Bedienungs- und Einbauanleitung
Operating and installation instructions
Mode d’emploi et de montage
Istruzioni d’uso e di installazione
Gebruiksaanwijzing en inbouwhandleiding
Bruks- och monteringsanvisning
Instrucciones de manejo e instalación
Instruções de serviço e de montagem
Betjenings- og monteringsvejledning
Instrukcja obsługi i montażowa
Návod k obsluze a k montáži
Käyttö- ja asennusohje
Kezelési és beszerelési útmutató
Инструкция по эксплуатации и установке
Οδηγίες τοποθέτησης και χρήσης
Bedieningselementen
6
1
4
8
9107253
18 17
1611
15
14
1 -toets
Afneembaar bedieningspaneel ontgrendelen
2 -toets
In menu: menupunt oproepen
Radioweergave: geheugenniveau kiezen
MP3-/WMA-/C‘n‘C-/CD-wisselaar- weergave:
naar volgende map/volgende CD gaan
3 Aan-/uit-toets
Kort indrukken: autoradio inschakelen
In bedrijf: autoradio onderdrukken (Mute)
Lang indrukken: autoradio uitschakelen
4 Volumeregelaar
5 -toets
Im het menu: instelling veranderen
Radioweergave: zender instellen
Andere weergavesoorten: titelselectie
De autoradio is
techniek en erkende veiligheidstechnische voorschriften geproduceerd. Toch kunnen er gevaren
ontstaan wanneer u de veiligheidsinstructies in
deze handleiding niet aanhoudt.
Deze handleiding bevat belangrijke informatie
voor het eenvoudig en veilig inbouwen en bedienen van de autoradio.
•
Lees deze handleiding zorgvuldig en volledig
door, voordat u de autoradio gebruikt.
•
Bewaar deze handleiding zodanig, dat deze te
allen tijde voor alle gebruikers toegankelijk is.
•
Geef de autoradio altijd samen met deze handleiding aan derden door.
Houd u tevens de handleidingen van de apparaten
aan die in combinatie met deze autoradio worden
gebruikt.
Gebruikte symbolen
In deze handleiding worden de volgende symbolen gebruikt:
Geeft een handeling aan
쏅
Geeft een opsomming aan
•
Verkeersveiligheid
Houd de volgende instructies aan m.b.t. de verkeersveiligheid:
Gebruik het apparaat zodanig, dat u uw
•
voertuig altijd veilig kunt besturen. Stop bij
twijfel op een geschikte plek en bedien uw apparaat terwijl het voertuig stil staat.
conform de huidige stand van de
GEVAAR!
Waarschuwt voor persoonlijk letsel
VOORZICHTIG!
Waarschuwt voor beschadiging van de
CD-speler
Het CE-teken bevestigt dat de EU-richtlijnen zijn aangehouden.
Veiligheidsinstructies
•
Bedieningsdeel alleen bij stilstaand voertuig verwijderen of bevestigen.
•
Luister altijd met een redelijk volume, om
uw gehoor te beschermen en om akoestische
waarschuwingssignalen (bijv. politie) te kunnen horen. Tijdens mute-pauzes (bijv. bij het
wisselen van audiobron) is het veranderen van
het volume niet hoorbaar. Verhoog niet het volume tijdens deze geluidsonderdrukking.
Algemene veiligheidsinstructies
Houd de volgende instructies aan, om uzelf tegen
letsel te beschermen:
•
U mag het apparaat niet openen of veranderen. In dit apparaat bevindt zich een klasse-1-
laser welke letsel aan uw ogen kan veroorzaken.
•
Verhoog het volumen niet tijdens onderdrukkingspauzes, bijv. bij het wisselen van
audiobron. Het wijzigen van het volume is niet
hoorbaar tijdens de geluidsonderdrukking.
Correct gebruik
Deze autoradio is voor inbouw en gebruik in een
voertuig met 12 V boordspanning ontworpen en
moet in een DIN-opening worden ingebouwd. Let
op de vermogensgrenzen in de technische gegevens. Laat reparaties en eventueel de inbouw
door een vakman uitvoeren.
Inbouwinstructies
U mag de autoradio alleen inbouwen, wanneer u
ervaring heeft met de inbouw van autoradio's en
bekend bent met het elektrische systeem van het
voertuig. Houdt u daarom de Inbouwhandleiding
aan het einde van deze handleiding aan.
Conformiteitsverklaring
Hiermee verklaart Blaupunkt GmbH dat deze
autoradio Toronto 400 BT in overeenstemming
is met de vereisten en de andere relevante voorschriften van de richtlijn 1999/5/EG.
Oplos-, reinigings- en schuurmiddelen alsmede
cockpit-spray en kunststofonderhoudsmiddelen
kunnen stoffen bevatten welke het oppervlak van
de autoradio aantasten.
•
Gebruik voor de reiniging van de autoradio uitsluitend een droge, of licht vochtige doek.
•
Reinig indien nodig de contacten van het bedieningspaneel met een zachte, in schoonmaakalcohol gedrenkte doek.
Afvoerinstructies
Voer uw afgedankte apparaat niet af met het
huisvuil!
Gebruik voor het afvoeren van het oude apparaat
de beschikbare retour- en verzamelsystemen.
Leveringsomvang
In de leveringsomvang zijn inbegrepen:
1 Autoradio
1 Bedienings-/inbouwhandleiding
1 Etui voor het bedieningspaneel
1 Frame
1 Onderdelenset
2 Demontagegereedschappen
1 USB-aansluitkabel
Uitgebreide leveringsomvang
(alleen voor 7 649 036 010):
1 Aansluitkabel aansluiting A (voeding)
1 Aansluitkabel aansluiting B (luidspreker)
1 Aansluitkabel aansluiting C1 (Line-Out)
1 Antenne-aansluitadapter
1 Handafstandbediening
2 batterijen (type AAA)
Opmerking:
Wij raden het gebruik van originele Blaupunkttoebehoren aan (www.blaupunkt.com).
Speciale toebehoren
(niet meegeleverd)
Informeer bij uw Blaupunkt-vakhandel of via het
internet onder www.blaupunkt.com over speciale
accessoires, bijvoorbeeld:
De stuurwiel- of handafstandsbediening van
•
Blaupunkt voor betrouwbare en comfortabele
bediening van de basisfuncties (in-/uitschakelen met de afstandsbediening niet mogelijk)
De C‘n‘C-geschikte interfaces van Blaupunkt
•
(C‘n‘C = Command and Control) voor aansluiting van extra datadragers en apparaten (bijv.
via de iPod®/USB-interface)
Blaupunkt-CD-wisselaar
•
Blaupunkt- of Velocity-versterker
•
106
In bedrijf nemen
In bedrijf nemen
Bedieningspaneel plaatsen/verwijderen
Uw autoradio is ter bescherming tegen diefstal
uitgerust met een afneembaar bedieningspaneel
(Release-Panel). Bij uitlevering bevindt het bedieningspaneel zich in de meegeleverde etui. Om de
radio na inbouw in bedrijf te nemen, moet u eerst
het bedieningspaneel plaatsen (zie paragraaf "Bedieningspaneel plaatsen" in dit hoofdstuk).
Neem het bedieningspaneel steeds mee wanneer
u het voertuig verlaat. Zonder dit bedieningspaneel is de autoradio voor een dief waardeloos.
Voorzichtig
Beschadiging van het bedieningspaneel
Laat het bedieningspaneel niet vallen.
Transporteer het bedieningspaneel zo dat het te-
gen stoten is beschermd en de contacten niet vuil
kunnen worden.
Stel het bedieningspaneel niet aan direct zonlicht
of andere warmtebronnen bloot.
Voorkom directe aanraking van de contacten van
het bedieningspaneel met de huid.
Bedieningspaneel plaatsen
쏅
Schuif het bedieningspaneel in de houder
aan de rechter rand van de behuizing.
쏅
Duw het bedieningspaneel voorzichtig in de
linker houder totdat het vergrendelt.
Bedieningspaneel afnemen
쏅
Druk op de toets
paneel vrij te geven.
De linkerkant van het bedieningspaneel komt
los uit het apparaat en door een vergrendeling
wordt voorkomen dat het paneel er uit valt.
Pak het bedieningspaneel aan de linker zijde
쏅
vast en trek deze door de weerstand van de
vergrendeling recht naar voren uit de bevestiging.
Opmerking:
De autoradio schakelt automatisch uit, zodra
het bedieningspaneel wordt verwijderd.
1, om het bedienings-
Tunerregio instellen
Deze autoradio is gemaakt voor gebruik in verschillende regio's met verschillende frequentiebereiken en zendertechnologieën. Af fabriek is de
Tunerregio "EUROPE" (Europa) ingesteld. Daarnaast zijn de tunerregio's "USA", "THAI" (Thailand) en "S AMERICA" (Zuid-Amerika) beschikbaar. Wanneer u de autoradio buiten Europa gebruikt, dan moet u eventueel eerst een geschikte
tunerregio instellen:
쏅
Schakel de autoradio eventueel eerst uit.
쏅
Houdt tegelijkertijd de toetsen MENU•OK
4 < ingedrukt en druk op de aan-/uit-
? en
toets 3.
De autoradio wordt ingeschakeld. Op het display verschijnt de actueel ingestelde tunerregio.
Druk net zo vaak op de toets
쏅
totdat de gewenste tunerregio wordt weergegeven.
쏅
Druk op de toets MENU•OK
@ / 2
?.
In-/uitschakelen
In-/uitschakelen met de aan-/uit-toets
쏅
Voor het inschakelen drukt u op de aan-/uittoets 3.
De autoradio schakelt in.
쏅
Om het apparaat uit te schakelen houdt u
aan-/uit-toets 3 langer dan 2 seconden ingedrukt.
De autoradio schakelt uit.
Opmerking:
Wanneer u de autoradio bij uitgeschakeld
voertuigcontact aan zet, dan schakelt de radio zich automatisch na 1 uur uit, zodat de
accu van het voertuig niet leeg raakt.
In-/uitschakelen via het contact van het
voertuig
Wanneer de autoradio conform de inbouwhandleiding, met het contactslot van de auto is verbonden en niet met aan-/uit-toets 3 is uitge-
107
NEDERLANDS
In bedrijf nemen | Verkeersinformatie
schakeld, wordt het met het contact in-, resp.
uitgeschakeld.
Volume
Volume instellen
Het volume kan in stappen van 0 (uit) tot 50
(maximaal) worden ingesteld.
쏅
Draai aan de volumeregelaar
4, om het
volume te wijzigen.
Opmerking:
Wanneer een telefoon of navigatiesysteem is
aangesloten op de autoradio zoals omschreven in de inbouwhandleiding, dan wordt de
autoradio bij een telefoongesprek, resp. bij
een navigatiemededeling onderdrukt, zodat
u de weergave van de telefoon, resp. het navigatiesysteem ongestoord kunt horen. Op het
display verschijnt tijdens de onderdrukking
"TELEPHONE".
Autoradio zacht zetten (mute)
U kunt het volume snel naar een door u ingestelde
waarde reduceren.
Druk kort op de aan-/uit-toets 3 om de au-
쏅
toradio zacht te zetten, resp. om het vorige
volume weer te activeren.
Op het display wordt tijdens de onderdrukking "MUTE" weergegeven.
Lees voor het instellen van het mute-volume in het
hoofdstuk "Gebruikersinstellingen" de paragraaf
"Instelling in gebruikersmenu uitvoeren", menupunt "MUTE LVL".
Demo-modus in-/uitschakelen
De demomodus toont u de functies van de autoradio als lichtkrant op het display. U kunt de demomodus in- resp. uitschakelen:
쏅
Schakel de autoradio eventueel eerst uit.
쏅
Houd tegelijkertijd de toetsen MENU•OK ?
en
2 < ingedrukt en druk op de aan-/uit-
toets 3.
De autoradio wordt ingeschakeld. Op het dis-
play wordt kort "DEMO MODE" weergeven,
108
wanneer u de demomode heeft ingeschakeld.
Door het indrukken van een willekeurige toets
wordt de demomodus onderbroken en kunt u
het apparaat bedienen.
Versienummers weergeven
U kun de versienummers van de verschillende
apparaatcomponenten laten weergeven.
쏅
Schakel de autoradio eventueel eerst uit.
쏅
Houdt tegelijkertijd de toetsen MENU•OK
1 < ingedrukt en druk op de aan-/
? en
uit-toets 3.
De autoradio wordt ingeschakeld. Op het display verschijnt het versienummer van de eerste componenten. Het eerste teken geeft het
component aan: P = Processor, E = EPROM,
A = Accordo, B = Bluetooth®.
Druk op de toets
쏅
nummers van de andere componenten weer
te geven.
쏅
Druk op de toets MENU•OK
laatst beluisterde audiobron terug te gaan.
5 / >, om de versie-
?, om naar de
Verkeersinformatie
In de tunerregio "EUROPE" kan een FM-zender
verkeersberichten markeren m.b.v. een RDS-signaal. Wanneer de voorrang voor verkeersberichten is ingeschakeld, wordt een verkeersbericht
automatisch weergegeven, ook wanneer de autoradio momenteel niet op de radioweergave is
ingesteld of wanneer een zender van het MW of
LW golfgebied is ingesteld.
Bij ingeschakelde voorrang wordt in het display
het fi lesymbool (
weergegeven verkeersbericht wordt "TRAFFIC" in
het display weergegeven.
Lees voor het in- en uitschakelen van de voorrang
in het hoofdstuk "Gebruikersinstellingen" de paragraaf "Instelling in gebruikersmenu uitvoeren",
menupunt "TRAF".
Opmerkingen:
•
Het volume wordt voor de duur van het
doorgeschakelde verkeersbericht verhoogd. U kunt het minimale volume voor
) weergegeven. Tijdens een
Verkeersinformatie | Radioweergave
verkeersberichten instellen (zie hoofdstuk
"Gebruikersinstellingen", paragraaf "Instelling in gebruikersmenu uitvoeren".
•
Om een doorgegeven verkeersbericht af te
breken, drukt u op de toets DIS/ESC =.
Radioweergave
RDS
In de tunerregio "EUROPE" zenden veel FM-zenders naast hun programma tevens een RDS-signaal (Radio Data System) uit, dat de volgende
extra functies mogelijk maakt:
De
•
zendernaam wordt in het display getoond.
•
De autoradio herkent verkeersberichten en
nieuwsuitzendingen en kan deze in iedere
weergavesoort (bijv. tijdens CD-weergave) automatisch doorgeven.
Alternatieve frequentie (F): wanneer de RDS-
•
functie geactiveerd is, schakelt de autoradio
automatisch naar de als beste te ontvangen
frequentie van de ingestelde zender.
Regionaal (REG): Sommige zenders verdelen
•
hun programma op bepaalde tijden in regionale programma's met verschillende inhoud. Bij
ingeschakelde REG-functie schakelt de autoradio alleen over naar alternatieve frequenties,
wanneer die hetzelfde regionale programma
uitzenden.
Voor het in- en uitschakelen van de RDS- resp.
REG-functie leest u in hoofdstuk "Gebruikersinstellingen" de paragraaf "Instelling in gebruikersmenu uitvoeren" (menupunten "RDS", "REG").
Naar radioweergave omschakelen
Druk net zo vaak op de toets SRC 6 totdat
쏅
"TUNER" wordt weergegeven:
Het actuele geheugenniveau verschijnt een-
maal als lichtkrant op het display.
Geheugenniveau kiezen
De volgende geheugenniveaus zijn in de verschillende tunerregio's beschikbaar:
RegioGeheugenniveaus
EUROPE
USA
THAI
S AMERICA
Druk net zo vaak op de toets
쏅
totdat het gewenste geheugenniveau wordt
weergegeven.
Opmerking:
Op elk geheugenniveau kunnen maximaal
5 zenders worden geprogrammeerd.
FM1, FM2, FMT, MW, LW
FM1, FM2, FMT, AM, AMT
FM1, FM2, FMT, AM
FM1, FM2, FMT, AM, AMT
@ / 2
Zenders instellen
U hebt verschillende mogelijkheden om een zender in te stellen:
Zenders handmatig instellen
Druk toets
쏅
malen in om de frequentie stapsgewijs te
wijzigen, resp. lang om de frequentie snel te
wijzigen.
Opmerkingen:
Voor de tunerregio "EUROPE": in het golf-
•
gebied FM wordt bij ingeschakelde RDSwerking automatisch de volgende zender
van de zenderketen ingesteld.
Voor de tunerregio "EUROPE", "USA" en
•
"S AMERICA": in het golfgebied FM wordt
bij ingeschakelde PTY-functie het actueel
gekozen programmatype weergegeven
en kan worden gewijzigd (zie hoofdstuk
"PTY").
Zoekafstemming starten
Druk gedurende ca. 2 seconden op toets
쏅
5 / > om de zoekafstemming te star-
ten.
De eerstvolgende ontvangbare zender wordt
ingesteld.
5 / > één- of meerdere
NEDERLANDS
109
Radioweergave
Opmerkingen:
•
Voor de tunerregio "EUROPE": in het golfgebied FM worden bij ingeschakelde voorrang voor verkeersinformatie (
verkeersinformatiezenders ingesteld.
•
Voor de tunerregio's "EUROPE", "USA" en
"S AMERICA": in het golfgebied FM wordt
bij ingeschakelde PTY-functie de volgende
zender met het actueel gekozen programmatype ingesteld (zie hoofdstuk "PTY").
•
De gevoeligheid van de zoekdoorloop kan
worden ingesteld (zie hoofdstuk "Gebruikersinstellingen", paragraaf "Instelling in
gebruikersmenu uitvoeren", menupunt
"SENS").
) alleen
Zender opslaan/opgeslagen zenders
oproepen
쏅
Kies het gewenste geheugenniveau.
쏅
Stel evt. de gewenste zender in.
쏅
Druk op de voorkeuzetoets
rende ca. 2 seconden, om de actuele zender
onder de toets op te slaan.
- resp. -
쏅
Druk kort op de voorkeuzetoets
de opgeslagen zender te kiezen.
1 - 5 < gedu-
1 - 5 < om
Zenders kort weergeven
Met de scanfunctie wordt elke ontvangbare zender van het actuele golfgebied kort weergegeven.
쏅
Druk de toets MENU•OK
2 seconden in, om het kort weergeven te starten, resp. kort, om de actueel ingestelde zender verder te beluisteren.
Tijdens het kort weergeven worden op het
display afwisselend "SCAN" en de actuele frequentie alsmede het geheugenniveau resp.
de zendernaam weergegeven.
Opmerking:
Voor de radioweergave kan de duur van fragment per zender worden ingesteld (zie hoofdstuk "Gebruikersinstellingen", paragraaf
? gedurende ca.
"Instelling in gebruikersmenu uitvoeren",
menupunt "SCAN TIME").
Zenders automatisch programmeren
(Travelstore)
Met Travelstore kunt u de 5 sterkste zenders van
de regio automatisch zoeken en op een geheugenniveau opslaan. Eerder opgeslagen zenders van
dit geheugenniveau worden hierbij gewist.
In de tunerregio "EUROPE" en "THAI" kunt u met
Travelstore 5 FM-zenders op het geheugenniveau FMT opslaan. In de tunerregio "USA" en
"S AMERICA" kunt u daarnaast 5 AM-zenders op
het geheugenniveau AMT opslaan.
Kies een geheugenniveau van het gewenste
쏅
golfgebied, bijv. FM1 of AM.
Druk gedurende ca. 2 seconden op de toets
쏅
@ / 2 .
De tuner begint dan met de automatische
zoekafstemming; op het display wordt "FM
TSTORE" resp. "AM TSTORE" weergeven.
Wanneer het opslaan voltooid is, wordt de
zender op geheugenpositie 1 van geheugenniveau FMT, resp. AMT weergegeven.
Opmerking:
Voor de tunerregio "EUROPE": bij ingeschakelde voorrang voor verkeersinformatie (
worden uitsluitend verkeersinformatiezenders opgeslagen.
PTY
In de tunerregio's "EUROPE", "USA" en "S AMERICA" kan een FM-zender zijn actuele programmatype doorgeven, bijv. CULTUUR, POP, JAZZ, ROCK,
SPORT of WETENSCHAP. Met de PTY-functie kunt
u zo doelgericht naar uitzendingen van een bepaald programmatype zoeken, bijv. naar rock- of
sportuitzendingen. Let erop, dat PTY niet door
alle zenders wordt ondersteund.
Om de PTY-functie te gebruiken, moet u
deze afzonderlijk in het menu inschakelen
(zie hoofdstuk "Gebruikersinstellingen", paragraaf "Instelling in gebruikersmenu uitvoeren", menupunt "PTY").
Programmatype kiezen
Opmerking:
In de tunerregio "EUROPE" kunt u de taal
instellen, waarin de programmatypen worden weergegeven (zie hoofdstuk "Gebruikersinstellingen", paragraaf "Instelling in
gebruikersmenu uitvoeren", menupunt "PTY
LANG").
쏅
Druk kort op de toets
Het actueel gekozen programmatype wordt
kort weergegeven en u kunt een ander programmatype kiezen.
쏅
Druk indien gewenst net zo vaak op de toets
5 / > totdat het gewenste program-
matype wordt weergegeven.
Zender zoeken
쏅
Druk gedurende ca. 2 seconden op de toets
5 / >.
Zodra de zoekdoorloop begint, verschijnt
kort "SEARCH" op het display. Daarna wordt
het actuele programmatype weergegeven
Zodra een zender is gevonden, verschijnt kort
"PTY FOUND". Zolang het programmatype
van de ingestelde zender overeenstemt met
het actueel gekozen programmatype, worden
in het display afwisselend het programmatype en de zendernaam, resp. de frequentie
weergegeven.
Opmerkingen:
•
Wanneer er geen zender met het gekozen
programmatype wordt gevonden, wordt
kort "NO PTY" weergeven en klinkt een
pieptoon. De laatst weergegeven zender
wordt opnieuw ingesteld.
Wanneer de ingestelde of een andere zen-
•
der uit de zenderketen op een later tijdstip
5 / >.
het gewenste programmatype uitzendt,
dan schakelt de autoradio automatisch
van de actuele zender, resp. actuele audiobron, (bijv. CD) naar de zender met het gewenste programmatype. Houd er rekening
mee dat deze functie niet door alle zenders
wordt ondersteund.
Displayweergave instellen
쏅
Druk op de toets DIS/ESC =, om tussen
deze beide weergaves te wisselen:
WeergaveBetekenis
ABCDEF
resp.
FM1 102.90
FM1 11:32
Zendernaam
resp.
geheugenniveau/
frequentie
Geheugenniveau/tijd
CD-/MP3-/WMA-/C‘n‘C-/
CD-wisselaar- weergave
Basisinformatie
CD-/MP3-/WMA-weergave
U kunt met deze autoradio audio-CD's (CDDA) en
CD-R/RWs met audio-, MP3- of WMA-bestanden
alsmede MP3- of WMA-bestanden op USB-datadragers afspelen.
.
Gevaar voor vernieling van de
CD-speler!
Niet ronde contour-CD's (shape CD's) en
CD's met een doorsnede van 8 cm (miniCD's) mogen niet worden gebruikt.
Wij aanvaarden geen aansprakelijkheid voor beschadigingen aan de CD-speler door ongeschikte
CD's.
Opmerkingen:
Voor optimaal functioneren moet u alleen
•
CD's gebruiken met het Compact-Disc-logo.
Blaupunkt kan geen garantie geven voor
•
het optimaal functioneren van tegen kopieren beveiligde CD's en op de markt leverbare lege CD's en USB-datadragers.
NEDERLANDS
111
CD-/MP3-/WMA-/C‘n‘C-/CD-wisselaar- weergave
Houdt bij het voorbereiden van een MP3-/WMAdatadrager de volgende instructies aan:
Benaming van titels en mappen:
•
Max. 16 tekens (CD) resp. 24 tekens
–
(USB) incl. de bestandsextensie ".mp3"
resp. ".wma" (bij meer tekens wordt het
aantal van de door de autoradio herkenbare titels en mappen beperkt)
–
Geen speciale tekens of umlauten
•
CD-formaat: audio-CD (CDDA), CD-R/RW,
Ø: 12 cm
•
CD-dataformaat: ISO 9669 Level 1 en 2, Joliet
CD-brandsnelheid: max. 16-voudig (aanbevo-
•
len)
USB-formaat/-bestandssysteem: mass storage
•
device (massageheugen)/FAT32
Extensie van audiobestanden:
•
.MP3 voor MP3-bestanden
–
.WMA voor WMA-bestanden
–
WMA-bestanden alleen zonder Digital Rights
•
Management (DRM) en aangemaakt met Windows Media Player vanaf versie 8
MP3-ID3-tags: versie 1 en 2
•
Bitrate voor het aanmaken van audiobestan-
•
den:
MP3: 32 tot 320 kbps
–
WMA: 32 tot 192 kbps
–
Max. aantal titels: 20 000
•
C‘n‘C-weergave
De C'n'C-interface van Blaupunkt (C'n'C = Command and Control) zorgt voor een nog comfortabelere bediening van apparaat en datadragers,
die via een C'n'C-compatibele Blaupunkt-interface op de autoradio zijn aangesloten.
Controleer voordat u een C'n'C-geschikte Blaupunkt-interface aansluit de modus van de AUXingang op de achterzijde. Lees daarvoor de paragraaf "AUX-ingang op achterzijde" in het hoofdstuk "Externe audiobronnen".
112
CD-wisselaar-weergave
U kunt op de autoradio de volgende CD-wisselaar
aansluiten:
•
Blaupunkt CDC A03
•
Blaupunkt CDC A08
•
Blaupunkt IDC A09
Informatie over de behandeling van CD's, het
plaatsen van CD's en voor de bediening van de
CD-wisselaar vindt u in de gebruiksaanwijzing van
uw CD-wisselaar.
Controleer voordat u een CD-wisselaar aansluit de
modus van de AUX-ingang op de achterzijde. Lees
daarvoor de paragraaf "AUX-ingang op achterzijde" in het hoofdstuk "Externe audiobronnen".
Overschakelen naar de CD-/MP3-/
WMA-/C‘n‘C-/CD-wisselaar- weergave
쏅
Druk net zo vaak op de toets SRC 6 tot de
gewenste audiobron wordt weergegeven:
•
"CD": geplaatste CD.
•
"MP3": geplaatste CD, die al als MP3-CD
herkend is.
•
"USB": aangesloten USB-datadrager.
•
Naam van het via C‘n‘C aangesloten apparaat
•
"CDC / AUX": aangesloten CD-wisselaar
(wanneer geen andere externe audiobron
is aangesloten).
Opmerkingen:
•
De betreffende audiobron kan uitsluitend
worden geselecteerd, wanneer een corresponderende CD is geplaatst, resp. een
corresponderend apparaat (bijv. een USBdatadrager of een CD-wisselaar) is aangesloten.
•
Wanneer de autoradio de data van een
aangesloten apparaat of datadrager voor
de weergave eerst moet lezen, verschijnt
zolang "READING" in het display. Dit kan
bij grote datahoeveelheden wel tot 1 minuut duren. Wanneer er sprake is van een
storing in het apparaat of datadrager of
wanneer de overgedragen data niet weer-
CD-/MP3-/WMA-/C‘n‘C-/CD-wisselaar- weergave
gegeven kunnen worden, wordt een overeenkomstige melding op het display weergegeven (bijv. "ERROR" of "USB ERROR").
•
Leest de aangesloten CD-wisselaar vervolgens de geplaatste CD's (bijv. na een
onderbreking in de voeding of na een magazijnwisseling), dan wordt gedurende
die periode "MAG SCAN" weergegeven.
Wanneer de CD-wisselaar geen CD's of
geen magazijn bevat, dan wordt "NO DISC"
weergegeven.
CD plaatsen
Opmerking:
Het automatische transport van de CD mag
niet worden gehinderd of geholpen.
Schuif de CD met de bedrukte zijde naar bo-
쏅
ven in de CD-opening
stand waarneembaar wordt.
De CD wordt automatisch naar binnen getrokken en uw data worden gecontroleerd (op het
display wordt zolang "READING" weergegeven). Daarna begint de weergave in CD- resp.
MP3-weergave. Op het display wordt bij geplaatste CD het CD-symbool getoond.
Opmerking:
Wanneer de geplaatste CD niet kan worden
weergegeven, wordt kort "CD ERROR" weergegeven en wordt de CD na ca. 2 seconden
uit het apparaat geschoven.
7, totdat een weer-
CD verwijderen
Opmerkingen:
Een naar buiten geschoven en niet weg-
•
genomen CD wordt na ca. 10 seconden
automatisch weer naar binnen getransporteerd.
U kunt ook CD's naar buiten laten schuiven
•
wanneer de autoradio is uitgeschakeld of
er een andere audiobron actief is.
Druk op de toets
쏅
CD er uit te schuiven.
:, om een geplaatste
USB-datadrager aansluiten/
verwijderen
Om een USB-datadrager aan te kunnen sluiten,
moet de meegeleverde USB-kabel op de autoradio
worden aangesloten (zie inbouwhandleiding).
쏅
Schakel de autoradio uit, zodat de datadrager
op de juiste wijze wordt aan- en afgemeld.
쏅
Sluit de USB-datadrager op de USB-kabel
aan, resp. ontkoppel deze.
Op het display wordt bij aangesloten USBdatadrager het USB-symbool weergegeven.
Wordt de USB-datadrager na het aansluiten
resp. na het inschakelen van de autoradio de
eerste keer als audiobron geselecteerd, dan
worden vervolgens de data ingelezen (op
het display wordt gedurende deze periode
"READING" weergegeven).
Opmerkingen:
Wanneer de aangesloten USB-datadrager
•
niet weergegeven kan worden, wordt kort
"USB ERROR" weergegeven.
De voor het inlezen benodigde tijd hangt af
•
van het model en de grootte van de USBdatadrager.
Titel kiezen
쏅
Druk kort op de toets 5 / , om naar de
vorige/volgende titel te gaan.
Opmerking:
Wanneer de actuele titel langer dan 3 seconden wordt weergegeven, wordt de titel
opnieuw gestart door één keer op
drukken.
5 te
Map/CD kiezen (alleen bij MP3-/
WMA-/C‘n‘C- resp. CD-wisselaarweergave)
쏅
Druk op de toets @/ 2, om naar de
vorige/volgende map resp. vorige/volgende
CD te gaan.
Opmerking:
U kunt zo ook tussen afspeellijsten van een via
C‘n‘C aangesloten apparaat wisselen.
113
NEDERLANDS
CD-/MP3-/WMA-/C‘n‘C-/CD-wisselaar- weergave
Snelle zoekdoorloop
쏅
Houdt de toets 5 / net zolang ingedrukt tot de gewenste positie is bereikt.
Weergave onderbreken
쏅
Druk op toets 3 <, om de weergave te
onderbreken ("PAUSE") resp. weer te hervatten.
Afspeellijst-modus (alleen in
MP3-/WMA-weergave)
De autoradio kan afspeellijsten afspelen, die met
een MP3-manager zoals bijv. WinAmp of Microsoft
Media Player zijn gemaakt. De afspeellijsten moeten zijn opgeslagen in de root-map van de CD resp.
de USB-datadrager. De volgende afspeellijstformaten kunnen herkend worden: M3U, PLS.
Titel in afspeellijst-modus kiezen
쏅
Druk gedurende ca. 2 seconden op de toets
2< om naar de afspeellijst-modus over te
schakelen:
Op het display wordt kort "LIST MODE" weergegeven. De eerste titel van de eerste afspeellijst wordt afgespeeld.
Opmerking:
Wanneer de datadrager geen afspeellijsten
bevat, wordt kort "NO LIST" weergegeven.
Druk kort op de toets
쏅
5 / > om naar
de vorige/volgende titel van de actuele afspeellijst te gaan.
쏅
Druk op de toets
@ / 2, om naar de
vorige/volgende afspeellijst te gaan.
Op het display wordt kort de naam van de ge-
kozen afspeellijst weergegeven en de eerste
titel van de afspeellijst wordt afgespeeld.
Afspeellijst-modus verlaten
Druk gedurende ca. 2 seconden op toets 2
쏅
<:
Op het display wordt kort "LIST OFF" weer-
gegeven. De actuele titel wordt verder afgespeeld.
114
Alle titels kort weergeven
Met de scanfunctie worden alle beschikbare titels
weergegeven.
쏅
Druk gedurende ca. 2 seconden op toets
MENU•OK
? om het kort weergeven te
starten, resp. kort, om de actueel kort weergegeven titel verder te beluisteren.
Tijdens het kort weergeven worden op het
display afwisselend "SCAN" en het actuele
titelnummer resp. de bestandsnaam weergegeven.
Opmerkingen:
•
Bij weergave van CD-wisselaar is de duur
van fragment per titel ca. 10 seconden.
Voor alle andere weergavesoorten kan de
duur van fragment per titel worden ingesteld (zie hoofdstuk "Gebruikersinstellingen", paragraaf "Instelling in gebruikersmenu uitvoeren", menupunt "SCAN TIME").
In de afspeellijst-modus (MP3-weergave)
•
worden uitsluitend de titels van de actuele
afspeellijst kort weergegeven.
Titels in willekeurige volgorde
weergeven
Druk op de toets 5 MIX <, om te schakelen
쏅
tussen de weergavemodi:
Bedrijf Weergave Betekenis
CD
MP3/
WMA/
C‘n‘C
1
MIX ALL
MIX DIR
MIX ALL
MIX CD
CDC
MIX ALL
Alg.
1
Bij C‘n‘C-bedrijf kunnen afhankelijk van het
MIX OFF
aangesloten apparaat verdere weergavemodi beschikbaar zijn
Afzonderlijke titels, resp. CD's of
mappen herhaald afspelen
쏅
Druk op de toets 4 RPT<, om tussen de
weergavemodi te schakelen:
Bedrijf WeergaveBetekenis
CD
RPT TRACK
MP3/
RPT TRACK
WMA/
C‘n‘C
CDC
Alg.
1
Bij C‘n‘C-bedrijf kunnen afhankelijk van het
RPT DIR
1
RPT TRACK
RPT DISC
RPT OFF
Titel herhalen
Titel herhalen
Map herhalen
2
Titel herhalen
CD herhalen
Normale weergave
aangesloten apparaat verdere weergavemodi beschikbaar zijn
2
Niet in MP3-afspeellijst-modus
Wanneer de RPT-functie actief is, wordt het
RPT-symbool op het display weergegeven.
Displayweergave instellen
쏅
Druk één of meerdere malen op toets DIS/
ESC = om tussen deze weergaven te wis-
selen:
Bedrijf WeergaveBetekenis
Titelnummer en
speeltijd
Titelnummer
en tijd
Bestandsnaam
1
Artiest
Albumnaam
Speeltijd
Tijd
CD
MP3/
WMA/
C‘n‘C
T 01 02:15
T 01 18:33
01 ABC
ABCDEF
ABCDEF
PLAY 02:15
CLK 18:33
Bedrijf WeergaveBetekenis
T 01 02:15
CDC
T 01 18:33
CD 02T 03
1
Artiest en albumnaam moeten als ID3-tag
zijn opgeslagen en worden slechts gedurende ca. 10 seconden en eventueel als
lichtkracht weergegeven; anders wordt de
bestandsnaam weergegeven.
Opmerking
U kunt de weergave van CD-tekst van een
audio-CD in- en uitschakelen (zie hoofdstuk
"Gebruikersinstellingen", paragraaf "Instelling in gebruikersmenu uitvoeren", menupunt
"CD TEXT"). Bij ingeschakelde CD-tekst wordt
bij aanvang van elke titel de betreffende CDtekst eenmaal als lichtkrant weergegeven.
Bluetooth®
U kunt de autoradio via Bluetooth® met andere
Bluetooth®-geschikte apparaten zoals mobiele
telefoons of MP3-spelers verbinden. Zo kunt u
de autoradio met zijn geïntegreerde microfoon
als handsfree-installatie voor verbonden mobiele
telefoons gebruiken en de audioweergave van
andere Bluetooth®-apparaten regelen en via de
luidsprekers van de autoradio weergeven (Bluetooth®-Streaming).
De Bluetooth®-technologie is een draadloze verbinding met beperkte reikwijdte. Daarom moeten Bluetooth®-apparaten voor het realiseren en
handhaven van een verbinding zich in de buurt
van de autoradio (in het voertuig) bevinden.
1
Om een Bluetooth®-verbinding op te zetten, moet
u de autoradio en het Bluetooth®-apparaat eerst
koppelen. Wanneer u de apparaten koppelt,
wordt aansluitend een automatisch een Bluetooth®-verbinding gerealiseerd. Deze verbinding
blijft bestaan zolang het Bluetooth®-apparaat binnen de reikwijdte blijft. Wanneer de verbinding
wordt onderbroken, bijv. omdat u met de telefoon
Titelnummer en
speeltijd
Titelnummer en
kloktijd
CD-nummer en
titelnummer
NEDERLANDS
115
Bluetooth®
buiten de reikwijdte komt, wordt de verbinding
automatisch weer hersteld, wanneer u zich weer
binnen de reikwijdte bevindt.
U kunt steeds slechts één mobiele telefoon en
streaming-apparaat met de autoradio verbinden. Wanneer u een nieuw apparaat met de autoradio verbindt, wordt in dat geval de eventuele
verbinding met een actueel verbonden apparaat
automatisch verbroken. De autoradio laat echter
tot maximaal 5 verschillende Bluetooth®-apparaten gekoppeld en u kunt elk van deze apparaten
steeds snel en gemakkelijk weer verbinden met
de autoradio. Wanneer u een zesde apparaat koppelt, dan wordt het Bluetooth®-apparaat dat als
eerste werd gekoppeld verdrongen.
Bluetooth®-menu
In het Bluetooth®-menu vindt u alle functies voor
het koppelen, verbinden en beheren van Bluetooth®-apparaten.
Bluetooth®-menu oproepen
쏅
Druk op de toets MENU•OK
Druk op toets
쏅
"BLUETOOTH" te selecteren.
Druk op de toets
쏅
menu te openen.
쏅
Druk net zo vaak op de toets
dat het gewenste menupunt is geselecteerd.
Opmerkingen:
•
Het Bluetooth®-menu wordt automatisch
ca. 30 seconden nadat voor het laatst
toetsen zijn ingedrukt verlaten en u keert
terug naar de weergave van de actuele audiobron.
Wanneer een Bluetooth®-proces bezig is
•
(bijv. het herstellen van de verbinding met
het laatst verbonden apparaat), dan zijn de
functies van het Bluetooth®-menu geblokkeerd. Wanneer u gedurende deze periode
probeert het Bluetooth®-menu te openen,
dan wordt in het display "LINK BUSY" weergegeven. Om terug te keren naar de actuele audiobron, drukt u op de toets DIS/ESC
?.
@, om het menupunt
>, om het Bluetooth®-
@ / 2 tot-
=. Druk, om de Bluetooth®-procedure af
116
te breken en het Bluetooth®-menu te openen, op toets
Bluetooth®-menu verlaten
쏅
Druk kort op toets DIS/ESC = om het Blue-
tooth®-menu te verlaten.
A.
Apparaat koppelen en verbinden
Mobiele telefoon koppelen en verbinden
쏅
Selecteer in het Bluetooth®-menu het menupunt "PAIR".
쏅
Druk op toets
nen.
Het menu "PHONE" (Telefoon) is geselecteerd.
쏅
Druk op toets
te koppelen.
In het display wordt "PAIRING" weergegeven
en het Bluetooth®-symbool knippert. De autoradio kan nu gedurende ca. 2 minuten door
een Bluetooth®-mobiele telefoon worden herkend en er mee worden verbonden.
쏅
Zoek op uw mobiele telefoon de autoradio
(Bluetooth®-naam: "TORONTO 400 BT").
Zodra de autoradio door de mobiele telefoon
is gevonden en verbonden moet worden, verschijnt in het display "ENTER PIN" en de PIN
"1234".
쏅
Realiseer vervolgens vanaf uw mobiele telefoon de verbinding. Voer daarbij de door de
autoradio weergegeven PIN in.
Op het display wordt "PAIRED" (gekoppeld)
en vervolgens "CONNECTED" (verbonden)
weergegeven zodra de autoradio en de mobiele telefoon gekoppeld en verbonden worden.
Opmerking:
Wanneer geen verbinding gerealiseerd kan
worden, wordt kort "CON FAIL" (verbinding
mislukt) weergegeven.
>, om het submenu te ope-
>, om een mobiele telefoon
Bluetooth®
Bluetooth®-streaming-apparaat koppelen en
verbinden
쏅
Selecteer in het Bluetooth®-menu het menupunt "PAIR".
쏅
Druk op toets
nen.
Het menu "PHONE" (Telefoon) is geselecteerd.
쏅
Druk op toets
"STREAMING" te selecteren.
쏅
Druk op toets
raat te koppelen.
Op het display wordt de actueel opgeslagen
PIN (standaard "1234") weergegeven. Voer
indien nodig de PIN van het streaming-apparaat in:
쏅
Druk net zo vaak op toets
dat steeds het gewenste cijfer op de actuele
positie wordt weergegeven.
쏅
Druk op toets
4 posities van de PIN te wisselen.
쏅
Druk op toets MENU•OK
voerde PIN te bevestigen.
Opmerking:
Niet alle streaming-apparaten vragen om invoer van hun PIN op de autoradio. Bij sommige streaming-apparaten moet u in plaats
hiervan de PIN van de autoradio invoeren.
Voor dergelijke apparaten kunt u de actuele
PIN van de autoradio eenvoudig door op toets
MENU•OK
volgens op het streaming-apparaat invoeren.
In het display wordt "PAIRING" weergegeven
en het Bluetooth®-symbool knippert. De autoradio kan nu gedurende ca. 2 minuten door
het streaming-apparaat worden herkend en
er mee worden verbonden.
쏅
Zoek vanuit uw streaming-apparaat de autoradio (Bluetooth®-naam: "TORONTO 400
BT") en realiseer de verbinding. Voer daarbij
eventueel de PIN van de autoradio in.
Op het display wordt "PAIRED" (gekoppeld)
en vervolgens "CONNECTED" (verbonden)
>, om het submenu te ope-
@, om het menupunt
>, om een streaming-appa-
@ / 2 tot-
5 / >, om tussen de
?, om de inge-
? te drukken bevestigen en ver-
weergegeven zodra de autoradio en het
streaming-apparaat gekoppeld en verbonden
worden.
Opmerking:
Wanneer geen verbinding gerealiseerd kan
worden, wordt kort "CON FAIL" (verbinding
mislukt) weergegeven.
Telefoonfuncties
Inkomend gesprek aannemen/afwijzen
Bij een inkomend gesprek worden op het display
afwisselend "INCOMING" (inkomend) en het nummer van de beller weergegeven. De actuele audiobron wordt onderdrukt en een beltoon wordt via
de autoradioluidspreker weergegeven.
Opmerking:
Wanneer het nummer van de beller niet wordt
overgedragen, wordt i.p.v. het nummer "PRIVATE NUMBER" (geheim nummer) weergegeven. Wanneer het nummer van de beller is
opgeslagen met een naam, dan worden naam
en nummer weergegeven (zie hoofdstuk
"Telefoonnummer opslaan").
Druk op toets
쏅
nemen.
Op het display worden "CALL" en de lopende
gesprekstijd weergegeven.
쏅
Druk op toets
wijzen resp. om het lopende gesprek af te
sluiten.
Op het display wordt "CALL END" weergegeven.
Oproep doen
쏅
Kies in het Bluetooth®-menu het menupunt
"DIAL NEW".
쏅
Druk op de toets
U kunt nu een telefoonnummer tot maximaal
20 posities invoeren:
쏅
Druk net zo vaak op toets
dat steeds het gewenste cijfer op de actuele
positie wordt weergegeven.
B, om het gesprek aan te
A, om het gesprek af te
>.
@/ 2 tot-
117
NEDERLANDS
Bluetooth®
Druk op toets 5 / >, om tussen de
쏅
posities van het nummer te wisselen.
Druk op toets
쏅
nummer te bellen.
Op het display worden afwisselend "OUT-
GOING" en het gekozen nummer weergegeven.
Opmerking:
Wanneer het gekozen nummer van de beller is
opgeslagen met een naam, dan worden naam
en nummer weergegeven (zie hoofdstuk
"Telefoonnummer opslaan").
Zodra uw gesprekspartner het gesprek accepteert, wordt in het display afwisselend "CALL"
en de lopende gesprekstijd weergegeven.
Telefoonnummer opslaan
쏅
Kies in het Bluetooth®-menu het menupunt
"DIAL NEW".
쏅
Druk op de toets
U kunt nu een telefoonnummer tot maximaal
20 posities invoeren:
Druk net zo vaak op toets
쏅
dat steeds het gewenste cijfer op de actuele
positie wordt weergegeven.
Druk op toets
쏅
posities van het nummer te wisselen.
쏅
Druk gedurende ca. 2 seconden op de gewenste voorkeuzetoets 1 - 5< om alleen
het nummer op te slaan.
- of -
쏅
Druk op toets MENU•OK
voor de positie in te voeren.
U kunt nu een naam met max. 9 posities invoeren:
Druk net zo vaak op toets
쏅
dat steeds het gewenste cijfer op de actuele
positie wordt weergegeven.
쏅
Druk op toets
posities van de naam te wisselen.
B, om het ingevoerde
>.
@ / 2 tot-
5 / >, om tussen de
?, om een naam
@ / 2 tot-
5 / >, om tussen de
Druk gedurende ca. 2 seconden op de ge-
쏅
wenste voorkeuzetoets 1 - 5< om nummer
en naam op te slaan.
Opmerking:
Een eerder onder de voorkeuzetoets opgeslagen nummer wordt overschreven.
Snelkiezen
Met snelkiezen kunt u het laatst gekozen nummer
of een opgeslagen nummer (zie hoofdstuk "Telefoonnummer opslaan") bellen.
Druk op toets
쏅
Op het display wordt het laatst gekozen nummer weergegeven.
Opmerking:
Wanneer momenteel geen mobiele telefoon is
verbonden, dan wordt het Bluetooth®-menu
geopend. Het menupunt "PAIR" is gekozen.
Druk eventueel op een voorkeuzetoets 1 - 5
쏅
<, om het daar opgeslagen nummer op te
roepen.
Druk op toets
쏅
len.
Op het display worden afwisselend "OUT-
GOING" en het gekozen nummer weergegeven.
B.
B, om het nummer te bel-
Bluetooth®-Streaming-weergave
Bluetooth®-Streaming-weergave starten
쏅
Druk net zo vaak op toets SRC 6 totdat "BT
STREAM" op het display wordt weergegeven.
De weergave begint.
Opmerkingen:
•
De Bluetooth®-Streaming-weergave kan
nu worden gekozen, wanneer een geschikt
Streaming-apparaat is verbonden.
•
Wanneer de verbinding met het Streamingapparaat tijdens de weergave verloren
gaat, wordt kort "CON LOST" (verbinding
verloren) weergegeven en de autoradio
schakelt over naar de vorige audiobron.
118
Bluetooth®
Titel kiezen
쏅
Druk kort op de toets
de vorige/volgende titel te gaan.
5 / >, om naar
Andere functies in het Bluetooth®menu
Bluetooth®-PIN veranderen
De autoradio heeft af fabriek Bluetooth®-PIN
"1234", die u bijv. bij het koppelen van een mobiele telefoon moet invoeren op de mobiele telefoon. U kunt deze PIN wijzigen.
쏅
Kies in het Bluetooth®-menu het menupunt
"PIN EDIT".
쏅
Druk op toets
nen.
쏅
Druk net zo vaak op toets
dat steeds het gewenste cijfer op de actuele
positie wordt weergegeven.
Druk op toets
쏅
4 posities van de PIN te wisselen.
쏅
Druk op de toets MENU•OK
Gekoppelde apparaten beheren
In het Bluetooth®-menu kunt u de gekoppelde Bluetooth®-apparaten (mobiele telefoons en streamingapparaten zoals MP3-spelers) beheren.
In de apparaatlijsten voor mobiele telefoons
("PHN LIST") en streaming-apparaten ("STR
LIST") worden de gekoppelde apparaten weergegeven. Hier kunt u:
De verbinding met actueel verbonden Bluetoo-
•
th®-apparaat verbreken
Een verbinding met een gekoppeld Bluetooth®-
•
apparaat maken
Een Bluetooth®-apparaat ontkoppelen
•
Kies in het Bluetooth®-menu het menupunt
쏅
"PHN LIST" resp. "STR LIST".
Druk op toets
쏅
nen.
Het eerste apparaat in de lijst wordt weerge-
geven.
>, om het submenu te ope-
@ / 2 tot-
5 / >, om tussen de
?.
>, om het submenu te ope-
Opmerking:
Wanneer geen apparaat is gekoppeld, wordt
kort "EMPTY" (lijst leeg) weergegeven.
Druk net zo vaak op toets
쏅
het gewenste apparaat wordt weergegeven.
U kunt kiezen uit de volgende opties:
쏅
Druk op toets
apparaat te verbinden.
Op het display wordt "CONNECTNG" (verbinden) weergegeven. Zodra het apparaat
verbonden is, wordt kort "CONNECTED" (verbinden) weergegeven en keert u terug naar
het Bluetooth®-menu. Wanneer het apparaat
reeds verbonden is, wordt kort "CON EXIST"
(verbinding bestaat al) weergegeven en keert
u terug naar de lijst van de gekoppelde mobiele telefoons resp. streaming-apparaten.
Druk op toets
쏅
het weergegeven apparaat te verbreken.
Op het display wordt kort "DISCONNTD" (ge-
scheiden) weergegeven en u keert terug naar
het Bluetooth®-menu. Indien het apparaat
niet was verbonden, wordt kort "NO CONNCT" (geen verbinding) weergegeven en u
keert terug naar de lijst van gekoppelde mobiele telefoons resp. streaming-apparaten.
Druk gedurende ca. 2 seconden op toets
쏅
A om het weergegeven apparaat te ontkoppelen.
Op het display wordt kort "DELETED" (verwijderd) weergegeven en u keert terug naar het
Bluetooth®-menu.
Alle gekoppelde apparaten ontkoppelen
쏅
Kies in het Bluetooth®-menu het menupunt
"DELETE ALL".
쏅
Druk op toets
apparaten te ontkoppelen.
In het display wordt "CONFIRM" (bevestigen)
weergegeven.
쏅
Druk nogmaals op toets
Op het display wordt kort "DELETED" (ont-
koppeld) weergegeven.
@ / 2 totdat
B, om het weergegeven
A, om de verbinding met
>, om alle gekoppelde
>.
NEDERLANDS
119
Externe audiobronnen
Externe audiobronnen
Front-AUX-IN-bus
Gevaar! Verhoogd letselgevaar
door stekker.
stekende stekker in de front-AUX-IN-bus letsel
veroorzaken. Het gebruik van rechte stekkers of
adapters leidt tot een verhoogd risicoletsel.
Daarom verdient gebruik van haakse stekkers
aanbeveling, bijv. de Blaupunkt toebehorenkabel
(7 607 001 535).
Zodra een externe audiobron zoals bijvoorbeeld
een draagbare CD-/ MiniDisc- of MP3-speler op
de front-AUX-IN-bus is aangesloten, kan deze met
de toets SRC 6 worden geselecteerd. Op het
display wordt dan "FRONT AUX" weergegeven.
AUX-ingang aan achterzijde
Via de AUX-ingang aan de achterzijde (Rear-AUXIN) kunt u verschillende externe audiobronnen op
de autoradio aansluiten:
•
•
•
Controleer voordat u een bepaald apparaat aansluit, eerst de modus van de AUX-ingang op de
achterzijde en wijzig eventueel de instelling (zie
hoofdstuk "Gebruikersinstellingen", paragraaf "Instelling in gebruikersmenu uitvoeren", menupunt
120
In geval van een ongeluk kan de uit-
C‘n‘C-geschikte apparaten uit het Blaupunkttoebehorenprogramma (bijv. een C‘n‘C-geschikte Bluetooth®/USB- of iPod®/USB-interface; C‘n‘C = Command and Control).
CD-wisselaar
Andere externe audiobronnen zoals bijvoor-
beeld draagbare CD-spelers, MiniDisc-spelers,
MP3-spelers of een niet C‘n‘C-compatibele
Blaupunkt-interface.
Opmerking:
Voor het aansluiten van een externe audiobron via de AUX-ingang op de achterzijde
heeft u een adapterkabel nodig. Deze kabel
(Blaupunkt-nr. 7 607 897 093) is verkrijgbaar bij uw Blaupunkt-vakhandel.
"CDC"). Let er op dat u de instellingen uitsluitend
wijzigt zolang er geen apparaat op de AUX-ingang
aan de achterzijde is aangesloten. Verwijder eerst
eventueel aangesloten apparaten bij uitgeschakelde autoradio.
C'n'C-weergave starten
쏅
Druk net zo vaak op toets SRC 6 totdat de
naam van het via C'n'C aangesloten apparaat
op het display verschijnt.
De weergave begint.
Opmerkingen:
•
De C'n'C-weergave kan alleen worden gekozen wanneer een geschikt apparaat op
een C'n'C-interface is aangesloten.
•
Lees voor de bediening van de radio in
C‘n‘C-bedrijf het hoofdstuk "CD-/MP3-/
WMA-/C‘n‘C-/CD-wisselaar- weergave".
•
U kunt gebruik makend van een geschikte
adapterkabel tot maximaal 3 C'n'C-compatibel Blaupunkt-interfaces op de autoradio
aansluiten. Om er voor te zorgen dat de autoradio de verschillende interfaces kan onderscheiden, kunt u aan elke interface een
individueel apparaatnummer toekennen
(zie hoofdstuk "Gebruikersinstellingen",
paragraaf "Instelling in gebruikersmenu
uitvoeren", menupunt "C‘N‘C").
AUX-weergave starten
쏅
Druk net zo vaak op toets SRC 6 totdat
"CDC / AUX" op het display verschijnt.
De weergave begint.
Opmerking:
U kunt voor de AUX-ingang op de achterzijde
een eigen naam invoeren, welke in AUX-weergave op het display wordt weergegeven, wanneer u de aangesloten audiobron heeft geselecteerd (zie hoofdstuk "Gebruikersinstellingen", paragraaf "Instelling in gebruikersmenu
uitvoeren", menupunt "AUX EDIT").
Klankinstellingen
Klankinstellingen
In het audio-menu kunt u de volgende klankkleurinstellingen veranderen:
•
Bas en treble instellen
•
Volumeverdeling links/rechts (balans) resp.
voor/achter (fader) instellen
•
Versterking van de lage tonen bij laag volume
(X-Bass) instellen.
In het uitgebreide audio-menu kunt u daarnaast
de volgende instellingen uitvoeren:
•
3-band-equalizer instellen:
–
Middentonenniveau instellen.
–
Bas-, midden- en hoge tonen frequentie
kiezen.
–
Kwaliteitsfactor voor bas en middentonen
instellen.
•
Uitgebreide X-Bass-instellingen uitvoeren (niveau en frequentie)
•
Equalizer-voorinstellingen kiezen
Opmerking:
De instellingen voor bassen midden- en hoge
tonen worden steeds voor de actuele audiobron opgeslagen.
Audiomenu oproepen en verlaten
Druk kort op toets MENU•OK ? om het ge-
쏅
bruikersmenu te openen.
Druk net zo vaak op toets
쏅
dat het menupunt "AUDIO" is geselecteerd.
Druk op toets
쏅
openen.
Druk net zo vaak op de toets
쏅
totdat het gewenste menupunt is geselecteerd.
Voer de instelling uit (zie volgende para-
쏅
graaf).
Druk kort op toets MENU•OK ? om een
쏅
ander menupunt te selecteren.
- of Druk kort op toets DIS/ESC = om het menu
쏅
te verlaten.
>, om het audiomenu te
@ / 2 tot-
@ / 2
Opmerking:
Het menu wordt automatisch ca. 15 seconden nadat voor het laatst toetsen zijn ingedrukt verlaten en u keert terug naar de weergave van de actuele audiobron.
Instelling in audiomenu uitvoeren
BAS
Niveau lage tonen. Instellingen: -7 tot +7.
Druk op toets
쏅
nen.
쏅
Druk op toets
uit te voeren.
TREBLE
Niveau hoge tonen. Instellingen: -7 tot +7.
쏅
Druk op toets
nen.
쏅
Druk op toets
uit te voeren.
Balans
Volumeverdeling links/rechts. Instellingen: L9
(links) tot R9 (rechts).
쏅
Druk op toets
nen.
쏅
Druk op toets
uit te voeren.
FADER
volumeverdeling voor/achter. Instellingen: R9
(achter) tot F9 (voor).
쏅
Druk op toets
nen.
쏅
Druk op toets
uit te voeren.
X-BAS S
Versterking van de lage tonen bij gering volume.
Instellingen: 0 (uit) tot 3 (grootste versterking).
쏅
Druk op toets
nen.
>, om het submenu te ope-
@ / 2 om de instelling
>, om het submenu te ope-
@ / 2 om de instelling
>, om het submenu te ope-
@ / 2 om de instelling
>, om het submenu te ope-
@ / 2 om de instelling
>, om het submenu te ope-
NEDERLANDS
121
Klankinstellingen
쏅
Druk op toets @/ 2 om de instelling
uit te voeren.
Uitgebreid audiomenu oproepen en
verlaten
쏅
Kies in het audiomenu het menupunt "ENHANCED".
쏅
Druk op toets
menu te openen.
쏅
Druk net zo vaak op de toets
totdat het gewenste menupunt is geselecteerd.
쏅
Voer de instelling uit (zie volgende paragraaf).
쏅
Druk kort op toets MENU•OK ? om een
ander menupunt te selecteren.
- of -
쏅
Druk kort op toets DIS/ESC = om het menu
te verlaten.
> om het ENHANCED-
@ / 2
Instelling in het uitgebreide
audiomenu uitvoeren
E-BASS
Basfrequentie en kwaliteitsfactor instellen. Instellingen:
•
Basfrequentie: 60/80/100/200 Hz
•
Kwaliteitsfactor: 1,0/1,25/1,5/2,0
쏅
Druk op toets
te openen.
쏅
Druk op toets
submenu's "FREQ" (frequentie) en QFAC
(kwaliteitsfactor) te wisselen.
쏅
Druk op de toets
beschikbare instellingen van het submenu te
wisselen.
E-TREBLE
Hoge frequenties instellen. Instellingen: 10/12,
5 tot 15/17,5 kHz.
쏅
Druk op toets
E-TREBLE te openen.
> om het submenu E-BASS
@ / 2 om tussen de
5 / > om tussen de
> om het submenu
Druk op de toets
쏅
beschikbare instellingen van het submenu te
wisselen.
E-MIDDLE
Middenniveau en -frequentie alsmede kwaliteitsfactor instellen. Instellingen:
Middenniveau: -7 tot +7
•
Middenfrequentie: 0,5/1,0/1,5/2,5 kHz
•
Kwaliteitsfactor: 0,5/0,75/1,0/1,25
•
Druk op toets
쏅
DLE te openen.
Druk op toets
쏅
tussen de submenu's "GAIN" (niveau), "FREQ"
(frequentie) en QFAC (kwaliteitsfactor).
Druk op de toets
쏅
beschikbare instellingen van het submenu te
wisselen.
E-XBASS
X-Bass niveau en -frequentie instellen. Instellingen:
X-Bass niveau: 0 (uit) tot 3
•
X-Bass frequentie: 30/60/100 Hz
•
Druk op toets
쏅
E-XBASS te openen.
Druk op toets
쏅
de submenu's "GAIN" (niveau) en "FREQ"
(frequentie) te wisselen.
Druk op de toets
쏅
beschikbare instellingen van het submenu te
wisselen.
PRESETS
Equalizer-voorinstellingen kiezen. Instellingen:
POP, ROCK, CLASSIC, P-EQ OFF (geen voorinstelling).
쏅
Druk op toets
SETS te openen.
Druk op toets
쏅
instellingen te wisselen.
5 / > om tussen de
> om het submenu E-MID-
@ / 2 om te wisselen
5 / > om tussen de
> om het submenu
@ / 2 om tussen
5 / > om tussen de
> om het submenu PRE-
@ / 2 om tussen de
122
Gebruikersinstellingen
Gebruikersinstellingen
Gebruikersmenu oproepen en
verlaten
쏅
Druk kort op toets MENU•OK ? om het
menu te openen.
쏅
Druk net zo vaak op de toets
totdat het gewenste menupunt is geselecteerd.
쏅
Voer de instelling uit (zie volgende paragraaf).
쏅
Druk kort op toets MENU•OK ? om een
ander menupunt te selecteren.
- of -
쏅
Druk kort op toets DIS/ESC = om het menu
te verlaten.
Opmerking:
Het menu wordt automatisch ca. 15 seconden nadat voor het laatst toetsen zijn ingedrukt verlaten en u keert terug naar de weergave van de actuele audiobron.
Instelling in gebruikersmenu
uitvoeren
CDC
Modus van de AUX-ingang op de achterkant instellen. Instellingen: ON (voor aansluiten van een CDwisselaar of een andere externe audiobron), OFF
(voor aansluiting van een C‘n‘C-geschikt Blaupunkt-interface).
쏅
Druk op toets
nen.
쏅
Druk op toets
te wisselen.
쏅
Druk kort op toets MENU•OK ? om de
gekozen instelling te bevestigen.
De autoradio schakelt automatisch uit en met
de gekozen instelling weer in.
> om het submenu te ope-
> om tussen de instellingen
@ / 2
C‘N‘C
Aan aangesloten C‘n‘C-geschikte interfaces
een individueel apparaatnummer toekennen
(C‘n‘C = Command and Control). Lengte: 4 posities, cijfers: 0-9, A-F (hexadecimaal).
Druk op toets
쏅
nen.
쏅
Druk op toets
te kiezen ("DEV 1 - 3").
쏅
Druk op toets
te wijzigen.
Druk op toets
쏅
tussen de posities.
Het teken op de gekozen positie knippert,
wanneer dit is gekozen.
Druk op toets
쏅
lecteerde positie een cijfer te kiezen.
쏅
Druk kort op toets MENU•OK ? om het
ingevoerde apparaatnummer te bevestigen.
CDTEXT
Weergave van CD-tekst in- of uitschakelen. Instellingen: ON (aan), OFF (uit).
쏅
Druk op toets
nen.
쏅
Druk op toets
te wisselen.
쏅
Druk kort op toets MENU•OK ? om de
gekozen instelling te bevestigen.
TA VOLUME
(alleen voor tunerregio "EUROPE")
Minimale volume voor verkeersberichten instellen. Instellingen: 1 – 50.
쏅
Druk op toets
nen.
쏅
Druk op toets
volumeregelaar 4 om de instelling uit te
voeren.
> om het submenu te ope-
@ / 2 om de interface
> om het apparaatnummer
5 / > om te wisselen
@ / 2 om op de gese-
> om het submenu te ope-
> om tussen de instellingen
> om het submenu te ope-
@ / 2 of draai aan de
NEDERLANDS
123
Gebruikersinstellingen
SENS
Alleen bij FM-radioweergave mogelijk: Gevoeligheid van de zoekafstemming instellen. Instellingen: LO1 (geringste) – HI6 (hoogste).
쏅
Druk op toets
nen.
쏅
Druk op toets
uit te voeren.
SCAN TIME
Duur van fragment in stappen van 5 seconden
instellen. Instelling: 5 – 30.
쏅
Druk op toets
nen.
쏅
Druk op toets
uit te voeren.
CLOCK SET
De tijd van de klok instellen.
쏅
Druk op toets
nen.
쏅
Druk op toets
tussen minuten en uren.
De minuten- resp. urenweergave knippert
wanneer deze is geselecteerd.
쏅
Druk op toets
resp. uren in te stellen.
쏅
Druk kort op toets MENU•OK ? om de inge-
voerde tijd te bevestigen.
Opmerking:
In de 12-uur tijdmodus (12H MODE) wordt
achter de tijd een "A" voor 's ochtends resp.
een "P" voor 's middags weergegeven.
Weergave van de tijd bij uitgeschakelde radio en
uitgeschakeld voertuigcontact in- of uitschakelen.
Instellingen: ON (aan), OFF (uit).
Druk op toets
쏅
nen.
쏅
Druk op toets
te wisselen.
쏅
Druk kort op toets MENU•OK ? om de
gekozen instelling te bevestigen.
BEEP
Bevestigingstoon in- of uitschakelen. Instellingen:
ON (aan), OFF (uit).
쏅
Druk op toets
nen.
쏅
Druk op toets
te wisselen.
쏅
Druk kort op toets MENU•OK ? om de
gekozen instelling te bevestigen.
MUTE LVL
Volume voor onderdrukking instellen. Instellingen: 0 – 50.
쏅
Druk op toets
nen.
쏅
Druk op toets
volumeregelaar 4 om de instelling uit te
voeren.
ON VOLUME
Inschakelvolume instellen. Instellingen: 0 – 50
of LAST VOL (voor het uitschakelen van de autoradio laatst ingesteld volume). Bij de instelling
"LAST VOL" is het inschakelvolume begrensd op
max. 25.
쏅
Druk op toets
VOL" te kiezen.
- of -
쏅
Druk op toets
tussen 0 en 50 in te stellen.
> om het submenu te ope-
> om tussen de instellingen
> om het submenu te ope-
> om tussen de instellingen
> om het submenu te ope-
@ / 2 of draai aan de
> om de instelling "LAST
5 om het inschakelvolume
124
Druk op toets @ / 2 of draai aan de
쏅
volumeregelaar 4 om de instelling uit te
voeren.
REG
(alleen voor tunerregio "EUROPE")
Alleen bij FM-radioweergave mogelijk: REG-functie in- of uitschakelen. Instellingen: ON (aan), OFF
(uit).
쏅
Druk op toets
> om het submenu te ope-
nen.
쏅
Druk op toets
> om tussen de instellingen
te wisselen.
PTY LANG
(alleen voor tunerregio "EUROPE")
Alleen bij FM-radioweergave mogelijk: taal voor
de weergave van de programmatypen kiezen. Instellingen: ENGLISH, FRANCAIS, DEUTSCH.
쏅
Druk op toets
> om het submenu te ope-
nen.
쏅
Druk op toets
@ / 2 om tussen de
instellingen te wisselen.
PTY
(alleen voor tunerregio "EUROPE", "USA",
"S AMERICA")
Alleen bij FM-radioweergave mogelijk: PTY-functie in- of uitschakelen. Instellingen: ON (aan), OFF
(uit).
쏅
Druk op toets
> om het submenu te ope-
nen.
쏅
Druk op toets
> om tussen de instellingen
te wisselen.
DISP COL
Kleuren voor de displayverlichting mengen uit de
basiskleuren rood, groen en blauw (RGB). Instellingen voor R, G en B steeds 0 tot 16.
Druk op toets
쏅
5 om het submenu "4096
COL" te kiezen (instellen van R, G en B), resp.
de toets
> om het submenu "256 COL"
te kiezen (instellen van R en G, B blijft ongewijzigd).
Gebruikersinstellingen
Druk op toets
쏅
> om het submenu te ope-
nen.
쏅
Druk op toets
5 / > om te wisselen
tussen de kleuren.
De waarde van de geselecteerde kleur knip-
pert.
쏅
Druk op toets
@/ 2 om de waarde
van de geselecteerde kleur in te stellen.
쏅
Druk kort op toets MENU•OK ? om de
gekozen instelling te bevestigen.
SCAN
Continue kleurwisseling van de displayverlichting
in- of uitschakelen. Instellingen: ON (aan), OFF
(uit).
쏅
Druk op toets
> om het submenu te ope-
nen.
쏅
Druk op toets
> om tussen de instellingen
te wisselen.
쏅
Druk kort op toets MENU•OK ? om de
gekozen instelling te bevestigen.
Wanneer de continue kleurwisseling is ingeschakeld, wijzigt de kleur van de displayverlichting
voortdurend over het hele kleurenspectrum.
COL SCAN
Kleur van de displayverlichting tijdens een kleurzoekdoorloop selecteren.
Druk op toets
쏅
> om de kleurzoekdoor-
loop te starten.
Op het display wordt afwisselend "SCAN-
NING" en "OK (MENU)" weergegeven en de
kleur van de displayverlichting wijzigt voortdurend.
Druk kort op toets MENU•OK ? om de juist
쏅
ingestelde kleur te selecteren.
DIM DAY/DIM NIGHT
Displayhelderheid voor overdag (DIM DAY) resp.
's nachts (DIM NIGHT) instellen. Instellingen:
1 – 16.
Druk op toets
쏅
> om het submenu te ope-
nen.
NEDERLANDS
125
Gebruikersinstellingen | Fabrieksinstellingen
쏅
Druk op toets @ / 2 om de instelling
uit te voeren.
Wanneer uw autoradio is aangesloten zoals staat
beschreven in de handleiding en uw voertuig beschikt over de betreffende aansluiting, dan volgt
de omschakeling van de displayhelderheid voor
dag en nacht tegelijk met het in- en uitschakelen
van de voertuigverlichting.
AUX EDIT
Naam voor de AUX-ingang aan de achterkant
bij AUX-weergave invoeren. Lengte: 9 posities;
tekens: A-Z, 0-9.
쏅
Druk op toets
nen.
쏅
Druk op toets
tussen de posities.
Het teken op de gekozen positie knippert,
wanneer dit is gekozen.
쏅
Druk op toets
lecteerde positie een teken te selecteren.
쏅
Druk kort op toets MENU•OK ? om de inge-
voerde naam te bevestigen.
TRAF
(alleen voor tunerregio "EUROPE")
Alleen bij FM-radioweergave mogelijk: voorrang
voor verkeersberichten in- of uitschakelen. Instellingen: ON (aan), OFF (uit).
쏅
Druk op toets
nen.
쏅
Druk op toets
te wisselen.
RDS
(alleen voor tunerregio "EUROPE")
Alleen bij FM-radioweergave mogelijk: RDS-functie in- of uitschakelen. Instellingen: ON (aan), OFF
(uit).
Druk op toets
쏅
nen.
쏅
Druk op toets
te wisselen.
> om het submenu te ope-
5 / > om te wisselen
@ / 2 om op de gese-
> om het submenu te ope-
> om tussen de instellingen
> om het submenu te ope-
> om tussen de instellingen
Fabrieksinstellingen
Fabrieksinstellingen in gebruikersmenu:
ON VOLUMELAST VOL
MUTE LVL0
SENSHI6
SCAN TIME10
CLOCKOFF
BEEPON
DIM DAY15
DIM NIGHT12
CDTEXTOFF
12H/24H MODE24H
CLOCKSET00:00
TA V OL2 0
RDS*ON
REG*ON
TRAF*OFF
* Alleen in tunerregio "EUROPE"
U kunt de oorspronkelijke fabrieksinstellingen van
de autoradio herstellen:
쏅
Druk kort op toets MENU•OK ? om het
menu te openen.
쏅
Druk net zo vaak op toets
dat het menupunt "NORMSET" is geselecteerd.
쏅
Druk langer dan 4 seconden op de toets
MENU•OK ?.
Op het display wordt kort "NORM ON" weergegeven. De autoradio schakelt automatisch
uit en weer in met de fabrieksinstellingen.
Opmerking:
Wanneer u de toets MENU•OK ? korter dan
4 seconden indrukt, wordt "NORM OFF" op
het display weergegeven en blijven de actuele instellingen bewaard.
@ / 2 tot-
126
Nuttige informatie | Technische gegevens
Nuttige informatie
Garantie
Voor onze producten die binnen de Europese Unie
gekocht zijn, bieden wij een fabrieksgarantie.
Voor buiten de EU gekochte apparaten gelden de
garantiebepalingen van de betreffende vertegenwoordigingen in die landen.
De garantievoorwaarden kunt u raadplegen op
www.blaupunkt.com of direct opvragen bij:
Golfgebieden USA:
FM : 87,7 - 107,9 MHz
AM (MW): 530 - 1 710 kHz
Golfgebieden Zuid-Amerika:
FM : 87,5 - 107,9 MHz
AM (MW): 530 - 1 710 kHz
Frequentiebereik FM:
30 - 15 000 Hz
CD
Frequentiebereik:
20 - 20 000 Hz
Pre-amp out
Vier kanalen: 2 V
Ingangsgevoeligheid
Rear-AUX-IN: 1,2 V / 10 kΩ
Front-AUX-IN: 500 mV / 6 kΩ
Tel-/Navi-ingang: 10 V / 1 kΩ
Afmetingen en gewicht
B x H x D (mm): 182 x 53 x 155
Gewicht: ca. 1,30 kg
Wijzigingen voorbehouden
NEDERLANDS
127
Einbauanleitung • Installation instruction
DE – Einbauanleitung
Sicherheitshinweise
Für die Dauer der Montage und des
Anschlusses beachten Sie bitte folgende
Sicherheitshinweise.
•
Minuspol der Batterie abklemmen! Dabei die
Sicherheitshinweise des Kfz- Herstellers beachten.
Beim Bohren von Löchern darauf achten,
•
dass keine Fahrzeugteile beschädigt werden.
Der Querschnitt des Plus- und Minus kabels
•
darf 1,5 mm
Fahrzeugseitige Stecker nicht an das
•
Radio anschließen!
Die für Ihren Fahrzeugtyp erforderlichen
Adapterkabel erhalten Sie im BLAUPUNKTFachhandel.
Je nach Bauart kann Ihr Fahrzeug von dieser
•
Beschreibung abweichen. Für Schäden durch
Einbau- oder Anschlussfehler und für Folgeschäden übernehmen wir keine Haftung.
Sollten die hier aufgeführten Hin weise für
Ihren Einbau nicht passen, so wenden Sie
sich bitte an Ihren Blaupunkt-Fachhändler,
Ihren Fahrzeughersteller oder unsere TelefonHotline.
Bei Einbau eines Amplifi er oder Changers müssen
unbedingt erst die Gerätemassen angeschlossen
werden, bevor die Stecker für die Line-In- oder
Line-Out-Buchse kontaktiert werden.
Fremdgerätemassen dürfen nicht an der
Autoradiomasse (Gehäuse) angeschlossen
werden.
2
nicht unterschreiten.
GB – Installation instructions
Safety instructions
When carrying out installation work and
making connections please observe the following safety instructions:
•
Disconnect the negative terminal of the battery! When doing so, please observe the vehicle manufacturer’s safety instructions.
Make sure you do not damage vehicle compo-
•
nents when drilling any holes.
•
The cross sections of the positive and negative cables must not be less than 1.5 mm
Do not connect the vehicle’s plug connec-
•
tors to the radio!
You can obtain the adapter cable required for
your vehicle type from any BLAUPUNKT dealer.
Depending on the model, your vehicle may
•
differ from the description provided here.
We accept no responsibility for any damages
due to incorrect installation or connection or
for any consequential damages.
If the information provided here is not suitable for your specifi c installation requirements, please contact your Blaupunkt dealer,
your vehicle manufacturer or our telephone
hotline.
When installing an amplifi er or changer, you
must fi rst connect the device earth connections
before connecting the plugs for the line-in or lineout jacks.
Earth connection of external devices may not
be connected to earth of car sound system
(housing).
2
.
381
Notice de montage • Istruzioni di installazione
FR – Notice de montage
Consignes de sécurité
Respecter les consignes de sécurité
suivantes pendant la durée du montage et du
branchement.
•
Débrancher le pôle (-) de la batterie !
Respecter les consignes de sécurité du
constructeur automobile !
Veiller à n’endommager aucune pièce du vé-
•
hicule en perçant des trous.
•
La section du câble (+) et (-) ne doit pas dépasser 1,5 mm².
Ne pas brancher les connecteurs du véhi-
•
cule sur la radio !
Les câbles d’adaptation nécessai res pour le
type de véhicule sont disponibles auprès des
revendeurs BLAUPUNKT.
•
En fonction du modèle, votre véhicule peut
différer de cette description. Nous déclinerons toute responsabilité en cas de dommages causés par des erreurs de montage ou de
connexion et en cas de dommages consécutifs.
Si les indications décrites ici ne s’appliquent
au montage que vous voulez effectuer, adressez-vous à votre revendeur Blaupunkt, votre
constructeur automobile ou notre service
d’assistance téléphonique.
Pour le montage d’un amplifi cateur ou changeur, les masses d’appareil doivent être
d’abord connectées avant de connecter les
fi ches pour les connecteurs Line In ou Line
Out.
Les masses des appareils externes ne doivent
pas être raccordées à la masse de l'autoradio
(boîtier).
IT – Istruzioni di installazione
Note di sicurezza
Durante il montaggio e l’allacciamento
osservate per favore le seguenti istruzioni
sulla sicurezza.
•
Staccate il polo negativo della batteria! Nel
fare ciò osservate le istruzioni di sicurezza
del fabbricante d’auto.
Quando praticate dei fori, fate attenzione a
•
non danneggiare nessuna parte dell’autovettura.
La sezione dei cavi positivi e negativi non
•
deve essere mai inferiore a 1,5 mm².
Non collegate alla radio le spine in dotazione
•
di autovettura!
Richiedete ad un negoziante specializzato in
•
articoli BLAUPUNKT il cavo di adattamento
richiesto per il vostro modello di autovettura.
•
A seconda del modello il Suo veicolo può differire da questa descrizione. Non forniamo
garanzia per danni derivanti da errori di montaggio o di collegamento e per danni conseguenti.
•
Se le indicazioni qui elencate non sono adatte al Suo montaggio, La preghiamo di rivolgersi al Suo rivenditore Blaupunkt, al fabbricante dell’auto o alla nostra hotline telefonica.
Quando vengono montati un amplifi catore o
un multilettore CD, bisogna innanzi tutto allacciare le masse degli apparecchi prima di
eseguire la connessione delle spine con le
prese line-in e line-out.
Le masse di altri apparecchi non de vono essere collegate alla massa dell'autoradio (involucro).
382
Inbowhandleiding • Monteringsvejledning
NL – Inbowhandleiding
Adviezen voor de
veiligheid
Wilt u dedurende het monteren en aansluiten de volgende veiligheidsadviezen in acht
nemen.
•
De minpool van de batterij afklemmen! De
veiligheidsadviezen van de fabrikant in acht
nemen.
Bij het gaten boren erop letten dat geen voer-
•
tuigonderdelen worden beschadigd.
•
De dwarsdoorsnede van de plus- en minkabel mag niet minder dan 1,5 mm² zijn.
Stekker aan de voertuigkant niet aan de
•
radio aansluiten!
De voor uw voertuig vereiste adapterkabel is
bij de BLAUPUNKT-vakhandel verkrijgbaar!
•
Afhankelijk van de uitvoering kan uw auto afwijken van deze beschrijving. Voor schade
door fouten in montage of aansluiting en
schade als gevolg daarvan aanvaarden wij
geen aansprakelijkheid.
Mochten de hier vermelde aanwijzingen voor
de montage voor u niet van toepassing zijn,
dan kunt u contact opnemen met uw
Blaupunkt-vakhandel, uw autofabrikant of
onze telefoon-hotline.
Bij inbouw van een versterker of cd-wisselaar
moeten eerst de massacontacten van de apparaten worden verbonden voordat de stekkers voor de line-in- of line-out-bussen worden aangesloten.
De massa van andere apparaten mag niet aan
de massa van de autoradio (huis) worden aangesloten.
SW – Monteringsanvisning
Skyddsanvisningar
Vänligen beakta följande skyddsanvisningar under pågående montage och
anslutning.
•
Lossa polskon från batteriets minuspol! Följ
därvid fordonstillverkarens skyddsanvisningar.
Se till att inga av fordonets komponenter ska-
•
das i samband med borrning av hål.
•
Plus- och minuskabelns ledningsarea måste
vara minst 1,5 mm².
Fordonets stickkontakt får inte anslutas
•
till radion!
Din BLAUPUNKT fackhandel tillhandahåller
för resp fordonstyp erforderlig adapterkabel.
Beroende på konstruktionstyp kan fordonet
•
avvika från denna beskrivning. Vi frånsäger
oss allt ansvar för skada eller följdskada pga.
felaktig montering eller anslutning.
Om här givna monteringsanvisningar ej stämmer överens med faktiska förhållanden, vänligen kontakta Blaupunkt fackhandel, representant för fordonets tillverkare eller vår telefonkundtjänst.
Vid montering av förstärkare eller cd-växlare
måste först apparatstommen jordas, innan
stickpropparna ansluts till in- eller utgångarna (hylstag line-in resp line-out).
Jord från andra apparater får inte anslutas till
bilradions jord (höljet).
383
Instrucciones de instalación • Instruções de montagem
ES – Instrucciones de
instalación
Normas de seguridad
Durante el montaje y la conexión es imprescindible observar las siguientes normas de
seguridad.
•
Desemborne el polo negativo de la batería.
Observe las normas de seguridad dadas por
el fabricante del vehículo.
Al perforar agujeros, asegúrese de no dañar
•
ninguna pieza del vehículo.
•
La sección transversal del cable positivo y
del cable negativo no debe ser menor de
1,5 mm².
¡No conecte a la radio los conectores ubi-
•
cados en el vehículo!
Los cables adaptadores necesarios para su
vehículo los encontrará en el comercio especializado en artículos de la marca
BLAUPUNKT.
•
Dependiendo del modelo, es posible que su
vehículo varíe un poco con respecto a la descripción aquí dada. Tenga en cuenta que no
asumimos ninguna responsabilidad por los
daños debidos a un montaje o conexión incorrectos ni por los daños resultantes.
Si las instrucciones aquí dadas no son aptas
para el montaje en su vehículo, póngase en
contacto con su proveedor de artículos
Blaupunkt o con el fabricante del vehículo, o
llame a nuestro teléfono de atención al cliente.
En caso de montar un amplifi cador o un cambiadiscos, es necesario conectar la puesta a tierra
de las unidades antes de establecer el contacto
de los conectores para las hembrillas Line-In y
Line-Out.
No deben conectarse masas de otros equipos
a la masa de la radio (carcasa).
PT – Instruções de montagem
Instruções de segurança
Durante a montagem e a ligação do aparelho, queira respeitar as seguintes instruções
de segurança.
•
Separar o pólo negativo da bateria! Respeitar
ao mesmo tempo as instruções de segurança
do fabricante do automóvel.
Quando se procede à furagem de buracos,
•
prestar atenção para não serem danifi cadas
quaisquer partes do veículo.
As secções transversais dos cabos positivo e
•
negativo não devem ser inferiores a
1,5 mm².
Não ligar as fi chas existentes do lado do
•
automóvel ao auto-rádio
Os cabos adaptadores necessários para o
seu automóvel podem ser adquiridos nos revendedores da BLAUPUNKT.
O seu veículo pode divergir desta descrição
•
em função do modelo. Não assumimos qualquer responsabilidade por erros de montagem ou de ligação nem por danos daí decorrentes.
Caso as presentes instruções não sejam adequadas para a montagem no seu veículo, dirija-se ao revendedor da Blaupunkt, ao fabricante do seu veículo ou à nossa linha verde.
No caso de montagem de um amplifi cador ou leitor multi-CD, é imprescindível ligar primeiro os
aparelhos à terra antes de se conectar as fi chas
às tomadas Line In ou Line Out.
A massa de aparelhos externos não deve ser
ligada à massa do auto-rádio (caixa).
384
Monteringsvejledning • Instrukcja montażowa
DK – Monteringsvejledning
Sikkerhedshenvisninger
Under monteringen og tilslutningen skal
følgende sikkerhedshenvisninger iagttages.
•
Batteriets negative pol skal afbrydes! Herved
skal bilfabrikantens sikkerhedshenvisninger
iagttages.
Vær opmærksom på, at ingen bildele øde-
•
lægges under boringen af huller.
•
Tværsnittet af plus- og minuskablet må ikke
underskride 1,5 mm².
Bilens stik må ikke tilsluttes radioen!
•
De nødvendige adapterkabler til din biltype
kan købes hos BLAUPUNKT-specialforretningen.
•
Alt efter konstruktion kan bilen afvige fra
denne beskrivelse. For skader på grund af
monterings- eller tilslutningsfejl og for følgeskader overtager vi intet ansvar.
Hvis de her anførte henvisninger til monteringen ikke skulle passe, kontakt din Blaupunktspecialforretning, bilfabrikanten eller vor telefon-hotline.
Ved montering af en forstærker eller et Multi CDapparat skal apparaternes stel først tilsluttes, før
stikkene for tilslutningerne Line-In eller Line-Out
sættes i.
Eksterne enheders stelforbindelse må ikke
sluttes til bilradioens stelforbindelse (kabinet).
PL – Instrukcja montażowa
Wskazówki bezpieczeństwa
Podczas montażu i podłączania należy
przestrzegać poniższych wskazówek bezpieczeństwa.
•
Odłączyć biegun ujemny akumulatora!
Przestrzegać wskazówek bezpieczeństwa
producenta pojazdu.
Przy wierceniu otworów uważać, aby nie
•
uszkodzić któregoś z urzą dzeń pokładowych
pojazdu.
Przekrój kabla plusowego i minusowego nie
•
może być mniejszy niż 1,5 mm².
Nie podłączać wtyczek samochodu do ra-
•
dia!
Odpowiedni dla danego typu pojazdu przewód-adapter można nabyć u autoryzowanego sprzedawcy produktów BLAUPUNKT.
Zależnie od marki i modelu, konstrukcja
•
Państwa pojazdu może niekiedy odbiegać od
podanego tu opisu. Firma Blaupunkt wyklucza
wszelką odpowiedzialność za szkody spowodowane błędnym montażem i instalacją urządzenia.
W przypadku, gdy podane tu wskazówki nie
znajdują zastosowania w Państwa pojeździe,
prosimy skontaktować się z autoryzowanym
sprzedawcą produktów Blaupunkt, producentem pojazdu lub zadzwonić do naszej infolinii.
Przy montażu wzmacniacza lub zmieniarki należy
koniecznie najpierw podłączyć masy urządzeń,
zanim połączona zostanie wtyczka do gniazda
Line-In lub Line-Out.
Do masy radioodtwarzacza (obudowa) nie
wolno podłączać masy obcych urządzeń.
385
Návod k montáži • Asennusohjeet
CZ – Návod k montáži
Bezpečnostní pokyny
Během montáže a připojení dodržujte
prosím následující bezpečnostní pokyny.
•
Odpojte záporný pól akumulátoru! Přitom
dodržujte bezpečnostní pokyny výrobce vozidla.
Při vrtání otvorů dbejte na to, abyste nepo-
•
škodili žádné díly vozidla.
•
Průřez kabelu plus a minus pólu musí být
minimálně 1,5 mm².
Konektory od vozidla nepřipojujte k
•
rádiu!
Adaptérový kabel potřebný pro vaše vozidlo
obdržíte ve specializované prodejně
BLAUPUNKT.
•
V závislosti na konstrukci se může postup u
vašeho vozidla od zde popsaného postupu
lišit. Za škody způsobené montáží nebo připojením nepřebíráme žádné ručení.
Pokud zde uvedené pokyny pro montáž neodpovídají vašemu vozidla, obraťte se na specializovaného prodejce Blaupunkt, výrobce
vozidla nebo naši horkou linku.
Při montáži zesilovače nebo měničů, předtím
než budou konektory zapojeny do zdířek Line-in
nebo Line-out, musí být nejprve bezpodmínečně
připojeny kostry přístrojů.
Kostry jiných přístrojů nesmí být připojeny na
kostru autorádia (kryt přístroje).
Reikiä poratessasi huolehdi siitä, etteivät ajoneuvon osat vahingoitu.
•
Plus- ja miinuskaapelin poikkipinta ei saa alittaa 1,5 mm
Älä kytke auton pistoketta radioon!
•
Saat autoosi sopivan sovitinjohdon
BLAUPUNKT-kauppiaaltasi.
Autosi saattaa poiketa tästä kuvauksesta.
•
Emme vastaa asennus- tai kytkentävirheiden
aiheuttamista vaurioista tai niiden seurauksista.
Jos tässä annetut ohjeet eivät sovellu asennustilanteeseen, käänny Blaupunkt-kauppiaan, ajoneuvon valmistajan tai puhelinpalvelumme puoleen.
Jos asennetaan vahvistin tai CD-vaihtaja, tällöin
on ehdottomasti kytkettävä ensin laitteiden maadoitukset, ennen kuin linjatulo- tai linjalähtöliitäntöjen pistokkeet liitetään paikoilleen.
Muiden laitteiden maadoituksia ei saa kytkeä
autoradion maadoitukseen (kotelo).
2
mittaa.
386
Beszerelési útmutató • Инструкция по установке
HU – Beszerelési útmutató
Biztonsági előírások
A beszerelési és csatlakoztatási műveletek során kérjük, tartsa be az alábbi biztonsági
utasításokat:
•
Csatlakoztassa le az akkumulátor negatív kábelét! Ennek végrehajtása közben vegye fi gyelembe a jármű gyártójának biztonsági utasításait.
•
Ügyeljen arra, hogy a furatok készítésekor ne
rongálja meg a jármű alkatrészeit.
•
A pozitív és negatív kábelek keresztmetszete
ne legyen kisebb, mint 1,5 mm
Ne használja a jármű csatlakozóit a rádió-
•
hoz!
Bármely BLAUPUNKT kereskedőnél beszerezheti a jármű típusának megfelelő illesztőkábelt.
A modelltől függően, az Ön járműve eltérhet
•
az itt szereplő leírástól. Nem vállalunk felelősséget a nem megfelelő beszerelésből vagy
csatlakoztatásból fakadó vagy egyéb ebből
következő bármilyen károsodásért.
Ha az itt leírt információk nem felelnek meg
az Ön egyedi beszerelési igényeinek, akkor
vegye fel a kapcsolatot Blaupunkt márkakereskedőjével, a jármű gyártójával vagy hívja
telefonos ügyfélszolgálatunkat.
•
Erősítő vagy CD-váltó beszerelésekor előbb a
készülék test csatlakozásait kell csatlakoztatni, majd csak ezután a bemeneti és kimeneti
csatlakozódugókat.
A külső eszközök test csatlakozásait nem
lehet az autós hangsugárzó rendszer testhez
(házhoz) csatlakoztatni.
2
.
RU – Инструкция по
установке
Указания по технике
безопасности
Во время монтажа и подсоединения соблюдайте, пожалуйста, следующие указания по
технике безопасности.
Отсоедините минусовую клемму аккуму-
•
лятора! Соблюдайте при этом правила техники безопасности завода-изготовителя
Вашего автомобиля.
При сверлении отверстий следите за тем,
•
чтобы не повредить компоненты автомобиля.
Сечение плюсового/минусового кабелей
•
должен быть не меньше 1,5 мм².
Не включайте в аудиосистему автомо-
•
бильные штекеры!
Необходимые для Вашего типа автомобиля адаптерные кабели Вы можете приобрести в авторизованном сервисном центре Blaupunkt.
Ваш автомобиль может - в зависимости от
•
конструкции - отклоняться от данного описания. Завод-изготовитель аудиосистемы
не несет ответственности за повреждения
и-за ошибок при монтаже или подключении, а также за косвенный ущерб.
•
Если перечисленные здесь указания для
Ваших условий монтажа не подходят, то
обратитесь, пожалуйста, в авторизованный сервисный центр Blaupunkt или продавцу Вашего автомобиля.
При установке усилителя перед соединением штекеров гнезд линейного входа и выхода
сначала нужно в обязательном порядке подключить массы устройств.
Запрещается подключение масс посторонних устройств к массе аудиосистемы (кор-
пусу).
387
Οδηγίες Εγκατάστασης
GR – Οδηγίες Εγκατάστασης
Οδηγίες Ασφαλείας
Όταν εκτελείται εργασία εγκατάστασης
και κάνετε τις συνδέσεις, παρακαλούµε παρατηρήστε τις ακόλουθες οδηγίες ασφαλείας:
•
Αποσυνδέστε το αρνητικό τερµατικό από την
µπαταρία! Όταν γίνεται αυτό, παρακαλώ παρατηρήστε τις οδηγίες ασφαλείας του κατασκευαστή του αυτοκινήτου.
•
Σιγουρευτείτε ότι δεν κάνετε ζηµιά στα
εξαρτήµατα του αυτοκινήτου όταν ανοίγετε
τρύπες.
•
Οι διατοµές των θετικών και αρνητικών καλωδίων δεν πρέπει να είναι µικρότερες από
2
.
1,5 mm
Mην συνδέετε τα βύσµατα του οχήµατος µε
•
το ραδιόφωνο!
Μπορείτε να λάβετε ένα καλώδιοπροσαρµογέα που χρειάζεται για το όχηµά σας
από έναν αντιπρόσωπο της BLAUPUNKT.
Ανάλογα µε το µοντέλο, το όχηµά σας µπορεί
•
να διαφέρει από την περιγραφή που παρέχεται
εδώ. ∆εν δεχόµαστε καµία ευθύνη για οποιεσδήποτε ζηµιές που οφείλονται σε λανθασµένη
εγκατάσταση ή σύνδεση ή για οποιεσδήποτε
άλλες ζηµιές.
Εάν οι πληροφορίες που παρέχονται εδώ, δεν
είναι οι κατάλληλες για τις συγκεκριµένες
απαιτήσεις εγκατάστασης, παρακαλούµε επικοινωνήστε µε τον αντιπρόσωπο της
Blaupunkt, τον κατασκευαστή του οχήµατος ή
την τηλεφωνική µας γραµµή.
Όταν εγκαθιστάτε έναν ενισχυτή ή εναλλαγέα,
πρέπει πρώτα να συνδέσετε τις συνδέσεις της γείωσης πριν συνδέσετε τα βύσµατα για τις εισόδους
ή εξόδους.
Σύνδεση γείωσης των εξωτερικών συσκευών
µπορεί να µην συνδεθεί στη γείωση του ηχητικού συστήµατος του αυτοκινήτου (τοποθέ-
τηση).
388
Mitgelieferte Montage- und
Anschlussteile
Supplied Mounting Hardware
Materiel de montage fourni
Componenti di fi ssaggio comprese nella
fornitura
Meegeleverde montagematerialen
Medföljande monteringsdetaljer
Ferretería de montaje suministrada
Elementos de fi xação fornecidos
Medleverede monterings- og tilslutnings-
dele
Dołączone części montażowe i
połączeniowe
Přiložené montážní díly a přípojné svorky
Toimitukseen kuuluvat asennus- ja
kytkentäosat
A csomag részét képező szerelőkeret
Поставляемые в комплекте компоненты
для установки и подсоединения
Παρεχόµενο Υλικό Τοποθέτησης
Toronto 400 BT (7 649 035 110)
Toronto 400 BT (7 649 036 010)
389
Als Sonderzubehör erhältlich
Available as an optional accessory
Disponible en option
Reperibili come accessori extra
Als speciale accessoire verkrijgbaar
Tillval
De venta como accesorios especiales
Disponíveis como acessórios opcionais
Fås som specialtilbehør
Dostępne jako wyposażenie dodatkowe
Jako zvláštní příslušenství můžete
obdržet
Saatavana lisätarvikkeena
Kiegészítő tartozékként beszerezhető
Поставляется как дополнительная
принадлежность
∆ιατίθεται ως προαιρετικό άξεσουάρ
Einbausätze • Installation kits •
Kits de montage • Set di montaggio •
Inbouwsets • Monteringssatser •
Juegos de montaje • Kits de montagem •
Indbygningssæt • Zestawy montażowe •
Montážní soupravy • Asennussarjat •
Beépítő-készlet • Установочные комплекты •
Κιτ εγκατάστασης
1NC1Speaker out RR+
2Radio Mute2Speaker out RR–
3NC3Speaker out RF+
4Permanent +12V4Speaker out RF–
5 Aut. antenna *5 Speaker out LF+
6 Illumination 6 Speaker out LF–
7 Kl.15/Ignition 7 Speaker out LR+
8 Masse/GND 8 Speaker out LR–
C1 C2 C3
1Line Out LR7NC13CDC-Data In
2Line Out RR8NC14CDC-Data Out
3Line Out / Ground9Radio Mute15Permanent +12V
4Line Out LF10SW Supply - RC +12V *16SW Supply +12V *
5 Line Out RF11 Remote Control17Bus - Masse/GND
SW Supply +12V
6
Amp. *
19CDC/AUX1 Audio IN-L
20CDC/AUX1 Audio IN-R
12 RC - G ND18CDC/AUX1 Audio IN-GND
Amplifi er
CD-Changer / AUX IN
393
Preamp - Out cable
Relais
7
5
3
1
8
6
4
2
Radio Mute
+
4 Ohm
-
LR
LF
RF
RR
+
4 Ohm
-
+
4 Ohm
-
+
4 Ohm
-
12V
Änderungen vorbehalten! • Subject to changes! • Sous réserve de modifi cations! •
Modifi che riservate! • Wijzigingen voorbehouden! • Ändringar förbehålles! • Modifi caciones reservadas!
•Sob reserva de alterações! • Ret til ændringer forbeholdes! • Zmiany techniczne zastrzeżone! • Změny
vyhrazeny! • Oikeus muutoksiin pidätetään! • Podložno promjenama! • Завод-изготовитель оставляет за
собой право на внесение изменений! • Μπορεί να αλλάξει!