BenQ biedt een garantie voor dit product tegen materiaal- en fabricagefouten bij gewoon gebruik en
opslag.
Bij een garantieclaim is bewijs van de aankoopdatum vereist. In geval dit product binnen de
garantieperiode defect wordt bevonden, dan is BenQ alleen verplicht tot en is uw enigste oplossing de
defecte onderdelen te vervangen (inclusief arbeidskosten). Om garantieservice te verkrijgen, dient u
onmiddellijk de dealer waar u het product hebt gekocht, in te lichten over de defecten.
Belangrijk: De bovenstaande garantie vervalt indien de klant heeft nagelaten het product te gebruiken
volgens de schriftelijke instructies van BenQ, in het bijzonder de instructies inzake de
gebruiksomstandigheden. De vochtigheidsgraad moet tussen 10% en 90% liggen, de temperatuur tussen
0°C en 35°C en de projector mag niet worden gebruikt op stoffige plaatsen of op plaatsen hoger dan
4920 voet. Deze garantie geeft u speficieke juridische rechten en u hebt mogelijk andere rechten die per
land kunnen verschillen.
BenQ Corporation verstrekt geen verklaringen of garanties, expliciet of impliciet, betreffende de inhoud
hiervan en wijst uitdrukkelijk eventuele garanties, verhandelbaarheid of geschiktheid voor een specifiek
doeleinde af. Daarnaast behoudt BenQ Corporation zich het recht voor om deze publicatie te herzien
en van tijd tot tijd wijzigingen aan te brengen aan de inhoud ervan, zonder verplicht te zijn personen
betreffende dergelijke herzieningen of veranderingen te hoeven in te lichten.
*DLP, Digital Micromirror Device en DMD zijn handelsmerken van Texas Instruments. Anderen zijn
copyrights van hun respectievelijke bedrijven of organisaties.
Octrooien
Ga naar http://patmarking.benq.com/ voor de details over de octrooilicentie van de BenQ-projector.
2 Informatie betreffende garantie en copyright
Inhoud
Informatie betreffende garantie en copyright ................................................................... 2
Inhoud van de verpakking ......................................................................................................................... 7
Buitenkant van de projector .................................................................................................................... 8
Bedieningselementen en functies............................................................................................................ 9
Plaatsing van uw projector ................................................................................................ 12
Een locatie kiezen ..................................................................................................................................... 12
Een voorkeursgrootte voor het geprojecteerde beeld verkrijgen ............................................... 13
De projector monteren ..........................................................................................................................14
Het geprojecteerde beeld afstellen ......................................................................................................15
De projector uitschakelen .....................................................................................................................23
Directe voeding uit ..................................................................................................................................24
Menu Systeem ........................................................................................................................................... 25
Menu Basis................................................................................................................................................ 30
Menu Geavanceerd .............................................................................................................................. 32
Uw projector is ontworpen en getest om te voldoen aan de nieuwste normen inzake veiligheid van de
apparatuur voor informatietechnologie Echter, om veilig gebruik van dit product te waarborgen, is het
belangrijk dat u de instructies naleeft, zoals in deze handleiding worden genoemd en die op het product
zijn gemarkeerd.
1. Lees deze handleiding voor dat u uw projector bedient. Bewaar het voor
toekomstige raadpleging.
2. Kijk tijdens de werking niet rechtstreeks naar de projectorlens. De intense
lichtstraal kan uw ogen beschadigen.
3. Verwijs onderhoud aan bevoegd servicepersoneel.
6. In sommige landen is de netspanning NIET
stabiel is. Deze projector is ontworpen om
veilig te werken binnen een bereik van
netspanning tussen 100 tot 240 volt
wisselstroom. Hij kan echter falen als
stroomstoringen schommelingen van ±10 volt
optreden. In gebieden waar de
netspanning kan schommelen of
uitvallen, wordt het aanbevolen dat u
uw projector aansluit via een
stroomstabilisator,
overspanningsafleider of
noodstroomvoeding (UPS).
7. Blokkeer de projectielens niet met objecten
als de projector in werking is. Hierdoor
kunnen de objecten heet worden en
vervormd raken of zelfs brand veroorzaken.
Gebruik de lege functie om de lamp tijdelijk
uit te schakelen.
4. Open altijd de lenssluiter (indien
aanwezig) of verwijder de lenskap
(indien aanwezig) als de projectorlamp
aan is.
5. De lamp komt tijdens de werking uitermate
heet. Laat de projector ongeveer 45 minuten
afkoelen, alvorens u de lampsamenstelling
verwijderd om te vervangen.
4 Belangrijke veiligheidsinstructies
8. Bedien de lampen niet tot na de nominale
levensduur van de lamp. Overmatig gebruik
van lampen tot na hun nominale levensduur
kan ervoor zorgen dat zij in zeldzame
gelegenheden breken.
9. Om de lampassamblage of elektronische
componenten te vervangen, moet de stekker
van de projector zijn uitgetrokken.
10. Plaats dit product niet op een onstabiele
wagen, stand of tafel. Het product kan vallen
en ernstige schade ondergaan.
11. Probeer deze projector niet uit elkaar te
halen. Binnen zijn gevaarlijke hoge spanningen
die de dood kunnen veroorzaken als u in
contact komt met onderdelen onder
hoogspanning. De lam die zijn eigen
verwijderbare paneel heeft, is het enige
onderdeel dat door de gebruiker mag worden
behandeld.
U mag onder geen enkele voorwaarde andere
panelen ongedaan maken of verwijderen.
Verwijs onderhoud alleen aan bevoegd
servicepersoneel.
Als de ventilatieopeningen ernstig worden
belemmerd, kan de oververhitting in de
projector leiden tot brand.
13. Plaats de projector altijd op een egaal,
horizontaal oppervlak tijdens de werking.
- Gebruik het noch wanneer hij in een grotere hoek
dan 10 graden van links naar rechts is gekanteld, noch
wanneer gekanteld in een grotere hoek dan 15 graden
van voor naar achteren. Door de projector te
gebruiken wanneer deze niet geheel horizontaal is,
kan storing of schade aan de lamp veroorzaken.
14. Plaats de projector niet terwijl deze geheel
verticaal staat. Dit kan ertoe leiden dat de
projector valt, wat letsel aan personen of
schade aan de projector kan veroorzaken.
15. Sta niet op de projector en plaats geen
objecten erop. Behalve mogelijke fysieke
schade aan de projector, kan dit resulteren in
ongelukken en mogelijk letsel.
12. Blokkeer niet de ventilatieopeningen.
- Plaats deze projector niet op een deken, beddengoed
of elke andere zachte ondergrond.
- Dek deze projector niet af met doek of andere items.
- Plaats geen ontvlambare voorwerpen in de buurt van
de projector.
16. Als de projector in werking is, kunt u mogelijk
verwarmde lucht en geur van het
ventilatierooster waarnemen. Dit is een
normaal fenomeen en geeft niet aan dat het
product defect is.
5 Belangrijke veiligheidsinstructies
17. Plaats geen vloeistoffen in de buurt van of op
3000 m
(10000
voet)
0 m
(0 voet)
de projector. Gemorste vloeistoffen in de
projector kunnen storing eraan veroorzaken.
Als de projector nat wordt, verwijder het dan
van het stopcontact en bel naar BenQ om de
projector te laten onderhouden.
18. Dit product kan omgekeerde afbeeldingen
weergeven voor plafond-/wandinstallatie.
20. Plaats deze projector niet in één van de
volgende omgevingen.
- Slecht geventileerde of afgesloten ruimte: zorg voor
ten minste 50 cm afstand van muren en zorg voor een
vrije luchtstroom rondom de projector;
- locaties waar temperaturen overmatig hoog kunnen
worden, zoals in een auto met alle ramen gesloten;
- in locaties met overmatige vochtigheid, stof of
sigarettenrook kunnen optische componenten
vervuild raken, kan de levensduur van de projector
worden verkort en de afbeeldingen donkerder
worden weergeven;
- locaties nabij brandalarmen;
- locaties met een omgevingstemperatuur van meer
dan 40°C/104°F;
- locaties waar de hoogten groter zijn dan 3000 m
(10000 voet).
19. Dit apparaat moet geaard zijn.
Risicogroep 2
1. Volgens de classificatie van fotobiologische veiligheid van lichtbronen en lichtbronsystemen
behoort dit product tot Risicogroep 2, IEC 62471-5:2015.
2. Mogelijk stoot dit product gevaarlijke optische straling uit.
3. Staar niet in de werkende lichtbron. Dit kan schadelijk zijn voor uw ogen.
4. Net als bij elke heldere lichtbron, mag u niet rechtstreeks in de lichtstraal kijken.
Om schade te voorkomen aan de DLP-chips, mag nooit een krachtige laserstraal op de projectielens worden
gericht.
Hg - deze lamp bevat kwik. Hanteer volgens de lokale wetgeving inzake afval. Raadpleeg www.lamprecycle.org.
6 Belangrijke veiligheidsinstructies
Inleiding
Inhoud van de verpakking
Pak de doos voorzichtig uit en zorg dat u alle hieronder getoonde items hebt. Als enkele van deze items
ontbreken, neem dan contact op met de plaats van uw aankoop.
Standaardaccessoires
Projector
SnelgidsGarantiekaart*Netsnoer
• De meegeleverde accessoires zijn geschikt voor uw regio, maar verschillen mogelijk van die in de afbeeldingen.
• *De garantiekaart wordt alleen in enkele specifieke regio's geleverd. Raadpleeg uw dealer voor meer informatie.
Afstandsbediening met
batterijen
Optionele accessoires
1. Reservelamp
2. 3D-bril
3. Instashow (WDC10/WDC20)
4. Stoffilter
De batterijen van de afstandsbediening vervangen
1. Druk op het batterijenpaneel en open deze, zoals wordt
weergegeven.
VGA-kabel
2. Verwijder de oude batterijen (indien van toepassing) en
plaats twee AAA-batterijen. Zorg dat de positieve en
negatieve polen juist worden geplaatst, zoals wordt
weergegeven.
3. Plaats het batterijenpaneel terug totdat deze op zijn plaats klikt.
7 Inleiding
• Laat de afstandsbediening en batterijen niet in een omgeving met overmatige warmte of vochtigheid, zoals de
7
6
19
20
21
21
21
8
3
3
3
3
5
4
1
10
111312
1614
17
2
9
1518
keuken, badkamer, sauna, serre of in een gesloten auto.
• Gebruik alleen dezelfde batterijen of batterijen van hetzelfde type dat door de fabrikant van de batterij wordt
aanbevolen.
• Gooi de gebruikte batterijen weg volgens de instructies van de fabrikant en de lokale milieuwetten in uw regio.
• Gooi de batterijen nooit in vuur. Dit veroorzaakt gevaar op explosie.
• Als de batterijen leeg zijn of als u de afstandbediening voor een lange tijd niet wilt gebruiken, verwijder dan de
batterijen, om schade aan de afstandbediening door mogelijke lekkende batterijen te vermijden.
Buitenkant van de projector
1. Focusring en zoomring
2. Ventilatie (luchtuitlaat)
3. Verstelvoetjes
4. Projectielens
5. IR-sensor voor afstandsbediening
6. Extern bedieningspaneel
(Raadpleeg Bedieningselementen en functies
12. USB type A-poort met oplaadvermogen
13. RGB (pc)-signaalingangsbus
14. RGB (pc)-signaaluitgangsbus
15. RS-232-poort
16. USB mini-B-poort
17. S-video-ingangsbus
18. Video-ingangsbus
op pagina 9.)
7. Lampenkap
8. Ventilatie (luchtinlaat)
9. Audio-ingangsbus
19. Wisselstroomstekker
20. Kensington-vergrendelingssleuf tegen diefstal
21. Openingen voor wandmontage
Audio-uitgangsbus
10. HDMI 1-ingangspoort
11. HDMI 2-ingangspoort
8 Inleiding
Bedieningselementen en functies
Alle toetsbedieningen die in dit document worden
beschreven, zijn beschikbaar op de
afstandsbediening of projector.
Projector en afstandsbediening
1
2
5
6
7
8
3
4
9
10
1
11
12
5
6
8
4
10
7
9
15
16
17
13
14
18
19
20
1. AAN/UIT
Schakelt de projector tussen standby-modus of
aan.
ON/ Off
Schakelt de projector tussen standby-modus of
aan.
Brengt u terug naar het vorige OSD-menu,
sluit af en slaat menu-instellingen op.
5. Pijltoetsen (, , , )
Als het menu On-screen display (OSD) is
geactiveerd, worden deze toetsen als
directionele toetsen gebruikt om de gewenste
menu-items te selecteren en aanpassingen te
maken.
Keystone-toetsen (, )
Geeft de keystone-correctiepagina weer.
Volumeknoppen /
Verhoogd of verlaagd het volume van de
projector.
9 Inleiding
6. SOURCE
14. SMART ECO
Geeft de bronselectiebalk weer.
7. ECO BLANK
Gebruikt om het schermbeeld te verbergen.
Blokkeer de projectielens niet tijdens
projectie. Hierdoor kunnen de objecten
heet worden en vervormd raken of zelfs
brand veroorzaken.
8. OK
Bevestigt het menu-item van On-screen display
(OSD).
9. AUTO
Bepaalt automatisch de beste beeldtiming voor
de weergegeven afbeelding als het pc-signaal
(analoge RGB) is geselecteerd.
10. MENU
Schakelt het menu On-screen display (OSD)
in.
11. Bronselectieknop: PC 1
Selecteert de PC 1-ingangsbron voor
weergave.
Geeft het menu Lichtmodus weer om een
geschikte bedrijfsmodus van de lamp te
selecteren.
15. FREEZE
Bevriest het geprojecteerde beeld.
16. ASPECT
Selecteert de hoogte/breedteverhouding van
de weergave.
17. Volumeknoppen /
Verhoogd of verlaagd het volume van de
projector.
18. ZOOM+/ZOOM-
Vergroot of verkleint de afmeting van het
geprojecteerde beeld.
19. QUICK INSTALL
Selecteert snel enkele functies om het
geprojecteerde beeld af te stellen en geeft het
testpatroon weer.
20. PICTURE MODE
12. Bronselectieknop: HDMI
Selecteert de HDMI-ingangsbron voor
weergave.
13. PAGE/PAG E
Stel uw weergavesoftware (op een aangesloten
pc) in werking die op opdrachten
Page-up/down reageert (zoals Microsoft
PowerPoint).
Selecteert de beeldmodus.
10 Inleiding
Effectief bereik van afstandsbediening
C
a
.
+
3
0
º
C
a
.
+
3
0
º
De afstandsbediening met in een hoek van 30 graden loodrecht op de IR-afstandsbedieningssensor(en)
worden gericht om juist te functioneren. De afstand tussen de afstandsbediening en de sensor(en) mag
niet de 8 meter overschrijden (~ 26 voet).
Zorg dat er geen obstakels zijn tussen de afstandsbediening en de IR-sensor(en) op de project die de
infrarode straal kunnen belemmeren.
• De projector vanaf de voorzijde bedienen• De projector vanaf de bovenzijde bedienen
11 Inleiding
Plaatsing van uw projector
Een locatie kiezen
Alvorens een installatielocatie te kiezen voor uw projector, moet u de volgende factoren in
beschouwing nemen:
• Grootte en positie van uw scherm
• Locatie van stopcontact
• Locatie en afstand tussen de projector en de rest van uw apparatuur
U kunt uw projector op de volgende wijze installeren.
1. Tafel voor
Selecteer deze locatie waarbij de projector op de
tafel voor het scherm is geplaatst. Dit is de meest
gebruikte wijze om de projector voor snelle
installatie en draagbaarheid te plaatsen.
3. Plafond voor
Selecteer deze locatie waarbij de projector
ondersteboven hangt voor het scherm. Schaf de
BenQ-plafond-/wandmontageset voor de
projector aan bij uw dealer om uw projector te
monteren.
2. Tafel achter
Selecteer deze locatie waarbij de projector op de
tafel achter het scherm is geplaatst. Let op dat
hiervoor een speciaal scherm voor projectie van
achteren is vereist.
4. Plafond achter
Selecteer deze locatie waarbij de projector
ondersteboven hangt achter het scherm. Let op
dat voor deze installatielocatie een speciaal
scherm voor projectie van achteren en de
BenQ-plafond-/wandmontageset voor de
projector zijn vereist.
Ga, naar het inschakelen van de projector, naar het menu Geavanceerd - Instell. > Projectorinstallatie > Projectorinstallatie en druk op / om een instelling te selecteren.
U kunt ook QUICK INSTALL gebruiken op de afstandsbediening om dit menu te openen.
12 Plaatsing van uw projector
Een voorkeursgrootte voor het geprojecteerde beeld
H
B
Projectieafstand
Centrum van lens
Scherm
16:9 scherm diagonaal
Offset
verkrijgen
De afstand van de projectorlens tot het scherm, de zoominstelling (indien beschikbaar) en de
video-indeling beïnvloeden de grootte van het geprojecteerde beeld.
Projectieafmetingen
• De hoogte-/breedteverhouding van het scherm is 16:9 en de hoogte-/breedteverhouding van het
geprojecteerde beeld is 16:9
SchermformaatProjectieafstand (mm)
Inchmm(max. zoom)(min. zoom)
307623746649901039108930
401016498 886 1319 1386 1452 40
501270623 1107 1649 1732 1815 50
601524747 1328 1979 2079 2178 60
701778872155023092425254170
802032996 1771 2639 2772 2905 80
9022861121199229693118326890
10025401245 2214 3299 3465 3631 100
110279413702435362838113994110
12030481494 2657 3958 4158 4357 120
130330216192878428845044720130
140355617433099461848505083139
15038101868 3321 4948 5197 5446 149
160406419923542527855435809159
170431821173763560858906172169
180457222413985593762366535179
190482623664206626765836898189
20050802491 4428 6597 6929 7261 199
25063503113 5535 8246 8661 9077 249
30076203736 6641 9896 10394 10892 299
H (mm)B (mm)
Min.afstand
Gemiddeld
Max.afstand
Offset (mm)Diagonaal
Bijvoorbeeld, als u een scherm van 120 inch gebruikt, dan is de aanbevolen projectieafstand 4158 mm.
Als uw gemeten projectieafstand 5200 mm is, dan is 5197 mm de beste benadering in de
"Projectieafstand (mm)"-kolom. Door in deze rij te kijken, ziet u dat een scherm van 150" (ca 3,8 m)
wordt vereist.
13 Plaatsing van uw projector
Om de kwaliteit van uw projectie te optimaliseren, suggereren wij dat u de projectie binnen een niet-grijsgebied
uitvoert.
Alle afmetingen zijn approximatief en kunnen van de feitelijke grootten verschillen.
BenQ raadt u aan dat als u de projector permanent wenst te installeren, u de grootte en de afstand van de feitelijke
projector in situ test, alvorens u de projector permanent installeert. Hiermee biedt u speling voor de optische
eigenschappen van deze projector. U kunt op deze wijze de precieze montagepositie vaststellen die het beste
geschikt is voor uw installatielocatie.
De projector monteren
Als u uw projector wenst te monteren, raden wij u ten zeerste aan dat u de juist passende
BenQ-montageset voor de projector gebruikt en dat u zorgt dat deze stevig en veilig wordt
geïnstalleerd.
Als u een montageset voor de projector gebruikt die niet van het merk BenQ is, dan ontstaat er een
veiligheidsrisico waardoor de projector kan vallen wegens onjuiste bevestiging door de verkeerde maat
of lengte van schroeven te gebruiken.
Alvorens de projector te monteren.
• Schaf een BenQ-montageset voor de projector aan waar u uw BenQ-projector hebt gekocht.
• BenQ raadt u aan dat u ook een afzonderlijke Kensington-vergrendelingscompatibele beveiligingskabel
aanschaft en deze stevig aan de Kensington-vergrendelingssleuf op de projector en de basis van de
montagebeugel bevestigd. Dit zal de ondergeschikte rol spelen om de projector te weerhouden als de
bevestiging ervan aan de montagebeugel los raakt.
• Vraag uw dealer om voor u de projector te installeren. Door zelf uw projector te installeren, kunt u
veroorzaken dat deze valt wat in letsel kan resulteren.
• Neem de nodige maatregelen om te voorkomen dat de projector valt, bijvoorbeeld tijdens een
aardbeving.
• De garantie dekt geen schade aan het product die wordt veroorzaakt door de projector met een
montageset voor projectoren te gebruiken dat niet van het merk BenQ is.
• Houd rekening met de omgevingstemperatuur op de plek waar de projector op het plafond of aan de
wand wordt gemonteerd. Als een kachel wordt gebruikt, kan de temperatuur rond het plafond/de
wand hoger zijn dan verwacht.
• Lees de gebruikershandleiding voor de montageset inzake het koppelbereik. Door met een koppel vast
te maken die het aanbevolen bereik overschrijdt, kan schade aan de projector veroorzaken en
vervolgens een val.
• Zorg dat de netuitgang op een toegankelijke hoogte is, zodat u de projector gemakkelijk kunt
uitschakelen.
14 Plaatsing van uw projector
Installatieschema plafond-/wandmontage
Schroef voor plafond-/wandmontage: M4
(Max L = 25 mm; Min L = 20 mm)
Eenheid: mm
75146
100
7527
Het geprojecteerde beeld afstellen
De projectiehoek afstellen
Als de projector niet op een egaal oppervlak is
geplaatst of als het scherm en de projector niet
loodrecht ten opzichte van elkaar zijn, dan wordt
het geprojecteerde beeld trapeziumvormig. U kunt
de stelpootjes draaien om de horizontale hoek fijn
af te stellen.
Om de pootjes uit te trekken, schroeft u de
stelpootjes in omgekeerde richting.
Kijk niet in de lens terwijl de lamp brandt. Het sterke licht van de lamp kan schade aan uw ogen veroorzaken.
Het beeld automatische afstellen
In sommige gevallen moet u mogelijk de beeldkwaliteit optimaliseren. Druk hiervoor op AUTO. Binnen
3 seconden zal de geïntegreerde functie voor Slim automatisch afstellen de waarden van Frequentie en
Klok opnieuw afstellen om de beste beeldkwaliteit te leveren.
De huidige broninformatie wordt gedurende 3 seconden in de hoek van het scherm weergegeven.
Deze functie is alleen beschikbaar als het pc-signaal (analoge RGB) is geselecteerd.
15 Plaatsing van uw projector
Fijnafstelling van de beeldgrootte en helderheid
Druk op.
Druk op .
Stel het geprojecteerde beeld met de zoomring af
op de grootte die u nodig hebt.
Maak het beeld scherp door aan de focusring te
draaien.
Keystone-correctie
Keystone veroorzaken, verwijst naar de situatie waarbij het geprojecteerde beeld trapezoïdevormig
wordt door de gehoekte projectie.
Om dit te corrigeren, moet u dit via de volgende stappen handmatig corrigeren.
1. Voer één van de volgende stappen uit om de pagina
Keystone-correctie weer te geven.
• Druk op de projector of de afstandbediening op /.
• Druk op de afstandbediening op QUICK INSTALL. Druk
op om Keystone te markeren en druk op OK.
• Ga naar het menu Geavanceerd - Weergave > Keystone en druk op OK.
2. Nadat de pagina Keystone-correctie wordt weergegeven. Druk op om boven in het beeld
keystone-correctie uit te voeren. Druk op om onder in het beeld keystone-correctie uit te
voeren.
16 Plaatsing van uw projector
Verbin ding
2
7
1
1
9
5
6
7
4
9
8
33
Notebook en
desktop-computer
VGA-kabel
VGA-naar-DVI-A-kabel
USB-kabel
Component
Video-naar-VGA
(D-sub)-adapterkabel
S-Video-kabel
Video-kabel
Audiokabel
Audio L/R-kabel
HDMI-kabel
1
2
34567
8
9
Luidsprekers
Monitor
A/V-apparaat
Zorg voor het volgende als u een signaalbron op de projector aansluit:
1. schakel alle appartuur uit alvorens u enige aansluitingen maakt;
2. gebruik voor elke bron de juiste signaalkabels;
3. zorg dat de kabels stevig worden ingevoerd.
• In de bovenstaande aansluitingen, zijn mogelijk enkele kabels niet inbegrepen met de projector (raadpleeg Inhoud
van de verpakking op pagina 7). Zij zijn commercieel verkrijgbaar bij elektronicazaken.
• De afbeeldingen voor de aansluiten zijn alleen ter referentie. De achterste aansluitbussen die op de projector
beschikbaar zijn, kunnen per projectormodel verschillen.
• Veel notebooks schakelen hun externe videopoorten niet in als zij op een projector zijn aangesloten. Meestal
wordt de externe display in/uit geschakeld via een toetsencombinatie, zoals FN + functietoets met een
monitorsymbool. Druk tegelijkertijd op FN en de gelabelde functietoets. Raadpleeg de documentatie van uw
notebook om de toetsencombinatie voor uw notebook te vinden.
• Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat de projector is ingeschakeld en de juiste
videobron is geselecteerd, controleer dan of het videobronapparaat is ingeschakeld en juist werkt. Controleer ook
of de signaalkabels juist zijn aangesloten.
17 Verbinding
U hoeft de projector aalleen op een videobronapparaat aan te sluiten met behulp van een van de
aansluitingsmethoden. Elk biedt echter een ander niveau van videokwaliteit.
AansluitklemBeeldkwaliteit
HDMI
Component video (via RGB-ingang)
S-Video
Video
Beste
Beter
Goed
Normaal
Audio aansluiten
De projector heeft, alleen voor bedrijfsdoeleinden, geïntegreerde mono-luidsprekers die zijn
ontworpen om basis-audiofunctionaliteit te geven met bijbehorende gegevenspresentaties. Zij zijn niet
ontworpen of bedoeld voor stereo-audioreproductie dat naar verwachting kan worden gebruikt in
toepassingen voor thuisbioscopen. Een stereo-audio-ingang (indien gegeven), wordt via de luidsprekes
van de projector in een algemene mono-audio-uitgang gemengd.
De geïntegreerde luidspreker(s) zal/zullen worden gedempt als de AUDIO OUT-bus wordt
aangesloten.
• Zelfs als een stereo-audio-ingang is aangesloten, kan de projector alleen maar gemengde mono-audio afspelen.
• Als het geselecteerde videobeeld niet wordt weergegeven nadat de projector is ingeschakeld en de juiste
videobron is geselecteerd, controleer dan of het videobronapparaat is ingeschakeld en juist werkt. Controleer ook
of de signaalkabels juist zijn aangesloten.
18 Verbinding
Werking
De projector opstarten
1. Steek de stroomkabel in. Schakel de schakelaar van de
netuitgang in (waar uitgerust). Het oranje lampje van de
voedingsindicator op de projector brandt nadat de
voeding is toegepast.
2. Druk op de projector op of op de afstandsbediening
op om de projector te starten. Het groene lampje
van de voedingsindicator knippert en blijft groen als de
projector aan is.
De opstartprocedure duurt ongeveer 30 seconden. In
een latere fase van het opstarten, wordt een opstartlogo geprojecteerd.
Draai, indien nodig, de focusring om de beeldscherpte af te stellen.
3. Als de projector voor de eerste keer wordt geactiveerd,
selecteert u volgens de instructies op het scherm uw
OSD-taal.
4. Als u voor een wachtwoord wordt gevraagd, drukt u op
de pijltoetsen om een 6-cijferig wachtwoord in te voeren.
Raadpleeg De wachtwoordfunctie gebruiken op pagina
21.
5. Schakel alle aangesloten apparatuur in.
6. De projector zal naar ingangssignalen zoeken. Het huidige
ingangssignaal dat wordt gescand, verschijnt. Als de projector geen geldig signaal vindt, wordt het
bericht "Geen signaal" continu weergegeven totdat een ingangssignaal wordt gevonden.
U kunt ook drukken op SOURCE om uw gewenste ingangssignaal te selecteren. Raadpleeg
Ingangssignaal wisselen op pagina 23.
• Gebruik de oorspronkelijke accessoires (bijv. Stroomkabel) om mogelijke gevaren te vermijden, zoals elektrische
schok of brand.
• Als de projector nog warm is van de vorige activiteit, dan zal gedurende ongeveer 90 seconden een
koelingsventilator werken voordat de lamp wordt ingeschakeld.
• De schermopnamen van de wizard Installatie zijn alleen ter referentie en kunnen van het feitelijke ontwerp
verschillen.
• Als de frequentie/resolutie van het ingangssignaal het werkingsbereik van de projector overschrijdt, dan wordt
het bericht “Buiten bereik”weergegeven op het achtergrondscherm. Verander naar een ingangssignaal dat
compatibel is met de resolutie van de projector of stel het ingangssignaal op een lagere instelling in. Raadpleeg
Timingskaart op pagina 50.
• Als er gedurende 3 minuten geen signaal wordt gedetecteerd, dan gaat de projector automatisch naar de
besparingsmodus.
19 Werking
De menu's gebruiken
Menu Basis
Helderheid
Beeldverhouding
2
1
2
6
Lichtmodus
Beeldmodus
Volume
Informatie
Menutype
Auto
Presentatie
SmartEco
Invoeren
Afsluiten
5
3
4
Draadloos lan
1
4
253
6
De projector is uitgerust met 2 types menu's voor On-Screen Display (OSD) om diverse aanpassingen
en instellingen uit te voeren.
• Basis OSD-menu: biedt primaire menufuncties (Raadpleeg Menu Basis op pagina 30)
• Geavanceerd OSD-menu: biedt volledige menufuncties (Raadpleeg Menu Geavanceerd op pagina 32)
Voor toegang tot het OSD-menu drukt u op de projector of de afstandsbediening op MENU.
• Gebruik de pijltoetsen ( / // ) op de projector of de afstandsbediening om door de menu-items te
bladeren.
• Gebruik OK op de projector of de afstandsbediening om het geselecteerde menu-item te bevestigen.
De eerste keer dat u de projector gebruikt (na de eerste installatie af te ronden), wordt het
OSD-basismenu weergegeven.
De onderstaande schermopnamen van de OSD zijn alleen ter referentie en kunnen van het feitelijke ontwerp
verschillen.
Hieronder vindt u het overzicht van het Basis OSD-menu.
Typ e m e nu
Druk op OK om het
menu te openen.
HoofdmenuStatus
Huidig
ingangssignaal
Druk op MENU om
af te sluiten.
Als u denkt om van het Basis OSD-menu naar het Geavanceerd OSD-menu te schakelen, volg dan de
onderstaande instructies:
1. Ga naar menu Basis > Menutype.
2. Druk op OK en druk op / om Geavanceerd te selecteren. De volgende keer als u de
projector inschakelt, kunt u het Geavanceerd OSD-menu openen door op MENU te drukken.
20 Werking
Hieronder vindt u het overzicht van het Geavanceerd OSD-menu.
BEELD
Beeldmodus
Helderheid
Contrast
Kleur
Tint
Scherpte
Uit
Referentiemodus
1
7
6
Brilliant Color
Geavanceerde kleurinstellingen
Weergave
Instell.
Informatie
InvoerenAfsluiten
Ter ug
Presentatie
Presentatie
Beeld resetten
Systeem
2
3
4
5
1
5
2
6
3
7
4
Voer nieuw wachtwoord in
Ter ug
Hoofdmenu
en pictogram
van
hoofdmenu
Submenu
Huidig
ingangssignaal
Druk op BACK
om naar de
vorige pagina te
gaan.
Druk op MENU
om af te sluiten.
Status
Druk op OK
om het menu
te openen.
Als u denkt om van het Geavanceerd OSD-menu naar het Basis OSD-menu te schakelen, volg dan de
onderstaande instructies:
1. Ga naar het menuGeavanceerd - Systeem > Menu-instellingen en druk op OK.
2. Selecteer Menutype en OK.
3. Druk op / om Basis te selecteren. De volgende keer als u de projector inschakelt, kunt u het
Basis OSD-menu openen door op MENU te drukken.
De projector veiligstellen
Gebruik een beveiligingskabel met vergrendeling.
De projector moet op een veilige plek worden geïnstalleerd om diefstal te voorkomen. Koop anders
een slot, zoals het Kensington-slot, om de projector veilig te stellen. Op de achterzijde van de projector
vindt u een Kensington-vergrendelingssleuf. Raadpleeg item 20 op pagina 8.
Een Kensington-beveiligingskabelslot komt meestal in een combinatie van sleutel(s) en het slot.
Raadpleeg de documentatie van het slot om te leren hoe het te gebruiken.
De wachtwoordfunctie gebruiken
Een wachtwoord instellen
1. Ga naar menu Geavanceerd - Instell. > Beveiligingsins Tellingen. Druk op OK. De pagina Beveiligingsins Tellingen verschijnt.
2. Markeer Wachtwoord wijzigen en druk op OK.
3. De vier pijltoetsen ( , , , ) vertegenwoordigen
respectievelijk 4 cijfers (1, 2, 3, 4). Druk volgens het
wachtwoord dat u wilt instellen, op de pijltoetsen en
voer een zes cijfers in voor het wachtwoord.
4. Bevestig het nieuwe wachtwoord door deze opnieuw in
te voeren.
Zodra het wachtwoord is ingesteld, keert het
OSD-menu terug naar de pagina Beveiligingsins Tellingen.
5. Om de functie Inschakelblokkering te activeren, drukt u op / om Inschakelblokkering te
markeren en drukt u op / om Aan te selecteren. Voer het wachtwoord opnieuw in.
21 Werking
• De cijfers die worden ingevoerd, worden als asterisks op het scherm weergegeven. Noteer uw geselecteerde
Wachtwoordfout
Probeer het opnieuw.
Schrijf de terugroepcode op en neem contact op
met de klantenservice van BenQ.
Code:
Wachtwoord herstellen
Ter ug
wachtwoord en bewaar het op een veilige plek voordat of nadat u het wachtwoord invoert, zodat het altijd
beschikbaar is, mocht u het ooit vergeten.
• Zodra een wachtwoord is ingesteld, en de opstartvergrendeling is geactiveerd, kan de projector niet worden
gebruikt, tenzij elke keer dat de projector wordt gestart, het juiste wachtwoord wordt ingevoerd.
Als u het wachtwoord vergeet
Als u het verkeerde wachtwoord invoert dan verschijnt
bericht Wachtwoord fout en vervolgens verschijnt het
bericht Voer wachtwoord in Als u zich het wachtwoord
echt niet meer herinnert, kunt u de procedure voor
terugroepen van wachtwoord gebruiken. Raadpleeg Naar de
procedure voor wachtwoord terugroepen op pagina 22.
Als u 5 keer achter elkaar een onjuist wachtwoord hebt ingevoerd, zal de projector in korte tijd
automatisch worden uitgeschakeld.
Naar de procedure voor wachtwoord terugroepen
1. Druk op AUTO en houd deze 3 seconden ingedrukt. De
projector zal een gecodeerd nummer weergeven op het
scherm.
2. Noteer het nummer en schakel uw projector uit.
3. Vraag het lokale BenQ-servicecentrum om te helpen het
nummer te decoderen. Mogelijk moet u een bewijs van
aankoopdocumentatie leveren om te verifiëren dat u een
bevoegde gebruiker van de projector bent.
Het wachtwoord wijzigen
1. Ga naar menu Geavanceerd - Instell. > Beveiligingsins Tellingen > Wachtwoord wijzigen.
2. Druk op OK. Het bericht “Voer wachtwoord in” verschijnt.
3. Voer het oude wachtwoord in.
• Als het wachtwoord juist is, verschijnt een ander bericht als “Voer nieuw wachtwoord in”.
• Als het wachtwoord onjuist is, dan verschijnt het bericht Wachtwoord fout en kunt u opnieuw
proberen via het bericht “Voer wachtwoord in”. U kunt op BACK drukken om de wijziging te
annuleren of om een ander wachtwoord te proberen.
4. Voer een nieuw wachtwoord in.
5. Bevestig het nieuwe wachtwoord door deze opnieuw in te voeren.
De wachtwoordfunctie uitschakelen
Om de wachtwoordbescherming uit te schakelen gaat u naar menuGeavanceerd - Instell. >
Beveiligingsins Tellingen > Inschakelblokkering en drukt u op / om Uit te selecteren. Het
bericht “Voer wachtwoord in” verschijnt. Voer het huidige wachtwoord in.
• Als het wachtwoord juist is, keert het OSD-menu terug naar de pagina Beveiligingsins Tellingen. De volgende keer dat u de projector inschakelt, hoeft u niet mee het wachtwoord in
te voeren.
• Als het wachtwoord onjuist is, dan verschijnt het bericht Wachtwoord fout en kunt u opnieuw
proberen via het bericht “Voer wachtwoord in”. U kunt op BACK drukken om de wijziging te
annuleren of om een ander wachtwoord te proberen.
22 Werking
Ofschoon de wachtwoordfunctie is uitgeschakeld, moet u het oude wachtwoord bij de hand bewaren voor als u ooit
de wachtwoord functie opnieuw moet activeren door het oude wachtwoord in te voeren.
Ingangssignaal wisselen
De projector kan tegelijkertijd op meerdere apparaten worden
aangesloten. Echter, het kan meer één volledig scherm per keer
weergeven. Bij het opstarten, zoekt de projector automatisch naar
beschikbare signalen.
Zorg dat het menu Geavanceerd - menu Instell. > Ingang autom. ZoekenAan is als u de projector automatisch naar signalen
wilt laten zoeken.
Ga als volgt te werk om de bron te selecteren:
1. Druk op SOURCE. Er verschijnt een bronselectiebalk.
2. Druk op / totdat uw gewenste signaal is geselecteerd en druk dan op OK.
Zodra gedetecteerd, zal in de hoek van het scherm enkele seconden informatie over de
geselecteerde bron verschijnen. Als op de projector meerdere apparaten zijn aangesloten, herhaalt
u stappen 1-2 om naar een ander signaal te zoeken.
• Het helderheidsnivau van het geprojecteerde beeld verandert overeenkomstig terwijl u tussen verschillende
ingangssignalen schakelt.
• Voor de beste resultaten voor beeldweergaven moet u een ingangssignaal selecteren en gebruiken die uitvoert
met de oorspronkelijke resolutie van de projector. Elke andere resolutie zal, afhankelijk van de instelling
"hoogte-/breedteverhouding" door de projector worden geschaald. Dit kan enige beeldvervorming of verlies van
beeldscherpte veroorzaken. Raadpleeg Beeldverhouding op pagina 30.
De projector uitschakelen
1. Druk op de projector op of op de afstandsbediening
op en er zal een bevestigingsbericht verschijnen die u
om bevestiging vraagt. Als u niet binnen enkele seconden
reageert, zal het bericht verdwijnen.
2. Druk voor een tweede keer op of op . Het
oranje lampje van de voedingsindicator knippert, de
projectielamp gaat uit en de ventilatoren blijven nog
ongeveer 90 seconden draaien om de projector af te
koelen.
3. Zodra het afkoelingsproces is voltooid, brand het oranje lampje van de voedingsindicator continu
en stoppen de ventilatoren. Verwijder de stroomkabel uit het stopcontact.
• Om de lamp te beschermen, zal de projector tijdens het afkoelingsproces niet reageren op enkele opdrachten.
• Om de afkoelingstijd te verkorten, kunt u ook de functie Snelkoeling activeren. Raadpleeg Snelle afkoeling op
pagina 37.
• Schakel de projector niet onmiddellijk in nadat u deze hebt uitgeschakeld. De overmatige hitte kan de levensduur
van de lamp verkorten.
• Resultaten betreffende de levensduur van de lamp verschillen, afhankelijk van omgevingsvoorwaarden en gebruik.
23 Werking
Directe voeding uit
De wisselstroomkabel kan meteen worden verwijderd zodra de projector is uitgeschakeld. Wacht
ongeveer 10 minuten alvorens u de projector opnieuw start, om de lamp te beschermen. Als u probeert
de projector opnieuw te starten, kunnen de ventilatoren gedurende enkele minuten blijven draaien om
af te koelen. Druk in dergelijke gevallen opnieuw op of op om de projector te starten zodra de
ventilatoren zijn gestopt en het lampje van de voedingsindicator continu oranje brandt.
24 Werking
Menuwerking
Let op dat de menu's van on-screen display (OSD) verschillen vollgens het geselecteerde signaaltype en
het projectormodel dat u gebruikt.
De menu-items zijn beschikbaar zodra de projector ten minste één geldig signaal detecteert. Als er geen
apparatuur is aangesloten op de projector en er is geen signaal gedetectered, dan zijn beperkte
menu-items toegankelijk.
Hoe hoger de waarde, des te scherper het beeld. Stel dit bedieningselement af
zodat de zwarte gebieden van de afbeelding net zo zwart verschijnen en dat de
details in de zwarte gebieden zichtbaar zijn.
Afhankelijk van uw ingangssignaalbron zijn er diverse opties om de
hoogte-/breedteverhouding van het beeld in te stellen.
• Auto: Schaalt een beeld proportioneel om de
oorspronkelijke resolutie van de projector passend
te maken in zijn horizontale of verticale breedte.
• Werkelijk: Projecteert een beeld volgens de
oorspronkelijke resolutie en past de grootte aan
zodat deze binnen het weergavegebied past. Voor
ingangssignalen met lagere resoluties zal het
geprojecteerde beeld in zijn oorspronkelijke
grootte worden weergegeven.
• 4:3: Schaalt een afbeelding zodat het in het midden
van het scherm, met een
hoogte-/breedteverhouding van 4:3 weergegeven.
• 16:9: Schaalt een afbeelding zodat het in het
midden van het scherm, met een
hoogte-/breedteverhouding van 16:9 weergegeven.
• 16:10: Schaalt een afbeelding zodat het in het
midden van het scherm, met een
hoogte-/breedteverhouding van 16:10
weergegeven.
30 Menuwerking
De projector is met enkele vooraf gedefinieerde beeldmodi gepreset, zodat u er één
kunt kiezen die bij uw bedrijfsomgeving en het beeld van het type ingangssignaal
past.
• Helder: Maximaliseert de helderheid van het geprojecteerde beeld. Deze modus
is geschikt voor omgevingen waar extra hoge helderheid wordt vereist, zoals
wanneer de projector in goed verlichte ruimtes wordt gebruikt.
• Presentatie: Is ontworpen voor presentaties. De helderheid wordt in deze
modus benadrukt om op de kleuring van de pc en het notebook aan te passen.
• Infographic: Is perfect voor presentaties met een mengsel van tekst en
afbeeldingen. Dit komt door de hoge kleurhelderheid en beter kleurverloop om
de details scherper te zien.
Beeldmodus
• Video: Is geschikt voor het afspelen van video's in een omgeving met
omgevingsverlichting. Dynamische kleurdetails blijven behouden dankzij de
BenQ-technologie voor kleurverbetering.
• sRGB: Maximaliseert de zuiverrheid van RGB-kleuren om levensechte beelden te
bieden, ongeacht de helderheidsinstelling. Het is vooral geschikt om foto's te
bekijken die met een sRGB compatibele en juist gekalibreerde camera zijn gemaakt
en om pc-afbeeldingen en tekentoepassingen te bekijken, zoals AutoCAD.
• Spreadsheet: Ontwerp voor gebruikers die veel Excel en tabellen gebruiken om
financiële cijfers of kwaliteitscijfers te bespreken tijdens vergaderingen.
• 3D: Is passend om 3D-beelden en 3D-videofragmenten af te spelen.
• Gebruiker 1/Gebruiker 2: Roept de instellingen terug die op basis van de huidig
beschikbare beeldmodi zijn aangepast. Raadpleeg Referentiemodus op pagina 32.
VolumeStelt het geluidsniveau af.
LichtmodusRaadpleeg Instelling van Lichtmodus op pagina 42.
• Native resolutie: Toont de oorspronkelijke resolutie van de projector.
• Gedetecteerde resolutie: Toont de oorspronkelijke resolutie van het
ingangssignaal.
• Ingang: Toont de huidige signaalbron.
Informatie
Menutype
• Beeldmodus: Toont de geselecteerde modus in het menu BEELD.
• Lichtmodus: Toont de geselecteerde modus in het menu Lichtinstellingen.
• 3D-formaat: Toont de huidige 3D-modus.
• Kleursysteem: Toont de indeling van het invoersysteem.
• Gebruikstijd licht: Toont het aantal uren dat de lamp is gebruikt.
• Firmware-versie: Toont de firmware-versie van uw projector.
• Servicecode: Toont de servicecode van uw projector.
Schakelt naar het Geavanceerd OSD-menu. Raadpleeg De menu's gebruiken op
pagina 20.
31 Menuwerking
Menu Geavanceerd
BEELD
De projector is met enkele vooraf gedefinieerde beeldmodi gepreset, zodat u er
één kunt kiezen die bij uw bedrijfsomgeving en het beeld van het type ingangssignaal
past.
• Helder: Maximaliseert de helderheid van het geprojecteerde beeld. Deze modus
is geschikt voor omgevingen waar extra hoge helderheid wordt vereist, zoals
wanneer de projector in goed verlichte ruimtes wordt gebruikt.
• Presentatie: Is ontworpen voor presentaties. De helderheid wordt in deze
modus benadrukt om op de kleuring van de pc en het notebook aan te passen.
• Infographic: Is perfect voor presentaties met een mengsel van tekst en
afbeeldingen. Dit komt door de hoge kleurhelderheid en beter kleurverloop om
de details scherper te zien.
• Video: Is geschikt voor het afspelen van video's in een omgeving met
Beeldmodus
omgevingsverlichting. Dynamische kleurdetails blijven behouden dankzij de
BenQ-technologie voor kleurverbetering.
• sRGB: Maximaliseert de zuiverrheid van RGB-kleuren om levensechte beelden te
bieden, ongeacht de helderheidsinstelling. Het is vooral geschikt om foto's te
bekijken die met een sRGB compatibele en juist gekalibreerde camera zijn
gemaakt en om pc-afbeeldingen en tekentoepassingen te bekijken, zoals
AutoCAD.
Referentiemodus
Helderheid
• Spreadsheet: Ontwerp voor gebruikers die veel Excel en tabellen gebruiken om
financiële cijfers of kwaliteitscijfers te bespreken tijdens vergaderingen.
• 3D: Is passend om 3D-beelden en 3D-videofragmenten af te spelen.
• Gebruiker 1/Gebruiker 2: Roept de instellingen terug die op basis van de
huidig beschikbare beeldmodi zijn aangepast. Raadpleeg Referentiemodus op
pagina 32.
Er zijn twee door de gebruiker definieerbare modi als de huidige beschikbare
beeldmodi niet aan uw behoefte voldoen. U kunt als startpunt een van de
beeldmodi gebruiken (met uitzondering van de Gebruiker 1/Gebruiker 2) en de
instellingen aanpassen.
1. Ga naar BEELD > Beeldmodus.
2. Druk op / om Gebruiker 1 of Gebruiker 2 te selecteren.
3. Druk op om Referentiemodus te selecteren en druk op / om een
beeldmodus te selecteren die het beste aan uw behoeften voldoet.
4. Druk op om een menu-item te selecteren die moet worden gewijzigd en stel
de waarde af. De afstellingen definiëren de geselecteerde gebruikersmodus.
Hoe hoger de waarde, des te scherper het beeld. Stel dit bedieningselement af
zodat de zwarte gebieden van de afbeelding net zo zwart verschijnen en dat de
details in de zwarte gebieden zichtbaar zijn.
Contrast
32 Menuwerking
Hoe hoger de waarde, des te beter het contrast. Gebruik deze om de piek van het
witniveau in te stellen nadat u eerder de instelling Helderheid hebt afgesteld, om
het op uw geselecteerde ingang en kijkomgeving aan te passen.
Kleur
Lagere instellingen produceren minder verzadigde kleuren. Als de instelling te hoog
is, worden de kleuren op het beeld overweldigend waardoor het onrealistisch lijkt.
Alleen het YUV-kleurbereik wordt ondersteund.
Tint
Hoe hoger de waarde, des te groener het beeld wordt. Hoe lager de waarde, des te
roder het beeld wordt.
ScherpteHoe hoger de waarde, des te scherper het beeld wordt.
Deze functie gebruikt een nieuw algoritme voor kleurverwerking en verbeteringen
aan het systeemniveau, terwijl het reëlere, levendigere kleuren in beeld brengt.
Hiermee kan de helderheid meer dan 50% worden verhoogd in beelden met
Brilliant Color
middentonen. Dit is normaal bij video- en natuurlijke scènes, zodat de projector
beelden geeft in realistische en ware kleuren. Als u beelden met die kwaliteit
prefereert, selecteer dan Aan.
Als Uit is geselecteerd, dan is de functie Kleurtemperatuur niet beschikbaar.
Kleurtemperatuur
Er zijn diverse preset-instellingen voor kleurtemperatuur beschikbaar. De
beschikbare instellingen kunnen verschillen volgens het geselecteerde signaaltype.
• Normaal: Behoud normale kleuringen voor wit.
• Koel: Zorgt dat beelden blauwig wit verschijnen.
Geavanceerde kleu-
• Warm: Zorgt dat beelden roodachtig wit verschijnen.
Kleurtemperatuur afstemmen
rinstellingen
U kunt ook een voorkeurskleurtemperatuur instellen door de volgende opties af te
stellen.
• R-versterking/G-versterking/B-versterking: Stelt de contrastniveaus af
voor Rood, Groen en Blauw.
• R-verschuiving/G-verschuiving/B-verschuiving: Stelt de
helderheidsniveaus af voor Rood, Groen en Blauw.
33 Menuwerking
Geavan-
ROOD
BLAUW
GROEN
Geel
Cyaan
Magenta
ceerde kleurinstellingen
Kleurbeheer
Deze functie biedt zes setten (RGBCMY) van kleuren die moeten worden afgesteld.
Als u elke kleur selecteert, dan kunt u zijn bereik en verzadiging onafhankelijk naar
uw voorkeur afstellen.
• Primaire kleur: Selecteert een kleur onder R (Rood), G (Groen), B
(Blauw), C (Cyaan), M (Magenta), of Y (Geel).
• Tint: Toename in het bereik zal kleuren
omvatten die uit meerdere proporties van de
twee naastgelegen kleuren bestaan. Raadpleeg de
afbeelding over hoe de kleuren met elkaar
gerelateerd zijn.
Als u bijvoorbeeld Rood selecteert en zijn bereik
instelt op 0, dan wordt in het geprojecteerde
beeld alleen zuiver rood geselecteerd Door zijn
bereik te vergroten, zal hij rood dichter bij geel
en rood dichter bij magenta omvatten.
• Verzadiging: Stelt de waarden af naar uw voorkeur. Elke afstelling zal
onmiddellijk in het beeld worden gereflecteerd. Als u bijvoorbeeld Rood
selecteert en zijn waarde instelt op 0, dan wordt alleen de verzadiging van
zuiver rood beïnvloed.
Beeld
resetten
Verzadiging is de hoeveeld van die kleur in een videobeeld. Lagere instellingen produceren minder
verzadigde kleuren; een instelling van "0" verwijdert die kleur helemaal van het beeld. Als de
verzadiging te hoog is, dan wordt die kleur overweldigend en onrealistisch.
• Versterking: Stelt de waarden af naar uw voorkeur. Het contrastniveau van
de primaire kleur die u selecteert, zal worden beïnvloed. Elke afstelling zal
onmiddellijk in het beeld worden gereflecteerd.
Wandkleur
Corrigeert de kleur van het geprojecteerde beeld als het projectieoppervlak, zoals
een geverfde muur, niet wit is. De functie Muurkleur kan helpen de kleuren van het
geprojecteerde beeld te corrigeren om kleurverschil tussen de bron en de
geprojecteerde beelden te vermijden. Er zijn verschillende vooraf gekalibreerde
kleuren waar u van kunt kiezen: Lichtgeel, Roze, Lichtgroen, Blauw, en Schoolbord.
Brengt alle afstellingen die u hebt gemaakt voor het menu BEELD terug naar de
vooraf ingestelde fabriekswaarden.
34 Menuwerking
Weergave
15:9 beeld
4:3 beeld
16:9 beeld
4:3 beeld
16:9 beeld
16:10 beeld
Beeldverhouding
Afhankelijk van uw ingangssignaalbron zijn er diverse opties om de
hoogte-/breedteverhouding van het beeld in te stellen.
• Auto: Schaalt een beeld proportioneel om de
oorspronkelijke resolutie van de projector passend
te maken in zijn horizontale of verticale breedte.
• Werkelijk: Projecteert een beeld volgens de
oorspronkelijke resolutie en past de grootte aan
zodat deze binnen het weergavegebied past. Voor
ingangssignalen met lagere resoluties zal het
geprojecteerde beeld in zijn oorspronkelijke
grootte worden weergegeven.
• 4:3: Schaalt een afbeelding zodat het in het midden
van het scherm, met een
hoogte-/breedteverhouding van 4:3 weergegeven.
• 16:9: Schaalt een afbeelding zodat het in het
midden van het scherm, met een
hoogte-/breedteverhouding van 16:9 weergegeven.
Keystone
Auto verticale
keystone
Testpatroon
Pc &
YPbPr-component
afstemmen
• 16:10: Schaalt een afbeelding zodat het in het
midden van het scherm, met een
hoogte-/breedteverhouding van 16:10
weergegeven.
Voert keystone-correctie uit bij een beeld. Raadpleeg Keystone-correctie op pagina
16.
Wanneer Automatische verticale keystone wordt geselecteerd, zal het
projectorbeeld automatisch de keystone afstellen.
Stelt de beeldgrootte en focus af en controleert of
het geprojecteerde beeld niet is misvormd.
• Fase: Stelt de klokfase in om beeldvervorming te
verminderen. Deze functie is alleen beschikbaar als het
pc-signaal (analoge RGB) of YPbPr-signaal is
geselecteerd.
• Horizontale afmeting: Stelt de horizontale breedte van het beeld af. Deze
functie is alleen beschikbaar als het pc-signaal (analoge RGB) is geselecteerd.
Positie
Geeft de pagina Positie-afstelling weer. Om het geprojecteerde beeld te verplaatsen,
gebruikt u de directionele pijltoetsen. Deze functie is alleen beschikbaar als het
pc-signaal (analoge RGB) is geselecteerd.
35 Menuwerking
3D
Deze projector heeft een 3D-functie waarmee u op een realistischere wijze kunt
genieten van de 3D-films, -video's en sportevenementen door de diepte van de
beelden te tonen. Om de 3D-beelden te zien, moet u een 3D-bril dragen.
• 3D-modus: De standaardinstelling is Uit. Als je wilt dat de project automatisch
een 3D-indeling kiest als hij 3D-inhoud detecteert, selecteer dan Auto. Als de
projector de 3D-indeling niet kan herkeennen, druk dan op / om een
3D-modus te kiezen uit Boven-onder, Frame opeenvolg., Frame packing en Side-by-side.
Als de 3D-functie is geactiveerd:
• zal het helderheidsniveau van het geprojecteerde beeld verminderen.
• De volgende instellingen kunnen niet worden afgesteld: Beeldmodus, Referentiemodus.
• De Keystone kan alleen binnen de beperkte mate worden afgesteld.
• 3D sync omkeren: Als u inversie van de beelddiepte ontdekt, schakelt u deze
functie in om het probleem te corrigeren.
• 3D-instellingen toepassen: Nadat de 3D-instellingen zijn opgeslagen, kunt u
beslissen of u ze wilt toepassen. Hiervoor kiest u een set van 3D-instellingen die u
hebt opgeslagen. Zodra toegepast, zal de projetor automatisch de binnenkomende
3D-content afspelen als deze overeenkomt met de opgeslagen 3D-instellingen.
Hdmi-formaat
Digitale zoom
Alleen de set(s) van 3D-instellingen met in het geheugen opgeslagen gegevens is/zijn beschikbaar.
• 3D-instellingen opslaan: Als u na het maken van de juiste afstellingen de
3D-content succesvol hebt weergegeven, kunt u deze functie inschakelen en een
set van 3D-instellingen kiezen voor het in het geheugen opslaan van de huidige
3D-instellingen.
Selecteer een geschikte kleurindeling om de weergavekwaliteit te optimaliseren.
• Auto: Selecteert automatisch een geschikte kleurruimte en grijsniveau voor het
binnenkomende HDMI-signaal.
• RGB beperkt: Gebruikt het beperkte bereik RGB 16-235.
• RGB volledig: Gebruikt het volledige bereik RGB 0-255.
• YUV beperkt: Gebruikt het beperkte bereik YUV 16-235.
• YUV volledig: Gebruikt het volledige bereik YUV 0-255.
Vergroot of verkleint de afmeting van het geprojecteerde beeld. Nadat de pagina
Digitale zoom wordt weergegeven, drukt u op ZOOM+/ZOOM- om het beeld
tot een gewenste grootte te verkleinen of te vergroten. Druk op de directionele
pijlen , , , ) op de projector of de afstandsbediening om het beeld te
navigeren.
Weerg ave
resetten
36 Menuwerking
Het beeld kan alleen na vergroting worden genavigeerd. U kunt het beeld nog meer vergroten als u
naar details zoekt.
Brengt alle afstellingen die u hebt gemaakt voor het menu Weergave terug naar
de vooraf ingestelde fabriekswaarden.
Instell.
Projectorinstallatie
Externe
ontvanger
Ingang autom.
Zoeken
Auto-sync
Lichtinstellingen
Raadpleeg Een locatie kiezen op pagina 12.
Hiermee kunt u alle afstandsontvangers of één specifieke afstandsontvanger op de
projector inschakelen.
Hiermee kan de projector automatisch naar een signaal zoeken.
• Aan: Hiermee kan de projector automatisch de beste beeldtiming bepalen voor
de weergegeven afbeelding als het pc-signaal (analoge RGB) is geselecteerd
AUTO is ingedrukt.
• Uit: De projector zal niet reageren als AUTO is ingedrukt.
• Lichtmodus: Raadpleeg Instelling van Lichtmodus op pagina 42.
• Lichttimer resetten: Raadpleeg De lichttimer resetten op pagina 45.
• Gebruikstijd licht: Geeft het aantal uren dat de lamp is gebruikt weer.
Snelle afkoeling:
Door Aan te selecteren wordt de functie ingeschakeld en wordt de koelingstijd van
de projector gekort van een normale duur van 90 seconden tot een duur van
ongeveer 15 seconden.
Gebruiksinstellingen
Inactief-timer
Stelt de blanco tijd van het beeld in als er op het lege scherm geen actie wordt
ondernomen. Zodra verlopen, zal het beeld terugkeren op het scherm. Als de
vooraf ingestelde tijdspannen niet geschikt zijn voor uw behoeften, dan selecteert u
Uitschakelen. Ongeacht Inactief-timer al of niet is geactiveerd, kunt u op de
projector of afstandsbediening op de meeste toetsen drukken om het beeld te
herstellen.
Herinnering
Stelt de herinneringsberichten aan of uit.
37 Menuwerking
Gebruiksinstellingen
Hoogtemodus
Wij raden u aan dat u de Hoogtemodus gebruikt als uw omgeving tussen
1500 m – 3000 m boven zeepeil is en de omgevingstemperatuur is tussen 0°C –
30°C.
Bediening onder "Hoogtemodus" kunnen een bedrijfsgeluidniveau van hogere
decibellen veroorzaken omdat een hogere ventilatiesnelheid nodig is om de algehele
systeemafkoeling en -prestaties te verbeteren.
Als u deze projector onder andere extreme omstandigheden gebruikt, met
uitzondering van bovenstaande, kan hij automatische afsluitsymptomen tonen. Deze
zijn ontworpen om uw projector tegen oververhitting te beschermen. In deze
gevallen moet u naar de modus Grootte hoogte schakelen om deze symptomen op
te lossen. Echter, dit geeft niet aan dat deze projector onder enkele of alle ruige of
extreme omstandigheden kan werken.
Gebruik niet de Hoogtemodus als op een hoogte tussen 0 m en 1500 m is en de
omgevingstemperatuur tussen 0°C en 35°C is. De projector zal overmatig verkoeld raken als u
onder dergelijke omstandigheden de modus inschakelt.
Instellingen voor in/uitschakelen
Beveiligingsins Tellingen
Baud-ratio
• Direct inschakelen: Hiermee kan de projector automatisch inschakelen zodra
de voeding door de voedingskabel gaat.
• Inschakelen bij signaal: Stelt of de projector rechtstreeks moet worden
ingeschakeld, zonder op AAN/UIT of ON te drukken als de projector in
standby-modus is en een VGA-signaal of HDMI-signaal met 5 V vermogen
detecteert.
• Automatisch uitschakelen: Hiermee kan de projector automatisch worden
uitgeschakeld als na een ingestelde tijdsperiode geen ingangssignaal is
gedetecteerd, om te voorkomen dat de levensduur van de lamp onnodig wordt
verbruikt.
• Uitschakeltimer: Stelt de automatische uitschakelingstimer in.
Direct herstarten
Hiermee kunt u binnen 90 seconden na het uitschakelen de projector opnieuw
starten.
Raadpleeg De wachtwoordfunctie gebruiken op pagina 21.
Selecteert een baudrate die identiek is aan die van uw computer, zodat u de
projector met een geschikte Rs-232-kabel kunt aansluiten en de firmware van de
projector kunt bijwerken of downloaden. Deze functie is bedoeld voor
gekwalificeerd servicepersoneel.
HDMI-equalizer
38 Menuwerking
Stelt de gain-instellingen van de equalizer af voor een HDMI-signaal. Hoe hoger de
instelling, des te sterker is de gain-waarde. Als er meer dan één HDMI-poort is op
de projector, selecteert u eerste de HDMI-projector alvorens de waarde af te
stellen.
USB-aan/uitschakelaar
Schakelt de 5V vermogensuitvoer van de "Type A-connector" in of uit. Om deze
functie in te schakelen, selecteert u Aan. Selecteer Uit als de PointWrite Touch
Module niet wordt gebruikt om schade te vermijden.
Instellingen
resetten
Brengt alle afstellingen die u hebt gemaakt voor het menu Instell. terug naar de
vooraf ingestelde fabriekswaarden.
Systeem
TaalStelt de taal in voor de On-Screen Display (OSD)-menu's.
• Stand-bymodus
• ECO: De projector blijft met minder dan 0,5 W voedingsverbruik in de
standby-modus.
• Normaal: Hiermee kan de projector in standby-modus de functies Audio
pass-through en Beeldscherm-uit leveren.
Stand-by-inste
llingen
Als de projector in standby-modus is, wordt er geen voeding geleverd van de USB-poort.
• Audio pass-through: De projector kan geluid afspelen als hij in de
standby-modus is en de overeenkomende pluggen juist op de apparaten zijn
aangesloten. Druk op / om de bron te kiezen die u wilt gebruiken. Raadpleeg
Verbinding op pagina 17 over hoe de verbinding te maken.
Achtergrondinstellingen
• Achtergrond: stelt de achtergrondkleur in voor de projector.
• Opstartscherm: hiermee kunt u selecteren welk logoscherm wordt
weergegeven tijdens het opstarten van de projector.
Menu-instellingen
Geluidsinstellingen
Ondertitels
• Menutype: Schakelt naar het Basis OSD-menu.
• Weergaveduur menu: Stelt de tijdsduur in dat de OSD actief blijft na de laatste
druk op een toets.
• Geluid uit: Schakelt het geluid tijdelijk af.
• Volume: Stelt het geluidsniveau af.
• Beltoon aan/uit: Schakelt de ringtoon in of uit als de projector tijdens het
proces voor opstarten en uitschakelen.
De enige manier om Beltoon aan/uit te veranderen is door hier Aan of Uit in te stellen. Het
geluid dempen of het geluidsniveau wijzigen, heeft geen invloed op de Beltoon aan/uit.
• Ondertitels aan: Activeert de functie door Aan te selecteren als het
geselecteerde ingangssignaal ondertiteling bevat.
Titels: Een weergave op het scherm van de dialoog, gesproken tekst en geluidseffecten van
tv-programma's en video's die ondertiteling zijn (meestal gemarkeerd als "CC" in
programmagegevens.
• Ondertitelversie: Selecteert een voorkeursondertitelingsmodus. Om titels te
bekijken, selecteert u OT1, OT2, OT3, of OT4 (OT1 geeft titels weer in de
primaire taal in uw gebied).
39 Menuwerking
Fabriekswaarden
Brengt alle instellingen terug naar de vooraf ingestelde fabriekswaarden.
De volgende instelilngen zullen blijven: Keystone, Projectorinstallatie, Lamptimer,
Brengt alle afstellingen die u hebt gemaakt voor het menu Systeem terug naar de
vooraf ingestelde fabriekswaarden.
• Native resolutie: Toont de oorspronkelijke resolutie van de projector.
• Gedetecteerde resolutie: Toont de oorspronkelijke resolutie van het
ingangssignaal.
• Ingang: Toont de huidige signaalbron.
• Beeldmodus: Toont de geselecteerde modus in het menu BEELD.
• Lichtmodus: Toont de geselecteerde modus in het menu Lichtinstellingen.
• 3D-formaat: Toont de huidige 3D-modus.
• Kleursysteem: Toont de indeling van het invoersysteem.
• Gebruikstijd licht: Toont het aantal uren dat de lamp is gebruikt.
• Firmware-versie: Toont de firmware-versie van uw projector.
• Servicecode: Toont de servicecode van uw projector.
40 Menuwerking
Onderhoud
Zorg voor de projector
De lens reinigen
Reinig de lens zodra u vuil of stof op het oppervlak waarneemt. Zorg dat u de projector uitschakelt en
deze geheel laat afkoelen, alvorens u de lens reinigt.
• Gebruik perslucht om stof te verwijderen.
• Als er vuil of vegen zijn, gebruik dan papier voor lensreiniging of bevochtig een zachte doek met
lensreiniger en veeg het lensoppervlak voorzichtig schoon.
• Gebruik nooit een soort van schuurspons, basisch of zuur reinigingsmiddel, schuurpoeder of vluchtig
oplosmiddel, zoals alcohol, benzeen, thinner of insecticide. Door dergelijk materiaal te gebruiken of
langdurig contact te houden met rubber of vinyl materiaal kan resulteren in schade aan het oppervlak
van de projector en het materiaal van de behuizing.
De projectorbehuizing reinigen
Alvorens u de behuizing reinigt, moet u de projector uitschakelen volgens de juiste
uitschakelingsprocedure, zoals wordt beschreven in De projector uitschakelen op pagina 23 en de
voedingskabel uittrekken.
• Om vuil of stof te verwijderen, veegt u de behuizing met een zachte, pluisvrije doek schoon.
• Om hardnekkig vuil of vlekken te verwijderen, maakt u een zachte doek vochtig met water en een
neutrale pH-reinigingsmiddel. Veeg vervolgens de behuizing schoon.
Gebruik nooit was, alcohol, benzeen, thinner of andere chemische reinigingsmiddelen. Deze kunnen de behuizing
beschadigen.
De projector opslaan
Als u de projector voor een langere periode moet opslaan, dient u de onderstaande instructies te
volgen:
• zorg dat de temperatuur en vochtigheid in de opslagruimte binnen het aanbevolen bereik voor de
projector zijn. RaadpleegSpecificaties op pagina 48 of vraag uw dealer over advies betreffende het
bereik.
• Schuif de verstelpootjes in.
• Verwijder de batterij uit de afstandsbediening.
• Pak de projector in zijn originele verpakking of equivalent daarvan in.
De projector transporteren
Het wordt aanbevolen dat u de projector in zijn originele verpakking of equivalent daarvan verzendt.
Lampinformatie
De levensduur van de lamp
Als de projector in werking is, wordt de tijdsduur het lampgebruik, automatisch (in uren) berekend
door de ingebouwde timer. De berekeningsmethode voor de levensduur van de lamp is als volgt:
41 Onderhoud
Gebruikstijd lamp = (uren gebruikt in de modus Normaal) + (uren gebruikt in de modus ECO) +
(uren gebruikt in de modus SmartEco) + (uren gebruikt in de modus LampSave)
Totaal (equivalent) van levensduur van de lamp = 3 x (uren gebruikt in de modus Normaal) + 1,5 (uren
gebruikt in de modus ECO) + 1,5 (uren gebruikt in de modus SmartEco) + 1 x (uren gebruikt in de
modus LampSave)
Om informatie over de levensduur van de lamp te verkrijgen:
1. Ga naar het menu Geavanceerd - Instell. > Lichtinstellingen en druk op OK. De pagina Lichtinstellingen verschijnt.
2. Druk op om Gebruikstijd licht te selecteren en druk op OK. De informatie over
Gebruikstijd licht wordt weergegeven.
U kunt de informatie over de levensduur van de lamp ook via het menu Informatie krijgen.
De levensduur van de lamp verlengen
• Instelling van Lichtmodus
Ga naar het menu Geavanceerd - Instell. > Lichtinstellingen > Lichtmodus en selecteer een
geschikt lampvermogen van de geleverde modi.
Door de projector in te stellen in de modus ECO, SmartEco of LampSave verlengt de levensduur
van de lamp.
VerlichtingsmodusBeschrijving
NormaalLevert de volledige helderheid van de lamp
ECO
SmartEco
LampSave
Vermindert de helderheid om de levensduur van de lamp te verlengen en vermindert
het geluid van de ventilator.
Stelt, afhankelijk van het helderheidsniveau van de content, het lampvermogen
automatisch af terwijl de display-kwaliteit wordt geoptimaliseerd.
Stelt, afhankelijk van het helderheidsniveau van de content, het lampvermogen
automatisch af terwijl het een langere levensduur van de lamp aanbiedt.
• Instelling van Automatisch uitschakelen
Met deze functie kan de projector automatisch worden uitgeschakeld als na een ingestelde tijdsperiode
geen ingangssignaal is gedetecteerd, om te voorkomen dat de levensduur van de lamp onnodig wordt
verbruikt.
Om Automatisch uitschakelen in te stellen gaat u naar menu Geavanceerd - Instell. > Gebruiksinstellingen > Instellingen voor in/uitschakelen > Automatisch uitschakelen en
drukt u op /.
Timing voor het vervangen van de lamp
Als de het lampje van de Verlichtingsindicator brandt of als een bericht verschijnt dat suggereert dat
het tijd is om de lamp te vervangen, dient u uw dealer te raadplegen of naar http://www.BenQ.com te
gaan alvorens u een nieuwe lamp installeert. Een oude lamp kan een storing in de projector veroorzaken
en in sommige gevallen kan de lamp exploderen.
42 Onderhoud
• De schijnbare helderheid van het geprojecteerde beeld zal verschillen. Dit hangt af van de condities van de
Bestel een vervangende lamp
Equivalent lampuren >XXXX uur
Bestel nieuwe lampen op www.BenQ.com
Kennisgeving
Lamp snel vervangen
Equivalent lampuren >XXXX uur
Bestel nieuwe lampen op www.BenQ.com
Kennisgeving
Gebruiksduur lamp verstreken
Vervang lamp (zie handleiding)
Stel lamptimer dan opnieuw in
Bestel nieuwe lampen op www.BenQ.com
Kennisgeving
Lamp nu vervangen
Equivalent lampuren >XXXX uur
Bestel nieuwe lampen op www.BenQ.com
Kennisgeving
omgevingsverlichting, de instellingen voor contrast/helderheid van het ingangssignaal en is rechtstreeks
proportioneel aan de afstand van de projectie.
• De helderheid van de lamp zal met de tijd verminderen en kan binnen de specificaties van de lampenfabrikant
verschillen. Dit is normaal en naar verwachting.
• De LIGHT (Light-indicator) en TEMP (waarschuwingslampje temperatuur) zullen gaan branden als de
lamp te heet wordt. Schakel de netvoeding uit en laat de projector gedurende 45 minuten afkoelen. Als het
indicatielampje voor de Lamp of Temp nog brandt nadat u de netvoeding weer hebt ingeschakeld, dient u contact
op te nemen met uw dealer. Raadpleeg Indicatoren op pagina 46.
De volgende lampenwaarschuwing herinnert u er aan om de lamp te vervangen.
Installeer een nieuwe lamp voor optimale prestaties. Druk op
OK om het bericht te verwijderen.
Het wordt ten zeerste aangeraden dat u bij deze levensduur de
lamp vervangt. De lamp is een verbruiksartikel. De helderheid
van de lamp vermindert tijdens het gebruik. Dit is normaal
gedrag voor de lamp. U kunt de lamp vervangen zodra u merkt
dat het helderheidsniveau aanzienlijk is verminderd.
Druk op
OK om het bericht te verwijderen.
De lamp MOET worden vervangen opdat de projector normaal
zal werken.
Druk op
"XXXX" die in de bovenstaande berichten wordt getoond, zijn de nummers die afhankelijk van de verschillende
modellen kunnen verschillen.
OK om het bericht te verwijderen.
43 Onderhoud
De lamp vervangen (ALLEEN VOOR REPARATEURS)
4
5
6
4
• Om het risico op elektrische schok te verminderen, moet u de projector altijd uitschakelen en de voedingskabel
altijd loskoppelen, alvorens de lamp te vervangen.
• Om het risico op ernstige brandwonden te verminderen, moet u de projector ten minste 45 minuten laten
afkoelen, alvorens de lamp te vervangen.
• Om het risico op letsel aan vingers en schade aan interne componenten te verminderen, moet u voorzichtig zijn
bij het verwijderen van het lampglas dat in scherpe scherven is gevallen.
• Om het risico op letsel aan vingers en/of aantasting van de beeldkwaliteit door aanraking van de lens te
verminderen, mag u het lege lampcompartiment niet aanraken terwijl de lamp is verwijderd.
• Deze lamp bevat kwik. Raadpleeg de lokale voorschriften inzake gevaarlijk afval om deze lamp op de juiste wijze af
te voeren.
• Om optimale prestaties van de projector te verzekeren, wordt het aangeraden dat u een gekwalificeerde
projectorlamp koopt om de lamp te vervangen.
• Als de lamp wordt vervangen terwijl de projector ondersteboven hangt, moet u ervoor zorgen dat niemand onder
de fitting is om mogelijk letsel of schade aan ogen vermijden dat door een gebroken lamp wordt veroorzaakt.
• Zorg voor goede ventilatie terwijl u gebroken lampen hanteert. Wij raden u aan dat u stofmaskers, een
veiligheidsbril of gelaatsscherm, evenals beschermkleding, zoals handschoenen, draagt.
1. Schakel de netvoeding uit en verwijder de projector uit het stopcontact. Als de lamp heet is,
vermijdt u brandwonden door ongeveer 45 minuten te wachten tot de lamp is afgekoeld.
2. Maak de schroef of schroeven los die de lampenkap op
de zijkant van de projector vasthoudt/-en, totdat de de
lampenkap los is.
3. Verwijder de lampenkap van de projector.
• Schakel de netvoeding aan terwijl de lampenkap open is.
• Plaats niet uw vingers tussen de lamp en de projector. De
scherpe randen in de projector kunnen letsel veroorzaken.
4. Koppel de lampconnector los.
5. Maak de schroef of schroeven los die de interne lamp
vasthouden.
6. Til de handgreep op zodat deze opwaarts is gericht.
44 Onderhoud
7. Gebruik de handgreep om de lamp langzaam uit de
8
8
9
10
11
projector te trekken.
• Door te snel aan de lamp te trekken, kan ervoor zorgen dat
de lamp breekt en gebroken glas in de projector terecht
komt.
• Plaats de lamp niet op locaties waar water erop kan worden
gespetterd, kinderen de lamp kunnen bereiken of in de buurt
van ontvlambare materialen.
• Plaats uw handen niet in de projector nadat de lamp is
verwijderd. De scherpe randen in de projector kunnen letsel
veroorzaken. Als u de optische componenten binnen
aanraakt, kan dit oneffenheden in de kleuren en vervorming
van de geprojecteerde beelden veroorzaken.
8. Plaats de nieuwe lamp, zoals in de afbeelding wordt
getoond. Lijn de lampconnector en 2 scherpe punten uit
met de projector en duw de lamp een beetje in de
vergendelde positie.
9. Plaats de lampconnector.
10. Zet de schroef of schroeven vast die de lamp
vasthouden.
11. Zorg dat de handgreep geheel vlak en in vergrendelde
positie is.
• Maak de schroef los die een slechte verbinding
veroorzaakt. Dit kan in storing resulteren.
• Draai de schroef niet te vast.
12. Plaats de lampenkap van de projector terug.
13. Zet de schroef of schroeven vast die de lampkap
vasthouden.
• Maak de schroef los die een slechte verbinding
veroorzaakt. Dit kan in storing resulteren.
• Draai de schroef niet te vast.
14. Sluit de netvoeding aan en start de projector opnieuw.
De lichttimer resetten
15. Na het opstartlogo opent u het On-Screen Display (OSD)-menu. Ga naar het menu Geavanceerd - Instell. > Lichtinstellingen en druk op OK. De pagina Lichtinstellingen
verschijnt. Markeer Lichttimer resetten en druk op OK. Er wordt een waarschuwingsbericht
weergegeven, waarin u wordt gevraagd of u de timer van de lamp wilt resetten. Markeer Reset en
druk op OK. De timer van de lamp wordt gereset op "0".
U mag de timer niet resetten als de lamp niet nieuw of vervangen is. Dit kan schade veroorzaken.
45 Onderhoud
Indicatoren
Ver li chti ng
Status en beschrijving
Stroomgebeurtenissen
Standby-modus
Opstarten
Normale werking
Normale afkoeling bij uitschakeling
Download
Startstoring KW
Gegevensonderbreking, abnormale uitschakeling van scaler
Reset scaler mislukt
Inbrandingsgebeurtenissen
Inbranding aan
Inbranding uit
: Uit
Verlichtingsgebeurtenissen
Levensduur verlichting verlopen
Verlichtingsfout bij normale werking
Verlichting brandt niet
Thermische gebeurtenissen
Ventilator 1 fout (de feitelijke ventilatiesnelheid is buiten de
gewenste snelheid)
Ventilator 2 fout (de feitelijke ventilatiesnelheid is buiten de
gewenste snelheid)
Ventilator 3 fout (de feitelijke ventilatiesnelheid is buiten de
gewenste snelheid)
Temperatuur 1 fout (over temperatuursgrens)
: Oranje brandt: Groen brandt: Rood brandt
: Oranje knippert: Groen knippert: Rood knippert
46 Onderhoud
Probleemoplossen
De project kan niet inschakelen
OorzaakOplossing
Er is geen voeding via de voedingskabel.
Er is een poging gedaan om de projector tijdens
het afkoelingsproces weer in te schakelen.
Geen beeld
OorzaakOplossing
Steek de voedingskabel in de voedingsbus voor
wisselstroom op de projector en steek de voedingskabel in
het stopcontact. Als het stopcontact een schakelaar heeft,
zorg dan dat deze is ingeschakeld.
Wacht tot het afkoelingsproces is voltooid.
De videobron is niet ingeschakeld of is niet juist
aangesloten.
De projector is niet juist op het apparaat van het
ingangssignaal aangesloten.
Het ingangssignaal is niet juist geselecteerd.Selecteer het juiste ingangssignaal met de toets SOURCE.
De lenskap is nog geslotenOpen de lenskap.
Wazig beeld
OorzaakOplossing
De projectielens is niet juist scherp gesteld.Stel de focus van de lens af met de focusring.
De projector en het scherm zijn niet juist
uitgelijnd.
De lenskap is nog geslotenOpen de lenskap.
De afstandsbediening werkt niet.
OorzaakOplossing
De batterijen zijn leeg.Vervang beide batterijen door nieuwe.
Er is een obstakel tussen de afstandbediening en
de projector.
U bent te ver verwijderd van de projector.Sta binnen 8 meter (26 voet) van de projector.
Schakel de videobron in en controleer of de signaalkabel
juist is aangesloten.
Controleer de verbinding.
Stel de projecthoek en richting af, evenals de hoogte van de
projector als dit nodig is.
Verwijder het obstakel.
Het wachtwoord is onjuist.
OorzaakOplossing
U bent het wachtwoord vergeten.
Raadpleeg Naar de procedure voor wachtwoord
terugroepen op pagina 22.
47 Probleemoplossen
Specificaties
Specificaties van de projector
Alle specificaties kunnen, zonder voorafgaande melding, worden gewijzigd.
Optisch
Resolutie
1920 (H) x 1080 (V)
Display-systeem
1-CHIP DMD
Lens
F = 2,56 ~ 2,68, f = 22 ~ 24,1 mm
Lamp
200 W lamp
Elektriciteit
Netvoeding
AC100–240V, 3,2 A, 50–60 Hz (automatisch)
Stroomverbruik
280 W (max); < 0,5 W (Standby)
Mechanisch
Gewicht
2,5 Kg (5,5 lbs)
Uitgangsaansluitingen
RGB-uitgang
D-Sub 15-pins (tegenstekker) x 1
Luidspreker
10 watt x 1
Audiosignaaluitgang
PC audioplug x 1
Bediening
USB
Type-A netvoeding 5 V/1,5 A x 1; Mini-B x 1
RS-232 seriële bediening
9-pins x 1
IR-ontvanger x 2
Ingangsaansluitingen
Computeringang
RGB-ingang
D-Sub 15-pins (tegenstekker) x 1
Videosignaalingang
S-VIDEO
Mini DIN 4-pins x 1
VIDEO
RCA-plug x 1
SD/HDTV-signaalingang
Analoog - Component
(via RGB-ingang)
Digitaal - HDMI x 2
Audiosignaalingang
Audio in
Pc-audioplug x 1
Omgevingsvereisten
Bedrijfstemperatuur
0°C–40°C op zeepeil
Relatieve bedrijfsvochtigheid
10%–90% (zonder condensatie)
Bedrijfshoogte
0–1499 m op 0°C – 35°C
1500–3000 m op 0°C – 30°C (met
modus Grote hoogte aan)
Opslagtemperatuur
-20°C–60°C op zeepeil
Opslagvochtigheid
10%–90% RH (zonder condensatie)
Opslaghoogte
30°C@ 0~12.200m boven zeepeil
Transport
Originele verpakking of equivalent ervan wordt
aanbevolen
Reparatie
Bezoek de onderstaande website en kies uw land om
het venster voor uw onderhoudscontactpersoon te
zoeken.http://www.benq.com/welcome
48 Specificaties
Afmetingen
296
221
120
Eenheid: mm
296 mm (B) x 120 mm (H) x 221 mm (D)
49 Specificaties
Timingskaart
Ondersteunde timing voor pc-ingang
Ver ti cale
ResolutieModus
frequentie
(Hz)
VGA_6059,94031,46925,175VVV
640 x 480
720 x 400720 x 400_7070,08731,46928,3221
800 x 600
1024 x 768
1152 x 8641152 x 864_707567,5108
1024 x 576
1024 x 600
1280 x 7201280 x 720_606045,00074,250VVV
1280 x 7681280 x 768_6059,8747,77679,5VVV
1280 x 800
1280 x 1024
1280 x 960
1360 x 7681360 x 768_6060,01547,71285,5VV
1440 x 900WXGA+_6059,88755,935106,500VV
1400 x 1050SXGA+_6059,97865,317121,750VV
1600 x 1200UXGA60,00075,000162,000VV
1680 x 10501680 x 1050_6059,95465,290146,250VV
640 x 480@67 HzMAC1366,66735,00030,240
832 x 624@75 HzMAC1674,54649,72257,280
SXGA_8585,02491,146157,500
1280 x 960_6060,00060,000108,000VV
1280 x 960_7085,00285,938148,500
119,85477,42583,000V
119,98997,551115,5V
60,035,82046,966
64,99541,46751,419
119,909101,563146,25V
Horizontale
frequentie
(kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Ondersteunde 3D-indeling
Frame
opeenvolg.
Boven-
onder
Side-by-
side
De hierboven getoonde timings worden mogelijk niet ondersteund wegens beperkingen van het EDID-bestand en
de VGA grafische kaart. Het is mogelijk dat sommige timings niet kunnen worden gekozen.
50 Specificaties
Ondersteunde timing voor (HDCP)-ingang
• PC-timings
Ver ti cale
ResolutieModus
frequentie
(Hz)
VGA_6059,940 31,469 25,175 VVV
640 x 480
720 x 400720 x 400_7070,08731,46928,3221
800 x 600
1024 x 768
1152 x 8641152 x 864_707567,5108
1024 x 576@60 Hz
1024 x 600@65 Hz
1280 x 7201280 x 720_606045,00074,250VVV
1280 x 7681280 x 768_6059,87047,77679,5VVV
1280 x 800
1280 x 1024
1280 x 960
1360 x 7681360 x 768_6060,01547,71285,500VV
1440 x 900WXGA+_6059,88755,935106,500VV
1400 x 1050SXGA+_6059,97865,317121,750VV
1600 x 1200UXGA60,00075,000 162,000VV
1680 x 10501680 x 1050_6059,95465,290146,250VV
640 x 480@67 HzMAC1366,66735,00030,240
832 x 624@75 HzMAC1674,54649,72257,280
1024 x 768@75 HzMAC1975,02060,24180,000
1152 x 870@75 HzMAC2175,0668,68100,00
SXGA_8585,02491,146157,500
1280 x 960_6060,00060,000108VV
1280 x 960_8585,00285,938148,500
1920 x 1200_60
(Reduce Blanking)
119,85477,42583,000V
119,98997,551115,5V
60,0035,82046,996
64,99541,46751,419
119,909101,563146,25V
59,95074,038154,0000VVV
Horizontale
frequentie
(kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Ondersteunde 3D-indeling
Frame
opeenvolg.
Boven-
onder
Side-by-
side
De hierboven getoonde timings worden mogelijk niet ondersteund wegens beperkingen van het EDID-bestand en
de VGA grafische kaart. Het is mogelijk dat sommige timings niet kunnen worden gekozen.
51 Specificaties
• Videotimings
Ver ti cale
TimingResolutie
frequentie
(Hz)
480i
480p720 x 48059,9431,4727V
576i
576p720 x 5765031,2527
720/50p1280 x 7205037,574,25VVV
720/60p1280 x 7206045,0074,25VVVV
1080/50i1920 x 10805028,1374,25V
1080/60i1920 x 10806033,7574,25V
1080/24P 1920 x 1080242774,25VVV
1080/25P 1920 x 10802528,1374,25
1080/30P 1920 x 10803033,7574,25
1080/50P 1920 x 10805056,25148,5VV
1080/60P 1920 x 1080 6067,5148,5VV
720 (1440) x
480
720 (1440) x
576
59,9415,7327V
5015,6327
Horizontale
frequentie
(kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
Ondersteunde 3D-indeling
Frame
opeenvolg.
Frame
packing
Boven-
onder
Ondersteunde timing voor component-YPbPr-ingang
Ondersteunde
TimingResolutie
480i720 x 48059,9415,7313,5V
480p720 x 48059,9431,4727V
576i720 x 5765015,6313,5
576p720 x 5765031,2527
720/50p1280 x 7205037,574,25
720/60p1280 x 7206045,0074,25V
1080/50i1920 x 10805028,1374,25
1080/60i1920 x 10806033,7574,25
1080/24P1920 x 1080242774,25
1080/25P1920 x 10802528,1374,25
1080/30P1920 x 10803033,7574,25
1080/50P1920 x 10805056,25148,5
1080/60P1920 x 10806067,5148,5
Verticale frequentie
(Hz)
Horizontale
frequentie (kHz)
Pixelfrequentie
(MHz)
3D-indeling
Frame
opeenvolg.
Side-by-
side
Het weergeven van een signaal van 1080i(1125i)@60Hz of 1080i(1125i)@50Hz kan in lichte beeldtrilling resulteren.
Ondersteunde timing voor video- en S-video-ingangen
Videomodus
NTSC15,73603,58V
PAL15,63504,43
SECAM15,63504,25 of 4,41
PAL-M15,73603,58
PAL-N15,63503,58
PAL-6015,73604,43
NTSC 4,4315,73604,43
Horizontale frequentie
(kHz)
Verticale frequentie
(Hz)
52 Specificaties
Frequentie
subdrager kleuren
(MHz)
Ondersteunde
3D-indeling
Frame opeenvolg.
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.