Meer informatie over producten, accessoires, onderdelen en
diensten vindt u op het internet: www.bosch-home.com en in
de online-shop: www.bosch-eshop.com
3
Page 4
: Belangrijke veiligheidsvoorschriften
Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door. Alleen dan kunt u het toestel goed en
veilig bedienen. Bewaar de
gebruiksaanwijzing voor later gebruik of om
door te geven aan een volgende eigenaar.
Controleer het apparaat na het uitpakken.
Niet aansluiten in geval van
transportschade.
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
apparaten zonder stekker aansluiten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting
maakt u geen aanspraak op garantie.
Dit apparaat is alleen bestemd voor
huishoudelijk gebruik en de huiselijke
omgeving. Gebruik het uitsluitend voor het
bereiden van gerechten en drank. Zorg
ervoor dat het apparaat onder toezicht
gebruikt wordt. Het toestel alleen gebruiken
in gesloten ruimtes.
Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op
hoogten van maximaal 2.000 meter boven
zeeniveau.
Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik
met een externe tijdschakelklok of een
afstandbediening.
Dek de kookplaat niet af. Dit kan leiden tot
ongevallen, bijv. door oververhitting,
ontbranding of ontploffend materiaal.
Gebruik geen ongeschikte
beveiligingsapparaten of tralies voor de
bescherming van kinderen. Dit kan leiden
tot ongevallen.
Dit toestel kan worden gebruikt door
kinderen vanaf 8 jaar en door personen met
beperkte fysieke, sensorische of geestelijke
vermogens of personen die gebrek aan
kennis of ervaring hebben, wanneer zij
onder toezicht staan van een persoon die
verantwoordelijk is voor hun veiligheid of
geleerd hebben het op een veilige manier
te gebruiken en zich bewust zijn van de
risico's die het gebruik van het toestel met
zich meebrengt.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. Reiniging en onderhoud van het
toestel mogen niet worden uitgevoerd door
kinderen, tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en
onder toezicht staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan
8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of
de aansluitkabel.
Toebehoren altijd op de juiste manier in de
binnenruimte plaatsen. Zie beschrijving toebehoren in de gebruiksaanwijzing.
Risico van brand!
■
Brandbare voorwerpen die in de
binnenruimte worden bewaard kunnen
vlam vatten. Bewaar geen brandbare
voorwerpen in de binnenruimte. Open
nooit de deur wanneer er sprake is van
rookontwikkeling in het apparaat. Het
toestel uitschakelen en de stekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen.
Risico van brand!
■
Wanneer de apparaatdeur geopend wordt,
ontstaat er een luchtstroom. Het
bakpapier kan dan de
verwarmingselementen raken en vlam
vatten. Tijdens het voorverwarmen mag er
nooit bakpapier los op de toebehoren
liggen. Verzwaar het bakpapier altijd met
een vorm. Bakpapier alleen op het
benodigde oppervlak leggen. Het
bakpapier mag niet uitsteken over de
toebehoren.
Risico van brand!
■
Hete olie en heet vet vatten snel vlam.
Hete olie en heet vet nooit gebruiken
zonder toezicht. Vuur nooit blussen met
water. Schakel de kookzone uit. Vlammen
voorzichtig met een deksel, smoordeksel
of iets dergelijks verstikken.
Risico van brand!
■
De kookzones worden erg heet. Nooit
brandbare voorwerpen op de kookplaat
leggen. Geen voorwerpen op de
kookplaat leggen.
Risico van brand!
■
De kookplaat schakelt vanzelf uit en kan
niet meer worden bediend. Hij kan later
per ongeluk worden ingeschakeld.
Zekering in de meterkast uitschakelen.
Contact opnemen met de klantenservice.
Brandgevaar!
■
Het apparaat wordt erg heet, brandbare
materialen kunnen snel vlam vatten.
Bewaar of gebruik geen brandbare
voorwerpen ( bijv. spuitbussen,
reinigingsmiddelen) onder of in de
nabijheid van de oven. Bewaar geen
brandbare voorwerpen in of op de oven.
Risico van brand!
■
Het oppervlak van de schuiflade kan erg
heet worden. Bewaar alleen
oventoebehoren in de schuiflade.
Ontvlambare en brandbare voorwerpen
mogen niet in de ovenlade worden
opgeborgen.
4
Page 5
Risico van verbranding!
■
Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete
vlakken in de binnenruimte of
verwarmingselementen aanraken. Het
apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
■
Toebehoren of vormen worden zeer heet.
Neem hete toebehoren en vormen altijd
met behulp van een pannenlap uit de
binnenruimte.
Risico van verbranding!
■
Alcoholdampen kunnen in de
binnenruimte vlam vatten. Nooit gerechten
klaarmaken die een hoog percentage
alcohol bevatten. Alleen kleine
hoeveelheden drank met een hoog
alcoholpercentage gebruiken. De deur
van het toestel voorzichtig openen.
Verbrandingsgevaar!
■
Tijdens het gebruikt worden de
oppervlakken van het apparaat heet. De
hete oppervlakken niet aanraken. Houd
kinderen uit de buurt van het toestel.
Risico van verbranding!
■
De kookzones en met name een
eventueel aanwezige kookplaatomlijsting
worden zeer heet. Raak de hete
oppervlakken nooit aan. Zorg ervoor dat
er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
■
De kookzone warmt op, maar de indicatie
functioneert niet Zekering in de meterkast
uitschakelen. Contact opnemen met de
klantenservice.
Risico van verbranding!
■
Voorwerpen van metaal worden zeer snel
heet op de kookplaat. Leg nooit
voorwerpen van metaal, zoals messen,
vorken, lepels of deksels, op de
kookplaat.
Risico van verbranding!
■
Na elk gebruik de kookzone met de
bedieningsknop uitschakelen. Wacht niet
tot de kookzone automatisch uitgaat,
omdat er geen kook- of bakgerei meer op
staat.
Risico van verbranding!
■
Door overgelopen etenswaar of
voorwerpen die op de kookplaat zijn
gelegd kan de herkenning van de pan
worden uitgeschakeld. Na gebruik de
kookplaat altijd met de hoofdschakelaar
uitschakelen.
Verbrandingsgevaar!
■
Het apparaat wordt heet tijdens de
bereiding. Laat het voor de reiniging
afkoelen.
onderdelen nooit aanraken. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Risico van verbranding!
■
Bij het openen van de apparaatdeur kan
hete stoom vrijkomen. De deur van het
toestel voorzichtig openen. Zorg ervoor
dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Kans op verbrandingen!
■
Door water in de hete binnnruimte kan
hete waterdamp ontstaan. Nooit water in
de hete binnenruimte gieten.
Risico van letsel!
■
Wanneer er krassen op het glas van de
apparaatdeur zitten, kan dit springen.
Geen schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Risico van letsel!
■
Het gebruik van ongeschikte wokpannen
kan tot ongelukken leiden. Gebruik alleen
de wokpan die als extra accessoire
verkrijgbaar is bij de fabrikant.
Risico van letsel!
■
Bij de bereiding au-bain-marie kunnen de
kookplaat en kookvorm barsten door
oververhitting. De au-bain-marie kookvorm
mag niet in direct contact komen met de
bodem van de pan die met water is
gevuld. Gebruik alleen hittebestendige
vormen.
Risico van letsel!
■
Wanneer er vloeistof zit tussen de bodem
van de pan en de kookzone kunnen
kookpannen plotseling in de hoogte
springen. Zorg ervoor dat de kookzone en
de bodem van de pan altijd droog zijn.
Risico van letsel!
■
Wordt het toestel onbevestigd op een
sokkel geplaatst, dan kan het hiervan
afglijden. Het toestel moet goed aan de
sokkel worden bevestigd.
Kantelgevaar!
Waarschuwing: Om te voorkomen dat het
apparaat kantelt, moet een
kantelbeveiliging worden gemonteerd. Lees
de montage-instructies door.
Kans op verbranding!
■
Tijdens het gebruik worden de
toegankelijke onderdelen heet. De hete
Kans op een elektrische schok!
■
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Reparaties en de vervanging van
beschadigde aansluitleidingen mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door
5
Page 6
technici die zijn geïnstrueerd door de
klantenservice. Is het apparaat defect,
haal dan de stekker uit het stopcontact of
schakel de zekering in de meterkast uit.
Contact opnemen met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
■
De kabelisolatie van hete
toestelonderdelen kan smelten. Zorg
ervoor dat er nooit aansluitkabels van
elektrische toestellen in contact komen
met hete onderdelen van het apparaat.
Kans op een elektrische schok!
■
Binnendringend vocht kan een schok
veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of
stoomreiniger gebruiken.
Kans op een elektrische schok!
■
Bij vervanging van de lamp in de
binnenruimte staan de contacten van de
lampfitting onder stroom. Trek voordat u
tot vervanging overgaat de netstekker uit
het stopcontact trekken of schakel de
zekering in de meterkast uit.
Kans op een elektrische schok!
■
Een defect toestel kan een schok
veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het
stopcontact halen of de zekering in de
meterkast uitschakelen. Contact opnemen
met de klantenservice.
Kans op een elektrische schok!
■
Scheuren of barsten in het glaskeramiek
kunnen schokken veroorzaken. Zekering
in de meterkast uitschakelen. Contact
opnemen met de klantenservice.
Gevaar door elektromagnetische storing!
Het inductiekookveld kan
elektromagnetische storingen veroorzaken.
Elektronische implantaten of apparaten,
zoals pacemakers, insulinepompen of
gehoorapparaten, kunnen nadelig worden
beïnvloed. Dragers van elektronische
implantaten of apparaten mogen niet in de
buurt komen van het inductiekookveld.
Oorzaken van schade
Kookplaat
Attentie!
■ Door ruwe bodems van pannen ontstaan krassen op het
glaskeramiek.
■ U dient te voorkomen dat pannen leeg koken. Hierdoor kan
schade ontstaan.
■ Nooit hete pannen op het bedieningspaneel, het
indicatiegebied of de omlijsting zetten. Hierdoor kan schade
ontstaan.
SchadeOorzaakMaatregel
VlekkenOvergelopen etenswaarVerwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper.
Ongeschikte reinigingsmiddelenGebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor glaskeramiek.
KrassenZout, suiker en zandGebruik de kookplaat niet als plaats om iets neer te zetten of als werkvlak.
Door ruwe bodems van pannen ontstaan krassen op het glaskeramiek.
VerkleuringenOngeschikte reinigingsmiddelenGebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor glaskeramiek.
Slijtage van pannen (bijv. aluminium) Til de pannen tijdens het verplaatsen op.
Defecten aan het
oppervlak
Suiker, zeer suikerhoudende gerechten
Controleer uw kook- en bakgerei.
Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper.
■ Wanneer er harde en puntige voorwerpen op de kookplaat
vallen, kan deze beschadigd raken.
■ Aluminiumfolie of kook- of bakgerei van kunststof smelten op
de hete kookzones. Bakpapier is niet geschikt voor uw
kookplaat.
Overzicht
In de volgende tabel vindt u de meest voorkomende schade:
6
Page 7
Schade aan de oven
Attentie!
■ Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de bodem van de
binnenruimte: Geen toebehoren op de bodem van de
binnenruimte leggen. Geen bakpapier of folie, van welk type
dan ook, op de bodem van de binnenruimte leggen. Geen
vorm op de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer
een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is. Er
ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De bak- en
braadtijden kloppen niet meer en het email wordt
beschadigd.
■ Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de hete
binnenruimte gieten. Er ontstaat dan waterdamp. Door de
verandering van temperatuur kan schade aan het email
ontstaan.
■ Vochtige levensmiddelen: Geen vochtige levensmiddelen
langere tijd in de afgesloten binnenruimte bewaren. Het email
raakt dan beschadigd.
■ Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig vruchtengebak niet
te overvloedig bedekken. Vruchtensap dat van de bakplaat
druppelt, laat vlekken achter die niet meer kunnen worden
verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere braadslede.
■ Afkoelen met open apparaatdeur: De binnenruimte alleen
laten afkoelen wanneer deze afgesloten is. Ook wanneer de
deur slechts op een kier openstaat, kan de voorzijde van
aangrenzende meubels op den duur worden beschadigd.
■ Sterk vervuilde deurdichting: is de deurdichting sterk vervuild,
dan sluit de apparaatdeur tijdens het gebruik niet meer goed.
De voorzijde van aangrenzende meubels kan worden
beschadigd.Zorg ervoor dat de deurdichting altijd schoon is.
■ Apparaatdeur als vlak om op iets op te leggen of te plaatsen:
niets op de apparaatdeur leggen of plaatsen en er niets aan
hangen. Geen vormen of toebehoren op de apparaatdeur
plaatsen.
■ Toebehoren inschuiven: afhankelijk van het type toestel
kunnen de toebehoren krassen geven op de deur.
Toebehoren altijd tot de aanslag in de binnenruimte schuiven.
■ Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de deurgreep
vasthouden of dragen. De deurgreep houdt op den duur het
gewicht van het apparaat niet en kan afbreken.
Schade aan de schuiflade
Attentie!
Leg geen hete voorwerpen in de schuiflade. Deze kan
beschadigd raken.
Opstellen en aansluiten
Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting dient uitgevoerd te worden door een
daartoe bevoegd vakman. De voorschriften van de
verantwoordelijke elektriciteitsmaatschappij dienen te worden
nageleefd.
Wanneer het toestel verkeerd wordt aangesloten, heeft u geen
recht op garantie.
Voor de installateur
■ De installatie dient te beschikken over een schakelaar met
een contactopening van minstens 3 mm. Bij aansluiting met
een stekker is dit niet noodzakelijk wanneer de stekker voor
de gebruiker toegankelijk is.
■ Elektrische veiligheid: het fornuis is een apparaat van
veiligheidsklasse I en mag alleen met een geaarde
aansluiting worden gebruikt.
■ Voor de aansluiting van het apparaat dient een kabel van het
type H 05 VV-F of gelijkwaardig te worden gebruikt.
■ Apparaten die voorzien zijn van een stekker mogen alleen op
volgens voorschrift geïnstalleerde stopcontacten, beveiligd
met een zekering van max. 25 A, 3x4 mm², worden
aangesloten.
Fornuis met de waterpas horizontaal plaatsen
Zet het fornuis direct op de vloer.
1. Ovenlade eruit trekken en er naar boven uittillen.
Aan de onderkant bevinden zich binnenin voor en achter
stelvoeten.
2. De stelvoeten zo nodig met een zeskantsleutel omhoog of
omlaag draaien, tot het fornuis waterpas staat (Afbeelding A).
3. Ovenlade weer inschuiven (Afbeelding B).
%$
Bevestiging aan de wand
Om te voorkomen dat het fornuis kantelt, dient u het met de
meegeleverde haak aan de wand te bevestigen. Neem het
montagevoorschrift voor bevestiging aan de wand in acht.
7
Page 8
Uw nieuwe fornuis
Hier maakt u kennis met uw nieuwe fornuis. Wij leggen u de
werking van het bedieningspaneel, de kookplaat en de
Algemeen
De uitvoering hangt van het type apparaat af.
Toelichting
1Kookplaat**
2Bedieningspaneel**
3Koelventilator
4Ovendeur**
5*Ovenlade**
* Optioneel (beschikbaar voor enekele apparaten)
** Al naargelang het apparaattype zijn detailafwijkingen moge-
lijk.
afzonderlijke bedieningselementen uit. U krijgt informatie over
de binnenruimte en de toebehoren.
Kookplaat
Hier krijgt u een overzicht van het bedieningspaneel. De
uitvoering hangt van het type apparaat af.
,(&
: :
: :
: :
8
Page 9
Het bedieningspaneel
Bedieningsvlakken
#
$
A/@
G
boost
0
D
Indicatoren
‹
‚-Š
Kookzone
Enkelvoudige kookzoneGebruik een pan met de geschikte maat.
$
Gebruik enkel pannen die geschikt zijn om te koken op inductie, zie hoofdstuk “Geschikte pannen".
Restwarmte-indicator
De kookplaat beschikt over een restwarmte-indicator in elke
kookzone, die aanduidt welke nog warm zijn. Raak kookzones
met die indicatie niet aan.
Hoofdschakelaar
De kookzone selecteren
Instellingen selecteren
Functie Powerboost
Timerfunctie
Kinderslot
Operationaliteit
Vermogensstanden
Indicatoren
›
•/œ
‹‹
Bedieningsvlakken
Bij het aanraken van een symbool wordt de overeenkomstige
functie geactiveerd.
Aanwijzing: Zorg ervoor dat de bedieningsvlakken altijd droog
zijn. Vocht heeft een negatieve invloed op de werking.
De kookzones
Ook als de plaat uitgeschakeld is, blijft de indicator
branden zolang de kookzone warm is.
Als de pan van de plaat genomen wordt voordat de kookzone
uitgeschakeld is, verschijnen afwisselend de indicator
de geselecteerde vermogensstand.
Functie Powerboost
Restwarmte
Timerfunctie
œ of •,
œ o • en
Bedieningspaneel
Al naargelang apparaattype zijn detailafwijkingen mogelijk.
Functieknop
De functieknop dient ertoe om het verhittingstype te kiezen.
StandGebruik
NulstandDe oven is uitgeschakeld.
Û
Hete lucht 3D*Voor taarten en banket. Het is
<
Boven- en onder-
%
warmte*
* Verhittingstype waarmee de energie-efficiëntieklasse wordt
bepaald volgens EN60350.
mogelijk om op drie niveaus te
bakken. Een turbine, die zich in de
achterwand van de oven bevindt,
verdeelt de warmte gelijkmatig
over de oven.
Voor taarten, gegratineerde
gerechten en mager braadvlees,
bv. kalfsvlees of wild, op een
niveau. De warmte is afkomstig
van de bovenste en onderste
weerstand.
StandGebruik
PizzafunctieSnelle bereiding van diepvries-
6
HeteluchtgrillBraden van stukken vlees, gevo-
7
Grill, groot oppervlak Op de grill braden van biefstuk-
(
Grill, klein oppervlak Op de grill braden van kleine bief-
*
* Verhittingstype waarmee de energie-efficiëntieklasse wordt
bepaald volgens EN60350.
voedsel zonder voorverwarmen,
bv. pizza, frites of bladerdeeggebak. De warmte is afkomstig van
de onderste weerstand en van de
turbine die zich in de achterwand
bevindt.
gelte en vis. De grillweerstand en
de ventilator worden afwisselend
in- en uitgeschakeld. De turbine
zorgt ervoor dat de door de grill
afgegeven warmte rond het voedsel circuleert.
ken, worstjes, toast en vis. Het
hele oppervlak onder de grillweerstand wordt verwarmd.
stukken, worstjes, toast en vis. Het
middengedeelte van de grillweerstand wordt verwarmd.
9
Page 10
StandGebruik
OnderwarmteKonfijten, bakken en gratineren.
$
OntdooienOntdooien, bv. vlees, gevogelte,
B
LampjeHet ovenlampje aandoen.
^
* Verhittingstype waarmee de energie-efficiëntieklasse wordt
bepaald volgens EN60350.
Als er een verhittingstype wordt geselecteerd gaat het
ovenlampje aan.
Temperatuurkeuzeknop
Met de temperatuurkeuzeknop kunt u de temperatuur en de
grillstand instellen.
StandenFunctie
ÿ
50-270Temperatuurbe-
1, 2, 3Grillstanden
Terwijl de oven opwarmt, brandt het temperatuursymbool
het display. Als het opwarmen wordt onderbroken, gaat het
symbool uit. Bij sommige instellingen brandt het niet.
Toetsen en indicatie
Met de toetsen stelt u verschillende extra functies in. Op het
display kunt u de ingestelde waarden aflezen.
NulstandOven niet heet.
reik
De warmte is afkomstig van de
onderste weerstand.
brood en taarten. De turbine laat
de hete lucht rond het voedsel circuleren.
Temperatuurinstellingen in °C.
Grillstanden voor de grill, klein
en groot
Stand 1 = zwak
Stand 2 = gemiddeld
Stand 3 = sterk
( oppervlak.
p in
*
ToetsGebruik
Snel voorverwarmen De oven bijzonder snel voorver-
c
Tijdfuncties
0
KinderslotOvenfuncties blokkeren en deblok-
D
Min
A
Plus
@
Aan de haakjes [ ] om het betreffende symbool ziet u welke
tijdfunctie in het display op de voorgrond staat. Uitzondering: bij
de tijd is het symbool 0 alleen verlicht wanneer u wijzigingen
invoert.
Toetsen
Onder de afzonderlijke toetsen bevinden zich sensoren. U hoeft
niet hard te drukken. Raak alleen het betreffende symbool aan.
warmen
Kookwekker
Eindtijd
keren.
Instelwaarden verlagen.
Instelwaarden verhogen.
U, Tijdsduur r,
p en Tijd 0 kiezen.
Binnenruimte
In de binnenruimte bevindt zich de ovenlamp. Een
koelventilator beschermt de oven tegen oververhitting.
Ovenlamp
Tijdens het gebruik brandt de ovenlamp in de binnenruimte.
Met de stand
inschakelen zonder verwarming.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld. De
warme lucht ontsnapt via de deur. Let op! De ventilatiesleuven
niet afdekken. Anders raakt de oven oververhit.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de
binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
^ van de functiekeuzeknop kunt u de lamp
De toebehoren
De meegeleverde toebehoren zijn geschikt voor vele
gerechten. Let erop dat u de toebehoren altijd op de juiste
manier in de binnenruimte plaatst.
Het grote assortiment speciale toebehoren zorgt ervoor dat
vele van uw gerechten nog beter lukken en u de oven nog
comfortabler kunt gebruiken.
Toebehoren plaatsen
U kunt de toebehoren op 5 verschillende hoogtes in de
binnenruimte plaatsen. Altijd tot de aanslag inschuiven, zodat
de toebehoren de deurruit niet raken.
De toebehoren kunnen tot ongeveer halverwege naar buiten
worden getrokken, tot ze inklikken. Zo kunnen de gerechten
gemakkelijk uit de oven worden genomen.
Zorg ervoor dat de toebehoren met de welving naar achteren in
de binnenruimte worden geplaatst. Alleen zo klikken ze in.
Aanwijzing: Wanneer de toebehoren heet worden, kunnen ze
vervormen. De vervorming verdwijnt weer nadat ze zijn
afgekoeld. Dit heeft geen invloed op de werking ervan.
10
Page 11
Toebehoren kunt u nabestellen bij de klantenservice, in de
vakhandel of via Internet. Geef hiervoor alstublieft het
HEZnummer op.
Rooster
Voor servies, taart- en cakevormen,
braadstukken, grillstukken en diepvriesgerechten.
Het rooster met de open kant naar
de ovendeur en de welving naar
beneden
Braadslede
Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken. Hij kan ook worden gebruikt
om het vet op te vangen, als u
direct op het rooster grilt.
Plaats de braadslede met de
schuine kant naar de ovendeur.
Extra toebehorenHEZ nummerGebruik
RoosterHEZ334000Voor servies, taart- en cakevormen, braadstukken, grillstukken
Emaillen bakplaatHEZ331003Voor gebak en koekjes.
BraadsledeHEZ332003Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote
InzetroosterHEZ324000Voor braadstukken. Plaats het rooster altijd in de braadslede.
GrillplaatHEZ325000Om te grillen in plaats van het rooster of als bescherming
PizzaplaatHEZ317000Ideaal voor pizza's, diepvriesproducten of grote ronde taarten.
BaksteenHEZ327000De baksteen is met name geschikt voor het bakken van brood,
Emaillen bakplaat met antiaanbaklaagHEZ331011Gebak en koekjes kunnen gemakkelijker van de bakplaat wor-
Braadslede met antiaanbaklaagHEZ332011Vochtige taart, gebak, diepvriesgerechten en grote stukken
Braadpan met inzetroosterHEZ333003Bijzonder geschikt voor het klaarmaken van grote hoeveelhe-
Deksel voor de braadpanHEZ333001Het deksel maakt er een echte braadpan van.
Glazen braadpanHEZ915001De glazen braadpan is geschikt voor stoofgerechten en oven-
Telescooprails
2-voudigHEZ338250Met de uitschuifbare rails op hoogte 2 en 3 kunt u de toebeho-
¾ inschuiven.
Extra toebehoren
Extra toebehoren kunt u kopen bij de klantenservice of in
speciaalzaken. Een omvangrijk aanbod voor uw oven vindt u in
onze prospectussen of op het internet. De beschikbaarheid en
de online-bestelmogelijkheid van extra toebehoren varieert in
de verschillende landen, zie hiervoor de verkoopdocumentatie.
Niet elk accessoire van de extra toebehoren past bij elk
apparaat. Geef bij de aankoop alstublieft de precieze
aanduiding (E-nr.) van uw toestel aan.
en diepvriesgerechten.
Schuif de bakplaat met de schuine kant naar de ovendeur in
de oven.
braadstukken. Hij kan ook worden gebruikt om het vet op te
vangen, als u direct op het rooster grilt.
Schuif de braadslede met de schuine kant naar de ovendeur in
de oven.
Afdruipend vet en vleessap worden opgevangen.
tegen spetters, zodat de oven niet al te vuil wordt. De grillplaat
alleen gebruiken in de braadslede.
Grillen op de grillplaat: alleen gebruiken op de inschuifhoogtes
1, 2 en 3.
Grillplaat als bescherming tegen spetters: braadslede met grillplaat inschuiven onder het rooster.
In plaats van de braadslede kunt u ook de pizzaplaat gebruiken. Zet de plaat op het rooster en houd u aan de informatie in
de tabellen.
broodjes en pizza's die een knapperige bodem moeten hebben. De baksteen moet altijd op de aanbevolen temperatuur
worden voorverwarmd.
den losgemaakt. Schuif de bakplaat met de schuine kant naar
de ovendeur in de oven.
vlees laten gemakkelijker los van de braadslede. Braadslede
met de schuine kant naar de ovendeur in de oven schuiven.
den.
schotels die u klaarmaakt in de oven. Hij is bijzonder geschikt
voor de automatische programma's of de braadautomaat.
ren verder naar buiten trekken, zonder dat ze omkiepen.
11
Page 12
Extra toebehorenHEZ nummerGebruik
3-voudigHEZ338352Met de telescooprails op hoogte 1, 2 en 3 kunt u de toebeho-
3-voudige volledige uitschuifvoorzieningHEZ338356Met de uitschuifbare rails op hoogte 1, 2 en 3 kunt u de toebe-
3-voudige volledige uitschuifvoorziening met
stopfunctie
Zelfreinigende zijwanden
Apparaten met één ovenlampHEZ339020Om ervoor te zorgen dat de binnenruimte tijdens het gebruik
WasemfilterHEZ329000Deze kunt u achteraf aanbrengen in de oven. De wasemfilter
SysteemstoomapparaatHEZ24D300Voor het gezond klaarmaken van groente en vis.
HEZ338357Met de uitschuifbare rails op hoogte 1, 2 en 3 kunt u de toebe-
ren verder naar buiten trekken, zonder dat ze omkiepen.
De 3-voudige uitschuifvoorziening is niet geschikt voor apparaten met draaispit.
horen helemaal naar buiten trekken, zonder dat ze omkiepen.
De 3-voudige volledige uitschuifvoorziening is niet geschikt
voor apparaten met draaispit.
horen helemaal naar buiten trekken, zonder dat ze omkiepen.
De uitschuifrails klikken in, zodat de toebehoren er gemakkelijk
op kunnen worden gelegd.
De 3-voudige volledige uitschuifvoorziening met stopfunctie is
niet geschikt voor apparaten met draaispit.
vanzelf wordt gereinigd, kunt u achteraf zijwanden aanbrengen.
filtert de vetdeeltjes uit de afvoerlucht en beperkt de geuren.
Alleen voor apparaten met een 6, 7 of 8 als tweede cijfer van
het E-nr. (bijv. B. HBA3
8B750)
Klantenserviceartikelen
Voor uw huishoudelijke apparaten kunt u bij de klantenservice,
in de vakhandel of via het Internet voor afzonderlijke landen in
Schoonmaakdoekjes voor roestvrijstalen
oppervlakken
OvengrillreinigergelArtikel-nr. 463582Voor het reinigen van de binnenruimte. De gel is reukloos.
Microvezeldoek met honingraatstructuurArtikelnr. 460770Bijzonder geschikt voor het schoonmaken van gevoelige
DeurbeveiligingArtikel-nr. 612594Om te voorkomen dat kinderen de ovendeur openen. De
Artikelnr. 311134Het afzetten van vuil wordt tegengegaan. Door de impregnatie
de e-shop de juiste onderhouds en reinigingsmiddelen of
andere toebehoren kopen. Geef hiervoor het betreffende
artikelnummer op.
met een speciale olie worden de oppervlakken van roestvrijstalen apparaten optimaal schoongemaakt.
oppervlakken, zoals bijv. glas, glaskeramiek, roestvrij staal of
aluminium. Het microvezeldoekje verwijdert in één keer vochtig en vethoudend vuil.
beveiliging wordt vastgeschroefd op een manier die afhangt
van de apparaatdeur. Neem de aanwijzingen in het bijlageblad
bij de deurbeveiliging in acht.
Voor het eerste gebruik
Hier vindt u alles wat u moet doen voordat u voor het eerst
gerechten klaarmaakt met de oven. Lees eerst het hoofdstuk
Veiligheidsvoorschriften.
Tijd instellen
Na de aansluiting knipperen op het display het symbool 0 en
vier nullen. Stel de tijd in.
1. De toets 0 indrukken.
Op het display verschijnt de tijd 12:00. De tijdsymbolen zijn
verlicht, de haakjes staan om
2. Met de toets @ of A de tijd instellen.
Na enkele seconden wordt de ingestelde tijd overgenomen.
0.
De oven opwarmen
Om de geur van het nieuwe te verwijderen, warmt u de lege,
gesloten oven op. Ideaal hiervoor is een uur bij Boven- en
onderwarmte
verpakkingsresten in de binnenruimte bevinden.
Ventileer de keuken zolang de oven opwarmt.
1. Met de functiekeuzeknop Boven- en onderwarmte %
instellen.
2. Met de temperatuurkeuzeknop 240 °C instellen.
Na een uur de oven uitschakelen. Hiervoor de
functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
% op 240 °C. Let erop dat zich geen
Toebehoren reinigen
Reinig de toebehoren voor het eerste gebruik grondig met
warm zeepsop en een zacht schoonmaakdoekje.
12
Page 13
Koken op Inductie
Voordelen van het Koken op Inductie
Koken op Inductie betekent een radicale verandering van de
traditionele wijze van verwarmen, aangezien de warmte
rechtstreeks in de pan wordt gegenereerd. Daarom biedt het
een aantal voordelen:
■ Tijdbesparing bij het koken en frituren; doordat de pan
rechtstreeks wordt verwarmd.
■ Dit werkt energiebesparend.
■ Eenvoudiger in onderhoud en reiniging. Overgelopen
voedingswaren verbranden minder snel.
■ Warmte- en veiligheidscontrole; de plaat levert energie of
stopt de energietoevoer onmiddellijk als op de controleknop
wordt gedrukt. De inductiekookzone levert geen warmte meer
af als de pan wordt weggenomen, ook al wordt het apparaat
voor die tijd niet uitgeschakeld.
Pannen
Uitsluitend geschikt voor inductiekoken zijn ferromagnetische
pannen zoals van:
■ geëmailleerd staal
■ gietijzer
■ speciale pannen voor inductie van roestvrij staal.
Kijk, om te weten of de pannen geschikt zijn, of de bodem van
de pan wordt aangetrokken door een magneet.
Er bestaat een ander soort pannen speciaal voor inductie, met
een niet geheel ferromagnetische bodem.
Bij het gebruik van grote pannen
met een ferromagnetische zone
met een kleinere diameter, wordt
enkel de ferromagnetische zone
verwarmd, zodat de warmte niet
homogeen kan worden verdeeld.
Pannen met aluminium kookzones in de bodem verkleinen de
ferromagnetische zone, zodat
het geleverde vermogen lager
kan zijn en er problemen kunnen
ontstaan bij de detectie van de
pan en het kan zelfs zijn dat
deze niet wordt gedetecteerd.
Om goede kookresultaten te verkrijgen, is het raadzaam dat de
diameter van de ferromagnetische zone van de pan is afgestemd op de maat van de
kookzone. Als de pan op een
kookzone niet wordt gedetecteerd, probeer hem dan op de
zone met een iets kleinere diameter.
Niet geschikte pannen
Gebruik nooit straalplaten of pannen van:
■ dun normaal staal
■ glas
■ aardewerk
■ koper
■ aluminium
Kenmerken van de bodem van de pan
De kenmerken van de bodem van de pannen kunnen invloed
hebben op de homogeniteit van het kookresultaat. Pannen die
gemaakt zijn van materialen die warmte verspreiden, zoals
"sandwich" pannen van roestvrij staal, verdelen de warmte op
gelijkmatige wijze, waardoor tijd en energie worden bespaard.
Geen pan of ongeschikte afmeting
Als er geen pan op de geselecteerde kookzone wordt geplaatst
of als deze niet van het geschikte materiaal is of geen
geschikte afmeting heeft, knippert de kookstand op de
indicator van de kookzone. Plaats een geschikte pan, zodat het
knipperen stopt. Als er meer dan 90 seconden wordt gewacht
gaat de kookzone automatisch uit.
Lege pannen of pannen met een dunne bodem
Verwarm geen lege pannen en gebruik geen pannen met
dunne bodem. De kookplaat is uitgerust met een intern
veiligheidssysteem, maar een lege pan kan zo snel heet
worden dat de functie “automatisch uitschakelen" geen tijd
heeft om te reageren, waardoor de temperatuur erg kan
oplopen. De bodem van de pan kan smelten en het glas van de
kookplaat beschadigen. Raak in dat geval de pan niet aan en
schakel de kookzone uit. Als het apparaat na het afkoelen niet
werkt, neem dan contact op met de technische dienst.
Pandetectie
Iedere kookzone heeft een minimumlimiet voor pandetectie, die
afhankelijk is van het materiaal van de pan die wordt gebruikt.
Daardoor mag alleen de kookzone worden gebruikt die het
meest geschikt is voor de pan.
13
Page 14
Kookplaat instellen
Dit hoofdstuk maakt u met de instelling van uw kookplaat
vertrouwd. In de tabel vindt u kookstanden en bereidingstijden
voor verschillende gerechten.
Programmeren van de kookplaat
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe een kookzone kan worden
afgesteld. In de tabel staan de kookstanden en de
bereidingstijden voor verschillende gerechten vermeld.
De kookplaat in- en uitschakelen
De kookplaat wordt in- en uitgeschakeld met de
hoofdschakelaar.
Inschakelen: druk op het symbool
signaal. De indicator die zich naast de hoofdschakelaar bevindt
en de indicatoren
kookplaat is klaar om te werken.
Uitschakelen: druk op het symbool
doven. Alle kookzones zijn uitgeschakeld. De restwarmteindicator blijft branden tot de kookzones voldoende afgekoeld
zijn.
Aanwijzingen
■ De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld zodra alle
kookzones meer dan 20 seconden uitgeschakeld zijn.
■ De geselecteerde instellingen blijven opgeslagen gedurende
de eerste 4 seconden na het uitschakelen van de plaat.
Indien de kookplaat opnieuw wordt ingeschakeld binnen
deze tijdsperiode, dan worden de vorige instellingen
toegepast.
Afstellen van de kookzone
Selecteer de gewenste vermogensstand met de symbolen
+ en -.
Vermogensstand 1 = minimumvermogen.
Vermogensstand 9 = maximumvermogen.
Elke vermogensstand is voorzien van een tussenliggende
instelling. Deze wordt aangegeven met een punt.
Selecteer de kookzone en de gewenste vermogensstand
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1. Selecteer de kookzone met het symbool $.
‹ van de kookzones gaan branden. De
#. Er klinkt een akoestisch
# totdat de indicatoren
2. Druk binnen de volgende 10 seconden op het symbool +
of -. De basisinstelling wordt getoond:
Symbool + vermogensstand 9
Symbool - vermogensstand 4
De vermogensstand is afgesteld.
De vermogensstand wijzigen
Selecteer de kookzone en druk op het symbool + of - tot de
gewenste vermogensstand verschijnt.
De kookzone uitschakelen
Selecteer de kookzone en druk vervolgens op het symbool + of
‹ verschijnt.
- tot
De kookzone wordt uitgeschakeld en de restwarmte-indicator
verschijnt.
Aanwijzingen
■ Als er geen pan op de inductiekookzone wordt geplaatst,
gaat de geselecteerde vermogensstand knipperen. Na een
tijdje wordt de kookzone uitgeschakeld.
■ Als er een pan op de kookzone staat voordat de plaat wordt
ingeschakeld, zal deze worden gedetecteerd binnen
20 seconden na het indrukken van de hoofdschakelaar en
zal de kookzone automatisch worden geselecteerd.
Selecteer, zodra deze is gedetecteerd, de vermogensstand
binnen 20 seconden, anders wordt de kookzone
uitgeschakeld.
Ook al worden er meerdere pannen geplaatst, bij het
inschakelen van de kookplaat wordt er maar één
gedetecteerd.
Kooktabel
In onderstaande tabel worden enkele voorbeelden gegeven.
Gebruik de vermogensstand 9 als u begint te koken.
Bij het verhitten van purees, crèmes en dikke sauzen dient u af
en toe te roeren.
Vermogensstand
Smelten
Chocolade, chocoladecouverture1-1.
Boter, honing, gelatine1-2
Verhitten en warmhouden
Maaltijdsoep (bv. linzen)1-2
Melk**1.-2.
Worstjes opgewarmd in water**3-4
Ontdooien en verhitten
Diepvriesspinazie3-4
Diepvriesgoulash3-4
* Koken zonder deksel
** Zonder deksel
***Geregeld omdraaien
14
Page 15
Vermogensstand
Op een zacht vuurtje gaarstoven, op een zacht vuurtje koken
4. Druk op het symbool + of - tot de gewenste kooktijd
verschijnt.
Na enkele seconden begint de kooktijd te lopen.
Aanwijzing: Het is mogelijk om dezelfde kooktijd voor alle
zones automatisch te programmeren. De geprogrammeerde
tijd zal onafhankelijk verstrijken voor ieder van de kookzones.
In het hoofdstuk Basisinstellingen vindt u informatie over de
automatische programmering van de kooktijd.
De tijd wijzigen of annuleren
Selecteer de kookzone. Druk op het symbool
kooktijd met de symbolen + of -, of stel af op
Na het verstrijken van de tijd
De kookzone wordt uitgeschakeld. Er klinkt een geluidssignaal
en op de visuele indicator van de timerfunctie verschijnt
gedurende 10 seconden. De indicator
branden. Druk op het symbool
akoestisch signaal stopt.
Aanwijzingen
■ Indien een kooktijd in verschillende zones geprogrammeerd
is, wordt op de visuele indicator van de timerfunctie altijd de
kooktijd van de geselecteerde zone getoond.
■ De kooktijd kan worden ingesteld tot 99 minuten.
De kookwekker
Met de kookwekker kan een tijd geprogrammeerd worden tot
99 minuten. Deze is niet afhankelijk van andere instellingen.
Deze functie schakelt de kookzone niet automatisch uit.
Zo wordt dit geprogrammeerd
1. De kookwekker kan op twee verschillende manieren worden
geselecteerd:
■ Als de kookzone geselecteerd is: druk 2 keer op het
symbool
■ Als de kookzone niet geselecteerd is: druk op het
symbool
De indicator
indicator van de timerfunctie verschijnt
2. Druk op het symbool + of -. De basisinstelling wordt getoond.
Symbool +: 10 minuten.
Symbool -: 05 minuten.
3. Stel de gewenste kooktijd in met de symbolen + of -.
Na enkele seconden begint de tijd te lopen.
De tijd wijzigen of annuleren
Druk meerdere keren op het symbool
naast het symbool
op
‹‹ met de symbolen + of -.
Na het verstrijken van de tijd
Er klinkt een waarschuwingssignaal. Op de visuele indicator
van de timerfunctie verschijnt
indicators.
Druk op het symbool
akoestische signaal stopt.
0.
0.
Ú naast symbool U licht op. Op de visuele
U gaat branden. Wijzig de tijd of stel hem af
0, de indicators gaan uit en het
0, de indicators gaan uit en het
‹‹. Na 10 seconden doven de
Ú van de kookzone gaat
0 tot de indicator Ú
0 en wijzig de
‹‹.
‹‹
‹‹.
Functie Powerboost
Met de functie Powerboost kan het voedsel sneller worden
verwarmd dan wanneer de vermogensstand
Alle kookzones zijn voorzien van deze functie.
Activeren
De kookplaat moet ingeschakeld zijn, maar er mag geen
kookzone in werking zijn.
1. Selecteer een kookzone.
2. Druk op het symbool boostG.
De indicator
De functie is nu geactiveerd.
Aanwijzing: Indien een kookzone ingeschakeld wordt wanneer
de functie Powerboost in werking is, knipperen op de visuele
indicator van de kookzone
vermogensstand
gedeactiveerd.
Zo wordt dit gedeactiveerd
1. Selecteer een kookzone.
2. Druk op het symbool boostG.
De indicator
kookzone keert terug naar de vermogensstand
De functie is gedeactiveerd.
Aanwijzing: Onder bepaalde omstandigheden kan het
voorkomen dat de PowerBoost-functie automatisch uitgaat, ter
bescherming van de elektronische componenten binnenin de
kookplaat.
› gaat branden
› en Š; vervolgens wordt de
Š afgesteld. De functie Powerboost wordt
› wordt niet meer in beeld gebracht en de
Š wordt gebruikt.
Š.
Kinderslot
De kookplaat kan beveiligd worden tegen ongewilde
inschakeling, om te voorkomen dat kinderen de kookzones
kunnen inschakelen.
Het kinderslot activeren en deactiveren
De kookplaat moet uitgeschakeld zijn.
Activeren: houd het symbool
ingedrukt. De indicator naast het symbool
gedurende 10 seconden. De kookplaat is geblokkeerd.
Deactiveren: houd het symbool
4 seconden ingedrukt. De blokkering is gedeactiveerd.
Automatisch kinderslot
Met deze functie wordt het kinderslot altijd automatisch
ingeschakeld als de kookplaat wordt uitgeschakeld.
Activeren en deactiveren
In hoofdstuk Basisinstellingen vindt u informatie over het
inschakelen van het automatische kinderslot.
D gedurende circa 4 seconden
D gaat branden
D gedurende circa
Automatische tijdslimiet
Indien de kookzone gedurende lange tijd in werking is en er
geen enkele wijziging in de instelling wordt aangebracht , dan
wordt de automatische tijdslimiet geactiveerd.
De kookzone wordt niet meer verhit. Op de visuele indicator
van de kookzone knipperen afwisselend
restwarmte-indicator
De indicator gaat uit als er op een willekeurig symbool wordt
gedrukt. Nu kan de kookzone opnieuw worden ingesteld.
Wanneer de automatische limiet is geactiveerd, wordt deze
geregeld afhankelijk van de geselecteerde vermogensstand
(van 1 tot 10 uur).
œ/•.
”, ‰ en de
16
Page 17
Basisinstellingen
Het apparaat beschikt over diverse basisinstellingen. Deze
instellingen kunnen worden aangepast aan de behoeften van
de gebruiker.
IndicatorFunctie
™‚
™ƒ
™†
™‡
™ˆ
™Š
™‹
*Fabrieksinstelling
**Het maximumvermogen van de plaat is afhankelijk van de configuratie van de vermogensintensiteit die voor de installatie is inge-
steld. Om deze maximumwaarde niet te overschrijden, beschikt de plaat over een aantal componenten die het vermogen automatisch beheren en dit verdelen over de ingeschakelde kookzones, afhankelijk van de behoeften.
‹ Uitgeschakeld.*
‚-ŠŠ Tijd van de automatische uitschakeling.
Duur van het geluidssignaal van de timerfunctie
‚ 10 seconden*.
ƒ 30 seconden.
„ 1 minuut.
Functie Power-Management
‹ = Gedeactiveerd.*
‚ = 1000 W minimumvermogen.
‚.= 1500 W
ƒ = 2000 W
...
Š of Š. = maximumvermogen van de plaat.**
Selectietijd van de kookzone
‹ Onbeperkt: de laatst geprogrammeerde kookzone blijft geselecteerd.*
‚ Beperkt: de kookzone blijft slechts 10 seconden lang geselecteerd.
Terug naar de standaardinstellingen
‹ Persoonlijke instellingen.*
‚ Terug naar de fabrieksinstellingen.
Toegang tot de basisinstellingen
De kookplaat moet uitgeschakeld zijn.
1. Schakel de kookplaat in.
2. Druk binnen de volgende 10 seconden op het symbool D
en houd het gedurende circa 4 seconden ingedrukt.
Op de visuele indicatoren gaan
standaardwaarde branden.
™ en ‚ afwisselend en ‹ als
3. Druk meerdere keren op het symbool D tot de indicator van
de gewenste functie verschijnt.
4. Selecteer vervolgens de gewenste instelling met de
symbolen + en -.
5. Druk het symbool D nogmaals gedurende circa 4 seconden
in.
De instellingen zijn op de juiste wijze bewaard
17
Page 18
Afsluiten
Om de instellingen af te sluiten, de kookplaat met de
hoofdschakelaar uitschakelen.
Oven instellen
U heeft verschillende mogelijkheden om de oven in te stellen.
Hier geven wij u uitleg over de manier waarop u de gewenste
verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand instelt. U
kunt voor uw gerecht de tijdsduur en eindtijd instellen. Lees
hierover het hoofdstuk Tijdfuncties instellen na.
Verwarmingsmethode en temperatuur
Het voorbeeld in de afbeelding: Boven- en onderwarmte % bij
190 °C.
1. Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode instellen.
2. Met de temperatuurkeuzeknop de temperatuur of de
grillstand instellen.
&
De oven begint op te warmen.
Oven uitschakelen.
Functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
Instellingen veranderen
U kunt de verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand op
elk moment met de daarvoor bestemde keuzeknop veranderen.
Snelvoorverwarming
Met de snelvoorverwarming bereikt de oven de ingestelde
temperatuur bijzonder snel.
Gebruik de snelvoorverwarming bij een ingestelde temperatuur
boven 100 °C. Geschikt zijn de verwarmingsmethoden:
■ 3Dhetelucht <
■ Boven- en onderwarmte %
■ Pizzastand 6
Om een gelijkmatig resultaat te krijgen, doet u het gerecht pas
in de binnenruimte wanneer het snel voorverwarmen beëindigd
is.
1. Verwarmingsmethode en temperatuur instellen.
2. De toets c indrukken.
Op het display is het symbool
warmen.
Het snel voorverwarmen is beëindigd
Er klinkt een signaal. Het symbool
Zet uw gerecht in de oven.
c verlicht. De oven begint op te
c op het display verdwijnt.
Tijdfuncties instellen
Uw oven heeft verschillende tijdfuncties. Met de toets 0 vraagt
u het menu op en gaat u van de ene naar de andere functie.
Zolang u kunt instellen zijn alle symbolen verlicht. Aan de
haakjes [ ] kunt u zien bij welke tijdfunctie u zich bevindt. Een al
ingestelde tijdfunctie kunt u direct met de toets
veranderen, wanneer het tijdsymbool tussen haakjes staat.
Kookwekker
U kunt de wekker gebruiken als een kookwekker. Hij loopt
onafhankelijk van de oven. De wekker heeft een eigen signaal.
Zo hoort u of de wekker of een tijdsduur afgelopen is.
1. De toets 0 eenmaal indrukken.
Op het display zijn de tijdsymbolen verlicht, de haakjes staan
Na enige seconden wordt de ingestelde tijd overgenomen. De
wekker start. Op het display is het symbool [
u het verloop van de wekkertijd aflezen. De andere
tijdsymbolen verdwijnen.
De wekkertijd is afgelopen
Er klinkt een signaal. Op het display staat 00:00. Met de
toets 0 de wekker uitschakelen.
Wekkertijd veranderen
Met de toets
seconden wordt de verandering overgenomen.
Wekkertijd wissen
Met de toets
seconden wordt de verandering overgenomen. De wekker is
uitgeschakeld.
c indrukken. Het symbool c op het display
U] verlicht en kunt
@ of A de wekkertijd veranderen. Na enkele
A de wekkertijd weer op 00:00 zetten. Na enkele
18
Page 19
Tijdinstellingen opvragen
Wanneer er meerdere tijdfuncties zijn ingesteld, zijn de
bijbehorende symbolen op het display verlicht. Het symbool
van de tijdfunctie op de voorgrond staat tussen haakjes.
Om Kookwekker
vragen, de toets
betreffende symbool staan. De waarde hiervoor verschijnt
enkele seconden op het display.
U, Tijdsduur r, Eindtijd p of Tijd 0 op te
0 zo vaak indrukken tot de haakjes om het
Tijdsduur
U kunt de bereidingstijd van uw gerecht instellen. Wanneer de
tijdsduur afgelopen is, wordt de oven automatisch
uitgeschakeld. Zo hoeft u geen andere werkzaamheden te
onderbreken om de oven uit te schakelen. De bereidingstijd
wordt niet ongewild overschreden.
Het voorbeeld in de afbeelding: tijdsduur 45 minuten.
1. Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode instellen.
2. Met de temperatuurkeuzeknop de temperatuur of de
grillstand instellen.
3. De toets 0 twee keer indrukken.
Op het display staat 00:00. De tijdsymbolen zijn verlicht, de
haakjes staan om de
r.
Tijdinstellingen opvragen
Wanneer er meerdere tijdfuncties zijn ingesteld, zijn de
bijbehorende symbolen op het display verlicht. Het symbool
van de tijdfunctie op de voorgrond staat tussen haakjes.
Om Kookwekker
vragen, de toets
betreffende symbool staan. De waarde hiervoor verschijnt
enkele seconden op het display.
U, Tijdsduur r, Eindtijd p of Tijd 0 op te
0 zo vaak indrukken tot de haakjes om het
Eindtijd
U kunt het tijdstip waarop uw gerecht klaar moet zijn wijzigen.
De oven start automatisch en is klaar op het gewenste tijdstip.
U kunt het gerecht bijv. 's morgens in de binnenruimte zetten
en zo instellen dat het 's middags klaar is.
Let erop dat levensmiddelen niet te lang in de binnenruimte
staan en bederven.
Het voorbeeld in de afbeelding: Het is 10:30 uur, de tijdsduur is
45 minuten en de oven moet om 12:30 uur klaar zijn.
Na enkele seconden start de oven. Op het display kunt u het
verloop van de tijdsduur aflezen en is het symbool [
De andere tijdsymbolen verdwijnen.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. Op het
display staat 00:00. De toets
kunt u opnieuw een tijdsduur instellen. Of de toets
indrukken en de functiekeuzeknop op de nulstand draaien. De
oven is uitgeschakeld.
Tijdsduur veranderen
Met de toets
seconden wordt de verandering overgenomen. Wanneer de
wekker ingesteld is, drukt u eerst op de toets
Tijdsduur wissen
Met de toets
seconden wordt de verandering overgenomen. De tijdsduur is
gewist. Wanneer de wekker ingesteld is, drukt u eerst op de
toets
0.
@ of A de tijdsduur veranderen. Na enkele
A de tijdsduur weer op 00:00 zetten. Na enkele
@ = 30 minuten.
A = 10 minuten.
r] verlicht.
0 indrukken. Met de toets @ of A
0 twee keer
0.
6. Met de toets @ of A de eindtijd op een later tijdstip zetten.
Na enkele seconden neemt de oven de instellingen over en
schakelt in de wachtstand. Op het display staat het tijdstip
waarop het gerecht klaar is en het symbool
haakjes. De symbolen
start, kunt u het verloop van de tijdsduur aflezen en het
symbool
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. Op het
display staat 00:00. De toets
kunt u opnieuw een tijdsduur instellen. Of de toets
indrukken en de functiekeuzeknop op de nulstand draaien. De
oven is uitgeschakeld.
Eindtijd veranderen
Met de toets
seconden wordt de verandering overgenomen. Wanneer de
wekker ingesteld is, drukt u eerst twee keer op de toets
Verander de eindtijd niet wanneer de tijdsduur al afloopt. Het
bereidingsresultaat zou dan niet meer kloppen.
r staat tussen haakjes. Het symbool p verdwijnt.
@ of A de eindtijd veranderen. Na enkele
U en 0 verdwijnen. Wanneer de oven
0 indrukken. Met de toets @ of A
p staat tussen
0 twee keer
0.
19
Page 20
Eindtijd wissen
Met de toets
enkele seconden wordt de verandering overgenomen. De oven
start. Wanneer de wekker ingesteld is, drukt u eerst twee keer
op de toets
Tijdinstellingen opvragen
Wanneer er meerdere tijdfuncties zijn ingesteld, zijn de
bijbehorende symbolen op het display verlicht. Het symbool
van de tijdfunctie op de voorgrond staat tussen haakjes.
Om Kookwekker
vragen, de toets
betreffende symbool staan. De waarde hiervoor verschijnt
enkele seconden op het display.
A de eindtijd naar de actuele tijd terugzetten. Na
0.
U, Tijdsduur r, Eindtijd p of Tijd 0 op te
0 zo vaak indrukken tot de haakjes om het
Tijd
Na de aansluiting of na een stroomonderbreking knipperen op
het display het symbool
0 en vier nullen. Stel de tijd in.
Kinderslot
Om te voorkomen dat kinderen per ongeluk de oven
inschakelen, is deze voorzien van een kinderslot.
De oven reageert op geen enkele instelling.U kunt de
kookwekker en de tijd ook instellen wanneer het kinderslot is
ingeschakeld.
Wanneer de verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand
zijn ingesteld, onderbreekt het kinderslot de werking.
Aanwijzing: Een event. aangesloten kookplaat wordt niet
beïnvloed door het kinderslot op de oven.
1. De toets 0 indrukken.
Op het display verschijnt de tijd 12:00. De tijdsymbolen zijn
verlicht, de haakjes staan om
2. Met de toets @ of A de tijd instellen.
Na enkele seconden wordt de ingestelde tijd overgenomen.
Tijd wijzigen
Er mag geen andere tijdfunctie zijn ingesteld.
1. De toets 0 vier keer indrukken.
Op het display zijn de tijdsymbolen verlicht, de haakjes staan
om de
0.
2. Met de toets @ of A de tijd veranderen.
Na enige seconden wordt de ingestelde tijd overgenomen.
Kinderslot inschakelen
Er mag geen tijdsduur of eindtijd zijn ingesteld.
D ca. vier seconden lang indrukken.
Toets
Op het display verschijnt het symbool
ingeschakeld.
Kinderslot uitschakelen
D ca. vier seconden lang indrukken.
Toets
Het symbool
uitgeschakeld.
D verdwijnt van het display. Het kinderslot is
0.
D. Het kinderslot is
Onderhoud en reiniging
Wanneer u de kookplaat en de oven goed verzorgt en
schoonmaakt, blijven ze lang mooi en intact. Hieronder leggen
wij u uit hoe u beide op de juiste manier verzorgt en
schoonmaakt.
Aanwijzingen
■ Geringe kleurverschillen op de voorzijde van de oven zijn het
gevolg van het gebruik van verschillende materialen, zoals
glas, kunststof en metaal.
■ Schaduwen op de ruit van de deur, die eruit zien als strepen,
zijn lichtreflexen van de ovenlamp.
■ Het email wordt ingebrand op zeer hoge temperaturen.
Hierdoor kunnen er kleine kleurverschillen ontstaan. Dit is
normaal en heeft geen nadelige invloed op de werking. De
smalle randen van de bakplaten kunnen niet volledig worden
geëmailleerd. Ze kunnen daarom ruw zijn. De bescherming
tegen corrosie blijft hierbij intact.
Schoonmaakmiddelen
Om te voorkomen dat de verschillende oppervlakken door
verkeerde reinigingsmiddelen beschadigd raken, moet u zich
aan het volgende houden.
Gebruik bij de reiniging van de kookplaat
■ geen onverdund afwasmiddel of reinigingsmiddelen voor de
vaatwasmachine,
■ geen schuursponsjes,
■ geen agressieve reinigingsmiddelen zoals ovensprays of
middelen om vlekken te verwijderen,
■ geen hogedrukreiniger of stoomstraler.
■ Reinig losse onderdelen niet in de vaatwasmachine.
Gebruik bij de reiniging van de oven
■ geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen,
■ geen reinigingsmiddelen met een hoog alcoholpercentage,
■ geen schuursponsjes,
■ geen hogedrukreiniger of stoomstraler.
■ Reinig losse onderdelen niet in de vaatwasmachine.
Was nieuwe sponsen voor het eerste gebruik goed uit.
ZoneSchoonmaakmiddelen
Roestvrijstalen
oppervlakken*
(afhankelijk van het
type apparaat)
* Optioneel (beschikbaar voor enkele apparaten, afhankelijk
van het apparaattype.)
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en
met een zachte doek nadrogen. Veeg bij
roestvrijstalen oppervlakken altijd in de
slijprichting. Anders kunnen er krassen
ontstaan. Kalk, vet, zetmeel en eiwitvlekken onmiddellijk verwijderen. Onder
zulke vlekken kan corrosie ontstaan.
Bij de servicedienst of in de vakhandel
zijn speciale schoonmaakmiddelen verkrijgbaar die geschikt zijn voor warme
oppervlakken van roestvrij staal. Eeen
beetje schoonmaakmiddel dun opbrengen met een zachte doek.
* Optioneel (beschikbaar voor enkele apparaten, afhankelijk
van het apparaattype.)
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en
met een zachte doek nadrogen. Geen
glasreiniger, metalen of glazen schraper
gebruiken voor het schoonmaken.
Met een schoonmaakdoekje reinigen en
met een zachte doek nadrogen. Geen
glasreiniger, metalen of glazen schraper
gebruiken voor het schoonmaken.
Glasreiniger:
Met een zachte doek schoonmaken.
U kunt de bovenste glazen afscherming
afnemen om hem schoon te maken.
Houd u aan de aanwijzingen in het
hoofdstuk Bovenste glazen afscherming!
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen en
met een zachte doek nadrogen.
Warm zeepsop:
Niet schoonmaken met een schraper,
citroen of azijn.
Warm zeepsop.
Weinig water gebruiken, het mag niet
door de branderonderdelen in het toestel
komen.
Overgelopen voedsel en etensresten
direct verwijderen.
U kunt de pannenhouders afnemen.
Pannenhouders van gietijzer*:
Niet afwassen in de vaatwasmachine.
Branderkop en deksel verwijderen,
schoonmaken met warm zeepsop.
Niet in de vaatwasmachine reinigen.
De gasuitlaatopeningen moeten altijd vrij
zijn.
Ontstekingskaarsen: kleine zachte borstel.
De gasbranders functioneren alleen wanneer de ontstekingskaarsen droog zijn.
Alle onderdelen goed drogen. Let er bij
het terugplaatsen op dat ze precies goed
zitten.
De branderdeksels zijn zwart geëmailleerd. In de loop van de tijd verandert de
kleur. Dit heeft geen invloed op de werking.
Schuurmiddelen of reinigingsponzen.
De kookplaat hierna kort opwarmen,
zodat hij droogt. Vochtige platen roesten
in de loop van de tijd. Ten slotte een
schoonmaakmiddel aanbrengen.
Overgelopen voedsel en etensresten
direct verwijderen.
Geel- tot blauwkleurige plekken op de
ring van de kookplaat met een schoonmaakmiddel voor staal verwijderen.
Gebruik hiervoor geen krassende of
schurende middelen.
ZoneSchoonmaakmiddelen
Kookplaat van glaskeramiek*
(afhankelijk van het
type apparaat)
Verzorging: beschermings- en onderhoudsmiddelen voor glaskeramiek.
Reiniging: schoonmaakmiddelen die
geschikt zijn voor glaskeramiek.
De aanwijzingen voor het schoonmaken
op de verpakking in acht nemen.
:Schraper tegen sterke vervuiling:
Ontgrendelen en alleen met het schrapermesje reinigen. Let op, het mes is
heel scherp. Risico van letsel.
Na het reinigen weer sluiten. Beschadigde messen direct vervangen.
Glazen kookplaat*
(afhankelijk van het
type apparaat)
Verzorging: beschermings- en onderhoudsmiddelen voor het glas
Reinging: schoonmaakmiddelen voor het
glas.
De aanwijzingen voor het schoonmaken
op de verpakking in acht nemen.
:Schraper tegen sterke vervuiling:
Ontgrendelen en alleen met het schrapermesje reinigen. Let op, het mes is
heel scherp. Risico van letsel.
Na het reinigen weer sluiten. Beschadigde messen direct vervangen.
DeurruitGlasreiniger:
Kinderslot*
(afhankelijk van het
type apparaat)
Afdichting
Niet afnemen!
KookzoneWarm zeepsop of water met azijn:
Met een zachte doek schoonmaken.
Gebruik geen schrapermesjes.
De deur kan worden afgenomen om hem
gemakkelijk schoon te maken. Houd u
hierbij aan de aanwijzingen in het hoofdstuk Ovendeur verwijderen en inbrengen!
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen.
Indien een kinderslot op de ovendeur is
aangebracht, moet dit voor het reinigen
worden verwijderd.
Bij sterke verontreiniging functioneert het
kinderslot niet goed meer.
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen.
Niet schuren.
Met een schoonmaakdoekje reinigen.
Bij sterke verontreiniging een schuursponsje van roestvrij staal of ovenreiniger gebruiken.
Alleen gebruiken in de onverwarmde binnenruimte.
:Bij zelfreinigende oppervlakken de
zelfreinigingsfunctie gebruiken. Neem
hierbij de aanwijzingen van het hoofdstuk
Zelfreiniging in acht!
Attentie! Gebruik nooit schoonmaakmiddelen voor zelfreinigende oppervlakken.
Glazen kapje op de
ovenlamp
* Optioneel (beschikbaar voor enkele apparaten, afhankelijk
van het apparaattype.)
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen.
21
Page 22
ZoneSchoonmaakmiddelen
TelescooprailWarm zeepsop:
ToebehorenWarm zeepsop:
Ovenlade*
(afhankelijk van het
type apparaat)
* Optioneel (beschikbaar voor enkele apparaten, afhankelijk
van het apparaattype.)
Met een schoonmaakdoekje of borstel
schoonmaken.
U kunt de rekjes afnemen om ze schoon
te maken. Neem hierbij de aanwijzingen
in het hoofdstuk Rekjes verwijderen en inbrengen in acht!
Telescooprails*
(afhankelijk van het type apparaat)
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje of borstel
schoonmaken.
Verwijder het smeervet niet van de uitschuifrails. U kunt ze het beste reinigen
wanneer ze ingeschoven zijn. Niet laten
weken, in de vaatwasmachine schoonmaken of bij de zelfreiniging meereinigen. Dit kan invloed hebben op de
werking van de rekjes en ze kunnen hierdoor beschadigd raken.
Laten weken en met schoonmaakdoekje
of een borstel schoonmaken.
Aluminium bakplaat*:
(afhankelijk van het type apparaat)
Met een zachte doek nadrogen.
Niet in de vaatwasmachine reinigen.
Gebruik in geen geval ovenreiniger.
Om krassen te vermijden mogen de
metalen oppervlakken nooit met een
mes of soortgelijk scherp voorwerp in
aanraking komen.
Ongeschikt zijn agressieve schoonmaakmiddelen, schuursponsjes en grove reinigingsdoeken. Anders kunnen er krassen
ontstaan.
Draaispit*
(afhankelijk van het type apparaat)
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje of borstel
schoonmaken. Niet afwassen in de vaatwasmachine.
Braadthermometer*
(afhankelijk van het type apparaat)
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje of borstel
schoonmaken. Niet afwassen in de vaatwasmachine.
Warm zeepsop:
Met een schoonmaakdoekje reinigen.
Voor de reiniging
Neem de toebehoren en vormen uit de binnenruimte.
Bodem, plafond en zijwanden van de binnenruimte
schoonmaken
Gebruik hiervoor een schoonmaakdoekje en heet zeepsop of
water met azijn.
Bij sterke vervuiling een schuursponsje van roestvrij staal of
ovenreiniger gebruiken. Alleen gebruiken in de onverwarmde
oven. De zelfreinigende oppervlakken nooit behandelen met
een schuursponsje of ovenreiniger.
Zelfreinigende oppervlakken in de binnenruimte
schoonmaken
De achterwand in de oven is voorzien van een laagje zeer
poreus keramiek. Spetters van het bakken en braden worden
hiervan opgezogen en afgebroken terwijl de oven in gebruik is.
Hoe hoger de temperatuur en hoe langer de oven wordt
gebruikt, des te beter het resultaat.
Wanneer er ook na herhaald gebruik nog vuil zichtbaar is, gaat
u als volgt te werk:
1. Bodem, plafond en zijwanden van de binnenruimte
zorgvuldig schoonmaken.
2. 3D-hetelucht : instellen.
3. De lege, gesloten oven gedurende ongeveer 2 uur op
maximale temperatuur houden.
De keramiekbedekking wordt geregenereerd. Bruinachtige of
witachtige resten kunt u, wanneer de binnenruimte afgekoeld is,
met water of een zachte doek verwijderen.
Een lichte verkleuring van het keramiek heeft geen invloed op
de zelfreiniging.
Attentie!
■ Gebruik nooit schurende schoonmaakmiddelen. Deze
veroorzaken krassen op de hoogporeuze laag of vernietigen
hem.
■ Behandel de keramiekbedekking nooit met ovenreiniger.
Komt hier per ongeluk ovenreiniger op, verwijder deze dan
direct met een spons en voldoende water.
Inschuifrails verwijderen en bevestigen
U kunt de rails voor het reinigen verwijderen. De oven dient
afgekoeld te zijn.
Inschuifrails verwijderen
1. Rail voor optillen
2. en uit de geleiders nemen (Afbeelding A).
3. Hierna de hele rail naar voren trekken
4. en verwijderen (Afbeelding B).
$
%
22
Maak de rails schoon met zeepsop en een
schoonmaaksponsje. Gebruik bij hardnekkig vuil een borstel.
Page 23
Inhangroosters bevestigen
1. Inhangrooster eerst in de achterste bus plaatsen, iets naar
achteren drukken (Afbeelding A)
2. en vervolgens in de voorste bus plaatsen (Afbeelding B).
$
De inschuifrails passen links en rechts. Let erop dat evenals in
afbeelding B hoogte 1 en 2 beneden is en hoogte 3, 4 en 5
boven.
%
Ovendeur verwijderen en inbrengen
Om de deurruiten schoon te maken en te demonteren, kunt u
de ovendeur verwijderen.
De scharnieren van de ovendeur zijn alle voorzien van een
blokkeerhendel. Wanneer de blokkeerhendels zijn dichtgeklapt
(Afbeelding A), is de ovendeur beveiligd. Hij kan niet worden
verwijderd. Wanneer de blokkeerhendels voor het verwijderen
van de ovendeur opengeklapt zijn (B), zijn de scharnieren
beveiligd. Ze kunnen niet dichtklappen.
Deur inbrengen
De ovendeur in de omgekeerde volgorde weer inbrengen.
1. Let er bij het inbrengen van de ovendeur op dat beide
scharnieren recht in de opening worden geleid
(Afbeelding A).
2. De keep op het scharnier dient aan beide kanten in te klikken
(Afbeelding B).
$
3. Beide blokkeerhendels weer dichtklappen (Afbeelding C).
Ovendeur sluiten.
%
&
%$
: Risico van letsel!
Wanneer de scharnieren niet beveiligd zijn, klappen ze met
grote kracht dicht. Let erop dat de blokkeerhendels altijd
helemaal dichtgeklapt zijn, en bij het verwijderen van de
ovendeur helemaal opengeklapt.
Deur verwijderen
1. Ovendeur helemaal openen.
2. Beide blokkeerhendels links en rechts openklappen
(Afbeelding A).
3. Ovendeur tot de aanslag sluiten. Met beide handen links en
rechts vastpakken. Nog wat verder sluiten en uitnemen
(Afbeelding B).
%$
: Risico van letsel!
Wanneer de ovendeur er per ongeluk uitvalt of een scharnier
dichtklapt, het scharnier niet met uw hand aanraken. Neem
contact op met de klantenservice.
Deurruiten verwijderen en inbrengen
Om gemakkelijker schoon te maken kunt u de ruiten van de
ovendeur uitnemen.
Verwijderen
1. Ovendeur verwijderen en met de handgreep naar beneden
op een doek leggen.
2. De afscherming bovenaan de ovendeur afnemen. Hiervoor
links en rechts het lipje met de vingers indrukken
(Afbeelding A).
3. Bovenste ruit optillen en naar buiten trekken (Afbeelding B).
%$
23
Page 24
4. Ruit optillen en naar buiten trekken (Afbeelding C).
&
1. De ruit schuin naar achteren inschuiven (Afbeelding A).
2. Bovenste ruit schuin naar achteren in de beide houders
schuiven. Het grote vlak moet zich aan de buitenkant
bevinden. (Afbeelding B).
$
Reinig de ruiten met glasreiniger en een zachte doek.
: Risico van letsel!
Wanneer er krassen op het glas van de apparaatdeur zitten,
kan dit springen. Geen schraper, scherpe of schurende
schoonmaakmiddelen gebruiken.
Inbrengen
Let er bij het inbrengen op dat “right above“ linksonder
ondersteboven staat.
3. De afscherming plaatsen en aandrukken.
4. Ovendeur inbrengen.
Gebruik de oven pas weer wanneer de ruiten naar behoren
zijn ingezet.
Wat te doen in geval van een storing
%
Als zich er een storing voordoet, is dat vaak te wijten aan een
kleine afwijking die eenvoudig te verhelpen is. Probeer de
storing te verhelpen met behulp van de onderstaande tabel,
alvorens de technische dienst te bellen.
Oven
Storingstabel
Wanneer een gerecht niet goed gelukt is, lees hier dan het
hoofdstuk Voor u in onze kookstudio getest op na. Hier vindt u
vele tips en aanwijzingen voor het koken.
StoringMogelijke oor-
De oven functioneert niet.
Op het display
knippert
nullen.
De oven warmt
niet op.
0 en
zaak
De zekering is
defect.
De stroom is uitgevallen.
De stroom is uitgevallen.
Er zit stof op de
contacten.
Oplossing / aanwijzing
Kijk in de meterkast na of
de zekering in orde is.
Controleer of het keukenlicht of andere keukenapparaten functioneren.
Stel de tijd opnieuw in.
Draai de schakelaars meerdere keren heen en weer.
Foutmeldingen
Wanneer op het display een foutmelding met
u op de toets
tijdfunctie wordt gewist. Wanneer de foutmelding weer
verschijnt, neem dan contact op met de klantenservice.
Bij de volgende foutmelding kunt u het probleem zelf oplossen.
FoutmeldingMogelijke oor-
“‹‚‚
0. De melding verdwijnt. Een ingestelde
zaak
Er is een toets
te lang ingedrukt of bedekt.
Oplossing/aanwijzing
Druk alle toetsen afzonderlijk in. Controleer of er een
toets klem zit of bedekt of
vervuild is.
“ verschijnt, drukt
: Kans op een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici die zijn
geïnstrueerd door de klantenservice.
24
Page 25
De kookplaat
Repareren van storingen
IndicatorStoringMaatregel
geenDe stroom is uitgevallen. Controleer met andere elektrische apparaten of de
Het apparaat is niet aangesloten volgens het
aansluitschema.
Storing in het elektronische systeem.Als de storing na de voorgaande controles niet is
De indicators knipperenHet bedieningspaneel is vochtig of er ligt iets
De indicator - knippert op
de indicatoren van de
kookzones
“§ + nummer / š + num-
mer /
¡ + nummer
”‹ / ”Š
”ƒ
”…
Ӡ + vermogensstand en
waarschuwingstoon
Ӡ en waarschuwingstoon
—‚
—ƒ / —„
* Als de indicatie voortduurt, neem dan contact op met de Technische Dienst.
Zet geen hete pannen op het bedieningspaneel.
op.
Er heeft zich een fout voorgedaan in het elektronische systeem.
Storing in het elektronische systeem.Sluit de kookplaat af van het verdeelnet. Wacht onge-
Er is een interne fout in de werking opgetreden.
Het elektronische systeem is oververhit
geraakt en heeft de overeenkomstige kookzone uitgeschakeld.
Het elektronische systeem is oververhit
geraakt en heeft alle kookzones uitgeschakeld.
Er staat een warme pan op de zone van het
bedieningspaneel. Het is zeer waarschijnlijk
dat het elektronische systeem oververhit
raakt.
Er staat een warme pan op de zone van het
bedieningspaneel. De kookzone is uitgegaan
om het elektronische systeem te beschermen.
Onjuiste voedingsspanning, overschrijding
van de normale werklimieten.
De kookzone is oververhit en is uitgeschakeld
om uw kookplaat te beschermen.
stroom is uitgevallen.
Controleer of het apparaat is aangesloten volgens het
aansluitschema.
opgelost, neem dan contact op met de Technische
Dienst.
Droog de zone van het bedieningspaneel of neem het
voorwerp weg.
Bedek het bedieningsvlak kort met de hand om de storing te bevestigen.
veer 30 seconden alvorens hem weer aan te sluiten.*
Sluit de kookplaat af van het verdeelnet. Wacht ongeveer 30 seconden alvorens hem weer aan te sluiten.*
Wacht tot het elektronische systeem voldoende afgekoeld is. Druk vervolgens op een willekeurig symbool
van de kookplaat. *
Neem die pan weg. De storingsindicator gaat kort
daarna uit. U kunt verder gaan met koken.
Neem die pan weg. Wacht enkele seconden. Druk op
een willekeurig bedieningsvlak. Als de storingsindicator uit gaat kunt u verder gaan met koken.
Neem contact op met uw elektriciteitsleverancier.
Wacht totdat het elektronische systeem voldoende
afgekoeld is en schakel hem opnieuw in.
Normaal geluid tijdens de werking van het
apparaat
De technologie van het verwarmen door inductie is gebaseerd
op het ontstaan van elektromagnetische velden die ervoor
zorgen dat de warmte rechtstreeks op de bodem van de pan
wordt voortgebracht. De pannen kunnen, afhankelijk van hun
bouw, geluiden of trillingen voortbrengen, zoals hieronder
worden genoemd:
Een diep gezoem zoals in een transformator
Dit geluid ontstaat tijdens het koken op een hoge
vermogensstand. De oorzaak daarvan is de hoeveelheid
energie die de kookplaat aan de pan overdraagt. Het geluid
verdwijnt of vermindert zodra de vermogensstand wordt
verlaagd.
Een laag fluitend geluid
Dit geluid ontstaat als de pan leeg is. Het geluid verdwijnt zodra
er water of voedsel in de pan wordt gedaan.
Knisperen
Dit geluid doet zich voor bij pannen die bestaan uit lagen van
verschillende materialen. Het geluid komt door de trillingen die
ontstaan op de verbindingsvlakken van de verschillende
materialen. Dit geluid is afkomstig van de pan. De hoeveelheid
voedsel en de bereidingswijze kunnen variëren.
Hoge fluitende geluiden
De geluiden ontstaan met name in pannen die bestaan uit
lagen van verschillende materialen, zodra deze worden
aangezet op de hoogste stand en op twee kookzones tegelijk.
Deze fluitende geluiden verdwijnen of worden minder zodra het
vermogen wordt verlaagd.
Geluid van de ventilator
Voor een goed gebruik van het elektronische systeem moet de
kookplaat op een gecontroleerde temperatuur werken. Daartoe
is de kookplaat voorzien van een ventilator die steeds als de
temperatuur wordt vastgesteld door middel van de
verschillende vermogensstanden gaat werken. De ventilator
kan ook door inertie werken, nadat de kookplaat is uitgezet, als
de gedetecteerde temperatuur nog te hoog is.
Geluiden op de maat, vergelijkbaar met de wijzers van een
klok
Dit geluid treedt enkel op wanneer 3 of meer kookzones in
werking zijn en verdwijnt of vermindert wanneer een kookzone
uitgeschakeld wordt.
De omschreven geluiden zijn normaal en maken deel uit van de
inductietechnologie en duiden niet op een storing.
25
Page 26
Ovenlamp aan het plafond vervangen
Als de ovenlamp is uitgevallen, moet deze worden vervangen.
Temperatuurbestendige reservelampen, 40 watt, kunt u krijgen
bij de klantenservice of uw speciaalzaak. Gebruik uitsluitend
originele lampen.
: Kans op een elektrische schok!
Zekering in de meterkast uitschakelen.
1. Theedoek in de onverwarmde oven leggen, om schade te
voorkomen.
2. Glazen afscherming eruit halen door de schroeven naar links
te draaien.
3. Lamp vervangen door een van hetzelfde type.
4. Glazen afscherming er weer inschroeven.
5. Theedoek eruit nemen en de zekering inschakelen.
Glazen afscherming
Als de glazen afscherming beschadigd is, dient hij te worden
vervangen. Passende glazen afschermingen zijn verkrijgbaar bij
de klantenservice. Vermeld a.u.b. het productnummer (Enr.) en
het fabricagenummer (FD-nr.) van uw apparaat.
Servicedienst
Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat onze
servicedienst voor u klaar. Wij vinden altijd een passende
oplossing, ook om onnodig bezoek van een technicus te
voorkomen.
Enummer en FDnummer
Geef aan de klantenservice altijd het productnummer (E-nr.) en
het fabricagenummer (FD-nr.) van uw apparaat op, zodat wij u
goed van dienst kunnen zijn. Het typeplaatje met de nummers
vindt u rechts, aan de zijkant van de ovendeur. Om niet te lang
te hoeven zoeken wanneer u de klantenservice nodig heeft,
kunt u hier direct de gegevens van uw apparaat en het
telefoonnummer van de servicedienst invullen.
Enr.
Servicedienst
O
FD-nr.
Energie en milieutips
Let erop dat het bezoek van een technicus van de servicedienst
in het geval van een verkeerde bediening ook tijdens de
garantietijd kosten met zich meebrengt.
De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst
met Servicedienstadressen.
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
NL088 424 4010
B070 222 141
Vertrouw op de competentie van de fabrikant. Dan bent u ervan
verzekerd dat de reparatie wordt uitgevoerd door ervaren
technici die gebruikmaken van de originele reserveonderdelen
voor uw apparaat.
Dit apparaat voldoet aan de norm EN 55011 resp. CISPR 11.
Het is een product van groep 2, klasse B.
Groep 2 betekent dat er een hoge frequentie wordt
geproduceerd om kookgerei te verwarmen. Klasse B houdt in
dat het apparaat geschikt is voor huishoudelijk gebruik.
Hier krijgt u tips over de manier waarop u bij het bakken en
braden in de oven en bij het koken op de kookplaat energie
bespaart en het apparaat op de juiste manier afvoert.
Energie besparen met de oven
■ De oven alleen voorverwarmen als dit in het recept of in de
tabellen van de gebruiksaanwijzing is opgegeven.
■ Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde bakvormen.
Deze nemen de hitte bijzonder goed op.
■ Open de ovendeur tijdens het garen, bakken of braden zo
weinig mogelijk.
■ Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na elkaar bakken.
De oven is dan nog warm. Daardoor is de baktijd voor het
tweede gerecht korter. U kunt ook 2 rechthoekige bakvormen
naast elkaar in de oven plaatsen.
26
■ Bij langere bereidingstijden kunt u de oven 10 minuten voor
het einde van de bereidingstijd uitzetten en de restwarmte
gebruiken voor het afbakken.
Energie besparen met de kookplaat
■ Gebruik pannen met dikke, egale bodems. Niet-egale
bodems verhogen het energieverbruik.
■ De diameter van de bodem van de pan dient overeen te
komen met de grootte van de kookzone. Vooral te kleine
pannen op de kookzone zorgen voor energieverlies. Let op:
de fabrikanten geven vaak de diameter van de bovenkant
van de pan aan. Deze is meestal groter dan de diameter van
de pannenbodem.
■ Gebruik voor kleine hoeveelheden een kleine pan. Een grote,
slechts weinig gevulde pan heeft veel energie nodig.
Page 27
■ Sluit de pannen altijd af met een passend deksel. Wanneer u
kookt zonder deksel heeft u vier maal meer energie nodig.
■ Kook met weinig water. Dit bespaart energie. Bij groente
blijven vitamines en mineralen behouden.
■ Schakel tijdig terug naar een lagere kookstand.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Hier vindt u een keur aan gerechten en de daarbij behorende
optimale instellingen. Wij laten u zien welke
verwarmingsmethode en temperatuur het meest geschikt is
voor uw gerecht. U krijgt informatie over de juiste toebehoren
en de hoogte waarop ze ingeschoven dienen te worden. U
krijgt tips over de te gebruiken vormen en de bereiding.
Aanwijzingen
■ De tabel geldt altijd voor producten die in de onverwarmde
en lege binnenruimte worden geplaatst.
Alleen voorverwarmen wanneer dit in de tabel wordt
aangegeven. Leg pas na het voorverwarmen bakpapier op
de toebehoren.
■ De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Ze zijn
afhankelijk van de kwaliteit en de aard van de
levensmiddelen.
■ Maak gebruik van de meegeleverde toebehoren. Bij de
klantenservice of in de vakhandel kunt u toebehoren of extra
toebehoren kopen.
Verwijder voor het gebruik alle toebehoren en vormen die u
niet nodig heeft uit de binnenruimte.
■ Gebruik altijd een pannenlap wanneer u hete toebehoren of
vormen uit de oven neemt.
Gebak
Bakken op één niveau
Met boven en onderwarmte
Wanneer u met 3D-hetelucht
inschuifhoogtes voor de toebehoren te gebruiken:
■ Gebak in vormen: hoogte
■ Gebak op de plaat: hoogte
Bakken op meerdere niveaus
Gebruik 3Dhetelucht
Inschuifhoogtes bij het bakken op 2 niveaus
■ Braadslede: hoogte
■ Bakplaat: hoogte
Inschuifhoogtes bij het bakken op 3 niveaus
■ Bakplaat: hoogte 5
% lukt het gebak het beste.
: bakt, dient u de volgende
:.
■ Braadslede: hoogte
■ Bakplaat: hoogte
Bakplaten die gelijktijdig in de oven worden gedaan, hoeven
niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
In de tabellen vindt u talrijke voorstellen voor uw gerechten.
Wanneer u met 3 rechthoekige bakvormen tegelijk bakt, zet
deze dan zoals op de afbeelding aangegeven op het rooster.
Bakvormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Bij lichte bakvormen van dunwandig metaal of glazen vormen is
de baktijd langer en wordt het gebak niet zo gelijkmatig bruin.
Wanneer u siliconen vormen wilt gebruiken, raadpleeg dan de
informatie en de recepten van de fabrikant. Vormen van
silicone zijn vaak kleiner dan normale vormen. De deegvormen
en receptgegevens kunnen afwijken.
Tabellen
In de tabellen vindt u voor de verschillende soorten gebak de
optimale verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid en de kwaliteit van het deeg. In
de tabellen zijn bereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
laagste waarde. Een lage temperatuur zorgt ervoor dat het
gerecht gelijkmatiger bruin wordt. Stel de oven indien nodig de
volgende keer hoger in.
De baktijden worden 5 tot 10 minuten korter wanneer u
voorverwarmt.
Bijkomende informatie vindt u onder Tips voor het bakken na
de tabellen.
Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met
de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende
afgedankte elektrische en elektronische apparatuur
(waste electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU
geldige terugneming en verwerking van oude
apparaten.
* Gebak ca. 20 minuten in de uitgeschakelde, gesloten oven laten afkoelen.
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
160-18040-50
140-16060-80
150-17060-70
150-17020-30
160-18050-60
160-18030-40
27
Page 28
Gebak in vormenVormHoogteVerwar-
Bodem zandtaartdeeg met randSpringvorm1
Vruchten- of kwarktaart, bodem van
zandtaartdeeg*
Zwitserse vruchtentaartPizzaplaat1
Hartig gebak (bijv. quiche/uientaart)*Springvorm1
Pizza, dunne bodem met weinig bedekking (voorverwarmen)
* Gebak ca. 20 minuten in de uitgeschakelde, gesloten oven laten afkoelen.
Gebak op de plaatToebehorenHoogteVerwar-
Roer of gistdeeg met droge bedekking Bakplaat2
Roer- of gistdeeg met vochtige bedekking, vruchten
Zwitserse vruchtentaartBraadslede2
Biscuitrol (voorverwarmen)Bakplaat2
Broodvlecht van 500 g bloemBakplaat2
Kerststol van 500 g bloemBakplaat3
Kerststol van 1 kg bloemBakplaat3
Strudel, zoetBraadslede2
BörekBraadslede2
PizzaBakplaat2
Springvorm1
Pizzaplaat1
Braadslede + bakplaat3+1
Braadslede3
Braadslede + bakplaat3+1
Braadslede + bakplaat3+1
mingsmethode
%
%
%
%
%
mingsmethode
%
:
%
:
%
%
%
%
%
%
%
%
:
Temperatuur
in °C
170-19025-35
170-19070-90
220-24035-45
180-20050-60
250-27010-15
Temperatuur
in °C
170-19020-30
150-17035-45
160-18040-50
150-17050-60
210-23040-50
190-21015-20
160-18030-40
160-18060-70
150-17090-100
180-20055-65
180-20040-50
220-24015-25
180-20035-45
Tijdsduur
in minuten
Tijdsduur
in minuten
Klein gebakToebehorenHoogteVerwar-
KoekjesBakplaat3
Braadslede + bakplaat3+1
2 bakplaten + braadslede5+3+1
Sprits (voorverwarmen)Bakplaat3
Bakplaat3
Braadslede + bakplaat3+1
2 bakplaten + braadslede5+3+1
BitterkoekjesBakplaat2
Braadslede + bakplaat3+1
2 bakplaten + braadslede5+3+1
SchuimgebakBakplaat3
Deeg van bijv. soesjesBakplaat2
BladerdeeggebakBakplaat3
Braadslede + bakplaat3+1
2 bakplaten + braadslede5+3+1
GistdeeggebakBakplaat3
Braadslede + bakplaat3+1
mingsmethode
:
:
:
%
:
:
:
%
:
:
:
%
:
:
:
%
:
Temperatuur
in °C
140-16015-25
130-15025-35
130-15030-40
140-15030-40
140-15030-40
140-15030-45
130-14035-50
110-13030-40
100-12035-45
100-12040-50
80-100130-150
200-22030-40
180-20020-30
180-20025-35
160-18035-45
180-20020-30
170-19025-35
Tijdsduur
in minuten
28
Page 29
Brood en broodjes
Bij het bakken van brood de oven voorverwarmen als er niets
anders is aangegeven.
Brood en broodjesToebehorenHoogteVerwar-
Gistbrood van 1,2 kg bloemBraadslede2
Zuurdeegbrood van 1,2 kg
bloem
Broodjes (niet voorverwarmen)Bakplaat3
Broodjes van gistdeeg, zoetBakplaat3
Braadslede2
Braadslede + bakplaat3+1
Giet nooit water in de hete oven.
Bij het bakken op 2 niveaus de braadslede altijd boven de
bakplaat inschuiven.
mingsmethode
%
%
%
%
:
Temperatuur
in °C
270
200
270
200
210-23020-30
170-19015-20
160-18020-30
Tijdsduur
in minuten
8
35-45
8
40-50
Tips voor het bakken
U wilt bakken volgens uw eigen recept. Raadpleeg de baktabellen voor gelijksoortig gebak.
Zo stelt u vast of de cake goed doorbakken is.
Het gebak zakt in.Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de oventemperatuur 10 graden lager
Het gebak is in het midden hoog gerezen en lager bij de randen.
Het gebak wordt te donker aan de
bovenkant.
Het gebak is te droog.Als het gebak klaar is, prikt u er met een prikker kleine gaatjes in. Vervolgens bedruppelt
Het brood of het gebak (bijv. kwarktaart)
ziet er goed uit, maar is van binnen klef
(zacht, doortrokken met waterstrepen).
Het gebak is ongelijkmatig bruin geworden.
Het vruchtengebak is te licht aan de
onderkant.
Het sap van de vruchten stroomt over.Gebruik, indien beschikbaar, de volgende keer de diepere braadslede.
Klein gebak van gistdeeg plakt bij het
bakken aan elkaar.
U hebt op meerdere niveaus gebakken.
Op de bovenste plaat is het gebak donkerder dan op de onderste.
Bij het bakken van vochtig gebak ontstaat er condenswater.
Prik ca. 10 voor het einde van de in het recept vermelde baktijd met een stokje in het
hoogste punt van het gebak. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker zit, is het
gebak klaar.
in.Houd rekening met de omroertijden in het recept.
De rand van de springvorm niet invetten. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig
los met een mes.
Plaats het verder naar binnen, kies een lagere temperatuur en bak het iets langer.
u het met vruchtensap of alcohol. Stel de temperatuur de volgende keer 10 graden
hoger in en houd een kortere baktijd aan.
Gebruik de volgende keer wat minder vloeistof en bak iets langer bij een wat lagere temperatuur. Bij gebak met een vochtige bovenkant bakt u eerst de bodem voor. Bestrooi
het met amandelen of paneermeel en doe dan de bovenlaag erop. Houd u aan de recepten en baktijden.
Kies een wat lagere temperatuur, dan wordt het gebak gelijkmatiger bruin. Gebruik bij
kwetsbaar gebak boven- en onderwarmte
kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zodanig af dat het goed op
de plaat past.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager.
Tussen de gebakstukken dient een afstand van ca. 2 cm te zijn. Zo is er voldoende
plaats en kan het gebak goed rijzen en helemaal bruin worden.
Gebruik voor het bakken op meerdere niveaus altijd 3Dhetelucht
gelijktijdig in de oven worden gedaan, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
Bij het bakken kan waterdamp ontstaan. Deze komt vrij via de deur. De waterdamp kan
neerslaan op het bedieningspaneel of op het meubilair en als condens neerdruppelen.
Dit is normaal.
% op één niveau. Ook bakpapier dat uitsteekt
:. Bakplaten die
29
Page 30
Vlees, gevogelte, vis
Vormen
U kunt alle vormen gebruiken die hittebestendig zijn. Voor grote
stukken vlees is ook de braadslede geschikt.
Het meest geschikt zijn vormen van glas. Let erop dat het
deksel voor de pan past en goed sluit
Gebruikt u geëmailleerde braadpannen, voeg dan wat meer
vloeistof toe.
Bij braadgerei van roestvrij staal wordt het gerecht niet zo erg
bruin en kan het vlees wat minder gaar zijn. Houd langere
bereidingstijden aan.
Opgaven in de tabellen:
Vorm zonder deksel = open
Vorm met deksel = gesloten
Zet de vorm altijd midden op het rooster.
Zet hete vormen van glas op een droge onderzetter. Is de
ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen.
Braden
Voeg aan mager vlees een beetje vloeistof toe. De bodem van
de vorm dient ca. ½ cm bedekt te zijn.
Voeg aan stoofvlees royaal vloeistof toe. De bodem van de
vorm dient ca 1 - 2 cm bedekt te zijn.
De hoeveelheid vloeistof is afhankelijk van het soort vlees en
het materiaal van de vormen. Wanneer u vlees in geëmailleerde
braadvormen klaarmaakt, is er wat meer vloeistof nodig dan in
glazen vormen.
Braadsledes van roestvrij staal zijn slechts beperkt geschikt.
Het vlees gaart langzamer en wordt minder bruin. Houd een
hogere temperatuur en/of een langere bereidingstijd aan.
Grillen
Verwarm bij het grillen ca. 3 minuten voor alvorens het gerecht
in de binnenruimte te plaatsen.
Gril altijd in een gesloten oven.
Gebruik zoveel mogelijk gelijke stukken om te grillen. Zo
worden ze gelijkmatig bruin en blijven ze lekker mals.
Keer de grillstukken na
Zout de steaks pas na het grillen.
Leg de te grillen stukken vlees rechtstreeks op het rooster. Als
u één stuk vlees wilt grillen, lukt dit het best wanneer u het
midden op het rooster legt.
Plaats ook de braadslede op hoogte 1.Het vleessap wordt
opgevangen en de oven blijft schoner.
De bakplaat of braadslede bij het grillen niet op hoogte 4 of 5
plaatsen. Door de sterke hitte vervormen ze en bij verwijdering
kunnen ze de binnenruimte beschadigen.
Het grillelement wordt steeds weer in- en uitgeschakeld. Dit is
normaal. Hoe vaak dit gebeurt, is afhankelijk van de ingestelde
grillstand.
Vlees
Draai stukken vlees na de helft van de tijd om.
Als het vlees klaar is, moet het nog 10 minuten in de
uitgeschakelde, gesloten oven blijven. Het vocht kan zich dan
beter verdelen.
Wikkel rosbief na de bereiding in aluminiumfolie en laat het
10 minuten in de oven nagaren.
Snijd bij varkensvlees met zwoerd, het zwoerd kruisgewijs in en
leg het vlees eerst met het zwoerd naar beneden in de vorm.
Z van de bereidingstijd.
VleesGewichtToebehoren en
Rundvlees
Gestoofd rundvlees1,0 kggesloten2
1,5 kg2
2,0 kg2
Runderfilet, medium1,0 kgopen2
1,5 kg2
Rosbief, medium1,0 kgopen1
Steaks, medium, 3 cm dikRooster5
Kalfsvlees
Gebraden kalfsvlees1,0 kgopen2
2,0 kg2
Varkensvlees
Braadstuk zonder zwoerd (bijv.
halsstuk)
Braadstuk, zonder zwoerd
(bijv. schouder)
Casselerrib met been1,0 kggesloten2
1,0 kgopen1
1,5 kg1
2,0 kg1
1,0 kgopen1
1,5 kg1
2,0 kg1
vormen
HoogteVerwar-
mingsmethode
%
%
%
%
%
4
(
%
%
4
4
4
4
4
4
%
Temperatuur
in °C,
grillstand
200-220120
190-210140
180-200160
210-23070
200-22080
210-23050
315
190-210100
170-190120
200-220100
190-210140
180-200160
200-220120
190-210150
180-200180
210-23070
Tijdsduur
in minuten
Lamsvlees
Lamsbout zonder been, medium 1,5 kgopen1
Gehakt
30
4
150-170120
Page 31
VleesGewichtToebehoren en
Gehaktvan 500 g
Worstjes
WorstjesRooster4
Gevogelte
De gewichtsgegevens in de tabel hebben betrekking op
ongevuld, panklaar gevogelte.
Leg het hele gevogelte eerst met de borstzijde naar beneden
op het rooster. Na
GevogelteGewichtToebehoren en
Kip, heel1,2 kgRooster2
Poularde, heel1,6 kgRooster2
Kip, gehalveerdelk 500 gRooster2
Stukken kipelk 300 gRooster3
Eend, heel2,0 kgRooster2
Gans, heel3,5-4,0 kgRooster2
Kalkoen, heel3,0 kgRooster2
Kalkoenbout1,0 kgRooster2
Z van de opgegeven tijd keren.
vlees
vormen
open1
Braadstukken, zoals kalkoenrollade of kalkoenfilet, halverwege
de opgegeven tijd keren. Stukken gevogelte na
keren.
Prik bij eend of gans het vel onder de vleugels in.Zo kan het vet
weglopen.
Gevogelte wordt bijzonder knapperig bruin als u het tegen het
einde van de bereidingstijd bestrijkt met boter, zout water of
sinaasappelsap.
vormen
HoogteVerwar-
mingsmethode
4
(
HoogteVerwar-
mingsmethode
4
4
4
4
4
4
4
4
Temperatuur
in °C,
grillstand
170-19070
315
Tijdsduur
in minuten
Z van de tijd
Temperatuur
in °C
200-22060-70
190-21080-90
200-22040-50
200-22030-40
170-19090-100
160-170110-130
170-19080-100
180-20090-100
Tijdsduur
in minuten
Vis
Keer visstukken na
Hele vis hoeft niet gekeerd te worden. Plaats de hele vis in de
zwemstand, met de rugvin naar boven, in de oven. Een
VisGewichtToebehoren en
Vis, heelelk ca. 300 gRooster2
Viskotelet, 3 cm dikRooster3
Z van de tijd.
vormen
1,0 kgRooster2
1,5 kgRooster2
ingesneden aardappel of een kleine ovenvaste vorm in de buik
van de vis maakt hem stabieler.
Grilt u direct op het rooster, plaats dan ook de braadslede op
hoogte 1. De vloeistof wordt opgevangen en de oven blijft
schoner.
Tips voor het braden en grillen
Voor het gewicht van het vlees staan
geen gegevens in de tabel.
Hoe kunt u vaststellen of het vlees klaar
is?
Het vlees is te donker en de korst is op
enkele plaatsen verbrand.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is
aangebrand.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is
te licht en te waterig.
Bij het overgieten van het vlees ontstaat
waterdamp.
Maak uw keuze in overeenstemming met het eerstvolgende, lagere gewicht en houd een
langere tijd aan.
Gebruik de vleesthermometer (verkrijgbaar in de speciaalzaak) of doe de “lepeltest".
Druk met een lepel op het vlees. Voelt het stevig aan, dan is het klaar. Geeft het mee,
dan heeft het nog wat tijd nodig.
Controleer de inschuifhoogte en de temperatuur.
Neem de volgende keer kleiner braadgerei of voeg wat meer vloeistof toe.
Gebruik de volgende keer groter braadgerei en voeg minder vloeistof toe.
Dit is normaal. Een groot deel van de waterdamp ontsnapt uit de oven. Het kan neerslaan op het koudere schakelpaneel of op meubilair en als condens neerdruppelen.
HoogteVerwar-
mingsmethode
(
4
4
(
Temperatuur
in °C,
grillstand
320-25
180-20045-50
170-19050-60
220-25
Tijdsduur
in minuten
31
Page 32
Ovenschotels, gegratineerde gerechten, toast
Grilt u direct op het rooster, plaats dan ook de braadslede op
hoogte 1. De oven blijft schoner.
GerechtToebehoren en vormenHoogteVerwar-
Ovenschotels
Ovenschotel, zoetOvenschaal2
PastaschotelOvenschaal2
Gratin
Gegratineerde aardappels, rauwe ingrediënten,
max. 4 cm hoog
Toast
Toast grillen, 4 stuksRooster4
Toast grillen, 12 stuksRooster4
1 ovenschaal2
2 ovenschalen1+3
Kant-en-klaar producten
Houd u aan de opgaven van de fabrikant op de verpakking.
Wanneer u de toebehoren bekleedt met bakpapier, let er dan
op dat het bakpapier geschikt is voor deze temperaturen. Pas
de grootte van het papier aan het gerecht aan.
Plaats de vormen altijd op het rooster.
De bereidingstoestand van een ovenschotel is afhankelijk van
de grootte van de vorm en de hoogte van het gerecht. De
opgaven in de tabellen zijn slechts richtwaarden.
mingsmethode
%
%
4
:
4
4
Het bereidingsresultaat is zeer sterk afhankelijk van het soort
levensmiddelen. Op het rauwe product kunnen al bruine
plekken en ongelijkmatigheden te zien zijn.
Temperatuur
in °C
180-20040-50
210-23030-40
160-18060-80
150-17065-85
160-17010-15
160-17015-20
Tijdsduur
in minuten
GerechtToebehorenHoogteVerwar-
Pizza, diepvries
Pizza met dunne bodemBraadslede2
Braadslede + rooster
Pizza met dikke bodemBraadslede2
Braadslede + rooster
Pizza baguetteBraadslede3
MinipizzaBraadslede3
Pizza, gekoeld, voorverwarmenBraadslede1
Aardappelproducten, diepvries
FritesBraadslede3
Braadslede + bakplaat
KrokettenBraadslede3
Rösti, gevulde aardappelflappenBraadslede3
Brood en banket, diepvries
Broodjes, baguetteBraadslede3
Zoute krakelingenBraadslede3
3+1
3+1
3+1
mingsmethode
6
:
6
:
6
6
6
6
:
6
6
6
6
Temperatuur
in °C,
grillstand
190-21015-20
180-20020-30
170-19020-30
170-19025-35
170-19020-30
180-20010-20
180-20010-15
190-21020-30
180-20030-40
190-21020-25
190-21015-25
190-21010-20
200-22010-20
Tijdsduur
in minuten
Brood en banket, voorgebakken
Afbakbroodjes of -stokbroodBraadslede3
Braadslede + rooster
Groenteballetjes, diepvries
VissticksBraadslede2
Kipsticks, nuggetsBraadslede3
Strudel, diepvries
32
3+1
%
:
6
6
190-21010-20
160-18020-25
200-22010-15
190-21010-20
Page 33
GerechtToebehorenHoogteVerwar-
StrudelBraadslede3
Bijzondere gerechten
Bij lage temperaturen lukt romige yoghurt u met
3D-hetelucht
Verwijder eerst de toebehoren, inhangroosters of telescooprails
uit de binnenruimte.
Yoghurt maken
1. 1 liter melk (3,5 % vet) aan de kook brengen en tot 40 °C
aafkoelen.
2. Hier 150 g yoghurt (koelkasttemperatuur) door roeren.
3. Hiermee koppen of kleine twist-off potjes vullen en afdekken
met vershoudfolie.
GerechtVormenVerwar-
YoghurtKoppen of Twist-Off
Gistdeeg laten rijzenHittebestendige
: even goed als luchtig gistdeeg.
potten
vorm
op de bodem van
de binnenruimte
plaatsen
op de bodem van
de binnenruimte
plaatsen
4. Den binnenruimte zoals aangegeven voorverwarmen
5. De koppen of potjes vervolgens op de bodem van de
binnenruimte zetten en bereiden zoals aangegeven.
Gistdeeg laten rijzen
1. Het gistdeeg maken zoals gebruikelijk, in een hittebestendige
vorm van keramiek leggen en afdekken
2. Den binnenruimte zoals aangegeven voorverwarmen
3. De oven uitschakelen en het deeg in de uitgeschakelde
binnenruimte plaatsen om het te laten rijzen.
mingsmethode
:
:
mingsmethode
6
TemperatuurTijdsduur
50 °C
50 °C
50 °C
Apparaat uitschakelen en
gistdeeg in de binneruimte
plaatsen
Temperatuur
in °C,
grillstand
190-21030-40
Tijdsduur
in minuten
5 m
8 uur
510 min..
2030 min..
Ontdooien
Levensmiddelen uit de verpakking halen en in een geschikte
schaal op het rooster zetten.
DiepvriesToebehoren Hoogte Wijze
Bijv. slagroomtaarten, bakkersroomtaarten, taarten met chocoladeof suikerglazuur, vruchten, kip, worst en vlees, brood, broodjes,
cake en ander gebak
Drogen
Met 3D-hetelucht : kunt u uitstekend drogen.
Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken en was
deze grondig.
Laat ze goed afdruipen en droog ze af.
Vruchten en kruidenToebehorenHoogteVerwar-
600 g appelringenBraadslede + rooster3+1
800 g stukjes peerBraadslede + rooster3+1
1,5 kg kwetsen of pruimtenBraadslede + rooster3+1
200 g panklare keukenkruidenBraadslede + rooster3+1
Let op de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking.
De ontdooitijden zijn afhankelijk van de aard en de hoeveelheid
van de levensmiddelen.
Gevogelte met de borstzijde op het bord leggen.
van verwarmen
Rooster2
Bedek de braadslede en het rooster met bak- of
perkamentpapier.
Fruit of groente met veel vocht enkele malen keren.
Het gedroogde gerecht direct na het drogen losmaken van het
papier.
mingsmethode
B
:
:
:
:
Temperatuurinstelling in °C
De temperatuurkeuzeknop
blijft uitgeschakeld
TemperatuurTijdsduur
80 °Cca. 5 uur
80 °Cca. 8 uur
80 °Cca. 8-10 uur
80 °Cca. 1½ uur
33
Page 34
Inmaak
Voor het inmaken moeten de potten en rubberen ringen
schoon en in orde zijn. Gebruik zo mogelijk potten van gelijke
grootte. De gegevens in de tabel hebben betrekking op ronde
glazen potten van 1 liter.
Attentie!
Gebruik geen grotere of hogere potten. De deksels zouden
kunnen springen.
Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken. Was het
grondig.
De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Deze
kunnen worden beïnvloed door de omgevingstemperatuur, het
aantal potten, de hoeveelheid en de temperatuur van de
inhoud. Controleer voor u om- of uitschakelt of de potten
werkelijk borrelen.
Voorbereiden
1. De potten vullen, niet te
2. De glazen randen schoonmaken.
Fruit in glazen potten van één literWanneer het borrelen begint Nawarmen
3. Leg op elke pot een natte rubberen ring en een deksel.
4. Sluit de potten af met klemmen.
Plaats niet meer dan zes potten in de ovenruimte.
Instellen
1. * Braadslede op hoogte 2 plaatsen. Plaats de glazen potten
zó dat ze elkaar niet raken.
2. ½ Liter heet water (ca. 80 ºC) in de braadslede gieten.
3. Ovendeur sluiten.
4. Onderwarmte $ instellen.
5. Temperatuur op170 tot 180 °C instellen
Inmaak
Fruit
Na ca. 40 tot 50 minuten stijgen er met korte tussenpozen
belletjes op. Schakel de oven uit.
Na 25 tot 35 minuten nawarmen haalt u de weckflessen uit de
ovenruimte. Als u ze langer in de ovenruimte laat afkoelen,
kunnen zich kiemen vormen waardoor het ingemaakte fruit
sneller zuur wordt.
Groente
Zodra er in de potten belletjes opstijgen de temperatuur naar
120 tot 140 °C terugbrengen. Afhankelijk van de soort groente
Groente met koud vocht in glazen potten van één literWanneer het borrelen begint Nawarmen
Ei of eierdooier gaat de vorming van acrylamide tegen.
zodat de frites niet uitdrogen
toast, broodjes, brood of fijne bakwaren (koekjes, taaitaai,
speculaas).
34
Page 35
Testgerechten
Deze tabellen zijn gemaakt voor onderzoeksinstituten om het
controleren en testen van verschillende apparaten te
vergemakkelijken.
Volgens EN 50304/EN 60350 (2009) resp. IEC 60350.
Bakken
Bakken op twee niveaus:
Braadslede altijd boven de bakplaat plaatsen.
Bakken op 3 niveaus:
Braadslede in het midden plaatsen.
Sprits:
Bakplaten die gelijktijdig worden geplaatst, hoeven niet op
hetzelfde moment klaar te zijn.
Bedekte appeltaart op 1 niveau:
Donkere springvormen verspringend naast elkaar plaatsen.
Bedekte appeltaart op 2 niveaus:
Donkere springvormen diagonaal boven elkaar plaatsen, zie
afbeelding.
Gebak in springvormen van blik:
Met boven- en onderwarmte
de braadslede in plaats van het rooster en plaats hier de
springvorm in.
Aanwijzing: Gebruik voor het bakken eerst de laagste
opgegeven temperatuur.
% op 1 niveau bakken. Gebruik
GerechtToebehoren en vormenHoogteVerwar-
Sprits, voorverwarmen*Bakplaat3
Bakplaat3
Bakplaat + braadslede1+3
2 bakplaten + braadslede 1+3+5
Small cakes, voorverwarmen*Bakplaat3
Bakplaat3
Bakplaat + braadslede1+3
2 bakplaten + braadslede 1+3+5
Waterbiscuit, voorverwarmen*Springvorm op het rooster 2
Springvorm op het rooster 2
Donkere appeltaartRooster + 2 springvor-
men Ø 20 cm
2 roosters + 2 springvormen Ø 20 cm
* Om voor te verwarmen niet de functie Snelvoorverwarming gebruiken.
1
1+3
mingsmethode
%
:
:
:
%
:
:
:
%
:
%
:
Grillen
Wanneer u eten direct op het rooster plaatst, schuif dan ook de
braadslede in op hoogte 1.De vloeistof wordt opgevangen en
de oven blijft schoner.
Temperatuur
in °C
140-15030-40
140-15030-40
140-15030-45
130-14040-55
150-17020-35
150-17020-35
140-16030-45
130-15035-55
160-17030-40
160-17025-40
170-19080-100
170-19070-100
Tijdsduur
in minuten
GerechtToebehoren en vormenHoogteVerwar-
Brood roosteren
10 minuten voorverwarmen
Beefburger, 12 stuks*
niet voorverwarmen
Z van de tijd keren
* Na
Rooster5
Rooster + braadslede4+1
mingsmethode
(
(
GrillstandTijdsduur
in minuten
3½-2
325-30
35
Page 36
Robert Bosch Hausgeräte GmbH
Carl-Wery-Straße 34
81739 München
Germany
www.bosch-home.com
*9001039481*
9001039481
950527
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.