LET OP:Verwijder in geen geval de bovenste afdekking (van
het achterste gedeelte) anders bestaat er gevaar
voor een elektrische schok. Het apparaat bevat geen
te onderhouden onderdelen; reparaties dienen door
bevoegde personen uitgevoerd te worden.
WAARSCHUWING:
Om het risico op brand of elektrische schokken te
beperken, dient u te voorkomen dat dit apparaat
wordt blootgesteld aan regen en vocht. Het
apparaat mag niet worden blootgesteld aan
neerdruppelend of opspattend water en er mogen
geen met water gevulde voorwerpen – zoals een
vaas – op het apparaat worden gezet.
Dit symbool wijst u er altijd op dat er niet-geïsoleerde
gevaarlijke spanning binnen de behuizing aanwezig
is – deze spanning is voldoende om gevaar voor
elektrische schok op te leveren.
Dit symbool wijst u altijd op belangrijke bedieningsen onderhoudsvoorschriften in de bijbehorende
documenten. Wij vragen u dringend de handleiding
te lezen.
DE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN OP EEN RIJ:
1) Lees deze voorschriften.
2) Bewaar deze voorschriften.
3) Neem alle waarschuwingen in acht.
4) Volg alle voorschriften op.
5) Gebruik dit apparaat niet in de buurt van water.
6) Reinig het uitsluitend met een droge doek.
7) Let erop geen van de ventilatie-openingen te
bedekken. Plaats en installeer het volgens de voorschriften van de fabrikant.
8) Het apparaat mag niet worden geplaatst in de buurt
van radiatoren, warmte-uitlaten, kachels of andere zaken
(ook versterkers) die warmte afgeven.
9) Maak de veiligheid waarin door de polarisatie- of
aardingsstekker wordt voorzien, niet ongedaan. Een
polarisatiestekker heeft twee bladen, waarvan er een
breder is dan het andere. Een aardingsstekker heeft
twee bladen en een derde uitsteeksel voor de aarding.
Het bredere blad of het derde uitsteeksel zijn er voor
uw veiligheid. Mocht de geleverde stekker niet in uw
stopcontact passen, laat het contact dan door een
elektricien vervangen.
10) Zorg ervoor dat er niet over de hoofdstroomleiding
gelopen kan worden en dat het niet wordt samengeknepen, vooral bij stekkers, verlengkabels en het punt
waar ze het apparaat verlaten.
11) Gebruik uitsluitend door de producent gespecificeerd toebehoren c.q. onderdelen.
12) Gebruik het apparaat uitsluitend in combinatie met
de wagen, het statief, de driepoot, de beugel of tafel die
door de producent is aangegeven, of die in combinatie
met het apparaat wordt verkocht. Bij gebruik van een
wagen dient men voorzichtig te zijn bij het verrijden van
de combinatie wagen/apparaat en letsel door vallen te
voorkomen.
13) Bij onweer en als u het apparaat langere tijd niet
gebruikt, haalt u de stekker uit het stopcontact.
14) Laat alle voorkomende reparaties door vakkundig en
bevoegd personeel uitvoeren. Reparatiewerkzaamheden
zijn nodig als het toestel op enige wijze beschadigd is
geraakt, bijvoorbeeld als de hoofdstroomkabel of stekker is beschadigd, als er vloeistof of voorwerpen in
terecht zijn gekomen, als het aan regen of vochtigheid
heeft blootgestaan, niet normaal functioneert of wanneer
het is gevallen.
15) WAARSCHUWING – Deze onderhoudsinstructies zijn
uitsluitend bedoeld voor gekwalificeerd onderhoudspersoneel. Om het risico op elektrische schokken te
beperken, mag u geen andere onderhoudshandelingen
verrichten dan in de bedieningsinstructies vermeld staan,
tenzij u daarvoor gekwalificeerd bent.
2
Page 3
V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2
1. INLEIDING
Hartelijk gefeliciteerd! Met de aankoop van de V-AMPIRE,
V-AMP PRO of V-AMP 2 heeft u voor een nieuwe generatie
gitaarversterkers gekozen. Elk van deze drie producten heeft
extreem uitgebreide mogelijkheden te bieden, waarvan de
grenzen alleen door uw creativiteit worden bepaald.
Met de V-AMPIRE heeft u de gecombineerde versie van onze
V-AMP 2 in bezit, een allround-apparaat, dat zo veelzijdig is, dat
extra apparatuur bijna niet meer nodig is.
De V-AMP PRO is bij wijze van spreken de “grote broer” van
de V-AMP 2. Afgezien van de features van de V-AMP 2 biedt de
PRO-versie de mogelijkheid, audiosignalen digitaal uit te voeren,
waarbij zelfs het uitgifteformaat veranderd kan worden. Op
dezelfde wijze kan de V-AMP PRO extern via Wordclock
gesynchroniseerd worden.
De V-AMP 2 is de verder ontwikkelde versie van de succesvolle V-AMP. Een moderne virtuele gitaarversterker, waarmee
we nieuwe maatstaven hebben gezet. Zo biedt de V-AMP 2 u in
een zeer compact formaat 32 authentieke versterker- en zelfs
speciale luidspreker-sounds, zonder de anders optredende
transportproblemen.
Maar, genoeg woorden verspild: Niets zal u meer overtuigen,
dan hetgeen u hoort en voelt, wanneer u uw V-AMPIRE,
V-AMP 2 of V-AMP PRO voor het eerst uitprobeert.
1.1 Voordat u begint
Teneinde een veilig transport te waarborgen, is de V-AMPIRE/
V-AMP 2/V-AMP PRO in de fabriek zorgvuldig ingepakt. Mocht
de doos desondanks beschadigingen vertonen, kijkt u dan direct
of de buitenkant van het apparaat zelf beschadigd is geraakt.
Stuurt u het apparaat bij eventuele beschadigingen
NIET aan ons terug, maar neemt u dringend eerst
contact op met uw dealer en het transportbedrijf,
aangezien elke aanspraak op vergoeding anders
teniet kan worden gedaan.
Zorgt u alstublieft voor voldoende luchttoevoer en zet de
V-AMPIRE/V-AMP 2/V-AMP PRO niet op een eindtrap of in de
buurt van een verwarming neer, om oververhitting van het
apparaat te voorkomen.
Voordat u het apparaat op het stroomnet aansluit,
dient u eerst zorgvuldig na te gaan of uw apparaat
op de juiste voedingsspanning is ingesteld:
De zekeringhouder aan de bus voor de netaansluiting heeft 3
driehoekige markeringen. Twee van deze driehoeken staan recht
tegenover elkaar. Uw apparaat is op de naast deze markeringen
staande bedrijfsspanning ingesteld en kan worden omgeschakeld
door de zekeringhouder 180° te draaien. LET OP: Dit geldt
niet voor exportmodellen, die bijv. alleen voor een
netspanning van 120 V zijn ontworpen!
Wanneer het apparaat op een andere netspanning
wordt ingesteld, dient er een andere zekering te
worden geplaatst. De specificaties vindt u in het
hoofdstuk “TECHNISCHE GEGEVENS”.
Defecte zekeringen dienen absoluut door
zekeringen van de juiste waarde te worden
vervangen! De specificaties vindt u in het hoofdstuk
“TECHNISCHE GEGEVENS”.
Het apparaat wordt met behulp van het meegeleverde netkabel
met apparaatbus op het net aangesloten. Deze voldoet aan de
nodige veiligheidseisen.
Let u er alstublieft op, dat alle apparaten geaard
dienen te zijn. Voor uw eigen veiligheid dient u in
geen geval de aarding van de apparaten c.q. de
netkabel te verwijderen of onklaar te maken. Het
toestel met altijd met een intacte aarddraad aan
het stroomnet aangesloten zijn.
1.1.1 Online-registratie
Registreer uw nieuw BEHRINGER-apparaat na aankoop zo
snel mogelijk op onze website www.behringer.com
(respectievelijk www.behringer.nl ) en lees de
garantievoorwaarden aandachtig door.
BEHRINGER geeft een jaar* garantie, gerekend vanaf de
aankoopdatum, op materiaal- en productiefouten. Zo nodig kunt
u de garantievoorwaarden in de Nederlandse taal op onze website
onder http://www.behringer.com opvragen of telefonisch onder
+49 2154 9206 4131 opvragen.
Mocht uw product van BEHRINGER defect raken, willen wij
het zo snel mogelijk repareren. Neemt in dat geval direct contact
op met de BEHRINGER-leverancier waar u het apparaat gekocht
heeft. Als uw BEHRINGER-leverancier niet bij u in de buurt
gevestigd is, kunt u ook direct contact opnemen met een van
onze vestigingen. Op de originele verpakking van het apparaat
vindt u een lijst met de adressen van onze BEHRINGER-vestigingen
(Global Contact Information/European Contact Information). Als
er voor uw land geen contactadres vermeld is, kunt u contact
opnemen met de dichtstbijzijnde importeur. Onder het kopje
Support op onze website www.behringer.com kunt u ook de
contactadressen vinden.
Als uw apparaat, samen met de aankoopdatum, bij ons
geregistreerd is, wordt het afhandelen van uw
garantieaanspraken aanmerkelijk eenvoudiger.
Hartelijk dank voor uw medewerking!
* Voor klanten binnen de Europese Unie kunnen er hiervoor
andere bepalingen geldig zijn. Verdere informatie is voor EUklanten via de BEHRINGER Support Deutschland verkrijgbaar.
2. BEDIENINGSELEMENTEN
Een afbeelding van de bedieningselementen met de
overeenkomstige nummering vindt u op de aparte bijlage, die bij
de handleiding wordt meegeleverd. De nummering van de
bedieningselementen komt bij alle drie de apparaten vergaand
overeen. Al is de nummering niet altijd uniform vanwege de
onderling verschillende constructie en uitvoering. Verschillen in
de uitvoering zijn gekenmerkt door de toevoeging “alleen
V-AMPIRE”, “alleen V-AMP PRO” of “alleen V-AMP 2”.
2.1 Bediening/voorkant
Met de POWER-schakelaar zet u de V-AMPIRE (achterkant
van het apparaat) en de V-AMP PRO (voorkant) aan. De
POWER-knop dient in de positie “uit” (niet ingedrukt) te staan
op het moment dat u het apparaat op het stroomnet aansluit.
Let op, de POWER-schakelaar (alleen V-AMPIRE en
V-AMP PRO) schakelt de stroomvoorziening van het
apparaat bij het uitzetten niet volledig uit. Indien u
het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt,
haal dan de netstekker uit het stopcontact.
Met behulp van de GAIN-regelaar stelt u de vervormingsgraad van de versterkersimulatie in.
De VOLUME-regelaar bepaalt het geluidsvolume van de
geselecteerde presets.
Met behulp van de BASS-regelknop van het EQ-gedeelte
kunnen de basfrequenties hoger of lager worden ingesteld.
De MID-regelknop stelt u de middelste frequenties hoger
of lager in.
De TREBLE-regelknop bedient het bovenste frequentiebereik van de geactiveerde preset.
Als de TAP-toets is ingedrukt verandert de
TREBLE-regelknop in een PRESENCE-regelaar.
Hierdoor kan een op het desbetreffende actieve
Ampmodel afgestemd filter in het bovenste
2. BEDIENINGSELEMENTEN
3
Page 4
V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2
frequentiebereik hoger of lager worden gezet, en
zodoende de frequentieafhankelijke tegen-koppeling
van buisversterkers worden gesimuleerd.
De LED-kransen van de regelaars voor VOLUME,
BASS, MID, TREBLE, GAIN, EFFECTS MIX en COMPRESSOR hebben elk negen LED’s. Per krans licht
één LED of evt. twee naast elkaar gelegen LED’s op.
Dit is het geval wanneer de regelaar in een
tussenstand staat. Zo kunnen in totaal 17 standen
worden weergegeven.
Met de AMPS-regelaar selecteert u één van de 32
versterkersimulaties. Rondom de regelaar is een LED-krans
met 16 Led’s aangebracht. Twee versterkertypes delen
telkens één LED. Draai aan de AMPS-regelaar, om een van
de eerste 16 simulaties (markering op het apparaat: wit) te
selecteren.
Om de versterkersimulaties 17 - 32 op te roepen (markering
op het apparaat: grijs) houdt u de TAP-toets ingedrukt en
kiest dan een simulatie met behulp van de AMPS-regelaar.
De LED “17 - 32” in de onderste benedenhoek van
de DISPLAY geeft aan, dat er een van de versterkersimulaties 17 - 32 is gekozen.
Bovendien heeft u de mogelijkheid, een PREAMP BYPASS
via de toetsencombinatie TUNER en TAP te activeren. Als
PREAMP BYPASS geselecteerd is, licht geen enkele van
de LED’s van de AMPS-regelaar op. Voor het uitschakelen
van de PREAMP bypass selecteert u alstublieft een
willekeurig ander Amp-model, of u drukt nog eens op beide
toetsen.
Deze vijf toetsen dienen ter selectie van een preset (A - E)
uit de in het display weergegeven bank.
In de EDIT-modus (die door het gelijktijdig indrukken van de
onder beschreven cursortoetsen wordt geactiveerd)
komt de functie van de toetsen overeen met de direct
erboven aangebrachte beschrijving:
VA: MIDI-functies. Met behulp van de cursortoetsen kan het
MIDI-kanaal waarop gezonden en ontvangen gaat worden
(1 tot en met 16), worden ingesteld.
Wanneer u in de EDIT-modus d.m.v. toets A de MIDI-functie
heeft geselecteerd en dan op de TAP-toets drukt, wordt
de MIDI Out-bus naar MIDI Thru omgeschakeld. Bij deze
instelling (de TAP-LED licht op) zendt de V-AMPIRE/
V-AMP PRO/V-AMP 2 geen eigen MIDI-gegevens, maar
stuurt alleen de bij MIDI In binnenkomende signalen door.
VB: Selecteert de DRIVE-functie. Zo worden de vervorming
en het volume duidelijk harder. Met de cursortoetsen
schakelt u DRIVE in of uit. De DRIVE-functie is voor de
GAIN-regeling geschakeld.
Bij de editering van de DRIVE-functie kan men door
het draaien van de EFFECTS-regelaar ook de Wah
wah activeren en instellen. De LED’s die rond de
EFFECTS-regelaar liggen, geven dan de stand van
het pedaal weer. Wanneer er geen LED oplicht, is
de Wah Wah niet actief.
VC: Deze toets activeert de CABINETS-modus. Met de
cursortoetsen selecteert u een luidsprekertype c.q. een
combinatie van meerdere luidsprekers. U kunt de
luidsprekersimulatie ook geheel uitschakelen (“-”).
Meer uitleg hierover in paragraaf 5 “AMP-/SPEAKERSIMULATION”.
VD: Met deze toets selecteert u de REVERB-functie. Met
behulp van de cursortoetsen kan er nu bij de effectprocessor één van negen galmtypes worden geladen.
Meer hierover vindt u in paragraaf 6.1.
VE: Hier activeert u de NOISE GATE-functie. Met de cursor-
toetsen verandert u de inschakeldrempel van het
ruisverminderingssysteem.
Sluit de Preset-bewerking af door op TUNER/EXIT te
drukken (de EDIT MODE-LED gaat uit).
DIGITAL OUT: De configuratie voor de digitale uitgang
(alleen V-AMP PRO) kan na het gelijktijdig indrukken
van de toetsen A en B worden aangepast. In het
display staat dan “SP” voor het S/PDIF- of “AE” voor
het AES/EBU-uitvoerformaat. U schakelt tussen de
twee formaten door middel van de TAP-toets. Aan
de LED’s in het display kunt u zien of de uitvoer
plaatsvindt met interne synchronisatie en de
aftastsnelheden 44,1, 48 of 96 kHz c.q. met externe
Wordclock-synchronisatie (zie tab. 2.1). Gebruik de
cursortoetsen om de beste aftastsnelheid voor het
ontvangende apparaat te selecteren. Met de TUNER/
EXIT-toets kunt u de DIGITAL OUT-con-figuratie
afsluiten.
CONFIGURATIE: Wanneer de toetsen D en E (B en D
bij de V-AMP 2) tegelijk worden ingedrukt, kunt u
de V-AMPIRE, V-AMP PRO en V-AMP 2 globaal
instellen, waardoor aanpassingen aan verschillende
studio- en live-situaties mogelijk zijn (zie hfdst. 3).
Verlaat hiervoor eerst de EDIT-modus, door op
TUNER (“Exit”) te drukken.
Met de TUNER-toets wordt het stemapparaat ingeschakeld. Bovendien kan de EDIT-modus ook met deze
toets worden verlaten (“Exit”).
Met de twee cursortoetsen kiest u de volgende bank (BANKDOWN en BANK UP) Door langer op de toets te drukken
kan er zeer snel door de banken worden gelopen. Door
deze twee toetsen tegelijk in te drukken wordt de EDITmodus actief. Wanneer daarna één van de toetsen A-E
() wordt ingedrukt, dienen de cursortoetsen voor het
instellen van de desbetreffende parameters.
De TAP-toets heeft zeven functies:
V“Tap”: Typ in het ritme van het muziekstuk op de TAP-
toets en het geselecteerde effect wordt automatisch op
het aangegeven tempo ingesteld.
V“Presence”: Houdt u de TAP-toets ingedrukt, dan kunt u
met de TREBLE-regelaar de PRESENCE-instelling van de
gekozen versterkersimulatie veranderen.
V“2nd parameter”: Ook de tweede, met de EFFECTS-
regelaar in te stellen effectparameter, vindt u door de TAPtoets ingedrukt te houden.
VV
V“Amp-modellen 17 - 32”: Houd de TAP-toets ingedrukt
VV
en maak met behulp van de AMPS-regelaar een selectie.
VV
V“MIDI Thru”: De MIDI Out-bus kan op MIDI Thru worden
VV
gezet (zie A).
VV
V“Drive-Menu”: Met behulp van de TAP-toets en de
VV
EFFECTS-regeling kunt u de klank van de wah wah
veranderen.
VV
V“Input Gain”: Door het indrukken van de TAP-toets in het
VV
configuratie-menu (zie ) wordt de waarde ingesteld
(zie par. 3.1).
Afb. 2.1: Display van de V-AMP PRO
4
2. BEDIENINGSELEMENTEN
Page 5
V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2
Tab. 2.1: Uitvoerformaten en LED-toewijzing in het display
Het DISPLAY geeft aan welke preset-bank is uitgekozen
en informeert u over de veranderingen die u bij het editeren
aanbrengt. In de TUNER-modus toont het DISPLAY hoe het
aangesloten instrument gestemd is. Bij het selecteren van
de versterkersimulaties 17 - 32 licht de LED in de linker
benedenhoek van het display op. Bovendien geeft het
DISPLAY informatie over het digitale formaat en de Samplefrequentie (alleen V-AMP PRO). Verder waarschuwt het,
als het apparaat met een extern Wordclock-signaal (EXT.)
dient te worden gesynchroniseerd (alleen V-AMP PRO).
Binnenkomende signalen worden door de groene SIGNALLED, oversturende signalen door de rode CLIP-LED
weergegeven (V-AMPIRE en V-AMP PRO).
Deze regelaar geeft de mogelijkheid een effect-preset of
een combinatie van effecten te selecteren. Ook rondom
deze non-stop-draaiknop is een LED-krans met 16 LED’s
aangebracht. Elk effect wordt door een LED weergegeven.
Met de REVERB-bediening kunt u het geluid als geheel van
de gewenste hoeveelheid galm voorzien. Als men de
regelaar zo ver naar links draait, dat er geen LED meer
oplicht, wordt de galm gedeactiveerd. Licht na een draaiing
naar rechts de laatste LED op, dan wordt het originele
signaal volledig weggedraaid.
Is er een effect met geselecteerd, dan wordt het
aandeel aan het totale geluid met deze EFFECTS-regelaar
afgeregeld. Wanneer het effect “compressor” is geselecteerd, dan regelt de EFFECTS-regelaar de intensiteit
van de compressie. Als men de regelaar zo ver naar links
draait, dat er geen LED meer oplicht, wordt er geen effect
bijgemixt. Dit wordt ook wel een effect-bypass genoemd.
Bij ingedrukte TAP-toets kan met de EFFECTS-regelaar
een tweede effectparameter worden ingesteld (zie
tab. 5.3).
Met de MASTER-regelaar regelt u het totale volume van
het apparaat.
Afgezien van de AUX LEVEL-regelaar van de V-AMP 2
is dit de enige niet programmeerbare regelaar. Alle
andere regelingen zijn nonstopdraaiknoppen,
waarvan de positie in een preset kan worden
opgeslagen.
De bus waar INPUT onder staat, is de 6,3 mm klinkeringang
van de V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2, waar u uw gitaar
op aan kunt aansluiten. Gebruik hiervoor een gangbare 6,3
mm monoklinkerkabel.
De LINE IN-schakelaar (alleen V-AMP PRO) bepaalt welke
signaalbron bewerkt wordt. In niet-inge-drukte stand is dit
het aan de hoogohmige INPUT-bus aangesloten signaal
(bijv. uw elektrische gitaar). Is de schakelaar echter
ingedrukt, dan gaat het aan de PRE DSP INSERT (LINE IN,
) aangesloten line-signaal naar de V-AMP PRO.
Via de PHONES-bus kunt u het audiosignaal met een in de
handel gangbare koptelefoon beluisteren. Hiervoor is bijv.
onze BEHRINGER HP-serie geschikt.
De V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2 activeert bij het
insteken van een koptelefoon automatisch StudioMode 1 (S1), zodat de digitale luidsprekersimulaties
actief zijn. U kunt echter bij ingestoken koptelefoon
ook de andere uitgangsconfiguraties selecteren,
om bijv. de verschillende signalen te beluisteren.
De V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2 activeert bij het
insteken van een koptelefoon automatisch Studiomode 1 (S1). Wanneer u bij de actuele instelling
geen luidsprekertype heeft geselecteerd een sluit
dan uw koptelefoon aan, dan kiest de V-AMPIRE/
V-AMP PRO/V-AMP 2 automatisch een luidsprekersimulatie. Dit zorgt voor een verbetering van de
subjectieve luisterindruk bij het gebruik van een
koptelefoon. Welke simulatie bij welke versterker
wordt gekozen, is te zien in tabel 5.2. U kunt de
simulatie bij aangesloten koptelefoon echter
bewust veranderen of ook deactiveren door in de
CABINETS-modus voor “-” te kiezen.
2.2 Achterkant
De V-AMPIRE/V-AMP PRO beschikt over een seriële insert,
waarmee u de externe effecten (bijv. een wah-pedaal)
kunt invoeren. Hiervoor verbindt u de SEND/LINE OUT-bus
met de ingang van het effectapparaat. De SEND/LINE OUTaansluiting wordt direct van de digitale signaalprocessor
(DSP) afgetakt. Zodoende leent deze bus zich dus ook,
een “droog” directsignaal (dus zonder effectaandeel) op
te nemen. De RETURN/LINE IN-bus verbindt u dan met de
uitgang van het externe effectapparaat.
Denkt u er alstublieft aan, dat bij gebruik van de
seriële insert, de effectapparatuur niet op 100%
effectsignaal ingesteld dient te zijn, omdat er
anders geen direct signaal is.
Door het indrukken van de LINE IN-toets gaat het
aan de RETURN/LINE IN aangesloten signaal naar de
V-AMP PRO. Deze functie is erg nuttig, om bijv. een
“droog” opgenomen gitaarsignaal via de V-AMP PRO
te beluisteren en dan pas van effecten te voorzien.
Bij de V-AMPIRE wordt het signaal van de Line-Input
(Return) automatisch naar de DSP geleid, zodra er
zich een stekker in de Return-bus bevindt. Het Inputsignaal van de voorzijde van de V-AMPIRE is dan
onderbroken.
Bij de ANALOG LINE OUTPUTS kan het stereosignaal van
de V-AMPIRE/V-AMP PRO zonder de analoge speakersimulatie worden afgetakt.
Op deze manier sluit u bij live-toepassingen bijv. een externe
podiumversterker aan.
Bij de V-AMP 2 kan het audiosignaal van de symmetrische
LINE OUT-klinkeruitgangen in stereo worden afgetakt, bijv.
om het op te nemen.
U kunt de LINE OUT-uitgangen zowel met symme-
trische als met asymmetrische klinkerstekkers
verbinden.
Het POST DSP INSERT RETURN (IN)-stereoklinkerpaar
(alleen V-AMP PRO) wordt met de uitgangen van het externe
stereo-effectapparaat verbonden. Het dient dus voor het
terugvoeren van het aan de POST DSP SEND (OUT)uitgangen afgetakte signaal.
Via de GROUND LIFT-schakelaar kan de massaverbinding
aan de DI OUT-uitgangen worden onderbroken. Op
deze wijze worden bromgeluiden of massa-lussen
voorkomen. In de ingedrukte stand (LIFT) is de massaverbinding onderbroken.
Bij de DI OUT-aansluiting kan het stereosignaal van de
V-AMPIRE/V-AMP PRO symmetrisch worden afgetakt. Deze
uitgang (L/R) dient met twee symmetrische kanaal-ingangen
van uw mengpaneel te worden verbonden. In de
bedrijfsmodi L1 en L2 is het niveau op maximaal -10 dBu
gereduceerd, zodat u ook direct de microfooningangen
van het mengpaneel ermee kunt verbinden.
Via de POST DSP SEND (OUT)-stereouitgang (alleen
V-AMP PRO) kan de verbinding met de ingangen van een
extern stereo-effectapparaat worden gemaakt. Het hier
afgetakte signaal komt overeen met het signaal dat aan de
digitale uitgangen wordt uitgegeven. In tegenstelling tot de
SEND/LINE OUT-uitgang wordt het signaal hier achter
2. BEDIENINGSELEMENTEN
5
Page 6
V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2
de DSP afgetakt. Wanneer de twee bijbehorende RETURN
(IN)-bussen niet bezet zijn, wordt een identiek signaal
naar de ANALOG LINE OUTPUTS gestuurd.
Bij de S/PDIF-uitgang (alleen V-AMP PRO) kan het signaal
van de V-AMP PRO digitaal worden afgetakt.
Bij de AES/EBU-uitgang (XLR-bus) komt het digitale
uitgangssignaal van de V-AMP PRO in AES/EBU-formaat
binnen, als het AES/EBU-formaat als uitvoerformaat werd
gekozen (van toepassing is de tweede opmerking onder
E).
De coaxiale S/PDIF- en de symmetrische AES/EBU-
uitgang gebruiken dezelfde uitgangstrafo en dienen
daarom niet tegelijk te worden aangesloten. De
formaatomschakeling tussen S/PDIF en AES/EBU
geschiedt via het Digital Out-menu.
Op de BNC WORDCLOCK-aansluitbus sluit u die
apparaten aan, die uw V-AMP PRO extern moeten
synchroniseren. De bus is hoogohmig uitgevoerd, hetgeen
wil zeggen dat ze geen interne afsluitweerstand hebben
(75 W).
Dit is de MIDI OUT/THRU-bus. De bus is in de fabriek op
MIDI Out geconfigureerd, kan echter op MIDI Thru worden
omgeschakeld (zie A).
Op MIDI IN kan een MIDI-voetpedaal, bijv. de BEHRINGER
MIDIFOOT CONTROLLER FCB1010, worden aangesloten.
Leest u hiervoor alstublieft ook paragraaf 8.3 door.
SERIENUMMER.
ZEKERINGHOUDER/ VOLTAGE. Voordat u het apparaat
met het stroomnet verbindt, dient u eerst te controleren of
het aangegeven voltage overeenkomt met de netspanning
ter plaatse. Als er een zekering vervangen wordt, dient
men absoluut hetzelfde type te gebruiken. Bij sommige
apparaten kan de zekeringhouder in twee verschillende
posities worden ingezet, om zo tussen 230 V en 120 V om
te kunnen schakelen. Let op: bij gebruik van het apparaat
bij 120 V buiten Europa, dienen er zekeringen met hogere
waarden geplaatst te worden (zie hoofdstuk 8 “INSTALLATIE”).
Op de AC IN-aansluiting van de V-AMP 2 sluit u de
meegeleverde netvoeding aan. Wordt deze met het net
verbonden, dan is de V-AMP automatisch ingeschakeld.
Op de FOOTSWITCH-bus (alleen V-AMPIRE/V-AMP 2)
sluit u de stereoklinkerstekker van uw voetpedaal FS112V
(wordt meegeleverd) aan. Zo heeft u de mogelijkheid, binnen
een bank de presets om te schakelen. Wordt de DOWNtoets van de voetschakelaar langer dan twee seconden
ingedrukt gehouden, dan wordt de tuner actief. Met
dezelfde toets kunt u de tuner ook weer uitschakelen.
De AUX IN-klinkeringang (alleen V-AMPIRE/V-AMP 2) maakt
het invoeren van een extra stereo-signaal mogelijk. Op
deze manier kunt u bijvoorbeeld met een drum computer of
een playback meespelen.
Via de AUX LEVEL-regeling (alleen V-AMPIRE/V-AMP 2)
bepaalt u het volume van het bij AUX IN ingevoerde signaal.
Op deze aansluitingen (alleen V-AMPIRE) kunt u twee
externe luidsprekerboxen (L/R) aansluiten.
Zonder externe luidspreker werkt de interne
luidspreker met 70 Watt mono. Aan de linker uitgang
(de interne luidspreker wordt automatisch uitgeschakeld) kan een luidspreker met 4
en 120 Watt uitgangsvermogen worden aangesloten. Aan de rechter uitgang kan een externe
luidspreker met 8
vermogen samen met de interne luid-spreker
worden aangesloten. Allebei de luidsprekeruitgangen kunnen elk met 8
stereo worden gebruikt (de interne luidspreker
wordt automatisch uitgeschakeld). Onze
ULTRASTACK-serie is hiervoor uitstekend geschikt.
ΩΩ
Ω belasting en 60 Watt uitgangs-
ΩΩ
ΩΩ
Ω belasting en 60 Watt
ΩΩ
ΩΩ
Ω belasting
ΩΩ
3. BEDRIJFSMODI EN VOORBEELDEN
VAN TOEPASSINGEN
Een heel bijzondere eigenschap van de V-AMP-producten is de
mogelijkheid, zelf te kunnen bepalen, welke signaalgedeelten voor
de eigen behoeften naar de uitgangen dienen te worden gestuurd.
Om uw apparaat optimaal aan verschillende studio- en live-situaties
aan te passen, kunt u uit 5 bedrijfsmodi (CONFIGURATIONS) kiezen.
Deze bedrijfsmodi bepalen onafhankelijk van de in de Presets
opgeslagen instellingen, waar het desbetreffende signaal voor
de Line- en koptelefoon-uitgangen vandaan komt. Uiteraard kunnen
het linker en het rechter uitgangssignaal hierbij op verschillende
wijze worden benut.
Welke configuratie voor u het gunstigst is, is van uw
persoonlijke toepassing afhankelijk. Hierna hebben we een aantal
typische toepassingsgebieden beschreven met speciale
aandacht voor de bijzondere eigenschappen van de apparaten
V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2 (zie ook de bijlage).
Bij aangesloten koptelefoon wordt automatisch
naar de bedrijfsmodus S1 overgeschakeld.
3.1 Selectie van een bedrijfsmodus in de
CONFIGURATION-modus
De instelling van de configuratie geschiedt in het Configurationmenu, dat u door het gelijktijdig indrukken van de toetsen D en E
(oftewel B en D bij de V-AMP 2) activeert. Het display toont de
momenteel actieve configuratie, met de cursortoetsen schakelt
u over naar een andere. De verschillende uitgangssignalen vindt
u in tabel 3.1.
Door het indrukken van de TAP-toets en het
verstellen van de GAIN-regelaar kunt u bovendien
de ingangsversterking afregelen, om deze aan
bijzonder luide geluidsaftasters aan te passen.
In het Configuration-menu kunt u de ingangsgevoeligheid (Input
Gain) aan verschillende geluidsaftasters aanpassen. Wanneer
u hiervoor in het Configuration-menu de TAP-toets ingedrukt
houdt, dan geeft de LED-krans van de Gain-regeling de actuele
instelling weer. Draait u Gain van de middenstand uit naar links,
dan wordt de ingangsversterking teruggeschroefd, hetgeen
mogelijk bij bijzonder luide geluidsaftasters aan te bevelen is.
Gain-instellingen rechts van het midden zijn alleen bij uitzonderlijk
zwakke geluidsaftasters nodig.
Door een druk op TUNER/EXIT kunt u het Configuration-menu
weer verlaten.
3.2 Oefen- of opname-configuratie voor thuis
Wanneer u een koptelefoon aansluit, wordt bij alle drie de
modellen automatisch de studiomodus 1 (S1) actief. Deze is
bijzonder geschikt om te oefenen of wanneer een gereed
stereosignaal dient te worden opgenomen en beluisterd. Ook de
Live-modus 1 (L1) is hiervoor geschikt en biedt bovendien een
globaal werkende, extra 3-bands-equalizer.
Een voordeel van het oefenen thuis is, dat daar over het
algemeen een PC staat waarmee zeer overzichtelijk en op
effectieve wijze nieuwe Presets gemaakt, ontvangen, verzonden
en opgeslagen kunnen worden. De gratis software V-AMP
DESIGN, die u in het internet via www.v-amp.com gratis kunt
downloaden, geeft u alle bewerkingsmogelijkheden en stelt
minimale systeemeisen (Windows PC met MIDI-interface of
Gameport MIDI-adapter). Op de V-AMP homepage vindt u
bovendien een Online-Preset-databank (ULI, user library
interface) met vele Preset-voorbeelden van klanten en bekende
kunstenaars. Hier kunt u ook uw eigen favorieten voor anderen
toegankelijk maken.
Ook studiomodus 2 (S2) kan thuis handig zijn, maar dan niet
om te oefenen, maar eerder om een kaal versterkergeluid (zonder
6
3. BEDRIJFSMODI EN VOORBEELDEN VAN TOEPASSINGEN
Page 7
V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2
effecten) op te nemen, en toch met effecten af te luisteren. Bij
deze quasi-professionele werkwijze kan pas later in de mix het
uiteindelijke effect worden geselecteerd en vastgelegd. Hier zou
u dus de linker uitgang naar uw geluidskaart “routeren” (een
verbinding leggen) en de rechter via het mengpaneel afluisteren.
3.2.1 V-AMPIRE
Afbeelding 1.3 op het bijblad toont een typische toepassing
thuis. Hierbij adviseren wij de configuraties S1, L1 of L2.
S1 geeft alle versterker-, luidspreker- en effectsimulaties in
stereo weer. Ook modus L1 werkt op deze wijze, alleen biedt
deze modus door middel van de globale 3-bands-equalizer een
extra geluidsaanpassing, bijv. bij het gebruik van een
minderwaardige koptelefoon. In de modus L2 is dit net zo, hier
wordt echter de digitale (in de Preset opgeslagen) luidsprekersimulatie door de analoge ULTRA-G-simulatie vervangen, die
alleen op de XLR- of koptelefoonuitgangen geboden wordt.
De stekker in de koptelefoonbus schakelt het
eindtrapsignaal automatisch stil.
Wanneer u dus de koptelefoonstekker uit de bus
wilt halen, is het aan te bevelen, van tevoren de
MASTER-regeling naar links te draaien. De XLR-DIuitgang werkt onafhankelijk van de stand van de
MASTER-regeling. U kunt daar dus een Line-signaal
voor opname-doeleinden aftakken, ook wanneer
de MASTER-regeling helemaal naar links is gedraaid.
Net als bij de V-AMP 2 maakt de AUX-stereo-ingang het inspelen
van een playback mogelijk (CD-speler, drumcomputer etc.).
3.2.2 V-AMP PRO
De V-AMP PRO is met zijn grote hoeveelheid in- en uitgangen
uitstekend aan een studio-omgeving aangepast. Aangezien de
afluisterroutes (Monitoring) daarbij altijd via het mengpaneel
worden geleid, is een AUX INPUT zoals bij de V-AMP 2 overbodig.
Daarom bestaat er bij het oefenen met de V-AMP PRO geen
mogelijkheid direct op het apparaat een playback in te mixen.
Afbeelding 2.4 van de bijlage laat zien, hoe in een
Homerecording-toepassing de V-AMP PRO met de digitale ingang
van een PC is verbonden. Als digitale ingangen op de PC komen
symmetrische AES/EBU- of coaxiale S/PDIF-ingangen in
aanmerking Als de digitale uitgang van de V-AMP PRO op
44.1, 48 of 96 kHz staat, dient de PC zich met de
V-AMP PRO te synchroniseren, zich dus in de Clock Slavemodus te bevinden. Wanneer de PC of een ander apparaat als
Clock Master moet dienen, moet de V-AMP PRO via de Wordclockingang extern gesynchroniseerd worden. Ook de Sample Rate
is dan van het Wordclock-signaal afhankelijk, dient echter in het
bereik tussen 32 kHz tot 96 kHz te liggen.
Bovendien wordt in Afb. 2.4 nog een effectapparaat aan de
Pre DSP INSERT aangesloten, waarmee u het ingangssignaal
nog voor alle digitale simulaties kunt bewerken. Hiertoe dient de
LINE IN-schakelaar ingedrukt te zijn.
Al naar gelang de taakstelling bieden zich de studiomodi S1 of
S2 hiervoor aan. Modus S1 geeft net als bij de V-AMP 2 de Ampen luidsprekersimulaties met alle effecten in stereo weer, terwijl
bij S2 de effecten uitsluitend op de rechter uitgang te horen zijn,
zodat met dit spoor later in de mix nog hele andere effecten
kunnen worden verwerkt.
3.2.3 V-AMP 2
Bij het oefenen met de V-AMP 2 kan er een Playback-,
metronoom- of drumcomputer-signaal via de AUX-stereo-ingang
worden ingevoerd en door middel van de AUX LEVEL-regeling
worden ingemixt (zie Afb. 3.3 op de bijlage). In plaats van de
EUROPOWER-eindtrap kunt u ook uw Hifi-set of een koptelefoon
aansluiten.
Het in de inleiding van dit hoofdstuk beschreven voorbeeld
voor studiomodus S2 is op de bijlage in Afb. 3.4 weergegeven.
3.3 Live op het podium of in de oefenruimte
Aangezien nog de V-AMP PRO, nog de V-AMP 2 over
luidsprekers en een eindtrap beschikken, heeft u extra apparatuur
nodig. Voor de weergave via een versterkerinstallatie dient er
op te worden gelet, dat of een digitale of de analoge ULTRA-G
luidsprekersimulatie op de desbetreffende uitgang actief is.
3.3.1 V-AMPIRE
Afgezien van de mogelijkheid, de V-AMPIRE gewoon op het
podium neer te zetten, in te schakelen en te beginnen, toont Afb.
1.4 hoe een extra luidspreker met de linker luidsprekeruitgang
(mono) wordt verbonden, om het volledige vermogen van 120 W
aan 4 Ω impedantie over te dragen. De interne luidspreker is door
het aansluiten van de linker uitgangsbus automatisch
uitgeschakeld. Dit heeft zin, als de aangesloten luidspreker een
speciaal klankkarakter heeft, dat met een combinatie niet
gerealiseerd kan worden.
Afbeelding 1.5 op de bijlage toont hoe een extra stereobox
wordt aangesloten, bijv. de BG412S uit onze ULTRASTACKserie, die met 2 x 60 W vermogen aan 2 x 8 Ω impedantie werkt
en de stereo-effecten van de V-AMPIRE volledig tot hun recht
laat komen.
Als op de rechter luidsprekeruitgang nog een luidspreker met
8 Ω impedantie wordt aangesloten, krijgt men eveneens een
stereoconfiguratie, aangezien de interne luidspreker in gebruik
blijft, zoals in Afb. 1.6 is afgebeeld.
De uitgangsconfiguratie voor deze toepassing is L2, dus een
stereosignaal met alle effecten, Amp-simulatie en Live-equalizer,
maar zonder luidsprekersimulatie. Op de XLR-uitgang bevindt
zich verder nog de ULTRA-G luidsprekersimulatie, zodat deze
uitgangen direct met de versterkerinstallatie verbonden kunnen
worden. De MASTER-regeling heeft ook hier weer alleen effect
op het podiumvolume, maar niet op de XLR-uitgang.
Wilt u een digitale luidsprekersimulatie via de versterker horen,
selecteer dan configuratie L1.
3.3.2 V-AMP PRO
Door de extra uitgangen en de analoge ULTRA-G luidsprekersimulatie is de V-AMP PRO ook live nog flexibeler.
Afbeelding 2.5 toont een stereotoepassing met actieve
podiummonitors (waarmee ook Feedbacks kunnen worden
gegenereerd), die op de asymmetrische Line-uitgangen worden
aangesloten. Met de MASTER-regelaar stelt u het volume van de
monitors in, terwijl het signaal van de XLR-uitgangen onveranderd
naar de PA-installatie wordt gestuurd. Geschikte bedrijfsmodi
hiervoor zijn S1 of L1, al naar gelang of er behoefte aan de Liveequalizer bestaat, of niet.
Omdat de ontvanger van de zender met de Line-ingang aan de
achterkant is verbonden, dient de Line Input-schakelaar ingedrukt
te zijn. Deze schakelaar kan dus ook worden gebruikt om alles,
bijvoorbeeld bij het wisselen van gitaar, stil te zetten.
Afbeelding 2.6 laat een vergelijkbare toepassing zien. De monitorversterker is hier een gitaarversterker, zodat modus L2 (zonder
luidsprekersimulatie) in dit geval waarschijnlijk het beste is.
3.3.3 V-AMP 2
Afbeelding 3.5 op de bijlage laat zien hoe de V-AMP 2 vanuit
de Stereo Line-uitgang met de Line-ingang van de gitaarversterker of van het Top-apparaat wordt verbonden. Aansluiten
op de instrumentingang is niet zo gunstig, omdat dan de hele
voortrap van de versterker mee wordt doorlopen. BEHRINGER
heeft een ruime keus aan gitaarversterkers die over een Auxingang beschikken en zich zodoende uitstekend voor deze
toepassing lenen. Omdat de gitaarversterker al een eigen
klankkarakter heeft, kan een digitale luidsprekersimulatie
achterwege blijven. Vandaar dat u hier beter gebruik maakt van
modus L2.
3. BEDRIJFSMODI EN VOORBEELDEN VAN TOEPASSINGEN
7
Page 8
V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2
Bedrijfsm odus
Studio 1 (S1)
OUTPUTS LOUTPUTS ROUTPUTS LOUTPUTS R
Stereo gebruik m et
V-AMPIRE/V-AMP PRO
effecten, Amp- en luidsprekers imulatie
Stereogebruik
V-AMP 2
met effecten, Amp- en luidspre kersimulatie
Studio 2 (S2)
Studio 3 (S3)
Live 1 (L1)
Live 2 (L2)
Live 3 (L3)
Amp- en luidsprekersimulatie,
kaal,
Amp-simulatie kaal,
zonder
Phones-/XLR-uitgangen
Phones-/XLR-uitgangen
effecten
zonder
effecten
luidsprekersimulati e
Stereob e drijf:
Stereogebruik: zonder
maar met 3-bands EQ, Amp-simulaties + effecten
luidspreker- en Amp-simulatie,
3-bands EQ + effecten
Klinker uitgangen
luidsprekersimulati e
Amp- en luidsprekersimulatie,
Amp-simulatie
met extra analoge ULTRA-G
luidsprekersimulatie
met extra analoge ULTRA-G
met
eff ecten
met
Tab. 3.1: Bedrijfsmodi (CONFIGURATIONS)
In afbeelding 3.6 wordt nog een bijzondere eigenschap van de
V-AMP 2 in Live-modus L3 weergegeven. De traditionele
gitaarversterker wordt op het podium als monitor-Amp gebruikt,
waarbij tegelijk een tweede signaal naar de PA-installatie wordt
gestuurd. Zodoende hoeft de gitaarversterker niet met microfonen
te worden afgenomen.
Het speciale van L3 is, dat het signaal voor de gitaar-versterker
geen luidsprekersimulatie, maar wel de extra 3-bands-equalizer
voor de toonregeling op het podium bevat.
Het signaal naar de versterkerinstallatie toe ondervindt geen
invloed van de 3-bands equalizer, maar heeft in plaats daarvan
wel een luid-sprekersimulatie. Deze is nodig, om de klank van
typische gitaarluidsprekers via de PA-luidsprekers weer te
kunnen geven.
3.4 Studio-opname/Recording
Bij deze toepassingen gaan we ervan uit, dat er tenminste een
mengpaneel en een opnamemedium ter beschikking staan.
3.4.1 V-AMPIRE
Net als bij het oefenen binnen je eigen vier muren of in de
oefenruimte kan de V-AMPIRE ook in de studio via de XLRuitgangen met het mengpaneel of het opname-apparaat worden
verbonden. Bovendien kunt u gebruik maken van de Pre DSP
Insert Send om het directe gitaarsignaal parallel vast te leggen,
zonder dat u er een extra DI-box bij nodig heeft om de impedantie
mee aan te passen.
Aangezien het volume in de studio geen problemen geeft, kan
de V-AMPIRE niet alleen zo worden gebruikt als onder 3.2.1
beschreven, maar zeker ook met behoorlijk wat volume. Dit is
interessant wanneer er een extra luidspreker dient te worden
aangesloten die over een eigen klankkarakter beschikt, of wanneer
een akoestische terugkoppeling van de gitaarluidspreker is
gewenst. In het eerste geval dient het speciale geluid van de
luidspreker met microfoons te worden afgenomen. In het tweede
geval bestaat ook de mogelijkheid van een directe afname via de
XLR-uitgangen, zonder daarbij de terugkoppelingssound te
verliezen. Als bedrijfsmodus raden wij u aan L2 te gebruiken,
dus met 3-bands-equalizer maar zonder digitale luidsprekersimulatie (zie Afb. 1.4).
effecten
Amp- en luidsprekersimulatie,
kaal,
Amp-simulatie met
3-bands EQ en eff e cten maa r
zonder
effecten
zonder
Stereo ge bruik:
Stereo gebruik: zonder
maar met 3-bands EQ, Amp-simulaties + effecten
luidspre k ersimulatie
3-bands EQ + effecten
Klink er uitgangen
Amp- en luidsprekersimulatie,
luidspr e ker- en Amp-simulatie,
luidsprekersimulatie
Amp-, luidsprekersimulatie
en effecten maar
effecten
met
3-bands EQ
3.4.2 V-AMP PRO
Al naar gelang de taakstelling zijn de modi S1, S2 of S3 voor
studio-toepassingen geschikt. S1 geeft net als bij de V-AMP 2 de
Amp- en luidsprekersimulaties met alle effecten in stereo weer,
terwijl bij S2 de effecten alleen op de rechter uitgang te horen
zijn. In modus S3 wordt bovendien de digitale luidsprekersimulatie
uitgeschakeld, voor het geval dat het luidsprekergeluid pas later
in de mix dient te worden vastgelegd. Daarom wordt in S3 op de
analoge XLR- en Phones-uitgangen de beproefde analoge
ULTRA-G luidsprekersimulatie bijgeschakeld. Het Monitoring bij
de opname dient dus in modus S3 niet via de digitale, maar via de
analoge XLR-en Phones-uitgangen te geschieden. Als het
oorspronkelijke gitaarsignaal dient te worden vastgelegd kan
daarvoor bijv. de in Afb. 2.3 weergegeven opbouw worden
gebruikt.
Druk op de LINE INPUT-schakelaar als u het vastgelegde signaal
via de V-AMP PRO wilt afluisteren. Hier adviseren wij de modi S1
of L1. Modus S2 is in die gevallen mogelijk, dat het effectaandeel
via het mengpaneel afgeregeld moet kunnen worden.
Let er alstublieft op, dat de analoge ULTRA-G
luidsprekersimulatie van de modi S3 en L2 alleen
werkzaam is voor een XLR- en koptelefoonuitgang
en de digitale uitgangen niet beïnvloedt.
3.4.3 V-AMP 2
Om een stereosignaal met alle effecten, versterker- en
luidsprekersimulaties vast te leggen, kiest u voor configuratie
S1, of L1 wanneer er bovendien behoefte bestaat aan de
3-bands-equalizer, en verbindt u de symmetrische Line-uitgangen
met het mengpaneel of opname-apparaat. Het voordeel hiervan
is tegelijk ook nadeel: U hoort het geluid exact zo, als u het
opneemt. Mocht u dus later merken, dat er iets veranderd moet
worden, dan moet alles opnieuw worden ingespeeld.
Bij studiomodus S2 worden de effecten daarom alleen naar
het rechter kanaal gestuurd; op het linker kanaal zitten de Ampen luidsprekersimulaties. Zo kunt u het kale Amp-signaal opnemen
en later de effecten bij de eindmix vastleggen (zie ook Afb. 3.4).
Wilt u absoluut geen risico’s nemen, dan adviseren wij u om
met behulp van een goede, actieve DI-box, bijv. de BEHRINGER
GI100, het ingangssignaal van de V-AMP 2 op te splitsen. De
gitaar wordt hiervoor met de ingang van de GI100 verbonden, de
Direct Link met de ingang van de V-AMP 2 en de XLR-uitgang
wordt met het opnamemedium verbonden. Zo kunt u het directe
signaal van de gitaar met de versterker-simulatie elk op een
kanaal vastleggen en hoort u toch het volledige signaal met alle
effecten op de koptelefoon (zie Afb. 3.4).
zonder
8
3. BEDRIJFSMODI EN VOORBEELDEN VAN TOEPASSINGEN
Page 9
V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2
4. PRESETS
De V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2 beschikt over 125
overschrijfbare presets, die over 25 banken zijn verdeeld. Er zijn
dus vijf presets per bank. Elke preset bestaat uit maximaal vijf
“ingrediënten”:
Vde simulatie van een versterker (incl. GAIN-, EQ- en
VOLUME-instellingen),
Vde luidsprekersimulatie,
Veen “pre-amp”-effect (bijv. noise gate, compressor, auto
Een overzicht over alle presets krijgt u bij deze
gebruiksaanwijzing geleverd.
4.1 Het oproepen van presets
Schakelt u het appraat in, dan wordt automatisch de laatst
gebruikte preset geladen. In het volgende voorbeeld was als
laatste Preset D in bank 25 geselecteerd:
Als u bij ingedrukte TAP-toets de TREBLE-regelaar bedient,
kunt u een extra filter in het bovenste frequentiebereik verhogen
of verlagen (PRESENCE). Hiermee simuleert u de
frequentieafhankelijke tegenkoppeling van buisversterkers.
Behalve bij Compessor en Auto-wah hebben alle
multi-effecten een tempo- of tijd-parameter. Laten
we aannemen, dat u het desbetreffende effect op
de snelheid van uw playback wilt instellen: Type
hiervoor twee keer in de maat op de TAP-toets en
het tempo van het effect past zich vanzelf aan het
tempo van uw muziekstuk aan.
4.3 Het opslaan van presets
Voor het opslaan van de bewerking houdt u de betreffende
preset-toets ca. twee seconden lang ingedrukt, en de preset
wordt overschreven (de toets-LED licht weer constant op).
U hoeft uw bewerking natuurlijk niet perse op de
plek van de oorspronkelijk gekozen preset op te
slaan. Dient er een andere opslagplek te worden
gekozen, dan kan door het indrukken van de
cursortoetsen (BANK UP en BANK DOWN) een
geschikte preset-bank worden geselecteerd.
Daarna kunt u uw veranderingen door het ca. twee
seconden ingedrukt houden van de gewenste
preset-toets opslaan. Zo is het bijv. mogelijk, een
oorspronkelijk uit bank vijf en opslagplek D gekozen
preset te bewerken en daarna in bank 6 en
opslagplek A op te slaan.
Afb. 4.1: Oproepen van presets
In dit geval kunt u door het indrukken van de toetsen A, B, C of
E een andere preset van dezelfde bank oproepen. Via de
cursortoetsen (BANK UP en BANK DOWN) bestaat de mogelijkheid
van bank te wisselen. Het display van de V-AMPIRE/
V-AMP PRO/V-AMP 2 laat steeds zien, welke bank er
geselecteerd is. De preset wordt na het wisselen van bank, pas
door het indrukken van één van de toetsen A - E opgeroepen.
Aan de hand van de oplichtende toets-LED kunt u aflezen, welke
preset van de desbetreffende bank net actief is.
4.2 Het editeren van presets
Het editeren van presets gaat met de V-AMPIRE/V-AMP PRO/
V-AMP 2 snel en gemakkelijk. Eén mogelijkheid zou bijvoorbeeld
kunnen zijn, een preset naar wens op te roepen, om deze naar
uw smaak te veranderen. Selecteer dan een willekeurig Ampmodel door gebruik te maken van de AMPS-nonstopdraaiknop.
De LED van de preset-toets knippert (bijv. D) en geeft zo aan, dat
u deze preset heeft veranderd.
Verander nu geheel naar uw eigen ideeën de instellingen van
de regelaars VOLUME, BASS, MID, TREBLE en GAIN. Als u het
gewenste effect selecteert, kunt u met de EFFECTS-regelaar
het aandeel hiervan aan het totale geluid instellen. Daarna wisselt
u door het gelijktijdig indrukken van de cursortoetsen naar de
EDIT-modus. Als u met behulp van de toetsen B - E de DRIVE-,
CABINETS-, REVERB- en NOISE GATE-functie activeert en deze
dan met de cursortoetsen bewerkt, wordt de waarde van de
desbetreffende parameter in het display weergegeven. Door
het kort indrukken van de TUNER-toets verlaat u de EDIT-modus
weer.
4.4 Ongedaan maken van een bewerking/
herstellen van één enkele fabrieks-preset
Mocht u veranderingen in een preset hebben doorgevoerd en
vaststellen, dat de bewerking u niet bevalt, dan kunt u deze
vanzelfsprekend verwijderen. Laten we aannemen, u heeft
preset C gekozen en bewerkt (de toets-LED knippert), maar wilt
toch naar de eerder opgeslagen configuratie terugkeren:
Selecteer eenvoudig even een andere preset. Wanneer u de
bewerkte preset nu weer oproept, zijn de tijdelijke veranderingen
verwijderd. Wanneer u echter na de bewerking beide
cursortoetsen zolang indrukt, tot er “Pr” in het display verschijnt,
haalt u de oorspronkelijke fabrieks-preset, die op deze opslagplek
zat, terug. U moet deze echter wel nog een keer opslaan, door
de overeenkomstige preset-toets ca. twee seconden lang in te
drukken.
4.5 Herstellen van alle fabrieks-presets
Alle fabrieks-presets worden als volgt hersteld: Houd de
toetsen D en E ingedrukt en zet de V-AMPIRE/V-AMP PRO/
V-AMP 2 dan pas aan. In het display ziet u “CL” verschijnen. Laat
de twee toetsen nu los en druk tegelijk op de twee cursortoetsen.
Zodoende worden alle zelf ingevoerde en opgeslagen instellingen
overschreven en de fabrieks-presets weer hersteld.
5. AMP-/SPEAKER-SIMULATION
Het hart van uw V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2 is de Amp-/
speaker-simulatie. De 32 simulatiemodellen kunnen het werk in
de homerecording-studio heel veel eenvoudiger maken,
aangezien men hiermee het opnemen van de versterker met een
microfoon omzeilt. De V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2 stelt u in
staat, heel eenvoudig wereldbekende gitaarversterkertypes te
kiezen. Het maakt niet uit, of het om Brit Pop, Blues, Heavy Metal
of iets anders gaat. Bovendien heeft u de mogelijkheid, de klank
van de betreffende Amps helemaal naar uw idee te bewerken
en door het kiezen voor één van 15 speaker simulaties
(“Cabinets”), virtueel aan te sluiten. Tenslotte kunt u nog een
digitaal effect en een galmtype voor uw virtuele Amp selecteren.
Meer vindt u hierover in Hoofdstuk 4 “PRESETS”.
4. PRESETS
9
Page 10
V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2
W
Als u de V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2 inschakelt, wordt
automatisch de laatst opgeroepen preset geladen. De LED-krans
van de AMPS-nonstopdraaiknop geeft weer, welk versterkertype
is gekozen: De desbetreffende LED licht op. Door aan de knop te
draaien selecteert u een andere Amp. Gebruik de regelaars VOLUME,
BASS, MID, TREBLE en GAIN om het basisgeluid van de versterker
te veranderen. Bij ingedrukte TAP-toets kan door het draaien van de
TREBLE-regelaar een extra PRESENCE-filter in het bovenste frequentiebereik worden verhoogd c.q. verlaagd (zie ).
Over het algemeen zult u eerst een Amp, daarna een Cabinet
en pas dan een effect willen selecteren. Hoe dat u uw
veranderingen daarna opslaat, leest u ook in Hoofdstuk 4. Een
overzicht over de uitgebreide versterkertypes vindt u in de
Engels- en Duitstalige volledige versie van deze handleiding.
Als u een AMP-simulatie selecteert, dan wordt
automatisch een bijpassende speaker-simulatie
geactiveerd. Anders kan de authenticiteit van de
klank door een ongeschikt cabinet verloren gaan –
vooral bij het gebruik van een koptelefoon. Al naar
gelang uw eigen gevoel, kunt u natuurlijk ook
andere Cabinets aan de Amp-simulaties toekennen.
5.1 Speaker-beschrijvingen
De klank van een gitaar-combo wordt grotendeels bepaald
door het type en de combinatie van luidsprekers. In de afgelopen
50 jaar is hier steeds weer mee geëxperimenteerd. Men wou
erachter komen, welke luidspreker een bepaald gitaargeluid het
beste doet uitkomen en hoe de klank verandert, wanneer men
bijv. een bepaalde speaker met andere luidsprekers combineert.
Het karakter van een luidspreker is o.a. een combinatie van het
vermogen, de impedantie, de geluidsdruk en de afmetingen. En
niet te vergeten: het materiaal waar een luidspreker van is
gemaakt. Wat betreft de elektrische gitaar worden vooral de
maten 8", 10" en 12" veel gebruikt.
Cabinets
-BYPASS (Geen cabinet-simulatie)
11 x 8" VINTAGE TWEED
24 x 10" VINTAGE BASS
34 x 10" V-AMP CUSTOM
41 x 12" MID COMBO
51 x 12" BLACKFACE
61 x 12" BRIT '60
71 x 12" DELUXE '52
82 x 12" TWIN COMBO
92 x 12" US CL ASS A
102 x 12" V-AMP CUSTOM
112 x 12" BRIT '67
124 x 12" VINTAGE 30
134 x 12" STANDARD '78
144 x 12" OFF AXIS
154 x 12" V-AMP CUSTOM
Tab. 5.1: Speaker-Cabinets
Amp s 1 - 16#Cabin et-simu latie
AMERICAN BLUES 2 4 x 10" VINTAGE BASS
MODE RN CL ASS A 9 2 x 12" US CLASS A
TWEED COMBO1 1 x 8" VINTAGE TWEED
CLASSIC CLEAN8 2 x 12" TWIN COMBO
BRIT. BLUES12 4 x 12" VINT A G E 30
BRIT. CLASS A11 2 x 12" B RIT. '67
BRIT. CLASSIC12 4 x 12" VINTA GE 30
BRIT. HI GAIN12 4 x 12" V INTAGE 30
NUMETAL GAIN15 4 x 12" V-AMP CUSTOM
MODE RN HI GAIN15 4 x 12" V-AMP CUSTOM
FUZZ BOX14 4 x 12" OF F AXIS
UL TI MATE V-AMP15 4 x 12" V-AMP CUSTOM
DRIVE V-AMP15 4 x 12" V-AMP CUSTOM
CRUNCH V-A M P15 4 x 12" V-AMP CUSTOM
CLEA N V -A MP15 4 x 12" V-AMP CUSTOM
TUBE PREAMP-
Geen c abinet -s imulatie (voor
zangtoepassingen
Amps 17 - 32#Cabi net-simulatie
AN D DE L UXE2 4 x 10" VINTAGE BASS
CUSTOM CLASS A 9 2 x 12" US CLASS A
SMALL COMBO1 1 x 8" VINTAGE TWEED
BLACK TWIN8 2 x 12" TWIN COMBO
AN D CUSTOM12 4 x 12" VINTAG E 30
NON TOP B O OST11 2 x 12" B RIT. '67
CLASSIC 50 W13 4 x 12" STA NDARD '78
BRIT. CLASS A 15
6 1 x 12" BRIT. '60
NUME TAL HEAD15 4 x 12" V-AMP CUSTOM
SAVAGE BEAST13 4 x 12" STANDARD '78
CUSTOM HI GAIN15 4 x 12" V-AMP CUSTOM
UL TI MATE PLUS15 4 x 12" V-AMP CUSTOM
CALIF. DRIV E4 1 x 12" MID COMBO
CUSTOM DRIV E5 1 x 12" BLACKFACE
CALIF. CL E A N4 1 x 12" MID COMBO
CUSTOM CLEAN5 1 x 12" BLACKFACE
Tab. 5.2: Samenspel van versterkertypen en cabinets oftewel
Een bijzonder kenmerk van uw V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2
is de geïntegreerde multi-effectprocessor. Deze effectmodule
geeft u de beschikking over 16 verschillende groepen eersteklas
effecten, zoals bijv. Chorus, Flanger, Delay, Auto wah en een
keur aan combinatie-effecten. Via de MIDI-functie heeft u
bovendien de mogelijkheid, een extra Wah Wah-effect toe te
passen. Deze kan het beste met behulp van een MIDI foot controller
met Expression-pedaal, bijv. de BEHRINGER FCB1010, worden
bediend. Een overzicht over alle door de V-AMP PRO gezonden
en ontvangen MIDI-informatie geeft Tab. 9.1.
De multi-effectprocessor werkt standaard in stereo.
Zo bent u in staat, de stereo-effecten voor
opnamedoeleinden via de LINE OUT van de V-AMPIRE/
V-AMP PRO/V-AMP 2 te gebruiken of met een tweede
versterker in stereo te spelen.
De effecten van de V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2 kunnen
in drie parameters worden veranderd. Door het draaien van de
EFFECTS-regelaar, door het draaien van de EFFECTS-regelaar
bij ingedrukte TAP-toets en door het alleen indrukken van de
TAP-toets in de maat van de muziek. In Tab. 5.3 zijn de
effectparameters opgenomen.
Om op tempo gebaseerde effecten aan het tempo
van het muziekmateriaal aan te passen, drukt u in
de maat van de muziek tweemaal op de TAP-toets.
Na tabela 5.3 são indicados os controladores MIDI
correspondentes para cada parâmetro. As
respectivas regulações podem ser efectuadas por
meio de MIDI. Na página de Internet
(www.behringer.com) da BEHRINGER poderá
consultar gratuitamente uma lista detalhada de
todos os parâmetros passíveis de serem
controlados por MIDI.
6.1 Het onafhankelijke Reverb-effect
Het Reverb-effect kan onafhankelijk van de geïntegreerde multieffectprocessor steeds worden bijgemixt. Activeer hiervoor in
de EDIT-modus (tegelijk indrukken van de twee cursortoetsen)
via toets D de REVERB-functie en selecteer een galmtype met de
twee cursortoetsen. In totaal zijn er negen verschillende galmtypes
waar u uit kunt kiezen (zie Tab. 6.1).
Reverb-typeEigenschap
Reverb-nr.
1Tiny Room
2Small Room
3Medium Room
4Large Room
5Ultra Room
6Small Spring
7Medium Spring
8 Short Ambience
9Long Ambience
6.1: De verschillende reverb-effecten
Via de MIDI-functie heeft u de mogelijkheid, een extra Wah
wah-effect toe te passen. Deze kan optimaal bij het gebruik van
een MIDI Foot Controller met expression-pedaal worden gestuurd,
bijv. de BEHRINGER MIDI FOOT CONTROLLER FCB1010.
Klassieke ruimtesimulaties naar ver-
schillende grootten (van badkamer
tot kathedraal).
Geluidseffect dat van gitaarsignalen
heuse sfeerklanken maakt.
Simulaties van de typische
galmveren.
Het ambiance-effect simuleert de eerste
reflecties van een ruimte zonder nagalm.
6.2 Wah Wah
In het DRIVE-menu stelt u door gelijktijdig TAP in te
drukken en aan de EFFECTS-regelaar te draaien, de
kwaliteit en het filterkarakteristiek van de Wah Wah in.
7. TUNER
Het geïntegreerde stemapparaat wordt door een druk op de
TUNER-toets ingeschakeld.
7.1 Stemmen van de gitaar
De chromatische tuner is in staat de frequentie van de gangbare
basistonen van een gitaar te herkennen. Voor de A-snaar is dit
een frequentie van 220 Hz. Als uw gitaar met de V-AMPIRE/
V-AMP PRO/V-AMP 2 verbonden is en een open snaar aanslaat,
probeert de tuner deze toon te herkennen en geeft deze in het
display weer. Aangezien de tuner auto-chromatisch werkt,
kunnen er ook halve tonen worden herkend. Deze worden met
een “b” in het display weergegeven.
Nu kan het gebeuren, dat een gespeelde toon die in het display
bijv. Met a wordt weergegeven, toch iets van de ideale toon
afwijkt. Dit wordt weergegeven door het oplichten van minimaal
één van de vier pijl-LED’s aan de benedenrand van het display.
In speciale gevallen kunnen er ook twee LED’s oplichten, en wel
altijd dan, wanneer de gespeelde toon tussen de door de aparte
LED’s weergegeven afwijking ligt. Wanneer de ronde middelste
Tuner-LED oplicht, komt de gespeelde toon overeen met de in het
display aangegeven toon.
7.2 Instellen van de referentietoon “a”
Om u alle vrijheid bij het stemmen van uw gitaar te geven, heeft
u de mogelijkheid, de voorinstelling van de referentietoon “a” te
veranderen..
De referentietoon “a” van de V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2
is van de fabriek uit, op 440 Hz ingesteld. Stel, u wilt met een
groot orkest, dat de “kamertoon a” op 444 Hz stemt, samen
musiceren, dan heeft u een functie nodig, waarmee de
referentietoon “a” veranderd kan worden. Deze functie activeert
u op de volgende manier: Schakel de tuner in door het indrukken
van de TUNER-toets en ga dan door het tegelijk indrukken van de
twee cursortoetsen naar de EDIT-modus: In het display verschijnt
“40”, hetgeen voor 440 Hz staat. Door het indrukken van de
cursortoetsen kan de referentietoon “a” nu steeds met tot 15 Hz
naar onder of naar boven worden bijgesteld. In het display worden
steeds de laatste twee cijfers van de basistoon weergegeven,
aangezien het eerste cijfer altijd 4 is. Als u bijv. uitgaande van de
basistoon van 440 Hz driemaal op de rechter cursortoets drukt,
geeft het display 43 aan, hetgeen overeenkomt met een frequentie
van 443 Hz. Verlaat de EDIT-modus, door op de TUNER- of op de
TAP-toets te drukken. Uw verandering wordt automatisch
opgeslagen. De ideale tonen voor de overige snaren van de
gitaar richten zich automatisch naar de nieuw ingestelde
referentietoon.
8. INSTALLATIE
8.1 Netspanning
Voordat u de V-AMPIRE/V-AMP PRO op het stroomnet
aansluit, dient u eerst zorgvuldig na te gaan of uw
apparaat op de juiste voedingsspanning is ingesteld! De
zekeringhouder aan de bus voor de netaansluiting heeft 3
driehoekige markeringen. Twee van deze driehoeken staan recht
tegenover elkaar. De V-AMPIRE/V-AMP PRO is op de naast deze
markeringen staande bedrijfsspanning ingesteld en kan worden
omgezet door de zekeringhouder 180° te draaien. LET OP: Dit
geldt niet voor exportmodellen, die bijv. alleen voor een
netspanning van 120 V zijn ontworpen!
8. INSTALLATIE
11
Page 12
V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2
Wanneer het apparaat op een andere netspanning
wordt ingesteld, dient er een andere zekering te
worden geplaatst. De juiste waarde vindt u in
Hoofdstuk 10 “TECHNISCHE GEGEVENS”.
Doorgebrande zekeringen dienen absoluut door
zekeringen van de juiste waarde te worden
vervangen! De juiste waarde vindt u in Hoofdstuk
10 “TECHNISCHE GEGEVENS”.
Het apparaat wordt met behulp van het meegeleverde netkabel
met apparaatbus op het net aangesloten. Deze voldoet aan de
nodige veiligheidseisen.
Let u er alstublieft op, dat alle apparaten geaard
dienen te zijn. Voor uw eigen veiligheid dient u in
geen geval de aarding van de apparaten c.q. de
netkabel te verwijderen of onklaar te maken. Het
toestel met altijd met een intacte aarddraad aan
het stroomnet aangesloten zijn.
8.2 Audioverbindingen
De ingangen van de BEHRINGER V-AMPIRE/V-AMP PRO/
V-AMP 2 zijn uitgevoerd als monoklinkerbussen. Alle Line outen Line in-uitgangen en de koptelefoonuitgang zijn als stereoklinkerbus uitgevoerd. De Line out-uitgangen kunnen naar wens
met symmetrische of asymmetrische klinkerstekkers worden
verbonden.
De DI OUT-aansluitingen van de V-AMPIRE/V-AMP PRO zijn
als XLR-bussen uitgevoerd.
Afb. 8.3: 6,3 mm stereoklinkerstekker
Afb. 8.1: XLR-verbindingen
Afb. 8.2: 6,3 mm monoklinkerstekker
Afb. 8.4: Aansluitingen bij een stereo-koptelefoon-
klinkerstekker
8.3 MIDI-aansluitingen
De MIDI-aansluitingen aan de achterkant van het apparaat zijn
voorzien van de internationaal genormeerde 5-polige-DIN-bussen.
Om de V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2 met andere MIDIapparatuur te kunnen verbinden heeft u een MIDI-kabel nodig.
Over het algemeen worden in de handel gebruikelijke,
geprefabriceerde kabels gebruikt.
MIDI IN: Dient voor de ontvangst van MIDI-besturingsdata. Het
ontvangstkanaal wordt in de EDIT-modus ingesteld door het
indrukken van de A-toets en het gebruik van de cursortoetsen.
MIDI OUT/THRU: Via MIDI OUT kunnen data naar een
aangesloten computer of naar andere apparaten worden
gestuurd. Er worden zowel preset-data als parameterveranderingen overgebracht. Bij de instelling MIDI THRU
zendt de V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2 geen eigen MIDIgegevens, maar stuurt alleen de bij MIDI IN binnenkomende
signalen door.
8.3.1 Het ontvangen/zenden van MIDI-sysex-data
De V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2 kan een SysEx-dump van
een ander MIDI-apparaat ontvangen wanneer in de EDIT-modus
de MIDI-functie is geactiveerd. Zodoende worden echter
automatisch alle presets overschreven. U kunt ook van de
V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2 uit MIDI-data naar een ander
apparaat toe sturen (Total Dump), door in de EDIT-modus de
MIDI-toets zolang ingedrukt te houden, tot er “d” in het display
verschijnt. Bij een Total Dump kan bijv. de volledige opgeslagen
inhoud naar een MIDI-sequencer worden overgedragen en
opgeslagen.
U kunt echter ook een speciale preset naar een ander apparaat
toe sturen: Schakel daartoe door het gelijktijdig indrukken van de
twee cursortoetsen over naar de EDIT-modus, activeer de MIDIfunctie en type kort op de MIDI-toets. Preset-informatie bevindt
zich allereerst in de Temp Buffer en kan door de opslagfunctie
op elke willekeurige preset worden gezet.
12
8. INSTALLATIE
Page 13
V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2
9. MIDI-IMPLEMENTATIE
MIDI Implementation Chart
FunctionTransmittedReceivedRemarks
MIDI Channel1-161-16-
ModeNN-
Note NumberNN-
VelocityNN-
After TouchNN-
Pitch BenderNN-
Control Change---
1N (request only)YWah Pedal
7N (request only)YVolume Pedal
12YYAmp Gain (0-127)
13YYAmp Treble (0-127)
14YYAmp Mid (0-127)
15YYAmp Bass (0-127)
16YYAmp Vol (0-127)
17YYPresence (0-127)
18YYReverb Mix (0-127) *2
19Y (skipped on request)YAmp Ty pe (0-32) wi th default cabinet *3
20Y (skipped on request)YFx Type (0-15) with defaults *1
21YYFx off/on (0/127)
22YYReve rb Send off/on (0/127)
23YYCabinet Type (0-15) *5
24YYReverb Type (0-8) *4
25YYNoise Gate Level (0-15)
26YYDr ive off/ on (0/127)
27YYWah off/position (0/1-127)
44N (request only)Ypre Effect Type (0-2) *6
45YYpre Effect Par 1 *6
46YYpre Effect Par 2 *6
47N (request only)Ypre Effect Par 3 *6
48N (request only)Ypre Effect Par 4 *6
49N (request only)YDelay Type (0-2) *7
50YYDelay Time hi (0-117) *8
51YYDelay Time lo (0-127) *8
52N (request only)YDelay Spread (0-127)
53YYDelay Feedback (0-127)
54YYDelay Mix (0-127) *9
55N (request only)Ypost Fx Mode (0-6) *10
56YYpost Fx Par 1 *10
57YYpost Fx Par 2 *10
58YYpost Fx Par 3 *10
59YYpost Fx Mix (0-127) *11
60N (request only)YAssign Effects Control (0-15) *1
61N (request only)YAmp Type (0-32) w/o cabinet change *3
64NYTap (Value > 63)
80NYRequest Controls (Value = 80)
81N (request only)YSet Pos (0-15), Set Character (32-127)
82YYTuner Bypass Volume (0-127)
83YYTuner Center Frequency (25-55)
84Y
85Y
86Y
87Y
88YY
89YYInput Gain (0-127)
90YYWah character (0-127)
Program ChangeY (0-124)
System ExclusiveY
System CommonN
UitgangsimpedantieNominaal uitgangsniveau-3,5 V peak-to-peak-
CINCH-massavrij asymmetrisch-
UitgangsimpedantieNominaal uitgangsniveau-0,5 V peak-to-peak-
WORDCLOCK-INGANG
BNC-coaxiaal-
IngangsimpedantieNominaal ingangsniveau-2 - 6 V peak-to-peak-
MIDI
Type
DIGITALE SIGNAALVERWERKING
Omvormer
Dynamiek A/D
Dynamiek D/A
Aftastsnelheid
DSP
Delay Time
Signaallooptijd (Line In Æ Line Out)
Ω
4,7 k
6,3 mm monoklinkerbus, asymmetrisch
Ω
2 k
6,3 mm monoklinkerbus, asymmetrisch
6,3 mm monoklinkerbus, asymmetrisch
+14 dBu (Studio); 0 dBu (Live)
6,3 mm monoklinkerbus, asymmetrisch
Ω
ca. 680
Ω
<1 k
+9 dBu
XLR, symmetrisch
Ω
100
6,3 mm stereoklinkerbus, asymmetrisch
+15 dBu/100
44,1/48/96 kHz intern; 32 - 96 kHz
Wordclock, Sample Rate Converter
5-polige DIN-bussen IN, OUT/THRU
24-bits delta-sigma, 64/128-voudig oversam pling
104 dB @ Preamp Bypass
max. 1933 ms stereo
Ω
1 M
+9 dBu
-
Ω-
20 k
Ω-
40 k
Ω-
1 k
Ω
(+23 dBm)
Ω
110
Ω
75
Ω
50 k
92 dB
31,250 kHz
100 Mips
ca. 5 ms
+20 dBu
15 k
2,2 k
Ω
Ω
-
-
-
-
14
10. TECHNISCHE GEGEVENS
Page 15
V-AMPIRE/V-AMP PRO/V-AMP 2
DISPLAY
Type
VERSTERKER
Vermogen Mono (1 x 4
Vermogen Mono (1 x 8
Vermogen Stereo (2 x 8
Geluidsdruk116 dB @ 1 m--
INTERNE LUIDSPREKER
Type
Impedantie
Toelaatbaar vermogen70 W (IEC) / 140 W (DIN)--
STROOMVOORZIENING
Netspanning
Netbelasting200 W max.15 W13 W
Zekering
Aansluiting op het netstandaard-apparaatstekkerstandaard-apparaatstekkerexterne netvoeding
AFMETINGEN/GEWICHT
Afmetingen (H x B x D)
Gewicht
De Fa. BEHRINGER streeft altijd naar de hoogste kwaliteit en voert eventuele verbeteringen zonder voorafgaande aankondiging door. Technische data en uiterlijke kenmerken kunnen daarom
van de genoemde specificaties of van de afbeeldingen van het product afwijken.
Ω)120 W--
Ω)
Ω)2 x 60 W--
V-AMPIREV-AMP PROV-AMP 2
tweedelige 7-segments-LED-indicator
70 W--
TM
BUGERA
Ω
8
USA/Canada 120 V~, 60 Hz
Europa/U.K./Australië 230 V~, 50 Hz
Japan 100 V~, 50 - 60 Hz
China/Korea 220 V~, 50 Hz
Algemeen exportmodel 120/230 V~, 50 - 60 Hz
100 - 120 V~:
200 - 240 V~:
T 5 A H
250 V100 - 120 V~:
T 2,5 A H
250 V200 - 240 V~:
491 x 611 x 265 mm89 x 482,6 x 135 mm63 x 236 x 180 mm
19 1/3" x 24" x 10 2/5"3 1/2" x 19" x 5 1/4"2 1/2" x 9 1/4" x 7 1/8"
ca. 21,5 kgca. 2,6 kgca. 1,2 kg
47 1/2 lbsca. 5 3/4 lbsca. 2 3/4 lbs
--
--
USA/Canada 120 V~, 60 Hz
U.K./Australië 240 V~, 50 Hz
Europa 230 V~, 50 Hz
China/Korea 220 V~, 50 Hz
Japan 100 V~, 50 - 60 Hz
T 400 mA H
T 200 mA H
250 V
250 V
-
-
10. TECHNISCHE GEGEVENS
15
Loading...
+ hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.