BLOMBERG WAF 7360Q User Manual

Lave-linge automatique
Automatische wasmachine
WAF 7360 A
Mode d'emploi Handleiding
Wij verzoeken u eerst deze handleiding te lezen!
Geachte klant, Met de aanschaf van dit toestel, heeft u
gekozen voor moderne wastechniek, hoge kwaliteit, lange levensduur, grote bedrijfs­zekerheid en optimaal bedieningscomfort.
• Controleert u eerst of de machine in onbeschadigde toestand werd gele­verd.
• Als u transportbeschadigingen vast­stelt, wendt u zich onmiddellijk tot uw handelaar resp. uw verkooppunt. Neem de machine niet in gebruik!
Deze handleiding…
…is bedoeld om u te helpen de machine snel en veilig te leren bedienen.
• Lees deze handleiding voor u de ma­chine installeert en in gebruikt neemt.
• Volg steeds de veiligheidsaanwij­zingen.
• Bewaar de handleiding voor later ge­bruik.
• Geef deze handleiding door aan een eventuele nieuwe eigenaar van de ma­chine.
• Lees bovendien alle documenten die u naast deze handleiding samen met de machine ontvangt.
Houd er rekening mee dat deze handlei­ding voor meerdere modellen geldt. De verschillen tussen de modellen zijn duide­lijk aangegeven.
Verklaring van de symbolen
In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt:
Waarschuwing voor elektrische span-
B
ning. Levensgevaar!
Waarschuwing voor andere materiële
A
of persoonlijke schade.
Belangrijke informatie of nuttige tip.
3
Inhoud
Overzicht van de machine . . . . . . . 28
Overzicht van de opties . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Veiligheid voor alles. . . . . . . . . . . . 30
Verwijdering . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
Transportbeveiligingen verwijderen . . . . . . . 31
De juiste installatieplaats. . . . . . . . . . . . . . . . 32
Machine uitrichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Watertoevoer aansluiten. . . . . . . . . . . . . . . . 32
Waterafvoer aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Elektrische aansluiting. . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
De eerste wasbeurt. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Wasvoorbereidingen . . . . . . . . . . . 35
Wasgoed sorteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Wasgoed voorbereiden. . . . . . . . . . . . . . . . . 35
De juiste lading . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
De deur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Wasmiddelen en wasverzachters . . 36
De wasmiddellade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Hulpmiddelen voor het
doseren van wasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Vloeibare wasmiddelen. . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Keuze van het wasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . 37
Dosering van het wasmiddel . . . . . . . . . . . . 37
Wasverzachter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Stijfsel. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37
Programma's . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
De programmakeuzeschakelaar . . . . . . . . . . 38
Hoofdprogramma's . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Speciale programma's . . . . . . . . . . . . . . . . . 38
Extra functies. . . . . . . . . . . . . . . . . 39
De knoppen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Voorwas . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Intensief . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Extra spoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Strijkvrij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Snel wassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Programmablokkering . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Centrifugeertoerental . . . . . . . . . . 40
Display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Uitgestelde start . . . . . . . . . . . . . . 41
Programmaverloop . . . . . . . . . . . . 42
Controlelampjes . . . . . . . . . . . . . . 42
Beknopte handleiding
voor dagelijks gebruik . . . . . . . . . . 43
Programmatabel . . . . . . . . . . . . . . 45
Reiniging en verzorging. . . . . . . . . 47
Problemen en storingen . . . . . . . . 50
Vlekkentips . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Technische gegevens
en verbruiksgegevens . . . . . . . . . . 52
27
Overzicht van de machine
12 67
8
3
9a
4
5
1 Wasmiddellade 6 Afvoerslang
2 Bedieningspaneel 7 Stroomkabel
3 Vuldeur met deuropener 8 Transportbeveiligingen
4 Serviceklep met verontreinigingsfilter 9a Watertoevoerslang met „Aquasafe+“-
5 In de hoogte verstelbare voeten
beveiliging
9b Watertoevoerslang met „Aquasafe“-
beveiliging (alternatief voor 9a,
9b
levering in trommel)
Toebehoren (in zakje):
1011Slanghouder voor afvoerslang
vijf afdekkingen voor openingen in
10 11
de achterwand
28
7
12 181716151413
21
12 Centrifugeertoerental 17Controlelampjes
13 Programmakeuzeschakelaar 18Aan/Uit
14 Weergave van het programmaver-
loop
15 Uitgestelde start Start/Pauze
16 Display 21Centrifugeertoets
20 19
19Extra functies
20
Overzicht van de opties
Model
Optie Functie
WAF 7360 A
Aquasafe
Aquasafe+
Aquaround
Sensorinse
Bij een lek wordt de watertoevoer onmiddellijk mechanisch afgesloten.
Bij een lek wordt de watertoevoer onmiddellijk elektrisch afgesloten.
Door een automatische sopcirculatie wordt het wasmiddel optimaal be­nut.
Als na het spoelen nog wasmiddel­resten worden vastgesteld, start de machine automatisch bijkomende spoelgangen.
29
Veiligheid voor alles
Volgt u absoluut de volgende aanwijzin­gen, anders loopt u kans op persoonlijk let­sel of materiële schade en vervalt elke ga­rantie en aansprakelijkheid.
Gebruik
• Deze machine mag alleen worden ge­bruikt voor het wassen, spoelen en centrifugeren van textiel dat geschikt is om te worden gewassen in de was­machine.
• Gebruik alleen was- en verzorgings­middelen die geschikt zijn voor de wasmachine.
• Volg absoluut de verzorgingsaanwij­zingen op de kledingstukken en de aanwijzingen van de wasmiddelfabri­kant.
Veiligheidsaanwijzingen
• De machine mag alleen worden aan­gesloten op een deskundig geïnstal­leerde en geaarde contactdoos, die beveiligd is met een zekering van de juiste capaciteit.
De toevoerslang met Aquasafe+ bevat
B
onderdelen die onder spanning staan. Toevoerslang en Aquasafe+ niet be­schadigen! Elektrocutiegevaar! Bij be­schadigingen aan de toevoerslang mag de machine niet worden ge­bruikt. Waarschuw in dat geval de klantendienst.
• De toe- en afvoerslangen moeten steeds goed bevestigd en in onberis­pelijke staat zijn.
Gebruik de wasbak resp. de badkuip
A
niet terwijl de machine loopt en de af­voerslang aan de rand bevestigd is. Verbrandingsgevaar bij hoge wastem­peraturen!
Open nooit de vuldeur of de verontrei-
A
nigingsfilter terwijl er nog water in de trommel staat (bijv. na een stroomuit­val). Overstromings- en eventueel ver­brandingsgevaar door heet sop!
Probeer de vergrendelde vuldeur nooit
A
met geweld te openen! Waarschuw de
klantendienst als de vuldeur ook enke­le minuten na afloop van het pro­gramma niet geopend kan worden.
Gebruik deze machine in geen geval
A
om kleren chemisch te reinigen! Brand- en explosiegevaar!
• Spoel voorbehandelde kledingstukken (wasbenzine, vlekkenverwijderaar e.d.) voor het wassen met zuiver water.
Spuit de machine nooit schoon met
B
een waterslang! Elektrocutiegevaar! Trek steeds de stekker van de stroom­kabel uit de wandcontactdoos voor u de machine reinigt.
• Raak de stekker nooit aan met vochti­ge handen! Trek nooit aan de kabel, alleen aan de stekker.
Gebruik de machine niet als de
B
stroomkabel of de stekker defect zijn of de machine op een andere manier beschadigd is! Elektrocutiegevaar!
• Bij functiestoringen die u niet kunt herstellen met behulp van de instruc­ties in deze handleiding: machine uitschakelen, stekker uit het stopcontact trekken, waterkraan slui­ten, klantendienst waarschuwen.
Probeer de machine nooit zelf te repa-
B
reren! Daardoor kunt u uw eigen leven en het leven van andere personen in gevaar brengen! Alleen bevoegde en geschoolde elek­tromonteurs, zoals onze servicedienst, mogen de machine repareren.
Als er kinderen in uw gezin zijn...
• Houd kinderen uit de buurt van de machine! Elektrische toestellen zijn geen speelgoed.
• Trek de stekker uit het stopcontact wanneer de machine niet wordt ge­bruikt.
• Laat de vuldeur gesloten als u de ka­mer verlaat.
30
Verwijdering
Waarheen met de verpakking?
Verpakkingsmateriaal kan gevaarlijk
A
zijn voor kinderen. Bewaar het verpak­kingsmateriaal buiten het bereik van kinderen of verwijder het volgens de geldende voorschriften.
De verpakking bestaat uit recycleerbaar materiaal.
• Sorteer de verpakking naar materiaals­oort:
– piepschuim en folie gaan naar een
inzamelpunt voor afvalstoffen;
– houten latten naar het grof huisvuil.
Installatie
Transportbeveiligingen verwij­deren
Voor u de machine in gebruikt neemt,
A
moet u absoluut de transportbeveili­gingen verwijderen! Anders wordt de machine beschadigd.
De verpakking hoort niet bij het nor-
3
male huisvuil!
Wat doet u met de oude machi­ne?
Verwijder uw oude machine op een milieu­vriendelijke manier.
• Vraag uw handelaar of de plaatselijke vuilnisophaaldienst hoe u uw oude machine het best kunt verwijderen.
Voor u de machine bij het grof huisvuil
A
plaatst, snijdt u de stroomkabel af en maakt u het deurslot onbruikbaar, zo­dat de machine geen gevaar kan ople­veren voor kinderen.
Benodigd gereedschap: schroefsleutel 10 mm.
1. Draai met de sleutel alle vijf schroeven los, tot u deze vrij kunt draaien.
2. Trek transportbeveiligingen met lichte draaibeweging uit de openingen.
31
3. Plaats de vijf afdekkappen (uit het zak­je met onderdelen) op de openingen in de achterwand en duw ze er met behulp van een stuk gereedschap (bijv. het handvat van een schroeven­draaier) in. De kleine afdekkap dient voor de bovenste opening.
De vloer moet voldoende draagver-
A
mogen hebben! Als u bijv. de wasmachine en een droogautomaat op elkaar plaatst, kan deze combinatie in beladen toestand een totaal gewicht van 180 kg heb­ben.
Belangrijk:
• Plaats de machine niet op de stroom­kabel.
• Bewaar tenminste 1 cm afstand tussen de machine en wanden of meubel­stukken.
• Plaats de machine alleen op een vaste ondergrond, niet op hoogpolig tapijt of andere vloerbekledingen.
Machine uitrichten
Gebruik geen werktuig om de contra-
A
moeren los te draaien, daar deze an­ders beschadigd kunnen worden.
1. Draai de contramoeren van de voetjes los.
Bewaar de transportbeveiligingen.
• Als de machine later wordt getrans­porteerd (bijv. verhuis), moeten de transportbeveiligingen absoluut op­nieuw worden aangebracht!
Transporteer de machine nooit zonder
A
de transportbeveiligingen!
De juiste installatieplaats
Installeer de machine op een stabiele, vlak­ke plaats in een vorstvrije ruimte.
Als er vorstgevaar bestaat, moet u ab-
A
soluut het resterende water aftappen (zie „Reiniging en verzorging“).
2. Verstel de voetjes tot de machine ste­vig waterpas staat.
3. Belangrijk: alle contramoeren opnieuw aantrekken.
Watertoevoer aansluiten
De machine kan worden aangesloten op waterkranen met 3/4" B.S.P.-schroefdraad.
Belangrijk:
• Houd rekening met de toegestane wa­terdruk (zie „Technische gegevens“). Als de waterdruk hoger is, moet u een drukregelventiel monteren.
• Sluit de machine niet aan op een gei­ser of een drukloze boiler omdat de waterdruk dan niet toereikend is.
• Slangverlengstukken zijn verkrijgbaar bij onze afdeling onderdelen. Gebruik
32
geen zelfgemaakte verlengstukken met klemmen e.d.!
• Gebruik alleen de meegeleverde nieu­we slangen, geen nog aanwezige oude exemplaren!
• Plaats de slang zonder knikken!
Geen gereedschap gebruiken om de
A
slangen aan te trekken!
1. Als de toevoerslang nog niet gemon­teerd is, moet u het kniestuk met de hand „goed vast“ op de achterwand schroeven (niet bij Aquasafe+).
2. De Aquasafe resp. Aquasafe+ (afhan­kelijk van het model) schroeft u op het einde van de watertoevoerslang met de hand „goed vast“ op de water­kraan.
3. Draai de waterkraan helemaal open en controleer of alle aansluitpunten dicht zijn; draai de waterkraan opnieuw dicht. Indien nodig sluiting en koppe­ling corrigeren.
Waterafvoer aansluiten
U kunt de afvoerleiding aan de rand van een was- resp. afwasbak aanbrengen - of vast aan een afvoerpijp (sifon) aansluiten.
Belangrijk:
• Plaats de slang niet meer dan 100 cm boven de vloer, anders kan de machi­ne het sop niet meer wegpompen. Plaats de slang niet lager dan de mini­mumhoogte van 40 cm, daar het wa­ter anders uitloopt.
.
De Aquasafe resp. Aquasafe+ (afhan-
3
kelijk van het model) sluit de watertoe­voer af als de slang lek mocht raken.
• Het water moet ongehinderd kunnen weglopen. Wastafels met een kleine afvoer zijn niet geschikt.
33
• Het uiteinde van de slang mag niet in ondergedompeld zijn in het wegge­pompte water.
• Slangverlengstukken zijn verkrijgbaar bij onze afdeling onderdelen. Gebruik geen zelfgemaakte verlengstukken met klemmen e.d.!
• Gebruik alleen de meegeleverde nieu­we slangen, geen nog aanwezige oude exemplaren!
• Plaats de slang zonder knikken!
Bevestiging van de slanghouder:
1. Trek de meegeleverde slanghouder op het uiteinde van de slang.
• De aangegeven spanning moet over­eenstemmen met uw netspanning.
2. De afvoerslang met de slanghouder over de rand van de wasbak of de bad­kuip hangen en tegen wegglijden be­veiligen - bijv. met een ketting aan de waterkraan bevestigen.
Vaste aansluiting aan een sifon:
De aansluiting moet worden uitge-
A
voerd door een sanitairvakman om te vermijden dat de slang losraakt. Ge­vaar van overstroming!
Elektrische aansluiting
Sluit de machine aan op een deskundig geïnstalleerde en geaarde contactdoos, die beveiligd is met een zekering van de juiste capaciteit.
Belangrijk:
• De aansluiting moet beantwoorden aan de voorschriften in uw land en van het plaatselijke energiebedrijf.
• De netstekker moet na de installatie vrij toegankelijk zijn.
• De spanning en de zekeringcapaciteit vindt u op het typeplaatje achter de vuldeur.
• De machine mag niet worden aange­sloten met behulp van verlengkabels of stekkerdozen.
Als de stroomkabel beschadigd is,
B
moet deze door een erkend elektro­monteur worden vervangen. De machine mag niet worden ge­bruikt totdat deze gerepareerd! Elek­trocutiegevaar!
De eerste wasbeurt
Als de machine niet kan worden inge-
3
schakeld, zie „Problemen en storin­gen“.
Om eventueel achtergebleven testwater weg te spoelen, moet de eerste wasbeurt worden uitgevoerd zonder wasgoed.
1. Draai de waterkraan helemaal open. Controleer of de slangen vastzitten.
2. Controleer of de trommel helemaal leeg is; sluit de vuldeur.
3. Doe een beetje wasmiddel in de kamer II; sluit de wasmiddellade.
4. Druk op de toets >Aan/Uit<18. Na en­kele seconden verschijnt er een mel­ding op het display.
34
5. Draai de programmakeuzeschakelaar op >Witte was / Bonte was 95 °C< (zie „Programma's“). Het centrifugeer­lampje moet het maximale toerental aangeven – druk evt. op de toets >Centrifugeren<21.
6. Druk op de toets >Start/Pauze<20.
Bij abnormale geluiden of indien de
A
machine water verliest: druk op de toets >Aan/Uit<18, draai de water­kraan dicht en trek de stekker uit het stopcontact. Controleer of alle trans-
Wasvoorbereidingen
portbeveiligingen verwijderd en de slangen correct aangesloten zijn.
Na beëindiging van het programma:
Als het controlelampje >Deur< gaat
3
branden, kan de vuldeur worden geo­pend (zie „Controlelampjes“).
1. Druk op de toets >Aan/Uit<18.
2. Draai de waterkraan dicht.
3. Laat de deur en de wasmiddellade open zodat deze kunnen drogen.
Wasgoed sorteren
• Sorteer het wasgoed volgens materi­aal, kleur, mate van vervuiling en toe­gestane wastemperatuur.
Let steeds op labels in de kledingstuk-
A
ken!
Wasprogramma's
en verzorgingssymbolen
Witte / bonte was: katoen, linnen
Kreukherstellend: synthetische stoffen (polyester, polyamide); gemengdestoffen (met katoen)
Fijne stoffen: gevoelige weefsels (viscose, zijde e.d.); gordijnen
Wol: alleen met wolmerk en kentekening „machinewas“
machine-
was
Handwas: Niet wassen:
• Witte en bonte was niet samen was­sen! Nieuwe donkere kledingstukken geven sterk af.
Wasgoed voorbereiden
Door wasgoed met metalen delen
A
(bijv. BH's met vormbeugels, riemen, metalen knopen) wordt de machine
beschadigd. Verwijder de metalen de­len of steek het wasgoed in een was­goedzak, kussensloop, o.i.d.
• Maak de zakken leeg, verwijder alle vreemde voorwerpen (bijv. muntstuk­ken, balpennen, paperclips). Indien mogelijk: zakken omkeren en uitbor­stelen.
• Kleine stukken wasgoed (bijv. panty's) steekt u in een wasgoedzak, kussen­sloop o.i.d. Op die manier vermijdt u ook dat sokken verlorengaan.
• Gordijnen moeten extra voorzichtig worden behandeld! Verwijder niet­roestvrije runners of losse loodveters. Niet verwijderde runners steekt u in een wasgoedzak, kussensloop o.i.d.
35
• Sluit ritssluitingen, naai losse knopen vast en herstel losse naden en scheur­tjes.
• Was alleen wollen stukken met de ken­tekening „wasbaar in de machine“ resp. „machinewas“ of „handwas“ – en alleen met de overeenkomstige programma's.
• Nieuwe bonte kledingstukken moeten afzonderlijk worden gewassen daar deze sterk kunnen afgeven.
• Sterk vervuilde kledingstukken moeten voor het wassen worden behandeld. In geval van twijfel raadpleegt u een drogist of een wasserette.
• Gebruik alleen kleur- resp. ontkleur­middelen en ontkalker die geschikt zijn voor de wasmachine. Volg de aan­wijzingen op de verpakking!
• Jeans en gevoelige kledingsstukken wast u binnenstebuiten.
• Leg kledingsstukken uit angorawol voor het wassen een paar uur in het diepvriesvak – daardoor gaan ze ach­teraf minder pluizen.
De juiste lading
• De maximale lading is afhankelijk van de aard van het wasgoed, de vervui­ling en het gewenste wasprogramma.
Volg de aanwijzingen in de „Program­matabel“! Een te volle trommel heeft een nega­tieve invloed op het wasresultaat.
Probeer steeds de maximale lading te
3
benutten.
De deur
Tijdens een lopend programma is de
3
vuldeur vergrendeld; het controle­lampje >Deur< is in dat geval uit (zie „Controlelampjes“). Als het controlelampje >Deur< gaat branden, kan de deur worden geo­pend.
• Om de vuldeur te openen, trekt u aan de handgreep.
• Plaats het wasgoed losjes in de trom­mel; voeg evt. wasmiddel (in zakje of doseerbal) toe.
• Duw de deur goed dicht tot u het slot hoort vastklikken. Zorg ervoor dat er geen kledingstukken geklemd zitten.
Wasmiddelen en wasverzachters
De wasmiddellade
De wasmiddellade bestaat uit drie vakjes:
– linker kamer ( II) voor hoofdwas – middenste kamer voor wasverzachter – rechter kamer ( I) voor voorwas
36
• Doe het wasmiddel en de wasverzach­ter altijd voor de programmastart in de machine.
Open de wasmiddellade nooit terwijl
A
er een wasprogramma loopt!
Hulpmiddelen voor het doseren van wasmiddel
Bij programma's zonder voorwas kunt u het wasmiddel in een wasmiddelzakje of een doseerbal direct in de trommel leg­gen.
Vloeibare wasmiddelen
Houd bij het gebruik van vloeibare of gel­vormige wasmiddelen rekening met het volgende.
Bij een uitgestelde start met vloeibaar
A
wasmiddel bestaat het risico dat er vlekken ontstaan op het wasgoed.
• Gebruik geen vloeibaar wasmiddel als u gebruikt wilt maken van de functie „uitgestelde start“.
• Gebruik bij de voorwas het vloeibare wasmiddel niet voor de hoofdwas.
• Gebruik het doseerschepje van de wasmiddelfabrikant en volg de aanwij­zingen op de verpakking.
Keuze van het wasmiddel
De keuze van het wasmiddel is afhankelijk van het soort wasgoed, de kleur en de ge­wenste wastemperatuur.
• Witte was/bonte was van 60 tot 95 °C met normaal wasmiddel wassen, an­ders indien mogelijk color- of fijnwas­middel gebruiken.
• Wol mag alleen met een wolwasmid­del worden gewassen.
• Wasmiddelen volgens het modulaire principe maken een individuele toe­voeging van bleekmiddel en onthar­der mogelijk.
• Gebruik alleen wasmiddelen die ge­schikt zijn voor wasmachines.
Dosering van het wasmiddel
De hoeveelheid wasmiddel is afhankelijk van de hoeveelheid wasgoed, de mate van vervuiling en de waterhardheid.
Informeer bij uw waterleidingsmaat-
3
schappij naar de hardheid van het wa­ter in uw woonplaats.
Geconcentreerde compactwasmidde-
A
len moeten zeer precies worden gedo­seerd!
Teveel wasmiddel veroorzaakt een sterke schuimvorming, slechte was- en spoelre­sultaten, hoge milieubelasting.
Te weinig wasmiddel veroorzaakt vergrau­wing van het wasgoed, kalkafzettingen in de machine.
Wasverzachter
Wasverzachter doet u in de middenste ka­mer van de wasmiddellade.
• Volg bij de dosering de aanwijzingen op de verpakking!
• Maximaal tot aan de markering (>max<) vullen.
• Dikke wasverzachter moet u eerst met water verdunnen.
Als u in de droogautomaat of buiten
3
droogt, hoeft u geen wasverzachter toe te voegen.
Stijfsel
• Vloeibaar stijfsel en vormspoelmidde­len zoals wasverzachter doet u in de middenste kamer.
• Stijfsel in poedervorm roert u aan vol­gens de informatie op de verpakking en doet u daarna in de middenste ka­mer.
• Gebruik nooit wasverzachter en stijfsel tijdens één wasbeurt.
• Veeg de trommel schoon nadat u met stijfsel heeft gewassen.
Waterhardheidsniveaus
1 2 3 4
• Volg bij de dosering de aanwijzingen
• Bij een kleine hoeveelheid wasgoed of
zacht middel-
hard hard zeer hard
op de verpakking!
lichte vervuiling kunt u minder was­middel gebruiken.
0…1,3 1,3…2,5 2,5…3,8
> 3,8
mmol/l °dH
0… 7 7…14
14…21
> 21
37
Programma's
De programmakeuzeschakelaar
De programmakeuzeschakelaar 13 kan naar rechts of naar links worden gedraaid.
Een overzicht van de programma's 13a tot 13k vindt u in de „Programmatabel“.
Met de programmakeuzeschakelaar
3
wordt het programma geselecteerd; het begint echter pas wanneer u op de toets >Start/Pauze<20 drukt.
Hoofdprogramma's
Afhankelijk van het soort wasgoed zijn de volgende hoofdprogramma's beschikbaar:
Witte was / Bonte was (13a)
Kreukherstellend (13k)
Fijne Was (13e)
Wol (13j)
Handwas (13i)
Voor bijzondere toepassingen staan extra programma's ter beschikking:
Hygiene + 90°C (13b) Dit programma is alleen geschikt voor kookvast wasgoed (90 °C). Een lange­re kookduur en een extra spoelgang zorgen voor een betere hygiëne. Bijv. zinvol voor de kleren van baby's en zieken.
Active 40°C (13c) Dit programma maakt bij 40 °C inten­siever gebruik van het wasmiddel en spaart daardoor energie. Geschikt voor wasgoed waarvoor u anders het
programma Bonte was 60 °C zou ge­bruiken.
Mini 30 (13d) Dit programma gebruikt u om kleine hoeveelheden katoen/gemengde stof­fen snel te wassen. Geschikt voor kort gedragen wasgoed, bijv. sportkledij.
Elk van deze hoofdprogramma's bestaat uit een volledig wasproces – wassen, spoe­len en evt. centrifugeren.
Kies steeds het programma dat ge-
A
schikt is voor het soort textiel, de kleur van het wasgoed, de mate van vervui­ling en de toegestane watertempera­tuur. Let op labels in de kledingstukken!
Bij de meeste basisprogramma's kunt u verschillende temperaturen kiezen.
Stel de temperatuur niet hoger in dan
3
absoluut nodig. Hoge temperatuur betekent een hoog stroomverbruik.
Speciale programma's
Voor bepaalde toepassingen heeft u de keuze tussen de volgende speciale pro­gramma's:
Spoelen (13h) Dit programma gebruikt u bijv. als u afzonderlijk wasverzachter of stijfsel wenst te gebruiken.
Centrifugeren (13g) Dit programma centrifugeert in de ba­sisinstelling met het maximale toeren­tal.
Voor teer wasgoed moet u een lager
A
toerental instellen!
Pompen (13f) Met dit programma kunt u water af­pompen, bijv. wanneer u geweekt wasgoed in de machine legt dat u pas later wenst te wassen.
38
Extra functies
De knoppen
Afhankelijk van het programma kunt u
3
bepaalde extra functies 19a kiezen 19f met een druk op de knop.
• De gewenste knoppen moeten voor het begin van het programma worden ingedrukt.
• Toetsencombinaties die niet zinvol zijn, kunnen niet samen worden geko­zen. Voorbeeld: >Intensief<19b en >Snel wassen<19e.
Voorwas
Met de toets 19a kunt u een voorwas bij­kiezen.
Een voorwas is alleen zinvol als het
3
wasgoed sterk vervuild is. Zonder voorwas spaart u energie, wa­ter, wasmiddel – en tijd.
Intensief
De toets 19b zorgt voor een langere was­tijd in de hoofdwasgang. Het wasmiddel kan intensiever inwerken, waardoor u op een lagere temperatuur kunt wassen – en energie sparen.
• Normaal vervuilde kook-/bonte was kunt u met deze knop op 60 °C i.p.v. op 95 °C wassen.
• Normaal vervuilde witte was kunt u met deze knop op 40 °C i.p.v. op 60 °C wassen.
Extra spoelen
Met de toets 19c selecteert u een extra spoelbeurt.
• Gebruik deze knop alleen als u bijv. gevoelig bent voor wasmiddelresten. Het hogere waterverbruik belast het milieu – en uw portemonnee.
Strijkvrij
Als u op de toets 19d drukt, wordt de trommelbeweging gereduceerd en het centrifugeertoerental beperkt om kreuk­vorming te verminderen. Bovendien wordt met een hoger waterniveau gewassen.
• Gebruik deze toets bij snelkreukend wasgoed.
De maximale vulhoeveelheid bedraagt
A
dan
– bij witte was/bonte was: . . . . 3,0 kg
– bij kreukherstellende was: . . 1,5 kg
– bij fijnwas: . . . . . . . . . . . . . . 1,0 kg
Snel wassen
Met de toets 19e wordt de wastijd verkort.
• Gebruik deze knop hoofdzakelijk voor kleine hoeveelheden wasgoed of bij geringe vervuiling.
Programmablokkering
Met de programmablokkering 19f kunt u de machine veilig maken voor kinderen. Een lopend programma kan dan niet meer worden gewijzigd.
De functie >Intensief< kan alleen wor-
3
den gebruikt in combinatie met de functie >Voorwas<. Zodra u op de toets >Intensief< drukt, wordt automa­tisch ook een voorwas ingeschakeld.
39
Programmablokkering inschakelen
• Houd de beide extra toetsen tegelij­kertijd ca. 2 seconden ingedrukt tot het controlelampje >Programmablok­kering< 17a gaat branden.
Centrifugeertoerental
Programmablokkering uitschakelen
• Houd de beide extra toetsen tegelij­kertijd ca. 2 seconden ingedrukt tot het controlelampje >Programmablok­kering< 17a dooft.
In elk programma wordt automatisch
3
het maximale zinvolle centrifugeertoe­rental ingesteld. De actuele waarde wordt aangegeven met de lampjes 12a.
Voor bijzonder gevoelige stoffen, moet u het toerental verlagen.
• Door meermaals op de toets >Centri­fugeren< 21 te drukken, kunt u het
Display
Het display 16 toont de resterende tijd tot aan het programmaeinde. De tijd wordt in uren en minuten aangegeven in de vorm „hh:mm“. Een tijd van 10 uur geeft het display bijv. als „10:00“ aan, 1 minuut bijv. als „ : 1“.
toerental wijzigen – of het centrifuge­ren helemaal weglaten.
• In de instelling >Niet< 12c wordt prin­cipieel niet gecentrifugeerd; het water wordt alleen afgepompt.
• In de instelling >Spoelstop< 12b stopt het programma na de laatste spoel­beurt. Het wasgoed blijft in het water liggen (kreukbescherming). Zodra de spoelstop bereikt is, gaat het controle­lampje knipperen. Wat u dan te doen heeft, vindt u onder „Beknopte hand­leiding voor dagelijks gebruik“.
Hoe hoger het centrifugeertoerental,
3
des te minder vocht er in het wasgoed achterblijft. Als u het wasgoed na het wassen wilt drogen in een droger, kiest u het maximale centrifugeertoerental, dat spaart energie bij het drogen.
De programmaduur is afhankelijk van
3
het gekozen programma en de inge­schakelde extra functies. De gegevens in de tabel „Technische gegevens en verbruikswaarden“ gelden voor de programma's zonder extra functies.
16
40
Uitgestelde start
Met deze functie kunt u het begin van het programma naar believen uitstellen. Als maximale uitsteltijd kunt u 96:00 uur in­stellen. U kunt de tijd instellen in stappen van 0:30.
Gebruik bij deze functie geen vloeiba-
A
re wasmiddelen! Vlekkenvorming op het wasgoed mogelijk.
15a 15b
1. Draai de waterkraan open en doe het wasgoed en het wasmiddel in de ma­chine.
2. Kies het programma en eventuele extra functies en stel het centrifugeer­toerental in.
3. Stel met de toetsen >+/–< 15a/15b de gewenste vertraging in. Het controle­lampje >Uitgestelde start<17e gaat branden. Op het display verschijnt ge­durende enkele seconden de ingestel­de vertraging. Vervolgens verschijnt de resterende tijd tot aan het pro­grammaeinde. Voorbeeld: U kiest het programma Mini 30. Op het display verschijnt „ :30“. U stelt een vertraging van twee uur in. Op het display verschijnt gedurende enkele seconden „ 2:00“. Daarna verschijnt „ 2:30“.
17e
Uitgestelde starttijd wijzigen
Uitsteltijd wijzigen terwijl de uitgesteld­start-fase loopt:
1. Druk op de toets >Start/Pauze<. Het dubbelepunt in het midden van het display stopt met knipperen.
2. Stel met de toetsen >+/–< de gewenste vertraging in.
3. Druk op de toets >Start/Pauze<. De uitgestelde-start-fase loopt. Het dub­belepunt in het midden van het dis­play knippert. Op het display ziet u de resterende tijd tot aan het program­maeinde.
Uitgestelde start annuleren
Uitgestelde-start-fase annuleren en pro­gramma onmiddellijk starten:
1. Druk op de toets >Start/Pauze<. Het dubbelepunt in het midden van het display stopt met knipperen.
2. Stel met de toetsen >+/–< de vertra- ging in op „ : 0“.
3. Druk op de toets >Start/Pauze< om het programma te starten.
Als u de toets >+< resp. >–< ingedrukt
3
houdt, loopt de tijdweergave op het display sneller.
4. Druk op de toets >Start/Pauze<. De uitgestelde-start-fase loopt. Het dub­belepunt in het midden van het dis­play knippert.
Zolang de machine nog niet loopt,
3
kunt u nog wasgoed toevoegen. Zo­dra de uitsteltijd verstreken is, dooft het controlelampje >Uitgestelde start<
17e en wordt de wasbeurt gestart.
41
Programmaverloop
Aan de hand van deze reeks indicatielamp­jes kunt u zien in welk stadium het lopende programma zich bevindt.
14a 14b 14c 14d 14e
20
De controlelampjes gaan bij het begin
3
van het bijbehorende programmage­deelte branden en doven pas na af­loop van het programma. De actuele status van het programma herkent u aan het onderste brandende controle­lampje.
Voorbeeld: Op de machine branden de controlelampjes >Hoofdwas<14b en >Spoelen< 14c: de machine voert momenteel de spoelbeurten uit.
>Voorwas<
Het controlelampje 14a gaat bij het begin van de voorwas branden – indien een pro­gramma met voorwas werd gekozen.
>Hoofdwas<
Het controlelampje 14b gaat branden bij het begin van de hoofdwas.
>Spoelen<
Het controlelampje 14c gaat branden bij het begin van de spoelbeurten.
>Wasverzachter<
Het controlelampje 14d gaat branden bij het begin van de verzachterfunctie.
>Centrifugeren<
Het controlelampje 14e gaat branden bij het begin van de afsluitende centrifugeerfa­se – na het verzachten resp. in de speciale programma's >Centrifugeren< en >Pom­pen<.
Als de machine niet centrifugeert,
3
staat ze evt. in de spoelstop. Of het automatische centrifugeercor­rectiesysteem werd – als gevolg van een te grote onbalans – geactiveerd.
>Start/Pauze<-toets
Als u op de toets 20 drukt, kunt u een pro­gramma onderbreken. Vervolgens gaat de toets knipperen. Om het programma voort te zetten, drukt u nogmaals op de toets 20.
Controlelampjes
De controlelampjes 17a tot 17e signaleren belangrijke toestanden van de machine.
17a 17b 17c 17d 17e
>Programmablokkering<
Het controlelampje 17a brandt als de pro­grammablokkering ingeschakeld is.
• In het hoofdstuk „Programmablokke­ring“ leest u hoe u de blokkering op­nieuw uitschakelt.
>Geen watertoevoer<
Het controlelampje 17b brandt als er een probleem bestaat met de watertoevoer.
• Controleer in dat geval: – Kraan opengedraaid? – Knik in de toevoerslang? – Toevoerzeef vuil? Zie „Watertoe-
voerzeef“.
– Waterdruk in huis opvallen laag?
• Als het controlelampje blijft branden, waarschuwt u de klantendienst – eventueel heeft de „Aquasafe“ resp. „Aquasafe+“ (afhankelijk van het mo­del) de watertoevoer afgesloten.
42
>Schuimvorming<
Het controlelampje 17c brandt als er teveel schuim ontstaat.
• Gebruik bij de volgende wasbeurt minder wasmiddel.
>Deur<
Het controlelampje 17d brandt als de vul­deur geopend kan worden.
>Uitgestelde start<
Het controlelampje 17e brandt als de uit­gestelde start ingesteld is.
Beknopte handleiding voor dagelijks gebruik
Voorbereiden
1. Draai de waterkraan helemaal open. Controleer of de slangen vastzitten.
2. Plaats de was in de trommel.
3. Doe wasmiddel en wasverzachter in de machine.
Starten
1. Druk op de toets >Aan/Uit<.
2. Stel de programmakeuzeschakelaar in.
3. Indien gewenst: – extra knoppen indrukken, – centrifugeertoerental instellen, – uitgestelde start instellen.
4. Sluit de vuldeur.
5. Druk op de toets >Start/Pauze<. Op het display ziet u de resterende tijd
tot aan het programmaeinde.
6. Controleer of de LED >Deur< dooft (in­dien niet zie "Problemen en storin­gen").
Programma annuleren
• Houd de toets >Start/Pauze< ca. 3 se­conden in gedrukt. Eventueel pompt de machine het wa­ter uit de trommel af of voert eerst een spoelbeurt uit om het wasgoed af te koelen.
Extra wasgoed toevoegen
Dit is alleen mogelijk:
3
– tijdens de uitgestelde-start-fase, – bij het begin van een wasbeurt (de
machine laat het toevoegen van wasgoed bij lage waterstand en temperatuur toe).
1. Druk op de toets >Start/Pauze<.
2. Open de vuldeur en plaats het was­goed in de trommel.
3. Sluit de vuldeur.
4. Druk op de toets >Start/Pauze<.
Programma staat in de spoelstop
Dit herkent u aan het knipperen van
3
het lampje >Spoelstop< en de toets >Start/Pauze<.
Als u wilt centrifugeren:
1. Stel het centrifugeertoerental instellen.
2. Druk op de toets >Start/Pauze<. Het programma wordt voortgezet,
pompt en centrifugeert.
Als u alleen wilt pompen:
1. Plaats de centrifugeerknop op >Niet<.
2. Druk op de toets >Start/Pauze<. Het programma wordt voortgezet en
pompt alleen het water weg.
Wasgoed nogmaals centrifuge­ren
Het automatische centrifugeercorrec-
3
tiesysteem kan het centrifugeren bij slechte belading verhinderen.
Als u het wasgoed nogmaals wilt centrifu­geren:
1. Verdeel het wasgoed gelijkmatig in de trommel.
2. Draai de programmakeuzeschakelaar op >Centrifugeren<.
3. Stel het centrifugeertoerental instellen.
4. Druk op de toets >Start/Pauze<.
43
Na beëindiging van het programma
Zodra op het display opnieuw de oor-
3
spronkelijke programmaduur ver­schijnt, is het programma beëindigd.
1. Zodra het controlelampje >Deur< gaat branden, opent u de vuldeur en ver­wijdert u het wasgoed.
2. Druk op de toets >Aan/Uit<.
3. Draai de waterkraan dicht.
4. Veeg de dichtingsvouw van de rubber­kraag in de deuropening schoon en verwijder eventueel aanwezige vreem­de voorwerpen.
5. Laat de deur en de wasmiddellade open zodat deze kunnen drogen.
44
Programmatabel
Extra functie
Verzorgingssymbool
Programma /
Wasgoed /
Opmerkingen
Witte was / Bonte was
Duurzame stoffen uit katoen en linnen
Hygiene + 90°C: Katoen met hoge hygiënische eisen
Active 40°C: Katoen (energiespaar-programma)
Mini 30: Katoen, gemengde stof (kort programma)
Kreukherstellend
Synthetische stoffen (polyester, polyamide) en gemengde stoffen (met katoen)
30
Fijne Was
Tere weefsels (viscose, zijde e.d.) en gordijnen
Wol
Alleen met kentekening „wasbaar
Koud /
in de machine“
Handwas
Met kentekening „handwas“ 30° 1,5
Speciale programma's
Spoelen (verzachter, stijfsel)
Centrifugeren
Pompen
Temperatuur (°C)
Hoeveelheid
40° /
7,0
60° /
95°
90° 7,0
40° 7,0
30° 2,5
40° /
3,0 60° 30°
40° 2,0
1,5
40°
zie
boven
zie
boven
wasgoed (kg)
Voorwas
Intensief
Extra spoelen
Strijkvrij
Snel wassen
Centrifugeren max.
Spoelstop
Uitgestelde start
afzonderlijk, soms ook in combinatie; niet zinvolle combinaties geblokkeerd.
automatisch geactiveerd, niet deactiveerbaar.
1600 omw/min (afhankelijk van het model) 800 omw/min 600 omw/min
45
Programmadelen
Programma
Witte was / Bonte was
Basisprogramma 1 3 1
Hygiene +90°C 1 4 1
Active 40°C 1 3 1
Mini 30 1 2 1
Kreukherstellend
Basisprogramma 1 3 1
Fijne Was
Basisprogramma 1 3 1
Wol
Basisprogramma 1121
Handwas
Basisprogramma 1 2 1
Speciale programma's
Spoelen 2 1 – Centrifugeren 1 Pompen –––– Het werkelijke aantal programmadelen kan afhankelijk van de gekozen
functies afwijken van de aangegeven waarden (bijv. met de toets>Extra spoelen<).
Hoofdwas
Spoelbeurten met
centrifugeren tussenin
Spoelbeurten zonder
centrifugeren tussenin
Centrifugeren voor
programma-einde
46
Reiniging en verzorging
Wasmiddellade
Indien nodig reinigen:
1. Open de lade tot tegen het aanslag­punt.
2. Duw de kuip op het aanzuigbuisje om­laag en trek de lade helemaal uit de machine.
3. Maak de lade schoon onder warm stromend water. Verwijder het aan­zuigbuisje; reinig het buisje en de op­ning in de lade met warm stromend water, doorprik de opening evt. met een naald. Breng het buisje opnieuw aan.
4. Veeg alle wasmiddelresten van de la­degeleiders. Indien nodig verwijdert u ook kalkafzettingen aan de inspoel­openingen (in het ladevak).
Deur en trommel
Na elke wasbeurt:
• Veeg de dichtingsplooi van de rubber­kraag schoon en verwijder eventueel aanwezige vreemde voorwerpen.
47
• Controleer de trommel op vreemde voorwerpen.
Vreemde voorwerpen uit metaal kun-
A
nen roestvlekken veroorzaken. In dit geval: trommel reinigen met edelstaal­reinigingsmiddel. Gebruik geen staal­wol of schuursponsjes!
Behuizing en bedieningspaneel
Indien nodig:
• Behuizing reinigen met zeepwater of mild reinigingsmiddel; met zachte doek afdrogen.
• Het bedieningspaneel mag alleen wor­den schoongeveegd met een zachte, vochtige doek.
Gebruik geen schuursponsjes of
A
schuurmiddel! Daarmee beschadigt u de kunststofdelen en de lak.
Verontreinigingsfilter
• Reinig de verontreinigingsfilter ten­minste alle 40 wasbeurten !
• Reinig de verontreinigingsfilter indien vreemde voorwerpen (muntstukken, knopen, babysokjes o.i.d) de pomp blokkeren.
• Pomp voor het reinigen het resterende water weg (zie onder).
2. Open de serviceklep door op de ver­grendeling te drukken. Trek de afvoer­slang eruit en houd deze boven een kom. Trek de sluiting aan de afvoer­slang uit en laat het water in de kom stromen.
Resterend water wegpompen
Water volledig wegpompen…
• voor u de verontreinigingsfilter rei­nigt;
• voor het transport van de machine (bijv. als u verhuist);
• bij een stroomstoring (als „noodle­ging“);
• wanneer er kans op vorst bestaat.
Bij een kamertemperatuur onder 0 °C
A
kunnen de waterresten in de machine bevriezen en de machine beschadi­gen.
1. Schakel de machine uit, trek de net­stekker uit de contactdoos, draai de waterkraan dicht.
Laat het hete sop voldoende afkoelen.
A
Verbrandingsgevaar!
Als de trommel gevuld is (bijv. bij een
A
stroomuitvall) kan meer dan 20 liter water uit de machine lopen!
3. Draai de verontreinigingsfilter ca. 1/2 slag los (tegen de wijzers van de klok in) en neem het resterende water op met een doek. Als er geen water meer uit de machine loopt, kunt u de ver­ontreinigingsfilter helemaal losdraaien en verwijderen.
48
4. Reinig de verontreinigingsfilter en de pompopening. Controleer of de pompvleugel (in de pompopening) vrij kan draaien.
5. Sluit de afvoerslang opnieuw en haak ze in.
6. Breng de verontreinigingsfilter op­nieuw aan en draai het vast (naar rechts).
7. Sluit de serviceklep.
Waterinlaatzeef
Maak de zeef schoon wanneer het water zeer langzaam of niet meer in de machine loopt.
1. Schakel de machine uit, draai de wa­terkraan dicht.
2. Schroef de toevoerslang los.
3. De zeef in de Aquasafe resp. de beide zeven in de Aquasafe+ (afhankelijk van het model) met een combinatietang of spitse tang verwijderen, met een klein zacht borsteltje reinigen en op­nieuw aanbrengen.
4. De zeef in de achterwand (behalve bij Aquasafe+) met een combinatietang of spitse tang verwijderen, met een klein zacht borsteltje reinigen en op­nieuw aanbrengen.
5. Schroef de toevoerslang met de hand vast.
6. Draai de waterkraan helemaal open en controleer of de aansluitingen lekvrij zijn
Ontkalken
Als het wasmiddel juist wordt gedoseerd, is het niet nodig de machine te ontkalken.
• Gebruik indien nodig alleen ontkal­kingsmiddelen die geschikt zijn voor wasmachines. Volg de aanwijzingen op de verpakking!
49
Problemen en storingen
Als u merkt … Controleer dan …
De machine kan niet inge­schakeld worden of het programma start niet
Machine reageert niet op bediening
Controlelampje >Geen watertoevoer< brandt
Wasmiddel of wasverzach­ter worden niet correct in de machine gespoeld.
Wasverzachterkamer (middenste kamer van de wasmiddellade) is na afloop van het programma volledig met water gevuld
Het wasmiddel schuimt te sterk.
De machine lekt. • Slangen goed vastgeschroefd?
Het water wordt niet of slechts zeer langzaam weggepompt.
De machine centrifugeert niet goed of helemaal niet.
• Programma ingesteld? Toets >Start/Pauze< ingedrukt?
• Deur goed gesloten? Open de vuldeur en druk ze met de handpalm dicht tot ze vastklikt.
• Stekker in de contactdoos?
• Zekering van de contactdoos intact?
• Combinatie van extra functies niet mogelijk.
• Kinderslot ingeschakeld? Zie „Programmablokkering“.
• Uitgestelde starttijd ingesteld? Zie „Uitgestelde start“.
• Als de storing blijft bestaan: stekker uit het stopcontact trekken, enkele seconden wachten en opnieuw insteken.
• Waterkraan helemaal geopend?
• Knik in de toevoerslang?
• Waterinlaatzeef verstopt? Zie „Reiniging en verzorging“.
• Waterdruk te laag? Plaatselijk waterbedrijf raadplegen.
• Aquasafe resp. Aquasafe+ (afhankelijk van het model) ge­activeerd door lek?
• Wasmiddellade of aanzuiger verontreinigd? Zie „Reini­ging en verzorging“.
• Wasverzachter te dik? Water toevoegen.
• Aanzuiger verstopt? Zie „Reiniging en verzorging“.
• Teveel wasmiddel? Te weinig wasgoed?
• Zeer geringe waterhardheid? Watermaatschappij raad­plegen.
• Verontreinigingsfilter goed gesloten?
• Schuimvorming door teveel wasmiddel?
• Spoelstop ingesteld? Zie „Beknopte handleiding voor da­gelijks gebruik“.
• Knik in de afvoerslang?
• Spoelstop ingesteld? Zie „Beknopte handleiding voor da­gelijks gebruik“.
• Centrifugeertoerental te laag ingesteld of centrifugeren uitgeschakeld?
• Slechte verdeling van het wasgoed in de trommel? Zie „Beknopte handleiding voor dagelijks gebruik“.
50
Als u merkt … Controleer dan …
De machine vibreert sterk bij het centrifugeren.
De deur kan niet worden geopend.
Stroomuitval tijdens het wassen.
Het wasgoed vertoont vlekken.
Wij helpen u!
Als u de storing niet zelf kunt verhelpen, neemt u contact op met onze service-
• Transportbeveiligingen verwijderd? Zie „Transportbevei­ligingen verwijderen“.
• Machine correct geïnstalleerd? Zie „Machine uitrichten“.
• Knik in de afvoerslang, water loopt niet weg?
• Programma beëindigd? Als het indicatielampje >Deur< dooft, kan de deur worden geopend.
• Stroomuitval duur langer en restwater moet worden af­getapt? Zie „Reiniging en verzorging“.
• Stroomuitval slechts van korte duur? Zodra de stroom­toevoer hersteld is, zet de machine het wasprogramma automatisch voort op het juiste punt.
• Grijze resten (vetresten)? Wasmiddeldosering verhogen.
• Witte resten (wasmiddelresten)? Uitborstelen. Let op de juiste dosering.
dienst. Vermeld daarbij het precieze mo-
delnummer op het typeplaatje.
Vlekkentips
Vlek Voor het wassen...
Vet deppen met vaatwasmiddel
Tomaat inwrijven met een rauwe aardappelhelft
Spinazie inwrijven met een rauwe aardappelhelft
Eiwit inwrijven met galzeep
Wortels deppen met babyolie
Bier deppen met verdunde azijn
Rode wijn deppen met citroensap
Kauwgum wasgoed in het vriesvak leggen, daarna afborstelen
Was strijken tussen twee vellen vloeipapier
Stuifmeel stuifmeel verwijderen met een kleefstrook
Lippenstift deppen met eucalyptusolie
Roest deppen met azijn of citroensap
Bloed inwrijven met galzeep
Jodium inwrijven met een rauwe aardappelhelft
51
Technische gegevens en verbruiksgegevens
Lading (droog gewicht)
– Witte was / Bonte was, Hygiene +90°C,
Active 40°C – Kreukherstellend – Mini 30 – Fijne Was – Wol, Handwas
Centrifugeertoerental
1)
– Witte was / Bonte was
(afhankelijk van het model)
– Kreukherstellend – Fijne Was, Wol, Handwas
Afmetingen
– Hoogte / hoogte voor onderbouwinstallatie – Breedte – Diepte / diepte bij geopende deur – Hoogteverstelling van de voetjes
Leeggewicht ca. 81 kg Elektrische aansluiting
– Spanning – Aansluitwaarde – Zekering
Wateraansluiting
– Waterdruk (stroomdruk) – Inlaattemperatuur – Opvoerhoogte pomp
Verbruikswaarden
– Witte was / Bonte was 95 °C – Witte was / Bonte was 60 °C – Witte was / Bonte was 40 °C
2)
3) 4)
3)
– Hygiene + 90°C – Active 40°C – Mini 30 – Kreukherstellend 60 °C – Kreukherstellend 40 °C
3)
– Kreukherstellend 30 °C – Fijne Was 40 °C – Wol 40 °C – Wol Koud – Handwas 30 °C
1)
Maximaal toerental in het programma; reduceerbaar met de centrifugeerschakelaar.
2)
Afhankelijk van water-, wasgoed- en omgevingsomstandigheden kunnen de werkelijke
waarden afwijken van aangegeven normwaarden.
3)
Controleprogramma's volgens EN 60456.
4)
Standaardprogramma voor energielabel.
Energie
(kWh)
2,26 55 119 1,19 49 130 0,50 49 132 2,20 70 147 0,85 49 167 0,15 50 30 1,02 50 103 0,50 50 100 0,21 50 84 0,35 60 62 0,35 50 55 0,04 50 48 0,15 40 40
max. 7,0 kg max. 3,0 kg max. 2,5 kg max. 2,0 kg max. 1,5 kg
tot 1600 omw/min
tot 800 omw/min tot 600 omw/min
85,0 cm / 82,0 cm
60,0 cm
59,0 cm / 104 cm
2,5 cm
230 V ~ 50 Hz
2350 W
10 A
0,1…1,0 MPa = 1…10 bar
max. 25 °C
max. 100 cm
Water
(liter)
(min.)
Tijd
52
Loading...