Benq MH5005 User Manual [nl]

Digitale projector
Gebruikershandlei­ding
MH5005
V 1.00

Informatie betreffende garantie en copyright

Beperkte garantie
Bij een garantieclaim is bewijs van de aankoopdatum vereist. In geval dit product binnen de garantieperiode defect wordt bevonden, dan is BenQ alleen verplicht tot en is uw enigste oplossing de defecte onderdelen te vervangen (inclusief arbeidskosten). Om garantieservice te verkrijgen, dient u onmiddellijk de dealer waar u het product hebt gekocht, in te lichten over de defecten.
Belangrijk: De bovenstaande garantie vervalt indien de klant heeft nagelaten het product te gebruiken volgens de schriftelijke instructies van BenQ, in het bijzonder de instructies inzake de gebruiksomstandigheden. De vochtigheidsgraad moet tussen 10% en 90% liggen, de temperatuur tussen 0°C en 35°C en de projector mag niet worden gebruikt op stoffige plaatsen of op plaatsen hoger dan 4920 voet. Deze garantie geeft u speficieke juridische rechten en u hebt mogelijk andere rechten die per land kunnen verschillen.
Ga voor meer informatie naar www.BenQ.com.
Copyright
Copyright © 2021 door BenQ Corporation. Alle rechten voorbehouden. Van deze publicatie mogen in geen enkele vorm of op geen enkele wijze, elektronisch, mechanisch, magnetisch, optisch, chemisch, handmatig of anders, delen worden gereproduceerd, overgedragen, overgeschreven, opgeslagen in een zoeksysteem of in elke willekeurige taal of computertaal worden vertaald, zonder de schriftelijke toestemming van BenQ Corporation
Disclaimer
BenQ Corporation verstrekt geen verklaringen of garanties, expliciet of impliciet, betreffende de inhoud hiervan en wijst uitdrukkelijk eventuele garanties, verhandelbaarheid of geschiktheid voor een specifiek doeleinde af. Daarnaast behoudt BenQ Corporation zich het recht voor om deze publicatie te herzien en van tijd tot tijd wijzigingen aan te brengen aan de inhoud ervan, zonder verplicht te zijn personen betreffende dergelijke herzieningen of veranderingen te hoeven in te lichten.
*DLP, Digital Micromirror Device en DMD zijn handelsmerken van Texas Instruments. Anderen zijn copyrights van hun respectievelijke bedrijven of organisaties.
Octrooien
Ga naar http://patmarking.benq.com/ voor de details over de octrooilicentie van de BenQ-projector.
2 Informatie betreffende garantie en copyright
Inhoud
Informatie betreffende garantie en copyright ................................................................... 2
Belangrijke veiligheidsinstructies ........................................................................................ 4
Inleiding ................................................................................................................................. 7
Inhoud van de verpakking ......................................................................................................................... 7
Buitenkant van de projector .................................................................................................................... 8
Bedieningselementen en functies............................................................................................................ 9
Plaatsing van uw projector ................................................................................................ 12
Een locatie kiezen ..................................................................................................................................... 12
Een voorkeursgrootte voor het geprojecteerde beeld verkrijgen ............................................... 13
De projector monteren ..........................................................................................................................14
Het geprojecteerde beeld afstellen ......................................................................................................15
Verbinding ........................................................................................................................... 17
Werking ............................................................................................................................... 19
De projector opstarten ..........................................................................................................................19
De menu's gebruiken............................................................................................................................... 20
De projector veiligstellen .......................................................................................................................21
Ingangssignaal wisselen ............................................................................................................................23
De projector uitschakelen .....................................................................................................................23
Directe voeding uit ..................................................................................................................................24
Menuwerking ....................................................................................................................... 25
Menu Systeem ........................................................................................................................................... 25
Menu Basis................................................................................................................................................ 30
Menu Geavanceerd .............................................................................................................................. 32
Onderhoud .......................................................................................................................... 41
Zorg voor de projector ..........................................................................................................................41
Lampinformatie .........................................................................................................................................41
Probleemoplossen .............................................................................................................. 47
Specificaties ......................................................................................................................... 48
Specificaties van de projector ................................................................................................................48
Afmetingen .................................................................................................................................................49
Timingskaart .............................................................................................................................................. 50
3 Inhoud

Belangrijke veiligheidsinstructies

Uw projector is ontworpen en getest om te voldoen aan de nieuwste normen inzake veiligheid van de apparatuur voor informatietechnologie Echter, om veilig gebruik van dit product te waarborgen, is het belangrijk dat u de instructies naleeft, zoals in deze handleiding worden genoemd en die op het product zijn gemarkeerd.
1. Lees deze handleiding voor dat u uw projector bedient. Bewaar het voor toekomstige raadpleging.
2. Kijk tijdens de werking niet rechtstreeks naar de projectorlens. De intense lichtstraal kan uw ogen beschadigen.
3. Verwijs onderhoud aan bevoegd servicepersoneel.
6. In sommige landen is de netspanning NIET stabiel is. Deze projector is ontworpen om veilig te werken binnen een bereik van netspanning tussen 100 tot 240 volt wisselstroom. Hij kan echter falen als stroomstoringen schommelingen van ±10 volt optreden. In gebieden waar de
netspanning kan schommelen of uitvallen, wordt het aanbevolen dat u uw projector aansluit via een stroomstabilisator, overspanningsafleider of noodstroomvoeding (UPS).
7. Blokkeer de projectielens niet met objecten als de projector in werking is. Hierdoor kunnen de objecten heet worden en vervormd raken of zelfs brand veroorzaken. Gebruik de lege functie om de lamp tijdelijk uit te schakelen.
4. Open altijd de lenssluiter (indien
aanwezig) of verwijder de lenskap (indien aanwezig) als de projectorlamp aan is.
5. De lamp komt tijdens de werking uitermate heet. Laat de projector ongeveer 45 minuten afkoelen, alvorens u de lampsamenstelling verwijderd om te vervangen.
4 Belangrijke veiligheidsinstructies
8. Bedien de lampen niet tot na de nominale levensduur van de lamp. Overmatig gebruik van lampen tot na hun nominale levensduur kan ervoor zorgen dat zij in zeldzame gelegenheden breken.
9. Om de lampassamblage of elektronische componenten te vervangen, moet de stekker van de projector zijn uitgetrokken.
10. Plaats dit product niet op een onstabiele wagen, stand of tafel. Het product kan vallen en ernstige schade ondergaan.
11. Probeer deze projector niet uit elkaar te halen. Binnen zijn gevaarlijke hoge spanningen die de dood kunnen veroorzaken als u in contact komt met onderdelen onder hoogspanning. De lam die zijn eigen verwijderbare paneel heeft, is het enige onderdeel dat door de gebruiker mag worden behandeld.
U mag onder geen enkele voorwaarde andere panelen ongedaan maken of verwijderen. Verwijs onderhoud alleen aan bevoegd servicepersoneel.
Als de ventilatieopeningen ernstig worden belemmerd, kan de oververhitting in de projector leiden tot brand.
13. Plaats de projector altijd op een egaal, horizontaal oppervlak tijdens de werking.
- Gebruik het noch wanneer hij in een grotere hoek dan 10 graden van links naar rechts is gekanteld, noch wanneer gekanteld in een grotere hoek dan 15 graden van voor naar achteren. Door de projector te gebruiken wanneer deze niet geheel horizontaal is, kan storing of schade aan de lamp veroorzaken.
14. Plaats de projector niet terwijl deze geheel verticaal staat. Dit kan ertoe leiden dat de projector valt, wat letsel aan personen of schade aan de projector kan veroorzaken.
15. Sta niet op de projector en plaats geen objecten erop. Behalve mogelijke fysieke schade aan de projector, kan dit resulteren in ongelukken en mogelijk letsel.
12. Blokkeer niet de ventilatieopeningen.
- Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed of elke andere zachte ondergrond.
- Dek deze projector niet af met doek of andere items.
- Plaats geen ontvlambare voorwerpen in de buurt van de projector.
16. Als de projector in werking is, kunt u mogelijk verwarmde lucht en geur van het ventilatierooster waarnemen. Dit is een normaal fenomeen en geeft niet aan dat het product defect is.
5 Belangrijke veiligheidsinstructies
17. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op
3000 m
(10000
voet)
0 m
(0 voet)
de projector. Gemorste vloeistoffen in de projector kunnen storing eraan veroorzaken. Als de projector nat wordt, verwijder het dan van het stopcontact en bel naar BenQ om de projector te laten onderhouden.
18. Dit product kan omgekeerde afbeeldingen weergeven voor plafond-/wandinstallatie.
20. Plaats deze projector niet in één van de volgende omgevingen.
- Slecht geventileerde of afgesloten ruimte: zorg voor ten minste 50 cm afstand van muren en zorg voor een vrije luchtstroom rondom de projector;
- locaties waar temperaturen overmatig hoog kunnen worden, zoals in een auto met alle ramen gesloten;
- in locaties met overmatige vochtigheid, stof of sigarettenrook kunnen optische componenten vervuild raken, kan de levensduur van de projector worden verkort en de afbeeldingen donkerder worden weergeven;
- locaties nabij brandalarmen;
- locaties met een omgevingstemperatuur van meer dan 40°C/104°F;
- locaties waar de hoogten groter zijn dan 3000 m (10000 voet).
19. Dit apparaat moet geaard zijn.
Risicogroep 2
1. Volgens de classificatie van fotobiologische veiligheid van lichtbronen en lichtbronsystemen behoort dit product tot Risicogroep 2, IEC 62471-5:2015.
2. Mogelijk stoot dit product gevaarlijke optische straling uit.
3. Staar niet in de werkende lichtbron. Dit kan schadelijk zijn voor uw ogen.
4. Net als bij elke heldere lichtbron, mag u niet rechtstreeks in de lichtstraal kijken.
Om schade te voorkomen aan de DLP-chips, mag nooit een krachtige laserstraal op de projectielens worden gericht.
Hg - deze lamp bevat kwik. Hanteer volgens de lokale wetgeving inzake afval. Raadpleeg www.lamprecycle.org.
6 Belangrijke veiligheidsinstructies

Inleiding

Inhoud van de verpakking

Pak de doos voorzichtig uit en zorg dat u alle hieronder getoonde items hebt. Als enkele van deze items ontbreken, neem dan contact op met de plaats van uw aankoop.
Standaardaccessoires
Projector
Snelgids Garantiekaart* Netsnoer
• De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen.
• *De garantiekaart wordt alleen in enkele specifieke regio's geleverd. Raadpleeg uw dealer voor meer informatie.
Afstandsbediening met
batterijen
Optionele accessoires
1. Reservelamp
2. 3D-bril
3. Instashow (WDC10/WDC20)
4. Stoffilter
De batterijen van de afstandsbediening vervangen
1. Druk op het batterijenpaneel en open deze, zoals wordt weergegeven.
VGA-kabel
2. Verwijder de oude batterijen (indien van toepassing) en plaats twee AAA-batterijen. Zorg dat de positieve en negatieve polen juist worden geplaatst, zoals wordt weergegeven.
3. Plaats het batterijenpaneel terug totdat deze op zijn plaats klikt.
7 Inleiding
• Laat de afstandsbediening en batterijen niet in een omgeving met overmatige warmte of vochtigheid, zoals de
7
6
19
20
21
21
21
8 3
3
3
3
5
4
1
10
11 1312
1614
17
2
9
15 18
keuken, badkamer, sauna, serre of in een gesloten auto.
• Gebruik alleen dezelfde batterijen of batterijen van hetzelfde type dat door de fabrikant van de batterij wordt aanbevolen.
• Gooi de gebruikte batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant en de lokale milieuwetten in uw regio.
• Gooi de batterijen nooit in vuur. Dit veroorzaakt gevaar op explosie.
• Als de batterijen leeg zijn of als u de afstandbediening voor een lange tijd niet wilt gebruiken, verwijder dan de batterijen, om schade aan de afstandbediening door mogelijke lekkende batterijen te vermijden.

Buitenkant van de projector

1. Focusring en zoomring
2. Ventilatie (luchtuitlaat)
3. Verstelvoetjes
4. Projectielens
5. IR-sensor voor afstandsbediening
6. Extern bedieningspaneel (Raadpleeg Bedieningselementen en functies
12. USB type A-poort met oplaadvermogen
13. RGB (pc)-signaalingangsbus
14. RGB (pc)-signaaluitgangsbus
15. RS-232-poort
16. USB mini-B-poort
17. S-video-ingangsbus
18. Video-ingangsbus
op pagina 9.)
7. Lampenkap
8. Ventilatie (luchtinlaat)
9. Audio-ingangsbus
19. Wisselstroomstekker
20. Kensington-vergrendelingssleuf tegen diefstal
21. Openingen voor wandmontage
Audio-uitgangsbus
10. HDMI 1-ingangspoort
11. HDMI 2-ingangspoort
8 Inleiding

Bedieningselementen en functies

Alle toetsbedieningen die in dit document worden beschreven, zijn beschikbaar op de afstandsbediening of projector.
Projector en afstandsbediening
1 2
5
6 7
8
3 4
9
10
1
11
12
5
6
8
4
10
7
9 15 16 17
13
14
18
19
20
1. AAN/UIT
Schakelt de projector tussen standby-modus of aan.
ON/ Off
Schakelt de projector tussen standby-modus of aan.
2. POWER (Power-lampje)/TEMP
(waarschuwingslampje temperatuur)/ LIGHT (Light-indicator)
(Raadpleeg Indicatoren op pagina 46.)
3. IR-afstandssensor
4. BACK
Brengt u terug naar het vorige OSD-menu, sluit af en slaat menu-instellingen op.
5. Pijltoetsen ( , , , )
Als het menu On-screen display (OSD) is geactiveerd, worden deze toetsen als directionele toetsen gebruikt om de gewenste menu-items te selecteren en aanpassingen te maken.
Keystone-toetsen ( , )
Geeft de keystone-correctiepagina weer.
Volumeknoppen /
Verhoogd of verlaagd het volume van de projector.
9 Inleiding
6. SOURCE
14. SMART ECO
Geeft de bronselectiebalk weer.
7. ECO BLANK
Gebruikt om het schermbeeld te verbergen.
Blokkeer de projectielens niet tijdens projectie. Hierdoor kunnen de objecten heet worden en vervormd raken of zelfs brand veroorzaken.
8. OK
Bevestigt het menu-item van On-screen display (OSD).
9. AUTO
Bepaalt automatisch de beste beeldtiming voor de weergegeven afbeelding als het pc-signaal (analoge RGB) is geselecteerd.
10. MENU
Schakelt het menu On-screen display (OSD) in.
11. Bronselectieknop: PC 1
Selecteert de PC 1-ingangsbron voor weergave.
Geeft het menu Lichtmodus weer om een geschikte bedrijfsmodus van de lamp te selecteren.
15. FREEZE
Bevriest het geprojecteerde beeld.
16. ASPECT
Selecteert de hoogte/breedteverhouding van de weergave.
17. Volumeknoppen /
Verhoogd of verlaagd het volume van de projector.
18. ZOOM+/ZOOM-
Vergroot of verkleint de afmeting van het geprojecteerde beeld.
19. QUICK INSTALL
Selecteert snel enkele functies om het geprojecteerde beeld af te stellen en geeft het testpatroon weer.
20. PICTURE MODE
12. Bronselectieknop: HDMI
Selecteert de HDMI-ingangsbron voor weergave.
13. PAGE /PAG E
Stel uw weergavesoftware (op een aangesloten pc) in werking die op opdrachten Page-up/down reageert (zoals Microsoft PowerPoint).
Selecteert de beeldmodus.
10 Inleiding
Effectief bereik van afstandsbediening
C
a
.
+
3
0
º
C
a
.
+
3
0
º
De afstandsbediening met in een hoek van 30 graden loodrecht op de IR-afstandsbedieningssensor(en) worden gericht om juist te functioneren. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor(en) mag niet de 8 meter overschrijden (~ 26 voet).
Zorg dat er geen obstakels zijn tussen de afstandsbediening en de IR-sensor(en) op de project die de infrarode straal kunnen belemmeren.
• De projector vanaf de voorzijde bedienen • De projector vanaf de bovenzijde bedienen
11 Inleiding

Plaatsing van uw projector

Een locatie kiezen

Alvorens een installatielocatie te kiezen voor uw projector, moet u de volgende factoren in beschouwing nemen:
• Grootte en positie van uw scherm
• Locatie van stopcontact
• Locatie en afstand tussen de projector en de rest van uw apparatuur
U kunt uw projector op de volgende wijze installeren.
1. Tafel voor
Selecteer deze locatie waarbij de projector op de tafel voor het scherm is geplaatst. Dit is de meest gebruikte wijze om de projector voor snelle installatie en draagbaarheid te plaatsen.
3. Plafond voor
Selecteer deze locatie waarbij de projector ondersteboven hangt voor het scherm. Schaf de BenQ-plafond-/wandmontageset voor de projector aan bij uw dealer om uw projector te monteren.
2. Tafel achter
Selecteer deze locatie waarbij de projector op de tafel achter het scherm is geplaatst. Let op dat hiervoor een speciaal scherm voor projectie van achteren is vereist.
4. Plafond achter
Selecteer deze locatie waarbij de projector ondersteboven hangt achter het scherm. Let op dat voor deze installatielocatie een speciaal scherm voor projectie van achteren en de BenQ-plafond-/wandmontageset voor de projector zijn vereist.
Ga, naar het inschakelen van de projector, naar het menu Geavanceerd - Instell. > Projectorinstallatie > Projectorinstallatie en druk op / om een instelling te selecteren.
U kunt ook QUICK INSTALL gebruiken op de afstandsbediening om dit menu te openen.
12 Plaatsing van uw projector
Een voorkeursgrootte voor het geprojecteerde beeld
H
B
Projectieafstand
Centrum van lens
Scherm
16:9 scherm diagonaal
Offset
verkrijgen
De afstand van de projectorlens tot het scherm, de zoominstelling (indien beschikbaar) en de video-indeling beïnvloeden de grootte van het geprojecteerde beeld.
Projectieafmetingen
• De hoogte-/breedteverhouding van het scherm is 16:9 en de hoogte-/breedteverhouding van het geprojecteerde beeld is 16:9
Schermformaat Projectieafstand (mm)
Inch mm (max. zoom) (min. zoom)
30 762 374 664 990 1039 1089 30
40 1016 498 886 1319 1386 1452 40
50 1270 623 1107 1649 1732 1815 50
60 1524 747 1328 1979 2079 2178 60
70 1778 872 1550 2309 2425 2541 70
80 2032 996 1771 2639 2772 2905 80
90 2286 1121 1992 2969 3118 3268 90
100 2540 1245 2214 3299 3465 3631 100
110 2794 1370 2435 3628 3811 3994 110
120 3048 1494 2657 3958 4158 4357 120
130 3302 1619 2878 4288 4504 4720 130
140 3556 1743 3099 4618 4850 5083 139
150 3810 1868 3321 4948 5197 5446 149
160 4064 1992 3542 5278 5543 5809 159
170 4318 2117 3763 5608 5890 6172 169
180 4572 2241 3985 5937 6236 6535 179
190 4826 2366 4206 6267 6583 6898 189
200 5080 2491 4428 6597 6929 7261 199
250 6350 3113 5535 8246 8661 9077 249
300 7620 3736 6641 9896 10394 10892 299
H (mm) B (mm)
Min.afstand
Gemiddeld
Max.afstand
Offset (mm)Diagonaal
Bijvoorbeeld, als u een scherm van 120 inch gebruikt, dan is de aanbevolen projectieafstand 4158 mm.
Als uw gemeten projectieafstand 5200 mm is, dan is 5197 mm de beste benadering in de
"Projectieafstand (mm)"-kolom. Door in deze rij te kijken, ziet u dat een scherm van 150" (ca 3,8 m)
wordt vereist.
13 Plaatsing van uw projector
Om de kwaliteit van uw projectie te optimaliseren, suggereren wij dat u de projectie binnen een niet-grijsgebied uitvoert.
Alle afmetingen zijn approximatief en kunnen van de feitelijke grootten verschillen. BenQ raadt u aan dat als u de projector permanent wenst te installeren, u de grootte en de afstand van de feitelijke projector in situ test, alvorens u de projector permanent installeert. Hiermee biedt u speling voor de optische eigenschappen van deze projector. U kunt op deze wijze de precieze montagepositie vaststellen die het beste geschikt is voor uw installatielocatie.

De projector monteren

Als u uw projector wenst te monteren, raden wij u ten zeerste aan dat u de juist passende BenQ-montageset voor de projector gebruikt en dat u zorgt dat deze stevig en veilig wordt geïnstalleerd.
Als u een montageset voor de projector gebruikt die niet van het merk BenQ is, dan ontstaat er een veiligheidsrisico waardoor de projector kan vallen wegens onjuiste bevestiging door de verkeerde maat of lengte van schroeven te gebruiken.
Alvorens de projector te monteren.
• Schaf een BenQ-montageset voor de projector aan waar u uw BenQ-projector hebt gekocht.
• BenQ raadt u aan dat u ook een afzonderlijke Kensington-vergrendelingscompatibele beveiligingskabel aanschaft en deze stevig aan de Kensington-vergrendelingssleuf op de projector en de basis van de montagebeugel bevestigd. Dit zal de ondergeschikte rol spelen om de projector te weerhouden als de bevestiging ervan aan de montagebeugel los raakt.
• Vraag uw dealer om voor u de projector te installeren. Door zelf uw projector te installeren, kunt u veroorzaken dat deze valt wat in letsel kan resulteren.
• Neem de nodige maatregelen om te voorkomen dat de projector valt, bijvoorbeeld tijdens een aardbeving.
• De garantie dekt geen schade aan het product die wordt veroorzaakt door de projector met een montageset voor projectoren te gebruiken dat niet van het merk BenQ is.
• Houd rekening met de omgevingstemperatuur op de plek waar de projector op het plafond of aan de wand wordt gemonteerd. Als een kachel wordt gebruikt, kan de temperatuur rond het plafond/de wand hoger zijn dan verwacht.
• Lees de gebruikershandleiding voor de montageset inzake het koppelbereik. Door met een koppel vast te maken die het aanbevolen bereik overschrijdt, kan schade aan de projector veroorzaken en vervolgens een val.
• Zorg dat de netuitgang op een toegankelijke hoogte is, zodat u de projector gemakkelijk kunt uitschakelen.
14 Plaatsing van uw projector
Installatieschema plafond-/wandmontage
Schroef voor plafond-/wandmontage: M4 (Max L = 25 mm; Min L = 20 mm)
Eenheid: mm
75146
100
75 27

Het geprojecteerde beeld afstellen

De projectiehoek afstellen
Als de projector niet op een egaal oppervlak is geplaatst of als het scherm en de projector niet loodrecht ten opzichte van elkaar zijn, dan wordt het geprojecteerde beeld trapeziumvormig. U kunt de stelpootjes draaien om de horizontale hoek fijn af te stellen.
Om de pootjes uit te trekken, schroeft u de stelpootjes in omgekeerde richting.
Kijk niet in de lens terwijl de lamp brandt. Het sterke licht van de lamp kan schade aan uw ogen veroorzaken.
Het beeld automatische afstellen
In sommige gevallen moet u mogelijk de beeldkwaliteit optimaliseren. Druk hiervoor op AUTO. Binnen 3 seconden zal de geïntegreerde functie voor Slim automatisch afstellen de waarden van Frequentie en Klok opnieuw afstellen om de beste beeldkwaliteit te leveren.
De huidige broninformatie wordt gedurende 3 seconden in de hoek van het scherm weergegeven.
Deze functie is alleen beschikbaar als het pc-signaal (analoge RGB) is geselecteerd.
15 Plaatsing van uw projector
Fijnafstelling van de beeldgrootte en helderheid
Druk op .
Druk op .
Stel het geprojecteerde beeld met de zoomring af op de grootte die u nodig hebt.
Maak het beeld scherp door aan de focusring te draaien.
Keystone-correctie
Keystone veroorzaken, verwijst naar de situatie waarbij het geprojecteerde beeld trapezoïdevormig wordt door de gehoekte projectie.
Om dit te corrigeren, moet u dit via de volgende stappen handmatig corrigeren.
1. Voer één van de volgende stappen uit om de pagina
Keystone-correctie weer te geven.
• Druk op de projector of de afstandbediening op / .
• Druk op de afstandbediening op QUICK INSTALL. Druk op om Keystone te markeren en druk op OK.
• Ga naar het menu Geavanceerd - Weergave > Keystone en druk op OK.
2. Nadat de pagina Keystone-correctie wordt weergegeven. Druk op om boven in het beeld keystone-correctie uit te voeren. Druk op om onder in het beeld keystone-correctie uit te voeren.
16 Plaatsing van uw projector

Verbin ding

2
7
1
1
9
5
6
7
4
9
8
33
Notebook en desktop-computer
VGA-kabel
VGA-naar-DVI-A-kabel
USB-kabel
Component Video-naar-VGA
(D-sub)-adapterkabel
S-Video-kabel
Video-kabel
Audiokabel
Audio L/R-kabel
HDMI-kabel
1
2
34567
8
9
Luidsprekers
Monitor
A/V-apparaat
Zorg voor het volgende als u een signaalbron op de projector aansluit:
1. schakel alle appartuur uit alvorens u enige aansluitingen maakt;
2. gebruik voor elke bron de juiste signaalkabels;
3. zorg dat de kabels stevig worden ingevoerd.
• In de bovenstaande aansluitingen, zijn mogelijk enkele kabels niet inbegrepen met de projector (raadpleeg Inhoud
van de verpakking op pagina 7). Zij zijn commercieel verkrijgbaar bij elektronicazaken.
• De afbeeldingen voor de aansluiten zijn alleen ter referentie. De achterste aansluitbussen die op de projector beschikbaar zijn, kunnen per projectormodel verschillen.
• Veel notebooks schakelen hun externe videopoorten niet in als zij op een projector zijn aangesloten. Meestal wordt de externe display in/uit geschakeld via een toetsencombinatie, zoals FN + functietoets met een monitorsymbool. Druk tegelijkertijd op FN en de gelabelde functietoets. Raadpleeg de documentatie van uw notebook om de toetsencombinatie voor uw notebook te vinden.
• Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat de projector is ingeschakeld en de juiste videobron is geselecteerd, controleer dan of het videobronapparaat is ingeschakeld en juist werkt. Controleer ook of de signaalkabels juist zijn aangesloten.
17 Verbinding
U hoeft de projector aalleen op een videobronapparaat aan te sluiten met behulp van een van de aansluitingsmethoden. Elk biedt echter een ander niveau van videokwaliteit.
Aansluitklem Beeldkwaliteit
HDMI
Component video (via RGB-ingang)
S-Video
Video
Beste
Beter
Goed
Normaal
Audio aansluiten
De projector heeft, alleen voor bedrijfsdoeleinden, geïntegreerde mono-luidsprekers die zijn ontworpen om basis-audiofunctionaliteit te geven met bijbehorende gegevenspresentaties. Zij zijn niet ontworpen of bedoeld voor stereo-audioreproductie dat naar verwachting kan worden gebruikt in toepassingen voor thuisbioscopen. Een stereo-audio-ingang (indien gegeven), wordt via de luidsprekes van de projector in een algemene mono-audio-uitgang gemengd.
De geïntegreerde luidspreker(s) zal/zullen worden gedempt als de AUDIO OUT-bus wordt aangesloten.
• Zelfs als een stereo-audio-ingang is aangesloten, kan de projector alleen maar gemengde mono-audio afspelen.
• Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat de projector is ingeschakeld en de juiste videobron is geselecteerd, controleer dan of het videobronapparaat is ingeschakeld en juist werkt. Controleer ook of de signaalkabels juist zijn aangesloten.
18 Verbinding

Werking

De projector opstarten

1. Steek de stroomkabel in. Schakel de schakelaar van de netuitgang in (waar uitgerust). Het oranje lampje van de voedingsindicator op de projector brandt nadat de voeding is toegepast.
2. Druk op de projector op of op de afstandsbediening
op om de projector te starten. Het groene lampje van de voedingsindicator knippert en blijft groen als de
projector aan is.
De opstartprocedure duurt ongeveer 30 seconden. In een latere fase van het opstarten, wordt een opstartlogo geprojecteerd.
Draai, indien nodig, de focusring om de beeldscherpte af te stellen.
3. Als de projector voor de eerste keer wordt geactiveerd, selecteert u volgens de instructies op het scherm uw OSD-taal.
4. Als u voor een wachtwoord wordt gevraagd, drukt u op de pijltoetsen om een 6-cijferig wachtwoord in te voeren. Raadpleeg De wachtwoordfunctie gebruiken op pagina
21.
5. Schakel alle aangesloten apparatuur in.
6. De projector zal naar ingangssignalen zoeken. Het huidige ingangssignaal dat wordt gescand, verschijnt. Als de projector geen geldig signaal vindt, wordt het bericht "Geen signaal" continu weergegeven totdat een ingangssignaal wordt gevonden.
U kunt ook drukken op SOURCE om uw gewenste ingangssignaal te selecteren. Raadpleeg
Ingangssignaal wisselen op pagina 23.
• Gebruik de oorspronkelijke accessoires (bijv. Stroomkabel) om mogelijke gevaren te vermijden, zoals elektrische schok of brand.
• Als de projector nog warm is van de vorige activiteit, dan zal gedurende ongeveer 90 seconden een koelingsventilator werken voordat de lamp wordt ingeschakeld.
• De schermopnamen van de wizard Installatie zijn alleen ter referentie en kunnen van het feitelijke ontwerp verschillen.
• Als de frequentie/resolutie van het ingangssignaal het werkingsbereik van de projector overschrijdt, dan wordt het bericht “Buiten bereik” weergegeven op het achtergrondscherm. Verander naar een ingangssignaal dat compatibel is met de resolutie van de projector of stel het ingangssignaal op een lagere instelling in. Raadpleeg
Timingskaart op pagina 50.
• Als er gedurende 3 minuten geen signaal wordt gedetecteerd, dan gaat de projector automatisch naar de besparingsmodus.
19 Werking

De menu's gebruiken

Menu Basis
Helderheid
Beeldverhouding
2
1
2
6
Lichtmodus
Beeldmodus
Volume
Informatie
Menutype
Auto
Presentatie
SmartEco
Invoeren
Afsluiten
5
3
4
Draadloos lan
1
4
253
6
De projector is uitgerust met 2 types menu's voor On-Screen Display (OSD) om diverse aanpassingen en instellingen uit te voeren.
Basis OSD-menu: biedt primaire menufuncties (Raadpleeg Menu Basis op pagina 30)
Geavanceerd OSD-menu: biedt volledige menufuncties (Raadpleeg Menu Geavanceerd op pagina 32)
Voor toegang tot het OSD-menu drukt u op de projector of de afstandsbediening op MENU.
• Gebruik de pijltoetsen ( / / / ) op de projector of de afstandsbediening om door de menu-items te bladeren.
• Gebruik OK op de projector of de afstandsbediening om het geselecteerde menu-item te bevestigen.
De eerste keer dat u de projector gebruikt (na de eerste installatie af te ronden), wordt het OSD-basismenu weergegeven.
De onderstaande schermopnamen van de OSD zijn alleen ter referentie en kunnen van het feitelijke ontwerp verschillen.
Hieronder vindt u het overzicht van het Basis OSD-menu.
Typ e m e nu
Druk op OK om het menu te openen.
Hoofdmenu Status
Huidig ingangssignaal
Druk op MENU om af te sluiten.
Als u denkt om van het Basis OSD-menu naar het Geavanceerd OSD-menu te schakelen, volg dan de onderstaande instructies:
1. Ga naar menu Basis > Menutype.
2. Druk op OK en druk op / om Geavanceerd te selecteren. De volgende keer als u de
projector inschakelt, kunt u het Geavanceerd OSD-menu openen door op MENU te drukken.
20 Werking
Hieronder vindt u het overzicht van het Geavanceerd OSD-menu.
BEELD
Beeldmodus
Helderheid
Contrast
Kleur
Tint
Scherpte
Uit
Referentiemodus
1
7
6
Brilliant Color
Geavanceerde kleurinstellingen
Weergave
Instell.
Informatie
Invoeren Afsluiten
Ter ug
Presentatie
Presentatie
Beeld resetten
Systeem
2
3
4
5
1
5
2
6
3
7
4
Voer nieuw wachtwoord in
Ter ug
Hoofdmenu en pictogram van hoofdmenu
Submenu
Huidig ingangssignaal
Druk op BACK om naar de vorige pagina te gaan.
Druk op MENU om af te sluiten.
Status
Druk op OK om het menu te openen.
Als u denkt om van het Geavanceerd OSD-menu naar het Basis OSD-menu te schakelen, volg dan de onderstaande instructies:
1. Ga naar het menu Geavanceerd - Systeem > Menu-instellingen en druk op OK.
2. Selecteer Menutype en OK.
3. Druk op / om Basis te selecteren. De volgende keer als u de projector inschakelt, kunt u het
Basis OSD-menu openen door op MENU te drukken.

De projector veiligstellen

Gebruik een beveiligingskabel met vergrendeling.
De projector moet op een veilige plek worden geïnstalleerd om diefstal te voorkomen. Koop anders een slot, zoals het Kensington-slot, om de projector veilig te stellen. Op de achterzijde van de projector vindt u een Kensington-vergrendelingssleuf. Raadpleeg item 20 op pagina 8.
Een Kensington-beveiligingskabelslot komt meestal in een combinatie van sleutel(s) en het slot. Raadpleeg de documentatie van het slot om te leren hoe het te gebruiken.
De wachtwoordfunctie gebruiken
Een wachtwoord instellen
1. Ga naar menu Geavanceerd - Instell. > Beveiligingsins Tellingen. Druk op OK. De pagina Beveiligingsins Tellingen verschijnt.
2. Markeer Wachtwoord wijzigen en druk op OK.
3. De vier pijltoetsen ( , , , ) vertegenwoordigen respectievelijk 4 cijfers (1, 2, 3, 4). Druk volgens het wachtwoord dat u wilt instellen, op de pijltoetsen en voer een zes cijfers in voor het wachtwoord.
4. Bevestig het nieuwe wachtwoord door deze opnieuw in te voeren. Zodra het wachtwoord is ingesteld, keert het OSD-menu terug naar de pagina Beveiligingsins Tellingen.
5. Om de functie Inschakelblokkering te activeren, drukt u op / om Inschakelblokkering te markeren en drukt u op / om Aan te selecteren. Voer het wachtwoord opnieuw in.
21 Werking
• De cijfers die worden ingevoerd, worden als asterisks op het scherm weergegeven. Noteer uw geselecteerde
Wachtwoordfout
Probeer het opnieuw.
Schrijf de terugroepcode op en neem contact op met de klantenservice van BenQ.
Code:
Wachtwoord herstellen
Ter ug
wachtwoord en bewaar het op een veilige plek voordat of nadat u het wachtwoord invoert, zodat het altijd beschikbaar is, mocht u het ooit vergeten.
• Zodra een wachtwoord is ingesteld, en de opstartvergrendeling is geactiveerd, kan de projector niet worden gebruikt, tenzij elke keer dat de projector wordt gestart, het juiste wachtwoord wordt ingevoerd.
Als u het wachtwoord vergeet
Als u het verkeerde wachtwoord invoert dan verschijnt bericht Wachtwoord fout en vervolgens verschijnt het bericht Voer wachtwoord in Als u zich het wachtwoord echt niet meer herinnert, kunt u de procedure voor terugroepen van wachtwoord gebruiken. Raadpleeg Naar de
procedure voor wachtwoord terugroepen op pagina 22.
Als u 5 keer achter elkaar een onjuist wachtwoord hebt ingevoerd, zal de projector in korte tijd automatisch worden uitgeschakeld.
Naar de procedure voor wachtwoord terugroepen
1. Druk op AUTO en houd deze 3 seconden ingedrukt. De projector zal een gecodeerd nummer weergeven op het scherm.
2. Noteer het nummer en schakel uw projector uit.
3. Vraag het lokale BenQ-servicecentrum om te helpen het nummer te decoderen. Mogelijk moet u een bewijs van aankoopdocumentatie leveren om te verifiëren dat u een bevoegde gebruiker van de projector bent.
Het wachtwoord wijzigen
1. Ga naar menu Geavanceerd - Instell. > Beveiligingsins Tellingen > Wachtwoord wijzigen.
2. Druk op OK. Het bericht “Voer wachtwoord in” verschijnt.
3. Voer het oude wachtwoord in.
• Als het wachtwoord juist is, verschijnt een ander bericht als “Voer nieuw wachtwoord in”.
• Als het wachtwoord onjuist is, dan verschijnt het bericht Wachtwoord fout en kunt u opnieuw proberen via het bericht “Voer wachtwoord in”. U kunt op BACK drukken om de wijziging te annuleren of om een ander wachtwoord te proberen.
4. Voer een nieuw wachtwoord in.
5. Bevestig het nieuwe wachtwoord door deze opnieuw in te voeren.
De wachtwoordfunctie uitschakelen
Om de wachtwoordbescherming uit te schakelen gaat u naar menu Geavanceerd - Instell. > Beveiligingsins Tellingen > Inschakelblokkering en drukt u op / om Uit te selecteren. Het bericht “Voer wachtwoord in” verschijnt. Voer het huidige wachtwoord in.
• Als het wachtwoord juist is, keert het OSD-menu terug naar de pagina Beveiligingsins Tellingen. De volgende keer dat u de projector inschakelt, hoeft u niet mee het wachtwoord in te voeren.
• Als het wachtwoord onjuist is, dan verschijnt het bericht Wachtwoord fout en kunt u opnieuw proberen via het bericht “Voer wachtwoord in”. U kunt op BACK drukken om de wijziging te annuleren of om een ander wachtwoord te proberen.
22 Werking
Ofschoon de wachtwoordfunctie is uitgeschakeld, moet u het oude wachtwoord bij de hand bewaren voor als u ooit de wachtwoord functie opnieuw moet activeren door het oude wachtwoord in te voeren.

Ingangssignaal wisselen

De projector kan tegelijkertijd op meerdere apparaten worden aangesloten. Echter, het kan meer één volledig scherm per keer weergeven. Bij het opstarten, zoekt de projector automatisch naar beschikbare signalen.
Zorg dat het menu Geavanceerd - menu Instell. > Ingang autom. Zoeken Aan is als u de projector automatisch naar signalen wilt laten zoeken.
Ga als volgt te werk om de bron te selecteren:
1. Druk op SOURCE. Er verschijnt een bronselectiebalk.
2. Druk op / totdat uw gewenste signaal is geselecteerd en druk dan op OK.
Zodra gedetecteerd, zal in de hoek van het scherm enkele seconden informatie over de geselecteerde bron verschijnen. Als op de projector meerdere apparaten zijn aangesloten, herhaalt u stappen 1-2 om naar een ander signaal te zoeken.
• Het helderheidsnivau van het geprojecteerde beeld verandert overeenkomstig terwijl u tussen verschillende ingangssignalen schakelt.
• Voor de beste resultaten voor beeldweergaven moet u een ingangssignaal selecteren en gebruiken die uitvoert met de oorspronkelijke resolutie van de projector. Elke andere resolutie zal, afhankelijk van de instelling "hoogte-/breedteverhouding" door de projector worden geschaald. Dit kan enige beeldvervorming of verlies van beeldscherpte veroorzaken. Raadpleeg Beeldverhouding op pagina 30.

De projector uitschakelen

1. Druk op de projector op of op de afstandsbediening
op en er zal een bevestigingsbericht verschijnen die u om bevestiging vraagt. Als u niet binnen enkele seconden
reageert, zal het bericht verdwijnen.
2. Druk voor een tweede keer op of op . Het oranje lampje van de voedingsindicator knippert, de
projectielamp gaat uit en de ventilatoren blijven nog ongeveer 90 seconden draaien om de projector af te koelen.
3. Zodra het afkoelingsproces is voltooid, brand het oranje lampje van de voedingsindicator continu en stoppen de ventilatoren. Verwijder de stroomkabel uit het stopcontact.
• Om de lamp te beschermen, zal de projector tijdens het afkoelingsproces niet reageren op enkele opdrachten.
• Om de afkoelingstijd te verkorten, kunt u ook de functie Snelkoeling activeren. Raadpleeg Snelle afkoeling op
pagina 37.
• Schakel de projector niet onmiddellijk in nadat u deze hebt uitgeschakeld. De overmatige hitte kan de levensduur van de lamp verkorten.
• Resultaten betreffende de levensduur van de lamp verschillen, afhankelijk van omgevingsvoorwaarden en gebruik.
23 Werking

Directe voeding uit

De wisselstroomkabel kan meteen worden verwijderd zodra de projector is uitgeschakeld. Wacht ongeveer 10 minuten alvorens u de projector opnieuw start, om de lamp te beschermen. Als u probeert de projector opnieuw te starten, kunnen de ventilatoren gedurende enkele minuten blijven draaien om
af te koelen. Druk in dergelijke gevallen opnieuw op of op om de projector te starten zodra de ventilatoren zijn gestopt en het lampje van de voedingsindicator continu oranje brandt.
24 Werking

Menuwerking

Let op dat de menu's van on-screen display (OSD) verschillen vollgens het geselecteerde signaaltype en het projectormodel dat u gebruikt.
De menu-items zijn beschikbaar zodra de projector ten minste één geldig signaal detecteert. Als er geen apparatuur is aangesloten op de projector en er is geen signaal gedetectered, dan zijn beperkte menu-items toegankelijk.

Menu Systeem

Menu Basis
Hoofdmenu Opties Helderheid Beeldverhouding Auto/Werkelijk/4:3/16:9/16:10
0~50~100
Beeldmodus
Volume Lichtmodus Normaal/ECO/SmartEco/LampSave
Informatie
Menutype Basis/Geavanceerd
Helder/Presentatie/Infographic/Video/sRGB/ Spreadsheet/(3D)/Gebruiker 1/Gebruiker 2 0~5~10
Native resolutie Gedetecteerde resolutie Ingang Beeldmodus Lichtmodus 3D-formaat Kleursysteem Gebruikstijd licht Firmware-versie Servicecode
25 Menuwerking
Menu Geavanceerd
Hoofdmenu Submenu Opties
Helder/Presentatie/Infographic/
Beeldmodus
Video/sRGB/Spreadsheet/(3D)/ Gebruiker 1/Gebruiker 2
BEELD
Referentiemodus
Helderheid Contrast Kleur Tint Scherpte Brilliant Color Aan/Uit
Kleurtempera­tuur
Kleurtempera­tuur afstemmen
Geavanceerde kleurinstellin­gen
Kleurbeheer
Helder/Presentatie/Infographic/ Video/sRGB/Spreadsheet/(3D) 0~50~100
-50~0~50
-50~0~50
-50~0~50 0~15~31
Koel/Normaal/Warm
R-versterking (0~50~100) G-versterking (0~50~100) B-versterking (0~50~100) R-verschuiving (-50~0~50) G-verschuiving (-50~0~50) B-verschuiving (-50~0~50) R (Primaire kleur/Tint/
Verzadiging/Versterking) G (Primaire kleur/Tint/
Verzadiging/Versterking) B (Primaire kleur/Tint/
Verzadiging/Versterking) C (Primaire kleur/Tint/
Verzadiging/Versterking)
26 Menuwerking
M (Primaire kleur/Tint/ Verzadiging/Versterking)
Y (Primaire kleur/Tint/ Verzadiging/Versterking)
Wandkleur
Beeld resetten Reset/Annuleren
Uit/Lichtgeel/Roze/Lichtgroen/ Blauw/Schoolbord
Hoofdmenu Submenu Opties
Beeldverhou­ding
Keystone
Auto/Werkelijk/4:3/16:9/16:10
-40~0~40
Weergave
Auto verticale keystone
-40~0~40
Testpatroon Aan/Uit
Pc & YPbPr-component afstemmen
Fase Horizontale afmeting
H: -5~0~5
Positie
V: -5~0~5 Auto/Boven-onder/Frame
3D-modus
opeenvolg./Frame packing/ Side-by-side/Uit
3D
Hdmi-formaat
Digitale zoom
3D sync omkeren
3D-instellingen toepassen
3D-instellingen opslaan
HDMI-1 HDMI-2 PC Video
Uitschakelen/Omkeren
3D-instellingen 1/3D-instellingen 2/ 3D-instellingen 3/Uit
3D-instellingen 1/3D-instellingen 2/ 3D-instellingen 3
Auto/RGB beperkt/RGB volledig/ YUV beperkt/YUV volledig
1,0X~2,0X 1,0X~1,8X
Weergave resetten Reset/Annuleren
27 Menuwerking
Hoofdmenu Submenu Opties
Instell.
Projectorinstallatie
Externe ontvanger
Tafel voor/Tafel achter/Plafond achter/Plafond voor
Voorkant/Bovenkant/Voorkant+Bov
enkant Ingang autom. Zoeken Aan/Uit Auto-sync Aan/Uit
Lichtmodus Normaal/ECO/SmartEco/LampSave
Lichtinstellin­gen
Lichttimer resetten
Reset/Annuleren
Gebruikstijd licht Snelle afkoeling Aan/Uit
Inactief-timer
Uitschakelen/5 min./10 min./
15 min./20 min./25 min./30 min.
Herinnering Aan/Uit Hoogtemodus Aan/Uit
Gebruiksinstel­lingen
Instellingen
Direct inschakelen
Inschakelen bij signaal
voor in/uitschakelen
Automatisch uitschakelen
Uitschakeltimer
Beveiligingsins Tellingen
Baud-ratio
HDMI-equali­zer
USB-aan/uit­schakelaar
Instellingen resetten
Direct herstarten
Paneeltoets­blokkering
Aan/Uit
Aan/Uit
Wachtwoord wijzigen Inschakelblok-
kering
Aan/Uit
9600/14400/19200/38400/57600/
115200
HDMI-1 HDMI-2
Auto/Lager/Laag/Medium/Hoog/
Hoger
Aan/Uit
Reset/Annuleren
28 Menuwerking
Hoofdmenu Submenu Opties
Bhs Ind
Taal
Systeem
Stand-by-instel­lingen
Achtergrondin­stellingen
Menu-instellin­gen
Stand-bymodus Audio
pass-through Achtergrond BenQ/Zwart/Blauw/Paars Opstartscherm BenQ/Zwart/Blauw Menutype Basis/Geavanceerd Weergaveduur
menu
Eco/Normaal
Uit/Audio in/HDMI-1/HDMI-2
5 sec./10 sec./20 sec./30 sec./Altijd
Geluid uit Aan/Uit
Geluidsinstel­lingen
Volume
0~5~10 Beltoon aan/uit Aan/Uit Ondertitels aan Aan/Uit
Ondertitels
Ondertitelver­sie
OT1/OT2/OT3/OT4
Fabriekswaarden Reset/Annuleren Systeem
resetten
Reset/Annuleren
Native resolutie
Informatie
Gedetecteerde resolutie Ingang Beeldmodus Lichtmodus 3D-formaat Kleursysteem Gebruikstijd licht Firmware-versie Servicecode
29 Menuwerking

Menu Basis

15:9 beeld
4:3 beeld
16:9 beeld
4:3 beeld
16:9 beeld
16:10 beeld
Helderheid
Beeldverhou­ding
Hoe hoger de waarde, des te scherper het beeld. Stel dit bedieningselement af zodat de zwarte gebieden van de afbeelding net zo zwart verschijnen en dat de details in de zwarte gebieden zichtbaar zijn.
Afhankelijk van uw ingangssignaalbron zijn er diverse opties om de hoogte-/breedteverhouding van het beeld in te stellen.
Auto: Schaalt een beeld proportioneel om de oorspronkelijke resolutie van de projector passend te maken in zijn horizontale of verticale breedte.
Werkelijk: Projecteert een beeld volgens de oorspronkelijke resolutie en past de grootte aan zodat deze binnen het weergavegebied past. Voor ingangssignalen met lagere resoluties zal het geprojecteerde beeld in zijn oorspronkelijke grootte worden weergegeven.
4:3: Schaalt een afbeelding zodat het in het midden van het scherm, met een hoogte-/breedteverhouding van 4:3 weergegeven.
16:9: Schaalt een afbeelding zodat het in het midden van het scherm, met een hoogte-/breedteverhouding van 16:9 weergegeven.
16:10: Schaalt een afbeelding zodat het in het midden van het scherm, met een hoogte-/breedteverhouding van 16:10 weergegeven.
30 Menuwerking
De projector is met enkele vooraf gedefinieerde beeldmodi gepreset, zodat u er één kunt kiezen die bij uw bedrijfsomgeving en het beeld van het type ingangssignaal past.
Helder: Maximaliseert de helderheid van het geprojecteerde beeld. Deze modus is geschikt voor omgevingen waar extra hoge helderheid wordt vereist, zoals wanneer de projector in goed verlichte ruimtes wordt gebruikt.
Presentatie: Is ontworpen voor presentaties. De helderheid wordt in deze modus benadrukt om op de kleuring van de pc en het notebook aan te passen.
Infographic: Is perfect voor presentaties met een mengsel van tekst en afbeeldingen. Dit komt door de hoge kleurhelderheid en beter kleurverloop om de details scherper te zien.
Beeldmodus
Video: Is geschikt voor het afspelen van video's in een omgeving met omgevingsverlichting. Dynamische kleurdetails blijven behouden dankzij de BenQ-technologie voor kleurverbetering.
sRGB: Maximaliseert de zuiverrheid van RGB-kleuren om levensechte beelden te bieden, ongeacht de helderheidsinstelling. Het is vooral geschikt om foto's te bekijken die met een sRGB compatibele en juist gekalibreerde camera zijn gemaakt en om pc-afbeeldingen en tekentoepassingen te bekijken, zoals AutoCAD.
Spreadsheet: Ontwerp voor gebruikers die veel Excel en tabellen gebruiken om financiële cijfers of kwaliteitscijfers te bespreken tijdens vergaderingen.
3D: Is passend om 3D-beelden en 3D-videofragmenten af te spelen.
Gebruiker 1/Gebruiker 2: Roept de instellingen terug die op basis van de huidig beschikbare beeldmodi zijn aangepast. Raadpleeg Referentiemodus op pagina 32.
Volume Stelt het geluidsniveau af.
Lichtmodus Raadpleeg Instelling van Lichtmodus op pagina 42.
Native resolutie: Toont de oorspronkelijke resolutie van de projector.
Gedetecteerde resolutie: Toont de oorspronkelijke resolutie van het ingangssignaal.
Ingang: Toont de huidige signaalbron.
Informatie
Menutype
Beeldmodus: Toont de geselecteerde modus in het menu BEELD.
Lichtmodus: Toont de geselecteerde modus in het menu Lichtinstellingen.
3D-formaat: Toont de huidige 3D-modus.
Kleursysteem: Toont de indeling van het invoersysteem.
Gebruikstijd licht: Toont het aantal uren dat de lamp is gebruikt.
Firmware-versie: Toont de firmware-versie van uw projector.
Servicecode: Toont de servicecode van uw projector.
Schakelt naar het Geavanceerd OSD-menu. Raadpleeg De menu's gebruiken op
pagina 20.
31 Menuwerking

Menu Geavanceerd

BEELD
De projector is met enkele vooraf gedefinieerde beeldmodi gepreset, zodat u er één kunt kiezen die bij uw bedrijfsomgeving en het beeld van het type ingangssignaal past.
Helder: Maximaliseert de helderheid van het geprojecteerde beeld. Deze modus is geschikt voor omgevingen waar extra hoge helderheid wordt vereist, zoals wanneer de projector in goed verlichte ruimtes wordt gebruikt.
Presentatie: Is ontworpen voor presentaties. De helderheid wordt in deze modus benadrukt om op de kleuring van de pc en het notebook aan te passen.
Infographic: Is perfect voor presentaties met een mengsel van tekst en afbeeldingen. Dit komt door de hoge kleurhelderheid en beter kleurverloop om de details scherper te zien.
Video: Is geschikt voor het afspelen van video's in een omgeving met
Beeldmodus
omgevingsverlichting. Dynamische kleurdetails blijven behouden dankzij de BenQ-technologie voor kleurverbetering.
sRGB: Maximaliseert de zuiverrheid van RGB-kleuren om levensechte beelden te bieden, ongeacht de helderheidsinstelling. Het is vooral geschikt om foto's te bekijken die met een sRGB compatibele en juist gekalibreerde camera zijn gemaakt en om pc-afbeeldingen en tekentoepassingen te bekijken, zoals AutoCAD.
Referentie­modus
Helderheid
Spreadsheet: Ontwerp voor gebruikers die veel Excel en tabellen gebruiken om financiële cijfers of kwaliteitscijfers te bespreken tijdens vergaderingen.
3D: Is passend om 3D-beelden en 3D-videofragmenten af te spelen.
Gebruiker 1/Gebruiker 2: Roept de instellingen terug die op basis van de huidig beschikbare beeldmodi zijn aangepast. Raadpleeg Referentiemodus op
pagina 32.
Er zijn twee door de gebruiker definieerbare modi als de huidige beschikbare beeldmodi niet aan uw behoefte voldoen. U kunt als startpunt een van de beeldmodi gebruiken (met uitzondering van de Gebruiker 1/Gebruiker 2) en de instellingen aanpassen.
1. Ga naar BEELD > Beeldmodus.
2. Druk op / om Gebruiker 1 of Gebruiker 2 te selecteren.
3. Druk op om Referentiemodus te selecteren en druk op / om een
beeldmodus te selecteren die het beste aan uw behoeften voldoet.
4. Druk op om een menu-item te selecteren die moet worden gewijzigd en stel
de waarde af. De afstellingen definiëren de geselecteerde gebruikersmodus.
Hoe hoger de waarde, des te scherper het beeld. Stel dit bedieningselement af zodat de zwarte gebieden van de afbeelding net zo zwart verschijnen en dat de details in de zwarte gebieden zichtbaar zijn.
Contrast
32 Menuwerking
Hoe hoger de waarde, des te beter het contrast. Gebruik deze om de piek van het witniveau in te stellen nadat u eerder de instelling Helderheid hebt afgesteld, om het op uw geselecteerde ingang en kijkomgeving aan te passen.
Kleur
Lagere instellingen produceren minder verzadigde kleuren. Als de instelling te hoog is, worden de kleuren op het beeld overweldigend waardoor het onrealistisch lijkt.
Alleen het YUV-kleurbereik wordt ondersteund.
Tint
Hoe hoger de waarde, des te groener het beeld wordt. Hoe lager de waarde, des te roder het beeld wordt.
Scherpte Hoe hoger de waarde, des te scherper het beeld wordt.
Deze functie gebruikt een nieuw algoritme voor kleurverwerking en verbeteringen aan het systeemniveau, terwijl het reëlere, levendigere kleuren in beeld brengt. Hiermee kan de helderheid meer dan 50% worden verhoogd in beelden met
Brilliant Color
middentonen. Dit is normaal bij video- en natuurlijke scènes, zodat de projector beelden geeft in realistische en ware kleuren. Als u beelden met die kwaliteit prefereert, selecteer dan Aan. Als Uit is geselecteerd, dan is de functie Kleurtemperatuur niet beschikbaar.
Kleurtemperatuur
Er zijn diverse preset-instellingen voor kleurtemperatuur beschikbaar. De beschikbare instellingen kunnen verschillen volgens het geselecteerde signaaltype.
Normaal: Behoud normale kleuringen voor wit.
Koel: Zorgt dat beelden blauwig wit verschijnen.
Geavan­ceerde kleu-
Warm: Zorgt dat beelden roodachtig wit verschijnen.
Kleurtemperatuur afstemmen
rinstellingen
U kunt ook een voorkeurskleurtemperatuur instellen door de volgende opties af te stellen.
R-versterking/G-versterking/B-versterking: Stelt de contrastniveaus af voor Rood, Groen en Blauw.
R-verschuiving/G-verschuiving/B-verschuiving: Stelt de helderheidsniveaus af voor Rood, Groen en Blauw.
33 Menuwerking
Geavan-
ROOD
BLAUW
GROEN
Geel
Cyaan
Magenta
ceerde kleu­rinstellingen
Kleurbeheer
Deze functie biedt zes setten (RGBCMY) van kleuren die moeten worden afgesteld. Als u elke kleur selecteert, dan kunt u zijn bereik en verzadiging onafhankelijk naar uw voorkeur afstellen.
Primaire kleur: Selecteert een kleur onder R (Rood), G (Groen), B (Blauw), C (Cyaan), M (Magenta), of Y (Geel).
Tint: Toename in het bereik zal kleuren omvatten die uit meerdere proporties van de twee naastgelegen kleuren bestaan. Raadpleeg de afbeelding over hoe de kleuren met elkaar gerelateerd zijn. Als u bijvoorbeeld Rood selecteert en zijn bereik instelt op 0, dan wordt in het geprojecteerde beeld alleen zuiver rood geselecteerd Door zijn bereik te vergroten, zal hij rood dichter bij geel en rood dichter bij magenta omvatten.
Verzadiging: Stelt de waarden af naar uw voorkeur. Elke afstelling zal onmiddellijk in het beeld worden gereflecteerd. Als u bijvoorbeeld Rood selecteert en zijn waarde instelt op 0, dan wordt alleen de verzadiging van zuiver rood beïnvloed.
Beeld resetten
Verzadiging is de hoeveeld van die kleur in een videobeeld. Lagere instellingen produceren minder
verzadigde kleuren; een instelling van "0" verwijdert die kleur helemaal van het beeld. Als de verzadiging te hoog is, dan wordt die kleur overweldigend en onrealistisch.
Versterking: Stelt de waarden af naar uw voorkeur. Het contrastniveau van de primaire kleur die u selecteert, zal worden beïnvloed. Elke afstelling zal onmiddellijk in het beeld worden gereflecteerd.
Wandkleur
Corrigeert de kleur van het geprojecteerde beeld als het projectieoppervlak, zoals een geverfde muur, niet wit is. De functie Muurkleur kan helpen de kleuren van het geprojecteerde beeld te corrigeren om kleurverschil tussen de bron en de geprojecteerde beelden te vermijden. Er zijn verschillende vooraf gekalibreerde kleuren waar u van kunt kiezen: Lichtgeel, Roze, Lichtgroen, Blauw, en Schoolbord.
Brengt alle afstellingen die u hebt gemaakt voor het menu BEELD terug naar de vooraf ingestelde fabriekswaarden.
34 Menuwerking
Weergave
15:9 beeld
4:3 beeld
16:9 beeld
4:3 beeld
16:9 beeld
16:10 beeld
Beeldverhou­ding
Afhankelijk van uw ingangssignaalbron zijn er diverse opties om de hoogte-/breedteverhouding van het beeld in te stellen.
Auto: Schaalt een beeld proportioneel om de oorspronkelijke resolutie van de projector passend te maken in zijn horizontale of verticale breedte.
Werkelijk: Projecteert een beeld volgens de oorspronkelijke resolutie en past de grootte aan zodat deze binnen het weergavegebied past. Voor ingangssignalen met lagere resoluties zal het geprojecteerde beeld in zijn oorspronkelijke grootte worden weergegeven.
4:3: Schaalt een afbeelding zodat het in het midden van het scherm, met een hoogte-/breedteverhouding van 4:3 weergegeven.
16:9: Schaalt een afbeelding zodat het in het midden van het scherm, met een hoogte-/breedteverhouding van 16:9 weergegeven.
Keystone
Auto verticale keystone
Testpatroon
Pc & YPbPr-com­ponent afstemmen
16:10: Schaalt een afbeelding zodat het in het midden van het scherm, met een hoogte-/breedteverhouding van 16:10 weergegeven.
Voert keystone-correctie uit bij een beeld. Raadpleeg Keystone-correctie op pagina
16.
Wanneer Automatische verticale keystone wordt geselecteerd, zal het projectorbeeld automatisch de keystone afstellen.
Stelt de beeldgrootte en focus af en controleert of het geprojecteerde beeld niet is misvormd.
Fase: Stelt de klokfase in om beeldvervorming te verminderen. Deze functie is alleen beschikbaar als het pc-signaal (analoge RGB) of YPbPr-signaal is geselecteerd.
Horizontale afmeting: Stelt de horizontale breedte van het beeld af. Deze functie is alleen beschikbaar als het pc-signaal (analoge RGB) is geselecteerd.
Positie
Geeft de pagina Positie-afstelling weer. Om het geprojecteerde beeld te verplaatsen, gebruikt u de directionele pijltoetsen. Deze functie is alleen beschikbaar als het pc-signaal (analoge RGB) is geselecteerd.
35 Menuwerking
3D
Deze projector heeft een 3D-functie waarmee u op een realistischere wijze kunt genieten van de 3D-films, -video's en sportevenementen door de diepte van de beelden te tonen. Om de 3D-beelden te zien, moet u een 3D-bril dragen.
3D-modus: De standaardinstelling is Uit. Als je wilt dat de project automatisch een 3D-indeling kiest als hij 3D-inhoud detecteert, selecteer dan Auto. Als de projector de 3D-indeling niet kan herkeennen, druk dan op / om een 3D-modus te kiezen uit Boven-onder, Frame opeenvolg., Frame packing en Side-by-side.
Als de 3D-functie is geactiveerd:
• zal het helderheidsniveau van het geprojecteerde beeld verminderen.
• De volgende instellingen kunnen niet worden afgesteld: Beeldmodus, Referentiemodus.
• De Keystone kan alleen binnen de beperkte mate worden afgesteld.
3D sync omkeren: Als u inversie van de beelddiepte ontdekt, schakelt u deze functie in om het probleem te corrigeren.
3D-instellingen toepassen: Nadat de 3D-instellingen zijn opgeslagen, kunt u beslissen of u ze wilt toepassen. Hiervoor kiest u een set van 3D-instellingen die u hebt opgeslagen. Zodra toegepast, zal de projetor automatisch de binnenkomende 3D-content afspelen als deze overeenkomt met de opgeslagen 3D-instellingen.
Hdmi-formaat
Digitale zoom
Alleen de set(s) van 3D-instellingen met in het geheugen opgeslagen gegevens is/zijn beschikbaar.
3D-instellingen opslaan: Als u na het maken van de juiste afstellingen de 3D-content succesvol hebt weergegeven, kunt u deze functie inschakelen en een set van 3D-instellingen kiezen voor het in het geheugen opslaan van de huidige 3D-instellingen.
Selecteer een geschikte kleurindeling om de weergavekwaliteit te optimaliseren.
Auto: Selecteert automatisch een geschikte kleurruimte en grijsniveau voor het binnenkomende HDMI-signaal.
RGB beperkt: Gebruikt het beperkte bereik RGB 16-235.
RGB volledig: Gebruikt het volledige bereik RGB 0-255.
YUV beperkt: Gebruikt het beperkte bereik YUV 16-235.
YUV volledig: Gebruikt het volledige bereik YUV 0-255.
Vergroot of verkleint de afmeting van het geprojecteerde beeld. Nadat de pagina Digitale zoom wordt weergegeven, drukt u op ZOOM+/ZOOM- om het beeld tot een gewenste grootte te verkleinen of te vergroten. Druk op de directionele pijlen , , , ) op de projector of de afstandsbediening om het beeld te navigeren.
Weerg ave resetten
36 Menuwerking
Het beeld kan alleen na vergroting worden genavigeerd. U kunt het beeld nog meer vergroten als u naar details zoekt.
Brengt alle afstellingen die u hebt gemaakt voor het menu Weergave terug naar de vooraf ingestelde fabriekswaarden.
Instell.
Projectorin­stallatie
Externe ontvanger
Ingang autom. Zoeken
Auto-sync
Lichtinstellin­gen
Raadpleeg Een locatie kiezen op pagina 12.
Hiermee kunt u alle afstandsontvangers of één specifieke afstandsontvanger op de projector inschakelen.
Hiermee kan de projector automatisch naar een signaal zoeken.
Aan: Hiermee kan de projector automatisch de beste beeldtiming bepalen voor de weergegeven afbeelding als het pc-signaal (analoge RGB) is geselecteerd AUTO is ingedrukt.
Uit: De projector zal niet reageren als AUTO is ingedrukt.
Lichtmodus: Raadpleeg Instelling van Lichtmodus op pagina 42.
Lichttimer resetten: Raadpleeg De lichttimer resetten op pagina 45.
Gebruikstijd licht: Geeft het aantal uren dat de lamp is gebruikt weer.
Snelle afkoeling:
Door Aan te selecteren wordt de functie ingeschakeld en wordt de koelingstijd van de projector gekort van een normale duur van 90 seconden tot een duur van ongeveer 15 seconden.
Gebruiksin­stellingen
Inactief-timer
Stelt de blanco tijd van het beeld in als er op het lege scherm geen actie wordt ondernomen. Zodra verlopen, zal het beeld terugkeren op het scherm. Als de vooraf ingestelde tijdspannen niet geschikt zijn voor uw behoeften, dan selecteert u Uitschakelen. Ongeacht Inactief-timer al of niet is geactiveerd, kunt u op de projector of afstandsbediening op de meeste toetsen drukken om het beeld te herstellen.
Herinnering
Stelt de herinneringsberichten aan of uit.
37 Menuwerking
Gebruiksin­stellingen
Hoogtemodus
Wij raden u aan dat u de Hoogtemodus gebruikt als uw omgeving tussen 1500 m – 3000 m boven zeepeil is en de omgevingstemperatuur is tussen 0°C – 30°C.
Bediening onder "Hoogtemodus" kunnen een bedrijfsgeluidniveau van hogere decibellen veroorzaken omdat een hogere ventilatiesnelheid nodig is om de algehele systeemafkoeling en -prestaties te verbeteren.
Als u deze projector onder andere extreme omstandigheden gebruikt, met uitzondering van bovenstaande, kan hij automatische afsluitsymptomen tonen. Deze zijn ontworpen om uw projector tegen oververhitting te beschermen. In deze gevallen moet u naar de modus Grootte hoogte schakelen om deze symptomen op te lossen. Echter, dit geeft niet aan dat deze projector onder enkele of alle ruige of extreme omstandigheden kan werken.
Gebruik niet de Hoogtemodus als op een hoogte tussen 0 m en 1500 m is en de omgevingstemperatuur tussen 0°C en 35°C is. De projector zal overmatig verkoeld raken als u onder dergelijke omstandigheden de modus inschakelt.
Instellingen voor in/uitschakelen
Beveiligings­ins Tellingen
Baud-ratio
Direct inschakelen: Hiermee kan de projector automatisch inschakelen zodra de voeding door de voedingskabel gaat.
Inschakelen bij signaal: Stelt of de projector rechtstreeks moet worden
ingeschakeld, zonder op AAN/UIT of ON te drukken als de projector in standby-modus is en een VGA-signaal of HDMI-signaal met 5 V vermogen
detecteert.
Automatisch uitschakelen: Hiermee kan de projector automatisch worden uitgeschakeld als na een ingestelde tijdsperiode geen ingangssignaal is gedetecteerd, om te voorkomen dat de levensduur van de lamp onnodig wordt verbruikt.
Uitschakeltimer: Stelt de automatische uitschakelingstimer in.
Direct herstarten
Hiermee kunt u binnen 90 seconden na het uitschakelen de projector opnieuw starten.
Raadpleeg De wachtwoordfunctie gebruiken op pagina 21.
Selecteert een baudrate die identiek is aan die van uw computer, zodat u de projector met een geschikte Rs-232-kabel kunt aansluiten en de firmware van de projector kunt bijwerken of downloaden. Deze functie is bedoeld voor gekwalificeerd servicepersoneel.
HDMI-equali­zer
38 Menuwerking
Stelt de gain-instellingen van de equalizer af voor een HDMI-signaal. Hoe hoger de instelling, des te sterker is de gain-waarde. Als er meer dan één HDMI-poort is op de projector, selecteert u eerste de HDMI-projector alvorens de waarde af te stellen.
USB-aan/uit­schakelaar
Schakelt de 5V vermogensuitvoer van de "Type A-connector" in of uit. Om deze functie in te schakelen, selecteert u Aan. Selecteer Uit als de PointWrite Touch Module niet wordt gebruikt om schade te vermijden.
Instellingen resetten
Brengt alle afstellingen die u hebt gemaakt voor het menu Instell. terug naar de vooraf ingestelde fabriekswaarden.
Systeem
Taal Stelt de taal in voor de On-Screen Display (OSD)-menu's.
Stand-bymodus
ECO: De projector blijft met minder dan 0,5 W voedingsverbruik in de standby-modus.
Normaal: Hiermee kan de projector in standby-modus de functies Audio
pass-through en Beeldscherm-uit leveren.
Stand-by-inste llingen
Als de projector in standby-modus is, wordt er geen voeding geleverd van de USB-poort.
Audio pass-through: De projector kan geluid afspelen als hij in de standby-modus is en de overeenkomende pluggen juist op de apparaten zijn aangesloten. Druk op / om de bron te kiezen die u wilt gebruiken. Raadpleeg
Verbinding op pagina 17 over hoe de verbinding te maken.
Achter­grondinstellin­gen
Achtergrond: stelt de achtergrondkleur in voor de projector.
Opstartscherm: hiermee kunt u selecteren welk logoscherm wordt weergegeven tijdens het opstarten van de projector.
Menu-instel­lingen
Geluidsinstel­lingen
Ondertitels
Menutype: Schakelt naar het Basis OSD-menu.
Weergaveduur menu: Stelt de tijdsduur in dat de OSD actief blijft na de laatste druk op een toets.
Geluid uit: Schakelt het geluid tijdelijk af.
Volume: Stelt het geluidsniveau af.
Beltoon aan/uit: Schakelt de ringtoon in of uit als de projector tijdens het proces voor opstarten en uitschakelen.
De enige manier om Beltoon aan/uit te veranderen is door hier Aan of Uit in te stellen. Het geluid dempen of het geluidsniveau wijzigen, heeft geen invloed op de Beltoon aan/uit.
Ondertitels aan: Activeert de functie door Aan te selecteren als het geselecteerde ingangssignaal ondertiteling bevat.
Titels: Een weergave op het scherm van de dialoog, gesproken tekst en geluidseffecten van tv-programma's en video's die ondertiteling zijn (meestal gemarkeerd als "CC" in programmagegevens.
Ondertitelversie: Selecteert een voorkeursondertitelingsmodus. Om titels te bekijken, selecteert u OT1, OT2, OT3, of OT4 (OT1 geeft titels weer in de primaire taal in uw gebied).
39 Menuwerking
Fabriekswaar­den
Brengt alle instellingen terug naar de vooraf ingestelde fabriekswaarden.
De volgende instelilngen zullen blijven: Keystone, Projectorinstallatie, Lamptimer,
Hoogtemodus, Beveiligingsins Tellingen, Baud-ratio, HDMI-equalizer.
Systeem resetten
Informatie
Informatie
Brengt alle afstellingen die u hebt gemaakt voor het menu Systeem terug naar de vooraf ingestelde fabriekswaarden.
Native resolutie: Toont de oorspronkelijke resolutie van de projector.
Gedetecteerde resolutie: Toont de oorspronkelijke resolutie van het ingangssignaal.
Ingang: Toont de huidige signaalbron.
Beeldmodus: Toont de geselecteerde modus in het menu BEELD.
Lichtmodus: Toont de geselecteerde modus in het menu Lichtinstellingen.
3D-formaat: Toont de huidige 3D-modus.
Kleursysteem: Toont de indeling van het invoersysteem.
Gebruikstijd licht: Toont het aantal uren dat de lamp is gebruikt.
Firmware-versie: Toont de firmware-versie van uw projector.
Servicecode: Toont de servicecode van uw projector.
40 Menuwerking

Onderhoud

Zorg voor de projector

De lens reinigen
Reinig de lens zodra u vuil of stof op het oppervlak waarneemt. Zorg dat u de projector uitschakelt en deze geheel laat afkoelen, alvorens u de lens reinigt.
• Gebruik perslucht om stof te verwijderen.
• Als er vuil of vegen zijn, gebruik dan papier voor lensreiniging of bevochtig een zachte doek met lensreiniger en veeg het lensoppervlak voorzichtig schoon.
• Gebruik nooit een soort van schuurspons, basisch of zuur reinigingsmiddel, schuurpoeder of vluchtig oplosmiddel, zoals alcohol, benzeen, thinner of insecticide. Door dergelijk materiaal te gebruiken of langdurig contact te houden met rubber of vinyl materiaal kan resulteren in schade aan het oppervlak van de projector en het materiaal van de behuizing.
De projectorbehuizing reinigen
Alvorens u de behuizing reinigt, moet u de projector uitschakelen volgens de juiste uitschakelingsprocedure, zoals wordt beschreven in De projector uitschakelen op pagina 23 en de voedingskabel uittrekken.
• Om vuil of stof te verwijderen, veegt u de behuizing met een zachte, pluisvrije doek schoon.
• Om hardnekkig vuil of vlekken te verwijderen, maakt u een zachte doek vochtig met water en een neutrale pH-reinigingsmiddel. Veeg vervolgens de behuizing schoon.
Gebruik nooit was, alcohol, benzeen, thinner of andere chemische reinigingsmiddelen. Deze kunnen de behuizing beschadigen.
De projector opslaan
Als u de projector voor een langere periode moet opslaan, dient u de onderstaande instructies te volgen:
• zorg dat de temperatuur en vochtigheid in de opslagruimte binnen het aanbevolen bereik voor de projector zijn. Raadpleeg Specificaties op pagina 48 of vraag uw dealer over advies betreffende het bereik.
• Schuif de verstelpootjes in.
• Verwijder de batterij uit de afstandsbediening.
• Pak de projector in zijn originele verpakking of equivalent daarvan in.
De projector transporteren
Het wordt aanbevolen dat u de projector in zijn originele verpakking of equivalent daarvan verzendt.

Lampinformatie

De levensduur van de lamp
Als de projector in werking is, wordt de tijdsduur het lampgebruik, automatisch (in uren) berekend door de ingebouwde timer. De berekeningsmethode voor de levensduur van de lamp is als volgt:
41 Onderhoud
Gebruikstijd lamp = (uren gebruikt in de modus Normaal) + (uren gebruikt in de modus ECO) + (uren gebruikt in de modus SmartEco) + (uren gebruikt in de modus LampSave)
Totaal (equivalent) van levensduur van de lamp = 3 x (uren gebruikt in de modus Normaal) + 1,5 (uren gebruikt in de modus ECO) + 1,5 (uren gebruikt in de modus SmartEco) + 1 x (uren gebruikt in de modus LampSave)
Om informatie over de levensduur van de lamp te verkrijgen:
1. Ga naar het menu Geavanceerd - Instell. > Lichtinstellingen en druk op OK. De pagina Lichtinstellingen verschijnt.
2. Druk op om Gebruikstijd licht te selecteren en druk op OK. De informatie over Gebruikstijd licht wordt weergegeven.
U kunt de informatie over de levensduur van de lamp ook via het menu Informatie krijgen.
De levensduur van de lamp verlengen
• Instelling van Lichtmodus
Ga naar het menu Geavanceerd - Instell. > Lichtinstellingen > Lichtmodus en selecteer een geschikt lampvermogen van de geleverde modi.
Door de projector in te stellen in de modus ECO, SmartEco of LampSave verlengt de levensduur van de lamp.
Verlichtingsmodus Beschrijving
Normaal Levert de volledige helderheid van de lamp
ECO
SmartEco
LampSave
Vermindert de helderheid om de levensduur van de lamp te verlengen en vermindert het geluid van de ventilator.
Stelt, afhankelijk van het helderheidsniveau van de content, het lampvermogen automatisch af terwijl de display-kwaliteit wordt geoptimaliseerd.
Stelt, afhankelijk van het helderheidsniveau van de content, het lampvermogen automatisch af terwijl het een langere levensduur van de lamp aanbiedt.
• Instelling van Automatisch uitschakelen
Met deze functie kan de projector automatisch worden uitgeschakeld als na een ingestelde tijdsperiode geen ingangssignaal is gedetecteerd, om te voorkomen dat de levensduur van de lamp onnodig wordt verbruikt.
Om Automatisch uitschakelen in te stellen gaat u naar menu Geavanceerd - Instell. > Gebruiksinstellingen > Instellingen voor in/uitschakelen > Automatisch uitschakelen en drukt u op / .
Timing voor het vervangen van de lamp
Als de het lampje van de Verlichtingsindicator brandt of als een bericht verschijnt dat suggereert dat het tijd is om de lamp te vervangen, dient u uw dealer te raadplegen of naar http://www.BenQ.com te gaan alvorens u een nieuwe lamp installeert. Een oude lamp kan een storing in de projector veroorzaken en in sommige gevallen kan de lamp exploderen.
42 Onderhoud
• De schijnbare helderheid van het geprojecteerde beeld zal verschillen. Dit hangt af van de condities van de
Bestel een vervangende lamp
Equivalent lampuren >XXXX uur
Bestel nieuwe lampen op www.BenQ.com
Kennisgeving
Lamp snel vervangen
Equivalent lampuren >XXXX uur
Bestel nieuwe lampen op www.BenQ.com
Kennisgeving
Gebruiksduur lamp verstreken
Vervang lamp (zie handleiding) Stel lamptimer dan opnieuw in
Bestel nieuwe lampen op www.BenQ.com
Kennisgeving
Lamp nu vervangen
Equivalent lampuren >XXXX uur
Bestel nieuwe lampen op www.BenQ.com
Kennisgeving
omgevingsverlichting, de instellingen voor contrast/helderheid van het ingangssignaal en is rechtstreeks proportioneel aan de afstand van de projectie.
• De helderheid van de lamp zal met de tijd verminderen en kan binnen de specificaties van de lampenfabrikant verschillen. Dit is normaal en naar verwachting.
• De LIGHT (Light-indicator) en TEMP (waarschuwingslampje temperatuur) zullen gaan branden als de lamp te heet wordt. Schakel de netvoeding uit en laat de projector gedurende 45 minuten afkoelen. Als het indicatielampje voor de Lamp of Temp nog brandt nadat u de netvoeding weer hebt ingeschakeld, dient u contact op te nemen met uw dealer. Raadpleeg Indicatoren op pagina 46.
De volgende lampenwaarschuwing herinnert u er aan om de lamp te vervangen.
Installeer een nieuwe lamp voor optimale prestaties. Druk op
OK om het bericht te verwijderen.
Het wordt ten zeerste aangeraden dat u bij deze levensduur de lamp vervangt. De lamp is een verbruiksartikel. De helderheid van de lamp vermindert tijdens het gebruik. Dit is normaal gedrag voor de lamp. U kunt de lamp vervangen zodra u merkt dat het helderheidsniveau aanzienlijk is verminderd. Druk op
OK om het bericht te verwijderen.
De lamp MOET worden vervangen opdat de projector normaal zal werken. Druk op
"XXXX" die in de bovenstaande berichten wordt getoond, zijn de nummers die afhankelijk van de verschillende modellen kunnen verschillen.
OK om het bericht te verwijderen.
43 Onderhoud
De lamp vervangen (ALLEEN VOOR REPARATEURS)
4
5
6
4
• Om het risico op elektrische schok te verminderen, moet u de projector altijd uitschakelen en de voedingskabel altijd loskoppelen, alvorens de lamp te vervangen.
• Om het risico op ernstige brandwonden te verminderen, moet u de projector ten minste 45 minuten laten afkoelen, alvorens de lamp te vervangen.
• Om het risico op letsel aan vingers en schade aan interne componenten te verminderen, moet u voorzichtig zijn bij het verwijderen van het lampglas dat in scherpe scherven is gevallen.
• Om het risico op letsel aan vingers en/of aantasting van de beeldkwaliteit door aanraking van de lens te verminderen, mag u het lege lampcompartiment niet aanraken terwijl de lamp is verwijderd.
• Deze lamp bevat kwik. Raadpleeg de lokale voorschriften inzake gevaarlijk afval om deze lamp op de juiste wijze af te voeren.
• Om optimale prestaties van de projector te verzekeren, wordt het aangeraden dat u een gekwalificeerde projectorlamp koopt om de lamp te vervangen.
• Als de lamp wordt vervangen terwijl de projector ondersteboven hangt, moet u ervoor zorgen dat niemand onder de fitting is om mogelijk letsel of schade aan ogen vermijden dat door een gebroken lamp wordt veroorzaakt.
• Zorg voor goede ventilatie terwijl u gebroken lampen hanteert. Wij raden u aan dat u stofmaskers, een veiligheidsbril of gelaatsscherm, evenals beschermkleding, zoals handschoenen, draagt.
1. Schakel de netvoeding uit en verwijder de projector uit het stopcontact. Als de lamp heet is, vermijdt u brandwonden door ongeveer 45 minuten te wachten tot de lamp is afgekoeld.
2. Maak de schroef of schroeven los die de lampenkap op de zijkant van de projector vasthoudt/-en, totdat de de lampenkap los is.
3. Verwijder de lampenkap van de projector.
• Schakel de netvoeding aan terwijl de lampenkap open is.
• Plaats niet uw vingers tussen de lamp en de projector. De scherpe randen in de projector kunnen letsel veroorzaken.
4. Koppel de lampconnector los.
5. Maak de schroef of schroeven los die de interne lamp vasthouden.
6. Til de handgreep op zodat deze opwaarts is gericht.
44 Onderhoud
7. Gebruik de handgreep om de lamp langzaam uit de
8
8
9
10
11
projector te trekken.
• Door te snel aan de lamp te trekken, kan ervoor zorgen dat de lamp breekt en gebroken glas in de projector terecht komt.
• Plaats de lamp niet op locaties waar water erop kan worden gespetterd, kinderen de lamp kunnen bereiken of in de buurt van ontvlambare materialen.
• Plaats uw handen niet in de projector nadat de lamp is verwijderd. De scherpe randen in de projector kunnen letsel veroorzaken. Als u de optische componenten binnen aanraakt, kan dit oneffenheden in de kleuren en vervorming van de geprojecteerde beelden veroorzaken.
8. Plaats de nieuwe lamp, zoals in de afbeelding wordt getoond. Lijn de lampconnector en 2 scherpe punten uit met de projector en duw de lamp een beetje in de vergendelde positie.
9. Plaats de lampconnector.
10. Zet de schroef of schroeven vast die de lamp vasthouden.
11. Zorg dat de handgreep geheel vlak en in vergrendelde positie is.
• Maak de schroef los die een slechte verbinding veroorzaakt. Dit kan in storing resulteren.
• Draai de schroef niet te vast.
12. Plaats de lampenkap van de projector terug.
13. Zet de schroef of schroeven vast die de lampkap vasthouden.
• Maak de schroef los die een slechte verbinding veroorzaakt. Dit kan in storing resulteren.
• Draai de schroef niet te vast.
14. Sluit de netvoeding aan en start de projector opnieuw.
De lichttimer resetten
15. Na het opstartlogo opent u het On-Screen Display (OSD)-menu. Ga naar het menu Geavanceerd - Instell. > Lichtinstellingen en druk op OK. De pagina Lichtinstellingen verschijnt. Markeer Lichttimer resetten en druk op OK. Er wordt een waarschuwingsbericht weergegeven, waarin u wordt gevraagd of u de timer van de lamp wilt resetten. Markeer Reset en druk op OK. De timer van de lamp wordt gereset op "0".
U mag de timer niet resetten als de lamp niet nieuw of vervangen is. Dit kan schade veroorzaken.
45 Onderhoud
Indicatoren
Ver li chti ng
Status en beschrijving
Stroomgebeurtenissen
Standby-modus
Opstarten
Normale werking
Normale afkoeling bij uitschakeling
Download
Startstoring KW
Gegevensonderbreking, abnormale uitschakeling van scaler
Reset scaler mislukt
Inbrandingsgebeurtenissen
Inbranding aan
Inbranding uit
: Uit
Verlichtingsgebeurtenissen
Levensduur verlichting verlopen
Verlichtingsfout bij normale werking
Verlichting brandt niet
Thermische gebeurtenissen
Ventilator 1 fout (de feitelijke ventilatiesnelheid is buiten de gewenste snelheid) Ventilator 2 fout (de feitelijke ventilatiesnelheid is buiten de gewenste snelheid) Ventilator 3 fout (de feitelijke ventilatiesnelheid is buiten de gewenste snelheid)
Temperatuur 1 fout (over temperatuursgrens)
: Oranje brandt : Groen brandt : Rood brandt
: Oranje knippert : Groen knippert : Rood knippert
46 Onderhoud

Probleemoplossen

De project kan niet inschakelen
Oorzaak Oplossing
Er is geen voeding via de voedingskabel.
Er is een poging gedaan om de projector tijdens het afkoelingsproces weer in te schakelen.
Geen beeld
Oorzaak Oplossing
Steek de voedingskabel in de voedingsbus voor wisselstroom op de projector en steek de voedingskabel in het stopcontact. Als het stopcontact een schakelaar heeft, zorg dan dat deze is ingeschakeld.
Wacht tot het afkoelingsproces is voltooid.
De videobron is niet ingeschakeld of is niet juist aangesloten.
De projector is niet juist op het apparaat van het ingangssignaal aangesloten.
Het ingangssignaal is niet juist geselecteerd. Selecteer het juiste ingangssignaal met de toets SOURCE. De lenskap is nog gesloten Open de lenskap.
Wazig beeld
Oorzaak Oplossing
De projectielens is niet juist scherp gesteld. Stel de focus van de lens af met de focusring. De projector en het scherm zijn niet juist
uitgelijnd. De lenskap is nog gesloten Open de lenskap.
De afstandsbediening werkt niet.
Oorzaak Oplossing
De batterijen zijn leeg. Vervang beide batterijen door nieuwe. Er is een obstakel tussen de afstandbediening en
de projector. U bent te ver verwijderd van de projector. Sta binnen 8 meter (26 voet) van de projector.
Schakel de videobron in en controleer of de signaalkabel juist is aangesloten.
Controleer de verbinding.
Stel de projecthoek en richting af, evenals de hoogte van de projector als dit nodig is.
Verwijder het obstakel.
Het wachtwoord is onjuist.
Oorzaak Oplossing
U bent het wachtwoord vergeten.
Raadpleeg Naar de procedure voor wachtwoord
terugroepen op pagina 22.
47 Probleemoplossen

Specificaties

Specificaties van de projector

Alle specificaties kunnen, zonder voorafgaande melding, worden gewijzigd.
Optisch
Resolutie
1920 (H) x 1080 (V)
Display-systeem
1-CHIP DMD
Lens
F = 2,56 ~ 2,68, f = 22 ~ 24,1 mm
Lamp
200 W lamp
Elektriciteit
Netvoeding
AC100–240V, 3,2 A, 50–60 Hz (automatisch)
Stroomverbruik
280 W (max); < 0,5 W (Standby)
Mechanisch
Gewicht
2,5 Kg (5,5 lbs)
Uitgangsaansluitingen
RGB-uitgang
D-Sub 15-pins (tegenstekker) x 1
Luidspreker
10 watt x 1
Audiosignaaluitgang
PC audioplug x 1
Bediening
USB
Type-A netvoeding 5 V/1,5 A x 1; Mini-B x 1
RS-232 seriële bediening
9-pins x 1
IR-ontvanger x 2
Ingangsaansluitingen
Computeringang
RGB-ingang
D-Sub 15-pins (tegenstekker) x 1
Videosignaalingang
S-VIDEO
Mini DIN 4-pins x 1
VIDEO
RCA-plug x 1
SD/HDTV-signaalingang
Analoog - Component
(via RGB-ingang)
Digitaal - HDMI x 2
Audiosignaalingang
Audio in
Pc-audioplug x 1
Omgevingsvereisten
Bedrijfstemperatuur
0°C–40°C op zeepeil
Relatieve bedrijfsvochtigheid
10%–90% (zonder condensatie)
Bedrijfshoogte
0–1499 m op 0°C – 35°C 1500–3000 m op 0°C – 30°C (met modus Grote hoogte aan)
Opslagtemperatuur
-20°C–60°C op zeepeil
Opslagvochtigheid
10%–90% RH (zonder condensatie)
Opslaghoogte
30°C@ 0~12.200m boven zeepeil
Transport
Originele verpakking of equivalent ervan wordt aanbevolen
Reparatie
Bezoek de onderstaande website en kies uw land om het venster voor uw onderhoudscontactpersoon te zoeken.http://www.benq.com/welcome
48 Specificaties

Afmetingen

296
221
120
Eenheid: mm
296 mm (B) x 120 mm (H) x 221 mm (D)
49 Specificaties

Timingskaart

Ondersteunde timing voor pc-ingang
Ver ti cale
Resolutie Modus
frequentie
(Hz)
VGA_60 59,940 31,469 25,175 V V V
640 x 480
720 x 400 720 x 400_70 70,087 31,469 28,3221
800 x 600
1024 x 768
1152 x 864 1152 x 864_70 75 67,5 108
1024 x 576
1024 x 600
1280 x 720 1280 x 720_60 60 45,000 74,250 V V V 1280 x 768 1280 x 768_60 59,87 47,776 79,5 V V V
1280 x 800
1280 x 1024
1280 x 960
1360 x 768 1360 x 768_60 60,015 47,712 85,5 V V
1440 x 900 WXGA+_60 59,887 55,935 106,500 V V 1400 x 1050 SXGA+_60 59,978 65,317 121,750 V V 1600 x 1200 UXGA 60,000 75,000 162,000 V V 1680 x 1050 1680 x 1050_60 59,954 65,290 146,250 V V
640 x 480@67 Hz MAC13 66,667 35,000 30,240 832 x 624@75 Hz MAC16 74,546 49,722 57,280
1024 x 768@75 Hz MAC19 74,93 60,241 80,000
1152 x 870@75 Hz MAC21 75,060 68,680 100,000
VGA_72 72,809 37,861 31,500 VGA_75 75,000 37,500 31,500 VGA_85 85,008 43,269 36,000
SVGA_60 60,317 37,879 40,000 V V V SVGA_72 72,188 48,077 50,000 SVGA_75 75,000 46,875 49,500 SVGA_85 85,061 53,674 56,250
SVGA_120
(Reduce Blanking)
XGA_60 60,004 48,363 65,000 V V V XGA_70 70,069 56,476 75,000 XGA_75 75,029 60,023 78,750 XGA_85 84,997 68,667 94,500
XGA_120
(Reduce Blanking)
BenQ
Notebook_timing
BenQ
Notebook_timing
WXGA_60 59,810 49,702 83,500 V V V WXGA_75 74,934 62,795 106,500 WXGA_85 84,880 71,554 122,500
WXGA_120
(Reduce Blanking)
SXGA_60 60,020 63,981 108,000 V V SXGA_75 75,025 79,976 135,000
SXGA_85 85,024 91,146 157,500 1280 x 960_60 60,000 60,000 108,000 V V 1280 x 960_70 85,002 85,938 148,500
119,854 77,425 83,000 V
119,989 97,551 115,5 V
60,0 35,820 46,966
64,995 41,467 51,419
119,909 101,563 146,25 V
Horizontale
frequentie
(kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Ondersteunde 3D-indeling
Frame
opeenvolg.
Boven-
onder
Side-by-
side
De hierboven getoonde timings worden mogelijk niet ondersteund wegens beperkingen van het EDID-bestand en de VGA grafische kaart. Het is mogelijk dat sommige timings niet kunnen worden gekozen.
50 Specificaties
Ondersteunde timing voor (HDCP)-ingang
• PC-timings
Ver ti cale
Resolutie Modus
frequentie
(Hz)
VGA_60 59,940 31,469 25,175 V V V
640 x 480
720 x 400 720 x 400_70 70,087 31,469 28,3221
800 x 600
1024 x 768
1152 x 864 1152 x 864_70 75 67,5 108
1024 x 576@60 Hz
1024 x 600@65 Hz
1280 x 720 1280 x 720_60 60 45,000 74,250 V V V 1280 x 768 1280 x 768_60 59,870 47,776 79,5 V V V
1280 x 800
1280 x 1024
1280 x 960
1360 x 768 1360 x 768_60 60,015 47,712 85,500 V V
1440 x 900 WXGA+_60 59,887 55,935 106,500 V V 1400 x 1050 SXGA+_60 59,978 65,317 121,750 V V 1600 x 1200 UXGA 60,000 75,000 162,000 V V 1680 x 1050 1680 x 1050_60 59,954 65,290 146,250 V V
640 x 480@67 Hz MAC13 66,667 35,000 30,240
832 x 624@75 Hz MAC16 74,546 49,722 57,280 1024 x 768@75 Hz MAC19 75,020 60,241 80,000 1152 x 870@75 Hz MAC21 75,06 68,68 100,00
1920 x 1080@60 Hz 1920 x 1080_60 60 67,5 148,5 V V V
1920 x 1200
VGA_72 72,809 37,861 31,500 VGA_75 75,000 37,500 31,500 VGA_85 85,008 43,269 36,000
SVGA_60 60,317 37,879 40,000 V V V SVGA_72 72,188 48,077 50,000 SVGA_75 75,000 46,875 49,500 SVGA_85 85,061 53,674 56,250
SVGA_120
(Reduce Blanking)
XGA_60 60,004 48,363 65,000 V V V XGA_70 70,069 56,476 75,000 XGA_75 75,029 60,023 78,750 XGA_85 84,997 68,667 94,500
XGA_120
(Reduce Blanking)
BenQ Notebook
Timing
BenQ Notebook
Timing
WXGA_60 59,810 49,702 83,500 V V V WXGA_75 74,934 62,795 106,500 WXGA_85 84,880 71,554 122,500
WXGA_120
(Reduce Blanking)
SXGA_60 60,020 63,981 108,000 V V SXGA_75 75,025 79,976 135,000
SXGA_85 85,024 91,146 157,500 1280 x 960_60 60,000 60,000 108 V V 1280 x 960_85 85,002 85,938 148,500
1920 x 1200_60
(Reduce Blanking)
119,854 77,425 83,000 V
119,989 97,551 115,5 V
60,00 35,820 46,996
64,995 41,467 51,419
119,909 101,563 146,25 V
59,950 74,038 154,0000 V V V
Horizontale
frequentie
(kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Ondersteunde 3D-indeling
Frame
opeenvolg.
Boven-
onder
Side-by-
side
De hierboven getoonde timings worden mogelijk niet ondersteund wegens beperkingen van het EDID-bestand en de VGA grafische kaart. Het is mogelijk dat sommige timings niet kunnen worden gekozen.
51 Specificaties
• Videotimings
Ver ti cale
Timing Resolutie
frequentie
(Hz)
480i
480p 720 x 480 59,94 31,47 27 V
576i
576p 720 x 576 50 31,25 27 720/50p 1280 x 720 50 37,5 74,25 V V V 720/60p 1280 x 720 60 45,00 74,25 V V V V
1080/50i 1920 x 1080 50 28,13 74,25 V
1080/60i 1920 x 1080 60 33,75 74,25 V 1080/24P 1920 x 1080 24 27 74,25 V V V 1080/25P 1920 x 1080 25 28,13 74,25 1080/30P 1920 x 1080 30 33,75 74,25 1080/50P 1920 x 1080 50 56,25 148,5 V V 1080/60P 1920 x 1080 60 67,5 148,5 V V
720 (1440) x
480
720 (1440) x
576
59,94 15,73 27 V
50 15,63 27
Horizontale
frequentie
(kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Ondersteunde 3D-indeling
Frame
opeenvolg.
Frame
packing
Boven-
onder
Ondersteunde timing voor component-YPbPr-ingang
Ondersteunde
Timing Resolutie
480i 720 x 480 59,94 15,73 13,5 V
480p 720 x 480 59,94 31,47 27 V
576i 720 x 576 50 15,63 13,5
576p 720 x 576 50 31,25 27 720/50p 1280 x 720 50 37,5 74,25 720/60p 1280 x 720 60 45,00 74,25 V
1080/50i 1920 x 1080 50 28,13 74,25
1080/60i 1920 x 1080 60 33,75 74,25 1080/24P 1920 x 1080 24 27 74,25 1080/25P 1920 x 1080 25 28,13 74,25 1080/30P 1920 x 1080 30 33,75 74,25 1080/50P 1920 x 1080 50 56,25 148,5 1080/60P 1920 x 1080 60 67,5 148,5
Verticale frequentie
(Hz)
Horizontale
frequentie (kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
3D-indeling
Frame
opeenvolg.
Side-by-
side
Het weergeven van een signaal van 1080i(1125i)@60Hz of 1080i(1125i)@50Hz kan in lichte beeldtrilling resulteren.
Ondersteunde timing voor video- en S-video-ingangen
Videomodus
NTSC 15,73 60 3,58 V
PAL 15,63 50 4,43
SECAM 15,63 50 4,25 of 4,41
PAL-M 15,73 60 3,58
PAL-N 15,63 50 3,58
PAL-60 15,73 60 4,43
NTSC 4,43 15,73 60 4,43
Horizontale frequentie
(kHz)
Verticale frequentie
(Hz)
52 Specificaties
Frequentie
subdrager kleuren
(MHz)
Ondersteunde
3D-indeling
Frame opeenvolg.
Loading...