Benq W1350 User Manual [nl]

W1350 Digital Projector Home Cinema Series
Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Belangrijke
Kenmerken van de
projector ....................... 7
Inhoud van de verpakking .......................9
Buitenkant van de projector.................10
Bedieningselementen en functies.........12
De projector
positioneren................ 17
Een locatie kiezen ...................................17
De gewenste beeldgrootte van de
projectie instellen....................................18
De projectielens verplaatsen................20
Aansluitingen.............. 21
HDMI-aansluiting.....................................22
Aansluiting smart-apparaten .................23
Component video-aansluiting...............25
Video-aansluiting .....................................26
Verbinding computer/pc........................27
Videobronapparaten aansluiten ...........28
Geluid via de projector weergeven ....29
De projector beveiligen ........................ 41
De wachtwoordfunctie gebruiken...... 41
Schakelen tussen ingangssignalen ........ 44
Menu BEELD .......................................... 45
Menu Geluidinst. .................................... 50
Menu Weergave .................................... 51
Menu SYSTEEMINSTLL: Basis ............ 53
Menu SYSTEEMINSTLL:
Geavanceerd ........................................... 54
Menu Informatie ....................................56
De projector uitschakelen.................... 57
Structuur OSD-menu
Geavanceerd............................................ 58
Onderhoud ................. 61
Onderhoud van de projector .............. 61
Informatie over de lamp ....................... 62
Problemen
oplossen ..................... 68
Specificaties ................ 69
Projectorspecificaties............................. 69
Afmetingen ...............................................70
Timingtabel............................................... 71
De projector opstarten .........................30
Het geprojecteerde beeld
aanpassen ..................................................32
Menufuncties .............. 34
Over het OSD-menu .............................34
Via het OSD-menu Basis .......................36
Via het OSD-menu Geavanceerd........40
2
Informatie over garantie
en auteursrechten...... 77

Belangrijke veiligheidsinstructies

Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsnormen voor IT­apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op het product nauwkeurig op te volgen.
Veiligheidsinstructies
1. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de projector gebruikt. Bewaar de
handleiding voor toekomstig gebruik.
2. Kijk tijdens het gebruik niet
direct in de lens van de projector. De sterke lichtstraal kan
uw ogen beschadigen.
3. Laat reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden over aan een bevoegd technicus.
5. In sommige landen is de lijnspanning NIET stabiel. In sommige landen is de netspanning ongelijkmatig. Hoewel deze projector normaal werkt bij een netspanning van 100 tot 240 V (wisselstroom), kan het apparaat uitvallen wanneer zich een stroomstoring of een spanningspiek van ±10 V voordoet. In gebieden
waar de netspanning kan schommelen of uitvallen, is het raadzaam de projector aan te sluiten op een spanningsstabilisator, piekbeveiliging of UPS-systeem (Uninterruptible Power Supply).
6. Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. Deze voorwerpen kunnen oververhitten of vervormen of kunnen zelfs brand veroorzaken. Druk op BLANK op de projector of afstandsbediening om de lamp tijdelijk uit te schakelen.
4. Zorg er altijd voor dat de
lenssluiter is geopend of dat de lensdop is verwijderd wanneer de projectorlamp brandt.
Belangrijke veiligheidsinstructies 3
Veiligheidsinstructies (vervolg)
7. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt.
8. Gebruik de lamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken.
9. Zorg dat de stekker van de projector uit het stopcontact is verwijderd voordat u de lamp of elektronische onderdelen vervangt.
10. Plaats dit product niet op een onstabiel wagentje, een onstabiele standaard of een wankele tafel. Het product kan vallen en ernstig worden beschadigd.
11. Probeer deze projector niet zelf te demonteren. De onderdelen in het apparaat staan onder hoge spanning die levensgevaarlijk is als u ze aanraakt. Het enige onderdeel dat u zelf mag vervangen, is de lamp die een afneembare afdekking heeft. U mag nooit andere afdekkingen
losmaken of verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan gekwalificeerde professionele reparateurs.
12. Wanneer u de projector gebruikt, is het mogelijk dat u warme lucht en een bepaalde geur opmerkt bij het ventilatierooster. Dit is een normaal verschijnsel en geen defect.
Belangrijke veiligheidsinstructies4
Veiligheidsinstructies (vervolg)
3.000 m (10.000 voet)
0 m (0 voet)
13. Plaats de projector niet in de volgende omgevingen.
- Slecht geventileerde of ingesloten ruimtes. Zorg dat de projector minstens 50 cm van de muur staat en zorg voor voldoende ruimte voor de luchtstroom rondom de projector.
- Plaatsen waar de temperatuur extreem hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen.
- Erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen die optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de projector en verdonkert het beeld.
- Plaatsen in de buurt van een brandalarm
- Plaatsen met een omgevingstemperatuur van meer dan 40°C / 104°F
- Plaatsen die hoger liggen dan 3000 m (10000 voet).
14. Blokkeer de ventilatieopeningen niet.
- Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed of op een ander zacht oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector.
Als de ventilatieopeningen ernstig wordt gehinderd, kan er door oververhitting in de projector brand ontstaan.
15. Plaats de projector tijdens gebruik altijd op een vlak, horizontaal oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als deze gekanteld staat in een hoek van meer dan 10 graden (links naar rechts) of in een hoek van meer dan 15 graden (voor naar achter). Als u de projector gebruikt wanneer deze niet volledig horizontaal staat, werkt deze mogelijk niet optimaal of kan de lamp beschadigd raken.
16. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies 5
Veiligheidsinstructies (vervolg)
17. Ga niet op projector staan of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar kan ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel.
18. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Als de projector nat wordt, moet u de stekker uit het stopcontact trekken en de projector laten controleren door een BenQ-onderhoudstechnicus.
19. Dit product kan beelden omgekeerd weergeven, zodat plafondmontage mogelijk is.
Gebruik alleen de plafondmontageset van BenQ en controleer of de projector stevig vastzit.
Plafondmontage van de projector
Wij willen u het gebruik van uw BenQ-projector zo aangenaam mogelijk maken. Daarom vestigen wij uw aandacht op deze veiligheidskwestie om mogelijk lichamelijk letsel of materiële schade te voorkomen.
Als u de projector aan het plafond wilt bevestigen, is het raadzaam de plafondmontageset voor BenQ­projectors te gebruiken voor een veilige en stevige montage.
Als u een plafondmontageset van een ander merk dan BenQ gebruikt, bestaat er een veiligheidsrisico omdat de projector van het plafond kan vallen vanwege een slechte bevestiging door het gebruik van schroeven met een verkeerde maat of lengte.
U kunt de plafondmontageset voor BenQ-projectors aanschaffen bij de leverancier van uw projector. U kunt de plafondmontageset voor BenQ­projectors aanschaffen bij de leverancier van uw projector. Het verdient ook aanbeveling een aparte veiligheidskabel aan te schaffen die compatibel is met het Kensington-slot. Maak deze kabel vast aan de sleuf voor het Kensington-slot op de projector en aan de houder. Deze zal een tweede beveiliging bieden voor het vasthouden van de projector in het geval de bevestiging op de montagebeugel zou loskomen.
Hg - Lamp bevat kwik. Behandelen in overeenstemming met de lokale wetten op afvalverwijdering. Zie www.lamprecycle.org.
Belangrijke veiligheidsinstructies6

Kenmerken van de projector

Ondersteunt Full HD De projector ondersteunt de indelingen Standard Definition TV (SDTV) 480i, 576i, Enhanced Definition television (EDTV) 480p, 576p en High Definition TV (HDTV) 720p, 1080i/p 60Hz, waarbij de indeling 1080p een echte 1:1 beeldreproductie biedt.
Hoge kwaliteit De projector levert een uitstekende beeldkwaliteit door zijn hoge resolutie, uitstekende helderheid voor het thuistheater, hoge contrastverhouding, levendige kleuren en rijke weergave van de grijswaarden.
Grote helderheid De projector levert een superhoge helderheid voor een uitstekende beeldkwaliteit bij het aanwezige omgevingslicht, waarbij hij beter presteert dan gewone projectoren.
Levendige kleurenreproductie De projector is voorzien van een kleurenwiell met 6 segmenten voor de reproductie van een realistische kleurendiepte en bereik dat onhaalbaar is met beperkter kleurenwielen.
Rijke grijswaarden Bij het kijken in een verduisterde omgeving levert de automatische gammacontrole een uitstekende weergave van grijswaarden die details laat zien in schaduwen en in nachtelijke of donkere scènes.
2D-keystone De projector biedt horizontale (zijde naar zijde) keystone-correctie waardoor een breder gebied voor de projectorinstallatie mogelijk is. Als de projector buiten het centrum is geplaatst, biedt de functie voor de 2D-keystonecorrectie u een bredere flexibiliteit voor de projectorinstallatie door het trapeziumeffect te corrigeren met horizontale en verticale aanpassingen.
Dubbel OSD Er zijn twee types OSD-menu's ontworpen voor verschillende gebruiksgewoonten: het Basis-OSD is intuïtief en gebruikersvriendelijk, terwijl het Geavanceerd OSD de traditionele bruikbaarheid biedt.
Grote keuze aan ingangen en video-indelingen De projector ondersteunt een verscheidenheid aaningangen voor aansluiting op uw video- en pc-apparatuur, waaronder component video, S-Video, en composiet video, evenals dubbel HDMI, pc en een uitgangstrigger voor aansluiting op geautomatiseerde scherm- en omgevingslichtsystemen.
ISF-gecertificeerde kalibratiebesturing Om een hogere prestatiestandaard te behalen, bevat de projector instellingen voor de modi ISF NIGHT en ISF DAY in de schermmenu's. Hiervoor is een professionele kalibratie door geautoriseerde ISF-installateurs vereist.
3D-functie Om op een realistischer manier te genieten van 3D-films, video's en sportevenementen door de diepte van het beeld via HDMI te presenteren.
Ingebouwde luidspreker(s) Ingebouwde luidspreker(s) die ook gemixte mono-audio levert wanneer een audio­ingang is aangesloten.
Kenmerken van de projector 7
Intuitieve lensverplaatsing De intuitieve bediening van de hendel voor lensverplaatsing biedt flexibiliteit bij het opzetten van de projector.
SmartEco De SmartEco™-technologie bespaart tot 70 % op het energiegebruik van de lamp, afhankelijk van het helderheidsniveau van de inhoud als de SmartEco-mode is geselecteerd.
SmartEco™ start uw dynamische energiebesparing De SmartEco™-technologie biedt een neiuwe manier van bedienen van het projectielampsysteem en bespaart lampenergie afhankelijk van het helderheidsniveau van de inhoud.
De langste levensduur van de lamp met de SmartEco™-technologie De SmartEco™-technologie vermindert het energiegebruikt en verlengt de levensduur van de lamp.
ECO BLANK spaart het lampvermogen Door op de knop ECO BLANK te drukken, verbergt u het beeld en verlaagt u tegelijkertijd het door de lamp opgenomen vermogen.
Ondersteuning voor draadloze FHD-kit (optioneel accessoire) Raadpleeg de documentatie van de kit voor het correcte gebruik ervan.
Kenmerken van de projector8

Inhoud van de verpakking

W1350
Batterijen
Garantiekaart
CD met
gebruikershandleiding
Snelgids
Voedingskabel
Afstandsbediening Projector
Reservelampset Plafondmontageset 3D bril Draagtas
Draadloze FHD-kit
(WDP01)
Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.

Standaardaccessoires

De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van de afbeeldingen.
*De garantiekaart wordt slechts in bepaalde specifieke regio’s geleverd. Raadpleeg uw verkoper voor gedetailleerde informatie.
Europa sku heeft standaard geen VGA-kabel als accessoire.

Andere accessoires

Raadpleeg uw verkoper voor gedetailleerde informatie over de onderstaande accessoires.
Kenmerken van de projector 9

Buitenkant van de projector

1
2
8
3
Voorkant/bovenkant
4
5
6
1
7
10
9
Achter/onderkant
12 13 14 15 16
20 19222324252628
11
2127
17
18
1. Lampdeksel
2. Projectielens
3. Snelontgrendelingsknop
4. Extern bedieningspaneel (Zie"Projector" op pagina 12 voor details.)
5. IR-sensor afstandsbediening bovenkant
6. Lensverschuiving
7. Focusring en zoomring
8. Ventilatiegleuven (invoer koele lucht)
9. IR-sensor afstandsbediening voorkant
10. Lenskap en snoer
11. HDMI 1 ingang
12. Dubbele HDMI 2 / MHL­moduspoort Kan ook het aangesloten MHL­smart-apparaat opladen, zolang de projector stroom ontvangt.
13. USB Mini B ingang Wordt gebruikt voor onderhoud.
14. COMPUTER Pc-signaalingangen
15. RS-232-besturingspoort Wordt gebruikt voor het verbinden met een besturings-/ automatiseringssysteem voor pc of thuisbioscoop.
16. COMPONENT ingangen
17. USB type A 1,5A Wordt gebruikt voor het opladen van de ontvangerdoos van de draadloze FHD-kit (WDP01) (optioneel accessoire)
18. Luidspreker
19. Sleuf voor Kensington­antidiefstalslot
20. Achterste verstelvoetje
21. VIDEO ingang
22. AUDIO ingang (R)
23. AUDIO ingang (L)
24. AUDIO ingang
25. AUDIO uitgang
26. Snelverstellerknop
27. 12 V TRIGGER uitgang Wordt gebruikt voor het activeren van een extern apparaat, zoals een elektrisch scherm of lichtregeling, enz. Raadpleeg uw dealer voor het aansluiten van deze apparaten.
28. Aansluiting netsnoer
Kenmerken van de projector10
29. Gaten voor plafondmontage
Onderkant
30
31
29 29
29 31
30. Instelbare voet aan voorzijde
31. Achterste verstelvoetje
Kenmerken van de projector 11

Bedieningselementen en functies

1
3
5
8
6
7
9 10
11
12 13
14 15
4
2

Projector

9. Keystone/pijltoetsen ( / Omhoog)
Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek worden veroorzaakt. Zie "Keystone corrigeren" op pagina 33 voor details.
10. LAMP-indicatorlichtje
Geeft de status van de lamp aan. Licht op of knippert wanneer er een probleem is met de lamp. Zie "Indicators" op pagina 67 voor details.
1. FOCUS/ZOOM ring Hiermee wordt het uiterlijk van het geprojecteerde beeld aangepast. Zie "Het
beeldformaat en de helderheid fijn afstellen" op pagina 33 voor details.
2. LENS SHIFT aanpassing
Wordt gebruikt om de projector hoger of lager in te stellen. Zie "De projectielens
verplaatsen" op pagina 20 voor details.
3. Voedingsindicator
Licht op of knippert als de projector wordt gebruikt. Zie "Indicators" op pagina 67 voor details.
4. SOURCE
Geeft de bronselectiebalk weer. Zie
"Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 44 voor details.
5. Links/ Hiermee corrigeert u handmatig het
vervormde beeld dat door de projectiehoek wordt veroorzaakt.
6. POWER
Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in.
Zie "De projector opstarten" op pagina 30 en
"De projector uitschakelen" op pagina 57
voor details.
7. BACK
Hiermee gaat u terug naar het vorige OSD­menu en slaat u de menu-instellingen op.
8. TEMPeratuurindicatorlichtje
Licht rood op als de temperatuur van de projector te hoog wordt. Zie "Indicators"
op pagina 67 voor details.
Kenmerken van de projector12
11. AUTO
Hiermee worden automatisch de beste beeldtimings bepaald voor het weergegeven beeld. Zie "Het beeld
automatisch aanpassen" op pagina 32 voor
details.
12. ► Rechts/ Hiermee corrigeert u handmatig het
vervormde beeld dat door de projectiehoek wordt veroorzaakt. Als het On-Screen Display (OSD) menu is geactiveerd, worden de toetsen 5, 9, 12 en 15 gebruikt als richtingspijlen om de gewenste menu-items te selecteren en aanpassen aan te brengen. Zie "Via het
OSD-menu Geavanceerd" op pagina 40
voor details.
13. OK/MODE
Selecteert een beschikbare beeldinstellingsmodus. Controleer het geselecteerde item van het OSD-menu. Zie "Via het OSD-menu Geavanceerd" op
pagina 40 voor details.
14. MENU
Hiermee schakelt u het OSD-menu in. Hiermee gaat u terug naar het vorige OSD-menu en slaat u de menu­instellingen op.
Zie "Via het OSD-menu
Geavanceerd" op pagina 40 voor details.
15. Keystone/pijltoetsen ( / Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek worden veroorzaakt. Zie
"Keystone corrigeren" op pagina 33 voor
details.

Afstandsbediening

1
2
4
6
5
7
8
9
3
10
11
12
13 14
15
16
1. ON, OFF
Schakelt de projector in of uit.
2. 3D, INVERT
Start het menu 3D en schakelt de omkeerfunctie in of uit.
3. Pijltoetsen ( Omhoog/ Omlaag/ Links/ Rechts)
Indien het On-Screen Display (OSD) menu is geactiveerd, worden deze toetsen gebruikt als richtingspijlen om de gewenste menu-items te selecteren en aanpassen aan te brengen. Wanneer het OSD-menu uit is en u onder de MHL-aansluitmodus bent, zijn deze pijltoetsen beschikbaar voor het bedienen van uw smart-apparaat.
4. OK
Bevestigt het geselecteerde OSD-menu­item.
Wanneer het OSD-menu uit is en u zich in de MHL-aansluitmodus bevindt, gebruikt u de toets om de selectie op het OSD van uw smart-apparaat te bevestigen.
5. BACK
Hiermee gaat u terug naar het vorige OSD-menu en slaat u de menu­instellingen op.
Wanneer het OSD-menu uit is en u zich in de MHL-aansluitmodus bevindt, gebruikt u de toets om terug te keren naar het OSD-menu van uw smart­apparaat of om het af te sluiten.
6. , ,
Geluid uit: schakelt de audio van de projector in en uit.
Volume lager: Verlaagt het volume van de projector.
Vo l u m e hog e r : Verhoogt het volume van de projector.
7. MHL-bedieningsknoppen ( Achteruit, Afspelen/ Pauzeren, Vooruit,
Achteruit, Stop, Snel
vooruitspoelen)
Gaat naar het vorige bestand/Afspelen/ Onderbreken/Gaat naar het volgende bestand/Terugspoelen/Stoppen/Snel vooruitspoelen tijdens afspelen van media. Alleen beschikbaar bij het bedienen van uw smart-apparaat in de modus MHL.
Wanneer u onder de MHL-aansluitmodus bent en het OSD uit is, zijn deze pijltoetsen beschikbaar voor het bedienen van uw smart-apparaat: pijltoetsen, OK, BACK en MHL-bedieningsknoppen.
8. KEYSTONE
Start het venster 2D-keystone. Gebruik de pijltoetsen om vervormde beelden die zijn veroorzaakt door een hoekprojectie, handmatig te corrigeren.
9. Toetsen voor aanpassing beeldkwaliteit
Deze functietoetsen verrichten dezelfde taken als opgegeven in het OSD-menu.
Kenmerken van de projector 13
10. LIGHT
De LED-verlichting licht op en blijft ongeveer 30 seconden ingeschakeld bij het indrukken van een toets op de afstandsbediening. Door binnen 10 seconden op een andere toets te drukken, dooft de LED-verlichting.
11. AUTO
Hiermee worden automatisch de beste beeldtimings bepaald voor het weergegeven beeld.
12. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
13. MENU
• Hiermee opent u het OSD-menu in.
• Hiermee gaat u terug naar het vorige OSD-menu en slaat u de menu­instellingen op.
14. SOURCE
Geeft de bronselectiebalk weer.
15. MODE
Selecteert een beschikbare beeldmodus.
16. FINE TUNE Toont het venster Kleurtemperatuur
fijn afstellen. Zie "Kleurtemperatuur
fijn afstellen" op pagina 58 voor details.
PIP- en SWAP-toetsen zijn niet beschikbaar.
Kenmerken van de projector14
Bereik van de afstandsbediening
O
n
g
e
ve
e
r
±
3
0
°
O
n
g
e
ve
e
r
±
3
0
°
De Infra-rood (IR) sensor voor de afstandsbediening bevindt zich aan de boven- en achterkant van de projector. Houd de afstandsbediening in een hoek van maximaal 30 graden ten opzichte van de IR-sensor van de afstandsbediening op de projector voor een correcte werking. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor mag niet meer dan 8 meter (~26 voet) bedragen.
Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de afstandsbediening en de IR-sensoren op de projector blokkeert.
Kenmerken van de projector 15
De batterij van de afstandsbediening vervangen
1. Verwijder het deksel van het batterijvak door het deksel in de richting van de pijl te schuiven.
2. Plaats de meegeleverde batterijen en let op de polariteit (+/-) zoals hier is afgebeeld.
3. Plaats het deksel terug.
Vermijd hoge temperaturen en vochtigheid.
De batterij kan beschadigd raken als u deze niet correct vervangt.
Vervang batterijen alleen door hetzelfde type of een soortgelijk type batterijen, zoals door de fabrikant aanbevolen.
Gooi lege batterijen weg overeenkomstig de instructies van de fabrikant.
Gooi een batterij nooit in vuur. De batterij kan in dat geval ontploffen.
Verwijder de batterij als deze leeg is of als u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt. Zo voorkomt u dat de afstandsbediening beschadigd raakt door mogelijke lekkage van de batterij.
Kenmerken van de projector16

De projector positioneren

Een locatie kiezen

Voordat u een installatielocatie kiest voor uw projector, moet u rekening houden met de volgende factoren:
• Grootte en positie van uw scherm
• Locatie stopcontact
• Locatie en afstand tussen de projector en de rest van uw apparatuur
U kunt uw projector op de volgende wijzen installeren.
1. Tafel voorkant
Selecteer deze instelling als u de projector op de vloer voor het scherm installeert.
Als u een snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest gebruikte opstelling.
Schakel de projector in en geef de volgende instellingen op:
MENU > Instell. of SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie > Voorkant
2. Tafel achterkant
Selecteer deze locatie als u de projector op de vloer en achter het scherm installeert.
Schakel de projector in en geef de volgende instellingen op:
MENU > Instell. of SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie > Achterkant
Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor projectie achteraan vereist.
3. Plafond voorkant
Selecteer deze locatie als u de projector aan het plafond en voor het scherm hangt.
Schakel de projector in en geef de volgende instellingen op:
MENU > Instell. of SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie > Plafond voorkant
Als u de projector aan het plafond wilt bevestigen, kunt u het beste de plafondmontageset van BenQ bij uw leverancier kopen.
4. Plafond achter
Selecteer deze locatie als u de projector aan het plafond en achter het scherm hangt.
Schakel de projector in en geef de volgende instellingen op:
MENU > Instell. of SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie > Plafond achter
Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor projectie achteraan en de plafondmontageset van BenQ vereist.
De projector positioneren 17
De gewenste beeldgrootte van de projectie
<A>
<B>
<C>
<E>
<D>
<F>
<G>
Vloerinstallatie
<F>: Scherm <G>: Midden van de lens
<B>
<A>
<C>
<F>
<G>
<D>
<E>
Plafondinstallatie
<F>: Scherm <G>: Midden van de lens
instellen
De geprojecteerde beeldgrootte wordt bepaald door de afstand vanaf de projectorlens naar het scherm, de zoominstelling en het videoformaat.

Projectie-afmetingen

Zie "Afmetingen" op pagina 70 voor de lensmiddenafmetingen van deze projector voordat u de geschikte positie berekent.
Schermafmetingen Projectie-afstand <D> [mm] Laagste/hoogste
Diagonaal <A>
[inch (mm)]
26 (659) 323 574 - - 1200 32 78
30 (762) 374 664 923 1156 1388 37 90
40 (1016) 498 886 1231 1541 1851 50 120
50 (1270) 623 1107 1539 1926 2313 62 149
60 (1524) 747 1328 1846 2311 2776 75 179
70 (1778) 872 1550 2154 2696 3239 87 209
80 (2032) 996 1771 2462 3082 3701 100 239
90 (2286) 1121 1992 2769 3467 4164 112 269
100 (2540) 1245 2214 3077 3852 4627 125 299
110 (2794) 1370 2435 3385 4237 5090 137 329
120 (3048) 1494 2657 3693 4622 5552 149 359
130 (3302) 1619 2878 4000 5008 6015 162 389
140 (3556) 1743 3099 4308 5393 6478 174 418
150 (3810) 1868 3321 4616 5778 6940 187 448
160 (4064) 1992 3542 4923 6163 7403 199 478
170 (4318) 2117 3763 5231 6548 7866 212 508
180 (4572) 2241 3985 5539 6934 8328 224 538
De projector positioneren18
Hoogte
<B>
[mm]
Breedt
e <C> [mm]
Min.
afstand
(met max.
zoom)
Gem
afstand
(met min.
Min.
zoom)
lenspositie <E>
[mm]
(min.) (max.)
Schermafmetingen Projectie-afstand <D> [mm] Laagste/hoogste
lenspositie <E>
[mm]
(min.) (max.)
Diagonaal <A>
[inch (mm)]
Hoogte
<B>
[mm]
Breedt
e <C> [mm]
Min.
afstand
(met max.
zoom)
Gem
Min.
afstand
(met min.
zoom)
190 (4826) 2366 4206 5847 7319 8791 237 568
200 (5080) 2491 4428 6154 7704 9254 249 598
250 (6350) 3113 5535 7693 9630 11567 311 747
300 (7620) 3736 6641 9232 11556 13881 374 897
325 (8254) 4047 7194 10000 - - 405 971
Er is een tolerantie van 5% tussen deze waarden door variaties in de optische onderdelen. BenQ beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -afstand eerst met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw specifieke locatie.
De projector positioneren 19

De projectielens verplaatsen

DOWN
UP
LENS SHIFT
Midden van
de lens
100%
20%
28%
Scherm
Projector
120%
148%
130%
DOWN
UP
LENS SHIFT
Midden van
de lens
De bediening voor de lensverplaatsing zorgt voor flexibiliteit bij de installatie van de projector. Hierdoor kan de projector naast het midden van het scherm worden geplaatst.
De lensverschuiving (offset) wordt weergegeven als percentage van de halve hoogte van het geprojecteerde beeld. Deze wordt gemeten als offset van het verticale midden van het geprojecteerde beeld. U kunt de projectielens verplaatsen binnen het toegestane bereik, afhankelijk van de gewenste beeldpositie.
• Als de schermpositie vast is
• Als de positie van de projector vast is
Verschuiven van de lens verslechtert het beeld niet. Mocht het beeld vervormen, raadpleeg dan
"Keystone corrigeren" op pagina 33 voor details.
De projector positioneren20

Aansluitingen

8
7
6
8
1
3
4
3 9
3
2
5
Laptop of desktop computer
A/V-apparaat
Luidsprekers
Smartphone of tablet
Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat u aansluitingen maakt.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
Niet alle kabels die in de onderstaande aansluitingen zijn weergegeven, zijn bij de projector geleverd (zie "Inhoud van de verpakking" op pagina 9). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
De onderstaande afbeeldingen zijn uitsluitend bedoeld als referentie. De aansluitingen achterop de projector verschillen per model projector.
1. USB-kabel*
2. VGA-kabel
3. HDMI-kabel
4. Component Video naar VGA (D-sub) adapterkabel
5. Kabel Component video naar Component
6. Videokabel
7. Audio L/R-kabel
8. Audiokabel
9. HDMI-micro USB-kabel
*Voor het bijwerken van de firmware.
Aansluitingen 21

HDMI-aansluiting

3
Laptop of desktop computer
A/V-apparaat
HDMI-kabel
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) ondersteunt niet-gecomprimeerde videogegevensoverdracht tussen compatibele apparaten zoals dvd-tuners, dvd-spelers, Blu­ray-spelers en schermen via één kabel. U moet een HDMI-kabel gebruiken als u de projector met HDMI-apparaten verbindt.
Aansluitingen22

Aansluiting smart-apparaten

HDMI-naar-micro-USB-kabel
De projector kan de inhoud direct vanaf een MHL-compatibel smart-apparaat projecteren. Met een HDMI-naar-micro-USB-kabel of een HDMI-naar-micro-USB-adapter kunt u uw smart-apparaten verbinden met de projector en dan genieten van uw inhoud op het grote scherm.
Sommige smart-apparaten zijn mogelijk niet compatibel met de kabel die u gebruikt. Raadpleeg de fabrikant van uw smart-apparaat voor gedetailleerde informatie.

Met een HDMI-naar-micro-USB-kabel

1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-naar-micro-USB-kabel aan op de HDMI-ingang op de projector.
2. Sluit het andere uiteinde van de HDMI-naar-micro-USB-kabel aan op de micro-USB­uitgang op uw smart-apparaat.
3. Schakel naar de HDMI/MHL-ingangsbron. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 44 voor details over het schakelen van het ingangssignaal.
Aansluitingen 23
Met een HDMI-naar-micro-USB-adapter en een HDMI-
HDMI-kabel
kabel
1. Sluit het ene uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-ingang op de projector.
2. Sluit het andere uiteinde van de HDMI-kabel aan op de HDMI-ingang op de adapter.
3. Sluit het andere uiteinde van de adapter aan op de micro-USB-uitgang op uw smart­apparaat.
4. Schakel naar de HDMI/MHL-ingangsbron. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 44 voor details over het schakelen van het ingangssignaal.
Aansluitingen24
Loading...
+ 53 hidden pages