De menu's gebruiken.............................26
De projector beveiligen ........................26
Een veiligheidskabelslot gebruiken........... 26
De wachtwoordbeveiliging gebruiken..... 27
2 Inhoud
Informatie over garantie
en auteursrechten ......................62
Bedankt voor uw keuze voor de kwaliteitsvideoprojector van BenQ! Deze projector levert een ultieme
kijkervaring in uw eigen thuisbioscoop. Voor de beste resultaten leest u deze handleiding zorgvuldig door.
Het is uw gids door alle bedieningsmenu's en alle handelingen.
Belangrijke veiligheidsinstructies
Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsstandaards voor IT-apparatuur. Voor
een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op de verpakking
van het product nauwkeurig op te volgen.
1. Lees deze gebruikershandleiding aandachtig door
voordat u de projector gaat gebruiken. Bewaar deze
handleiding op een veilige plek voor naslag in de
toekomst.
2. Plaats de projector tijdens gebruik altijd op een stabiel
en niet hellend oppervlak.
- Plaats de projector nooit op een instabiel wagentje,
standaard of tafel omdat hij dan kan vallen en
beschadigen;
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de
projector;
- Maak geen gebruik van de projector als deze
gekanteld staat in een hoek van meer dan 10 graden
(naar links of rechts) of in een hoek van meer dan
15 graden (voor naar achter).
4. Plaats de projector niet in de volgende
omgevingen:
- slecht geventileerde of gesloten ruimtes.
Zorg dat de projector ten minste 50 cm
van de muur staat en laat voldoende ruimte
vrij rondom de projector;
- plaatsen waar de temperatuur extreem
hoog kan oplopen, zoals in een auto met
gesloten ramen;
- erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen
die optische componenten mogelijk
aantasten. Dit verkort de levensduur van de
projector en verdonkert het beeld;
- plaatsen in de buurt van een brandalarm;
- plaatsen met een omgevingstemperatuur
van meer dan 35°C/95°F;
- plaatsen op een hoogte boven 1500 meter/
4920 voet boven zeeniveau.
3. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan
dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken.
4920-
9840
voet
Belangrijke veiligheidsinstructies
3
5. Blokkeer nooit de ventilatieopeningen als de
projector is ingeschakeld (zelfs in standbystand):
- Bedek de projector nooit met enig item;
- Plaats deze projector niet op een deken,
beddengoed of op een ander zacht oppervlak.
9. Kijk tijdens het projecteren niet rechtstreeks in
de lens van de projector. Dit kan uw ogen
beschadigen.
6. Op plekken waar het voltage van het
elektriciteitsnet kan fluctueren met ±10 volt,
wordt aanbevolen de projector via een
stroomstabilisator, spanningspiekbeveiliging of
ononderbroken voeding (UPS) aan te sluiten,
afhankelijk van wat het beste past in uw situatie.
7. Trap niet op de projector of leg er geen
voorwerpen op.
8. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de
projector. Mocht er enige vloeistof in de
projector zijn gemorst, dan is uw garantie
geannuleerd. Mocht de projector nat worden,
trek dan de stekker uit het stopcontact en bel
BenQ om de projector te laten repareren.
10. Gebruik de projectorlamp niet langer dan de
voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch
langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen
breken.
11. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat
de projector ongeveer 45 minuten afkoelen
voordat u de lamp vervangt.
12. Dit product kan beelden omgekeerd weergeven,
zodat plafondmontage mogelijk is. Gebruik alleen
de Plafondmontageset van BenQ voor de
montage.
4
Belangrijke veiligheidsinstructies
13. Probeer de lampcomponenten nooit te
vervangen voordat de projector is afgekoeld en
uit het stopcontact is getrokken.
14. Als u denkt dat de projector moet worden
gerepareerd, breng de projector dan uitsluitend
naar een gekwalificeerde reparateur.
Vochtcondensatie
Gebruik de projector nooit onmiddellijk nadat de
projector van een koude naar een warme plek is
gebracht. Als de projector aan zo’n
temperatuurverandering wordt blootgesteld, kan
vocht op belangrijke interne onderdelen
condenseren. Bij zo’n temperatuurverandering
gebruikt u de projector niet gedurende ten minste
2 uur, om te voorkomen dat de projector
beschadigt.
Vermijd vluchtige vloeistoffen.
Gebruik geen vluchtige vloeistoffen, zoals
insecticide of bepaalde reinigingsmiddelen, in de
buurt van de projector. Plaats geen rubberen of
plastic producten gedurende langere tijd tegen de
projector. Deze kunnen vlekken op de buitenkant
achterlaten. Mocht u de projector met een
chemisch behandelde doek reinigen, volg dan de
veiligheidsinstructies van het schoonmaakmiddel.
15. Open deze projector niet zelf. De onderdelen
van het apparaat staan onder hoge spanning die
levensgevaarlijk is. Het enige onderdeel dat u mag
vervangen, is de lamp met het deksel. Zie pagina
50.
U mag nooit andere onderdelen losmaken of
verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan
gekwalificeerde professionele reparateurs.
Let op
Bewaar de originele verpakking voor eventueel
vervoer in de toekomst. Als u de projector na
gebruik moet vervoeren, stel dan de lenspositie in
op een geschikte positie, plaats het lenskussen rond
de lens, en pas het lenskussen in het projectorkussen
om beschadiging tijdens het transport tegen te
gaan.
Wegwerpen
Dit product bevat de volgende materialen, welke
schadelijk kunnen zijn voor het menselijke lichaam
en het milieu.
• Lood, dit zit in het soldeer.
• Kwik, dit zit in de lamp.
Wilt u het product of gebruikte lampen
wegwerpen, neem dan contact op met uw
gemeente met informatie over de regelgeving.
Belangrijke veiligheidsinstructies
5
Overzicht
Inhoud van de verpakking
Pak alles voorzichtig uit en controleer of alle onderstaande items aanwezig zijn. Bepaalde items zijn
wellicht niet beschikbaar, afhankelijk van de plaats van aankoop. Controleer dit op de plek van aankoop.
Bepaalde accessoires kunnen verschillen per regio.
De garantiekaart wordt alleen in bepaalde regio's geleverd. Vraag uw verkoper voor gedetailleerde
informatie.
W1070W1080ST
ProjectorAfstandsbedieningBatterijen
Garantiekaart
VGA-kabel
6
Overzicht
CD met
gebruikershandleiding
Draagtas (alleen
W1080ST)
Snelgids
Stroomkabel
De batterijen van de afstandsbediening vervangen
1. Open de batterijklep door de afstandsbediening eerst om te draaien. Duw vervolgens tegen de
vingergreep op de klep om deze omlaag te schuiven in de richting van de pijl zoals in de afbeelding is
aangegeven. Het klepje schuift open.
2. Verwijder de oude batterijen (indien nodig) en plaats twee AAA-batterijen, waarbij u let op de
polariteit van de batterijen zoals is aangegeven in de batterijnis. Plus (+) naar plus en min (-) naar min.
3. Plaats de klep terug door deze op de afstandsbediening te leggen en terug in positie te schuiven. Het
deksel klikt vast.
• Laat de afstandsbediening en batterijen niet liggen op plaatsen die extreem warm of vochtig zijn, zoals
de keuken, badkamer, sauna, solarium of in een gesloten auto.
• Gebruik alleen dezelfde batterijen of batterijen van hetzelfde type dat door de fabrikant van de batterij
wordt aanbevolen.
• Gooi batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant en volgens de plaatselijke milieuregelgeving.
• Werp batterijen nooit in vuur. Dit kan een explosie veroorzaken.
• Als de batterijen leeg zijn of als u de afstandsbediening gedurende langere tijd niet gebruikt, verwijdert u
de batterijen om beschadiging van de afstandsbediening door lekkende batterijen te voorkomen.
Effectief bereik van de afstandsbediening
De afstandsbediening moet in een hoek van 30 graden ten opzichte van de IR-sensor van de projector
worden gehouden om correct te functioneren. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor(en)
mag niet meer dan 8 meter (~ 26 voet) bedragen.
Zorg dat tussen de afstandsbediening en de IR-sensor(en) van de projector geen obstakels liggen die de
infraroodstraal kunnen blokkeren.
• De projector bedienen via de voorkant
O
n
g
e
v
e
e
r
+
1
5
º
• De projector bedienen via de bovenkant
O
n
g
e
v
e
e
r
+
1
5
º
Montage van de projector op het plafond
Voor een probleemloze werking van de projector is ook veiligheid van groot belang. Neem de volgende
veiligheidsvoorschriften in acht om schade en lichamelijk letsel te voorkomen.
Als u de projector tegen het plafond wilt bevestigen, is het raadzaam de plafondmontageset voor BenQprojectoren te gebruiken voor een veilige en stevige montage.
Overzicht
7
Als u een montageset van een ander merk gebruikt, bestaat het gevaar dat de projector naar beneden
valt omdat het apparaat met de verkeerde schroeven is bevestigd.
U kunt de plafondmontageset voor BenQ-projectoren kopen bij de leverancier van uw projector. Het
verdient ook aanbeveling een aparte veiligheidskabel aan te schaffen die compatibel is met het
Kensington-slot. Maak deze kabel vast aan de sleuf voor het Kensington-slot op de projector en aan de
houder. Wanneer de projector loskomt van de houder, blijft het apparaat toch veilig zitten.
8
Overzicht
Kenmerken van de projector
• Volledig compatibel met HD
De projector is compatibel met Standard Definition TV (SDTV) 480i, 576i, Enhanced Definition TV
(EDTV) 480p, 576p en High Definition TV (HDTV) 720p, 1080i en 1080p op 60Hz-indelingen, met de
1080p indeling die een echte 1:1 beeldreproductie levert.
• Hoge beeldkwaliteit
De projector levert uitstekende beeldkwaliteit dankzij de hoge resolutie, uitstekende home theater
helderheid, hoge contrastverhouding, levendige kleuren en rijke weergave van grijstinten.
• Hoge helderheid
De projector levert zeer hoge helderheid voor een uitstekende beeldkwaliteit bij sfeerlicht, en
presteert beter dan andere projectors.
• Levendige kleurreproductie
De projector maakt gebruik van een kleurwiel met 6 segmenten om realistische kleurdiepte en bereik te reproduceren, wat onmogelijk is voor kleurwielen met minder segmenten.
• Rijke grijstinten
Indien weergegeven in een donkere omgeving, levert de automatische gammabediening uitstekende
grijstinten, zodat details in schaduwen, nachtscènes of donkere scènes zichtbaar zijn.
• Brede reeks ingangen en video-indelingen
De projector ondersteunt een brede reeks ingangen voor het aansluiten van video- en pc-apparatuur,
waaronder component video, S-video en composiet video, daarnaast duaal HDMI, pc en een
uitgangstrigger voor aansluiting op geautomatiseerde scherm- en belichtingssystemen.
• Door ISF gecertificeerde ijking
De hogere prestatiestandaard wordt bereikt doordat de projector gebruik maakt van ISF NIGHT en
ISF DAY modusinstellingen in de OSD-menu’s, wat professionele ijking van geautoriseerde
ISF-installateurs vereist.
• 3D-functie
Films, video’s en sportprogramma’s in 3D worden nog realistischer weergegeven als ze via hdmi
worden weergegeven.
• Geïntegreerde luidspreker(s)
Geïntegreerde luidspreker(s) voor gemengd monogeluid als een signaal op de audio-ingang is
aangesloten.
• Intuïtieve lensverschuiving (W1070)
Intuïtieve bediening van de lensverschuivingknop voor flexibele instelling van de projector.
• Lage throw-verhouding (W1080ST)
Dankzij de lage throw-verhouding kan een beeldkwaliteit van 1080p worden geprojecteerd op een
korte projectie-afstand.
• SmartEco
SmartEco™-technologie vermindert het energieverbruik van de lamp met maximaal 70%, afhankelijk
van het helderheidsniveau van de beelden als de modus SmartEco is geselecteerd.
Overzicht
9
Buitenkant van de projector
Voorkant en bovenkant
W1070
1
2
6
7
3
8
9
4
5
10
11
W1080ST
1
2
7
3
8
9
4
5
10
11
Achterkant en onderkant
Zie "Aansluiten van videoapparatuur" op pagina 21
voor details over de aansluitingen.
121315
21
22
23
16 17
18
191420
24
1. Bedieningspaneel (zie
"Besturingspaneel" op pagina 11 voor
details.)
2. Lampdeksel
3. Ventilatie (warme lucht uit)
4. Ontgrendelingsknop
5. Lensklep
6. Lensverschuivingsknop
7. Focus- en zoomring
8. Ventilatie (koele lucht in)
9. Luidsprekerrooster
10.IR-sensor voorkant
11.Projectielens
12.HDMI-poorten
13. 12VDC-uit-aansluiting
Te gebruiken om externe apparaten
aan te sturen, zoals een elektrisch
scherm of belichtingsbesturing, enz.
Neem contact op met uw verkoper
voor informatie over de aansluiting
van deze apparaten.
Hiermee past u de scherpstelling van het
geprojecteerde beeld aan.
2. Zoomring
Hiermee past u de grootte van het beeld aan.
3. POWER-indicator
Brandt of knippert als de projector wordt
gebruikt.
4. MENU/EXIT
Activeert het schermmenu (On-Screen Display,
OSD). Keert terug naar het vorige OSD-menu,
sluit en bewaart de menu-instellingen.
5. IR-sensor bovenkant
6. AAN/UIT
Dit zet de projector op stand-by of aan.
7.Links/
Zet het volume van de projector lager.
8. ECO BLANK
Maakt het beeld leeg.
9. TEMPeratuur waarschuwingslicht
Brandt rood als de temperatuur van de
projector te hoog wordt.
10. LAMP-indicator
Geeft de status van de lamp aan. Brandt of
knippert als er een probleem is opgetreden
met de lamp.
11.AUTO
Bepaalt automatisch de beste timings voor het
beeld.
12.Keystone/pijltoetsen (/ omhoog,
/omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig het
vervormde beeld, veroorzaakt door de
projectiehoek.
13.Rechts/
Zet het volume van de projector hoger.
Als het OSD-menu is geactiveerd, gebruikt u
de toetsen #7, #12 en #13 als pijltoetsen om
de gewenste menu-items te selecteren en om
aanpassingen uit te voeren.
14.MODE/ENTER
Kies een beschikbare beeldinstellingsmodus.
Hiermee activeert u het geselecteerde menu-
item in het schermmenu.
15.SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
Overzicht
11
Afstandsbediening
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
7
13
14
15
16
17
18
19
20
21
1.AAN/UIT
Dit zet de projector op stand-by of aan.
2. Info
Toont de statusinformatie over de projector.
3. MENU/EXIT
Activeert het schermmenu (On-Screen Display,
OSD). Keert terug naar het vorige OSD-menu,
sluit en bewaart de menu-instellingen.
4.Links
5. MODE/ENTER
Kies een beschikbare beeldinstellingsmodus.
Hiermee activeert u het geselecteerde menu-
item in het schermmenu.
6. ECO BLANK
Maakt het beeld leeg.
7. Keystone/pijltoetsen (/ omhoog,
/omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig het vervormde
beeld, veroorzaakt door de projectiehoek.
8. SmartEco
Opent de lampmodus selectiebalk. (Normaal/
Economisch/SmartEco)
9. Aspect
Hiermee selecteert u de beeldverhouding.
10.Digital Zoom (+, -)
Vergroot of verkleint het geprojecteerde beeld.
11. Aanpassingstoetsen voor beeldkwaliteit
(Brightness, Contrast, Color, Tint)
Geeft de instellingsbalken weer voor aanpassing
van de betreffende waardes voor beeldkwaliteit.
12. 3D Setting
Opent direct de 3D-instellingen.
13.AUTO
Bepaalt automatisch de beste timings voor het
beeld.
14.Rechts
Als het OSD-menu is geactiveerd, gebruikt u de
toetsen #4, #7 en #14 als pijltoetsen om de
gewenste menu-items te selecteren en om
aanpassingen uit te voeren.
15.SOURCE
Opent de ingangselectiebalk.
16.Volume +/-
Past het geluidsniveau aan.
17.Mute
Schakelt het projectorgeluid in of uit.
18. Freeze
Zet het geprojecteerde beeld stil.
19.Test
Geeft het testpatroon weer.
20.CC
Toont ondertiteling op het scherm voor doven
en slechthorenden.
21.3D Invert
Schakelt de omkeerfunctie in of uit.
12
Overzicht
De projector plaatsen
Het kiezen van een plek
De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd.
Welke installatie u het beste kunt gebruiken, is afhankelijk van de indeling van de ruimte en uw
persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van een
stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur.
1. Voorkant:
Selecteer deze instelling als u de projector op de
vloer en voor het scherm installeert. Als u een
snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de
meest gebruikte opstelling.
2. Plafond voorkant:
Selecteer deze locatie als de projector aan het
plafond voor het scherm wordt gehangen.
Als u de projector tegen het plafond wilt
bevestigen, kunt u het beste de plafondmontageset
van BenQ bij uw leverancier kopen.
*Stel Plafond voorkant in nadat de projector is
ingeschakeld.
3. Achterkant:
Selecteer deze instelling als u de projector op de
vloer en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor
achterwaartse projectie vereist.
*Stel Achterkant in nadat de projector is
ingeschakeld.
4. Plafond achter:
Selecteer deze locatie als de projector aan het
plafond achter het scherm wordt gehangen.
Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor
achterwaartse projectie vereist en de
plafondmontageset van BenQ.
*Stel Plafond achter in nadat de projector is
ingeschakeld.
*De projectorpositie instellen:
1. Druk op MENU/EXIT op de projector of afstandsbediening en druk vervolgens op / totdat het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis is geselecteerd.
2. Druk op / om Projectorpositie te selecteren en druk op / totdat de juiste positie is geselecteerd.
De projector plaatsen
13
De gewenste beeldgrootte van de projectie
instellen
De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstellingen en het videoformaat zijn
allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.
Plaats de projector altijd op een stabiel, niet hellend oppervlak (bijvoorbeeld op een tafel) en in een
loodrechte positie (90°) ten opzichte van het scherm. Zo voorkomt u beeldvervorming die wordt
veroorzaakt door de projectiehoek (of wanneer u op oppervlakken met hoeken projecteert). Als de
projector aan een plafond is gemonteerd, moet dit ondersteboven gebeuren.
Als de projector verder van het scherm staat, wordt het geprojecteerde beeld groter. Ook de verticale
hoek wordt groter.
Wanneer u de positie van het scherm en de projector bepaalt, dient u rekening te houden met de grootte
van het geprojecteerde beeld én met de verticale hoek. Deze zijn beide afhankelijk van de afstand tot het
scherm.
Deze projector is uitgerust met een verstelbare lens. Zie "De projectielens verticaal verschuiven" op
pagina 20 voor details. Zie de afbeeldingen op de pagina's 16 en 18 voor waardes van de verticale hoek in
de afmetingtabellen, die gemeten zijn bij een volledig naar boven of beneden geschoven lens.
Lensverschuiving is alleen beschikbaar op W1070.
De positie van de projector bij een bepaalde schermgrootte bepalen
1. Bepaal de beeldverhouding van het scherm: 16:9 of 4:3?
2. Zie de tabel en zoek de de schermgrootte die het dichtst de grootte van uw scherm benadert in de
linkerkolommen met de naam "Schermafmetingen". In de tweede kolom vindt u in dezelfde rij de
overeenkomstige gemiddelde afstand tot het scherm onder "Gemiddeld". Dit is de projectieafstand.
3. Bepaald de exacte positie van de projector afhankelijk van de positie van het scherm en het bereik van
de aanpasbare lensverschuiving.
<Voorbeeld>
W1070: Als u bijvoorbeeld een 120-inch scherm met een beeldverhouding van 4:3 gebruikt, zie "De
beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld 16:9". De gemiddelde
projectieafstand is dan 3494 mm.
De aanbevolen schermgrootte voor een bepaalde afstand bepalen
Wanneer u een projector hebt aangeschaft, kunt u met deze methode bepalen welk scherm het meest
geschikt is voor de ruimte waar u het apparaat gaat gebruiken.
De maximale schermgrootte wordt natuurlijk ook bepaald door de afmetingen van die ruimte.
1. Bepaal de beeldverhouding van het scherm: 16:9 of 4:3?
2. Meet de afstand tussen de projector en de plek waar u het scherm wilt installeren. Dit is de
projectieafstand.
3. Zoek in de kolom "Gemiddeld" van de tabel de gemeten afstand tot het scherm. Controleer of de
gemeten afstand tussen de minimale en maximale afstand ligt die wordt weergegeven in de kolommen
naast de gemiddelde afstand.
4. Zoek in dezelfde rij in de linkerkolom naar de overeenkomstige schermdiagonaal. Dit is de grootte
van het geprojecteerde beeld op deze projectieafstand.
14
De projector plaatsen
<Voorbeeld>
W1070: Als u bijvoorbeeld een scherm met een verhouding van 16:9 heeft en de gemeten
projectieafstand is 4500 mm, zie dan "De beeldverhouding van het scherm is 16:9 en het geprojecteerde
beeld 16:9". De waarde die dit het beste benadert in de kolom "Gemiddeld" is 4543 cm. Kijk verder in
deze rij en u ziet dat een scherm van 170 inch nodig is.
Uit de waardes van de minimale en maximale projectieafstand in de kolommen van "Projectieafstand <D>
[mm]" op pagina 16 blijkt dat de gemeten projectieafstand van 4500 mm ook geschikt is voor schermen
van 150 en 190 inch. De projector kan worden aangepast (met de zoomregeling), zodat het beeld bij deze
projectieafstand op deze verschillende schermen kan worden geprojecteerd. Denk eraan dat de
verschillende schermen een verschillende verticale hoek hebben.
Als u de projector in een andere dan de aanbevolen positie plaatst, dient u deze omhoog of omlaag te
kantelen om het beeld te centreren op het scherm. In deze gevallen kan het beeld enigszins vervormd
raken. U kunt de vervorming corrigeren met de Keystone-functie. Zie "Vervorming van het beeld
corrigeren" op pagina 29 voor details.
De projector plaatsen
15
Projectieafmetingen
Installatie bij een scherm met beeldverhouding 16:9
Vloerinstallatie
<A>
<C>
<F>: Scherm <G>: Midden van de lens
<B>
<E>
<F>
<G>
<D>
Plafondinstallatie
<D>
<G>
<F>
<A>
<C>
<F>: Scherm <G>: Midden van de lens
<B>
<E>
W1070
De beeldverhouding van het scherm is 16:9 en het geprojecteerde beeld 16:9
SchermafmetingenProjectieafstand <D> [mm]
Diagonaal
<A>
[inch (mm)]
40(1016)49888610131165131625
50(1270)623110712661456164631
60(1524)747132815191747197537
70(1778)872155017722038230444
80(2032)996177120252329263350
90(2286)1121199222782620296256
100(2540)1245221425322911329162
110(2794)1370243527853203362068
120(3048)1494265730383494394975
130(3302)1619287832913785427881
140(3556)1743309935444076460887
150(3810)1868332137974367493793
160(4064)19923542405146585266100
170(4318)21173763430449495595106
180(4572)22413985455752415924112
190(4826)23664206481055326253118
200(5080)24914428506358236582125
235(5969)29265202594968427734146
Bovenstaande nummers zijn benaderingen en kunnen licht afwijken van de daadwerkelijke metingen. Alleen
de aanbevolen schermafmetingen staan in de lijst. Als de grootte van uw scherm niet in bovenstaande tabel
staat, neem dan contact op met uw verkoper voor hulp.
Hoogte
<B>
[mm]
Breedte
<C>
[mm]
Min. afstand
(met max.
zoom)
Gemiddeld
Max afstand
(met min.
zoom)
Laagste/
hoogste
lenspositie <E>
[mm]
16
De projector plaatsen
W1080ST
De beeldverhouding van het scherm is 16:9 en het geprojecteerde beeld 16:9
SchermafmetingenProjectieafstand <D> [mm]
Diagonaal
<A>
[inch (mm)]
40(1016)49888660967073112
50(1270)623110776183791316
60(1524)74713289131005109619
70(1778)872155010651172127922
80(2032)996177112181339146125
90(2286)1121199213701507164428
100(2540)1245221415221674182631
110(2794)1370243516741842200934
120(3048)1494265718262009219237
130(3302)1619287819792177237440
140(3556)1743309921312344255744
150(3810)1868332122832511274047
160(4064)1992354224352679292250
170(4318)2117376325882846310553
180(4572)2241398527403014328856
190(4826)2366420628923181347059
200(5080)2490442830443349365362
250(6350)3113553538054186456678
300(7620)3736664145665023547993
Hoogte
<B>
[mm]
Breedte
<C>
[mm]
Min. afstand
(met max.
zoom)
Gemiddeld
Max afstand
(met min.
zoom)
lenspositie <E>
Laagste/
hoogste
[mm]
Bovenstaande nummers zijn benaderingen en kunnen licht afwijken van de daadwerkelijke metingen. Alleen
de aanbevolen schermafmetingen staan in de lijst. Als de grootte van uw scherm niet in bovenstaande tabel
staat, neem dan contact op met uw verkoper voor hulp.
De projector plaatsen
17
Installatie bij een scherm met beeldverhouding 4:3
De onderstaande illustraties en tabel zijn voor de gebruikers die al een beeldscherm met een
beeldverhouding van 4:3 hebben of van plan zijn een dergelijk scherm te kopen om geprojecteerde
beelden met een beeldverhouding van 16:9 weer te geven.
Vloerinstallatie
<A>
<C>
<F>: Scherm <G>: Midden van de lens
<H>
<E>
<B>
<F>
<G>
<D>
Plafondinstallatie
<A>
<H>
<E>
<C>
<F>: Scherm <G>: Midden van de lens
<B>
<D>
<G>
<F>
W1070
De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld 16:9
SchermafmetingenProjectieafstand <D> [mm]
Diagonaal
<A>
[inch (mm)]
40(1016)6108139291069120823 457
50(1270)762101611621336151029 572
60(1524)914121913941603181334 686
70(1778)1067142216271871211540 800
80(2032)1219162618592138241746 914
90(2286)1372182920912405271951 1029
100(2540)1524203223242672302157 1143
110(2794)1676223525562940332363 1257
120(3048)1829243827883207362569 1372
130(3302)1981264230213474392774 1486
140(3556)2134284532533741422980 1600
150(3810)2286304834864008453186 1715
160(4064)2438325137184276483391 1829
170(4318)2591345439504543513597 1943
180(4572)27433658418348105438103 2057
190(4826)28963861441550775740109 2172
200(5080)30484064464753456042114 2286
Bovenstaande nummers zijn benaderingen en kunnen licht afwijken van de daadwerkelijke metingen. Alleen
de aanbevolen schermafmetingen staan in de lijst. Als de grootte van uw scherm niet in bovenstaande tabel
staat, neem dan contact op met uw verkoper voor hulp.
Hoogte
<B>
[mm]
Breedte
<C>
[mm]
Min.
afstand
(met max.
zoom)
Gemiddeld
Max
afstand
(met min.
zoom)
Laagste/
hoogste
lenspositie
<E>
[mm]
Beeldhoogte
<H>
[mm]
18
De projector plaatsen
W1080ST
De beeldverhouding van het scherm is 4:3 en het geprojecteerde beeld 16:9
SchermafmetingenProjectieafstand <D> [mm]
Diagonaal
<A>
[inch (mm)]
40(1016)45781355961567111 290
50(1270)572101669976883814 363
60(1524)6861219838922100617 435
70(1778)80014229781076117420 508
80(2032)914162611181229134123 581
90(2286)1029182912571383150926 653
100(2540)1143203213971537167629 726
110(2794)1257223515371690184431 798
120(3048)1372243816761844201234 871
130(3302)1486264218161998217937 944
140(3556)1600284519562151234740 1016
150(3810)1715304820962305251543 1089
160(4064)1829325122352459268246 1161
170(4318)1943345423752613285049 1234
180(4572)2057365825152766301851 1306
190(4826)2172386126542920318554 1379
200(5080)2286406427943074335357 1452
250(6350)2858508034933842419171 1815
300(7620)3429609641914610502986 2177
Hoogte
<B>
[mm]
Breedte
<C>
[mm]
Min.
afstand
(met max.
zoom)
Gemiddeld
Max
afstand
(met min.
zoom)
Laagste/
hoogste
lenspositie
<E>
[mm]
Beeldhoogte
<H>
[mm]
Bovenstaande nummers zijn benaderingen en kunnen licht afwijken van de daadwerkelijke metingen. Alleen
de aanbevolen schermafmetingen staan in de lijst. Als de grootte van uw scherm niet in bovenstaande tabel
staat, neem dan contact op met uw verkoper voor hulp.
De projector plaatsen
19
De projectielens verticaal verschuiven
DOWN
LENS SHIFT
UP
DOWN
LENS SHIFT
UP
De verticale lensverschuiving zorgt voor flexibiliteit bij de montage van de projector. Hiermee kan de
projector iets boven of onder de bovenrand van het geprojecteerde beeld worden geplaatst.
De lensverschuiving (offset) wordt uitgedrukt als een percentage van de geprojecteerde beeldhoogte.
Het wordt gemeten als een verschuiving vanaf het verticale midden van het beeld. U kunt de knop
gebruiken om de projectielens omhoog of omlaag binnen het toegestane bereik te schuiven, afhankelijk
van de gewenste beeldpositie.
De lensverschuivingsknop gebruiken:
1. Maak de knop los door deze linksom te draaien.
2. Beweeg de knop om de positie van het geprojecteerde beeld aan te passen.
3. Maak de knop vast door deze rechtsom te draaien.
• Als de positie van het scherm vast staat
Scherm
100%
30%
10%
Projector
• Als de positie van de projector vast staat
130%
120%
110%
• Draai de knop niet te vast.
• Het aanpassen van de lensverschuiving heeft geen invloed op de beeldkwaliteit. In het onwaarschijnlijke
geval dat het beeld vervormd wordt geprojecteerd, zie "Het geprojecteerde beeld aanpassen" op
pagina 29 voor details.
20
De projector plaatsen
Aansluiten van videoapparatuur
U kunt de projector op elk type videoapparatuur aansluiten, zoals een videorecorder, dvd-speler, Blurayspeler, digitale tuner, kabel- of satellietdecoder, gameconsole of digitale camera. U kunt ook een
desktop pc, laptop of Apple Macintosh systeem aansluiten. U dient de projector slechts op een van de
volgende uitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert een andere videokwaliteit. De gekozen uitgang is
wellicht afhankelijk van de beschikbare overeenkomende aansluitingen op de projector en het gewenste
videoapparaat.
Naam van
aansluiting
HDMI
Component
video
S-Video
Video
Pc (D-SUB)
Uiterlijk van
aansluiting
ZieBeeldkwaliteit
"HDMI-toestellen aansluiten" op
pagina 21
"Component videoapparaten
aansluiten" op pagina 22
"S-Video of videoapparaten aansluiten"
op pagina 22
"S-Video of videoapparaten aansluiten"
op pagina 22
"Een computer aansluiten" op
pagina 23
Best
Beter
Goed
Normaal
Beter
Voorbereidingen
Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt.
2. Gebruik alleen geschikte kabels met de goede stekkers voor elke ingang.
3. Controleer of alle kabelstekkers stevig in de aansluitingen zitten.
Let op dat de kabels in de volgende afbeeldingen wellicht niet allemaal bij de projector worden geleverd (zie
"Inhoud van de verpakking" op pagina 6 voor details). De meeste kabels zijn verkrijgbaar bij
elektronicawinkels.
HDMI-toestellen aansluiten
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) ondersteunt ongecomprimeerde videogegevensoverdracht
tussen compatibele toestellen, zoals DTV-tuners, dvd-spelers, Blu-rayspelers en beeldschermen, via één
enkele kabel. Het levert een puur digitale kijk- en luisterervaring. Gebruik een HDMI-kabel als u
verbindingen aanbrengt tussen de projector en HDMI-toestellen.
HDMI-apparaat: Dvd-speler, digitale tuner, enz.
Als u zeker wilt zijn dat het correcte
ingangsignaaltype voor het HDMI-signaal is
gekozen, zie dan "Hdmi-instellingen" op pagina 46
voor details.
HDMI-kabel
De projector plaatsen
21
Component videoapparaten aansluiten
Let goed op dat de kleuren op kabels en aansluitingen overeen komen. De component videoaansluitingen
van het type RCA dienen voor het aansluiten van video-uitapparaten. U kunt ook een aparte geluidskabel
aansluiten voor een versterker.
AV-apparatuur: Dvd-speler,
digitale tuner, enz.
Vanaf audio-uitNaar audio-in
Component videokabel
S-Video of videoapparaten aansluiten
U hoeft slechts een S-video of een composiet videokabel van één toestel aan te sluiten, niet beide
tegelijk. U kunt ook een aparte geluidskabel aansluiten voor een versterker.
AV-apparatuur
• Als u al een component videoverbinding tussen projector en videoapparaat heeft gemaakt, hoeft u dit
apparaat niet nogmaals via een S-video- of composiet videoverbinding aan te sluiten. Deze onnodige
extra verbinding komt de beeldkwaliteit niet ten goede. De composiet videoverbinding is alleen nodig als
zowel component video als S-video niet beschikbaar zijn op het videoapparaat (zoals bij bepaalde
analoge videocamera's).
• Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat u de projector hebt ingeschakeld en de
juiste videobron hebt geselecteerd, controleert u of het videoapparaat is ingeschakeld en goed werkt.
Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
Vanaf audio-uitNaar audio-in
S-Video-kabel
of
Videokabel
22
De projector plaatsen
Een computer aansluiten
Sluit de projector aan op een computer via een vga-kabel.
Laptop of desktopcomputer
Vanaf audio-uit-
aansluiting
Bij laptops worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten.
Met een toetsencombinatie, zoals Fn + F3 of Fn + CRT/LCD kunt u de externe weergave meestal in- of
uitschakelen. Zoek op de laptop de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een beeldscherm. Druk op
Fn en tegelijk op de betreffende functietoets. Zie de documentatie van de laptop voor informatie over de
toetscombinaties van de laptop.
Naar audio-in
VGA-kabel
De projector plaatsen
23
De projector gebruiken
Voorbereidingen
1. Sluit alle apparatuur aan en schakel alles in.
2. Als dit nog niet gedaan is, steekt u de bijgeleverde stroomkabel in de
stroomaansluiting op de achterkant van de projector.
3. Steek de stroomkabel in een stopcontact en zet eventueel de
stroomschakelaar van het stopcontact aan.
Gebruik uitsluitend de originele accessoires (zoals de stroomkabel) op het
toestel om mogelijke gevaarlijke situaties, zoals een elektrische schok of
brand, te vermijden.
De projector inschakelen
Volg onderstaande stappen.
1. Zorg dat het Powerlampje oranje brandt zodra de stroom is ingeschakeld.
2. Houd AAN/UIT() ingedrukt om de projector in te schakelen. Zodra het lampje gaat branden, is
een "Inschakeltoon" hoorbaar. POWER-indicator knippert groen en blijft groen als de projector
is ingeschakeld.
Zie "De beltoon uitschakelen Beltoon aan/uit" op pagina 35 voor details over het uitschakelen van
de beltoon.
3. De ventilatoren gaan draaien, en tijdens het opwarmen verschijnt op het scherm gedurende enkele
seconden een opstartbeeld.
De projector reageert tijdens het opwarmen niet op verdere opdrachten.
4. Als u om een wachtwoord wordt gevraagd, drukt u op de pijlknoppen om een wachtwoord van zes
cijfers in te voeren. Zie "De wachtwoordbeveiliging gebruiken" op pagina 27 voor details.
5. "Bezig met zoeken naar bron..." verschijnt op het scherm voordat de projector een ingangssignaal
herkent. Dit bericht blijft op het scherp totdat een geldig signaal wordt gedetecteerd. Zie "Een
ingangssignaal selecteren" op pagina 25 voor details.
6. Als de horizontale frequentie van het ingangssignaal het bereik van de projector overschrijdt,
verschijnt de melding "Geen signaal" op het scherm. Dit bericht blijft op het scherm totdat u het
ingangssignaal op een geschikt signaal schakelt.
24
De projector gebruiken
Een ingangssignaal selecteren
De projector kan tegelijkertijd op verschillende apparaten worden
aangesloten. Als de projector wordt ingeschakeld, probeert deze
opnieuw verbinding te maken met het ingangssignaal dat voor het
uitschakelen werd gebruikt.
De video-ingang selecteren:
• Via afstandsbediening of projector
1. Druk op SOURCE op de projector of afstandsbediening. Een
ingangselectiebalk verschijnt dan.
HDMI 1
HDMI 2
Video
S-Video
Component
PC
OPMERKING:
Tijdens het zoeken
naar een geldig
ingangssignaal, gaat
de projector de
beschikbare
signalen af in de
volgorde op de
ingangselectiebalk,
van boven naar
beneden.
2. Druk op / totdat het gewenste signaal is geselecteerd en druk op MODE/ENTER.
• Via het OSD-menu
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu SYSTEEMINSTLL: Basis is
geselecteerd.
2. Druk op om Invoerbron te selecteren en druk op MODE/ENTER. De ingangselectiebalk
verschijnt dan.
3. Druk op / totdat het gewenste signaal is geselecteerd en druk op MODE/ENTER.
Zodra het signaal is gevonden, wordt de informatie over de geselecteerde ingang een aantal seconden
in beeld gebracht. Als er meerdere apparaten op de projector zijn aangesloten, kunt u terugkeren
naar de ingangselectiebalk om andere signalen te zoeken.
U kunt de naam van het ingangsignaal wijzigen:
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu SYSTEEMINSTLL: Basis is
geselecteerd.
2. Druk op om Wijzig bronn. te selecteren en druk op MODE/ENTER. De pagina Wijzig bronn. wordt geopend.
3. Druk op / / / totdat het gewenste signaal is geselecteerd en druk op MODE/ENTER.
• Als u wilt dat de projector automatisch signalen zoekt, kies dan Aan in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Automatisch naar bron zoeken.
Het beeldformaat en de helderheid fijn afstellen
1. Wijzig de grootte van het geprojecteerde
beeld met behulp van de zoomring.
2. Stel het beeld scherp door aan de focusring
te draaien.
De projector gebruiken
25
De menu's gebruiken
De projector beschikt over meertalige schermmenu's (OSD) waarin u de instellingen kunt aanpassen.
Hieronder ziet u een overzicht van het OSD-menu.
Pictogram hoofdmenu
Hoofdmenu
Selecteren
Submenu
Huidig ingangssignaal
Beeld
Voorinstellingmodus
Gebruikermod.beheer
Helderheid
Contrast
Kleur
Tint
Scherpte
Kleurtemperatuur
Lampvermogen
Geavanceerd…
Beeldinstellingen herstellen
S-Video
Standaard
50
50
50
0
3
Normaal
SmartEco
Status
Druk op MENU/EXIT om
Afsluiten
terug naar de vorige pagina te
gaan of af te sluiten.
Stel eerst het OSD-menu in op een bekende taal om de OSD-menu’s te kunnen gebruiken.
1. Druk op MENU/EXIT op de projector of
afstandsbediening om het OSD-menu te openen.
2. Gebruik / om het menu SYSTEEMINSTLL:
Basis te selecteren.
SYSTEEMINSTLL: Basis
Taal
Opstartscherm
Projectorpositie
Auto uit
Slaaptimer
Menu-instellingen
Invoerbron
Wijzig bronn.
Automatisch naar bron zoeken
S-Video
BenQ
Voorkant
Uit
Uit
Uit
Afsluiten
3. Druk op om Taal te selecteren en
druk op MODE/ENTER.
4. Druk op / // om een
voorkeurstaal te selecteren.
SYSTEEMINSTLL: Basis
Taal
Opstartscherm
Projectorpositie
Auto uit
Slaaptimer
Menu-instellingen
Invoerbron
Wijzig bronn.
Automatisch naar bron zo eken
S-Video
ENTER
BenQ
Voorkant
5. Druk tweemaal* op MENU/EXIT op de
projector of afstandsbediening om de
instellingen te sluiten en op te slaan.
*Wanneer u eenmaal drukt, gaat u terug naar
het submenu, wanneer u tweemaal drukt,
wordt het schermmenu gesloten.
Uit
Uit
Uit
Afsluiten
De projector beveiligen
Een veiligheidskabelslot gebruiken
De projector moet op een veilige plek worden geïnstalleerd om diefstal te voorkomen. Of schaf een slot
aan, bijvoorbeeld een Kensington-slot, om de projector te beveiligen. De projector bevat een
aansluitpunt voor een Kensington-slot. Zie item 24 op pagina 10 voor details.
Een Kensington veiligheidskabelslot is meestal een combinatie van sleutel(s) en slot. Zie de documentatie
van het slot voor meer informatie over het gebruik.
26
De projector gebruiken
De wachtwoordbeveiliging gebruiken
Met het oog op beveiliging en het voorkomen van ongeoorloofd gebruik is de projector voorzien van een
optie voor wachtwoordbeveiliging. U kunt het wachtwoord instellen via het schermmenu (OSD). Zodra
u een wachtwoord hebt ingesteld en de functie hebt geselecteerd, is de projector beveiligd met een
wachtwoord. Gebruikers die het juiste wachtwoord niet kennen, kunnen de projector niet inschakelen.
Het is buitengewoon vervelend als u de wachtwoordbeveiliging inschakelt en vervolgens het wachtwoord
vergeet. Druk de handleiding zo nodig af en noteer er uw wachtwoord in. Bewaar de handleiding op een
veilige plaats, zodat u het wachtwoord altijd terug kunt vinden.
Een wachtwoord instellen
Als u een wachtwoord hebt ingesteld en geactiveerd, kunt u de projector alleen gebruiken als het
wachtwoord wordt ingevoerd. Telkens wanneer u de projector start, moet u het wachtwoord opgeven.
1. Druk op MENU/EXIT op de projector of afstandsbediening en
druk vervolgens op / totdat het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd is geselecteerd.
2. Druk op om Wachtwoord te selecteren en druk op MODE/ENTER. De pagina Wachtwoord wordt geopend.
3. Selecteer Wachtwoord wijzigen en druk op MODE/ENTER. De
pagina WACHTWOORD INVOEREN wordt geopend.
4. Zoals in de afbeelding is aangegeven, vertegenwoordigen de vier
pijltoetsen ( , , , ) de 4 cijfers (1, 2, 3, 4). Druk, afhankelijk van het gewenste wachtwoord,
op de pijltoetsen op afstandsbediening of projector om de zes cijfers van het wachtwoord in te
voeren.
Bevestig het nieuwe wachtwoord door het nieuwe wachtwoord opnieuw in te voeren.
Als het wachtwoord is ingesteld keert het OSD-menu terug naar de pagina Wachtwoord.
BELANGRIJK: De ingevoerde cijfers worden als sterretjes op het scherm weergegeven. Schrijf het door u
gekozen wachtwoord van te voren of net nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd in deze handleiding,
zodat u het bij de hand hebt als u het mocht vergeten.
Wachtwoord: __ __ __ __ __ __
NIEUW WACHTWOORD INVOEREN
Terug
5. Selecteer Inschakelblokkering en druk op / om Aan te selecteren.
6. Voer het huidige wachtwoord in ter bevestiging.
7. Sluit het OSD-menu door op MENU/EXIT te drukken.
Als u het wachtwoord bent vergeten
Als de wachtwoordfunctie is geactiveerd, wordt u gevraagd het
wachtwoord van zes cijfers in te voeren als u de projector inschakelt.
Wanneer u het verkeerde wachtwoord invoert, verschijnt het
foutbericht van het wachtwoord dat hier rechts wordt weergegeven. Dit
blijft drie seconden op het scherm staan. Hierna volgt de pagina
WACHTWOORD INVOEREN. U kunt een nieuwe poging doen
door een ander wachtwoord van zes cijfers in te voeren. Als u het
wachtwoord niet in deze handleiding hebt genoteerd, en u kunt het zich
absoluut niet meer herinneren, kunt u de procedure starten waarmee u
het wachtwoord kunt oproepen. Zie "De procedure voor het oproepen
van het wachtwoord starten" op pagina 28 voor details.
Wanneer u 5 keer achter elkaar het verkeerde wachtwoord invoert,
wordt de projector na korte tijd automatisch uitgeschakeld.
Wachtwoordfout
Probeer het opnieuw.
De projector gebruiken
27
De procedure voor het oproepen van het wachtwoord starten
1. Zorg dat de pagina WACHTWOORD INVOEREN is geopend.
Druk op AUTO op de projector of op de afstandsbediening en houd
de knop 3 seconden ingedrukt. De projector geeft een gecodeerd
nummer weer op het scherm.
2. Schrijf het nummer op en schakel de projector uit.
3. Raadpleeg het service center van BenQ in uw land om het nummer
te decoderen. Mogelijk wordt u gevraagd om een bewijs van aankoop
te overleggen om te controleren of u bevoegd bent de projector te
gebruiken.
WACHTWOORD OPROEPEN
Noteer de code en neem conta ct op
met de BenQ-klantenservice.
Code:
XXX XXX XXX XXX
Afsluiten
Het wachtwoord wijzigen
1. Druk op MENU/EXIT op de projector of afstandsbediening en druk vervolgens op / totdat het
menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd is geselecteerd.
2. Druk op / om Wachtwoord te selecteren en druk op MODE/ENTER. De pagina Wachtwoord wordt geopend.
3. Selecteer Wachtwoord wijzigen en druk op MODE/ENTER. De pagina Huidig wachtwoord invoeren wordt geopend.
4. Voer het oude wachtwoord in.
• Als het wachtwoord correct is verschijnt het bericht "NIEUW WACHTWOORD INVOEREN".
• Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt het foutbericht voor het wachtwoord drie seconden
op het scherm. Daarna verschijnt het bericht "Huidig wachtwoord invoeren". U kunt op MENU/EXIT drukken om de wijziging te annuleren of een ander wachtwoord proberen.
5. Voer een nieuw wachtwoord in.
BELANGRIJK: De ingevoerde cijfers worden als sterretjes op het scherm weergegeven. Schrijf het door u
gekozen wachtwoord van te voren of net nadat u het wachtwoord hebt ingevoerd in deze handleiding,
zodat u het bij de hand hebt als u het mocht vergeten.
Wachtwoord: __ __ __ __ __ __
Bewaar deze handleiding op een veilige plek.
6. Bevestig het nieuwe wachtwoord door het nieuwe wachtwoord opnieuw in te voeren.
7. U hebt een nieuw wachtwoord aan de projector toegewezen. Voer het nieuwe wachtwoord in als u
de projector weer start.
8. Sluit het OSD-menu door op MENU/EXIT te drukken.
De wachtwoordfunctie uitschakelen
U kunt de wachtwoordbeveiliging ook uitschakelen. Ga terug naar het SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd > Wachtwoord > Wachtwoord menu. Selecteer Inschakelblokkering en druk op
/ om Uit te selecteren. Het bericht "Huidig wachtwoord invoeren" verschijnt. Voer het huidige
wachtwoord in.
• Als het wachtwoord juist is, verschijnt de pagina Wachtwoord met de tekst "Uit" in de rij van
Inschakelblokkering. U hoeft de volgende keer dat u de projector inschakelt geen
wachtwoord meer in te voeren.
• Als het wachtwoord niet juist is, verschijnt het foutbericht voor het wachtwoord drie seconden
op het scherm. Daarna verschijnt het bericht "Huidig wachtwoord invoeren". U kunt op MENU/EXIT drukken om de wijziging te annuleren of een ander wachtwoord proberen.
Hoewel de wachtwoordfunctie is uitgeschakeld, dient u het oude wachtwoord bij de hand te houden
voor het geval dat u de wachtwoordfunctie ooit weer moet inschakelen door het oude wachtwoord in te
voeren.
28
De projector gebruiken
Het geprojecteerde beeld aanpassen
De projectiehoek aanpassen
De projector is uitgerust met 1 snelle aanpassingsvoet en 1
aanpassingsvoet aan de achterkant. Deze aanpassingsvoetjes passen
de beeldhoogte en projectiehoek aan. Zo past u de projector aan:
1. Druk op de ontgrendelingsknop en til de voorkant van de
projector op. Zodra het beeld op de gewenste plek is
gepositioneerd, laat u de ontgrendelingsknop los om de voet
vast te zetten op z'n positie.
2. Verschroef de verstellervoet aan de achterkant om de horizontale hoek bij te stellen.
Klap de voet in door de projector op te tillen en druk op de ontgrendelingsknop. Laat vervolgens de
projector langzaam zakken. Draai de verstellervoet aan de achterkant in de omgekeerde richting.
Als het scherm en projector niet loodrecht tegenover elkaar staan, krijgt het geprojecteerde beeld de vorm
van een verticale trapezoïde. Zie "Vervorming van het beeld corrigeren" op pagina 29 voor details om dit
probleem te corrigeren.
1
2
Vervorming van het beeld corrigeren
Keystonevervorming treedt op als de projector niet loodrecht tegenover het scherm staat, waarbij het
geprojecteerde beeld zichtbaar is als een trapezoïde vorm zoals in volgende voorbeelden:
• Twee parallelle kanten (links en rechts, of boven en onder), maar één kant is duidelijk aan beide
kanten breder.
• Geen parallelle kanten.
Voer de volgende stappen uit om de vorm van het beeld te corrigeren.
1. Pas de projectiehoek aan. Verplaats de projector tot vlak voor het midden van het scherm, met het
midden van de lens op de hoogte van het scherm.
2. Als het beeld nog steeds is vervormd, of wanneer de projector niet in de positie kan worden gezet
die hierboven wordt beschreven, dient u het beeld handmatig te corrigeren.
• Via afstandsbediening of projector
i. Druk op een pijl/Keystone-toetsen van de afstandsbediening of projector (Omhoog / ,
Omlaag / ) om de pagina Keystone te openen.
ii. Zie stap iii hieronder voor het verdere verloop.
• Via het OSD-menu
i. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu Wee rgave is geselecteerd.
ii. Druk op om Keystone te selecteren en druk op MODE/ENTER. De
keystonecorrectiepagina wordt weergegeven.
iii. Druk op de knop waarvan het keystone-pictogram de tegengestelde vorm heeft als het
geprojecteerde beeld. Blijf op deze knop of op de andere knoppen drukken totdat u tevreden
bent met de vorm van het beeld.
De waarden op het onderste deel van de pagina veranderen tijdens het indrukken. Als door
herhaaldelijk op de knoppen te drukken de maximale of minimale waarde wordt bereikt,
verandert de vorm van het beeld niet verder. U kunt het beeld niet verder in die richting
veranderen.
Druk op
/ .
Druk op
/ .
De projector gebruiken
29
De vooraf ingestelde en door de gebruiker
ingestelde modi gebruiken
Een vooraf ingestelde modus selecteren
De projector beschikt over verschillende ingestelde beeldmodi waaruit u eentje kunt kiezen die past bij
uw besturingssysteem en het beeldtype van het ingangssignaal.
Een toepasselijke voorinstelling kiezen:
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu Beeld is geselecteerd.
2. Druk op om Voorinstellingmodus te selecteren.
3. Druk op / Totdat de gewenste modus is geselecteerd.
Deze standen bestaan uit vooringestelde waardes die geschikt zijn voor diverse projectieomstandigheden
die hieronder worden beschreven:
• Bioscoop: Met goed gebalanceerde kleurtinten en contrast bij lage helderheid, is dit met name
geschikt voor het genieten van films in een volledig donkere omgeving (zoals in een bioscoop).
• Dynamisch: Maximaliseert de helderheid van het geprojecteerde beeld. Deze optie is geschikt voor
omgevingen waar een uiterst hoge helderheid is vereist, bijv. in een goed verlichte kamer.
• Standaard: Is iets helderder dan Bioscoop en geschikt voor gebruik in kamers met een klein beetje
omgevingslicht.
• 3D: Het is geoptimaliseerd om 3D-effecten zichtbaar te maken van 3D-beeldmateriaal.
Deze modus is uitsluitend beschikbaar als de 3D-functie is ingeschakeld.
• Gebruiker 1/Gebruiker 2/Gebruiker 3: Roept aangepaste instellingen op. Zie "De modus
Gebruiker 1/Gebruiker 2/Gebruiker 3 instellen" op pagina 30 voor details.
Gebruiker 3 is uitsluitend beschikbaar als de modus 3D is ingeschakeld.
De geselecteerde beeldmodus verfijnen
De vooraf ingestelde beeldmodus kan worden aangepast via de beschikbare items in de menufs Beeld.
De beeldmodus verfijnen:
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu Beeld is geselecteerd.
2. Druk op om het item dat u wilt aanpassen te selecteren en druk op / om de gewenste waarde
in te stellen. De selectie wordt automatisch op de projector opgeslagen en geassocieerd met dat
ingangssignaal.
Zie "De beeldkwaliteit fijn afstellen" op pagina 31 en "Geavanceerde aanpassing van beeldkwaliteit" op
pagina 33 voor details.
Telkens wanneer u de beeldmodus verandert, past de projector tevens de instelling aan op een instelling
die het laatste voor de betreffende beeldmodus is ingesteld op die betreffende ingang. Als u het
ingangssignaal verandert, wordt de laatst gebruikte beeldmodus en instelling hersteld voor die ingang en
resolutie.
De modus Gebruiker 1/Gebruiker 2/Gebruiker 3 instellen
Er zijn drie door de gebruiker te definiëren modi als de momenteel beschikbare beeldkwaliteitstanden
niet aan uw wensen voldoen. U kunt een van de beeldmodi als beginpunt gebruiken (behalve
Gebruikersmodus) en de instellingen aanpassen.
1. Selecteer in het menu Beeld de optie Voorinstellingmodus en druk op / om de modus Gebruiker 1, Gebruiker 2, of Gebruiker 3 te kiezen.
2. Druk op om Gebruikermod.beheer te selecteren.
30
De projector gebruiken
Deze functie is alleen beschikbaar als de modus Gebruiker 1, Gebruiker 2, of Gebruiker 3 is
geselecteerd bij het submenu-item Voorinstellingmodus.
3. Druk op MODE/ENTER om de pagina Gebruikermod.beheer te openen.
4. Druk op om Referentiemodus te selecteren en druk op MODE/ENTER.
5. Druk op om een beeldmodus te kiezen die het beste aansluit bij uw wensen en druk op MODE/ENTER en MENU/EXIT om terug te keren naar de pagina Gebruikermod.beheer.
6. Hier wijzigt u de naam van de modus Gebruiker 1, Gebruiker 2, of Gebruiker 3 door op te
drukken om Gebr.mod.naam wz te selecteren en druk op MODE/ENTER. De pagina Gebr.mod.naam wz wordt geopend.
7. Druk op / / / totdat het gewenste signaal is geselecteerd en druk op MODE/ENTER.
8. Zodra u klaar bent, drukt u op MENU/EXIT om terug te keren naar het hoofdmenu.
9. Druk op om een submenu-item te selecteren dat kan worden veranderd en pas de waarde aan met
/ . Zie "De beeldkwaliteit fijn afstellen" op pagina 31 en "Geavanceerde aanpassing van
beeldkwaliteit" op pagina 33 voor details.
10. Als de instellingen zijn verricht, drukt u op MENU/EXIT om de instellingen op te slaan en te sluiten.
De beeldmodus herstellen
Alle aangebrachte wijzigingen in de menu's Beeld kunnen met één druk op de knop worden hersteld
naar de standaard fabriekswaardes als Reset is geselecteerd.
De beeldmodus instellen op de standaard fabriekswaardes:
1. Selecteer in het menu Beeld de optie Voorinstellingmodus en druk op / om de beeldmodus
te selecteren (waaronder Gebruiker 1, Gebruiker 2 en Gebruiker 3) die u wilt herstellen.
2. Druk op om Beeldinstellingen herstellen te selecteren en druk op MODE/ENTER. Er wordt
een bevestiging weergegeven.
3. Druk op / om Reset te selecteren en druk op MODE/ENTER. De standaard fabriekswaardes
van de beeldmodus worden hersteld.
4. Herhaal de stappen 1-3 als u nog andere beeldmodi wilt herstellen.
Verwar Beeldinstellingen herstellen niet met de functie Instll. herstellen in het menu SYSTEEMINSTLL:
Geavanceerd. De functie Instll. herstellen herstelt de meeste functies van het complete systeem naar de
standaard fabriekswaardes. Zie "Instll. herstellen" op pagina 47 voor details.
De beeldkwaliteit fijn afstellen
Ongeacht de geselecteerde beeldmodus, u kunt de betreffende instellingen altijd aanpassen aan elk
presenteerdoel. Zodra u het OSD-menu afsluit, worden deze aanpassingen opgeslagen in de actuele
vooraf ingestelde modus.
Aanpassen van Helderheid
Selecteer Helderheid in het Beeld menu en pas de
waardes aan door op / te drukken op projector of
afstandsbediening.
Hoe hoger de waarde, hoe helderder het beeld. En hoe
lager de instelling, hoe donkerder het beeld. Stel deze knop
zo in dat de zwarte gedeelten van het beeld echt zwart
worden weergegeven en er nog details zichtbaar zijn in de donkere gedeelten.
305070
De projector gebruiken
31
Aanpassen van Contrast
Selecteer Contrast in het Beeld menu en pas de waardes
aan door op / te drukken op projector of
afstandsbediening.
Hoe hoger de waarde, hoe groter het contrast. Gebruik
3050
deze optie om het maximale witniveau in te stellen nadat u
eerder de instelling Helderheid hebt ingesteld in
overeenstemming met de geselecteerde ingang en de omgeving.
Aanpassen van Kleur
Selecteer Kleur in het Beeld menu en pas de waardes aan door op / te drukken op projector of
afstandsbediening.
Een lagere instelling produceert minder verzadigde kleuren. Wanneer u de minimumwaarde instelt,
wordt het beeld zwart-wit. Wanneer de instelling te hoog staat, worden de kleuren op het beeld te fel,
waardoor het beeld onrealistisch wordt.
Tint aanpassen
Selecteer Tint in het Beeld menu en pas de waardes aan door op / te drukken op projector of
afstandsbediening.
Hoe hoger de waarde, hoe roder het beeld. Hoe lager de waarde, hoe groener het beeld.
Aanpassen van Scherpte
Selecteer Scherpte in het Beeld menu en pas de waardes
aan door op / te drukken op projector of
afstandsbediening.
Hoe hoger de waarde, hoe scherper het beeld. Hoe lager
de waarde, hoe zachter het beeld.
357
70
De functies Helderheid, Kleur, Contrast, Tint zijn ook toegankelijk via Brightness, Color,
Contrast, Tint op de afstandsbediening om de aanpassingsbalk te openen. Druk vervolgens op /
om de waardes aan te passen.
Een kleurtemperatuur selecteren*
Selecteer Kleurtemperatuur in het menu Beeld en kies de gewenste instelling door op / op de
projector of afstandsbediening te drukken.
Er zijn diverse instellingen voor kleurtemperatuur beschikbaar.
1. Standaardtemp.: Met de oorspronkelijke kleurtemperatuur van de lamp en hogere helderheid.
Deze optie is geschikt voor omgevingen waar een uiterst hoge helderheid is vereist, bijv. in een goed
verlichte kamer.
2. Warm: Maakt het beeld roodachtig wit.
3. Normaal: De witte kleur behoudt de normale schakering.
4. Koel: Maakt het beeld blauwachtig wit.
*Meer informatie over de kleurtemperatuur:
Er bestaan vele kleurschakeringen die om verschillende redenen als “wit” worden beschouwd. Het begrip
“kleurtemperatuur” is een van de meest gebruikte methoden om de kleur wit uit te drukken. Een witte
kleur met een lage kleurtemperatuur vertoont een rode schijn. Een witte kleur met een hoge
kleurtemperatuur vertoont eerder een blauwe schijn.
32
De projector gebruiken
Geavanceerde aanpassing van beeldkwaliteit
In de menu's Beeld > Geavanceerd… en Weergave staan meer geavanceerde functies die u naar
wens kunt aanpassen. Druk op MENU/EXIT om de instellingen op te slaan en het OSD-menu af te
sluiten.
Instellen Zwartniveau
Selecteer Zwartniveau in het menu Beeld > Geavanceerd… en druk op / op de projector of
afstandsbediening om 0 IRE of 7,5 IRE te selecteren.
De grijstinten van een videosignaal worden gemeten in IRE-eenheden. In bepaalde gebieden die de NTSC
tv-standaard gebruiken, worden de grijstinten gemeten van 7,5 IRE (zwart) tot 100 IRE (wit); in andere
gebieden die PAL-apparatuur of de Japanse NTSC-standaard gebruiken, worden grijstinten gemeten van 0
IRE (zwart) tot 100 IRE (wit). U kunt het beste eerst controleren of uw ingangssignaal bij 0 IRE of 7,5 IRE
begint en dit vervolgens te selecteren.
Beeldhelderheid beheren
Wellicht vertoont het geprojecteerde beeld strepen of ruis.
Zo verbetert u de beeldhelderheid:
1. Selecteer Helderheidsregeling in het menu Beeld > Geavanceerd… en druk op MODE/ENTER op de projector of afstandsbediening om de pagina Helderheidsregeling te openen.
2. Druk op om Ruisonderdrukking te selecteren en druk op / om de gewenste waarde in te
stellen.
• Ruisonderdrukking: Vermindert elektrische ruis in het beeld die veroorzaakt wordt door
verschillende mediaspelers. Hoe hoger de instelling, hoe minder de ruis.
Een voorkeurskleurtemperatuur instellen
Een gewenste kleurtemperatuur instellen:
1. Selecteer Kleurtemperatuur fijn afstellen in het menu Beeld > Geavanceerd… en druk op
MODE/ENTER. De pagina Kleurtemperatuur fijn afstellen wordt geopend.
2. Druk op / om het item dat u wilt veranderen te selecteren en pas de waardes aan door op /
te drukken.
• Rood effect/Groen effect/Blauw effect: Past de contrastniveaus van Rood, Groen en Blauw
aan.
• Rode hoek/Groene hoek/Blauwe hoek: Past de helderheidniveaus van Rood, Groen en
Blauw aan.
3. Druk op MENU/EXIT om de instellingen op te slaan en te sluiten.
Een gamma-instelling selecteren
Selecteer Gammaselectie in het Beeld > Geavanceerd… menu en kies de gewenste instelling door
op / op de projector of afstandsbediening te drukken.
Gamma verwijst naar de verhouding tussen de helderheid van ingangssignaal en beeld.
• Gamma 1,6/1,8/2,0/BenQ
Kies deze waardes naar wens.
• Gamma 2,2
Verhoogt de gemiddelde helderheid van het beeld. Met name geschikt voor verlichte omgevingen,
vergaderkamers of huiskamers.
De projector gebruiken
33
• Gamma 2,4/2,5
Met name geschikt voor films in een donkere omgeving.
• Gamma 2,6/2,8
Beste voor het weergeven van films met veel donkere scènes.
Hoge helderheid
Laag contrast
1,8 2,0 2,2 2,4 2,5 2,6 2,8
1,6
Lage helderheid
Hoog contrast
Aanpassen van Brilliant Color
Selecteer Brilliant Color in het Beeld > Geavanceerd… menu en kies Aan door op / op de
projector of afstandsbediening te drukken.
Deze functie maakt gebruik van een nieuw kleurverwerkingsalgoritme en systeemniveauverbeteringen
voor een hogere helderheid terwijl de kleuren getrouwer en pakkender in beeld komen. Indien ingesteld
op "Uit", is Brilliant Color uitgeschakeld.
Kleurbeheer
In de meeste omstandigheden is kleurbeheer niet nodig, bijvoorbeeld in een klaslokaal, vergaderruimte of
woonkamer waar het licht aan blijft, of als door de vensters daglicht naar binnen komt.
Alleen in permanente opstellingen met kunstmatig licht, zoals directiekamers, congreszalen of
thuisbioscopen kan kleurbeheer een optie zijn. Met kleurbeheer kunt u de kleuren fijn afstellen zodat u,
als u dat wenst, de kleuren nog waarheidsgetrouwer kunt weergeven.
Correct kleurbeheer kan alleen worden verkregen onder gecontroleerde en reproduceerbare condities.
U heeft een colorimeter (kleurlichtmeter) en een reeks geschikte testbeelden nodig om de
kleurreproductie te meten. Deze hulpmiddelen worden niet bij de projector geleverd. Wellicht dat de
verkoper van de projector u kan helpen deze hulpmiddelen, en eventueel zelfs een ervaren professionele
installateur, te verkrijgen.
Kleurbeheer bevat zes kleurreeksen (RGBCMY) waarmee u favoriete kleuren kunt instellen. Als u elke
kleur selecteert kunt u onafhankelijk het kleurbereik en verzadiging naar wens aanpassen.
De instellingen aanpassen en opslaan:
1. Selecteer in het Beeld > Geavanceerd… menu de optie
Kleurbeheer en druk op MODE/ENTER. De pagina
Kleurbeheer wordt geopend.
Rood
Geel
Groen
2. Selecteer Primaire kleur en druk op / om een kleur te kiezen
uit Rood, Groen, Blauw, Cyaan, Magenta en Geel.
3. Druk op om Tint te selecteren en druk op /
kiezen.
Een verhoging van het bereik omvat de kleuren die de twee
naastliggende kleuren bevatten.
om het bereik te
Magenta
Cyaan
Blauw
Zie de afbeelding rechts om te zien hoe de kleuren samenhangen. Als
u bijvoorbeeld Rood kiest en het bereik instelt op 0, wordt alleen
puur rode kleur geselecteerd. Het verhogen van het bereik neemt ook rood op dat dicht bij geel en
dicht bij magenta ligt.
4. Druk op om Effect te kiezen en pas de waardes naar wens aan met /. Het contrastniveau van
de gekozen primaire kleur wordt beïnvloed. Elke aangebrachte aanpassing is direct terug te vinden in
het beeld.
34
De projector gebruiken
5. Druk op om Verzadiging te kiezen en pas de waardes naar wens aan met /. Elke
aangebrachte aanpassing is direct terug te vinden in het beeld.
Als u bijvoorbeeld Rood kiest en het bereik instelt op 0, wordt alleen de verzadiging van puur rood
beïnvloed.
Verzadiging is de hoeveelheid van die kleur in een videobeeld. Lagere instellingen produceren
minder verzadigde kleuren; een instelling van “0” verwijdert de betreffende kleur volledig uit het beeld.
Als de verzadiging t hoog is wordt de betreffende kleur te sterk en onrealistisch.
6. Druk op MENU/EXIT om de instellingen op te slaan en te sluiten.
Instellen Filmmodus
Selecteer Filmmodus in het Wee rg ave menu en kies Aan door op / op de projector of
afstandsbediening te drukken.
Deze functie helpt bij het verbeteren van de beeldkwaliteit als composiet of S-videobeelden van een filmdvd of Blu-raydisk worden geprojecteerd.
Instellen 3D-kamfilter
Selecteer 3D-kamfilter in het Weergave menu en kies Aan door op / op de projector of
afstandsbediening te drukken.
Deze functie splitst het composiet signaal in een Y-signaal (helderheid) en C-signaal (kleur), en helpt bij
het maken van duidelijker en scherper beeld met correcte kleuren.
Deze functie is alleen beschikbaar als een composiet of S-videosignaal is gekozen.
Het geluid aanpassen
De hieronder uitgevoerde geluidsaanpassingen zijn van toepassing op de luidspreker(s) van de projector.
Zorg dat de aansluitingen op de audio-ingang van de projector correct zijn aangebracht. Zie "Aansluiten
van videoapparatuur" op pagina 21 voor informatie over aansluitingen op de audio-ingang.
Het geluid dempen
Zo schakelt u het geluid tijdelijk uit:
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu Geluidinst. is geselecteerd.
2. Druk op om Geluid uit te selecteren en druk op / om Aan te selecteren.
Indien beschikbaar, kunt u op Mute op de afstandsbediening drukken om het geluid in of uit te schakelen.
Het geluidsniveau aanpassen
Pas het geluidsniveau aan door op Vol ume + / - of / te drukken, of:
1. Herhaal de stappen 1 van hierboven.
2. Druk op om Vo lu me te selecteren en druk op / om het gewenste geluidsniveau te kiezen.
De beltoon uitschakelen Beltoon aan/uit
Zo schakelt u de beltoon uit:
1. Herhaal de stappen 1 van hierboven.
2. Druk op om Beltoon aan/uit te selecteren en druk op / om Uit te selecteren.
De enige manier om Beltoon aan/uit te veranderen is het instellen van Aan of Uit hier. Het dempen van het geluid of
aanpassen van het geluidsniveau heeft geen invloed op de Beltoon aan/uit.
De projector gebruiken
35
De beeldverhouding selecteren
De beeldverhouding is de verhouding tussen de breedte en de hoogte van het beeld. Digitale tv maakt
meestal gebruik van de verhouding 16:9, de standaardwaarde van de projector, en de meeste tv-signalen
en dvd’s maken gebruik van de verhouding 4:3.
Door de opkomst van digitale signaalverwerking kunnen apparaten die digitale beelden weergeven, zoals
deze projector, het beeld dynamisch uitrekken en schalen naar een andere verhouding dan die van de
invoerbron. Beelden kunnen op lineaire wijze worden uitgerekt, zodat het volledige beeld gelijkmatig is
uitgerekt, of non-lineair waardoor het beeld vervormd wordt.
De beeldverhouding van de projectie veranderen (ongeacht de beeldverhouding van de bron):
• Met de afstandsbediening
1. Druk op Aspect om de actuele instelling weer te geven.
2. Druk herhaaldelijk op Aspect om een beeldverhouding te selecteren die past bij het formaat van het
videosignaal en de vereisten van het scherm.
• Via het OSD-menu
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu We er gave is geselecteerd.
2. Druk op om Beeldverhouding te selecteren.
3. Druk op / om een beeldverhouding te selecteren die past bij het formaat van het videosignaal en
de vereisten van het scherm.
Info over de beeldverhouding
1. Auto: Past de grootte van een beeld proportioneel aan zodat de
horizontale of verticale zijde bij de eigen resolutie van de projector
past. Kies deze optie als het ingangssignaal 4:3 noch 16:9 is en u het
scherm optimaal wilt benutten onder de beeldverhouding van het
beeldmateriaal te veranderen.
2. Reëel: Deze instelling geeft het beeld weer in een één op één
verhouding in het midden van het beeld zonder dat de grootte of
verhoudingen van het beeld zijn gewijzigd. Dit is met name geschikt als
een pc-signaal wordt gebruikt.
15:9-beeld
4:3-beeld
3. 4:3: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van het scherm
wordt weergegeven in een beeldverhouding van 4:3. Deze instelling is
vooral geschikt voor 4:3-beeld zoals computermonitors, tv's met een
standaarddefinitie en dvd-films met een 4:3-beeldverhouding, omdat in
dit geval de beeldverhouding van het beeldsignaal behouden blijft.
4. Breed: Dit rekt het beeld horizontaal uit, op non-lineaire wijze. Dit
betekent dat de gedeeltes aan de rand van het beeld meer worden
uitgerekt dan het middengedeelte van het beeld om vervorming van het
middendeel tegen te gaan. Dit is geschikt in situaties waarin u de
breedte van een 4:3-beeld wilt uitrekken naar een breedte van een
16:9-beeld. De hoogte wordt niet aangepast. Sommige breedbeeldfilms
zijn zodanig geproduceerd dat de breedte is samengeperst tot de
breedte van 4:3, en deze kunnen het beste worden weergegeven door
ze terug te rekken naar de originele breedte met deze instelling.
36
De projector gebruiken
4:3-beeld
4:3-beeld
5. Anamorfisch: Past het beeld zodanig aan dat het in het midden van
het scherm wordt weergegeven in een beeldverhouding van 16:9. Dit
rekt en vergroot het beeld lineair, behalve dat het de verticale en
horizontale afmetingen onafhankelijk behandelt. Het rekt de hoogte van
16:9-beeld
de bronafbeelding zover uit totdat de volledig geprojecteerde hoogte
wordt bereikt, en rekt vervolgens de breedte van het bronbeeld uit
totdat de volledig geprojecteerde breedte wordt bereikt. Hierdoor kan
de geprojecteerde beeldverhouding veranderen, afhankelijk van de
originele beeldverhouding van het bronsignaal. Anamorfisch is vooral
geschikt voor beelden met een beeldverhouding van 16:9, zoals HDTV,
omdat dit beeld met dezelfde beeldverhouding wordt weergegeven.
6. Letterbox: Past de grootte van het beeld aan zodat de eigenresolutie
van de projector in de horizontale breedte past en past de
beeldhoogte aan op 3/4 van de projectiebreedte. Dit kan een beeld
produceren waarvan de hoogte groter is dan kan worden
16:9-beeld
weergegeven, zodat een deel van het beeld verloren gaat (wordt niet
weergegeven) aan de boven- en onderrand van de projectie. Dit is
geschikt voor de weergave van films die in de letterboxformaat zijn
gepresenteerd (met zwarte balken aan boven- en onderkant).
• De zwarte gedeelten zijn inactieve gebieden en de witte actief.
• OSD-menu's kunnen in deze ongebruikte zwarte gebieden worden weergegeven.
Beeldformaat
Letterbox
Uitvergroten en details zoeken
Als u details in het geprojecteerde beeld wilt zoeken, vergroot u het beeld. Gebruik de pijltoetsen om
door het beeld te navigeren.
• Met de afstandsbediening
1. Druk op Digital Zoom+/- om de Zoombalk te openen. Druk op Digital Zoom+ om het midden
van het beeld uit te vergroten. Druk herhaaldelijk op de toets totdat de gewenste beeldgrootte is
bereikt.
2. Navigeer door het beeld met de pijltoetsen ( , , , ) op de projector of afstandsbediening.
3. Herstel de oorspronkelijke beeldgrootte door op AUTO te drukken. U kunt ook op Digital Zoom- drukken. Als u nogmaals op de toets drukt, wordt het beeld nog meer verkleind
totdat de originele grootte is hersteld.
• Via het OSD-menu
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu Weergave is geselecteerd.
2. Druk op om Digitale zoom te selecteren en druk op MODE/ENTER. De Zoombalk wordt
geopend.
3. Druk herhaaldelijk op om het beeld te vergroten tot de gewenste grootte.
4. Navigeer door het beeld door op MODE/ENTER te drukken om naar de verschuifmodus te
schakelen en druk op de pijltoetsen ( , , , ) op de projector of afstandsbediening om door
het beeld te navigeren.
5. Verklein de beeldgrootte door op MODE/ENTER te drukken om terug te schakelen naar de in/
uitzoomfunctie. Druk op AUTO om de oorspronkelijke beeldgrootte te herstellen. U kunt ook
herhaaldelijk op drukken totdat de oorspronkelijke beeldgrootte is hersteld.
U kunt alleen op het beeld navigeren als het is uitvergroot. U kunt het beeld verder uitvergroten terwijl u details zoekt.
De projector gebruiken
37
Gebruik op grote hoogte
Aanbevolen wordt Hoogtemodus te activeren als uw omgeving op meer dan 1500 meter (ongeveer
4920 voet) boven zeeniveau ligt, of als de projector gedurende langere tijd (>10 uur) onafgebroken wordt
gebruikt.
Zo activeert u Hoogtemodus:
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu SYSTEEMINSTLL:
Geavanceerd is geselecteerd.
2. Druk op om Hoogtemodus te selecteren.
3. Druk op / om Aan te selecteren. Er wordt een bevestiging weergegeven.
4. Selecteer Ja en druk op MODE/ENTER.
Als Hoogtemodus is geactiveerd, wordt er wellicht meer geluid geproduceerd omdat de ventilatoren
sneller moeten draaien voor een betere koeling en optimale prestaties.
Als u de projector in andere dan deze extreme omstandigheden gebruikt, wordt het apparaat mogelijk
automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de projector oververhit geraakt. Schakel over naar
Hoogtemodus om deze symptomen op te lossen. Dit betekent echter niet dat de projector in alle ruwe
of extreme omstandigheden kan worden gebruikt.
3D-materiaal weergeven
De BenQ-projector biedt ondersteuning voor het afspelen van driedimensionaal (3D) beeldmateriaal dat
wordt doorgezonden via d-sub, component, hdmi, video en s-video. U heeft de benodigde compatibele
hardware en software nodig om 3D-beeldmateriaal op de BenQ-projector af te spelen.
3D-videoapparatuur aansluiten
• PlayStation-games
i. Zorg dat u de console hebt geüpdatet met de nieuwste softwareversie van de PlayStation 3.
ii. Plaats de 3D-gamedisk. Of download games via het PlayStation-netwerk.
iii. Start de game en kies Afspelen in 3D in het menu van de game.
• Blu-ray 3D-speler
i. Zorg dat de speler ondersteuning biedt voor 3D Blu-raydisks en dat de 3D-uitgang is
geactiveerd.
ii. Speel de 3D-Blu-raydisk af.
• 3D TV (bijv. SKY 3D, DirecTV)
i. Neem contact op met de aanbieder van uw TV-signaal om 3D-zenders op te nemen in uw
abonnement.
ii. Schakel naar het 3D-kanaal.
• 3D-apparatuur (bijv. 3D dv/dc)
Zet het 3D-apparaat aan en projecteer het 3D-materiaal.
Bekijk de 3D-videeo correct door te zorgen dat Auto in het menu Weergave > 3D > 3D-modus is
geselecteerd. Als het 3D-materiaal nog altijd niet correct wordt weergegeven, kiest u het ondersteunde
formaat in het menu Weergave > 3D > 3D-modus.
Zodra de 3D-videoapparatuur op de projector is aangesloten, schakelt u de BenQ 3D-bril in. Draag de
BenQ 3D-bril en geniet van de 3D-beelden!
38
De projector gebruiken
De 3D-menu's gebruiken
1. Druk op MENU/EXIT, ga naar het menu Weergave > 3D en druk op MODE/ENTER. Of druk
op 3D Setting op de afstandsbediening. De pagina 3D wordt geopend.
2. Selecteer 3D-modus en druk op MODE/ENTER. De pagina 3D-modus wordt geopend.
3. Druk op / om het benodigde 3D-formaat te selecteren en druk op MODE/ENTER.
projector detecteert het formaat van de video automatisch als u kiest Auto. Als u dit niet kiest, moet
u het correcte 3D-formaat instellen in het menu 3D-modus.
4. Druk op MENU/EXIT om terug te keren naar de pagina 3D.
5. Druk op / om 3D-sync omkeren te kiezen en druk op / om Omkeren te kiezen om de
beelden voor het linkeroog en het rechteroog om te schakelen voor een natuurlijkere kijkervaring. U
kunt de instelling van deze functie schakelen tussen Omkeren en Uit door op 3D Invert op de
afstandsbediening te drukken.
• Gebruik een bril of een ander hulpmiddel om uw zicht te verbeteren als u last heeft van bijziendheid,
verziendheid, hoornvlieskromming of als er een sterkteverschil bestaat tussen uw linker- en rechteroog,
voordat u de 3D-bril gebruikt om 3D-beelden te kijken.
• Als de projector start met het projecteren van 3D-beelden, kan het beeld onjuist lijken. Dit is echter
geen defect van het product.
• Neem voldoende pauzes als u 3D-beelden bekijkt.
• Stop met het kijken van 3D-beelden als u zich moe of onprettig voelt.
• Blijf op een afstand tot het scherm van ongeveer driemaal de effectieve hoogte van het scherm als u
3D-beelden kijkt.
• Kinderen en personen met een overgevoeligheid voor licht, met hartproblemen of met een ander
medisch probleem dienen voorzichtig te zijn met het bekijken van 3D-beelden.
De
Het weergavemenu van de projector
personaliseren
U kunt de schermmenu's volgens uw voorkeur instellen. De volgende instellingen hebben geen invloed op
de projectie-instellingen, de bediening of de prestaties van de projector.
• Weergaveduur menu in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Menu-instellingen stelt de tijd
in hoelang het OSD-menu geactiveerd blijft na de laatste ingedrukte toets. Gebruik / om een
geschikte tijdsperiode te kiezen.
• Menupositie in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Menu-instellingen stelt de OSD-positie
in op vijf plekken. Gebruik / om een geschikte positie te kiezen.
• Taal in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis stelt de taal van de OSD-menu's in. Zie "De menu's
gebruiken" op pagina 26 voor details.
• Opstartscherm in het menu SYSTEEMINSTLL: Basis stelt een gewenst logoscherm in dat
wordt weergegeven tijdens het opstarten van de projector.
De projector gebruiken
39
Besturingstoetsen blokkeren
Als de besturingstoetsen op de afstandsbediening en projector geblokkeerd zijn, kunnen de instellingen
van de projector niet per ongeluk worden veranderd (bijvoorbeeld door kinderen). Als de
Toetsenvergrendeling is ingeschakeld functioneert geen enkele toets op de afstandsbediening en
projector, behalve AAN/UIT en .
De toetsen blokkeren:
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu SYSTEEMINSTLL:
Geavanceerd is geselecteerd.
2. Druk op om Toetsenvergrendeling te selecteren en druk op / om Aan te selecteren.
Er verschijnt een waarschuwing. Kies Ja en druk op MODE/ENTER. De bedieningstoetsen zijn
geblokkeerd.
U kunt de toetsblokkering opheffen door op de projector of afstandsbediening gedurende 3 seconden
ingedrukt te houden.
De projector uitschakelen
U schakelt de projector uit door op AAN/UIT te drukken en er
verschijnt een waarschuwing. Druk nogmaals op AAN/UIT .
• De Powerindicator knippert oranje en de ventilatoren blijven
ongeveer twee minuten draaien om de lamp af te koelen. De
projector reageert niet op opdrachten zolang het koelen niet is
voltooid. Zodra het afkoelen is voltooid, is een
"Uitschakeltoon" hoorbaar.
Zie "De beltoon uitschakelen Beltoon aan/uit" op pagina 35 voor details over het uitschakelen van
de beltoon.
• De Powerindicator brandt oranje nadat de lamp is afgekoeld en de ventilatoren zijn gestopt.
• Als de projector gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, trek dan de stroomkabel uit het
stopcontact.
• Ter bescherming van de lamp reageert de projector niet op opdrachten tijdens het afkoelen.
De daadwerkelijke levensduur van de lamp kan variëren, afhankelijk van de omgevingsomstandigheden en
het gebruik.
40
De projector gebruiken
On-Screen Display (OSD)-menu's
Menustructuur van de On Screen Display (OSD)
De schermmenu's verschillen afhankelijk van het geselecteerde signaaltype.
HoofdmenuSubmenuOpties
Bioscoop/Dynamisch/Standaard/Gebruiker 1/Gebruiker 2/Gebruiker 3/3D/
ISF Night/ISF Day
De menuopties zijn beschikbaar wanneer de projector minstens één goed signaal ontvangt. Wanneer er
geen apparatuur op de projector is aangesloten of er geen signaal wordt waargenomen, zijn er beperkte
menuopties beschikbaar.
42
De projector gebruiken
Beeld menu
FunctieBeschrijving
Voorinstellingmodus
Gebruikermod.beheer
Helderheid
Contrast
Kleur
Tint
Scherpte
Kleurtemperatuur
Lampvermogen
Geavanceerd…
Beeldinstellingen
herstellen
Met de vooraf ingestelde beeldmodi kunt u de instellingen van het
projectorbeeld aanpassen aan het type programma. Zie "Een vooraf ingestelde
modus selecteren" op pagina 30 voor details.
Hiermee selecteert u een voorkeursmodus die voldoet aan uw
beeldkwaliteitwensen en kunt u het beeld verder verfijnen op basis van
onderstaande selecties. Zie "De modus Gebruiker 1/Gebruiker 2/Gebruiker 3
instellen" op pagina 30 voor details.
Hiermee past u de helderheid van het beeld aan. Zie "Aanpassen van
Helderheid" op pagina 31 voor details.
Stelt de mate van verschil tussen donker en licht in het beeld in. Zie
"Aanpassen van Contrast" op pagina 32 voor details.
Hiermee past u het verzadigingsniveau van de kleuren aan -- de sterkte van
elke kleur in een videobeeld. Zie "Aanpassen van Kleur" op pagina 32 voor
details.
Hiermee past u de rode en groene kleurtonen van het beeld aan. Zie "Tint
aanpassen" op pagina 32 voor details.
Maakt het beeld scherper of zachter. Zie "Aanpassen van Scherpte" op
pagina 32 voor details.
Er zijn diverse instellingen voor kleurtemperatuur beschikbaar. Zie "Een
kleurtemperatuur selecteren*" op pagina 32 voor details.
Stelt het energieverbruik van de projectorlamp in op de modus Normaal,
Economisch of SmartEco.
Zwartniveau
Stelt de grijstinten van het beeld in op 0 IRE of 7,5 IRE. Zie "Instellen
Zwartniveau" op pagina 33 voor details.
Helderheidsregeling
Zie "Beeldhelderheid beheren" op pagina 33 voor details.
Kleurtemperatuur fijn afstellen
Zie "Een voorkeurskleurtemperatuur instellen" op pagina 33 voor details.
Gammaselectie
Zie "Een gamma-instelling selecteren" op pagina 33 voor details.
Brilliant Color
Zie "Aanpassen van Brilliant Color" op pagina 34 voor details.
Kleurbeheer
Zie "Kleurbeheer" op pagina 34 voor details.
Herstelt de standaard fabriekswaarden van alle instellingen in de menu's
Beeld. Zie "De beeldmodus herstellen" op pagina 31 voor details.
De projector gebruiken
43
Geluidinst. menu
FunctieBeschrijving
Geluid uit
Zie "Het geluid dempen" op pagina 35 voor details.
Vol um e
Beltoon aan/uit
Weer gave menu
FunctieBeschrijving
Beeldverhouding
Keystone
Posi t i e
Overscanaanpassing
Zie "Het geluidsniveau aanpassen" op pagina 35 voor details.
Zie "De beltoon uitschakelen Beltoon aan/uit" op pagina 35 voor details.
Er zijn diverse opties voor instelling van de beeldverhouding, afhankelijk van het
ingangssignaal. Zie "De beeldverhouding selecteren" op pagina 36 voor details.
Corrigeert eventuele keystone-fouten in het beeld. Zie "Vervorming van het
beeld corrigeren" op pagina 29 voor details.
De pagina wordt weergegeven waarop u de positie kunt aanpassen. U
verplaatst het geprojecteerde beeld met de richtingspijlen. De waarden die
onder aan de pagina worden weergegeven, veranderen elke keer als u op een
knop drukt, totdat ze het maximum of minimum bereiken.
Deze functie is alleen beschikbaar als het signaal PC is geselecteerd.
Verbergt de slechts beeldkwaliteit in de vier randen. U kunt zelf ook op /
drukken om te bepalen hoeveel wordt verborgen. Instelling 0 betekent dat
100% van het beeld wordt weergegeven. Hoe hoger de waarde hoe meer van
het beeld wordt verborgen terwijl het scherm gevuld en geometrisch kloppend
blijft.
Horizontale afmeting
Stelt de horizontale breedte van het beeld in.
Deze functie is alleen beschikbaar als het signaal Component of PC is
geselecteerd.
Pc & YPbPrcomponent
afstemmen
Digitale zoom
Filmmodus
3D-kamfilter
44
De projector gebruiken
Fase
Hiermee past u de klokfase aan om vervorming van het
beeld te verminderen.
Deze functie is alleen beschikbaar als het signaal
Component of PC is geselecteerd.
Auto
Past de fase en frequentie automatisch aan
Deze functie is alleen beschikbaar als het signaal PC is geselecteerd.
Zie "Uitvergroten en details zoeken" op pagina 37 voor details.
Zie "Instellen Filmmodus" op pagina 35 voor details.
Zie "Instellen 3D-kamfilter" op pagina 35 voor details.
3D-modus
Deze projector bevat een 3D-functie waarmee u kunt genieten van films,
video’s en sportprogramma’s in 3D, die nog realistischer weergegeven als ze via
hdmi worden weergegeven. Draag een 3D-bril om van de 3D-beelden te
kunnen genieten.
Als de functie 3D-modus is ingeschakeld:
3D
• De helderheid van het geprojecteerde beeld wordt verminderd.
• De Voorinstellingmodus kan niet worden aangepast.
• De Keystone kan alleen in beperkte mate worden aangepast.
3D-sync omkeren
Als het 3D-beeld is vervormd, kunt u deze functie inschakelen om de beelden
voor linkeroog en rechteroog om te wisselen zodat u comfortabeler van 3Dbeelden kunt genieten.
Zie "3D-materiaal weergeven" op pagina 38 voor details.
SYSTEEMINSTLL: Basis menu
FunctieBeschrijving
Taal
Achtergrondkleur
Opstartscherm
Projectorpositie
Auto uit
Slaaptimer
Menu-instellingen
Invoerbron
Wijzig bronn.
Automatisch naar
bron zoeken
Hiermee stelt u de taal voor de schermmenu's in. Zie "De menu's gebruiken"
op pagina 26 voor details.
Kiest het uiterlijk van de achtergrond als er geen signaal is.
Hiermee selecteert u het logoscherm dat wordt weergegeven bij het opstarten
van de projector. U hebt de keuze uit het BenQ logoscherm, het scherm
Blauw of het scherm Zwart.
U kunt de projector tegen het plafond of achter een scherm installeren, of met
een of meerdere spiegels. Zie "Het kiezen van een plek" op pagina 13 voor
details.
Voorkomt onnodige projectie als gedurende langere tijd geen signaal wordt
gedetecteerd. Zie "Instellen Auto uit" op pagina 49 voor details.
Stelt de timer voor automatisch uitschakelen in. De timer kan worden ingesteld
op een waarde tussen 30 minuten en 3 uur.
Weergaveduur menu
Bepaalt hoe lang het menu op het scherm wordt weergegeven nadat u op de
knop hebt gedrukt.
Menupositie
Hiermee stelt u de positie van het schermmenu in.
Leeg herinnering
Stelt in of de herinnering voor het lege scherm wordt weergegeven als het
beeld is verborgen.
Selecteert een ingangssignaal om te projecteren. Zie "Een ingangssignaal
selecteren" op pagina 25 voor details.
Past de naam van de ingang aan. Zie "Een ingangssignaal selecteren" op
pagina 25 voor details.
Stelt in of de projector automatisch naar ingangssignalen zoekt. Als de optie is
ingesteld op Aan, zoekt de projector naar ingangssignalen totdat een signaal is
gevonden. Als de functie niet is geactiveerd, selecteert de projector het laatst
gebruikte ingangssignaal.
De projector gebruiken
45
SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd menu
FunctieBeschrijving
Lamptimer herstellen
Als de lamp wordt vervangen, kiest u Reset om de lamptimer weer in te
Lampinstellingen
Hdmi-instellingen
Baud-ratio
Testpatroon
stellen op "0". Zie "De lamptimer instellen op nul" op pagina 52 voor details.
Equivalent lampuren
Toont informatie over lampuren. Zie "Het aantal lampuren onderzoeken" op
pagina 49 voor details.
Hdmi-formaat
Kiest een ingangssignaaltype voor het hdmi-signaal. U kunt het ingangstype ook
handmatig instellen. De verschillende ingangstypes gebruiken verschillende
normen voor het helderheidsniveau.
Hdmi-formaat is alleen beschikbaar als het HDMI-signaal is gekozen.
CEC
Hiermee kunt u de CEC-functie in- of uitschakelen. Als u een apparaat dat
compatibel is met HDMI CEC via een HDMI-kabel aansluit op de projector,
wordt de projector automatisch ingeschakeld als u het HDMI CEC-apparaat
inschakelt, en wordt het HDMI CEC-apparaat automatisch uitgeschakeld als u
de projector uitschakelt.
Kies een baud rate die identiek is aan die van de computer zodat u de projector
kunt aansluiten via een geschikte RS-232-kabel en de firmware van de projector
kunt updaten of downloaden. Deze functie is bedoeld voor gekwalificeerde
reparateurs.
Druk op ENTER om het rastertestpatroon weer te geven. Het helpt u met
het aanpassen van de beeldgrootte en de focus zodat het geprojecteerde beeld
niet vervormd is.
Ondertitels aan
Activeert de functie Aan als de geselecteerde ingang ondertiteling bevat.
Ondertitels
Snelle afkoeling
Automatisch op
zwart (voor
W1080ST)
Hoogtemodus
46
De projector gebruiken
• Ondertitels: Plaatst de dialoog, verhaallijn en geluidseffecten van tvprogramma's en video's, die ondertiteling bevattten, op het scherm (in
de programmagids wordt dit vaak aangegeven met CC).
Ondertitelversie
Kiest de gewenste ondertitelmodus. Bekijk ondertitels door OT1, OT 2,
OT3 of OT4 te kiezen (OT1 toont ondertitels in de primaire taal van uw
regio).
Hiermee kunt u de functie Snelle afkoeling in- of uitschakelen. Als u Aan kiest
wordt de functie ingeschakeld en wordt de normale afkoeltijd van de projector
van 90 seconden beperkt tot ongeveer 30 seconden.
Hiermee kunt u de functie Automatisch op zwart in- of uitschakelen. Als u Aan
kiest, wordt het beeld verborgen als objecten binnen 10 cm voor de
projectorlens worden gedetecteerd.
Selecteer deze modus wanneer u de projector op grote hoogte of bij hoge
temperaturen gebruikt. Zie "Gebruik op grote hoogte" op pagina 38 voor
details.
Wachtwoord wijzigen
U wordt gevraagd het huidige wachtwoord in te voeren voordat u het vervangt
door een nieuw. Zie "De wachtwoordbeveiliging gebruiken" op pagina 27 voor
Wachtwoord
Toetsenvergrendeling
Instll. herstellen
ISF
details.
Inschakelblokkering
Hiermee beperkt u het gebruik van de projector tot degenen die het juiste
wachtwoord kennen. Zie "De wachtwoordbeveiliging gebruiken" op pagina 27
voor details.
Zie "Besturingstoetsen blokkeren" op pagina 40 voor details.
Zet alle instellingen terug naar de fabrieksinstellingen.
De volgende instellingen blijven behouden: Keystone, Taal,
Projectorpositie, Hoogtemodus, Wachtwoord, Toetsenvergrendeling,
en ISF.
Het menu ISF Calibration is beveiligd met een wachtwoord en is alleen
toegankelijk voor geautoriseerde ISF-ijkers. De ISF (Imaging Science
Foundation) heeft zorgvuldig gemaakte, door de industrie erkende standaarden
ontworpen voor optimale videoprestaites en heeft een trainingsprogramma
opgezet voor technici en installateurs om fffstandaarden te gebruiken zodat
BenQ apparaten voor videoweergave de optimale beeldkwaliteit behalen.
Vandaar dat wordt aanbevolen de instelling en ijking door een door ISF
gecertificeerde installateur te laten uitvoeren.
Voor meer informatie gaat u naar www.imagingscience.com of u
neemt contact op met de winkel waar u de projector heeft gekocht.
Informatie menu
Dit menu geeft de huidige status van de projector aan.
Sommige beeldaanpassingen zijn alleen mogelijk wanneer bepaalde ingangen in gebruik zijn. Aanpassingen
die niet beschikbaar zijn, worden niet weergegeven op het scherm.
FunctieBeschrijving
Bron
Voorinstellingmodus
Resolutie
Kleursysteem
Equivalent lampuren
3D-formaat
Firmware-versie
Geeft de huidige signaalbron weer.
Geeft de geselecteerde modus weer in het menu Beeld > Voorinstellingmodus.
Geeft de eigen resolutie van het ingangssignaal weer.
Geeft de indeling van het ingangsysteem aan: NTSC, PAL, SECAM, YUV of
RGB.
Toont de totale gebruiksduur van de lamp.
Geeft de huidige 3D-modus aan.
3D-formaat is uitsluitend beschikbaar als 3D-modus is ingeschakeld.
Toont de firmware-versie van de projector.
De projector gebruiken
47
Extra informatie
Onderhoud van de projector
De projector heeft maar weinig onderhoud nodig. Het enige dat u regelmatig moet doen, is de lens
schoonhouden. Verwijder nooit onderdelen van de projector, met uitzondering van de lamp. Neem
contact op met uw verkoper of plaatselijke klantenservice als de projector niet normaal functioneert.
De lens reinigen
Reinig de lens als u vuil of stof op het oppervlak ziet. Voordat u de lens schoonmaakt, schakelt u de
projector uit, trekt u de stroomkabel uit het stopcontact en laat u hem een aantal minuten staan om
volledig af te koelen.
1. Verwijder stof met een fles met gecomprimeerde lucht. (Beschikbaar bij bouwmarkten of
fotografiezaken.)
2. Als er hardnekkige stof- of smeervlekken zijn, gebruik dan een geschikte lensborstel of vochtige
schone lensdoek met lenscleaner om zachtjes over het oppervlak van de lens te vegen.
3. Gebruik nooit een schuursponsje, reinigingsmiddel met alkaline/zuur, schuurmiddel of vluchtig
oplosmiddel, zoals alcohol, wasbenzine, thinner of insecticide. Het gebruik van zulke stoffen of
langdurig contact met materiaal van rubber of vinyl, kan resulteren in beschadiging van het oppervlak
en behuizing van de projector.
Raak nooit met uw vinger de lens aan en wrijf nooit met schuurmiddelen over de lens. Zelfs papieren doekjes
kunnen de lenscoating beschadigen. Gebruik uitsluitend fotografische lensborstels, doekjes en
schoonmaakmiddelen. Maak de lens nooit schoon als de projector is ingeschakeld of als deze nog warm is van
het gebruik.
De projectorbehuizing reinigen
Voordat u de behuizing schoonmaakt, schakelt u de projector uit, trekt u de stroomkabel uit het
stopcontact en laat u hem een aantal minuten staan om volledig af te koelen.
1. Verwijder vuil of stof met een zachte, droge en pluisvrije reinigingsdoek.
2. Voor het verwijderen van hardnekkige vlekken gebruikt u een zachte doek die u hebt bevochtigd met
water en een neutraal schoonmaakmiddel. Veeg hiermee de behuizing schoon.
Gebruik nooit was, alcohol, benzine, verdunner of andere chemische schoonmaakmiddelen. Hierdoor kan de
behuizing beschadigd raken.
De projector opbergen
Als u de projector gedurende lange tijd niet gebruikt:
1. Zorg dat de temperatuur en de luchtvochtigheid van de opslagruimte binnen het aanbevolen bereik
voor de projector vallen. Raadpleeg de pagina met specificaties in deze handleiding of neem contact
op met uw dealer over het bereik.
2. Schuif de verstelvoetjes in.
3. Haal de batterijen uit de afstandsbediening.
4. Verpak de projector in de oorspronkelijke of een soortgelijke verpakking.
De projector vervoeren
Het verdient aanbeveling de projector in de oorspronkelijke of een gelijkwaardige verpakking te
vervoeren.
48
De projector gebruiken
Informatie over de lamp
Het aantal lampuren onderzoeken
De gebruiksduur van de lamp (lampuren) wordt automatisch berekend door de ingebouwde timer als de
projector wordt gebruikt.
Zie "Instellen Lampvermogen op Economisch of SmartEco" hieronder voor meer informatie over de modus
Economisch.
Informatie over het aantal lampuur verkrijgen:
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op / totdat het menu SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd is geselecteerd.
2. Druk op om Lampinstellingen te selecteren en druk op MODE/ENTER. De pagina
Lampinstellingen wordt geopend.
3. Informatie over de gebruiksduur van de lamp staat in de rij van Equivalent lampuren.
4. Sluit het menu af door op MENU/EXIT te drukken.
De levensduur van de lamp verlengen
De projectielamp is een verbruiksartikel. Door de volgende instellingen in het OSD-menu te veranderen
kunt u de levensduur van de lamp maximaliseren.
• Instellen Lampvermogen op Economisch of SmartEco
Als u de modus Economisch gebruikt, wordt het geluid en het energieverbruik van het systeem
verminderd met 30%. Als u de modus SmartEco gebruikt, wordt het geluid en het energieverbruik van
de lamp verminderd met 70%. Als de modus Economisch of SmartEco is geselecteerd wordt het licht
verminderd en worden de geprojecteerde beelden donkerder
Als u de modus Economisch of SmartEco activeert, is dit ook voordelig voor de levensduur van de
lamp. Stel de modus Economisch of SmartEco in door naar het menu SYSTEEMINSTLL:
Geavanceerd > Lampinstellingen > Lampvermogen te gaan en druk op MODE/ENTER. De
Lampvermogen wordt geopend. Druk vervolgens op / totdat het gewenste signaal is
pagina
geselecteerd en druk op MODE/ENTER
LampmodusBeschrijving
Normaal
Economisch
SmartEco
100% lamphelderheid
Bespaart 30% op het energieverbruik van de lamp
Bespaart maximaal 70% op het energieberbruik van de lamp, afhankelijk van de
helderheid van het beeldmateriaal
• Instellen Auto uit
Via deze functie wordt de projector automatisch uitgeschakeld als er na een ingestelde periode geen
ingangssignaal is gedetecteerd.
Stel Auto uit in door naar het menu SYSTEEMINSTLL: Basis > Auto uit te gaan en druk op /
om een tijdsperiode te kiezen. De tijdsduur kan worden ingesteld van 5 t/m 30 minuten, in stappen van
5 minuten. Als de ingestelde tijdsduur niet overeenkomt met uw persoonlijke wensen, kies dan Uit. De
projector wordt niet automatisch binnen een bepaalde periode uitgeschakeld.
De projector gebruiken
49
De timing van de lampvervanging
Wanneer het LAMP (waarschuwingslampje) van de lamp rood oplicht of wanneer er een bericht in het
scherm wordt weergegeven dat aangeeft dat u de lamp dient te vervangen, dient u een nieuwe lamp te
installeren of met het apparaat naar uw leverancier te gaan. Een oude lamp kan storing in de projector
veroorzaken. In sommige gevallen kan de lamp ontploffen. Ga naar http://lamp.BenQ.com voor een
vervangende lamp.
De waarschuwingslampjes van de lamp en de temperatuur gaan branden als de lamp te heet wordt. Zet
de stroom uit en laat de projector 45 minuten afkoelen. Wanneer deze waarschuwingslampjes nog steeds
branden nadat de stroom weer is ingeschakeld, dient u contact op te nemen met uw leverancier. Zie
"Indicatoren" op pagina 53 voor details.
De volgende lampwaarschuwingen worden weergegeven om u eraan te herinneren dat u de lamp dient te
vervangen.
StatusBericht
Installeer een nieuwe lamp voor optimale prestaties. Als de
projector meestal de modus Economisch gebruikt (zie "Het aantal
lampuren onderzoeken" op pagina 49), kunt u de projector nog
blijven gebruiken totdat de waarschuwing voor volgend lampuur
verschijnt.
Druk op MODE/ENTER om het bericht te negeren.
WAARSCHUWING
LET OP: Lamp waarschuwing
Lamp > XXXX uur
Bestel nieuwe lampen op lamp.benq.c om
OK
Het wordt ten zeerste aanbevolen dat u de lamp nu vervangt. De
lamp is een verbruiksartikel. De helderheid van de lamp vermindert
na verloop van tijd. Dit is normaal. U kunt de lamp vervangen als de
helderheid aanzienlijk is afgenomen.
Druk op MODE/ENTER om het bericht te negeren.
De lamp MOET worden vervangen voordat de projector opnieuw
normaal functioneert.
Druk op MODE/ENTER om het bericht te negeren.
"XXXX" in bovenstaande melding zijn getallen die per model kunnen verschillen.
WAARSCHUWING
LET OP: Vervang de lamp
Lamp > XXXX uur
Bestel nieuwe lampen op lamp.benq.com
WAARSCHUWING
LET OP: Vervang de lamp nu
Lamp > XXXX uur
Gebruiksduur lamp overschreden
Vervang lamp (zie handleiding)
Stel lamptimer dan opnieuw in.
Bestel nieuwe lampen op lamp.benq.com
OK
OK
De lamp vervangen
• Om het risico van een elektrische schok te vermijden, dient u altijd de projector uit te schakelen en de
stekker van het netsnoer uit het stopcontact te verwijderen alvorens u de lamp gaat vervangen.
• Om de kans op brandwonden te verkleinen, dient u de projector gedurende ten minste 45 minuten te
laten afkoelen alvorens u de lamp vervangt.
• Om de kans op verwondingen aan vingers of schade aan onderdelen binnen in de projector te verkleinen,
dient u voorzichtig te werk te gaan wanneer u lampglas verwijdert dat in scherpe stukjes uit elkaar is
gespat.
• Om de kans op verwondingen aan vingers en/of een slechtere beeldkwaliteit door aanraking van de lens
te verkleinen, mag u uw hand niet in de lege kast steken nadat de lamp is verwijderd.
• Deze lamp bevat kwik. Gooi deze lamp bij het klein chemisch afval overeenkomstig de toepasselijke
lokale regelgeving.
50
De projector gebruiken
1. Schakel het apparaat uit en trek de stekker van de projector uit het stopcontact. Als de lamp heet
2
is, wacht u ongeveer 45 minuten totdat de lamp is afgekoeld om letsel te voorkomen.
2. Maak de schroeven los die de lempklep bevestigen aan de
zijkant van de projector totdat de lampklep los is.
3. Verwijder de lampklep van de projector.
• Zet de projector niet aan als de lampklep is verwijderd.
• Steek geen vingers tussen de lamp en de projector. De scherpe
randen aan de binnenkant van de projector kunnen u
verwonden.
4. Maak de schroef los die de lamp bevestigt.
5. Trek aan de hendel zodat dit omhoog gaat staan.
1
6. Trek de lamp langzaam aan de hendel uit de projector.
• Als u te snel trekt, kan de lamp breken waardoor glasscherven in
de projector terecht kunnen komen.
• Plaats de lamp niet in de buurt van water, binnen bereik van
kinderen, of bij ontvlambare materialen.
• Steek uw handen niet in de projector nadat de lamp is
verwijderd. Als u de optische componenten aan de binnenkant
aanraakt, kan dit kleurafwijkingen en vervormingen opleveren in
het geprojecteerde beeld.
7. Laat de nieuwe lamp zakken zoals in de afbeelding is
weergegeven.
De projector gebruiken
51
8. Draai de schroef vast die de lamp bevestigt.
1
9. Zorg dat de hendel volledig plat ligt en goed vast op z’n plek
zit.
• Een losse schroef kan tot een slechte verbinding leiden, met
storingen tot gevolg.
• Draai de schroef niet te vast.
10. Vervang de lampklep van de projector.
11. Draai de schroef vast die de lampklep bevestigt.
• Een losse schroef kan tot een slechte verbinding leiden, met storingen tot gevolg.
• Draai de schroef niet te vast.
12. Sluit het netsnoer aan en start de projector.
2
De lamptimer instellen op nul
Stel de gebruiksduur van de lamp niet op nul in als de lamp niet is vervangen. Wanneer u dat wel doet, kan
dat tot schade leiden.
13. Druk na het opstartlogo op MENU/EXIT en druk vervolgens op / totdat het menu
SYSTEEMINSTLL: Geavanceerd is geselecteerd.
14. Druk op om Lampinstellingen te selecteren en druk op MODE/ENTER. De pagina
Lampinstellingen wordt geopend.
15. Selecteer Lamptimer herstellen en druk op MODE/ENTER. Er verschijnt een
waarschuwingsbericht waarin u wordt gevraagd de lamptimer te herstellen. Selecteer Reset en druk
op MODE/ENTER. De lamptijd wordt op "0" gezet.
52
De projector gebruiken
Indicatoren
Er zij drie indicatoren die de status van de projector aangeven. Lees het volgende voor informatie over de
indicatoren. Als er een probleem is opgetreden, schakel de projector uit en neem contact op met uw
verkoper.
Als de projector normaal functioneert
EnergieTe m pLampStatus & beschrijving
OranjeUitUit
Groen
Knippert
GroenUitUit
Oranje
Knippert
UitUit
UitUit
Als de projector niet normaal functioneert
EnergieTe m pLampStatus & beschrijving
UitUitRood
UitUit
RoodRoodUit
Rood
RoodGroenUit
Rood
Rood
Knippert
Groen
Knippert
Rood
Knippert
Stand-bymodus
Opstarten
Normale werking
• De projector dient 90 seconden af te koelen omdat deze niet
op de normale manier is afgesloten, zonder het normale
afkoelproces.
• De projector dient 90 seconden af te koelen nadat de stroom
is uitgeschakeld.
• De lamp is beschadigd. Neem contact op met de plaatselijke
klantenservice van BenQ om een nieuwe lamp te kopen.
• De lamp is niet correct aangesloten.
• De lamp is beschadigd. Neem contact op met de plaatselijke
klantenservice van BenQ om een nieuwe lamp te kopen.
De projector is automatisch
Uit
De ventilatoren werken niet.
uitgeschakeld. Als u de projector
opnieuw probeert te starten,
wordt deze opnieuw
uitgeschakeld. Neem contact op
Uit
met uw leverancier voor hulp.
De binnentemperatuur is te hoog opgelopen.
GroenRoodUit
• De luchtinlaat of luchtuitlaat voor ventilatie is geblokkeerd.
• De projector staat op een slecht geventileerde plek.
• De omgevingstemperatuur is wellicht te hoog.
De projector gebruiken
53
Probleemoplossing
ProbleemOorzaakOplossing
Stop het ene uiteinde van het netsnoer in de
netsnoeraansluiting aan de achterkant van de
projector en het andere uiteinde in het
stopcontact. Zorg dat het stopcontact is
ingeschakeld (indien van toepassing).
(Zie pagina 24.)
Wacht tot de projector volledig is afgekoeld.
Bevestig de lampklep op de juiste wijze.
(Zie pagina 50.)
Schakel de videobron in en controleer of de
signaalkabel correct is aangesloten. (Zie
pagina 21.)
Controleer de aansluiting. (Zie pagina 21.)
Selecteer het juiste ingangssignaal met de
Source-toetsen op de afstandsbediening of
SOURCE op de projector. (Zie pagina 25.)
Sluit de kabels correct aan op de juiste
aansluitingen. (Zie pagina 21.)
Pas de scherpstelling van de lens aan met de
focusring. (Zie pagina 25.)
Pas indien nodig de projectiehoek, -richting
en -hoogte van de projector aan.
(Zie pagina 29.)
Vervang beide batterijen met nieuwe.
(Zie pagina 7.)
Verwijder het voorwerp. (Zie pagina 7.)
Ga niet verder dan 8 meter (26,2 voet) van
de projector staan. (Zie pagina 7.)
Stel de instellingen van het menu 3D correct
in. (Zie pagina 38.)
Gebruik een 3D-Blu-raydisk en probeer het
opnieuw.
Selecteer het juiste signaal met de Sourcetoetsen op de afstandsbediening of
SOURCE op de projector. (Zie pagina 25.)
U kunt de projector
niet inschakelen.
Geen beeld.
Beel is instabiel.
Beeld is wazig.
De afstandsbediening
functioneert niet
correct.
3D-beelden worden
niet correct
weergegeven.
Het netsnoer levert geen stroom.
De projector werd aangezet tijdens
het afkoelen.
De lampklep is niet correct
aangesloten.
De videobron is niet ingeschakeld of
niet correct aangesloten.
De projector is niet correct
aangesloten op de invoerbron.
Het ingangssignaal is verkeerd
geselecteerd.
De verbindingskabels zijn niet stevig
aangesloten op de projector of
apparatuur.
De projectielens is niet correct
scherpgesteld.
De projector en het scherm staan
scheef.
De batterijen zijn leeg.
Er bevindt zich een voorwerp tussen
de afstandsbediening en de projector.
U bevindt zich te ver van de
projector.
De batterij van de 3D-bril is leeg.Laad de 3D-bril opnieuw op.
De instellingen in het menu 3D zijn
niet correct ingesteld.
De Blu-raydisk is niet in 3D-formaat
Het ingangssignaal is verkeerd
geselecteerd.
54
De projector gebruiken
Specificaties
Alle specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Optisch
Resolutie
1920 (H) x 1080 (V)
Weergavesysteem
Single-chip DLP
F-nummer van lens
(W1070)
F = 2,59 tot 2,87, f = 16,88 tot 21,88 mm
(W1080ST)
F = 2,6 tot 2,78, f = 10,2 tot 12,24 mm
Lamp
240 W lamp
TM
-systeem
Elektrisch
Voeding
100–240V wisselstroom, 3,4 A, 50-60 Hz
(automatisch)
Stroomverbruik
375 W (max); < 0,5 W (stand-by)
Mechanisch
Gewicht
(W1070)
2,65 Kg (5,84 lbs)
(W1080ST)
2,85 Kg (6,28 lbs)
Uitgangen
Luidspreker
(Stereo) 10 Watt x 1
Audio-uitgang
PC audio-aansluiting x 1
Besturing
RS-232 seriële besturing
9-pin x 1
IR-ontvanger x 2
Mini B-type usb x 1
12V gelijkstroom (max. 0,5 A) x 1
Ingangen
Computeringang
RGB-ingang
D-sub 15-pin (contrastekker) x 1
Video-ingang
S-VIDEO
Mini DIN 4-pin poort x 1
VIDEO
RCA-aansluiting x 1
SD/HDTV-ingang
Analoog - component
RCA-aansluiting x 3
(via RGB-ingang)
Digitaal - HDMI x 2
Audio-ingang
Audio-in
RCA-audio-aansluiting (L/R) x 2
PC audio-aansluiting x 1
Omgevingsvereisten
Bedrijfstemperatuur
0°C–40°C op zeeniveau
Relatieve vochtigheid van omgeving
10%–90% (zonder condensvorming)
Bedrijfshoogte
0–1499 m op 0°C–35°C
1500–3000 m op 0°C–30°C (met
Hoogtemodus geactiveerd)
De projector gebruiken
55
Afmetingen
311,87 mm x 244,12 mm x 109,26 mm (B x D x H)
311,87
Plafondmontage
Schroeven voor plafondmontage:
M4
(max. L = 25 mm;
min. L = 20 mm)
Eenheid: mm
244,12
109,26
46.21115
Eenheid: mm
160
80
137
43.55
56
625.95
577.7
537.9
95.33
163.12
De projector gebruiken
102.97
244.12
311.95
Timing-diagram
Ondersteunde timing voor PC-signaal
Vernieuwings-
FormaatResolutie
frequentie
(Hz)
720 x 400720 x 400_7070,08731,46928,3221
VGA_60*59,940 31,469 25,175
640 x 480
800 x 600
1024 x 768
VGA_7272,809 37,861 31,500
VGA_7575,000 37,500 31,500
VGA_8585,008 43,269 36,000
SVGA_60*60,317 37,879 40,000
SVGA_7272,188 48,077 50,000
SVGA_7575,000 46,875 49,500
SVGA_8585,061 53,674 56,250
SVGA_120**
(Reduce Blanking)
XGA_60*60,004 48,363 65,000
XGA_7070,069 56,476 75,000
XGA_7575,029 60,023 78,750
XGA_8584,997 68,667 94,500
119,85477,42583,000
Horizontale-
frequentie
(KHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
XGA_120**
(Reduce Blanking)
1152 x 8641152 x 864_7575,0067,500108,000
1024 x 576
1024 x 600
1280 x 7201280 x 720_60*6045,00074,250
1280 x 7681280 x 768_60*59,87047,77679,5
1280 x 800
BenQ Notebook
Timing
BenQ Notebook
Timing
WXGA_60*59,81049,70283,500
WXGA_7574,93462,795106,500
WXGA_8584,88071,554122,500
WXGA_120**
(Reduce Blanking)
119,98997,551115,500
60,035,82046,966
64,99541,46751,419
119,909101,563146,25
De projector gebruiken
57
SXGA_60***60,020 63,981 108,000
1280 x 1024
1280 x 960
1360 x 7681360 x 768_60***60,01547,71285,500
1440 x 900WXGA+_60***59,88755,935106,500
1400 x 1050SXGA+_60***59,97865,317121,750
1600 x 1200UXGA***60,00075,000 162,000
1680 x 10501680 x 1050_60***59,95465,290146,250
640 x 480@67HzMAC1366,66735,00030,240
832 x 624@75HzMAC1674,54649,72257,280
1024 x 768@75HzMAC1974,9360,24180,000
1152 x 870@75HzMAC2175,0668,68100,00
• *Ondersteunde timing voor 3D-signalen in de formaten Frame opeenv., Boven-onder en Side-by-side.
**Ondersteunde timing voor 3D-signalen in het formaat Frame opeenv.
***Ondersteunde timing voor non-3D- en 3D-signalen in de formaten Boven-onder en Side-by-side.
• Bovenstaande timingen worden eventueel niet ondersteund vanwege beperkingen van EDID-bestanden
of beperkingen van de videokaart. Wellicht kunnen bepaalde timingen niet worden gekozen.
SXGA_7575,02579,976135,000
SXGA_8585,02491,146157,500
1280 x 960_60***60,00060,000108
1280 x 960_8585,00285,938148,500
58
De projector gebruiken
Ondersteunde timing voor HDMI (HDCP)-ingang
Vernieuwings-
FormaatResolutie
frequentie
(Hz)
VGA_60*59,940 31,469 25,175
640 x 480
720 x 400720 x 400_7070,08731,46928,3221
800 x 600
1024 x 768
VGA_7272,809 37,861 31,500
VGA_7575,000 37,500 31,500
VGA_8585,008 43,269 36,000
SVGA_6060,317 37,879 40,000
SVGA_7272,188 48,077 50,000
SVGA_7575,000 46,875 49,500
SVGA_8585,061 53,674 56,250
SVGA_120**
(Reduce Blanking)
XGA_60*60,004 48,363 65,000
XGA_7070,069 56,476 75,000
XGA_7575,029 60,023 78,750
XGA_8584,997 68,667 94,500
119,85477,42583,000
Horizontale-
frequentie
(KHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
XGA_120**
(Reduce Blanking)
1152 x 8641152 x 864_7575,0067,500108,000
1024 x 576
1024 x 600
1280 x 7201280 x 720_60*6045,00074,250
1280 x 7681280 x 768_60*59,87047,77679,5
1280 x 800
BenQ Notebook
Timing
BenQ Notebook
Timing
WXGA_60*59,81049,70283,500
WXGA_7574,93462,795106,500
WXGA_8584,88071,554122,500
WXGA_120**
(Reduce Blanking)
119,98997,551115,500
60,0035,82046,996
64,99541,46751,419
119,909101,563146,25
De projector gebruiken
59
SXGA_60***60,020 63,981 108,000
1280 x 1024
1280 x 960
1360 x 7681360 x 768_60***60,01547,71285,500
1440 x 900WXGA+_60***59,88755,935106,500
1400 x 1050SXGA+_60***59,97865,317121,750
1600 x 1200UXGA***60,00075,000 162,000
1680 x10501680 x 105_60***59,95465,290146,250
640x480@67HzMAC1366,66735,00030,240
832x624@75HzMAC1674,54649,72257,280
1024x768@75HzMAC1975,02060,24180,000
1152x870@75HzMAC2175,0668,68100,00
• *Ondersteunde timing voor 3D-signalen in de formaten Frame opeenv., Boven-onder en Side-by-side.
**Ondersteunde timing voor 3D-signalen in het formaat Frame opeenv.
***Ondersteunde timing voor non-3D- en 3D-signalen in de formaten Boven-onder en Side-by-side.
• Bovenstaande timingen worden eventueel niet ondersteund vanwege beperkingen van EDID-bestanden
of beperkingen van de videokaart. Wellicht kunnen bepaalde timingen niet worden gekozen.
SXGA_7575,02579,976135,000
SXGA_8585,02491,146157,500
1280 x 960_60***60,00060,000108
1280 x 960_8585,00285,938148,500
FormaatResolutie
480i**720 (1440) x 48059,9415,732716:9
480p720 x 48059,9431,472716:9
576i720 (1440) x 5765015,632716:9
576p720 x 5765031,252716:9
720/50p*1280 x 7205037,574,2516:9
720/60p*1280 x 7206045,0074,2516:9
1080/24P*1920 x 1080242774,2516:9
1080/25P1920 x 10802528,1374,2516:9
1080/30P1920 x 10803033,7574,2516:9
1080/50i***1920 x 10805028,1374,2516:9
1080/60i***1920 x 10806033,7574,2516:9
1080/50P1920 x 10805056,25148,516:9
1080/60P1920 x 10806067,5148,516:9
*Ondersteunde timing voor non-3D- en 3D-signalen in de formaten Frame packing en Boven-onder.
**Ondersteunde timing voor 3D-signalen in het formaat Frame opeenv.
***Ondersteunde timing voor 3D-signalen in het formaat Side-by-side.
60
De projector gebruiken
Vernieuwings-
frequentie (Hz)
H.-freq. (KHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Beeldver-
houding
Ondersteunde timing voor EDTV en HDTV (via Component-ingangen)
FormaatResolutie
480i*720 x 48059,9415,7313,5
480p720 x 48059,9431,4727
576i720 x 5765015,6313,5
576p720 x 5765031,2527
720/50p1280 x 7205037,574,25
720/60p1280 x 7206045,0074,25
1080/50i1920 x 10805028,1374,25
1080/60i1920 x 10806033,7574,25
1080/24P1920 x 1080242774,25
1080/25P1920 x 10802528,1374,25
1080/30P1920 x 10803033,7574,25
1080/50P1920 x 10805056,25148,5
1080/60P1920 x 10806067,5148,5
*Ondersteunde timing voor 3D-signalen in het formaat Frame opeenv.
Vernieuwings-
frequentie (Hz)
H.-freq. (KHz)Pixelfrequentie (MHz)
Ondersteunde timing voor video- en S-Video-ingang
Vernieuwings-
FormaatResolutie
frequentie
H.-freq. (KHz)
(Hz)
NTSC*-6015,733,58
PAL-5015,634,43
SECAM-5015,634,25/4,41
PAL-M-6015,733,58
PAL-N-5015,633,58
PAL-60-6015,734,43
NTSC4,43*-6015,734,43
*Ondersteunde timing voor 3D-signalen in het formaat Frame opeenv.
Pixelfrequentie
(MHz)
De projector gebruiken
61
Informatie over garantie en
auteursrechten
Garantie
De garantie van BenQ voor dit product heeft betrekking op productie- en materiaalfouten die zich bij
normaal gebruik van het apparaat manifesteren.
Wanneer u een beroep wilt doen op de garantie, dient u een geldig aankoopbewijs te kunnen overleggen.
Wanneer dit product tijdens de garantieperiode defect raakt, is BenQ alleen verplicht de defecte
onderdelen te vervangen (inclusief arbeidsloon). Om in geval van een defect reparatie- of
servicewerkzaamheden te laten uitvoeren die onder de garantie vallen, dient u zich zo snel mogelijk te
wenden tot de leverancier bij wie u het product hebt gekocht.
Belangrijk: De bovenstaande garantie vervalt als de klant heeft verzuimd het product in overeenstemming
met de schriftelijke instructies van BenQ te gebruiken; met name de luchtvochtigheid moet tussen 10%
en 90% liggen, de temperatuur tussen 0°C en 35°C en de projector mag niet worden gebruikt op stoffige
plekken of op plekken hoger dan 3000m. Deze garantie verleent de koper van het apparaat bepaalde
rechten, evenals het zogenaamde consumentenrecht, dat echter per land kan verschillen.
Alle handelsmerken en geregistreerde handelsmerken zijn het eigendom van de respectieve eigenaren.
Aansprakelijkheid
BenQ Corporation is niet aansprakelijk en geeft geen garanties, uitdrukkelijk noch stilzwijgend, ten
aanzien van de inhoud van deze publicatie en wijst alle garanties van verkoopbaarheid of geschiktheid
voor een bepaald doel af. BenQ Corporation behoudt zich het recht voor deze publicatie te herzien en
de inhoud ervan van tijd tot tijd te wijzigen zonder dat BenQ Corporation enige verplichting heeft enige
persoon mededeling van die herzieningen of wijzigingen te doen.
62
De projector gebruiken
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.