei­nigingsmiddelen gebruiken.
Geen sterk alcoholhoudende rei­nigingsmiddelen gebruiken.
Geen harde schuur- of afwas­sponsjes gebruiken.
Het apparaat uitsluitend reinigen met water en een zachte, vochti­ge doek.
Bij contact met het apparaat di­rect alle wasmiddelresten, sproeinevelresten of restanten verwijderen.

Milieubescherming en besparing

Milieubescherming en be­sparing
Milieubescherming en besparing
Bescherm het milieu door het appa­raat op een hulpbronnenbesparende manier te gebruiken en herbruikbare materialen op de juiste manier af te voeren.

Afvoeren van de verpakking

De verpakkingsmaterialen zijn milieu­vriendelijk en kunnen worden herge­bruikt.
De afzonderlijke componenten op soort gescheiden afvoeren.
Bij uw dealer en uw gemeente- of deelraadskantoor kunt u informatie verkrijgen over de actuele afvoer­methoden.
Zuinig met energie en hulp­bronnen
Als u deze aanwijzingen opvolgt, ver­bruikt uw apparaat minder stroom en water.
Programma's met lage temperaturen en langere wastijden gebruiken en de "maximale beladingscapaciteit" →Pagina29 gebruiken.
Het energieverbruik en het water­verbruik zijn het efficiëntst.
Zuinige programma-instelling gebrui­ken.
Wanneer u de programma-instel­lingen voor een programma aan­past, dan toont het display het te verwachten verbruik.
Wasmiddel overeenkomstig de mate van verontreiniging van het wasgoed "doseren" →Pagina39.
Voor een lichte tot normale mate van verontreiniging is een geringe hoeveelheid wasmiddel voldoen­de. Houd het doseeradvies van de fabrikant van het wasmiddel aan.
Wastemperatuur bij licht en normaal verontreinigd wasgoed reduceren.
Bij lage temperaturen verbruikt het apparaat weinig energie. Voor een lichte tot normale verontreiniging zijn ook lagere temperaturen dan op het verzorgingslabel vermeld afdoende.
13
Page 14
nl Opstellen en aansluiten
Maximaal toerental instellen, wan­neer het wasgoed aansluitend in de wasdroger gedroogd moet worden.
Droger wasgoed verkort de pro­grammaduur bij het drogen en ver­laagt het energieverbruik. Met een hoger centrifugetoerental vermin­dert de restvochtigheid in de was en het volume van het centrifuge­ren verhoogt.
Wasgoed zonder voorwas wassen.
Het wassen met voorwas verlengt de programmaduur en verhoogt het energie- en waterverbruik.
Het apparaat beschikt over een bela­dingsautomaat.
De beladingsautomaat past het waterverbruik en de programma­duur optimaal aan de textielsoort en de beladingscapaciteit aan.
Het apparaat beschikt over een aquasensor.
De aquasensor controleert tijdens het spoelen de troebelheid van het spoelwater en past de duur en het aantal spoelcycli overeenkomstig aan.

Energiebesparingsmodus

Wanneer u het apparaat langere tijd niet bediend, dan schakelt het appa­raat automatisch naar de energiebe­spaarstand. Alle aanwijzingen ver­dwijnen en Start/Bijvullen knip­pert. De energiebespaarmodus wordt af­gesloten, wanneer u het apparaat op­nieuw bedient, bijv. de deur opent of sluit. Wanneer u het apparaat in de ener­giebespaarmodus langere tijd niet bediend, dan schakelt het apparaat automatisch uit.

Opstellen en aansluiten

Opstellen en aansluiten
Opstellen en aansluiten
Waar en hoe u het apparaat het bes­te opstelt, komt u hier te weten. Bo­vendien komt u te weten hoe u het apparaat op de watertoevoer en het elektriciteitsnet aansluit.

Apparaat uitpakken

AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
LET OP!
Voorwerpen die in de trommel ach­terblijven, en die niet voor het gebruik van het apparaat bedoeld zijn, kun­nen tot materiële- en apparaatschade leiden.
Voor gebruik alle deze voorwerpen en de meegeleverde accessoires uit de trommel verwijderen.
1. Verpakkingsmateriaal en bescher-
ming volledig van het apparaat verwijderen.
Voor de milieuvriendelijke afvoer van het verpakkingsmateriaal dient u de informatie over het onderwerp →"Afvoeren van de verpakking", Pagina13 in acht te nemen.
2. Controleer het apparaat op zicht-
bare beschadigingen.
3. De deur openen.
→"De Bediening in essentie", Pagina39
4. De accessoires uit de trommel ver-
wijderen.
5. De deur sluiten.
14
Page 15
Opstellen en aansluiten nl
1 2 3
4
1
2
3
4

Inhoud van de verpakking

Controleer na het uitpakken alle onderdelen op transportschade en de volledig­heid van de levering.
Wasmachine
Begeleidende documenten
Watertoevoerslang
Afdekkapjes

Vereisten ten aanzien van de opstelplaats

Het apparaat kan bij het centrifuge­ren "wandelen". Houd de aanwijzin­gen voor de opstellocatie aan.
AanwijzingNeem de informatie over het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
15
Page 16
nl Opstellen en aansluiten
WAARSCHUWING
Gevaar voor een elektrische schok!
Het apparaat bevat spanningsvoeren­de delen. Het aanraken van span­ningsvoerende delen is gevaarlijk.
Gebruik het apparaat niet zonder afdekplaat.
WAARSCHUWING
Gevaar voor letsel!
Bij gebruik op een sokkel kan het ap­paraat kantelen.
De apparaatvoeten voor inbedrijf­stelling op een sokkel absoluut met de "bevestigingen" →Pagina35 van de fabrikant be­vestigen.
LET OP!
¡ Wanneer het apparaat in vorstge-
vaarlijke zones of buiten wordt op­gesteld, dan kan bevroren restwa­ter het apparaat beschadigen en bevroren slangen kunnen scheu­ren of barsten.
Het apparaat niet op vorstge­voelige plaatsen of buiten plaat­sen en gebruiken.
¡ Het apparaat werd voor het verla-
ten van de fabriek aan een functie­test onderworpen en kan restwater bevatten. Dit restwater kan lekken als het apparaat meer dan 40° wordt gekanteld.
Het apparaat voorzichtig kante­len.
Opstelplaats Eisen
Op een sokkel Het apparaat met
"borglippen" →Pagina35 beves- tigen.
Opstelplaats Eisen
Op een vloer met hou­ten balken
Het apparaat op een waterbestendige hou­ten plaat plaatsen, welke vast met vloer is geschroefd. De hou­ten plaat moet mini­maal 30 mm dik zijn.
In een keuken ¡ Een nisbreedte van
60cm is noodza­kelijk.
¡ Het apparaat al-
leen onder een doorlopend werk­blad plaats, welke vast met de naast­liggende kast is verbonden.
Aan een wand Geen slangen tussen
wand en apparaat in­klemmen.
Transportbeveiligingen ver­wijderen
Het apparaat is voor transport met transportbeveiligingen aan de achter­zijde van het apparaat geborgd.
Aanwijzingen
¡ Neem de informatie over het on-
derwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade vermijden" →Pagina12 in acht om uw appa­raat veilig te kunnen gebruiken.
¡ Bewaar de transportbeveiligingen,
de bouten en hulzen voor een toe­komstig "transport" →Pagina70.
1. De slangen uit de houders trekken.
16
Page 17
Opstellen en aansluiten nl
2. Alle bouten van de 4 transportbe-
veiligingen met een steeksleutel SW13 losmaken en verwijderen
⁠.
3. De netaansluitkabel uit de houder
trekken.
5. De 4 afdekkappen plaatsen.
6. De 4 afdekkappen naar beneden
duwen.
4. De 4 hulzen verwijderen.
Transportverstevigingen ver­wijderen
AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
17
Page 18
nl Opstellen en aansluiten
2
1
1. De schroeven van de verticale
transportverstevigingen met een schroevendraaier T20 losdraaien en verwijderen.
2. De transportverstevigingen verwij-
deren.

Apparaat aansluiten

Sluit uw apparaat aan op het elektri­citeitsnet, de watertoevoer en de wa­terafvoer.
Watertoevoerslang aansluiten AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
1. De watertoevoerslang op het appa-
raat aansluiten.
3. De schroeven van de horizontale
transportversteviging met een schroevendraaier T20 losdraaien en verwijderen.
4. De transportversteviging verwijde-
ren.
18
2. De watertoevoerslang op de kraan
(26,4 mm = 3/4") aansluiten.
Page 19
¾˝
min.
min.
10 mm
17 mm
3. De kraan voorzichtig openen en
controleren of de aansluitingen dicht zijn.

Aansluitsoorten waterafvoer

De informatie helpt u dit apparaat op de waterafvoer aan te sluiten.
AanwijzingNeem de informatie over het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
LET OP!
Bij het afpompen staat de wateraf­voerslang onder druk en kan van de geïnstalleerde aansluitpositie losra­ken.
De waterafvoerslang tegen onbe­doeld losraken borgen.
Afvoer in een sifon. De aansluitpositie met een slangklem (24-40 mm) borgen.
Afvoer in een wasta­fel. De waterafvoerslang met een "bochtstuk" →Pagina35 fixeren en borgen.
Opstellen en aansluiten nl
Afvoer in en kunststof standpijp met rubbe­ren mof of in een af­voerputje. De waterafvoerslang met een "bochtstuk" →Pagina35 fixeren en borgen.
Apparaat elektrisch aansluiten AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
1. De netstekker van het aansluit-
snoer van het apparaat in een stopcontact in de omgeving van het apparaat steken.
De aansluitgegevens van het ap­paraat vindt u in de "technische gegevens" →Pagina73.
2. De netstekker op vastheid contro-
leren.

Stellen van het apparaat

Om geluiden en trillingen te reduce­ren en het wandelen van het appa­raat te vermijden, stelt u het apparaat horizontaal.
AanwijzingNeem de informatie over het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
1. De contramoeren met een steek-
sleutel SW17 losdraaien.
19
Page 20
nl Opstellen en aansluiten
2. Om het apparaat te stellen, aan de
apparaatvoetjes draaien. De hori­zontale afstelling van het apparaat met waterpas controleren.
Alle apparaatvoeten moeten stevig op de grond staan.
3. De contramoeren met een steek-
sleutel SW17 handvast tegen de behuizing aantrekken.
Het apparaatvoetje daarbij vast­houden en niet in de hoogte ver­stellen.
20
Page 21
Uw apparaat leren kennen nl
1
2
43
65
8
8
7
1
2
3
4
5
6
7
8

Uw apparaat leren kennen

Uw apparaat leren kennen
Uw apparaat leren kennen
Lees meer over de onderdelen van uw apparaat.

Apparaat

Hier vindt u een overzicht van de onderdelen van uw apparaat.
Afhankelijk van het apparaattype kunnen details op de afbeelding verschillen, bijv. de kleur en de vorm.
"Serviceklep en pomp" →Pagina54
Deur
"Wasmiddellade" →Pagina22
"Bedieningselementen"
→Pagina22
"Waterafvoerslang" →Pagina19
"Netaansluitkabel" →Pagina19
"Transportverstevigingen"
→Pagina17 "Transportbeveiligingen" →Pagina16
21
Page 22
nl Uw apparaat leren kennen
2 31
1
2
3
2
4
3
3
1 1
1
2
3
4

Wasmiddellade

Hier vindt u een overzicht over het verwijderen van de wasmiddellade.
Compartiment voor handmatige dose­ring
/ : Doseerreservoir voor wasver-
zachter of wasmiddel
: Doseerreservoir voor wasmiddel

Bedieningselementen

Via de bedieningselementen kunt u alle functies van uw apparaat instellen en informatie krijgen over de gebruikstoestand.
"Programma's" →Pagina29
22
"Programmakiezer" →Pagina39
"Toetsen" →Pagina26
"Display" →Pagina23
Page 23
Display nl

Display

Display
Display
Op het display ziet u de actuele instelwaarden, keuzemogelijkheden of aanwij­zingsteksten.
Indicatie Benaming Beschrijving
1
0:40
1
10h
1
9 kg
⁠ - 1600 Centrifugetoerental Ingestelde centrifugetoerental in omw/min.
⁠ - 90 Temperatuur Ingestelde temperatuur in °C.
Voorwas Programmastatus
Wassen Programmastatus
Spoelen Programmastatus
Centrifugeren Programmastatus
1
Voorbeeld
Programmaduur / res­terende tijd van het pro-
Ongevere verwachte programmaduur of resterende tijd van het programma.
gramma Klaar in tijd Het programma-einde werd vastgelegd en de reste-
rende uren worden aangegeven.
→"Toetsen", Pagina26
Aanbevolen lading Maximale beladingshoeveelheid voor het ingestelde
programma in kg.
→"Toetsen", Pagina27
0: zonder eindcentrifugeren, alleen afpompen
⁠ : Spoelstop, zonder afpompen
→"Toetsen", Pagina26
⁠ (koud)
23
Page 24
nl Display
Indicatie Benaming Beschrijving
-P- Pauze Programmastatus End Programma-einde Programmastatus
Kinderslot ¡ brandt: het kinderslot is geactiveerd.
¡ knippert: het kinderslot is geactiveerd en de pro-
grammakiezer werd verdraaid.
→"Kinderslot deactiveren", Pagina43
Energieverbruik Energieverbruik voor het ingestelde programma.
¡ : lager energieverbruik ¡ : hoger energieverbruik
Waterverbruik Waterverbruik voor het ingestelde programma.
¡ : lager waterverbruik ¡ : hoger waterverbruik
Wi-Fi ¡ brandt: het apparaat is met het thuisnetwerk ver-
bonden.
¡ knippert: het apparaat probeert verbinding te ma-
ken met het thuisnetwerk.
→"HomeConnect ", Pagina44
Energiemanager Het apparaat is met het Smart Energy System (ener-
giemanager) verbonden.
→"Apparaat met de energiemanager verbinden", Pagina47
Doseerbakje voor vloei­baar wasmiddel
¡ brandt: het intelligente doseersysteem voor vloei-
baar wasmiddel is geactiveerd.
¡ knippert: het minimale vulpeil van het doseerbakje
is onderschreden.
→"Intelligent doseersysteem", Pagina43
(Vloeibaar wasmiddel)
Doseerbakje voor vloei-
baar wasmiddel of was­verzachter.
¡ brandt: het intelligente doseersysteem voor vloei-
baar wasmiddel of wasverzachter is geactiveerd.
¡ knippert: het minimale vulpeil van het doseerbakje
is onderschreden.
→"Intelligent doseersysteem", Pagina43
(Vloeibaar wasmiddel)
( Wasverzachter)
1
50 ml
Basisdoseerhoeveel­heid
Basisdoseerhoeveelheid voor het wasmiddel of de wasverzachter.
→"Basisdoseerhoeveelheid", Pagina44
Schuimdetectie Het apparaat heeft te veel schuim geconstateerd.
→"Foutcode / foutindicatie / signaal", Pagina60
Deur De deur is vergrendeld en kan worden geopend.
1
Voorbeeld
24
Page 25
Indicatie Benaming Beschrijving
Kraan ¡ Geen waterdruk.
→"Foutcode / foutindicatie / signaal", Pagina60
¡ De waterdruk is te laag.
Wasmiddellade De wasmiddellade is niet volledig ingeschoven.
→"Foutcode / foutindicatie / signaal", Pagina60
E:60 / -2B
1
Fout Foutcode, foutindicatie, signaal.
→"Foutcode / foutindicatie / signaal", Pagina60
1
Voorbeeld
Display nl
25
Page 26
nl Toetsen

Toetsen

Toetsen
Toetsen
Hier vindt u een overzicht van de buttons en hun instelmogelijkheden. De selectie van de programma-instellingen is afhankelijk van het ingestelde programma. De selectiemogelijkheden voor elk programma ziet u in het over­zicht voor →"Programma's", Pagina29.
Toets Keuze Beschrijving
Start/Bijvullen ¡ starten
¡ annuleren ¡ pauzeren
SpeedPerfect ¡ activeren
¡ Deactiveren
IntensivePlus ¡ activeren
¡ deactiveren
T1 i-DOS ¡ activeren
¡ deactiveren ¡ Basisdoseerhoe-
veelheid
T2 i-DOS ¡ activeren
¡ deactiveren ¡ Inhoud van het do-
seerreservoir
¡ Basisdoseerhoe-
veelheid
-Klaarin+ 1 - 24 uur Het programma-einde vastleggen.
Temp.°C ⁠ - 90 °C De temperatuur in °C aanpassen.
Programma starten, annuleren of pauzeren.
Wassen met verkorte tijdsduur activeren of deac­tiveren.
AanwijzingHet energieverbruik wordt hoger. Het wasresultaat wordt daardoor niet beïnvloed.
Wassen met verlengde tijdsduur activeren of de­activeren. De programmaduur wordt tot wel 30 minuten verlengd. Geschikt voor sterk verontreinigd wasgoed.
Wanneer u de button kort indruk, activeert of de­activeert u het intelligente doseersysteem voor vloeibaar wasmiddel . Wanneer u de button ca. 3 s indrukt, kunt u de basisdoseerhoeveelheid instellen.
→"Intelligent doseersysteem", Pagina43
Wanneer u de button kort indrukt, activeert of de­activeert u het intelligente doseersysteem voor wasverzachter of vloeibaar wasmiddel . Wanneer u de button ca. 3 s indrukt, kunt u de in­houd van het doseerreservoir vastleggen of de basisdoseerhoeveelheid instellen.
→"Intelligent doseersysteem", Pagina43
De programmaduur is reeds in het ingestelde aantal uren inbegrepen. Na de start van het programma wordt de pro­grammaduur weergegeven.
26
Page 27
Toetsen nl
Toets Keuze Beschrijving
Centrifugesnelheid ⁠ - 1600 Het centrifugetoerental aanpassen of ⁠ (spoel-
stop) activeren. Met de selectie ⁠ wordt het water aan het ein­de van de wascyclus niet afgepompt en het cen­trifugeren gedeactiveerd. Het wasgoed blijft in het spoelwater liggen.
⁠ (netschakelaar) ¡ Inschakelen
Het apparaat in- of uitschakelen.
¡ Uitschakelen
Bedien via App ⁠ ¡ activeren
¡ deactiveren ¡ HomeConnect Me-
nu openen
Wanneer u op de button druk, wordt het appa­raat voor het starten op afstand via de Ho­meConnect app vrijgegeven Wanneer u de button ca. 3s indrukt, opent het HomeConnect menu.
Aanwijzingen
¡
De start op afstand kan vanwege veiligheids­redenen onder de volgende condities niet worden geactiveerd:
De deur is open.De wasmiddellade is niet volledig dichtge-
schoven.
¡
De start op afstand wordt vanwege veilig­heidsredenen onder de volgende omstandig­heden gedeactiveerd:
De deur openen.Start/Bijvullen indrukken.Bedien via App ⁠ indrukken.Het apparaat uitschakelen.Na een stroomonderbreking.
Kinderbeveili­ging3sec.
¡ activeren ¡ deactiveren
Het kinderslot activeren of deactiveren. De bedieningspanelen tegen per ongeluk bedie­nen beveiligen. Werd het kinderslot geactiveerd en het apparaat uitgeschakeld, dan blijft het kinderslot geacti­veerd.
→"Kinderslot", Pagina43
Centrifugesnelheid Basisinstellingen Basisinstellingen van het apparaat wijzigen.
→"Basisinstellingen wijzigen", Pagina51
27
Page 28
nl Toetsen
Toets Keuze Beschrijving
Voorwas ¡ activeren
¡ deactiveren
Voorwas activeren of deactiveren, bijv. voor het wassen van sterk verontreinigd wasgoed.
AanwijzingWanneer het intelligente doseersys­teem is geactiveerd, dan wordt het wasmiddel automatisch voor de voorwas en de hoofdwas gedoseerd. Wanneer het intelligente doseersysteem is gede­activeerd, doe dan het wasmiddel voor de voor­was direct in de trommel.
Extraspoelen ¡ Activeren
¡ Deactiveren
Een extra spoelcyclus activeren of deactiveren. Aanbevolen bij bijzonder gevoelige huid of in ge­bieden met heel zacht water.
28
Page 29
Programma's nl
IntensivePlus
T2 i-DOS 
T1 i-DOS
Voorwas
Centrifugesnelheid
⁠ (Spoelstop)
Extraspoelen
SpeedPerfect
Max. centrifugetoeren­tal (omw/min)
1
Max. temperatuur (°C)
max. belading (kg)
1
9 90 1600
9 90 1600

Programma's

Programma's
Programma's
Hier vindt u een overzicht van de programma's. U krijgt informatie over de belading en de instelbare program-
mamogelijkheden.
Tip:De verzorgingslabels van het wasgoed geven u extra aanwijzingen voor de programmakeuze.
→"Verzorgingsaanwijzingen op verzorgingslabels", Pagina37
Programma Beschrijving
mengde weefsels wassen.
Ook geschikt als verkort programma
voor normaal vervuild wasgoed als u
SpeedPerfect activeert. Is SpeedPerfect
geactiveerd, dan wordt de maximale be-
ladingshoeveelheid gereduceerd tot
5kg.
mengde weefsels wassen.
Energiebesparend programma.
Programma-instellingen
Katoen Stevig textiel van katoen, linnen of ge-
Gekleurd katoen Stevig textiel van katoen, linnen of ge-
1
29
Page 30
nl Programma's
IntensivePlus
T2 i-DOS 
T1 i-DOS
Voorwas
Centrifugesnelheid
⁠ (Spoelstop)
Extraspoelen
SpeedPerfect
Max. centrifugetoeren­tal (omw/min)
1
Max. temperatuur (°C)
max. belading (kg)
1
9 1600
4 60 1200
Programma Beschrijving
30
AanwijzingOm energie te besparen
kan de daadwerkelijke wastemperatuur
afwijken van de ingestelde temperatuur.
De wasresultaat is conform de wettelij-
ke vereisten.
weefsels wassen.
Geschikt voor normaal verontreinigd
textiel.
AanwijzingTextiel dat volgens het on-
derhoudssymbool met 40 °C of
met 60 °C wasbaar is, kan samen wor-
Eco40-60 Textiel van katoen, linnen en gemengde
den gewassen. Voor een optimale ener-
gie-efficiëntie werd door de fabrikant
een optimale wastemperatuur voor dit
programma vastgelegd.
De wastemperatuur is geactiveerd en
kan niet worden veranderd.
weefsels wassen.
Programma-instellingen
Kreukherstellend Textiel van synthetisch en gemengd
1
Page 31
IntensivePlus
T2 i-DOS 
T1 i-DOS
Voorwas
Centrifugesnelheid
⁠ (Spoelstop)
Extraspoelen
Programma's nl
SpeedPerfect
Max. centrifugetoeren­tal (omw/min)
1
Max. temperatuur (°C)
max. belading (kg)
1
4 60 1600
materiaal en gemengde weefsels was-
sen.
2 40 800
Geschikt voor licht verontreinigd was-
goed.
cose en synthetische stof wassen.
Gebruik een wasmiddel voor fijne was
of zijde.
2 40 800
AanwijzingWas bijzonder gevoelig tex-
tiel of textiel met haken, ogen of beu-
gels in een wasnetje.
textiel van wol of met en groot wolaan-
deel wassen.
Om krimp van het wasgoed te vermij-
den, beweegt de trommel met textiel bij-
1600
zonder voorzichtig met lange pauzes.
Gebruik een wasmiddel voor wol.
en afpompen van het water.
Programma Beschrijving
Snel/Mix Textiel van katoen, linnen, synthetisch
Fijnewas/Zijde Gevoelig, wasbaar textiel van zijde, vis-
⁠Wol Met de hand of in de machine wasbaar
Programma-instellingen
Spoelen Spoelen met aansluitend centrifugeren
1
31
Page 32
nl Programma's
IntensivePlus
T2 i-DOS 
T1 i-DOS
Voorwas
Centrifugesnelheid
⁠ (Spoelstop)
Extraspoelen
SpeedPerfect
Max. centrifugetoeren­tal (omw/min)
1
Max. temperatuur (°C)
max. belading (kg)
1
1600
3,5 30 1000
1200
Programma Beschrijving
32
Centrifugeren en water afpompen.
Wanneer u alleen het water wilt afpom-
pen, activeer dan 0. Het wasgoed wordt
niet gecentrifugeerd.
materiaal en gemengde weefsels was-
sen.
Voorzichtigere wasbehandeling.
Mate van verontreiniging en soort tex-
tiel worden automatisch herkend. Het
wasproces wordt aangepast.
Centrifugeren/Af-
pompen
Auto30°C Gevoelig textiel van katoen, synthetisch
temperatuur van 40°C en lager,
mel.
Gebruik het programma in de volgende
gevallen:
¡ voor het eerste gebruik
¡ bij frequent wassen met een was-
¡ na lange afwezigheid
Gebruik een poederwasmiddel of een
bleekmiddelhoudend wasmiddel.
Halveer de hoeveelheid wasmiddel om
schuimvorming te vermijden.
Trommelreinigen Reiniging en onderhoud van de trom-
Programma-instellingen
1
Page 33
IntensivePlus
T2 i-DOS 
T1 i-DOS
Voorwas
Centrifugesnelheid
⁠ (Spoelstop)
Extraspoelen
Programma's nl
SpeedPerfect
Max. centrifugetoeren­tal (omw/min)
1
Max. temperatuur (°C)
max. belading (kg)
1
2 60 800
Gebruik geen wasverzachter.
Gebruik geen wol-, fijn- of vloeibaar was-
middel.
AanwijzingWanneer u langere tijd
geen programma met 60°C of hogere
temperatuur heeft gebruikt, knippert de
indicatie voor de trommelreiniging ter
herinnering.
katoen, linnen, synthetische en ge-
mengde stoffen wassen.
Tip:Om kreukvorming van het was-
goed te vermijden, activeert u . Het was-
goed wordt slechts kort gecentrifu-
geerd en kan druipnat worden uitgeno-
men. Hang de shirts en blouses druip-
nat op, zodat ze kunnen uithangen.
Was overhemden en blouses van zijde
of gevoelige materialen met program-
ma Fijnewas/Zijde.
Programma Beschrijving
Overhemden Strijkvrije overhemden en blouses van
1
Programma-instellingen
33
Page 34
nl Programma's
IntensivePlus
T2 i-DOS 
T1 i-DOS
Voorwas
Centrifugesnelheid
⁠ (Spoelstop)
Extraspoelen
SpeedPerfect
Max. centrifugetoeren­tal (omw/min)
1
Max. temperatuur (°C)
max. belading (kg)
1
2 40 800
4 40 1200
Programma Beschrijving
34
thetisch, microvezel en fleece wassen.
Gebruik een wasmiddel voor sporttex-
tiel.
Gebruik geen wasverzachter.
Tip:Was sterk verontreinigd wasgoed
met programma Kreukherstellend.
Textiel van katoen, synthetisch materi-
aal en gemengde weefsels wassen.
Kort programma voor licht verontreinig-
de kleine stukken wasgoed.
De programmaduur bedraagt ca. 30 mi-
Sport Sporttextiel en vrijetijds-textiel van syn-
SuperKort15/30
min
nuten.
Wilt u de programmaduur tot 15 minu-
ten inkorten, activeer dan SpeedPer-
fect. De maximale beladingshoeveel-
heid wordt tot 2 kg verlaagd.
Programma-instellingen
1
Page 35
Accessoires nl

Accessoires

Accessoires
Accessoires
Gebruik alleen originele accessoires. Deze zijn speciaal op uw apparaat afge­stemd. Hier krijgt u een overzicht van de accessoires behorende bij uw appa­raat en de manier waarop ze worden gebruikt.
Gebruik Bestelnummer
Verlenging watertoevoerslang Koudwater- of Aquastop-water-
toevoerslang verlengen (2,50 m).
Bevestigingsbeugels Stevige stand van het apparaat
verbeteren.
Bochtstuk Waterafvoerslang fixeren. 00655300
WMZ2381
WMZ2200

Voor het eerste gebruik

Voor het eerste gebruik
Voor het eerste gebruik
Bereid het apparaat voor voor het ge­bruik.

Wascyclus zonder wasgoed starten

Uw apparaat werd voor het verlaten van de fabriek grondig gecontro­leerd. Om eventueel restwater te ver­wijderen, wast u de eerste keer zon­der wasgoed.
AanwijzingNeem de informatie over het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
1. Druk op ⁠ .
Het inschakelen van het apparaat kan enkele seconden duren.
2. Het programma Trommelreinigen
instellen.
3. De deur sluiten.
4. De wasmiddellade uittrekken.
5. Ca. 1 liter leidingwater in het com-
partiment voor de handmatige do­sering gieten.
35
Page 36
nl Wasgoed
6. Het poederwasmiddel in het com-
partiment voor de handmatige do­sering doen.
Gebruik om schuimvorming te ver­mijden, slechts de helft van de door de wasmiddelfabrikant aan­bevolen hoeveelheid voor lichte verontreiniging. Gebruik geen wol­of fijnwasmiddel.
7. De wasmiddellade erin schuiven.
8. Druk op Start/Bijvullen om het
programma te starten.
a Het display toont de resterende
programmaduur.
a Na het programma-einde toont het
display: End.
9. De eerste wascyclus starten of op
⁠ drukken om het apparaat uit te
schakelen. →"De Bediening in essentie",
Pagina39

Wasgoed

Wasgoed
Wasgoed
U kunt in uw apparaat alle textiel, die door de fabrikant op het textiellabel als geschikt voor de wasmachine staat aangegeven en textiel van handwasbaar wol wassen.

Wasgoed voorbereiden

LET OP!
In het wasgoed achtergebleven voor­werpen kunnen het wasgoed en de trommel beschadigen.
Voor gebruik alle voorwerpen uit de zakken van het wasgoed verwij­deren.
Om uw apparaat en het wasgoed te beschermen, bereidt u het was­goed voor.
– alle zakken legen – Zand uit alle omslagen en zak-
ken borstelen
– Dekbedhoezen en kussenover-
trekken sluiten
– alle ritssluitingen, klittenbandslui-
tingen, haken en ogen sluiten
– Stoffen riemen of banden bij el-
kaar binden of een wasnetje ge­bruiken.
– Gordijnrollers en loodveters ver-
wijderen of een wasnetje gebrui­ken
– voor kleine stukken wasgoed,
bijv. kindersokken een wasnetje gebruiken
36
Page 37
Wasgoed nl
– Was uit elkaar vouwen en los
maken
– grote en kleine stukken was-
goed door elkaar wassen
– verse vlekken met zeepsop af-
deppen (niet wrijven)
– sommige hardnekkige, inge-
droogde vlekken kunnen door meerdere malen wassen worden verwijderd

Wasgoed sorteren

AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
Om het wasresultaat te verbeteren en verkleuringen te vermijden, sor­teert u het wasgoed voor het was­sen overeenkomstig de volgende criteria.
– Soort weefsel en soort vezel – witte was – bonte was
Was nieuwe bonte was de eerste keer gescheiden van ander wasgoed.
– "Verontreiniging" →Pagina37 – "Verzorgingsaanwijzingen op
verzorgingslabels" →Pagina37

Mate van verontreiniging

Mate van vervuiling Verontreiniging Voorbeelden
licht ¡ geen verontreinigingen of vlek-
ken zichtbaar
¡ Wasgoed heeft geuren aange-
nomen
normaal Verontreinigingen of lichte vlekken
zijn zichtbaar
sterk Verontreinigingen of vlekken zijn
duidelijk zichtbaar
lichte zomerkleding of sportkel­ding, die slechts enkele uren is ge­dragen
¡ T-shirts, overhemden of blouses
zijn doorzweet, of werden meer­dere malen gedragen
¡ Handdoeken of beddengoed,
welke tot één week is gebruikt
Theedoeken, babywas of werkkle­ding

Verzorgingsaanwijzingen op verzorgingslabels

De symbolen verwijzen naar het aanbevolen programma en de getalen in de symbolen naar de maximaal aanbevolen wastemperatuur.
Symbool Wasproces Aanbevolen programma
normaal Katoen ⁠ voorzichtig Kreukherst. ⁠ zeer voorzichtig Fijn/ zijde voor handwas
Handwas Wol niet in de wasmachine wasbaar
37
Page 38
nl Wasmiddel en wasverzorgingsmiddel
Tip:Op www.ginetex.ch vindt u meer
informatie over verzorgingssymbolen.
Informatie van de fabrikant over ge­bruik en dosering vindt u op de ver­pakking.

Wasmiddel en wasverzorgingsmiddel

Wasmiddel en wasverzor­gingsmiddel
Wasmiddel en wasverzorgingsmiddel
Met de juiste selectie en het gebruik van wasmiddelen en verzorgingsmid­delen beschermt u uw apparaat en uw wasgoed. U kunt alle wasmidde­len en verzorgingsmiddelen gebrui­ken, die voor huishoudelijke wasma­chines geschikt zijn.
AanwijzingNeem de informatie over het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
Aanwijzingen
¡ bij vloeibare wasmiddelen uitslui-
tend zelf stromende vloeibare was­middelen gebruiken
¡ verschillende vloeibare wasmidde-
len niet mengen
¡ wasmiddel en wasverzachter niet
mengen
¡ geen te lang bewaarde en sterk in-
gedikte producten gebruiken
¡ geen oplosmiddelhoudende, bijten-
de of desinfecterende middelen, bijv. bleekwater, gebruiken
¡ Verfstoffen met mate gebruiken,
zout kan RVS aantasten
¡ geen ontkleuringsmiddel in het ap-
paraat gebruiken

Wasmiddelaanbeveling

De informatie helpt u het juiste wasmiddel voor het textiel te kiezen.
Wasmiddel Textiel Programma Temperatuur
Compleet wasmiddel met optische witmakers
Bontwasmiddel zonder bleekmiddel en optische witmakers
Bont/fijnwasmiddel zonder optisch witmiddel
Fijnwasmiddel Gevoelig fijn textiel van zijde
Wolwasmiddel Wol Wol van koud tot 40°C
kookbestendig wit textiel van linnen of katoen
Bont wasgoed van linnen of katoen
Bont wasgoed van kreuk­herstellende vezels of syn­thetische vezels
of viscose
Katoen van koud tot 90°C
Katoen van koud tot 60°C
Kreukherstel-
van koud tot 60°C
lend
Fijne was/zijde van koud tot 40°C
Tip:Op www.cleanright.eu vindt u een veelvoud aan verdere informatie omtrent wasmiddelen, verzorgings­middelen en reinigingsmiddelen voor huishoudelijk gebruik.
38
Page 39

Wasmiddeldosering

De Bediening in essentie nl
Met de juiste wasmiddeldosering rea­liseert u een optimaal wasresultaat en kunt u hulpbronnen sparen.
De dosering van het wasmiddel is gebaseerd op:
¡ De hoeveelheid wasgoed
Waterhardheid
¡ Mate van vervuiling ¡ Waterhardheid
U kunt de waterhardheid opvragen bij uw plaatselijke waterbedrijf of vaststellen met een waterhardheid­tester.
Hardheidbereik Totale hardheid in mmol/l Duitse hardheid in °dH
zacht (I) 0 - 1,5 0 - 8,4 gemiddeld (II) 1,5 - 2,5 8,4 - 14 hard (III) hoger dan 2,5 hoger dan 14
Voorbeeld van fabrikantinformatie voor wasmiddel
Deze voorbeeldwaarden hebben be­trekking op een standaardbelading van 4-5 kg.
Verontreiniging licht normaal sterk
Waterhardheid: zacht/ gemiddeld 40ml 55ml 80ml Waterhardheid: hard/ zeer hard 55ml 80ml 105ml
De doseerhoeveelheden vindt u op de verpakking van de fabrikant. ¡ Wanneer u handmatig doseert,
past u de doseerhoeveelheid aan de daadwerkelijke beladingshoe­veelheid aan.
¡ Wanneer de intelligente dosering
is geactiveerd, past u de doseer­hoeveelheid niet aan de daadwer-

De Bediening in essentie

De Bediening in essentie
De Bediening in essentie
Hier wordt de bediening van het ap­paraat in essentie beschreven.

Apparaat inschakelen

Druk op ⁠ .
kelijke beladingshoeveelheid aan. De hoeveelheid wasmiddel en wasverzachter wordt automatisch via de "basisdoseerhoeveelheid" →Pagina44 en de bekende hoe­veelheid wasgoed berekend. De ingestelde basisdoseerhoeveelheid moet altijd zijn afgestemd op de doseerhoeveelheid voor een bela­ding van 4,5 kg.
39
Page 40
nl De Bediening in essentie
Het inschakelen van het apparaat kan enkele seconden duren.
a Het apparaat voert een hoorbare
functietest in de wasmiddellade uit. →"Geluiden", Pagina66
AanwijzingDe trommel wordt verlicht na het openen, sluiten en starten van het programma. De verlichting dooft automatisch.

Programma instellen

1. Zet de programmakiezer op het
gewenste "programma" →Pagina29.
2. Indien nodig, "de programma-in-
stellingen aanpassen" →Pagina40.
De programma-instellingen worden niet permanent voor het program­ma opgeslagen.
AanwijzingWanneer u het intelligen­te doseersysteem activeert of deacti­veert, wordt de instelling opgeslagen.

Trommel vullen met wasgoed

Aanwijzingen
¡ Neem de informatie over het on-
derwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade vermijden" →Pagina12 in acht om uw appa­raat veilig te kunnen gebruiken.
¡ Houd om kreukvorming te voorko-
men de maximale belading van het "programma" →Pagina29 aan.
Voorwaarde:Het wasgoed voorbe­reiden en sorteren. →"Wasgoed", Pagina36
1. De deur openen.
Programma-instellingen aan­passen
Afhankelijk van het programma en de programmavoortgang kunt u de be­schikbare instellingen aanpassen of activeren/deactiveren.
AanwijzingOverzicht van alle pro­gramma-instellingen: →"Toetsen", Pagina26
Voorwaarde:Een programma is in­gesteld.
De programma-instellingen aan­passen.
40
2. Zorg ervoor dat de trommel leeg
is.
3. Het wasgoed uit elkaar gevouwen
in de trommel doen.
4. AanwijzingZorg ervoor dat er
geen kleine stukken wasgoed tus­sen de deur klem zitten.
De deur sluiten.
Page 41
De Bediening in essentie nl
Wasmiddel en wasverzor­gingsmiddel doseren
Bij programma's waarbij de intelligen­te dosering niet mogelijk of gewenst is, kunt u het wasmiddel in het com­patiment voor handmatige dosering doen.
AanwijzingNeem de informatie over het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
Tip:In aanvulling op de intelligente dosering kunt u in het compartiment voor handmatige dosering ook ande­re wasverzorgingsmiddelen toevoe­gen, zoals vlekkenzout, stijfsel of bleek. Doe geen aanvullend wasmid­del toevoegen in het compartiment voor handmatige dosering om over­dosering of schuimvorming te voor­komen.
Voorwaarde:Informeer uzelf over de optimale dosering voor "wasmiddelen en verzorgingsmiddelen." →Pagina38
1. De wasmiddellade uittrekken.
2. Vullen met wasmiddel.
→"Wasmiddellade", Pagina22
3. Indien gewenst vullen met een ver-
zorgingsmiddel.
4. De wasmiddellade erin schuiven.

Starten van het programma

AanwijzingWanneer u de tijd tot het
programma-einde wilt wijzigen, stel dan eerst de klaar-in tijd in.
Druk op Start/Bijvullen .
a De trommel draait en er vindt een
beladingsherkenning plaats, welke tot wel 2 minuten kan duren en daarna stroomt het water in het ap­paraat.
a In het display wordt of de program-
maduur of de klaar-in tijd weerge­geven.
a Na het programma-einde toont het
display: End.

Wasgoed inweken

U kunt het wasgoed voor het wassen in het apparaat inweken, door het programma te pauzeren.
AanwijzingEr is geen extra wasmid­del nodig. Het zeepsop wordt aan­sluitend voor het wassen gebruikt.
1. Het programma starten.
2. Druk om het programma te pauze-
ren, na ca. 10 minuten op Start/ Bijvullen .
3. Druk om het programma te hervat-
ten na de gewenste inweektijd op
Start/Bijvullen .

Wasgoed bijvullen

AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
1. Druk op Start/Bijvullen .
Het apparaat pauzeert en contro­leert of het bijvullen of verwijderen van wasgoed mogelijk is. Let op de programmastatus.
2. Wasgoed uitnemen of bijvullen.
3. De deur sluiten.
4. Druk op Start/Bijvullen .
41
Page 42
nl De Bediening in essentie

Progr. annuleren

Na het starten van het programma kunt u het programma te allen tijde afbreken.
AanwijzingNeem de informatie over het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
1. Druk op Start/Bijvullen .
2. De deur openen.
Bij hoge temperatuur en hoog wa­terniveau blijft de deur van het ap­paraat om veiligheidsredenen ver­grendeld. – Start bij hoge temperatuur het
programma Spoelen.
– Start bij een hoog waterniveau
het programma Centrifugeren of Afpompen.
3. Het wasgoed uit het apparaat ha-
len.
Programma bij spoelstop her­vatten
1. Stel het programma Centrifugeren
of Afpompen in.
2. Druk op Start/Bijvullen .

Apparaat uitschakelen

1. Druk op ⁠ .
2. De waterkraan sluiten.
3. De rubbermanchet droog vegen
en vreemde voorwerpen verwijde­ren.

Wasgoed uitnemen

AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
1. De deur openen.
2. Het wasgoed uit het apparaat ha-
len.
42
4. De deur en wasmiddellade open
laten zodat het restwater kan op­drogen.
Page 43
Kinderslot nl

Kinderslot

Kinderslot
Kinderslot
Beveilig uw apparaat tegen onge­wenst bedienen via de bedieningsele­menten.

Kinderslot inschakelen

Beide toetsen Kinderbeveili­ging3sec.ca. 3 seconden indruk-
ken.
a Op het display wordt ⁠ weerge-
geven.
a De bedieningselementen zijn ge-
blokkeerd.
a Het kinderslot blijft ook na het uit-
schakelen van het apparaat geacti­veerd.

Kinderslot deactiveren

Voorwaarde:Om het kinderslot te
deactiveren, moet het apparaat zijn ingeschakeld.
Druk ca. 3 seconden op beide but­tons Kinderbeveiliging3sec..
Om het lopende programma niet te annuleren, moet de programma­kiezer op het uitgangsprogramma staan.
a In het display dooft ⁠ .
toevoegen. →"Wasmiddel en wasverzorgingsmid-
del doseren", Pagina41

Doseerbakje vullen

Aanwijzing
Om de intelligente dosering te gebruiken, vult u het doseerreservoir.
¡ Vul de doseerreservoirs uitsluitend
met geschikt "wasmiddel en ver­zorgingsmiddel" →Pagina38.
¡ Wanneer u van vloeibare wasmid-
del of de wasverzachter wisselt, leeg en reinig dan eerst het do­seerreservoir. →"Schoonmaken van de wasmid-
dellade", Pagina52
¡ Wanneer u beide doseerreservoirs
voor vloeibaar wasmiddel wilt ge­bruiken, stel dan de "Inhoud van de doseerreservoirs" →Pagina44 in.
Voorwaarde: / knippert.
1. De wasmiddellade uittrekken.
2. Het vuldeksel openen.

Intelligent doseersysteem

Intelligent doseersysteem
Intelligent doseersysteem
Uw apparaat is voorzien van een in­telligent doseersysteem voor vloei­baar wasmiddel en wasverzachter. Afhankelijk van het programma en de instellingen worden de optimale hoe­veelheden vloeibaar wasmiddel en wasverzachter automatisch gedo­seerd. De intelligente dosering is in alle daarvoor bedoelde "program­ma's" →Pagina29 af fabriek geacti­veerd en kan individueel worden ge­deactiveerd. In alle andere program­ma's kunt u handmatig wasmiddel
3. Vloeibaar wasmiddel en wasver-
zachter in de betreffende do­seerreservoirs doen. →"Wasmiddellade", Pagina22
43
Page 44
nl HomeConnect
4. Het vuldeksel sluiten.
AanwijzingLaat het vuldeksel niet
langere tijd geopend om te voorko­men dat wasmiddel opdroogt of uitdroogt.
5. De wasmiddellade erin schuiven.
6. De "basisdoseerhoeveelheid"
→Pagina44 aanpassen.
Inhoud van het doseerreser­voir
Af fabriek is het doseerreservoir voor wasverzachter ingesteld. Alternatief kunt u het doseerreservoir voor een tweede vloeibaar wasmiddel ge­bruiken.
Aanwijzingen
¡ Wanneer u de inhoud van het do-
seerreservoir wijzigt, dan wordt de basisdoseerhoeveelheid voor dit doseerreservoir gereset.
¡ Wanneer u beide doseerreservoirs
voor vloeibaar wasmiddelen ge­bruikt, moet u een doseerreservoir kiezen dat tijdens het wassen moet worden gebruikt.

Inhoud van het doseerreservoir aanpassen

1. Druk ca. 3 s op T2 i-DOS.
2. Druk op T2 i-DOS om in te stel-
len.
a Op het display wordt weergege-
ven.
3. Druk opnieuw op T2 i-DOS om
in te stellen.
4. Om deinstelling tebeëindigen,
kort wachten.

Basisdoseerhoeveelheid

U kunt de vooringestelde basishoe­veelheden voor vloeibaar wasmiddel en wasverzachter aanpassen. De basisdoseerhoeveelheid is geba­seerd op de informatie van de fabri­kant van het wasmiddel, de water­hardheid en de mate van verontreini­ging van het wasgoed. Stel altijd een basisdoseerhoeveel­heid in, die is afgestemd op een standaard belading van 4,5 kg. →"Wasmiddeldosering", Pagina39

Basisdoseerhoeveelheid aanpassen

U kunt de basisdoseerhoeveelheid voor beide doseerreservoirs afzon­derlijk aanpassen.
1. Druk ca. 3 s op T1 i-DOS.
a Het display toont de ingestelde ba-
sisdoseerhoeveelheid voor .
2. Druk op -/ + om de instelling aan
te passen.
3. Om deinstelling tebeëindigen,
kort wachten.
AanwijzingOm de basisdoseerhoe­veelheid voor aan te passen, her­haalt de stappen met T2 i-DOS.
HomeConnect
HomeConnect
HomeConnect
Dit apparaat is geschikt voor netwer­ken. Verbind uw apparaat met een mobiel eindapparaat om functies te kunnen bedienen via de HomeCon-
44
Page 45
HomeConnect  nl
nect app, basisinstellingen aan te passen of de actuele gebruikstoe­stand te bewaken. De HomeConnect diensten zijn niet in elk land beschikbaar. De beschik­baarheid van de functie HomeCon­nect is afhankelijk van de beschik­baarheid van de HomeConnect dien­sten in uw land. Informatie hierover vindt u op: www.home-connect.com.
¡ →"Apparaat met WLAN-thuisnet-
werk (WiFi) met WPS-functie ver­binden", Pagina45
¡ →"Apparaat met WLAN-thuisnet-
werk (WiFi) zonder WPS-functie verbinden", Pagina46
De HomeConnect app leidt u door het gehele aanmeldingsproces. Volg de aanwijzingen in de HomeConnect app om de instellingen aan te bren­gen.
Tips
¡ Neem de meegeleverde documen-
ten vanHomeConnect in acht.
¡ Neem ook de aanwijzingen in
deHomeConnectapp in acht.
Aanwijzingen
¡ Houd u aan de veiligheidsinstruc-
ties in deze gebruiksaanwijzing en zorg ervoor dat deze ook worden nageleefd wanneer u het apparaat via de HomeConnect app bedient. →"Veiligheid", Pagina4
¡ De bediening aan het apparaat
heeft altijd voorrang. Gedurende deze tijd is de bediening via de HomeConnectapp niet mogelijk.
meConnect geïnstalleerd is en of het apparaat met het thuisnetwerk is ver­bonden.
Apparaat met WLAN-thuisnet­werk (WiFi) met WPS-functie verbinden
Gebruik de WPS-functie van uw rou­ter om het apparaat te verbinden met het thuisnetwerk.
Voorwaarde:Heeft uw router een WPS-functie, dan kunt u het apparaat automatisch met uw WLAN (WiFi) thuisnetwerk verbinden.
1. Ca. 3 s op Bedien via App ⁠
drukken.
a Op het display wordt Aut weerge-
geven.
2. Druk op Start/Bijvullen .
3. Binnen 2minuten op de WPS-toets
van de router drukken. Houd de informatie aan in de do-
cumentatie van uw router.
a Op het display knippert ⁠. a Het apparaat probeert verbinding
te maken met het WiFi thuisnet­werk.
a Wanneer op het display wordt
weergegeven en permanent brandt, dan is het apparaat met het thuisnetwerk verbonden.
HomeConnect instellingen
Pas HomeConnect aan uw behoef­ten aan. U vindt de HomeConnect instellin­gen in de basisinstellingen van uw apparaat. Welke instellingen het dis­play toont, hangt ervan af of Ho-
45
Page 46
nl HomeConnect
4. Wanneer op het display Err wordt
weergegeven dan is het apparaat niet met het thuisnetwerk verbon­den.
Controleer of uw apparaat zich
binnen het bereik van het thuis­netwerk bevindt.
Het apparaat met WLAN-thuis-
netwerk (WiFi) met WPS-functie opnieuw verbinden.
5. "Het apparaat met de Home Con-
nect app verbinden." →Pagina47
Apparaat met WLAN-thuisnet­werk (WiFi) zonder WPS-func­tie verbinden
Heeft uw router geen WPS-functie, dan kunt u het apparaat handmatig met uw WLAN (WiFi) thuisnetwerk verbinden. Het apparaat zet kortston­dig een eigen WiFi-netwerk op. U kunt met een mobiel eindapparaat verbinding maken met het WiFi-net­werk en de netwerkinformatie van het WLAN-thuisnetwerk (WiFi) aan uw ap­paraat overdragen.
Voorwaarde:De HomeConnect app is geopend en u heeft zich aange­meld.
1. Tenminste 3 s op Bedien via
App ⁠ drukken.
a Op het display wordt Aut weerge-
geven.
2. Programma op stand 2 instellen.
a Op het display wordt SAP weerge-
geven.
3. Druk op Start/Bijvullen .
a Op het display knippert ⁠. a Het apparaat maakt nu een eigen
WiFinetwerk met de netwerknaam (SSID) HomeConnect.
4. In het mobiele eindapparaat
WLAN-instellingen oproepen. Het mobiele eindapparaat met het
WiFi-netwerk HomeConnect verbin­den en het WiFi-wachtwoord (Key) HomeConnect invoeren.
a Uw mobiele eindapparaat verbindt
zich met het apparaat. De verbin­dingsprocedure kan tot wel 60 se­conden duren.
5. De HomeConnect app op het mo-
biele eindapparaat openen en de stappen in de app volgen.
6. In de HomeConnect app de net-
werknaam (SSID) en het wacht­woord (Key) van uw thuisnetwerk invoeren.
7. De stappen in de HomeConnect
app volgen, om het apparaat te verbinden.
a Wanneer op het display wordt
weergegeven en permanent brandt, dan is het apparaat met het thuisnetwerk verbonden.
46
Page 47
HomeConnect  nl
8. Wanneer op het display Err wordt
weergegeven dan is het apparaat niet met het thuisnetwerk verbon­den.
Controleer of uw apparaat zich
binnen het bereik van het thuis­netwerk bevindt.
Het apparaat met WLAN-thuis-
netwerk (WiFi) met WPS-functie opnieuw verbinden.
9. "Het apparaat met de Home Con-
nect app verbinden" →Pagina47.
Apparaat met de Home Con­nect app verbinden
Voorwaarden
¡ Het apparaat is verbonden met het
WiFi thuisnetwerk.
¡ De HomeConnect app is geopend
en u heeft zich aangemeld.
1. Het programma op stand 3 instel-
len.
a Op het display wordt APP weerge-
geven.
2. Druk op Start/Bijvullen .
a Het apparaat maakt verbinding
met de HomeConnect app.
3. Zodra het apparaat in de Ho-
meConnect app wordt weergege­ven, de laatste stappen in de Ho­meConnect app volgen.
a Wanneer het display weergeeft, is
het apparaat met de HomeCon­nect app verbonden.
Apparaat met de energiema­nager verbinden
Wanneer u het apparaat met het Smart Energy systeem (energiemana­ger) verbindt, dan optimaliseert u het energieverbruik. Het apparaat start
pas, wanneer uw eigen PV-installatie voldoende energie opwekt of wan­neer het elektriciteitstarief gunstig is.
Voorwaarden
¡ Het Smart Energy-systeem (Ener-
giemanager) maakt gebruik van de communicatiestandaard van het EEBus initiatief.
¡ U heeft in de gebruiksaanwijzing
van het Smart Energy-systeem (energiemanager) gelezen, hoe het Smart Energy-systeem (de ener­giemanager) verbinding maakt met uw apparaat.
1. Ca. 3 s op Bedien via App ⁠
drukken.
a Op het display wordt Aut weerge-
geven.
2. Programma op stand7 instellen.
a Op het display wordt EnG weerge-
geven.
3. Op Start/Bijvullen drukken.
a Het apparaat maakt verbinding
met het Smart Energy systeem (energiemanager).
a Wanneer op het display en ⁠
wordt weergegeven, dan is het ap­paraat succesvol met de ener­giemanager verbonden.
4. Wanneer het apparaat door het
Smart Energy systeem (energiema­nager) moet worden gestart, dan Flexstart activeren. →"Flexstart activeren", Pagina47

Flexstart activeren

Activeer de Flexstart, zodat uw Smart Energy-systeem (energiemanager) uw apparaat mag starten, wanneer uw eigen PV-installatie voldoende energie opwekt of het elektriciteitsta­rief laag is.
47
Page 48
nl HomeConnect
Voorwaarde:Het Smart Energy sys-
tem (energiemanager) kan het appa­raat alleen starten wanneer Smart Energy systeem (energiemanager) en apparaat met elkaar verbonden zijn.
1. Het gewenste programma instel-
len.
2. Druk op -Klaarin+ en stel de ge-
wenste tijdsperiode in.
3. Druk op Start/Bijvullen .
4. Druk op Start/Bijvullen .
a Het display geeft ⁠ aan en de
Flexstart is geactiveerd. Het appa­raat wacht op een start op afstand via het Smart Energy-systeem (energiemanager).
a Wanneer op het display de weer-
gave van de tijd naar bijv. 8h gaat, dan heeft het Smart Energy­systeem (energiemanager) een tijdstip vastgelegd, waarop het ap­paraat start.
a Wanneer het Smart Energy-sys-
teem (energiemanager) het appa­raat niet binnen de ingestelde tijd start, dan start het apparaat het programma zelfstandig, voor het verstrijken van de ingestelde tijds­periode. Het programma eindigt wanneer dit tijdsbestek afgelopen is.
Aanwijzing
De Flex Start wordt vanwege veiligheidsredenen onder de volgende omstandigheden gedeactiveerd:
¡ Druk op Start/Bijvullen . ¡ De deur openen. ¡ Het apparaat uitschakelen. ¡ Stroomonderbreking.
WiFi op het apparaat active­ren
AanwijzingHet energieverbruik
wordt hoger ten opzichte van de in de verbruikswaardetabellen aangege­ven waarden, wanneer WiFi is geacti­veerd.
1. Ca. 3 s op Bedien via App ⁠
drukken.
2. Programma op positie 4 instellen.
a Op het display wordt Con weerge-
geven.
3. Druk op Start/Bijvullen totdat
het display On weergeeft.
a WiFi is geactiveerd.
AanwijzingHet apparaat schakelt niet automatisch uit, wanneer WiFi is geactiveerd.
WiFi op het apparaat deacti­veren
1. Tenminste 3 seconden op Bedien
via App ⁠ drukken.
2. Programma op positie 4 instellen.
a Op het display wordt Con weerge-
geven.
3. Druk op Start/Bijvullen totdat
het display OFF weergeeft.
a WiFi is gedeactiveerd.
AanwijzingWordt de WiFi gedeacti­veerd en uw apparaat was eerder met uw thuisnetwerk verbonden, dan wordt de verbinding bij het opnieuw inschakelen van de WiFi automatisch weer hersteld.

Software update

48
Voorwaarde:Op het display wordt UdP weergegeven.
1. Ca. 3 s op Bedien via App ⁠
drukken.
Page 49
HomeConnect  nl
2. Programma op positie 6 instellen.
a Op het display verschijnt UPd.
3. Op Start/Bijvullen drukken.
a De software-update wordt geïnstal-
leerd.
a Als het display End toont, is de
software-update geïnstalleerd.
AanwijzingDe software-update kan meerdere minuten duren. Schakel het apparaat tijdens de software-updates niet uit.

Netwerkinstellingen van het apparaat resetten

1. Tenminste 3 seconden op Bedien
via App ⁠ drukken.
2. Programma op positie 5 instellen.
a Op het display wordt rES weerge-
geven.
3. Op Start/Bijvullen drukken.
a Op het display wordt YES weerge-
geven.
4. Op Start/Bijvullen drukken.
a De netwerkinstellingen worden te-
ruggezet.
a Als het display End toont, zijn de
netwerkinstellingen teruggezet.
Tip:Wilt u uw apparaat weer via de HomeConnect app bedienen, dan moet u het opnieuw met het thuisnet­werk en de HomeConnect app ver­binden.

Afstandsdiagnose

De klantenservice kan via de diagno­se op afstand toegang verkrijgen tot uw apparaat als u zich met de des­betreffende wens tot de klantenservi­ce richt, uw apparaat met de Ho­meConnect server verbonden is en
de diagnose op afstand in het land waarin u het apparaat gebruikt, be­schikbaar is.
Tip:Meer informatie alsook aanwij­zingen over de beschikbaarheid van de diagnose op afstand in uw land vindt u in het gedeelte service/sup­port van de lokale website: www.ho­me-connect.com
Bescherming persoonsgege­vens
Neem de aanwijzingen m.b.t. de be­scherming van de persoonsgegevens in acht.
Wanneer uw apparaat voor de eerste keer wordt verbonden met een thuisnetwerk dat op het internet is aangesloten, geeft het de volgende gegevenscategorieën door aan de HomeConnect server(eerste registratie):
¡ Eenduidige identificatie van het ap-
paraat (bestaande uit apparaat­sleutels en het MAC-adres van de ingebouwde Wi-Ficommunicatiemodule).
¡ Veiligheidscertificaat van de Wi-Fi
communicatiemodule (voor de in­formatietechnische beveiliging van de verbinding).
¡ De actuele software- en hardware-
versie van uw huishoudapparaat.
¡ Status van een eventuele eerdere
reset naar de fabrieksinstellingen.
Bij de eerste registratie wordt het ge­bruik van de HomeConnect functio­naliteiten voorbereid. Deze registratie dient pas te worden uitgevoerd op het moment dat u voor het eerst van de HomeConnect functionaliteiten gebruik wilt maken.
AanwijzingLet erop dat de Ho­meConnect functionaliteiten alleen kunnen worden gebruikt in combina­tie met de HomeConnect app. Infor-
49
Page 50
nl HomeConnect
matie over gegevensbescherming kan worden opgeroepen in de Ho­meConnect app.

Conformiteitsverklaring

Hierbij verklaart Robert Bosch Haus­geräte GmbH dat het apparaat met Home Connect functionaliteit voldoet
BE BG CZ DK DE EE IE el ES FR HR IT CY LV LT LU HU MT NL AT PL PT RO SI SK FI SE UK NO CH TR
5GHz WLAN (WiFi): alleen voor het gebruik binnenshuis.
aan de fundamentele vereisten en de overige toepasselijke bepalingen van de richtlijn 2014/53/EU. Een uitvoerige RED conformiteitsver­klaring vindt u op het internet onder www.bosch-home.com op de pro­ductpagina van uw apparaat bij de aanvullende documenten.
2,4 GHz band: 100 mW max. 5 GHz band: 100 mW max.
50
Page 51
Basisinstellingen nl

Basisinstellingen

Basisinstellingen
Basisinstellingen
U kunt uw apparaat instellen volgens uw behoeften.

Overzicht over de basisinstellingen

Hier vindt u een overzicht van de basisinstellingen van het apparaat.
Basisinstelling Programmapositie Waarde Beschrijving
Signaal 2 0 (uit)
1 (zacht) 2 (gemiddeld) 3 (luid) 4 (zeer luid)
Toetssignaal 3 0 (uit)
1 (zacht) 2 (gemiddeld) 3 (luid) 4 (zeer luid)
Herinnering trommel­reiniging
4 On (aan)
OFF (uit)
Het volume van het sig­naal na het program­ma-einde instellen.
Het volume van het sig­naal bij het kiezen van de buttons instellen.
De herinnering voor de trommelreiniging acti­veren of deactiveren.

Basisinstellingen wijzigen

1. De programmakiezer op stand 1
instellen.
51
Page 52
nl Reiniging en onderhoud
2. Druk op Centrifugesnelheiden
draai tegelijkertijd de programma­kiezer op stand 2.
a Het display geeft de actuele waar-
de aan.
3. De programmakiezer op de ge-
wenste positie instellen.
4. Druk op -/ + om de waarde te wij-
zigen.
5. Schakel het apparaat uit om de
wijziging op te slaan.

Reiniging en onderhoud

Reiniging en onderhoud
Reiniging en onderhoud
Reinig en onderhoud uw apparaat zorgvuldig om er voor te zorgen dat het lang goed blijft werken.

Tips voor onderhoud van het toestel

Houd om de werking van uw appa­raat langdurig te garanderen de tips voor het onderhoud van het apparaat aan.
De behuizing en het bedieningspaneel uit­sluitend met water en een vochtige doek af­nemen.
Verwijder direct alle wasmiddelresten, sproeinevelresten of achtergebleven res­tanten.
De deur van het appa­raat en de wasmiddel­lade na gebruik open laten.
De apparaatdelen blij­ven schoon en hygië­nisch.
Recente afzettingen kunnen makkelijker en zonder resten wor­den verwijderd.
Restwater kan dan verdampen, hetgeen de geurvorming in het apparaat vermindert.

Trommel reinigen

Wanneer u vaak met een wastempe­ratuur van 40°C en lager wast of het apparaat langere tijd niet heeft ge­bruikt, reinig dan de trommel.
VOORZICHTIG
Gevaar voor letsel!
Het permanent wassen op lage tem­peraturen en een ontbrekende be­luchting van het apparaat kunnen de trommel beschadigen en kunnen let­sels veroorzaken.
Regelmatig een programma voor de reiniging van de trommel uit­voeren of met temperaturen van minstens 60°C wassen.
Het apparaat na elk gebruik bij een geopende deur en wasmiddel­lade laten drogen.
Draai het programma Trom­melreinigen zonder wasgoed.
Gebruik een poederwasmiddel.
Schoonmaken van de was­middellade
Wanneer u van wasmiddel wisselt of de wasmiddellade vuil is, reinig dan de wasmiddellade en de pompeen­heid van het intelligente doseersys­teem.
AanwijzingNeem de informatie over het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
1. Het apparaat uitschakelen.
2. De wasmiddellade uittrekken.
3. Inzetstuk naar beneden drukken
en de wasmiddellade er uit nemen.
52
Page 53
Reiniging en onderhoud nl
4. De pompunit verwijderen.
5. Het deksel van de wasmiddellade
ontgrendelen en verwijderen.
6. De wasmiddellade legen.
7. LET OP! De pompeenheid bevat
elektrische componenten.
De pompunit niet in de vaatwasser reinigen of in water dompelen.
De elektrische aansluitingen aan de achterkant tegen vocht, was­middel- en wasverzachterresten beschermen.
De pompunit met een vochtige doek reinigen.
8. De wasmiddellade en het deksel
met een zachte, vochtige doek of handdouche reinigen.
53
Page 54
nl Reiniging en onderhoud
9. De wasmiddellade plaatsen, het
deksel en de pompeenheid afdro­gen en plaatsen.
10.De behuizing van de wasmiddella-
de in het apparaat reinigen.

Ontkalken

Wanneer u wasmiddel correct do­seert, hoeft u uw apparaat niet te ont­kalken. Als u toch ontkalkingsmiddel wilt gebruiken, neem dan de gebruik­sinstructies van de fabrikant in acht.
LET OP!
Door het gebruik van ongeschikte ontkalkingsmiddelen, zoals bijv. voor koffiezetapparaten, kan het apparaat beschadigen.
Gebruik voor dit apparaat slechts een ontkalkingsmiddel dat via de internetsite of de klantenservice van de fabrikant verkrijgbaar is.

Afvoerpomp reinigen

Reinig de afvoerpomp in geval van storingen, bijv. bij verstoppingen of geklapper.
Afvoerpomp legen AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
1. De kraan sluiten.
2. Het apparaat uitschakelen.
3. Stekker van het apparaat van het
stroomnet scheiden.
4. Open de serviceklep.
11.De wasmiddellade erin schuiven.
54
5. Verwijder de serviceklep.
Page 55
Reiniging en onderhoud nl
6. Plaats een opvangbak onder de
opening.
7. Neem de aftapslang uit de houder.
8.
VOORZICHTIG-Risico van
verbranding! Het sop wordt heet
bij het wassen met hoge tempera­turen.
Raak het hete sop niet aan. Trek het afsluitstopje los, om het
wassop in de opvangbak te laten stromen.
9. Druk het stopje er weer op.
10.De aftapslang in de houder klem-
men.
Afvoerpomp reinigen AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
Voorwaarde:"De afvoerpomp is leeg." →Pagina54
55
Page 56
nl Reiniging en onderhoud
90°
1
2
1. Omdat er nog restwater in de
pomp kan zitten, het deksel er voorzichtig uit draaien.
Door grote verontreinigingen
kan het filterelement in het pomphuis vastzitten. Verontreini­gingen losmaken en filterele­ment verwijderen.
2. Binnenruimte, schroefdraad van
het pompdeksel en pomphuis rei­nigen.
5. Draai het pompdeksel aan.
De greep van het pompdeksel moet verticaal staan.
6. De serviceklep plaatsen en vast-
klikken.
Het pompdeksel bestaat uit twee componenten die voor de reiniging kunnen worden gedemonteerd.
3. Verifieer dat de rotor van de pomp
makkelijk ronddraait.
4. Breng het pompdeksel aan.
Controleer of de componenten
van het pompdeksel correct ge­monteerd zijn.
56
7. De serviceklep sluiten.

Vóór de volgende keer wassen

Om te voorkomen dat bij de volgen­de wasbeurt wasmiddel ongebruikt in de afvoer stroomt, voert u het pro­gramma Afpompen uit, nadat u de pomp heeft geleegd.
Page 57
1. De kraan opendraaien.
2. Steek de stekker in het stopcon-
tact.
3. Schakel het apparaat in.
4. Doe een liter water in het comparti-
ment voor de handmatige dose­ring.
5. Start het programma Afpompen.

Waterafvoerslang op de sifon reinigen

Wanneer de waterafvoerslang op de sifon is verontreinigd of het sop niet wordt afgepompt, dan moet u deze reinigen.
1. Het apparaat uitschakelen.
2. Stekker van het apparaat van het
stroomnet scheiden.
3. De slangklem losmaken en de wa-
terafvoerslang er voorzichtig aftrek­ken.
Reiniging en onderhoud nl
5. De waterafvoerslang opsteken en
de aansluitklem met de slangklem borgen.
Er kan resterend water uitlopen.
4. De waterafvoerslang en de sifon-
aansluiting reinigen.
Zeef in de watertoevoer reini­gen.
Reinig de zeef in de watertoevoer in geval van verstoppingen of bij een te lage waterdruk.

Watertoevoerslang legen

Om de zeef te kunnen reinigen, leegt u eerst de watertoevoerslang.
1. De waterkraan sluiten.
2. Stel het programma Katoen in.
3. Het programma starten en ca. 70
seconden laten lopen.
4. Het apparaat uitschakelen.
5. Stekker van het apparaat van het
stroomnet scheiden.
57
Page 58
nl Reiniging en onderhoud
1
2
Zeef van de waterkraan reinigen AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
Voorwaarde:De watertoevoerslang is leeg.
1. De watertoevoerslang van de wa-
terkraan verwijderen.
2. De zeef met een kleine borstel rei-
nigen.
Zeef op het apparaat reinigen AanwijzingNeem de informatie over
het onderwerp "veiligheid" →Pagina4 en "materiële schade ver­mijden" →Pagina12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken.
Voorwaarde:De watertoevoerslang is leeg. →"Watertoevoerslang legen",
Pagina57
1. De slang aan de achterzijde van
het apparaat losmaken.
3. De watertoevoerslang aansluiten
en op lekdichtheid controleren.
58
2. De zeef met een tang er uit ne-
men.
Page 59
3. De zeef met een kleine borstel rei-
2
1
nigen.
4. Het filter weer plaatsen.
5. De slang aansluiten en op lekdicht-
heid controleren.
Reiniging en onderhoud nl
59
Page 60
nl Storingen verhelpen

Storingen verhelpen

Storingen verhelpen
Storingen verhelpen
Kleinere storingen aan het apparaat kunt u zelf verhelpen. Raadpleeg voordat u contact opneemt met de klantenservice de informatie over het verhelpen van storingen. Zo voorkomt u onnodige kosten.
WAARSCHUWING
Gevaar voor een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag reparaties aan het apparaat uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen worden gebruikt voor repa­ratie van het apparaat.
Als het netsnoer van dit apparaat beschadigd raakt, moet het ter vermijding van risico's worden vervangen door de fabrikant, de servicedienst of een an­dere gekwalificeerde persoon.

Foutcode / foutindicatie / signaal

Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Het display is gedoofd en Start/Bijvullen knippert.
De energiebesparingsmodus is actief.
"E:30 / -80" Afvoerbuis of wateraf-
voerslang is verstopt.
Afvoerbuis of wateraf­voerslang is geknikt of vast­geklemd.
Afvoerpomp is verstopt.
Waterafvoerslang is te hoog aangesloten.
Pompdeksel is niet correct in elkaar gezet.
"E:36 / -25 / -26" Afvoerpomp is verstopt.
Druk op een willekeurige button.
a Het display brandt weer.
Reinig de afvoerbuis en de wateraf­voerslang.
Zorg ervoor dat de afvoerbuis en de waterafvoerslang niet geknikt of in­geklemd zijn.
→"Afvoerpomp reinigen", Pagina54
Monteer de waterafvoerslang op maximaal 1 meter hoogte.
→"Technische gegevens", Pagina74
Zet het pompdeksel correct in el­kaar.
→"Afvoerpomp reinigen", Pagina54
60
Page 61
Storingen verhelpen nl
Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
"E:10 / -00 / -10 / -20" Pomp van het intelligente
doseersysteem is geblok­keerd.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Reinig de pompeenheid.
→"Schoonmaken van de wasmid­dellade", Pagina52
3. Als de indicatie opnieuw verschijnt,
schakel dan de service in.
→"Servicedienst", Pagina72
AanwijzingU kunt het wasprogram­ma starten als u het intelligente do­seersysteem deactiveert en handmatig doseert.
→"Toetsen", Pagina26
"E:60 / -2B" Het onbalansherkennings-
systeem heeft het centrifu­geren afgebroken wegens ongelijkmatige verdeling van het wasgoed.
Verdeel het wasgoed opnieuw in de trommel.
AanwijzingLeg zo mogelijk grote en kleine stukken wasgoed samen in de trommel. Wasgoed met verschillende grootte verdeelt zich beter bij het cen­trifugeren.
Waterdruk is laag. Geen oplossing mogelijk.
De zeven in de watertoevoer zijn verstopt.
Waterkraan is gesloten.
Watertoevoerslang is ge­knikt of ingeklemd.
"Reinig de zeven in de watertoe­voer" →Pagina57.
Open de waterkraan.
Zorg ervoor dat de watertoe­voerslang niet is geknikt of inge­klemd.
De wasmiddellade is niet tot
aan de aanslag dichtgescho-
Schuif de wasmiddellade tot de aanslag in het apparaat.
ven. Pompunit is niet geplaatst. 1. Plaats de pompunit in de wasmid-
dellade.
→"Schoonmaken van de wasmid­dellade", Pagina52
2. Schuif de wasmiddellade tot de
aanslag in het apparaat.
61
Page 62
nl Storingen verhelpen
Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Wasmiddeldosering is te
hoog.
Directe maatregel: meng een eetle­pel wasverzachter met 0,5 l water en giet dit mengsel in het comparti­ment voor handmatige dosering (niet bij outdoor-, sportswear- en donstextiel).
Wanneer de intelligente dosering geactiveerd is, reduceer dan de "ba­sisdoseerhoeveelheid" →Pagina44.
Reduceer, wanneer u handmatig doseert, bij de volgende wasbeurt met gelijke belading de hoeveel­heid wasmiddel.
Alle andere foutcodes. Storing
Neem contact op met de klanten­service.
→"Servicedienst", Pagina72

Functiestoringen

Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Apparaat werkt niet. Netstekker van de stroomka-
bel is niet ingestoken.
Zekering is defect.
Stroomvoorziening is uitge­vallen.
Programma start niet. Start/Bijvullen werd
niet ingedrukt. Deur is niet gesloten. 1. Sluit de deur.
Kinderbeveiliging is geacti­veerd.
-Klaarin+ is geactiveerd.
Wasgoed is ingeklemd tus­sen de deur.
Apparaat aansluiten op het elektri­citeitsnet.
Controleer de zekering in de meter­kast.
Controleer of de verlichting van de binnenruimte of andere apparaten functioneren.
Druk op Start/Bijvullen .
2. Om het programma te starten,
drukt u op Start/Bijvullen .
→"Kinderslot deactiveren", Pagina43
Controleer of -Klaarin+ is geacti­veerd.
→"Toetsen", Pagina26
1. Open de deur opnieuw.
2. Verwijder ingeklemd wasgoed.
3. Sluit de deur.
62
Page 63
Storingen verhelpen nl
Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Programma start niet. 4. Om het programma te starten,
drukt u op Start/Bijvullen .
De wasmiddellade is niet tot aan de aanslag dichtgescho-
Schuif de wasmiddellade tot de aanslag in het apparaat.
ven. Pomp van het intelligente
doseersysteem is geblok­keerd.
1. Schakel het apparaat uit.
2. Reinig de pompeenheid.
→"Schoonmaken van de wasmid­dellade", Pagina52
3. Als de indicatie opnieuw verschijnt,
schakel dan de service in.
→"Servicedienst", Pagina72
AanwijzingU kunt het wasprogram­ma starten als u het intelligente do­seersysteem deactiveert en handmatig doseert.
→"Toetsen", Pagina26
Deur kan niet worden geo­pend.
⁠ is geactiveerd.
Hervat het programma door Centri­fugeren of Afpompen te kiezen en op Start/Bijvullen te drukken.
→"Programma bij spoelstop her­vatten", Pagina42
Temperatuur is te hoog.
Wacht tot de temperatuur is ge­daald.
→"Progr. annuleren", Pagina42
Waterniveau is te hoog.
Stroomonderbreking.
Start het programma Afpompen.
Open de deur met de noodontgren­deling.
→"Noodontgrendeling", Pagina70
Waswater wordt niet wegge­pompt.
Afvoerbuis of wateraf­voerslang is verstopt.
Afvoerbuis of wateraf­voerslang is geknikt of vast­geklemd.
Afvoerpomp is verstopt.
Reinig de afvoerbuis en de wateraf­voerslang.
Zorg ervoor dat de afvoerbuis en de waterafvoerslang niet geknikt of in­geklemd zijn.
→"Afvoerpomp reinigen", Pagina54
63
Page 64
nl Storingen verhelpen
Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Waswater wordt niet wegge­pompt.
⁠ is geactiveerd.
Hervat het programma door Centri­fugeren of Afpompen te kiezen en op Start/Bijvullen te drukken.
→"Programma bij spoelstop her­vatten", Pagina42
Waterafvoerslang is te hoog aangesloten.
Monteer de waterafvoerslang op maximaal 1 meter hoogte.
→"Technische gegevens", Pagina74
Zet het pompdeksel correct in el­kaar.
Zet het pompdeksel correct in el­kaar.
Druk op Start/Bijvullen .
"Reinig de zeven in de watertoe­voer" →Pagina57.
Open de waterkraan.
Zorg ervoor dat de watertoe­voerslang niet is geknikt of inge-
Er stroom geen water in het apparaat. Het wasmiddel werd niet ingespoeld.
Pompdeksel is niet correct in elkaar gezet.
Pompdeksel is niet correct in elkaar gezet.
Start/Bijvullen werd niet ingedrukt.
De zeven in de watertoevoer zijn verstopt.
Waterkraan is gesloten.
Watertoevoerslang is ge­knikt of ingeklemd.
klemd.
Meermaals beginnen met centrifugeren.
Het onbalanscontrolesys­teem heft de onbalans op door het wasgoed meer­maals te verdelen.
Geen fout - geen handeling noodza­kelijk.
AanwijzingLeg bij het beladen zo mo­gelijk grote en kleine stukken wasgoed samen in de trommel. Wasgoed met verschillende grootte verdeelt zich be­ter bij het centrifugeren.
De programmaduur wijzigt tijdens de wascyclus.
Het programmaverloop wordt elektronisch geopti-
Geen fout - geen handeling noodza-
kelijk. maliseerd. Dat kan leiden tot wijzigingen in de program­maduur.
Het onbalanscontrolesys­teem heft de onbalans op door het wasgoed meer­maals te verdelen.
Geen fout - geen handeling noodza-
kelijk.
AanwijzingLeg bij het beladen zo mo­gelijk grote en kleine stukken wasgoed samen in de trommel. Wasgoed met verschillende grootte verdeelt zich be­ter bij het centrifugeren.
64
Page 65
Storingen verhelpen nl
Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
De programmaduur wijzigt tijdens de wascyclus.
Schuimcontrolesysteem voert bij te hoge schuimvor-
Geen fout - geen handeling noodza-
kelijk. ming een extra spoelbeurt toe.
Het water is in de trommel niet zichtbaar.
Trommel schokt na pro­grammastart.
Trillingen en beweging van het apparaat tijdens het cen­trifugeren.
Het water is onder het zicht­bare bereik.
Oorzaak is een interne mo­tortest.
Het apparaat is niet goed ho­rizontaal gesteld.
Apparaatvoeten zijn niet ge­fixeerd.
Transportbeveiligingen zijn
Geen fout - geen handeling noodza-
kelijk.
Geen fout - geen handeling noodza-
kelijk.
Stellen van het apparaat
Zet de apparaatvoeten vast. Stellen
van het apparaat
Transportbeveiligingen verwijderen niet verwijderd.
Trommel draait, er stroomt geen water in het apparaat.
Beladingsherkenning is ac­tief.
Geen fout, geen handeling noodza-
kelijk.
AanwijzingDe beladingsherkenning kan tot wel 2 minuten duren.
Sterke schuimvorming. Wasmiddeldosering is te
hoog.
Directe maatregel: meng een eetle-
pel wasverzachter met 0,5 l water
en giet dit mengsel in het comparti-
ment voor handmatige dosering
(niet bij outdoor-, sportswear- en
donstextiel).
Wanneer de intelligente dosering
geactiveerd is, reduceer dan de "ba-
sisdoseerhoeveelheid"
→Pagina44.
Reduceer, wanneer u handmatig
doseert, bij de volgende wasbeurt
met gelijke belading de hoeveel-
heid wasmiddel.
T1 i-DOST2 i-DOS kan niet worden ingedrukt
Intelligent doseren voor dit programma niet mogelijk.
Programmavoortgang laat
Geen fout - geen handeling noodza-
kelijk.
Geen oplossing mogelijk.
intelligent doseren niet toe.
65
Page 66
nl Storingen verhelpen

Geluiden

Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Bruisend, sissend geluid. Water wordt onder druk in
Geen fout - normaal bedrijfsgeluid. de wasmiddellade gespoeld.
Lang, brommend geluid voor aanvang van de was- of was­verzachtingscyclus.
Kort, zoemend geluid na het inschakelen van het appa-
Intelligent doseersysteem doseert wasmiddel of verzor­gingsmiddel.
Intelligent doseersysteem voert een functietest uit.
Geen fout - normaal bedrijfsgeluid.
Geen fout - normaal bedrijfsgeluid.
raat. Luid geluid tijdens het centri-
fugeren.
Het apparaat is niet goed ho­rizontaal gesteld.
Apparaatvoeten zijn niet ge­fixeerd.
Transportbeveiligingen zijn
Stellen van het apparaat
Zet de apparaatvoeten vast. Stellen
van het apparaat
Transportbeveiligingen verwijderen niet verwijderd.
Geklapper, gerammel in de pomp.
Slurpend, ritmisch zuigge­luid.
Er is een vreemd voorwerp in de pomp gekomen.
Pomp is actief, het sop wordt afgepompt.
→"Afvoerpomp reinigen",
Pagina54
Geen fout - normaal bedrijfsgeluid.

Probleem resultaat

Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Kreukvorming. Centrifugetoerental is te
hoog.
De beladingshoeveelheid is te hoog.
Voor de textielsoort is het verkeerde programma geko­zen.
Centrifugeresultaat is niet naar tevredenheid. Het was-
Laag centrifugetoerental is ingesteld.
goed is te nat / te vochtig.
Stel bij de volgende wasbeurt een
lager centrifugetoerental in.
Reduceer bij de volgende wasbeurt
de beladingshoeveelheid.
Kies een geschikt programma voor
de textielsoort.
→"Programma's", Pagina29
Stel bij de volgende wasbeurt een
hoger centrifugetoerental in.
Start het programma Centrifuge-
ren.
Het onbalansherkennings­systeem heeft het centrifu-
Verdeel het wasgoed opnieuw in de
trommel. geren afgebroken wegens ongelijkmatige verdeling van het wasgoed.
66
Page 67
Storingen verhelpen nl
Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Centrifugeresultaat is niet naar tevredenheid. Het was­goed is te nat / te vochtig.
AanwijzingLeg zo mogelijk grote en kleine stukken wasgoed samen in de trommel. Wasgoed met verschillende grootte verdeelt zich beter bij het cen­trifugeren.
Start het programma Centrifuge-
ren.
Resten wasmiddel op het vochtige wasgoed.
Wasmiddelen kunnen in wa­ter onoplosbare stoffen be-
Start het programma Spoelen.
vatten, welke zich op het wasgoed afzetten.
Ongeschikt wasmiddel in het doseerreservoir van het in­telligente doseersysteem ge­daan.
1. Controleer of het gebruikte wasmid-
del geschikt is.
→"Wasmiddel en wasverzorgings-
middel", Pagina38
2. Leeg de doseerreservoirs.
→"Schoonmaken van de wasmid-
dellade", Pagina52
3. Reinig de doseerreservoirs.
4. Vul de doseerreservoirs opnieuw.
→"Doseerbakje vullen", Pagina43
Basisdoseerhoeveelheid niet correct ingesteld.
Wanneer de intelligente dosering
geactiveerd is, reduceer dan de "ba-
sisdoseerhoeveelheid"
→Pagina44.
Wasmiddelresten op het dro­ge wasgoed.
Wasmiddelen kunnen in wa­ter onoplosbare stoffen be-
Borstel het wasgoed na het wassen
en drogen uit. vatten, welke zich op het wasgoed afzetten.
Ongeschikt wasmiddel in het doseerreservoir van het in­telligente doseersysteem ge­daan.
1. Controleer of het gebruikte wasmid-
del geschikt is.
→"Wasmiddel en wasverzorgings-
middel", Pagina38
2. Leeg de doseerreservoirs.
→"Schoonmaken van de wasmid-
dellade", Pagina52
3. Reinig de doseerreservoirs.
4. Vul de doseerreservoirs opnieuw.
→"Doseerbakje vullen", Pagina43
Basisdoseerhoeveelheid niet correct ingesteld.
Wanneer de intelligente dosering
geactiveerd is, reduceer dan de "ba-
sisdoseerhoeveelheid"
→Pagina44.
67
Page 68
nl Storingen verhelpen
Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Onvoldoende reinigende werking.
Basisdoseerhoeveelheid niet correct ingesteld.
Als de intelligente dosering geacti-
veerd is, stelt u de "basisdoseerhoe-
veelheid " →Pagina44correct in.
Wasmiddel of verzorgings­middel in doseerreservoirs van het intelligente doseer­systeem is ingedikt.
1. Controleer of het gebruikte wasmid-
del geschikt is.
→"Wasmiddel en wasverzorgings-
middel", Pagina38
2. Leeg de doseerreservoirs.
→"Schoonmaken van de wasmid-
dellade", Pagina52
3. Reinig de doseerreservoirs.
4. Vul de doseerreservoirs opnieuw.
→"Doseerbakje vullen", Pagina43
Ongeschikt wasmiddel in het doseerreservoir van het in­telligente doseersysteem ge­daan.
1. Controleer of het gebruikte wasmid-
del geschikt is.
→"Wasmiddel en wasverzorgings-
middel", Pagina38
2. Leeg de doseerreservoirs.
→"Schoonmaken van de wasmid-
dellade", Pagina52
3. Reinig de doseerreservoirs.
4. Vul de doseerreservoirs opnieuw.
→"Doseerbakje vullen", Pagina43

Home Connect probleem

Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Home Connect functioneert niet correct.
Geen verbinding met het thuisnetwerk.
68
Verschillende oorzaken zijn mogelijk.
Wi-Fi is uitgeschakeld.
Wi-Fi is geactiveerd, maar de verbinding met het thuisnet­werk kan niet gerealiseerd worden.
Ga naar www.home-connect.com.
→"WiFi op het apparaat activeren",
Pagina48
1. Verifieer dat het thuisnetwerk be-
schikbaar is.
2. Verbindt het apparaat opnieuw met
het thuisnetwerk.
→"Apparaat met WLAN-thuisnet-
werk (WiFi) met WPS-functie verbin-
den", Pagina45
→"Apparaat met WLAN-thuisnet-
werk (WiFi) zonder WPS-functie ver-
binden", Pagina46
Page 69
Storingen verhelpen nl

Ondichtheid

Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
Bij de watertoevoerslang lekt water.
Er lekt water bij de wateraf­voerslang.
De watertoevoerslang is niet correct / vast aangesloten.
Waterafvoerslang is bescha­digd.
Waterafvoerslang is niet cor­rect aangesloten.
1. Sluit de watertoevoerslang correct
aan. Watertoevoerslang aansluiten
2. Draai de koppeling goed aan.
Vervang de beschadigde wateraf-
voerslang.
Sluit de waterafvoerslang correct
aan. Aansluitsoorten waterafvoer

Geurtjes

Storing Oorzaak Verhelpen van storingen
In het apparaat is geurvor­ming opgetreden.
Vochtigheid en wasmiddel­resten kunnen de bacterie­groei stimuleren.
→"Trommel reinigen", Pagina52
Als u het apparaat niet gebruikt,
laat dan de deur en wasmiddellade
open zodat het restwater kan op-
drogen.
69
Page 70
nl Transporteren, opslaan en afvoeren

Noodontgrendeling

Om het wasgoed bijv. bij een stroom­storing uit het apparaat te halen, kunt u de deur handmatig ontgrendelen.
Deur ontgrendelen Voorwaarde:"De afvoerpomp is
leeg." →Pagina54
1. LET OP! Wegstromend water kan
tot materiële schade leiden.
Open de deur niet als er water achter het glas te zien is.
De noodontgrendeling met behulp van gereedschap naar onderen trekken en loslaten.
2. De
→"Watertoevoerslang legen", Pagina57.
3. Het apparaat uitschakelen.
4. De stekker van het apparaat uit het
stopcontact halen.
5. Resterend sop laten weglopen.
→"Afvoerpomp reinigen", Pagina54
6. De slangen demonteren.
7. De doseerreservoirs legen.
Transportbeveiligingen plaat­sen
Zeker het apparaat voor transport met de transportbeveiligingen om schade te vermijden.
1. Verwijder de 4 afdekkapjes.
Gebruik indien nodig een
schroevendraaier voor het ver­wijderen van de afdekkapjes.
a Het deurslot is ontgrendeld.
2. De serviceklep plaatsen en vast-
klikken.
3. De serviceklep sluiten.

Transporteren, opslaan en afvoeren

Transporteren, opslaan en afvoeren
Transporteren, opslaan en afvoeren
Hier krijgt u uitleg over de manier waarop u het apparaat voorbereidt voor transport en opslag. Daarnaast leggen we u uit hoe u oude appara­ten dient af te voeren.

Apparaat demonteren

1. De waterkraan sluiten.
70
Bewaar de afdekkapjes.
2. Plaats de 4 hulzen.
Page 71
3. Plaats alle bouten van de 4 trans-
portborgingen en draai deze iets aan.
4. Plaats de stroomkabel in de hou-
der en draai alle 4 de bouten van de transportborgingen met een steeksleutel SW13 vast ⁠.
Transporteren, opslaan en afvoeren nl

Apparaat opnieuw in gebruik nemen

1. De transportborgingen verwijderen.
2. Ca. 1 liter water in het comparti-
ment voor handmatige dosering in de wasmiddellade doen.
3. Start het programma Afpompen.
a Het wasmiddel stroomt dan bij de
eerstvolgende wasbeurt niet onge­bruikt in de afvoer.
Afvoeren van uw oude appa­raat
Door een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle grondstoffen op­nieuw worden gebruikt.
5. Plaats de slang in de houder.
WAARSCHUWING
Gezondheidsrisico!
Kinderen kunnen zich in het apparaat opsluiten en in levensgevaar gera­ken.
Het apparaat niet opstellen achter een deur die het openen van de apparaatdeur blokkeert of verhin­dert.
Bij afgedankte apparaten de stek­ker van het netsnoer uit het stop­contact halen, daarna het netsnoer doorknippen en het slot van de ap­paraatdeur dusdanig beschadigen, dat de apparaatdeur niet langer sluit.
71
Page 72
nl Servicedienst
1. De stekker van het netsnoer uit het
stopcontact trekken.
2. Het netsnoer doorknippen.
3. Het apparaat milieuvriendelijk af-
voeren.
Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de Euro­pese richtlijn 2012/19/EU be­treffende afgedankte elektri­sche en elektronische appara­tuur (waste electrical and elec­tronic equipment - WEEE). De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldige terug­neming en verwerking van oude apparaten.

Servicedienst

Servicedienst
Servicedienst
Als u vragen hebt over het gebruik, een storing aan het apparaat niet zelf kunt verhelpen of als het apparaat moet worden gerepareerd, neem dan contact op met onze servicedienst. Veel problemen kunt u via de infor­matie voor het verhelpen van storin­gen in deze gebruiksaanwijzing of op onze website zelf verhelpen. Als dit niet het geval is, neem dan contact op met onze servicedienst. We vinden altijd een passende oplos­sing en proberen onnodig bezoek van de servicetechnicus te vermijden. We zorgen ervoor dat het apparaat zowel binnen de garantieperiode als na het verstrijken van de fabrieksga­rantie met originele reserveonderde­len door geschoolde servicetechnici wordt gerepareerd. Om veiligheidsredenen mag alleen geschoold vakpersoneel reparaties aan het apparaat uitvoeren. De ga­rantieclaim vervalt indien reparaties of ingrepen worden uitgevoerd door personen die daartoe niet door ons zijn gemachtigd, dan wel indien onze
apparaten worden voorzien van ver­vangende onderdelen, aanvullende onderdelen of accessoires die geen originele onderdelen zijn en daardoor een defect wordt veroorzaakt. Originele vervangende onderdelen die relevant zijn voor de werking in overeenstemming met de desbetref­fende Ecodesign-verordening kunt u voor de duur van ten minste 10 jaar vanaf het moment van in de handel brengen van het apparaat binnen de Europese Economische Ruimte bij onze servicedienst verkrijgen.
AanwijzingHet inschakelen van de servicedienst in het kader van de fa­brieksgarantievoorwaarden is gratis.
Gedetailleerde informatie over de ga­rantieperiode en garantievoorwaar­den in uw land kunt u opvragen bij onze servicedienst, uw dealer of op onze website. Als u contact opneemt met de servi­cedienst, hebt u het productnummer (E-Nr.) en het productienummer (FD) van het apparaat nodig. De contactgegevens van de service­dienst vindt u in de meegeleverde servicedienstlijst of op onze website.

Productnummer (E-nr.) en productienummer (FD)

Het productnummer (E-Nr.) en het productienummer (FD) vindt u op het typeplaatje van het apparaat.
Het typeplaatje bevindt zich afhankelijk van het model:
¡ aan de binnenkant van de deur. ¡ aan de binnenkant van de onder-
houdsklep.
¡ aan de achterkant van het appa-
raat.
Om uw apparaatgegevens en de ser­vicedienst-telefoonnummers snel te­rug te kunnen vinden, kunt u de ge­gevens noteren.
72
Page 73
Verbruikswaarden nl

Verbruikswaarden

Verbruikswaarden
Verbruikswaarden
De volgende informatie wordt conform deEU-Ecodesign-verordening gegeven. De opgegeven waarden voor andere programma's als Eco40-60 zijn slechts richtwaarden en werden in aansluiting op de geldende norm EN60456 be­paald. De automatische doseringsfunctie werd voor dit doeleinde gedeacti­veerd. Aanwijzingen m.b.t. de vergelijkende test: deactiveer de automatische doseer­functie, tenzij deze functie het voorwerp is van de test.
Programma Bela-
ding (kg)
Eco40-60 Eco40-60 Eco40-60
2
2
2
9,0 3:47 1,050 65,0 39 1600 43 4,5 2:45 0,600 43,0 33 1587 43 2,5 2:45 0,340 36,0 26 1600 45
Program­maduur
1
(h:min)
Energie­verbruik (kWh/ cyclus)
1
Water­verbruik (l/ cyclus)
1
Maxima­le tempe­ratuur (°C) 5
1
min
Centrifu­getoe­rental (t/
1
min)
Rest­vocht­gehalte (%)
Katoen20°C 9,0 3:14 0,480 91,0 24 1600 46 Katoen40°C 9,0 3:40 1,380 91,0 44 1600 46 Katoen60°C 9,0 3:36 2,150 91,0 61 1600 46 Katoen40°C +
9,0 4:10 1,430 102,0 44 1600 46
Voorwas Kreukherstel-
4,0 2:29 0,780 58,0 43 1200 30
lend40°C Snel/Mix40°C 4,0 1:00 0,650 44,0 41 1600 52
⁠Wol30°C 2,0 0:41 0,200 40,0 25 800 25
1
De werkelijke waarden kunnen door de invloed van waterdruk, hardheid en inlaattemperatuur, omgevingstemperatuur, soort, hoeveelheid en vervuiling van het wasgoed, gebruikt reinigingsmid­del, schommelingen van de stroomvoorziening en geselecteerde bijkomende functies van de op­gegeven waarden afwijken.
2
Testprogramma conform de EU-Ecodesignverordening en de EU-energielabelverordening met koud water (15°C).
1

Technische gegevens

Technische gegevens
Technische gegevens
Cijfers en feiten over het apparaat vindt u hier.
Apparaathoogte 85,0cm Apparaatbreedte 60,0cm
1
Afhankelijk van de apparaatuitvoering
Apparaatdiepte 64,0cm Gewicht 73kg
1
Maximale belading 9kg netspanning 220 - 240V, 50Hz
Minimale installa-
10A
tiezekering
1
Afhankelijk van de apparaatuitvoering
73
Page 74
nl Technische gegevens
Nominaal vermogen 2300W Opgenomen vermo-
gen
¡ Uit-toestand:
0,10W
¡ Niet-uitgeschakel-
de toestand: 0,50W
¡ Duur van de net-
werkgebonden standby (WiFi): 5min
¡ Netwerkgebonden
standby (WiFi): 1,50W
Waterdruk ¡ Minimaal: 100kPa
(1bar)
¡ Maximaal:
1000kPa (10bar)
Lengte van de water-
150cm
toevoerslang Lengte van de water-
150cm
afvoerslang Lengte van de netaan-
160cm
sluitkabel Maximale afpomp-
100cm
hoogte
1
Afhankelijk van de apparaatuitvoering
Dit product bevat lichtbronnen van de energieklasse F De lichtbronnen zijn leverbaar als reserveonderdeel en mogen uitsluitend door een hiervoor getrainde monteur worden vervan­gen. Overige informatie over uw model vindt u op het internet onder https:// energylabel.bsh-group.com1. Dit we­badres bevat een link naar de officië­le EU-productdatabase EPREL, waar­van de URL ten tijde van het drukken nog niet was gepubliceerd. Volg dan de aanwijzingen bij het zoeken naar het model op. De modelidentificatie bestaat uit het teken voor de slash van het E-nummer (E-Nr.) op het ty-
peplaatje. Alternatief vindt u de mo­delidentificatie ook in de eerste regel van het EU-energielabel.
1
Geldt alleen voor landen in de Europese Economische Ruimte
74
Page 75
Page 76
Thank you for buying a Bosch Home Appliance!
Register your new device on MyBosch now and profit directly from:
• Expert tips & tricks for your appliance
• Warranty extension options
• Discounts for accessories & spare-parts
• Digital manual and all appliance data at hand
• Easy access to Bosch Home Appliances Service
Free and easy registration – also on mobile phones:
www.bosch-home.com/welcome
Looking for help? You'll find it here.
Expert advice for your Bosch home appliances, help with problems or a repair from Bosch experts. Find out everything about the many ways Bosch can support you:
www.bosch-home.com/service
Contact data of all countries are listed in the attached service direc­tory.
Robert Bosch Hausgeräte GmbH Carl-Wery-Straße 34 81739 München GERMANY www.bosch-home.com
*9001559665*
9001559665 (000604) nl
Loading...