BAUKNECHT OBFC Ecostar A3+ F Daily Reference Guide [nl]

Page 1
SNELLE REFERENTIEGIDS
HANDLEIDING
NL
DANK U WEL VOOR UW AANKOOP VAN EEN BAUKNECHT PRODUCT.
Voor verdere assistentie kunt u het apparaat registeren op:
www.bauknecht.eu/register
U kunt de Veiligheidsinstructies en de Gids voor Gebruik en Onderhoud downloaden van onze website docs.bauknecht.eu en de instructies aan de achterzijde van dit boekje opvolgen.
Lees voordat u het apparaat gaat gebruiken zorgvuldig de gids voor Gezondheid en Veiligheid.
PRODUCTBESCHRIJVING
APPARAAT
1
2
3
4
7
5 6
9
8
1. Bovenste rek
2. Besteklade
3. Opvouwbare kleppen
4. Afsteller hoogte bovenste rek
5. Bovenste sproeierarm
6. Onderste rek
7. Onderste sproeierarm
8. Filtersysteem
9. Zoutreservoir
10. Doseerbakjes vaatwasmiddel en glansspoelmiddel
11. Typeplaatje
12. Bedieningspaneel
Service:
0000 000 00000
11
10
12
BEDIENINGSPANEEL
1
1. Aan-Uit/Reset-toets met controlelampje
3. Multizone toets met controlelampje / Toetsenvergrendeling
4. Controlelampje Eco-programma
5. Controlelampje toetsenvergrendeling
6. Display
7. Nummer programma en controlelampje resterende tijd
2
3
8
8. Controlelampje tablet (tab)
9. Controlelampje gesloten waterkraan
10. Controlelampje bijvullen glansspoelmiddel
11. Controlelampje zout bijvullen
12. “Extra Dry “ toets met controlelampje / Tablet (tab)
13. Uitsteltoets met controlelampje
14. Start/Pauze-toets met controlelampje / Waterafvoer
13
1454 6 7 10 11 129
1
Page 2
EERSTE GEBRUIK
A
B
A
ZOUT, GLANSSPOELMIDDEL EN VAATWASMIDDEL
ADVIES MET BETREKKING TOT HET EERSTE GEBRUIK
Verwijder na het installeren de stoppen uit de rekken en de elastische borgelementen uit het bovenste rek.
HET ZOUTRESERVOIR BIJVULLEN
MHet gebruik van zout voorkomt de vorming van KALKAANSLAG op het vaatwerk en op de functionele onderdelen van de machine.
• Het is belangrijk dat het zoutreservoir nooit leeg is.
• Het is belangrijk dat de hardheid van het water wordt ingesteld.
Het zoutreservoir bevindt zich in het onderste deel van de afwasmachine (zie BESCHRIJVING PROGRAMMA) en moet worden gevuld wanneer het controlelampje ZOUT BIJVULLEN in het bedieningspaneel brandt.
1. Verwijder het onderste rek en draai de dop van het reservoir los (linksom).
2. Alleen de eerste maal dat u dit doet: vul het zoutreservoir met water.
3. Plaats de trechter (zie afbeelding) en vul het zoutreservoir tot aan de rand (ongeveer 1 kg); het is niet ongebruikelijk dat er een be­etje water uit lekt.
4. Verwijder de trechter en veeg alle zoutresten weg van de opening.
Zorg ervoor dat de dop strak is aangedraaid, zodat geen vaatwasmid­del in de container kan komen tijdens het wasprogramma (dit kan de waterontharder onherstelbaar beschadigen).
Wanneer u zout moet toevoegen, is u verplicht om de procedure helemaal uit te voeren alvorens de wascyclus te starten.
DE WATERHARDHEID INSTELLEN
Als u de waterontharder perfect wilt laten werken is het essentieel dat de instelling van de waterhardheid is gebaseerd op de werkelijke waterhardheid in uw huis. Deze informatie kan bij uw lokale waterleverancier worden opgevraagd. De fabrieksinstelling is voor gemiddelde (3) waterhardheid.
•HetapparaatinschakelendooropdetoetsAAN/UIT te drukken.
•HetapparaatuitschakelendooropdetoetsAAN/UIT te drukken.
•DetoetsSTART/PAUZE 5 seconden ingedrukt houden totdat u
een piep hoort.
•HetapparaatinschakelendooropdetoetsAAN/UIT te drukken.
•Hethuidigeniveaunummervandeselectieenhetcontrolelampje
van het zout knipperen allebei.
•DetoetsP indrukken om het gewenste hardheidsniveau te selecteren (zie TABEL WATERHARDHEID).
HET GLANSSPOELMIDDELRESERVOIR BIJVULLEN
Glansspoelmiddel maakt het DROGEN van de vaat gemakkelijker. Het glansspoelmiddelreservoir A moet worden gevuld wanneer het controlelampje GLANSSPOELMIDDEL BIJVULLEN op het display brandt.
35 25
A
X
M
B
1. Open het doseerbakje B door de tab op het deksel in te drukken en omhoog te trekken.
2. Het glansspoelmiddel zorgvuldig inbrengen tot aan de maximum (110 ml) insteekgleuf van de vulruimte - voorkom morsen. Wanneer dit gebeurt het gemorste glansspoelmiddel onmiddellijk met een droge doek reinigen.
3. Om het te sluiten het deksel naar beneden drukken totdat u een klik hoort.
Het glansspoelmiddel NOOIT rechtstreeks in de kuip gieten.
DE DOSERING GLANSSPOELMIDDEL AANPASSEN
Als u niet volledig tevreden bent over de droogresultaten kunt u de gebruikte hoeveelheid glansspoelmiddel aanpassen.
•DeafwasmachineinschakelenmetdetoetsAAN/UIT.
•UitschakelenmetdetoetsAAN/UIT.
•DriemaalopdetoetsSTART/PAUZE drukken - er klinkt een pieptoon.
•InschakelenmetdetoetsAAN/UIT.
•Hethuidigeniveaunummervandeselectieenhetcontrolelampje
van het glansspoelmiddel knipperen.
•DetoetsP indrukken om het niveau van het te leveren
glansspoelmiddel te selecteren.
•UitschakelenmetdetoetsAAN/UIT
Instellen is voltooid! Als het niveau van het glansspoelmiddel is ingesteld op 1 (ECO) zal geen glansspoelmiddel worden afgegeven. Het controlelampje LAAG GLANS­SPOELMIDDEL zal niet branden als het glansspoelmiddel op is. Er kan een maximum van 5 niveaus worden ingesteld, afhankelijk van het model afwasmachine. De fabrieksinstelling is speciek voor het model. Volg de bovenstaande instructies om te controleren of dat ook voor uw machine geldt.
• Als u blauwe strepen op het vaatwerk ziet stel dan een laag getal in (2-3).
• Als er druppels water of kalkaanslag op het vaatwerk zijn stel dan een hoog getal in (4-5).
Tabel waterhardheid
Niveau
1 Zacht 0 - 6 0 - 10 2 Gemiddeld 7 - 11 11 - 20 3 Gemiddeld 12 - 17 21 - 30 4 Hard 18 - 34 31 - 60 5 Zeer hard 35 - 50 61 - 90
•HetapparaatuitschakelendooropdetoetsAAN/UIT te drukken. Instellen is voltooid! Zodra deze procedure voltooid is voert u een programma zonder lading uit.
Gebruik alleen zout dat speciaal voor afwasmachines is bestemd.
Wanneer het zout in de machine is gestrooid wordt het lampje ZOUT BIJVULLEN uitgeschakeld.
Als de zoutcontainer niet gevuld is kunnen de waterontharder en het verwarmingselement daardoor beschadigd raken.
2
°dH
Duitse graden
°fH
Franse graden
HET VAATWASMIDDELDOSEERBAKJE VULLEN
Gebruik de opening apparaat A om het vaatwasmiddeldoseerbakje te openen. Het vaatwasmiddel alleen in het droge doseerbakje B invo­eren. Plaats de hoeveelheid vaatwasmiddel voor voorspoelen direct in de kuip.
1. Raadpleeg bij het afmeten van het vaatwasmiddel de eerder vermelde informatie om de juiste hoeveelheid
toe te voegen. In het doseerbakje B vindt u de aanwijzingen voor het doseren van het vaatwasmiddel.
2. Verwijder de resten vaatwasmiddel van de randen van het doseerbakje
en sluit het deksel totdat het klikt.
3. Sluit het deksel van het vaatwasmiddeldoseerbakje door het omhoog te
trekken tot het sluitingsmechanisme is vastgezet. Het vaatwasmiddeldose­erbakje opent automatisch op het juiste moment, volgens het programma.
Bij gebruik van alles-in-één vaatwasmiddelen is het raadzaam om de toets TABLET te gebruiken, omdat het programma dan zodanig wordt aange­past dat de beste was- en droogresultaten worden bereikt.
Page 3
PROGRAMMATABEL
NL
Vaatwasmid-
Programma
1. Eco 50°
2. Sensor
3. Intensief
4. Dagelijks 50°
5. Goede Nacht 50°
6. Express 30’ 50°
7. Glaswerk
8. Voorspoelen
De gegevens van het ECO-programma worden gemeten onder laboratoriumomstandigheden, volgens de Europese norm EN 50242. Aanwijzing voor de Proeaboratoria: Voor gedetailleerde informatie over de omstandigheden van de EN-vergelijkingsproef kunt u contact opnemen met: dw_test_support@whirlpool.com Voorbehandeling van het vaatwerk vóór de programma’s is niet nodig. *) Niet alle opties kunnen tegelijkertijd gebruikt worden. **) De duur van het programma die op het scherm of in het boekje staat is een schatting, berekend onder normale omstandigheden. De werkelijke tijd is afhankelijk van vele factoren, zoals de temperatuur en de druk van het toevoerwater, de kamertemperatuur, hoeveelheid vaatwasmiddel, de hoeveelheid en soort lading, evenwicht van de lading, extra gekozen opties en de kalibratie van de sensor. De kalibratie van de sensor kan de duur van het programma met max. 20 min. verlengen. Stand-by verbruik: Ingeschakelde modus verbruik: 6 W - Uitgeschakelde modus: 0,5 W
50­60°
65°
45°
- -
Drogen
-
fase
Beschikbare
functies
*)
delbakje
Kuip
-
- 1:35 13,0 1,15
- 3:30 15,0 1,15
- 0:30 9,0 0,55
-
- -
Duur van
waspro-
B
gramma
(h:min)
3:35 9,5 0,83
1:25 - 3:00 7,0 - 14,0 0,90 - 1,40
2:50 16,0 1,60
1:40 11,5 1,20
0:12 4,5 0,01
**)
Waterver-
bruik
(liter/cyclus)
Energiever-
bruik
(kWh/cyclus)
BESCHRIJVING PROGRAMMA’S
Instructies over het selecteren van het wasprogramma.
ECO
Normaal vervuild serviesgoed. Standaardprogramma, het meest eci­ënt met betrekking tot het gecombineerde energie- en waterverbruik.
SENSOR
Voor normaal vervuilde vaat zonder opgedroogde etensresten. Meet de mate van vervuiling van het serviesgoed af en past het programma dienovereenkomstig aan. Wanneer de sensor de mate van vervuiling meet, verschijnt er een animatie in de display en wordt de cyclusduur aangepast.
INTENSIEF
Aanbevolen programma voor sterk vervuild serviesgoed, met name geschikt voor pannen en koekenpannen (mag niet gebruikt worden voor kwetsbare stukken).
DAGELIJKS
Normaal vervuild serviesgoed. Dagelijkse cyclus, die een optimale reinigende werking in kortere tijd garandeert.
GOEDE NACHT
Geschikt voor werking van het apparaat in de nacht. Optimale prestaties gewaarborgd.
EXPRESS 30’
Programma dat kan worden gebruikt voor licht vervuilde vaat zonder opgedroogde etensresten.
GLASWERK
Cyclus voor kwetsbare stukken, die gevoeliger zijn voor hoge temperaturen, bijvoorbeeld glazen en kopjes.
VOORSPOELEN
Servies dat later gewassen moet worden. Met dit programma wordt er geen vaatwasmiddel gebruikt.
Opmerkingen:
Merk op dat programma’s zoals 1 uur Wassen en Drogen of Snel het meest eectief zijn voor licht verontreinigd vaatwerk.
Om het verbruik nog verder te verlagen de afwasmachine alleen laten draaien wanneer deze vol is.
3
Page 4
OPTIES EN FUNCTIE
OPTIES kunnen direct worden geselecteerd door het indrukken van de daarbij behorende toets (zie BEDIENINGSPANEEL).
Als een optie niet compatibel is met het geselecteerde programma (zie PROGRAMMATABEL)gaat de bijbehorende LED 3 keer snel knipperen en klinken er pieptonen. De optie wordt niet ingeschakeld
UITSTEL
De start van het programma kan worden uitgesteld voor een periode tussen 0:30 en 24 uur.
1. Selecteer het programma en eventuele gewenste opties. Druk (meerdere keren) op de UITSTEL-toets om de start van het programma uit te stellen. Instelbaar van 0:30 tot 24 uur. Bij elke druk op de toets wordt de uitgestelde start vooruitgezet met: 0:30 indien de selectie korter is dan 4 uur, 1:00 indien de selectie korter is dan 12 uur, 4 uur als de selectie langer is dan 12 uur. Als 24 uur bereikt is en de toets wordt ingedrukt, wordt de uitgestelde start uitgeschakeld.
2. Druk op de toets START/PAUZE; de timer begint met aftellen;
3. Wanneer deze tijd verstreken is wordt het controlelampje uitgeschakeld en begint het programma automatisch. Als op het moment van het aftellen de START/PAUZEtoets opnieuw wordt ingedrukt wordt de UITSTEL-optie gewist en wordt het geselecteerde programma
automatisch gestart.
Zodra er een programma is gestart kan de UITSTELfunctie niet worden ingesteld.
MULTIZONE
Als er niet veel vaatwerk is kan er een programma «halve lading» worden gebruikt, om water, elektriciteit en vaatwasmiddel te besparen. Selecteer het programma en druk daarna op de MULTIZONE-toets: het controlelampje boven de toets brandt en het symbool van het gekozen rek verschijnt op het display. Standaard wast het apparaat vaatwerk in alle rekken. Druk herhaaldelijk op deze toets om alleen in een bepaald rek af te wassen:
verschijnt op het display (alleen onderste rek)
verschijnt op het display (alleen bovenste rek)
EXTRA DRY
Ter verbetering van het drogen van het vaatwerk na het selecteren van het programma de toets EXTRA DRY indrukken en het controlelampje gaat branden. Door een hogere temperatuur tijdens de laatste spoeling en een verlengde droogfase wordt het drogen verbeterd. Druk dezelfde toets opnieuw in om de optie uit te schakelen. De EXTRA DRY-optie resulteert in het verlengen van het wasprogramma.
TABLET (TAB)
Met deze instelling kan de prestatie van het programma geoptimaliseerd worden, aan de hand van het afwasmiddel dat gebruikt wordt. Druk de toets EXTRA DRY gedurende 3 seconden in (het bijbehorende symbool gaat branden) als u gecombineerde vaatwasmiddelen in tabletvorm gebruikt (glansspoelmiddel, zout en wasmid­del in 1 dosis).
Als u poeder of vloeibaar afwasmiddel gebruikt moet deze optie worden uitgeschakeld.
TOETSVERGRENDELING
Door een lange druk (3 seconden) op de MULTIZONE toets wordt de TOETSVERGRENDELING-functie ingeschakeld. Met de TOETSVERGRENDELING-functie wordt het bedieningspaneel geblokkeerd, behalve de AAN/UIT-toets. Opnieuw lang indrukken, om de TOETSVERGRENDELING uit te schakelen.
WATERAFVOER
Voor het stoppen en wissen van de actieve cyclus kan de Waterafvoer-functie worden gebruikt. Met een lange druk op de START/PAUZE-toets wordt de WATERAFVOER-functie ingeschakeld. Het actieve programma wordt stopgezet en het water in de afwasmachine wordt afgetapt.
verschijnt op het display (alleen bestekmandje)
verschijnt op het display (optie is uitgeschakeld en het apparaat wast het vaatwerk in alle rekken).
Vergeet niet om alleen het bovenste of onderste rek te laden en de hoeveelheid vaatwasmiddel dienovereenkomstig te verlagen.
WATERKRAAN DICHT - Alarm
Knippert wanneer er geen watertoevoer is of als de waterkraan gesloten is.
4
Page 5
DAGELIJKS GEBRUIK
NL
1. WATERAANSLUITING CONTROLEREN
Controleer of de wasmachine is aangesloten op de waterleiding en of de waterkraan open is.
2. DE AFWASMACHINE INSCHAKELEN
Druk op de toets AAN/UIT.
3. DE REKKEN VULLEN
(zie REKKEN VULLEN)
4. HET VAATWASMIDDELMIDDELDOSEERBAKJE VULLEN
(zie PROGRAMMATABEL).
5. HET PROGRAMMA KIEZEN EN DE CYCLUS AANPASSEN
Selecteer het meest geschikte programma in overeenstemming met het soort serviesgoed en het niveau van vervuiling (zie BESCHRIJVING PROGRAMMA)door de P-toets in te drukken. Selecteer de gewenste opties (zie OPTIES EN FUNCTIES).
6. START
Start het wasprogramma door de START/PAUZE toets . Wanneer het programma start is er een pieptoon te horen.
7. EINDE VAN HET WASPROGRAMMA
Het einde van het wasprogramma wordt aangegeven door pieptonen en op het display wordt END knippert. Het apparaat uit­schakelen door op de toets AAN/UIT te drukken en de deur openen. Een paar minuten wachten voordat het serviesgoed wordt verwijderd - om brandwonden te voorkomen. De rekken uitladen, te beginnen met het onderste rek.
De machine wordt tijdens bepaalde langere perioden van inactiviteit automatisch uitgeschakeld, om het elektriciteitsverbruik te minimaliseren. Als het serviesgoed slechts licht bevuild is of als het voordat het inde afwasmachi­ne wordt geplaatst met water is afgespoeld kan de hoeveelhe­id vaatwasmiddel dienovereenkomstig worden verminderd.
WIJZIGEN VAN EEN LOPEND PROGRAMMA
Als er een verkeerd programma was geselecteerd is kan het worden gewijzigd, mits het nog maar net begonnen is: houd de AAN/UIT toets ingedrukt, de machine wordt uitgeschakeld. Schakel de machine weer in met de AAN/UIT-toets en selecteer het nieuwe wasprogramma en eventuele gewenste opties; start het
wasprogramma door en de START/PAUZE-toets in te drukken.
EXTRA SERVIESGOED TOEVOEGEN Zonder de machine uit te schakelen de deur openen (kijk uit voor HETE stoom!) en het serviesgoed in de afwasmachine plaatsen. Doe
de deur dicht en druk op de START/PAUZE-toets, het programma begint vanaf het punt waarop het werd onderbroken.
ONGEWENSTE ONDERBREKINGEN
Als de deur tijdens het wasprogramma wordt geopend of als er een stroomstoring is wordt het wasprogramma gestopt. Zodra de deur is gesloten of de stroomvoorziening is hersteld de START/PAUZE-toets indrukken, om het wasprogramma opnieuw te starten op het punt
waar het werd onderbroken.
Voor meer informatie over de functies kunt u een Gids voor Gebruik en Verzorging downloaden van de WEBSITE, volgens de instructies op de laatste pagina.
ADVIEZEN EN TIPS
ADVIEZEN
Verwijder alvorens de manden te laden alle voedselresten uit het serviesgoed en leeg de glazen. Het serviesgoed hoeft niet tevo-
ren onder stromend water afgespoeld te worden.
Het serviesgoed zo rangschikken dat het stevig op zijn plaats staat en niet omslaat; rangschik de containers met de openingen naar beneden gericht en de holle/bolle onderdelen schuin geplaatst, waardoor het water elk oppervlak kan bereiken en vrij kan stromen.
Waarschuwing: zorg ervoor dat deksels, grepen, platen en koekenpannen de sproeierarmen niet belemmeren bij het draaien. Plaats geen kleine voorwerpen in de bestekmand. Erg vervuild vaatwerk en pannen moeten in de onderste mand worden geplaatst, omdat in deze ruimte de watersproeiers sterker zijn en hogere wasprestaties hebben. Zorg ervoor dat na het laden van het apparaat de sproeierarmen vrij kunnen draaien.
HYGIËNE
Om te voorkomen dat zich geur en afzetting ophoopt in de afwasmachine moet u ten minste één per maand een programma met hoge temperatuur laten draaien. Gebruik een theelepel vaatwasmiddel en laat het apparaat zonder lading draaien.
ONGESCHIKT SERVIESGOED
• Houten servies en bestek.
• Kwetsbare gedecoreerde glazen, artistiek handwerk en antiek
serviesgoed. Hun decoraties zijn hier niet tegen bestand.
• Delen van synthetisch materiaal die niet bestand zijn tegen hoge temperaturen.
• Koperen en tinnen serviesgoed.
• Serviesgoed bevuild met as, was, smeervet of inkt.
De kleuren van glasdecoraties en aluminium/zilveren stukken kunnen wijzigen en vervagen tijdens het wasproces. Sommige soorten glas (bv. kristallen voorwerpen) kunnen na een aantal wascyclussen ook dof worden.
SCHADE AAN GLASWERK EN SERVIESGOED
• Gebruik alleen glas en porselein waarvan de fabrikant garan­deert dat het veilig is voor de afwasmachine.
• Gebruik een zacht vaatwasmiddel dat geschikt is voor serviesgoed
• Haal glazen en bestek uit de afwasmachine zodra het wasprogramma afgelopen is.
5
Page 6
REKKEN VULLEN
A
BESTEKLADE
Het derde rek werd ontworpen om het bestek te herbergen. Rang­schik het bestek zoals op de afbeelding. Een aparte rangschikking voor het bestek maakt het oppakken na de afwas eenvoudiger en verbetert de was- en droogprestaties.
Messen en andere gebruiksvoorwerpen met scherpe randen moeten worden geplaatst met de punten naar beneden gericht. Het mag alleen aan de voorkant van het onderste rek worden geplaatst.
De geometrie van het rek maakt het mogelijk om kleine items als koekopjes in het midden te plaatsen.
BOVENSTE REK
Laden van kwetsbaar en licht vaatwerk: glazen, kopjes, schoteltjes, lage saladekommen.
DE HOOGTE VAN HET BOVENSTE REK AFSTELLEN
De hoogte van het bovenste rek kan worden afgesteld: hoge stand voor groot serviesgoed in de onderste mand en lage stand om optima­al gebruik te maken van de opklapbare steunen, door het creëren van meer ruimte naar boven en botsen met de items die in het onderste rek zijn geladen te voorkomen. Het bovenste rek is uitgerust met een hoogteversteller bovenste rek (zie afbeelding , zonder op de hefbomen te hoeven drukken, opheen door gewoon de zijkanten van het rek vast te houden, zodra het rek stabiel in de bo­venste positie staat. Voor herstellen naar de lagere positie op de he­fbomen A aan de zijkanten van het rek drukken en de mand naar beneden verplaatsen.
Het is raadzaam de hoogte van het rek niet aan te passen wanneer het is geladen. NOOIT de mand slechts aan één kant verhogen of verlagen.
OPVOUWBARE KLEPPEN MET VERSTELBARE STAND
De opvouwbare kleppen aan de zijkant kunnen op drie verschillende hoogtes worden geplaatst, voor een optimale rangschikking van het serviesgoed in het rek. Wijnglazen kunnen veilig in de opvouwbare kleppen worden geplaatst door de steel van elk glas in de overeenkomstige sleuven in te voeren. Voor optimale droogresultaten de opvouwbare kleppen meer laten kantelen. Voor het wijzigen van de hellingshoek de opvouwbare klep optillen lichtjes schuiven en plaats deze zoals u wenst.
ONDERSTE REK
Voor potten, deksels, platen, saladekommen, bestek enz. Grote platen en deksels moeten idealiter aan de zijkanten worden geplaatst, om aanraking met de sproeierarmen te voorkomen. Het onderste rek heeft opklapbare steunen die in een verticale positie kunnen worden gebruikt bij het schikken van platen of in een horizontale positie (lager) om pannen en saladekommen te laden.
(laadvoorbeeld voor het bovenste rek)
6
(laadvoorbeeld voor het onderste rek)
Page 7
REINIGING EN ONDERHOUD
NL
HET FILTERSYSTEEM REINIGEN
Reinig het ltersysteem regelmatig, zodat de lters niet verstoppen en het afvalwater correct weg stroomt. Het ltersysteem bestaat uit drie lters die voedselresten uit het afwaswater verwijderen en vervolgens het water opnieuw laten circuleren: houd ze goed schoon, voor de beste wasresultaten.
De afwasmachine mag niet worden gebruikt zonder lters of als het lter is losgeraakt.
Controleer het ltersysteem na meerdere wasbeurten en reinig het eventueel grondig onder stromend water, met een niet-metalen borstel en volgens de onderstaande instructies:
1. Draai het cilindrische lter A linksom en trek het uit (Afb. 1).
2. Verwijder het houderlter B door licht op de zijkleppen te drukken
(Afb. 2).
3. Schuif de roestvrij stalen plaat lter C er uit (Afb. 3) .
4. Inspecteer de sifon en verwijder eventuele voedselresten.
VERWIJDER NOOIT de pompbescherming van het wasprogramma (zwart detail) (Afb. 4).
21
B
A
A
DE SPROEIERARMEN REINIGEN
Af en toe kunnen er voedselresten op de sproeierarmen vastzitten en worden de openingen voor het water sproeien geblokkeerd. Het is daarom raadzaam dat u de armen van tijd tot tijd controleert en ze met een kleine niet-metalen borstel schoonmaakt.
Voor het verwijderen van de bovenste sproeierarm de kunststof borgring linksom draaien. De bovenste sproeierarm moet worden vervangen, zodat de zijde met het grotere aantal openingen naar boven is gericht.
C
43
Na het schoonmaken van het lter het ltersysteem opnieuw plaatsen en goed op zijn plaats zetten; dit is essentieel voor het behoud van de eciënte werking van de afwasmachine.
De onderste sproeierarm kan worden verwijderd door het omhoog te trekken.
DE TOEVOERSLANG REINIGEN
Als de waterslangen nieuw zijn of een langere periode niet zijn gebruikt laat dan, voordat de benodigde aansluitingen worden uitgevoerd, het water lopen, om ervoor te zorgen het helder is en vrij van onzuiverheden. Als deze voorzorgsmaatregel niet wordt genomen kan de waterinlaat geblokkeerd worden en kan de afwasmachine beschadigd raken.
7
Page 8
PROBLEMEN OPLOSSEN
Uw afwasmachine werkt mogelijk niet goed. Controleer of het probleem opgelost kan worden door de onderstaande lijst na te lopen voordat u contact opneemt met het servicecenter.
PROBLEMEN MOGELIJKE OORZAKEN OPLOSSINGEN
De afwasmachi­ne start niet of reageert niet op opdrachten.
De afwasmachine pompt niet af.
Het apparaat is niet goed aangesloten. Steek de stekker in het stopcontact.
Stroomuitval. De afwasmachine start automatisch wanneer er weer stroom is. De deur van de afwasmachine is niet goed
gesloten.
Het reageert niet op opdrachten.
Het wasprogramma is nog niet klaar. Wacht totdat het wasprogramma klaar is.
Er zit een knik in de afvoerslang.
De pijp van de gootsteenafvoer is geblokkeerd. Reinig de pijp van de gootsteenafvoer.
Het lter is verstopt met voedselresten Reinig het lter (zie HET FILTERSYSTEEM REINIGEN).
De deur krachtig aanduwen totdat u de "klik" hoort.
Het toestel uitschakelen door de knop AAN/UIT in te drukken, na ongeveer een minuut weer inschakelen en het programma resetten.
Controleer of er geen knik zit in de afvoerslang (zie INSTALLATIE- GIDS).
De afwasmachine maakt veel lawaai.
Het vaatwerk is niet schoon.
Het vaatwerk rammelt tegen elkaar. Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
Er is een bovenmatige hoeveelheid schuim geproduceerd.
Het serviesgoed is niet goed gerangschikt. Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
De sproeierarmen kunnen niet vrij draaien, ze worden door het vaatwerk belemmerd.
Het wasprogramma is te zacht. Selecteer een geschikt wasprogramma (zie PROGRAMMATABEL).
Er is een bovenmatige hoeveelheid schuim geproduceerd.
De dop op het glansspoelmiddelcomparti­ment is niet correct afgesloten.
Het lter is bevuild of verstopt.
Er is geen zout.
ONDERHOUD EN HANDLEIDING VOOR PROBLEEMOPLOSSING
Zie voor informatie, onderhoudsprocedures en proble­emoplossing de Gids voor Gebruik en Verzorging. De Gids voor Gebruik en Verzorging kan worden verkregen bij:
• Consumentenservice; kijk voor het telefoonnummer in het garantieboekje.
• downloaden van website: docs.bauknecht.eu
• gebruik QRcode:
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt voor gebruik in afwasmachines (zie REKKEN VULLEN) . De afwasmachine re­setten door op de toets AFVOER te drukken (zie OPTIES EN FUNCTIES) en een nieuw programma zonder vaatwasmiddel laten lopen.
Rangschik het serviesgoed goed (zie REKKEN VULLEN).
Het vaatwasmiddel is niet goed afgemeten of het is niet geschikt voor gebruik in afwasmachines.
Zorg ervoor dat de dop van het glansspoelmiddelbakje is gesloten.
Reinig het ltersysteem (zie VERZORGING EN ONDERHOUD).
Vul het zoutreservoir (zie HET ZOUTRESERVOIR BIJVULLEN).
CONTACT OPNEMEN MET DE CONSUMENTENSERVICE
Wanneer u contact opneemt met de consumentenservice moet u de codes vermelden die staan aangegeven op het typeplaatje aan de linker- of rechterkant in de deur van de afwasmachine. Het telefoonnummer dat wordt vermeld in het Garantieboekje of op de website:
www.bauknecht.eu
:
IEC 436
TECHNISCH GEGEVENSBLAD
De technische gegevens over het energieverbruik kunnen worden gedownload van de website:
docs.bauknecht.eu
8
400011329694
11/2018 jk - Xerox Fabriano
Loading...