Blaupunkt Toronto 420 BT User Manual [de]

Gebruiksaanwijzing en inbouwhandleiding
www.blaupunkt.com
www.blaupunkt.com
Toronto 420 BT 1 011 202 420 / 1 011 202 421 San Francisco 320 1 011 202 320 / 1 011 202 321
Car Radio | CD | USB | SD | Bluetooth
2
1
-toets Afneembaar bedieningspaneel ontgrendelen
2
MENU-toets
Kort indrukken: menu oproepen/sluiten Lang indrukken: scan-functie starten
3
Aan-/uit-toets
Kort indrukken: autoradio inschakelen In bedrijf: autoradio geluid onderdrukken (Mute) Lang indrukken: autoradio uitschakelen
4
Volumeregelaar
5
CD-opening
6
Display
7
Draaiknop
In menu: menuniveau omschakelen, menu­punt kiezen, instelling veranderen Radioweergave: frequentie instellen, zender-/ PTY-zoekdoorloop starten CD-/MP3-/WMA-/iPod-weergave: titelselectie, snel vooruit/achteruit Browse-modus in MP3-/WMA-/iPod-weergave: ID3-categorie (alleen iPod), map en titel kiezen
8
-toets (Eject) CD uitwerpen
9
Microfoon (alleen Toronto 420 BT)
:
USB-bus
;
Front-AUX-IN-bus
<
-toets (alleen Toronto 420 BT) Oproep beëindigen/afwijzen
=
-toets (alleen Toronto 420 BT) Kort indrukken: oproep accepteren, snel­kiezen Lang indrukken: telefoonboek van de mobiele telefoon openen resp. spraakkeuze activeren
>
Toetsenblok 1 - 5
?
Infraroodontvanger
@
SRC-toets
Geheugenniveau resp. audiobron kiezen
A
DIS-toets
Kort indrukken: weergave omschakelen Lang indrukken: displayhelderheid omscha­kelen
B
SD-kaartsleuf
Toegang alleen bij weggenomen bedie­ningspaneel
18
Bedieningselementen
15
3 5 621 8
12131617 14
4 7
11 10
9
3
Inhoud
Vei ligh eids inst ruc ties .. .... .... ... .... .... .... .... .... ... .. 4
Gebruikte symbolen .................................................4
Verkeersveiligheid ..................................................... 4
Algemene veiligheidsinstructies .........................4
Conformiteitsverklaring .......................................... 5
Reinigingsinstructies ....................................... 5
Afvoerinstructies .............................................. 5
Leveringsomvang ............................................. 5
Speciale toebehoren (niet meegeleverd) .........5
In bedrijf nemen ............................................... 5
Bedieningspaneel plaatsen/verwijderen .......... 5
Displaytaal (alleen Toronto 420 BT) ....................6
Ontvangstregio instellen ........................................ 6
In-/uitschakelen .........................................................6
Volume .......................................................................... 6
Displayhelderheid ..................................................... 7
Demo-modus in-/uitschakelen ............................ 7
Verkeersinformatie........................................... 7
Radioweergave ................................................. 7
RDS.................................................................................. 7
Naar radioweergave omschakelen resp.
geheugenniveau kiezen ......................................... 8
Zenders instellen ....................................................... 8
Zender opslaan resp. opgeslagen zender
oproepen ...................................................................... 8
Zenders kort weergeven ......................................... 9
Zenders automatisch programmeren
(Travelstore) .................................................................9
PTY .................................................................................. 9
Displayweergave instellen ................................... 10
CD-/MP3-/WMA-/iPod-weergave ................... 10
Basisinformatie .........................................................10
Naar CD-/MP3-/WMA-/iPod-weergave
omschakelen ............................................................. 11
CD plaatsen/uitnemen ..........................................11
USB-datadrager aansluiten/verwijderen ........12
Geheugenkaart plaatsen/verwijderen ............12
Titel kiezen .................................................................13
Snelle zoekdoorloop ..............................................13
Weergave onderbreken.........................................13
Alle titels kort weergeven .....................................13
Titels in willekeurige volgorde weergeven ....13
Afzonderlijke titels of mappen herhaald
afspelen ....................................................................... 14
Displayweergave instellen ................................... 14
Browse-modus..........................................................14
Zoeken naar titelnaam
(niet in iPod-weergave) .........................................15
Bluetooth® (alleen Toronto 420 BT) .............. 16
Bluetooth®-menu ....................................................16
Apparaat koppelen en verbinden .....................17
Telefoonfuncties ......................................................18
Bluetooth®-Streaming-weergave ......................21
Telefoonboekfuncties ............................................21
Overige functies in het Bluetooth®-menu ......22
Externe audiobronnen ................................... 24
Front-AUX-IN-bus ....................................................24
Klankinstellingen ........................................... 24
Menu "AUDIO" oproepen en verlaten ..............24
Instellingen in menu "AUDIO" uitvoeren ........25
3-band-equalizer instellen ...................................26
Gebruikersinstellingen ..................................27
Gebruikersmenu oproepen en menu
kiezen ...........................................................................27
Instellingen in menu "TUNER" uitvoeren ........28
Instellingen in menu "DISPLAY" uitvoeren .....29
Instellingen in menu "VOLUME" uitvoeren ....30
Instellingen in menu "CLOCK" (kloktijd)
uitvoeren ....................................................................31
Instellingen in menu "VARIOUS" (diversen)
uitvoeren ....................................................................31
Fabr ieks inst elli ngen . .... .... .... ..... .... .... .... .... ..... 32
Nuttige informatie .......................................... 33
Garantie.......................................................................33
Service .........................................................................33
Technische gegevens ..................................... 33
Inbouwhandleiding ........................................ 34
4
Veiligheidsinstructies
De autoradio is conform de huidige stand van de techniek en erkende veiligheidstechnische voor­schriften geproduceerd. Toch kunnen er gevaren ontstaan wanneer u de veiligheidsinstructies in deze handleiding niet aanhoudt.
Deze handleiding bevat belangrijke informatie voor het eenvoudig en veilig inbouwen en bedie­nen van de autoradio.
• Lees deze handleiding zorgvuldig en volledig door, voordat u de autoradio gebruikt.
• Bewaar deze handleiding zodanig, dat deze te allen tijde voor alle gebruikers toegankelijk is.
•Geef de autoradio altijd samen met deze hand­leiding aan derden door.
Houd u tevens de handleidingen van de appa­raten aan die in combinatie met deze autoradio worden gebruikt.
Gebruikte symbolen
In deze handleiding worden de volgende symbo­len gebruikt:
GEVAAR!
Waarschuwt voor persoonlijk letsel
VOORZICHTIG!
Waar schuwt voor bes chadiging van het CD-speler
GEVAAR!
Waarschuwt voor hoog volume
Het CE-teken bevestigt dat de EU-richt­lijnen zijn aangehouden.
! Geeft een handeling aan
• Geeft een opsomming aan
Verkeersveiligheid
Houd de volgende instructies aan m.b.t. de ver­keersveiligheid:
Gebruik het apparaat zodanig, dat u uw voertuig altijd veilig kunt besturen. Stop bij twijfel op een geschikte plek en bedien uw ap­paraat terwijl het voertuig stil staat.
Bedieningspaneel alleen bij stilstaand voer-
tuig verwijderen of bevestigen.
Luister altijd met een redelijk volume, om uw gehoor te beschermen en om akoestische waarschuwingssignalen (bijv. politie) te kun­nen horen. Tijdens mute-pauzes (bijv. bij het wisselen van audiobron) is het veranderen van het volume niet hoorbaar. Verhoog niet het vo­lume tijdens deze geluidsonderdrukking.
Algemene veiligheidsinstructies
Houd de volgende instructies aan, om uzelf tegen letsel te beschermen:
U mag het apparaat niet openen of veran- deren. In dit apparaat bevindt zich een klasse­1-laser welke letsel aan uw ogen kan veroorza­ken.
Verhoog het volumen niet tijdens onder- drukkingspauzes, bijv. bij het wisselen van audiobron. Het wijzigen van het volume is niet hoorbaar tijdens de geluidsonderdrukking.
Correct gebruik
Deze autoradio is voor inbouw en gebruik in een voertuig met 12 V boordspanning ontworpen en moet in een DIN-opening worden ingebouwd. Let op de vermogensgrenzen in de technische gege­vens. Laat reparaties en eventueel de inbouw door een vakman uitvoeren.
Inbouwinstructies
U mag de autoradio alleen inbouwen, wanneer u ervaring heeft met de inbouw van autoradio's en bekend bent met het elektrische systeem van het voertuig. Houdt u daarom de Inbouwhandleiding aan het einde van deze handleiding aan.
Veil igh eids inst ruc ties
5
Veiligheidsinstructies | Reinigingsinstructies | Afvoerinstructies | Leveringsomvang | In bedrijf nemen
Conformiteitsverklaring
Hiermee verklaart Blaupunkt AudioVision GmbH & Co. KG, dat de autoradio San Francisco 320 in overeenstemming zijn met de basisvoorschriften en andere relevante voorschriften uit de richtlijn 2004/108/EEG en dat autoradio Toronto 420 BT in overeenstemming is met de basisvoorschriften en de andere relevante voorschriften uit de richtlijn 1999/5/EG.
De conformiteitsverklaring kunt u op het internet vinden onder www.blaupunkt.com.
Reinigingsinstructies
Oplos-, reinigings- en schuurmiddelen alsmede cockpit-spray en kunststofonderhoudsmiddelen kunnen sto en bevatten welke het oppervlak van de autoradio aantasten.
•Gebruik voor de reiniging van de autoradio uit­sluitend een droge, of licht vochtige doek.
• Reinig indien nodig de contacten van het bedieningspaneel met een zachte, in schoon­maakalcohol gedrenkte doek.
Afvoerinstructies
Voer uw afge dankte appa raat nie t af me t het huisvuil!
Gebruik voor het afvoeren van het oude apparaat de beschikbare retour- en verzamelsystemen.
Leveringsomvang
In de leveringsomvang zijn inbegrepen:
1 autoradio
1 bedienings-/inbouwhandleiding
1 etui voor het bedieningspaneel
1 frame
1 antenne-aansluitadapter
Uitgebreide leveringsomvang (alleen voor 1011202321 / 1011202421):
1 afstandsbediening (incl. batterij)
1 aansluitkabel aansluiting A
1 aansluitkabel aansluiting B
Speciale toebehoren (niet meegeleverd)
Gebruik alleen door Blaupunkt toegelaten specia­le toebehoren. Informeer bij uw Blaupunkt-dealer of op internet onder www.blaupunkt.com.
In bedrijf nemen
Let op Transportborgschroeven
Waarborg dat voor de inbedrijfname van de auto­radio de transportschroeven worden verwijderd (zie hoofdstuk "Inbouwhandleiding").
Bedieningspaneel plaatsen/ verwijderen
Uw autoradio is ter bescherming tegen diefstal uitgerust met een afneembaar bedieningspaneel (Release-Panel). Bij uitlevering bevindt het bedie­ningspaneel zich in de meegeleverde etui. Om de radio na inbouw in bedrijf te nemen, moet u eerst het bedieningspaneel plaatsen (zie paragraaf "Be­dieningspaneel plaatsen" in dit hoofdstuk).
Neem het bedieningspaneel steeds mee wanneer u het voertuig verlaat. Zonder dit bedieningspa­neel is de autoradio voor een dief waardeloos.
Voorzichtig Beschadiging van het bedieningspaneel
Laat het bedieningspaneel niet vallen.
Transporteer het bedieningspaneel zo dat het te­gen stoten is beschermd en de contacten niet vuil kunnen worden.
Stel het bedieningspaneel niet aan direct zonlicht of andere warmtebronnen bloot.
Voorkom directe aanraking van de contacten van het bedieningspaneel met de huid.
6
In bedrijf nemen
Bedieningspaneel plaatsen
! Schuif het bedieningspaneel in de houder
aan de rechter rand van de behuizing.
! Duw het bedieningspaneel voorzichtig in de
linker houder totdat het vergrendelt.
Bedieningspaneel afnemen
! Druk op de toets
1, om het bedienings-
paneel vrij te geven.
De linkerkant van het bedieningspaneel komt los uit het apparaat en door de bevestiging wordt voorkomen dat het paneel er uit valt.
! Beweeg het bedieningspaneel iets naar links,
tot deze uit de rechter bevestiging loskomt.
! Maak het bedieningspaneel voorzichtig los
uit de linker bevestiging.
Opmerking:
De autoradio schakelt automatisch uit, zodra het bedieningspaneel wordt verwijderd.
Displaytaal (alleen Toronto 420 BT)
U kunt bij de Toronto 420 BT instellen, of de taal voor weergaven op het display Engels of Duits moet wezen. De instelling wordt in het gebrui­kersmenu uitgevoerd (zie hoofdstuk "Gebruikers­instellingen", paragraaf "Instellingen in menu "DIS­PLAY" uitvoeren", menupunt "LANGUAGE" (taal)).
Ontvangstregio instellen
Deze autoradio is gemaakt voor gebruik in ver­schillende regio's met verschillende frequentie­bereiken en zendertechnologieën. Af fabriek is de ontvangstregio "EUROPE" (Europa) ingesteld. Ter beschikking staan daarnaast de ontvangstregio's "USA", "THAILAND" en "SOUTH AMERICA" (Zuid­Amerika).
Opmerking:
Wanneer u de autoradio buiten Europa ge­bruikt, dan moet u eerst een geschikte ont­vangstregio in het gebruikersmenu instel­len (zie hoofdstuk "Gebruikersinstellingen", paragraaf "Instellingen in menu "TUNER" uitvoeren", menupunt "TUNER AREA" (ont­vangstregio)).
In-/uitschakelen
In-/uitschakelen met de aan-/uit-toets
! Voor het inschak elen druk t u op de aan-/ uit-
toets
3
.
De autoradio schakelt in.
! Om het apparaat uit te schakelen houdt u
aan-/uit-toets
3
langer dan 2 seconden in-
gedrukt.
De autoradio schakelt uit.
Opmerking:
Wann eer u d e aut oradio bij uit geschake ld voertuigcontact aan zet, dan schakelt de ra­dio zich automatisch na 1 uur uit, zodat de accu van het voertuig niet leeg raakt.
In-/uitschakelen via het contact van het voertuig
Wann eer de a utoradio co nform de inbouw ­handleiding, met het contactslot van de auto is verbonden en niet met aan-/uit-toets 3 is uit­geschakeld, wordt het met het contact in-, resp. uitgeschakeld.
Volume
Volume instellen
Het volume kan in stappen van 0 (uit) tot 50 (maxi­maal) worden ingesteld.
! Draai aan de volumeregelaar
4
, om het vo-
lume te wijzigen.
Opmerking:
Wann eer ee n t elefoo n of n avigatiesys teem is aangesloten op de autoradio zoals om­schreven in de inbouwhandleiding (pin 2 van kamer A), dan wordt de autoradio bij een telefoongesprek, resp. bij een navigatiemede­deling onderdrukt, zodat u de weergave van de telefoon, resp. het navigatiesysteem onge­stoord kunt horen. Op het display verschijnt tijdens de onderdrukking "TELEPHONE" (te­lefoon).
7
In bedrijf nemen | Verkeersinformatie | Radioweergave
Autoradio geluid onderdrukken (mute)
! Druk kort op de aan-/uit-toets
3
om het ge­luid van de autoradio te onderdrukken, resp. om het vorige volume weer te activeren.
Op het display wordt tijdens de geluidsonder­drukking "MUTE" weergegeven.
Displayhelderheid
U kunt de diplayhelderheid handmatig omscha­kelen tussen dagmodus en nachtmodus of auto­matisch met het dimlicht van het voertuig laten omschakelen.
Opmerking:
Het handmatig resp. automatisch omscha­kelen van de displayhelderheid wordt in het gebruikersmenu geselecteerd (zie hoofdstuk "Gebruikersinstellingen", paragraaf "Instellin­gen in menu "DISPLAY" uitvoeren", menupunt "DIMMER").
! Druk op de toets DIS A gedurende ca. 2 se-
conden, om de displayhelderheid handmatig om te schakelen.
Demo-modus in-/uitschakelen
De demomodus toont u de functies van de au­toradio als lichtkrant op het display. Door het indrukken van een willekeurige toets wordt de demomodus onderbroken en kunt u het apparaat bedienen.
U kunt de demo-modus in het gebruikersmenu in- en uitschakelen (zie hoofdstuk "Gebruikers­instellingen", paragraaf "Instellingen in menu " VARIOUS" (diversen) uitvoeren", menupunt "DEMO MODE").
Verkeersinformatie
In de ontvangstregio "EUROPE" (Europa) kan een FM-zender verkeersberichten markeren m.b.v. een RDS-signaal. Wanneer de voorrang voor verkeers­berichten is ingeschakeld, wordt een verkeersbe­richt automatisch doorgegeven, ook wanneer de autoradio op dat moment niet in radioweergave staat.
Bij ingeschakelde voorrang wordt in het display het  lesymbool (
) weergegeven. Tijdens een weergegeven verkeersbericht wordt "TRAFFIC" (verkeer) in het display weergegeven.
De voorrang wordt in het gebruikersmenu in- en uitgeschakeld (zie hoofdstuk "Gebruikersinstel­lingen", paragraaf "Instellingen in menu "TUNER" uitvoeren", menupunt "TRAFFICINFO" (verkeersin­formatie)).
Opmerkingen:
• Het volume wordt voor de duur van het doorgeschakelde verkeersbericht ver­hoogd. U kunt het minimale volume voor verkeersberichten instellen (zie hoofdstuk "Gebruikersinstellingen", paragraaf "Instel­lingen in menu "VOLUME" (volume) uit­voeren", menupunt "TRAFFIC VOL" (volume verkeersinformatie)).
• Om een doorgegeven verkeersbericht af te breken, drukt u op de toets SRC
@
.
Radioweergave
RDS
In de ontvangstregio "EUROPE" (Europa) zenden veel FM-zenders naast hun programma tevens een RDS-signaal (Radio Data System) uit, dat de volgende extra functies mogelijk maakt:
• De zendernaam wordt in het display weerge­geven.
• Het apparaat herkent verkeersberichten en nieuwsuitzendingen en kan deze in andere weergavesoorten (bijv. tijdens CD-weergave) automatisch doorgeven.
•Alternatieve frequentie (F): wanneer de RDS­functie geactiveerd is, schakelt de autoradio automatisch naar de als beste te ontvangen frequentie van de ingestelde zender.
• Regional: sommige zenders verdelen hun programma op bepaalde tijden in regionale programma's met verschillende inhoud. Bij ingeschakelde REGIONAL-functie schakelt de autoradio alleen over naar alternatieve fre­quenties, wanneer die hetzelfde regionale pro­gramma uitzenden.
8
Radioweergave
De functies RDS en REGIONAL worden in het ge­bruikersmenu in- en uitgeschakeld (zie hoofdstuk "Gebruikersinstellingen", paragraaf "Instellingen in menu "TUNER" uitvoeren", menupunten "RDS" en "REGIONAL").
Opmerking:
Wann eer u e en an dere ontvan gstreg io al s "EUROPE" (Europa) instelt, dan wordt RDS automatisch uitgeschakeld. De zendernaam wordt nog steeds in het display weergegeven. Indien u in uw regio radiozenders met RDS­features wilt gebruiken, dan schakelt u RDS in het gebruikersmenu in.
Naar radioweergave omschakelen resp. geheugenniveau kiezen
De volgende geheugenniveaus zijn in de verschil­lende ontvangstregio's beschikbaar:
Regio Geheugenniveaus
EUROPE (Europa) FM1, FM2, FMT, MW, LW
USA FM1, FM2, FMT, AM, AMT
SOUTH AMERICA (Zuid-Amerika)
FM1, FM2, FMT, AM, AMT
THAILAND FM1, FM2, FMT, AM, AMT
! Druk net zo vaak op de toets SRC
@
tot het gewenste geheugenniveau wordt weergege­ven.
Opmerkingen:
•Op elk geheugenniveau kunnen maximaal 5 zenders worden geprogrammeerd.
• U kunt bepaalde geheugenniveaus, die u niet wilt gebruiken, deactiveren (zie hoofd­stuk "Gebruikersinstellingen", paragraaf "Instellingen in menu "TUNER" uitvoeren", menupunt "BAND SELECTION" (bandse­lectie)). Gedeactiveerde geheugenniveaus worden bij de bronkeuze met de toets
SRC@ overgeslagen.
Zenders instellen
U hebt verschillende mogelijkheden om een zen­der in te stellen:
Zoekafstemming starten
! Draai aan de draaiknop
7
een borgpunt naar links resp. resp. om de zoekafstemming te starten.
In het display wordt kort "SEARCH AUTO" (zoekdoorloop automatisch) weergegeven. De eerstvolgende ontvangbare zender wordt ingesteld.
Opmerkingen:
• Voor de ontvangstregio "EUROPE" (Eu­ropa): in het golfgebied FM worden bij ingeschakelde voorrang voor verkeersin­formatie (
) alleen verkeersinformatie-
zenders ingesteld.
• De gevoeligheid van de zoekdoorloop kan worden ingesteld (zie hoofdstuk "Gebrui­kersinstellingen", paragraaf "Instellingen in menu "TUNER" uitvoeren", menupunt "SENSITIVITY" (gevoeligheid)).
Zenders handmatig instellen
! Druk eenmaal op de draaiknop
7
, om de
handmatige zenderinstelling te activeren.
In het display wordt kort "SEARCH MANUAL" (zoekdoorloop handmatig) weergegeven.
! Draai aan de draaiknop
7
, om de frequentie
stapsgewijs te veranderen.
Opmerking:
De handmatige zenderinstelling wordt au­tomatisch ca. 15 seconden na de laatste fre­quentieverandering verlagen en door draaien van de draaiknop
7
wordt dan de zoekaf-
stemming gestart.
Zender opslaan resp. opgeslagen zender oproepen
! Kies het gewenste geheugenniveau.
! Stel evt. de gewenste zender in.
! Druk op de voorkeuzetoets 1 - 5
>
gedu­rende ca. 2 seconden, om de actuele zender onder de toets op te slaan.
- resp. -
! Druk kort op de voorkeuzetoets 1 - 5
>
, om
de opgeslagen zender op te roepen.
9
Radioweergave
Zenders kort weergeven
Met de scan-functie kunt u iedere ontvangbare zender of iedere opgeslagen zender van het mo­mentele golfgebied kort weergeven.
Opmerking:
U kunt de duur van het fragment per zen­der instellen (zie hoofdstuk "Gebruikersin­stellingen", paragraaf "Instellingen in menu " VARIOUS" (diversen) uitvoeren", menupunt "SCAN TIME" (duur van fragment)).
Alle ontvangbare zenders van het golfgebied kort weergeven
! Druk op de toets
MENU 2 gedurende ca.
2seconden, om het kort weergeven te starten.
Tijdens het kort weergeven worden op het display afwisselend "SCAN" en de actuele fre­quentie alsmede het geheugenniveau resp. de zendernaam weergegeven.
! Druk kort op de toets MENU
2
, om de ac­tueel kort weergegeven zender verder te beluisteren.
Alle opgeslagen zenders van het golfgebied kort weergeven
! Druk op de draaiknop 7 gedurende ca. 2se-
conden, om het kort weergeven te starten.
Tijdens het kort weergeven worden op het display de actuele frequentie alsmede het geheugenniveau resp. de zendernaam weer­gegeven.
! Druk kort op de draaiknop
7
, om de actueel kort weergegeven zender verder te beluiste­ren.
Zenders automatisch programmeren (Travelstore)
Met Travelstore kunt u de 5 sterkste zenders van de regio automatisch zoeken en op een geheu­genniveau opslaan. Eerder opgeslagen zenders van dit geheugenniveau worden hierbij gewist.
U kunt met Travelstore in alle ontvangstregio's 5 FM-zenders op het geheugenniveau FMT op­slaan. In de ontvangstregio's "USA", "SOUTH AMERICA" (Zuid-Amerika) en "THAILAND" kunt u daarnaast 5 AM-zenders op het geheugenniveau AMT opslaan.
! Kies een geheugenniveau van het gewenste
golfgebied, bijv. FM1 of AM.
! Druk gedurende ca. 2 seconden op de toets
SRC
@
.
De tuner begint dan met de automatische zoekafstemming; op het display wordt "FM TSTORE" resp. "AM TSTORE" weergeven. Wan­neer het opslaan voltooid is, wordt de zender op geheugenpositie 1 van geheugenniveau FMT, resp. AMT weergegeven.
Opmerkingen:
• Voor de ontvangstregio "EUROPE" (Euro­pa): bij ingeschakelde voorrang voor ver­keersinformatie ( ) worden uitsluitend verkeersinformatiezenders opgeslagen.
• Wanneer het geheugenniveau FMT resp. AMT is geactiveerd (zie hoofdstuk "Gebrui­kersinstellingen", paragraaf "Instellingen in menu "TUNER" uitvoeren", menupunt "BAND SELECTION" (bandselectie)), wordt bij het activeren van de Travelstore-functie automatisch weer geactiveerd.
PTY
In de ontvangstregio's "EUROPE" (Europa) en "USA" kan een FM-zender zijn actuele programma­type doorgeven, bijv. CULTUUR, POP, JAZZ, ROCK, SPORT of WETENSCHAP. Met de PTY-functie kunt u zo doelgericht naar uitzendingen van een be­paald programmatype zoeken, bijv. naar rock- of sportuitzendingen. Let erop, dat PTY niet door alle zenders wordt ondersteund.
Opmerking:
De PTY-functie staat alleen ter beschikking, wanneer deze is ingeschakeld (zie hoofdstuk "Gebruikersinstellingen", paragraaf "Instellin­gen in menu "TUNER" uitvoeren", menupunt "PTY").
10
Programmatype kiezen
Voor het selecteren van een programmatype leest u in hoofdstuk "Gebruikersinstellingen" de para­graaf "Instellingen in menu "TUNER" uitvoeren", menupunt "PTY TYPES" (programmatypen).
Opmerking:
In de ontvangstregio "EUROPE" (Europa) kunt u de taal instellen, waarin de programmaty­pen worden weergegeven (zie hoofdstuk "Ge­bruikersinstellingen", paragraaf "Instellingen in menu "TUNER" uitvoeren", menupunt "PTY LANGUAGE" (PTY-taal)).
Zender zoeken
Voorwaarde PTY-functie is ingeschakeld.
! Druk tweemaal op de draaiknop
7
.
In het display wordt kort "SEARCH PTY" (zoek­doorloop PTY) weergegeven.
! Draai aan de draaiknop
7
een borgpunt naar links resp. resp. om de PTY-zoekdoorloop te starten.
Tijdens de zoekdoorloop wordt "SEARCH" en het actueel gekozen programmatype in het display weergegeven.
Zodra een zender met het gezochte program­matype wordt gevonden, blijft deze inge­steld.
Opmerkingen:
• Wanneer geen zender met het gekozen programmatype wordt gevonden, wordt kort "NO PTY" weergegeven en klinken 2 beeps. De laatst weergegeven zender wordt opnieuw ingesteld.
• Wanneer de ingestelde of een andere zen­der uit de zenderketen op een later tijdstip het gewenste programmatype uitzendt, dan schakelt de autoradio automatisch van de actuele zender, resp. actuele audio­bron, (bijv. CD) naar de zender met het ge­wenste programmatype. Houd er rekening mee dat deze functie niet door alle zenders wordt ondersteund.
Displayweergave instellen
! Druk op de toets DIS A om tussen deze
weergaves te wisselen:
Weergave Beteke nis
ABCDEF Zendernaam
FM1 P1 89.90
Geheugenniveau/geheu­genpositie/frequentie
FM1 P1 08:40
Geheugenniveau/geheu­genpositie/kloktijd
CD-/MP3-/WMA-/iPod­weergave
Basisinformatie
CD-/MP3-/WMA-weergave
U kunt met deze autoradio audio-CD's (CDDA) en CD-R/RW's met audio-, MP3- of WMA-bestanden alsmede MP3- of WMA-bestanden op USB-data­dragers en SD(HC)-/MMC-kaarten afspelen.
Opmerkingen:
• Voor optimaal functioneren moet u alleen CD's gebruiken met het Compact-Disc­logo.
•Blaupunkt kan geen garantie geven voor het optimaal functioneren van tegen ko­piëren beveiligde CD's en op de markt leverbare lege CD's, USB-datadragers en geheugenkaarten.
Houdt bij het voorbereiden van een MP3-/WMA­datadrager de volgende instructies aan:
• Benaming van titels en mappen: –Max. 32 tekens zonder de extensie ".mp3"
resp. ".wma" (bij meer tekens vermindert het aantal door de autoradio herkenbare titels en mappen)
– Geen speciale tekens of umlauten
• CD-formaat: audio-CD (CDDA), CD-R/RW,
Ø:12cm
• CD-dataformaat: ISO 9669 Level 1 en 2, Joliet
• CD-brandsnelheid: max. 16-voudig (aanbevo-
len)
Radioweergave | CD-/MP3-/WMA-/iPod-weergave
11
•USB-formaat/-bestandssysteem: Mass Storage Device (Massageheugen)/FAT16/32
• Geheugenkaart-bestandssysteem: FAT16/32
• Extensie van audiobestanden:
– .MP3 voor MP3-bestanden – .WMA voor WMA-bestanden
• WMA-bestanden alleen zonder Digital Rights Management (DRM) en aangemaakt met Windows Media Player vanaf versie 8
• MP3-ID3-tags: versie 1 en 2
•Bitrate voor het aanmaken van audiobestan­den:
– MP3: 32 tot 320 kbps – WMA: 32 tot 192 kbps
•Maximale aantal bestanden en mappen: tot 30 000 bestanden/500 mappen afhankelijk van de datastructuur
iPod-weergave
U kunt talrijke iPod- en iPhone-modellen via de USB-bus op het front en de USB-aansluiting op de achterkant van de autoradio aansluiten en de au­dioweergave vanuit de autoradio sturen.
Opmerkingen:
• Blaupunkt kan niet het optimaal functio­neren van alle iPod- en iPhone-modellen garanderen.
•Bij gelijktijdige aansluiting van een iPhone en iPod worden de apparaten via de USB­aansluitingen opgeladen. Wanneer tege­lijkertijd twee iPhones zijn aangesloten, is het opladen niet mogelijk.
Gebruik een geschikte adapterkabel, om uw iPod of uw iPhone met de USB-aansluiting van de auto­radio te verbinden.
Naar CD-/MP3-/WMA-/iPod­weergave omschakelen
! Druk net zo vaak op de toets SRC@ tot de
gewenste audiobron wordt weergegeven:
• "CD": geplaatste CD.
• "SD(HC)": geplaatste geheugenkaart
• "USB FRONT" resp. "USB REAR": op front resp. achterzijde aangesloten USB-data­drager.
• "IPOD FRONT" resp. "IPOD REAR": op front resp. achterzijde aangesloten iPod
• "AUX": Externe audiobron.
Opmerkingen:
• De betre ende audiobron kan alleen wor- den gekozen, wanneer een bijbehorende CD is geplaatst resp. een bijbehorende ap­paraat is aangesloten.
• Een aangesloten iPod wordt eerst onder "USB" geselecteerd en zodra de iPod is herkend, onder "IPOD".
•Wanneer de autoradio de data van een aangesloten apparaat of datadrager voor de weergave eerst moet lezen, verschijnt zolang "READING" (inlezen) in het display. De duur van het inlezen hangt af van de hoeveelheid data en het model van het apparaat resp. de datadrager. Wanneer er sprake is van een storing in het apparaat of datadrager of wanneer de overgedragen data niet weergegeven kunnen worden, wordt een overeenkomstige melding op het display weergegeven (bijv. "CD ERROR" (CD-fout)).
CD plaatsen/uitnemen
CD plaatsen
Gevaar voor vernieling van de CD­speler!
Niet ronde contour-CD's (shape CD's) en CD's met een doorsnede van 8 cm (mini-CD's) mogen niet worden gebruikt.
Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor be­schadigingen aan de CD-speler door ongeschikte CD's.
Opmerking:
Het automatische transport van de CD mag niet worden gehinderd of geholpen.
CD-/MP3-/WMA-/iPod-weergave
12
! Schuif de CD met de bedrukte zijde naar bo-
ven in de CD-opening 5, totdat een weer­stand waarneembaar wordt.
De CD wordt automatisch ingeschoven en de data worden getest. Daarna begint de weer­gave in CD- resp. MP3-weergave.
Opmerking:
Wanneer de geplaatste CD niet kan worden weergegeven, wordt kort "CD ERROR" (CD fout) weergegeven en wordt de CD na ca. 2seconden uit het apparaat geschoven.
CD verwijderen
Opmerking:
Het uitschuiven van de CD mag niet worden gehinderd of geholpen.
! Druk op de toets
8, om een geplaatste
CD uit te schuiven.
Opmerkingen:
• Een naar buiten geschoven en niet weg­genomen CD wordt na ca. 10 seconden automatisch weer naar binnen getrans­porteerd.
• U kunt ook CD's naar buiten laten schuiven wanneer de autoradio is uitgeschakeld of er een andere audiobron actief is.
USB-datadrager aansluiten/ verwijderen
Opmerking:
U kunt USB-datadragers zowel op de USB-bus op het front als ook op de USB-ingang aan de achterzijde aansluiten.
USB-datadrager aansluiten
! Schakel de autoradio uit, zodat de datadrager
op de juiste wijze wordt aangemeld.
! Om een datadrager op de USB-bus in het
front aan te sluiten, trekt u eerst de bescherm­kap van de USB-bus : naar voren, tot deze uit de USB-bus loskomt en klapt u deze weg naar rechts.
! Sluit de USB-datadrager aan.
! Schakel de autoradio in.
Wanneer de USB-datadrager voor de eerste keer als audiobron wordt gekozen, worden eerst de data gelezen.
Opmerkingen:
• Wanneer de aangesloten USB-datadrager niet weergegeven kan worden, wordt kort "USB ERROR" (USB-fout) weergegeven.
• De voor het inlezen benodigde tijd hangt af van het model en de grootte van de USB-datadrager.
USB-datadrager verwijderen
! Schakel de autoradio uit, zodat de datadrager
op de juiste wijze wordt afgemeld.
! Trek de USB-datadrager los.
! Wann eer u d e d atadrage r van de USB-bu s in
het front heeft losgemaakt, sluit u daarna de beschermkap van de USB-bus weer
:
.
Geheugenkaart plaatsen/ verwijderen
Geheugenkaart plaatsen
! Verwijder het bedieningspaneel.
! Schuif de geheugenkaart met de bedrukte
zijde naar boven en de contacten aan de voorzijde in de schacht B, tot deze borgt.
! Breng het bedieningspaneel aan.
Na het inschakelen kiest het apparaat auto­matisch de geplaatste geheugenkaart als au­diobron. De data van de geheugenkaart wor­den ingelezen. Daarna begint de weergave in MP3-weergave.
Opmerkingen:
•Wanneer de geplaatste geheugenkaart niet kan worden weergegeven, wordt kort "SD ERROR" (SD-fout) weergegeven.
• De voor het inlezen benodigde tijd hangt af van het model en de grootte van de ge­heugenkaart.
CD-/MP3-/WMA-/iPod-weergave
13
Geheugenkaart verwijderen
! Verwijder het bedieningspaneel.
! Druk op de geheugenkaart, tot deze ontgren-
deld.
! Trek de geheugenkaart uit de schacht
B
.
! Breng het bedieningspaneel aan.
Titel kiezen
! Draai aan de draaiknop 7 een borgpunt
naar links resp. resp. om naar de vorige/vol­gende titel te gaan.
Opmerkingen:
•Wanneer u de draaiknop
7
meerdere punten naar links resp. rechts draait, gaat u overeenkomstig veel titels vooruit resp. achteruit.
• Wanneer de actuele titel langer dan 3 se­conden speelt en u de draaiknop
7
, een borgpunt naar links verdraait, start deze titel opnieuw.
Snelle zoekdoorloop
! Druk eenmaal op de draaiknop 7.
"CUE/REVIEW" (vooruit/achteruit) wordt kort in het display getoond.
! Verdraai de draaiknop
7
net zolang, tot de
gewenste positie is bereikt.
Opmerking:
Wann eer u de draaik nop
7
tweemaal in­drukt, wordt kort "TRACK SELECT" (titelkeuze) in het display getoond. Door draaien van de draaiknop 7 kiest u dan een andere titel.
Weergave onderbreken
! Druk op toets 3 >, om de weergave te on-
derbreken ("PAUSE") resp. weer te hervatten.
Alle titels kort weergeven
Met de scanfunctie worden alle beschikbare titels weergegeven.
! Druk gedurende ca. 2 seconden op de draai-
knop
7
om het kort weergeven te starten, resp. kort, om de actueel kort weergegeven titel verder te beluisteren.
Tijdens het kort weergeven worden op het display afwisselend "SCAN" en het actuele titelnummer resp. de bestandsnaam weer­gegeven.
Opmerking:
De duur van het fragment is instelbaar (zie hoofdstuk "Gebruikersinstellingen", paragraaf "Instellingen in menu "VARIOUS" (diversen) uitvoeren", menupunt "SCAN TIME" (duur van fragment)).
Titels in willekeurige volgorde weergeven
! Druk op de toets 5 MIX >, om te schakelen
tussen de weergavemodi:
Bedrijf Weergave Betekenis
CD/ iPod
MIX ALL Titels mixen
MP3/ WMA
MIX FOLDER
Titels van de actuele mappen mixen
MIX ALL
Titels van de d a t a d r a g e r s mixen
Alg. MIX OFF
Normale weergave
Wanneer de MIX-functie is ingeschakeld, wordt het symbool MIX (alle titels mixen) resp. MIX
(titels van de actuele map
mixen) in het display weergegeven.
CD-/MP3-/WMA-/iPod-weergave
14
CD-/MP3-/WMA-/iPod-weergave
Afzonderlijke titels of mappen herhaald afspelen
! Druk op de toets 4 RPT >, om tussen de
weergavemodi te schakelen:
Bedrijf Weergave Betekenis CD/
iPod
REPEAT TRACK Titel herhalen
MP3/ WMA
REPEAT TRACK Titel herhalen REPEAT FOLDER Map herhalen
Alg. REPEAT OFF
Normale weergave
Wanneer de REPEAT-functie is ingeschakeld, wordt het symbool
(titel herhalen) resp. (map herhalen) in het display weergegeven.
Displayweergave instellen
! Druk op de toets DIS A één of meerdere
malen om tussen deze weergaves te wisselen:
Bedrijf Weergave/symbool Betekenis
CD
TRACK 01 00:15
Titelnummer en speeltijd
TRACK 01 03:37
Titelnummer en -duur
TRACK 01 08:40
Titelnummer en kloktijd
MP3/ WMA/ iPod
ABCDEF /
Bestands­naam ²
ABCDEF /
Titelnaam¹
ABCDEF /
Artiest¹
ABCDEF /
Album ¹
ABCDEF /
Genre ³
PLAY TIME 00:15
Speeltijd
TOTAL TIME 03:37
Titelduur
ALL INFO /
Alle infor­matie als lichtkrant
¹ Titelnaam, artiest en albumnaam moeten
als ID3-tag zijn opgeslagen om weergege­ven te worden.
² De bestandsnaam wordt alleen in MP3-/
WMA-weergave getoond.
³ De genre-informatie staat alleen in iPod-
weergave ter beschikking.
Opmerking:
Bij iedere keer wisselen van titel wordt in MP3-/WMA-weergave de bestandsnaam en in iPod-weergave de titelnaam kort weerge­geven, daarna gaat de displayweergave weer naar de ingestelde weergave.
Browse-modus
In de browse-modus kunt u doelgericht een be­paalde titel op de MP3-/WMA-datadrager of iPod zoeken en selecteren, zonder de actieve weergave te onderbreken.
Browse-modus in MP3-/WMA-weergave
In MP3-/WMA-weergave kunt u een titel uit een map van de datadrager kiezen en afspelen.
! Druk kort op de toets 1LIST
>
, om de browse-modus in MP3-/WMA-weergave op te roepen.
Het symbool
verschijnt in het display. De eerste resp. actuele map op de datadrager en het symbool worden weer­gegeven.
Opmerkingen:
• De eerste map wordt alleen weergegeven, wanneer de browse-modus de eerste keer na het plaatsen resp. aansluiten van de datadrager wordt opgeroepen. Daarna verschijnt bij het oproepen van de browse­modus telkens de actuele map.
• De browse-modus blijft zonder bevesti­ging van een keuze 5 minuten ingescha­keld.
• U kunt de browse-modus te allen tijde door indrukken van de toets 1LIST
>
verlaten.
! Draai aan de draaiknop
7
, om een andere
map te kiezen.
! Druk op de draaiknop
7
, om de titel van de
gekozen map weer te geven.
15
CD-/MP3-/WMA-/iPod-weergave
De eerste titel van de map en het symbool worden in het display weergegeven.
Opmerking:
Om terug naar de maplijst te gaan, draait u aan de draaiknop
7
, tot de optie "<<<" is gekozen, en vervolgens drukt u op de draai­knop 7.
! Draai aan de draaiknop
7
, om een andere
titel te kiezen.
! Druk op de draaiknop
7
, om de titel weer
te geven.
De weergave begint. U verlaat de browse­modus.
Browse-modus in iPod-weergave
In iPod-weergave kunt u de titel via de cate­gorieën "ARTISTS" (artiest), "ALBUMS" (album), " GENRES" resp. "PLAYLISTS" (afspeellijsten) kiezen en afspelen.
! Druk kort op de toets 2ID3
>
, om de browse-
modus in iPod-weergave op te roepen.
Het symbool
verschijnt in het dis­play. De eerste categorie "ARTISTS" (artiest) wordt weergegeven.
Opmerkingen:
• Druk op de toets 2 ID3
>
gedurende ca. 2 seconden, om direct de categorie "PLAY­LISTS" (afspeellijsten) op te roepen.
• De browse-modus blijft zonder bevesti­ging van een keuze 5 minuten ingescha­keld.
• U kunt de browse-modus te allen tijde door indrukken van de toets 2 ID3
>
verlaten.
! Draai aan de draaiknop
7
, om de catego-
rie "ALBUMS" (album) , "GENRES"
of "PLAYLISTS" (afspeellijsten) te kiezen.
! Druk op de draaiknop
7
, om de beschikbare
mappen van de categorie weer te geven.
De eerste map van de gekozen categorie wordt in het display weergegeven (bijv. "JAZZ" in de categorie "GENRES").
Opmerking:
Om terug naar de categorielijst te gaan, draait u aan de draaiknop
7
, tot de optie "<<<" is gekozen, en vervolgens drukt u op de draai­knop 7.
! Draai aan de draaiknop
7
, om een andere
map te kiezen.
! Druk op de draaiknop
7
, om de beschikbare
titels van de gekozen map weer te geven.
De eerste titel van de map wordt in het dis­play weergegeven.
Opmerking:
Om terug naar de maplijst te gaan, draait u aan de draaiknop 7, tot de optie "<<<" is gekozen, en vervolgens drukt u op de draai­knop 7.
! Draai aan de draaiknop
7
, om een andere
titel te kiezen.
! Druk op de draaiknop
7
, om de titel weer
te geven.
De weergave begint. U verlaat de browsemo­dus.
Zoeken naar titelnaam (niet in iPod-weergave)
Op MP3-/WMA-datadragers kunt u een titel aan de hand van de bestandsnaam vinden en de weer­gave starten.
! Druk op de toets 1 LIST
>
gedurende ca.
2seconden, om de zoekfunctie te starten.
U kunt nu een bestandsnaam met max. 16po­sities invoeren:
Opmerkingen:
• U hoeft niet de volledige bestandsnaam in te voeren. U kunt ook alleen het eerste teken van de bestandsnaam in voeren en de gezochte titel evt. uit de gevonden ti­tels kiezen.
• U kunt de zoekfunctie te allen tijde beëin­digen, door de toets 1 LIST
>
kort in te
drukken.
16
! Draai aan de draaiknop 7, om voor de be-
tre ende positie een teken te kiezen.
! Druk op de draaiknop
7
, om naar de vol-
gende positie te gaan.
! Druk op de toets 1 LIST
>
gedurende ca.
2seconden, om het zoeken te starten.
Alle titels, die overeenkomen met de inge­voerde bestandsnaam, worden opgesomd.
! Draai evt. aan de draaiknop
7
, om een titel
te kiezen.
! Druk op de draaiknop
7
, om de weergave
te starten.
Bluetooth® (alleen Toronto 420 BT)
U kunt de Toronto 420 BT via Bluetooth® met an­dere Bluetooth®-geschikte apparaten zoals mo­biele telefoons of MP3-spelers verbinden. Zo kunt u de autoradio met zijn geïntegreerde microfoon als handsfree-installatie voor verbonden mo­biele telefoons gebruiken en de audioweergave van andere Bluetooth®-apparaten regelen en via de luidsprekers van de autoradio weergeven (Bluetooth®-Streaming).
Opmerking:
U kunt voor het handsfree-telefoneren ook een externe microfoon aansluiten (zie hoofd­stuk "Inbouwhandleiding").
De Bluetooth®-technologie is een draadloze ver­binding met beperkte reikwijdte. Daarom moe­ten Bluetooth®-apparaten voor het realiseren en handhaven van een verbinding zich in de buurt van de autoradio (in het voertuig) bevinden. Om een Bluetooth®-verbinding op te zetten, moet u de autoradio en het Bluetooth®-apparaat eerst koppelen. Wanneer u de apparaten koppelt, wordt aansluitend een automatisch een Bluetooth®­verbinding gerealiseerd. Deze verbinding blijft bestaan zolang het Bluetooth®-apparaat binnen de reikwijdte blijft. Wanneer de verbinding wordt onderbroken, bijv. omdat u met de telefoon bui­ten de reikwijdte komt, wordt de verbinding auto­matisch weer hersteld, wanneer u zich weer bin­nen de reikwijdte bevindt.
U kunt steeds slechts één mobiele telefoon en streaming-apparaat met de autoradio verbinden. Wann eer u een nieuw apparaat met de autor adio verbindt, wordt in dat geval de eventuele verbin­ding met een actueel verbonden apparaat auto­matisch verbroken. De autoradio laat echter tot maximaal 5 verschillende Bluetooth®-apparaten gekoppeld en u kunt elk van deze apparaten steeds snel en gemakkelijk weer verbinden met de autoradio.
Bluetooth®-menu
In het Bluetooth®-menu vindt u alle functies voor het koppelen, verbinden en beheren van Bluetooth®-apparaten.
Bluetooth®-menu oproepen
! Druk kort op toets MENU 2 om het gebrui-
kersmenu te openen.
! Draai aan de draaiknop
7
, tot het menupunt
"BLUETOOTH" is gekozen.
! Druk op de draaiknop
7
, om het Bluetooth®-
menu te openen.
! Draai aan de draaiknop
7
, tot het gewenste
menupunt is gekozen.
! Voer d e inste lling uit (zie v olgende pa ragraaf ). ! Druk kort op de toets MENU
2
, om het
menu te verlaten.
Opmerkingen:
• Het Bluetooth®-menu wordt automatisch ca. 60 seconden nadat voor het laatst toetsen zijn ingedrukt verlaten en u keert terug naar de weergave van de actuele audiobron.
•Om vanuit het menu naar het bovenlig­gende menuniveau terug te gaan, draait u aan de draaiknop 7, tot de optie "<<<" is gekozen, en vervolgens drukt u op de draaiknop 7.
• Wanneer een Bluetooth®-proces bezig is (bijv. het herstellen van de verbinding met het laatst verbonden apparaat), dan zijn de functies van het Bluetooth®-menu geblok­keerd. Wanneer u gedurende deze periode probeert het Bluetooth®-menu te openen,
CD-/MP3-/WMA-/iPod-weergave | Bluetooth®
17
dan wordt in het display kort "LINK BUSY" (verbinding bezet) weergegeven. Indien u de Bluetooth®-procedure af wilt breken en het Bluetooth®-menu wilt openen, drukt u op toets <.
Apparaat koppelen en verbinden
Opmerking:
U kunt met deze autoradio tot 5 Bluetooth®­apparaten koppelen. Voordat u een zesde apparaat kunt koppelen, moet u eerst één van de vijf al gekoppelde apparaten ontkop­pelen (zie hoofdstuk "Overige functies in het Bluetooth®-menu", paragraaf "Gekoppelde apparaten beheren"). Indien u probeert, een zesde Bluetooth®­apparaat te koppelen, wordt "PHONE LIST FULL – PLEASE DELETE ENTRIES FROM LIST" (telefoonlijst vol – a.u.b. positie uit lijst verwij­deren) weergeven.
Mobiele telefoon koppelen en verbinden
Opmerking:
Wanneer momenteel een verbinding met een mobiele telefoon bestaat, dan wordt deze verbinding automatisch verbroken, wanneer u een andere mobiele telefoon koppelt en verbindt.
! Selecteer in het Bluetooth®-menu het menu-
punt "PAIRING" (aanmelden).
! Druk op de draaiknop
7
, om het menu te
openen.
Het menupunt "MOBILE PHONE" (mobiele te­lefoon) is geselecteerd.
! Druk op toets
7
, om een mobiele telefoon
te koppelen.
In het display wordt "PAIRING" (aanmelden) weergegeven en het Bluetooth®-symbool knippert. De autoradio kan nu gedurende ca. 2 minuten door een Bluetooth®-mobiele telefoon worden herkend en er mee worden verbonden.
! Zoek op uw mobiele telefoon de autoradio
(Bluetooth®-naam: "BP 420 BT").
Zodra de autoradio door de mobiele telefoon is gevonden en verbonden moet worden, ver­schijnt in het display kort "ENTER PIN" (PIN in­voeren) en de actuele PIN (standaard "1234").
! Realiseer vervolgens vanaf uw mobiele tele-
foon de verbinding. Voer daarbij de door de autoradio weergegeven PIN in.
Op het display wordt "PAIRED" (aangemeld) en vervolgens "CONNECTED" (verbonden) weergegeven zodra de autoradio en de mo­biele telefoon gekoppeld en verbonden wor­den.
Opmerking:
Wanneer geen verbinding gerealiseerd kan worden, wordt kort "CONNECT FAILED" (ver­binding mislukt) weergegeven.
Bluetooth®-streaming-apparaat koppelen en verbinden
Opmerking:
Wanneer momenteel een verbinding met een streaming-apparaat bestaat, dan wordt deze verbinding automatisch verbroken, wanneer u een ander streaming-apparaat koppelt en verbindt.
! Selecteer in het Bluetooth®-menu het menu-
punt "PAIRING" (aanmelden).
! Druk op de draaiknop
7
, om het menu te
openen.
Het menupunt "MOBILE PHONE" (mobiele te­lefoon) is geselecteerd.
! Draai aan de draaiknop
7
, om het menu-
punt "STREAMING" te kiezen.
! Druk op de draaiknop
7
, om een streaming-
apparaat te koppelen.
Op het display wordt de actueel opgesla­gen PIN (standaard "1234") weergegeven. Voer ind ien nodig de PIN van he t st reaming­apparaat in:
! Draai aan de draaiknop
7
, om voor de be-
tre ende positie een cijfer te kiezen.
! Druk op de draaiknop
7
, om naar de vol-
gende positie te gaan.
Bluetooth®
18
Opmerkingen:
• Om bij de PIN-invoer terug naar de vorige positie te gaan, draait u aan de draaiknop
7
, tot de optie "<<<" is gekozen, en ver-
volgens drukt u op de draaiknop 7.
•Niet alle streaming-apparaten vragen om invoer van hun PIN op de autoradio. Bij sommige streaming-apparaten moet u in plaats hiervan de PIN van de autoradio invoeren. Voor dergelijke apparaten drukt u slechts zo vaak op de draaiknop
7
, tot u voorbij de laatste positie bent en zo de actuele PIN bevestigt, en voert u deze PIN dan op het streaming-apparaat in.
In het display wordt "PAIRING" (aanmelden) weergegeven en het Bluetooth®-symbool knippert. De autoradio kan nu gedurende ca. 2 minuten door het streaming-apparaat wor­den herkend en er mee worden verbonden.
! Zoek vanuit uw streaming-apparaat de auto-
radio (Bluetooth®-naam: "BP 420 BT") en reali­seer de verbinding. Voer daarbij eventueel de PIN van de autoradio in.
Op het display wordt "PAIRED" (aangemeld) en vervolgens "CONNECTED" (verbonden) weergegeven zodra de autoradio en het streaming-apparaat gekoppeld en verbon­den worden.
Opmerkingen:
• Wanneer geen verbinding gerealiseerd kan worden, wordt kort "CONNECT FAILED" (verbinding mislukt) weergegeven.
•Na het inschakelen probeert de autoradio automatisch, het laatst verbonden appa­raat weer te verbinden. Indien de verbin­dingspoging mislukt, wordt kort "CON­NECTION LOST" (niet verbonden) op het display weergegeven. Probeer eventueel de verbinding vanuit het streaming-appa­raat weer te herstellen.
Te le f oo n fu n ct i es
Inkomend oproep aannemen/afwijzen
Bij een inkomend gesprek worden op het display afwisselend "INCOMING CALL" (inkomende op­roep) en het nummer van de beller weergegeven. De actuele audiobron wordt onderdrukt en een beltoon wordt via de autoradioluidspreker weer­gegeven.
Opmerking:
Wann eer he t n ummer van de beller niet wordt overgedragen, wordt i.p.v. het num­mer "PRIVATE NUMBER" (onbekend) weerge­geven. Wanneer het nummer van de beller is opgeslagen met een naam, dan worden naam en nummer weergegeven (zie paragraaf "Te­lefoonnummer in autoradio opslaan" in dit hoofdstuk).
! Druk op toets
=, om het oproep aan te
nemen.
Op het display worden "CALL" (oproep) en de lopende gesprekstijd weergegeven.
! Druk op toets
<, om het oproep af te wijzen resp. om het lopende gesprek af te sluiten.
Op het display wordt "CALL END" (oproep be­eindigt) weergegeven.
Opmerkingen:
• Tijdens het gesprek kunt u met de volume­regelaar 4 het volume veranderen resp. door kort indrukken van de aan-/uit-toets
3
het apparaatgeluid onderdrukken.
• U kunt het volume voor de gespreksweer­gave in het gebruikersmenu aanpassen (zie hoofdstuk "Gebruikersinstellingen", "Instelling in menu "VOLUME" (volume) uitvoeren", "HANDSFREE VOL (handsfree bellen)").
Oproep doen
! Kies in het Bluetooth®-menu het menupunt
"DIAL NEW NUMBER" (nieuw nummer kiezen).
! Druk op de draaiknop
>
, om het instelmenu
te openen.
Bluetooth®
19
U kunt nu een telefoonnummer tot maximaal 20 posities invoeren:
! Draai aan de draaiknop
7
, om voor de be-
tre ende positie een cijfer te kiezen.
! Druk op de draaiknop
7
, om naar de vol-
gende positie te gaan.
Opmerking:
Om vanuit het instelmenu terug naar de vo­rige positie te gaan, draait u aan de draaiknop
7
, tot de optie "<<<" is gekozen, en vervol-
gens drukt u op de draaiknop 7.
! Druk op de toets
=, om het ingegeven
nummer te bellen.
Op het display worden afwisselend "CALLING" (kiezen) en het gekozen nummer weergege­ven.
Zodra uw gesprekspartner het gesprek accep­teert, wordt in het display "CALL" (oproep) en de lopende gesprekstijd weergegeven.
Bij beëindiging van het gesprek wordt kort "CALL END" (oproep beëindigt) weergegeven.
Positie van het telefoonboek oproepen
Opmerking:
Deze functie staat alleen ter beschikking, wanneer het telefoonboek van de verbon­den mobiele telefoon naar de autoradio is overgedragen (zie hoofdstuk "Telefoonboek­functies").
! Selecteer in het Bluetooth®-menu het menu-
punt "PHONEBOOK" (telefoonboek).
! Druk op de draaiknop
7
, om het telefoon-
boek te openen.
In het display wordt de eerste telefoonboek­positie weergegeven.
Opmerking:
Wanneer het telefoonboek niet is opgeno­men, dan wordt in het display kort PHONE­BOOK NOT AVAILABLE" (telefoonboek niet beschikbaar) weergegeven).
! Draai aan de draaiknop
7
, om een andere
positie te kiezen.
! Druk op de draaiknop
7
of de toets =,
om het nummer te bellen.
Op het display worden afwisselend "CALLING" (kiezen) en het gekozen nummer weergege­ven.
Opmerking:
U kunt een positie van het telefoonboek ook via snelkiezen oproepen (zie paragraaf "Snelkiezen voor telefoonboekposities" in dit hoofdstuk).
Oproep met de spraakkeuze (Voice Dial) doen
Opmerking:
Deze functie staat alleen ter beschikking, wanneer de verbonden mobiele telefoon spraakkeuze ondersteunt.
! Kies in het Bluetooth®-menu het menupunt
"VOICE DIAL" (spraakkeuze).
! Druk op de draaiknop
7
of de toets =,
om de spraakherkenning te activeren.
De autoradio wordt stil geschakeld en in het display wordt "SPEAK NOW" (nu spreken) weergegeven.
! Noem de naam voor de gewenste deelnemer.
Opmerkingen:
•Wanneer bij de activering van de spraak-
herkenning geen Bluetooth-verbinding bestaat, wordt in het display kort "VOICE DIAL FAILED – NO BT CONNECTION" (spraakkeuzefout – geen BT-verbinding) weergeven.
• Indien de genoemde naam niet wordt her-
kend of de tijd voor de spraakherkenning is al verlopen, wordt kort "DIAL FAILED" (kiezen mislukt) weergegeven.
• U kunt de spraakherkenning afbreken,
door op de toets
< te drukken.
•Let erop, dat de duur van de spraakherken-
ning is begrensd en afhangt van de betref­fende mobiele telefoon.
• U kunt de spraakherkenning ook via het
snelkiezen activeren (zie paragraaf "Snel­kiezen voor spraakkeuze" in dit hoofdstuk).
Bluetooth®
20
Telefoonnummer in autoradio opslaan
U kunt telefoonnummers in de autoradio opslaan en met de snelkeuze (zie volgende paragraaf) op­roepen. Een telefoonnummer wordt voor de actueel ver­bonden telefoon opgeslagen en staat voor deze telefoon ter beschikking. De autoradio kan voor maximaal vijf gekoppelde apparaten telkens maximaal vijf nummers opslaan.
! Voer het telefoonnummer in zoals aangege-
ven in hoofdstuk "Oproep doen".
! Druk gedurende ca. 2 seconden op de ge-
wenste voorkeuzetoets 1 - 5
>
om alleen
het nummer op te slaan.
- of -
! Druk op de draaiknop
7
gedurende ca. 2se­conden, om een naam voor de positie in te voeren.
U kunt nu een naam met max. 15 posities in­voeren:
! Draai aan de draaiknop
7
, om voor de be-
tre ende positie een teken te kiezen.
! Druk op de draaiknop
7
, om naar de vol-
gende positie te gaan.
Opmerking:
Om vanuit het instelmenu terug naar de vo­rige positie te gaan, draait u aan de draaiknop
7
, tot de optie "<<<" is gekozen, en vervol-
gens drukt u op de draaiknop 7.
! Druk gedurende ca. 2 seconden op de ge-
wenste voorkeuzetoets 1 - 5
>
om nummer
en naam op te slaan.
Op het display wordt kort "NUMBER SAVED" (nummer opgeslagen) weergegeven. Daarna keert u in het Bluetooth®-menu, menupunt "DIAL NEW NUMBER" (nieuw nummer kiezen) terug.
Opmerkingen:
•Een eerder onder de voorkeuzetoets opge­slagen nummer wordt overschreven.
• Wanneer een telefoon wordt ontkoppeld, dan worden de voor deze telefoon opge­slagen nummers automatisch gewist.
Snelkiezen van een willekeurig telefoonnummer resp. het laatst gekozen of een opgeslagen nummer
Met het snelkiezen kunt u een oproep doen, zon­der de betre ende functie eerst in het Bluetooth®- menu te hoeven kiezen.
Om het laatst gekozen nummer weer te bellen,
! drukt u op de toets =.
Op het display wordt het laatst gekozen num­mer weergegeven.
Opmerking:
Wann eer mome nteel geen mob iele tel efoon is verbonden, dan wordt het Bluetooth®­menu geopend. Het menupunt "PAIRING" (aanmelden) is geselecteerd.
! Druk op de toets
=, om het nummer te
bellen.
Op het display worden afwisselend "CALLING" (kiezen) en het gekozen nummer weergege­ven.
Om een opgeslagen nummer te bellen,
! drukt u op de toets
=.
! Druk op een voorkeuzetoets 1 - 5
>
, om het
daar opgeslagen nummer op te roepen.
Opmerking:
Wann eer ond er de ges elect eerde voorkeuze­toets geen nummer is opgeslagen, wordt kort "NO NUMBER" (geen nummer) weergegeven.
! Druk op de toets
=, om het nummer te
bellen.
Op het display worden afwisselend "CALLING" (kiezen) en het gekozen nummer weergege­ven.
Om een willekeurig nummer te bellen,
! drukt u op de toets
=.
! Druk op de aan-/uit-toets
3
, om het invoer­menu te openen en een nummer in te voeren (voer het telefoonnummer in zoals beschre­ven in paragraaf "Oproep doen").
! Druk op de toets
=, om het nummer te
bellen.
Op het display worden afwisselend "CALLING" (kiezen) en het gekozen nummer weergege­ven.
Bluetooth®
21
Snelkiezen voor telefoonboekposities
Opmerking:
Deze functie staat alleen ter beschikking
• wanneer het telefoonboek van de verbon­den mobiele telefoon naar de autoradio is overgedragen (zie hoofdstuk "Telefoon­boekfuncties").
• wanneer het snelkiezen voor telefoon­boekposities is ingesteld (zie hoofdstuk "Overige functies in het Bluetooth®-menu", paragraaf "Toetsfunctie voor snelkiezen instellen").
Om met het snelkiezen een positie van het tele­foonboek te kiezen en op te roepen,
! drukt u gedurende ca. 2 seconden op de toets
=.
In het display wordt de eerste telefoonboek­positie weergegeven.
! Kies eventueel een andere positie zoals be-
schreven staat in paragraaf "Positie van het telefoonboek oproepen".
! Druk op de toets =, om het nummer te
bellen.
Op het display worden afwisselend "CALLING" (kiezen) en het gekozen nummer weergege­ven.
Snelkiezen voor spraakkeuze (Voice Dial)
Opmerking:
Deze functie staat alleen ter beschikking
• wanneer de verbonden mobiele telefoon spraakkeuze ondersteunt.
•wanneer het snelkiezen voor spraakkeuze is ingesteld (zie hoofdstuk "Overige func­ties in het Bluetooth®-menu", paragraaf "Toetsfunctie voor snelkiezen instellen").
Om met het snelkiezen de spraakherkenning te activeren,
! drukt u gedurende ca. 2 seconden op de toets
=.
De autoradio wordt stil geschakeld en in het display wordt "SPEAK NOW" (nu spreken) weergegeven.
! Noem de naam voor de gewenste deelnemer.
Bluetooth®-Streaming-weergave
Bluetooth®-Streaming-weergave starten
! Druk net zo vaak op toets SRC
@
totdat "BT
STREAM" op het display wordt weergegeven.
De weergave begint.
Opmerkingen:
• De Bluetooth®-Streaming-weergave kan nu worden gekozen, wanneer een geschikt Streaming-apparaat is verbonden.
• Wanneer de verbinding met het Strea­ming-apparaat tijdens de weergave ver­loren gaat, wordt kort "CONNECTION LOST" (niet verbonden) weergegeven en de autoradio schakelt over naar de vorige audiobron.
Titel kiezen
! Draai aan de draaiknop
7
een borgpunt naar links resp. resp. om naar de vorige/vol­gende titel te gaan.
Weergave onderbreken
! Druk op toets 3 >, om de weergave te on-
derbreken ("PAUSE") resp. weer te hervatten.
Te le f oo n bo e kf u nc t i es
Het telefoonboek van de mobiele telefoon naar de autoradio overdragen
U kunt het telefoonboek van de verbonden mo­biele telefoon op de autoradio overdragen, om vanuit de radio posities van het telefoonboek op te roepen.
Opmerkingen:
•De autoradio neemt alleen posities over uit het geheugen van de telefoon en niet van de in de telefoon aanwezige SIM-kaart.
• Het telefoonboek wordt door de over­dracht niet uit de telefoon gewist.
De autoradio kan de telefoonboeken van de ge­koppelde telefoons opslaan met in totaal maxi­maal 960 posities. Indien op de telefoon voor een contact meerdere nummers zijn opgeslagen (bijv. vaste nummer, mobiele telefoonnummer,
Bluetooth®
22
kantoornummer, e.d.), dan wordt iedere nummer door de autoradio als afzonderlijke positie opge­slagen.
Iedere positie bestaat uit een naam en een num­mer van telkens maximaal 20 tekens resp. cijfers.
Opmerking:
Schakel de autoradio niet uit tijdens de over­dracht van het telefoonboek. Indien dit toch gebeurt of de voeding van de autoradio valt om andere redenen uit, dan moet u de over­dracht opnieuw starten.
! Kies in het Bluetooth®-menu het menupunt
"DOWNLOAD P–BOOK" (telefoonboek laden).
! Druk op de draaiknop
7
.
In het display wordt "CONFIRM" (bevestigen) weergegeven.
! Druk opnieuw op de draaiknop
7
.
In het display wordt "PHONEBOOK DOWN­LOADING – PLEASE WAIT" (telefoonboek wordt geladen – a.u.b. wachten) getoond.
Wanneer de download is afgesloten, dan wordt kort "DOWNLD COMPLETE" (laden compleet) weergegeven.
Opmerkingen:
• Om de overdracht af te breken, drukt u op de toets
<.
•Indien de overdracht van het telefoonboek mislukt, wordt kort "DOWNLOAD FAILED" (laadfout) weergegeven.
•Wanneer de overdracht van het tele­foonboek de geheugencapaciteit van de autoradio overschrijdt, wordt kort "PHONEBOOK FULL" (telefoonboek vol) weergegeven. De tot dan toe overgedra­gen telefoonboekposities blijven opge­slagen.
•Wanneer u sinds de laatste overdracht op uw mobiele telefoon bijv. posities heeft aangevuld of veranderd, dan kunt u het telefoonboek op de autoradio actualiseren door deze opnieuw over te dragen. Indien de geheugencapaciteit van de autoradio daarbij wordt overschreden, wist u eerst
het al overgedragen telefoonboek (zie vol­gende paragraaf ) of ontkoppelt u evt. een andere mobiele telefoon, om daarom ook het telefoonboek daarvan van de autora­dio te wissen (zie paragraaf "Overige func­ties in het Bluetooth®-menu", hoofdstuk "Gekoppelde apparaten beheren").
•Wanneer u tijdens een actieve overdracht een CD plaatst, start de weergave pas na afsluiten van de overdracht.
Telefoonboek van de mobiele telefoon uit de autoradio verwijderen
U kunt het telefoonboek van de verbonden mo­biele telefoon verwijderen.
Opmerking:
De telefoon blijft verbonden.
! Kies in het Bluetooth®-menu het menupunt
"DELETE P–BOOK" (telefoonboek verwijderen).
! Druk op de draaiknop
7
.
In het display wordt "CONFIRM" (bevestigen) weergegeven.
! Druk opnieuw op de draaiknop
7
.
Overige functies in het Bluetooth®­menu
Bluetooth®-PIN veranderen
De autoradio heeft af fabriek Bluetooth®-PIN "1234", die u bijv. bij het koppelen van een mobie­le telefoon moet invoeren op de mobiele telefoon. U kunt deze PIN wijzigen.
! Kies in het Bluetooth®-menu het menupunt
"PIN EDIT" (PIN veranderen).
! Druk op de draaiknop
7
, om het instelmenu
te openen.
U kunt nu de PIN invoeren:
! Draai aan de draaiknop
7
, om voor de be-
tre ende positie een cijfer te kiezen.
! Druk op de draaiknop
7
, om naar de vol-
gende positie te gaan.
Bluetooth®
23
Opmerking:
Om vanuit het instelmenu terug naar de vo­rige positie te gaan, draait u aan de draaiknop
7
, tot de optie "<<<" is gekozen, en vervol-
gens drukt u op de draaiknop 7.
Gekoppelde apparaten beheren
In het Bluetooth®-menu kunt u de gekoppelde Bluetooth®-apparaten (mobiele telefoons en streaming-apparaten zoals MP3-spelers) beheren.
In de onderdrukken voor mobiele telefoons en streaming-apparaten worden de Bluetooth®­namen resp. adressen van de gekoppelde appara­ten weergegeven. Hier kunt u:
• De verbinding met actueel verbonden Bluetooth®-apparaat verbreken
• Een verbinding met een gekoppeld Bluetooth®­apparaat maken
• Bluetooth®-apparaten ontkoppelen
! Kies in het Bluetooth®-menu het menupunt
"PHONE LIST" (telefoonlijst) resp. "STREA­MING LIST" (Streaming-lijst).
! Druk op de draaiknop
7
, om het menu te
openen.
Het eerste apparaat in de lijst wordt weerge­geven.
Opmerking:
Wanneer geen apparaat is gekoppeld, wordt kort "EMPTY LIST" (lijst leeg) weergegeven.
! Draai aan de draaiknop
7
, om een ander apparaat resp. de optie "DELETE ALL" (alles verwijderen) te kiezen.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
Om het weergegeven apparaat te verbinden,
! drukt u op de toets
=.
Zodra het apparaat verbonden is, wordt kort "CONNECTED" (verbinden) weergegeven en keert u terug naar het Bluetooth®-menu.
Opmerking:
Wanneer geen verbinding gerealiseerd kan worden, wordt kort "CONNECT FAILED" (ver­binding mislukt) weergegeven. Indien het ap-
paraat als is verbonden, wordt kort "CONNECT EXIST" (verbinding bestaat) weergegeven.
Om de verbinding met het weergegeven apparaat te verbreken,
! drukt u op de toets
<.
Op het display wordt kort "DISCONNECTED" (gescheiden) weergegeven en u keert terug naar het Bluetooth®-menu.
Opmerking:
Indien het apparaat niet verbonden was, wordt kort "NO CONNECTION" (niet verbon­den) weergegeven.
Om het weergegeven apparaat te ontkoppelen,
! drukt u gedurende ca. 2 seconden op de toets
<.
Op het display wordt kort "DELETED" (verwij­derd) weergegeven en u keert terug naar het Bluetooth®-menu.
Opmerking:
Wanneer een telefoon wordt ontkoppeld, dan worden de voor deze telefoon opgeslagen nummers en een van deze mobiele telefoon overgedragen telefoonboek automatisch gewist.
Om alle mobiele telefoons resp. streaming-appa­raten te ontkoppelen,
! kiest u het menupunt "DELETE ALL" (alle ver-
wijderen).
! Druk op de draaiknop
7
.
In het display wordt "CONFIRM" (bevestigen) weergegeven.
! Druk opnieuw op de draaiknop
7
of de toets
=.
Op het display wordt kort "EMPTY LIST" (lijst leeg) weergegeven.
Bluetooth®
24
Toetsfunctie voor snelkiezen instellen
U kunt kiezen of lang indrukken van toets
=
het telefoonboek opent of de spraakkeuze
activeert.
! Selecteer in het Bluetooth®-menu het menu-
punt "SOFTKEY".
Naast "SOFTKEY" wordt de actuele instelling "P–BOOK" (telefoonboek) voor telefoonboek resp. "VOICE" (spraak) voor spraakkeuze weer­gegeven.
! Druk op de draaiknop
7
, om de instelling te
veranderen.
! Draai aan de draaiknop
7
, om tussen de in-
stellingen te schakelen.
! Druk op de draaiknop
7
, om de instelling te
bevestigen.
Externe audiobronnen
Front-AUX-IN-bus
Gevaar! Verhoogd letselgevaar door stekker.
In geval van een ongeluk kan de uit­stekende stekker in de Front-AUX-IN-bus letsel veroorzaken. Het gebruik van rechte stekkers of adapters leidt tot een verhoogd risicoletsel.
Daarom verdient gebruik van haakse stekkers aanbeveling, bijv. de Blaupunkt toebehorenkabel (7 607 001 535).
Zodra een externe audiobron zoals bijvoorbeeld een draagbare MP3-speler op de front-AUX-IN­bus
;
is aangesloten, kan deze met de toets SRC
@
worden geselecteerd. Op het display wordt
dan "AUX" weergegeven.
Opmerkingen:
• U kunt een individuele naam voor de AUX­bron invoeren, die in AUX-weergave in het display wordt weergegeven (zie hoofdstuk "Gebruikersinstellingen", paragraaf "In­stellingen in menu "VARIOUS" (diversen) uitvoeren", menupunt "AUX EDIT" (AUX veranderen)).
• U kunt een AUX-bron tegelijkertijd met een van de interne audiobronnen van de autoradio weergeven. U kunt zo bijv. de meldingen van een op de front-AUX-IN­bus
;
aangesloten navigatie-apparaat via de radioluidspreker weergeven, terwijl u tegelijkertijd radio of CD beluistert. Bo­vendien kunt u het niveau van de beide audiobronnen op elkaar afstemmen. Lees daarvoor in hoofdstuk "Gebruikersinstel­lingen" de paragraaf "Instellingen in menu "VARIOUS" (diversen) uitvoeren", menu­punten "AUX MIX" en "AUX MIX GAIN" (AUX MIX Level).
Klankinstellingen
In het menu "AUDIO" kunt u de volgende klankin­stellingen veranderen:
• Bas en treble instellen
•Volumeverdeling links/rechts (Balance) resp. voor/achter (Fader) instellen
•De Versterking van de lage tonen bij gering vo­lume (Loudness) instellen
• Een geluidspro el (Sound Preset) selecteren
•Niveau en frequentie van de voorversterkeruit­gang (Sub-Out) instellen
• 3-band-equalizer instellen
•De tijdvertraging voor het bijschakelen van een externe versterker instellen
Menu "AUDIO" oproepen en verlaten
! Druk kort op toets MENU 2 om het gebrui-
kersmenu te openen.
! Draai aan de draaiknop
7
, tot het menupunt
"AUDIO" is gekozen.
! Druk op de draaiknop
7
, om het menu
"AUDIO" te openen.
! Draai aan de draaiknop
7
, tot het gewenste
menupunt is gekozen.
! Voer d e inste lling uit (zie v olgende pa ragraaf ). ! Druk kort op de toets MENU
2
, om het
menu te verlaten.
Bluetooth® | Externe audiobronnen | Klankinstellingen
25
Opmerkingen:
• Het menu wordt automatisch ca. 60 se­conden nadat voor het laatst toetsen zijn ingedrukt verlaten en u keert terug naar de weergave van de actuele audiobron.
•Om vanuit het menu naar het bovenlig­gende menuniveau terug te gaan, draait u aan de draaiknop
7
, tot de optie "<<<" is gekozen, en vervolgens drukt u op de draaiknop 7.
Instellingen in menu "AUDIO" uitvoeren
BASS
Niveau lage tonen. Instellingen: –7 tot +7.
! Druk op de draaiknop 7, om de instelling te
veranderen.
! Draai aan de draaiknop
7
, tot het gewenste
niveau is ingesteld.
! Druk op de draaiknop
7
, om de instelling te
bevestigen.
TREBLE
Niveau hoge tonen. Instellingen: –7 tot +7.
! Druk op de draaiknop
7
, om de instelling te
veranderen.
! Draai aan de draaiknop
7
, tot het gewenste
niveau is ingesteld.
! Druk op de draaiknop
7
, om de instelling te
bevestigen.
BALANCE
Volumeverdeling links/rechts. Instellingen: L9 (links) tot R9 (rechts).
! Druk op de draaiknop
7
, om de instelling te
veranderen.
! Draai aan de draaiknop
7
, tot de gewenste
volumeverdeling is ingesteld.
! Druk op de draaiknop
7
, om de instelling te
bevestigen.
FADER
Volumeverdeling voor/achter. Instellingen: R9 (achter) tot F9 (voor).
! Druk op de draaiknop
7
, om de instelling te
veranderen.
! Draai aan de draaiknop
7
, tot de gewenste
volumeverdeling is ingesteld.
! Druk op de draaiknop
7
, om de instelling te
bevestigen.
LOUDNESS
Vers terki ng v an de l age tonen bij gering volu me. Instellingen: ON (aan), OFF (uit).
! Druk op de draaiknop
7
, om de instelling te
veranderen.
! Draai aan de draaiknop
7
, om tussen de in-
stellingen te schakelen.
! Druk op de draaiknop
7
, om de instelling te
bevestigen.
PRESET EQ (geluidspro el)
Equalizer-voorinstellingen kiezen. Instellingen: PRESET EQ POP, PRESET EQ ROCK, PRESET EQ CLAS (klassiek), PRESET EQ OFF (geluidspro el uit; geen voorinstelling).
! Druk op de draaiknop 7, om de instelling te
veranderen.
! Draai aan de draaiknop
7
, om tussen de in-
stellingen te schakelen.
! Druk op de draaiknop
7
, om de instelling te
bevestigen.
SUB-OUT
Niveau en frequentie van de voorversterkeruit­gang instellen.
! Druk op de draaiknop
7
, om het menu te
openen.
! Draai aan de draaiknop
7
, om tussen de vol-
gende menupunten te schakelen:
– FREQUENCY (frequentie)
(instellingen: 80/120/160 Hz)
– GAIN (niveau)
(instellingen: 0 tot +7)
Klankinstellingen
26
! Druk op de draaiknop 7, om de instelling
voor het gekozen menupunt te veranderen.
! Draai aan de draaiknop
7
, om niveau resp.
frequentie in te stellen.
! Druk op de draaiknop
7
, om de instelling te
bevestigen.
AMP DELAY
Vertraging, waarmee de aangesloten verster­ker wordt bijgeschakeld instellen. Instellingen: 0,5/1,0/1,5/2,0/2,5 seconden en OFF (uit; geen vertraging).
! Druk op de draaiknop
7
, om de instelling te
veranderen.
! Draai aan de draaiknop
7
, tot de gewenste
vertraging is ingesteld.
! Druk op de draaiknop
7
, om de instelling te
bevestigen.
3-band-equalizer instellen
De radio beschikt over een 3-bands equalizer. Voor ieder van de drie banden hoge tonen, middento­nen en lage tonen kunt u een frequentie kiezen en het niveau instellen. Bovendien kunt u voor de lage tonen en de middentonen een kwaliteitsfac­tor (Q-factor) instellen.
Daarnaast biedt de equalizer een instelbare versterking van de lage tonen bij laag volume (X-Bass).
Menu "EQUALIZER" openen
! Kies in het menu "AUDIO" het menupunt
"EQUALIZER".
! Druk op de draaiknop
7
, om het menu te
openen.
! Draai aan de draaiknop
7
, om tussen de vol-
gende menupunten te schakelen:
– EQUALIZER – EQ TREBLE (EQ hoge tonen) – EQ MIDDLE (EQ middentonen) – EQ BASS – EQ X-BASS
Opmerking:
De submenu's in menu "EQUALIZER" worden niet automatisch na de laatste toetsbediening verlaten. Druk na de instelling op de toets MENU
2
, om het menu weer te verlaten.
EQUALIZER
Equalizer in- of uitschakelen. Instellingen: ON (aan), OFF (uit).
! Druk op de draaiknop
7
, om de instelling te
veranderen.
! Draai aan de draaiknop
7
, om tussen de in-
stellingen te schakelen.
! Druk op de draaiknop
7
, om de instelling te
bevestigen.
EQ TREBLE (EQ hoge tonen)
Hoge frequentie en niveau van de equalizer instel­len.
! Druk op de draaiknop
7
, om het menu te
openen.
! Draai aan de draaiknop
7
, om tussen de vol-
gende menupunten te schakelen:
– FREQUENCY (frequentie)
(instellingen: 10/12,5/15/17,5 kHz)
– GAIN (niveau)
(instellingen: –7 tot +7)
! Druk op de draaiknop
7
, om de instelling
voor het gekozen menupunt te veranderen.
! Draai aan de draaiknop
7
, om niveau resp.
frequentie in te stellen.
! Druk op de draaiknop
7
, om de instelling te
bevestigen.
EQ MIDDLE (EQ middentonen)
Middenfrequentie en niveau van de equalizer in­stellen.
! Druk op de draaiknop
7
, om het menu te
openen.
! Draai aan de draaiknop
7
, om tussen de vol-
gende menupunten te schakelen:
Klankinstellingen
Loading...
+ 58 hidden pages