Benq SH915, SW916 User Manual [nl]

SH915/SW916 Digital Projector
Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Belangrijke
veiligheidsinstructies.... 3
Inleiding......................... 7
Inhoud van de verpakking .......................9
Buitenkant van de projector.................10
Bedieningselementen en functies.........12
De projector
positioneren................ 20
Een locatie kiezen ...................................20
De gewenste beeldgrootte van de
projectie instellen....................................21
Aansluitingen.............. 23
Videobronapparaten aansluiten ...........24
Geluid via de projector weergeven ....25
Bediening .................... 26
De projector opstarten .........................26
Het geprojecteerde beeld
aanpassen ..................................................27
De menu's gebruiken .............................33
De projector beveiligen.........................34
De wachtwoordfunctie gebruiken ......34
Schakelen tussen ingangssignalen.........37
Vergroten en details zoeken ................38
De beeldverhouding selecteren...........38
Het beeld optimaliseren ........................40
De presentatietimer instellen...............43
Externe oproepbewerkingen................44
Het beeld stilzetten ................................45
Het beeld verbergen ..............................45
Besturingstoetsen blokkeren................45
Gebruik op grote hoogte ..................... 46
Het geluid aanpassen ............................. 46
Het testpatroon gebruiken ..................47
De leersjablonen gebruiken ................. 48
Snelle installie gebruiken ....................... 48
De projector bedienen via een
LAN-omgeving ........................................ 49
Vergrendeling webbeheer
gebruiken.................................................. 58
Beeld weergeven met Q Presenter.... 58
Aanmeldcode voor projectie
gebruiken.................................................. 61
Gebruik van de uitzendfunctie.............62
Extern bureaublad bedienen via
Q Presenter.............................................63
Een presentatie maken vanaf
een USB-lezer.......................................... 64
De projector uitschakelen.................... 65
Menubediening ........................................ 66
Onderhoud ................. 79
Onderhoud van de projector .............. 79
Informatie over de lamp ....................... 80
Problemen
oplossen ...................... 86
Specificaties ................ 87
Projectorspecificaties............................. 87
Afmetingen ............................................... 88
Timingtabel............................................... 89
Informatie over garantie en
auteursrechten........... 94
Inhoudsopgave2

Belangrijke veiligheidsinstructies

Uw projector is ontwikkeld en getest volgens de nieuwste veiligheidsnormen voor IT­apparatuur. Voor een veilig gebruik van dit product dient u echter de instructies in deze handleiding en op het product nauwkeurig op te volgen.
Veiligheidsinstructies
1. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de projector gebruikt. Bewaar de
handleiding voor toekomstig gebruik.
2. Kijk tijdens het gebruik niet
direct in de lens van de projector. De sterke lichtstraal kan
uw ogen beschadigen.
3. Laat reparatie- of
onderhoudswerkzaamheden over aan een bevoegd technicus.
5. In sommige landen is de lijnspanning NIET stabiel. In sommige landen is de netspanning ongelijkmatig. Hoewel deze projector normaal werkt bij een netspanning van 100 tot 240 V (wisselstroom), kan het apparaat uitvallen wanneer zich een stroomstoring of een spanningspiek van ±10 V voordoet. In gebieden
waar de netspanning kan schommelen of uitvallen, is het raadzaam de projector aan te sluiten op een spanningsstabilisator, piekbeveiliging of UPS-systeem (Uninterruptible Power Supply).
6. Plaats geen voorwerpen voor de projectielens als de projector wordt gebruikt. Deze voorwerpen kunnen oververhitten of vervormen of kunnen zelfs brand veroorzaken. Druk op ECO BLANK op de projector of afstandsbediening om de lamp tijdelijk uit te schakelen.
4. Zorg er altijd voor dat de
lenssluiter is geopend of dat de lensdop is verwijderd wanneer de projectorlamp brandt.
Belangrijke veiligheidsinstructies 3
Veiligheidsinstructies (vervolg)
7. De lamp wordt erg heet tijdens het gebruik. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen voordat u de lamp vervangt.
8. Gebruik de lamp niet langer dan de voorgeschreven levensduur. Als u de lamp toch langer gebruikt, kan deze in zeldzame gevallen breken.
9. Zorg dat de stekker van de projector uit het stopcontact is verwijderd voordat u de lamp of elektronische onderdelen vervangt.
10. Plaats dit product niet op een onstabiel wagentje, een onstabiele standaard of een wankele tafel. Het product kan vallen en ernstig worden beschadigd.
11. Probeer deze projector niet zelf te demonteren. De onderdelen in het apparaat staan onder hoge spanning die levensgevaarlijk is als u ze aanraakt. Het enige onderdeel dat u zelf mag vervangen, is de lamp die een afneembare afdekking heeft.
U mag nooit andere afdekkingen losmaken of verwijderen. Laat reparaties uitsluitend over aan gekwalificeerde professionele reparateurs.
12. Wanneer u de projector gebruikt, is het mogelijk dat u warme lucht en een bepaalde geur opmerkt bij het ventilatierooster. Dit is een normaal verschijnsel en geen defect.
Belangrijke veiligheidsinstructies4
Veiligheidsinstructies (vervolg)
3.000 m (10.000 voet)
0 m (0 voet)
13. Plaats de projector niet in de volgende omgevingen.
- Slecht geventileerde of ingesloten ruimtes. Zorg dat de projector minstens 50 cm van de muur staat en zorg voor voldoende ruimte voor de luchtstroom rondom de projector.
- Plaatsen waar de temperatuur extreem hoog kan oplopen, zoals in een auto met gesloten ramen.
- Erg vochtige, stoffige of rokerige plaatsen die optische componenten mogelijk aantasten. Dit verkort de levensduur van de projector en verdonkert het beeld.
- Plaatsen in de buurt van een brandalarm.
- Plaatsen met een omgevingstemperatuur van meer dan 40°C / 104°F.
- Plaatsen die hoger liggen dan 3000 m (10000 voet).
14. Blokkeer de ventilatieopeningen niet.
- Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed of op een ander zacht oppervlak.
- Bedek deze projector niet met een doek of met andere voorwerpen.
- Plaats geen ontvlambare stoffen in de buurt van de projector.
Als de ventilatieopeningen ernstig wordt gehinderd, kan er door oververhitting in de projector brand ontstaan.
15. Plaats de projector tijdens gebruik altijd op een vlak, horizontaal oppervlak.
- Maak geen gebruik van de projector als deze gekanteld staat in een hoek van meer dan 10 graden (links naar rechts) of in een hoek van meer dan 15 graden (voor naar achter). Als u de projector gebruikt wanneer deze niet volledig horizontaal staat, werkt deze mogelijk niet optimaal of kan de lamp beschadigd raken.
16. Plaats de projector niet verticaal. De projector kan dan vallen en letsel veroorzaken of beschadigd raken.
Belangrijke veiligheidsinstructies 5
Veiligheidsinstructies (vervolg)
17. Ga niet op projector staan of leg er geen voorwerpen op. Dit kan niet alleen schade aan de projector veroorzaken, maar kan ook leiden tot ongevallen en mogelijk letsel.
18. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op de projector. Als er vloeistof in de projector wordt gemorst, werkt deze mogelijk niet meer. Als de projector nat wordt, moet u de stekker uit het stopcontact trekken en de projector laten controleren door een BenQ-onderhoudstechnicus.
19. Dit product kan beelden omgekeerd weergeven, zodat plafondmontage mogelijk is.
Gebruik alleen de plafondmontageset van BenQ en controleer of de projector stevig vastzit.
Plafondmontage van de projector
Wij willen u het gebruik van uw BenQ-projector zo aangenaam mogelijk maken. Daarom vestigen wij uw aandacht op deze veiligheidskwestie om mogelijk lichamelijk letsel of materiële schade te voorkomen. Als u de projector aan het plafond wilt bevestigen, is het raadzaam de plafondmontageset voor BenQ­projectors te gebruiken voor een veilige en stevige montage. Als u een plafondmontageset van een ander merk dan BenQ gebruikt, bestaat er een veiligheidsrisico omdat de projector van het plafond kan vallen vanwege een slechte bevestiging door het gebruik van schroeven met een verkeerde maat of lengte. U kunt de plafondmontageset voor BenQ-projectors aanschaffen bij de leverancier van uw projector. U kunt de plafondmontageset voor BenQ­projectors aanschaffen bij de leverancier van uw projector. Het verdient ook aanbeveling een aparte veiligheidskabel aan te schaffen die compatibel is met het Kensington­slot. Maak deze kabel vast aan de sleuf voor het Kensington-slot op de projector en aan de houder. Deze zal een tweede beveiliging bieden voor het vasthouden van de projector in het geval de bevestiging op de montagebeugel zou loskomen. Hg - Lamp bevat kwik. Behandelen in overeenstemming met de lokale wetten op afvalverwijdering. Zie www.lamprecycle.org.
Belangrijke veiligheidsinstructies6

Inleiding

Kenmerken van de projector

De projector heeft de volgende kenmerken
SmartEco™ start uw dynamische energiebesparing De SmartEco™-technologie biedt een neiuwe manier van bedienen van het projectielampsysteem en bespaart lampenergie tot 70%, afhankelijk van het helderheidsniveau van de inhoud.
Een langere levensduur van de lamp met de SmartEco™-technologie De SmartEco™-technologie vermindert het energiegebruikt en verlengt de levensduur van de lamp als SmartEco is geselecteerd.
ECO BLANK spaart 70% van de lampenergie (beschikbaar in SH915) Door op de knop ECO BLANK te drukken, verbergt u het beeld en verlaagt u tegelijkertijd het door de lamp opgenomen vermogen met 70 %.
ECO BLANK spaart 50% van de lampenergie (beschikbaar in SW916) Door op de knop ECO BLANK te drukken, verbergt u het beeld en verlaagt u tegelijkertijd het door de lamp opgenomen vermogen met 50%.
• USB MINI-B-aansluiting voor weergave computersignaal via een USB-kabel.
• USB TYPE A-aansluiting voor weergave beelden opgeslagen op een USB­stick.
Minder dan 0,5 W in stand-by modus Minder dan 0,5 W energieverbruik in de stand-by modus.
Filtervrij Filtervrij ontwerp voor het verminderen van de onderhouds- en gebruikskosten.
Netwerkbesturing Ingebouwde RJ45-connector voor besturing over een bedraad netwerk, waardoor beheer van de projectorstatus vanaf een computer mogelijk is in een webbrowser.
Ondersteuning van Crestron RoomView De projector ondersteunt Crestron eControl en RoomView, PJ Link en AMX zodat u de apparatuur kunt besturen en beheren vanaf een exterme computer via een LAN­verbinding.
Automatisch instellen met één toets Druk op AUTO op het toetsenbord of de afstandsbediening om de beste beeldkwaliteit direct weer te geven.
Ingebouwde 5 W luidspreker(s) Ingebouwde 5 W luidspreker(s) die ook gemixte mono-audio levert wanneer een audio-ingang is aangesloten.
Snelle afkoeling, Automatisch uitschakelen, Inschakelen bij signaal, Direct
inschakelenDe functie Snelle afkoeling versnelt het afkoelproces bij het uitschakelen van de projector. Met
de functie Automatisch uitschakelen kan de projector automatisch worden uitgeschakeld als er na een ingestelde periode geen ingangssignaal is gedetecteerd. De functie Inschakelen bij signaal schakelt de projector automatisch in nadat signaalinvoer gedetecteerd is en Direct inschakelen start de projector automatisch zodra de stroom wordt aangesloten.
®
, PJ Link en AMX
Inleiding 7
Direct herstarten Met de keuze Direct herstarten kunt u de projector onmiddellijk herstarten binnen 90 seconden na het uitschakelen.
3D-functie ondersteund Door verschillende 3D-indelingen is de functie 3D flexibeler geworden. Door de diepte van het beeld te tonen, kunt u een BenQ 3D-bril dragen om op een realistischer manier van 3D-films, video's en sportevenementen te genieten.
De helderheid van het geprojecteerde beeld is afhankelijk van het omgevingslicht en de instellingen voor contrast en helderheid van de geselecteerde ingangssignaal, én van de afstand tot het scherm.
De helderheid van de lamp neemt na verloop van tijd af en kan verschillen volgens de specificaties van de fabrikant. Dit is normaal.
Inleiding8

Inhoud van de verpakking

Digital Projector
Quick Start Guide
Pak alles voorzichtig uit en controleer of u alle onderstaande items hebt. Wanneer één of meerdere van deze items ontbreken, dient u contact op te nemen met de leverancier.

Standaardaccessoires

De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van de afbeeldingen.
Projector Afstandsbediening met batterij
Voedingskabel VGA-kabel
Snelgids CD met gebruikershandleiding
Garantiekaart*

Optionele accessoires

1. Reservelampset
2. Plafondmontageset
*De garantiekaart wordt slechts in bepaalde specifieke regio’s geleverd. Raadpleeg uw verkoper voor gedetailleerde informatie.
3. Zachte draagtas
Inleiding 9

Buitenkant van de projector

3
8
6
2
Voorkant/bovenkant
5
7
4
1
Achter/onderkant
12 14 15139 10 11 16 17
1822232425262829 21 1927 20
1. Lampdeksel
2. Snelontgrendelingsknop
3. Projectielens
4. Focusring en zoomring
5. Extern bedieningspaneel (Zie"Projector" op pagina 12 voor details.)
6. Ventilatiegleuven (invoer koele lucht)
7. IR-sensor afstandsbediening voorkant
8. Lenskap en snoer
9. HDMI 1 ingang
10. HDMI 2 ingang
11. RGB-signaaluitgang
12. COMPUTER -1 ingang
13. COMPUTER -2 ingang
14. RJ45 LAN-ingang
15. Audio-ingang (L/R)
16. USB type A-aansluitingen
17. USB Mini-B-aansluiting
18. Sleuf voor Kensington­antidiefstalslot
19. Achterste verstelvoetje
20. Luidspreker
21. IR-sensor afstandsbediening achteraan
22. VIDEO ingang
23. S-VIDEO ingang
24. Audio-in-/uitgang
25. 12V TRIGGER
26. Snelverstellerknop
27. Type B USB-poort
28. RS-232-besturingspoort
29. Aansluiting netsnoer
Inleiding10
30. Gaten voor plafondmontage
Onderkant
30
313030
31. Achterste verstelvoetje
Inleiding 11

Bedieningselementen en functies

1
2
4 5
6
3
7
8
9
11
12 13
14
10
1
2
4
5.
6
3
7
8
9
11
12 13
14
10.

Projector

SH915
SW916
1. FOCUS/ZOOM ring
Hiermee wordt het uiterlijk van het geprojecteerde beeld aangepast. Zie "Het
beeldformaat en de helderheid fijn afstellen" op pagina 28 voor details.
2. Keystone/pijltoetsen ( / Omhoog)
Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek worden veroorzaakt. Zie "Keystone corrigeren" op pagina 28 voor details.
3. MENU/EXIT
Hiermee schakelt u het OSD-menu in. Hiermee gaat u terug naar het vorige OSD-menu en slaat u de menu-instellingen op. Zie "De menu's gebruiken" op pagina
33 voor details.
Inleiding12
4. MODE/ENTER
Selecteert een beschikbare beeldinstellingsmodus. Zie "Een
beeldmodus selecteren" op pagina 40
voor details. Hiermee opent u het geselecteerde
menu-item in het schermmenu (OSD). Zie "De menu's gebruiken" op pagina 33 voor details.
5. Links/ Volumeniveau verlagen
Verlaagt het volume. Zie "Het volume
regelen" op pagina 47 voor details.
(beschikbaar in SH915)
5. Keystone/pijltoetsen ( / Links)
Corrigeer handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek worden veroorzaakt. Zie "Keystone
corrigeren" op pagina 28 voor details.
(beschikbaar in SW916)
6. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen. Zie "Het beeld verbergen" op
pagina 45 voor details.
7. POWER
Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in.
Zie "De projector opstarten" op pagina
26 en "De projector uitschakelen" op pagina 65 voor details.
8. Voedingsindicator
Licht op of knippert als de projector wordt gebruikt. Zie "Indicators" op
pagina 85 voor details.
9. AUTO
Hiermee worden automatisch de beste beeldtimings bepaald voor het weergegeven beeld. Zie "Het beeld
automatisch aanpassen" op pagina 27
voor details.
10. Rechts/ Volumeniveau verhogen
Verhoogt het volume. Zie "Het volume
regelen" op pagina 47 voor details.
(beschikbaar in SH915) Als het On-Screen Display (OSD) menu is geactiveerd, worden de toetsen 2, 5, 10 en 12 gebruikt als richtingspijlen om de gewenste menu-items te selecteren en aanpassen aan te brengen. Zie "De menu's
gebruiken" op pagina 33 voor details.
10. Keystone/pijltoetsen ( / Rechts)
Corrigeer handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek worden veroorzaakt. Zie "Keystone corrigeren" op
pagina 28 voor details. (beschikbaar in
SW916) Als het On-Screen Display (OSD) menu is
geactiveerd, worden de toetsen 2, 5, 10 en 12 gebruikt als richtingspijlen om de gewenste menu-items te selecteren en aanpassen aan te brengen. Zie "De menu's
gebruiken" op pagina 33 voor details.
11. SOURCE
Geeft de bronselectiebalk weer. Zie
"Schakelen tussen ingangssignalen" op pagina 37 voor details.
12. Keystone/pijltoetsen ( / Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek worden veroorzaakt. Zie
"Keystone corrigeren" op pagina 28 voor
details.
13. LAMP-indicatorlichtje
Geeft de status van de lamp aan. Licht op of knippert wanneer er een probleem is met de lamp. Zie "Indicators" op pagina
85 voor details.
14. TEMPeratuurindicatorlichtje
Licht rood op als de temperatuur van de projector te hoog wordt. Zie "Indicators"
op pagina 85 voor details.
Inleiding 13

Afstandsbediening

5
6
11
16
17
19
22
13
1
2
3
4
7
14
10
21
15
8
9
18
20
3
12
SH915
6. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
7. LASER (Niet beschikbaar in de regio Japan)
Zendt een zichtbare laserstraal uit voor presentatiedoeleinden.
8. ZOOM+/ZOOM-
Hiermee vergroot of verkleint u het geprojecteerde beeld.
9. ASPECT
Selecteert de beeldverhouding.
10. FREEZE
Bevriest het geprojecteerde beeld.
11. NETWORK SETTING
Schakelt het OSD-menu voor
netwerkinstellingen in.
12. Numerieke knoppen
Voor invoeren van nummers in netwerkinstellingen.
De numerieke knoppen 1, 2, 3 en 4 zijn niet bruikbaar als om een wachtwoord gevraagd wordt.
13. NETWERK
Selecteert Netwerkweerg. als bron voor
1. ON/ OFF
Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in.
2. Toetsen bronkeuze
Selecteert een ingangsbron voor weergave.
3. Keystone/pijltoetsen ( / Omhoog, / Omlaag)
Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek worden veroorzaakt.
4. MENU/EXIT
Hiermee schakelt u het OSD-menu in. Hiermee gaat u terug naar het vorige OSD-menu en slaat u de menu­instellingen op.
5. Links/
het invoersignaal.
14. AUTO
Hiermee worden automatisch de beste beeldtimings bepaald voor het weergegeven beeld.
15. Rechts/
Verhoogt het volume van de luidspreker. Indien het On-Screen Display (OSD)
menu is geactiveerd, worden de toetsen 3, 5 en 15 gebruikt als richtingspijlen om de gewenste menu-items te selecteren en aanpassen aan te brengen.
16. MODE/ENTER
Selecteert een beschikbare beeldinstellingsmodus. Activeert het geselecteerde item van het OSD-menu.
17. SOURCE
Geeft de bronselectiebalk weer.
Verlaagt het volume van de projector.
Inleiding14
18. PAGE +/PAGE -
Bedien de weergavesoftware (op een aangesloten pc) die reageert op opdrachten pagina omhoog/pagina omlaag (zoals Microsoft PowerPoint).
19. MIC/VOL +/MIC/VOL -
Deze functie is niet beschikbaar voor deze projector.
20. MUTE
Schakelt de audio van de projector in en uit.
21. SMART ECO
Wissel de lampmodus tussen Eco/ Normaal en SmartEco.
22. QUICK INSTALL ("TEST" is voor de
regio Japan) Opent het schermmenu Snelle
installatie.
De laseraanwijzer bedienen
De laseraanwijzer is een hulpmiddel voor professionele sprekers. Deze geeft een rode lichtstraal af bij het indrukken.
De laserstraal is zichtbaar. U moet de LASER ingedrukt houden voor een continue werking.
Kijk niet in de laserstraal of richt de laserstraal niet op uzelf of op anderen. Lees de waarschuwingen achteraan op de afstandsbediening voordat u deze gebruikt.
De laseraanwijzer is geen speelgoed. Ouders dienen zich bewust te zijn van de gevaren van laserenergie en deze afstandsbediening uit de buurt van kinderen te houden.
Inleiding 15
NETWORK
SETTING
3
5
11
14
15
17
1
2
3
4
6
13
10
20
3
7
9
16
19
3
12
8
18
SW916
4. MENU/EXIT
Hiermee schakelt u het OSD-menu in. Hiermee gaat u terug naar het vorige OSD-menu en slaat u de menu­instellingen op.
5. ECO BLANK
Hiermee kunt u de schermafbeelding verbergen.
6. LASER (Niet beschikbaar in de regio Japan)
Zendt een zichtbare laserstraal uit voor presentatiedoeleinden.
7. QUICK INSTALL ("TEST" is voor de regio Japan)
Opent het schermmenu Snelle installatie.
8. FREEZE
Bevriest het geprojecteerde beeld.
9. ASPECT
Selecteert de beeldverhouding.
10. PIP
Deze functie is niet beschikbaar voor deze projector.
11. NETWORK SETTING
Schakelt het OSD-menu voor netwerkinstellingen in.
12. Numerieke knoppen
1. ON/ OFF
Hiermee zet u de projector stand-by of schakelt u deze in.
2. Toetsen bronkeuze
Selecteert een ingangsbron voor weergave.
3. Keystone/pijltoetsen ( /
Omhoog, / Omlaag, /
Rechts, / Link)
Hiermee corrigeert u handmatig de vervormde beelden die door de projectiehoek worden veroorzaakt.
Indien het On-Screen Display (OSD) menu is geactiveerd, worden de toetsen #3 gebruikt als richtingspijlen om de gewenste menu-items te selecteren en aanpassen aan te brengen.
Voor invoeren van nummers in netwerkinstellingen.
De numerieke knoppen 1, 2, 3 en 4 zijn niet bruikbaar als om een wachtwoord gevraagd wordt.
13. AUTO
Hiermee worden automatisch de beste beeldtimings bepaald voor het weergegeven beeld.
14. MODE/ENTER
Selecteert een beschikbare beeldinstellingsmodus. Activeert het geselecteerde item van het OSD-menu.
15. SOURCE
Geeft de bronselectiebalk weer.
16. VOLUME +/VOLUME -
Regelt het volume.
Inleiding16
17. BRIGHT
Toont de instellingbalk HELDERHEID. Zie
"Aanpassen van de Helderheid" op pagina 41 voor details.
18. CONTRAST
Toont de instellingbalk CONTRAST. Zie
"Aanpassen van het Contrast" op pagina 41 voor details.
19. MUTE
Schakelt de audio van de projector in en uit.
20. LAMP MODE
Toont het schermmenu Lampmodus.
De laseraanwijzer bedienen
De laseraanwijzer is een hulpmiddel voor professionele sprekers. Deze geeft een rode lichtstraal af bij het indrukken.
De laserstraal is zichtbaar. U moet de LASER ingedrukt houden voor een continue werking.
Kijk niet in de laserstraal of richt de laserstraal niet op uzelf of op anderen. Lees de waarschuwingen achteraan op de afstandsbediening voordat u deze gebruikt.
De laseraanwijzer is geen speelgoed. Ouders dienen zich bewust te zijn van de gevaren van laserenergie en deze afstandsbediening uit de buurt van kinderen te houden.
Inleiding 17
Bereik van de afstandsbediening
O
n
ge
v
e
e
r
±
3
0
°
O
nge
v
e
e
r
±
3
De Infra-rood (IR) sensor voor de afstandsbediening bevindt zich aan de voor- en achterkant van de projector. Houd de afstandsbediening in een hoek van maximaal 30 graden ten opzichte van de IR-sensor van de afstandsbediening op de projector voor een correcte werking. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor mag niet meer dan 8 meter (~26 voet) bedragen.
Zorg dat niets de infraroodstraal tussen de afstandsbediening en de IR-sensoren op de projector blokkeert.
Inleiding18
De batterij van de afstandsbediening vervangen
1. Om het batterijvak te openen, draait u de afstandsbediening om, drukt u op het lipje op het deksel en schuift u het in de richting van de pijl, zoals in de afbeelding. Het deksel schuift eraf.
2. Verwijder waar nodig de oude batterijen en plaats twee AAA-batterijen. Let daarbij op de polariteit zoals aangegeven op de onderkant van het batterijvak. Positief (+) past op positief en negatief (-) past op negatief.
3. Plaats het deksel terug door het uit te lijnen op de voet en dit opnieuw omlaag te schuiven in zijn positie. Stop als het deksel op zijn plaats klikt.
Vermijd hoge temperaturen en vochtigheid.
De batterij kan beschadigd raken als u deze niet correct vervangt.
Vervang batterijen alleen door hetzelfde type of een soortgelijk type batterijen, zoals door de fabrikant
aanbevolen.
Gooi lege batterijen weg overeenkomstig de instructies van de fabrikant.
Gooi een batterij nooit in vuur. De batterij kan in dat geval ontploffen.
Verwijder de batterij als deze leeg is of als u de afstandsbediening langere tijd niet gebruikt. Zo voorkomt
u dat de afstandsbediening beschadigd raakt door mogelijke lekkage van de batterij.
Inleiding 19

De projector positioneren

Een locatie kiezen

De projector kan op de volgende vier manieren worden geïnstalleerd:
1. Tafel voor
Selecteer deze instelling met de projector op een tafel voor het scherm geplaatst. Als u een snelle opstelling en draagbaarheid wenst, is dit de meest gebruikte opstelling.
3. Plafond voor
Selecteer deze instelling als u de projector ondersteboven aan het plafond en voor het scherm installeert.
Als u de projector aan het plafond wilt bevestigen, kunt u het beste de plafondmontageset van BenQ bij uw leverancier kopen.
*Stel Plafond voor in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie in nadat de projector
is ingeschakeld.
2. Tafel achter
Selecteer deze instelling met de projector op een tafel achter het scherm geplaatst.
Voor deze opstelling is een speciaal scherm voor projectie achteraan vereist.
*Stel Tafel achter in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie in nadat de projector
is ingeschakeld.
4. Plafond achter
Selecteer deze locatie als u de projector ondersteboven aan het plafond en achter het scherm installeert.
Voor deze opstelling zijn een speciaal scherm voor projectie achter en de plafondmontageset van BenQ vereist.
*Stel Plafond achter in het menu
SYSTEEMINSTLL: Basis > Projectorpositie in nadat de projector
is ingeschakeld.
De geschikte locatie wordt bepaald door de indeling van de ruimte en uw persoonlijke voorkeur. Houd rekening met de grootte en de positie van het scherm, de nabijheid van een stopcontact en de afstand tussen de projector en de andere apparatuur.
De projector positioneren20
Projectieafstand
Midden van de lens
Scherm
Verticale afstand
Maximale zoom
Minimale zoom
B
H

De gewenste beeldgrootte van de projectie instellen

De afstand van de lens van de projector tot het scherm, de zoominstelling (indien beschikbaar) en het videoformaat zijn allemaal factoren die de grootte van het geprojecteerde beeld bepalen.

Projectie-afmetingen

Zie "Afmetingen" op pagina 88 voor de lensmiddenafmetingen van deze projector voordat u de geschikte positie berekent.
SH915
De beeldverhouding van het scherm is 16:9 en het geprojecteerde beeld is 16:9.
Schermgrootte Afstand vanaf scherm (mm) Ve rp la a ts in g
[mm]
Diagonaal Breedte Hoogte Min.
inch mm mm mm
50 1270 1107 623 1547 1930 2313 93
60 1524 1328 747 1857 2317 2776 112
70 1778 1550 872 2166 2703 3239 131
80 2032 1771 996 2476 3089 3701 149
90 2286 1992 1121 2784 3475 4164 168
100 2540 2214 1245 3095 3861 4627 187
110 2794 2435 1370 3404 4247 5090 205
120 3048 2657 1494 3714 4633 5552 224
130 3302 2878 1619 4023 5019 6015 243
140 3556 3099 1743 4333 5405 6478 262
150 3810 3321 1868 4642 5791 6940 280
160 4064 3542 1992 4952 6177 7403 299
170 4318 3763 2117 5261 6563 7866 318
180 4572 3985 2241 5571 6950 8328 336
afstand
Gemiddeld Max.
afstand
A [mm] in
breedbeeld
modus
De projector positioneren 21
Schermgrootte Afstand vanaf scherm (mm) Ve rp la a ts in g
[mm]
Diagonaal Breedte Hoogte Min.
inch mm mm mm
afstand
Gemiddeld Max.
afstand
A [mm] in
breedbeeld
modus
190 4826 4206 2366 5880 7336 8791 355
200 5080 4428 2491 6190 7722 9254 374
250 6350 5535 3113 7737 9652 11567 467
300 7620 6641 3736 9285 11583 13881 560
SW916
De beeldverhouding van het scherm is 16:10 en het geprojecteerde beeld is 16:10.
Schermgrootte Afstand vanaf scherm (mm) Verplaatsing
[mm]
Diagonaal Breedte Hoogte Min.
inch mm mm mm
afstand
50 1270 1077 673 1581 1972 2363 77
60 1524 1292 808 1897 2367 2836 93
70 1778 1508 942 2213 2761 3309 108
80 2032 1723 1077 2529 3155 3781 124
90 2286 1939 1212 2846 3550 4254 139
100 2540 2154 1346 3162 3944 4727 155
110 2794 2369 1481 3478 4339 5199 170
120 3048 2585 1615 3794 4733 5672 186
130 3302 2800 1750 4110 5128 6145 201
140 3556 3015 1885 4426 5522 6617 217
150 3810 3231 2019 4743 5916 7090 232
160 4064 3446 2154 5059 6311 7563 248
170 4318 3662 2289 5375 6705 8036 263
180 4572 3877 2423 5691 7100 8508 279
190 4826 4092 2558 6007 7494 8981 294
200 5080 4308 2692 6323 7889 9454 310
250 6350 5385 3365 7904 9861 11817 387
300 7620 6462 4039 9485 11833 14180 464
Gemiddeld Max.
afstand
A [mm] in
breedbeeld
modus
Er is een tolerantie van 5% tussen deze waarden door variaties in de optische onderdelen. BenQ beveelt bij een permanente plaatsing van de projector aan om de projectiegrootte en -afstand eerst met de projector fysiek te testen, zodat u rekening kunt houden met de optische eigenschappen van deze projector. Hierdoor kunt u de precieze bevestigingspositie bepalen die het meest geschikt is voor uw specifieke locatie.
De projector positioneren22

Aansluitingen

Laptop of desktopcomputer
A/V-apparaat
Luidspreker
Monitor
(VGA)
(DVI)
of
Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1. Schakel alle apparatuur uit voordat u aansluitingen maakt.
2. Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3. Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
Niet alle kabels die in de onderstaande aansluitingen zijn weergegeven, zijn bij de projector geleverd (zie
"Inhoud van de verpakking" op pagina 9). Deze kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
1 2 13 3
4
7
7
576
8
9
1. VGA-kabel
2. VGA-naar-DVI-A-kabel
3. USB-kabel
4. HDMI-kabel
6. Videokabel
7. Audiokabel
8. Audio L/R-kabel
9. USB stick/USB draadloze dongle
5. S-Video-kabel
Bij notebooks worden de externe videopoorten vaak niet ingeschakeld wanneer een projector is aangesloten. Met de toetsencombinatie FN + F3 of FN + CRT/LCD kunt u de externe weergave doorgaans in- of uitschakelen. Zoek op de notebook de functietoets CRT/LCD of de functietoets met een monitorsymbool op de notebook. Druk tegelijk op FN en een van deze toetsen. Raadpleeg de handleiding bij uw notebook voor meer informatie over mogelijke toetsencombinaties.
Aansluitingen 23

Videobronapparaten aansluiten

U hoeft de projector alleen aan te sluiten op een videobronapparaat met een van de aansluitmethoden. Elk apparaat biedt echter een ander niveau van videokwaliteit. De methode die u kiest, zal zeer waarschijnlijk afhangen van de beschikbaarheid van geschikte aansluitingen op de projector en het videobronapparaat zoals hieronder beschreven:
Terminalnaam Uiterlijk terminal Beeldkwaliteit
HDMI Best
Componentvideo Beter
S-Video Goed
Video Normaal

Audio aansluiten

De projector heeft een ingebouwde monoluidspreker die is ontworpen om basisaudiofunctionaliteiten te bieden bij gegevenspresentaties die uitsluitend voor zakelijke doeleinden zijn gemaakt. Deze optie is niet ontworpen, noch bedoeld voor de stereo audioreproductie zoals kan worden verwacht bij thuisbioscooptoepassingen. Elke stereo audio-ingang (indien voorzien), wordt gemixt in een gewone mono audio-uitgang via de luidspreker van de projector.
De ingebouwde luidspreker worden gedempt wanneer de AUDIO OUT-stekker wordt aangesloten.
De projector kan alleen gemixte mono audio afspelen, zelfs als een stereo audio-ingang is aangesloten. Zie
"Audio aansluiten" op pagina 24 voor details.
Indien het geselecteerde videobeeld niet wordt getoond nadat de projector is opgestart en de juiste
video-ingang is geselecteerd, controleer dan of het videobronapparaat is ingeschakeld en correct werkt. Controleer ook of de signaalkabels op de juiste manier zijn aangesloten.
Aansluitingen24

Geluid via de projector weergeven

U kunt de (gemengd mono) luidspreker van de projector gebruiken voor uw presentaties en ook aparte versterkte luidsprekers aansluiten op de AUDIO OUT-aansluiting van de projector.
Als u een afzonderlijk geluidssysteem hebt, zult u wellicht de audio-uitgang van uw videobronapparaat willen aansluiten op dat geluidssysteem, in plaats van op de mono­audioprojector.
Zodra de kabel is aangesloten, kan de audio worden beheerd via de OSD-menu's van de projector.
De onderstaande tabel beschrijft de aansluitmethodes voor verschillende apparaten en waar het geluid vandaan komt.
Apparaat Computer/PC Component/
S Video/Video
Audio-ingang AUDIO IN (mini jack) AUDIO (L/R) HDMI
De projector kan het geluid
weergeven van...
Audio-uitgang AUDIO OUT AUDIO OUT AUDIO OUT
Het gekozen ingangssignaal bepaalt welk geluid door de luidspreker van de projector wordt afgespeeld en welk geluid door de projector wordt afgegeven als AUDIO OUT is aangesloten. Als u het signaal COMPUTER/PC kiest, kan de projector het geluid weergeven dat wordt ontvangen van de AUDIO IN mini-aansluiting. Als u het signaal COMPONENT/VIDEO kiest, kan de projector het geluid weergeven dat wordt ontvangen van AUDIO (L/R).
De projector kan geluid weergeven als de aangesluiten RJ45- of USB-kabel het audiosignaal overbrengt. Aansluiten van de audiokabel is niet nodig als de bron USB Display of Network Display is geselecteerd.
AUDIO IN (mini jack) AUDIO (L/R) HDMI
HDMI 1/2
Aansluitingen 25

Bediening

De projector opstarten

1. Verwijder de lensdop.
2. Sluit het netsnoer aan op de projector en stop de stekker in een stopcontact. Schakel het stopcontact in (indien nodig). Controleer of het Voedingsindicator op de projector oranje oplicht nadat de stroom is ingeschakeld.
Gebruik de originele accessoires (bijv. voedingskabel) alleen met het apparaat om mogelijke gevaren, zoals elektrische schok en brand, te voorkomen.
3. Druk op POWER op de projector of
afstandsbediening om de projector te starten, waarna een startgeluid klinkt. De Voedingsindicator knippert groen en blijft groen als de projector wordt ingeschakeld.
Het opstarten duurt ongeveer 30 seconden. In de latere fase van het opstarten wordt het opstartlogo geprojecteerd.
Draai zo nodig aan de scherpstelring om de helderheid van het beeld aan te passen.
Om het belgeluid uit te schakelen, zie see "De beltoon uitschakelen" op pagina 47 voor details.
Als de projector nog warm is van de vorige sessie, blijft de ventilator ongeveer 90 seconden draaien voordat de lamp wordt ingeschakeld.
4. Stel de OSD-menu in op een bekende taal om deze te kunnen gebruiken.
5. Als u een wachtwoord wordt gevraagd, drukt u op de pijlknoppen om een wachtwoord van zes cijfers in te voeren. Zie "De
wachtwoordfunctie gebruiken" op pagina 34
voor details.
6. Schakel alle aangesloten apparatuur in.
7. De projector start het zoeken naar ingangssignalen. Het momenteel gescande ingangssignaal wordt in de linkerbovenhoek van het scherm weergegeven. Als de projector geen geldig signaal waarneemt, blijft het bericht "Geen signaal" op het scherm staan tot een ingangssignaal is gevonden. U kunt ook op de knop SOURCE op de projector of afstandsbediening drukken om het gewenste ingangssignaal te selecteren. Zie "Schakelen tussen ingangssignalen" op
pagina 37 voor details.
Als de frequentie/resolutie van het ingangssignaal buiten het bereik van de projector valt, wordt het bericht "Buiten bereik" weergegeven op een leeg scherm. Selecteer een ingangssignaal dat compatibel is met de resolutie van de projector of stel het ingangssignaal op een lager niveau in. Zie "Timingtabel" op pagina 89 voor details.
Om de levensduur van de lamp te verlengen, moet u na het inschakelen van de projector minstens 5 minuten wachten tot u hem uitschakelt.
Bediening26

Het geprojecteerde beeld aanpassen

PUSH
1
2

De projectiehoek aanpassen

De projector heeft 1 verstelvoetje met een snelontgrendeling en 1 verstelvoetje achteraan. Met deze verstelvoetjes kunt u de hoogte van het beeld en de projectiehoek wijzigen. De projectorhoogte aanpassen:
1. Druk op de verstellerknop en til de projector aan de voorkant op. Wanneer het beeld de gewenste positie heeft, laat u de snelontgrendelingsknop los om het verstelvoetje in deze positie te vergrendelen.
2. Draai aan het achterste verstelvoetje om de horizontale hoek nauwkeuriger in te stellen.
U schuift het verstelvoetje in door de projector omhoog te houden terwijl u op de snelontgrendelingsknop drukt. Laat de projector vervolgens langzaam zakken. Schroef het achterste verstelvoetje in tegenovergestelde richting.
Wanneer de projector niet op een horizontaal oppervlak is geplaatst of het scherm en de projector niet loodrecht op elkaar staan, wordt het geprojecteerde beeld trapeziumvormig. Raadpleeg "Keystone corrigeren" op pagina 28 voor details om deze situatie te corrigeren.
Kijk niet in de lens wanneer de lamp is ingeschakeld. Het felle licht kan uw ogen beschadigen.
Let op wanneer u op de afstelknop drukt, want deze bevindt zich dicht bij de uitlaat van warme lucht.

Het beeld automatisch aanpassen

In sommige gevallen is het nodig om de beeldkwaliteit te optimaliseren. Druk hiervoor op AUTO op de projector of de afstandsbediening. Binnen 3 seconden past de ingebouwde Functie Intelligente automatische aanpassing de waarden van Frequentie en Klok aan om de beste beeldkwaliteit te bieden.
De huidige signaalgegevens worden 3 seconden in de linkerbovenhoek van het scherm weergegeven.
Tijdens het gebruik van AUTO is het scherm leeg.
Deze functie is alleen beschikbaar als het pc-signaal (analoog RGB) is geselecteerd.
Bediening 27
Het beeldformaat en de helderheid fijn
Druk op / .Druk op / .
afstellen
1. Wijzig de grootte van het geprojecteerde beeld met behulp van de zoomring.
2. Stel het beeld scherp door de scherpstelring te draaien.

Keystone corrigeren

Keystone verwijst naar de situatie waarbij het geprojecteerde beeld aanzienlijk breder is aan de bovenkant of onderkant. Dit doet zich voor als de projector niet loodrecht ten opzichte van het scherm staat.
Om dit te corrigeren kunt u naast het aanpassen van de hoogte van de projector Automatische keystone of Keystone gebruiken om dit handmatig te corrigeren door een van deze stappen te volgen.
• Met de afstandsbediening Druk op / op de projector of de
afstandsbediening om de Keystone­correctiepagina te openen. Druk op om de
keystone bovenin het beeld te corrigeren. Druk op om de keystone onderin het beeld te
corrigeren.
•Via het OSD-menu
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op ◄/► totdat het menu Weergave gemarkeerd is.
2. Druk op om Keystone te selecteren en druk op MODE/ENTER. De correctiepagina voor Keystone wordt weergegeven.
3. Druk op om de keystone bovenaan het beeld te corrigeren of druk op om de keystone onderaan het beeld aan te corrigeren.
Deze functie alleen beschikbaar voor SH915.
Bediening28

2D-keystone corrigeren

NETWORK SETTING
Met de functie 2D-keystone is een groter installatiegebied mogelijk dan bij conventionele projectoren die een beperkte positionering voor het scherm hebben.
Om dit te corrigeren, moet u handmatig op de volgende wijze corrigeren.
• Met de projector of afstandsbediening
Druk op / / / op de projector of de afstandsbediening om de 2D-keystone-correctiepagina te
openen. Druk op / om verticale waarden aan te passen van -30 naar 30. Druk op / om de horizontale waarden aan
te passen van -25 tot 25.
•Via het OSD-menu
1. Druk op MENU/EXIT en vervolgens op ◄/► totdat het menu Weergave gemarkeerd is.
2. Druk op om 2D-keystone te selecteren en druk op MODE/ENTER. De pagina 2D- keystone wordt geopend.
3. Druk op / / / om de keystone­waarden aan te passen.
• De toets Quick Install
1. Druk op de afstandsbediening op Quick Install.
2. Druk op om 2D-keystone te selecteren en druk op MODE/ENTER. De pagina 2D- keystone wordt geopend.
3. Druk op / / / om de keystone­waarden aan te passen.
Deze functie alleen beschikbaar voor SW916.
Voor 3D-inhoud verandert de 2D keystone in 1D V-keystone.
NETWORK SETTING
Bediening 29
Loading...
+ 65 hidden pages