ATAG OX6211L User Manual [fr]

gebruiksaanwijzing
elektro oven
mode d'emploi
four electro
OX6211L
OX6292L
Beschrijving van het apparaat
Bedieningspaneel
Oventhermostaat
Oventhermostaat
bedieningsknop
Binnenkant oven
1 tot 4 Inzetniveaus (inzetniveau nr. 2 en 4
zijn uitgerust met telescopische geleiders)
5 Grill
6 Ventilator 7 Ovenlampje
Elektronisch
programmeren
4 3 2 1
5
Bedrijfs
Ovenfunctie
bedieningsknop
76
8 Opening draaispit
Toebehoren
Braadslede
Bakplaat
2 ATAG
Rooster
Braadthermometer
8
vorken
spit
greep
frame draaispit
Draaispit
Inhoud
Beschrijving van het apparaat ............................................................................ 2
Waarschuwingen en belangrijke veiligheidsinformatie......................................... 4
Bedieningsknoppen........................................................................................... 8
Voordat u de oven in gebruik neemt ................................................................ 11
Elektronisch programmeren ............................................................................. 12
Gebruik van de oven ....................................................................................... 19
Kooktabellen ................................................................................................... 28
Reiniging en onderhoud ................................................................................... 31
Wat te doen als er iets fout gaat ...................................................................... 37
Technische gegevens ...................................................................................... 38
Instructies voor de installateur.......................................................................... 39
Instructies voor de inbouw ............................................................................... 41
Service en onderdelen ..................................................................................... 42
Handleiding voor de gebruiksaanwijzing
Veiligheidsvoorschrift
Stap-voor-stap-handleiding
)
Adviezen
Milieu-informatie
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen.
ATAG 3
Nederlands
Waarschuwingen en belangrijke veiligheidsinformatie
Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor de veiligheid van de gebruikers en hun huisgenoten. Lees ze dus aandachtig door, voordat u het apparaat aansluit en/of in gebruik neemt. Bewaar de bij dit apparaat geleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Als het apparaat aan derden wordt geschonken of verkocht, of als u het apparaat bij verhuizing in de oude woning achterlaat, is het belangrijk dat de nieuwe gebruiker over deze gebruiksaanwijzing en de adviezen kan beschikken.
Installatie
De installatie moeten worden uitge-
voerd door een erkend installateur, met inachtneming van de geldende voor­schriften. De afzonderlijke installatie­werkzaamheden zijn beschreven in de instructies voor de installateur.
Laat het apparaat installeren en aan-
sluiten door een erkend installateur overeenkomstig de richtlijnen.
Ook eventuele voor de installatie nood-
zakelijke wijzigingen aan de elektriciteits­voorziening moeten door een erkend installateur uitgevoerd worden.
Bediening
Deze oven is ontworpen voor de be-
reiding van levensmiddelen; gebruik hem nooit voor andere doeleinden.
Pas bij het openen van de oven­deur (tijdens of aan het einde van de bereidingstijd) altijd op voor de hete luchtstroom die uit de oven komt.
Wees extra voorzichtig tijdens het ge-
bruik van de oven. Door de grote hitte van de verwarmingselementen zijn de bakplaten en andere onderdelen erg heet.
4 ATAG
Let op! Bedek de oven nooit met alu-
miniumfolie en plaats geen bakblik­ken, ovenschotels en dergelijke op de bodem van de oven, anders kan het emaille van de oven door de opge­bouwde hitte beschadigd raken.
Indien u, om welke reden dan ook, alu-
miniumfolie in de oven gebruikt, laat dit dan nooit in direct contact komen met de bodem van de oven.
Ga bij het reinigen van de oven voor-
zichtig te werk: sproei nooit vloeistof op de verwarmingselementen en de thermostaatsensor.
Het is gevaarlijk veranderingen van
welke aard ook aan te brengen aan het apparaat of aan de kenmerken er­van.
Tijdens het bakken, braden en grillen
worden het venster van de deur en de overige onderdelen van het apparaat erg heet. Houd kinderen daarom uit de buurt van het apparaat. Indien er elek­trische apparaten worden aangesloten op stopcontacten in de buurt van de oven, let er dan op dat de aansluit­snoeren niet in aanraking komen met hete oppervlakken of vastgeklemd raken tussen de ovendeur.
Gebruik altijd ovenwanten om hete
vuurvaste schotels of schalen uit de oven te halen.
De vorken en het spit zijn puntig en
scherp. Als u er gebruik van maakt, doe het met zorg om verwonding te voorkomen.
Regelmatig reinigen voorkomt dat het
oppervlaktemateriaal van de oven ach­teruitgaat.
Schakel voordat u de oven gaat reinigen
de stroom uit of haal de stekker uit het stopcontact.
ATAG 5
Verzeker u ervan dat de oven in de stand
“UIT” staat als hij niet meer wordt ge­bruikt.
Het apparaat mag niet worden gereinigd
met een stoomreiniger.
Gebruik geen schuurmiddelen of
scherpe metalen schrapers. Deze kun­nen krassen veroorzaken op de ruit van de deur, waardoor het glas kan barsten.
Veiligheid van personen
Dit apparaat is bestemd voor gebruik
door volwassenen. Het is gevaarlijk om het door kinderen te laten gebruiken of hen ermee te laten spelen.
Houd kinderen uit de buurt, zolang de
oven in werking is. Ook nadat u de oven heeft uitgeschakeld, blijft de deur nog lange tijd heet.
Dit apparaat is niet bedoeld voor ge-
bruik door kinderen of andere perso­nen met beperkte lichamelijke, zintuig­lijke of geestelijke vermogens of een gebrek aan ervaring en kennis, tenzij dit plaatsvindt onder toezicht van een voor hun veiligheid verantwoordelijke persoon of tenzij zij van een dergelijke persoon instructies hebben ontvangen over het gebruik van het apparaat.
Milieu-informatie
Gooi, nadat de oven is geïnstalleerd,
de verpakking weg op een veilige en milieuvriendelijke wijze.
Wanneer een oud apparaat wordt afge-
dankt, moet het onbruikbaar worden gemaakt door het aansluitsnoer af te snijden. Verwijder alle vergrendelingen van de deur, om te voorkomen dat kinderen in de oven opgesloten kunnen raken.
6 ATAG
Klantenservice
Laat inspectie- en/of herstelwerkzaam-
heden uitvoeren door de service-afde­ling van de fabrikant of door een service­afdeling die door de fabrikant geautoriseerd is en gebruik alleen origi­nele onderdelen.
Probeer in geval van een storing of de-
fect dit apparaat nooit zelf te repareren. Reparaties die door niet-deskundige per­sonen uitgevoerd worden, kunnen tot schade of letsel leiden.
Het symbool op het product of op de verpakking wijst erop dat dit product niet als huishoudafval mag worden behan­deld. maar moet worden afgegeven bij een verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u ervoor zorgt dat dit product op de juiste manier wordt verwij­derd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en milieu. die zich zouden kunnen voordoen in geval van verkeerde afvalverwerking. Voor gede­tailleerdere informatie over het recyclen van dit product, kunt u contact opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product hebt gekocht.
ATAG 7
Bedieningsknoppen
Ovenfuncties
0 De oven staat uit.
als er geen ovenfunctie is ingeschakeld.
komt van zowel de bovenste als de onderste verwarmingselementen, zodat er in de gehele oven­ruimte een gelijkmatige temperatuur heerst.
warmte komt uitsluitend van het bovenste verwarmingselement (buiten de sectie).
warmte komt alleen van het onderste verwarmings­element.
worden om kleine hoeveelheden te grillen.
den gebruikt voor het grillen van vlees, kebabs of kleine stukken vlees aan een spit.
Ovenlampje - Het ovenlampje brandt ook
Onder- en bovenwarmte - De warmte
Bovenste verwarmingselement - De
Onderste verwarmingselement - De
Kleine grill - De kleine grill kan gebruikt
Grill / Draaispit - Het draaispit kan wor-
8 ATAG
Grote grill - Het gehele grillelement wordt
ingeschakeld. Aanbevolen voor grotere hoeveelhe­den.
Grillen met hetelucht - Deze functie biedt
een alternatieve bereidingsmethode voor gerechten die anders met de normale grill bereid worden. Het grillelement en de hete lucht werken afwisselend, zodat de hete lucht rond de gerechten circuleert. Als
u de functie grillen met hetelucht gebruikt, dient u een maximale temperatuur van 200°C te selecteren.
Hetelucht- Bij deze instelling kunt u op ver-
schillende bakplaten braden of tegelijkertijd bra­den en bakken, zonder dat er smaakoverdracht plaatsvindt.
Ontdooien - Deze instelling is geschikt voor
het ontdooien van bevroren levensmiddelen.
Bedrijfscontrolelampje
Dit indicatielampje gaat branden zodra de functie­knop wordt ingesteld.
Oventhermostaat
Draai de thermostaatknop naar rechts om een temperatuur tussen 50°C en 250°C te selecteren.
Controlelampje oventhermostaat
Het controlelampje van de thermostaat gaat bran­den als er aan de thermostaatknop wordt gedraaid. Het lampje blijft branden totdat de juiste tempera­tuur is bereikt. Daarna gaat het aan en uit, om aan te geven dat de temperatuur wordt gehandhaafd.
Veiligheidsthermostaat
Om te voorkomen dat de oven oververhit raakt (door onjuist gebruik van het apparaat of vanwege defecte onderdelen), is de oven voorzien van een veiligheids­thermostaat die indien nodig de stroomtoevoer on­derbreekt. Zodra de temperatuur is gedaald, wordt de oven automatisch weer ingeschakeld. Als de veiligheidsthermostaat is geactiveerd van­wege onjuist gebruik van het apparaat, hoeft u (nadat de oven is afgekoeld) alleen de fout te verhelpen; Is de thermostaat daarentegen geacti­veerd vanwege een defect onderdeel, neem dan contact op met onze service-afdeling.
ATAG 9
Koelventilator
De oven is voorzien van een koelventilator die het voorpaneel, de knoppen en de handgreep van de ovendeur koel houdt. Deventilator wordt nadat de oven enkele minuten inwerking is automatisch ingeschakeld. Via de opening aan de bovenkant van de deur wordt warme lucht naar buiten afgevoerd. Als de oven wordt uitgeschakeld kan de ventilator nog enige tijd draaien om de bedieningselementen koel te houden. Dit is volkomen normaal. De werking van de ventilator hangt af van hoe lang en op welke temperatuur de oven gebruikt is. Het is mogelijk dat de ventilator helemaal niet ingeschakeld wordt op lagere temperatuurinstellingen of als de oven maar korte tijd gebruikt is.
10 ATAG
Voordat u de oven in gebruik neemt
Verwijder al het verpakkingsmateriaal, zowel aan de buitenkant als aan de bin­nenkant, voordat u de oven gebruikt.
Wanneer u de oven voor de eerste keer gaat ge­bruiken, moet deze eerst eenmaal leeg worden verwarmd.
Gedurende deze tijd kunt u een onaangename geur waarnemen. Dit is volkomen normaal. en is vol­komen normaal.
Zorg ervoor dat de ruimte goed geventileerd is.
De oven werkt pas nadat de klok is in­gesteld.
1. Stel het tijdstip van de dag in met de
)
Deze procedure dient herhaald te worden met de Grote grillfunctie en de functie Onder- en
bovenwarmte , gedurende 5-10 minuten.
optie elektronisch programmeren (zie hoofdstuk “Elektronisch programme­ren”).
2. Draai de functieknop op bereiding met hetelucht .
3. Draai de thermostaatknop op 250°C.
4. Zet een raam open voor ventilatie.
5. Laat de lege oven ongeveer 45 minuten werken.
Laat de oven daarna afkoelen. Maak een doek vochtig met warm water en wat mild reinigingsmiddel en reinig daarmee de bin­nenkant van de oven.
Reinig voordat u de oven voor het eerst gebruikt ook zorgvuldig alle accessoires.
Houd de handgreep altijd in het midden vast wanneer u de ovendeur opent.
ATAG 11
Elektronisch programmeren
1 Tijd-toets 2 Min-toets
3 Plus-toets 4 Functielampje Einde
5 Functielampje Duur 6 Functielampje Braadthermometer
7 Functielampje Kookwekker
8 Functielampje Tijd 9 Weergave
De elektronisch programmeren heeft de volgende functies:
Weergave van de dagtijd
Kookwekker (alarm)
Automatische uitschakeling
Automatische in/uitschakeling
Bakthermometer
De dagtijd instellen
Na het aansluiten van de elektriciteit of na een stroom­storing knippert het functielampje Tijd .
Tijd instellen
12 ATAG
De tijd instellen
1. Met de of toetsen de huidige tijd in­stellen.
2. 5 seconden wachten: het apparaat staat nu in de normale bediening (gebruiksstand).
Tijd wijzigen of corrigeren
3. Tijd-toets net zo vaak indrukken tot­dat het Functielampje Tijd gaat knipperen.
Om de juiste tijd in te stellen, volgt u stappen 1 en 2.
Opmerking
De dagtijd kan alleen gewijzigd worden als er geen automatische functies (bijv. automatisch in­en uitschakelen) zijn geprogrammeerd.
Automatische uitschakeling
Door de automatische uitschakeling wordt een ingeschakelde oven automatisch uit­geschakeld. Voorbeeld: De oven moet na 45 minuten uitschakelen.
Procedure:
1. De oven inschakelen: Ovenfunctie en temperatuur kiezen. Gerecht in de oven plaat­sen.
2. Tijd-toets net zo vaak indrukken totdat het functielampje Duur gaat knip-
peren. Daarna de gewenste duur met de of toet-
sen instellen.
Automatische uitschakeling instellen (Duur)
Automatische uitschakeling instellen (Einde)
3. 5 seconden wachten: het functielamp- je Duur brandt en de huidige tijd wordt
opnieuw weergegeven. De programmering is hiermee voltooid.
4. Op het uitschakeltijdstip klinkt een sig­naaltoon, het functielampje Duur knip-
pert, de tijdindicatie 0.00 knippert en de oven wordt uitgeschakeld.
5. Met een druk op een willekeurige toets wordt de signaaltoon uitgeschakeld en wordt de oven vrijgegeven.
Schakel de oven altijd uit met de twee knoppen (oventhermostaat bedieningsknop en ovenfunctie bedieningsknop), omdat de oven anders weer opnieuw verhit wordt.
6. Gerecht uit de oven halen.
ATAG 13
Correctie
De programmering kan gecontroleerd of gecor­rigeerd worden: Tijd-toets net zo vaak indrukken
totdat het functielampje Duur gaat knip­peren. Daarna de correctie met de of toet-
sen instellen.
Wissen Tijd-toets net zo vaak indrukken totdat
het functielampje Duur gaat knipperen. Daarna met de toets “0.00” instellen.
Opmerking
In plaats van de functie “Duur” kan ook de functie “Einde” gebruikt worden om een uit­schakeltijdstip (een tijdinstelling) op te geven. Vb: De oven moet om 13.05 uur uitschakelen.
14 ATAG
Automatische in/uitschakeling
U kunt de gebruiksduur en het gebruikseinde van de oven van tevoren programmeren.
1. Gerecht bereiden en in de oven plaatsen. Ovenfunctie en temperatuur volgens de tabel instellen.
2. Tijd-toets net zo vaak indrukken totdat het functielampje Duur gaat knipperen.
Daarna de gewenste duur (in uren en minuten) met de of toetsen instellen.
3. Tijd-toets net zo vaak indrukken totdat het functielampje Einde gaat knipperen.
Daarna een uitschakeltijdstip (een dagtijd) met de of
toetsen instellen.
4. 5 seconden na het instellen wordt de program­mering vastgelegd en gaan de beide linker functielamp­jes Duur en Einde branden en wordt de tijd weergege­ven.
5. De oven wordt tot het geprogrammeerde tijd­stip ingeschakeld en vervolgens uitgeschakeld. Na­dat het gerecht klaar is en de oven uitgeschakeld is, knipperen de functielampjes Duur en Einde en ver­schijnt “0.00”.
6. Gerecht uit de oven nemen en de twee oven­knoppen (oventhermostaat bedieningsknop en ovenfunctie bedieningsknop) uitschakelen.
7. Druk een willekeurige knop in om de oven vrij te geven.
Correctie
Selecteer de betreffende functie met de Tijd-toets
: als het betreffende functielampje knippert, kan
de instelling gecorrigeerd worden.
Wissen Tijd-toets net zo vaak indrukken totdat het functielampje
Duur gaat knipperen. Daarna met de toets “0.00”
instellen. Na 5 seconden wordt de tijd weergegeven.
Opmerking
De automatische functie mag alleen bij gerechten en levensmiddelen gebruikt worden, die zonder roeren of controleren gaar worden.
ATAG 15
Kookwekker (alarm) instellen
Kookwekker (alarm)
De kookwekker werkt als een aftelklok. Nadat de ingestelde tijd is verstreken, klinkt er een sig­naaltoon.
Procedure
1. Tijd-toets net zo vaak indrukken, totdat het functielampje Kookwekker gaat
knipperen.
2. Met de tijd instellen (max: 2 uur en 30 minuten). 5 se­conden wachten: het functielampje
Kookwekker brandt constant.
3. Wanneer de tijd verstreken is, knipperen het functielampje Kookwekker en “0.00” op de
displayen klinkt er een signaaltoon. Druk een wille­keurige toets in om de signaaltoon uit te schakelen.
Correctie
De kookwekker kan gecontroleerd of gecorrigeerd worden: Tijd-toets net zo vaak indrukken,
totdat het functielampje Kookwekker gaat knipperen. De instelling met de
corrigeren.
of toetsen de gewenste kook-
of toetsen
Display uitschakelen
16 ATAG
Wissen
Zoals in de vorige paragraaf is beschreven, al­leen stelt u de tijd in op “0.00”.
Opmerking
De kookwekker heeft geen invloed op de wer­king van de oven. Hij kan onafhankelijk van een automatische functie gebruikt worden.
Display uitschakelen
Het display kan alleen uitgeschakeld worden als er geen automatische functie is ingesteld.
1. Twee toetsen 5 seconden ingedrukt hou­den. De display schakelt uit.
2. Een willekeurige toets indrukken om de display weer in te schakelen.
Braadthermometer
Door de braadthermometer te gebruiken, wordt bij het braden van een groter stuk vlees de kern­temperatuur gemeten. Op deze manier kunt u het gewenste gaarpunt van het vlees vaststel­len. De oven wordt bij het bereiken van de kern­temperatuur uitgeschakeld. De kerntemperatuur is afhankelijk van het soort vlees (zie tabel).
Let op: Alleen de meegeleverde braadt­hermometer mag worden gebruikt. Bij vervanging alleen het originele vervan­gingsonderdeel gebruiken!
1. Steek de punt van de vleesthermometer vol­ledig in het product dat gaar moet worden. De punt moet zich hierbij zo veel mogelijk in het midden van het product bevinden. Let er in het bijzonder bij gevogelte op, dat de braadthermometer in het vlees en niet in een holte of bot steekt. Het rooster of de braadpan met het te braden product in de oven zetten.
2. Stekker van de braadthermometer tot de eindaanslag in het stopcontact in de wand van de oven steken.
3. Met de toetsen of de gewenste kern­temperatuur instellen (30°C-99°C).
De indicatie schakelt over naar de actuele kern­temperatuur.
De kerntemperatuur wordt vanaf 30°C aan­gegeven.
4. Ovenfunctie en -temperatuur instellen. Zodra de ingestelde kerntemperatuur bereikt is,
klinkt er een signaal en de oven schakelt auto­matisch uit. De ovenlamp gaat eveneens uit.
5. Op een willekeurige toets drukken om het geluidssignaal uit te schakelen.
6. De ovenfunctie bedieningsknop en de oventhermostaat bedieningsknop naar de uit­stand draaien om de oven volledig uit te schakelen.
ATAG 17
7. Stekker van de thermometer uit het stopcon­tact trekken en het gerecht uit de oven nemen.
Waarschuwing:
is heet! Bij het uittrekken van de stekker en het uiteinde van de thermometer be­staat er verbrandingsgevaar! Keukenhandschoenen of pannenlappen gebruiken om verbranding te voorkomen. Wees zeer voorzichtig.
Kerntemperatuur wijzigen
Tijd-toets indrukken. – Temperatuur eventueel met of wijzigen.
Opmerking
De braadthermometer kan niet samen met de functies “Automatische uitschakeling” of “Au­tomatische in/uitschakeling” gebruikt worden.
Let er bij gebruik altijd op dat de kabel van de braadthermometer niet in het hete product terecht komt!
Voor het braden van vlees met de braadt­hermometer zijn grote stukken vlees geschikt. Deze stukken bevatten zo mogelijk geen bot. De temperatuurmeting wordt door het bot bemoei­lijkt en kan eventueel verkeerde temperatuur­waarden geven. Bij gevogelte en haas moet u erop letten, dat de braadthermometer in het vlees en niet in de bot­ten of in een holte wordt gestoken.
Als de braadthermometer niet wordt ge­bruikt, dient hij uit het stopcontact gehaald te worden en buiten de oven bewaard te worden.
Als de braadthermometer is verwijderd, ver­schijnt zoals gebruikelijk de dagtijd.
De braadthermometer
18 ATAG
Gebruik van de oven
De oven is voorzien van een exclusief systeem dat zorgt voor een natuurlijke luchtcirculatie en een constante recirculatie van stoom.
Dankzij dit systeem is het mogelijk om voedsel te bereiden in een stoom bevattende atmosfeer en worden de gerechten zacht van binnen en knapperig van buiten. Bovendien worden de bereidingstijd en het energieverbruik tot een minimum beperkt. Tijdens de bereiding kan er stoom ontstaan, die vrijkomt zodra u de ovendeur opent. Dit is volkomen normaal.
Warm de lege oven altijd 10 minuten voor, om condensvorming te beperken.
Wij adviseren u na elke bereiding de waterdruppels weg te vegen.
Houd tijdens de bereiding de ovendeur altijd gesloten. Blijf op een veilige afstand als u de deur
van de oven opent, zodat u niet in aanraking komt met de hete stoom uit de oven. Houd de deur vast aan de handgreep totdat deze helemaal geopend is en laat de handgreep niet eerder los.
Doe echter altijd een stap van de oven vandaan als u de ovendeur opent, zodat eventuele stoom of hitte naar buiten kan komen.
Let op! - Plaats tijdens de bereiding geen
voorwerpen op de bodem van de oven en dek geen onderdelen van de oven af met aluminiumfolie. Dit kan oververhitting veroorzaken, wat de bakresultaten beïnvloedt en het email van de oven kan beschadigen. Zet pannen, hittebestendige pannen en aluminium bakplaten altijd op het bakplaat dat in de geleiders is geschoven. Wanneer voedsel verwarmd wordt, ontstaat er stoom, net als in een ketel. Wanneer de stoom in aanraking komt met de glazen deur van de oven, wordt er condens gevormd en ontstaan er waterdruppels.
ATAG 19
De oven heeft vier inzetniveaus. Deze inzetniveaus worden geteld vanaf de bodem
van de oven (zie afbeelding). Het is belangrijk dat deze bakplaten correct zijn geplaatst, zoals weergegeven in de afbeelding. Inzetniveau 2 en 4 zijn voorzien van volledig uitschuifbare, telescopische geleiders, die het plaatsen of verwijderen van bakplaten gemakkelijker maken.
1. Trek de rechter en linker telescopische geleiders helemaal naar buiten, zoals weergegeven op de afbeelding.
2. Plaats de bakplaat of de grillpan op de telescopische geleiders, duw ze daarna voorzichtig helemaal in de oven (zie afbeelding).
Probeer niet om de ovendeur te sluiten als de telescopische geleiders niet volledig in de oven zitten. Hierdoor kunnen het emaille en het glas van de deur beschadigd raken.
Let op: Telescopische geleiders en andere accessoires worden erg heet! gebruik ovenhandschoenen of dergelijke!
Plaats kookgerei nooit direct op de bodem van de oven.
20 ATAG
Onder- bovenwarmte
1. Draai de functieknop van de oven op .
2. Draai de thermostaatknop op de gewenste temperatuur.
- De warmte wordt het beste verdeeld bij ge­bruik van het middelste niveau. Om het bruineren te verminderen, kunt u het rooster lager zetten. Om het bruineren te vermeerderen, zet u het rooster hoger.
- Het materiaal en de afwerking van de bak­plaat en de schalen is van invloed op de mate waarin het voedsel een bruin korstje krijgt. Emailgoed, don­kere of zware bakvormen en materiaal met een anti­aanbaklaag zorgen voor een betere bruinering. Gla­zen ovenschalen en bakplaten van glanzend alumi-
nium of staal reflecteren de warmte en verminderen de bruinering.
- Zet gerechten altijd in het midden van het rooster, om een gelijkmatige bruining te garanderen.
- Plaats schalen op een bakplaat van de juiste afmeting, om te voorkomen dat er voedsel op de bodem van de oven wordt gemorst en er­voor te zorgen dat de oven gemakkelijker kan wor­den gereinigd.
- Plaats schalen, blikken of bakplaten nooit direct op de bodem van de oven, aangezien deze erg heet wordt en de pannen hierdoor beschadigd kunnen raken. Bij deze instelling komt de warmte van zowel het bovenste als het onderste element. Hiermee kunt u op één niveau gerechten berei­den, wat met name geschikt is voor gerechten die extra bruinering vergen, zoals quiches en hartige taarten. Gratins, lasagne en ovenschotels die extra bruine­ring aan de bovenkant vergen, kunnen ook prima
worden bereid met boven- en onderwarmte.
Bovenste verwarmingselement
1. Draai de functieknop van de oven op .
2. Draai de thermostaatknop op de ge-
wenste temperatuur. De warmte komt alleen van de bovenkant van de oven, zodat u uw gerechten kunt klaarmaken zo­als lasagne, gehakt met een korst, bloemkool met kaas, enz.
Onderste verwarmingselement
1. Draai de functieknop van de oven op .
2. Draai de thermostaatknop op de ge-
wenste temperatuur. Deze functie is uitermate geschikt voor het blind bakken van taartbodems. Tevens kan deze functie worden gebruikt om ervoor te zorgen dat het basis-
deeg van quiches of hartige taarten gaar is.
ATAG 21
Grillen
- De meeste gerechten kunnen het beste op
het rooster in de grillpan worden geplaatst. Hier­door wordt een maximale luchtcirculatie gereali­seerd en bevindt het voedsel zich niet in maar bo­ven het vet en de vleessappen. Indien gewenst kun­nen gerechten zoals vis, lever en niertjes direct op de grillpan worden geplaatst.
- Droog het voedsel vóór het grillen goed af,
zodat het niet gaat spatten. Strijk mager vlees en vis licht in met een beetje olie of gesmolten boter, zodat de gerechten tijdens de bereiding mals blijven.
- Overige ingrediënten, zoals tomaten en
champignons, kunnen tijdens het grillen van vlees onder de grill worden geplaatst
- Voor het roosteren van brood raden we u
aan het bovenste inzetniveau te gebruiken.
- Indien nodig moet het voedsel tijdens de be-
reiding worden omgedraaid.
Gebruik van de kleine grill
De kleine grill zorgt voor snelle, directe hitte in het middelste gedeelte van de grillpan. Door de kleine grill te gebruiken voor de bereiding van kleinere hoeveelheden kunt u energie besparen.
1. Draai de functieknop van de oven op .
2. Draai de thermostaatknop op de ge-
wenste temperatuur.
3. Pas het niveau van het rooster en de grill-
pan aan voor de verschillende diktes van het voed­sel en volg de instructies voor het grillen.
Het grillelement wordt geregeld door de thermo­staat. Tijdens de bereiding gaat de grill aan en uit,
om oververhitting te voorkomen.
22 ATAG
Hoe gebruikt u de grote grill
1. Draai de functieknop van de oven op .
2. Draai de thermostaatknop op de gewenste
temperatuur.
3. Pas het niveau van het rooster en de grill-
pan aan voor de verschillende diktes van het voed-
sel. Plaats het voedsel dicht bij het element als u het snel wilt bereiden en iets verder weg voor een behoedzamer bereiding. Verwarm de grill een paar minuten voor op de hoog­ste stand, voordat u vlees gaat dichtschroeien of toast gaat maken. Pas indien nodig de warmte­instelling en de stand van het rooster tijdens het bereiden aan.
Grill / Draaispit
Ga als volgt te werk als u het draaispit wilt gebrui­ken:
1. Plaats het spitframe op de tweede geleider
van beneden, zoals weergegeven in de afbeelding.
2. Plaats de eerste vork in het spit, prik het
voedsel erop en zet dit vast door de tweede vork aan te brengen; zet de twee vorken vast met de speciale schroeven.
3. Plaats het uiteinde van het spit in de ope-
ning van de motor van het draaispit. Deze is duide­lijk zichtbaar in het midden van de achterwand van de oven.
4. Plaats het voorste deel van het spit op het
spitframe.
5. Schroef de greep los.
6. Draai de functieknop van de oven op
en de thermostaatknop op de gewenste tempera­tuur.
De vorken en het spit zijn puntig en scherp. Als u er gebruik van maakt, doe het met zorg om verwonding te voorkomen.
Wij adviseren om op de eerste geleider van beneden een braadslede te plaatsen, nadat u hierin twee kopje water hebt gegoten.
ATAG 23
Hoe gebruikt u de functie grillen met hete­lucht
Draai de functieknop van de oven op en stel de thermostaatknop in op de gewenste tempera-
tuur. Deze functie biedt een alternatieve bereidings­methode voor gerechten die anders met de nor­male grill bereid worden. Het grillelement en de hete lucht werken afwisselend, zodat de hete lucht rond de gerechten circuleert.
Als u de functie grillen met hetelucht gebruikt, dient u een maximale temperatuur van 200°C te selecteren.
Hoe gebruikt u de functie hetelucht
- Het voedsel wordt bereid met behulp van
voorverwarmde lucht die gelijkmatig wordt rond ge­blazen in de oven door een circulair verwarmings­element in de achterwand van de oven zelf. Door een ventilator wordt de hetelucht in de oven ver­spreid. Dit betekent dat u tegelijkertijd verschillende soorten gerechten kunt bereiden, die op verschil­lende inzetniveaus zijn geplaatst. Hete lucht garandeert een snelle verwijdering van vocht en de drogere omgeving van de oven voor­komt dat de verschillende aroma’s en smaken van het ene gerecht naar het andere worden overge­bracht.
- De mogelijkheid om gerechten op verschil-
lende inzetniveaus te bereiden betekent dat u verschillende gerechten tegelijkertijd kunt bereiden; tot maximaal drie bakplaten koekjes en minipizza’s, om meteen op te eten of om ze vervolgens in te vriezen.
- Natuurlijk kan de oven ook gebruikt wor-
den voor bereidingen op één niveau. Daarbij kunt u het best de laagste niveaus gebruiken, dan kunt u de voortgang makkelijker in de gaten houden.
24 ATAG
- Bovendien is de oven met name aanbevo-
len voor het steriliseren van jam en eigen- vruchten op siroop en om paddenstoelen en fruit te drogen.
Hoe gebruikt u de functie ontdooien
1. Draai de functieknop van de oven op .
2. Controleer of de thermostaatknop van de
oven op de stand UIT staat ( ). De ovenventilator werkt zonder warmte en laat lucht
op kamertemperatuur in de oven circuleren. Deze functie is bijzonder geschikt om kwetsbare le­vensmiddelen te ontdooien, die door opwarmen beschadigd raken, bijvoorbeeld taarten met crème­vulling, ijstaarten, gebak, brood en bakwaren van gistdeeg.
Adviezen
- De warmte wordt het beste verdeeld bij
gebruik van het middelste niveau. Om het bruineren te verminderen, kunt u het rooster lager zetten. Om het bruineren te vermeerderen, zet u het rooster hoger.
- Het materiaal en de afwerking van de
bakplaat en de schalen is van invloed op de mate waarin het voedsel een bruin korstje krijgt. Emailgoed, donkere of zware bakvormen en materiaal met een antiaanbaklaag zorgen voor een betere bruinering. Glazen ovenschalen en bakplaten van glanzend aluminium of staal reflecteren de warmte en verminderen de bruinering.
- Zet gerechten altijd in het midden van het
rooster, om een gelijkmatige bruining te garanderen.
- Plaats schalen op een bakplaat van de juiste
afmeting, om te voorkomen dat er voedsel op de bodem van de oven wordt gemorst en ervoor te zorgen dat de oven gemakkelijker kan worden gereinigd.
- Plaats schalen, bakblikken of bakplaten niet
direct op de bodem van de oven, deze wordt erg heet en kan de schalen beschadigen.
ATAG 25
Bakken:
Taart en gebak vereisen gewoonlijk een gematigde temperatuur (150°C-200°C). Daarom is het nodig om de oven ongeveer 10 minuten voor te verwar­men. Doe de ovendeur niet open voordat driekwart van de baktijd is verstreken. Bak kruimeldeeg in een springvorm of op een bak­blik tot tweederde van de baktijd. Vervolgens kunt u het garneren en afbakken. De verdere baktijd hangt af van de soort en hoeveel­heid garnering of vulling. Biscuitdeeg moet moeilijk van de lepel lopen. De baktijd zou door te veel vloei­stof onnodig langer duren. Als er twee bakblikken met gebak tegelijkertijd in de oven worden geplaatst, moet er tussen de blik­ken één niveau worden vrijgelaten. Als er twee bakblikken met gebak tegelijkertijd in de oven worden geplaatst, moeten deze na onge­veer tweederde van de baktijd worden omgewisseld en omgedraaid.
Braden:
Neem geen braadstukken die minder wegen dan 1 kg. Kleinere stukken kunnen tijdens het braden uit­drogen. Donker vlees, dat van buiten goed gebra­den maar van binnen roze tot rood moet blijven, moet bij een hogere temperatuur (200°C-250°C) worden gebraden. Licht vlees, gevogelte en vis hebben daarentegen een lagere temperatuur (150°C-175°C) nodig. Doe bij een korte bereidingstijd de ingrediënten voor de saus of jus direct aan het begin in de braadslede. Heeft het gerecht een langere bereidingstijd nodig, voeg deze ingrediënten dan pas het laatste half uur toe. U kunt controleren of het vlees gaar is met behulp van een lepel: als het vlees niet kan worden inge­drukt, is het gaar. Rosbief en ossenhaas, die van binnen roze moeten blijven, moeten op een hogere temperatuur en in kortere tijd worden gebraden. Als u vlees direct op het rooster braadt, plaats dan de braadslede op het onderste niveau zodat de sap-
26 ATAG
Loading...
+ 58 hidden pages