Blaupunkt MONTREAL RCM 169, Hannover 2000 DJ, PARIS RCM 169, CHICAGO RCM 169, Kansas DJ User Manual [nl]

Radio / Cassette
Chicago RCM 169 Hannover 2000 DJ Kansas DJ Montreal RCM 169 Paris RCM 169
Gebruiksaanwijzing
2
3
5
13
14
12
11
10
18
2
9
8
15
1
3
17
2
16
21
7
19
Chicago RCM 169 Option / Optional /
Tilval / Optie / Opcional / Opção:
20
Hannover 2000 DJ Kansas DJ Montreal RCM 169 Paris RCM 169
Inhoudsopgave
Beknopte gebruiksaanwijzing .. 169
Afstandsbediening RC 08 ......... 177
Belangrijke aanwijzingen .......... 178
Wat u beslist moet lezen .................... 178
Verkeersveiligheid .............................. 178
Inbouw ................................................ 178
Telefoon-muting.................................. 178
Accessoires ........................................ 178
Garantie .............................................. 178
Internationale telefoon-info................. 178
Diefstalbeveiligingssysteem
KeyCard ...................................... 179
Apparaat in gebruik nemen ................ 179
KeyCard verwijderen .......................... 179
Tweede KeyCard programmeren/
KeyCard vervangen............................ 179
Radiopas-gegevens tonen ................. 180
Short Additional Memory (S.A.M.)...... 180
Turn On Message (T.O.M.) ................ 180
Optische aanduiding als
diefstalbeveiliging ............................... 180
Onderhoud van de KeyCard............... 181
KeyCard verloren of beschadigd........ 181
Programmeren van de nieuwe
KeyCard .............................................. 181
Fouten bij het invoeren....................... 181
Weergavesoort kiezen ............... 182
Afleesbaarheid van het display
optimaliseren.............................. 182
168
Radioweergave met RDS........... 183
AF - Alternatieve Frequentie .............. 183
REG - Regionaal ................................ 183
Golfgebied kiezen............................... 184
Zenderafstemming.............................. 184
Zenders programmeren...................... 185
Gevoeligheid van de zoekafstemming
wijzigen ............................................... 186
Omschakelen stereo - mono (FM) ..... 187
Automatisch wisselen van bandbreedte
(SHARX) ............................................. 187
PTY – Programmatype ....................... 187
Programmatype .................................. 187
Ontvangst van verkeersinformatie
met RDS-EON ............................. 190
Voorrang voor verkeersinformatie
in-/uitschakelen................................... 190
Attentiesignaal .................................... 190
Attentiesignaal uitschakelen............... 190
Automatische start van de zoekaf-
stemming (cassetteweergave) ........... 190
Volume van verkeersinformatie
en attentiesignaal instellen................. 190
Cassetteweergave...................... 191
Dolby B NR ......................................... 191
Displayweergave kiezen..................... 191
Wisselen van kant (Reverse) ............. 192
Cassettetitels kort laten weergeven
met SCAN ........................................... 192
Titels kiezen met S-CPS .................... 192
Titels herhalen met RPT..................... 193
Snelspoelen ........................................ 193
Radio luisteren tijdens snelspoelen
met Radio Monitor (RM) ..................... 193
Onbespeelde gedeelten automatisch
overslaan met Blank Skip (BLS) ........ 193
Tips voor het onderhoud .................... 193
Cd-wisselaar ............................... 194
Weergave van cd-wisselaar inschakelen . 194
Displayweergave kiezen..................... 194
Cd en titel kiezen ................................ 195
Titel/cd herhalen met RPT.................. 195
TPM(Track Program Memory)............ 195
MIX...................................................... 196
SCAN .................................................. 196
Cd’s een naam geven......................... 196
Cd-naam / TPM-programmering
wissen met DSC-UPDATE ................. 197
Clock - kloktijd ........................... 198
Kloktijd corrigeren na spannings-
onderbreking....................................... 198
Uurcorrectie uitschakelen................... 198
Equalizer-instelling .................... 199
Programmering met DSC .......... 201
Overzicht van de door de fabriek ingestelde basisinstellingen met DSC 204
Technische gegevens................ 204
Glossarium –
verklaring van vaktermen.......... 205
Index – trefwoordenregister......207
Inbouwhandleiding .................... 333
Beknopte gebruiksaanwijzing
1 Ontgrendeling van het opklapbare
bedieningspaneel
Wanneer het bedieningspaneel ont­grendeld is, kunnen de KeyCard en de cassette worden geplaatst of verwij­derd. Druk om het paneel te ontgrendelen op toets 1. Het bedieningspaneel wordt naar voren omlaag geklapt. Het bedie­ningspaneel is niet afneembaar en mag niet worden gebruikt als onder­grond. Om het bedieningspaneel te vergrendelen duwt u het terug in de uitgangspositie (pijl 3).
2
1
3
Het bedieningspaneel moet om veiligheidsredenen altijd vergren­deld zijn tijdens de rit. Bij het verlaten van de auto dient het bedieningspaneel ter beveili­ging tegen diefstal te worden geo­pend en moet de KeyCard worden verwijderd.
2 ON
Apparaat inschakelen:
Druk wanneer de KeyCard is geplaatst op ON. Het apparaat speelt in de laatst geko­zen weergavesoort met het vooraf in­gestelde volume.
Apparaat uitschakelen:
Houd ON ca. een seconde ingedrukt. De afleesbaarheid van het display kan
worden geoptimaliseerd voor de indivi­duele gezichtshoek. Lees desgewenst “Afleesbaarheid van het display opti­maliseren”.
Geluidsweergave uit-/inschakelen:
Druk kort op ON. Wanneer de geluids­weergave is uitgeschakeld, verschijnt op het display “MUTE” (geluid onder­drukt). Het geluid kan ook weer worden inge­schakeld wanneer de knop voor het volume 3 wordt gedraaid.
In-/uitschakelen met de KeyCard:
Het apparaat wordt in-/uitgeschakeld door het plaatsen / verwijderen van de KeyCard. Lees hiervoor in de beknopte handlei­ding ook onderdeel @: Diefstalbeveili­gingssysteem KeyCard.
Uit-/inschakelen via het contactslot:
Wanneer het apparaat dienovereen­komstig is aangesloten, kan het via het contactslot van de auto worden uit- en weer ingeschakeld. Nadat het contact is uitgeschakeld, wijst een dubbele pieptoon u erop dat u voor het verlaten van de auto de KeyCard dient te verwijderen.
Inschakelen bij uitgeschakeld con­tact
Wanneer het contactslot is uitgescha­keld (KeyCard geplaatst), kan het ap­paraat zo verder worden bediend: Druk na de dubbele pieptoon op ON. Het apparaat wordt ingeschakeld. Na een speeltijd van een uur wordt het apparaat ter bescherming van de auto­accu automatisch uitgeschakeld.
169
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Beknopte gebruiksaanwijzing
3 Volume wijzigen
Door te draaien aan de knop kunt u het volume wijzigen.
De ingestelde waarde wordt aangege­ven op het display. Na het inschakelen speelt het apparaat met het vooraf in­gestelde volume (ON VOL). ON VOL kan worden gewijzigd (zie “Programmering met DSC – ON VOL”).
4 Softkeys / display
Softkey = toets met wisselende functie Er kaneen op het display aangegeven functie worden gekozen.
Radioweergave Bij radioweergave kan met TU worden
gewisseld tussen menuniveau 1 en menuniveau 2. Na acht seconden na de laatste bedie­ning van een toets wordt automatisch teruggeschakeld naar menuniveau 1.
Menuniveau 1 Voorkeuzetoetsen en geheugenniveaus
NEXT – FM Wisselen tussen de geheugenniveaus FM I, FM II en FM T.
NEXT – AM (MW, LW)
Wisselen tussen de golfgebieden MW en LW.
ST1 – ST6
Op dit menuniveau kunnen radiozen­ders met ST1 – ST6 worden opgesla­gen op de FM-niveaus I, II en “T”. In het MW- en LW-gebied kunnen elk zes zenders worden opgeslagen. Zenders opslaan – Houd een voor­keuzetoets ST1 – ST6 ingedrukt totdat het programma weer te horen is (piep­toon). Zenders oproepen – Stel het golfge­bied in. Kies op FM het geheugen­niveau met NEXT en druk kort op de desbetreffende voorkeuzetoets.
Menuniveau 2 Radiofuncties instellen
NEXT – FM
Wisselen tussen de geheugenniveaus FM I, FM II en FM T.
NEXT – AM (MW, LW)
Wisselen tussen de golfgebieden MW en LW.
BND
Golfgebied en geheugenniveau kiezen (FM I, FM II, FM T, MW, LW).
SCA – Scan
a) PTY is uitgeschakeld (Tekst is normaal verlicht, niet invers op het display) Druk kort op SCA (Radio Scan) – Op het display is “SCAN” verlicht, af­wisselend met de afkorting van de te horen zender. Alle ontvangbare zen­ders van het golfgebied zijn achtereen­volgens kort te horen.
170
Beknopte gebruiksaanwijzing
Houd SCA ca. een seconde ingedrukt (Preset Scan) – De pieptoon is te horen, op het display is “SCAN” verlicht, afwisselend met de afkorting van de te horen zender. De onder de voorkeuzetoetsen gepro­grammeerde en ontvangen zenders zijn achtereenvolgens kort te horen.
Radio Scan / Preset Scan stoppen: Druk opnieuw op SCA of op de tuimel­toets van de zoekafstemming.
b) PTY is ingeschakeld (Tekst invers op het display)
Druk op SCA – De zenders van het gekozen program­matype zijn achtereenvolgens kort te horen.
AF (Alternatieve Frequentie bij RDS- weergave) Wanneer op het display “AF” invers in weergegeven, zoekt de radio automa­tisch een beter te ontvangen frequen­tie van dezelfde zender.
AF aan/uit: Kies menuniveau 2 met TU en druk kort op AF.
EXIT
Druk kort op de toets om de instelling te beëindigen / te onderbreken.
ENT (Enter) Druk kort op de toets om een instelling over te nemen / op te slaan.
TS (Travelstore) Wanneer op TS wordt gedrukt, wordt vanuit ieder golfgebied overgeschakeld op FMT. De zes zenders met het sterk­ste signaal worden automatisch opges­lagen. Nadat het opslaan voltooid is, wordt de sterkste zender ingesteld en weergegeven.
PTY (Programmatype) Met PTY kunt u via de voorkeuzetoet­sen een programmatype kiezen. Hiervoor moet op het display “PTY” in­vers weergegeven zijn (druk evt. op PTY). Nu kan met iedere voorkeuze­toets een programmatype zoals NIEUWS, SPORT, POP worden op­geslagen en gekozen. Roep de programmatypes op met de tuimeltoets << >> en sla ze op met de
voorkeuzetoets (ca. twee seconden in­gedrukt houden, tot de pieptoon te ho­ren is).
REG (Regionaalfunctie) Deze functie is ingeschakeld wanneer “REG” op het display invers wordt weergegeven. REG aan/uit: Kies menuniveau 2 met TU en druk kort op REG. Lees desgewenst REG – Regionaal in de uitvoerige gebruiksaanwijzing.
Cassetteweergave
Tijdens de cassetteweergave kunnen de cassettefuncties worden gekozen met de bijbehorende softkeys.
REVerse – wisselen van kant Om te wisselen naar de andere kant van de cassette. Het display geeft aan welke kant wordt afgespeeld (Side A/B).
171
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Beknopte gebruiksaanwijzing
SCA (Scan)
Om de cassettetitels achtereen kort weer te geven. Scan starten / beëindigen: druk op SCA. Wanneer de functie is ingeschakeld, verschijnt op het display “SCAN”.
RPT (Repeat – herhalen) Om de weergegeven titel of de volgen­de titel te herhalen. De titel wordt her­haald totdat RPT wordt uitgeschakeld. Nadat de cassette is verwijderd of het apparaat is uitgeschakeld, is Repeat automatisch beëindigd. Repeat in-/uitschakelen: druk op RPT, na het overschakelen wordt de geacti­veerde functie kort weergegeven op het display.
Dolby B NR*
Met Dolby B NR opgenomen cassettes kunnen optimaal worden weergegeven wanneer het symbool
invers wordt
weergegeven.
* Ruisonderdrukkingssysteem, gefabriceerd onder
licentie van Dolby Laboratories. Het woord Dol­by en het symbool met de dubbele D zijn han­delsmerken van Dolby Laboratories.
RM (Radio Monitor) Radio luisteren tijdens snelspoelen. Wanneer “RM“ invers wordt weergege­ven, wordt de radio weergegeven tij­dens het snelspoelen. Radio Monitor in-/uitschakelen: Druk op RM, na het overschakelen wordt de geactiveerde functie kort weergegeven op het display.
BLS (Blank Skip) Onbespeelde gedeelten overslaan, wanneer “BLS” invers wordt weergege­ven. Zodra tijdens cassetteweergave een pauze optreedt van langer dan 10 se­conden, wordt automatisch verderge­spoeld naar het begin van het volgen­de stuk. Blank Skip in-/uitschakelen: druk op BLS, na het overschakelen wordt de geactiveerde functie kort weergegeven op het display.
Weergave van cd-wisselaar
In de stand Changer (wisselen) kun­nen de Changer functies worden geko­zen door middel van de daartoe die­nende softkeys.
MIX
Cd-titels kunnen in willekeurige volgor­de worden weergegeven. Door op toets MIX te drukken kunt u de volgende functies kiezen:
- MIX CD = Titels van de cd worden in willekeurige volgorde weergegeven. Bij weergave van cd-wisselaar wordt de cd op volgorde van nummer ge­kozen en worden de titels in wille­keurige volgorde weergegeven.
- MIX MAG = Alle titels van het maga­zijn worden in willekeurige volgorde weergegeven.
- MIX OFF = Functie uitschakelen.
SCA – Scan
Om de titels van alle cd’s achtereen kort weer te geven.
Scan starten: Druk op SCA. De titels zijn in oplopen­de volgorde achtereenvolgens kort te horen. De duur van het fragment kan worden veranderd (zie “Programme­ring met DSC - SCANTIME” ).
172
Beknopte gebruiksaanwijzing
Scan beëindigen: Druk op SCA. De als laatste te horen titel wordt verder afgespeeld.
RPT – Repeat
Er kunnen cd-titels en bij weergave van de cd-wisselaar bovendien cd’s herhaald worden. Door op toets RPT te drukken kunt u de volgende functies oproepen:
- REP TRCK = Titel herhalen
- REP CD = Cd herhalen
- RPT OFF = Functie uitschakelen TPMTrack Program Memory
Om favoriete titels te programmeren en op te roepen. Er kunnen maximaal 99 cd’s met maximaal 40 titels worden geadministreerd (Zie het hoofdstuk “TPM-Programmering”).
CLR
Om het TPM-geheugen te wissen (zie het hoofdstuk “TPM-programmering wissen”).
5 TA (Traffic Announcement = voorrang
voor verkeersinformatie) “TP” wordt aangegeven wanneer een zender met verkeersinformatie wordt ontvangen.
“TA” wordt aangegeven wanneer de voorrang voor verkeersinformatie ge­activeerd is. Er worden alleen zenders met verkeers­informatie weergegeven. Voorrang aan/uit: Druk op TA. Bericht voortijdig beëindigen: Druk op TA of op EXIT.
6 Tuimeltoets
Radioweergave Wanneer op menuniveau 2 op de
tuimeltoets wordt gedrukt, wordt automatisch overgeschakeld op menuniveau 1.
/ Zoekafstemming:
opwaarts neerwaarts
<</>> Trapsgewijs opwaarts / neerwaarts,
(op FM alleen indien AF en PTY uit)
Alleen op FM: <</>> Bladeren in de zenderketens wan-
neer AF en PTY uit, bv. NDR 1, 2, 3, 4, N-JOY…
Cassetteweergave
/ Titels kiezen (S-CPS)
voorwaarts achterwaarts
>> snel vooruitspoelen << snel terugspoelen
Weergave van cd-wisselaar
<</>> Cd kiezen >> opwaarts: kort indrukken << neerwaarts: kort indrukken
/ Titels kiezen
opwaarts: kort indrukken CUE – snel vooruit verplaatsen (hoorbaar): ingedrukt houden neerwaarts: twee- of meermaals
achtereen kort indrukken
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
173
Beknopte gebruiksaanwijzing
Titel opnieuw starten: kort indruk-
ken
REVIEW – snel achteruit ver­plaatsen (hoorbaar): ingedrukt
houden
Extra functies van de tuimeltoets:
Verdere instelmogelijkheden met
AUD 8 DSC-MODE 7 PTY
Voorwaarde is dat de desbetreffende functie geactiveerd is.
7 DSC (Direct Software Control)
Met DSC kunnen programmeerbare basisinstellingen worden aangepast. Nadere informatie: “Programmering met DSC”.
8 AUD
Om hoge tonen (treble), lage tonen (bass) balans (links/rechts), fader (voor/achter) en loudness in te stellen. Loudness = Aanpassen van de zachte tonen aan het menselijke gehoor.
Kansas DJ, Chicago RCM 169:
Voor de weergavesoorten FM, AM, CD, AUX en TA kunnen telkens ver­schillende treble-, bass- en loudness­instellingen worden opgeslagen.
Instellen:
Kies de weergavesoort. Druk eenmaal op AUD, op het display verschijnt “BASS” met de ingestelde waarde.
Met << / >> kiest u tussen de verschil- lende mogelijkheden.
/ worden de ingestelde waar-
Met den veranderd. Op het display worden de ingestelde waarden weergegeven. De laatste in­stelling wordt automatisch bewaard.
Bijzonderheid Loudness:
Met de tuimeltoets gestelde waarden instellen tussen LOUD 6 en LOUD OFF (loudness uit­geschakeld).
AUD uitschakelen:
Druk op EXIT. Wanneer niet binnen acht seconden een waarde wordt veranderd, wordt AUD automatisch uitgeschakeld.
/ kunt u de in-
Extra functie
Equalizer in-/uitschakelen (DPE ON / OFF): Houd AUD circa twee seconden inge­drukt. Op het display verschijnt kort “DPE ON” (aan) of “DPE OFF” (uit). Nadere informatie over de equalizer: “Equalizer-instelling”.
9 DIS
Verschillende weergavemogelijkheden voor het display kiezen.
Radioweergave Druk kort op DIS:
- Naam van de ingestelde zender
- Actuele frequentie
- PTY-kenmerk
Voorwaarde is dat er een RDS-zender met voldoende veldsterkte wordt ont­vangen.
Houd DIS ca. twee seconden inge­drukt:
174
Beknopte gebruiksaanwijzing
Het display wisselt tussen kloktijd en golfgebied (op FM incl. geheugenni­veau).
Cassetteweergave Druk kort op DIS:
De gekozen displayweergave wordt kort getoond.
“COUNTER” - bandteller “CLOCK” - kloktijd “ELAPSED” - verstreken speeltijd van
de kant
“REMAIN” - resterende speeltijd van
de kant
Weergave van cd-wisselaar Druk kort op DIS:
- Cd-nummer, titelnummer, kloktijd
- Cd-nummer, titelnummer, verstreken speeltijd
- Cd-naam, titelnummer
: Display
NDR2 - naam van de zender FM - golfgebied
I, II, T - geheugenniveau I, II of Tra-
velstore
TP, TA - TP = Traffic Program (zender
met verkeersinformatie wordt ontvangen)
- TA = voorrang voor verkeers­informatie is geactiveerd
PTY - programmatype-functie is ge-
activeerd
AF - alternatieve frequentie bij
RDS
lo - gevoeligheid van de zoekaf-
stemming instelbaar met DSC
EQ - equalizer is ingeschakeld CC-IN - Cassette is in het apparaat
SIDE A - kant 1 wordt afgespeeld REV - Reverse (wisselen van kant) SCA - cassettetitels kort weergeven RPT - herhaalfunctie bij cassette-
weergave
- Dolby B NR is actief
RM - radioweergave tijdens
snelspoelen
BLS - onbespeelde gedeelten wor-
den automatisch overgesla­gen
CD 5 T 2 - nummer van de cd en de titel of VIVALDI - naam van de cd MIX - cd-titels kunnen in willekeurige
volgorde worden weergegeven
SCA - cd-titels achtereen kort laten
horen
RPT - herhaalfunctie bij weergave
van cd-wisselaar
TPM - favoriete cd-titels opslaan en
afspelen
CLR - TPM-programmering wissen
FM I, II, T - FM-geheugenniveau of MW, LW - golfgebied of 00:20 - Time (verstreken speeltijd) of 12:50 - kloktijd
175
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Beknopte gebruiksaanwijzing
; CDC
Overschakelen op weergave van cd­wisselaar (alleen wanneer er een wis­selaar is aangesloten). Wanneer geen cd-wisselaar is aange­sloten, wordt overgeschakeld op AUX. Voorwaarde: in het DSC-menu moet AUX ON zijn ingesteld.
< CC
Overschakelen op cassetteweergave.
= TU (TUNER)
Overschakelen op radioweergave, voor het wisselen tussen de geheu­genniveaus / golfgebieden FM I, FM II, TS (Travelstore), MW en LW.
> Cassetteopening
Cassette plaatsen (kant A of 1 naar boven, opening rechts).
? Optische diefstalbeveiliging
Aan de volgende voorwaarden moet voldaan zijn indien de LED zichtbaar moet knipperen als beveiliging tegen diefstal: Het apparaat is uitgeschakeld; het bedieningspaneel is geopend; de KeyCard is verwijderd; in het DSC-menu is LED ON ingesteld (ingesteld door de fabriek).
176
Nadere informatie: “Programmering met DSC – LED ON/OFF” .
@ Diefstalbeveiligingssysteem KeyCard
Om het apparaat te kunnen bedienen dient u de KeyCard te plaatsen.
KeyCard
KeyCard plaatsen
Druk op toets 1 om het bedieningspa­neel te ontgrendelen. Het bedienings­paneel beweegt naar voren en omlaag. Schuif de KeyCard naar binnen met
het contactoppervlak naar beneden
(zie afbeelding). Vergrendel het bedie­ningspaneel.
2
1
3
Verwijder de KeyCard in de omgekeer­de volgorde. Lees beslist de informatie onder “Dief­stalbeveiligingssysteem KeyCard”.
A Eject
Druk kort op de eject-toets, de casset­te wordt naar buiten geschoven.
Het bedieningspaneel moet om veiligheidsredenen altijd vergren­deld zijn tijdens de rit. Bij het verlaten van de auto dient het bedieningspaneel ter beveili­ging tegen diefstal te worden geo­pend en moet de KeyCard worden verwijderd.
Afstandsbediening RC 08
Standaard: Chicago RCM 169 Optie: Hannover 2000 DJ
Kansas DJ Montreal RCM 169 Paris RCM 169
19
18
21
20
B V- / V+
Volume wijzigen.
C SRC (Source = bron)
Wisselen van weergavesoort
- Radio
- CC (cassette)
- weergave van cd-wisselaar, indien cd-wisselaar aangesloten
D Toetsen <</>>,
/
Radioweergave
Zoekafstemming
opwaarts neerwaarts
<</>> trapsgewijs neer-/opwaarts
(op FM alleen indien AF uit)
alleen op FM: <</>> Bladeren in de zenderketens
wanneer AF en PTY uit, bv. NDR 1, 2, 3, 4, N-JOY…
Cassettenbetrieb
/ Titels kiezen (S-CPS)
voorwaarts achterwaarts
>> snel vooruitspoelen << snel terugspoelen
Weergave van cd-wisselaar
<</>> Cd kiezen >> opwaarts: kort indrukken << neerwaarts: kort indrukken
/ Titels kiezen
opwaarts: kort indrukken CUE – snel vooruit verplaat-
sen (hoorbaar): ingedrukt
houden neerwaarts: twee- of meer­maals achtereen kort indruk­ken Titel opnieuw starten: kort in­drukken
REVIEW – snel achteruit ver­plaatsen (hoorbaar): inge-
drukt houden
E
Geluidsweergave in-/uitschakelen: Druk kort op
. Wanneer de geluids­weergave is uitgeschakeld, geeft het display “MUTE” aan (geluid onder­drukt).
Cassetteweergave Geluidsweergave in-/uitschakelen:
Druk kort op
. Wisselen van kant: Houd ca. een seconde ingedrukt.
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
177
Belangrijke aanwijzingen
Wat u beslist moet lezen
Lees, voordat u uw autoradio in gebruik neemt, de volgende aanwijzingen a.u.b. zorgvuldig door.
Verkeersveiligheid
De verkeersveiligheid gaat vóór alles. Ge­bruik daarom uw autoradio altijd zo, dat u steeds alert op de heersende verkeerssitua­tie kunt reageren.
Bedenk dat u al bij een snelheid van 50 km/ u elke seconde 14 meter aflegt.
Het is raadzaam uw autoradio niet te bedie­nen in kritische situaties.
De waarschuwingssignalen van bv. politie en brandweer moeten in de auto op tijd en duidelijk te horen zijn.
Beluister tijdens het rijden uw programma daarom alleen met een aangepast geluids­volume.
Inbouw
Wanneer u de installatie zelf wilt inbouwen of verwijderen, lees dan beslist vooraf de aanwijzingen voor inbouw en aansluiting aan het einde van de gebruiksaanwijzing.
Telefoon-muting
Wanneer er een autotelefoon is aangeslo­ten, kan de radio-, cassette- of cd-weerga­ve automatisch worden onderdrukt tijdens het gebruik van de telefoon (telefoon-mu­ting). Op het display verschijnt dan “PHONE”. De verkeersinformatie heeft voorrang wan­neer TA geactiveerd is. Een verkeersbericht wordt afgebroken wanneer u op TA drukt.
Accessoires
Gebruik alleen door Blaupunkt toegelaten accessoires en reserveonderdelen. Met dit apparaat kunt u de volgende Blaupunkt-pro­ducten bedienen:
Afstandsbediening RC 08
De infrarood-afstandsbe­diening RC 08 maakt het mogelijk de voornaamste functies vanaf het stuurwiel te bedienen. Deze af­standsbediening is stan­daard meegeleverd bij de Chicago RCM 169 en kan bij andere apparaten als ac­cessoire worden verkre­gen.
Versterkers
Alle Blaupunkt-versterkers.
Cd-wisselaars
De volgende cd-wisselaars kunnen direct wor­den aangesloten: CDC A 06, A 072, A 08. Via adapterkabel 7 607 889 093 kunnen de wisselaars A 05 en A 071 worden aange-slo­ten. De cd-wisselaar CDC A 08 wordt standaard meegeleverd met de Hannover 2000 DJ / Kan­sas DJ.
Garantie
De omvang van de garantie richt zich naar de wettelijke bepalingen van het land waar het apparaat is gekocht. Ongeacht de wettelijke bepalingen geeft Blaupunkt twaalf maanden garantie. Indien u vragen heeft over de garantie kunt u contact opnemen met uw dealer. Uw aan­koopbon geldt als garantiebewijs.
Internationale telefoon-info
Heeft u vragen over de bediening of heeft u nadere informatie nodig? Bel ons! De internationale telefoon- en faxnummers vindt u op de laatste bladzijde van deze ge­bruiksaanwijzing.
178
Diefstalbeveiligingssysteem KeyCard
Bij de radio wordt een KeyCard meegele­verd.
De autoradio kan echter ook met een tweede KeyCard worden bediend.
Wanneer een KeyCard verloren of bescha­digd raakt, kan uw dealer u aan een nieuwe KeyCard helpen.
Wanneer u twee KeyCards gebruikt, wor­den de instellingen van de eerste KeyCard overgenomen. U heeft echter de mogelijk­heid om de volgende functies afzonderlijk te programmeren:
Bezetting van de voorkeuzetoetsen, bass-, treble-, balans- en fader-instelling, loudness, TA (volume van de verkeersinformatie), vo­lume van de pieptoon, LOW-EQ, HIGH-EQ.
Bovendien blijft de laatst ingestelde toestand bewaard, zoals golfgebied, zenderafstem­ming, TA-voorrang, AF, REG ON/OFF, SCANTIME, gevoeligheid van de zoekaf­stemming, ON VOL (volume bij inschake­len) en SHARX.
Zo treft u na het plaatsen van uw KeyCard de door u gekozen basisinstelling opnieuw aan.
Apparaat in gebruik nemen
Zet het apparaat aan met ON. Ontgrendel om de KeyCard te plaatsen het
bedieningspaneel:
Druk op knop 1, het bedieningspa­neel klapt naar voren.
Plaats de KeyCard met het contactop­pervlak naar beneden, zoals aangege­ven op de afbeelding (pijl 1).
2
1
3
Schuif de kaart in de richting van de pijl (2) en vergrendel het bedienings­paneel (pijl 3).
De autoradio is klaar voor gebruik. Wanneer een voor het apparaat vreemde
KeyCard wordt geplaatst, verschijnt “CARD ERR” op het display.
Na ca. tien seconden schakelt het apparaat zichzelf uit.
Wanneer u een vreemde kaartsoort plaatst (bv. telefoonkaart of creditcard), verschijnt ca. twee seconden “WRONG KC”.
Verwijder de vreemde kaart en plaats een KeyCard die bekend is bij het apparaat.
Druk op ON om in te schakelen.
KeyCard verwijderen
Ontgrendel het bedieningspaneel:
Druk op knop 1, het bedieningspa­neel klapt naar voren.
Schuif de kaart naar rechts tot de aanslag en haal de kaart naar voren uit het apparaat.
Vergrendel het bedieningspaneel.
Het bedieningspaneel moet om veiligheidsredenen altijd vergren­deld zijn tijdens de rit. Bij het verlaten van de auto dient het bedieningspaneel ter beveili­ging tegen diefstal te worden geo­pend en moet de KeyCard worden verwijderd.
Tweede KeyCard programmeren/ KeyCard vervangen
Er kan een KeyCard als extra KeyCard wor­den geprogrammeerd wanneer het apparaat in bedrijf is met de eerste KeyCard.
Wanneer u een tweede KeyCard wilt pro­grammeren:
Plaats de eerste KeyCard en zet het apparaat aan.
Druk op DSC en kies “LEARN KC” met
/ .
179
DEUTSCH
ENGLISH
FRANÇAIS
ITALIANO
NEDERLANDS
SVENSKA
ESPAÑOL
PORTUGUÊS
Loading...
+ 30 hidden pages