Boretti BVW 96 User Manual [de]

0 (0)
BVW 96
G
EBRUIKSAANWIJZING
NL
N
OTICE
D
UTILISATION
FR
B
ENUTZERINFORMATION
DE
U
SER
MANUAL
EN
© Boretti B.V.
Inhoud
Veiligheidsinformatie 2
Beschrijving van het product 4
Bedieningspaneel 5
Het eerste gebruik 6
De waterontharder instellen 6
Gebruik van zout voor de vaatwasser 8
Gebruik van glansspoelmiddel 9
Dagelijks gebruik 10
De vaatwasser inruimen 11
Gebruik van vaatwasmiddelen 13
De Multitabfunctie 14
Een wasprogramma selecteren en starten
15
De vaatwasser uitruimen 16
Wasprogramma's 16
Onderhoud en reiniging 17
Problemen oplossen 18
Technische gegevens 20
Aanwijzingen voor testinstituten 20
Montage 22
Aansluiting aan de waterleiding 22
Aansluiting aan het elektriciteitsnet 24
Milieubescherming 24
Wijzigingen voorbehouden
Veiligheidsinformatie
In het belang van uw veiligheid en om
een correct gebruik te kunnen waarbor-
gen is het van belang dat u, alvorens het
apparaat te installeren en in gebruik te
nemen, deze gebruiksaanwijzing, inclu-
sief de tips en waarschuwingen, grondig
doorleest. Om onnodige vergissingen en
ongevallen te voorkomen is het belang-
rijk ervoor te zorgen dat alle mensen die
het apparaat gebruiken, volledig bekend
zijn met de werking ervan en de veilig-
heidsvoorzieningen. Bewaar deze in-
structies en zorg ervoor dat zij bij het ap-
paraat blijven als het wordt verplaatst of
verkocht, zodat iedereen die het appa-
raat gedurende zijn hele levensduur ge-
bruikt, naar behoren is geïnformeerd
over het gebruik en de veiligheid van het
apparaat.
Correct gebruik
Deze afwasmachine is uitsluitend bedoeld
voor het reinigen van huishoudelijke ge-
bruiksvoorwerpen die geschikt zijn voor
reiniging in een afwasmachine.
Doe geen oplosmiddelen in de afwasma-
chine. Dit kan een explosie veroorzaken.
Messen en andere voorwerpen met scher-
pe punten moeten met de punt naar be-
neden in de bestekmand worden ge-
plaatst of horizontaal in het bovenrek wor-
den gelegd.
Gebruik alleen producten (afwasmiddel,
zout en glansmiddel) die geschikt zijn voor
afwasmachines.
Open de deur niet als het apparaat in
werking is; er kan hete stoom ontsnappen.
Neem geen serviesgoed uit de afwasma-
chine voordat het afwasprogramma is af-
gelopen.
Trek na het gebruik de stekker uit het stop-
contact en draai de waterkraan dicht.
Dit product mag alleen worden onderhou-
den door een daartoe bevoegde service-
monteur en er dient alleen gebruik te wor-
den gemaakt van originele reserveonder-
delen.
Onder geen voorwaarde moet u proberen
de afwasmachine zelf te repareren. Repa-
raties die worden uitgevoerd door onerva-
ren personen veroorzaken letsel of storin-
gen. Neem contact op met onze service-
afdeling. Sta te allen tijde op het gebruik
van originele reserveonderdelen.
Algemene veiligheid
Mensen (met inbegrip van kinderen) met
beperkte lichamelijke, zintuiglijke of ver-
standelijke vermogens of gebrek aan er-
varing en kennis mogen dit apparaat niet
gebruiken. Zij moeten onder toezicht staan
of instructies krijgen over het gebruik van
dit apparaat van iemand die verantwoor-
delijk is voor hun veiligheid.
2
Afwasmiddelen kunnen chemische brand-
wonden veroorzaken aan de ogen, de
mond en de keel. Deze kunnen levensbe-
dreigend zijn! Houd u aan de veiligheids-
instructies van de afwasmiddelfabrikant.
Het water in uw afwasmachine is geen
drinkwater. Resten van afwasmiddel kun-
nen nog in de machine aanwezig zijn.
Zorg ervoor dat de deur van de afwasma-
chine altijd gesloten is als het apparaat niet
wordt in- of uitgeruimd. Zo voorkomt u dat
iemand over de open deur struikelt en zich
bezeert.
Ga niet op de open deur zitten of staan.
De veiligheid van kinderen
Dit apparaat is bestemd voor gebruik door
volwassenen. Kinderen moeten in de ga-
ten gehouden worden om te voorkomen
dat zij met het apparaat gaan spelen..
Houd alle verpakkingsmateriaal buiten het
bereik van kinderen. Gevaar voor verstik-
king.
Bewaar alle afwasmiddelen op een veilige
plaats buiten het bereik van kinderen.
Houd kinderen uit de buurt van de afwas-
machine als de deur open staat.
Installatie
Controleer uw afwasmachine op eventuele
transportschade. Sluit nooit een bescha-
digde machine aan. Neem contact op met
uw leverancier als de machine beschadigd
is.
Alle verpakkingsmaterialen moeten verwij-
derd worden voordat u het apparaat in ge-
bruik neemt.
Alle elektrische en loodgieterswerkzaam-
heden die nodig zijn voor de installatie van
dit apparaat moeten worden uitgevoerd
door een gekwalificeerd en competent
persoon.
Om veiligheidsredenen is het gevaarlijk wij-
zigingen aan te brengen in de specificaties
of dit product op enigerlei wijze te modifi-
ceren.
Gebruik de afwasmachine nooit als het
aansluitsnoer of de waterslangen bescha-
digd zijn; of als het bedieningspaneel, het
werkblad of de plint zodanig beschadigd
zijn dat het inwendige van de machine vrij
toegankelijk is. Raadpleeg onze service-
afdeling om gevaarlijke situaties te voor-
komen.
In de behuizing van de afwasmachine mo-
gen geen gaten worden geboord ter voor-
koming van schade aan hydraulische en
elektrische onderdelen.
Waarschuwing! Voor de aansluiting
van elektriciteit en water dienen de
instructies in de desbetreffende
paragrafen nauwgezet te worden
opgevolgd.
3
Beschrijving van het product
1 Bovenrek
2 Aanpassen van de instelling van de wa-
terhardheid
3 Zoutreservoir
4 Afwasmiddeldoseerbakje
5 Glansmiddeldoseerbakje
6 Typeplaatje
7 Filters
8 Onderste sproeiarm
9 Bovenste sproeiarm
Optisch signaal
Als het afwasprogramma is gestart, schijnt er
een puntvormig optisch signaal op de vloer,
onder de deur van het apparaat.
Als het apparaat hoger is ingebouwd en
voorzien is van een meubeldeur, is het sig-
naal niet langer zichtbaar.
Optisch signaal
Ononderbro-
ken bran-
dend rood
licht
Geeft het lopen van een afwas-
programma aan. Gaat aan als
een programma start. Gaat uit
als het afwasprogramma is af-
gelopen.
Knipperend
rood licht
Geeft een storing van het appa-
raat aan.
4
Bedieningspaneel
1 Aan-/uit-toets
2 Programmakeuzetoetsen
3 Toets uitgestelde start
4 Controlelampjes
5 Functietoetsen
Controlelampjes
Zout
Gaat branden als het speciale zout op is.
Multitab-functie
Geeft het activeren/deactiveren aan van de Multi-
tab-functie. (Zie "Multitab-functie").
Einde programma
Gaat branden als het afwasprogramma is afgelo-
pen. Heeft ook andere visuele signaleringsfuncties
zoals:
het instellen van de waterontharder,
activering/deactivering van de glansmiddeldo-
sering,
activering/deactivering van de geluidssignalen,
melden van een alarm als gevolg van storing
van de machine.
Toets uitgestelde start
U kunt de start van een afwasprogramma 3,
6 of 9 uur uitstellen.
Zie het hoofdstuk 'Een afwasprogramma se-
lecteren en starten' voor het instellen van de-
ze functie.
Functietoetsen
De volgende functies kunnen met behulp van
deze toetsen worden geprogrammeerd:
het instellen van het niveau van de water-
ontharder,
een afwasprogramma of een lopende uit-
gestelde start annuleren,
activering/deactivering van de Multitab-
functie,
de glansmiddeldosering in- of uitschake-
len wanneer de Multitab-functie actief is,
geluidssignalen inschakelen/uitschakelen.
Instelmodus
Druk op de Aan-/uittoets. Het apparaat staat
in de instelmodus als alle lampjes van de pro-
grammatoetsen branden.
Het apparaat moet in de instelmodus staan
voor de volgende handelingen:
het kiezen van een afwasprogramma,
5
het instellen van het niveau van de water-
ontharder,
het in- of uitschakelen van de glansmid-
deldosering,
het in- of uitschakelen van de geluidssig-
nalen,
Druk op de Aan-/uittoets. Als een lampje van
de programmatoetsen gaat branden, is het
laatst uitgevoerde of geselecteerde pro-
gramma nog steeds ingesteld. Om in dit ge-
val terug te keren naar de instelmodus moet
het programma worden geannuleerd.
Een lopend programma annuleren
Houdt tegelijkertijd de beide functietoet-
sen B en C, totdat alle lampjes van de pro-
grammatoetsen branden. Het programma
is geannuleerd en de machine staat nu in
de instelmodus.
Geluidssignalen
De geluidssignalen zijn bedoeld om aan te
geven welke handelingen de afwasmachine
aan het uitvoeren is.
het instellen van de waterontharder,
einde van het afwasprogramma,
melden van een alarm als gevolg van sto-
ring van de machine.
Fabrieksinstelling: Er klinken geluidssig-
nalen
De geluidssignalen kunnen worden uit-
geschakeld.
In- en uitschakelen van de geluidssignalen
1. Druk op de Aan-/uittoets. Het apparaat
moet in de instelmodus staan.
2. Houd tegelijkertijd de functietoetsen B en
C ingedrukt, totdat de lampjes van de
functietoetsen A, B en C beginnen te
knipperen.
3. Druk op functietoets C,
de lampjes van functietoetsen A en B
gaan uit,
het lampje van functietoets C gaat
knipperen,
en tegelijkertijd gaat het controlelampje
einde programma aan.
Er klinken geluidssignalen.
4. De geluidssignalen uitschakelen:
druk op functietoets C,
het controlelampje einde programma
gaat uit.
De geluidssignalen gaan uit.
5. Om de bewerking op te slaan schakelt u
het apparaat uit.
Om de geluidssignalen weer in te scha-
kelen hoeft u alleen maar de boven-
staande instructies op te volgen totdat
het controlelampje einde programma
aan gaat.
Het eerste gebruik
Voordat u uw afwasmachine in gebruik
neemt:
Zorg ervoor dat de elektrische aansluiting
en de wateraansluiting voldoen aan de in-
stallatie-instructies
Verwijder alle verpakkingsmaterialen uit
het inwendige van de machine
De waterontharder instellen
Giet 1 liter water in het zoutreservoir en vul
het reservoir vervolgens met regenereer-
zout
Vul het glansmiddeldoseerbakje
Als u gebruik wilt maken van ge-
combineerde afwasmiddelblokjes
zoals: ''3 in 1'', ''4 in 1'', ''5 in 1'' enz...
dient u de Multitab-functie in te stel-
len. (Zie ''Multitab-functie'').
De waterontharder instellen
De afwasmachine is uitgerust met een wa-
terontharder die is ontworpen om mineralen
en zouten uit het leidingwater te verwijderen
die een schadelijk of negatief effect zouden
hebben op de werking van het apparaat.
Hoe hoger het gehalte van deze mineralen en
zouten is, des te harder is het water. De
hardheid van water wordt gemeten in equi-
valente eenheden, Duitse hardheid (°dH),
Franse hardheid (°TH) en mmol/l (millimol per
6
liter - internationale eenheid voor de hardheid
van water).
De ontharder moet worden ingesteld in over-
eenstemming met de hardheid van het water
in uw omgeving. Uw waterleidingbedrijf kan
u informeren over de hardheid van het water
in uw woonplaats.
De waterontharder moet op beide ma-
nieren worden ingesteld: handmatig,
met behulp van de waterhardheidstoets
en elektronisch.
Waterhardheid
Aanpassen van de waterhardheidsin-
stelling
Ge-
bruik
van
zout
°dH °TH mmol/l handmatig elektronisch
51 - 70 91 - 125 9,1 - 12,5 2 niveau 10 ja
43 - 50 76 - 90 7,6 - 9,0 2 niveau 9 ja
37 - 42 65 - 75 6,5 - 7,5 2 niveau 8 ja
29 - 36 51 - 64 5,1 - 6,4 2 niveau 7 ja
23 - 28 40 - 50 4,0 - 5,0 2 niveau 6 ja
19 - 22 33 - 39 3,3 - 3,9 2 niveau 5 ja
15 - 18 26 - 32 2,6 - 3,2 1 niveau 4 ja
11 - 14 19 - 25 1,9 - 2,5 1 niveau 3 ja
4 - 10 7 - 18 0,7 - 1,8 1 niveau 2 ja
< 4 < 7 < 0,7 1 niveau 1 nee
Handmatig instellen
De afwasmachine wordt in de fabriek in-
gesteld op stand 2.
1. Open de deur van de afwasmachine.
2. Neem het onderrek uit de afwasmachine.
3. Zet de waterhardheidstoets in stand 1 of
2 (zie tabel).
4. Plaats het onderrek terug.
Elektronisch instellen
Het apparaat is in de fabriek ingesteld op
stand 5.
1. Druk op de Aan-/uittoets. Het apparaat
moet in de instelmodus staan.
2. Houd tegelijkertijd de functietoetsen B en
C ingedrukt, totdat de lampjes van de
functietoetsen A, B en C beginnen te
knipperen.
3. Druk op functietoets A
de lampjes van functietoetsen B en C
gaan uit,
het lampje van functietoets A blijft knip-
peren,
tegelijkertijd begint begint het contro-
lelampje einde programma te knippe-
ren,
en kan een reeks onderbroken geluids-
signalen gehoord worden.
Het huidige niveau wordt aangegeven
door het aantal keren dat het controle-
lampje Einde programma knippert en
door de onderbroken geluidssignalen.
Voorbeelden:
5 knipperingen / 5 onderbroken ge-
luidssignalen, onderbreking, 5 knippe-
ringen / 5 onderbroken geluidssigna-
len, onderbreking = niveau 5
6 knipperingen / 6 onderbroken ge-
luidssignalen, onderbreking, 6 knippe-
ringen / 6 onderbroken geluidssigna-
len, onderbreking = niveau 6
4. Druk op functietoets A om het niveau te
wijzigen. Elke keer dat deze toets wordt
ingedrukt, wordt het niveau gewijzigd.
7
(Zie de tabel voor de selectie van het nieu-
we niveau).
Voorbeelden:
Als het huidige niveau 6 is, wordt door
toets A één keer in te drukken, niveau
5 geselecteerd,
als het huidige niveau 10 is, wordt door
toets A één keer in te drukken, niveau
1 geselecteerd.
5. Om de bewerking op te slaan schakelt u
het apparaat uit.
Gebruik van zout voor de vaatwasser
Waarschuwing!
Gebruik alleen zout dat specifiek is bestemd
voor gebruik in afwasmachines. Alle andere
soorten zout die niet specifiek zijn ontwikkeld
voor gebruik in een afwasmachine, in het bij-
zonder tafelzout, zullen schade toebrengen
aan de waterontharder. Vul alleen zout bij
vlak voordat u een van de volledige afwas-
programma's gaat starten. Hiermee wordt
voorkomen dat gemorste zoutkorrels of zout
water enige tijd op de bodem van de machi-
ne achterblijven, hetgeen corrosie kan ver-
oorzaken.
Vullen:
1. Open de deur, neem het onderrek uit de
machine en schroef het deksel van het
zoutreservoir los door het tegen de wij-
zers van de klok in te draaien.
2. Giet 1 liter water in het reservoir (dit is
alleen nodig als de machine de eerste
keer met zout wordt gevuld) .
3. Giet met behulp van de bijgeleverde
trechter zout in het reservoir totdat het vol
is.
4. Plaats het deksel terug en zorg er voor
dat er geen zoutresten achterblijven op
de schroefdraad of op de pakking.
5. Draai het deksel goed vast door het met
de klok mee te draaien tot de aanslag (u
hoort een klik).
Maak u geen zorgen als er bij het vullen
met zout water uit de vulopening
stroomt, dit is heel normaal.
Het zoutcontrolelampje kan een
paar uur blijven branden nadat het
zout is bijgevuld. Als u gebruik
maakt van zout dat minder snel op-
lost, kan dit nog langer duren. De
werking van het apparaat wordt niet
beïnvloed.
8
Gebruik van glansspoelmiddel
Waarschuwing! Gebruik alleen
merkglansmiddelen voor
afwasmachines.
Vul het glansmiddeldoseerbakje nooit
met andere middelen (bijv. afwasmachi-
nereinigingsmiddel, vloeibaar afwasmid-
del). Dit zou het apparaat beschadigen.
Glansmiddel zorgt ervoor dat het ser-
viesgoed grondig wordt gespoeld en vrij
van vlekken en strepen opdroogt.
Glansmiddel wordt tijdens de laatste
keer spoelen automatisch gedoseerd.
1. Open het reservoir door op de ontgren-
delknop (A) te drukken.
2. Giet glansmiddel in het reservoir. Het
maximale vulniveau wordt aangegeven
door "max".
Het doseerbakje bevat ongeveer 110 ml
glansmiddel, voldoende voor tussen de
16 en 40 afwascycli, afhankelijk van de
ingestelde dosering.
3. Zorg ervoor dat het deksel na het vullen
goed wordt gesloten.
Neem eventueel bij het vullen gemorst
glansmiddel op met een absorberende
doek om de volgende keer als u een
programma draait buitensporige
schuimvorming te voorkomen.
Stel de dosering van het glansmiddel in over-
eenstemming met de bereikte eind- en
droogresultaten in met behulp van de 6-stan-
denschakelaar (stand 1 minimumdosering,
stand 6 maximumdosering).
De dosering wordt in de fabriek ingesteld op
stand 4.
Verhoog de dosering als er na afloop van het
programma waterdruppels of kalkvlekken op
het serviesgoed achterblijven.
Verlaag de dosering als er kleverige witach-
tige strepen op het serviesgoed achterblijven
of een blauwzweem op glaswerk of op de
lemmeten van messen.
9
Als het reservoir vol is wordt de glansmidde-
lindicator (B) helder.
Dagelijks gebruik
Controleer of het nodig is regenereerzout
of glansmiddel bij te vullen.
Plaats bestek en serviesgoed in de afwas-
machine.
Afwasmiddel doseren.
Selecteer een programma dat geschikt is
voor het bestek en het serviesgoed.
Start het afwasprogramma.
Handige aanwijzingen en tips
Sponzen, huishoudtextiel en voorwerpen die
water kunnen absorberen mogen niet in de
afwasmachine worden gereinigd.
Voordat u het serviesgoed in de machine
plaatst, dient u:
alle voedselresten en rommel te verwij-
deren.
Laat aangebakken etensresten in pan-
nen eerst inweken
Let bij het plaatsen van serviesgoed en be-
stek op de volgende punten:
Borden en bestek mogen de draaibe-
weging van de sproeiarmen niet belem-
meren.
Plaats holle voorwerpen zoals kopjes,
glazen, pannen, enz. met de opening
naar beneden zodat ze niet vol water lo-
pen.
Borden en bestek mogen niet in elkaar
liggen of elkaar bedekken.
Zorg er ter voorkoming van schade aan
glaswerk voor dat glazen elkaar niet ra-
ken.
Leg kleine voorwerpen in de bestek-
mand.
Voorwerpen van kunststof en pannen met
teflon hebben de neiging waterdruppels
vast te houden; deze voorwerpen drogen
niet zo goed als voorwerpen van porselein
en staal.
Lichte voorwerpen (kunststofbakjes enz.)
moeten in het bovenrek worden geplaatst
en zo worden neergezet dat ze niet kunnen
bewegen.
10
Het volgende serviesgoed en bestek is voor reiniging in de afwasmachine
niet geschikt: in beperkte mate geschikt:
bestek met houten, hoornen, porseleinen of pa-
relmoeren handgrepen.
voorwerpen van kunststof die niet hittebesten-
dig zijn.
ouder bestek met gelijmde onderdelen die niet
hittebestendig zijn.
gelijmd bestek of gelijmde borden.
tinnen of koperen voorwerpen.
glaswerk van loodkristal.
gemakkelijk roestende stalen voorwerpen.
houten schotels.
voorwerpen gemaakt van synthetische vezels.
Reinig aardewerk alleen in de afwasmachine als
het door de fabrikant specifiek wordt geken-
merkt als afwasmachinebestendig.
Geglazuurde dessins kunnen vervagen als ze
vaak in de afwasmachine gewassen worden.
Zilveren en aluminium hebben de neiging om
tijdens het reinigen te verkleuren: Etensresten,
bijv. eiwit, eierdooier en mosterd, veroorzaken
op zilver vaak verkleuring en vlekken. Verwijder
etensresten dan ook onmiddellijk van zilver, als
dit niet meteen na gebruik wordt afgewassen.
De vaatwasser inruimen
Het onderrek
Het onderrek is geschikt voor steelpannen,
deksels, borden, slakommen, bestek, enz.
Dekschalen en grote deksels moeten langs
de rand van het rek worden gerangschikt om
te garanderen dat de sproeiarmen vrij kun-
nen draaien.
U kunt de rijen met punten in het onderrek
laten zakken om ruimte te maken voor pot-
ten, pannen en schalen.
De bestekmand
Rechtop geplaatste lange messen zijn
een potentieel gevaar. Lang en/of
scherp snijgereedschap zoals
bijvoorbeeld vleesmessen moeten
horizontaal in het bovenrek worden
gelegd. Pas op bij het plaatsen of
uitnemen van scherpe voorwerpen zoals
messen.
Plaats vorken en lepels in de uitneembare
bestekmand met de handgrepen naar bene-
den en messen met de handgrepen naar bo-
ven gericht.
11
Als de handgrepen onder de bestekmand
uitsteken en de onderste sproeiarm in zijn
beweging belemmeren, dient het bestek met
de handgrepen omhoog te worden ge-
plaatst.
Meng lepels met ander bestek om te voor-
komen dat zij aan elkaar kleven.
Voor de beste resultaten raden wij u aan ge-
bruik te maken van de bestekroosters (indien
de grootte en afmetingen van het bestek dit
toelaten).
Bovenrek
Het bovenrek is geschikt voor borden (tot
een diameter van 26 cm), slakommen, kop-
jes, glazen, potten en deksels.
Plaats voorwerpen zo op en onder de kop-
jesrekken dat het water alle oppervlakken
kan bereiken.
Zet borden alleen in het achterste gedeelte
van het bovenrek. Laat ze naar voren kante-
len.
Glazen met een lange voet kunnen onder-
steboven in de kopjesrekken worden ge-
plaatst.
Voor hogere voorwerpen kunnen de kopjes-
rekken worden opgeklapt.
Controleer alvorens de deur te sluiten of
de sproeiarmen vrij kunnen ronddraaien.
De hoogte van het bovenrek aanpassen
Als er zeer grote borden moeten worden af-
gewassen, kunt u deze in het onderrek plaat-
sen nadat u het bovenrek in zijn hoogste po-
sitie hebt geplaatst.
Maximale hoogte van borden in het onder-
rek
bovenrek
onder-
rek
Met bovenrek in
hoogste stand
22 cm 33 cm
Met bovenrek in
laagste stand
26 cm 29 cm
Ga als volgt te werk om het bovenrek in
zijn hoogste stand te zetten:
1. Trek het rek tot de aanslag naar buiten.
2. Til beide kanten voorzichtig op totdat het
mechanisme vastklikt en het rek stabiel
is.
12
Ga als volgt te werk om het rek in zijn
oorspronkelijke stand te laten zakken:
1. Trek het rek tot de aanslag naar buiten.
2. Til beide kanten voorzichtig op en laat het
mechanisme langzaam terug naar bene-
den zakken, terwijl u het blijft vasthouden.
Zet het rek nooit aan een enkele kant
naar boven of beneden
Als het rek zich in de bovenste stand be-
vindt, adviseren wij u de kopjesrekken in
te stellen op de onderste positie.
Sluit na het vullen van het apparaat
altijd de deur, want een open deur
kan gevaarlijk zijn.
Gebruik van vaatwasmiddelen
Gebruik uitsluitend afwasmiddelen die
specifiek zijn bedoeld voor gebruik in af-
wasmachines.
Neem de aanbevelingen van de fabri-
kant voor dosering en bewaren op de
verpakking van het afwasmiddel in acht.
Het gebruik van niet meer dan de juiste
hoeveelheid afwasmiddel draagt bij aan
minder milieuverontreiniging.
Afwasmiddel doseren
1. Open het deksel.
2. Vul het afwasmiddelbakje (1) met afwas-
middel. De markering geeft de doseerni-
veaus aan:
20 = ca. 20 g afwasmiddel
30 = ca. 30 g afwasmiddel.
1
2
3. Alle programma's met voorwas hebben
een extra dosering afwasmiddel nodig
(5/10 g) dat in het afwasmiddelbakje voor
de voorwas (2) moet worden gedaan.
Deze dosering wordt gebruikt tijdens de
voorwasfase.
Bij gebruik van afwasmiddeltabletten;
plaats het tablet in vak (1)
13
4. Sluit het deksel en druk totdat het op zijn
plaats klikt.
Afwasmiddeltabletten van verschillende
fabrikanten lossen niet allemaal even
snel op. Daarom bereiken bepaalde af-
wasmiddeltabletten tijdens korte pro-
gramma's niet hun volledige reinigings-
werking. Kies daarom bij het gebruik van
afwasmiddeltabletten lange program-
ma's, om ervoor te zorgen dat tabletres-
ten volledig worden verwijderd.
De Multitabfunctie
Dit apparaat is uitgerust met de "Multitab-
functie", waarmee "Multitab" combitabletten
gebruikt kunnen worden.
Dit zijn producten met een gecombineerde
reinigings-, glans- en zoutfunctie. Ook kun-
nen deze verschillende andere middelen be-
vatten afhankelijk van de soort tabletten die
u kiest ("3 in 1", "4 in 1", "5 in 1" etc...).
Controleer of deze producten geschikt zijn
voor uw waterhardheid. Zie de instructies
van de fabrikant.
Als deze functie is geselecteerd blijft hij ook
actief gedurende de volgende afwaspro-
gramma's.
Met de selectie van deze functie wordt de
toevoer van glansmiddel en zout vanuit de
desbetreffende reservoirs automatisch stop-
gezet en wordt tevens het controlelampjes
voor zout uitgeschakeld.
Bij gebruik van de "Multitab functie" kan de
duur van de cyclus veranderen.
Schakel de ''Multitab-functie'' voor het
begin van een afwasprogramma in of uit.
Als het programma loopt, kan de "Mul-
titab-functie" niet meer worden gewij-
zigd. Als u de "Multitab-functie" wilt uit-
schakelen, moet u eerst het ingestelde
programma annuleren en vervolgens de
"Multitab-functie". In dat geval moet u
opnieuw een programma (inclusief ge-
wenste opties) instellen.
In-/uitschakeling van de Multitab-
functie
Houd de twee Multitab-toetsen (functietoet-
sen D en E) gelijktijdig ingedrukt, tot het Mul-
titab-indicatielampje gaat branden. Dit bete-
kent dat de functie actief is.
Om de functie uit te schakelen dient u op-
nieuw deze twee toetsen in te drukken tot het
desbetreffende controlelampje van het sym-
bool van de "Multitab-functie" uitgaat.
Als u niet tevreden bent over het
droogresultaat adviseren wij u:
1. het glansmiddeldoseerbakje te vul-
len met glansmiddel.
2. de glansmiddeldosering te activeren.
3. de dosering van het glansmiddel in te
stellen op stand 2.
De glansmiddeldosering kan alleen
worden in- of uitgeschakeld als de
"Multitab-functie" actief is.
Activering/deactivering van de
glansmiddeldosering
1. Druk op de aan/uit toets. De afwasma-
chine moet in de instelmodus staan.
2. Houd tegelijkertijd de functietoetsen B en
C ingedrukt, tot de lampjes van de func-
tietoetsen A , B en C beginnen te knip-
peren.
3. Druk op functietoets B , de lampjes van
de functietoetsen A en C gaan uit, terwijl
het lampje van functietoets B blijft knip-
peren.
4. Om de glansmiddeldosering te activeren,
drukt u opnieuw op toets B , het contro-
lelampje Einde gaat branden, om aan te
geven dat de glansmiddeldosering geac-
tiveerd is.
14
5. Schakel om de bewerking vast te leggen
de afwasmachine uit door op de aan/uit
toets te drukken.
6. Om de glansmiddeldosering weer uit te
schakelen dient u de instructies hierbo-
ven op te volgen totdat het controlelamp-
je Einde uitgaat.
Als u besluit weer over te gaan op
het gebruik van de standaardafwas-
middelen adviseren wij u:
1. de "Multitab-functie" uit te schake-
len.
2. het zoutreservoir en het glansmid-
deldoseerbakje opnieuw te vullen.
3. de waterhardheid op de hoogste
stand in te stellen en zonder servies-
goed een afwasprogramma te draai-
en.
4. de waterhardheid in te stellen in
overeenstemming met de hardheid
van het water in uw omgeving.
5. de glansmiddeldosering in te stellen.
Een wasprogramma selecteren en starten
Selecteer het afwasprogramma en
de uitgestelde start met de deur
enigszins geopend. De start van het
programma of het aftellen voor de
uitgestelde start begint pas nadat de
deur is gesloten. Tot dat moment
kunnen de instellingen nog worden
gewijzigd
1. Controleer of de rekken juist zijn geladen
en of de sproeiarmen vrij kunnen draaien.
2. Controleer of de waterkraan is geopend.
3. Druk op de aan-/uit-toets. De afwasma-
chine moet in de instelmodus staan.
4. Druk op de toets die correspondeert met
het gewenste programma (zie tabel "af-
wasprogramma's"). Het controlelampje
van het geselecteerde programma gaat
branden.
Sluit de deur van de afwasmachine, het
programma start automatisch.
Het programma instellen en starten met
"uitgestelde start"
1. Druk na het kiezen van het programma
de toets uitgestelde start in, tot het over-
eenkomstige controlelampje van het ge-
wenste aantal uren (3u, 6u of 9u) begint
te knipperen.
Het controlelampje uitgestelde start
gaat branden.
2. Sluit de deur van de afwasmachine, het
aftellen start automatisch.
3. Het aftellen vindt plaats in stappen van 3
uur.
4. Als de uitgestelde start is verstreken, start
het programma automatisch.
Het controlelampje van de uitgestelde
start gaat uit.
Het openen van de deur onderbreekt het
aftelproces. Sluit de deur; het aftellen
gaat verder vanaf het punt waar het
werd onderbroken.
Waarschuwing! Onderbreek of
annuleer een lopend
afwasprogramma ALLEEN als het
absoluut noodzakelijk is.
Let op! Als de deur wordt geopend
kan hete stoom vrijkomen. Open de
deur voorzichtig.
Een lopend afwasprogramma
onderbreken
Open de deur van de afwasmachine; het
programma stopt. Sluit de deur; het pro-
gramma gaat verder waar het was onder-
broken.
Een afwasprogramma of een lopende
uitgestelde start annuleren
Houdt tegelijkertijd de beide functietoet-
sen B en C, totdat alle lampjes van de pro-
grammatoetsen branden.
Bij het annuleren van een uitgestelde start
wordt ook het ingestelde afwasprogram-
ma geannuleerd. In dit geval moet u het
afwasprogramma opnieuw instellen.
Als er een nieuw afwasprogramma moet
worden gekozen, controleer dan of er af-
wasmiddel in het doseerbakje zit.
15
Einde van het afwasprogramma
De afwasmachine stopt automatisch en een
geluidssignaal laat u weten dat het program-
ma is afgelopen.
1. Open de deur van de afwasmachine.
Het lampje einde programma brandt.
Het controlelampje van het zojuist be-
eindigde programma blijft branden.
2. Schakel de afwasautomaat uit.
3. Open de deur van de afwasmachine, laat
hem op een kier staan en wacht een paar
minuten voordat u het serviesgoed uit de
machine haalt. Dit zal dan al enigszins zijn
afgekoeld en ook beter zijn gedroogd.
De vaatwasser uitruimen
Hete borden zijn gevoelig voor stoten. Het
is daarom raadzaam het serviesgoed eerst
te laten afkoelen alvorens de machine uit
te ruimen.
Ruim eerst het onderrek en dan het bo-
venrek uit; hiermee voorkomt u dat er wa-
ter van het bovenrek op het serviesgoed in
het onderrek druppelt.
Er kan water op de zijkanten en de deur
van de afwasmachine ontstaan omdat
roestvrij staal uiteindelijk koeler zal worden
dan het serviesgoed.
Als het afwasprogramma is afgelo-
pen is het raadzaam de stekker uit
het stopcontact te trekken en de
kraan dicht te draaien.
Wasprogramma's
Afwasprogramma's
Programma Mate van vervui-
ling
Soort serviesgoed Beschrijving programma
1)
Alles Serviesgoed, be-
stek, potten en pan-
nen
Voorwas
Hoofdwas tot 45 °C of 70 °C
1 of 2 tussentijdse spoelgangen
Laatste spoelgang
Drogen
70°
Sterk vervuild Serviesgoed, be-
stek, potten en pan-
nen
Voorwas
Hoofdwas tot 70°C
2 tussentijdse spoelgangen
Laatste spoelgang
Drogen
60° gedurende
30'
2)
Normaal of licht ver-
vuild
Serviesgoed en be-
stek
Hoofdwas tot 60°C
Laatste spoelgang
50°
3)
Normaal vervuild Serviesgoed en be-
stek
Voorwas
Hoofdwas tot 50°C
1 tussentijdse spoelgang
Laatste spoelgang
Drogen
55°
Licht vervuild Serviesgoed en be-
stek
Hoofdwas tot 55 °C
1 tussentijdse spoelgang
Laatste spoelgang
1) Tijdens het AUTO afwasprogramma wordt de hoeveelheid vuil op het serviesgoed bepaald door de
troebelheid van het water. De programmaduur en het water- en energieverbruik kunnen variëren. Dit
hangt af van het feit of het apparaat geheel of gedeeltelijk is gevuld en of het servies licht of sterk is
vervuild. De temperatuur van het water wordt automatisch ingesteld tussen 45 °C en 70 °C.
2) Ideaal voor gebruik bij een gedeeltelijk gevulde afwasmachine. Dit is het perfecte dagelijkse
programma, speciaal bedoeld voor een gezin bestaande uit 4 personen om alleen het serviesgoed
van het ontbijt en het avondeten af te wassen.
3) Testprogramma voor testinstanties.
16
Verbruikswaarden
Programma Duur (in minuten) Energieverbruik
(kWh)
Water (in liters)
90 - 130 1,1 - 1,7 12 - 23
70°
80 - 90 1,6 - 1,8 22 - 24
60° gedurende
30'
30 0,9 9
50°
150 - 160 1,0 - 1,1 12 - 13
55°
45 - 55 1,0 - 1,2 11 - 12
De verbruikswaarden zijn bedoeld als
richtlijn en zijn afhankelijk van de druk en
de temperatuur van het water, maar ook
van de variaties in de netspanning en de
hoeveelheid serviesgoed.
Onderhoud en reiniging
De filters reinigen
De filters moeten van tijd tot tijd worden ge-
controleerd en gereinigd. Vuile filters beïn-
vloeden het afwasresultaat negatief.
Waarschuwing! Zorg ervoor dat de
machine is uitgeschakeld voordat de
filters worden schoongemaakt.
1. Open de deur, neem het onderrek uit de
machine.
2. Het filtersysteem van de afwasmachine
bestaat uit een grof filter (A), een microfil-
ter (B) en een plat filter (C).
A
B
C
3. Ontgrendel het filtersysteem met behulp
van de hendel op het microfilter. Draai de
greep ongeveer een kwartslag naar links
en verwijder het filtersysteem
4. Pak het grof filter (A) beet bij de greep en
verwijder het microfilter (B).
5. Maak alle filters onder stromend water
grondig schoon.
6. Verwijder het platte filter (C) uit de bodem
van het wascompartiment en maak beide
kanten grondig schoon.
7. Plaats het platte filter (C) terug in de bo-
dem van het wascompartiment en verze-
ker u ervan dat hij perfect past.
17
8. Plaats het grof filter (A) in het microfilter
(B) en druk ze tegen elkaar.
9. Breng de filtercombinatie terug op zijn
plaats en vergrendel het geheel door de
hendel tot de aanslag met de wijzers van
de klok mee te draaien. Zorg er tijdens dit
proces voor dat het platte filter (C) niet
boven de bodem van het wascomparti-
ment uitsteekt.
Gebruik de afwasmachine NOOIT
zonder filters. Een onjuiste terug-
plaatsing en bevestiging van de fil-
ters heeft slechtere afwasresultaten
tot gevolg en kan leiden tot schade
aan het apparaat.
Probeer NOOIT de sproeiarmen te
verwijderen.
Als etensresten de openingen in de
sproeiarmen hebben verstopt, verwijder
deze dan met een cocktailprikker.
Buitenkant
Reinig de buitenoppervlakken van de machi-
ne en het bedieningspaneel met een vochti-
ge zachte doek. Gebruik - indien nodig - al-
leen neutrale reinigingsmiddelen. Gebruik
nooit schurende producten, schuursponsjes
of oplosmiddelen (aceton, trichlooretheen,
enz.).
De binnenkant van de machine reinigen
Zorg ervoor dat de afdichtingsrubbers rond-
om de deur en het afwasmiddelbakje en
glansmiddeldoseerbakje regelmatig met een
vochtige doek worden gereinigd.
Wij adviseren eenmaal per 3 maanden een
afwasprogramma voor ernstig vervuild ser-
viesgoed te draaien met afwasmiddel, maar
zonder serviesgoed.
Als de afwasmachine langere tijd niet
wordt gebruikt
Als u de afwasmachine gedurende langere
tijd niet gebruikt, adviseren wij u:
1. de stekker uit het stopcontact te trekken
en de kraan dicht te draaien.
2. de deur op een kier te zetten om de vor-
ming van onaangename geurtjes te voor-
komen.
3. het inwendige van de machine leeg en
schoon te houden.
Voorzorgsmaatregelen bij vorst
Zet de machine niet op een plaats waar de
temperatuur lager is dan 0 °C. Als het toch
niet anders kan, maak de machine leeg, sluit
de deur, ontkoppel de watertoevoerleiding
en laat deze leeglopen.
De machine verplaatsen
Als u de machine moet verplaatsen (bij ver-
huizing, enz.):
1. trek de stekker uit het stopcontact.
2. draai de waterkraan dicht.
3. verwijder de watertoevoer- en -afvoers-
lang.
4. trek de machine samen met de slangen
naar voren.
Vermijd kantelen van de machine tijdens het
vervoer.
Problemen oplossen
De afwasautomaat start niet of stopt als hij
bezig is.
Bepaalde problemen zijn het gevolg van een
gebrek aan eenvoudig onderhoud of onop-
lettendheid en kunnen zonder de inschake-
ling van een monteur worden opgelost met
behulp van de in de tabel hieronder beschre-
ven aanwijzingen.
Open de deur en schakel de machine uit,
voer de volgende voorgestelde corrigerende
handelingen uit.
18
Storingscodes en storing Mogelijke oorzaak en oplossing
Voortdurend knipperen van het controlelampje
programma bezig
controlelampje einde programma knippert één
keer
onderbroken geluidssignaal
Het apparaat wordt niet gevuld met water
De waterkraan is verstopt of aangezet met kalk-
aanslag.
Maak de waterkraan schoon.
De waterkraan is dicht.
Draai de waterkraan open.
Het filter (indien aanwezig) in de wateraanvoers-
lang is verstopt.
Maak het filter schoon.
De watertoevoerslang is niet juist geplaatst of is
gebogen of geknikt.
Controleer de aansluiting van de wateraan-
voerslang.
Voortdurend knipperen van het controlelampje
programma bezig
controlelampje einde programma knippert twee
keer
onderbroken geluidssignaal
Het apparaat pompt geen water weg
De gootsteenafvoer is geblokkeerd.
Ontstop de gootsteenafvoer.
De waterafvoerslang is niet juist geplaatst of is
gebogen of geknikt.
Controleer de aansluiting van de waterafvoers-
lang.
Voortdurend knipperen van het controlelampje
programma bezig
controlelampje einde programma knippert drie
keer
onderbroken geluidssignaal
Anti-overstromingsinrichting is geactiveerd
Draai de waterkraan dicht en neem contact op
met onze service-afdeling.
Het programma begint niet De deur van de afwasmachine is niet goed ge-
sloten.
Sluit de deur.
De stekker zit niet in het stopcontact.
Steek de stekker in het stopcontact
De zekering in de meterkast is doorgebrand.
Vervang de zekering.
Uitgestelde start is ingesteld.
Annuleer de uitgestelde start als het servies-
goed direct moet worden afgewassen.
Als u deze controles hebt uitgevoerd, dient u
het apparaat in te schakelen en de deur te
sluiten.
Het programma gaat verder op het punt
waar het was onderbroken.
Als de storing of storingscode zich opnieuw
voordoet, dient u contact op te nemen met
onze service-afdeling.
Voor andere, niet in de bovenstaande tabel
beschreven storingscodes dient u ook con-
tact op te nemen met onze service-afdeling.
Houd als u contact opneemt met onze ser-
vice-afdeling de volgende gegevens bij de
hand: model (Mod.), productnummer (PNC)
en serienummer (S.N.).
Deze informatie is te vinden op het typepla-
tje aan de zijkant van de deur van de afwas-
machine.
Wij adviseren u deze nummers hier te note-
ren zodat u ze altijd bij de hand hebt:
Model. : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Productnum-
mer : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Serienum-
mer. : . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
19
Het afwasresultaat is niet bevredigend
De borden zijn niet
schoon
Het verkeerde afwasprogramma is geselecteerd.
Het serviesgoed is zo geplaatst dat het water niet alle delen van een op-
pervlak kan bereiken. De rekken moeten niet te vol worden geladen.
De sproeiarmen kunnen niet vrij draaien als gevolg van een onjuiste plaat-
sing van het serviesgoed.
De filters in de bodem van het afwascompartiment zijn vuil of onjuist ge-
plaatst.
Er is te weinig of geen afwasmiddel gebruikt.
Als er kalkresten op het serviesgoed achterblijven; het zoutreservoir is leeg
of de waterontharder is op het onjuiste niveau ingesteld.
De afvoerslang is niet correct aangesloten.
Het deksel van het zoutreservoir is niet goed gesloten.
Het serviesgoed is nat
en dof
Er is geen glansmiddel gebruikt.
Het glansmiddeldoseerbakje is leeg.
De glazen en borden
vertonen strepen,
melkachtige vlekken
of een blauwzweem
Verlaag de dosering van het glansmiddel.
Opgedroogde water-
druppels op glazen en
borden
Verhoog de dosering van het glansmiddel.
Het afwasmiddel kan de oorzaak zijn. Neem contact op met de consu-
mentenlijn van de afwasmiddellenfabrikant.
Als het probleem na al deze controles aan-
houdt, neem dan contact op met onze ser-
vice-afdeling.
Technische gegevens
Afmetingen Breedte cm 59,6
Hoogte cm 85,8 - 94,8
Diepte cm 55
Elektrische aansluiting - Voltage
- Totale vermogen - Zekering
Informatie over de elektrische aansluiting is te vinden op het type-
plaatje aan de binnenrand van de deur van de afwasmachine.
Leidingwaterdruk Minimaal 0,05 MPa (0,5 bar)
Maximaal 0,8 MPa (8 bar)
Capaciteit Couverts 12
Aanwijzingen voor testinstituten
Het testen in overeenstemming met EN
60704 moet uitgevoerd worden met een
volledig geladen apparaat en met gebruik
van het testprogramma (zie "Verbruikswaar-
den").
Het testen in overeenstemming met EN
50242 moet worden uitgevoerd nadat het
zoutreservoir en het glansmiddeldoseerbakje
gevuld zijn met respectievelijk zout en glans-
middel en met gebruik van het testprogram-
ma (zie "Verbruikswaarden").
Volledige belading: 12 standaardcouverts
Hoeveelheid benodigd afwasmiddel: 5 g + 25 g (type B)
Instelling glansmiddel stand 4 (type III)
20
Plaatsing bovenrek
Plaatsing onderrek
Plaatsing bestekmand
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
22
2
2
2
2
22
2
2
2
2
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
4
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
5
8
6
7
7
21
Montage
Waarschuwing! Alle
elektrotechnische en/of
loodgieterswerkzaamheden die
nodig zijn voor de installatie van het
apparaat dienen te worden
uitgevoerd door een erkend
installateur.
Verwijder alle verpakkingsmaterialen alvo-
rens de machine te plaatsen.
Plaats de machine indien mogelijk naast een
waterkraan en een afvoer.
Deze afwasmachine is ontworpen voor in-
stallatie onder een keukenblad of werkop-
pervlak.
Let op! Volg nauwgezet de instructies op de
bijgeleverde mal voor de inbouw van de af-
wasmachine en plaatsing van het meubelpa-
neel.
Er zijn geen verdere openingen voor de ont-
luchting van de afwasmachine vereist, maar
alleen om de watertoevoer- en afvoerslang
en het aansluitsnoer door te laten.
De afwasmachine is voorzien van stelvoetjes
voor het instellen van de hoogte.
Tijdens alle werkzaamheden waarbij interne
onderdelen toegankelijk zijn, dient de stekker
uit het stopcontact te worden getrokken.
Zorg er bij het op zijn plaats schuiven van de
machine voor dat de watertoevoerslang, de
afvoerslang en het aansluitsnoer niet zijn ge-
knikt of worden platgedrukt.
Bevestigen aan de aangrenzende
keukenmeubelen
De afwasmachine moet beveiligd worden te-
gen kantelen.
Zorg er daarom voor dat het aanrecht waar-
onder de machine geplaatst wordt, stevig
bevestigd is aan een vaste structuur (aan-
grenzende keukenunits, kasten, muur).
Waterpas zetten
Een machine die goed waterpas staat is es-
sentieel voor een goede sluiting en afdichting
van de deur.
Als het apparaat goed waterpas staat, raakt
de deur aan geen van de kanten de behui-
zing .
Als de deur niet goed sluit, draai dan de stel-
voetjes in of uit totdat de machine perfect
waterpas staat.
Aansluiting aan de waterleiding
Watertoevoerverbinding
Dit apparaat kan worden aangesloten op een
heet (max. 60°) of koud waterkraan.
Als de aansluiting is gemaakt op een heet-
waterkraan, vermindert het energieverbruik
aanzienlijk. Dit hangt echter af van hoe het
hete water geproduceerd wordt. (We raden
alternatieve energiebronnen aan die milieu-
vriendelijker zijn zoals bijv. zonne- en fotovol-
taïsche panelen en windenergie).
Voor het tot stand brengen van de aansluiting
zelf is de wartelmoer die aan de waterslang
van de machine is bevestigd, geschikt voor
montage op een leidinguiteinde van 3/4"
gasdraad of op een speciale kraan met snel-
koppeling zoals de Press-block.
De waterdruk moet zich binnen de grenzen
bevinden zoals vermeld in de "Technische
specificaties". Uw waterleidingbedrijf kan u
informeren over de gemiddelde leidingwater-
druk in uw omgeving.
De watertoevoerslang mag tijdens het aan-
sluiten niet zijn geknikt, worden platgedrukt
of in de knoop zitten.
De sluitmoer moet goed worden bevestigd
om waterlekkage te voorkomen.
Als het apparaat is aangesloten aan nieuwe
leidingen of leidingen die lange tijd niet ge-
bruikt zijn, moet u er een tijdje water door la-
ten lopen voordat u de waterslang bevestigt.
Gebruik GEEN aansluitslangen die eer-
der voor een oude machine zijn gebruikt.
Dit apparaat is uitgerust met veiligheids-
voorzieningen die voorkomen dat het in
de machine gebruikte water terugkeert
in het drinkwatersysteem. Dit apparaat
voldoet aan de van toepassing zijnde re-
gelgeving voor loodgieterswerk.
Watertoevoerslang met veiligheidsklep
Na aansluiting van de dubbelwandige water-
toevoerslang bevindt de veiligheidsklep zich
22
bij de kraan. Daarom bevindt de watertoe-
voerslang zich alleen onder druk als het wa-
ter loopt. Als de watertoevoerslang dan be-
gint te lekken, sluit de veiligheidsklep het
stromende water af.
Pas op als u de watertoevoerslang installeert:
de elektriciteitskabel voor de veiligheids-
klep bevindt zich in de dubbelwandige wa-
tertoevoerslang. Dompel de watertoe-
voerslang of de veiligheidsklep niet in wa-
ter.
Ais de watertoevoerslang of de veiligheids-
klep beschadigd raken, trek dan direct de
stekker uit het stopcontact.
Een watertoevoerslang met veiligheidsklep
mag alleen worden vervangen door de ser-
vice-afdeling.
Waarschuwing! Gevaarlijke spanning
Waterafvoeraansluiting
Het uiteinde van de afvoerslang kan op de
volgende manieren worden aangesloten:
1. Aan de gootsteenafvoer, met bevestiging
tegen de onderkant van het werkopper-
vlak. Hiermee wordt voorkomen dat
gootsteenwater de machine inloopt.
2. Aan een standpijp voorzien van een ven-
tilatieopening, minimale binnendiameter
4 cm.
max 85 cm
min 40 cm
max 400 cm
De afvoerslang kan vanaf de afwasmachine
naar links of naar rechts lopen
Verzeker u ervan dat de slang niet gebogen
is of platgedrukt wordt, aangezien dit de af-
voer van water kan vertragen of in de weg
staan.
De stop mag niet in de afvoer zitten als de
machine water aan het afvoeren is, aange-
zien het water dan weer in de machine terug
kan lopen.
Als u voor de afvoerslang een verlengstuk
gebruikt, mag de binnendiameter hiervan
niet kleiner zijn dan de diameter van de mee-
geleverde slang.
Evenmin mag de binnendiameter van de voor
de aansluitingen aan de afvoer gebruikte
koppelingen kleiner zijn dan de diameter van
de bijgeleverde slang.
Bij het aansluiten van de afvoerslang op een
sifon onder de gootsteen moet het gehele
plastic membraan (A) verwijderd wor-
den. Indien niet het gehele membraan wordt
verwijderd zullen zich op den duur voedsel-
deeltjes verzamelen die de afvoerslang van
de afwasmachine kunnen verstoppen
Onze apparaten worden geleverd met
een veiligheidsvoorziening die ervoor
zorgt dat vuil water niet terug kan lopen
in de machine. Als uw gootsteenafvoer
is voorzien van een geïntegreerde terug-
slagklep kan dit een goede waterafvoer
van uw afwasmachine in de weg staan.
Wij adviseren u dan ook de terugslag-
klep te verwijderen.
Om te voorkomen dat er lekkage op-
treedt na de installatie, moet u ervoor
zorgen dat de waterkoppelingen stevig
vast zitten.
23
Aansluiting aan het elektriciteitsnet
Waarschuwing! Het apparaat moet
volgens de veiligheidsvoorschriften
worden geaard.
Alvorens het apparaat in gebruik te
nemen dient u zich ervan te verze-
keren dat de nominale spanning en
het spanningstype op het typepla-
tje in overeenstemming zijn met de
netspanning waarop de machine
aangesloten gaat worden. Ook de
waarde van de zekering is te vinden
op het typeplaatje
Steek de stekker altijd in een correct
geïnstalleerd schokbestendig stop-
contact.
Gebruik geen meervoudige stek-
kers, verloopstekkers en verlengka-
bels. Hierdoor kan brandgevaar
door oververhitting ontstaan.
Laat indien nodig de wandcontact-
doos van de huisinstallatie verplaat-
sen. Neem contact op met onze ser-
vice-afdeling als het aansluitsnoer
moet worden vervangen.
De stekker moet na de installatie
van het apparaat toegankelijk zijn.
Trek de stekker nooit aan het snoer
uit het stopcontact. Trek altijd aan
de stekker zelf.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
gesteld worden als boven genoem-
de veiligheidsmaatregelen niet in
acht worden genomen.
Milieubescherming
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet als
huishoudafval mag worden behandeld, maar
moet worden afgegeven bij een
verzamelpunt waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt gerecycled.
Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste
manier wordt verwijderd, voorkomt u
mogelijke negatieve gevolgen voor mens en
milieu die zich zouden kunnen voordoen in
geval van verkeerde afvalverwerking. Voor
gedetailleerdere informatie over het recyclen
van dit product, kunt u contact opnemen met
de gemeente, de gemeentereiniging of de
winkel waar u het product hebt gekocht.
Verpakkingsmateriaal
De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriende-
lijk en kunnen worden gerecycled. De kunst-
stofonderdelen zijn gemarkeerd, bijv. >PE<,
>PS <, enz. Gooi het verpakkingsmateriaal in
de daarvoor bedoelde container bij uw plaat-
selijke afvaldienst.
Waarschuwing! Als u het apparaat
afdankt:
trek de stekker uit het stopcontact.
snijd het aansluitsnoer met de stekker
af en gooi het weg.
Verwijder het slot van de deur. Zo
voorkomt u dat kinderen zichzelf in-
sluiten en hun leven in gevaar bren-
gen.
24
Sommaire
Consignes de sécurité 25
Description de l'appareil 27
Bandeau de commande 28
Première utilisation 29
Réglage de l'adoucisseur d'eau 29
Utilisation du sel régénérant 31
Utilisation du liquide de rinçage 32
Utilisation quotidienne 33
Rangement des couverts et de la vaisselle
34
Utilisation du produit de lavage 36
Fonction "Tout en 1" 37
Sélection et départ d'un programme de
lavage 38
Déchargement du lave-vaisselle 39
Programmes de lavage 39
Entretien et nettoyage 40
Que faire si… 42
Caractéristiques techniques 43
Conseils pour les organismes de test 43
Installation 44
Raccordement à l'arrivée d'eau 45
Branchement électrique 46
En matière de protection de
l'environnement 47
Sous réserve de modifications
Consignes de sécurité
Pour votre sécurité et pour garantir une
utilisation correcte de l'appareil, lisez at-
tentivement cette notice d'utilisation,
ainsi que ses conseils et avertissements,
avant d'installer et d'utiliser l'appareil
pour la première fois. Pour éviter toute
erreur ou accident, veillez à ce que toute
personne qui utilise l'appareil connaisse
bien son fonctionnement et ses options
de sécurité. Conservez cette notice avec
l'appareil. Si l'appareil devait être vendu
ou cédé à une autre personne, assurez-
vous que la notice d'utilisation l'accom-
pagne, afin que le nouvel utilisateur soit
correctement informé du fonctionne-
ment de celui-ci et des avertissements
s'y rapportant.
Utilisation
Votre appareil est destiné à un usage do-
mestique normal. Ne l'utilisez pas à des
fins commerciales ou industrielles ou pour
d'autres buts que celui pour lequel il a été
conçu. Ce lave-vaisselle est conçu pour
laver la vaisselle et les ustensiles de cuisine
pouvant être lavés en machine.
N'utilisez pas de solvants dans votre lave-
vaisselle. Ceux-ci pourraient provoquer
une explosion.
Les couteaux et autres ustensiles pointus
ou tranchants doivent être placés dans le
panier à couverts avec la pointe vers le
bas, ou placez-les en position horizontale
dans le panier supérieur.
N'utilisez que des produits (sel, produit de
lavage, liquide de rinçage) spécifiques
pour lave-vaisselle.
Évitez d'ouvrir la porte pendant que l'ap-
pareil fonctionne : une vapeur brûlante
peut s'en échapper.
Ne sortez pas la vaisselle du lave-vaisselle
avant la fin du cycle de lavage.
Lorsque le programme est terminé, dé-
branchez l'appareil et fermez le robinet
d'arrivée d'eau.
Cet appareil ne peut être entretenu et ré-
paré que par un technicien autorisé, ex-
clusivement avec des pièces d'origine.
N'essayez en aucun cas de réparer le lave-
vaisselle vous-même. Les réparations ef-
fectuées par du personnel non qualifié
peuvent provoquer des blessures ou le
mauvais fonctionnement du lave-vaisselle.
Contactez le Service Après-vente. Exigez
des pièces d'origine.
Consignes de sécurité
Les personnes (y compris les enfants)
souffrant de capacités physiques, senso-
rielles ou mentales réduites ou qui ne con-
naissent pas la machine, ne doivent pas
utiliser l'appareil. Elles doivent être super-
visées ou guidées par la personne respon-
sable de leur sécurité.
25
Les produits de lavage pour lave-vaisselle
peuvent occasionner des brûlures chimi-
ques au niveau des yeux, de la bouche et
de la gorge. Potentiellement dangereux !
Respectez les instructions de sécurité du
fabricant de produit de lavage pour lave-
vaisselle.
L'eau de votre lave-vaisselle n'est pas po-
table. Des résidus de produit de lavage
peuvent subsister dans votre appareil.
Assurez-vous que la porte du lave-vaissel-
le est toujours correctement fermée lors-
que vous n'êtes pas occupé à le remplir ou
le vider. Vous éviterez ainsi que quelqu'un
ne trébuche sur la porte ouverte et ne se
blesse.
Ne montez pas et ne vous asseyez pas sur
la porte ouverte de votre appareil.
Sécurité des enfants
Cet appareil est conçu pour être utilisé par
des adultes. Ne laissez pas les enfants uti-
liser l'appareil sans surveillance ou jouer
avec celui-ci.
Ne laissez pas les emballages à portée des
enfants. Ils pourraient s'asphyxier.
Conservez tous les produits de lavage
dans un endroit sûr, hors de portée des
enfants.
Éloignez les enfants à bonne distance de
l'appareil lorsque la porte est ouverte.
Installation
Vérifiez que le lave-vaisselle n'a subi aucun
dommage au cours du transport. Ne bran-
chez jamais un appareil endommagé. Si
votre lave-vaisselle est endommagé,
adressez-vous à votre revendeur.
Retirez tous les emballages avant utilisa-
tion.
Les branchements électriques et hydrauli-
ques nécessaires à l'installation de l'appa-
reil ne doivent être effectués que par un
électricien et/ou un plombier qualifié.
Pour des raisons de sécurité, il est interdit
de modifier les spécifications ou de tenter
de modifier l'appareil de quelque façon
que ce soit.
N'utilisez jamais le lave-vaisselle si le câble
électrique ou les tuyaux d'eau sont en-
dommagés ; ou si le bandeau de com-
mande, le plan de travail de l'appareil ou le
socle sont endommagés au point que l'in-
térieur de l'appareil en est accessible.
Contactez votre Service Après-vente pour
éviter tout danger.
Les parois du lave-vaisselle ne doivent ja-
mais être percées, pour éviter d'endom-
mager les composants hydrauliques et
électriques.
Avertissement Avant de procéder
aux branchements électriques et
hydrauliques, respectez
scrupuleusement les instructions
fournies dans les paragraphes
spécifiques de cette notice.
26
Description de l'appareil
1 Panier supérieur
2 Sélecteur de dureté de l'eau
3 Réservoir à sel
4 Distributeur de produit de lavage
5 Distributeur de liquide de rinçage
6 Plaque signalétique
7 Filtres
8 Bras d'aspersion inférieur
9 Bras d'aspersion supérieur
Signal optique
Dès que le programme de lavage démarre,
un signal optique en forme de point est pro-
jeté sur le sol sous la porte de l'appareil.
Si vous installez l'appareil en hauteur dans le
meuble pourvu d'une porte qui jouxte de très
près, ce signal optique ne sera plus visible.
Signal optique
Voyant rouge
fixe
Indique qu'un programme de
lavage est en cours. Il s'allume
quand le programme démarre.
Il s'éteint quand le programme
de lavage est terminé.
Voyant rouge
clignotant
Indique une anomalie de fonc-
tionnement de l'appareil.
27
Bandeau de commande
1 Touche Marche/Arrêt
2 Touches de sélection des programmes
3 Touche Départ différé
4 Voyants
5 Touches de fonction
Voyants
Sel
S'allume quand le réservoir à sel est vide.
Tout en 1
Indique que la fonction "Tout en 1" est activée/
désactivée. (Reportez-vous à la fonction "Tout en
1")
Fin de programme
S'allume quand un programme de lavage est ter-
miné. Il possède également des fonctions supplé-
mentaires de signalisation visuelle, telles que :
le réglage de l'adoucisseur d'eau,
l'activation/la désactivation du distributeur de
liquide de rinçage,
l'activation/la désactivation des signaux sono-
res,
le déclenchement d'une alarme en cas d'ano-
malie de fonctionnement de l'appareil.
Touche Départ différé
Vous pouvez différer de 3, 6 ou 9 heures le
départ du programme.
Pour utiliser cette option, reportez-vous au
chapitre "Sélection et départ d'un program-
me de lavage".
Touches de fonction
Ces touches servent aussi à régler les fonc-
tions suivantes :
le réglage du niveau de l'adoucisseur
d'eau,
l'annulation d'un programme en cours ou
d'un départ différé,
l'activation/la désactivation de la fonction
"Tout en 1",
l'activation/la désactivation du distributeur
de liquide de rinçage si la fonction "Tout en
1" est activée,
l'activation/la désactivation des signaux
sonores.
Mode programmation
Appuyez sur la touche Marche/Arrêt. si tous
les voyants du programme sont allumés,
l'appareil est en mode programmation.
28
L'appareil doit être en mode Programmation
pour effectuer les opérations suivantes :
sélectionner un programme de lavage,
régler le niveau de l'adoucisseur d'eau,
activer/désactiver le distributeur de liquide
de rinçage,
activer/désactiver les signaux sonores.
Appuyez sur la touche Marche/Arrêt. Si un
voyant de programme est allumé, cela signi-
fie que le dernier programme de lavage exé-
cuté ou sélectionné est encore en mémoire.
Dans un tel cas, pour restaurer le mode pro-
grammation, il sera nécessaire d'annuler le
programme.
Annuler un programme en cours
Appuyez simultanément sur les deux tou-
ches de fonction B et C, et maintenez-les
appuyées jusqu'à ce que tous les voyants
de programme s'allument. Le programme
est alors annulé et l'appareil se trouve en
mode programmation.
Signaux sonores
Des signaux sonores ont été programmés
pour indiquer les opérations que le lave-vais-
selle est en train d'exécuter :
le réglage de l'adoucisseur d'eau,
la fin du programme de lavage,
le déclenchement d'une alarme en cas
d'anomalie de fonctionnement de l'appa-
reil.
Réglage d'usine : Les signaux sonores
sont activés
Il vous est possible de désactiver les si-
gnaux sonores.
Désactivation/activation des signaux
sonores
1. Appuyez sur la touche Marche/Arrêt.
L'appareil doit être en mode programma-
tion.
2. Appuyez simultanément sur les touches
de fonction B et C, et maintenez-les en-
foncées jusqu'à ce que les voyants des
touches de fonction A, B et C clignotent.
3. Appuyez sur la touche de fonction C,
les voyants des touches de fonction A
et B s'éteignent,
le voyant de la touche de fonction C
continue de clignoter,
le voyant de fin de programme se met
également à clignoter.
Les signaux sonores sont activés.
4. Pour désactiver les signaux sonores :
Appuyez sur la touche de fonction C,
le voyant de fin de programme s'éteint.
Les signaux sonores sont désactivés.
5. Pour mémoriser cette opération, mettez
l'appareil à l'arrêt.
Pour activer de nouveau les signaux so-
nores, effectuez simplement les opéra-
tions ci-dessus jusqu'à ce que le voyant
de fin de programme s'allume.
Première utilisation
Avant d'utiliser votre lave-vaisselle pour la
première fois :
Assurez-vous que les raccordements
électriques et hydrauliques sont confor-
mes aux instructions d'installation
Retirez tous les emballages présents à l'in-
térieur de l'appareil
Réglez l'adoucisseur d'eau
Versez 1 l d'eau dans le réservoir à sel,
puis approvisionnez en sel
Remplissez le distributeur de liquide de
rinçage
Si vous souhaitez utiliser des pastil-
les de détergent multifonctions tel-
les que : "3 en 1", "4 en 1", "5 en 1"
etc., programmez la fonction Tout
en 1. (Voir ''Fonction Tout en 1'').
Réglage de l'adoucisseur d'eau
Le lave-vaisselle est équipé d'un adoucisseur
d'eau conçu pour éliminer les minéraux et les
sels de l'eau d'alimentation susceptibles de
nuire au bon fonctionnement de l'appareil.
Plus la teneur en minéraux et en sels est éle-
vée, plus l'eau est dure. La dureté de l'eau
est calculée en échelles équivalentes, degrés
allemands (°dH), degrés français (°TH) et
29
Loading...
+ 67 hidden pages