Blaupunkt TORONTO 440 Operating and installation instructions [nl]

CAR RADIO
TORONTO 440
Gebruiksaanwijzing en inbouwhandleiding
Enjoy it.
Bedieningselementen
3 5 621 8
4 7
9
15
1
-toets Afneembaar bedieningspaneel ontgrendelen
2
Kort indrukken: menu oproepen/sluiten Lang indrukken: scan-functie starten
3
Aan-/uit-toets
Kort indrukken: autoradio inschakelen In bedrijf: autoradio geluid onderdrukken (Mute) Lang indrukken: autoradio uitschakelen
4
Volumeregelaar
5
CD-opening
6
Display
7
Draaiknop
In menu: menuniveau omschakelen, menu­punt kiezen, instelling veranderen Radioweergave: frequentie instellen, zender-/ PTY-zoekdoorloop starten CD-/MP3-/WMA-/iPod-weergave: titelselectie, snel vooruit/achteruit Browse-modus in MP3-/WMA-/iPod-weergave: ID3-categorie (alleen iPod), map en titel kiezen
8
-toets (Eject) CD uitwerpen
9
Microfoon
:
Front-USB-bus
;
Front-AUX-IN-bus
<
-toets
12131617 14
11 10
Oproep beëindigen/afwijzen
=
-toets Kort indrukken: oproep accepteren, snel­kiezen Lang indrukken: telefoonboek van de mobiele telefoon openen resp. spraakkeuze activeren
>
Toetsenblok 1 - 5
?
Infraroodontvanger
@
SRC-toets
Geheugenniveau resp. audiobron kiezen
A
DIS-toets
Kort indrukken: weergave omschakelen Lang indrukken: displayhelderheid omscha­kelen
B
SD-kaartsleuf
Toegang alleen bij weggenomen bedie­ningspaneel
18
2
Inhoud
Veiligheidsinstructies ...................................... 4
Reinigingsinstructies ....................................... 5
Afvoerinstructies .............................................. 5
Leveringsomvang ............................................. 5
In bedrijf nemen ............................................... 5
Bedieningspaneel plaatsen/verwijderen ..........5
Displaytaal .................................................................... 6
Belangrijke instructies voor de radio-
ontvangst ..................................................................... 6
In-/uitschakelen ......................................................... 6
Volume .......................................................................... 6
Displayhelderheid ..................................................... 7
Demo-modus in-/uitschakelen ............................ 7
Verkeersinformatie........................................... 7
Radioweergave ................................................. 7
RDS.................................................................................. 7
Naar radioweergave omschakelen resp.
geheugenniveau kiezen ......................................... 8
Zenders instellen ....................................................... 8
Zender opslaan resp. opgeslagen zender
oproepen ...................................................................... 8
Zenders kort weergeven .........................................9
Zenders automatisch programmeren
(Travelstore) ................................................................. 9
PTY .................................................................................. 9
Displayweergave instellen ...................................10
CD-/MP3-/WMA-/iPod-weergave ...................10
Basisinformatie .........................................................10
Naar CD-/MP3-/WMA-/iPod-weergave
omschakelen .............................................................11
CD plaatsen/uitnemen ..........................................11
USB-datadrager aansluiten/verwijderen ........12
Geheugenkaart plaatsen/verwijderen ............12
Titel kiezen .................................................................13
Map kiezen
(alleen bij MP3-/WMA-weergavef) ....................13
Snelle zoekdoorloop ..............................................13
Weergave onderbreken.........................................13
Alle titels kort weergeven
(niet in iPod-weergave) .........................................13
Titels in willekeurige volgorde weergeven ....14
Afzonderlijke titels of mappen herhaald
afspelen .......................................................................14
Displayweergave instellen ...................................14
Browse-modus..........................................................15
Zoeken naar titelnaam
(niet in iPod-weergave) .........................................16
Bluetooth® ....................................................... 16
Bluetooth®-menu ....................................................16
Apparaat koppelen en verbinden .....................17
Twin Connect ............................................................18
Telefoonfuncties ...................................................... 19
Bluetooth®-Streaming-weergave ......................22
Bluetooth®-streaming weergave via app-besturing (Android-mobiele telefoon) ...22
Telefoonboekfuncties ............................................ 23
Overige functies in het Bluetooth®-menu ......24
Externe audiobronnen ................................... 27
Front-AUX-IN-bus ....................................................27
Klankinstellingen ........................................... 27
Menu "AUDIO" oproepen en verlaten ..............27
Instellingen in menu "AUDIO" uitvoeren ........28
3-band-equalizer instellen ...................................29
Gebruikersinstellingen .................................. 30
Gebruikersmenu oproepen en menu
kiezen ...........................................................................30
Instellingen in menu "TUNER" uitvoeren ........31
Instellingen in menu "DISPLAY" uitvoeren .....32
Instellingen in menu "VOLUME" uitvoeren ....33
Instellingen in menu "CLOCK" (kloktijd)
uitvoeren ....................................................................34
Instellingen in menu "VARIOUS" (diversen)
uitvoeren ....................................................................34
Fabrieksinstellingen ....................................... 35
Nuttige informatie .......................................... 36
Garantie.......................................................................36
Service .........................................................................36
Technische gegevens ..................................... 36
Inbouwhandleiding ........................................ 37
3
Veiligheidsinstructies
Veiligheidsinstructies
De autoradio is conform de huidige stand van de techniek en erkende veiligheidstechnische voor­schriften geproduceerd. Toch kunnen er gevaren ontstaan wanneer u de veiligheidsinstructies in deze handleiding niet aanhoudt.
Deze handleiding bevat belangrijke informatie voor het eenvoudig en veilig inbouwen en bedie­nen van de autoradio.
• Lees deze handleiding zorgvuldig en volledig door, voordat u de autoradio gebruikt.
• Bewaar deze handleiding zodanig, dat deze te allen tijde voor alle gebruikers toegankelijk is.
• Geef de autoradio altijd samen met deze hand­leiding aan derden door.
Houd u tevens de handleidingen van de appa­raten aan die in combinatie met deze autoradio worden gebruikt.
Gebruikte symbolen
In deze handleiding worden de volgende symbo­len gebruikt:
GEVAAR!
Waarschuwt voor persoonlijk letsel
VOORZICHTIG!
Waarschuwt voor beschadiging van het CD-speler
GEVAAR!
Waarschuwt voor hoog volume
Het CE-teken bevestigt dat de EU-richt­lijnen zijn aangehouden.
쏅 Geeft een handeling aan
• Geeft een opsomming aan
Verkeersveiligheid
Houd de volgende instructies aan m.b.t. de ver­keersveiligheid:
Gebruik het apparaat zodanig, dat u uw voertuig altijd veilig kunt besturen. Stop bij twijfel op een geschikte plek en bedien uw ap­paraat terwijl het voertuig stil staat.
Bedieningspaneel alleen bij stilstaand voer-
tuig verwijderen of bevestigen.
Luister altijd met een redelijk volume, om uw gehoor te beschermen en om akoestische waarschuwingssignalen (bijv. politie) te kun­nen horen. Tijdens mute-pauzes (bijv. bij het wisselen van audiobron) is het veranderen van het volume niet hoorbaar. Verhoog niet het vo­lume tijdens deze geluidsonderdrukking.
Algemene veiligheidsinstructies
Houd de volgende instructies aan, om uzelf tegen letsel te beschermen:
U mag het apparaat niet openen of veran- deren. In dit apparaat bevindt zich een klasse­1-laser welke letsel aan uw ogen kan veroorza­ken.
Verhoog het volumen niet tijdens onder- drukkingspauzes, bijv. bij het wisselen van audiobron. Het wijzigen van het volume is niet hoorbaar tijdens de geluidsonderdrukking.
Correct gebruik
Deze autoradio is voor inbouw en gebruik in een voertuig met 12 V boordspanning ontworpen en moet in een DIN-opening worden ingebouwd. Let op de vermogensgrenzen in de technische gege­vens. Laat reparaties en eventueel de inbouw door een vakman uitvoeren.
Inbouwinstructies
U mag de autoradio alleen inbouwen, wanneer u ervaring heeft met de inbouw van autoradio's en bekend bent met het elektrische systeem van het voertuig. Houdt u daarom de Inbouwhandleiding aan het einde van deze handleiding aan.
4
Veiligheidsinstructies | Reinigingsinstructies | Afvoerinstructies | Leveringsomvang | In bedrijf nemen
Conformiteitsverklaring
Hiermee verklaart Blaupunkt Technology GmbH dat de autoradio Toronto 440 in overeenstemming is met de vereisten en andere relevante voorschrif­ten van de richtlijn 2004/108/EG en 1999/5/EG.
De conformiteitsverklaring kunt u op het internet vinden onder www.blaupunkt.com.
Reinigingsinstructies
Oplos-, reinigings- en schuurmiddelen alsmede cockpit-spray en kunststofonderhoudsmiddelen kunnen sto en bevatten welke het oppervlak van de autoradio aantasten.
• Gebruik voor de reiniging van de autoradio uit­sluitend een droge, of licht vochtige doek.
• Reinig indien nodig de contacten van het bedieningspaneel met een zachte, in schoon­maakalcohol gedrenkte doek.
Afvoerinstructies
Voer uw afgedankte apparaat niet af met het huisvuil!
Gebruik voor het afvoeren van het oude apparaat de beschikbare retour- en verzamelsystemen.
Leveringsomvang
In de leveringsomvang zijn inbegrepen: 1 autoradio 1 bedienings-/inbouwhandleiding 1 etui voor het bedieningspaneel 1 frame 1 antenne-aansluitadapter 2 demontagegereedschappen Uitgebreide leveringsomvang:
• alleen voor 1011502440001
1 afstandsschroef 1 rubberen kapje
• alleen voor 1011502441001
1 afstandsbediening (incl. batterij)
1 aansluitkabel aansluiting A 1 aansluitkabel aansluiting B
Speciale toebehoren (niet meegeleverd)
Gebruik alleen door Blaupunkt toegelaten specia­le toebehoren. Informeer bij uw Blaupunkt-dealer of op internet onder www.blaupunkt.com.
In bedrijf nemen
Let op Transportborgschroeven
Waarborg dat voor de inbedrijfname van de auto­radio de transportschroeven worden verwijderd (zie hoofdstuk "Inbouwhandleiding").
Bedieningspaneel plaatsen/ verwijderen
Uw autoradio is ter bescherming tegen diefstal uitgerust met een afneembaar bedieningspaneel (Release-Panel). Bij uitlevering bevindt het bedie­ningspaneel zich in de meegeleverde etui. Om de radio na inbouw in bedrijf te nemen, moet u eerst het bedieningspaneel plaatsen (zie paragraaf "Be­dieningspaneel plaatsen" in dit hoofdstuk).
Neem het bedieningspaneel steeds mee wanneer u het voertuig verlaat. Zonder dit bedieningspa­neel is de autoradio voor een dief waardeloos.
Voorzichtig Beschadiging van het bedieningspaneel
Laat het bedieningspaneel niet vallen. Transporteer het bedieningspaneel zo dat het te-
gen stoten is beschermd en de contacten niet vuil kunnen worden.
Stel het bedieningspaneel niet aan direct zonlicht of andere warmtebronnen bloot.
Voorkom directe aanraking van de contacten van het bedieningspaneel met de huid.
5
In bedrijf nemen
Bedieningspaneel plaatsen
쏅 Schuif het bedieningspaneel in de houder
aan de rechter rand van de behuizing.
쏅 Duw het bedieningspaneel voorzichtig in de
linker houder totdat het vergrendelt.
Bedieningspaneel afnemen
쏅 Druk op de toets
paneel vrij te geven. De linkerkant van het bedieningspaneel komt
los uit het apparaat en door de bevestiging wordt voorkomen dat het paneel er uit valt.
쏅 Beweeg het bedieningspaneel iets naar links,
tot deze uit de rechter bevestiging loskomt.
쏅 Maak het bedieningspaneel voorzichtig los
uit de linker bevestiging.
Opmerking:
De autoradio schakelt automatisch na 10 s uit, zodra het bedieningspaneel wordt ver­wijderd.
1, om het bedienings-
Displaytaal
U kunt instellen of de taal voor meldingen in het display Engels of Duits moet zijn. De instelling wordt in het gebruikersmenu uitgevoerd (zie hoofdstuk "Gebruikersinstellingen", paragraaf "Instellingen in menu "DISPLAY" uitvoeren", me­nupunt "LANGUAGE" (taal)).
Belangrijke instructies voor de radio­ontvangst
Deze autoradio is gemaakt voor gebruik in ver­schillende regio's met verschillende frequentiebe­reiken en zendertechnologieën. Ter beschikking staan de ontvangstregio's "EUROPE" (Europa), "ASIA" (Azië), "NORTH AMERICA" (Noord-Amerika), "SOUTH AMERICA" (Zuid-Amerika) en "THAILAND".
U moet eventueel eerst een geschikte ontvangst­regio voor de radio-ontvangst in het gebruikers­menu instellen (zie hoofdstuk "Gebruikersinstel­lingen", paragraaf "Instellingen in menu "TUNER" uitvoeren", menupunt "TUNER AREA" (ontvangst­regio)).
In-/uitschakelen
In-/uitschakelen met de aan-/uit-toets
쏅 Voor het inschakelen drukt u op de aan-/uit-
3
.
toets De autoradio schakelt in.
쏅 Om het apparaat uit te schakelen houdt u
aan-/uit-toets gedrukt.
De autoradio schakelt uit.
Opmerking:
Wanneer u de autoradio bij uitgeschakeld voertuigcontact aan zet, dan schakelt de ra­dio zich automatisch na 1 uur uit, zodat de accu van het voertuig niet leeg raakt.
In-/uitschakelen via het contact van het voertuig
Wanneer de autoradio conform de inbouw­handleiding, met het contactslot van de auto is verbonden en niet met aan-/uit-toets 3 is uit­geschakeld, wordt het met het contact in-, resp. uitgeschakeld.
3
langer dan 2 seconden in-
Volume
Volume instellen
Het volume kan in stappen van 0 (uit) tot 50 (maxi­maal) worden ingesteld.
4
쏅 Draai aan de volumeregelaar
lume te wijzigen.
Opmerking:
Wanneer een telefoon zoals in de inbouw­handleiding beschreven is, met de autoradio is verbonden, dan wordt het geluid van de autoradio bij een telefoongesprek onder­drukt. Op het display verschijnt tijdens de onderdrukking "TELEPHONE" (telefoon).
Autoradio geluid onderdrukken (mute)
쏅 Druk kort op de aan-/uit-toets
luid van de autoradio te onderdrukken, resp. om het vorige volume weer te activeren.
Op het display wordt tijdens de geluidsonder­drukking "MUTE" weergegeven.
, om het vo-
3
om het ge-
6
In bedrijf nemen | Verkeersinformatie | Radioweergave
Displayhelderheid
U kunt de diplayhelderheid handmatig omscha­kelen tussen dagmodus en nachtmodus of auto­matisch met het dimlicht van het voertuig laten omschakelen.
Opmerking:
Het handmatig resp. automatisch omscha­kelen van de displayhelderheid wordt in het gebruikersmenu geselecteerd (zie hoofdstuk "Gebruikersinstellingen", paragraaf "Instellin­gen in menu "DISPLAY" uitvoeren", menupunt "DIMMER").
A
쏅 Druk op de toets DIS
conden, om de displayhelderheid handmatig om te schakelen.
gedurende ca. 2 se-
Demo-modus in-/uitschakelen
De demomodus toont u de functies van de au­toradio als lichtkrant op het display. Door het indrukken van een willekeurige toets wordt de demomodus onderbroken en kunt u het apparaat bedienen.
U kunt de demo-modus in het gebruikersmenu in- en uitschakelen (zie hoofdstuk "Gebruikers­instellingen", paragraaf "Instellingen in menu " VARIOUS" (diversen) uitvoeren", menupunt "DEMO MODE").
Verkeersinformatie
In de ontvangstregio "EUROPE" (Europa) kan een FM-zender verkeersberichten markeren m.b.v. een RDS-signaal. Wanneer de voorrang voor verkeers­berichten is ingeschakeld, wordt een verkeersbe­richt automatisch doorgegeven, ook wanneer de autoradio op dat moment niet in radioweergave staat.
Bij ingeschakelde voorrang wordt in het display het  lesymbool ( weergegeven verkeersbericht wordt "TRAFFIC" (verkeer) in het display weergegeven.
De voorrang wordt in het gebruikersmenu in- en uitgeschakeld (zie hoofdstuk "Gebruikersinstel­lingen", paragraaf "Instellingen in menu "TUNER" uitvoeren", menupunt "TRAFFICINFO" (verkeersin­formatie)).
) weergegeven. Tijdens een
Opmerkingen:
• Het volume wordt voor de duur van het doorgeschakelde verkeersbericht ver­hoogd. U kunt het minimale volume voor verkeersberichten instellen (zie hoofdstuk "Gebruikersinstellingen", paragraaf "Instel­lingen in menu "VOLUME" (volume) uit­voeren", menupunt "TRAFFIC VOL" (volume verkeersinformatie)).
• Om een doorgegeven verkeersbericht af te breken, drukt u op de toets SRC
@
.
Radioweergave
RDS
In de ontvangstregio "EUROPE" (Europa) zenden veel FM-zenders naast hun programma tevens een RDS-signaal (Radio Data System) uit, dat de volgende extra functies mogelijk maakt:
• De zendernaam wordt in het display weerge­geven.
• Het apparaat herkent verkeersberichten en nieuwsuitzendingen en kan deze in andere weergavesoorten (bijv. tijdens CD-weergave) automatisch doorgeven.
• Alternatieve frequentie (F): wanneer de RDS­functie geactiveerd is, schakelt de autoradio automatisch naar de als beste te ontvangen frequentie van de ingestelde zender.
• Regional: sommige zenders verdelen hun programma op bepaalde tijden in regionale programma's met verschillende inhoud. Bij ingeschakelde REGIONAL-functie schakelt de autoradio alleen over naar alternatieve fre­quenties, wanneer die hetzelfde regionale pro­gramma uitzenden.
De functies RDS en REGIONAL worden in het gebruikersmenu in- en uitgeschakeld (zie hoofd­stuk "Gebruikersinstellingen", paragraaf "Instel­lingen in menu "TUNER" uitvoeren", menupunten "RDS AF" en "REGIONAL").
7
Radioweergave
Opmerking:
Wanneer u een andere ontvangstregio als "EUROPE" (Europa) instelt, dan wordt RDS automatisch uitgeschakeld. De zendernaam wordt nog steeds in het display weergegeven. Indien u in uw regio radiozenders met RDS­features wilt gebruiken, dan schakelt u RDS in het gebruikersmenu in.
Naar radioweergave omschakelen resp. geheugenniveau kiezen
De volgende geheugenniveaus zijn in de verschil­lende ontvangstregio's beschikbaar:
Regio Geheugenniveaus
EUROPE (Europa) FM1, FM2, FMT, AM, LW ASIA (Azië) NORTH AMERICA
(Noord-Amerika)
SOUTH AMERICA
(Zuid-Amerika)
THAILAND
쏅 Druk net zo vaak op de toets SRC
gewenste geheugenniveau wordt weergege­ven.
Opmerkingen:
• Op elk geheugenniveau kunnen maximaal 5 zenders worden geprogrammeerd.
• U kunt bepaalde geheugenniveaus, die u niet wilt gebruiken, deactiveren (zie hoofd­stuk "Gebruikersinstellingen", paragraaf "Instellingen in menu "TUNER" uitvoeren", menupunt "BAND SELECTION" (bandse­lectie)). Gedeactiveerde geheugenniveaus worden bij de bronkeuze met de toets SRC@ overgeslagen.
FM1, FM2, FMT, AM, AMT
@
tot het
Zenders instellen
U hebt verschillende mogelijkheden om een zen­der in te stellen:
8
Zoekafstemming starten
7
쏅 Draai aan de draaiknop
naar links resp. resp. om de zoekafstemming te starten.
In het display wordt kort "SEARCH AUTO" (zoekdoorloop automatisch) weergegeven. De eerstvolgende ontvangbare zender wordt ingesteld.
Opmerkingen:
• Voor de ontvangstregio "EUROPE" (Eu­ropa): in het golfgebied FM worden bij ingeschakelde voorrang voor verkeersin­formatie ( zenders ingesteld.
• De gevoeligheid van de zoekdoorloop kan worden ingesteld (zie hoofdstuk "Gebrui­kersinstellingen", paragraaf "Instellingen in menu "TUNER" uitvoeren", menupunt "SENSITIVITY" (gevoeligheid)).
Zenders handmatig instellen
쏅 Druk eenmaal op de draaiknop
handmatige zenderinstelling te activeren. In het display wordt kort "SEARCH MANUAL"
(zoekdoorloop handmatig) weergegeven.
쏅 Draai aan de draaiknop
stapsgewijs te veranderen.
Opmerking:
De handmatige zenderinstelling wordt au­tomatisch ca. 15 seconden na de laatste fre­quentieverandering verlagen en door draaien van de draaiknop stemming gestart.
) alleen verkeersinformatie-
7
een borgpunt
7
, om de
7
, om de frequentie
wordt dan de zoekaf-
Zender opslaan resp. opgeslagen zender oproepen
쏅 Kies het gewenste geheugenniveau. 쏅 Stel evt. de gewenste zender in. 쏅 Druk op de voorkeuzetoets 1 - 5
rende ca. 2 seconden, om de actuele zender onder de toets op te slaan.
- resp. -
쏅 Druk kort op de voorkeuzetoets 1 - 5
de opgeslagen zender op te roepen.
>
gedu-
>
, om
Radioweergave
Zenders kort weergeven
Met de scan-functie kunt u iedere ontvangbare zender of iedere opgeslagen zender van het mo­mentele golfgebied kort weergeven.
Opmerking:
U kunt de duur van het fragment per zen­der instellen (zie hoofdstuk "Gebruikersin­stellingen", paragraaf "Instellingen in menu " VARIOUS" (diversen) uitvoeren", menupunt "SCAN TIME" (duur van fragment)).
Alle ontvangbare zenders van het golfgebied kort weergeven
쏅 Druk op de toets
2seconden, om het kort weergeven te starten. Tijdens het kort weergeven worden op het
display afwisselend "SCAN" en de actuele fre­quentie alsmede het geheugenniveau resp. de zendernaam weergegeven.
쏅 Druk kort op de toets MENU
tueel kort weergegeven zender verder te beluisteren.
Alle opgeslagen zenders van het golfgebied kort weergeven
쏅 Druk op de draaiknop 7 gedurende ca. 2se-
conden, om het kort weergeven te starten. Tijdens het kort weergeven worden op het
display de actuele frequentie alsmede het geheugenniveau resp. de zendernaam weer­gegeven.
쏅 Druk kort op de draaiknop
kort weergegeven zender verder te beluiste­ren.
MENU 2 gedurende ca.
2
, om de ac-
7
, om de actueel
Zenders automatisch programmeren (Travelstore)
Met Travelstore kunt u de 5 sterkste FM-zenders van de regio automatisch zoeken en op het actuele geheugenniveau FMT opslaan. Eerder op­geslagen zenders van dit geheugenniveau wor­den hierbij gewist.
In de ontvangstregio's "ASIA" (Azië), "NORTH AMERICA" (Noord-Amerika), "SOUTH AMERICA" (Zuid-Amerika) en "THAILAND" kunt u daarnaast 5 AM-zenders op het geheugenniveau AMT op­slaan.
쏅 Kies een geheugenniveau van het gewenste
golfgebied, bijv. FM1 of AM.
쏅 Druk gedurende ca. 2 seconden op de toets
SRC
@
.
De tuner begint dan met de automatische zoekafstemming; op het display wordt "FM TSTORE" resp. "AM TSTORE" weergeven. Wan­neer het opslaan voltooid is, wordt de zender op geheugenpositie 1 van geheugenniveau FMT, resp. AMT weergegeven.
Opmerkingen:
• Voor de ontvangstregio "EUROPE" (Euro-
pa): bij ingeschakelde voorrang voor ver­keersinformatie ( ) worden uitsluitend verkeersinformatiezenders opgeslagen.
• Wanneer het geheugenniveau FMT resp.
AMT is geactiveerd (zie hoofdstuk "Gebrui­kersinstellingen", paragraaf "Instellingen in menu "TUNER" uitvoeren", menupunt "BAND SELECTION" (bandselectie)), wordt bij het activeren van de Travelstore-functie automatisch weer geactiveerd.
PTY
In de ontvangstregio's "EUROPE" (Europa) en "NORTH AMERICA" (Noord-Amerika) kan een FM­zender zijn actuele programmatype doorgeven, bijv. CULTUUR, POP, JAZZ, ROCK , SPORT of WETEN­SCHAP. Met de PTY-functie kunt u zo doelgericht naar uitzendingen van een bepaald programma­type zoeken, bijv. naar rock- of sportuitzendingen. Let erop, dat PTY niet door alle zenders wordt ondersteund.
Opmerking:
De PTY-functie staat alleen ter beschikking, wanneer deze is ingeschakeld (zie hoofdstuk "Gebruikersinstellingen", paragraaf "Instellin­gen in menu "TUNER" uitvoeren", menupunt "PTY").
9
Radioweergave | CD-/MP3-/WMA-/iPod-weergave
Programmatype kiezen
Voor het selecteren van een programmatype leest u in hoofdstuk "Gebruikersinstellingen" de para­graaf "Instellingen in menu "TUNER" uitvoeren", menupunt "PTY TYPES" (programmatypen).
Opmerking:
In de ontvangstregio "EUROPE" (Europa) kunt u de taal instellen, waarin de programmaty­pen worden weergegeven (zie hoofdstuk "Ge­bruikersinstellingen", paragraaf "Instellingen in menu "TUNER" uitvoeren", menupunt "PTY LANGUAGE" (PTY-taal)).
Zender zoeken
Voorwaarde PTY-functie is ingeschakeld.
7
쏅 Druk tweemaal op de draaiknop
In het display wordt kort "SEARCH PTY" (zoek­doorloop PTY) weergegeven.
쏅 Draai aan de draaiknop
naar links resp. resp. om de PTY-zoekdoorloop te starten.
Tijdens de zoekdoorloop wordt "SEARCH" en het actueel gekozen programmatype in het display weergegeven.
Zodra een zender met het gezochte program­matype wordt gevonden, blijft deze inge­steld.
Opmerkingen:
• Wanneer geen zender met het gekozen programmatype wordt gevonden, wordt kort "NO PTY" weergegeven en klinken 2 beeps. De laatst weergegeven zender wordt opnieuw ingesteld.
• Wanneer de ingestelde of een andere zen­der uit de zenderketen op een later tijdstip het gewenste programmatype uitzendt, dan schakelt de autoradio automatisch van de actuele zender, resp. actuele audio­bron, (bijv. CD) naar de zender met het ge­wenste programmatype. Houd er rekening mee dat deze functie niet door alle zenders wordt ondersteund.
.
7
een borgpunt
Displayweergave instellen
쏅 Druk op de toets DIS A om tussen deze
weergaves te wisselen:
Weergave Betekenis
ABCDEF Zendernaam
RADIO TEXT
P1 FM1 89.90
P1 FM1 08:40
Radiotekst, alleen indien beschikbaar
Geheugenpositie/geheu­genniveau/frequentie
Geheugenpositie/geheu­genniveau/kloktijd
CD-/MP3-/WMA-/iPod­weergave
Basisinformatie
CD-/MP3-/WMA-weergave
U kunt met deze autoradio audio-CD's (CDDA) en CD-R/RW's met audio-, MP3- of WMA-bestanden alsmede MP3- of WMA-bestanden op USB-data­dragers en SD(HC)-/MMC-kaarten afspelen.
Opmerkingen:
• Voor optimaal functioneren moet u alleen CD's gebruiken met het Compact-Disc­logo.
• Blaupunkt kan geen garantie geven voor het optimaal functioneren van tegen ko­piëren beveiligde CD's en op de markt leverbare lege CD's, USB-datadragers en geheugenkaarten.
Houdt bij het voorbereiden van een MP3-/WMA­datadrager de volgende instructies aan:
• Benaming van titels en mappen: – Max. 32 tekens zonder de extensie ".mp3"
resp. ".wma" (bij meer tekens vermindert het aantal door de autoradio herkenbare titels en mappen)
– Geen speciale tekens of umlauten
10
CD-/MP3-/WMA-/iPod-weergave
• CD-formaat: CD-R/RW, Ø:12cm
• CD-dataformaat: ISO 9669 Level 1 en 2, Joliet
• CD-brandsnelheid: max. 16-voudig (aanbevo­len)
• USB-formaat/-bestandssysteem: Mass Storage Device (Massageheugen)/FAT16/32
• Geheugenkaart-bestandssysteem: FAT16/32
• Extensie van audiobestanden:
– .MP3 voor MP3-bestanden – .WMA voor WMA-bestanden
• WMA-bestanden alleen zonder Digital Rights Management (DRM) en aangemaakt met Windows Media Player vanaf versie 8
• MP3-ID3-tags: versie 1 en 2
• Bitrate voor het aanmaken van audiobestan­den:
– MP3: 32 tot 320 kbps – WMA: 32 tot 192 kbps
• Maximale aantal bestanden en mappen: tot 30 000 bestanden/500 mappen afhankelijk van de datastructuur
iPod-weergave
U kunt talrijke iPod- en iPhone-modellen via de USB-bus op het front en de USB-aansluiting op de achterkant van de autoradio aansluiten en de au­dioweergave vanuit de autoradio sturen.
Opmerkingen:
• Een lijst met compatibele iPod- en iPhone­modellen vindt u achterin deze handlei­ding. Blaupunkt kan niet het optimaal functioneren van andere iPod- en iPhone­modellen garanderen.
• Bij gelijktijdige aansluiting van een iPhone en iPod worden de apparaten via de USB­aansluitingen opgeladen. Wanneer tege­lijkertijd twee iPhones zijn aangesloten, is het opladen niet mogelijk.
Gebruik een geschikte adapterkabel, om uw iPod of uw iPhone met de USB-aansluiting van de auto­radio te verbinden.
Naar CD-/MP3-/WMA-/iPod­weergave omschakelen
쏅 Druk net zo vaak op de toets SRC@ tot de
gewenste audiobron wordt weergegeven:
• "CD": geplaatste CD.
• "SD(HC)": geplaatste geheugenkaart
• "USB FRONT" resp. "USB REAR": op front resp. achterzijde aangesloten USB-data­drager.
• "IPOD FRONT / IPHONE FRONT" resp. "IPOD REAR / IPHONE REAR": op de voorzijde resp. achterzijde aangesloten iPod / iPhone.
• "AUX": Externe audiobron.
Opmerkingen:
• De betre ende audiobron kan alleen wor­den gekozen, wanneer een bijbehorende CD is geplaatst resp. een bijbehorende ap­paraat is aangesloten.
• Wanneer de autoradio de data van een aangesloten apparaat of datadrager voor de weergave eerst moet lezen, verschijnt zolang "READING" (inlezen) in het display. De duur van het inlezen hangt af van de hoeveelheid data en het model van het apparaat resp. de datadrager. Wanneer er sprake is van een storing in het apparaat of datadrager of wanneer de overgedragen data niet weergegeven kunnen worden, wordt een overeenkomstige melding op het display weergegeven (bijv. "CD ERROR" (CD-fout)).
CD plaatsen/uitnemen
CD plaatsen
Gevaar voor vernieling van de CD­speler!
Niet ronde contour-CD's (shape CD's) en CD's met een doorsnede van 8 cm (mini-CD's) mogen niet worden gebruikt.
Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor be­schadigingen aan de CD-speler door ongeschikte CD's.
11
CD-/MP3-/WMA-/iPod-weergave
Opmerking:
Het automatische transport van de CD mag niet worden gehinderd of geholpen.
쏅 Schuif de CD met de bedrukte zijde naar bo-
ven in de CD-opening 5, totdat een weer­stand waarneembaar wordt.
De CD wordt automatisch ingeschoven en de data worden getest. Daarna begint de weer­gave in CD- resp. MP3-weergave.
Opmerking:
Wanneer de geplaatste CD niet kan worden weergegeven, wordt kort "CD ERROR" (CD fout) weergegeven en wordt de CD na ca. 2seconden uit het apparaat geschoven.
CD verwijderen
Opmerking:
Het uitschuiven van de CD mag niet worden gehinderd of geholpen.
쏅 Druk op de toets
CD uit te schuiven.
Opmerkingen:
• Een naar buiten geschoven en niet weg­genomen CD wordt na ca. 10 seconden automatisch weer naar binnen getrans­porteerd.
• U kunt ook CD's naar buiten laten schuiven wanneer de autoradio is uitgeschakeld of er een andere audiobron actief is.
8, om een geplaatste
USB-datadrager aansluiten/ verwijderen
Opmerking:
U kunt USB-datadragers zowel op de USB-bus op het front als ook op de USB-ingang aan de achterzijde aansluiten.
USB-datadrager aansluiten
쏅 Schakel de autoradio uit, zodat de datadrager
op de juiste wijze wordt aangemeld.
쏅 Om een datadrager op de USB-bus in het
front aan te sluiten, trekt u eerst de bescherm­kap van de USB-bus uit de USB-bus loskomt en klapt u deze weg
naar rechts. 쏅 Sluit de USB-datadrager aan. 쏅 Schakel de autoradio in.
Wanneer de USB-datadrager voor de eerste
keer als audiobron wordt gekozen, worden
eerst de data gelezen.
Opmerkingen:
• Wanneer de aangesloten USB-datadrager niet weergegeven kan worden, wordt kort "USB ERROR" (USB-fout) weergegeven.
• De voor het inlezen benodigde tijd hangt af van het model en de grootte van de USB-datadrager.
USB-datadrager verwijderen
쏅 Schakel de autoradio uit, zodat de datadrager
op de juiste wijze wordt afgemeld. 쏅 Trek de USB-datadrager los. 쏅 Wanneer u de datadrager van de USB-bus in
het front heeft losgemaakt, sluit u daarna de
beschermkap van de USB-bus weer
:
naar voren, tot deze
:
.
Geheugenkaart plaatsen/ verwijderen
Geheugenkaart plaatsen
쏅 Verwijder het bedieningspaneel. 쏅 Schuif de geheugenkaart met de bedrukte
zijde naar boven en de contacten aan de
voorzijde in de schacht B, tot deze borgt. 쏅 Breng het bedieningspaneel aan.
Na het inschakelen kiest het apparaat auto-
matisch de geplaatste geheugenkaart als au-
diobron. De data van de geheugenkaart wor-
den ingelezen. Daarna begint de weergave in
MP3-weergave.
12
CD-/MP3-/WMA-/iPod-weergave
Opmerkingen:
• Wanneer de geplaatste geheugenkaart niet kan worden weergegeven, wordt kort "SD ERROR" (SD-fout) weergegeven.
• De voor het inlezen benodigde tijd hangt af van het model en de grootte van de ge­heugenkaart.
Geheugenkaart verwijderen
쏅 Verwijder het bedieningspaneel. 쏅 Druk op de geheugenkaart, tot deze ontgren-
deld. 쏅 Trek de geheugenkaart uit de schacht 쏅 Breng het bedieningspaneel aan.
B
Titel kiezen
쏅 Draai aan de draaiknop 7 een borgpunt
naar links resp. resp. om naar de vorige/vol-
gende titel te gaan.
Opmerkingen:
• Wanneer u de draaiknop punten naar links resp. rechts draait, gaat u overeenkomstig veel titels vooruit resp. achteruit.
• Wanneer de actuele titel langer dan 3 se­conden speelt en u de draaiknop borgpunt naar links verdraait, start deze titel opnieuw.
7
meerdere
7
Map kiezen (alleen bij MP3-/WMA-weergavef)
쏅 Druk tweemaal op de draaiknop 7.
"FOLDER SELECT" (map kiezen) wordt kort op het display weergegeven.
7
쏅 Draai aan de draaiknop
naar links resp. resp. om naar de vorige/ volgende map te gaan.
Opmerkingen:
• Wanneer u de draaiknop borgpunten naar links resp. rechts draait, gaat u overeenkomstig veel mappen voor­uit resp. achteruit.
een borgpunt
7
meerdere
• Wanneer u de draaiknop drukt, wordt kort "TRACK SELECT" (titelse­lectie) op het display weergegeven. Door draaien van de draaiknop 7 kiest u dan een andere titel.
Snelle zoekdoorloop
쏅 Druk eenmaal op de draaiknop 7.
"CUE/REVIEW" (vooruit/achteruit) wordt kort in het display getoond.
쏅 Draai de draaiknop
rechts, resp. links, om snel zoeken vooruit/
.
achteruit te starten.
쏅 Druk op de draaiknop
wenste positie is bereikt.
Opmerking:
Wanneer u de draaiknop indrukt, wordt kort "FOLDER SELECT" (mapselectie) op het display weergegeven. Door draaien van de draaiknop 7 kiest u dan een andere map.
7
een borgpunt naar
7
Weergave onderbreken
쏅 Druk op toets 3 >, om de weergave te on-
derbreken ("PAUSE") resp. weer te hervatten.
, een
Alle titels kort weergeven (niet in iPod-weergave)
Met de scanfunctie worden alle beschikbare titels weergegeven.
쏅 Druk gedurende ca. 2 seconden op de draai-
7
om het kort weergeven te starten,
knop resp. kort, om de actueel kort weergegeven titel verder te beluisteren.
Tijdens het kort weergeven worden „SCAN“ en de actuele bestandsnaam afwisselend op het display weergegeven.
Opmerking:
De duur van het fragment is instelbaar (zie hoofdstuk "Gebruikersinstellingen", paragraaf "Instellingen in menu "VARIOUS" (diversen) uitvoeren", menupunt "SCAN TIME" (duur van fragment)).
7
nogmaals in-
, wanneer de ge-
7
nog maal
13
CD-/MP3-/WMA-/iPod-weergave
Titels in willekeurige volgorde weergeven
쏅 Druk op de toets 5 >, om te schakelen
tussen de weergavemodi:
Bedrijf Weergave Betekenis CD/
MIX ALL Titels mixen
iPod
MIX FOLDER
MP3/ WMA
MIX ALL
Alg. MIX OFF
Wanneer de MIX-functie is ingeschakeld, wordt het symbool
(titels van de actuele map mixen) in
het display weergegeven.
Titels van de actuele mappen mixen
Titels van de datadragers mixen
Normale weergave
(alle titels mixen) resp.
Afzonderlijke titels of mappen herhaald afspelen
쏅 Druk op de toets 4 >, om tussen de
weergavemodi te schakelen:
Bedrijf Weergave Betekenis CD/
REPEAT TRACK Titel herhalen
iPod
REPEAT TRACK Titel herhalen
MP3/ WMA
REPEAT FOLDER Map herhalen
Alg. REPEAT OFF
Wanneer de REPEAT-functie is ingeschakeld, wordt het symbool resp. (map herhalen) in het display weergegeven.
Normale weergave
(titel herhalen)
Displayweergave instellen
쏅 Druk op de toets DIS A één of meerdere
malen om tussen deze weergaves te wisselen:
Bedrijf Weergave/symbool Betekenis
TRACK 01 00:15
TRACK 01 03:37
CD
TRACK 01 08:40
ABCDEF /
ABCDEF / ABCDEF / ABCDEF / ABCDEF /
MP3/ WMA/
ABCDEF /
iPod
PLAY TIME 00:15 TOTAL TIME 03:37 CLOCK 18:40
ALL INFO /
¹ Titelnaam, artiest en albumnaam moeten
als ID3-tag zijn opgeslagen om weergege­ven te worden.
² De bestands- en mapnaam wordt alleen bij
MP3-/WMA-weergave getoond.
³ De genre-informatie staat alleen in iPod-
weergave ter beschikking.
Opmerking:
Bij iedere keer wisselen van titel wordt in MP3-/WMA-weergave de bestandsnaam en in iPod-weergave de titelnaam kort weerge­geven, daarna gaat de displayweergave weer naar de ingestelde weergave.
Titelnummer en speeltijd
Titelnummer en -duur
Titelnummer en kloktijd
Bestands­naam ²
Mapnaam ² Titelnaam¹ Artiest¹ Album ¹ Genre ³ Speeltijd Titelduur Tijd Alle infor-
matie als lichtkrant
14
CD-/MP3-/WMA-/iPod-weergave
Browse-modus
In de browse-modus kunt u doelgericht een be­paalde titel op de MP3-/WMA-datadrager of iPod zoeken en selecteren, zonder de actieve weergave te onderbreken.
Browse-modus in MP3-/WMA-weergave
In MP3-/WMA-weergave kunt u een titel uit een map van de datadrager kiezen en afspelen.
쏅 Druk kort op toets 1
modus in MP3-/WMA-weergave op te roepen. Het symbool
tueel afgespeelde titel en het symbool worden weergegeven.
Opmerkingen:
• Om in de browse-modus terug in de bo­venliggende map te komen, drukt u draai­knop
7
gedurende ca. 2 seconden in, of draait u de draaiknop 7, totdat de optie "<<<" is geselecteerd, en drukt u kort op de draaiknop 7.
• De browse-modus blijft zonder bevesti­ging van een keuze 5 minuten ingescha­keld.
• U kunt de browse-modus te allen tijde door indrukken van de toets 1 laten.
쏅 Draai aan de draaiknop
titel resp. map te selec teren en druk om te bevestigen op de draaiknop 7.
– Bij selectie van een map wordt de eerste
titel resp. map die zich daar in bevindt, weergegeven.
– Bij selectie van een titel begint de weer-
gave en verlaat u de browse modus.
쏅 Herhaal de bedieningsprocedure, totdat de
gewenste titel is geselecteerd.
>, om de browse-
knippert in het display. De ac-
> ver-
7
, om een andere
Browse-modus in iPod-weergave
Bij iPod-bedrijf kunt u de titel via categorieën selecteren en afspelen.
쏅 Druk kort op de toets 1
modus in iPod-weergave op te roepen. Het symbool
eerste categorie "ARTISTS / wordt weergegeven.
Opmerkingen:
• Druk op de toets 1 2seconden, om direct de categorie "PLAY­LISTS / " (afspeellijsten) op te roepen.
• De browse-modus blijft zonder bevesti­ging van een keuze 5 minuten ingescha­keld.
• U kunt de browse-modus te allen tijde door indrukken van de toets 1 laten.
쏅 Selecteer door het draaien aan de draaiknop
7
de gewenste categorie en druk om te
bevestigen op de draaiknop 7. De eerste map van de gekozen categorie
wordt in het display weergegeven.
Opmerking:
Om terug te komen in de categorielijst, drukt u gedurende ca. 2 s op de draaiknop draait u aan de draaiknop 7, tot de optie "<<<" is geselecteerd en drukt u kort op de draaiknop 7.
쏅 Herhaal de bedieningsprocedure, totdat de
gewenste titel is geselecteerd. De weergave begint. U verlaat de browsemo-
dus.
>, om de browse-
knippert in het display. De
" (artiest)
> gedurende ca.
> ver-
7
, of
15
CD-/MP3-/WMA-/iPod-weergave | Bluetooth®
Zoeken naar titelnaam (niet in iPod-weergave)
Op MP3-/WMA-datadragers kunt u een titel aan de hand van de bestandsnaam vinden en de weer­gave starten.
쏅 Druk op de toets 1
conden, om de zoekfunctie te starten. U kunt nu een bestandsnaam met max. 16po-
sities invoeren:
Opmerkingen:
• U hoeft niet de volledige bestandsnaam in te voeren. U kunt ook alleen het eerste teken van de bestandsnaam in voeren en de gezochte titel evt. uit de gevonden ti­tels kiezen.
• U kunt de zoekfunctie te allen tijde be­eindigen, door de toets 1 drukken.
쏅 Draai aan de draaiknop
tre ende positie een teken te kiezen.
쏅 Druk kort op de draaiknop
volgende positie te gaan.
쏅 Druk op de draaiknop
conden, om het zoeken te starten. Alle titels, die overeenkomen met de inge-
voerde bestandsnaam, worden opgesomd.
쏅 Draai evt. aan de draaiknop
te kiezen.
쏅 Druk kort op de draaiknop
gave te starten.
> gedurende ca. 2se-
> kort in te
7
, om voor de be-
7
, om naar de
7
gedurende ca. 2se-
7
, om een titel
7
, om de weer-
Bluetooth®
U kunt de autoradio via Bluetooth® met andere Bluetooth®-geschikte apparaten zoals mobiele telefoons of MP3-spelers verbinden. Zo kunt u de autoradio met zijn geïntegreerde microfoon als handsfree-installatie voor verbonden mo­biele telefoons gebruiken en de audioweergave van andere Bluetooth®-apparaten regelen en via de luidsprekers van de autoradio weergeven (Bluetooth®-Streaming).
Wanneer op een met de autoradio verbonden mobiele telefoon een navigatie-app is geïnstal­leerd, dan kunnen de meldingen van de naviga­tie-app tegelijkertijd met een interne audiobron van de autoradio (bijv. radio of CD) weergeven. Bovendien kunt u het niveau van de beide au­diobronnen op elkaar afstemmen. Lees daarvoor in hoofdstuk "Overige functies in het Bluetooth®­menu" de paragrafen "Gecombineerde weergave in-/uitschakelen" en "Geluidsniveau aanpassen".
Opmerking:
U kunt voor het handsfree-telefoneren ook een externe microfoon aansluiten (zie hoofd­stuk "Inbouwhandleiding").
De Bluetooth®-technologie is een draadloze ver­binding met beperkte reikwijdte. Daarom moe­ten Bluetooth®-apparaten voor het realiseren en handhaven van een verbinding zich in de buurt van de autoradio (in het voertuig) bevinden. Om een Bluetooth®-verbinding op te zetten, moet u de autoradio en het Bluetooth®-apparaat eerst koppelen. Wanneer u de apparaten koppelt, wordt aansluitend een automatisch een Bluetooth®­verbinding gerealiseerd. Deze verbinding blijft bestaan zolang het Bluetooth®-apparaat binnen de reikwijdte blijft. Wanneer de verbinding wordt onderbroken, bijv. omdat u met de telefoon bui­ten de reikwijdte komt, wordt de verbinding auto­matisch weer hersteld, wanneer u zich weer bin­nen de reikwijdte bevindt. U kunt tegelijkertijd 2Bluetooth®-apparaten met de autoradio verbinden (Twin Connect). Er kunnen tegelijkertijd twee mobiele telefoons, maar slechts één streaming apparaat verbonden worden. Wan­neer u een nieuw apparaat met de autoradio ver­bindt, wordt in dat geval de eventuele verbinding met een actueel verbonden apparaat automatisch verbroken. De autoradio laat echter tot maximaal 5 verschillende Bluetooth®-apparaten gekoppeld en u kunt elk van deze apparaten steeds snel en gemakkelijk weer verbinden met de autoradio.
Bluetooth®-menu
In het Bluetooth®-menu vindt u alle functies voor het koppelen, verbinden en beheren van Bluetooth®-apparaten.
16
Bluetooth®
Bluetooth®-menu oproepen
2
쏅 Druk kort op toets MENU
om het gebrui-
kersmenu te openen.
쏅 Draai aan de draaiknop
7
, tot het menupunt
"BLUETOOTH" is gekozen.
쏅 Druk op de draaiknop
7
, om het Bluetooth®-
menu te openen.
7
쏅 Draai aan de draaiknop
, tot het gewenste
menupunt is gekozen. 쏅 Voer de instelling uit (zie volgende paragraaf). 쏅 Druk kort op de toets MENU
2
, om het
menu te verlaten.
Opmerkingen:
• Het Bluetooth®-menu wordt automatisch ca. 30 seconden nadat voor het laatst toetsen zijn ingedrukt verlaten en u keert terug naar de weergave van de actuele audiobron.
• Om vanuit het menu naar het bovenlig­gende menuniveau terug te gaan, draait u aan de draaiknop
7
, tot de optie "<<<" is gekozen, en vervolgens drukt u op de draaiknop 7.
• Wanneer een Bluetooth®-proces bezig is (bijv. het herstellen van de verbinding met het laatst verbonden apparaat), dan zijn de functies van het Bluetooth®-menu geblok­keerd. Wanneer u gedurende deze periode probeert het Bluetooth®-menu te openen, dan wordt in het display kort "LINK BUSY" (verbinding bezet) weergegeven. Indien u de Bluetooth®-procedure af wilt breken en het Bluetooth®-menu wilt openen, drukt u op toets
<.
Apparaat koppelen en verbinden
Opmerking:
U kunt met deze autoradio tot 5 Bluetooth®­apparaten koppelen. Voordat u een zesde apparaat kunt koppelen, moet u eerst één van de vijf al gekoppelde apparaten ontkop­pelen (zie hoofdstuk "Overige functies in het Bluetooth®-menu", paragraaf "Gekoppelde apparaten beheren").
Indien u probeert, een zesde Bluetooth®­apparaat te koppelen, wordt "PHONE LIST FULL – PLEASE DELETE ENTRIES FROM LIST" (telefoonlijst vol – a.u.b. positie uit lijst verwij­deren) weergeven.
Mobiele telefoon koppelen en verbinden
Opmerking:
Wanneer momenteel een verbinding met een mobiele telefoon bestaat, dan wordt deze verbinding automatisch verbroken, wanneer u een andere mobiele telefoon koppelt en verbindt.
쏅 Selecteer in het Bluetooth®-menu het menu-
punt "PAIRING" (aanmelden).
쏅 Druk op de draaiknop
7
, om het menu te
openen. Het menupunt "MOBILE PHONE" (mobiele te-
lefoon) is geselecteerd.
7
쏅 Druk op toets 
, om een mobiele telefoon
te koppelen. Op het display wordt afwisselend "ENTER
PIN" (PIN invoeren) en de actueel opgeslagen PIN (standaard "1234") weergegeven. Tevens knippert het Bluetooth®-symbool
. De auto­radio kan nu gedurende ca. 2 minuten door een Bluetooth®-mobiele telefoon worden herkend en er mee worden verbonden.
쏅 Zoek vanuit uw mobiele telefoon de autoradio
(Bluetooth®-naam: "BP 440 BT") en realiseer de verbinding. Voer daarbij eventueel de door de autoradio weergegeven PIN in.
Op het display wordt "PAIRED" (aangemeld) en vervolgens "CONNECTED" (verbonden) weergegeven zodra de autoradio en de mo­biele telefoon gekoppeld en verbonden wor­den.
Opmerking:
Wanneer geen verbinding gerealiseerd kan worden, wordt kort "CONNECT FAILED" (ver­binding mislukt) weergegeven.
17
Bluetooth®
Bluetooth®-streaming-apparaat koppelen en verbinden
Opmerking:
Wanneer momenteel een verbinding met een streaming-apparaat bestaat, dan wordt deze verbinding automatisch verbroken, wanneer u een ander streaming-apparaat koppelt en verbindt.
쏅 Selecteer in het Bluetooth®-menu het menu-
punt "PAIRING" (aanmelden).
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om het menu te
openen. Het menupunt "MOBILE PHONE" (mobiele te-
lefoon) is geselecteerd.
쏅 Draai aan de draaiknop
7
, om het menu-
punt "STREAMING" te kiezen.
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om een streaming-
apparaat te koppelen. Op het display wordt de actueel opgesla-
gen PIN (standaard "1234") weergegeven. Voer indien nodig de PIN van het streaming­apparaat in:
쏅 Draai aan de draaiknop
7
, om voor de be-
tre ende positie een cijfer te kiezen.
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om naar de vol-
gende positie te gaan.
Opmerking:
Niet alle streaming-apparaten vragen om invoer van hun PIN op de autoradio. Bij som­mige streaming-apparaten moet u in plaats hiervan de PIN van de autoradio invoeren. Voor dergelijke apparaten drukt u slechts zo vaak op de draaiknop
7
, tot u voorbij de laatste positie bent en zo de actuele PIN bevestigt, en voert u deze PIN dan op het streaming-apparaat in.
Op het display wordt afwisselend "ENTER PIN" (PIN invoeren) en de actueel opgeslagen PIN (standaard "1234") weergegeven. Tevens knippert het Bluetooth®-symbool
. De auto­radio kan nu gedurende ca. 2 minuten door het streaming-apparaat worden herkend en er mee worden verbonden.
쏅 Zoek vanuit uw streaming-apparaat de auto-
radio (Bluetooth®-naam: "BP 440 BT") en reali­seer de verbinding. Voer daarbij eventueel de door de autoradio weergegeven PIN in.
Op het display wordt "PAIRED" (aangemeld) en vervolgens "CONNECTED" (verbonden) weergegeven zodra de autoradio en het streaming-apparaat gekoppeld en verbon­den worden.
Opmerkingen:
• Wanneer geen verbinding gerealiseerd kan worden, wordt kort "CONNECT FAILED" (verbinding mislukt) weergegeven.
• Wanneer een Bluetooth®-apparaat met de autoradio is verbonden, dan wordt het Bluetooth®-symbool
in het display weer-
geven.
• Na het inschakelen probeert de autora­dio automatisch, het laatst verbonden apparaat weer te verbinden. Indien de verbindingspoging mislukt, wordt kort "NO DEVICE" (geen apparaat) op het dis­play weergegeven. Probeer eventueel de verbinding vanuit het Bluetooth®-apparaat weer te herstellen.
Twin Connect
Wanneer u twee Bluetooth®-apparaten tegelijker­tijd met de Autoradio wilt verbinden, dan moet u in het Bluetooth®-menu Twin Connect inscha­kelen (zie het hoofdstuk „Overige functies in het Bluetooth®-menu“, paragraaf „Twin Connect in-/ uitschakelen“).
Wanneer twee mobiele telefoons met de autora­dio zijn verbonden, dan moet één van de verbon­den telefoons als Master-telefoon geselecteerd worden (zie hoofdstuk „Overige functies in het Bluetooth®-menu“, paragraaf „Gekoppelde appa­raten beheren“). Bij het inschakelen van Twin Connect wordt de actueel verbonden telefoon automatisch als Master-telefoon vastgelegd. Wanneer geen tele­foon met de autoradio is verbonden, dan wordt de laatst verbonden telefoon als master telefoon
18
Bluetooth®
vastgelegd. In de telefoonlijst wordt naast de Bluetooth®-naam van de Master-telefoon een ster-symbool (*) weergegeven.
Opmerkingen:
• Voor uitgaande oproepen wordt uitslui­tend de master-telefoon gebruikt.
• U heeft alleen toegang tot het telefoon­boek van de master-telefoon.
• U kunt altijd de andere verbonden tele­foon als master-telefoon selecteren.
Telefoonfuncties
Inkomend oproep aannemen/afwijzen
Bij een inkomend gesprek worden op het display afwisselend "INCOMING CALL" (inkomende op­roep) en het nummer van de beller weergegeven. De actuele audiobron wordt onderdrukt en een beltoon wordt via de autoradioluidspreker weer­gegeven.
Opmerking:
Wanneer het nummer van de beller niet wordt overgedragen, wordt i.p.v. het num­mer "PRIVATE NUMBER" (onbekend) weerge­geven. Wanneer het nummer van de beller is opgeslagen met een naam, dan worden naam en nummer weergegeven (zie paragraaf "Te­lefoonnummer in autoradio opslaan" in dit hoofdstuk).
쏅 Druk op toets
nemen. Op het display worden "CALL" (oproep) en de
lopende gesprekstijd weergegeven.
쏅 Druk op toets
wijzen resp. om het lopende gesprek af te sluiten.
Op het display wordt "CALL END" (oproep be­eindigt) weergegeven.
Opmerkingen:
• Tijdens het gesprek kunt u met de volume­regelaar 4 het volume veranderen resp. door kort indrukken van de aan-/uit-toets
3
de microfoon en de luidspreker onder-
drukken.
=, om het oproep aan te
<, om het oproep af te
• U kunt het minimale volume voor de ge­spreksweergave in het gebruikersmenu voorinstellen (zie hoofdstuk "Gebruikers­instellingen", paragraaf "Instellingen in menu "VOLUME" uitvoeren", menupunt "HANDSFREE VOL" (handsfree bellen).
• U kunt met de toets = de gespreks­weergave tussen de luidsprekers van de autoradio en die van de mobiele telefoon schakelen.
• Wanneer tijdens een bestaand gesprek nog een oproep binnenkomt, dan kan de tweede oproep niet via de autoradio wor­den aangenomen.
• Wanneer de autoradio bij ingeschakeld contact uitgeschakeld is, dan gaat deze bij een binnenkomende oproep automatisch aan. Zo kunt u het gesprek via de hands­free-installatie voeren. Na het beëindigen van het gesprek schakelt de autoradio au­tomatisch weer uit.
Oproep doen
쏅 Kies in het Bluetooth®-menu het menupunt
"DIAL NEW NUMBER" (nieuw nummer kiezen).
>
쏅 Druk op de draaiknop
te openen. U kunt nu een telefoonnummer tot maximaal
20 posities invoeren:
쏅 Draai aan de draaiknop
tre ende positie een cijfer te kiezen.
쏅 Druk op de draaiknop
gende positie te gaan.
Opmerking:
Om vanuit het instelmenu terug naar de vo­rige positie te gaan, draait u aan de draaiknop
7
, tot de optie "<" is gekozen, en vervolgens
drukt u op de draaiknop 7.
쏅 Druk op de toets
nummer te bellen. Op het display worden afwisselend "CALLING"
(kiezen) en het gekozen nummer weergege­ven.
, om het instelmenu
7
, om voor de be-
7
, om naar de vol-
=, om het ingegeven
19
Bluetooth®
Zodra uw gesprekspartner het gesprek accep­teert, wordt in het display "CALL" (oproep) en de lopende gesprekstijd weergegeven.
Bij beëindiging van het gesprek wordt kort "CALL END" (oproep beëindigt) weergegeven.
Positie van het telefoonboek oproepen
Opmerking:
Deze functie staat alleen ter beschikking, wanneer het telefoonboek van de verbon­den mobiele telefoon naar de autoradio is overgedragen (zie hoofdstuk "Telefoonboek­functies").
쏅 Selecteer in het Bluetooth®-menu het menu-
punt "PHONEBOOK" (telefoonboek).
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om het telefoon-
boek te openen. In het display wordt de eerste telefoonboek-
positie weergegeven.
Opmerking:
Wanneer het telefoonboek niet is opgeno­men, dan wordt in het display kort PHONE­BOOK NOT AVAILABLE" (telefoonboek niet beschikbaar) weergegeven).
- of -
쏅 Selecteer in het Bluetooth®-menu het menu-
punt "PB SEARCH" (zoeken in telefoonboek).
7
쏅 Druk op de draaiknop
om het invoermenu
te openen.
7
쏅 Draai aan de draaiknop
om de beginletter
van de gezochte invoer te selecteren.
쏅 Druk op de draaiknop
7
om de selectie te
bevestigen. In het display wordt het eerste telefoonboek-
record getoond dat met de gewenste letter begint.
Opmerking:
Is er geen record met de gewenste beginletter in het telefoonboek, dan wordt in het display kort "NOT FOUND" (niet gevonden) weerge­ven.
7
쏅 Draai aan de draaiknop
, om een andere
positie te kiezen.
20
7
쏅 Druk op de draaiknop
of de toets =,
om het nummer te bellen. Op het display worden afwisselend "CALLING"
(kiezen) en het gekozen nummer weergege­ven.
Opmerking:
U kunt een positie van het telefoonboek ook via snelkiezen oproepen (zie paragraaf "Snelkiezen voor telefoonboekposities" in dit hoofdstuk).
Oproep met de spraakkeuze (Voice Dial) doen
Opmerking:
Deze functie staat alleen ter beschikking, wanneer de verbonden mobiele telefoon spraakkeuze ondersteunt.
쏅 Kies in het Bluetooth®-menu het menupunt
"VOICE DIAL" (spraakkeuze).
7
쏅 Druk op de draaiknop
of de toets =,
om de spraakherkenning te activeren. De autoradio wordt stil geschakeld en in het
display wordt "SPEAK NOW" (nu spreken) weergegeven.
쏅 Noem de naam voor de gewenste deelnemer.
Opmerkingen:
• Wanneer bij de activering van de spraak­herkenning geen Bluetooth-verbinding bestaat, wordt in het display kort "VOICE DIAL FAILED – NO BT CONNECTION" (spraakkeuzefout – geen BT-verbinding) weergeven.
• Indien de genoemde naam niet wordt her­kend of de tijd voor de spraakherkenning is al verlopen, wordt kort "DIAL FAILED" (kiezen mislukt) weergegeven.
• U kunt de spraakherkenning afbreken, door op de toets
< te drukken.
• Let erop, dat de duur van de spraakherken­ning is begrensd en afhangt van de betref­fende mobiele telefoon.
• U kunt de spraakherkenning ook via het snelkiezen activeren (zie paragraaf "Snel­kiezen voor spraakkeuze" in dit hoofdstuk).
Bluetooth®
Telefoonnummer in autoradio opslaan
U kunt telefoonnummers in de autoradio opslaan en met de snelkeuze (zie volgende paragraaf) op­roepen. Een telefoonnummer wordt voor de actueel ver­bonden telefoon opgeslagen en staat voor deze telefoon ter beschikking. De autoradio kan voor maximaal vijf gekoppelde apparaten telkens maximaal vijf nummers opslaan.
쏅 Voer het telefoonnummer in zoals aangege-
ven in hoofdstuk "Oproep doen".
쏅 Druk gedurende ca. 2 seconden op de ge-
>
wenste voorkeuzetoets 1 - 5
om alleen
het nummer op te slaan.
- of -
7
쏅 Druk op de draaiknop
gedurende ca. 2se­conden, om een naam voor de positie in te voeren.
U kunt nu een naam met max. 15 posities in­voeren:
쏅 Draai aan de draaiknop
7
, om voor de be-
tre ende positie een teken te kiezen.
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om naar de vol-
gende positie te gaan.
Opmerking:
Om vanuit het instelmenu terug naar de vo­rige positie te gaan, draait u aan de draaiknop
7
, tot de optie "<" is gekozen, en vervolgens
drukt u op de draaiknop 7.
쏅 Druk gedurende ca. 2 seconden op de ge-
>
wenste voorkeuzetoets 1 - 5
om nummer
en naam op te slaan. Op het display wordt kort "NUMBER SAVED"
(nummer opgeslagen) weergegeven. Daarna keert u in het Bluetooth®-menu, menupunt "DIAL NEW NUMBER" (nieuw nummer kiezen) terug.
Opmerkingen:
• Een eerder onder de voorkeuzetoets opge­slagen nummer wordt overschreven.
• Wanneer een telefoon wordt ontkoppeld, dan worden de voor deze telefoon opge­slagen nummers automatisch gewist.
Snelkiezen van een willekeurig telefoonnummer resp. het laatst gekozen of een opgeslagen nummer
Met het snelkiezen kunt u een oproep doen, zon­der de betre ende functie eerst in het Bluetooth®­menu te hoeven kiezen.
Om het laatst gekozen nummer weer te bellen,
쏅 drukt u op de toets =.
Op het display wordt het laatst gekozen num­mer weergegeven.
Opmerking:
Wanneer momenteel geen mobiele telefoon is verbonden, dan wordt het Bluetooth®­menu geopend. Het menupunt "PAIRING" (aanmelden) is geselecteerd.
쏅 Druk op de toets
=, om het nummer te
bellen. Op het display worden afwisselend "CALLING"
(kiezen) en het gekozen nummer weergege­ven.
Om een opgeslagen nummer te bellen,
쏅 drukt u op de toets 쏅 Druk op een voorkeuzetoets 1 - 5
=.
>
, om het
daar opgeslagen nummer op te roepen.
Opmerking:
Wanneer onder de geselecteerde voorkeuze­toets geen nummer is opgeslagen, wordt kort "NO NUMBER" (geen nummer) weergegeven.
쏅 Druk op de toets
=, om het nummer te
bellen. Op het display worden afwisselend "CALLING"
(kiezen) en het gekozen nummer weergege­ven.
Om een willekeurig nummer te bellen,
쏅 drukt u op de toets 쏅 Druk op de draaiknop
=.
7
, om het invoer­menu te openen en een nummer in te voeren (voer het telefoonnummer in zoals beschre­ven in paragraaf "Oproep doen").
쏅 Druk op de toets
=, om het nummer te
bellen. Op het display worden afwisselend "CALLING"
(kiezen) en het gekozen nummer weergege­ven.
21
Bluetooth®
Snelkiezen voor telefoonboekposities
Opmerking:
Deze functie staat alleen ter beschikking
• wanneer het telefoonboek van de verbon­den mobiele telefoon naar de autoradio is overgedragen (zie hoofdstuk "Telefoon­boekfuncties").
• wanneer het snelkiezen voor telefoonboek­posities is ingesteld (zie hoofdstuk "Overige functies in het Bluetooth®-menu", paragraaf "Toetsfunctie voor snelkiezen instellen").
Om met het snelkiezen een positie van het tele­foonboek te kiezen en op te roepen,
쏅 drukt u gedurende ca. 2 seconden op de toets
=.
Op het display wordt de eerste positie van het telefoonboek weergegeven, resp. de zoekfunctie voor telefoonboekposities weer­gegeven.
쏅 Kies eventueel een andere positie zoals be-
schreven staat in paragraaf "Positie van het telefoonboek oproepen".
쏅 Druk op de toets
bellen. Op het display worden afwisselend "CALLING"
(kiezen) en het gekozen nummer weergege­ven.
Snelkiezen voor spraakkeuze (Voice Dial)
Opmerking:
Deze functie staat alleen ter beschikking
• wanneer de verbonden mobiele telefoon spraakkeuze ondersteunt.
• wanneer het snelkiezen voor spraakkeuze is ingesteld (zie hoofdstuk "Overige func­ties in het Bluetooth®-menu", paragraaf "Toetsfunctie voor snelkiezen instellen").
Om met het snelkiezen de spraakherkenning te activeren,
쏅 drukt u gedurende ca. 2 seconden op de toets
=.
De autoradio wordt stil geschakeld en in het display wordt "SPEAK NOW" (nu spreken) weergegeven.
쏅 Noem de naam voor de gewenste deelnemer.
=, om het nummer te
22
Bluetooth®-Streaming-weergave
U kunt via de luidsprekers van de autoradio mu­ziek van een Bluetooth®-audio-apparaat weerge­ven, wanneer het audio-apparaat het Bluetooth®­pro el A2DP (Advanced Audio Distribution Pro le) ondersteunt.
Bluetooth®-Streaming-weergave starten
쏅 Druk net zo vaak op toets SRC
STREAM" op het display wordt weergegeven. De weergave begint.
Opmerkingen:
• De Bluetooth®-Streaming-weergave kan nu worden gekozen, wanneer een geschikt Streaming-apparaat is verbonden.
• Wanneer de verbinding met het Strea­ming-apparaat tijdens de weergave ver­loren gaat, wordt kort "CONNECTION LOST" (niet verbonden) weergegeven en de autoradio schakelt over naar de vorige audiobron.
• Wanneer tijdens de muziekweergave een oproep binnenkomt, dan wordt de weergave onderbroken en na het gesprek voortgezet.
Titel kiezen
쏅 Draai aan de draaiknop
naar links resp. resp. om naar de vorige/vol­gende titel te gaan.
Weergave onderbreken
쏅 Druk op toets 3 >, om de weergave te on-
derbreken ("PAUSE") resp. weer te hervatten.
@
totdat "BT
7
een borgpunt
Bluetooth®-streaming weergave via app-besturing (Android-mobiele telefoon)
Met de "BLAUPUNKT Player Series 440" app kun­nen op een Android-mobiele telefoon opgeslagen muziekbestanden via de browse-modus van de autoradio worden geselecteerd en weergegeven. Daarvoor moet de app op de Android-mobiele telefoon zijn geïnstalleerd. De "BLAUPUNKT Player Series 440" app kunt u downloaden via de Google Play Store.
Bluetooth®
Wanneer u voor de muziekweergave een Android­mobiele telefoon met app-besturing gebruikt, dan moet u de app modus in het Bluetooth®­menu activeren (zie hoofdstuk "Overige functies in het Bluetooth®-menu", paragraaf "Modus voor Bluetooth®-streaming bedrijf instellen").
Bluetooth®-streaming via app-besturing starten
쏅 Druk net zo vaak op de toets SRC
"ANDROID" op het display wordt weergege­ven.
De weergave begint. Tijdens de weergave wordt op het display
ID3-tag-informatie weergegeven, zoals titel, artiest, albumnaam etc. Tevens verschijnt het Android-logo.
De "BLAUPUNKT Player Series 440" app maakt niet alleen bediening mogelijk via de toetsen van de autoradio, de muziektitels worden tevens middels de ID3-tag-informatie in bepaalde muziekcatego­rieën ingedeeld. Zo kunt u muziektitels snel en handig via de browse modus van de autoradio selecteren en weergeven (zie hoofdstuk "CD-/ MP3-/WMA-/iPod-weergave", paragraaf "Browse­modus").
Opmerkingen:
• De Bluetooth®-streaming-weergave via de "BLAUPUNKT Player Series 440" app is alleen beschikbaar voor Android-mo­biele telefoons met besturingssysteem Android 2.3 en hoger. Daarnaast moet de mobiele telefoon compatibel zijn met de Bluetooth®-pro elen SPP (Serial Port Pro­ le) en A2DP (Advanced Audio Distribu­tion Pro le).
• Een lijst van de Android-mobiele telefoon met gecontroleerde compatibiliteit vindt u op www.blaupunkt.com. Blaupunkt kan niet de probleemloze werking van andere Android-mobiele telefoon garanderen.
• Wanneer de verbinding met de mobiele te­lefoon tijdens de weergave verloren gaat, dan wordt kort "CONNECTION LOST" (niet verbonden) weergeven en schakelt de au­toradio over naar de vorige audiobron.
@
totdat
Telefoonboekfuncties
Het telefoonboek van de mobiele telefoon naar de autoradio overdragen
U kunt het telefoonboek van de verbonden mo­biele telefoon op de autoradio overdragen, om vanuit de radio posities van het telefoonboek op te roepen.
Opmerkingen:
• De autoradio neemt alleen posities over uit het geheugen van de telefoon en niet van de in de telefoon aanwezige SIM-kaart.
• Het telefoonboek wordt door de over­dracht niet uit de telefoon gewist.
• U heeft alleen toegang tot het telefoon­boek van de master-telefoon, wanneer tegelijkertijd twee mobiele telefoons zijn verbonden met de autoradio.
De autoradio kan de telefoonboeken van de ge­koppelde telefoons opslaan met in totaal maxi­maal 1000 posities. Indien op de telefoon voor een contact meerdere nummers zijn opgeslagen (bijv. vaste nummer, mobiele telefoonnummer, kantoornummer, e.d.), dan wordt iedere nummer door de autoradio als afzonderlijke positie opge­slagen.
Iedere positie bestaat uit een naam en een num­mer van telkens maximaal 20 tekens resp. cijfers.
Opmerking:
Schakel de autoradio niet uit tijdens de over­dracht van het telefoonboek. Indien dit toch gebeurt of de voeding van de autoradio valt om andere redenen uit, dan moet u de over­dracht opnieuw starten.
쏅 Kies in het Bluetooth®-menu het menupunt
"DOWNLOAD P–BOOK" (telefoonboek laden).
7
쏅 Druk op de draaiknop
In het display wordt "PLEASE CONFIRM" (a.u.b. bevestigen) weergegeven.
쏅 Druk opnieuw op de draaiknop
In het display wordt "PHONEBOOK DOWN­LOADING – PLEASE WAIT" (telefoonboek wordt geladen – a.u.b. wachten) getoond.
.
7
.
23
Bluetooth®
Wanneer de download is afgesloten, dan wordt kort "DOWNLD COMPLETE" (laden compleet) weergegeven.
Opmerkingen:
• Om de overdracht af te breken, drukt u op de toets
• Indien de overdracht van het telefoonboek mislukt, wordt kort "DOWNLOAD FAILED" (laadfout) weergegeven.
• Wanneer de overdracht van het tele­foonboek de geheugencapaciteit van de autoradio overschrijdt, wordt kort "PHONEBOOK FULL" (telefoonboek vol) weergegeven. De tot dan toe overgedra­gen telefoonboekposities blijven opge­slagen.
• Wanneer u sinds de laatste overdracht op uw mobiele telefoon bijv. posities heeft aangevuld of veranderd, dan kunt u het telefoonboek op de autoradio actualiseren door deze opnieuw over te dragen. Indien de geheugencapaciteit van de autoradio daarbij wordt overschreden, wist u eerst het al overgedragen telefoonboek (zie vol­gende paragraaf) of ontkoppelt u evt. een andere mobiele telefoon, om daarom ook het telefoonboek daarvan van de autora­dio te wissen (zie paragraaf "Overige func­ties in het Bluetooth®-menu", hoofdstuk "Gekoppelde apparaten beheren").
• Wanneer u tijdens een actieve overdracht een CD plaatst, start de weergave pas na afsluiten van de overdracht.
Telefoonboek van de mobiele telefoon uit de autoradio verwijderen
U kunt het telefoonboek van de verbonden mo­biele telefoon verwijderen.
Opmerking:
De telefoon blijft verbonden.
쏅 Kies in het Bluetooth®-menu het menupunt
"DELETE P–BOOK" (telefoonboek verwijderen).
쏅 Druk op de draaiknop
<.
7
.
In het display wordt "PLEASE CONFIRM" (a.u.b. bevestigen) weergegeven.
쏅 Druk opnieuw op de draaiknop
Op het display wordt kort "EMPTY LIST" (lijst leeg) weergegeven.
7
.
Overige functies in het Bluetooth®­menu
Twin Connect in-/uitschakelen
Twin Connect (twee Bluetooth®-apparaten kun­nen tegelijkertijd met de autoradio verbonden worden) in-/uitschakelen.
쏅 Kies in het Bluetooth®-menu het menupunt
"TWIN CONNECT".
7
쏅 Druk op de draaiknop
veranderen.
쏅 Draai aan de draaiknop
stellingen ON (aan) en OFF (uit) om te scha­kelen.
쏅 Druk op de draaiknop
bevestigen.
Bluetooth®-PIN veranderen
De autoradio heeft af fabriek Bluetooth®-PIN "1234", die u bijv. bij het koppelen van een mobie­le telefoon moet invoeren op de mobiele telefoon. U kunt deze PIN wijzigen.
쏅 Kies in het Bluetooth®-menu het menupunt
"PIN EDIT" (PIN veranderen).
쏅 Druk op de draaiknop
te openen. Op het display wordt de actuele PIN weerge-
geven.
쏅 Druk opnieuw op de draaiknop
U kunt nu de PIN invoeren:
쏅 Draai aan de draaiknop
tre ende positie een cijfer te kiezen.
쏅 Druk op de draaiknop
gende positie te gaan.
, om de instelling te
7
, om tussen de in-
7
, om de instelling te
7
, om het instelmenu
7
.
7
, om voor de be-
7
, om naar de vol-
24
Bluetooth®
Gekoppelde apparaten beheren
In het Bluetooth®-menu kunt u de gekoppelde Bluetooth®-apparaten (mobiele telefoons en streaming-apparaten zoals MP3-spelers) beheren. In de onderdrukken voor mobiele telefoons en streaming-apparaten worden de Bluetooth®­namen van de gekoppelde apparaten weergege­ven. Hier kunt u:
• De verbinding met actueel verbonden Bluetooth®-apparaat verbreken
• Een verbinding met een gekoppeld Bluetooth®­apparaat maken
• Bluetooth®-apparaten ontkoppelen
• Master-telefoon (bij Twin Connect) selecteren
쏅 Kies in het Bluetooth®-menu het menupunt
"PHONE LIST" (telefoonlijst) resp. "STREA­MING LIST" (Streaming-lijst).
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om het menu te
openen. Het eerste apparaat in de lijst wordt weerge-
geven.
Opmerking:
Wanneer geen apparaat is gekoppeld, wordt kort "EMPTY LIST" (lijst leeg) weergegeven.
7
쏅 Draai aan de draaiknop
, om een ander apparaat resp. de optie "DELETE ALL" (alles verwijderen) te kiezen.
U kunt kiezen uit de volgende opties: Om het weergegeven apparaat te verbinden,
쏅 drukt u op de toets
=.
- of -
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om het menu te
openen.
쏅 Selecteer het menupunt "CONNECT" (verbin-
den).
Opmerking:
Het menupunt "CONNECT" (verbinden) wordt nu weergegeven, wanneer het apparaat niet verbonden is.
쏅 Druk op de draaiknop
7
.
Zodra het apparaat verbonden is, wordt kort "CONNECTED" (verbonden) weergegeven en keert u terug naar de apparatenlijst.
Opmerking:
Wanneer geen verbinding gerealiseerd kan worden, wordt kort "CONNECT FAILED" (ver­binding mislukt) weergegeven. Indien het ap­paraat als is verbonden, wordt kort "CONNECT EXIST" (verbinding bestaat) weergegeven.
Om de verbinding met het weergegeven apparaat te verbreken,
쏅 drukt u op de toets
<.
- of -
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om het menu te
openen.
쏅 Selecteer het menupunt "DISCONNECT"
(koppeling verbreken).
Opmerking:
Het menupunt "DISCONNECT" (koppeling verbreken) wordt alleen weergegeven, wan­neer het apparaat verbonden is.
7
쏅 Druk op de draaiknop
.
Op het display wordt kort "DISCONNECTED" (ontkoppeld) weergegeven en u keert terug naar de apparatenlijst.
Opmerking:
Indien het apparaat niet verbonden was, wordt kort "NO CONNECTION" (niet verbon­den) weergegeven.
Om het weergegeven apparaat te ontkoppelen,
쏅 drukt u gedurende ca. 2 seconden op de toets
<.
- of -
쏅 Druk op de draaiknop
7
, om het menu te
openen.
쏅 Selecteer het menupunt "DELETE" (verwijde-
ren).
7
쏅 Druk op de draaiknop
.
Op het display wordt kort "DELETED" (verwij­derd) weergegeven en u keert terug naar de apparatenlijst.
25
Bluetooth®
Opmerking:
Wanneer een telefoon wordt ontkoppeld, dan worden de voor deze telefoon opgeslagen nummers en een van deze mobiele telefoon overgedragen telefoonboek automatisch gewist.
Om het weergegeven apparaat als master-tele­foon te selecteren,
쏅 drukt u p de draaiknop
openen.
쏅 Selecteer het menupunt "SET AS MASTER"
(master-telefoon).
Opmerking:
Het menupunt "SET AS MASTER" (master­telefoon) wordt alleen weergegeven, wan­neer twee mobiele telefoons tegelijkertijd met de autoradio verbonden zijn.
쏅 Druk op de draaiknop
U keert terug naar de apparatenlijst en naast de Bluetooth®-naam van het apparaat wordt een ster-symbool (
Om alle mobiele telefoons resp. streaming-appa­raten te ontkoppelen,
쏅 kiest u het menupunt "DELETE ALL" (alle ver-
wijderen).
쏅 Druk op de draaiknop
In het display wordt "PLEASE CONFIRM" (a.u.b. bevestigen) weergegeven.
쏅 Druk opnieuw op de draaiknop
Op het display wordt kort "EMPTY LIST" (lijst leeg) weergegeven.
Toetsfunctie voor snelkiezen instellen
U kunt kiezen of door lang indrukken van toets
= het telefoonboek direct of resp. de zoek­functie voor de telefoonboekposities opent of het spraakkiezen activeert.
쏅 Selecteer in het Bluetooth®-menu het menu-
punt "SOFTKEY".
쏅 Druk op de draaiknop
veranderen.
7
, om het menu te
7
.
) weergegeven.
*
7
.
7
, om de instelling te
7
.
7
쏅 Draai aan de draairegelaar
instellingen "SEARCH" (zoeken, voor zoek­functie), "P-BOOK" (telefoonboek, voor tele­foonboek) en "VOICE" (taal, voor taalkeuze) te wisselen.
쏅 Druk op de draaiknop
bevestigen.
Modus voor Bluetooth®-streaming bedrijf instellen
Voor de muziekweergave tussen Bluetooth®­streaming-apparaat of Android-mobiele telefoon met app-besturing kiezen.
쏅 Kies in het Bluetooth®-menu het menupunt
"BT MUSIC MODE" (BT muziekmodus).
쏅 Druk op de draaiknop 7, om het menu te
openen.
쏅 Draai de draaiknop
stellingen "STREAMING MODE" (streaming modus; voor streaming apparaten) en "APP MODE" (app-modus; voor Android-mobiele telefoon met app-besturing) te wisselen.
쏅 Druk op de draaiknop
bevestigen.
Gecombineerde weergave in-/uitschakelen
Vereiste: de mobiele telefoon moet als streaming­apparaat met de autoradio verbonden zijn.
Bij de instelling ON worden de navigatiemeldin­gen van de gekoppelde mobiele telefoon tegelij­kertijd met de steeds actieve interne audiobron van de autoradio (bijv. radio of CD) weergegeven.
쏅 Kies in het Bluetooth®-menu het menupunt
"BT NAVI MIX".
쏅 Druk op de draaiknop
veranderen.
쏅 Draai aan de draaiknop
stellingen ON (aan) en OFF (uit) om te scha­kelen.
쏅 Druk op de draaiknop
bevestigen.
, om tussen de
7
, om de instelling te
7
, om tussen de in-
7
, om de instelling te
7
, om de instelling te
7
, om tussen de in-
7
, om de instelling te
26
Bluetooth® | Externe audiobronnen | Klankinstellingen
Geluidsvolume aanpassen
Alleen bij ingeschakelde gecombineerde weer­gave (BT NAVI MIX ON) mogelijk: met behulp van deze instelling kunt u het volume van de naviga­tiemeldingen verhogen of verlagen, om deze aan het niveau van de actieve audiobron aan te pas­sen. Instellingen: –5 tot +5.
쏅 Selecteer in het Bluetooth®-menu het menu-
punt "BT NAVI GAIN" (BT navigatieniveau).
7
쏅 Druk op de draaiknop
veranderen.
쏅 Draai aan de draaiknop
in te stellen.
쏅 Druk op de draaiknop
bevestigen.
, om de instelling te
7
, om het volume
7
, om de instelling te
Externe audiobronnen
Klankinstellingen
In het menu "AUDIO" kunt u de volgende klankin­stellingen veranderen:
• Bas en treble instellen
• Volumeverdeling links/rechts (Balance) resp.
• De Versterking van de lage tonen bij gering vo-
• Een geluidspro el selecteren
• Niveau en frequentie van de voorversterkeruit-
• De tijdvertraging voor het bijschakelen van een
• 3-band-equalizer instellen
Menu "AUDIO" oproepen en verlaten
Front-AUX-IN-bus
Gevaar! Verhoogd letselgevaar door stekker.
stekende stekker in de Front-AUX-IN-bus letsel veroorzaken. Het gebruik van rechte stekkers of adapters leidt tot een verhoogd risicoletsel.
Daarom raden wij het gebruik aan van haakse jacks.
Zodra een externe audiobron zoals bijvoorbeeld een draagbare MP3-speler op de front-AUX-IN­bus
@
dan "AUX" weergegeven.
In geval van een ongeluk kan de uit-
;
is aangesloten, kan deze met de toets SRC
worden geselecteerd. Op het display wordt
voor/achter (Fader) instellen
lume (Loudness) instellen
gang (Sub-Out) instellen
externe versterker instellen
쏅 Druk kort op toets MENU 2 om het gebrui-
kersmenu te openen.
7
쏅 Draai aan de draaiknop
"AUDIO" is gekozen.
쏅 Druk op de draaiknop
"AUDIO" te openen.
쏅 Draai aan de draaiknop
menupunt is gekozen. 쏅 Voer de instelling uit (zie volgende paragraaf). 쏅 Druk kort op de toets MENU
menu te verlaten.
Opmerkingen:
• Het menu wordt automatisch ca. 15 se­conden nadat voor het laatst toetsen zijn ingedrukt verlaten en u keert terug naar de weergave van de actuele audiobron.
• Om vanuit het menu naar het bovenlig­gende menuniveau terug te gaan, draait u aan de draaiknop 7, tot de optie "<<<" is gekozen, en vervolgens drukt u op de draaiknop 7.
, tot het menupunt
7
, om het menu
7
, tot het gewenste
2
, om het
27
Klankinstellingen
Instellingen in menu "AUDIO" uitvoeren
BASS
Niveau lage tonen. Instellingen: –7 tot +7.
7
쏅 Druk op de draaiknop
veranderen.
쏅 Draai aan de draaiknop
niveau is ingesteld.
쏅 Druk op de draaiknop
bevestigen.
TREBLE
Niveau hoge tonen. Instellingen: –7 tot +7.
쏅 Druk op de draaiknop
veranderen.
쏅 Draai aan de draaiknop
niveau is ingesteld.
쏅 Druk op de draaiknop
bevestigen.
BALANCE
Volumeverdeling links/rechts. Instellingen: L9 (links) tot R9 (rechts).
쏅 Druk op de draaiknop
veranderen.
쏅 Draai aan de draaiknop
volumeverdeling is ingesteld.
쏅 Druk op de draaiknop
bevestigen.
FADER
Volumeverdeling voor/achter. Instellingen: F9 (voor) tot R9 (achter).
쏅 Druk op de draaiknop
veranderen.
쏅 Draai aan de draaiknop
volumeverdeling is ingesteld.
쏅 Druk op de draaiknop
bevestigen.
, om de instelling te
7
, tot het gewenste
7
, om de instelling te
7
, om de instelling te
7
, tot het gewenste
7
, om de instelling te
7
, om de instelling te
7
, tot de gewenste
7
, om de instelling te
7
, om de instelling te
7
, tot de gewenste
7
, om de instelling te
LOUDNESS
Versterking van de lage tonen bij gering volume. Instellingen: ON (aan), OFF (uit).
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om de instelling te
veranderen.
쏅 Draai aan de draaiknop
7
, om tussen de in-
stellingen te schakelen.
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om de instelling te
bevestigen.
PRESET EQ (geluidspro el)
Equalizer-voorinstellingen kiezen. Instellingen: POP, ROCK, CLAS (klassiek), OFF (uit; geen voor­instelling).
쏅 Druk op de draaiknop 7, om de instelling te
veranderen.
7
쏅 Draai aan de draaiknop
, om tussen de in-
stellingen te schakelen.
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om de instelling te
bevestigen.
SUB-OUT
Niveau en frequentie van de voorversterkeruit­gang instellen.
쏅 Druk op de draaiknop
7
, om het menu te
openen.
7
쏅 Draai aan de draaiknop
, om tussen de vol-
gende menupunten te schakelen:
– FREQUENCY (frequentie)
(instellingen: 80/120/160 Hz)
– GAIN (niveau)
(instellingen: 0 tot +7)
쏅 Druk op de draaiknop
7
, om de instelling
voor het gekozen menupunt te veranderen.
7
쏅 Draai aan de draaiknop
, om niveau resp.
frequentie in te stellen.
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om de instelling te
bevestigen.
AMP DELAY
Vertraging, waarmee de aangesloten verster­ker wordt bijgeschakeld instellen. Instellingen:
28
Klankinstellingen
0,5/1,0/1,5/2,0/2,5 seconden en OFF (uit; geen vertraging).
쏅 Druk op de draaiknop
7
, om de instelling te
veranderen.
쏅 Draai aan de draaiknop
7
, tot de gewenste
vertraging is ingesteld.
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om de instelling te
bevestigen.
3-band-equalizer instellen
De radio beschikt over een 3-bands equalizer. Voor ieder van de drie banden hoge tonen, middento­nen en lage tonen kunt u een frequentie kiezen en het niveau instellen. Bovendien kunt u voor de lage tonen en de middentonen een kwaliteitsfac­tor (Q-factor) instellen.
Daarnaast biedt de equalizer een instelbare versterking van de lage tonen bij laag volume (X-Bass).
Menu "EQUALIZER" openen
쏅 Kies in het menu "AUDIO" het menupunt
"EQUALIZER".
쏅 Druk op de draaiknop
openen.
쏅 Draai aan de draaiknop
gende menupunten te schakelen:
– EQUALIZER – EQ TREBLE (EQ hoge tonen) – EQ MIDDLE (EQ middentonen) – EQ BASS – EQ X-BASS
Opmerking:
De submenu's in menu "EQUALIZER" worden niet automatisch na de laatste toetsbediening verlaten. Druk na de instelling op de toets MENU
2
, om het menu weer te verlaten.
EQUALIZER
Equalizer in- of uitschakelen. Instellingen: ON (aan), OFF (uit).
쏅 Druk op de draaiknop
veranderen.
7
, om het menu te
7
, om tussen de vol-
7
, om de instelling te
7
쏅 Draai aan de draaiknop
, om tussen de in-
stellingen te schakelen.
쏅 Druk op de draaiknop
7
, om de instelling te
bevestigen.
EQ TREBLE (EQ hoge tonen)
Hoge frequentie en niveau van de equalizer instel­len.
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om het menu te
openen.
7
쏅 Draai aan de draaiknop
, om tussen de vol-
gende menupunten te schakelen:
– FREQUENCY (frequentie)
(instellingen: 10/12,5/15/17,5 kHz)
– GAIN (niveau)
(instellingen: –7 tot +7)
쏅 Druk op de draaiknop
7
, om de instelling
voor het gekozen menupunt te veranderen.
7
쏅 Draai aan de draaiknop
, om niveau resp.
frequentie in te stellen.
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om de instelling te
bevestigen.
EQ MIDDLE (EQ middentonen)
Middenfrequentie en niveau van de equalizer in­stellen.
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om het menu te
openen.
쏅 Draai aan de draaiknop
7
, om tussen de vol-
gende menupunten te schakelen:
– FREQUENCY (frequentie)
(instellingen: 0,5/1,0/1,5/2,5 kHz)
– GAIN (niveau)
(instellingen: –7 tot +7)
– Q-FACTOR
(instellingen: 0,5/0,75/1,0/1,25)
쏅 Druk op de draaiknop
7
, om de instelling
voor het gekozen menupunt te veranderen.
7
쏅 Draai aan de draaiknop
, om niveau, fre-
quentie resp. Q-factor in te stellen.
쏅 Druk op de draaiknop
7
, om de instelling te
bevestigen.
29
Klankinstellingen | Gebruikersinstellingen
EQ BASS
Lage frequentie en niveau van de equalizer instel­len.
쏅 Druk op de draaiknop 7, om het menu te
openen.
쏅 Draai aan de draaiknop
gende menupunten te schakelen:
– FREQUENCY (frequentie)
(instellingen: 80/100/200 Hz)
– GAIN (niveau)
(instellingen: –7 tot +7)
– Q-FACTOR
(instellingen: 1,0/1,25/1,5/2,0)
쏅 Druk op de draaiknop
voor het gekozen menupunt te veranderen.
쏅 Draai aan de draaiknop
quentie resp. Q-factor in te stellen.
쏅 Druk op de draaiknop
bevestigen.
EQ X-BASS
Frequentie en niveau voor de versterking van de lage tonen bij gering volume instellen.
쏅 Druk op de draaiknop
openen.
쏅 Draai aan de draaiknop
gende menupunten te schakelen:
– FREQUENCY (frequentie)
(instellingen: 60/80/100 Hz)
– GAIN (niveau)
(instellingen: 0 tot +3)
쏅 Druk op de draaiknop
voor het gekozen menupunt te veranderen.
쏅 Draai aan de draaiknop
frequentie in te stellen.
쏅 Druk op de draaiknop
bevestigen.
7
, om tussen de vol-
7
, om de instelling
7
, om niveau, fre-
7
, om de instelling te
7
, om het menu te
7
, om tussen de vol-
7
, om de instelling
7
, om niveau resp.
7
, om de instelling te
Gebruikersinstellingen
Gebruikersmenu oproepen en menu kiezen
쏅 Druk kort op toets MENU 2 om het gebrui-
kersmenu te openen.
In het gebruikersmenu vindt u de gebruikersin­stellingen in de volgende menu's:
• TUNER
• AUDIO (zie hoofdstuk "Klankinstellingen")
• DISPLAY
• VOLUME
• CLOCK (kloktijd)
• VARIOUS (diversen)
• BLUETOOTH (zie hoofdstuk "Bluetooth®") 쏅 Draai aan de draaiknop
menu is gekozen.
쏅 Druk op de draaiknop
menu te openen.
쏅 Draai aan de draaiknop
menupunt is gekozen. 쏅 Voer de instelling uit (zie volgende paragraaf). 쏅 Druk kort op de toets MENU
menu te verlaten.
Opmerkingen:
• Het menu wordt automatisch ca. 15 se­conden nadat voor het laatst toetsen zijn ingedrukt verlaten en u keert terug naar de weergave van de actuele audiobron.
• Om vanuit het menu naar het bovenlig­gende menuniveau terug te gaan, draait u aan de draaiknop 7, tot de optie "<<<" is gekozen, en vervolgens drukt u op de draaiknop 7.
7
, tot het gewenste
7
, om het gekozen
7
, tot het gewenste
2
, om het
30
Gebruikersinstellingen
Instellingen in menu "TUNER" uitvoeren
TRAFFICINFO (verkeersinformatie) (alleen in ontvangstregio EUROPE (Europa))
Alleen bij FM-radioweergave mogelijk: voorrang voor verkeersberichten in- of uitschakelen. Instel­lingen: ON (aan), OFF (uit).
쏅 Druk op de draaiknop
veranderen.
쏅 Draai aan de draaiknop
stellingen te schakelen.
쏅 Druk op de draaiknop
bevestigen.
Bij ingeschakelde voorrang voor verkeersinfor­matie wordt in het display het  lesymbool weergegeven.
BAND SELECTION (bandselectie)
Geheugenniveaus activeren resp. deactiveren. Uitschakelbare geheugenniveaus:
Regio Geheugenniveaus
EUROPE (Europa) FM2, FMT, AM, LW ASIA (Azië) NORTH AMERICA
(Noord-Amerika)
SOUTH AMERICA
(Zuid-Amerika)
THAILAND
Instelling telkens ON (aan), OFF (uit).
쏅 Druk op de draaiknop
openen.
쏅 Draai aan de draaiknop
geheugenniveau wordt getoond.
쏅 Druk op de draaiknop
veranderen.
쏅 Draai aan de draaiknop
instellingen ON (aan; geheugenniveau acti­veren) en OFF (uit; geheugenniveau deactive­ren) om te schakelen.
쏅 Druk op de draaiknop
bevestigen.
7
, om de instelling te
7
, om tussen de in-
7
, om de instelling te
FM2, FMT, AM, AMT
7
, om het menu te
7
, tot het gewenste
7
, om de instelling te
7
, om tussen de
7
, om de instelling te
Gedeactiveerde geheugenniveaus worden bij de
@
bronkeuze met de toets SRC
overgeslagen.
Opmerking:
Wanneer een geheugenniveau wordt gede­activeerd, dan blijven de op dit geheugenni­veau opgeslagen zenders behouden.
REGIONAL (alleen ontvangstregio EUROPE (Europa))
Alleen bij FM-radioweergave mogelijk: REGIONAL­functie in- of uitschakelen. Instellingen: ON (aan), OFF (uit).
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om de instelling te
veranderen.
쏅 Draai aan de draaiknop
stellingen te schakelen.
쏅 Druk op de draaiknop
7
, om tussen de in-
7
, om de instelling te
bevestigen.
SENSITIVITY (gevoeligheid)
Gevoeligheid van de zoekafstemming instellen. Instellingen: LO (laag), HI (hoog).
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om de instelling te
veranderen.
7
쏅 Draai aan de draaiknop
, om tussen de in-
stellingen te schakelen.
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om de instelling te
bevestigen.
RDS AF
RDS-functie in- of uitschakelen. Instellingen: ON (aan), OFF (uit).
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om de instelling te
veranderen.
7
쏅 Draai aan de draaiknop
, om tussen de in-
stellingen te schakelen.
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om de instelling te
bevestigen.
Opmerking:
Wanneer de ontvangstregio "ASIA" (Azië), "NORTH AMERICA" (Noord-Amerika), "SOUTH AMERICA" (Zuid-Amerika) of "THAILAND" wordt gekozen, wordt RDS automatisch uitgeschakeld. De zendernaam wordt nog steeds in het display weergegeven.
31
Gebruikersinstellingen
PTY
PTY-functie in- of uitschakelen. Instellingen: ON (aan), OFF (uit).
쏅 Druk op de draaiknop 7, om de instelling te
veranderen.
쏅 Draai aan de draaiknop
7
, om tussen de in-
stellingen te schakelen.
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om de instelling te
bevestigen.
PTY TYPES (programmatypen)
Alleen bij ingeschakelde PTY-functie mogelijk: programmatype kiezen.
Opmerking:
Zodra een programmatype is gekozen, wordt dit programmatype in plaats van "PTY TYPES" als menupunt in het menu getoond.
쏅 Druk op de draaiknop 7, om de instelling te
veranderen.
7
쏅 Draai aan de draaiknop
, om tussen de be-
schikbare programmatypen te schakelen.
쏅 Druk op de draaiknop
7
, om het gekozen
programmatype te bevestigen.
PTY LANGUAGE (PTY-taal) (alleen ontvangstregio EUROPE (Europa))
Alleen bij ingeschakelde PTY-functie mogelijk: taal voor de weergave van de programmatypen kiezen. Instellingen: ENGLISH (Engels), DEUTSCH (Duits), FRANCAIS (Frans).
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om het menu te
openen.
쏅 Draai op de draaiknop
7
, om tussen de talen
te schakelen.
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om de gekozen taal
te bevestigen.
TUNER AREA (ontvangstregio)
Ontvangstregio voor de radio-ontvangst se­lecteren. Instellingen: EUROPE (Europa), ASIA (Azië), NORTH AMERICA (Noord-Amerika), SOUTH AMERICA (Zuid-Amerika), THAILAND.
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om het menu te
openen.
쏅 Draai aan de draaiknop
7
, om tussen de ont-
vangstregio's te schakelen.
쏅 Druk op de draaiknop
7
, om een ontvangst-
regio te kiezen. In het display wordt "PLEASE CONFIRM" (a.u.b.
bevestigen) weergegeven.
쏅 Druk op de draaiknop 7, om de gekozen
ontvangstregio te bevestigen.
Instellingen in menu "DISPLAY" uitvoeren
DIMMER
Automatische resp. handmatige omschakeling van de displayhelderheid voor de dag/nacht se­lecteren. Instellingen: AUTO (displayhelderheid wordt automatisch met in-/uitschakelen van het dimlicht omgeschakeld), MANUAL (displayhelder­heid kan handmatig worden omgeschakeld).
쏅 Druk op de draaiknop 7, om de instelling te
veranderen.
쏅 Draai aan de draaiknop
stellingen te schakelen.
쏅 Druk op de draaiknop
bevestigen.
De automatische omschakeling van de displayhel­derheid is alleen mogelijk, wanneer uw autoradio, zoals in de inbouwhandleiding staat beschreven, is aangesloten en uw voertuig over de bijbeho­rende aansluiting beschikt.
SCROLLING (scrollen)
Voor de weergave van de lichtkrant op het display (bijv. bij weergave van MP3-bestandsnamen met meer dan 15 tekens) tussen eenmalige weergave of herhaalde weergave kiezen. Instellingen: 1X (eenmalige weergave), ON (aan; continue herha­ling).
쏅 Druk op de draaiknop
veranderen.
쏅 Draai aan de draaiknop
stellingen te schakelen.
쏅 Druk op de draaiknop
bevestigen.
7
, om tussen de in-
7
, om de instelling te
7
, om de instelling te
7
, om tussen de in-
7
, om de instelling te
32
Gebruikersinstellingen
LANGUAGE (taal)
Taal voor het display selecteren. Instellingen: ENGLISH (Engels), DEUTSCH (Duits).
쏅 Druk op de draaiknop 7, om de instelling te
veranderen.
쏅 Draai aan de draaiknop
7
, om tussen de in-
stellingen te schakelen.
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om de instelling te
bevestigen.
Instellingen in menu "VOLUME" uitvoeren
ON VOLUME (inschakelvolume)
Inschakelvolume instellen. Instellingen: ON VO­LUME (inschakelvolume; 1- 50) of LAST VOLUME (laatste volume; voor het uitschakelen van de au­toradio laatst ingestelde volume).
Gevaar! Hoog geluidsvolume
hoog zijn, indien de instelling LAST VOLUME (laatste volume) is gekozen en bij de laatste keer uitschakelen van de radio een hoog volume was ingesteld.
Stel altijd een gematigd volume in.
Bij de keuze "LAST VOLUME":
Bij de keuze "ON VOLUME":
Het inschakelvolume kan onverwacht
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om het menu te
openen.
쏅 Draai aan de draaiknop
7
, om tussen de me­nupunten "LAST VOLUME" (laatste volume) en "ON VOLUME" (inschakelvolume) te scha­kelen.
7
쏅 Druk tweemaal op de draaiknop
, om de
instelling te bevestigen.
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om de instelling te
veranderen.
쏅 Draai aan de draaiknop
7
, om het volume
in te stellen.
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om de instelling te
bevestigen.
TRAFFIC VOL (volume verkeersinformatie) (alleen ontvangstregio EUROPE (Europa))
Minimale volume voor verkeersberichten instel­len. Instellingen: 1 – 50.
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om de instelling te
veranderen.
7
쏅 Draai aan de draaiknop
, om het volume
in te stellen.
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om de instelling te
bevestigen.
HANDSFREE VOL (handsfree bellen)
Minimale volume voor telefoongesprekken instel­len. Instellingen: 1 – 50.
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om de instelling te
veranderen.
7
쏅 Draai aan de draaiknop
, om het volume
in te stellen.
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om de instelling te
bevestigen.
Opmerking:
U kunt het volume tijdens een telefoon­gesprek direct met de volumeregelaar
4
wijzigen.
BEEP (toetstoon)
Bevestigingstoon in- of uitschakelen. Instellingen: ON (aan), OFF (uit).
Opmerking:
Bij het opslaan van radiozenders klikt de be­vestigingstoon ook, wanneer de instelling OFF (uit) is gekozen.
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om de instelling te
veranderen.
7
쏅 Draai aan de draaiknop
, om tussen de in-
stellingen te schakelen.
쏅 Druk op de draaiknop
7
, om de instelling te
bevestigen.
33
Gebruikersinstellingen
Instellingen in menu "CLOCK" (kloktijd) uitvoeren
PERM CLOCK (perm. klok)
Continue weergave van de tijd in het display in­resp. uitschakelen. Instellingen: ON (aan), OFF (uit).
7
쏅 Druk op de draaiknop
veranderen.
쏅 Draai aan de draaiknop
stellingen te schakelen.
쏅 Druk op de draaiknop
bevestigen.
Wanneer de continue weergave van de tijd is inge­schakeld, dan wordt in het display de tijd weerge­geven. Pas bij een druk op de toets wordt het dis­play van de betre ende audiobron getoond. Ca. 15 seconden na de laatste toetsbediening wordt weer de tijd weergegeven.
HOUR MODE (urenmodus)
12- resp. 24-uur-tijdmodus kiezen. Instellingen: 12, 24.
쏅 Druk op de draaiknop
veranderen.
쏅 Draai aan de draaiknop
stellingen te schakelen.
쏅 Druk op de draaiknop
bevestigen.
SET (instellen)
De tijd van de klok instellen.
쏅 Druk op de draaiknop
veranderen.
쏅 Draai de draaiknop
uren in te stellen.
쏅 Draai de draaiknop
nuten in te stellen.
쏅 Druk op de draaiknop
tijd te bevestigen.
Opmerking:
Bij het instellen van de tijd in 12-uurs modus (HOUR MODE 12) wordt voor de tijd een "AM" voor de ochtend en een "PM" voor de middag getoond.
34
, om de instelling te
7
, om tussen de in-
7
, om de instelling te
7
, om de instelling te
7
, om tussen de in-
7
, om de instelling te
7
, om de instelling te
7
naar rechts, om de
7
naar links, om de mi-
7
, om de ingevoerde
RDS CLOCK (automatische tijdinstelling) (alleen ontvangstregio EUROPE (Europa))
Automatische tijdinstelling met de via RDS ver­zonden tijdgegevens in- of uitschakelen. Instel­lingen: ON (aan), OFF (uit).
Opmerking:
De met de tijdgegevens ingestelde tijd is mogelijk niet correct, ook wanneer een RDS­zender wordt ontvangen.
7
쏅 Druk op de draaiknop
, om de instelling te
veranderen.
7
쏅 Draai aan de draaiknop
, om tussen de in-
stellingen te schakelen.
쏅 Druk op de draaiknop
7
, om de instelling te
bevestigen.
Instellingen in menu "VARIOUS" (diversen) uitvoeren
DEMO MODE
Demomodus in- of uitschakelen. Instellingen: ON (aan), OFF (uit).
쏅 Druk op de draaiknop
veranderen.
쏅 Draai aan de draaiknop
stellingen te schakelen.
쏅 Druk op de draaiknop
bevestigen.
In de demomodus worden de speci caties van de radio als een lichtkrant op het display weergege­ven.
SCAN TIME (duur van fragment)
Duur van het fragment in seconden instellen. In­stellingen: 4/8/12/16/60 seconden.
쏅 Druk op de draaiknop
veranderen.
쏅 Draai aan de draaiknop
stellingen te schakelen.
쏅 Druk op de draaiknop
bevestigen.
7
, om de instelling te
7
, om tussen de in-
7
, om de instelling te
7
, om de instelling te
7
, om tussen de in-
7
, om de instelling te
Gebruikersinstellingen | Fabrieksinstellingen
SWC (con guratie stuurwielbediening)
Toetsen van een aangesloten stuurwielbediening con gureren.
쏅 Druk op de draaiknop 7, om het menu te
openen.
쏅 Draai de draaiknop
te schakelen.
쏅 Druk op de draaiknop
kiezen.
쏅 Druk op de betre ende toets op de stuur-
wielbediening gedurende ca. 1 seconde, om de toets met de gekozen functie te program­meren.
VERSION
Actuele softwareversie van de radio weergeven.
쏅 Druk op de draaiknop
openen.
쏅 Draai de draaiknop
van de actuele software weer te geven.
NORMSET (terugzetten)
Oorspronkelijke fabrieksinstellingen van de auto­radio weer instellen.
쏅 Druk op de draaiknop
In het display wordt "PLEASE CONFIRM" (a.u.b. bevestigen) weergegeven.
쏅 Druk opnieuw op de draaiknop
resetten te bevestigen. De autoradio schakelt uit en wordt naar de
fabrieksinstellingen teruggezet. Wanneer een CD in de CD-speler is geplaatst, schakelt de autoradio automatisch weer in.
7
, om tussen de functies
7
, om een functie te
7
, om het menu te
7
, om het versienummer
7
.
7
, om het
Fabrieksinstellingen
Belangrijke fabrieksinstellingen in gebruikersmenu:
Menupunt Fabrieksinstellingen
TUNER AREA
FM1 / FM2 / FMT ON
AM
LW*
AMT**
RDS OFF / ON* REGIONAL* OFF TRAFFICINFO* OFF SENSITIVITY HI PTY OFF ON VOLUME LAST VOLUME TRAFFIC VOL* 20 BEEP ON SCAN TIME 8 SEC DIMMER MANUAL HOUR MODE 24 CLOCK SET 00:00
* Alleen in ontvangstregio "EUROPE" (Europa) ** Alleen in ontvangstregio's "ASIA" (Azië),
"NORTH AMERICA" (Noord-Amerika), "SOUTH AMERICA" (Zuid-Amerika) en "THAILAND"
U kunt de oorspronkelijke fabrieksinstellingen van de autoradio in het gebruikersmenu herstel­len (zie hoofdstuk "Gebruikersinstellingen", para­graaf "Instellingen in menu "VARIOUS" (diversen) uitvoeren", menupunt "NORMSET" (terugzetten)).
1 011 502 440 001: EUROPE 1 011 502 441 001: ASIA
1 011 502 440 001: OFF 1 011 502 441 001: ON
1 011 502 440 001: OFF 1 011 502 441 001: ON
1 011 502 440 001: OFF 1 011 502 441 001: ON
35
Nuttige informatie | Technische gegevens
Nuttige informatie
Garantie
Voor onze producten die binnen de Europese Unie gekocht zijn, bieden wij een fabrieksgarantie. Voor buiten de EU gekochte apparaten gelden de ga­rantiebepalingen van de betre ende vertegen­woordigingen in die landen. De garantiebepalin­gen kunt u onder www.blaupunkt.com opvragen.
Service
In enkele landen biedt Blaupunkt een reparatie­en afhaalservice aan.
Op www.blaupunkt.com kunt u nagaan of deze service ook in uw land beschikbaar is.
Mocht u van deze dienst gebruik willen maken, dan kunt u via het internet het afhalen van uw au­toradio aanvragen.
Technische gegevens
Voedingsspanning
Bedrijfsspanning: 10,5 - 14,4 V
Opgenomen vermogen
Bij weergave: < 10 A 10 sec. na het
uitschakelen: < 3,5 mA
Versterker
Uitgangsvermogen: 4 x 24 Watt sinus bij
14,4V aan 4Ohm.
4 x 50 W max. power
Tuner
Golfgebied Europa/Azië/Thailand: FM (UKW): 87,5 - 108 MHz AM (MW): 531 - 1 602 kHz LW (alleen Europa): 153 - 279 kHz
Golfgebieden Noord-Amerika: FM (UKW): 87,7 - 107,9 MHz AM (MW): 530 - 1 710 kHz
Golfgebieden Zuid-Amerika: FM (UKW): 87,5 - 107,9 MHz AM (MW): 530 - 1 710 kHz
Frequentiebereik FM: 30 - 15 000 Hz
CD
Overdrachtsbereik: 20 - 20 000 Hz
Pre-amp out
Vier kanalen: 4 V
Ingangsgevoeligheid
Front-AUX-IN: 300 mV / 10 kΩ
Afmetingen en gewicht
B x H x D: 178 x 50 x 160 mm Gewicht: ca. 1,55 kg
36
Wijzigingen voorbehouden
Inbouwhandleiding
Adviezen voor de veiligheid
Wilt u dedurende het monteren en aansluiten de volgende veiligheidsadviezen in acht nemen.
De minpool van de batterij afklemmen! De
veiligheidsadviezen van de fabrikant in acht nemen.
Bij het gaten boren erop letten dat geen voer-
tuigonderdelen worden beschadigd.
De dwarsdoorsnede van de plus- en minkabel
mag niet minder dan 1,5 mm² zijn.
Stekker aan de voertuigkant niet aan de
radio aansluiten!
De voor uw voertuig vereiste adapterkabel is bij de BLAUPUNKT-vakhandel verkrijgbaar!
Afhankelijk van de uitvoering kan uw auto
afwijken van deze beschrijving. Voor schade door fouten in montage of aansluiting en schade als gevolg daarvan aanvaarden wij geen aansprakelijkheid.
Mochten de hier vermelde aanwijzingen voor de montage voor u niet van toepassing zijn, dan kunt u contact opnemen met uw Blaupunkt-vakhandel, uw autofabrikant of onze telefoon-hotline.
Bij inbouw van een versterker moeten eerst de massacontacten van de apparaten worden ver­bonden voordat de stekkers voor de line-out­bussen worden aangesloten.
De massa van andere apparaten mag niet aan de massa van de autoradio (huis) worden aan­gesloten.
Inbouwhandleiding
37
Inbouwhandleiding
Meegeleverde montagematerialen Meegeleverde montagematerialen
1 011 502 440 001: 1 011 502 441 001:
38
Inbouwhandleiding
Als speciale accessoire verkrijgbaar
7 607 621 …
Inbouwsets
7 608 … …
1.
12V
2.
3.
0° - 30°
+/– 10°
+/– 10°
39
Inbouwhandleiding
4.
6.
Demontage
2 3
1
1.
2.
67 6
1
Microphone In
2
Steering wheel remote control
3
Rear USB
4
Preamp Out (Front)
5
Preamp Out (Rear)
6
Sub Out (Subwoofer)
7
Radio antenna
5.
53
5 4
182
1-20
1.
2.
3.
165
7.
12V
40
AB
1 NC 1 Speaker out RR+ 2 Telephone Mute 2 Speaker out RR– 3 NC 3 Speaker out RF+ 4 Permanent +12V 4 Speaker out RF– 5 Auto antenna* 5 Speaker out LF+ 6 Illumination 6 Speaker out LF– 7 Kl.15/Ignition 7 Speaker out LR+ 8 Ground 8 Speaker out LR–
Switched power supply +12 V / max. 150 mA
*
7
5
3
1
8
6
4
2
Inbouwhandleiding
Relais
+12V
Kl. 15 +12V
Wijzigingen voorbehouden!
Telephone Mute
4 ohms
4 ohms
4 ohms
4 ohms
+12V
12V
41
Supported iPod/iPhone devices
Our product can support below listed iPod/iPhone generations:
iPod touch (5th generation)
iPhone 6 Plus
iPhone 6
iPhone 5s
iPhone 5c
iPhone 5
"Made for iPod" and "Made for iPhone" mean that an electronic accessory has been designed to connect speci cally to iPod, iPhone respectively, and has been certi ed by the developer to meet Apple performance standards.
Apple is not responsible for the operation of this device or its compliance with safety and regulatory standards.
Please note that the use of this accessory with iPod, iPhone may a ect wireless performance. iPhone, iPod are trademarks of Apple Inc., registered in the U.S. and other countries.
This product is protected by certain intellectual property rights of Microsoft. Use or distribution of such technology outside of this product is prohibited without a license from Microsoft.
The Bluetooth® word mark and logos are registered trademarks owned by Bluetooth SIG, Inc.
Android is a trademark of Google Inc.
©
2015 All rights reserved by Blaupunkt. This material may be reproduced, copied or distributed for
personal use only.
42
Bewaar de ingevulde apparaatpas op een veilige plaats!
43
Passport
Name: ......................................................................................................................
Type: ......................................................................................................................
Serial no.: BP ...............................................................................................................
09/15
TORONTO 440
1 011 502 _ _ _ 001
Blaupunkt Technology GmbH
Robert-Bosch-Straße 200
D-31139 Hildesheim
http://www.blaupunkt.com
Loading...