Instructies voor de installateur.......................................................................... 39
Instructies voor de inbouw ............................................................................... 41
Service en onderdelen ..................................................................................... 42
Handleiding voor de gebruiksaanwijzing
Veiligheidsvoorschrift
Stap-voor-stap-handleiding
)
Adviezen
Milieu-informatie
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen.
ATAG 3
Nederlands
Waarschuwingen en belangrijke
veiligheidsinformatie
Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor de veiligheid van de gebruikers en
hun huisgenoten. Lees ze dus aandachtig door, voordat u het apparaat
aansluit en/of in gebruik neemt.
Bewaar de bij dit apparaat geleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Als
het apparaat aan derden wordt geschonken of verkocht, of als u het apparaat
bij verhuizing in de oude woning achterlaat, is het belangrijk dat de nieuwe
gebruiker over deze gebruiksaanwijzing en de adviezen kan beschikken.
Installatie
• De installatie moeten worden uitge-
voerd door een erkend installateur, met
inachtneming van de geldende voorschriften. De afzonderlijke installatiewerkzaamheden zijn beschreven in de
instructies voor de installateur.
• Laat het apparaat installeren en aan-
sluiten door een erkend installateur
overeenkomstig de richtlijnen.
• Ook eventuele voor de installatie nood-
zakelijke wijzigingen aan de elektriciteitsvoorziening moeten door een erkend
installateur uitgevoerd worden.
Bediening
• Deze oven is ontworpen voor de be-
reiding van levensmiddelen; gebruik
hem nooit voor andere doeleinden.
• Pas bij het openen van de ovendeur (tijdens of aan het einde van
de bereidingstijd) altijd op voor de
hete luchtstroom die uit de oven
komt.
• Wees extra voorzichtig tijdens het ge-
bruik van de oven. Door de grote hitte
van de verwarmingselementen zijn de
bakplaten en andere onderdelen erg
heet.
4 ATAG
• Let op! Bedek de oven nooit met alu-
miniumfolie en plaats geen bakblikken, ovenschotels en dergelijke op de
bodem van de oven, anders kan het
emaille van de oven door de opgebouwde hitte beschadigd raken.
• Indien u, om welke reden dan ook, alu-
miniumfolie in de oven gebruikt, laat
dit dan nooit in direct contact komen
met de bodem van de oven.
• Ga bij het reinigen van de oven voor-
zichtig te werk: sproei nooit vloeistof
op de verwarmingselementen en de
thermostaatsensor.
• Het is gevaarlijk veranderingen van
welke aard ook aan te brengen aan
het apparaat of aan de kenmerken ervan.
• Tijdens het bakken, braden en grillen
worden het venster van de deur en de
overige onderdelen van het apparaat
erg heet. Houd kinderen daarom uit de
buurt van het apparaat. Indien er elektrische apparaten worden aangesloten
op stopcontacten in de buurt van de
oven, let er dan op dat de aansluitsnoeren niet in aanraking komen met
hete oppervlakken of vastgeklemd raken
tussen de ovendeur.
• Gebruik altijd ovenwanten om hete
vuurvaste schotels of schalen uit de
oven te halen.
• De vorken en het spit zijn puntig en
scherp. Als u er gebruik van maakt, doe
het met zorg om verwonding te
voorkomen.
• Regelmatig reinigen voorkomt dat het
oppervlaktemateriaal van de oven achteruitgaat.
• Schakel voordat u de oven gaat reinigen
de stroom uit of haal de stekker uit het
stopcontact.
ATAG 5
• Verzeker u ervan dat de oven in de stand
“UIT” staat als hij niet meer wordt gebruikt.
• Het apparaat mag niet worden gereinigd
met een stoomreiniger.
• Gebruik geen schuurmiddelen of
scherpe metalen schrapers. Deze kunnen krassen veroorzaken op de ruit van
de deur, waardoor het glas kan barsten.
Veiligheid van personen
• Dit apparaat is bestemd voor gebruik
door volwassenen. Het is gevaarlijk om
het door kinderen te laten gebruiken of
hen ermee te laten spelen.
• Houd kinderen uit de buurt, zolang de
oven in werking is. Ook nadat u de oven
heeft uitgeschakeld, blijft de deur nog
lange tijd heet.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor ge-
bruik door kinderen of andere personen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of een
gebrek aan ervaring en kennis, tenzij
dit plaatsvindt onder toezicht van een
voor hun veiligheid verantwoordelijke
persoon of tenzij zij van een dergelijke
persoon instructies hebben ontvangen
over het gebruik van het apparaat.
Milieu-informatie
• Gooi, nadat de oven is geïnstalleerd,
de verpakking weg op een veilige en
milieuvriendelijke wijze.
• Wanneer een oud apparaat wordt afge-
dankt, moet het onbruikbaar worden
gemaakt door het aansluitsnoer af te
snijden. Verwijder alle vergrendelingen
van de deur, om te voorkomen dat
kinderen in de oven opgesloten kunnen
raken.
6 ATAG
Klantenservice
• Laat inspectie- en/of herstelwerkzaam-
heden uitvoeren door de service-afdeling van de fabrikant of door een serviceafdeling die door de fabrikant
geautoriseerd is en gebruik alleen originele onderdelen.
• Probeer in geval van een storing of de-
fect dit apparaat nooit zelf te repareren.
Reparaties die door niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot
schade of letsel leiden.
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet
als huishoudafval mag worden behandeld. maar moet worden afgegeven bij
een verzamelpunt waar elektrische en
elektronische apparatuur wordt
gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit
product op de juiste manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve
gevolgen voor mens en milieu. die zich
zouden kunnen voordoen in geval van
verkeerde afvalverwerking. Voor gedetailleerdere informatie over het recyclen
van dit product, kunt u contact opnemen
met de gemeente, de gemeentereiniging
of de winkel waar u het product hebt
gekocht.
ATAG 7
Bedieningsknoppen
Ovenfuncties
0 De oven staat uit.
als er geen ovenfunctie is ingeschakeld.
komt van zowel de bovenste als de onderste
verwarmingselementen, zodat er in de gehele ovenruimte een gelijkmatige temperatuur heerst.
warmte komt uitsluitend van het bovenste
verwarmingselement (buiten de sectie).
warmte komt alleen van het onderste verwarmingselement.
worden om kleine hoeveelheden te grillen.
den gebruikt voor het grillen van vlees, kebabs of
kleine stukken vlees aan een spit.
Ovenlampje - Het ovenlampje brandt ook
Onder- en bovenwarmte - De warmte
Bovenste verwarmingselement - De
Onderste verwarmingselement - De
Kleine grill - De kleine grill kan gebruikt
Grill / Draaispit - Het draaispit kan wor-
8 ATAG
Grote grill - Het gehele grillelement wordt
ingeschakeld. Aanbevolen voor grotere hoeveelheden.
Grillen met hetelucht - Deze functie biedt
een alternatieve bereidingsmethode voor gerechten
die anders met de normale grill bereid worden. Het
grillelement en de hete lucht werken afwisselend,
zodat de hete lucht rond de gerechten circuleert. Als
u de functie grillen met hetelucht gebruikt,
dient u een maximale temperatuur van 200°C
te selecteren.
Hetelucht- Bij deze instelling kunt u op ver-
schillende bakplaten braden of tegelijkertijd braden en bakken, zonder dat er smaakoverdracht
plaatsvindt.
Ontdooien - Deze instelling is geschikt voor
het ontdooien van bevroren levensmiddelen.
Bedrijfscontrolelampje
Dit indicatielampje gaat branden zodra de functieknop wordt ingesteld.
Oventhermostaat
Draai de thermostaatknop naar rechts om een
temperatuur tussen 50°C en 250°C te selecteren.
Controlelampje oventhermostaat
Het controlelampje van de thermostaat gaat branden als er aan de thermostaatknop wordt gedraaid.
Het lampje blijft branden totdat de juiste temperatuur is bereikt. Daarna gaat het aan en uit, om aan
te geven dat de temperatuur wordt gehandhaafd.
Veiligheidsthermostaat
Om te voorkomen dat de oven oververhit raakt (door
onjuist gebruik van het apparaat of vanwege defecte
onderdelen), is de oven voorzien van een veiligheidsthermostaat die indien nodig de stroomtoevoer onderbreekt. Zodra de temperatuur is gedaald, wordt
de oven automatisch weer ingeschakeld.
Als de veiligheidsthermostaat is geactiveerd vanwege onjuist gebruik van het apparaat, hoeft u
(nadat de oven is afgekoeld) alleen de fout te
verhelpen; Is de thermostaat daarentegen geactiveerd vanwege een defect onderdeel, neem dan
contact op met onze service-afdeling.
ATAG 9
Koelventilator
De oven is voorzien van een koelventilator die het
voorpaneel, de knoppen en de handgreep van de
ovendeur koel houdt. Deventilator wordt nadat de
oven enkele minuten inwerking is automatisch
ingeschakeld.
Via de opening aan de bovenkant van de deur wordt
warme lucht naar buiten afgevoerd. Als de oven
wordt uitgeschakeld kan de ventilator nog enige
tijd draaien om de bedieningselementen koel te
houden. Dit is volkomen normaal.
De werking van de ventilator hangt af van hoe lang
en op welke temperatuur de oven gebruikt is. Het
is mogelijk dat de ventilator helemaal niet
ingeschakeld wordt op lagere
temperatuurinstellingen of als de oven maar korte
tijd gebruikt is.
10 ATAG
Voordat u de oven in gebruik neemt
Verwijder al het verpakkingsmateriaal,
zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant, voordat u de oven gebruikt.
Wanneer u de oven voor de eerste keer gaat gebruiken, moet deze eerst eenmaal leeg worden
verwarmd.
Gedurende deze tijd kunt u een onaangename geur
waarnemen. Dit is volkomen normaal. en is volkomen normaal.
Zorg ervoor dat de ruimte goed geventileerd is.
De oven werkt pas nadat de klok is ingesteld.
1. Stel het tijdstip van de dag in met de
)
Deze procedure dient herhaald te worden met de
Grote grillfunctie en de functie Onder- en
De elektronisch programmeren heeft de
volgende functies:
•Weergave van de dagtijd
•Kookwekker (alarm)
•Automatische uitschakeling
•Automatische in/uitschakeling
•Bakthermometer
De dagtijd instellen
Na het aansluiten van de elektriciteit of na een stroomstoring knippert het functielampje Tijd .
Tijd instellen
12 ATAG
De tijd instellen
1.Met de of toetsen de huidige tijd instellen.
2.5 seconden wachten: het apparaat staat
nu in de normale bediening (gebruiksstand).
Tijd wijzigen of corrigeren
3.Tijd-toets net zo vaak indrukken totdat het Functielampje Tijd gaat knipperen.
Om de juiste tijd in te stellen, volgt u stappen 1
en 2.
Opmerking
De dagtijd kan alleen gewijzigd worden als er
geen automatische functies (bijv. automatisch inen uitschakelen) zijn geprogrammeerd.
Automatische uitschakeling
Door de automatische uitschakeling wordt
een ingeschakelde oven automatisch uitgeschakeld.
Voorbeeld: De oven moet na 45 minuten
uitschakelen.
Procedure:
1.De oven inschakelen: Ovenfunctie en
temperatuur kiezen. Gerecht in de oven plaatsen.
2.Tijd-toets net zo vaak indrukken
totdat het functielampje Duur gaat knip-
peren.
Daarna de gewenste duur met de of toet-
sen instellen.
Automatische uitschakeling
instellen (Duur)
Automatische uitschakeling
instellen (Einde)
3.5 seconden wachten: het functielamp-je Duur brandt en de huidige tijd wordt
opnieuw weergegeven. De programmering is
hiermee voltooid.
4.Op het uitschakeltijdstip klinkt een signaaltoon, het functielampje Duur knip-
pert, de tijdindicatie 0.00 knippert en de oven
wordt uitgeschakeld.
5.Met een druk op een willekeurige toets
wordt de signaaltoon uitgeschakeld en wordt
de oven vrijgegeven.
Schakel de oven altijd uit met de twee
knoppen (oventhermostaat
bedieningsknop en ovenfunctie
bedieningsknop), omdat de oven anders
weer opnieuw verhit wordt.
6.Gerecht uit de oven halen.
ATAG 13
Correctie
De programmering kan gecontroleerd of gecorrigeerd worden: Tijd-toets net zo vaak indrukken
totdat het functielampje Duur gaat knipperen. Daarna de correctie met de of toet-
sen instellen.
Wissen
Tijd-toets net zo vaak indrukken totdat
het functielampje Duur gaat knipperen.
Daarna met de toets “0.00” instellen.
Opmerking
In plaats van de functie “Duur” kan ook de
functie “Einde” gebruikt worden om een uitschakeltijdstip (een tijdinstelling) op te geven.
Vb: De oven moet om 13.05 uur uitschakelen.
14 ATAG
Automatische in/uitschakeling
U kunt de gebruiksduur en het gebruikseinde van de
oven van tevoren programmeren.
1.Gerecht bereiden en in de oven plaatsen.
Ovenfunctie en temperatuur volgens de tabel instellen.
2.Tijd-toets net zo vaak indrukken totdat
het functielampje Duur gaat knipperen.
Daarna de gewenste duur (in uren en minuten) met de
of toetsen instellen.
3.Tijd-toets net zo vaak indrukken totdat
het functielampje Einde gaat knipperen.
Daarna een uitschakeltijdstip (een dagtijd) met de of
toetsen instellen.
4.5 seconden na het instellen wordt de programmering vastgelegd en gaan de beide linker functielampjes Duur en Einde branden en wordt de tijd weergegeven.
5.De oven wordt tot het geprogrammeerde tijdstip ingeschakeld en vervolgens uitgeschakeld. Nadat het gerecht klaar is en de oven uitgeschakeld is,
knipperen de functielampjes Duur en Einde en verschijnt “0.00”.
6.Gerecht uit de oven nemen en de twee ovenknoppen (oventhermostaat bedieningsknop en
ovenfunctie bedieningsknop) uitschakelen.
7.Druk een willekeurige knop in om de oven vrij
te geven.
Correctie
Selecteer de betreffende functie met de Tijd-toets
: als het betreffende functielampje knippert, kan
de instelling gecorrigeerd worden.
Wissen
Tijd-toets net zo vaak indrukken totdat het functielampje
Duur gaat knipperen. Daarna met de toets “0.00”
instellen. Na 5 seconden wordt de tijd weergegeven.
Opmerking
De automatische functie mag alleen bij gerechten en
levensmiddelen gebruikt worden, die zonder roeren of
controleren gaar worden.
ATAG 15
Kookwekker (alarm) instellen
Kookwekker (alarm)
De kookwekker werkt als een aftelklok. Nadat
de ingestelde tijd is verstreken, klinkt er een signaaltoon.
Procedure
1.Tijd-toets net zo vaak indrukken,
totdat het functielampje Kookwekker gaat
knipperen.
2.Met de
tijd instellen (max: 2 uur en 30 minuten). 5 seconden wachten: het functielampje
Kookwekker brandt constant.
3.Wanneer de tijd verstreken is, knipperen het
functielampje Kookwekker en “0.00” op de
displayen klinkt er een signaaltoon. Druk een willekeurige toets in om de signaaltoon uit te schakelen.
Correctie
De kookwekker kan gecontroleerd of gecorrigeerd
worden: Tijd-toets net zo vaak indrukken,
totdat het functielampje Kookwekker gaat
knipperen. De instelling met de
corrigeren.
of toetsen de gewenste kook-
of toetsen
Display uitschakelen
16 ATAG
Wissen
Zoals in de vorige paragraaf is beschreven, alleen stelt u de tijd in op “0.00”.
Opmerking
De kookwekker heeft geen invloed op de werking van de oven. Hij kan onafhankelijk van een
automatische functie gebruikt worden.
Display uitschakelen
Het display kan alleen uitgeschakeld worden als
er geen automatische functie is ingesteld.
1.Twee toetsen 5 seconden ingedrukt houden. De display schakelt uit.
2.Een willekeurige toets indrukken om de
display weer in te schakelen.
Braadthermometer
Door de braadthermometer te gebruiken, wordt
bij het braden van een groter stuk vlees de kerntemperatuur gemeten. Op deze manier kunt u
het gewenste gaarpunt van het vlees vaststellen. De oven wordt bij het bereiken van de kerntemperatuur uitgeschakeld. De kerntemperatuur
is afhankelijk van het soort vlees (zie tabel).
Let op: Alleen de meegeleverde braadthermometer mag worden gebruikt. Bij
vervanging alleen het originele vervangingsonderdeel gebruiken!
1.Steek de punt van de vleesthermometer volledig in het product dat gaar moet worden. De punt
moet zich hierbij zo veel mogelijk in het midden
van het product bevinden. Let er in het bijzonder
bij gevogelte op, dat de braadthermometer in het
vlees en niet in een holte of bot steekt.
Het rooster of de braadpan met het te braden
product in de oven zetten.
2.Stekker van de braadthermometer tot de
eindaanslag in het stopcontact in de wand van
de oven steken.
3.Met de toetsen of de gewenste kerntemperatuur instellen (30°C-99°C).
De indicatie schakelt over naar de actuele kerntemperatuur.
De kerntemperatuur wordt vanaf 30°C aangegeven.
4.Ovenfunctie en -temperatuur instellen.
Zodra de ingestelde kerntemperatuur bereikt is,
klinkt er een signaal en de oven schakelt automatisch uit. De ovenlamp gaat eveneens uit.
5.Op een willekeurige toets drukken om het
geluidssignaal uit te schakelen.
6.De ovenfunctie bedieningsknop en de
oventhermostaat bedieningsknop naar de uitstand draaien om de oven volledig uit te
schakelen.
ATAG 17
7.Stekker van de thermometer uit het stopcontact trekken en het gerecht uit de oven nemen.
Waarschuwing:
is heet! Bij het uittrekken van de stekker
en het uiteinde van de thermometer bestaat er verbrandingsgevaar!
Keukenhandschoenen of pannenlappen
gebruiken om verbranding te voorkomen.
Wees zeer voorzichtig.
Kerntemperatuur wijzigen
–Tijd-toets indrukken.
–Temperatuur eventueel met of wijzigen.
Opmerking
•De braadthermometer kan niet samen met
de functies “Automatische uitschakeling” of “Automatische in/uitschakeling” gebruikt worden.
•Let er bij gebruik altijd op dat de kabel van
de braadthermometer niet in het hete product
terecht komt!
•Voor het braden van vlees met de braadthermometer zijn grote stukken vlees geschikt.
Deze stukken bevatten zo mogelijk geen bot. De
temperatuurmeting wordt door het bot bemoeilijkt en kan eventueel verkeerde temperatuurwaarden geven.
Bij gevogelte en haas moet u erop letten, dat de
braadthermometer in het vlees en niet in de botten of in een holte wordt gestoken.
•Als de braadthermometer niet wordt gebruikt, dient hij uit het stopcontact gehaald te
worden en buiten de oven bewaard te worden.
•Als de braadthermometer is verwijderd, verschijnt zoals gebruikelijk de dagtijd.
De braadthermometer
18 ATAG
Gebruik van de oven
De oven is voorzien van een exclusief systeem dat
zorgt voor een natuurlijke luchtcirculatie en een
constante recirculatie van stoom.
Dankzij dit systeem is het mogelijk om voedsel te
bereiden in een stoom bevattende atmosfeer en
worden de gerechten zacht van binnen en
knapperig van buiten. Bovendien worden de
bereidingstijd en het energieverbruik tot een
minimum beperkt. Tijdens de bereiding kan er
stoom ontstaan, die vrijkomt zodra u de ovendeur
opent. Dit is volkomen normaal.
Warm de lege oven altijd 10 minuten voor,
om condensvorming te beperken.
Wij adviseren u na elke bereiding de waterdruppels
weg te vegen.
Houd tijdens de bereiding de ovendeur altijd
gesloten. Blijf op een veilige afstand als u de deur
van de oven opent, zodat u niet in aanraking komt
met de hete stoom uit de oven. Houd de deur
vast aan de handgreep totdat deze helemaal
geopend is en laat de handgreep niet eerder los.
Doe echter altijd een stap van de oven
vandaan als u de ovendeur opent,
zodat eventuele stoom of hitte naar
buiten kan komen.
Let op! - Plaats tijdens de bereiding geen
voorwerpen op de bodem van de oven en
dek geen onderdelen van de oven af met
aluminiumfolie. Dit kan oververhitting
veroorzaken, wat de bakresultaten beïnvloedt
en het email van de oven kan beschadigen.
Zet pannen, hittebestendige pannen en
aluminium bakplaten altijd op het bakplaat
dat in de geleiders is geschoven. Wanneer
voedsel verwarmd wordt, ontstaat er stoom,
net als in een ketel. Wanneer de stoom in
aanraking komt met de glazen deur van de
oven, wordt er condens gevormd en ontstaan
er waterdruppels.
ATAG 19
De oven heeft vier inzetniveaus.
Deze inzetniveaus worden geteld vanaf de bodem
van de oven (zie afbeelding).
Het is belangrijk dat deze bakplaten correct zijn
geplaatst, zoals weergegeven in de afbeelding.
Inzetniveau 2 en 4 zijn voorzien van volledig
uitschuifbare, telescopische geleiders, die het plaatsen
of verwijderen van bakplaten gemakkelijker maken.
1.Trek de rechter en linker telescopische
geleiders helemaal naar buiten, zoals weergegeven
op de afbeelding.
2.Plaats de bakplaat of de grillpan op de
telescopische geleiders, duw ze daarna voorzichtig
helemaal in de oven (zie afbeelding).
Probeer niet om de ovendeur te sluiten
als de telescopische geleiders niet
volledig in de oven zitten. Hierdoor
kunnen het emaille en het glas van de
deur beschadigd raken.
Let op: Telescopische geleiders en
andere accessoires worden erg heet!
gebruik ovenhandschoenen of
dergelijke!
Plaats kookgerei nooit direct op de
bodem van de oven.
20 ATAG
Onder- bovenwarmte
1.Draai de functieknop van de oven op .
2.Draai de thermostaatknop op de gewenste
temperatuur.
-De warmte wordt het beste verdeeld bij gebruik van het middelste niveau. Om het bruineren te
verminderen, kunt u het rooster lager zetten. Om het
bruineren te vermeerderen, zet u het rooster hoger.
-Het materiaal en de afwerking van de bakplaat en de schalen is van invloed op de mate waarin
het voedsel een bruin korstje krijgt. Emailgoed, donkere of zware bakvormen en materiaal met een antiaanbaklaag zorgen voor een betere bruinering. Glazen ovenschalen en bakplaten van glanzend alumi-
nium of staal reflecteren de warmte en verminderen
de bruinering.
-Zet gerechten altijd in het midden van het
rooster, om een gelijkmatige bruining te garanderen.
-Plaats schalen op een bakplaat van de
juiste afmeting, om te voorkomen dat er voedsel
op de bodem van de oven wordt gemorst en ervoor te zorgen dat de oven gemakkelijker kan worden gereinigd.
-Plaats schalen, blikken of bakplaten nooit
direct op de bodem van de oven, aangezien deze
erg heet wordt en de pannen hierdoor beschadigd
kunnen raken. Bij deze instelling komt de warmte
van zowel het bovenste als het onderste element.
Hiermee kunt u op één niveau gerechten bereiden, wat met name geschikt is voor gerechten die
extra bruinering vergen, zoals quiches en hartige
taarten.
Gratins, lasagne en ovenschotels die extra bruinering aan de bovenkant vergen, kunnen ook prima
worden bereid met boven- en onderwarmte.
Bovenste verwarmingselement
1.Draai de functieknop van de oven op
.
2.Draai de thermostaatknop op de ge-
wenste temperatuur.
De warmte komt alleen van de bovenkant van de
oven, zodat u uw gerechten kunt klaarmaken zoals lasagne, gehakt met een korst, bloemkool met
kaas, enz.
Onderste verwarmingselement
1.Draai de functieknop van de oven op
.
2.Draai de thermostaatknop op de ge-
wenste temperatuur.
Deze functie is uitermate geschikt voor het blind
bakken van taartbodems. Tevens kan deze functie
worden gebruikt om ervoor te zorgen dat het basis-
deeg van quiches of hartige taarten gaar is.
ATAG 21
Grillen
-De meeste gerechten kunnen het beste op
het rooster in de grillpan worden geplaatst. Hierdoor wordt een maximale luchtcirculatie gerealiseerd en bevindt het voedsel zich niet in maar boven het vet en de vleessappen. Indien gewenst kunnen gerechten zoals vis, lever en niertjes direct op
de grillpan worden geplaatst.
-Droog het voedsel vóór het grillen goed af,
zodat het niet gaat spatten. Strijk mager vlees en
vis licht in met een beetje olie of gesmolten boter,
zodat de gerechten tijdens de bereiding mals blijven.
- Overige ingrediënten, zoals tomaten en
champignons, kunnen tijdens het grillen van vlees
onder de grill worden geplaatst
-Voor het roosteren van brood raden we u
aan het bovenste inzetniveau te gebruiken.
-Indien nodig moet het voedsel tijdens de be-
reiding worden omgedraaid.
Gebruik van de kleine grill
De kleine grill zorgt voor snelle, directe hitte in het
middelste gedeelte van de grillpan. Door de kleine
grill te gebruiken voor de bereiding van kleinere
hoeveelheden kunt u energie besparen.
1.Draai de functieknop van de oven op .
2.Draai de thermostaatknop op de ge-
wenste temperatuur.
3.Pas het niveau van het rooster en de grill-
pan aan voor de verschillende diktes van het voedsel en volg de instructies voor het grillen.
Het grillelement wordt geregeld door de thermostaat. Tijdens de bereiding gaat de grill aan en uit,
om oververhitting te voorkomen.
22 ATAG
Hoe gebruikt u de grote grill
1.Draai de functieknop van de oven op .
2.Draai de thermostaatknop op de gewenste
temperatuur.
3.Pas het niveau van het rooster en de grill-
pan aan voor de verschillende diktes van het voed-
sel. Plaats het voedsel dicht bij het element als u
het snel wilt bereiden en iets verder weg voor een
behoedzamer bereiding.
Verwarm de grill een paar minuten voor op de hoogste stand, voordat u vlees gaat dichtschroeien of
toast gaat maken. Pas indien nodig de warmteinstelling en de stand van het rooster tijdens het
bereiden aan.
Grill / Draaispit
Ga als volgt te werk als u het draaispit wilt gebruiken:
1.Plaats het spitframe op de tweede geleider
van beneden, zoals weergegeven in de afbeelding.
2.Plaats de eerste vork in het spit, prik het
voedsel erop en zet dit vast door de tweede vork
aan te brengen; zet de twee vorken vast met de
speciale schroeven.
3.Plaats het uiteinde van het spit in de ope-
ning van de motor van het draaispit. Deze is duidelijk zichtbaar in het midden van de achterwand van
de oven.
4.Plaats het voorste deel van het spit op het
spitframe.
5.Schroef de greep los.
6.Draai de functieknop van de oven op
en de thermostaatknop op de gewenste temperatuur.
De vorken en het spit zijn puntig en
scherp. Als u er gebruik van maakt, doe
het met zorg om verwonding te
voorkomen.
Wij adviseren om op de eerste geleider van
beneden een braadslede te plaatsen, nadat
u hierin twee kopje water hebt gegoten.
ATAG 23
Hoe gebruikt u de functie grillen met hetelucht “
Draai de functieknop van de oven op en stel
de thermostaatknop in op de gewenste tempera-
tuur.
Deze functie biedt een alternatieve bereidingsmethode voor gerechten die anders met de normale grill bereid worden. Het grillelement en de
hete lucht werken afwisselend, zodat de hete lucht
rond de gerechten circuleert.
Als u de functie grillen met hetelucht gebruikt,
dient u een maximale temperatuur van 200°C
te selecteren.
Hoe gebruikt u de functie hetelucht
-Het voedsel wordt bereid met behulp van
voorverwarmde lucht die gelijkmatig wordt rond geblazen in de oven door een circulair verwarmingselement in de achterwand van de oven zelf. Door
een ventilator wordt de hetelucht in de oven verspreid. Dit betekent dat u tegelijkertijd verschillende
soorten gerechten kunt bereiden, die op verschillende inzetniveaus zijn geplaatst.
Hete lucht garandeert een snelle verwijdering van
vocht en de drogere omgeving van de oven voorkomt dat de verschillende aroma’s en smaken van
het ene gerecht naar het andere worden overgebracht.
-De mogelijkheid om gerechten op verschil-
lende inzetniveaus te bereiden betekent dat u
verschillende gerechten tegelijkertijd kunt bereiden;
tot maximaal drie bakplaten koekjes en minipizza’s,
om meteen op te eten of om ze vervolgens in te
vriezen.
-Natuurlijk kan de oven ook gebruikt wor-
den voor bereidingen op één niveau. Daarbij kunt
u het best de laagste niveaus gebruiken, dan kunt
u de voortgang makkelijker in de gaten houden.
24 ATAG
-Bovendien is de oven met name aanbevo-
len voor het steriliseren van jam en eigen- vruchten
op siroop en om paddenstoelen en fruit te drogen.
Hoe gebruikt u de functie ontdooien
1.Draai de functieknop van de oven op .
2.Controleer of de thermostaatknop van de
oven op de stand UIT staat ( ).
De ovenventilator werkt zonder warmte en laat lucht
op kamertemperatuur in de oven circuleren.
Deze functie is bijzonder geschikt om kwetsbare levensmiddelen te ontdooien, die door opwarmen
beschadigd raken, bijvoorbeeld taarten met crèmevulling, ijstaarten, gebak, brood en bakwaren van
gistdeeg.
Adviezen
-De warmte wordt het beste verdeeld bij
gebruik van het middelste niveau. Om het bruineren
te verminderen, kunt u het rooster lager zetten. Om
het bruineren te vermeerderen, zet u het rooster
hoger.
-Het materiaal en de afwerking van de
bakplaat en de schalen is van invloed op de mate
waarin het voedsel een bruin korstje krijgt. Emailgoed,
donkere of zware bakvormen en materiaal met een
antiaanbaklaag zorgen voor een betere bruinering.
Glazen ovenschalen en bakplaten van glanzend
aluminium of staal reflecteren de warmte en
verminderen de bruinering.
-Zet gerechten altijd in het midden van het
rooster, om een gelijkmatige bruining te garanderen.
-Plaats schalen op een bakplaat van de juiste
afmeting, om te voorkomen dat er voedsel op de
bodem van de oven wordt gemorst en ervoor te
zorgen dat de oven gemakkelijker kan worden
gereinigd.
-Plaats schalen, bakblikken of bakplaten niet
direct op de bodem van de oven, deze wordt erg
heet en kan de schalen beschadigen.
ATAG 25
Bakken:
Taart en gebak vereisen gewoonlijk een gematigde
temperatuur (150°C-200°C). Daarom is het nodig
om de oven ongeveer 10 minuten voor te verwarmen.
Doe de ovendeur niet open voordat driekwart van
de baktijd is verstreken.
Bak kruimeldeeg in een springvorm of op een bakblik tot tweederde van de baktijd. Vervolgens kunt u
het garneren en afbakken.
De verdere baktijd hangt af van de soort en hoeveelheid garnering of vulling. Biscuitdeeg moet moeilijk
van de lepel lopen. De baktijd zou door te veel vloeistof onnodig langer duren.
Als er twee bakblikken met gebak tegelijkertijd in
de oven worden geplaatst, moet er tussen de blikken één niveau worden vrijgelaten.
Als er twee bakblikken met gebak tegelijkertijd in
de oven worden geplaatst, moeten deze na ongeveer tweederde van de baktijd worden omgewisseld
en omgedraaid.
Braden:
Neem geen braadstukken die minder wegen dan 1
kg. Kleinere stukken kunnen tijdens het braden uitdrogen. Donker vlees, dat van buiten goed gebraden maar van binnen roze tot rood moet blijven,
moet bij een hogere temperatuur (200°C-250°C)
worden gebraden.
Licht vlees, gevogelte en vis hebben daarentegen
een lagere temperatuur (150°C-175°C) nodig. Doe
bij een korte bereidingstijd de ingrediënten voor de
saus of jus direct aan het begin in de braadslede.
Heeft het gerecht een langere bereidingstijd nodig,
voeg deze ingrediënten dan pas het laatste half uur
toe.
U kunt controleren of het vlees gaar is met behulp
van een lepel: als het vlees niet kan worden ingedrukt, is het gaar. Rosbief en ossenhaas, die van
binnen roze moeten blijven, moeten op een hogere
temperatuur en in kortere tijd worden gebraden.
Als u vlees direct op het rooster braadt, plaats dan
de braadslede op het onderste niveau zodat de sap-
26 ATAG
Loading...
+ 58 hidden pages
You need points to download manuals.
1 point = 1 manual.
You can buy points or you can get point for every manual you upload.