Gefeliciteerd met de keuze van deze ATAG oven. Dit product is
ontworpen met het oog op eenvoudige bediening en optimaal
gemak. Met de uitgebreide instelmogelijkheden kunt u altijd de juiste
bereidingswijze kiezen.
In deze handleiding wordt beschreven hoe u het best met deze oven
kunt werken. Naast informatie over de bediening vindt u hier ook
achtergrond informatie die van pas kan komen bij het gebruik van het
apparaat.
Lees voor gebruik eerst de separate
veiligheidsinstructies.
Lees deze handleiding door voordat u het apparaat in gebruik
neemt, en bewaar deze op een veilige plaats voor toekomstig
gebruik.
Deze handleiding dient ook als referentie voor de Technische Dienst.
Op de identificatiekaart van het apparaat staan alle gegevens die
de Technische Dienst nodig heeft om u te helpen en uw vragen te
antwoorden.
NL 4
Veel kookplezier!
UW OVEN
Beschrijving
1
2
3
4
5
6
7
1. Luchtuitlaat
2. Neerklapbaar grillelement
3. Ovenrooster
4. Geleiding
5. Ovenverlichting
6. Bakplaat met rooster
7. Telescopische geleiding
8. Display
9. Ventilator
10. Ovenfunctie knop
11. Temperatuur knop
P
A
U
T
O
8
9
5
10
11
NL 5
GEBRUIK
Bediening
B
CD
A
U
T
O
A
ovenfunctieknop
Instellen dagtijd
Bij het aansluiten van de oven op het spanningsnet knipperen
‘AUTO’ (B) en de cijfers van de klok. Stel de dagtijd als volgt in:
1. Houd de ‘–’ en ‘+’ toetsen tegelijk ingedrukt totdat er een pieptoon
klinkt. Een punt (D) tussen de cijfers van de tijdklok gaat knipperen.
2. Stel de juiste tijd in met de ‘–’ en ‘+’ toetsen.
Er klinkt een pieptoon ter bevestiging van het geselecteerde tijdstip.
klok
Het ‘verwarm’ symbool (C) blijft verlicht.
De tijd kan op elk willekeurig moment gewijzigd worden; volg
hiervoor de bovenstaande instructies op.
De oven gebruiken
De oven heeft 9 ovenfuncties en 1 reinigingsfunctie. Raadpleeg de tabel
voor het kiezen van de juiste ovenfunctie voor het bereiden van een
gerecht.
1. Plaats het gerecht in de oven.
Voor sommige gerechten moet de oven eerst voorverwarmt worden.
2. Draai de ‘ovenfunctieknop’ naar de gewenste ovenstand.
3. Stel de gewenste temperatuur in met de ‘temperatuurknop’ (tussen
50-250 °C).
De oven start de ingestelde ovenfunctie en verwarmt de oven tot
de ingestelde temperatuur is bereikt. Een controlelampje boven
de thermostaatknop gaat branden, en gaat uit als de ingestelde
temperatuur bereikt is.
NL 6
Opmerkingen
• Tijdens de bereiding kan de temperatuur aangepast worden.
• Als de oven wordt gebruikt, wordt de werking van het
heteluchtelement en de boven- en onderelementen regelmatig
onderbroken om de temperatuur te reguleren.
temperatuurknop
De oven uitschakelen
• Draai de ovenfunctieknop en de temperatuurknop naar de o-stand.
Let op! Als de oven niet werkt is er mogelijk een klokfunctie actief.
Annuleer alle klokfuncties door tegelijkertijd op de ‘–’ en ‘+’ toets
te drukken tot ‘AUTO’ verdwijnt uit het display. Wacht een aantal
seconden, de wijziging wordt opgeslagen.
GEBRUIK
De juiste ovenstand kiezen
Raadpleeg de tabel voor het keizen van de juiste ovenfunctie.
Raadpleeg ook de aanwijzingen voor bereiding op de verpakking van
het gerecht.
Boven- en onderwarmte
Wordt gebruikt voor gebak waarbij de warmte gelijkmatig verdeeld moet worden om een
luchtige textuur te verkrijgen.
Boven- en onderwarmte met ventilator
Geschikt voor braadgerechten en gebak. De ventilator verdeelt de warmte gelijkmatig in
de oven waardoor de baktijd en temperatuur worden verlaagd.
Grill met onderwarmte
Speciaal voor gebraad. Kan gebruikt worden voor elk stuk vlees of vis, ongeacht de
grootte.
Grootvlak grill
Hiermee kunnen grotere oppervlakken worden gegratineerd dan met de grillfunctie. Er kan
ook een hoger gratineervermogen worden bereikt zodat de etenswaren sneller worden
aangebraden.
Grill
Gratineren en oppervlakkig braden. Hiermee kan de buitenlaag goudbruin worden
gebakken zonder de binnenkant van het voedsel mee te bakken. Geschikt voor platte
gerechten zoals biefstuk, koteletten, vis en toast.
Onderwarmte
Het gerecht wordt alleen aan de onderzijde verwarmd. Geschikt om gerechten op te
warmen of deeg te laten rijzen.
Hetelucht met onderwarmte
Verdeelt de warmte die afkomstig is van de onderkant van de oven. Ideaal voor gebak
met jam- of fruitvulling, dat alleen aan de onderkant moet worden verwarmd. Er moet
altijd eerst worden voorverwarmd.
Hetelucht
Een ventilator verspreid hetelucht vanuit de achterzijde van de oven. Door de gelijkmatige
verwarming is deze stand geschikt om op meerder lagen tegelijk te bakken en braden.
Ontdooien
Voor het ontdooien van gerechten.
Reinigen
Reinigingsfunctie d.m.v stoom. Na gebruik van dit reinigingsprogramma is vuil en vet
makkelijk met een natte doek van de ovenwanden te verwijderen.
Opmerking
De ovenlamp blijft bij elke bakfunctie branden.
NL 7
GEBRUIK
Het gebruik van de klok
De klok heeft verschillende functies:
P
A
U
T
O
P
A
U
T
O
A
P
A
U
T
O
A
E
Kookwekker
• Deze laat na het verstrijken van de tijdsduur een geluidssignaal
Baktijd
• De oven gaat automatisch uit als de ingestelde baktijd is verstreken.
Eindtijd
• De oven gaat automatisch uit als de ingestelde eindtijd is bereikt.
Baktijd en eindtijd
• De oven gaat automatisch uit als de ingestelde eindtijd is bereikt.
Wijzigen toonhoogte tijdklok
1. Druk tegelijk op de toetsen ‘–’ en ‘+’.
2. Druk op de ‘tijd-toets’ (A).
3. Door herhaaldelijk op de ‘–’ toets te drukken kan de toonhoogte
Een kookwekker tijd instellen
1. Druk langdurig op de ‘tijd-toets’ (A) totdat het ‘kloksymbool’ tussen
2. Stel de alarmtijd van de kookwekker in met de ‘–’ en ‘+’ toetsen.
3. Druk op een willekeurig toets om het geluidssignaal te stoppen.
4. Druk langdurig op de ‘tijd-toets’ (A) om de kookwekker functie te
horen. Daarvoor is het niet noodzakelijk dat de oven in gebruik is.
De ingestelde baktijd bepaalt wanneer de oven ingeschakeld wordt.
Met deze functie wordt de oven automatisch in- en uitgeschakeld.
Door een eindtijd in te geven en de benodigde baktijd wordt de
inschakeltijd van de oven berekend.
U ziet een lichtpunt knipperen tussen de cijfers van de klok.
De indicatie ‘ton1’ verschijnt op het scherm van de klok.
van de kookwekker gewijzigd worden.
de cijfers van de tijdklok gaat knipperen.
Er klinkt een pieptoon en de huidige tijd verschijnt in de display.
De kookwekker is geprogrammeerd.
Na het verstrijken van de ingestelde tijd klinkt er een geluidssignaal
en het ‘kloksymbool’ (E) begint te knipperen.
Het ‘kloksymbool’ blijft knipperen.
beëindigen.
NL 8
GEBRUIK
P
A
U
T
O
A
U kunt op ieder willekeurig moment de resterende kookwekker tijd
bekijken door langdurig op de ‘tijd-toets’ (A) te drukken totdat het
‘kloksymbool’ gaat knipperen. Op dat moment kunt u de geselecteerde
tijd wijzigen door op de ‘–’ of ‘+’ toetsen te drukken. Er klinkt een
pieptoon ter bevestiging van de wijziging.
Een baktijd instellen
1. Druk langdurig op de ‘tijd-toets’ (A) totdat er een pieptoon klinkt.
Als vervolgens opnieuw op de ‘tijd-toets’ (A) wordt gedrukt,
verschijnt het woord ‘dur’ in de display.
2. Stel de baktijd in met de ‘–’ en ‘+’ toetsen.
Er klinkt een pieptoon, de huidige tijd verschijnt en het symbool
‘AUTO’ blijft verlicht. De oven schakelt automatisch uit als de baktijd
is verstreken.
3. Stel een bakfunctie en temperatuur in.
Nadat de baktijd is verstreken, wordt de oven uitgeschakeld en
klinkt er een geluidssignaal.
4. Druk op een willekeurig toets om het geluidssignaal te stoppen.
De oven blijft uitgeschakeld en het symbool ‘AUTO’ knippert.
5. Druk langdurig op de ‘tijd-toets’ (A) totdat u een pieptoon hoort
om de functie te beëindigen. Draai de ovenfunctieknop en de
temperatuurknop in de ‘uit-stand’ om de oven uit te schakelen.
U kunt op ieder willekeurig moment de resterende baktijd bekijken door
langdurig op de ‘tijd-toets’ (A) te drukken totdat het ‘AUTO’ symbool
gaat knipperen. Op dat moment kunt u de baktijd wijzigen door op de
‘–’ of ‘+’ toetsen te drukken. Er klinkt een pieptoon ter bevestiging van
de wijziging.
Druk langdurig op de ‘tijd-toets’ (A) om de baktijd functie te
beëindigen.
Een eindtijd instellen
1. Druk langdurig op de ‘tijd-toets’ (A) totdat er een pieptoon klinkt.
P
A
U
T
O
2. Druk opnieuw op de ‘tijd-toets’ (A) totdat ‘End’ in de display
verschijnt.
3. Stel de eindtijd in met de ‘–’ en ‘+’ toetsen.
Er klinkt een pieptoon, de huidige tijd verschijnt en het symbool
‘AUTO’ blijft verlicht. De oven schakelt automatisch uit als de
A
eindtijd is bereikt.
NL 9
GEBRUIK
P
A
U
T
O
A
P
A
U
T
O
A
P
A
U
T
O
4. Stel een bakfunctie en temperatuur in.
Als de eindtijd is bereikt, wordt de oven uitgeschakeld en klinkt er
een geluidssignaal.
5. Druk op een willekeurig toets om het geluidssignaal te stoppen.
De oven blijft uitgeschakeld en het symbool ‘AUTO’ knippert.
6. Druk langdurig op de ‘tijd-toets’ (A) totdat u een pieptoon hoort
om de functie te beëindigen. Draai de ovenfunctieknop en de
temperatuurknop in de ‘uitstand’ om de oven uit te schakelen.
Tijdens gebruik van de oven kan alsnog een eindtijd worden
ingesteld. Volg daarvoor de voorgaande instructies op (ovenfunctie en
temperatuur hoeven dan niet opnieuw ingesteld te worden).
U kunt op ieder willekeurig moment de eindtijd van het bakproces
bekijken door langdurig op de ‘tijd-toets’ (A) te drukken. Als u de
eindtijd wilt wijzigen dient u de functie te annuleren door tegelijkertijd
op de ‘–’ en ‘+’ toets te drukken. Stel daarna opnieuw een eindtijd in.
Een baktijd en eindtijd instellen
1. Druk langdurig op de ‘tijd-toets’ (A) totdat er een pieptoon klinkt.
Als vervolgens opnieuw op de ‘tijd-toets’ (A) wordt gedrukt,
verschijnt het woord ‘dur’ in de display.
2. Stel de baktijd in met de ‘–’ en ‘+’ toetsen.
3. Druk opnieuw op de ‘tijd-toets’ (A) totdat ‘End’ in de display
verschijnt.
4. Stel de eindtijd in met de ‘–’ en ‘+’ toetsen.
Er klinkt een pieptoon, de huidige tijd verschijnt en het symbool
‘AUTO’ blijft verlicht.
5. Stel een bakfunctie en temperatuur in.
De oven blijft uitgeschakeld, met het ‘AUTO’ symbool in de display.
De oven is geprogrammeerd.
NL 10
A
Wanneer het bakproces moet beginnen, start de oven en wordt er
gebakken tijdens de ingestelde baktijd. In de display zijn de symbolen
‘AUTO’ en het baksymbool verlicht.
GEBRUIK
P
A
U
T
O
Let op! het tijdstip waarop het bakproces begint is de eindtijd minus de
baktijd. Bijvoorbeeld; de eindtijd is ingesteld op 17.00 uur en de baktijd
is 2 uur. De oven zal dan om 15.00 uur inschakelen!
Als de geprogrammeerde baktijd is verstreken, schakelt de oven uit en
klinkt er een geluidssignaal.
6. Druk op een willekeurig toets om het geluidssignaal te stoppen.
De oven blijft uitgeschakeld en het symbool ‘AUTO’ knippert.
7. Druk langdurig op de ‘tijd-toets’ (A) totdat u een pieptoon hoort
om de functie te beëindigen. Draai de ovenfunctieknop en de
temperatuurknop in de ‘uit-stand’ om de oven uit te schakelen.
A
De Culisensor
Culisensor
U kunt op ieder willekeurig moment het bakproces bekijken door
langdurig op de ‘tijd-toets’ (A) te drukken.
Als u de programmering wilt wijzigen dient u de functie te annuleren
door tegelijkertijd op de ‘–’ en ‘+’ toets te drukken. Stel daarna opnieuw
de baktijd en een eindtijd in.
Let op! bij een stroomonderbreking wordt de programmering van de
tijdklok gewist en verschijnen de cijfers ‘00:00’ in de display. Stel de
dagtijd in en programmeer opnieuw de tijdklok.
De Culisensor meet de temperatuur in het braadgerecht. Wanneer de
sonde een van tevoren geselecteerde temperatuur constateert, wordt
de oven automatisch uitgeschakeld.
Braden met de Culisensor geeft een optimaal braadresultaat ongeacht
het soort vlees of vis dat wordt gebraden.
• Gebruik alleen de originele Culisensor die bij de oven wordt
geleverd.
• Plaats de sonde in het braadgerecht voordat met braden wordt
gestart.
• Steek de sonde in één zijde van het braadgerecht, zodat de punt in
het midden van het gerecht komt te zitten.
• Steek de sonde helemaal tot aan het handvat in het braadgerecht.
NL 11
GEBRUIK
P
A
U
T
O
A
• Aanbevolen wordt om het braadgerecht halverwege het braden om
te draaien. Houd hiermee rekening tijdens het plaatsen van
de sonde.
• De punt van de sonde mag geen botten of vet zones raken.
Evenmin mag hij in een holle zone terechtkomen, zoals het geval
kan zijn bij gevogelte.
De Culisensor gebruiken
1. Zet het braadgerecht met daarin de Culisensor in de oven.
2. Verwijder het stopje van het aansluitpunt dat zich aan de rechter
bovenzijde van de oven bevindt en steek de stekker van de sonde
in het aansluitpunt.
3. Zodra de Culisensor op de oven is aangesloten, ziet u aan de
linkerzijde in de display de door de sonde gemeten temperatuur en
aan de rechterzijde de temperatuur die standaard voor de sonde
wordt geselecteerd (80 ºC). De display toont afwisselend de dagtijd
en de ingestelde en de door de sonde gemeten temperatuur.
Belangrijk; Als de Culisensor erg lage temperaturen meet (bij zeer
koude producten), dan toont de display 30 ºC. Als de sonde zeer hoge
temperaturen meet, toont de display 99 ºC.
Als de sonde niet juist wordt aangesloten, klinkt er een geluidssignaal.
NL 12
4. Druk tegelijk op de toetsen ‘–’ en ‘+’.
5. Druk 2x op de tijdtoets (A).
6. Stel met de ‘–’ en ‘+’ toetsen de gewenste temperatuur voor de
binnenkant van het braadgerecht in (zie tabel).
Druk de eerste keer de toetsen lange tijd in. Druk ze daarna snel
herhaaldelijk in.
7. Stel een bakfunctie en braadtemperatuur in.
Als de sonde in het braadgerecht de door u geselecteerde
temperatuur waarneemt, dan gaat de oven uit en klinkt er een
geluidssignaal.
8. Druk op een willekeurige toets om het geluidssignaal te stoppen.
9. Zet de bedieningsknoppen van de oven in de ‘uitstand’ en verwijder
de Culisensor.
10. Het braadgerecht kan geserveerd worden en is optimaal gebraden.
GEBRUIK
Let op; tijdens het braden met de Culisensor heeft u door de ‘tijd-toets’
lang ingedrukt te houden toegang tot de programmeerfuncties van de
klok, zoals bijvoorbeeld de keukenwekker. Op het scherm van de klok
worden altijd de temperaturen van de sonde weergegeven.
Als het ‘kloksymbool’ oplicht, dan is de keukenwekker ingesteld.
BraadgerechtTemperatuur SondeOpmerkingen
Rosbief35 - 40 °CBijna rauw
Rosbief45 - 50 °CMedium
Rosbief55 - 60 °CDoorbakken
Lamsbout65 - 70 °C
Schenkel80 - 85 °C
Lende (stuk)65 - 70 °C
Ham80 - 85 °C
Kip75 - 80 °C
Gebraden kalkoen80 - 85 °C
NL 13
REINIGEN
De buitenkant reinigen
Reinigen de display en de ovendeur met een reinigingsmiddel voor glas
en een zachte doek. Gebruik geen schurende reinigingsmiddelen of
schuursponsjes.
De binnenzijde reinigen
• Verwijder de (telescopische) geleiders.
• Reinig de nog warme oven met een warme zeepoplossing en
• Voor het reinigen van de bovenzijde kan het grillelement omlaag
Waarschuwing
Schakel de oven uit bij het reinigen van de binnenkant. Laat de
oven afkoelen voordat onderdelen verwijderd worden en schakel de
stroomvoorziening uit (stekker uit het stopcontact).
De reinigingsfunctie
Met de reinigingsfunctie kan vet en vuil van de wanden van de oven
gemakkelijk verwijderd worden met een vochtige doek.
een doekje of gebruik de reinigingsfunctie (laat dan de oven eerst
afkoelen).
geklapt worden. Verwijder de beide borgschroeven aan de voorzijde
van het element en klap het element naar beneden.
NL 14
De reinigingsfunctie gebruiken
Gebruik het reinigingsprogramma alleen als de oven koud is. Bij gebruik
van het programma wanneer de oven warm is kunnen vuil en vet nog
moeilijker verwijderd worden.
1. Verwijder alle accessoires en geleiders uit de oven.
2. Giet 300 ml water op de bodem van de koude oven.
3. Draai de ovenfunctieknop naar de reinigingsfunctie.
Het controlelampje boven de reinigingsfunctie gaat branden.
Er klinken 3 pieptonen en het reinigingsprogramma start.
reinigingsfunctie
Let op; De tijdsduur van het reinigingsprogramma kan tijdens de functie
niet gewijzigd worden. Draai de ovenfunctieknop naar de o-stand om
het reinigingsprogramma te stoppen.
REINIGEN
4. Als het reinigingsprogramma is afgerond klinken er 2 pieptonen.
5. Draai de ovenfunctieknop naar de o-stand.
6. Verwijder vet, vuil en eventueel achtergebleven water met een
vochtige doek.
• Let op; Open de ovendeur pas als het reinigingsprogramma
geheel is afgerond. De afkoelfase is nodig voor een goede
reinigingswerking.
• Gebruik de reinigingsfunctie alleen bij lage temperaturen.
• Na afloop van het reinigingsprogramma kunnen residu gemakkelijk
met een vochtige doek worden verwijderd.
• De afkoeltijd kan variëren afhankelijk van de omgevingstemperatuur.
• Controleer na afloop van het reinigingsprogramma altijd eerst of
de oven voldoende afgekoeld is voordat met het reinigen wordt
gestart.
Een bakplaat reinigen met de reinigingsfunctie
Als de bakplaat ernstig vervuild is kan deze ook gereinigd worden met
de reinigingsfunctie.
1. Plaats de te reinigen bakplaat in het middel van de oven.
2. Giet 300 ml water in de bakplaat.
3. Draai de ovenfunctieknop naar de reinigingsfunctie.
Er klinken 3 pieptonen en het reinigingsprogramma start.
Let op; Als de oven ernstig vervuild is maak dan gebruik van wat
afwasmiddel. Enkele druppels afwasmiddel kan ook aan het water
(bij gebruik van het reinigingsprogramma) worden toegevoegd.
Sommige voedingswaren kan het emaille laten verkleuren (tomaten,
azijn, gebraad met veel zout etc.). Dit is normaal en niet te voorkomen!
De ovendeur verwijderen
Om de binnenoven beter te kunnen reinigen kan de overdeur verwijderd
worden.
N
• Open de ovendeur volledig en draai de pallen (N) tot het einde
terug.
• Sluit de deur dan langzaam, zodat de pallen in de houder zitten.
Bij ongeveer 15° (ten aanzien van een gesloten positie van de deur)
tilt u de deur enigszins op en tilt u hem uit beide scharnierhouders.
NL 15
REINIGEN
• Het monteren kan in omgekeerde volgorde. Plaats de deur onder
• Open de deur daarna volledig en draai de pallen weer in de
Ovenruiten demonteren
1
Om de ovenruiten beter te kunnen reinigen zijn deze te verwijderen uit
de ovendeur.
• Druk aan de bovenzijde links en rechts de palletjes in (1).
• Verwijder de bovenrand van de ovendeur.
• Verwijder de ovenruiten.
1
een hoek van 15° in de scharnieren aan de voorkant van het
apparaat en schuif de deur naar voren en naar beneden, zodat de
scharnieren in de inkepingen vallen. Controleer of de inkepingen
van de scharnieren goed op hun plaats zitten.
beginpositie. Sluit de deur langzaam en controleer of hij goed
sluit. Als de deur niet goed open of dicht gaat, controleer dan of
de inkepingen van de scharnieren goed in de scharnierhouders
geplaatst zijn.
Ovenverlichting vervangen
NL 16
Let op!
Maak het toestel spanningsloos door de stekker uit het stopcontact te
verwijderen voordat het lampje vervangen wordt.
• Verwijder het lampglas door deze voorzichtig met een
schroevendraaier los te klikken.
• Vervang het ovenlampje.
• Plaats het lampglas. Zorg dat deze goed in de houder klemt.
Plaats een lampje die geschikt is voor temperaturen van 300 ºC.
INSTALLATIE
Algemeen
Dit apparaat mag uitsluitend worden geïnstalleerd door een bevoegde
monteur! De elektrische aansluiting moet voldoen aan de nationale en
lokale voorschriften.
Waarschuwing!
Het apparaat dient altijd geaard te zijn.
De installatie, het onderhoud en reparaties mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door monteurs die daartoe zijn gemachtigd door de
fabrikant, omdat anders de garantie komt te vervallen.
Het apparaat dient elektrisch te worden geïsoleerd voor installatie,
onderhoud of reparaties. Het apparaat is elektrisch geïsoleerd als:
• de hoofdschakelaar van de elektrische huisinstallatie is
uitgeschakeld of
• de zekering van de betreffende elektrische groep volledig is
verwijderd of
• de stekker van het apparaat is verwijderd uit het stopcontact.
Defecte onderdelen mogen alleen worden vervangen met originele
ATAG-onderdelen. Alleen van die onderdelen garandeert ATAG dat ze
voldoen aan de veiligheidsvoorschriften.
Om gevaarlijke situaties door beschadiging van het elektriciteitssnoer
te voorkomen, mag dit alleen worden vervangen door de fabrikant, de
serviceorganisatie van de fabrikant of door een erkend vakman.
Uitpakken
Verwijder alle beschermende materialen. Controleer op het typeplaatje
of het apparaat geschikt is voor uw elektriciteitsnet.
NL 17
INSTALLATIE
Inbouwafmetingen
475
860
Min. 550
852
480
472
Min. 550
Elektrische aansluiting
230–240 V~ - 50/60 Hz
• Stekker en stopcontact moeten altijd bereikbaar zijn.
• Voorkom dat het netsnoer in contact komt met delen van de oven
• Als u een vaste aansluiting wilt maken, moet in de voedingskabel
• Gebruik geen stekkerdoos of verlengsnoer om het apparaat op het
890
852
480
890
22
Min. 860
538
22
475
50
10
472
538
die heet kunnen worden.
een meerpolige schakelaar met een contactafstand van 3 mm
worden geplaatst.
elektriciteitsnet aan te sluiten. Met dergelijke accessoires kan de
veiligheid van het apparaat niet worden gegarandeerd.
NL 18
INSTALLATIE
Inbouwen
1. Plaats de oven in de kast en zorg ervoor dat het netsnoer niet
2. Zet de oven vast met de bijbehorende schroeven aan de voorzijde
3. Zorg ervoor dat de ovenwanden niet in contact komen met de
Technische gegevens
Op de identificatiekaart van het apparaat staan de aansluitwaarde (W),
de vereiste spanning (V) en de frequentie (Hz).
Dit apparaat voldoet aan alle betreffende EU-richtlijnen.
bekneld raakt of in contact komt met ovendelen die warm worden.
van de oven. De schroefgaten bevinden zich achter de ovendeur.
wanden van de kast. Houd minimaal 2 mm ruimte tussen de oven
en de kast.
NL 19
UW OVEN EN HET MILIEU
Afvoer van het apparaat en de verpakking
Dit product is vervaardigd uit duurzame materialen. Aan het einde van
zijn nuttige leven moet het echter op een verantwoorde manier worden
afgevoerd. De overheid kan u hierover informeren.
De verpakking van het apparaat kan worden gerecycled. De volgende
materialen zijn gebruikt:
• karton
• polyethyleenfolie (PE)
• CFC-vrij polystyreen (hard PS-schuim)
U dient deze materialen op een verantwoorde manier, volgens de
voorschriften van de overheid af te voeren.
Op het product staat het pictogram van een doorgekruiste
afvalcontainer om erop te wijzen dat elektrische huishoudelijke
apparaten afzonderlijk dienen te worden afgevoerd. Het apparaat mag
aan het einde van zijn nuttige leven dus niet worden verwerkt via de
normale afvalstroom. Het moet worden afgegeven bij een speciaal
gemeentelijk afvaldepot of bij een verkooppunt dat dit voor u doet.
Door huishoudelijke apparaten apart in te zamelen, vermijden we de
negatieve gevolgen voor het milieu en onze gezondheid die het gevolg
van onjuiste afvoer kunnen zijn. De materialen waarvan het apparaat is
gemaakt kunnen opnieuw worden gebruikt, wat een enorme besparing
aan energie en grondstoffen betekent.
NL 20
Verklaring van overeenstemming
Wij verklaren hierbij dat onze producten voldoen aan de betreffende
Europese richtlijnen, normen en voorschriften, alsook aan alle vereisten
in de normen waarnaar wordt verwezen.
INDEX
Votre four
Utilisation
Nettoyage
Installation
Introduction 4
Description 5
Commande 6
L’utilisation de l’horloge 8
Le Culisenseur 11
Nettoyage extérieur 14
Nettoyage intérieur 14
La fonction de nettoyage 14
Enlever la porte du four 15
Démonter les vitres du four 16
Remplacement de l’éclairage du four 16
Nous vous félicitons d’avoir choisi ce four ATAG. Ce produit a été
conçu pour un maniement facile et un confort optimal. Grâce aux
possibilités de réglage élaborées, vous choisirez toujours le mode de
cuisson approprié.
Ce manuel d’utilisation décrit comment tirer le meilleur profit de ce
four. Vous y trouverez non seulement des informations concernant son
maniement, mais également des renseignements qui peuvent vous être
utiles dans le cadre de son utilisation.
Veuillez lire les consignes de sécurité fournies
séparément avant la première utilisation de
l’appareil !
Lisez attentivement ce manuel d’utilisation avant d’utiliser
l’appareil, et conservez-le à un endroit sûr pour une utilisation
future.
Ce manuel sert aussi de référence au service technique. La plaquette
signalétique de l’appareil contient toutes les données dont le service
technique a besoin pour vous aider et répondre à vos questions.
FR 4
Nous vous souhaitons beaucoup de plaisir en cuisine !
VOTRE FOUR
Description
1
2
3
4
5
6
7
1. Évacuation de l’air
2. Grill rabattable
3. Grille de four
4. Guidage
5. Éclairage du four
6. Plaque de cuisson avec grille
7. Système de guidage amovible
8. Écran d’affichage
9. Ventilateur
10. Touche de fonction four
11. Touche de température
P
A
U
T
O
8
9
5
10
11
FR 5
Loading...
+ 51 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.