Snelle zoekdoorloop (hoorbaar) ... 180
Losse titel of hele cd's herhaald
afspelen (REPEAT) ...................... 181
Titels in willekeurige volgorde
weergeven (MIX) ......................... 181
Cd's een naam geven.................. 181
CLOCK - Kloktijd .................. 183
Kloktijd instellen........................... 183
Kloktijd permanent op het display
laten weergeven .......................... 183
Equalizer .............................. 184
Equalizer in- en uitschakelen ........ 184
Equalizer automatisch afregelen... 184
Equalizer kiezen........................... 185
Preset-klankinstelling kiezen ........ 185
Equalizer met de hand instellen .... 186
Hulptabel voor het instellen van
de equalizer................................. 187
TMC voor dynamische
navigatiesystemen ............... 188
Versterkers / sub-out........... 188
Externe audiobronnen ......... 189
AUX-ingang in- en uitschakelen ... 189
Technische gegevens .......... 189
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
155
DANSK
OPMERKINGEN EN ACCESSOIRES
Opmerkingen en
accessoires
Hartelijk dank dat u hebt gekozen voor
een Blaupunkt-product. Wij wensen uw
veel plezier van dit nieuwe apparaat.
Lees deze gebruiksaanwijzing voordat u het apparaat voor het eerst gebruikt.
De Blaupunkt-redacteurs werken continu om de gebruiksaanwijzingen overzichtelijk en begrijpelijk vorm te geven.
Mocht u toch nog vragen over de bediening hebben, dan kunt u contact opnemen met uw dealer of met de hotline
in uw land. U vindt de nummers op de
achterzijde van dit boekje.
Voor onze producten die binnen de
Europese Unie zijn aangeschaft, bieden
wij een fabrieksgarantie. U kunt de garantievoorwaarden oproepen onder
www.blaupunkt.de of direct opvragen
bij:
Blaupunkt GmbH
Hotline
Robert Bosch Str. 200
D-31 139 Hildesheim
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid gaat vóór
alles. Bedien uw autoradio alleen
wanneer de verkeerssituatie dat toelaat. Maak uzelf voor het begin van
de rit vertrouwd met het apparaat.
De akoestische waarschuwingssignalen van politie, brandweer en reddingsdiensten moeten tijdig te horen
zijn. Beluister daarom tijdens het rijden uw programma daarom alleen
met een gepast geluidsvolume.
Aanwijzing voor de veiligheid
De autoradio en het bedieningspaneel (Flip Release Panel) worden
warm tijdens het gebruik. Pak het Flip
Release Panel daarom bij het verwijderen alleen vast bij de niet-metalen oppervlakken. Laat de autoradio wanneer u deze wilt demonteren
eerst afkoelen.
Inbouw
Wanneer u de autoradio zelf wilt inbouwen, leest u dan de aanwijzingen voor
inbouw en aansluiting aan het einde van
de gebruiksaanwijzing.
156
OPMERKINGEN EN ACCESSOIRES
Accessoires
Gebruik alleen door Blaupunkt toegelaten accessoires.
Afstandsbediening
Met de afstandsbediening RC 08, RC
10 of RC 10H (als speciale accessoire
verkrijgbaar) kunt u de meeste basisfuncties van uw autoradio veilig en comfortabel bedienen.
In- en uitschakelen met de afstandsbediening is niet mogelijk.
Versterkers
Alle Blaupunkt-versterkers kunnen worden gebruikt.
Cd-wisselaars (changers)
De volgende Blaupunkt-cd-wisselaars
kunnen als accessoire worden aangeschaft:
CDC A02, CDC A 08, CDC A072 en
IDC A 09.
Via een adapterkabel (Blaupunkt-nr.
7 607 889 093) kan ook de cd-wisselaar CDC A 071 worden aangesloten.
Compact Drive MP3
Om toegang te krijgen tot MP3-muziekstukken kunt u als alternatief voor een
cd-wisselaar de Compact Drive MP3
aansluiten. Bij gebruik van de Compact
Drive MP3 worden de MP3-muziekstukken eerst met een computer opgeslagen op de Microdrive™-schijf van de
Compact Drive MP3 en kunnen deze,
wanneer de Compact Drive MP3 op de
autoradio is aangesloten, als normale
cd-muziekstukken worden weergegeven. De Compact Drive MP3 wordt bediend zoals een cd-wisselaar; de meeste cd-wisselaar-functies kunnen ook met
de Compact Drive MP3 worden gebruikt.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
157
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
DIEFSTALBEVEILIGING
Diefstalbeveiliging
Afneembaar bedieningspaneel
Uw radio is ter bescherming tegen diefstal uitgerust met een afneembaar bedieningspaneel (Flip Release Panel).
Zonder dit bedieningspaneel is het apparaat voor een dief waardeloos.
Bescherm het apparaat tegen diefstal
en neem het bedieningspaneel telkens
mee wanneer u de auto verlaat. Laat
het bedieningspaneel niet in de auto liggen, ook niet op een verborgen plek.
De constructie van het bedieningspaneel maakt een eenvoudige bediening
mogelijk.
Let op:
● Laat het bedieningspaneel niet val-
len.
● Stel het bedieningspaneel nooit
bloot aan direct zonlicht of andere
warmtebronnen.
● Bewaar het bedieningspaneel in
het meegeleverde etui.
● Voorkom directe aanraking van de
contacten van het bedieningspaneel met de huid. Reinig de contacten desgewenst met een in alcohol gedrenkte, niet-pluizende
doek.
Bedieningspaneel verwijderen
2
➮ Druk op toets 2.
158
De vergrendeling van het bedieningspaneel wordt geopend.
➮ Trek het bedieningspaneel eerst
loodrecht en dan naar links uit het
apparaat.
● Nadat het bedieningspaneel is ver-
wijderd van het apparaat, schakelt
het apparaat zichzelf uit.
● Alle actuele instellingen worden op-
geslagen.
● Een geplaatste cd blijft achter in
het apparaat.
Bedieningspaneel plaatsen
➮ Schuif het bedieningspaneel van
links naar rechts in de geleiding
van het apparaat.
➮ Druk de linkerkant van het bedie-
ningspaneel in het apparaat totdat
het met een klik vergrendelt.
Let op:
● Druk bij het plaatsen van het bedie-
ningspaneel niet op het display.
Wanneer het apparaat bij het verwijderen van het bedieningspaneel ingeschakeld was, schakelt het zichzelf na plaatsing automatisch opnieuw in met de
laatste instelling (radio, cd, mmc, cd-wisselaar resp. Compact Drive MP3 of
AUX).
DIEFSTALBEVEILIGING
KeyCard
Naast het afneembare bedieningspaneel is uw autoradio beveiligd met een
KeyCard. De KeyCard is nodig voor het
in gebruik nemen van het apparaat
wanneer dit van de stroomvoorziening
afgesloten is geweest (bv . na montage
/ demontage van het apparaat of na het
loskoppelen van de accu tijdens een
reparatie). Na het in gebruik nemen van
het apparaat na een spanningsonderbreking dient u de KeyCard te verwijderen. Zonder KeyCard is de autoradio
voor een dief waardeloos.
Let op:
Bewaar de KeyCard niet in de auto.
Wanneer u een lange rit begint, neemt
u de KeyCard mee. De uitvoering van
de KeyCard maakt eenvoudig onderhoud en transport van de KeyCard mogelijk.
KeyCard plaatsen
Om de KeyCard in het apparaat te plaatsen:
➮ Verwijder het afneembare bedie-
ningspaneel zoals beschreven onder "Bedieningspaneel verwijderen".
Achter het bedieningspaneel bevindt
zich de opening voor de KeyCard /
multimedia cards (MMC) =.
➮ Schuif de KeyCard met de contac-
ten naar beneden en de schuine
kant naar rechts voorzichtig in de
MMC-opening totdat deze voelbaar
vergrendelt.
➮ Breng het bedieningspaneel weer
aan zoals beschreven onder "Bedieningspaneel aanbrengen".
Op het display wordt kort "KEYCARD
OK" weergegeven.
KeyCard verwijderen
Om de KeyCard uit het apparaat te verwijderen:
➮ Verwijder het afneembare bedie-
ningspaneel zoals beschreven onder "Bedieningspaneel verwijderen".
Achter het bedieningspaneel bevindt
zich de opening voor de KeyCard /
multimedia cards (MMC) =.
➮ Duw de KeyCard in het apparaat
totdat deze voelbaar ontgrendelt.
De KeyCard wordt naar buiten geschoven.
➮ Trek de KeyCard voorzichtig uit de
opening.
➮ Breng het bedieningspaneel weer
aan zoals beschreven onder "Bedieningspaneel aanbrengen".
Let op:
Bewaar de KeyCard niet in de auto.
Tweede KeyCard programmeren
Er kan een tweede KeyCard als extra
KeyCard worden geprogrammeerd. U
hebt zo de mogelijkheid een 'tweede
sleutel' te vervaardigen. KeyCards zijn
verkrijgbaar bij uw Blaupunkt-dealer.
Wanneer u een tweede KeyCard wilt
programmeren, leest u de aanwijzingen
in het gedeelte "Programmeren van een
nieuwe KeyCard / Mastercode invoeren".
159
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
DIEFSTALBEVEILIGING
Let op:
● Er kunnen voor elk apparaat maxi-
maal twee KeyCards worden gebruikt.
Wanneer u reeds twee KeyCards voor
het apparaat gebruikt en een derde
KeyCard programmeert, kan het apparaat met de tweede KeyCard niet meer
worden bediend.
KeyCard verloren of beschadigd
Wanneer alle bij het apparaat behorende KeyCards beschadigd of verloren
zijn geraakt, kunt u een nieuwe KeyCard
programmeren. Een nieuwe KeyCard is
te verkrijgen bij uw dealer.
Om de nieuwe KeyCard te kunnen gebruiken, hebt u de mastercode van het
apparaat nodig, die te vinden is in de
autoradiopas van het apparaat. Lees
voor het programmeren van een nieuwe KeyCard het gedeelte "Programmeren van een nieuwe KeyCard".
Bewaar de autoradiopas en de
KeyCard op een veilige plaats, doch
nooit in de auto.
Programmeren van een nieuwe
KeyCard / Mastercode invoeren
Wanneer u geen voor het apparaat geldige KeyCard meer bezit en een nieuwe KeyCard wilt programmeren:
➮ Plaats de nieuwe, niet bij het appa-
raat bekende KeyCard.
➮ Sluit het bedieningspaneel.
➮ Schakel het apparaat eventueel uit.
➮ Houd tegelijkertijd de toetsen
TUNER < en de softkey linksboven 4 ingedrukt.
➮ Zet het apparaat aan met toets 1.
Op het display verschijnt "0000".
Voer de viercijferige mastercode uit de
autoradiopas als volgt in:
➮ Voer de cijfers van de mastercode
telkens in met de joystick 7. Duw
de joystick 7 hiervoor zo vaak
omhoog resp. omlaag dat het gewenste cijfer op het display verschijnt.
➮ Verander de invoerpositie door de
joystick 7 naar links resp. naar
rechts te duwen.
➮ Druk wanneer de mastercode cor-
rect wordt weergegeven op de joystick OK7.
De nieuwe KeyCard is geaccepteerd
wanneer het apparaat overschakelt op
weergave en op het display kort "KEYCARD OK" wordt weergegeven.
Onderhoud van de KeyCard
Probleemloos functioneren van de KeyCard is gewaarborgd wanneer de contacten vrij zijn van vreemde deeltjes.
Vermijd directe aanraking van de contacten met de huid.
Reinig de contacten van de KeyCard
indien nodig met een in alcohol gedrenkte, vezelvrije doek.
160
IN- EN UITSCHAKELEN
VOLUME INSTELLEN
In- en uitschakelen
Om het apparaat in of uit te schakelen
staan u diverse mogelijkheden ter beschikking.
In- en uitschakelen met toets 1
➮ Om het apparaat in te schakelen
houdt u toets 1 ingedrukt totdat
de vergrendeling merkbaar ontkoppelt en de toets naar buiten wordt
geschoven.
Het apparaat wordt ingeschakeld.
➮ Om het apparaat uit te schakelen
houdt u toets 1 ingedrukt totdat
deze merkbaar vergrendelt.
Het apparaat wordt uitgeschakeld.
In- en uitschakelen via het
contactslot van de auto
Wanneer het apparaat correct met het
contactslot van de auto is verbonden en
het apparaat niet met toets 1 is uitgeschakeld, wordt het met het contact inen uitgeschakeld.
U kunt het apparaat ook inschakelen
wanneer het contact is uitgeschakeld.
➮ Houd hiervoor toets 1 ingedrukt
totdat de vergrendeling merkbaar
ontkoppelt en de toets naar buiten
wordt geschoven.
Let op:
Ter beveiliging van de autoaccu wordt
het apparaat bij uitgeschakeld contact
na een uur automatisch uitgeschakeld.
Volume instellen
Het volume kan in stappen van 0 (uit)
tot 50 (maximaal) worden ingesteld.
➮ Om het volume te vergroten draait
u de volumeregelaar 1 naar
rechts.
➮ Om het volume te verkleinen draait
u de volumeregelaar 1 naar links.
Volume bij inschakelen instellen
Het volume waarmee het apparaat
speelt wanneer het wordt ingeschakeld,
kan worden ingesteld.
➮ Druk op toets MENU 8.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "VOL".
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "ON".
➮ Stel het gewenste volume in met
de volumeregelaar 1.
➮ Druk op de joystick OK 7 of toets
MENU 8 om het menu te verla-
ten.
De instellingen worden opgeslagen.
Let op:
Ter bescherming van het gehoor is de
waarde voor het volume bij inschakelen beperkt tot 40.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
161
DANSK
VOLUME INSTELLEN
Geluidsonderdrukking (Mute)
U kunt het volume abrupt verkleinen
(Mute).
➮ Houd toets AUDIO 9 langer dan
twee seconden ingedrukt.
Op het display wordt "MUTE" weergegeven.
Geluidsonderdrukking (Mute)
opheffen
➮ Druk kort op toets AUDIO 9.
of
➮ draai de volumeregelaar 1.
Telefoon-audio / navigatie-audio
Wanneer uw autoradio op een mobiele
telefoon of navigatiesysteem is aangesloten, wordt het geluid van de autoradio onderdrukt bij het opnemen van de
telefoon of bij een gesproken mededeling van de navigatie, en wordt het gesprek of de gesproken mededeling
weergegeven via de luidsprekers van
de autoradio. Hiervoor moet de telefoon
of het navigatiesysteem op de in de inbouwhandleiding beschreven manier op
de autoradio zijn aangesloten.
Uw Blaupunkt-vakhandel kan u informeren welke navigatiesystemen u met uw
autoradio kunt gebruiken.
Wanneer er tijdens een telefoongesprek
of gesproken mededeling van de navigatie een verkeersbericht wordt ontvangen, wordt het verkeersbericht pas na
beëindiging van het gesprek / de gesproken mededeling weergegeven.
Wanneer er tijdens een verkeersbericht
een gesprek binnenkomt of een gesproken mededeling van de navigatie wordt
gegeven, wordt het verkeersbericht
onderbroken en kan het telefoongesprek / de gesproken mededeling worden weergegeven.
Het volume waarmee de telefoongesprekken of de gesproken mededelingen van de navigatie worden weergegeven, kan worden ingesteld.
➮ Druk op toets MENU 8.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "VOL".
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "TNAV".
➮ Stel het gewenste volume in met
de volumeregelaar 1.
➮ Druk op de joystick OK 7 of toets
MENU 8 om het menu te verla-
ten.
De instellingen worden opgeslagen.
Let op:
U kunt het volume ook tijdens het telefoongesprek instellen met de volumeregelaar 1.
162
VOLUME INSTELLEN
KLANKKLEUR EN
VOLUMEVERHOUDING
Automatic sound
Met deze functie wordt het volume van
de autoradio automatisch aangepast
aan de snelheid waarmee u rijdt. Hiervoor moet uw autoradio op de in de inbouwhandleiding beschreven manier
zijn aangesloten.
De automatische volumeaanpassing
kan is zes standen (0-5) worden ingesteld. "0" betekent geen versterking, "5"
betekent maximale versterking.
➮ Druk op toets MENU8.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "VOL".
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "AUTO".
➮ Stel de versterking in met de joy-
stick 7.
➮ Druk op de joystick OK 7 of toets
MENU 8 om het menu te verla-
ten.
De instellingen worden opgeslagen.
Let op:
De voor u optimale instelling van de
snelheidsafhankelijke volumeaanpassing hangt af van de geluidsontwikkeling in uw auto. Bepaal door uitproberen de voor uw auto optimale waarde.
Klankkleur en
volumeverhouding
Let op:
U kunt de instellingen voor bass, treble
en X-BASS voor alle audiobronnen
apart instellen.
Bass instellen
➮ Druk op toets AUDIO 9.
Op het display verschijnt "AUDIO 1".
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "BASS".
➮ Beweeg de joystick 7 naar boven
resp. naar rechts om de bass te
versterken of naar beneden resp.
naar links om de bass af te zwakken.
Wanneer het instellen voltooid is:
➮ Druk op de joystick OK 7 of op
toets AUDIO9.
Treble instellen
➮ Druk op toets AUDIO 9.
Op het display verschijnt "AUDIO 1".
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "TREB".
➮ Beweeg de joystick 7 naar boven
resp. naar rechts om de treble te
versterken of naar beneden resp.
naar links om de treble af te zwakken.
Wanneer het instellen voltooid is:
➮ Druk op de joystick OK 7 of op
toets AUDIO9.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
163
KLANKKLEUR EN VOLUMEVERHOUDING
X-BASS
X-BASS betekent de versterking van de
lage tonen bij een gering geluidsvolume.
➮ Druk op toets AUDIO 9.
Op het display verschijnt "AUDIO 1".
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "X-BASS".
➮ Beweeg de joystick 7 naar boven
resp. naar rechts om de X-BASS te
versterken of naar beneden resp.
naar links om de X-BASS af te
zwakken.
Wanneer het instellen voltooid is:
➮ Druk op de joystick OK 7 of op
toets AUDIO9.
Volumeverhouding rechts/links
(balans) instellen
➮ Om de balans in te stellen drukt u
op toets AUDIO 9.
Op het display verschijnt "AUDIO 1".
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "BAL".
➮ Beweeg de joystick 7 naar boven
resp. naar rechts of naar beneden
resp. naar links om de volumeverhouding rechts/links in te stellen.
Wanneer het instellen voltooid is:
➮ Druk op de joystick OK 7 of op
toets AUDIO9.
Volumeverhouding voor/achter
(fader) instellen
➮ Om de fader in te stellen drukt u op
toets AUDIO9.
Op het display verschijnt "AUDIO 1".
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "FADE".
➮ Beweeg de joystick 7 naar boven
resp. naar rechts of naar beneden
resp. naar links om de volumeverhouding voor/achter in te stellen.
Wanneer het instellen voltooid is:
➮ Druk op de joystick OK 7 of op
toets AUDIO9.
164
DISPLAY INSTELLEN
Display instellen
U kunt het display aanpassen aan de
inbouwpositie in uw auto en aan uw eigen wensen.
Afleeshoek instellen
➮ Druk op toets MENU8.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "DISP".
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "ANGL".
➮ Beweeg de joystick 7 naar boven
resp. naar rechts of naar beneden
resp. naar links om de afleeshoek
in te stellen.
➮ Druk op de joystick OK 7 of toets
MENU 8 om het menu te verla-
ten.
De instellingen worden opgeslagen.
Helderheid van het display
instellen
Wanneer uw autoradio is aangesloten
zoals beschreven in de inbouwhandleiding, wordt de helderheid van het display samen met de rijverlichting omgeschakeld. De displayhelderheid kan afzonderlijk voor dag en nacht worden
ingesteld is stappen van 1-6. Aanbevolen wordt de instelling "6".
Displayhelderheid dag
➮ Druk op toets MENU8.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "DISP".
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "DAY".
➮ Beweeg de joystick 7 naar boven
resp. naar rechts of naar beneden
resp. naar links om de helderheid
in te stellen.
➮ Druk op de joystick OK 7 of toets
MENU 8 om het menu te verla-
ten.
De instellingen worden opgeslagen.
Displayhelderheid nacht
➮ Druk op toets MENU8.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "DISP".
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "NGHT".
➮ Beweeg de joystick 7 naar boven
resp. naar rechts of naar beneden
resp. naar links om de helderheid
in te stellen.
➮ Druk op de joystick OK 7 of toets
MENU 8 om het menu te verla-
ten.
De instellingen worden opgeslagen.
Kleur van de toetsen instellen
U kunt instellen in welke kleur de toetsen van het apparaat verlicht moeten
worden. U kunt kiezen tussen "COLOR
1" en "COLOR 2".
➮ Druk op toets MENU8.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "DISP".
➮ Druk zo vaak op de softkey 4 met
de displayaanduiding "KEYS" dat
de gewenste kleur ("COLOR 1"
resp. "COLOR 2") wordt weergegeven.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
165
DISPLAY INSTELLEN
RADIOWEERGAVE
➮ Druk op de joystick OK 7 of toets
MENU 8 om het menu te verla-
ten.
De instellingen worden opgeslagen.
Niveauaanduiding instellen
De niveauaanduiding op uw display
geeft tijdens het instellen voor korte tijd
symbolisch het volume, de instellingen
van de klankregeling en de instellingen
van de equalizer weer.
Wanneer er geen instellingen worden
uitgevoerd, kan de niveauaanduiding
het uitgangsniveau van de autoradio
weergeven. U kunt de niveauaanduiding ook uitschakelen en dan continu
het volumeniveau laten weergeven.
Niveauaanduiding in- en
uitschakelen
➮ Druk op toets MENU8.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "DISP".
➮ Druk zo vaak op de softkey 4 met
de displayaanduiding "EQ" dat de
gewenste instelling "EQ DISP
OFF" resp. "EQ DISP ON" op het
display verschijnt.
➮ Druk op de joystick OK 7 of toets
MENU 8 om het menu te verla-
ten.
De instellingen worden opgeslagen.
Radioweergave
Dit apparaat is uitgerust met een RDSradio-ontvanger. Veel van de ontvangbare FM-zenders zenden een signaal
uit dat naast het programma ook informatie zoals de naam van de zender en
het programmatype (PTY) bevat.
De naam van de zender wordt, zodra
deze kan worden ontvangen, op het display weergegeven. Het programmatype
kan naar wens worden weergegeven.
Lees hiervoor het gedeelte "Programmatype (PTY)".
Tuner instellen
Om probleemloos functioneren van de
radio te garanderen moet het apparaat
worden ingesteld op de regio waarin het
zich bevindt. U kunt kiezen tussen Europa en Amerika (VS). V an fabriekswege is de tuner ingesteld op de regio
waarin het apparaat is verkocht. Bij problemen met de radio-ontvangst kunt u
deze instelling controleren.
➮ Druk op toets MENU8.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "SETP".
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "AREA".
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding voor de gewenste
regio "EURO" of "USA".
➮ Druk op de joystick OK 7 of toets
MENU 8 om het menu te verla-
ten.
De instellingen worden opgeslagen.
166
RADIOWEERGAVE
Radioweergave inschakelen
Wanneer het apparaat zich in de weergavesoorten cd, cassette, MultiMedia
Card (MMC) (afhankelijk van de uitrusting van de autoradio) of cd-wisselaar
resp. Compact Drive MP3 bevindt:
➮ Druk op toets TUNER <.
Het radio-hoofdmenu voor de keuze van
de zender wordt weergegeven. De functies van de radioweergave worden aangestuurd via het radio-functiemenu. Tijdens de radioweergave komt u in het
radio-functiemenu door toets TUNER< opnieuw in te drukken. Vanuit alle
andere weergavesoorten komt u in het
radio-functiemenu door toets MENU 8
en vervolgens op de softkey 4 met de
displayaanduiding "TUNE" te drukken.
RDS-comfortfunctie (AF, REG)
De RDS-comfortfuncties AF (alternatieve frequentie) en REG (regionaal) vergroten het prestatiespectrum van uw
autoradio (alleen bij FM-radioweergave).
● AF: Wanneer de RDS-comfortfunc-
tie geactiveerd is, zoekt het apparaat automatisch naar de als beste
te ontvangen frequentie van de ingestelde zender.
● REG: Sommige zenders verdelen
hun programma op bepaalde tijden
in regionale programma's met verschillende inhoud. Met de REGfunctie wordt voorkomen dat de autoradio overschakelt op alternatieve frequenties met een andere regionale programma-inhoud.
Let op:
REG moet apart in het radio-functiemenu worden geactiveerd / gedeactiveerd.
RDS-comfortfunctie in- en
uitschakelen
Om de RDS-comfortfuncties AF en REG
te gebruiken:
➮ Druk tijdens de radioweergave op
toets TUNER<.
Het radio-functiemenu wordt weergegeven op het display.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "RDS".
Op het display wordt kort "RDS ON"
resp. "RDS OFF" weergegeven.
Om terug te keren naar het radio-basismenu:
➮ Druk op toets TUNER < of de joy-
stick OK7.
De instellingen worden opgeslagen.
REG in- en uitschakelen
Om de RDS-comfortfunctie REG te gebruiken:
➮ Druk tijdens de radioweergave op
toets TUNER<.
Het radio-functiemenu wordt weergegeven op het display.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "REG".
Op het display wordt kort "REG ON"
resp. "REG OFF" weergegeven.
➮ Druk op toets TUNER < of de joy-
stick OK7.
De instellingen worden opgeslagen.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
167
RADIOWEERGAVE
Golfgebied / geheugenniveau
kiezen
Met dit apparaat kunt u zenders van de
frequentiebanden FM en AM (MW en
LW) ontvangen. Voor het golfgebied FM
zijn drie geheugenniveaus en voor de
golfgebieden MW en L W elk één geheugenniveau beschikbaar.
Op elk geheugenniveau kunnen zes
zenders worden geprogrammeerd.
Golfgebied kiezen
Om een golfgebied te kiezen uit FM,
MW of L W :
➮ Druk tijdens de radioweergave op
toets TUNER<.
Het radio-functiemenu wordt weergegeven op het display .
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "BAND".
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "FM" voor het golfgebied FM.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "MW" voor het golfgebied MW.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "L W" voor het golfgebied L W.
De radio-hoofdmenu van het gewenste
golfgebied wordt weergegeven.
FM-geheugenniveau kiezen
Om te wisselen tussen de FM-geheugenniveaus FM1, FM2, FM3 en FMT:
➮ Druk zo vaak op toets NEXT 3
dat het gewenste geheugenniveau
op het display verschijnt.
De geheugenniveaus worden opgeroepen in de volgorde FM1, FM2, FM3 en
FMT.
Zenders instellen
U hebt verschillende mogelijkheden om
zenders in te stellen.
Automatische zoekafstemming
➮ Beweeg de joystick 7 naar bene-
den of naar boven.
De eerstvolgende ontvangbare zender
wordt ingesteld.
Handmatig afstemmen op zenders
U kunt ook handmatig zenders instellen.
➮ Beweeg de joystick 7 naar links
of naar rechts.
Let op:
Er kunnen alleen met de hand zenders
worden ingesteld wanneer de RDScomfortfunctie gedeactiveerd is.
Bladeren in zenderketens (alleen
FM)
Wanneer een zender meerdere programma's biedt, kunt u bladeren in deze
zgn. "zenderketen".
➮ Beweeg de joystick 7 naar links
of naar rechts.
168
RADIOWEERGAVE
Let op:
Om deze functie te kunnen gebruiken,
moet de RDS-comfortfunctie geactiveerd zijn.
U kunt zo alleen wisselen tussen zenders die u al eerder hebt ontvangen.
Gevoeligheid van de
zoekafstemming instellen
U kunt kiezen of er alleen sterke of ook
zwakke zenders worden ingesteld.
➮ Druk tijdens de radioweergave op
toets TUNER<.
Het radio-functiemenu wordt weergegeven op het display.
➮ Druk op toets NEXT 3.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "SENS".
Op het display wordt de actuele waarde voor de gevoeligheid aangegeven.
"SENS 6" betekent de hoogste gevoeligheid voor de ontvangst van ver weg
gelegen zenders, "SENS 1" de geringste.
➮ Beweeg de joystick 7 naar boven
resp. naar rechts of naar beneden
resp. naar links om de gevoeligheid in te stellen.
➮ Druk op de joystick OK 7 of toets
MENU 8 om het menu te verla-
ten.
De instellingen worden opgeslagen.
Zenders programmeren
Zenders handmatig programmeren
➮ Kies het gewenste geheugenni-
veau FM1, FM2, FM3 FMT of een
van de golfgebieden MW of L W.
➮ Stel de gewenste zender in zoals
beschreven onder "Zenders instellen".
➮ Houd een van de zes softkeys
waaronder de zender moet worden
opgeslagen, langer dan twee seconden ingedrukt.
Zenders automatisch
programmeren (Travelstore)
U kunt de zes sterkste zenders uit de
regio automatisch programmeren (alleen FM). De zenders worden opgeslagen op geheugenniveau FMT.
Let op:
Eerder op dit niveau geprogrammeerde zenders worden hierbij gewist.
Travelstore-functie starten
➮ Druk tijdens de radioweergave op
toets TUNER<.
Het radio-functiemenu wordt weergegeven op het display.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "TS".
Het programmeren begint. Op het display wordt "T-STORE" weergegeven.
Wanneer het programmeren voltooid is,
wordt de zender op geheugenpositie
één van geheugenniveau FMT weergegeven.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
169
RADIOWEERGAVE
Geprogrammeerde zenders
oproepen
➮ Kies het geheugenniveau resp. het
golfgebied.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding van de naam resp.
de frequentie van de gewenste
zender.
Programmatype (PTY)
Naast de naam van de zender geven
sommige FM-zenders ook informatie
door over het type van hun programma. Deze informatie kan door uw autoradio worden ontvangen en weergegeven.
Zulke programmatypes kunnen bv . zijn:
CUL TURETRA VELJAZZ
SPORTNEWSPOP
ROCKCLASSICS
Met de PTY-functie kunt u gericht zen-
ders met een bepaald programmatype
kiezen.
PTY-EON
Wanneer u een programmatype hebt
gekozen en een PTY-zoekdoorloop
hebt gestart, schakelt het apparaat automatisch van de actuele zender over
op de zender met het gekozen programmatype.
Let op:
● Wanneer er geen zender met het
gekozen programmatype wordt gevonden, is een pieptoon te horen
en verschijnt op het display kort
"NO PTY". De laatst ontvangen
zender wordt opnieuw ingesteld.
170
● Wanneer de ingestelde zender of
een andere zender uit de zenderketen op een later tijdstip het gewenste programmatype uitzendt,
schakelt het apparaat automatisch
over van de actuele zender resp.
vanuit de weergave van cd, mmc
of cd-wisselaar over op de zender
met het gewenste programmatype.
PTY inschakelen
Om de PTY-functie te gebruiken:
➮ Druk tijdens de radioweergave op
toets TUNER<.
Het radio-functiemenu wordt weergegeven op het display .
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "PTY".
Wanneer PTY wordt ingeschakeld geeft
het display het actuele programmatype
weer. Naast de softkeys 4 worden de
programmatypes weergegeven.
PTY uitschakelen
Om de PTY-functie uit te schakelen:
➮ Druk tijdens de weergave van het
programmatype op de softkey 4
met de displayaanduiding "OFF".
Programmatype kiezen en
zoekdoorloop starten
Het PTY-menu bestaat uit verschillende pagina's, waarop de bekende programmatypes worden weergegeven.
Om te bladeren tussen de verschillende pagina's van het PTY-menu:
➮ Druk op toets NEXT 3 totdat het
gewenste programmatype naast
een van de softkeys wordt weergegeven.
RADIOWEERGAVE
➮ Druk op de softkey 4 met het ge-
wenste programmatype.
➮ Beweeg de joystick 7 naar boven
resp. naar rechts of naar beneden
resp. naar links om de zoekdoorloop te starten.
De eerstvolgende ontvangbare zender
met het gekozen programmatype wordt
ingesteld.
Wanneer er geen zender met het gekozen programmatype wordt gevonden,
is een pieptoon te horen en wordt op
het display kort "NO PTY" weergegeven. De laatst ontvangen zender wordt
opnieuw ingesteld.
Let op:
Wanneer u terug wilt naar de weergave
van de programmatypes:
➮ Beweeg de joystick 7 in een wille-
keurige richting.
Radio-ontvangst optimaliseren
Storingsafhankelijke demping van
de hoge tonen (HiCut)
De HiCut-functie zorgt voor een geluidsverbetering bij slechte radio-ontvangst.
Wanneer sprake is van ontvangststoringen worden de hoge tonen, en daarmee de storing, automatisch zachter
weergegeven.
HiCut instellen
➮ Druk tijdens de radioweergave op
toets TUNER<.
De eerste pagina van het radio-functiemenu wordt weergegeven.
➮ Druk op toets NEXT 3.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "HCUT".
➮ Beweeg de joystick 7 naar boven
resp. naar rechts of naar beneden
resp. naar links om HiCut in te stellen.
"HICUT 1" betekent afzwakking van de
hoge tonen, "HICUT 3" betekent geen
afzwakking.
➮ Druk op de joystick OK 7 of toets
MENU 8 om het menu te verla-
ten.
De instellingen worden opgeslagen.
Weergave van radiotekst kiezen
Sommige zenders gebruiken het RDSsignaal ook om lichtkranten door te geven, de zgn. radiotekst. U kunt de weergave van radiotekst toelaten of blokkeren.
➮ Druk tijdens de radioweergave op
toets TUNER<.
Het radio-functiemenu verschijnt op het
display.
➮ Druk op toets NEXT 3.
De tweede pagina van het radio-functiemenu wordt weergegeven op het display.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "RTXT".
"RTXT ON" resp. "RTXT OFF" wordt
kort weergegeven op het display.
➮ Druk op toets TUNER < of op de
joystick OK7.
De instellingen worden bewaard.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
171
VERKEERSINFORMATIE
Verkeersinformatie
Dit apparaat is uitgerust met een RDSEON-ontvanger. Onder EON (Enhanced Other Network) verstaat men de
doorgifte van informatie over de zender
binnen en zenderketen.
In het geval van een verkeersbericht
(TA) wordt binnen de zenderketen automatisch overgeschakeld van een zender zonder verkeersinformatie naar de
desbetreffende zender met verkeersinformatie van de zenderketen.
Na het verkeersbericht wordt het eerder beluisterde programma weer ingeschakeld.
Voorrang voor verkeersinformatie in- en uitschakelen
➮ Druk tijdens de radioweergave op
toets TUNER<.
Het radio-functiemenu wordt weergegeven op het display .
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "TRAF".
De voorrang voor verkeersinformatie is
geactiveerd wanneer op het display een
filesymbool wordt weergegeven.
Let op:
Tijdens een verkeersbericht wordt het
TA-menu weergegeven.
Om het actuele verkeersbericht te onderbreken:
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "OFF".
Wanneer u de voorrang voor verkeersinformatie wilt uitschakelen:
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "TRAF".
Let op:
U hoort een waarschuwingstoon:
● wanneer u bij het beluisteren van
een zender met verkeersinformatie
het uitzendgebied daarvan verlaat;
● wanneer u bij het beluisteren van
een cd, cassette of MultiMedia
Card (afhankelijk van de uitrusting
van de autoradio) het uitzendgebied van de zender verlaat en er bij
de daarop volgende automatische
zoekdoorloop geen nieuwe zender
met verkeersinformatie wordt gevonden.
● wanneer u van een zender met
verkeersinformatie overschakelt op
een zender zonder verkeersinformatie.
Schakel dan ofwel de voorrang voor
verkeersinformatie uit of stel een zender met verkeersinformatie in.
Volume voor verkeersinformatie
instellen
➮ Druk op toets MENU8.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "VOL".
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "TRAF".
➮ Stel het gewenste volume in met
de volumeregelaar 1.
➮ Druk op de joystick OK 7 of toets
MENU 8 om het menu te verla-
ten.
172
CD-WEERGAVE
Cd-weergave
U kunt met dit apparaat normaal in de
handel verkrijgbare cd's met een doorsnede van 12 cm afspelen.
Zogenaamde cd-r's en cd-rw's (zelfgebrande cd's) kunnen in de regel ook worden afgespeeld. Vanwege de uiteenlopende cd-kwaliteit kan Blaupunkt niet
instaan voor foutloos functioneren hiervan. Gebruik voor probleemloos functioneren alleen cd's met het Compact
Disc-logo.
Cd's met kopieerbeveiliging kunnen problemen bij het afspelen veroorzaken.
Blaupunkt kan geen foutloos functioneren van cd's met kopieerbeveiliging garanderen!
Gevaar voor vernieling van de
cd-speler!
Single-cd's met een doorsnede van
8 cm en niet-ronde cd's met contouren (shape cd's) mogen niet worden
gebruikt.
Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor beschadiging van de cdspeler door het gebruik van ongeschikte cd's.
Cd-weergave starten, cd
plaatsen
● Wanneer er geen cd in de speler
zit:
➮ Druk op toets 6.
Het bedieningspaneel wordt naar voren
toe geopend.
➮ Schuif de cd met de bedrukte zijde
naar boven in de cd-opening.
De cd wordt naar binnen in de speler
getransporteerd. Het transport van de
cd mag niet worden gehinderd of geholpen.
Het bedieningspaneel wordt automatisch gesloten.
Het cd-menu wordt weergegeven, de
cd-weergave begint.
● Wanneer er al een cd in de speler
zit:
➮ Druk zo vaak op toets SOURCE
; dat de cd-weergave wordt aangeduid.
Het cd-menu wordt weergegeven, de
weergave start op de plaats waar deze
werd onderbroken.
Cd verwijderen
➮ Druk op toets 6.
Het bedieningspaneel wordt naar voren
toe geopend, de cd wordt uit het apparaat geschoven.
➮ Verwijder de cd voorzichtig.
➮ Druk op toets 6.
Het bedieningspaneel wordt gesloten.
Titels kiezen
➮ Beweeg de joystick 7 (naar bo-
ven en naar rechts voor de volgende, resp. naar beneden en naar
links voor de vorige titel), totdat het
nummer van de gewenste titel op
het display wordt weergegeven.
Wanneer u de joystick 7 eenmaal naar
beneden of naar links indrukt, wordt de
actuele titel opnieuw gestart.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
173
CD-WEERGAVE
Snelle zoekdoorloop (hoorbaar)
Voor een snelle zoekdoorloop achterwaarts resp. voorwaarts:
➮ Houd de joystick 7 in één richting
ingedrukt (omhoog en rechts voor
voorwaarts, resp. omlaag en links
voor achterwaarts) totdat de snelle
zoekdoorloop begint.
Willekeurige weergave van de
titels (MIX)
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "MIX".
"MIX ON" wordt kort op het display
weergegeven. De volgende titel die
wordt afgespeeld, wordt willekeurig gekozen.
MIX beëindigen
➮ Druk opnieuw op de softkey 4
met de displayaanduiding "MIX".
"MIX OFF" verschijnt kort op het display .
Titel herhalen (REPEAT)
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "RPT".
"REPEAT ON" wordt kort op het display
weergegeven. De titel wordt herhaald
totdat RPT wordt gedeactiveerd.
REPEAT beëindigen
➮ Druk opnieuw op de softkey 4
met de displayaanduiding "RPT".
"REPEAT OFF" wordt kort op het display weergegeven. De weergave wordt
normaal voortgezet.
Cd-tekst laten weergeven
Sommige cd's zijn voorzien van zgn. cdtekst. Deze cd-tekst kan de naam van
de uitvoerende, het album en de titel
bevatten.
U kunt de cd-tekst telkens wanneer van
titel wordt gewisseld als lichtkrant op het
display laten weergeven. Nadat de cdtekst eenmaal is weergegeven, wordt
de naam van de titel op het display
weergegeven. Wanneer de geplaatste
cd geen cd-tekst bevat, wordt wanneer
cd-tekst is ingeschakeld kort "NO TEXT"
op het display weergegeven.
Cd-tekst inschakelen
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "T AG".
Cd-tekst uitschakelen
➮ Druk opnieuw op de softkey 4
met de displayaanduiding "T AG".
Lichtkrant instellen
U kunt de inhoud van het hoofdgedeelte van het display als lichtkrant laten
weergeven.
Cd-lichtkrant inschakelen
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "SCRL".
"SCROLL ON" wordt kort op het display
weergegeven.
Cd-lichtkrant uitschakelen
➮ Druk opnieuw op de softkey 4
met de displayaanduiding "SCRL".
"SCROLL OFF" wordt kort op het display weergegeven.
174
CD-WEERGAVE
MP3-WEERGAVE
Verkeersinformatie tijdens cdweergave
➮ Wanneer u tijdens de cd-weergave
verkeersinformatie wilt ontvangen,
activeert u de ontvangst van verkeersinformatie in het radio-functiemenu.
De voorrang voor verkeersinformatie is
geactiveerd wanneer op het display een
filesymbool wordt weergegeven. Lees
hiervoor het hoofdstuk "Ontvangst van
verkeersinformatie".
MP3-weergave
U kunt met deze autoradio ook cd-r's
en cd-rw's met MP3-muziekbestanden
afspelen.
MP3 is een door het Fraunhofer-instituut ontwikkeld procédé voor het comprimeren van cd-audiogegevens. Door
deze compressie kan de hoeveelheid
gegevens zonder hoorbaar kwaliteitsverlies worden gereduceerd tot circa 10
procent van de oorspronkelijke grootte
(bij een bitrate van 128 kbit/sec). Wanneer bij het coderen van de cd-audiogegevens in MP3-opmaak lagere bitrates worden gebruikt, zijn kleinere bestanden mogelijk, echter met kwaliteitsverlies.
Voorbereiding van de MP3-cd
Door de combinatie van cd-writer, cdschrijfsoftware en onbeschreven cd
kunnen problemen optreden bij de
weergave van de cd's. Wanneer er problemen optreden met zelfgebrande cd's,
dient u over te schakelen op een ander
merk of een andere kleur basis-cd's. De
beste resultaten worden verkregen met
basis-cd's met een speelduur van 74
minuten.
De opmaak van de cd moet ISO 9660
level 1, level 2 of Joliet zijn. Alle andere
soorten kunnen niet betrouwbaar worden afgespeeld.
Vermijd multisessies. Wanneer u op een
cd meer dan één sessie wegschrijft,
wordt alleen de eerste sessie herkend.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
175
DANSK
MP3-WEERGAVE
U kunt op een cd maximaal 127 directory's aanmaken. Deze directory's kunnen met dit apparaat afzonderlijk worden gekozen.
In elke directory kunnen zich vervolgens
weer maximaal 254 losse titels (tracks)
en subdirectory's bevinden, die afzonderlijk kunnen worden gekozen. Het directory-pad mag maximaal acht niveaus
omvatten.
Omdat met bepaalde cd-schrijfsoftware
onregelmatigheden in de nummering
kunnen optreden, dient u in de hoofddirectory D01 ofwel alleen subdirectory's
met titels (afb. 1) of alleen titels (afb. 2)
op te nemen.
U kunt elke directory met de pc een
naam geven. De naam van de directory kan op het display van het apparaat
worden weergegeven. Geef de directory's en titels namen volgens de werkwijze van uw cd-schrijfsoftware. Aanwijzingen daarvoor vindt u in de handleiding van de software.
Let op:
● U dient bij het benoemen van de
directory's en titels geen trema's en
speciale symbolen te gebruiken.
Wanneer u waarde hecht aan een correcte volgorde van uw bestanden, moet
u schrijfsoftware gebruiken die de bestanden op alfanumerieke volgorde
rangschikt. Wanneer uw software niet
over deze functie beschikt, kunt u de
bestanden ook handmatig sorteren.
Daarvoor moet u voor elke bestandsnaam een nummer zetten, bv. "001",
"002", enz. Daarbij moeten ook de voorafgaande nullen worden ingevoerd.
MP3-titels kunnen extra informatie bevatten, zoals uitvoerende, titel en album
(ID3-tag). Dit apparaat kan ID3-tags van
versie 1 op het display weergeven.
Voor het gebruik van MP3-bestanden
met dit apparaat moeten de MP3-bestanden de extensie "MP3" hebben.
176
MP3-WEERGAVE
Let op:
Om ongestoorde weergave te garanderen:
● Probeer niet om andere bestanden
dan MP3-bestanden te voorzien
van de extensie ".MP3" en deze
vervolgens af te spelen!
● Gebruik geen gemengde cd's met
MP3-bestanden en niet-MP3-bestanden.
● Gebruik geen mix-mode-cd's met
audiotitels en MP3-titels.
MP3-weergave starten
De MP3-weergave wordt gestart zoals
de normale cd-weergave. Lees hiervoor
het gedeelte "Cd-weergave starten / cd
plaatsen" in het hoofdstuk "Cd-weergave".
Directory kiezen
Om op- of neerwaarts naar een andere
directory te gaan:
➮ Duw de joystick 7 zo vaak
omhoog resp. omlaag dat het
nummer van de gewenste directory
achter "D" op het display verschijnt.
Let op:
● Alle directory's die geen MP3-be-
standen bevatten, worden automatisch overgeslagen. Wanneer u bv.
titels uit directory D01 beluistert en
met de joystick 7 de volgende directory kiest, wordt directory D02,
die geen MP3-titels bevat, overgeslagen en wordt D03 afgespeeld.
De weergave op het display springt
dan automatisch van "D02" op
"D03".
Titels kiezen
Om op- of neerwaarts naar een andere
titel van de actuele directory te gaan:
➮ Beweeg de joystick 7 zo vaak
naar rechts voor de volgende,
resp. naar links voor de vorige titel,
dat het nummer van de gewenste
titel op het display wordt weergegeven.
Wanneer de joystick 7 eenmaal naar
links wordt geduwd, wordt de actuele
titel opnieuw gestart.
Snelle zoekdoorloop (hoorbaar)
Voor een snelle zoekdoorloop achterwaarts resp. voorwaarts:
➮ Houd de joystick 7 naar links
resp. naar rechts ingedrukt totdat
de snelle zoekdoorloop achterwaarts resp. voorwaarts begint.
Titels in willekeurige volgorde
weergeven (MIX)
Om de titels van de actuele directory in
willekeurige volgorde te laten weergeven:
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "MIX".
Op het display wordt "MIX DIR" weergegeven.
Om alle titels van een geplaatste MP3cd in willekeurige volgorde te laten weergeven:
➮ Druk opnieuw op de softkey 4
met de displayaanduiding "MIX".
Op het display verschijnt "MIX ALL".
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
177
MP3-WEERGAVE
MIX beëindigen
Om MIX te beëindigen:
➮ Druk zo vaak op de softkey 4 met
de displayaanduiding "MIX" dat
"MIX OFF" op het display wordt
weergegeven.
Losse titels of hele directory's
herhaald afspelen (REPEAT)
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "RPT".
Op het display verschijnt kort "REPEA T
ON".
Om de hele directory herhaald te laten
afspelen:
➮ Druk opnieuw op de softkey 4
met de displayaanduiding "RPT".
Op het display verschijnt kort "REPEA T
DIR".
REPEAT beëindigen
Om het herhalen van de actuele titel
resp. de actuele directory te beëindigen:
➮ Druk zo vaak op de softkey 4 met
de displayaanduiding "RPT" dat
"REPEAT OFF" kort op het display
wordt weergegeven.
Displayweergave instellen
U hebt verschillende mogelijkheden om
de naam van de uitvoerende, de titel
en het album (ID3-tag) resp. van de
directory en het bestand te laten weergeven.
Naam van directory en ID3-tag
(uitvoerende en titel) laten
weergeven
Om de naam van de directory alsmede
de uitvoerende, het album en de titel te
laten weergeven:
➮ Druk zo vaak op de softkey 4 met
de displayaanduiding "T AG" dat
"TAG ON" op het display wordt
weergegeven.
Let op:
Wanneer u "TAG ON" hebt gekozen,
kunt u het nummer van de directory en
de titel kort laten weergeven:
➮ Druk hiervoor op de softkey 4
met de displayaanduiding "INFO".
Naam van directory en
bestandsnaam laten weergeven
Om de naam van de directory en de
bestandsnaam te laten weergeven:
➮ Druk zo vaak op de softkey 4 met
de displayaanduiding "T AG" dat
"TAG OFF" op het display wordt
weergegeven.
Lichtkrant instellen
U kunt kiezen of de weergave die u
onder "TAG ON/OFF" hebt ingesteld,
als lichtkrant ("SCROLL ON") of slechts
eenmaal ("SCROLL OFF") op het display moet worden weergegeven.
SCROLL-instelling uitvoeren
➮ Druk zo vaak op de softkey 4 met
de displayaanduiding "SCRL" dat
de gewenste instelling wordt weergegeven.
178
MP3-WEERGAVE
MMC-WEERGAVE
Let op:
Wanneer u "SCROLL OFF" hebt gekozen, kunt u de lichtkrant eenmalig laten
weergeven:
➮ Druk hiervoor op de softkey 4
met de displayaanduiding "INFO".
Wanneer u "SCROLL ON" hebt gekozen, kunt u het nummer van de directory en de titel kort laten weergeven.
➮ Druk hiervoor op de softkey 4
met de displayaanduiding "INFO".
MMC-weergave
U kunt met dit apparaat MP3-bestanden van een MMC (multimedia card)
afspelen, zoals deze in veel draagbare
MP3-spelers of mobiele telefoons (bv.
Siemens SL45) worden gebruikt. U kunt
de MMC's die u met dit apparaat gebruikt, met de Velocity MMC-driver 01
of een ander MMC-schrijf-/leesapparaat
en uw pc beschrijven met MP3-muziekstukken.
Let op:
Houd u bij het voorbereiden van de
MMC aan de normen voor de directory-structuur zoals beschreven in het
hoofdstuk "MP3-weergave". De bestandsopmaak van de MMC moet
"FAT16" zijn.
MMC plaatsen / verwijderen
Hoe u een MMC kunt plaatsen resp.
verwijderen leest u in het gedeelte "KeyCard plaatsen" resp. "KeyCard verwijderen" in het hoofdstuk "Diefstalbeveiliging".
MMC-weergave starten
Om de weergave van een geplaatste
MMC te starten:
➮ Druk zo vaak op toets SOURCE
; dat de MMC-weergave op het
display wordt weergegeven.
Let op:
Alle functies van de MP3-weergave
kunnen ook bij de MMC-weergave worden gebruikt. Lees hiervoor het hoofdstuk "MP3-weergave".
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
179
WEERGAVE VAN CD-WISSELAAR
Weergave van cd-wisselaar
(optie)
Welke cd-wisselaars / Compact Drive
MP3 met dit apparaat kunnen worden
gebruikt, vindt u in het hoofdstuk "Accessoires" in deze gebruiksaanwijzing
of hoort u bij uw Blaupunkt-vakhandel.
Let op:
Informatie over de behandeling en het
plaatsen van cd's en over de bediening
van de cd-wisselaar vindt u in de gebruiksaanwijzing van de cd-wisselaar.
Informatie over het gebruik van de Compact Drive MP3 en het bespelen van de
Microdrive™-schijf van de Compact
Drive MP3 met muziekstukken vindt u
in de gebruiksaanwijzing van de Compact Drive MP3.
Weergave van cd-wisselaar
starten
➮ Druk zo vaak op toets SOURCE
; dat het menu van de cd-wisselaar wordt weergegeven.
De weergave wordt voortgezet op de
plaats waar deze werd onderbroken.
Wanneer het magazijn uit de cd-wisselaar is gehaald en weer geplaatst is,
wordt eerst het magazijn gescand. De
weergave begint met de eerste titel van
de eerste cd die de cd-wisselaar herkent.
Cd kiezen
Om op- of neerwaarts naar een andere
cd te gaan:
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding van de gewenste
cd (CD1 - CD10). Ga hiervoor evt.
met toets NEXT 3 naar de twee-
de pagina van het hoofdmenu van
de cd-wisselaar.
Of
➮ Duw de joystick 7 zo vaak naar
boven resp. naar beneden dat het
nummer van de gewenste cd op
het display verschijnt.
Titels kiezen
Om op- of neerwaarts naar een andere
titel van de actuele cd te gaan:
➮ Duw de joystick 7 zo vaak naar
links resp. naar rechts dat het nummer van de gewenste titel op het
display verschijnt.
Wanneer de joystick 7 eenmaal naar
links wordt ingedrukt, wordt de actuele
titel opnieuw gestart.
Snelle zoekdoorloop (hoorbaar)
Voor een snelle zoekdoorloop achterwaarts resp. voorwaarts:
➮ Houd de joystick 7 naar links
resp. naar rechts ingedrukt totdat
de snelle zoekdoorloop achterwaarts resp. voorwaarts begint.
180
WEERGAVE VAN CD-WISSELAAR
Losse titel of hele cd's herhaald
afspelen (REPEAT)
➮ Druk op toets MENU8.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "CDC".
Het functiemenu van de cd-wisselaar
wordt weergegeven.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "RPT".
Op het display verschijnt kort "RPT
TRCK".
Om de gehele cd herhaald te laten afspelen:
➮ Druk opnieuw op de softkey 4
met de displayaanduiding "RPT".
Op het display verschijnt kort "RPT CD".
REPEAT beëindigen
Om het herhalen van de actuele titel
resp. de actuele cd te beëindigen:
➮ Druk zo vaak op de softkey 4 met
de displayaanduiding "RPT" dat
"RPT OFF" kort op het display
wordt weergegeven.
Titels in willekeurige volgorde
weergeven (MIX)
Om de titels van de actuele cd in willekeurige volgorde te laten weergeven:
➮ Druk op toets MENU8.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "CDC".
Het functiemenu van de cd-wisselaar
wordt weergegeven.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "MIX".
"MIX CD" verschijnt op het display .
Om alle titels van de actuele cd in wille-
keurige volgorde te laten weergeven:
➮ Druk opnieuw op de softkey 4
met de displayaanduiding "MIX".
Op het display verschijnt kort "MIX ALL".
Let op:
Bij de CDC A02, CDC A 08 en IDC A 09
worden alle cd's en alle titels in willekeurige volgorde gekozen. Bij alle andere cd-wisselaars worden eerst alle titels van één cd in willekeurige volgorde
weergegeven, dan wordt de volgende
cd in het magazijn afgespeeld.
MIX beëindigen
Om MIX te beëindigen:
➮ Druk zo vaak op de softkey 4 met
de displayaanduiding "MIX" dat
"MIX OFF" kort op het display
wordt weergegeven.
Cd's een naam geven
Om uw cd's beter te kunnen herkennen
kunt u met uw autoradio 99 cd's een
individuele naam geven (niet met de
Compact Drive MP3). De namen mogen maximaal acht tekens lang zijn.
Wanneer u meer dan 99 namen probeert te geven, verschijnt "FULL" op het
display.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
181
WEERGAVE VAN CD-WISSELAAR
CD-naam invoeren / wijzigen
➮ Beluister de cd die u een naam wilt
geven.
➮ Druk op toets MENU8.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "CDC".
Het functiemenu voor de cd-wisselaar
wordt weergegeven.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "NAME".
U bevindt zich in de Edit-modus. Wanneer de door u gekozen cd nog geen
naam heeft, verschijnen acht underscores op het display. De actuele invoerpositie knippert.
➮ Beweeg de joystick 7 naar boven
of naar beneden en kies zo de tekens. Wanneer een positie vrij
moet blijven, kiest u een underscore.
➮ Beweeg de joystick 7 naar links
of naar rechts en wijzig zo de invoerpositie.
➮ Om de naam op te slaan drukt u op
de softkey 4 met de displayaanduiding "NAME".
Cd-naam wissen
➮ Beluister de cd die u een naam wilt
geven.
➮ Druk op toets MENU8.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "CDC".
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "NAME".
U bevindt zich in de Edit-modus. De
naam van de cd verschijnt op het display , de actuele invoerpositie knippert.
➮ Beweeg de joystick 7 naar boven
of naar beneden en kies zo de un-
derscore.
➮ Beweeg de joystick 7 naar links
of naar rechts en wijzig zo de in-
voerpositie.
➮ Stel voor elke positie een under-
score in.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "NAME".
De cd-naam is gewist.
Alle cd-namen wissen
U kunt alle in het apparaat opgeslagen
cd-namen wissen.
➮ Om alle cd-namen te wissen drukt
u op toets MENU 8.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "CDC".
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "CLR".
Op het display wordt "CDC CLEAR"
weergegeven. Afhankelijk van hoeveel
cd-namen er zijn opgeslagen kan dit
maximaal 45 seconden duren.
Let op:
Deze functie is niet beschikbaar voor
de Compact Drive MP3. Wanneer u
deze functie gebruikt met de Compact
Drive MP3, is op het display 45 seconden "CDC CLEAR" te zien. Het apparaat kan in deze tijd niet worden bediend.
182
KLOKTIJD
CLOCK - Kloktijd
Kloktijd instellen
De kloktijd kan automatisch worden ingesteld via het RDS-signaal. Indien u
geen RDS-zender kunt ontvangen of de
door u beluisterde RDS-zender deze
functie niet ondersteunt, kunt u de kloktijd ook met de hand instellen.
Kloktijd automatisch laten instellen
Om de kloktijd automatisch te laten instellen:
➮ Druk op toets MENU8.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "V ARI".
➮ Druk zo vaak op de softkey 4 met
de displayaanduiding "CSYN" dat
"RDS SYN ON" op het display
wordt weergegeven.
"RDS SYN ON" dat de kloktijd automatisch via het RDS-signaal wordt ingesteld.
Kloktijd met de hand instellen
➮ Om de kloktijd in te stellen drukt u
op toets MENU 8.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "V ARI".
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "CSET".
Het menu "CLOCK SET" wordt weergegeven.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "HOUR".
De uren knipperen.
➮ Stel de uren in met de joystick 7.
Om de minuten in te stellen:
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "MIN".
De minuten knipperen.
➮ Stel de minuten in met de joystick
7.
➮ Druk op de joystick OK 7 of toets
MENU 8 om het menu te verla-
ten.
De instellingen worden opgeslagen.
Kloktijd permanent op het
display laten weergeven
U kunt de kloktijd permanent in het onderste gedeelte van het display laten
weergeven.
➮ Druk op toets MENU 8.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "DISP".
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "CLK".
"CLOCK ON" betekent dat de kloktijd
in het onderste gedeelte van het display wordt weergegeven.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
183
EQUALIZER
Equalizer
Dit apparaat is uitgerust met een inrichting voor digitale klankafregeling (DSA
- Digital Sound Adjustment). Hiervoor
staan u drie zelfafregelende vijfbandsequalizers en vijf preset-klankinstellingen
ter beschikking.
De equalizers EQ1 - EQ3 kunnen met
behulp van de meegeleverde, speciale
afregelmicrofoon automatisch worden
afgeregeld. De automatisch bepaalde
waarden kunnen ook handmatig worden gewijzigd.
Bovendien kunt u de equalizers ook met
de hand instellen.
De volgende banden staan ter beschikking:
● SUB LOW EQ32 - 50 Hz
● LOW EQ63 - 250 Hz
● MID EQ315 - 1 250 Hz
● MID/HIGH EQ1 600 - 6 300 Hz
● HIGH EQ8 000 - 12 500 Hz
Equalizer in- en uitschakelen
Om de equalizer in en uit te schakelen:
➮ Druk op toets DEQ+ 5.
Het equalizer-menu wordt weergegeven.
Om de equalizer in te schakelen:
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "USER" of "PRE"
en kies een equalizer.
Om de equalizer uit te schakelen:
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "OFF".
Equalizer automatisch afregelen
U kunt de equalizer voor drie verschillende situaties elektronisch afregelen en
deze instellingen bewaren, bv .:
EQ 1 voor bestuurder alleen
EQ 2 voor bestuurder en passagier
EQ 3 inzittenden voor en achter
Tijdens het afregelen houdt u de afregelmicrofoon op de desbetreffende positie.
De positie van de afregelmicrofoon voor
situatie 1 (voorbeeld alleen bestuurder)
is direct ter hoogte van het hoofd van
de bestuurder.
Voor situatie 2 bevindt de afregelmicrofoon zich tussen bestuurder en passagier.
Voor situatie 3 in het midden van het
auto-interieur (links/rechts, voor/achter).
Voor het afregelen moet een werkelijk
rustige omgeving beschikbaar zijn.
Vreemde geluiden vervormen de meting.
184
EQUALIZER
Let op:
Tijdens het afregelen mag de temperatuur in de auto niet hoger zijn dan 55° C,
omdat anders vervorming van de meetresultaten kan optreden.
De weg van het geluid vanaf de luidsprekers mag niet worden gehinderd.
Alle luidsprekers moeten aangesloten
zijn. De microfoon moet op het apparaat zijn aangesloten.
Om een equalizer af te regelen:
➮ Druk op toets DEQ+ 5.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "USER".
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding van de equalizer
die u wilt afregelen.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "AUTO".
U hoort een testgeluid en het afregelen
begint.
➮ Ga op deze manier te werk met
alle equalizers.
Equalizer kiezen
Na het afregelen resp. het handmatig
instellen:
➮ Druk op toets DEQ+ 5.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "USER".
➮ Kies een van de equalizers EQ1,
EQ2 of EQ3 met de desbetreffende
softkeys 4.
➮ Druk op de joystick OK 7 of toets
DEQ+ 5 om het menu te verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
Preset-klankinstelling kiezen
U kunt vooraf ingestelde klankinstellingen kiezen voor de volgende muziekgenres:
● VOCAL ("VOCL")
● DISCO ("DISC")
● ROCK
● TECHNO ("TECH")
● CLASSIC ("CLAS")
Instellingen voor deze muziekstijlen zijn
reeds vooraf geprogrammeerd.
➮ Druk op toets DEQ+ 5.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "PRE".
➮ Kies een van de presets met de
desbetreffende softkeys 4.
➮ Druk op de joystick OK 7 of toets
DEQ+ 5 om het menu te verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
185
DANSK
EQUALIZER
Equalizer met de hand instellen
Aanwijzingen voor de instelling
Wij raden u aan om voor de instelling
een bekende cd of cassette te gebruiken (afhankelijk van de uitrusting van
de autoradio).
Zet vóór het instellen van de equalizer
de instellingen voor klankkleur en volumeverhouding op nul en deactiveer XBASS. Lees hiervoor het hoofdstuk
"Klankkleur en volumeverhouding".
➮ Beluister een cd of cassette (afhan-
kelijk van de uitvoering van de autoradio).
➮ Beoordeel de klank naar uw eigen
ideeën.
➮ Lees nu in de "Hulptabel voor het
instellen van de equalizer" de informatie onder "Klankindruk".
➮ Stel de waarden voor de equalizer
in zoals beschreven onder "Maatregel".
Instellingen uitvoeren
➮ Druk op toets DEQ+ 5.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "USER".
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding van de equalizer
die u wilt instellen.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding van de equalizer-
band waarvan u de instelling wilt
wijzigen.
Om de frequentie te kiezen:
➮ Duw de joystick 7 naar links of
naar rechts.
➮ Stel het niveau voor de frequentie
in door de joystick 7 naar boven
of naar beneden te duwen.
➮ Druk op de joystick OK 7 toets
DEQ+ 5 om het menu te verlaten.
De instellingen worden opgeslagen.
186
Hulptabel voor het instellen van de equalizer
EQUALIZER
Klankindruk / probleem
Basweergave te zwak
Onzuivere bas
Weergave dreunt
Onaangename druk
Klank sterk op de voorgrond,
agressief, geen stereo-effect
Doffe weergave
Weinig transparantie
Geen glans op de instrumenten
Maatregel
Versterk de bas met
frequentie: 32 tot 160 Hz
Niveau: +4 tot +6 dB
Zwak de lage middentonen af met
frequentie: 400 Hz
Niveau: ca. -4 dB
Zwak de middentonen af met
frequentie: 1 000 tot 2 500 Hz
Niveau: -4 tot -6 dB
Versterk de hoge tonen met
frequentie: 6 300 tot 10 000 Hz
Niveau: +2 tot +4 dB
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
187
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
DANSK
TMC
VERSTERKERS
TMC voor dynamische
navigatiesystemen
TMC betekent "Traffic Message Channel". Via TMC wordt verkeersinformatie digitaal verzonden, zodat deze door
hiervoor geschikte navigatiesystemen
worden gebruikt voor de routeplanning.
Uw autoradio beschikt over een TMCuitgang, waarop Blaupunkt-navigatiesystemen kunnen worden aangesloten.
Uw Blaupunkt-vakhandel kan u informeren over welke navigatiesystemen er op
uw autoradio kunnen worden aangesloten.
Versterkers / sub-out
U kunt via de desbetreffende aansluitingen van de autoradio externe versterkers en een subwoofer aansluiten. Bovendien kunt u op het geïntegreerde
laagdoorlaatfilter van het apparaat een
subwoofer aansluiten. Hiervoor moeten
versterker en subwoofer worden aangesloten zoals beschreven in de inbouwhandleiding.
Wij adviseren het gebruik van afgestemde producten uit de Blaupunkt- of Velocity-productlijn.
188
EXTERNE AUDIOBRONNENTECHNISCHE GEGEVENS
Externe audiobronnen
U kunt in aanvulling op de cd-wisselaar
nog een andere externe audiobron met
Line-ingang aansluiten. Zulke bronnen
kunnen bv. een draagbare cd-speler,
MiniDisc-speler of MP3-speler zijn.
In het Setup-menu moet de AUX-ingang
worden ingeschakeld. Voor het aansluiten van een externe audiobron hebt u
een adapterkabel nodig. Deze kabel is
verkrijgbaar bij uw Blaupunkt-dealer.
AUX-ingang in- en uitschakelen
➮ Druk op toets MENU8.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "SETP".
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "AUX1" resp.
"AUX2" voor de ingang die u wilt
in- resp. uitschakelen.
Het AUX-menu wordt weergegeven.
Let op:
Wanneer een cd-wisselaar is aangesloten, kan de ingang "AUX1" niet worden
veranderd.
➮ Druk op de softkey 4 met de dis-
playaanduiding "ON" resp. "OFF"
om de ingang in resp. uit te schakelen.
Let op:
Wanneer de AUX-ingang is ingeschakeld, kan deze met toets SOURCE ;
worden gekozen.
Technische gegevens
Versterker
Uitgangsvermogen: 4 x 26 Watt sinus
volgens
DIN 45 324 bij
14,4 V
4 x 50 Watt max.
power
Service-Nummern / Service numbers / Numéros du service aprèsvente / Numeri del servizio di assistenza / Servicenummers /
Telefonnummer för service / Números de servicio / Número de
serviço / Servicenumre