Instructies voor de installateur.......................................................................... 31
Instructies voor de inbouw ............................................................................... 33
Service en onderdelen ..................................................................................... 34
Handleiding voor de gebruiksaanwijzing
Veiligheidsvoorschrift
Stap-voor-stap-handleiding
)
Adviezen
Milieu-informatie
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen.
ATAG 3
Nederlands
Waarschuwingen en belangrijke
veiligheidsinformatie
Deze aanwijzingen zijn bedoeld voor de veiligheid van de gebruikers en
hun huisgenoten. Lees ze dus aandachtig door, voordat u het apparaat
aansluit en/of in gebruik neemt.
Bewaar de bij dit apparaat geleverde gebruiksaanwijzing zorgvuldig. Als
het apparaat aan derden wordt geschonken of verkocht, of als u het apparaat
bij verhuizing in de oude woning achterlaat, is het belangrijk dat de nieuwe
gebruiker over deze gebruiksaanwijzing en de adviezen kan beschikken.
Installatie
• De installatie moeten worden uitge-
voerd door een erkend installateur, met
inachtneming van de geldende voorschriften. De afzonderlijke installatiewerkzaamheden zijn beschreven in de
instructies voor de installateur.
• Laat het apparaat installeren en aan-
sluiten door een erkend installateur
overeenkomstig de richtlijnen.
• Ook eventuele voor de installatie nood-
zakelijke wijzigingen aan de elektriciteitsvoorziening moeten door een erkend
installateur uitgevoerd worden.
Bediening
• Deze oven is ontworpen voor de be-
reiding van levensmiddelen; gebruik
hem nooit voor andere doeleinden.
• Pas bij het openen van de ovendeur (tijdens of aan het einde van
de bereidingstijd) altijd op voor de
hete luchtstroom die uit de oven
komt.
• Wees extra voorzichtig tijdens het ge-
bruik van de oven. Door de grote hitte
van de verwarmingselementen zijn de
bakplaten en andere onderdelen erg
heet.
• Let op! Bedek de oven nooit met alu-
miniumfolie en plaats geen bakblikken, ovenschotels en dergelijke op de
bodem van de oven, anders kan het
emaille van de oven door de opgebouwde hitte beschadigd raken.
• Indien u, om welke reden dan ook, alu-
miniumfolie in de oven gebruikt, laat
dit dan nooit in direct contact komen
met de bodem van de oven.
• Ga bij het reinigen van de oven voor-
zichtig te werk: sproei nooit vloeistof
op de verwarmingselementen en de
thermostaatsensor.
• Het is gevaarlijk veranderingen van
welke aard ook aan te brengen aan
het apparaat of aan de kenmerken ervan.
• Tijdens het bakken, braden en grillen
worden het venster van de deur en de
overige onderdelen van het apparaat
erg heet. Houd kinderen daarom uit de
buurt van het apparaat. Indien er elektrische apparaten worden aangesloten
op stopcontacten in de buurt van de
oven, let er dan op dat de aansluitsnoeren niet in aanraking komen met
hete oppervlakken of vastgeklemd raken
tussen de ovendeur.
4 ATAG
• Gebruik altijd ovenwanten om hete vuur-
vaste schotels of schalen uit de oven te
halen.
• De vorken en het spit zijn puntig en
scherp. Als u er gebruik van maakt, doe
het met zorg om verwonding te
voorkomen.
• Regelmatig reinigen voorkomt dat het
oppervlaktemateriaal van de oven achteruitgaat.
• Schakel voordat u de oven gaat reinigen
de stroom uit of haal de stekker uit het
stopcontact.
• Verzeker u ervan dat de oven in de stand
“UIT” staat als hij niet meer wordt gebruikt.
• Het apparaat mag niet worden gereinigd
met een stoomreiniger.
• Gebruik geen schuurmiddelen of scherpe
metalen schrapers. Deze kunnen krassen veroorzaken op de ruit van de deur,
waardoor het glas kan barsten.
Veiligheid van personen
• Dit apparaat is bestemd voor gebruik
door volwassenen. Het is gevaarlijk om
het door kinderen te laten gebruiken of
hen ermee te laten spelen.
• Houd kinderen uit de buurt, zolang de
oven in werking is. Ook nadat u de oven
heeft uitgeschakeld, blijft de deur nog
lange tijd heet.
• Dit apparaat is niet bedoeld voor ge-
bruik door kinderen of andere personen met beperkte lichamelijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of een
gebrek aan ervaring en kennis, tenzij
dit plaatsvindt onder toezicht van een
voor hun veiligheid verantwoordelijke
persoon of tenzij zij van een dergelijke
persoon instructies hebben ontvangen
over het gebruik van het apparaat.
ATAG 5
Milieu-informatie
• Gooi, nadat de oven is geïnstalleerd,
de verpakking weg op een veilige en
milieuvriendelijke wijze.
• Wanneer een oud apparaat wordt afge-
dankt, moet het onbruikbaar worden
gemaakt door het aansluitsnoer af te
snijden. Verwijder alle vergrendelingen
van de deur, om te voorkomen dat
kinderen in de oven opgesloten kunnen
raken.
Klantenservice
• Laat inspectie- en/of herstelwerkzaam-
heden uitvoeren door de service-afdeling van de fabrikant of door een serviceafdeling die door de fabrikant
geautoriseerd is en gebruik alleen originele onderdelen.
• Probeer in geval van een storing of de-
fect dit apparaat nooit zelf te repareren.
Reparaties die door niet-deskundige personen uitgevoerd worden, kunnen tot
schade of letsel leiden.
Het symbool op het product of op de
verpakking wijst erop dat dit product niet
als huishoudafval mag worden behandeld.
maar moet worden afgegeven bij een
verzamelpunt waar elektrische en elektronische apparatuur wordt gerecycled. Als u
ervoor zorgt dat dit product op de juiste
manier wordt verwijderd, voorkomt u mogelijke negatieve gevolgen voor mens en
milieu. die zich zouden kunnen voordoen in
geval van verkeerde afvalverwerking. Voor
gedetailleerdere informatie over het
recyclen van dit product, kunt u contact
opnemen met de gemeente, de gemeentereiniging of de winkel waar u het product
hebt gekocht.
6 ATAG
Bedieningsknoppen
Ovenfuncties
0 De oven staat uit.
als er geen ovenfunctie is ingeschakeld.
bovenste als de onderste verwarmingselementen,
zodat er in de gehele ovenruimte een gelijkmatige
temperatuur heerst.
uitsluitend van het bovenste verwarmingselement
(buiten de sectie).
van het onderste verwarmingselement.
worden om kleine hoeveelheden te grillen.
den gebruikt voor het grillen van vlees, kebabs of
kleine stukken vlees aan een spit.
Ovenlampje - Het ovenlampje brandt ook
Infra - De warmte komt van zowel de
Bovenwarmte - De warmte komt
Onderwarmte - De warmte komt alleen
Spaar-Grill - De kleine grill kan gebruikt
Grill / Draaispit - Het draaispit kan wor-
Grootvlak-grill - Het gehele grillelement
wordt ingeschakeld. Aanbevolen voor grotere hoeveelheden.
Grill met ventilator - Deze functie biedt een
alternatieve bereidingsmethode voor gerechten die
anders met de normale grill bereid worden. Het
grillelement en de hete lucht werken afwisselend,
zodat de hete lucht rond de gerechten circuleert. Als
u de functie grillen met hetelucht gebruikt,
dient u een maximale temperatuur van 200°C
te selecteren.
Turbo-hetelucht- Bij deze instelling kunt
u op verschillende bakplaten braden of tegelijkertijd
braden en bakken, zonder dat er smaakoverdracht
plaatsvindt.
ATAG 7
Ontdooien - Deze instelling is geschikt voor
het ontdooien van bevroren levensmiddelen.
Bedrijfscontrolelampje
Dit indicatielampje gaat branden zodra de functieknop wordt ingesteld.
Oventhermostaat
Draai de thermostaatknop naar rechts om een
temperatuur tussen 50°C en 250°C te selecteren.
Controlelampje oventhermostaat
Het controlelampje van de thermostaat gaat branden als er aan de thermostaatknop wordt gedraaid.
Het lampje blijft branden totdat de juiste temperatuur is bereikt. Daarna gaat het aan en uit, om aan
te geven dat de temperatuur wordt gehandhaafd.
Klok einde bereidingstijd
Hiermee kunt u de oven automatisch laten
uitschakelen als de ingestelde tijd verlopen is. Als
de bereidingstijd is afgelopen klinkt er een
geluidssignaal. De bereidingsduur kan op maximaal
120 minuten worden ingesteld.
Zet het gerecht in de oven en draai de functieknop
en de thermostaatknop op de gewenste
instellingen. Draai de knop van de timer naar de
maximale stand (“120”), draai hem daarna terug
tot de gewenste bereidingstijd. Als de bereidingstijd
is afgelopen klinkt er een geluidssignaal en wordt
de oven automatisch uitgeschakeld.
8 ATAG
Draai de timerknop op om de oven op
handmatige bediening te zetten.
Veiligheidsthermostaat
Om te voorkomen dat de oven oververhit raakt (door
onjuist gebruik van het apparaat of vanwege defecte
onderdelen), is de oven voorzien van een veiligheidsthermostaat die indien nodig de stroomtoevoer
onderbreekt. Zodra de temperatuur is gedaald,
wordt de oven automatisch weer ingeschakeld.
Als de veiligheidsthermostaat is geactiveerd vanwege onjuist gebruik van het apparaat, hoeft u
(nadat de oven is afgekoeld) alleen de fout te
verhelpen; Is de thermostaat daarentegen geactiveerd vanwege een defect onderdeel, neem dan
contact op met onze service-afdeling.
Koelventilator
De oven is voorzien van een koelventilator die het
voorpaneel, de knoppen en de handgreep van de
ovendeur koel houdt. Deventilator wordt nadat de
oven enkele minuten inwerking is automatisch
ingeschakeld.
Via de opening aan de bovenkant van de deur wordt
warme lucht naar buiten afgevoerd. Als de oven
wordt uitgeschakeld kan de ventilator nog enige
tijd draaien om de bedieningselementen koel te
houden. Dit is volkomen normaal.
De werking van de ventilator hangt af van hoe lang
en op welke temperatuur de oven gebruikt is. Het
is mogelijk dat de ventilator helemaal niet
ingeschakeld wordt op lagere
temperatuurinstellingen of als de oven maar korte
tijd gebruikt is.
ATAG 9
Voordat u de oven in gebruik neemt
Verwijder al het verpakkingsmateriaal,
zowel aan de buitenkant als aan de binnenkant, voordat u de oven gebruikt.
Wanneer u de oven voor de eerste keer gaat gebruiken, moet deze eerst eenmaal leeg worden
verwarmd.
Gedurende deze tijd kunt u een onaangename geur
waarnemen. Dit is volkomen normaal. en is volkomen normaal.
Zorg ervoor dat de ruimte goed geventileerd is.
Voordat u de oven gebruikt, zorg ervoor dat
de einde tijd-toets in positie staat.
1. Draai de functieknop op bereiding met
)
Turbo-hetelucht .
2. Draai de thermostaatknop op 250°C.
3. Zet een raam open voor ventilatie.
4. Laat de lege oven ongeveer 45 minuten
werken.
Deze procedure dient herhaald te worden met de
Grootvlak-grill en de functie Infra ,
gedurende 5-10 minuten.
Laat de oven daarna afkoelen. Maak een
doek vochtig met warm water en wat mild
reinigingsmiddel en reinig daarmee de binnenkant van de oven.
Reinig voordat u de oven voor het eerst
gebruikt ook zorgvuldig alle accessoires.
10 ATAG
Houd de handgreep altijd in het
midden vast wanneer u de ovendeur
opent.
Gebruik van de oven
Warm de lege oven altijd 10 minuten voor,
om condensvorming te beperken.
Wij adviseren u na elke bereiding de waterdruppels
weg te vegen.
Houd tijdens de bereiding de ovendeur altijd
gesloten. Blijf op een veilige afstand als u de deur
van de oven opent, zodat u niet in aanraking komt
met de hete stoom uit de oven. Houd de deur
vast aan de handgreep totdat deze helemaal
geopend is en laat de handgreep niet eerder los.
Let op! - Plaats tijdens de bereiding geen
voorwerpen op de bodem van de oven en
dek geen onderdelen van de oven af met
aluminiumfolie. Dit kan oververhitting
veroorzaken, wat de bakresultaten beïnvloedt
en het email van de oven kan beschadigen.
Zet pannen, hittebestendige pannen en
aluminium bakplaten altijd op het bakplaat
dat in de geleiders is geschoven. Wanneer
voedsel verwarmd wordt, ontstaat er stoom,
net als in een ketel. Wanneer de stoom in
aanraking komt met de glazen deur van de
oven, wordt er condens gevormd en ontstaan
er waterdruppels.
ATAG 11
De oven heeft vier inzetniveaus.
Deze inzetniveaus worden geteld vanaf de bodem
van de oven (zie afbeelding).
Het is belangrijk dat deze bakplaten correct zijn
geplaatst, zoals weergegeven in de afbeelding.
Inzetniveau 2 en 4 zijn voorzien van telescopische
geleiders, die het plaatsen of verwijderen van
bakplaten gemakkelijker maakt.
1.Trek de rechter en linker telescopische
geleiders helemaal naar buiten, zoals weergegeven
op de afbeelding.
2.Plaats de bakplaat of de grillpan op de
telescopische geleiders, duw ze daarna voorzichtig
helemaal in de oven (zie afbeelding).
Probeer niet om de ovendeur te sluiten
als de telescopische geleiders niet
volledig in de oven zitten. Hierdoor
kunnen het emaille en het glas van de
deur beschadigd raken.
Let op: Telescopische geleiders en
andere accessoires worden erg heet!
gebruik ovenhandschoenen of
dergelijke!
Plaats kookgerei nooit direct op de
bodem van de oven.
12 ATAG
Infra
1.Draai de functieknop van de oven op .
2.Draai de thermostaatknop op de gewenste
temperatuur.
-De warmte wordt het beste verdeeld bij gebruik van het middelste niveau. Om het bruineren te
verminderen, kunt u het rooster lager zetten. Om het
bruineren te vermeerderen, zet u het rooster hoger.
-Het materiaal en de afwerking van de bakplaat en de schalen is van invloed op de mate waarin
het voedsel een bruin korstje krijgt. Emailgoed, donkere of zware bakvormen en materiaal met een antiaanbaklaag zorgen voor een betere bruinering. Glazen ovenschalen en bakplaten van glanzend alumi-
nium of staal reflecteren de warmte en verminderen
de bruinering.
-Zet gerechten altijd in het midden van het
rooster, om een gelijkmatige bruining te garanderen.
-Plaats schalen op een bakplaat van de
juiste afmeting, om te voorkomen dat er voedsel
op de bodem van de oven wordt gemorst en ervoor te zorgen dat de oven gemakkelijker kan worden gereinigd.
-Plaats schalen, blikken of bakplaten nooit
direct op de bodem van de oven, aangezien deze
erg heet wordt en de pannen hierdoor beschadigd
kunnen raken. Bij deze instelling komt de warmte
van zowel het bovenste als het onderste element.
Hiermee kunt u op één niveau gerechten bereiden, wat met name geschikt is voor gerechten die
extra bruinering vergen, zoals quiches en hartige
taarten.
Gratins, lasagne en ovenschotels die extra bruinering aan de bovenkant vergen, kunnen ook prima
worden bereid met boven- en onderwarmte.
Bovenwarmte
1.Draai de functieknop van de oven op .
2.Draai de thermostaatknop op de gewenste
temperatuur.
De warmte komt alleen van de bovenkant van de
oven, zodat u uw gerechten kunt klaarmaken zoals lasagne, gehakt met een korst, bloemkool met
kaas, enz.
Onderwarmte
1.Draai de functieknop van de oven op .
2.Draai de thermostaatknop op de gewenste
temperatuur.
Deze functie is uitermate geschikt voor het blind
bakken van taartbodems. Tevens kan deze functie
worden gebruikt om ervoor te zorgen dat het basisdeeg van quiches of hartige taarten gaar is.
ATAG 13
Grillen
-De meeste gerechten kunnen het beste op
het rooster in de grillpan worden geplaatst. Hierdoor wordt een maximale luchtcirculatie gerealiseerd en bevindt het voedsel zich niet in maar boven het vet en de vleessappen. Indien gewenst kunnen gerechten zoals vis, lever en niertjes direct op
de grillpan worden geplaatst.
-Droog het voedsel vóór het grillen goed af,
zodat het niet gaat spatten. Strijk mager vlees en
vis licht in met een beetje olie of gesmolten boter,
zodat de gerechten tijdens de bereiding mals blijven.
- Overige ingrediënten, zoals tomaten en
champignons, kunnen tijdens het grillen van vlees
onder de grill worden geplaatst
-Voor het roosteren van brood raden we u
aan het bovenste inzetniveau te gebruiken.
-Indien nodig moet het voedsel tijdens de bereiding worden omgedraaid.
Gebruik van de spaar-grill
De kleine grill zorgt voor snelle, directe hitte in het
middelste gedeelte van de grillpan. Door de kleine
grill te gebruiken voor de bereiding van kleinere
hoeveelheden kunt u energie besparen.
1.Draai de functieknop van de oven op .
2.Draai de thermostaatknop op de gewenste
temperatuur.
3.Pas het niveau van het rooster en de grillpan aan voor de verschillende diktes van het voedsel en volg de instructies voor het grillen.
Het grillelement wordt geregeld door de thermostaat. Tijdens de bereiding gaat de grill aan en uit,
om oververhitting te voorkomen.
14 ATAG
Hoe gebruikt u de grootvlak-grill
1.Draai de functieknop van de oven op .
2.Draai de thermostaatknop op de gewenste
temperatuur.
3.Pas het niveau van het rooster en de grillpan aan voor de verschillende diktes van het voed-
sel. Plaats het voedsel dicht bij het element als u
het snel wilt bereiden en iets verder weg voor een
behoedzamer bereiding.
Verwarm de grill een paar minuten voor op de hoogste stand, voordat u vlees gaat dichtschroeien of
toast gaat maken. Pas indien nodig de warmteinstelling en de stand van het rooster tijdens het
bereiden aan.
Grill / Draaispit
Ga als volgt te werk als u het draaispit wilt gebruiken:
1.Plaats het spitframe op de tweede geleider
van beneden, zoals weergegeven in de afbeelding.
2.Plaats de eerste vork in het spit, prik het
voedsel erop en zet dit vast door de tweede vork
aan te brengen; zet de twee vorken vast met de
speciale schroeven.
3.Plaats het uiteinde van het spit in de opening van de motor van het draaispit. Deze is duidelijk zichtbaar in het midden van de achterwand van
de oven.
4.Plaats het voorste deel van het spit op het
spitframe.
5.Schroef de greep los.
6.Draai de functieknop van de oven op
en de thermostaatknop op de gewenste tempera-
tuur.
De vorken en het spit zijn puntig en
scherp. Als u er gebruik van maakt, doe
het met zorg om verwonding te
voorkomen.
Wij adviseren om op de eerste geleider van
beneden een braadslede te plaatsen, nadat
u hierin twee kopje water hebt gegoten.
ATAG 15
Hoe gebruikt u de functie grill met
ventilator “
Draai de functieknop van de oven op en stel
de thermostaatknop in op de gewenste tempera-
tuur.
Deze functie biedt een alternatieve bereidingsmethode voor gerechten die anders met de normale grill bereid worden. Het grillelement en de
hete lucht werken afwisselend, zodat de hete lucht
rond de gerechten circuleert.
Als u de functie grillen met hetelucht gebruikt,
dient u een maximale temperatuur van 200°C
te selecteren.
Hoe gebruikt u de functie turbohetelucht
-Het voedsel wordt bereid met behulp van
voorverwarmde lucht die gelijkmatig wordt rond geblazen in de oven door een circulair verwarmingselement in de achterwand van de oven zelf. Door
een ventilator wordt de hetelucht in de oven verspreid. Dit betekent dat u tegelijkertijd verschillende
soorten gerechten kunt bereiden, die op verschillende inzetniveaus zijn geplaatst.
Hete lucht garandeert een snelle verwijdering van
vocht en de drogere omgeving van de oven voorkomt dat de verschillende aroma’s en smaken van
het ene gerecht naar het andere worden overgebracht.
-De mogelijkheid om gerechten op verschillende inzetniveaus te bereiden betekent dat u
verschillende gerechten tegelijkertijd kunt bereiden;
tot maximaal drie bakplaten koekjes en minipizza’s,
om meteen op te eten of om ze vervolgens in te
vriezen.
-Natuurlijk kan de oven ook gebruikt worden voor bereidingen op één niveau. Daarbij kunt
u het best de laagste niveaus gebruiken, dan kunt
u de voortgang makkelijker in de gaten houden.
16 ATAG
-Bovendien is de oven met name aanbevolen voor het steriliseren van jam en eigen- vruchten
op siroop en om paddenstoelen en fruit te drogen.
Hoe gebruikt u de functie ontdooien
1.Draai de functieknop van de oven op .
2.Controleer of de thermostaatknop van de
oven op de stand UIT staat ( ).
De ovenventilator werkt zonder warmte en laat lucht
op kamertemperatuur in de oven circuleren.
Deze functie is bijzonder geschikt om kwetsbare levensmiddelen te ontdooien, die door opwarmen
beschadigd raken, bijvoorbeeld taarten met crèmevulling, ijstaarten, gebak, brood en bakwaren van
gistdeeg.
Adviezen
-De warmte wordt het beste verdeeld bij
gebruik van het middelste niveau. Om het bruineren
te verminderen, kunt u het rooster lager zetten. Om
het bruineren te vermeerderen, zet u het rooster
hoger.
-Het materiaal en de afwerking van de
bakplaat en de schalen is van invloed op de mate
waarin het voedsel een bruin korstje krijgt. Emailgoed,
donkere of zware bakvormen en materiaal met een
antiaanbaklaag zorgen voor een betere bruinering.
Glazen ovenschalen en bakplaten van glanzend
aluminium of staal reflecteren de warmte en
verminderen de bruinering.
-Zet gerechten altijd in het midden van het
rooster, om een gelijkmatige bruining te garanderen.
-Plaats schalen op een bakplaat van de juiste
afmeting, om te voorkomen dat er voedsel op de
bodem van de oven wordt gemorst en ervoor te
zorgen dat de oven gemakkelijker kan worden
gereinigd.
-Plaats schalen, bakblikken of bakplaten niet
direct op de bodem van de oven, deze wordt erg
heet en kan de schalen beschadigen.
ATAG 17
Bakken:
Taart en gebak vereisen gewoonlijk een gematigde
temperatuur (150°C-200°C). Daarom is het nodig
om de oven ongeveer 10 minuten voor te verwarmen.
Doe de ovendeur niet open voordat driekwart van
de baktijd is verstreken.
Bak kruimeldeeg in een springvorm of op een bakblik tot tweederde van de baktijd. Vervolgens kunt u
het garneren en afbakken.
De verdere baktijd hangt af van de soort en hoeveelheid garnering of vulling. Biscuitdeeg moet moeilijk
van de lepel lopen. De baktijd zou door te veel vloeistof onnodig langer duren.
Als er twee bakblikken met gebak tegelijkertijd in
de oven worden geplaatst, moet er tussen de blikken één niveau worden vrijgelaten.
Als er twee bakblikken met gebak tegelijkertijd in
de oven worden geplaatst, moeten deze na ongeveer tweederde van de baktijd worden omgewisseld
en omgedraaid.
Braden:
Neem geen braadstukken die minder wegen dan 1
kg. Kleinere stukken kunnen tijdens het braden uitdrogen. Donker vlees, dat van buiten goed gebraden maar van binnen roze tot rood moet blijven,
moet bij een hogere temperatuur (200°C-250°C)
worden gebraden.
Licht vlees, gevogelte en vis hebben daarentegen
een lagere temperatuur (150°C-175°C) nodig. Doe
bij een korte bereidingstijd de ingrediënten voor de
saus of jus direct aan het begin in de braadslede.
Heeft het gerecht een langere bereidingstijd nodig,
voeg deze ingrediënten dan pas het laatste half uur
toe.
U kunt controleren of het vlees gaar is met behulp
van een lepel: als het vlees niet kan worden ingedrukt, is het gaar. Rosbief en ossenhaas, die van
binnen roze moeten blijven, moeten op een hogere
temperatuur en in kortere tijd worden gebraden.
Als u vlees direct op het rooster braadt, plaats dan
de braadslede op het onderste niveau zodat de sap-
18 ATAG
pen worden opgevangen. Laat het braadstuk minstens 15 minuten staan, zodat het vleesvocht niet
kan weglopen.
Om rookvorming in de oven te beperken, kunt u
een beetje water in de braadslede gieten. Om
condensvorming te voorkomen, een paar keer water toevoegen. Borden kunnen tot zij geserveerd
worden in de oven op de laagste temperatuur warm
gehouden worden.
Let op!
Bedek de oven nooit met aluminiumfolie en plaats geen bakblikken, ovenschotels en dergelijke op de bodem van
de oven, anders kan het emaille van de
oven door de opgebouwde hitte beschadigd raken.
Bereidingstijden
De bereidingstijden kunnen verschillen al naar gelang de samenstelling, ingrediënten en hoeveelheid
vocht in de afzonderlijke gerechten.
Noteer de instellingen van uw eerste bereidingsexperimenten, om ervaring op te doen als u deze
gerechten later nog eens wilt bereiden.
U kunt de aangegeven waarden in de tabellen aanpassen op basis van uw eigen ervaringen.
ATAG 19
Kooktabellen
Infra en Turbo-hetelucht
Tijden zijn exclusief voorverwarmen. De lege oven moet altijd 10 minuten
worden voorverwarmd.