BOSCH HCA 748120 User Manual [nl]

Page 1
Fornuis HCA7481.0

[nl] Gebruiksaanwijzing

Page 2
Page 3
Inhoudsopgave
Belangrijke veiligheidsvoorschriften........................................4
Overzicht...............................................................................................6
Schade aan de oven ..........................................................................7
Schade aan de schuiflade ................................................................7
Voor de installateur ............................................................................7
Fornuis met de waterpas horizontaal plaatsen .............................7
Uw nieuwe fornuis...................................................................... 8
Algemeen .............................................................................................8
Kookplaat .............................................................................................8
Bedieningspaneel ...............................................................................9
Binnenruimte..................................................................................... 10
De toebehoren ..........................................................................10
Toebehoren plaatsen ......................................................................10
Extra toebehoren.............................................................................. 11
Klantenserviceartikelen.................................................................. 12
Voor het eerste gebruik ...........................................................12
Tijd instellen ......................................................................................12
De oven opwarmen .........................................................................12
Toebehoren reinigen .......................................................................12
Koken op Inductie ....................................................................13
Voordelen van het Koken op Inductie ......................................... 13
Pannen............................................................................................... 13
Kookplaat instellen...................................................................14
Programmeren van de kookplaat................................................ 14
Timerfunctie....................................................................................... 15
Functie Powerboost......................................................................... 16
Kinderslot .......................................................................................... 16
Automatische tijdslimiet.................................................................. 16
Basisinstellingen .............................................................................. 17
Oven instellen...........................................................................18
Verwarmingsmethode en temperatuur ........................................ 18
Snelvoorverwarming........................................................................ 18
Tijdfuncties instellen................................................................ 18
Kookwekker ......................................................................................18
Tijdsduur ............................................................................................ 19
Eindtijd ............................................................................................... 19
Tijd ......................................................................................................20
Kinderslot.................................................................................. 20
Onderhoud en reiniging........................................................... 20
Schoonmaakmiddelen ....................................................................20
Voor de reiniging ............................................................................. 22
Inschuifrails verwijderen en bevestigen....................................... 22
Ovendeur verwijderen en inbrengen............................................ 23
Deurruiten verwijderen en inbrengen........................................... 23
Wat te doen in geval van een storing .....................................24
Oven ................................................................................................... 24
Storingstabel..................................................................................... 24
De kookplaat .................................................................................... 25
Repareren van storingen................................................................ 25
Normaal geluid tijdens de werking van het apparaat............... 25
Ovenlamp aan het plafond vervangen ........................................ 26
Glazen afscherming......................................................................... 26
[nl]Gebruiksaanwijzing
Servicedienst ............................................................................ 26
Enummer en FDnummer.............................................................. 26
Energie en milieutips .............................................................. 26
Energie besparen met de oven .................................................... 26
Energie besparen met de kookplaat............................................ 26
Milieuvriendelijk afvoeren ...............................................................27
Voor u in onze kookstudio uitgetest.......................................27
Gebak................................................................................................. 27
Tips voor het bakken ...................................................................... 29
Vlees, gevogelte, vis........................................................................ 30
Tips voor het braden en grillen ..................................................... 31
Ovenschotels, gegratineerde gerechten, toast ..........................32
Kant-en-klaar producten ................................................................. 32
Bijzondere gerechten ...................................................................... 33
Ontdooien.......................................................................................... 33
Drogen ...............................................................................................33
Inmaak ............................................................................................... 34
Acrylamide in levensmiddelen................................................34
Testgerechten........................................................................... 35
Bakken............................................................................................... 35
Grillen ................................................................................................. 35
Produktinfo
Meer informatie over producten, accessoires, onderdelen en diensten vindt u op het internet: www.bosch-home.com en in de online-shop: www.bosch-eshop.com
3
Page 4

: Belangrijke veiligheidsvoorschriften

Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Alleen dan kunt u het toestel goed en veilig bedienen. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor later gebruik of om door te geven aan een volgende eigenaar.

Controleer het apparaat na het uitpakken. Niet aansluiten in geval van transportschade.

Alleen een daartoe bevoegd vakman mag apparaten zonder stekker aansluiten. Bij schade door een verkeerde aansluiting maakt u geen aanspraak op garantie.

Dit apparaat is alleen bestemd voor huishoudelijk gebruik en de huiselijke omgeving. Gebruik het uitsluitend voor het bereiden van gerechten en drank. Zorg ervoor dat het apparaat onder toezicht gebruikt wordt. Het toestel alleen gebruiken in gesloten ruimtes.

Dit apparaat is bestemd voor gebruik tot op hoogten van maximaal 2.000 meter boven zeeniveau.

Dit apparaat is niet bestemd voor gebruik met een externe tijdschakelklok of een afstandbediening.

Dek de kookplaat niet af. Dit kan leiden tot ongevallen, bijv. door oververhitting, ontbranding of ontploffend materiaal.

Gebruik geen ongeschikte beveiligingsapparaten of tralies voor de bescherming van kinderen. Dit kan leiden tot ongevallen.

Dit toestel kan worden gebruikt door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met beperkte fysieke, sensorische of geestelijke vermogens of personen die gebrek aan kennis of ervaring hebben, wanneer zij onder toezicht staan van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of geleerd hebben het op een veilige manier te gebruiken en zich bewust zijn van de risico's die het gebruik van het toestel met zich meebrengt.

Kinderen mogen niet met het apparaat spelen. Reiniging en onderhoud van het toestel mogen niet worden uitgevoerd door kinderen, tenzij zij 8 jaar of ouder zijn en onder toezicht staan.

Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan 8 jaar uit de buurt blijven van het toestel of de aansluitkabel.

Toebehoren altijd op de juiste manier in de binnenruimte plaatsen. Zie beschrijving toebehoren in de gebruiksaanwijzing.

Risico van brand!

Brandbare voorwerpen die in de binnenruimte worden bewaard kunnen vlam vatten. Bewaar geen brandbare voorwerpen in de binnenruimte. Open nooit de deur wanneer er sprake is van rookontwikkeling in het apparaat. Het toestel uitschakelen en de stekker uit het stopcontact halen of de zekering in de meterkast uitschakelen.

Risico van brand!

Wanneer de apparaatdeur geopend wordt, ontstaat er een luchtstroom. Het bakpapier kan dan de verwarmingselementen raken en vlam vatten. Tijdens het voorverwarmen mag er nooit bakpapier los op de toebehoren liggen. Verzwaar het bakpapier altijd met een vorm. Bakpapier alleen op het benodigde oppervlak leggen. Het bakpapier mag niet uitsteken over de toebehoren.

Risico van brand!

Hete olie en heet vet vatten snel vlam. Hete olie en heet vet nooit gebruiken zonder toezicht. Vuur nooit blussen met water. Schakel de kookzone uit. Vlammen voorzichtig met een deksel, smoordeksel of iets dergelijks verstikken.

Risico van brand!

De kookzones worden erg heet. Nooit brandbare voorwerpen op de kookplaat leggen. Geen voorwerpen op de kookplaat leggen.

Risico van brand!

De kookplaat schakelt vanzelf uit en kan niet meer worden bediend. Hij kan later per ongeluk worden ingeschakeld. Zekering in de meterkast uitschakelen. Contact opnemen met de klantenservice.

Brandgevaar!

Het apparaat wordt erg heet, brandbare materialen kunnen snel vlam vatten. Bewaar of gebruik geen brandbare voorwerpen ( bijv. spuitbussen, reinigingsmiddelen) onder of in de nabijheid van de oven. Bewaar geen brandbare voorwerpen in of op de oven.

Risico van brand!

Het oppervlak van de schuiflade kan erg heet worden. Bewaar alleen oventoebehoren in de schuiflade. Ontvlambare en brandbare voorwerpen mogen niet in de ovenlade worden opgeborgen.
4
Page 5

Risico van verbranding!

Het toestel wordt zeer heet. Nooit de hete vlakken in de binnenruimte of verwarmingselementen aanraken. Het apparaat altijd laten afkoelen. Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.

Risico van verbranding!

Toebehoren of vormen worden zeer heet. Neem hete toebehoren en vormen altijd met behulp van een pannenlap uit de binnenruimte.

Risico van verbranding!

Alcoholdampen kunnen in de binnenruimte vlam vatten. Nooit gerechten klaarmaken die een hoog percentage alcohol bevatten. Alleen kleine hoeveelheden drank met een hoog alcoholpercentage gebruiken. De deur van het toestel voorzichtig openen.

Verbrandingsgevaar!

Tijdens het gebruikt worden de oppervlakken van het apparaat heet. De hete oppervlakken niet aanraken. Houd kinderen uit de buurt van het toestel.

Risico van verbranding!

De kookzones en met name een eventueel aanwezige kookplaatomlijsting worden zeer heet. Raak de hete oppervlakken nooit aan. Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.

Risico van verbranding!

De kookzone warmt op, maar de indicatie functioneert niet Zekering in de meterkast uitschakelen. Contact opnemen met de klantenservice.

Risico van verbranding!

Voorwerpen van metaal worden zeer snel heet op de kookplaat. Leg nooit voorwerpen van metaal, zoals messen, vorken, lepels of deksels, op de kookplaat.

Risico van verbranding!

Na elk gebruik de kookzone met de bedieningsknop uitschakelen. Wacht niet tot de kookzone automatisch uitgaat, omdat er geen kook- of bakgerei meer op staat.

Risico van verbranding!

Door overgelopen etenswaar of voorwerpen die op de kookplaat zijn gelegd kan de herkenning van de pan worden uitgeschakeld. Na gebruik de kookplaat altijd met de hoofdschakelaar uitschakelen.

Verbrandingsgevaar!

Het apparaat wordt heet tijdens de bereiding. Laat het voor de reiniging afkoelen.
onderdelen nooit aanraken. Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.

Risico van verbranding!

Bij het openen van de apparaatdeur kan hete stoom vrijkomen. De deur van het toestel voorzichtig openen. Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.

Kans op verbrandingen!

Door water in de hete binnnruimte kan hete waterdamp ontstaan. Nooit water in de hete binnenruimte gieten.

Risico van letsel!

Wanneer er krassen op het glas van de apparaatdeur zitten, kan dit springen. Geen schraper, scherpe of schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.

Risico van letsel!

Het gebruik van ongeschikte wokpannen kan tot ongelukken leiden. Gebruik alleen de wokpan die als extra accessoire verkrijgbaar is bij de fabrikant.

Risico van letsel!

Bij de bereiding au-bain-marie kunnen de kookplaat en kookvorm barsten door oververhitting. De au-bain-marie kookvorm mag niet in direct contact komen met de bodem van de pan die met water is gevuld. Gebruik alleen hittebestendige vormen.

Risico van letsel!

Wanneer er vloeistof zit tussen de bodem van de pan en de kookzone kunnen kookpannen plotseling in de hoogte springen. Zorg ervoor dat de kookzone en de bodem van de pan altijd droog zijn.

Risico van letsel!

Wordt het toestel onbevestigd op een sokkel geplaatst, dan kan het hiervan afglijden. Het toestel moet goed aan de sokkel worden bevestigd.

Kantelgevaar!

Waarschuwing: Om te voorkomen dat het
apparaat kantelt, moet een kantelbeveiliging worden gemonteerd. Lees de montage-instructies door.

Kans op verbranding!

Tijdens het gebruik worden de toegankelijke onderdelen heet. De hete

Kans op een elektrische schok!

Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties en de vervanging van beschadigde aansluitleidingen mogen uitsluitend worden uitgevoerd door
5
Page 6
technici die zijn geïnstrueerd door de klantenservice. Is het apparaat defect, haal dan de stekker uit het stopcontact of schakel de zekering in de meterkast uit. Contact opnemen met de klantenservice.

Kans op een elektrische schok!

De kabelisolatie van hete toestelonderdelen kan smelten. Zorg ervoor dat er nooit aansluitkabels van elektrische toestellen in contact komen met hete onderdelen van het apparaat.

Kans op een elektrische schok!

Binnendringend vocht kan een schok veroorzaken. Geen hogedrukreiniger of stoomreiniger gebruiken.

Kans op een elektrische schok!

Bij vervanging van de lamp in de binnenruimte staan de contacten van de lampfitting onder stroom. Trek voordat u tot vervanging overgaat de netstekker uit het stopcontact trekken of schakel de zekering in de meterkast uit.

Kans op een elektrische schok!

Een defect toestel kan een schok veroorzaken. Een defect toestel nooit
inschakelen. De netstekker uit het stopcontact halen of de zekering in de meterkast uitschakelen. Contact opnemen met de klantenservice.

Kans op een elektrische schok!

Scheuren of barsten in het glaskeramiek kunnen schokken veroorzaken. Zekering in de meterkast uitschakelen. Contact opnemen met de klantenservice.

Gevaar door elektromagnetische storing!

Het inductiekookveld kan elektromagnetische storingen veroorzaken. Elektronische implantaten of apparaten, zoals pacemakers, insulinepompen of gehoorapparaten, kunnen nadelig worden beïnvloed. Dragers van elektronische implantaten of apparaten mogen niet in de buurt komen van het inductiekookveld.

Oorzaken van schade

Kookplaat
Attentie!
Door ruwe bodems van pannen ontstaan krassen op het
glaskeramiek.
U dient te voorkomen dat pannen leeg koken. Hierdoor kan
schade ontstaan.
Nooit hete pannen op het bedieningspaneel, het
indicatiegebied of de omlijsting zetten. Hierdoor kan schade ontstaan.
Schade Oorzaak Maatregel
Vlekken Overgelopen etenswaar Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper.
Ongeschikte reinigingsmiddelen Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor glaskeramiek.
Krassen Zout, suiker en zand Gebruik de kookplaat niet als plaats om iets neer te zetten of als werkvlak.
Door ruwe bodems van pannen ont­staan krassen op het glaskeramiek.
Verkleuringen Ongeschikte reinigingsmiddelen Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor glaskeramiek.
Slijtage van pannen (bijv. aluminium) Til de pannen tijdens het verplaatsen op.
Defecten aan het oppervlak
Suiker, zeer suikerhoudende gerech­ten
Controleer uw kook- en bakgerei.
Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper.
Wanneer er harde en puntige voorwerpen op de kookplaat
vallen, kan deze beschadigd raken.
Aluminiumfolie of kook- of bakgerei van kunststof smelten op
de hete kookzones. Bakpapier is niet geschikt voor uw kookplaat.

Overzicht

In de volgende tabel vindt u de meest voorkomende schade:
6
Page 7

Schade aan de oven

Attentie!
Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de bodem van de
binnenruimte: Geen toebehoren op de bodem van de binnenruimte leggen. Geen bakpapier of folie, van welk type dan ook, op de bodem van de binnenruimte leggen. Geen vorm op de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is. Er ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De bak- en braadtijden kloppen niet meer en het email wordt beschadigd.
Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de hete
binnenruimte gieten. Er ontstaat dan waterdamp. Door de verandering van temperatuur kan schade aan het email ontstaan.
Vochtige levensmiddelen: Geen vochtige levensmiddelen
langere tijd in de afgesloten binnenruimte bewaren. Het email raakt dan beschadigd.
Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig vruchtengebak niet
te overvloedig bedekken. Vruchtensap dat van de bakplaat druppelt, laat vlekken achter die niet meer kunnen worden verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere braadslede.
Afkoelen met open apparaatdeur: De binnenruimte alleen
laten afkoelen wanneer deze afgesloten is. Ook wanneer de deur slechts op een kier openstaat, kan de voorzijde van aangrenzende meubels op den duur worden beschadigd.
Sterk vervuilde deurdichting: is de deurdichting sterk vervuild,
dan sluit de apparaatdeur tijdens het gebruik niet meer goed. De voorzijde van aangrenzende meubels kan worden beschadigd.Zorg ervoor dat de deurdichting altijd schoon is.
Apparaatdeur als vlak om op iets op te leggen of te plaatsen:
niets op de apparaatdeur leggen of plaatsen en er niets aan hangen. Geen vormen of toebehoren op de apparaatdeur plaatsen.
Toebehoren inschuiven: afhankelijk van het type toestel
kunnen de toebehoren krassen geven op de deur. Toebehoren altijd tot de aanslag in de binnenruimte schuiven.
Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de deurgreep
vasthouden of dragen. De deurgreep houdt op den duur het gewicht van het apparaat niet en kan afbreken.

Schade aan de schuiflade

Attentie!
Leg geen hete voorwerpen in de schuiflade. Deze kan beschadigd raken.

Opstellen en aansluiten

Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting dient uitgevoerd te worden door een daartoe bevoegd vakman. De voorschriften van de verantwoordelijke elektriciteitsmaatschappij dienen te worden nageleefd.
Wanneer het toestel verkeerd wordt aangesloten, heeft u geen recht op garantie.

Voor de installateur

De installatie dient te beschikken over een schakelaar met
een contactopening van minstens 3 mm. Bij aansluiting met een stekker is dit niet noodzakelijk wanneer de stekker voor de gebruiker toegankelijk is.
Elektrische veiligheid: het fornuis is een apparaat van
veiligheidsklasse I en mag alleen met een geaarde aansluiting worden gebruikt.
Voor de aansluiting van het apparaat dient een kabel van het
type H 05 VV-F of gelijkwaardig te worden gebruikt.
Apparaten die voorzien zijn van een stekker mogen alleen op
volgens voorschrift geïnstalleerde stopcontacten, beveiligd met een zekering van max. 25 A, 3x4 mm², worden aangesloten.

Fornuis met de waterpas horizontaal plaatsen

Zet het fornuis direct op de vloer.
1. Ovenlade eruit trekken en er naar boven uittillen.
Aan de onderkant bevinden zich binnenin voor en achter stelvoeten.
2. De stelvoeten zo nodig met een zeskantsleutel omhoog of
omlaag draaien, tot het fornuis waterpas staat (Afbeelding A).
3. Ovenlade weer inschuiven (Afbeelding B).
%$
Bevestiging aan de wand
Om te voorkomen dat het fornuis kantelt, dient u het met de meegeleverde haak aan de wand te bevestigen. Neem het montagevoorschrift voor bevestiging aan de wand in acht.
7
Page 8

Uw nieuwe fornuis

Hier maakt u kennis met uw nieuwe fornuis. Wij leggen u de werking van het bedieningspaneel, de kookplaat en de

Algemeen

De uitvoering hangt van het type apparaat af.

Toelichting
1 Kookplaat**
2 Bedieningspaneel**
3 Koelventilator
4 Ovendeur**
5* Ovenlade**
* Optioneel (beschikbaar voor enekele apparaten) ** Al naargelang het apparaattype zijn detailafwijkingen moge-
lijk.
afzonderlijke bedieningselementen uit. U krijgt informatie over de binnenruimte en de toebehoren.
Kookplaat
Hier krijgt u een overzicht van het bedieningspaneel. De uitvoering hangt van het type apparaat af.
 

,(&

: :
: :
: :
8
Page 9
Het bedieningspaneel
Bedieningsvlakken
# $
A/@
G
boost
0 D
Indicatoren
‹ ‚-Š
Kookzone
Enkelvoudige kookzone Gebruik een pan met de geschikte maat.
$
Gebruik enkel pannen die geschikt zijn om te koken op inductie, zie hoofdstuk “Geschikte pannen".
Restwarmte-indicator
De kookplaat beschikt over een restwarmte-indicator in elke kookzone, die aanduidt welke nog warm zijn. Raak kookzones met die indicatie niet aan.
Hoofdschakelaar
De kookzone selecteren
Instellingen selecteren
Functie Powerboost
Timerfunctie
Kinderslot
Operationaliteit
Vermogensstanden
Indicatoren
/œ ‹‹
Bedieningsvlakken
Bij het aanraken van een symbool wordt de overeenkomstige functie geactiveerd.
Aanwijzing: Zorg ervoor dat de bedieningsvlakken altijd droog zijn. Vocht heeft een negatieve invloed op de werking.
De kookzones
Ook als de plaat uitgeschakeld is, blijft de indicator branden zolang de kookzone warm is.
Als de pan van de plaat genomen wordt voordat de kookzone uitgeschakeld is, verschijnen afwisselend de indicator de geselecteerde vermogensstand.
Functie Powerboost
Restwarmte
Timerfunctie
œ of •,
œ o en

Bedieningspaneel

Al naargelang apparaattype zijn detailafwijkingen mogelijk.
Functieknop
De functieknop dient ertoe om het verhittingstype te kiezen.
Stand Gebruik
Nulstand De oven is uitgeschakeld.
Û
Hete lucht 3D* Voor taarten en banket. Het is
<
Boven- en onder-
%
warmte*
* Verhittingstype waarmee de energie-efficiëntieklasse wordt
bepaald volgens EN60350.
mogelijk om op drie niveaus te bakken. Een turbine, die zich in de achterwand van de oven bevindt, verdeelt de warmte gelijkmatig over de oven.
Voor taarten, gegratineerde gerechten en mager braadvlees, bv. kalfsvlees of wild, op een niveau. De warmte is afkomstig van de bovenste en onderste weerstand.
Stand Gebruik
Pizzafunctie Snelle bereiding van diepvries-
6
Heteluchtgrill Braden van stukken vlees, gevo-
7
Grill, groot oppervlak Op de grill braden van biefstuk-
(
Grill, klein oppervlak Op de grill braden van kleine bief-
*
* Verhittingstype waarmee de energie-efficiëntieklasse wordt
bepaald volgens EN60350.
voedsel zonder voorverwarmen, bv. pizza, frites of bladerdeegge­bak. De warmte is afkomstig van de onderste weerstand en van de turbine die zich in de achterwand bevindt.
gelte en vis. De grillweerstand en de ventilator worden afwisselend in- en uitgeschakeld. De turbine zorgt ervoor dat de door de grill afgegeven warmte rond het voed­sel circuleert.
ken, worstjes, toast en vis. Het hele oppervlak onder de grillweer­stand wordt verwarmd.
stukken, worstjes, toast en vis. Het middengedeelte van de grillweer­stand wordt verwarmd.
9
Page 10
Stand Gebruik
Onderwarmte Konfijten, bakken en gratineren.
$
Ontdooien Ontdooien, bv. vlees, gevogelte,
B
Lampje Het ovenlampje aandoen.
^
* Verhittingstype waarmee de energie-efficiëntieklasse wordt
bepaald volgens EN60350.
Als er een verhittingstype wordt geselecteerd gaat het ovenlampje aan.
Temperatuurkeuzeknop
Met de temperatuurkeuzeknop kunt u de temperatuur en de grillstand instellen.
Standen Functie
ÿ
50-270 Temperatuurbe-
1, 2, 3 Grillstanden
Terwijl de oven opwarmt, brandt het temperatuursymbool het display. Als het opwarmen wordt onderbroken, gaat het symbool uit. Bij sommige instellingen brandt het niet.
Toetsen en indicatie
Met de toetsen stelt u verschillende extra functies in. Op het display kunt u de ingestelde waarden aflezen.
Nulstand Oven niet heet.
reik
De warmte is afkomstig van de onderste weerstand.
brood en taarten. De turbine laat de hete lucht rond het voedsel cir­culeren.
Temperatuurinstellingen in °C.
Grillstanden voor de grill, klein en groot
Stand 1 = zwak
Stand 2 = gemiddeld
Stand 3 = sterk
( oppervlak.
p in
*
Toets Gebruik
Snel voorverwarmen De oven bijzonder snel voorver-
c
Tijdfuncties
0
Kinderslot Ovenfuncties blokkeren en deblok-
D
Min
A
Plus
@
Aan de haakjes [ ] om het betreffende symbool ziet u welke tijdfunctie in het display op de voorgrond staat. Uitzondering: bij de tijd is het symbool 0 alleen verlicht wanneer u wijzigingen invoert.
Toetsen
Onder de afzonderlijke toetsen bevinden zich sensoren. U hoeft niet hard te drukken. Raak alleen het betreffende symbool aan.
warmen
Kookwekker Eindtijd
keren.
Instelwaarden verlagen.
Instelwaarden verhogen.
U, Tijdsduur r,
p en Tijd 0 kiezen.
Binnenruimte
In de binnenruimte bevindt zich de ovenlamp. Een koelventilator beschermt de oven tegen oververhitting.
Ovenlamp
Tijdens het gebruik brandt de ovenlamp in de binnenruimte. Met de stand inschakelen zonder verwarming.
Koelventilator
De koelventilator wordt zo nodig in- en uitgeschakeld. De warme lucht ontsnapt via de deur. Let op! De ventilatiesleuven niet afdekken. Anders raakt de oven oververhit.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat de binnenruimte na gebruik sneller afkoelt.
^ van de functiekeuzeknop kunt u de lamp

De toebehoren

De meegeleverde toebehoren zijn geschikt voor vele gerechten. Let erop dat u de toebehoren altijd op de juiste manier in de binnenruimte plaatst.
Het grote assortiment speciale toebehoren zorgt ervoor dat vele van uw gerechten nog beter lukken en u de oven nog comfortabler kunt gebruiken.

Toebehoren plaatsen

U kunt de toebehoren op 5 verschillende hoogtes in de binnenruimte plaatsen. Altijd tot de aanslag inschuiven, zodat de toebehoren de deurruit niet raken.
  
De toebehoren kunnen tot ongeveer halverwege naar buiten worden getrokken, tot ze inklikken. Zo kunnen de gerechten gemakkelijk uit de oven worden genomen.
Zorg ervoor dat de toebehoren met de welving naar achteren in de binnenruimte worden geplaatst. Alleen zo klikken ze in.
Aanwijzing: Wanneer de toebehoren heet worden, kunnen ze vervormen. De vervorming verdwijnt weer nadat ze zijn afgekoeld. Dit heeft geen invloed op de werking ervan.
10
Page 11
Toebehoren kunt u nabestellen bij de klantenservice, in de vakhandel of via Internet. Geef hiervoor alstublieft het HEZnummer op.
Rooster Voor servies, taart- en cakevormen, braadstukken, grillstukken en diep­vriesgerechten.
Het rooster met de open kant naar de ovendeur en de welving naar beneden
Braadslede Voor vochtig gebak, taarten, diep­vriesgerechten en grote braadstuk­ken. Hij kan ook worden gebruikt om het vet op te vangen, als u direct op het rooster grilt.
Plaats de braadslede met de schuine kant naar de ovendeur.
Extra toebehoren HEZ nummer Gebruik
Rooster HEZ334000 Voor servies, taart- en cakevormen, braadstukken, grillstukken
Emaillen bakplaat HEZ331003 Voor gebak en koekjes.
Braadslede HEZ332003 Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote
Inzetrooster HEZ324000 Voor braadstukken. Plaats het rooster altijd in de braadslede.
Grillplaat HEZ325000 Om te grillen in plaats van het rooster of als bescherming
Pizzaplaat HEZ317000 Ideaal voor pizza's, diepvriesproducten of grote ronde taarten.
Baksteen HEZ327000 De baksteen is met name geschikt voor het bakken van brood,
Emaillen bakplaat met antiaanbaklaag HEZ331011 Gebak en koekjes kunnen gemakkelijker van de bakplaat wor-
Braadslede met antiaanbaklaag HEZ332011 Vochtige taart, gebak, diepvriesgerechten en grote stukken
Braadpan met inzetrooster HEZ333003 Bijzonder geschikt voor het klaarmaken van grote hoeveelhe-
Deksel voor de braadpan HEZ333001 Het deksel maakt er een echte braadpan van.
Glazen braadpan HEZ915001 De glazen braadpan is geschikt voor stoofgerechten en oven-
Telescooprails
2-voudig HEZ338250 Met de uitschuifbare rails op hoogte 2 en 3 kunt u de toebeho-
¾ inschuiven.

Extra toebehoren

Extra toebehoren kunt u kopen bij de klantenservice of in speciaalzaken. Een omvangrijk aanbod voor uw oven vindt u in onze prospectussen of op het internet. De beschikbaarheid en de online-bestelmogelijkheid van extra toebehoren varieert in de verschillende landen, zie hiervoor de verkoopdocumentatie.
Niet elk accessoire van de extra toebehoren past bij elk apparaat. Geef bij de aankoop alstublieft de precieze aanduiding (E-nr.) van uw toestel aan.
en diepvriesgerechten.
Schuif de bakplaat met de schuine kant naar de ovendeur in de oven.
braadstukken. Hij kan ook worden gebruikt om het vet op te vangen, als u direct op het rooster grilt.
Schuif de braadslede met de schuine kant naar de ovendeur in de oven.
Afdruipend vet en vleessap worden opgevangen.
tegen spetters, zodat de oven niet al te vuil wordt. De grillplaat alleen gebruiken in de braadslede.
Grillen op de grillplaat: alleen gebruiken op de inschuifhoogtes 1, 2 en 3.
Grillplaat als bescherming tegen spetters: braadslede met grill­plaat inschuiven onder het rooster.
In plaats van de braadslede kunt u ook de pizzaplaat gebrui­ken. Zet de plaat op het rooster en houd u aan de informatie in de tabellen.
broodjes en pizza's die een knapperige bodem moeten heb­ben. De baksteen moet altijd op de aanbevolen temperatuur worden voorverwarmd.
den losgemaakt. Schuif de bakplaat met de schuine kant naar de ovendeur in de oven.
vlees laten gemakkelijker los van de braadslede. Braadslede met de schuine kant naar de ovendeur in de oven schuiven.
den.
schotels die u klaarmaakt in de oven. Hij is bijzonder geschikt voor de automatische programma's of de braadautomaat.
ren verder naar buiten trekken, zonder dat ze omkiepen.
11
Page 12
Extra toebehoren HEZ nummer Gebruik
3-voudig HEZ338352 Met de telescooprails op hoogte 1, 2 en 3 kunt u de toebeho-
3-voudige volledige uitschuifvoorziening HEZ338356 Met de uitschuifbare rails op hoogte 1, 2 en 3 kunt u de toebe-
3-voudige volledige uitschuifvoorziening met stopfunctie
Zelfreinigende zijwanden
Apparaten met één ovenlamp HEZ339020 Om ervoor te zorgen dat de binnenruimte tijdens het gebruik
Wasemfilter HEZ329000 Deze kunt u achteraf aanbrengen in de oven. De wasemfilter
Systeemstoomapparaat HEZ24D300 Voor het gezond klaarmaken van groente en vis.
HEZ338357 Met de uitschuifbare rails op hoogte 1, 2 en 3 kunt u de toebe-
ren verder naar buiten trekken, zonder dat ze omkiepen.
De 3-voudige uitschuifvoorziening is niet geschikt voor appara­ten met draaispit.
horen helemaal naar buiten trekken, zonder dat ze omkiepen.
De 3-voudige volledige uitschuifvoorziening is niet geschikt voor apparaten met draaispit.
horen helemaal naar buiten trekken, zonder dat ze omkiepen. De uitschuifrails klikken in, zodat de toebehoren er gemakkelijk op kunnen worden gelegd.
De 3-voudige volledige uitschuifvoorziening met stopfunctie is niet geschikt voor apparaten met draaispit.
vanzelf wordt gereinigd, kunt u achteraf zijwanden aanbrengen.
filtert de vetdeeltjes uit de afvoerlucht en beperkt de geuren.
Alleen voor apparaten met een 6, 7 of 8 als tweede cijfer van het E-nr. (bijv. B. HBA3
8B750)
Klantenserviceartikelen
Voor uw huishoudelijke apparaten kunt u bij de klantenservice, in de vakhandel of via het Internet voor afzonderlijke landen in
Schoonmaakdoekjes voor roestvrijstalen oppervlakken
Ovengrillreinigergel Artikel-nr. 463582 Voor het reinigen van de binnenruimte. De gel is reukloos.
Microvezeldoek met honingraatstructuur Artikelnr. 460770 Bijzonder geschikt voor het schoonmaken van gevoelige
Deurbeveiliging Artikel-nr. 612594 Om te voorkomen dat kinderen de ovendeur openen. De
Artikelnr. 311134 Het afzetten van vuil wordt tegengegaan. Door de impregnatie
de e-shop de juiste onderhouds en reinigingsmiddelen of andere toebehoren kopen. Geef hiervoor het betreffende artikelnummer op.
met een speciale olie worden de oppervlakken van roestvrij­stalen apparaten optimaal schoongemaakt.
oppervlakken, zoals bijv. glas, glaskeramiek, roestvrij staal of aluminium. Het microvezeldoekje verwijdert in één keer voch­tig en vethoudend vuil.
beveiliging wordt vastgeschroefd op een manier die afhangt van de apparaatdeur. Neem de aanwijzingen in het bijlageblad bij de deurbeveiliging in acht.

Voor het eerste gebruik

Hier vindt u alles wat u moet doen voordat u voor het eerst gerechten klaarmaakt met de oven. Lees eerst het hoofdstuk Veiligheidsvoorschriften.

Tijd instellen

Na de aansluiting knipperen op het display het symbool 0 en vier nullen. Stel de tijd in.
1. De toets 0 indrukken.
Op het display verschijnt de tijd 12:00. De tijdsymbolen zijn verlicht, de haakjes staan om
2. Met de toets @ of A de tijd instellen.
Na enkele seconden wordt de ingestelde tijd overgenomen.
0.

De oven opwarmen

Om de geur van het nieuwe te verwijderen, warmt u de lege, gesloten oven op. Ideaal hiervoor is een uur bij Boven- en onderwarmte verpakkingsresten in de binnenruimte bevinden.
Ventileer de keuken zolang de oven opwarmt.
1. Met de functiekeuzeknop Boven- en onderwarmte %
instellen.
2. Met de temperatuurkeuzeknop 240 °C instellen.
Na een uur de oven uitschakelen. Hiervoor de functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
% op 240 °C. Let erop dat zich geen

Toebehoren reinigen

Reinig de toebehoren voor het eerste gebruik grondig met warm zeepsop en een zacht schoonmaakdoekje.
12
Page 13

Koken op Inductie

Voordelen van het Koken op Inductie

Koken op Inductie betekent een radicale verandering van de traditionele wijze van verwarmen, aangezien de warmte rechtstreeks in de pan wordt gegenereerd. Daarom biedt het een aantal voordelen:
Tijdbesparing bij het koken en frituren; doordat de pan
rechtstreeks wordt verwarmd.
Dit werkt energiebesparend.
Eenvoudiger in onderhoud en reiniging. Overgelopen
voedingswaren verbranden minder snel.
Warmte- en veiligheidscontrole; de plaat levert energie of
stopt de energietoevoer onmiddellijk als op de controleknop wordt gedrukt. De inductiekookzone levert geen warmte meer af als de pan wordt weggenomen, ook al wordt het apparaat voor die tijd niet uitgeschakeld.

Pannen

Uitsluitend geschikt voor inductiekoken zijn ferromagnetische pannen zoals van:
geëmailleerd staal
gietijzer
speciale pannen voor inductie van roestvrij staal.
Kijk, om te weten of de pannen geschikt zijn, of de bodem van de pan wordt aangetrokken door een magneet.
Er bestaat een ander soort pannen speciaal voor inductie, met een niet geheel ferromagnetische bodem.
Bij het gebruik van grote pannen met een ferromagnetische zone met een kleinere diameter, wordt enkel de ferromagnetische zone verwarmd, zodat de warmte niet homogeen kan worden verdeeld.
Pannen met aluminium kookzo­nes in de bodem verkleinen de ferromagnetische zone, zodat het geleverde vermogen lager kan zijn en er problemen kunnen ontstaan bij de detectie van de pan en het kan zelfs zijn dat deze niet wordt gedetecteerd.
Om goede kookresultaten te ver­krijgen, is het raadzaam dat de diameter van de ferromagneti­sche zone van de pan is afge­stemd op de maat van de kookzone. Als de pan op een kookzone niet wordt gedetec­teerd, probeer hem dan op de zone met een iets kleinere dia­meter.
Niet geschikte pannen
Gebruik nooit straalplaten of pannen van:
dun normaal staal
glas
aardewerk
koper
aluminium
Kenmerken van de bodem van de pan
De kenmerken van de bodem van de pannen kunnen invloed hebben op de homogeniteit van het kookresultaat. Pannen die gemaakt zijn van materialen die warmte verspreiden, zoals "sandwich" pannen van roestvrij staal, verdelen de warmte op gelijkmatige wijze, waardoor tijd en energie worden bespaard.
Geen pan of ongeschikte afmeting
Als er geen pan op de geselecteerde kookzone wordt geplaatst of als deze niet van het geschikte materiaal is of geen geschikte afmeting heeft, knippert de kookstand op de indicator van de kookzone. Plaats een geschikte pan, zodat het knipperen stopt. Als er meer dan 90 seconden wordt gewacht gaat de kookzone automatisch uit.
Lege pannen of pannen met een dunne bodem
Verwarm geen lege pannen en gebruik geen pannen met dunne bodem. De kookplaat is uitgerust met een intern veiligheidssysteem, maar een lege pan kan zo snel heet worden dat de functie “automatisch uitschakelen" geen tijd heeft om te reageren, waardoor de temperatuur erg kan oplopen. De bodem van de pan kan smelten en het glas van de kookplaat beschadigen. Raak in dat geval de pan niet aan en schakel de kookzone uit. Als het apparaat na het afkoelen niet werkt, neem dan contact op met de technische dienst.
Pandetectie
Iedere kookzone heeft een minimumlimiet voor pandetectie, die afhankelijk is van het materiaal van de pan die wordt gebruikt. Daardoor mag alleen de kookzone worden gebruikt die het meest geschikt is voor de pan.
13
Page 14

Kookplaat instellen

Dit hoofdstuk maakt u met de instelling van uw kookplaat vertrouwd. In de tabel vindt u kookstanden en bereidingstijden voor verschillende gerechten.

Programmeren van de kookplaat

In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe een kookzone kan worden afgesteld. In de tabel staan de kookstanden en de bereidingstijden voor verschillende gerechten vermeld.
De kookplaat in- en uitschakelen
De kookplaat wordt in- en uitgeschakeld met de hoofdschakelaar.
Inschakelen: druk op het symbool signaal. De indicator die zich naast de hoofdschakelaar bevindt en de indicatoren kookplaat is klaar om te werken.
Uitschakelen: druk op het symbool doven. Alle kookzones zijn uitgeschakeld. De restwarmte­indicator blijft branden tot de kookzones voldoende afgekoeld zijn.
Aanwijzingen
De kookplaat wordt automatisch uitgeschakeld zodra alle
kookzones meer dan 20 seconden uitgeschakeld zijn.
De geselecteerde instellingen blijven opgeslagen gedurende
de eerste 4 seconden na het uitschakelen van de plaat. Indien de kookplaat opnieuw wordt ingeschakeld binnen deze tijdsperiode, dan worden de vorige instellingen toegepast.
Afstellen van de kookzone
Selecteer de gewenste vermogensstand met de symbolen + en -.
Vermogensstand 1 = minimumvermogen.
Vermogensstand 9 = maximumvermogen.
Elke vermogensstand is voorzien van een tussenliggende instelling. Deze wordt aangegeven met een punt.
Selecteer de kookzone en de gewenste vermogensstand
De kookplaat moet ingeschakeld zijn.
1. Selecteer de kookzone met het symbool $.
van de kookzones gaan branden. De
#. Er klinkt een akoestisch
# totdat de indicatoren
2. Druk binnen de volgende 10 seconden op het symbool +
of -. De basisinstelling wordt getoond: Symbool + vermogensstand 9 Symbool - vermogensstand 4
 
De vermogensstand is afgesteld.
De vermogensstand wijzigen
Selecteer de kookzone en druk op het symbool + of - tot de gewenste vermogensstand verschijnt.
De kookzone uitschakelen
Selecteer de kookzone en druk vervolgens op het symbool + of
verschijnt.
- tot
De kookzone wordt uitgeschakeld en de restwarmte-indicator verschijnt.
Aanwijzingen
Als er geen pan op de inductiekookzone wordt geplaatst,
gaat de geselecteerde vermogensstand knipperen. Na een tijdje wordt de kookzone uitgeschakeld.
Als er een pan op de kookzone staat voordat de plaat wordt
ingeschakeld, zal deze worden gedetecteerd binnen 20 seconden na het indrukken van de hoofdschakelaar en zal de kookzone automatisch worden geselecteerd. Selecteer, zodra deze is gedetecteerd, de vermogensstand binnen 20 seconden, anders wordt de kookzone uitgeschakeld.
Ook al worden er meerdere pannen geplaatst, bij het inschakelen van de kookplaat wordt er maar één gedetecteerd.
Kooktabel
In onderstaande tabel worden enkele voorbeelden gegeven.
Gebruik de vermogensstand 9 als u begint te koken.
Bij het verhitten van purees, crèmes en dikke sauzen dient u af en toe te roeren.
Vermogensstand
Smelten
Chocolade, chocoladecouverture 1-1.
Boter, honing, gelatine 1-2
Verhitten en warmhouden
Maaltijdsoep (bv. linzen) 1-2
Melk** 1.-2.
Worstjes opgewarmd in water** 3-4
Ontdooien en verhitten
Diepvriesspinazie 3-4
Diepvriesgoulash 3-4
* Koken zonder deksel ** Zonder deksel ***Geregeld omdraaien
14
Page 15
Vermogensstand
Op een zacht vuurtje gaarstoven, op een zacht vuurtje koken
Aardappelballetjes* 4.-5.
Vis* 4-5
Witte sauzen, bv. bechamel 1-2
Geklopte sauzen, bv. bearnaisesaus, Hollandse saus 3-4
Koken, stomen, smoren
Rijst (met twee keer zoveel water) 2-3
Rijstpap 1.-2.
Frites 4-5
Pasta* 6-7
Eenpansgerecht, soep 3.-4.
Groenten 2.-3.
Diepvriesgroenten 3.-4.
Koken met de snelkookpan 4.-5.
Sudderen
Rollade 4-5
Stoofschotel 4-5
Goulash 3.-4.
Braden / Frituren met een beetje olie**
Filets, koteletten (al dan niet gepaneerd) 6-7
Biefstuk (3 cm dik) 7-8
Borst (2 cm dik)*** 5-6
Hamburgers, gehaktballetjes (3 cm dik)*** 4.-5.
Vis en visfilet, ongepaneerd 5-6
Vis en visfilet, gepaneerd 6-7
Garnalen en steurgarnalen 7-8
Diepvriesgerechten, bv. gesauteerd 6-7
Pannenkoeken 6-7
Omelet 3.-4.
Frituren** (150-200g per portie in 1-2 l olie)
Diepvriesproducten, bv. frieten, kipnuggets 8-9
Diepvrieskroketten 7-8
Vlees, bv., stukjes kip 6-7
Vis, groenten of paddestoelen, gepaneerd of in bierdeeg, bv. champignons 6-7
Banket, bv. beignets, fruit in bierdeeg 4-5
* Koken zonder deksel ** Zonder deksel ***Geregeld omdraaien

Timerfunctie

Deze functie kan op twee verschillende manieren gebruikt worden:
om een kookzone automatisch uit te schakelen.
als kookwekker.
Een kookzone automatisch uitschakelen
De zone gaat automatisch uit na het verstrijken van de geselecteerd tijd.
Programmeren van de kooktijd.
De kookplaat moet ingeschakeld zijn:
1. Selecteer de kookzone en de gewenste vermogensstand.
2. Druk op het symbool 0. De indicator Ú van de kookzone
gaat branden. Op de visuele indicator van de timerfunctie verschijnt
‹‹.
3. Druk op het symbool + of -. De basisinstelling wordt
getoond: Symbool +: 30 minuten. Symbool -: 10 minuten.
 
15
Page 16
4. Druk op het symbool + of - tot de gewenste kooktijd
verschijnt.
Na enkele seconden begint de kooktijd te lopen.
Aanwijzing: Het is mogelijk om dezelfde kooktijd voor alle zones automatisch te programmeren. De geprogrammeerde tijd zal onafhankelijk verstrijken voor ieder van de kookzones.
In het hoofdstuk Basisinstellingen vindt u informatie over de automatische programmering van de kooktijd.
De tijd wijzigen of annuleren
Selecteer de kookzone. Druk op het symbool kooktijd met de symbolen + of -, of stel af op
Na het verstrijken van de tijd
De kookzone wordt uitgeschakeld. Er klinkt een geluidssignaal en op de visuele indicator van de timerfunctie verschijnt gedurende 10 seconden. De indicator branden. Druk op het symbool akoestisch signaal stopt.
Aanwijzingen
Indien een kooktijd in verschillende zones geprogrammeerd
is, wordt op de visuele indicator van de timerfunctie altijd de kooktijd van de geselecteerde zone getoond.
De kooktijd kan worden ingesteld tot 99 minuten.
De kookwekker
Met de kookwekker kan een tijd geprogrammeerd worden tot 99 minuten. Deze is niet afhankelijk van andere instellingen. Deze functie schakelt de kookzone niet automatisch uit.
Zo wordt dit geprogrammeerd
1. De kookwekker kan op twee verschillende manieren worden
geselecteerd:
Als de kookzone geselecteerd is: druk 2 keer op het
symbool
Als de kookzone niet geselecteerd is: druk op het
symbool
De indicator indicator van de timerfunctie verschijnt
2. Druk op het symbool + of -. De basisinstelling wordt getoond.
Symbool +: 10 minuten. Symbool -: 05 minuten.
3. Stel de gewenste kooktijd in met de symbolen + of -.
Na enkele seconden begint de tijd te lopen.
De tijd wijzigen of annuleren
Druk meerdere keren op het symbool naast het symbool op
‹‹ met de symbolen + of -.
Na het verstrijken van de tijd
Er klinkt een waarschuwingssignaal. Op de visuele indicator van de timerfunctie verschijnt indicators.
Druk op het symbool akoestische signaal stopt.
0.
0. Ú naast symbool U licht op. Op de visuele
U gaat branden. Wijzig de tijd of stel hem af
0, de indicators gaan uit en het
0, de indicators gaan uit en het
‹‹. Na 10 seconden doven de
Ú van de kookzone gaat
0 tot de indicator Ú
0 en wijzig de
‹‹.
‹‹
‹‹.

Functie Powerboost

Met de functie Powerboost kan het voedsel sneller worden verwarmd dan wanneer de vermogensstand
Alle kookzones zijn voorzien van deze functie.
Activeren
De kookplaat moet ingeschakeld zijn, maar er mag geen kookzone in werking zijn.
1. Selecteer een kookzone.
2. Druk op het symbool boostG.
De indicator
De functie is nu geactiveerd.
Aanwijzing: Indien een kookzone ingeschakeld wordt wanneer de functie Powerboost in werking is, knipperen op de visuele indicator van de kookzone vermogensstand gedeactiveerd.
Zo wordt dit gedeactiveerd
1. Selecteer een kookzone.
2. Druk op het symbool boostG.
De indicator kookzone keert terug naar de vermogensstand
De functie is gedeactiveerd.
Aanwijzing: Onder bepaalde omstandigheden kan het voorkomen dat de PowerBoost-functie automatisch uitgaat, ter bescherming van de elektronische componenten binnenin de kookplaat.
gaat branden
en Š; vervolgens wordt de
Š afgesteld. De functie Powerboost wordt
wordt niet meer in beeld gebracht en de
Š wordt gebruikt.
Š.

Kinderslot

De kookplaat kan beveiligd worden tegen ongewilde inschakeling, om te voorkomen dat kinderen de kookzones kunnen inschakelen.
Het kinderslot activeren en deactiveren
De kookplaat moet uitgeschakeld zijn.
Activeren: houd het symbool ingedrukt. De indicator naast het symbool gedurende 10 seconden. De kookplaat is geblokkeerd.
Deactiveren: houd het symbool 4 seconden ingedrukt. De blokkering is gedeactiveerd.
Automatisch kinderslot
Met deze functie wordt het kinderslot altijd automatisch ingeschakeld als de kookplaat wordt uitgeschakeld.
Activeren en deactiveren
In hoofdstuk Basisinstellingen vindt u informatie over het inschakelen van het automatische kinderslot.
D gedurende circa 4 seconden
D gaat branden
D gedurende circa

Automatische tijdslimiet

Indien de kookzone gedurende lange tijd in werking is en er geen enkele wijziging in de instelling wordt aangebracht , dan wordt de automatische tijdslimiet geactiveerd.
De kookzone wordt niet meer verhit. Op de visuele indicator van de kookzone knipperen afwisselend restwarmte-indicator
De indicator gaat uit als er op een willekeurig symbool wordt gedrukt. Nu kan de kookzone opnieuw worden ingesteld.
Wanneer de automatische limiet is geactiveerd, wordt deze geregeld afhankelijk van de geselecteerde vermogensstand (van 1 tot 10 uur).
œ/•.
”, ‰ en de
16
Page 17

Basisinstellingen

Het apparaat beschikt over diverse basisinstellingen. Deze instellingen kunnen worden aangepast aan de behoeften van de gebruiker.
Indicator Functie
™‚
™ƒ
™†
™‡
™ˆ
™Š
™‹
*Fabrieksinstelling **Het maximumvermogen van de plaat is afhankelijk van de configuratie van de vermogensintensiteit die voor de installatie is inge-
steld. Om deze maximumwaarde niet te overschrijden, beschikt de plaat over een aantal componenten die het vermogen auto­matisch beheren en dit verdelen over de ingeschakelde kookzones, afhankelijk van de behoeften.
Automatisch kinderslot
Gedeactiveerd.* Geactiveerd.
Akoestische signalen
Bevestigingssignaal en foutsignaal gedeactiveerd.Alleen foutsignaal geactiveerd. ƒAlleen bevestigingssignaal geactiveerd.Alle signalen geactiveerd.*
Automatische programmering van de kooktijd.
Uitgeschakeld.* ‚-ŠŠ Tijd van de automatische uitschakeling.
Duur van het geluidssignaal van de timerfunctie
10 seconden*. ƒ 30 seconden. 1 minuut.
Functie Power-Management
= Gedeactiveerd.* = 1000 W minimumvermogen..= 1500 W ƒ = 2000 W
...
Š of Š. = maximumvermogen van de plaat.**
Selectietijd van de kookzone
Onbeperkt: de laatst geprogrammeerde kookzone blijft geselecteerd.* Beperkt: de kookzone blijft slechts 10 seconden lang geselecteerd.
Terug naar de standaardinstellingen
Persoonlijke instellingen.* Terug naar de fabrieksinstellingen.
Toegang tot de basisinstellingen
De kookplaat moet uitgeschakeld zijn.
1. Schakel de kookplaat in.
2. Druk binnen de volgende 10 seconden op het symbool D
en houd het gedurende circa 4 seconden ingedrukt.
Op de visuele indicatoren gaan standaardwaarde branden.
en afwisselend en als
3. Druk meerdere keren op het symbool D tot de indicator van
de gewenste functie verschijnt.
4. Selecteer vervolgens de gewenste instelling met de
symbolen + en -.
5. Druk het symbool D nogmaals gedurende circa 4 seconden
in.
De instellingen zijn op de juiste wijze bewaard
17
Page 18
Afsluiten
Om de instellingen af te sluiten, de kookplaat met de hoofdschakelaar uitschakelen.

Oven instellen

U heeft verschillende mogelijkheden om de oven in te stellen. Hier geven wij u uitleg over de manier waarop u de gewenste verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand instelt. U kunt voor uw gerecht de tijdsduur en eindtijd instellen. Lees hierover het hoofdstuk Tijdfuncties instellen na.

Verwarmingsmethode en temperatuur

Het voorbeeld in de afbeelding: Boven- en onderwarmte % bij 190 °C.
1. Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode instellen.
2. Met de temperatuurkeuzeknop de temperatuur of de
grillstand instellen.
&
De oven begint op te warmen.
Oven uitschakelen.
Functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
Instellingen veranderen
U kunt de verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand op elk moment met de daarvoor bestemde keuzeknop veranderen.

Snelvoorverwarming

Met de snelvoorverwarming bereikt de oven de ingestelde temperatuur bijzonder snel.
Gebruik de snelvoorverwarming bij een ingestelde temperatuur boven 100 °C. Geschikt zijn de verwarmingsmethoden:
3Dhetelucht <
Boven- en onderwarmte %
Pizzastand 6
Om een gelijkmatig resultaat te krijgen, doet u het gerecht pas in de binnenruimte wanneer het snel voorverwarmen beëindigd is.
1. Verwarmingsmethode en temperatuur instellen.
2. De toets c indrukken.
Op het display is het symbool warmen.
Het snel voorverwarmen is beëindigd
Er klinkt een signaal. Het symbool Zet uw gerecht in de oven.
c verlicht. De oven begint op te
c op het display verdwijnt.

Tijdfuncties instellen

Uw oven heeft verschillende tijdfuncties. Met de toets 0 vraagt u het menu op en gaat u van de ene naar de andere functie. Zolang u kunt instellen zijn alle symbolen verlicht. Aan de haakjes [ ] kunt u zien bij welke tijdfunctie u zich bevindt. Een al ingestelde tijdfunctie kunt u direct met de toets veranderen, wanneer het tijdsymbool tussen haakjes staat.

Kookwekker

U kunt de wekker gebruiken als een kookwekker. Hij loopt onafhankelijk van de oven. De wekker heeft een eigen signaal. Zo hoort u of de wekker of een tijdsduur afgelopen is.
1. De toets 0 eenmaal indrukken.
Op het display zijn de tijdsymbolen verlicht, de haakjes staan
U.
om de
2. Met de toets @ of A de wekkertijd instellen.
Voorgestelde waarde toets Voorgestelde waarde toets
@ = 10 minuten. A = 5 minuten.
@ of A
Snelvoorverwarming afbreken
De toets verdwijnt.
Na enige seconden wordt de ingestelde tijd overgenomen. De wekker start. Op het display is het symbool [ u het verloop van de wekkertijd aflezen. De andere tijdsymbolen verdwijnen.
De wekkertijd is afgelopen
Er klinkt een signaal. Op het display staat 00:00. Met de toets 0 de wekker uitschakelen.
Wekkertijd veranderen
Met de toets seconden wordt de verandering overgenomen.
Wekkertijd wissen
Met de toets seconden wordt de verandering overgenomen. De wekker is uitgeschakeld.
c indrukken. Het symbool c op het display
U] verlicht en kunt
@ of A de wekkertijd veranderen. Na enkele
A de wekkertijd weer op 00:00 zetten. Na enkele
18
Page 19
Tijdinstellingen opvragen
Wanneer er meerdere tijdfuncties zijn ingesteld, zijn de bijbehorende symbolen op het display verlicht. Het symbool van de tijdfunctie op de voorgrond staat tussen haakjes.
Om Kookwekker vragen, de toets betreffende symbool staan. De waarde hiervoor verschijnt enkele seconden op het display.
U, Tijdsduur r, Eindtijd p of Tijd 0 op te
0 zo vaak indrukken tot de haakjes om het

Tijdsduur

U kunt de bereidingstijd van uw gerecht instellen. Wanneer de tijdsduur afgelopen is, wordt de oven automatisch uitgeschakeld. Zo hoeft u geen andere werkzaamheden te onderbreken om de oven uit te schakelen. De bereidingstijd wordt niet ongewild overschreden.
Het voorbeeld in de afbeelding: tijdsduur 45 minuten.
1. Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode instellen.
2. Met de temperatuurkeuzeknop de temperatuur of de
grillstand instellen.
3. De toets 0 twee keer indrukken.
Op het display staat 00:00. De tijdsymbolen zijn verlicht, de haakjes staan om de
r.
Tijdinstellingen opvragen
Wanneer er meerdere tijdfuncties zijn ingesteld, zijn de bijbehorende symbolen op het display verlicht. Het symbool van de tijdfunctie op de voorgrond staat tussen haakjes.
Om Kookwekker vragen, de toets betreffende symbool staan. De waarde hiervoor verschijnt enkele seconden op het display.
U, Tijdsduur r, Eindtijd p of Tijd 0 op te
0 zo vaak indrukken tot de haakjes om het

Eindtijd

U kunt het tijdstip waarop uw gerecht klaar moet zijn wijzigen. De oven start automatisch en is klaar op het gewenste tijdstip. U kunt het gerecht bijv. 's morgens in de binnenruimte zetten en zo instellen dat het 's middags klaar is.
Let erop dat levensmiddelen niet te lang in de binnenruimte staan en bederven.
Het voorbeeld in de afbeelding: Het is 10:30 uur, de tijdsduur is 45 minuten en de oven moet om 12:30 uur klaar zijn.
1. Functiekeuzeknop instellen.
2. Temperatuurkeuzeknop instellen.
3. De toets 0 twee keer indrukken.
4. Met de toets @ of A de tijdsduur instellen.
5. De toets 0 indrukken.
De haakjes staan om is verschijnt.
p. Het tijdstip waarop het gerecht klaar
4. Met de toets @ of A de tijdsduur instellen.
Voorgestelde waarde toets Voorgestelde waarde toets
Na enkele seconden start de oven. Op het display kunt u het verloop van de tijdsduur aflezen en is het symbool [ De andere tijdsymbolen verdwijnen.
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. Op het display staat 00:00. De toets kunt u opnieuw een tijdsduur instellen. Of de toets indrukken en de functiekeuzeknop op de nulstand draaien. De oven is uitgeschakeld.
Tijdsduur veranderen
Met de toets seconden wordt de verandering overgenomen. Wanneer de wekker ingesteld is, drukt u eerst op de toets
Tijdsduur wissen
Met de toets seconden wordt de verandering overgenomen. De tijdsduur is gewist. Wanneer de wekker ingesteld is, drukt u eerst op de toets
0.
@ of A de tijdsduur veranderen. Na enkele
A de tijdsduur weer op 00:00 zetten. Na enkele
@ = 30 minuten. A = 10 minuten.
r] verlicht.
0 indrukken. Met de toets @ of A
0 twee keer
0.
6. Met de toets @ of A de eindtijd op een later tijdstip zetten.
Na enkele seconden neemt de oven de instellingen over en schakelt in de wachtstand. Op het display staat het tijdstip waarop het gerecht klaar is en het symbool haakjes. De symbolen start, kunt u het verloop van de tijdsduur aflezen en het symbool
De tijdsduur is afgelopen
Er klinkt een signaal. De oven warmt niet meer op. Op het display staat 00:00. De toets kunt u opnieuw een tijdsduur instellen. Of de toets indrukken en de functiekeuzeknop op de nulstand draaien. De oven is uitgeschakeld.
Eindtijd veranderen
Met de toets seconden wordt de verandering overgenomen. Wanneer de wekker ingesteld is, drukt u eerst twee keer op de toets Verander de eindtijd niet wanneer de tijdsduur al afloopt. Het bereidingsresultaat zou dan niet meer kloppen.
r staat tussen haakjes. Het symbool p verdwijnt.
@ of A de eindtijd veranderen. Na enkele
U en 0 verdwijnen. Wanneer de oven
0 indrukken. Met de toets @ of A
p staat tussen
0 twee keer
0.
19
Page 20
Eindtijd wissen
Met de toets enkele seconden wordt de verandering overgenomen. De oven start. Wanneer de wekker ingesteld is, drukt u eerst twee keer op de toets
Tijdinstellingen opvragen
Wanneer er meerdere tijdfuncties zijn ingesteld, zijn de bijbehorende symbolen op het display verlicht. Het symbool van de tijdfunctie op de voorgrond staat tussen haakjes.
Om Kookwekker vragen, de toets betreffende symbool staan. De waarde hiervoor verschijnt enkele seconden op het display.
A de eindtijd naar de actuele tijd terugzetten. Na
0.
U, Tijdsduur r, Eindtijd p of Tijd 0 op te
0 zo vaak indrukken tot de haakjes om het

Tijd

Na de aansluiting of na een stroomonderbreking knipperen op het display het symbool
0 en vier nullen. Stel de tijd in.

Kinderslot

Om te voorkomen dat kinderen per ongeluk de oven inschakelen, is deze voorzien van een kinderslot.
De oven reageert op geen enkele instelling.U kunt de kookwekker en de tijd ook instellen wanneer het kinderslot is ingeschakeld.
Wanneer de verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand zijn ingesteld, onderbreekt het kinderslot de werking.
Aanwijzing: Een event. aangesloten kookplaat wordt niet beïnvloed door het kinderslot op de oven.
1. De toets 0 indrukken.
Op het display verschijnt de tijd 12:00. De tijdsymbolen zijn verlicht, de haakjes staan om
2. Met de toets @ of A de tijd instellen.
Na enkele seconden wordt de ingestelde tijd overgenomen.
Tijd wijzigen
Er mag geen andere tijdfunctie zijn ingesteld.
1. De toets 0 vier keer indrukken.
Op het display zijn de tijdsymbolen verlicht, de haakjes staan om de
0.
2. Met de toets @ of A de tijd veranderen.
Na enige seconden wordt de ingestelde tijd overgenomen.
Kinderslot inschakelen Er mag geen tijdsduur of eindtijd zijn ingesteld.
D ca. vier seconden lang indrukken.
Toets
Op het display verschijnt het symbool ingeschakeld.
Kinderslot uitschakelen
D ca. vier seconden lang indrukken.
Toets
Het symbool uitgeschakeld.
D verdwijnt van het display. Het kinderslot is
0.
D. Het kinderslot is

Onderhoud en reiniging

Wanneer u de kookplaat en de oven goed verzorgt en schoonmaakt, blijven ze lang mooi en intact. Hieronder leggen wij u uit hoe u beide op de juiste manier verzorgt en schoonmaakt.

Aanwijzingen

Geringe kleurverschillen op de voorzijde van de oven zijn het
gevolg van het gebruik van verschillende materialen, zoals glas, kunststof en metaal.
Schaduwen op de ruit van de deur, die eruit zien als strepen,
zijn lichtreflexen van de ovenlamp.
Het email wordt ingebrand op zeer hoge temperaturen.
Hierdoor kunnen er kleine kleurverschillen ontstaan. Dit is normaal en heeft geen nadelige invloed op de werking. De smalle randen van de bakplaten kunnen niet volledig worden geëmailleerd. Ze kunnen daarom ruw zijn. De bescherming tegen corrosie blijft hierbij intact.

Schoonmaakmiddelen

Om te voorkomen dat de verschillende oppervlakken door verkeerde reinigingsmiddelen beschadigd raken, moet u zich aan het volgende houden.
Gebruik bij de reiniging van de kookplaat
geen onverdund afwasmiddel of reinigingsmiddelen voor de
vaatwasmachine,
geen schuursponsjes,
geen agressieve reinigingsmiddelen zoals ovensprays of
middelen om vlekken te verwijderen,
geen hogedrukreiniger of stoomstraler.
Reinig losse onderdelen niet in de vaatwasmachine.
Gebruik bij de reiniging van de oven
geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen,
geen reinigingsmiddelen met een hoog alcoholpercentage,
geen schuursponsjes,
geen hogedrukreiniger of stoomstraler.
Reinig losse onderdelen niet in de vaatwasmachine.
Was nieuwe sponsen voor het eerste gebruik goed uit.
Zone Schoonmaakmiddelen
Roestvrijstalen oppervlakken*
(afhankelijk van het type apparaat)
* Optioneel (beschikbaar voor enkele apparaten, afhankelijk
van het apparaattype.)
Warm zeepsop: Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een zachte doek nadrogen. Veeg bij roestvrijstalen oppervlakken altijd in de slijprichting. Anders kunnen er krassen ontstaan. Kalk, vet, zetmeel en eiwitvlek­ken onmiddellijk verwijderen. Onder zulke vlekken kan corrosie ontstaan.
Bij de servicedienst of in de vakhandel zijn speciale schoonmaakmiddelen ver­krijgbaar die geschikt zijn voor warme oppervlakken van roestvrij staal. Eeen beetje schoonmaakmiddel dun opbren­gen met een zachte doek.
20
Page 21
Zone Schoonmaakmiddelen
Geëmailleerde, gelakte, kunststof­en zeefdruk-opper­vlakken*
(afhankelijk van het type apparaat)
Bedieningspaneel Warm zeepsop:
Bovenste glazen afscherming*
(afhankelijk van het type apparaat)
Draaiknoppen Niet afnemen!
Omlijsting van de kookplaat
Gaskookplaat en pannenhouders*
(afhankelijk van het type apparaat)
Gasbranders*
(afhankelijk van het type apparaat)
Elektrische kook­zone*
(afhankelijk van het type apparaat)
Ring op de kook­plaat*
(afhankelijk van het type apparaat)
* Optioneel (beschikbaar voor enkele apparaten, afhankelijk
van het apparaattype.)
Warm zeepsop: Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een zachte doek nadrogen. Geen glasreiniger, metalen of glazen schraper gebruiken voor het schoonmaken.
Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een zachte doek nadrogen. Geen glasreiniger, metalen of glazen schraper gebruiken voor het schoonmaken.
Glasreiniger: Met een zachte doek schoonmaken. U kunt de bovenste glazen afscherming afnemen om hem schoon te maken. Houd u aan de aanwijzingen in het hoofdstuk Bovenste glazen afscherming!
Warm zeepsop: Met een schoonmaakdoekje reinigen en met een zachte doek nadrogen.
Warm zeepsop: Niet schoonmaken met een schraper, citroen of azijn.
Warm zeepsop. Weinig water gebruiken, het mag niet door de branderonderdelen in het toestel komen. Overgelopen voedsel en etensresten direct verwijderen. U kunt de pannenhouders afnemen.
Pannenhouders van gietijzer*: Niet afwassen in de vaatwasmachine.
Branderkop en deksel verwijderen, schoonmaken met warm zeepsop. Niet in de vaatwasmachine reinigen. De gasuitlaatopeningen moeten altijd vrij zijn. Ontstekingskaarsen: kleine zachte bor­stel. De gasbranders functioneren alleen wan­neer de ontstekingskaarsen droog zijn. Alle onderdelen goed drogen. Let er bij het terugplaatsen op dat ze precies goed zitten. De branderdeksels zijn zwart geëmail­leerd. In de loop van de tijd verandert de kleur. Dit heeft geen invloed op de wer­king.
Schuurmiddelen of reinigingsponzen. De kookplaat hierna kort opwarmen, zodat hij droogt. Vochtige platen roesten in de loop van de tijd. Ten slotte een schoonmaakmiddel aanbrengen. Overgelopen voedsel en etensresten direct verwijderen.
Geel- tot blauwkleurige plekken op de ring van de kookplaat met een schoon­maakmiddel voor staal verwijderen. Gebruik hiervoor geen krassende of schurende middelen.
Zone Schoonmaakmiddelen
Kookplaat van glas­keramiek*
(afhankelijk van het type apparaat)
Verzorging: beschermings- en onder­houdsmiddelen voor glaskeramiek. Reiniging: schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor glaskeramiek. De aanwijzingen voor het schoonmaken op de verpakking in acht nemen.
:Schraper tegen sterke vervuiling:
Ontgrendelen en alleen met het schra­permesje reinigen. Let op, het mes is heel scherp. Risico van letsel. Na het reinigen weer sluiten. Bescha­digde messen direct vervangen.
Glazen kookplaat*
(afhankelijk van het type apparaat)
Verzorging: beschermings- en onder­houdsmiddelen voor het glas Reinging: schoonmaakmiddelen voor het glas. De aanwijzingen voor het schoonmaken op de verpakking in acht nemen.
:Schraper tegen sterke vervuiling:
Ontgrendelen en alleen met het schra­permesje reinigen. Let op, het mes is heel scherp. Risico van letsel. Na het reinigen weer sluiten. Bescha­digde messen direct vervangen.
Deurruit Glasreiniger:
Kinderslot*
(afhankelijk van het type apparaat)
Afdichting Niet afnemen!
Kookzone Warm zeepsop of water met azijn:
Met een zachte doek schoonmaken. Gebruik geen schrapermesjes.
De deur kan worden afgenomen om hem gemakkelijk schoon te maken. Houd u hierbij aan de aanwijzingen in het hoofd­stuk Ovendeur verwijderen en inbrengen!
Warm zeepsop: Met een schoonmaakdoekje reinigen.
Indien een kinderslot op de ovendeur is aangebracht, moet dit voor het reinigen worden verwijderd.
Bij sterke verontreiniging functioneert het kinderslot niet goed meer.
Warm zeepsop: Met een schoonmaakdoekje reinigen. Niet schuren.
Met een schoonmaakdoekje reinigen.
Bij sterke verontreiniging een schuur­sponsje van roestvrij staal of ovenreini­ger gebruiken. Alleen gebruiken in de onverwarmde bin­nenruimte.
:Bij zelfreinigende oppervlakken de
zelfreinigingsfunctie gebruiken. Neem hierbij de aanwijzingen van het hoofdstuk Zelfreiniging in acht! Attentie! Gebruik nooit schoonmaakmid­delen voor zelfreinigende oppervlakken.
Glazen kapje op de ovenlamp
* Optioneel (beschikbaar voor enkele apparaten, afhankelijk
van het apparaattype.)
Warm zeepsop: Met een schoonmaakdoekje reinigen.
21
Page 22
Zone Schoonmaakmiddelen
Telescooprail Warm zeepsop:
Toebehoren Warm zeepsop:
Ovenlade*
(afhankelijk van het type apparaat)
* Optioneel (beschikbaar voor enkele apparaten, afhankelijk
van het apparaattype.)
Met een schoonmaakdoekje of borstel schoonmaken.
U kunt de rekjes afnemen om ze schoon te maken. Neem hierbij de aanwijzingen in het hoofdstuk Rekjes verwijderen en inbrengen in acht!
Telescooprails*
(afhankelijk van het type apparaat)
Warm zeepsop: Met een schoonmaakdoekje of borstel schoonmaken.
Verwijder het smeervet niet van de uit­schuifrails. U kunt ze het beste reinigen wanneer ze ingeschoven zijn. Niet laten weken, in de vaatwasmachine schoon­maken of bij de zelfreiniging meereini­gen. Dit kan invloed hebben op de werking van de rekjes en ze kunnen hier­door beschadigd raken.
Laten weken en met schoonmaakdoekje of een borstel schoonmaken.
Aluminium bakplaat*:
(afhankelijk van het type apparaat)
Met een zachte doek nadrogen. Niet in de vaatwasmachine reinigen. Gebruik in geen geval ovenreiniger. Om krassen te vermijden mogen de metalen oppervlakken nooit met een mes of soortgelijk scherp voorwerp in aanraking komen. Ongeschikt zijn agressieve schoonmaak­middelen, schuursponsjes en grove reini­gingsdoeken. Anders kunnen er krassen ontstaan.
Draaispit* (afhankelijk van het type apparaat)
Warm zeepsop: Met een schoonmaakdoekje of borstel schoonmaken. Niet afwassen in de vaat­wasmachine.
Braadthermometer* (afhankelijk van het type apparaat)
Warm zeepsop: Met een schoonmaakdoekje of borstel schoonmaken. Niet afwassen in de vaat­wasmachine.
Warm zeepsop: Met een schoonmaakdoekje reinigen.

Voor de reiniging

Neem de toebehoren en vormen uit de binnenruimte.
Bodem, plafond en zijwanden van de binnenruimte schoonmaken
Gebruik hiervoor een schoonmaakdoekje en heet zeepsop of water met azijn.
Bij sterke vervuiling een schuursponsje van roestvrij staal of ovenreiniger gebruiken. Alleen gebruiken in de onverwarmde oven. De zelfreinigende oppervlakken nooit behandelen met een schuursponsje of ovenreiniger.
Zelfreinigende oppervlakken in de binnenruimte schoonmaken
De achterwand in de oven is voorzien van een laagje zeer poreus keramiek. Spetters van het bakken en braden worden hiervan opgezogen en afgebroken terwijl de oven in gebruik is. Hoe hoger de temperatuur en hoe langer de oven wordt gebruikt, des te beter het resultaat.
Wanneer er ook na herhaald gebruik nog vuil zichtbaar is, gaat u als volgt te werk:
1. Bodem, plafond en zijwanden van de binnenruimte
zorgvuldig schoonmaken.
2. 3D-hetelucht : instellen.
3. De lege, gesloten oven gedurende ongeveer 2 uur op
maximale temperatuur houden.
De keramiekbedekking wordt geregenereerd. Bruinachtige of witachtige resten kunt u, wanneer de binnenruimte afgekoeld is, met water of een zachte doek verwijderen.
Een lichte verkleuring van het keramiek heeft geen invloed op de zelfreiniging.
Attentie!
Gebruik nooit schurende schoonmaakmiddelen. Deze
veroorzaken krassen op de hoogporeuze laag of vernietigen hem.
Behandel de keramiekbedekking nooit met ovenreiniger.
Komt hier per ongeluk ovenreiniger op, verwijder deze dan direct met een spons en voldoende water.

Inschuifrails verwijderen en bevestigen

U kunt de rails voor het reinigen verwijderen. De oven dient afgekoeld te zijn.
Inschuifrails verwijderen
1. Rail voor optillen
2. en uit de geleiders nemen (Afbeelding A).
3. Hierna de hele rail naar voren trekken
4. en verwijderen (Afbeelding B).
$

%

22

Maak de rails schoon met zeepsop en een schoonmaaksponsje. Gebruik bij hardnekkig vuil een borstel.

Page 23
Inhangroosters bevestigen
1. Inhangrooster eerst in de achterste bus plaatsen, iets naar
achteren drukken (Afbeelding A)
2. en vervolgens in de voorste bus plaatsen (Afbeelding B).
$
De inschuifrails passen links en rechts. Let erop dat evenals in afbeelding B hoogte 1 en 2 beneden is en hoogte 3, 4 en 5 boven.
%

Ovendeur verwijderen en inbrengen

Om de deurruiten schoon te maken en te demonteren, kunt u de ovendeur verwijderen.
De scharnieren van de ovendeur zijn alle voorzien van een blokkeerhendel. Wanneer de blokkeerhendels zijn dichtgeklapt (Afbeelding A), is de ovendeur beveiligd. Hij kan niet worden verwijderd. Wanneer de blokkeerhendels voor het verwijderen van de ovendeur opengeklapt zijn (B), zijn de scharnieren beveiligd. Ze kunnen niet dichtklappen.
Deur inbrengen
De ovendeur in de omgekeerde volgorde weer inbrengen.
1. Let er bij het inbrengen van de ovendeur op dat beide
scharnieren recht in de opening worden geleid (Afbeelding A).
2. De keep op het scharnier dient aan beide kanten in te klikken
(Afbeelding B).
$
3. Beide blokkeerhendels weer dichtklappen (Afbeelding C).
Ovendeur sluiten.
%
&
%$
: Risico van letsel!
Wanneer de scharnieren niet beveiligd zijn, klappen ze met grote kracht dicht. Let erop dat de blokkeerhendels altijd helemaal dichtgeklapt zijn, en bij het verwijderen van de ovendeur helemaal opengeklapt.
Deur verwijderen
1. Ovendeur helemaal openen.
2. Beide blokkeerhendels links en rechts openklappen
(Afbeelding A).
3. Ovendeur tot de aanslag sluiten. Met beide handen links en
rechts vastpakken. Nog wat verder sluiten en uitnemen (Afbeelding B).
%$
: Risico van letsel!
Wanneer de ovendeur er per ongeluk uitvalt of een scharnier dichtklapt, het scharnier niet met uw hand aanraken. Neem contact op met de klantenservice.

Deurruiten verwijderen en inbrengen

Om gemakkelijker schoon te maken kunt u de ruiten van de ovendeur uitnemen.
Verwijderen
1. Ovendeur verwijderen en met de handgreep naar beneden
op een doek leggen.
2. De afscherming bovenaan de ovendeur afnemen. Hiervoor
links en rechts het lipje met de vingers indrukken (Afbeelding A).
3. Bovenste ruit optillen en naar buiten trekken (Afbeelding B).
%$
23
Page 24
4. Ruit optillen en naar buiten trekken (Afbeelding C).
&
1. De ruit schuin naar achteren inschuiven (Afbeelding A).
2. Bovenste ruit schuin naar achteren in de beide houders
schuiven. Het grote vlak moet zich aan de buitenkant bevinden. (Afbeelding B).
$
Reinig de ruiten met glasreiniger en een zachte doek.
: Risico van letsel!
Wanneer er krassen op het glas van de apparaatdeur zitten, kan dit springen. Geen schraper, scherpe of schurende schoonmaakmiddelen gebruiken.
Inbrengen
Let er bij het inbrengen op dat “right above“ linksonder ondersteboven staat.
3. De afscherming plaatsen en aandrukken.
4. Ovendeur inbrengen.
Gebruik de oven pas weer wanneer de ruiten naar behoren zijn ingezet.

Wat te doen in geval van een storing

%
Als zich er een storing voordoet, is dat vaak te wijten aan een kleine afwijking die eenvoudig te verhelpen is. Probeer de storing te verhelpen met behulp van de onderstaande tabel, alvorens de technische dienst te bellen.

Oven

Storingstabel

Wanneer een gerecht niet goed gelukt is, lees hier dan het hoofdstuk Voor u in onze kookstudio getest op na. Hier vindt u vele tips en aanwijzingen voor het koken.
Storing Mogelijke oor-
De oven functio­neert niet.
Op het display knippert nullen.
De oven warmt niet op.
0 en
zaak
De zekering is defect.
De stroom is uit­gevallen.
De stroom is uit­gevallen.
Er zit stof op de contacten.
Oplossing / aanwijzing
Kijk in de meterkast na of de zekering in orde is.
Controleer of het keuken­licht of andere keukenappa­raten functioneren.
Stel de tijd opnieuw in.
Draai de schakelaars meer­dere keren heen en weer.
Foutmeldingen
Wanneer op het display een foutmelding met u op de toets tijdfunctie wordt gewist. Wanneer de foutmelding weer verschijnt, neem dan contact op met de klantenservice.
Bij de volgende foutmelding kunt u het probleem zelf oplossen.
Foutmelding Mogelijke oor-
“‹‚‚
0. De melding verdwijnt. Een ingestelde
zaak
Er is een toets te lang inge­drukt of bedekt.
Oplossing/aanwijzing
Druk alle toetsen afzonder­lijk in. Controleer of er een toets klem zit of bedekt of vervuild is.
verschijnt, drukt
: Kans op een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door technici die zijn geïnstrueerd door de klantenservice.
24
Page 25

De kookplaat

Repareren van storingen

Indicator Storing Maatregel
geen De stroom is uitgevallen. Controleer met andere elektrische apparaten of de
Het apparaat is niet aangesloten volgens het aansluitschema.
Storing in het elektronische systeem. Als de storing na de voorgaande controles niet is
De indicators knipperen Het bedieningspaneel is vochtig of er ligt iets
De indicator - knippert op de indicatoren van de kookzones
“§ + nummer / š + num-
mer /
¡ + nummer
”‹ / ”Š
”ƒ
”…
Ӡ + vermogensstand en
waarschuwingstoon
Ӡ en waarschuwingstoon
—‚
—ƒ / —„
* Als de indicatie voortduurt, neem dan contact op met de Technische Dienst.
Zet geen hete pannen op het bedieningspaneel.
op.
Er heeft zich een fout voorgedaan in het elek­tronische systeem.
Storing in het elektronische systeem. Sluit de kookplaat af van het verdeelnet. Wacht onge-
Er is een interne fout in de werking opgetre­den.
Het elektronische systeem is oververhit geraakt en heeft de overeenkomstige kook­zone uitgeschakeld.
Het elektronische systeem is oververhit geraakt en heeft alle kookzones uitgescha­keld.
Er staat een warme pan op de zone van het bedieningspaneel. Het is zeer waarschijnlijk dat het elektronische systeem oververhit raakt.
Er staat een warme pan op de zone van het bedieningspaneel. De kookzone is uitgegaan om het elektronische systeem te beschermen.
Onjuiste voedingsspanning, overschrijding van de normale werklimieten.
De kookzone is oververhit en is uitgeschakeld om uw kookplaat te beschermen.
stroom is uitgevallen.
Controleer of het apparaat is aangesloten volgens het aansluitschema.
opgelost, neem dan contact op met de Technische Dienst.
Droog de zone van het bedieningspaneel of neem het voorwerp weg.
Bedek het bedieningsvlak kort met de hand om de sto­ring te bevestigen.
veer 30 seconden alvorens hem weer aan te sluiten.*
Sluit de kookplaat af van het verdeelnet. Wacht onge­veer 30 seconden alvorens hem weer aan te sluiten.*
Wacht tot het elektronische systeem voldoende afge­koeld is. Druk vervolgens op een willekeurig symbool van de kookplaat. *
Neem die pan weg. De storingsindicator gaat kort daarna uit. U kunt verder gaan met koken.
Neem die pan weg. Wacht enkele seconden. Druk op een willekeurig bedieningsvlak. Als de storingsindica­tor uit gaat kunt u verder gaan met koken.
Neem contact op met uw elektriciteitsleverancier.
Wacht totdat het elektronische systeem voldoende afgekoeld is en schakel hem opnieuw in.

Normaal geluid tijdens de werking van het apparaat

De technologie van het verwarmen door inductie is gebaseerd op het ontstaan van elektromagnetische velden die ervoor zorgen dat de warmte rechtstreeks op de bodem van de pan wordt voortgebracht. De pannen kunnen, afhankelijk van hun bouw, geluiden of trillingen voortbrengen, zoals hieronder worden genoemd:
Een diep gezoem zoals in een transformator
Dit geluid ontstaat tijdens het koken op een hoge vermogensstand. De oorzaak daarvan is de hoeveelheid energie die de kookplaat aan de pan overdraagt. Het geluid verdwijnt of vermindert zodra de vermogensstand wordt verlaagd.
Een laag fluitend geluid
Dit geluid ontstaat als de pan leeg is. Het geluid verdwijnt zodra er water of voedsel in de pan wordt gedaan.
Knisperen
Dit geluid doet zich voor bij pannen die bestaan uit lagen van verschillende materialen. Het geluid komt door de trillingen die ontstaan op de verbindingsvlakken van de verschillende materialen. Dit geluid is afkomstig van de pan. De hoeveelheid voedsel en de bereidingswijze kunnen variëren.
Hoge fluitende geluiden
De geluiden ontstaan met name in pannen die bestaan uit lagen van verschillende materialen, zodra deze worden aangezet op de hoogste stand en op twee kookzones tegelijk. Deze fluitende geluiden verdwijnen of worden minder zodra het vermogen wordt verlaagd.
Geluid van de ventilator
Voor een goed gebruik van het elektronische systeem moet de kookplaat op een gecontroleerde temperatuur werken. Daartoe is de kookplaat voorzien van een ventilator die steeds als de temperatuur wordt vastgesteld door middel van de verschillende vermogensstanden gaat werken. De ventilator kan ook door inertie werken, nadat de kookplaat is uitgezet, als de gedetecteerde temperatuur nog te hoog is.
Geluiden op de maat, vergelijkbaar met de wijzers van een klok
Dit geluid treedt enkel op wanneer 3 of meer kookzones in werking zijn en verdwijnt of vermindert wanneer een kookzone uitgeschakeld wordt.
De omschreven geluiden zijn normaal en maken deel uit van de inductietechnologie en duiden niet op een storing.
25
Page 26

Ovenlamp aan het plafond vervangen

Als de ovenlamp is uitgevallen, moet deze worden vervangen. Temperatuurbestendige reservelampen, 40 watt, kunt u krijgen bij de klantenservice of uw speciaalzaak. Gebruik uitsluitend originele lampen.
: Kans op een elektrische schok!
Zekering in de meterkast uitschakelen.
1. Theedoek in de onverwarmde oven leggen, om schade te
voorkomen.
2. Glazen afscherming eruit halen door de schroeven naar links
te draaien.
3. Lamp vervangen door een van hetzelfde type.
4. Glazen afscherming er weer inschroeven.
5. Theedoek eruit nemen en de zekering inschakelen.

Glazen afscherming

Als de glazen afscherming beschadigd is, dient hij te worden vervangen. Passende glazen afschermingen zijn verkrijgbaar bij de klantenservice. Vermeld a.u.b. het productnummer (Enr.) en het fabricagenummer (FD-nr.) van uw apparaat.

Servicedienst

Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat onze servicedienst voor u klaar. Wij vinden altijd een passende oplossing, ook om onnodig bezoek van een technicus te voorkomen.
Enummer en FDnummer
Geef aan de klantenservice altijd het productnummer (E-nr.) en het fabricagenummer (FD-nr.) van uw apparaat op, zodat wij u goed van dienst kunnen zijn. Het typeplaatje met de nummers vindt u rechts, aan de zijkant van de ovendeur. Om niet te lang te hoeven zoeken wanneer u de klantenservice nodig heeft, kunt u hier direct de gegevens van uw apparaat en het telefoonnummer van de servicedienst invullen.
Enr.
Servicedienst
O
FD-nr.
Energie en milieutips
Let erop dat het bezoek van een technicus van de servicedienst in het geval van een verkeerde bediening ook tijdens de garantietijd kosten met zich meebrengt.
De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst met Servicedienstadressen.
Verzoek om reparatie en advies bij storingen NL 088 424 4010
B 070 222 141
Vertrouw op de competentie van de fabrikant. Dan bent u ervan verzekerd dat de reparatie wordt uitgevoerd door ervaren technici die gebruikmaken van de originele reserveonderdelen voor uw apparaat.
Dit apparaat voldoet aan de norm EN 55011 resp. CISPR 11. Het is een product van groep 2, klasse B.
Groep 2 betekent dat er een hoge frequentie wordt geproduceerd om kookgerei te verwarmen. Klasse B houdt in dat het apparaat geschikt is voor huishoudelijk gebruik.
Hier krijgt u tips over de manier waarop u bij het bakken en braden in de oven en bij het koken op de kookplaat energie bespaart en het apparaat op de juiste manier afvoert.

Energie besparen met de oven

De oven alleen voorverwarmen als dit in het recept of in de
tabellen van de gebruiksaanwijzing is opgegeven.
Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde bakvormen.
Deze nemen de hitte bijzonder goed op.
Open de ovendeur tijdens het garen, bakken of braden zo
weinig mogelijk.
Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na elkaar bakken.
De oven is dan nog warm. Daardoor is de baktijd voor het tweede gerecht korter. U kunt ook 2 rechthoekige bakvormen naast elkaar in de oven plaatsen.
26
Bij langere bereidingstijden kunt u de oven 10 minuten voor
het einde van de bereidingstijd uitzetten en de restwarmte gebruiken voor het afbakken.

Energie besparen met de kookplaat

Gebruik pannen met dikke, egale bodems. Niet-egale
bodems verhogen het energieverbruik.
De diameter van de bodem van de pan dient overeen te
komen met de grootte van de kookzone. Vooral te kleine pannen op de kookzone zorgen voor energieverlies. Let op: de fabrikanten geven vaak de diameter van de bovenkant van de pan aan. Deze is meestal groter dan de diameter van de pannenbodem.
Gebruik voor kleine hoeveelheden een kleine pan. Een grote,
slechts weinig gevulde pan heeft veel energie nodig.
Page 27
Sluit de pannen altijd af met een passend deksel. Wanneer u
kookt zonder deksel heeft u vier maal meer energie nodig.
Kook met weinig water. Dit bespaart energie. Bij groente
blijven vitamines en mineralen behouden.
Schakel tijdig terug naar een lagere kookstand.

Milieuvriendelijk afvoeren

Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.

Voor u in onze kookstudio uitgetest.

Hier vindt u een keur aan gerechten en de daarbij behorende optimale instellingen. Wij laten u zien welke verwarmingsmethode en temperatuur het meest geschikt is voor uw gerecht. U krijgt informatie over de juiste toebehoren en de hoogte waarop ze ingeschoven dienen te worden. U krijgt tips over de te gebruiken vormen en de bereiding.

Aanwijzingen

De tabel geldt altijd voor producten die in de onverwarmde
en lege binnenruimte worden geplaatst. Alleen voorverwarmen wanneer dit in de tabel wordt
aangegeven. Leg pas na het voorverwarmen bakpapier op de toebehoren.
De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Ze zijn
afhankelijk van de kwaliteit en de aard van de levensmiddelen.
Maak gebruik van de meegeleverde toebehoren. Bij de
klantenservice of in de vakhandel kunt u toebehoren of extra toebehoren kopen.
Verwijder voor het gebruik alle toebehoren en vormen die u niet nodig heeft uit de binnenruimte.
Gebruik altijd een pannenlap wanneer u hete toebehoren of
vormen uit de oven neemt.

Gebak

Bakken op één niveau
Met boven en onderwarmte
Wanneer u met 3D-hetelucht inschuifhoogtes voor de toebehoren te gebruiken:
Gebak in vormen: hoogte
Gebak op de plaat: hoogte
Bakken op meerdere niveaus
Gebruik 3Dhetelucht
Inschuifhoogtes bij het bakken op 2 niveaus
Braadslede: hoogte
Bakplaat: hoogte
Inschuifhoogtes bij het bakken op 3 niveaus
Bakplaat: hoogte 5
% lukt het gebak het beste.
: bakt, dient u de volgende
:.
Braadslede: hoogte
Bakplaat: hoogte
Bakplaten die gelijktijdig in de oven worden gedaan, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
In de tabellen vindt u talrijke voorstellen voor uw gerechten.
Wanneer u met 3 rechthoekige bakvormen tegelijk bakt, zet deze dan zoals op de afbeelding aangegeven op het rooster.
Bakvormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Bij lichte bakvormen van dunwandig metaal of glazen vormen is de baktijd langer en wordt het gebak niet zo gelijkmatig bruin.
Wanneer u siliconen vormen wilt gebruiken, raadpleeg dan de informatie en de recepten van de fabrikant. Vormen van silicone zijn vaak kleiner dan normale vormen. De deegvormen en receptgegevens kunnen afwijken.
Tabellen
In de tabellen vindt u voor de verschillende soorten gebak de optimale verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn afhankelijk van de hoeveelheid en de kwaliteit van het deeg. In de tabellen zijn bereiken aangegeven. Probeer het eerst met de laagste waarde. Een lage temperatuur zorgt ervoor dat het gerecht gelijkmatiger bruin wordt. Stel de oven indien nodig de volgende keer hoger in.
De baktijden worden 5 tot 10 minuten korter wanneer u voorverwarmt.
Bijkomende informatie vindt u onder Tips voor het bakken na de tabellen.
Dit apparaat is gekenmerkt in overeenstemming met de Europese richtlijn 2012/19/EU betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (waste electrical and electronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in de EU geldige terugneming en verwerking van oude apparaten.
Gebak in vormen Vorm Hoogte Verwar-
mingsme­thode
Cake, eenvoudig Krans/rechthoekige vorm 2
3 cakevormen 3+1
Cake, fijn Krans/rechthoekige vorm 2
Taartbodem, roerdeeg Vorm vruchtentaartbodem 2
Vruchtentaart fijn, roerdeeg Springvorm/tulbandvorm 2
Biscuittaart Springvorm 2
: : % % % %
* Gebak ca. 20 minuten in de uitgeschakelde, gesloten oven laten afkoelen.
Temperatuur in °C
Tijdsduur in minuten
160-180 40-50
140-160 60-80
150-170 60-70
150-170 20-30
160-180 50-60
160-180 30-40
27
Page 28
Gebak in vormen Vorm Hoogte Verwar-
Bodem zandtaartdeeg met rand Springvorm 1
Vruchten- of kwarktaart, bodem van zandtaartdeeg*
Zwitserse vruchtentaart Pizzaplaat 1
Hartig gebak (bijv. quiche/uientaart)* Springvorm 1
Pizza, dunne bodem met weinig bedek­king (voorverwarmen)
* Gebak ca. 20 minuten in de uitgeschakelde, gesloten oven laten afkoelen.
Gebak op de plaat Toebehoren Hoogte Verwar-
Roer of gistdeeg met droge bedekking Bakplaat 2
Roer- of gistdeeg met vochtige bedek­king, vruchten
Zwitserse vruchtentaart Braadslede 2
Biscuitrol (voorverwarmen) Bakplaat 2
Broodvlecht van 500 g bloem Bakplaat 2
Kerststol van 500 g bloem Bakplaat 3
Kerststol van 1 kg bloem Bakplaat 3
Strudel, zoet Braadslede 2
Börek Braadslede 2
Pizza Bakplaat 2
Springvorm 1
Pizzaplaat 1
Braadslede + bakplaat 3+1
Braadslede 3
Braadslede + bakplaat 3+1
Braadslede + bakplaat 3+1
mingsme­thode
% %
% % %
mingsme­thode
% : % : % % % % % % % % :
Temperatuur in °C
170-190 25-35
170-190 70-90
220-240 35-45
180-200 50-60
250-270 10-15
Temperatuur in °C
170-190 20-30
150-170 35-45
160-180 40-50
150-170 50-60
210-230 40-50
190-210 15-20
160-180 30-40
160-180 60-70
150-170 90-100
180-200 55-65
180-200 40-50
220-240 15-25
180-200 35-45
Tijdsduur in minuten
Tijdsduur in minuten
Klein gebak Toebehoren Hoogte Verwar-
Koekjes Bakplaat 3
Braadslede + bakplaat 3+1
2 bakplaten + braadslede 5+3+1
Sprits (voorverwarmen) Bakplaat 3
Bakplaat 3
Braadslede + bakplaat 3+1
2 bakplaten + braadslede 5+3+1
Bitterkoekjes Bakplaat 2
Braadslede + bakplaat 3+1
2 bakplaten + braadslede 5+3+1
Schuimgebak Bakplaat 3
Deeg van bijv. soesjes Bakplaat 2
Bladerdeeggebak Bakplaat 3
Braadslede + bakplaat 3+1
2 bakplaten + braadslede 5+3+1
Gistdeeggebak Bakplaat 3
Braadslede + bakplaat 3+1
mingsme­thode
: : : % : : : % : : : % : : : % :
Temperatuur in °C
140-160 15-25
130-150 25-35
130-150 30-40
140-150 30-40
140-150 30-40
140-150 30-45
130-140 35-50
110-130 30-40
100-120 35-45
100-120 40-50
80-100 130-150
200-220 30-40
180-200 20-30
180-200 25-35
160-180 35-45
180-200 20-30
170-190 25-35
Tijdsduur in minuten
28
Page 29
Brood en broodjes Bij het bakken van brood de oven voorverwarmen als er niets anders is aangegeven.
Brood en broodjes Toebehoren Hoogte Verwar-
Gistbrood van 1,2 kg bloem Braadslede 2
Zuurdeegbrood van 1,2 kg bloem
Broodjes (niet voorverwarmen) Bakplaat 3
Broodjes van gistdeeg, zoet Bakplaat 3
Braadslede 2
Braadslede + bakplaat 3+1
Giet nooit water in de hete oven.
Bij het bakken op 2 niveaus de braadslede altijd boven de bakplaat inschuiven.
mingsme­thode
%
%
% % :
Temperatuur in °C
270
200
270
200
210-230 20-30
170-190 15-20
160-180 20-30
Tijdsduur in minuten
8
35-45
8
40-50

Tips voor het bakken

U wilt bakken volgens uw eigen recept. Raadpleeg de baktabellen voor gelijksoortig gebak.
Zo stelt u vast of de cake goed door­bakken is.
Het gebak zakt in. Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de oventemperatuur 10 graden lager
Het gebak is in het midden hoog gere­zen en lager bij de randen.
Het gebak wordt te donker aan de bovenkant.
Het gebak is te droog. Als het gebak klaar is, prikt u er met een prikker kleine gaatjes in. Vervolgens bedruppelt
Het brood of het gebak (bijv. kwarktaart) ziet er goed uit, maar is van binnen klef (zacht, doortrokken met waterstrepen).
Het gebak is ongelijkmatig bruin gewor­den.
Het vruchtengebak is te licht aan de onderkant.
Het sap van de vruchten stroomt over. Gebruik, indien beschikbaar, de volgende keer de diepere braadslede.
Klein gebak van gistdeeg plakt bij het bakken aan elkaar.
U hebt op meerdere niveaus gebakken. Op de bovenste plaat is het gebak don­kerder dan op de onderste.
Bij het bakken van vochtig gebak ont­staat er condenswater.
Prik ca. 10 voor het einde van de in het recept vermelde baktijd met een stokje in het hoogste punt van het gebak. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker zit, is het gebak klaar.
in.Houd rekening met de omroertijden in het recept.
De rand van de springvorm niet invetten. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig los met een mes.
Plaats het verder naar binnen, kies een lagere temperatuur en bak het iets langer.
u het met vruchtensap of alcohol. Stel de temperatuur de volgende keer 10 graden hoger in en houd een kortere baktijd aan.
Gebruik de volgende keer wat minder vloeistof en bak iets langer bij een wat lagere tem­peratuur. Bij gebak met een vochtige bovenkant bakt u eerst de bodem voor. Bestrooi het met amandelen of paneermeel en doe dan de bovenlaag erop. Houd u aan de recep­ten en baktijden.
Kies een wat lagere temperatuur, dan wordt het gebak gelijkmatiger bruin. Gebruik bij kwetsbaar gebak boven- en onderwarmte kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zodanig af dat het goed op de plaat past.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager.
Tussen de gebakstukken dient een afstand van ca. 2 cm te zijn. Zo is er voldoende plaats en kan het gebak goed rijzen en helemaal bruin worden.
Gebruik voor het bakken op meerdere niveaus altijd 3Dhetelucht gelijktijdig in de oven worden gedaan, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
Bij het bakken kan waterdamp ontstaan. Deze komt vrij via de deur. De waterdamp kan neerslaan op het bedieningspaneel of op het meubilair en als condens neerdruppelen. Dit is normaal.
% op één niveau. Ook bakpapier dat uitsteekt
:. Bakplaten die
29
Page 30

Vlees, gevogelte, vis

Vormen
U kunt alle vormen gebruiken die hittebestendig zijn. Voor grote stukken vlees is ook de braadslede geschikt.
Het meest geschikt zijn vormen van glas. Let erop dat het deksel voor de pan past en goed sluit
Gebruikt u geëmailleerde braadpannen, voeg dan wat meer vloeistof toe.
Bij braadgerei van roestvrij staal wordt het gerecht niet zo erg bruin en kan het vlees wat minder gaar zijn. Houd langere bereidingstijden aan.
Opgaven in de tabellen: Vorm zonder deksel = open Vorm met deksel = gesloten
Zet de vorm altijd midden op het rooster.
Zet hete vormen van glas op een droge onderzetter. Is de ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen.
Braden
Voeg aan mager vlees een beetje vloeistof toe. De bodem van de vorm dient ca. ½ cm bedekt te zijn.
Voeg aan stoofvlees royaal vloeistof toe. De bodem van de vorm dient ca 1 - 2 cm bedekt te zijn.
De hoeveelheid vloeistof is afhankelijk van het soort vlees en het materiaal van de vormen. Wanneer u vlees in geëmailleerde braadvormen klaarmaakt, is er wat meer vloeistof nodig dan in glazen vormen.
Braadsledes van roestvrij staal zijn slechts beperkt geschikt. Het vlees gaart langzamer en wordt minder bruin. Houd een hogere temperatuur en/of een langere bereidingstijd aan.
Grillen
Verwarm bij het grillen ca. 3 minuten voor alvorens het gerecht in de binnenruimte te plaatsen.
Gril altijd in een gesloten oven.
Gebruik zoveel mogelijk gelijke stukken om te grillen. Zo worden ze gelijkmatig bruin en blijven ze lekker mals.
Keer de grillstukken na
Zout de steaks pas na het grillen.
Leg de te grillen stukken vlees rechtstreeks op het rooster. Als u één stuk vlees wilt grillen, lukt dit het best wanneer u het midden op het rooster legt.
Plaats ook de braadslede op hoogte 1.Het vleessap wordt opgevangen en de oven blijft schoner.
De bakplaat of braadslede bij het grillen niet op hoogte 4 of 5 plaatsen. Door de sterke hitte vervormen ze en bij verwijdering kunnen ze de binnenruimte beschadigen.
Het grillelement wordt steeds weer in- en uitgeschakeld. Dit is normaal. Hoe vaak dit gebeurt, is afhankelijk van de ingestelde grillstand.
Vlees
Draai stukken vlees na de helft van de tijd om.
Als het vlees klaar is, moet het nog 10 minuten in de uitgeschakelde, gesloten oven blijven. Het vocht kan zich dan beter verdelen.
Wikkel rosbief na de bereiding in aluminiumfolie en laat het 10 minuten in de oven nagaren.
Snijd bij varkensvlees met zwoerd, het zwoerd kruisgewijs in en leg het vlees eerst met het zwoerd naar beneden in de vorm.
Z van de bereidingstijd.
Vlees Gewicht Toebehoren en
Rundvlees
Gestoofd rundvlees 1,0 kg gesloten 2
1,5 kg 2
2,0 kg 2
Runderfilet, medium 1,0 kg open 2
1,5 kg 2
Rosbief, medium 1,0 kg open 1
Steaks, medium, 3 cm dik Rooster 5
Kalfsvlees
Gebraden kalfsvlees 1,0 kg open 2
2,0 kg 2
Varkensvlees
Braadstuk zonder zwoerd (bijv. halsstuk)
Braadstuk, zonder zwoerd (bijv. schouder)
Casselerrib met been 1,0 kg gesloten 2
1,0 kg open 1
1,5 kg 1
2,0 kg 1
1,0 kg open 1
1,5 kg 1
2,0 kg 1
vormen
Hoogte Verwar-
mingsme­thode
% % % % % 4 (
% %
4 4 4 4 4 4 %
Temperatuur in °C, grillstand
200-220 120
190-210 140
180-200 160
210-230 70
200-220 80
210-230 50
315
190-210 100
170-190 120
200-220 100
190-210 140
180-200 160
200-220 120
190-210 150
180-200 180
210-230 70
Tijdsduur in minuten
Lamsvlees
Lamsbout zonder been, medium 1,5 kg open 1
Gehakt
30
4
150-170 120
Page 31
Vlees Gewicht Toebehoren en
Gehakt van 500 g
Worstjes
Worstjes Rooster 4
Gevogelte
De gewichtsgegevens in de tabel hebben betrekking op ongevuld, panklaar gevogelte.
Leg het hele gevogelte eerst met de borstzijde naar beneden op het rooster. Na
Gevogelte Gewicht Toebehoren en
Kip, heel 1,2 kg Rooster 2
Poularde, heel 1,6 kg Rooster 2
Kip, gehalveerd elk 500 g Rooster 2
Stukken kip elk 300 g Rooster 3
Eend, heel 2,0 kg Rooster 2
Gans, heel 3,5-4,0 kg Rooster 2
Kalkoen, heel 3,0 kg Rooster 2
Kalkoenbout 1,0 kg Rooster 2
Z van de opgegeven tijd keren.
vlees
vormen
open 1
Braadstukken, zoals kalkoenrollade of kalkoenfilet, halverwege de opgegeven tijd keren. Stukken gevogelte na keren.
Prik bij eend of gans het vel onder de vleugels in.Zo kan het vet weglopen.
Gevogelte wordt bijzonder knapperig bruin als u het tegen het einde van de bereidingstijd bestrijkt met boter, zout water of sinaasappelsap.
vormen
Hoogte Verwar-
mingsme­thode
4
(
Hoogte Verwar-
mingsme­thode
4 4 4 4 4 4 4 4
Temperatuur in °C, grillstand
170-190 70
315
Tijdsduur in minuten
Z van de tijd
Temperatuur in °C
200-220 60-70
190-210 80-90
200-220 40-50
200-220 30-40
170-190 90-100
160-170 110-130
170-190 80-100
180-200 90-100
Tijdsduur in minuten
Vis
Keer visstukken na
Hele vis hoeft niet gekeerd te worden. Plaats de hele vis in de zwemstand, met de rugvin naar boven, in de oven. Een
Vis Gewicht Toebehoren en
Vis, heel elk ca. 300 g Rooster 2
Viskotelet, 3 cm dik Rooster 3
Z van de tijd.
vormen
1,0 kg Rooster 2
1,5 kg Rooster 2
ingesneden aardappel of een kleine ovenvaste vorm in de buik van de vis maakt hem stabieler.
Grilt u direct op het rooster, plaats dan ook de braadslede op hoogte 1. De vloeistof wordt opgevangen en de oven blijft schoner.

Tips voor het braden en grillen

Voor het gewicht van het vlees staan geen gegevens in de tabel.
Hoe kunt u vaststellen of het vlees klaar is?
Het vlees is te donker en de korst is op enkele plaatsen verbrand.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is aangebrand.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is te licht en te waterig.
Bij het overgieten van het vlees ontstaat waterdamp.
Maak uw keuze in overeenstemming met het eerstvolgende, lagere gewicht en houd een langere tijd aan.
Gebruik de vleesthermometer (verkrijgbaar in de speciaalzaak) of doe de “lepeltest". Druk met een lepel op het vlees. Voelt het stevig aan, dan is het klaar. Geeft het mee, dan heeft het nog wat tijd nodig.
Controleer de inschuifhoogte en de temperatuur.
Neem de volgende keer kleiner braadgerei of voeg wat meer vloeistof toe.
Gebruik de volgende keer groter braadgerei en voeg minder vloeistof toe.
Dit is normaal. Een groot deel van de waterdamp ontsnapt uit de oven. Het kan neer­slaan op het koudere schakelpaneel of op meubilair en als condens neerdruppelen.
Hoogte Verwar-
mingsme­thode
( 4 4 (
Temperatuur in °C, grillstand
3 20-25
180-200 45-50
170-190 50-60
2 20-25
Tijdsduur in minuten
31
Page 32

Ovenschotels, gegratineerde gerechten, toast

Grilt u direct op het rooster, plaats dan ook de braadslede op hoogte 1. De oven blijft schoner.
Gerecht Toebehoren en vormen Hoogte Verwar-
Ovenschotels
Ovenschotel, zoet Ovenschaal 2
Pastaschotel Ovenschaal 2
Gratin
Gegratineerde aardappels, rauwe ingre­diënten, max. 4 cm hoog
Toast
Toast grillen, 4 stuks Rooster 4
Toast grillen, 12 stuks Rooster 4
1 ovenschaal 2
2 ovenschalen 1+3

Kant-en-klaar producten

Houd u aan de opgaven van de fabrikant op de verpakking.
Wanneer u de toebehoren bekleedt met bakpapier, let er dan op dat het bakpapier geschikt is voor deze temperaturen. Pas de grootte van het papier aan het gerecht aan.
Plaats de vormen altijd op het rooster.
De bereidingstoestand van een ovenschotel is afhankelijk van de grootte van de vorm en de hoogte van het gerecht. De opgaven in de tabellen zijn slechts richtwaarden.
mingsme­thode
% %
4 :
4 4
Het bereidingsresultaat is zeer sterk afhankelijk van het soort levensmiddelen. Op het rauwe product kunnen al bruine plekken en ongelijkmatigheden te zien zijn.
Temperatuur in °C
180-200 40-50
210-230 30-40
160-180 60-80
150-170 65-85
160-170 10-15
160-170 15-20
Tijdsduur in minuten
Gerecht Toebehoren Hoogte Verwar-
Pizza, diepvries
Pizza met dunne bodem Braadslede 2
Braadslede + roos­ter
Pizza met dikke bodem Braadslede 2
Braadslede + roos­ter
Pizza baguette Braadslede 3
Minipizza Braadslede 3
Pizza, gekoeld, voorverwarmen Braadslede 1
Aardappelproducten, diepvries
Frites Braadslede 3
Braadslede + bak­plaat
Kroketten Braadslede 3
Rösti, gevulde aardappelflappen Braadslede 3
Brood en banket, diepvries
Broodjes, baguette Braadslede 3
Zoute krakelingen Braadslede 3
3+1
3+1
3+1
mingsme­thode
6 :
6 :
6 6 6
6 :
6 6
6 6
Temperatuur in °C, grillstand
190-210 15-20
180-200 20-30
170-190 20-30
170-190 25-35
170-190 20-30
180-200 10-20
180-200 10-15
190-210 20-30
180-200 30-40
190-210 20-25
190-210 15-25
190-210 10-20
200-220 10-20
Tijdsduur in minuten
Brood en banket, voorgebakken
Afbakbroodjes of -stokbrood Braadslede 3
Braadslede + roos­ter
Groenteballetjes, diepvries
Vissticks Braadslede 2
Kipsticks, nuggets Braadslede 3
Strudel, diepvries
32
3+1
% :
6 6
190-210 10-20
160-180 20-25
200-220 10-15
190-210 10-20
Page 33
Gerecht Toebehoren Hoogte Verwar-
Strudel Braadslede 3

Bijzondere gerechten

Bij lage temperaturen lukt romige yoghurt u met 3D-hetelucht
Verwijder eerst de toebehoren, inhangroosters of telescooprails uit de binnenruimte.
Yoghurt maken
1. 1 liter melk (3,5 % vet) aan de kook brengen en tot 40 °C
aafkoelen.
2. Hier 150 g yoghurt (koelkasttemperatuur) door roeren.
3. Hiermee koppen of kleine twist-off potjes vullen en afdekken
met vershoudfolie.
Gerecht Vormen Verwar-
Yoghurt Koppen of Twist-Off
Gistdeeg laten rijzen Hittebestendige
: even goed als luchtig gistdeeg.
potten
vorm
op de bodem van de binnenruimte plaatsen
op de bodem van de binnenruimte plaatsen
4. Den binnenruimte zoals aangegeven voorverwarmen
5. De koppen of potjes vervolgens op de bodem van de
binnenruimte zetten en bereiden zoals aangegeven.
Gistdeeg laten rijzen
1. Het gistdeeg maken zoals gebruikelijk, in een hittebestendige
vorm van keramiek leggen en afdekken
2. Den binnenruimte zoals aangegeven voorverwarmen
3. De oven uitschakelen en het deeg in de uitgeschakelde
binnenruimte plaatsen om het te laten rijzen.
mingsme­thode
:
:
mingsme­thode
6
Temperatuur Tijdsduur
50 °C
50 °C
50 °C
Apparaat uitschakelen en gistdeeg in de binneruimte plaatsen
Temperatuur in °C, grillstand
190-210 30-40
Tijdsduur in minuten
5 m
8 uur
510 min..
2030 min..

Ontdooien

Levensmiddelen uit de verpakking halen en in een geschikte schaal op het rooster zetten.
Diepvries Toebehoren Hoogte Wijze
Bijv. slagroomtaarten, bakkersroomtaarten, taarten met chocolade­of suikerglazuur, vruchten, kip, worst en vlees, brood, broodjes, cake en ander gebak

Drogen

Met 3D-hetelucht : kunt u uitstekend drogen.
Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken en was deze grondig.
Laat ze goed afdruipen en droog ze af.
Vruchten en kruiden Toebehoren Hoogte Verwar-
600 g appelringen Braadslede + rooster 3+1
800 g stukjes peer Braadslede + rooster 3+1
1,5 kg kwetsen of pruimten Braadslede + rooster 3+1
200 g panklare keukenkruiden Braadslede + rooster 3+1
Let op de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking.
De ontdooitijden zijn afhankelijk van de aard en de hoeveelheid van de levensmiddelen.
Gevogelte met de borstzijde op het bord leggen.
van ver­warmen
Rooster 2
Bedek de braadslede en het rooster met bak- of perkamentpapier.
Fruit of groente met veel vocht enkele malen keren.
Het gedroogde gerecht direct na het drogen losmaken van het papier.
mingsme­thode
B
: : : :
Temperatuurinstelling in °C
De temperatuurkeuzeknop blijft uitgeschakeld
Temperatuur Tijdsduur
80 °C ca. 5 uur
80 °C ca. 8 uur
80 °C ca. 8-10 uur
80 °C ca. 1½ uur
33
Page 34

Inmaak

Voor het inmaken moeten de potten en rubberen ringen schoon en in orde zijn. Gebruik zo mogelijk potten van gelijke grootte. De gegevens in de tabel hebben betrekking op ronde glazen potten van 1 liter.
Attentie!
Gebruik geen grotere of hogere potten. De deksels zouden kunnen springen.
Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken. Was het grondig.
De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Deze kunnen worden beïnvloed door de omgevingstemperatuur, het aantal potten, de hoeveelheid en de temperatuur van de inhoud. Controleer voor u om- of uitschakelt of de potten werkelijk borrelen.
Voorbereiden
1. De potten vullen, niet te
2. De glazen randen schoonmaken.
Fruit in glazen potten van één liter Wanneer het borrelen begint Nawarmen
Appels, rode bessen, aardbeien Uitschakelen Ca. 25 minuten
Kersen, abrikozen, perziken, kruisbessen Uitschakelen Ca. 30 minuten
Appelmoes, peren, pruimen Uitschakelen Ca. 35 minuten
3. Leg op elke pot een natte rubberen ring en een deksel.
4. Sluit de potten af met klemmen.
Plaats niet meer dan zes potten in de ovenruimte.
Instellen
1. * Braadslede op hoogte 2 plaatsen. Plaats de glazen potten
zó dat ze elkaar niet raken.
2. ½ Liter heet water (ca. 80 ºC) in de braadslede gieten.
3. Ovendeur sluiten.
4. Onderwarmte $ instellen.
5. Temperatuur op170 tot 180 °C instellen
Inmaak
Fruit
Na ca. 40 tot 50 minuten stijgen er met korte tussenpozen belletjes op. Schakel de oven uit.
Na 25 tot 35 minuten nawarmen haalt u de weckflessen uit de ovenruimte. Als u ze langer in de ovenruimte laat afkoelen, kunnen zich kiemen vormen waardoor het ingemaakte fruit sneller zuur wordt.
Groente Zodra er in de potten belletjes opstijgen de temperatuur naar 120 tot 140 °C terugbrengen. Afhankelijk van de soort groente
Groente met koud vocht in glazen potten van één liter Wanneer het borrelen begint Nawarmen
Augurken - Ca. 35 minuten
Rode biet Ca. 35 minuten Ca. 30 minuten
Spruitjes ca. 45 minuten Ca. 30 minuten
Bonen, koolrabi, rodekool Ca. 60 minuten Ca. 30 minuten
Erwten Ca. 70 minuten Ca. 30 minuten
Glazen potten verwijderen
Neem de potten na het inkoken uit de binnenruimte.
ca. 35 tot 70 m. Schakel vervolgens de oven uit en gebruik de restwarmte.
Attentie!
Zet de hete potten niet op een koude of natte ondergrond. Ze kunnen knappen.

Acrylamide in levensmiddelen

Acrylamide ontstaat vooral bij graan- en aardappelproducten die met grote hitte worden bereid, zoals aardappelchips, frites,
Tips voor het klaarmaken van gerechten met weinig acrylamide
Algemeen
Bakken Met boven- en onderwarmte max. 200 °C.
Koekjes Met boven- en onderwarmte max. 190 °C.
Frites uit de oven Gelijkmatig en in één laag verdelen over de plaat. Minstens 400 g per plaat bakken,
Bereidingstijden zo kort mogelijk houden.
De gerechten goudgeel en niet te donker bakken.
Grote, dikke ingrediënten bevatten minder acrylamide.
Met 3D-hetelucht of hete lucht max.180 °C.
Met 3D-hetelucht of hete lucht max. 170 °C.
Ei of eierdooier gaat de vorming van acrylamide tegen.
zodat de frites niet uitdrogen
toast, broodjes, brood of fijne bakwaren (koekjes, taaitaai, speculaas).
34
Page 35

Testgerechten

Deze tabellen zijn gemaakt voor onderzoeksinstituten om het controleren en testen van verschillende apparaten te vergemakkelijken.
Volgens EN 50304/EN 60350 (2009) resp. IEC 60350.

Bakken

Bakken op twee niveaus: Braadslede altijd boven de bakplaat plaatsen. Bakken op 3 niveaus: Braadslede in het midden plaatsen.
Sprits: Bakplaten die gelijktijdig worden geplaatst, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
Bedekte appeltaart op 1 niveau: Donkere springvormen verspringend naast elkaar plaatsen. Bedekte appeltaart op 2 niveaus: Donkere springvormen diagonaal boven elkaar plaatsen, zie afbeelding.
Gebak in springvormen van blik: Met boven- en onderwarmte de braadslede in plaats van het rooster en plaats hier de springvorm in.
Aanwijzing: Gebruik voor het bakken eerst de laagste opgegeven temperatuur.
% op 1 niveau bakken. Gebruik
Gerecht Toebehoren en vormen Hoogte Verwar-
Sprits, voorverwarmen* Bakplaat 3
Bakplaat 3
Bakplaat + braadslede 1+3
2 bakplaten + braadslede 1+3+5
Small cakes, voorverwarmen* Bakplaat 3
Bakplaat 3
Bakplaat + braadslede 1+3
2 bakplaten + braadslede 1+3+5
Waterbiscuit, voorverwarmen* Springvorm op het rooster 2
Springvorm op het rooster 2
Donkere appeltaart Rooster + 2 springvor-
men Ø 20 cm
2 roosters + 2 springvor­men Ø 20 cm
* Om voor te verwarmen niet de functie Snelvoorverwarming gebruiken.
1
1+3
mingsme­thode
% : : : % : : : % : %
:

Grillen

Wanneer u eten direct op het rooster plaatst, schuif dan ook de braadslede in op hoogte 1.De vloeistof wordt opgevangen en de oven blijft schoner.
Temperatuur in °C
140-150 30-40
140-150 30-40
140-150 30-45
130-140 40-55
150-170 20-35
150-170 20-35
140-160 30-45
130-150 35-55
160-170 30-40
160-170 25-40
170-190 80-100
170-190 70-100
Tijdsduur in minuten
Gerecht Toebehoren en vormen Hoogte Verwar-
Brood roosteren 10 minuten voorverwarmen
Beefburger, 12 stuks* niet voorverwarmen
Z van de tijd keren
* Na
Rooster 5
Rooster + braadslede 4+1
mingsme­thode
(
(
Grillstand Tijdsduur
in minuten
3 ½-2
3 25-30
35
Page 36
Robert Bosch Hausgeräte GmbH
Carl-Wery-Straße 34 81739 München Germany
www.bosch-home.com
*9001039481*
9001039481
950527
Loading...